Victron energy Smart BMS CL 12/100 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
EN NL FR DE SE
1. Algemene Beschrijving
Een Smart BMS met oplaadstroombeperker die de alternator beschermt
tegen overbelasting
De Smart BMS CL is bedoeld voor gebruik met Victron Smart LiFePo4
batterijen met M8 circulaire connectoren. Het ondersteunt tot 5 accu’s in
parallel (BTVs zijn eenvoudigweg in een keten).
Bescherming Startmotoraccu
Deze functie is gelijkaardig aan die van een Cyrix Accu-combiner of Argo FET
Batterij-scheidingsschakelaar. Stroom kan enkel naar de LFP-accu stromen
wanneer het invoervoltage (= voltage op de startmotorbatterij) 13V
overschrijdt.
Bovendien kan stroom kan niet terugstromen van de LFP-accu naar de
startmotoraccu, alzo mogelijke schade aan de LFP-accu vanwege overdadig
ontladen belettend.
Alternator en accubescherming
De invoerstroom is elektronisch beperkt tot ongeveer 80% van het
zekeringsgehalte. Een 100 A zekering bijvoorbeeld zal daarom de
invoerstroom beperken tot ongeveer 80 A. (Voor zekeringsgehaltes en
overeenstemmende stroombeperking, zie tabel 1)
Het kiezen van de juiste zekering zal:
a. De LFP-batterij beschermen tegen overdadige laadstroom (belangrijk bij
lage capaciteit LFP-accu).
b. De alternator beschermen tegen overbelasting bij een hoge capaciteit LFP-
accubank (de meeste 12V-alternatoren zullen oververhitten en defect gaan
wanneer ze gedurende meer dan 5 minuten draaien aan maximale
uitgangsspanning).
Bescherming Li-ion accu
Overdadige invoerstroom en stroomstoten worden neerwaarts geregeld tot op
een veilig niveau.
De BMS zal stoppen met opladen bij celoverspanning of overtemperatuur.
Het heeft drie uitgangsspanningen, vergelijkbaar met de miniBMS:
Laadontkoppeling uitgangsspanning
De Laaduitgangsspanning is normaal hoog en wordt vlottend bij imminente
celonderspanning (standaard 2,8 V/cel, aanpasbaar op de accu tussen 2,6 V
en 2,8 V per cel). Maximumstroom: 10 mA. De Laaduitgangsspanning kan
gebruikt worden om de afstandsbediening aan/uit ingangsspanning van een
Accubeschermer, omvormer, DC-DC converter of andere ladingen te regelen.
Pre-Alarm uitgangsspanning
De pre-alarm uitgangsspanning kan gebruikt worden als waarschuwing
wanneer de batterijspanning laag is en het kort voordat Laadontkoppeling
uitgangsspanning uitgeschakeld is door celonderspanning zal doorslaan.
De pre-alarm uitgangsspanning kan gebruikt worden om een relais, led of
Buzzer aan te drijven. Het kan geconfigureerd worden als voortdurend of
periodiek signaal.
2
De pre-alarm uitgangsspanning is normaal vrij vlottend en wordt hoog bij
imminente celonderspanning (standaard 3,1 V/cel, aanpasbaar op de accu
tussen 2,85 V en 3,15 V per cel). Maximumstroom: 1 A (niet beveiligd tegen
kortsluiting)
De minimale vertraging tussen pre-alarm en laadontkoppeling bedraagt 30
seconden.
Oplaadontkoppeling uitgangsspanning
De Oplader uitgangsspanning is normaal hoog en wordt vlottend bij imminente
celoverspanning of overtemperatuur. Maximumstroom: 10 mA. De uitgang van
de acculader is niet geschikt om een inductieve belasting te voeden, zoals
een relaisspoel. De uitgang van de lader kan worden gebruikt om het
volgende te controleren: De op afstand bediende aan/uit van een acculader,
een Cyrix-Li-Charge relais, een Cyrix-Li-ct Accu-combiner.
(Opmerking: in bepaalde gevallen zal een interfacekabel nodig zijn, lees de
handleiding).
Een niet-omvormende of omvormende aan/uit kabel kan vereist zijn,
raadpleeg de bijlage.
Op afstand bediende aan/uit invoerspanning
De op afstand bediende aan/uit invoerspanning regelt het laden via de
alternator terwijl de BMS-functionaliteit actief zal blijven, ongeacht de op
afstand bediende aan/uit status.
De op afstand bediende aan/uit kan ook gebruikt worden als een systeem
aan/uit-schakelaar. Kan geconfigureerd worden via de VictronConnect.
