Documenttranscriptie
Nederlands
Voordat u het product gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing
aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u
deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het
apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Plak de contacten van een lithiumbatterij af met plakband om kortsluiting
te voorkomen wanneer u de batterij weggooit. Houd u aan de plaatselijke
regels voor het wegwerpen van batterijen.
Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden uit de
buurt van jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een
voorwerp per ongeluk wordt ingeslikt.
Verwijder de batterijen onmiddellijk en gebruik het apparaat niet meer
als...
• het product is gevallen of blootgesteld aan een schok waarbij het
inwendige zichtbaar is geworden.
• het product een vreemde geur, hitte of rook afgeeft.
Demonteer het apparaat niet. U kunt een elektrische schok krijgen
wanneer u in het product een circuit met een hoog voltage aanraakt.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u de fotoapparatuur gebruikt, moet u altijd
rekening houden met algemene veiligheidsvoorschriften,
waaronder de volgende:
U moet alle instructies doorlezen en begrijpen voordat u de
apparatuur gebruikt.
U moet goed opletten als een apparaat door of in de buurt
van kinderen wordt gebruikt. Laat het apparaat niet
onbeheerd achter terwijl dit wordt gebruikt.
2
Wees voorzichtig omdat het aanraken van hete onderdelen
van het apparaat tot brandwonden kan leiden.
U moet een apparaat met een beschadigd snoer of een
apparaat dat is gevallen of beschadigd, niet gebruiken. Laat
het eerst nakijken door een bevoegde onderhoudsmonteur.
Laat het apparaat volledig afkoelen voordat u dit opbergt.
Wikkel het snoer losjes om het apparaat wanneer u dit
opbergt.
Dompel het apparaat niet onder in water of andere
vloeistoffen. Zo kunt u het risico op elektrische schokken
verkleinen.
Haal het apparaat niet uit elkaar, maar laat het nakijken
door een bevoegde onderhoudsmonteur als het apparaat
moet worden onderhouden of gerepareerd. Zo kunt u het
risico op elektrische schokken verkleinen. Als het apparaat
op onjuiste wijze weer in elkaar wordt gezet, kan dit tot
elektrische schokken leiden wanneer het apparaat weer
wordt gebruikt.
Het gebruik van een accessoire dat niet wordt aanbevolen
door de fabrikant, kan brand, elektrische schokken of
lichamelijk letsel veroorzaken.
Door onjuist gebruik kunnen batterijen heet worden of
exploderen.
Gebruik alleen de batterijen die in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld.
Plaats de batterijen met de polen (+/-) op de juiste plaats.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Probeer batterijen niet op te laden (met uitzondering van
oplaadbare batterijen), kort te sluiten of te openen.
Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type en hetzelfde
merk. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
3
VOORZICHTIG
Raak tijdens het gebruik de lamp van de flitser niet aan. Deze kan heet
worden wanneer er wordt geflitst.
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en elektronische
apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop
dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van
dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering
van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Handelsmerk
is een handelsmerk van Sony Corporation.
4
Inhoudsopgave
Kenmerken ........................................................................................... 6
Onderdelen ........................................................................................... 7
Bedieningspaneel ................................................................................. 8
Voorbereidingen
Batterijen plaatsen ............................................................................... 9
De flitser bevestigen en verwijderen .............................................. 11
Automatische in-/uitschakelfunctie (ON/OFF) ........................... 12
Basishandelingen
Programma automatisch flitsen (basishandelingen) .................... 13
Opnamemodi ..................................................................................... 16
Toepassingen
Zoom-flitsdekking ............................................................................. 18
Indirect flitsen .................................................................................... 22
AF-lamp .............................................................................................. 25
Hogesnelheidsync (HSS) .................................................................. 26
Modus voor draadloos flitsen (WL) ................................................ 28
Wachttijd tot automatisch uitschakelen ......................................... 35
Aanvullende informatie
Flitsbereik ............................................................................................ 37
Opmerkingen bij het gebruik ........................................................... 39
Onderhoud ......................................................................................... 40
Technische gegevens ......................................................................... 41
5
Voor gebruik
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Deze flitser is niet waterdicht, spatbestendig of
stofbestendig.
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties
Plaats dit apparaat niet op de volgende locaties, ongeacht of het apparaat
wordt gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden.
• Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan
direct zonlicht, zoals op het dashboard, of in de buurt van de
verwarming, kan het apparaat vervormen of defect raken.
• Plaatsen waar sterke trillingen optreden
• Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld
• Plaatsen met veel zand
Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of
gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan.
Hierdoor kan een storing optreden.
Kenmerken
• Een compacte programmeerbare flitser met een hoog vermogen bij een
richtgetal van 36 (positie 85 mm, ISO 100 · m).
• Kan worden gebruikt met compatibele lenzen voor ADI-flitsmetingen
(Advanced Distance Integration; geavanceerde afstandsintegratie),
waarbij weerspiegeling van de achtergrond of een onderwerp geen
invloed heeft.
• Maakt snelle synchronisatie mogelijk.
• Met vele extra functies, zoals indirect flitsen, enzovoort.
