Master XL61 110-230V 50HZ de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Master XL61 110-230V 50HZ de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
BELANGRIJK: LEES DE INSTRUCTIES IN DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG DOOR VOORDAT
U BEGINT MET DE MONTAGE, HET OPSTARTEN OF DE ONDERHOUD VAN DE GENERATOR.
ONJUIST GEBRUIK VAN DE GENERATOR KAN LEIDEN TOT ERNSTIG LETSEL. BEWAAR DE
HANDLEIDING GOED VOOR LATERE RAADPLEGING.
►►
(WAARSCHUWINGEN)
!
BELANGRIJK: Dit apparaat is niet
bestemd voor gebruik door personen (in-
clusief kinderen) met een beperkt lichameli-
jk, zintuiglijk of geestelijk vermogen of door
personen zonder ervaring, tenzij ze worden
begeleid door iemand die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid. Let er op dat kinderen
niet met het apparaat spelen.
!
GEVAREN: Koolmonoxidevergiftiging is
levensgevaarlijk.
De eerste lichamelijke symptomen van
koolmonoxidevergiftiging lijken op die van griep:
sterke hoofdpijn, duizeligheid en/of misselijkheid.
Dergelijke symptomen kunnen worden veroorzaakt
door een onjuiste werking van de generator. ZODRA
U DERGELIJKE SYMPTOMEN OPMERKT, DIENT
U ONMIDDELLIJK NAAR BUITEN TE GAAN, en
vervolgens de generator te laten repareren bij een
erkende servicedienst.
1.1. LEVERING:
►1.1.1. Het personeel dat verantwoordelijk is voor
de levering van de generator, moet in het bezit zijn
van de gepaste kwalicaties en de instructies van
de producent goed kennen, alsook goed op de
hoogte zijn van de geldende wettelijke bepalingen
m.b.t. het veilig leveren van generatoren.
►1.1.2. Gebruik uitsluitend de soort brandstof die
staat aangegeven op het typeplaatje dat zich op
het apparaat bevindt.
►1.1.3. Wanneer u de brandstoftank bijvult, schakel
de generator eerst uit en wacht totdat het apparaat
is afgekoeld.
►1.1.4. De brandstof opslagtanks dienen in een
aparte ruimte te worden bewaard.
►1.1.5. Alle brandstoftanks moeten zich op een
veilige afstand bevinden van de generator. De
veilige afstand wordt in de geldende wettelijke
bepalingen vastgesteld.
►1.1.6. Brandstof dient te worden bewaard in ruimtes
waar de vloeren bestendig zijn tegen de absorptie
van brandstof en geen lekkende brandstof
doorlaten op beneden gelegen vlammen, wat zou
kunnen leiden tot ontsteking van de brandstof.
►1.1.7. Brandstof dient te worden bewaard in
overeenstemming met de geldende wettelijke
bepalingen.
1.2. VEILIGHEID:
►1.2.1. Gebruik de generator nooit in ruimtes met
benzine, oplosmiddelen of andere brandbare
dampen.
►1.2.2. Bij het gebruik van de generator, moet
worden voldaan aan de plaatselijk geldende
regelgeving en voorschriften.
►1.2.3. Generatoren die worden gebruikt in de
buurt van zeilen, gordijnen of andere vergelijkbare
materialen, dan moet de generator op een veilige
afstand van deze materialen worden geplaatst.
Het wordt tevens aangeraden om brandwerende
bekleding te gebruiken.
►1.2.4. Gebruik de generator uitsluitend in goed
geventileerde ruimtes. Om voldoende toevoer van
frisse lucht te garanderen, moet worden gezorgd
voor een juist ventilatiegat, in overeenstemming
met de geldende wettelijke bepalingen.
►1.2.5. De generator mag alleen worden aangesloten
op een stroomtoevoer met een spanning en
frequentie die overeenkomen met de gegevens op
het typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt.
►1.2.6. Gebruik uitsluitend 3-dradige verlengsnoeren
die goed geaard zijn.
►1.2.7. De minimale veilige afstanden tussen de
generator en brandbare materialen zijn als volgt:
voorkant = 2,5 m (8 ft); zij-, boven- en achterkant
= 1,5 m (5 ft).
►1.2.8. Om risico op brand te voorkomen, dient een
hete of werkende generator altijd op een stabiele
en vlakke ondergrond te worden geplaatst.
►1.2.9. Houd dieren op een veilige afstand van de
generator.
►1.2.10. Indien de generator niet wordt gebruikt,
haal dan de stekker uit het stopcontact.
►1.2.11. Bij bediening met een thermostaat, kan
de generator op een willekeurig moment worden
opgestart.
►1.2.12. Gebruik de generator niet in ruimtes die
vaak worden bezocht en ook niet in slaapkamers.
►1.2.13. Zorg ervoor dat de luchtinlaat (achterkant
van het apparaat) en de luchtuitlaat (voorkant van
het apparaat) niet worden geblokkeerd.
►1.2.14. Wanneer de generator heet is of op
stroom is aangesloten of tijdens de werking van
het apparaat, dient het niet te worden verplaats,
bediend, bijgevuld met brandstof en er dienen
ook geen overige onderhoudswerkzaamheden te
worden verricht.
►1.2.15. Regel de luchtstroom niet bij de inlaat of bij
de uitlaat van de generator.
►1.2.16. Houd voldoende afstand tussen de hete
elementen van de generator en brandbare of
thermische materialen (inclusief snoer).
►1.2.17. Bij beschadiging van het snoer dient deze
te worden vervangen bij een erkende servicedienst
om gevaarlijke situaties te vermijden.
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh
►►