Het systeem aan/uit bestaat uit twee klemmen: Afstandsbediening L en
Afstandsbediening H.
Een externe aan-/uitschakelaar of relaiscontact kan worden verbonden tussen
L en H.
Als alternatief kan klem H worden geschakeld naar batterijplus of kan klem L
worden omgeschakeld naar accu minus
Led-indicatoren (van links naar rechts)
Groen: Smart BMS CL 12V/100A is actief
Blauw: knipperend Bluetooth uitzendend, AAN verbinding gemaakt
Rood: Bescherming overtemperatuur van de stroom beperkende 12 V
Smart BMS
Geel: Oplaadontkoppeling uitgangsspanning is ingeschakeld
Oranje: Laadontkoppeling uitgangsspanning is ingeschakeld
Groen: Alternator aan het Opladen
3
EN NL FR DE SE
2. Veiligheidsinstructies
De installatie moet strikt voldoen aan de nationale veiligheidsvoorschriften in
overeenstemming met de vereisten voor behuizing, systeem, kruipwegen,
slagwijdten, verlies, markeringen en segregatie van de eindgebruiker
toepassing. De installatie mag uitsluitend door gekwalificeerde en opgeleide
installateurs worden uitgevoerd. Het systeem uitschakelen en controleren op
gevaarlijke spanningen vóór u een willekeurige verbinding wijzigt.
6. Open de lithium-ion-accu niet.
7. Ontlaad geen nieuwe lithium-ion- accu vóór deze volledig is opgeladen.
8. Laad slechts binnen de opgegeven limieten.
9. Monteer de lithium-ion- accu niet ondersteboven.
10. Controleer of de Li-ion- accu tijdens het transport is beschadigd.
3. Installatie-instructies
9. Monteer de BMS bij voorkeur op een verticaal oppervlak, voor optimale
koeling.
10. Bepaal het zekeringsgehalte (zie afbeelding en tabel 1) De zekering
verdubbelt als een shunt, bijgevolg zal de BMS CL de invoerstroom
beperken in overeenstemming met het gehalte van deze zekering. Voor
zekering en overeenstemmende stroombeperking, zie tabel 1.
Het kiezen van de juiste zekering zal oververhitting van de alternator en/of
DC-bekabeling beletten.
11. Ontkoppel de bekabeling van de minpool van de startmotoraccu.
12. Verwijder de OP AFSTAND BEDIENDE aan/uit connector om ongewenst
schakelen van de BMS te beletten.
4
13. Installeer en verbind de zekering en alle elektrische bekabeling, laat de
minpolen van de Li-ion accu en startmotorbatterij ontkoppeld. Zorg
ervoor dat de M8-moeren van de zekering goed vastgedraaid zijn.
14. Maak een keten van de batterijregelkabels tussen de Li-ion accu en
verbind met de BMS.
15. Verbind de GND-bekabeling met de min van Li-ion accu en de
startmotoraccu.
16. Voer de OP AFSTAND BEDIENDE aan/uit connector opnieuw in op de
BMS.
De BMS is nu klaar voor gebruik.
5
EN NL FR DE SE
Tabel 2: Oplaadstroom per zekeringsgehalte
Zekeringsgehaltes
Max. oplaadstroom
125A
100A
100A
90A
80A
60A
60A
50A
2 x 30A
40A
2 x 20A
25A
2 x 15A
20A
2 x 10A
12A
2 x 7,5A
9A
6
4. Zaken om te overwegen
4.1 Belangrijke waarschuwing
Li-ion accu’s zijn duur en kunnen worden beschadigd als gevolg van
diepontlading of overladen.
Schade als gevolg van te hoge ontlading kan optreden als kleine ladingen
(zoals: alarmsystemen, relais, reservestroom van bepaalde belastingen,
terugstroom van acculaders of laadregelaars) de accu langzaam ontladen
wanneer het systeem niet in gebruik is.
In geval van twijfel over mogelijke reststroom afgifte isoleert u de batterij door
de batterijschakelaar te openen, de accu zekering(en) te trekken of de batterij
los te koppelen plus wanneer het systeem niet in gebruik is.
Een residu ontlaadstroom is met name gevaarlijk als het systeem
volledig is ontladen en de batterij bijna leeg is. Na het uitschakelen
vanwege lage celspanning blijft er een capaciteitsreserve van ongeveer
1Ah per 100Ah batterijcapaciteit resterend in de accu. De batterij wordt
beschadigd als de resterende capaciteitsreserve uit de batterij wordt
getrokken. Een reststroom van 10 mA kan bijvoorbeeld een 200Ah-accu
beschadigen indien het systeem langer dan 8 dagen in ontladen
toestand blijft.
