998 216-D
agria-Type 3401 021, 3408 121/221, 3409 121/221, 3410 121/221 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel.: +49 6298 39-0 • Fax: +49 629839-111 • E-Mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 7Handleiding- nr. 998 216-D 02.14
Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 2. Technische gegevens
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
zie handleiding
draag veiligheidshandschoenen
draag veiligheidsschoenen
motor-start
transmissieolie
transmissieoliepeil
koppeling
aftakas
vooruit
achteruit
parkeerrem
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
.
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages
die betrekking hebben op uw veiligheid.
Breng ook andere gebruikers op de hoogte
van deze veiligheidsaanwijzingen.
Lees ook de veiligheidstechnische aan-
wijzingen van de basismachine en neem
deze in acht.
Gebruik conform de
bestemming
De hak- en freesinrichting met de door de
fabrikant geautoriseerde, aangebouwde
onderdelen en in combinatie met een éé-
nassige krachtmachine die met de hand
wordt bediend, dient ertoe, de bodem te
frezen. Ze is ontworpen voor een aftakas-
invoertoerental van 805 tot 825 1/min. De
grootte van het perceel moet overeenko-
men met de gebruikelijke grootten in de
tuinbouw en landschapsarchitectuur. (Ge-
bruik conform de bestemming)
Iedere andere toepassing geldt als niet
conform. Voor schade die door ondoelma-
tig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fa-
brikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Dit risico is geheel en al voor de gebrui-
ker.
De hak- en freesinrichting is niet bedoeld
om te worden gebruikt in een zeer steni-
ge of rotsachtige bodem, als boomstronk-
frees of aan een twee-assige trekker.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat door
eigenhandige wijzigingen aan de machi-
ne.
Algemene veiligheidsregels
en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan alle
voorschriften ter voorkoming van ongeval-
len, alsmede aan de algemeen geldende
regels wat betreft veiligheid, arbeidsge-
neeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
hakinrichting altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
De hakinrichting mag slechts gebruikt, onder-
houden en gerepareerd worden door personen
die over de benodigde kennis beschikken en
van de risico’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Lange broek te dra-
gen. Draag veiligheidsschoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwij-
zingen voor veilig gebruik. Volg deze aan-
wijzingen nauwkeurig op, in het belang van
uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil staat!
Bij machines die voortgedreven worden door
vreemde krachten moet opgepast worden
voor knel- en snijpunten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-zaam-
heden mee te rijden op de machine.
Aangebouwde werktuigen en ladingen heb-
ben invloed op het rijdrag en het stuur- en
remvermogen van de machine. Pas uw werk-
snelheid aan aan de omstandigheden
Instelling van het motortoerental niet veran-
deren. Een verhoogd toerental vergroot de
kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek (totaal wor-
den verwerkt) tegenover derden verantwoor-
delijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de eenas-
sige tractor.
Controleer voor het starten en wegrijden de
omgeving van de machine Let vooral op kin-
deren en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begonnen
wordt, dienen obstakels uit de weg te wor-
den geruimd. Let ook tijdens de werkzaam-
heden op obstakels en haal ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen
dient de veiligheidsafstand tot de omheining
in acht genomen te worden, zodat het werk-
tuig niet beschadigd wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle
installaties en bedieningscomponenten, als-
mede van het functioneren ervan. In het bij-
zonder dient u te weten hoe u de motor in
geval van nood snel en veilig afzet!
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn
getroffen en in de juiste positie zijn gebracht.!
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt, dient
deze met een beschermingskap te zijn afge-
dekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dat
zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt!
Voor het starten van de motor dienen alle be-
dieningselementen in stand ‘neutraal’ te wor-
den gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór de
hakinrichting gaan staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in combina-
tie met elektrische startkabels. Explosiege-
vaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de stuurs-
tang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden
nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de hakin-
richting die afstand van de machine in acht,
waartoe u door de stuurstang gedwongen
wordt, vooral bij het nemen van bochten!
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan bij afgezette motor en uitgeschakelde
aandrijving.
Wanneer het aanbouwwerktuig vastzit moet
de motor worden afgezet en dient het aan-
bouwwerktuig met passend gereedschap te
worden schoongemaakt.
Als de hakinrichting beschadigd wordt, de
motor onmiddellijk afzetten, en de schade la-
ten herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de hak-
inrichting meteen stoppen en de motor afzet-
ten. Laat het defect direct repareren.