►2.1. Verwijder alle materialen die deel uitmaken
van de verpakking en transport van de generator
en gooi ze vervolgens weg in vereenstemming
met de geldende wettelijke bepalingen.
►2.2. Haal alle onderdelen uit de doos.
►2.3. Controleer op mogelijk beschadigingen die
tijdens het transport zijn ontstaan. Als de generator
beschadigd blijkt te zijn, meld dit onmiddellijk bij
het verkooppunt waar de generator is gekocht.
►►
!
LET OP: De generator werkt uitsluitend
op DIESEL of KEROSINE.
Om brand of explosie te voorkomen, dient uitsluitend
diesel of kerosine te worden gebruikt. Gebruik nooit
benzine, petroleum, oplosmiddelen, alcohol of
andere brandstoffen.
In geval van zeer lage temperaturen kunt u niet-
giftige antivries gebruiken.
►►

De lucht die nodig is voor een goede verbranding
wordt geproduceerd door de rotatie van de interne
rotor naar de brander. De luchtstroom verlaat de buis
van de brander en mengt zich met de brandstof, die
wordt verstoven via een mondstuk onder hoge druk.
De brandstof die via het mondstuk wordt verstoven,
wordt toegevoerd via een elektrische pomp die de
brandstof uit de tank zuigt en deze onder hoge druk
naar het mondstuk duwt.
►►
!
LET OP: Voor dat u de generator
opstart, lees de “VEILIGHEIDSINFORMATIE”
aandachtig door.
!
BELANGRIJK: Wanneer de verwarmer
een eerste keer niet inschakelt, moet u
controleren of er brandstof in de tank
aanwezig is, controleren of de brandstoflter
netjes is en controleren of de verwarme op
een vlak, stabiel oppervlak is geplaatst.
!
BELANGRIJK: Dit is een doelgerichte
infraroodstraler. De infraroodstraling
verwarmt lichamen in plaats van de lucht.
►►
►5.1.1. Volg alle veiligheidsinstructies nauwgezet
op.
►5.1.2. Controleer of er voldoende brandstof is in
de tank.
►5.1.3. Sluit de tankdop.
►5.1.4. Steek de stekker in het stopcontact (ZIE
VOLTAGE IN “TABEL MET TECHNISCHE
GEGEVENS”).
►5.1.5. Zet de “ON/OFF” schakelaar in de
positie “ON” (|) (A Afb. 3). De generator zal
binnen enkele seconden opstarten. Indien
dit niet het geval is, raadpleeg dan de sectie
“PROBLEEMOPSPORING” (Sectie 10).
PS.: INDIEN DE GENERATOR UITGAAT
VANWEGE GEBREK AAN BRANDSTOF DIENT
HET APPARAAT TE WORDEN UITGESCHAKELD,
DE TANK BIJGEVULD EN DE GENERATOR WEER
WORDEN OPGESTART (ZIE SECTIE 5.1.).
►►
!
LET OP: SCHAKEL DE STROOMTOEVOER
NIET UIT EN HAAL DE STEKKER NIET UIT HET
STOPCONTACT TOTDAT DE GENERATOR
VOLLEDIG IS AFGEKOELD (circa 5 min.).
►5.2.1. Zet de “ON/OFF” schakelaar in de positie
“OFF” (0) (A Afb. 3).
AANSLUITING
OMGEVINGSTHERMOSTAAT (Optioneel)
Verwijder de dop die op het toestel is aangesloten
en verbind de omgevingsthermostaat (Optioneel) (C
Afb. 3).