4.2 DC-belastingen met externe aan-/uit terminals
DC-belastingen moeten worden uitgeschakeld of losgekoppeld in geval van
dreigende cel-onderspanning.
De Laadontkoppeling uitgangsspanning van de Smart BMS CL 12-100 kan
hiervoor gebruikt worden.
De Laadontkoppeling is normaal hoog (gelijk aan batterijspanning) en wordt
vrij (= open circuit) bij imminente celonderspanning.
DC belastingen met een externe aan-uit terminal die de belasting inschakelt
wanneer de terminal hoog wordt getrokken (de accu plus) en schakelt deze uit
wanneer de terminal wordt vrijgelaten zwevende kan direct worden geregeld
met de Laden Ontkoppeling uitgang.
Zie bijlage voor een lijst van Victron producten met dit gedrag.
Voor DC-belastingen met een externe aan/uit-terminal die de belasting
inschakelt wanneer de terminal wordt leeggetrokken (naar een accu minus) en
wordt uitgeschakeld wanneer de terminal vrij zweeft, kan de aan/uit-kabel
omvormer afstandsbediening worden gebruikt. Zie de bijlage.
Opmerking: controleer de reststroom van de belasting in de
uitgeschakelde-stand. Na uitschakelen van de lage celspanning blijft er
een capaciteitsreserve van ongeveer 1Ah per 100Ah accucapaciteit over
in de accu. Een reststroom van 10 mA kan bijvoorbeeld een 200Ah-accu
beschadigen indien het systeem langer dan 8 dagen in ontladen
toestand blijft.
7
EN NL FR DE SE
4.3 DC-belasting: ontkoppelen van de belasting met een BatteryProtect
Een Battery Protect ontkoppelt de belasting wanneer:
- invoerspanning (= batterijspanning) is gedaald tot onder een vooraf
ingestelde waarde of wanneer
- de externe aan/uit-terminal wordt leeggetrokken.
De Smart BMS CL 12-100 kan gebruikt worden om de op afstand bediende
aan/uit klem van een BatteryProtect te regelen.
In tegenstelling tot een Cyrix of contactor kan een BatteryProtect het laden
starten met een grote ingangscondensator zoals een omvormer of een DC-DC
convertor.
4.4 Het opladen van de LiFePO accu met een extra acculader
Opladen van de accu moet worden verminderd of gestopt in het geval van
dreigende overbelasting van de cel of te hoge temperatuur.
De oplaadontkoppeling uitgangsspanning van de Smart BMS CL 12-100 kan
hiervoor gebruikt worden.
De Oplaadontkoppeling is normaal gesproken hoog (gelijk aan de
accuspanning) en schakelt over op open circuit in geval van imminente
overbelasting van de cel.
Acculaders met een externe aan / uit-aansluiting die de lader activeert
wanneer de terminal omhoog wordt getrokken (naar batterij plus) en wordt
gedeactiveerd wanneer de terminal vrij wordt gelaten, kan direct worden
bediend met de Laden Ontkoppeling-uitgang.
Zie bijlage voor een lijst van Victron producten met dit gedrag.
Acculaders met een terminal op afstand die de lader activeert wanneer de
terminal wordt leeggetrokken (tot een minus batterij) en wordt gedeactiveerd
wanneer de terminal vrij zwevend wordt gelaten, kan de aan / uit-kabel van de
omvormer externe aan-uit kabel worden gebruikt. Zie de bijlage.
Als alternatief, kan een Cyrix-Li-Charge worden gebruikt:
De Cyrix-Li-Charge is een unidirectionele combiner die tussen een acculader
en de LiFePO-batterij wordt geplaatst. Het wordt uitsluitend ingeschakeld
wanneer de laadspanning van een acculader aan de kant van de laad-zijde
aanwezig is. Een regelklem maakt verbinding met de oplaadontkoppeling van
de Stroom beperkende 12V Smart BMS.
4.5 Accu
Bij meerdere batterijen in parallel en/of serieconfiguratie moeten de twee M8
circulaire connector koordsets van elke accu in serie verbonden worden (in
een keten). Verbind de twee resterende snoeren met het BMS.