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, de motormaaier met
een trekkabel of een trekstang vast te hou-
den, om te voorkomen dat de machine weg-
schuift. De bestuurder moet zich heuvelop-
waarts van de machine bevinden en dient
voldoende afstand te houden tot de werktui-
gen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Neem bochten alleen bergop.
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de hakinrichting nooit onbeheerd ach-
ter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de eenassige trac-
tor verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om ge-
bruik door onbevoegden te verhinderen. Haal
de contactsleutel uit het contact of trek de
bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan bij afgezette motor en uitgeschakelde
aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag al-
tijd veiligheidshandschoenen als u aanbouw-
werktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en de-
monteren in de juiste positie en zorg ervoor
dat het werktuig niet kan wegkantelen.
Grundmaschine en aanbouwwerktuigen te-
gen wegrollen beveiligen (blokkeerrem, wiel-
blokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen is gro-
te voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan
de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens
de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, hakinrichting en
aanbouwwerktuig beveiligen tegen wegrollen.
Voorkom gebruik door onbevoegden. Monteer
eventueel de transport- of beschermingsin-
richting en zet deze in de veiligheidsstand.
Aanwijzingen, met betrekking tot het blokke-
ren van de overdrives, die u in de handlei-
ding van de basismachine terugvindt in acht
nemen.
Hakinrichting
Tijdens het hakken en frezen in moeilijke bo-
dems (steenachtig, hard enz.) kan het zijn
dat de machine met een ruk naar voor en
naar boven beweegt. Daarom dient men bij-
zonder voorzichtig te zijn.
De schutlatten van het hakwerktuig dienen
zo te worden ingesteld dat alleen het gedeelte
van het werktuig dat in de bodem komt vrij is.
Let bij het hakken op de juiste instelling van
de hakspoor.
Onderhoud en reiniging
Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden aan de machine met lopende
motor.
Bij werkzaamheden aan de motor, hakwerk-
tuigen en hakdrijfwerk altijd ook de contact-
sleutel eraf trekken.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of
werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moe-
ten deze regelmatig gecontroleerd en even-
tueel vervangen worden!
Beschadigde hakwerktuigen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de hakwerk-
tuigen passend gereedschap en veiligheids-
handschoenen.
Zorg ervoor dat de eenassige tractor en de
aanbouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig controleren
of ze vast zitten en eventueel aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-zaam-
heden dienen de beschermingsinrichtingen
weer te worden aangebracht en in oorspron-
kelijke positie te worden teruggebracht.
Altijd originele Agria-reserveonderdelen ge-
bruiken.
Stallen
Het parkeren van de basismachine met hak-
inrichting in ruimtes met open kachels is ver-
boden.
Parkeer de eenassig tractor niet in gesloten
ruimtes wanneer zich nog brandstof in de
brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn
gevaarlijk.
Waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-,
onderhouds- en re-
paratiewerkzaam-
heden motor afzet-
ten en de bougie-
kap of de contact-
sleutel erafhalen.
Bij lopende mo-
tor voldoende af-
stand houden van
het hakwerktuig!
Niet werken zon-
der beveiliging!
Voor het starten, de
veiligheidsmaatre-
gelen in de juiste
positie brengen.
Opgelet voor af-
spattende delen,
vooral op stenige
oppervlaktes.
Bij lopende motor
afstandhouden!
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet
bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het
recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen.
898, 3027
Hak- en freesinrichting voor
eenassige agria-tractor type
3400
Vereiste aanbouwapparatuur:
1 hak- en freesdrijfwerk 3401 021
I
Bij de hak- en freesinrichting
50 cm zijn de hakwerktuigen in de
leveringstoestand gemonteerd op 65 cm
hakbreedte; voor een hakbreedte van 50
cm dienen aan beide zijden de 2 bui-
tenste messen te worden afgeschroefd.
Technische gegevens
Hak- en freesaandrijving .....................
............................... kegelwieldrijfwerk
Toerental van de hakas ........ 258 min
-1
bij een motortoerental van 3600 min
-1
Transmissieolie .....SAE 90 - API GL 5
............................. b.v. Energear Hypo
............................. reservoir ca. 0,25 l
Hakwerktuig-slag ................................
........................................... Ø 340 mm
4 haakspoor
6 zeskantige schroef voor
de bevestiging van de beschermkap
8 regelstang voor de kap
11 schakelhendel
12 aanbouwhaak
13 hakas
14 identificatieplaatje
Hak- en freesdrijfwerk 3401 021
Hak- en freesandrijving
3401 021
Hak- en freesinrichting
3408 121, 3408 221,
3409 121, 3409 221,
3410 121, 3410 221
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding