19
GEEN VREEMDE VOORWERPEN DOORSPOELEN
LET OP! Alleen water, ontlasting en snel oplosbaar toiletpapier doorspoe-
len. Geen vochtige doekjes, reinigingstissues, condooms, luiers, scheer-
mesjes, papieren bekertjes, wattenstaafjes, voedsel, haar of vloeistoffen
zoals oliën of solventen doorspoelen. Dit kan leiden tot verstopping of
beschadiging van het toiletsysteem.
Opmerking
Zorg ervoor dat alle gasten vóór gebruik vertrouwd zijn met de
bediening van het toilet.
Gebruik SNEL OPLOSBAAR toiletpapier – vermijd verstoppingen
Om mogelijke verstoppingsproblemen met bepaalde merken tissues te
vermijden, raadt Dometic het gebruik van snel oplosbaar papier aan, zoals
SeaLand
®
snel oplossend toiletpapier met 1 of 2-lagen.
BELANGRIJK: NIET ALLE TOILETPAPIER GESCHIKT VOOR GEBRUIK
OP ZEE LOST SNEL OP
Dompel een velletje van het papier onder in een beker water en schud 5 tot
10 keer om de oplosbaarheid ervan te controleren. Het stukje papier zou
uiteen moeten vallen zodat het niet langer een geheel vormt.
Verhelpen van storingen
Probleem Mogelijke oorzaak Onderhoudsbeschrijving
1. Spoelfunctie werkt,
maar de pot wordt
langzaam of niet
geleegd.
a. Afvoerpijpleiding is dichtgeknepen
of geknikt.
b. Afvoerpijpleiding is te hoog. (Let
erop dat de opwaartse verticale
lussen zich niet hoger bevinden
dan in totaal 1,2 m. (4 feet).)
c. De versnijdingspomp of
afvoerpijpleiding is geblokkeerd.
a. Controleer afvoerpijpleiding.
b. Leid afvoerpijpleiding om.
c. Sluit buitenboordkranen en
verwijder blokkade.
2. Versnijdingspomp is
ongebruikelijk luid of
activeert de stroomon-
derbreker steeds weer.
a. Vreemd materiaal in pompkamer. a. Sluit buitenboordkranen en verwij-
der vreemd materiaal.
3. Spoelcyclus wordt niet
geactiveerd na het
indrukken van de
spoelknop.
a. Vuilwatertank is vol en signaal van
de tank heeft de stroomverzorging
van het toilet uitgeschakeld.
b. Stroomverzorging van het toilet is
uitgeschakeld of onderbroken.
c. Spoelknop werkt niet.
d. Elektrische motor werkt niet.
a. Maak de vuilwatertank leeg.
b. Controleer bedrading en stroom-
onderbrekers (ofzekeringen).
c. Vervang spoelknop.
d. Vervang elektrische motor.
4. Er komt onvoldoende
of geen water in
de pot.
a. Watertoevoerleiding is dichtgekne-
pen of geknikt.
b. Gaas in waterklep wordt geblok-
keerd.
c. Inlaatwaterlters worden geblok-
keerd (in systeem met zeewater).
d. Waterklep werkt niet (toilet met
drinkwaterspoeling).
e. Waaier werkt niet (toilet met spoe-
ling met zeewater).
a. Controleer watertoevoerleiding.
b. Verwijder blokkade bij waterklep.
c. Maak waterlters vrij.
d. Vervang waterklep.
e. Vervang zeewaterwaaier.