8
5. Systeem voorbeelden
Afbeelding 1: Toepassingsvoorbeeld voor een voertuig of boot, met aan-
/uitschakelaar tussen H en L
9
EN NL FR DE SE
Afbeelding 3: Toepassingsvoorbeeld met een Phoenix VE.Bus Omvormer, met
een gehalte van 3kVA en meer
10
Afbeelding 4: Toepassingsvoorbeeld met een 3kVA Multi van een recent type
dat aanvullende invoerspanningen heeft
11
EN NL FR DE SE
6. Specificaties
Smart BMS CL 12-200
Maximaal voortdurende laadstroom 100A (met 125A zekering)
Invoerstroom om te starten met laden > 13V
Stroomverbruik, afstandsbediening
ingeschakeld
16 mA (exclusief Laaduitgangsspanning en Oplaad
uitgangsspanningsstroom)
Stroomverbruik, afstandsbediening
uitgeschakeld
5 mA (BMS-functionaliteit nog steeds actief)
Laadontkoppeling uitgangsspanning
Normaal hoog (Vbat 0,1V)
Bronstroomlimiet: 10mA (beveiligd tegen kortsluiting)
Zinkstroom: 0A (uitgang vrij zwevend)
Oplaadontkoppeling
uitgangsspanning
Normaal hoog (Vbat 0,1V)
Bronstroomlimiet: 10mA (beveiligd tegen kortsluiting)
Zinkstroom: 0A (uitgang vrij zwevend)
Pre-alarm uitgangsspanning
Normaal vrij vlottend
Hoog (Vbat) in geval van alarm, max. 1A
(niet bestand tegen kortsluiting)
Systeem aan / uit:
Afstandsbediening L en
Afstandsbediening H
Gebruik modi van het aan/uit systeem:
a. AAN wanneer de L- en H-klem onderling verbonden zijn
b. AAN wanneer de L-klem getrokken wordt naar batterij
minus (V< 5V)
c. AAN wanneer de H-klem hoog is (V>3V)
d. UIT in alle andere omstandigheden
ALGEMEEN
Bedrijfstemperatuurbereik -40°C tot +60°C
Vochtigheid, maximaal/gemiddeld 100% / 95%
Bescherming, elektronica IP65
DC stroomverbinding M8
DC-connector batterij minus Faston vrouwelijk, 6,3 mm
BEHUIZING
Gewicht 1,6kg
Afmetingen (hxbxd) 65 x 120 x 224 mm
NORMEN
Emissie EN 61000-6-3, EN 55014-1
Immuniteit EN 61000-6-2, EN 61000-6-1, EN 55014-2
Automotive richtlijn ECE R10-5
12
Bijlage:
1. Belastingen die direct kunnen worden bestuurd door de
Laadontkoppeling uitgangsspanning van de BMS
Omvormers:
Alle Phoenix omvormers VE.Direct en Phoenix Omvormers Smart:
Verbind de LAADONTKOPPELING met de linker-klem (H) van de 2-pool
connector
DC-DC omvormers:
Alle Tr type DC-DC converters met op afstand bediende aan/uit connector en
Orion 12/24-20
Verbind de LAADONTKOPPELING met de rechter-klem van de 2-pool
connector
Battery Protect en de Smart Battery Protect
Verbind de LAADONTKOPPELING met klem 2.1 (rechterklem) voor de
Battery Protect en H pen voor de Smart Battery Protect van de 2-pool
connector
Cyrix-Li-Load
Verbind de LAADONTKOPPELING met de regelinvoerspanning
2. Ladingen waarvoor een omvormende op afstand
bediende aan/uit kabel nodig is
(artikelnummer ASS030550100
of -120)
Alle Phoenix VE.Bus Omvormers en VE.Bus Omvormer Compact met een
gehalte van 1200VA of meer.
3. Solar laadregelaars die direct kunnen worden
aangestuurd via de Oplaad Ontkoppeling-uitgang
BlueSolar MPPT 150/70 en 150/80 CAN-bus
Verbind de OPLAADONTKOPPELING met de linker-klem van de 2-pool
connector (B+)
SmartSolar MPPT 150/45 en hoger, 250/60 en hoger
Verbind de OPLAADONTKOPPELING met de rechter-klem (gemarkeerd +)
of de linker-klem (gemarkeerd H) van de 2-pool connector
4. Solar laadregelaars waarvoor een VE.Direct niet-
inverterende externe aan-uit-kabel nodig is
(artikelnummer ASS030550320)
Alle BlueSolar MPPT-modellen, behalve de BlueSolar MPPT 150/70 en
150/80 CAN-bus
SmartSolar MPPT tot 150/35
13
EN NL FR DE SE
5. Acculaders
(opmerking: geen aan-uit kabel nodig bij het verbinden van de oplader met de
primaire kant van de BMS)
Phoenix Smart IP43 Opladers
Verbind de OPLAADONTKOPPELING met de linker-klem (H) van de 2-pool
connector
Skylla TG acculaders
Gebruik een niet omvormende op afstand bediende aan-uit kabel.