6
Onderdelen
Flitslamp
Ontvanger voor
signalen van de
draadloze
afstandsbediening
(28)
Ontgrendelknop
montagevoet (11)
AF-lamp (25)
Montagevoet
Indicator indirect
flitsen (22)
Deksel
batterijhouder
(9)
Bedieningspaneel
(8)
Groothoekadapter (21)
Verwijder de beschermfolie van de voorzijde van
de AF-lamp voordat u deze gebruikt.
7
Bedieningspaneel
Lampjes voor draadloos
flitsen (28)
Lampje AUTO
(13)
Lampje flitser
ON (12)
Lampjes
ZOOM
(flitsdekking)
(20)
Lampje flitser
OFF (12)
Lampje voor
snelle
synchronisatie
(26)
Lampje flitser
gereed (14)
Selectietoets
ZOOM
(flitsdekking)
(20)
Toets flitser
ON/OFF (12)
Lampje voor indirect
flitsen (22)
Batterijlampje
(10)
Toets voor draadloos
flitsen (28)
8
Lampje voor
handmatige
zoomfunctie (20)
Toets voor snelle
synchronisatie (26)
Batterijen plaatsen
1
Open het deksel van de batterijhouder, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven.
1
3
2
2
Plaats de batterijen in de batterijhouder, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven.
3
Sluit het deksel van de batterijhouder.
• Volg de stappen voor het openen van het deksel van de
batterijhouder in omgekeerde volgorde.
• Het lampje op het bedieningspaneel gaat branden. Als dit niet het
geval is, drukt u op de toets ON/OFF.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
9
Voorbereidingen
De HVL-F36AM kan worden gevoed met :
*Er worden geen batterijen bijgeleverd.
• Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)
• Vier lithiumbatterijen (AA-formaat)
• Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride) (AA-formaat)
Zorg ervoor dat oplaadbare Ni-MH-batterijen altijd worden opgeladen
in de aangegeven oplader.
Batterijen controleren
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, gaat het lampje
bedieningspaneel branden of knipperen.
op het
Lampje
aan
U kunt het beste de batterijen
vervangen. De flitser kan in deze
toestand nog steeds worden gebruikt
als (lampje flitser gereed) op de
achterkant van het apparaat brandt.
Alleen het lampje
knippert
Flitser kan niet worden gebruikt.
Plaats nieuwe batterijen.
• Als er niets gaat branden wanneer op de toets ON/OFF wordt gedrukt,
controleert u of de batterijen correct zijn geplaatst.
10
De flitser bevestigen en
verwijderen
De flitser op de camera bevestigen
• De flitser wordt automatisch vergrendeld.
• Als de ingebouwde flitser van de camera is uitgeklapt, klapt u deze in
voordat u de flitser bevestigt.
De flitser van de camera verwijderen
Houd de ontgrendelknop van de montagevoet 1
ingedrukt en verwijder de flitser 2.
1
2
11
Voorbereidingen
Schuif de montagevoet stevig en zo ver mogelijk in de
schoen op de camera.
Automatische in-/
uitschakelfunctie (ON/OFF)
Druk op de toets ON/OFF op de achterzijde van de flitser.
De flitser wordt ingeschakeld.
• Wanneer de flitser wordt ingeschakeld, gaat het lampje flitser ON op het
bedieningspaneel branden.
Als u op de toets ON/OFF drukt terwijl de flitser is
ingeschakeld, wordt de flitser uitgeschakeld en gaat het
lampje flitser OFF branden.
• Het lampje flitser OFF gaat na 8 seconden uit.
Automatisch uitschakelen
Wanneer de camera of flitser gedurende vier minuten niet wordt gebruikt,
wordt de flitser uitgeschakeld en verdwijnen de indicatoren automatisch
om de batterijen te sparen.
• Bij draadloze flitsfotografie (p. 28) verdwijnen de indicatoren na 60
minuten.
• U kunt de tijd voor automatisch uitschakelen wijzigen of de
automatische uitschakelfunctie uitschakelen. (p. 35)
12
Programma automatisch flitsen
(basishandelingen)
Selecteer de P-modus op de camera.
2
Druk op de toets ON/OFF om de lampjes "AUTO" en
"ON" of alleen het lampje "ON" in te schakelen.
Basishandelingen
1
• Bij automatisch flitsen branden de lampjes "AUTO" en "ON". Bij
invulflitsen brandt alleen het lampje "ON".
Wordt vervolgd op de volgende pagina
13
3
Wanneer de flitser is opgeladen, drukt u op de
sluiterknop om een foto te maken.
• De flitser is opgeladen wanneer het lampje flitser gereed op het
bedieningspaneel van het apparaat en de indicator in de
beeldzoeker van de camera allebei branden.
Wanneer de juiste belichting voor de zojuist genomen foto is
verkregen, knippert het lampje flitser gereed .
• De foto is onderbelicht als deze wordt genomen voordat de flitser
volledig is opgeladen.
• Wanneer u de flitser gebruikt in combinatie met de zelfontspanner,
drukt u de sluiterknop pas in nadat u hebt vastgesteld dat het opladen is
voltooid.
• Afhankelijk van de camera wordt automatisch flitsen of invulflitsen
gebruikt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de camera voor meer
informatie.