BRANDSTOFFILTER

HET KAN ZIJN DAT HET BRANDSTOFFILTER
MOET WORDEN SCHOONGEMAAKT. DIT IS
ECHTER AFHANKELIJK VAN DE KWALITEIT
VAN DE GEBRUIKTE BRANDSTOF.
►6.1. Verwijder de tankdop (A Afb. 4).
►6.2. Haal het lter uit de tank.
►6.3. Draai de dop los (B Afb. 4).
►6.4. Verwijder het lter (C Afb. 4).
►6.5. Reinig het lter met behulp van schoon
brandstof. Wees voorzichtig om het lter niet te
beschadigen.
►6.6. Plaats het lter terug in de tank.

VOLG DE ONDERSTAANDE PROCEDURE VOOR
HET BEST MOGELIJKE ONDERHOUD EN/OF
VERVOER VAN DE GENERATOR:
►7.1. Tap alle brandstof af uit de tank.
►7.2. Indien er restanten in de tank overblijven,
giet wat schone brandstof in de tank en tap alle
brandstof opnieuw af uit de tank.
►7.3. Sluit de tankdop en gooi de brandstof op de
juiste manier weg - in overeenstemming met de
geldende wettelijke bepalingen.
►7.4. Plaats de generator op een vlakke ondergrond
en zorg ervoor dat deze waterpas staat voordat
u enige onderhoudswerkzaamheden uitvoert om
lekkage van brandstof te voorkomen. Bewaar
de generator op een droge plek en beveilig het
apparaat tegen externe schade.
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh
►►