(artikelnummer ASS030550200)
Skylla-i acculaders
Gebruik een Skylla-i op afstand bediende aan-uit kabel.
(artikelnummer ASS030550400)
Andere acculaders:
Gebruik een Cyrix-Li-Charge of verbind de oplader met de primaire zijde van
de BMS.
14
6. MultiPlus-II
De MultiPlus-II modellen kunnen geregeld worden via de Laadontkoppeling en
Oplaadontkoppeling uitgangsstromen door de BMS CL 12-200 op de
MultiPlus-kabel (artikelnummer ASS070200100) te gebruiken. Deze kabel
moet aangesloten zijn op de op afstand bediende aan/uit connector van de
MultiPlus-II (verbind de zwarte draad met de lagere (-) klem en de rode draad
met de bovenste (+) op afstand bediende aan-uit klem). Zowel de
Laadontkoppeling en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen van de BMS
moeten in ‘Hoge’ status staan zodat de MultiPlus-II kan werken. Draai, na
afsluiten door een te laag batterijvermogen, de alternator of gebruik een
batterijoplader op de primair zijde van de BMS om het systeem te resetten. De
MultiPlus-II zal dan inschakelen en starten met opladen (wanneer verbonden
met een AC-stroombron).
15
EN NL FR DE SE
7. MultiPlus
MultiPlus 3kVA of meer
Refereer naar het document op onze website voor meer informatie over hoe
de MultiPlus te configureren om te werken met de Smart BMS CL 12-100:
https://www.victronenergy.com/upload/documents/Manual-Connecting-other-
lithium-battery-systems-to-Multis-and-Quattros-EN.pdf
De Laadontkoppeling en Oplaadontkoppling uitgangsstromen zullen
aangesloten worden op de MultiPlus met twee omvormende op afstand
bediende aan-uit kabels (artikelnummer ASS030550100) zoals getoond in
afbeelding 4 bovenaan.
MultiPlus 500VA 1600VA & MultiPlus Compact 800VA 2kVA
Deze MultiPlus modellen kunnen geregeld worden via de Laadontkoppeling
en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen door de BMS CL 12-200 op de
MultiPlus-kabel (artikelnummer ASS070200100) te gebruiken. Deze kabel
moet aangesloten worden op de op afstand bediende aan/uit connector van
de MultiPlus (verbind de zwarte draad met de AAN-klem en de rode draad
met de (+) klem).
Zowel de Laadontkoppeling en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen van de
BMS moeten in ‘Hoge’ status staan zodat de MultiPlus kan werken.Draai, na
afsluiten door een te laag batterijvermogen, de alternator of gebruik een
batterijoplader op de primair zijde van de BMS om het systeem te resetten.De
MultiPlus-II zal dan inschakelen en starten met opladen (wanneer verbonden
met een AC-stroombron).

Documenttranscriptie

1. Algemene Beschrijving SE 1 DE Bescherming Li-ion accu Overdadige invoerstroom en stroomstoten worden neerwaarts geregeld tot op een veilig niveau. De BMS zal stoppen met opladen bij celoverspanning of overtemperatuur. Het heeft drie uitgangsspanningen, vergelijkbaar met de miniBMS: Laadontkoppeling uitgangsspanning De Laaduitgangsspanning is normaal hoog en wordt vlottend bij imminente celonderspanning (standaard 2,8 V/cel, aanpasbaar op de accu tussen 2,6 V en 2,8 V per cel). Maximumstroom: 10 mA. De Laaduitgangsspanning kan gebruikt worden om de afstandsbediening aan/uit ingangsspanning van een Accubeschermer, omvormer, DC-DC converter of andere ladingen te regelen. Pre-Alarm uitgangsspanning De pre-alarm uitgangsspanning kan gebruikt worden als waarschuwing wanneer de batterijspanning laag is en het kort voordat Laadontkoppeling uitgangsspanning uitgeschakeld is door celonderspanning zal doorslaan. De pre-alarm uitgangsspanning kan gebruikt worden om een relais, led of Buzzer aan te drijven. Het kan geconfigureerd worden als voortdurend of periodiek signaal. FR Alternator en accubescherming De invoerstroom is elektronisch beperkt tot ongeveer 80% van het zekeringsgehalte. Een 100 A zekering bijvoorbeeld zal daarom de invoerstroom beperken tot ongeveer 80 A. (Voor zekeringsgehaltes en overeenstemmende stroombeperking, zie tabel 1) Het kiezen van de juiste zekering zal: a. De