• Als de camera beschikt over een AUTO-modus of een modus voor
scènekeuze, worden beide hier behandeld als programma automatisch
flitsen.
14
• In de onderstaande tabellen wordt de afstand weergegeven die het
flitserlicht kan bereiken (het flitsbereik).
Zie pagina 37 voor meer informatie.
Brandpuntsafstand (mm)
24
28
35
50
85
2,8
1-7
1-8
1-9
1-10
1-13
4
1-5
1-5,5
1-6
1-7
1-9
5,6
1-3,5
1-4
1-4,5
1-5
1-6,5
Basishandelingen
Diafragma
ISO100
(eenheid: m)
Diafragma
ISO400
Brandpuntsafstand (mm)
24
28
35
50
85
2,8
1-14
1-16
1-18
1-20
1,2-26
4
1-10
1-11 1-12,5
1-15
1-18
5,6
1-7
1-8
1-10
1-13
1-9
(eenheid: m)
15
Opnamemodi
Flitsfotografie gebaseerd op
diafragma-instelling (A)
1 Selecteer de A-modus op de camera.
2
Druk op de toets flitser ON/OFF om het lampje flitser
ON in te schakelen.
• Invulflitsen wordt geselecteerd.
3
Stel het diafragma in en stel scherp op het onderwerp.
• Verklein het diafragma (kies een hogere f-stop) om het flitsbereik te
verkleinen of open het diafragma (kies een lagere f-stop) om het
flitsbereik te vergroten.
• De sluitertijd wordt automatisch ingesteld.
4
16
Druk de sluiterknop in wanneer het opladen is
voltooid.
Flitsfotografie gebaseerd op sluitertijd
(S)
1 Selecteer de S-modus op de camera.
2
Druk op de toets flitser ON/OFF om het lampje flitser
ON in te schakelen.
• Invulflitsen wordt geselecteerd.
Stel de sluitertijd in en stel scherp op het onderwerp.
4
Druk de sluiterknop in wanneer het opladen is
voltooid.
Flitsfotografie met handmatige
belichtingsmodus (M)
1 Selecteer de M-modus op de camera.
2
Druk op de toets flitser ON/OFF om het lampje flitser
ON in te schakelen.
• Invulflitsen wordt geselecteerd.
3
Stel het diafragma en de sluitertijd in en stel scherp op
het onderwerp.
• Verklein het diafragma (kies een hogere f-stop) om het flitsbereik te
verkleinen of open het diafragma (kies een lagere f-stop) om het
flitsbereik te vergroten.
4
Druk de sluiterknop in wanneer het opladen is
voltooid.
17
Basishandelingen
3
Zoom-flitsdekking
Automatisch zoomen
Tijdens het fotograferen wijzigt de flitser de zoomdekking automatisch
zodat een brandpuntbereik van 24 mm tot 85 mm wordt gedekt
(automatisch zoomen). Gewoonlijk hoeft u de zoomdekking niet
handmatig te wijzigen.
Brandpuntsafstand 24 mm
Brandpuntsafstand 85 mm
• Druk de sluiterknop gedeeltelijk in.
Wanneer de dekking wordt ingesteld op 24 mm, 35 mm of 85 mm, gaat
het bijbehorende lampje branden.
Bijvoorbeeld: 24 mm
Wanneer de dekking wordt ingesteld op 28 mm of 50 mm, gaan twee
lampjes branden.
Bijvoorbeeld: 28 mm
18
• Automatische zoomdekking wordt als volgt ingesteld:
Ingestelde brandpuntsafstand
Dekking
24 mm - 27 mm
24 mm
28 mm - 34 mm
28 mm
35 mm - 49 mm
35 mm
50 mm - 84 mm
50 mm
85 mm of meer
85 mm
Wordt vervolgd op de volgende pagina
19
Toepassingen
• Wanneer een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 24 mm
wordt gebruikt met automatische zoom, knippert het lampje "24 mm".
In dit geval kunt u het beste de groothoekadapter (p. 21) gebruiken om
te voorkomen dat de randen van het beeld donker worden.
Handmatig zoomen
U kunt de zoomdekking handmatig instellen, ongeacht de
brandpuntsafstand van de gebruikte lens.
Druk op de toets ZOOM om de gewenste zoomdekking
weer te geven.
• De zoomdekking wordt in de onderstaande volgorde gewijzigd.
Het lampje voor handmatige zoom "M.ZOOM" gaat branden.
Automatisch
zoomen
24 mm
28 mm
85 mm
50 mm
35 mm
• Als de zoomdekking hoger wordt ingesteld dan de brandpuntsafstand
van de gebruikte lens, worden de randen van het beeld donker.
20
Groothoekadapter
(zoomhoek van 17 mm)
Als u de groothoekadapter gebruikt, wordt de flitsdekking vergroot tot
een brandpuntsafstand van 17 mm.
Bevestig de bijgeleverde groothoekadapter aan de
flitsbuis.
• Duw de groothoekadapter tegen de flitsbuis tot deze vastklikt.
• Als het moeilijk is de groothoekadapter te verwijderen, trekt u eerst één
kant.
Toepassingen
• Als u de groothoekadapter gebruikt, stelt u de zoomdekking in op 24
mm.