FOUT OORZAAK OPLOSSING
F0
OPERATIONELE FOUT
1. De “ON/OFF” schakelaar staat in de
positie “ON” (|) wanneer de generator
wordt aangesloten op het elektriciteitsnet
1. Haal de stekker uit het stopcontact, zet de
ON/OFF” schakelaar in de positie “OFF”
(0) en sluit het apparaat opnieuw aan op
het elektriciteitsnet en zet de “ON/OFF”
schakelaar in de positie “ON” (|)
F1
FOTOCEL FOUT
1. Te weinig brandstof
2. De brandstof is verontreinigd
3. De fotocel is verontreinigd of beschadigd
4. Het brandstoflter is verontreinigd
5. Ontstekingsfout
1. Zet de “ON/OFF” schakelaar in de positie
“OFF” (0) en brandstoftank bijvullen
2. Zet de “ON/OFF” schakelaar in de positie
“OFF” (0), de brandstoftank leegmaken
en vervolgens weer bijvullen. Reinig het
lter met behulp van schoon brandstof.
Wees voorzichtig om het lter niet te
beschadigen (ZIE SECTIE 6)
3. Raadpleeg een erkende servicedienst
4. ZIE SECTIE 6
5. Raadpleeg een erkende servicedienst
F2
TEMPERATUURSENSOR FOUT
1. Kabel onderbroken
2. De sensor is beschadigd
1. Raadpleeg een erkende servicedienst
2. Raadpleeg een erkende servicedienst
F3
ERREUR DU THERMOSTAT
1. Interne oververhitting van de generator
2. Sensor anti-tipping
1. Generator uitschakelen en wachten totdat
het apparaat volledig is afgekoeld
2. Zet de kachel op een vlak en stabiel
oppervlak
F4
SPANNING NIET GESCHIKT
1. Spanning niet geschikt 1. Controleer of uw systeem de correcte
spanning heeft
FF
GEEN ONTSTEKING NA DRIE POGINGEN
1. Geen brandstof
2. Brandstoflter is vuil
3. Fotocel is vuil of defect
4. Straalpijp is vuil of defect
5. Interventie antitilting-sensor
1. Raadpleeg een erkende servicedienst
2. Raadpleeg een erkende servicedienst
3. Raadpleeg een erkende servicedienst
4. Raadpleeg een erkende servicedienst
5. Raadpleeg een erkende servicedienst
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh
►►
LET OP: VOORDAT ER ENIGE ONDERHOUDS- OF REPARATIEWERKZAAMHEDEN WORDEN
UITGEVOERD, DIENT EERST DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE WORDEN GEHAALD EN
GECONTROLEERD TE WORDEN OF DE GENERATOR VOLLEDIG IS AFGEKOELD.
ONDERDEEL FREQUENTIE VAN
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
ONDERHOUDS-PROCEDURE
Brandstoftank Reinigen na 150-200 uur werk of
afhankelijk van de behoefte
Tap alle brandstof af uit de tank en
spoel de tank met schone brandstof
Mondstuk Reinigen of vervangen eenmaal per
seizoen of afhankelijk van de behoefte
Raadpleeg een erkende
servicedienst
Fotocel Reinigen eenmaal per seizoen of
afhankelijk van de behoefte
Raadpleeg een erkende
servicedienst
Brandstoflter Reinigen of vervangen tweemaal per
seizoen of afhankelijk van de behoefte
Reinig het brandstoflter met schone
brandstof
Ontstekingsapparaat Reinigen of vervangen na 1.000 uur werk
of afhankelijk van de behoefte
Raadpleeg een erkende
servicedienst
Rotorbladen Reinigen afhankelijk van de behoefte Raadpleeg een erkende
servicedienst
►►
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK MOGELIJKE OPLOSSING
De generator
start niet
1. Geblokkeerde generator
2. De schakelaar staat in de positie
“OFF” (0)
3. Geen spanning
4. Het snoer is niet aangesloten op het
elektriciteitsnet
5. Geblokkeerde alarmprint
6. Verkeerde instelling van de
kamerthermostaat
7. Interventie van de temperatuursensor
8. Beschadigde zekering
1. De generator uitschakelen en weer
opstarten
2. Zet de schakelaar in de positie “ON” (|)
3A. Steek de stekker van het snoer goed in het
stopcontact
3B. Controleer de netwerkinstallatie
3C. Raadpleeg een erkende servicedienst
4. Raadpleeg een erkende servicedienst
5A. De generator uitschakelen en weer
opstarten
5B. Identiceer de foutmelding op de display
5C. Raadpleeg een erkende servicedienst
6. Stel de kamerthermostaat goed in -
voer een hogere temperatuur in dan de
werkomgeving
7A. Wacht minstens tien minuten en probeer
vervolgens opnieuw over te gaan tot de
ontstekingsfase
7B. Raadpleeg een erkende servicedienst
8. Raadpleeg een erkende servicedienst
De motor/pomp
werkt wel, maar
de vlam gaat
niet aan
1. Te weinig brandstof
2. Het ontstekingsapparaat is
verontreinigd
3. Het brandstoflter is verontreinigd
4. Het mondstuk is verontreinigd
5. De fotocel is verontreinigd,
beschadigd of is onjuist geïnstalleerd
6. Aanwezigheid van vreemde stoffen in
de tank
7. Versleten elektroden of op onjuiste
afstand geplaatst
1. Schakel de generator uit, vul de
brandstoftank en start de generator weer op
2. Raadpleeg een erkende servicedienst
3. Maak het lter schoon met schone brandstof
4. Raadpleeg een erkende servicedienst
5. Raadpleeg een erkende servicedienst
6. Tap alle brandstof af uit de tank en vul de
tank weer met schone brandstof
7. Raadpleeg een erkende servicedienst
De rotor is
geblokkeerd of
1. De motor is beschadigd 1. Raadpleeg een erkende
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh











󳒶󰶘󱦷󱊀󱾞
MCS ITALY S.p.A. Via Gardesana 11, -37010- Pastrengo (VR), ITALY


󰠷󰹑
XL 61









󰬉󴕑󱾞󳒶󰶘
2014/30/EU, 2014/35/EU, 2009/125/EC
EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3,
EN 62233, EN 60335-1, EN 60335-2-102
Pastrengo, 15/12/2015
Stefano Verani (CEO MCS Group)
/