LFP-batterij beschermen tegen overdadige laadstroom (belangrijk bij lage capaciteit LFP-accu). b. De alternator beschermen tegen overbelasting bij een hoge capaciteit LFPaccubank (de meeste 12V-alternatoren zullen oververhitten en defect gaan wanneer ze gedurende meer dan 5 minuten draaien aan maximale uitgangsspanning). NL Bescherming Startmotoraccu Deze functie is gelijkaardig aan die van een Cyrix Accu-combiner of Argo FET Batterij-scheidingsschakelaar. Stroom kan enkel naar de LFP-accu stromen wanneer het invoervoltage (= voltage op de startmotorbatterij) 13V overschrijdt. Bovendien kan stroom kan niet terugstromen van de LFP-accu naar de startmotoraccu, alzo mogelijke schade aan de LFP-accu vanwege overdadig ontladen belettend. EN Een Smart BMS met oplaadstroombeperker die de alternator beschermt tegen overbelasting De Smart BMS CL is bedoeld voor gebruik met Victron Smart LiFePo4 batterijen met M8 circulaire connectoren. Het ondersteunt tot 5 accu’s in parallel (BTVs zijn eenvoudigweg in een keten). De pre-alarm uitgangsspanning is normaal vrij vlottend en wordt hoog bij imminente celonderspanning (standaard 3,1 V/cel, aanpasbaar op de accu tussen 2,85 V en 3,15 V per cel). Maximumstroom: 1 A (niet beveiligd tegen kortsluiting) De minimale vertraging tussen pre-alarm en laadontkoppeling bedraagt 30 seconden. Oplaadontkoppeling uitgangsspanning De Oplader uitgangsspanning is normaal hoog en wordt vlottend bij imminente celoverspanning of overtemperatuur. Maximumstroom: 10 mA. De uitgang van de acculader is niet geschikt om een inductieve belasting te voeden, zoals een relaisspoel. De uitgang van de lader kan worden gebruikt om het volgende te controleren: De op afstand bediende aan/uit van een acculader, een Cyrix-Li-Charge relais, een Cyrix-Li-ct Accu-combiner. (Opmerking: in bepaalde gevallen zal een interfacekabel nodig zijn, lees de handleiding). Een niet-omvormende of omvormende aan/uit kabel kan vereist zijn, raadpleeg de bijlage. Op afstand bediende aan/uit invoerspanning De op afstand bediende aan/uit invoerspanning regelt het laden via de alternator terwijl de BMS-functionaliteit actief zal blijven, ongeacht de op afstand bediende aan/uit status. De op afstand bediende aan/uit kan ook gebruikt worden als een systeem aan/uit-schakelaar. Kan geconfigureerd worden via de VictronConnect. Het systeem aan/uit bestaat uit twee klemmen: Afstandsbediening L en Afstandsbediening H. Een externe aan-/uitschakelaar of relaiscontact kan worden verbonden tussen L en H. Als alternatief kan klem H worden geschakeld naar batterijplus of kan klem L worden omgeschakeld naar accu minus Led-indicatoren (van links naar rechts) • Groen: Smart BMS CL 12V/100A is actief • Blauw: knipperend – Bluetooth uitzendend, AAN – verbinding gemaakt • Rood: Bescherming overtemperatuur van de stroom beperkende 12 V Smart BMS • Geel: Oplaadontkoppeling uitgangsspanning is ingeschakeld • Oranje: Laadontkoppeling uitgangsspanning is ingeschakeld • Groen: Alternator aan het Opladen 2 EN NL FR 2. Veiligheidsinstructies DE De installatie moet strikt voldoen aan de nationale veiligheidsvoorschriften in overeenstemming met de vereisten voor behuizing, systeem, kruipwegen, slagwijdten, verlies, markeringen en segregatie van de eindgebruiker toepassing. De installatie mag uitsluitend door gekwalificeerde en opgeleide installateurs worden uitgevoerd. Het systeem uitschakelen en controleren op gevaarlijke spanningen vóór u een willekeurige verbinding wijzigt. SE 6. 7. 8. 9. 10. Open de lithium-ion-accu niet. Ontlaad geen nieuwe lithium-ion- accu vóór deze volledig is opgeladen. Laad slechts binnen de opgegeven limieten. Monteer de lithium-ion- accu niet ondersteboven. Controleer of de Li-ion- accu tijdens het transport is beschadigd. 3. Installatie-instructies 9. Monteer de BMS bij voorkeur op een verticaal oppervlak, voor optimale koeling. 