• Wanneer u een vlak onderwerp fotografeert met een brandpuntsafstand
van ongeveer 17 mm, kunnen de randen van het scherm enigszins
donker worden, omdat de brandpuntsafstanden van het midden en de
randen van het scherm verschillen.
• Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand
onder 17 mm, kunnen de randen van het beeld donker worden.
• Als u de groothoekadapter gebruikt, drukt u op de toets voor snelle
synchronisatie om het lampje voor snelle synchronisatie niet in te
schakelen.
• Zie onderstaande tabel voor het flitsbereik bij het gebruik van de
groothoekadapter.
ISO100
ISO400
2,8
1-4
1-8
4
1 - 2,8
1 - 5,6
5,6
1-2
1-4
(eenheid: m)
21
Indirect flitsen
Gebruik van de flitser met een muur direct achter het onderwerp
produceert sterke schaduwen op de muur. Door de flitser op het plafond te
richten kunt u het onderwerp verlichten met gereflecteerd licht. Zo kunt u
de intensiteit van de schaduwen verkleinen en een zachter licht in het
beeld produceren.
Indirect flitsen
22
Normaal flitsen
Draai de flitser omhoog.
• De flitser kan worden ingesteld op 45°, 60°, 75° of 90°
.
• Snelle synchronisatie (p. 26) wordt geannuleerd wanneer u indirect
flitsen gebruikt.
• Gebruik een wit plafond of een witte muur om het flitslicht te
reflecteren. Een gekleurd oppervlak kan het licht kleuren. Hoge
plafonds of glas worden afgeraden.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
23
Toepassingen
• Het lampje voor indirect flitsen op het bedieningspaneel gaat branden.
Hoek voor indirect flitsen aanpassen
Gelijktijdig gebruik van direct licht en indirect licht van de flitser
produceert een ongelijkmatige belichting. Bepaal de hoek voor indirect
flitsen op basis van de afstand tot het reflecterende oppervlak, de afstand
van de camera tot het onderwerp, de brandpuntsafstand van de lens,
enzovoort.
Juist
Onjuist
Bepaal de hoek aan de hand van de volgende tabel.
Brandpuntsafstand van de lens Hoek voor indirect flitsen
24
Minimaal 70 mm
45°
28-70 mm
60°
Maximaal 28 mm
75°, 90°
AF-lamp
Wanneer het lichtniveau laag is of het onderwerp weinig contrast heeft en
de sluiterknop gedeeltelijk wordt ingedrukt om automatisch scherp te
stellen, gaat de rode lamp aan de voorzijde van de flitser branden. Dit is de
AF-lamp die als hulpmiddel wordt gebruikt voor de automatische
scherpstelling.
Toepassingen
• De AF-lamp werkt zelfs wanneer de flitser is uitgeschakeld.
• De AF-lamp van de camera werkt niet zolang de AF-lamp van de flitser
wordt gebruikt.
• De AF-lamp werkt niet zolang doorlopend automatisch scherpstellen
wordt gebruikt in de scherpstelmodus (bij doorlopend scherpstellen op
een bewegend onderwerp).
• De AF-lamp werkt mogelijk niet wanneer de brandpuntsafstand van de
lens groter is dan 300 mm. De flitser werkt niet als deze van de camera
is verwijderd.
25
Hogesnelheidsync (HSS)
Hogesnelheidsync
Normaal flitsen
Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync
flitssluitertijd opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te gebruiken
in combinatie met het volledige sluitertijdbereik van de camera. Met het
grotere te selecteren diafragmabereik wordt flitsfotografie met een groot
diafragma mogelijk. Hierbij blijft de achtergrond onscherp en wordt het
onderwerp op de voorgrond benadrukt. Zelfs wanneer u in de A- of Mmodus met een groot diafragma fotografeert terwijl de achtergrond zeer
helder is en de opname normaal overbelicht zou zijn, kunt u de belichting
aanpassen door de hogesnelheidsluiter te gebruiken.
Druk op de toets voor snelle synchronisatie (HSS).
• Het lampje voor snelle synchronisatie gaat branden.
26
X-sync sluitertijd
Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste sluitertijd
die ook wel wordt aangeduid als de X-sync. Deze beperking is niet
van toepassing op camera’s die zijn ontworpen voor HSS-fotografie
(hogesnelheidsync, p. 26), omdat hiermee flitsfotografie mogelijk is
met de kortste sluitertijd van de camera.
27
Toepassingen
• Als u nogmaals op de toets voor snelle synchronisatie (HSS) drukt,
wordt deze functie geannuleerd. Wanneer de snelle synchronisatie is
geannuleerd, kan de sluitertijd niet korter worden ingesteld dan de
synchronisatiesnelheid.
• U kunt het beste foto’s nemen op heldere locaties.
• Het flitsbereik is met snelle synchronisatie kleiner dan bij normale
flitsfotografie.
U kunt het juiste flitsbereik bij snelle synchronisatie vinden in de tabel
voor HSS vlak flitsen (ISO 100) op pagina 41. Deel het richtgetal door
het diafragma om het maximale flitsbereik te berekenen.
Bijvoorbeeld: bij een sluitertijd van 1/500 en een brandpuntsafstand van
28 mm is het richtgetal volgens de tabel 8. Omdat 8 (het richtgetal)
gedeeld door 4 (het diafragma) 2 is, is het flitsbereik in dit geval 2 m.
Het getal wordt verdubbeld wanneer u ISO 400 gebruikt.
• Snelle synchronisatie kan niet worden gebruikt met indirect flitsen.
• Wanneer u met een flitsmeter of kleurmeter werkt, kan de snelle
synchronisatie niet worden gebruikt omdat dit een juiste belichting
belemmert.
Modus voor draadloos flitsen
(WL)
Foto’s die zijn genomen met de flitser op de camera bevestigd, zijn vlak,
zoals is te zien in foto 1. Verwijder in dergelijke gevallen de flitser van de
camera en plaats de flitser zo dat een meer driedimensionaal effect wordt
bereikt, zoals in foto 2.
Bij het nemen van dit type foto’s met een spiegelreflexcamera met één lens
worden de camera en de flitser meestal op elkaar aangesloten met een
kabel. Bij deze flitser is geen kabel nodig om signalen over te brengen naar
de flitser, want het licht van de ingebouwde flitser wordt als signaal
gebruikt. De juiste belichting wordt automatisch bepaald door de camera.
1
2
Normaal flitsen
Draadloos flitsen
Bereik draadloos flitsen
Het lichtsignaal van de ingebouwde flitser wordt door de draadloze flitser
als opdracht gebruikt om de externe flitser te activeren. Houd rekening
met de volgende punten bij het plaatsen van de camera, de flitser en het
onderwerp.
• Fotografeer op donkere plaatsen binnenshuis.
• Plaats de externe flitser binnen het grijze gebied in het volgende
diagram.
28
Afstand tussen flitser en
onderwerp (zie tabel 2)
Afstand tussen camera en
onderwerp (zie tabel 1)
Plaats de flitser niet direct
achter het onderwerp
Plaats de camera en flitser
binnen een straal van 5 m van
het onderwerp
Afstand
camera onderwerp
(tabel 1)
Sluitertijd
Diafragma
Alle
sluitertijden
Afstand HVL-F36AM - onderwerp (tabel 2)
Anders dan HSS
Maximaal
1/60 sec
1/60 tot
X-sync
HSS
1/250
sec
1/500
sec
1/1000
sec
1/2000
sec
1 - 1,5
2,8
1,4 - 5
1,4 - 5
1-5
1-4
1-3
1-2
4
1-5
1 - 3,5
1-5
1-3
1-2
1 - 1,5
–
5,6
1-5
1 - 2,5
1 - 3,5
1-2
1 - 1,5
–
–
Eenheden: m
• De afstanden in de bovenstaande tabel zijn gebaseerd op het gebruik
van ISO 100. Als ISO 400 wordt gebruikt, moeten de afstanden worden
vermenigvuldigd met twee (houd rekening met een maximum van 5 m).
Wordt vervolgd op de volgende pagina
29
Toepassingen
Afstand camera - HVL-F36AM - onderwerp
Opmerkingen over draadloos flitsen
• U kunt geen flitsmeter of kleurmeter gebruiken bij de modus voor
draadloos flitsen omdat de ingebouwde flitser van de camera vooraf
flitst.
• De zoompositie voor de HVL-F36AM wordt automatisch ingesteld op
24 mm.
• Wanneer u fotografeert met de draadloze flitser, kan de flitser soms per
ongeluk afgaan als gevolg van statische elektriciteit of
elektromagnetische storing.
Wanneer u de flitser niet gebruikt, schakelt u deze uit met de toets ON/
OFF.
De ministandaard bevestigen en
verwijderen
• Gebruik de bijgeleverde ministandaard wanneer de flitser op afstand
van de camera wordt gebruikt.
• U kunt de flitser op een statief bevestigen met de daarvoor bestemde
bevestigingsopeningen in de ministandaard.
Bevestigen
Verwijderen
30
Fotograferen met een draadloze flitser
Bevestig de flitser op de camera en schakel de flitser en
de camera in.
2
Stel de camera in op draadloos flitsen.
• De instellingsprocedure hangt af van de gebruikte camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de camera voor meer
informatie.
• Wanneer de camera op draadloos wordt ingesteld, wordt tevens de
flitser automatisch op draadloos ingesteld en wordt WL (wireless)
weergegeven op het bedieningspaneel.
• Het lampje voor kanaal 1 "CH1" voor de draadloze flitser gaan
branden.
Wanneer kanaal 2 wordt geselecteerd, brandt het lampje "CH2". Zie
pagina 33 voor meer informatie over het wijzigen van de
kanaalinstellingen.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
31
Toepassingen
1
3
Verwijder de flitser van de camera en klap de
ingebouwde flitser uit.
• Wanneer de flitser van de camera wordt verwijderd, gaat het lampje
voor snelle synchronisatie branden.
4
Stel de camera en de flitser op.
• Stel de camera en flitser op in een donkere ruimte, bijvoorbeeld
binnen.
• Zie pagina 28 voor meer informatie.
5
Zorg ervoor dat de ingebouwde flitser en de flitser
volledig zijn opgeladen.