10. Bepaal het zekeringsgehalte (zie afbeelding en tabel 1) De zekering verdubbelt als een shunt, bijgevolg zal de BMS CL de invoerstroom beperken in overeenstemming met het gehalte van deze zekering. Voor zekering en overeenstemmende stroombeperking, zie tabel 1. Het kiezen van de juiste zekering zal oververhitting van de alternator en/of DC-bekabeling beletten. 11. Ontkoppel de bekabeling van de minpool van de startmotoraccu. 12. Verwijder de OP AFSTAND BEDIENDE aan/uit connector om ongewenst schakelen van de BMS te beletten. 3 13. Installeer en verbind de zekering en alle elektrische bekabeling, laat de minpolen van de Li-ion accu en startmotorbatterij ontkoppeld. Zorg ervoor dat de M8-moeren van de zekering goed vastgedraaid zijn. 14. Maak een keten van de batterijregelkabels tussen de Li-ion accu en verbind met de BMS. 15. Verbind de GND-bekabeling met de min van Li-ion accu en de startmotoraccu. 16. Voer de OP AFSTAND BEDIENDE aan/uit connector opnieuw in op de BMS. De BMS is nu klaar voor gebruik. 4 EN NL FR 5 Max. oplaadstroom 100A 90A 60A 50A 40A 25A 20A 12A 9A SE Zekeringsgehaltes 125A 100A 80A 60A 2 x 30A 2 x 20A 2 x 15A 2 x 10A 2 x 7,5A DE Tabel 2: Oplaadstroom per zekeringsgehalte 4. Zaken om te overwegen 4.1 Belangrijke waarschuwing Li-ion accu’s zijn duur en kunnen worden beschadigd als gevolg van diepontlading of overladen. Schade als gevolg van te hoge ontlading kan optreden als kleine ladingen (zoals: alarmsystemen, relais, reservestroom van bepaalde belastingen, terugstroom van acculaders of laadregelaars) de accu langzaam ontladen wanneer het systeem niet in gebruik is. In geval van twijfel over mogelijke reststroom afgifte isoleert u de batterij door de batterijschakelaar te openen, de accu zekering(en) te trekken of de batterij los te koppelen plus wanneer het systeem niet in gebruik is. Een residu ontlaadstroom is met name gevaarlijk als het systeem volledig is ontladen en de batterij bijna leeg is. Na het uitschakelen vanwege lage celspanning blijft er een capaciteitsreserve van ongeveer 1Ah per 100Ah batterijcapaciteit resterend in de accu. De batterij wordt beschadigd als de resterende capaciteitsreserve uit de batterij wordt getrokken. Een reststroom van 10 mA kan bijvoorbeeld een 200Ah-accu beschadigen indien het systeem langer dan 8 dagen in ontladen toestand blijft. 4.2 DC-belastingen met externe aan-/uit terminals DC-belastingen moeten worden uitgeschakeld of losgekoppeld in geval van dreigende cel-onderspanning. De Laadontkoppeling uitgangsspanning van de Smart BMS CL 12-100 kan hiervoor gebruikt worden. De Laadontkoppeling is normaal hoog (gelijk aan batterijspanning) en wordt vrij (= open circuit) bij imminente celonderspanning. DC belastingen met een externe aan-uit terminal die de belasting inschakelt wanneer de terminal hoog wordt getrokken (de accu plus) en schakelt deze uit wanneer de terminal wordt vrijgelaten zwevende kan direct worden geregeld met de Laden Ontkoppeling uitgang. Zie bijlage voor een lijst van Victron producten met dit gedrag. Voor DC-belastingen met een externe aan/uit-terminal die de belasting inschakelt wanneer de terminal wordt leeggetrokken (naar een accu minus) en wordt uitgeschakeld wanneer de terminal vrij zweeft, kan de aan/uit-kabel omvormer afstandsbediening worden gebruikt. Zie de bijlage. Opmerking: controleer de reststroom van de belasting in de uitgeschakelde-stand. Na uitschakelen van de lage celspanning blijft er een capaciteitsreserve van ongeveer 1Ah per 100Ah accucapaciteit over in de accu. Een reststroom van 10 mA kan bijvoorbeeld een 200Ah-accu beschadigen indien het systeem langer dan 8 dagen in ontladen toestand blijft. 