• In de beeldzoeker wordt weergegeven wanneer de ingebouwde
flitser volledig is opgeladen.
• De AF-lamp aan de voorzijde knippert en brandt op de
achterzijde wanneer de flitser volledig is opgeladen.
32
6
Gebruik testflitsen om de flitser te controleren.
• De testflitsprocedure hangt af van de gebruikte camera. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de camera voor meer informatie.
• Als het testflitsen mislukt, wijzigt u de positie van de camera, de
flitser of het onderwerp.
7
Controleer of de ingebouwde flitser en de flitser
volledig geladen zijn en druk op de sluiterknop om de
foto te nemen.
Als er vlakbij een andere draadloze flitser wordt gebruikt, zoals op een
fotosessie, kan uw flitser afgaan door het lichtsignaal van de ingebouwde
flitser van een andere camera. Dit voorkomt u door het kanaal als volgt te
wijzigen.
1
Zorg dat de draadloze flitserlampjes "CH1" en "CH2"
allebei uit zijn.
• Als ze branden, drukt u op de toets voor draadloos flitsen om ze uit
te schakelen.
2
Druk drie seconden op de toets voor draadloos flitsen.
• Na drie seconden wordt het kanaal gewijzigd en verandert het
lampje van de kanaalindicator.
3
Bevestig de flitser op de camera en druk de sluiterknop
gedeeltelijk in.
• Deze handeling zendt de kanaalinformatie van de flitser naar de
camera.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
33
Toepassingen
De kanaalinstelling wijzigen
Draadloos flitsen alleen op de flitser
instellen
Wanneer de flitser op de camera wordt geplaatst en wordt ingesteld op
draadloos, wordt de kanaalinformatie verzonden naar de camera. Dat
betekent dat u, als u dezelfde combinatie van camera en flitser blijft
gebruiken zonder het draadloze kanaal te wijzigen, de flitser en camera
ook afzonderlijk kunt instellen op draadloos flitsen.
Camera-instelling:
Stel de camera in op de modus voor draadloos flitsen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Flitserinstelling:
Druk op de toets voor draadloos flitsen om het lampje
"CH1" of "CH2" in te schakelen.
34
Wachttijd tot automatisch
uitschakelen
U kunt de wachttijd voor automatisch uitschakelen wijzigen.
1
Druk drie seconden op de toets flitser ON/OFF.
• De lampjes AUTO, flitser ON en flitser OFF gaan tegelijkertijd
branden.
Toepassingen
2
Druk op de toets voor draadloos flitsen om een kanaal
te selecteren.
• Kanaal 1 "CH1"
Automatisch uitschakelen
• Kanaal 2 "CH2"
Automatisch uitschakelen wanneer draadloos flitsen is ingesteld
Wordt vervolgd op de volgende pagina
35
3
Druk op de selectietoets ZOOM om de gewenste
wachttijd voor automatisch uitschakelen te selecteren.
• Kanaal 1 "CH1"
Opties
Automatisch uitschakelen
4 minuten
15 minuten
60 minuten
Geen
[M.ZOOM]
[24 mm]
[35 mm]
[85 mm]
Lampjes
• Kanaal 2 "CH2"
Opties
Automatisch uitschakelen in draadloze
flitsmodus
60 minuten
Geen
[M.ZOOM]
[24 mm]
Lampjes
4
Druk op de toets flitser ON/OFF om terug te gaan naar
de normale status.
• De geselecteerde instellingen blijven bewaard, zelfs als de flitser
wordt uitgeschakeld of de batterijen worden verwijderd.
36
Flitsbereik
In onderstaande tabellen wordt het flitsbereik weergegeven voor foto’s
waarbij de flitser aan de camera is bevestigd (het ideale bereik om de juiste
belichting te krijgen).
Bij een brandpuntsafstand van 17 mm (eenheid: m)
ISO25
1,0 - 1,4
1,0 - 2,0
1,0 - 2,8
1,0 - 3,9
ISO50
1,0 - 1,4
1,0 - 1,9
1,0 - 2,8
1,0 - 3,9
1,0 - 5,5
ISO100
1,0 - 1,4
1,0 - 2,0
1,0 - 2,8
1,0 - 3,9
1,0 - 5,5
1,0 - 7,6
ISO200
1,0 - 1,4
1,0 - 1,9
1,0 - 2,8
1,0 - 3,9
1,0 - 5,5
1,0 - 7,7
1,0 - 11
ISO400
1,0 - 1,4
1,0 - 2,0
1,0 - 2,8
1,0 - 3,9
1,0 - 5,5
1,0 - 7,9
1,0 - 11
1,0 - 16
ISO800 ISO1000
1,0 - 1,1
1,0 - 1,4 1,0 - 1,6
1,0 - 1,9 1,0 - 2,2
1,0 - 2,7 1,0 - 3,2
1,0 - 3,8 1,0 - 4,4
1,0 - 5,4 1,0 - 6,3
1,0 - 7,5 1,0 - 8,8
1,0 - 11 1,0 - 13
1,0 - 15 1,0 - 18
1,0 - 21 1,1 - 25
Bij een brandpuntsafstand van 24 mm (eenheid: m)
F32
F22
F16
F11
F8
F5,6
F4
F2,8
F2
F1,4
ISO25
1,0 - 1,3
1,0 - 1,8
1,0 - 2,5
1,0 - 3,6
1,0 - 5,0
1,0 - 7,1
ISO50
1,0 - 1,3
1,0 - 1,8
1,0 - 2,5
1,0 - 3,5
1,0 - 5,0
1,0 - 7,0
1,0 - 10
ISO100
1,0 - 1,3
1,0 - 1,8
1,0 - 2,5
1,0 - 3,6
1,0 - 5,0
1,0 - 7,1
1,0 - 10
1,0 - 14
ISO200
1,0 - 1,3
1,0 - 1,8
1,0 - 2,5
1,0 - 3,5
1,0 - 5,0
1,0 - 7,0
1,0 - 10
1,0 - 14
1,0 - 20
ISO400
1,0 - 1,3
1,0 - 1,8
1,0 - 2,5
1,0 - 3,6
1,0 - 5,0
1,0 - 7,1
1,0 - 10
1,0 - 14
1,0 - 20
1,3 - 28
ISO800 ISO1000
1,0 - 1,7 1,0 - 2,0
1,0 - 2,5 1,0 - 2,9
1,0 - 3,4 1,0 - 3,9
1,0 - 5,0 1,0 - 5,7
1,0 - 6,9 1,0 - 7,9
1,0 - 9,8 1,0 - 11
1,0 - 14 1,0 - 16
1,0 - 20 1,0 - 23
1,3 - 28 1,4 - 32
1,8 - 40 2.0 - 45
• Het flitsbereik bij een brandpuntsafstand van 28 mm ligt ongeveer
tussen de bereiksgrenzen van brandpuntsafstanden 24 mm en 35 mm.
Het flitsbereik bij een brandpuntsafstand van 50 mm ligt ongeveer
tussen de bereiksgrenzen van brandpuntsafstanden 35 mm en 80 mm.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
37
Aanvullende informatie
F32
F22
F16
F11
F8
F5,6
F4
F2,8
F2
F1,4
Bij een brandpuntsafstand van 35 mm (eenheid: m)
F32
F22
F16
F11
F8
F5,6
F4
F2,8
F2
F1,4
ISO25
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,2
1,0 - 3,1
1,0 - 4,5
1,0 - 6,2
1,0 - 8,9
ISO50
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,2
1,0 - 3,1
1,0 - 4,4
1,0 - 6,2
1,0 - 8,8
1,0 - 13
ISO100
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,3
1,0 - 3,1
1,0 - 4,5
1,0 - 6,3
1,0 - 8,9
1,0 -13
1,0 - 18
ISO200
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,2
1,0 - 3,2
1,0 - 4,4
1,0 - 6,3
1,0 - 8,8
1,0 - 13
1,0 - 18
1,1 - 25
ISO400
1,0 - 1,6
1,0 - 2,3
1,0 - 3,1
1,0 - 4,5
1,0 - 6,3
1,0 - 8,9
1,0 - 12
1,0 - 18
1,1 - 25
1,6 - 36
ISO800 ISO1000
1,0 - 2,2 1,0 - 2,5
1,0 - 3,1 1,0 - 3,6
1,0 - 4,3 1,0 - 5,0
1,0 - 6,3 1,0 - 7,2
1,0 - 8,6 1,0 - 9,9
1,0 - 12 1,0 - 14
1,0 - 17 1,0 - 20
1,1 - 25 1,3 - 28
1,6 - 35 1,8 - 40
2,2 - 50 2,5 - 56
Bij een brandpuntsafstand van 85 mm (eenheid: m)
F32
F22
F16
F11
F8
F5,6
F4
F2,8
F2
F1,4
ISO25
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,3
1,0 - 3,2
1,0 - 4,5
1,0 - 6,4
1,0 - 9,0
1,0 - 13
ISO50
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,3
1,0 - 3,2
1,0 - 4,5
1,0 - 6,3
1,0 - 9,0
1,0 - 13
1,0 - 18
ISO100
1,0 - 1,1
1,0 - 1,6
1,0 - 2,3
1,0 - 3,3
1,0 - 4,5
1,0 - 6,4
1,0 - 9
1,0 - 13
1,0 - 18
1,1 - 26
ISO200
1,0 - 1,6
1,0 - 2,3
1,0 - 3,2
1,0 - 4,6
1,0 - 6,3
1,0 - 9,0
1,0 - 13
1,0 - 18
1,1 - 25
1,6 - 36
ISO400 ISO800 ISO1000
1,0 - 2,3 1,0 - 3,1 1,0 - 3,6
1,0 - 3,3 1,0 - 4,5 1,0 - 5,2
1,0 - 4,5 1,0 - 6,2 1,0 - 7,1
1,0 - 6,5 1,0 - 9
1,0 - 10
1,0 - 9,0 1,0 - 12 1,0 - 14
1,0 - 13 1,0 - 18 1,0 - 20
1,0 - 18 1,1 - 25 1,3 - 28
1,1 - 26 1,6 - 35 1,8 - 40
1,6 - 36 2,3 - 50 2,6 - 56
2,3 - 51 3,2 - 71 3,6 - 80
• Wanneer u fotografeert op een afstand kleiner dan 1 m, kan de lens het
licht van de flitser blokkeren waardoor een schaduw kan ontstaan op
het onderste deel van de foto. Fotografeer in de modus voor draadloos
flitsen.
38
Opmerkingen bij het gebruik
Tijdens de opnamen
• Deze flitser genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen
worden gebruikt.
Batterijen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
39
Aanvullende informatie
• Het weergegeven batterijniveau kan lager zijn dan de daadwerkelijke
batterijcapaciteit, afhankelijk van de temperatuur en de opslagcondities.
Het weergegeven batterijniveau wordt weer correct weergegeven nadat
de flitser een aantal keren is gebruikt. Wanneer
knippert om aan
te geven dat de flitser niet kan worden gebruikt, kunt u een aantal keren
op de toets ON/OFF drukken om de weergave van het juiste
batterijniveau te herstellen. Als het batterijniveau nog steeds niet correct
wordt weergegeven, vervangt u de batterijen.
• Wanneer u lithiumbatterijen gebruikt en de batterijen heet worden als
gevolg van een hoge temperatuur of intensief gebruik, kan
knipperen en kan de flitser enige tijd niet werken. Wacht totdat de
batterijen zijn afgekoeld voordat u de flitser weer gebruikt.
• Ni-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het
fotograferen
begint te knipperen of de flitser niet langer kan
worden gebruikt, vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op.
• De flitsfrequentie en het aantal flitsen dat wordt geleverd door nieuwe
batterijen, kan verschillen van de in de tabel weergegeven waarden,
afhankelijk van de tijd die is verstreken na de productie van de
batterijen.
Temperatuur
• De flitser mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40
°C.
• Stel de flitser niet bloot aan extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld
direct zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.
• Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in
een gesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een
warme omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot
kamertemperatuur voordat u deze uit de zak verwijdert.
• Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera
en reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij
koud weer. Bij koud weer kan
branden, zelfs wanneer er nog
enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige
capaciteit terug wanneer ze opwarmen tot de normale
bedrijfstemperatuur.
• Deze flitser is niet waterdicht. Neem voorzorgsmaatregelen zodat de
flitser niet in contact kan komen met water of zand wanneer deze
bijvoorbeeld wordt gebruikt aan het strand. Contact met water, zand,
stof of zout kan een storing veroorzaken.
Onderhoud
Verwijder de flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge,
zachte doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het
oppervlak beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig
verwijderd worden met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken
gebruikt u een doek die licht is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog met een droge,
zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of benzine,
omdat deze de afwerking kunnen beschadigen.
40
Technische gegevens
Richtgetal
Normaal flitsen (ISO 100)
Instelling
flitsbereik (mm)
17*
24
28
35
50
85
GN
11
20
22
25
29
36
* Wanneer de groothoekadapter is bevestigd
Draadloos flitsen (ISO 100)
17*
24
28
35
50
85
GN
8,5
14
15
19
22
28
* Wanneer de groothoekadapter is bevestigd
HSS vlak flitsen (flitsen met HSS, ISO 100)
Instelling flitsbereik (mm)
Sluitertijd
24
28
35
50
1/250
10
11
13
15
85
18
1/500
7
8
9
11
13
1/1000
5
5,6
6,5
7,5
9
1/2000
3,5
4
4,6
5,3
6,4
1/4000
2,5
2,8
3,2
3,8
4,5
1/8000
1,7
2
2,3
2,6
3,2
1/12000
1,2
1,4
1,6
1,8
2,2
Wordt vervolgd op de volgende pagina
41
Aanvullende informatie
Instelling
flitsbereik (mm)
Frequentie/Herhaling
Alkaline
Lithium
Frequentie (sec)
0,2 - 6
0,2 - 6
Ni-MH
(1550 mAh)
0,2 - 5
Herhaling (aantal)
200 - 4000
500 - 10000
150 - 3000
• Herhaling is het geschatte aantal keren dat mogelijk is
voordat een nieuwe batterij volledig is uitgeput.
Flitsbereik
Instelling flitsdekking (mm)
Flitsdekking
17*
24
28
35
50
85
Boven-onder (° )
115
60
53
45
34
23
Links-rechts (° )
125
78
70
60
46
31
* Wanneer de groothoekadapter is bevestigd
Prestaties bij
doorlopend flitsen
40 flitsen bij 5 flitsen per seconde
(Normaal flitsen, GN 6, 85 mm, Ni-MH-batterij)
AF-lamp
Automatisch flitsen bij laag contrast en lage
helderheid
Actieradius (met een 50 mm lens op een α100)
Centrum van het beeld: 0,5 m tot 6 m
Randen van het beeld: 0,5 m tot 3 m
Flitserregeling
Flitserregeling met voorflits, directe TTL-meting
Afmetingen
(ongeveer)
B 68 × H 122 × D 89 mm
Gewicht (ongeveer)
260 g
Bijgeleverd
toebehoren
Flitser (1), Ministandaard (1), Draagtas (1),
Groothoekadapter (1),
Handleiding en documentatie
De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de
testomstandigheden bij ons bedrijf.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
42