6 4.3 DC-belasting: ontkoppelen van de belasting met een BatteryProtect Acculaders met een terminal op afstand die de lader activeert wanneer de terminal wordt leeggetrokken (tot een minus batterij) en wordt gedeactiveerd wanneer de terminal vrij zwevend wordt gelaten, kan de aan / uit-kabel van de omvormer externe aan-uit kabel worden gebruikt. Zie de bijlage. Als alternatief, kan een Cyrix-Li-Charge worden gebruikt: De Cyrix-Li-Charge is een unidirectionele combiner die tussen een acculader en de LiFePO₄-batterij wordt geplaatst. Het wordt uitsluitend ingeschakeld wanneer de laadspanning van een acculader aan de kant van de laad-zijde aanwezig is. Een regelklem maakt verbinding met de oplaadontkoppeling van de Stroom beperkende 12V Smart BMS. 4.5 Accu Bij meerdere batterijen in parallel en/of serieconfiguratie moeten de twee M8 circulaire connector koordsets van elke accu in serie verbonden worden (in een keten). Verbind de twee resterende snoeren met het BMS. 7 SE Acculaders met een externe aan / uit-aansluiting die de lader activeert wanneer de terminal omhoog wordt getrokken (naar batterij plus) en wordt gedeactiveerd wanneer de terminal vrij wordt gelaten, kan direct worden bediend met de Laden Ontkoppeling-uitgang. Zie bijlage voor een lijst van Victron producten met dit gedrag. DE De oplaadontkoppeling uitgangsspanning van de Smart BMS CL 12-100 kan hiervoor gebruikt worden. De Oplaadontkoppeling is normaal gesproken hoog (gelijk aan de accuspanning) en schakelt over op open circuit in geval van imminente overbelasting van de cel. FR Opladen van de accu moet worden verminderd of gestopt in het geval van dreigende overbelasting van de cel of te hoge temperatuur. NL 4.4 Het opladen van de LiFePO₄ accu met een extra acculader EN Een Battery Protect ontkoppelt de belasting wanneer: invoerspanning (= batterijspanning) is gedaald tot onder een vooraf ingestelde waarde of wanneer de externe aan/uit-terminal wordt leeggetrokken. De Smart BMS CL 12-100 kan gebruikt worden om de op afstand bediende aan/uit klem van een BatteryProtect te regelen. In tegenstelling tot een Cyrix of contactor kan een BatteryProtect het laden starten met een grote ingangscondensator zoals een omvormer of een DC-DC convertor. 5. Systeem voorbeelden Afbeelding 1: Toepassingsvoorbeeld voor een voertuig of boot, met aan/uitschakelaar tussen H en L 8 EN NL FR DE Afbeelding 3: Toepassingsvoorbeeld met een Phoenix VE.Bus Omvormer, met een gehalte van 3kVA en meer 9 SE Afbeelding 2: Toepassingsvoorbeeld met een MPPT en een Phoenix omvormer Afbeelding 4: Toepassingsvoorbeeld met een 3kVA Multi van een recent type dat aanvullende invoerspanningen heeft 10 6. Specificaties EN Smart BMS CL 12-200 > 13V Stroomverbruik, afstandsbediening ingeschakeld Stroomverbruik, afstandsbediening uitgeschakeld 16 mA (exclusief Laaduitgangsspanning en Oplaad uitgangsspanningsstroom) 5 mA (BMS-functionaliteit nog steeds actief) Oplaadontkoppeling uitgangsspanning Normaal hoog (Vbat – 0,1V) Bronstroomlimiet: 10mA (beveiligd tegen kortsluiting) Zinkstroom: 0A (uitgang vrij zwevend) Pre-alarm uitgangsspanning Normaal vrij vlottend Hoog (Vbat) in geval van alarm, max. 1A (niet bestand tegen kortsluiting) Systeem aan / uit: Afstandsbediening L en Afstandsbediening H Gebruik modi van het aan/uit systeem: a. AAN wanneer de L- en H-klem onderling verbonden zijn b. AAN wanneer de L-klem getrokken wordt naar batterij minus (V< 5V) c. AAN wanneer de H-klem hoog is (V>3V) d. UIT in alle andere omstandigheden ALGEMEEN Bedrijfstemperatuurbereik -40°C tot +60°C Vochtigheid, maximaal/gemiddeld 100% / 95% Bescherming, elektronica IP65 DC stroomverbinding M8 DC-connector batterij minus Faston vrouwelijk, 6,3 mm BEHUIZING Gewicht 1,6kg Afmetingen (hxbxd) 65 x 120 x 224 mm NORMEN Emissie EN 61000-6-3, EN 55014-1 Immuniteit EN 61000-6-2, EN 61000-6-1, EN 55014-2 Automotive richtlijn ECE R10-5 11 SE Normaal hoog (Vbat – 0,1V) Bronstroomlimiet: 10mA (beveiligd tegen kortsluiting) Zinkstroom: 0A (uitgang vrij zwevend) DE Laadontkoppeling uitgangsspanning FR 100A (met 125A zekering) Invoerstroom om te starten met laden NL Maximaal voortdurende laadstroom Bijlage: 1. Belastingen die direct kunnen worden bestuurd door de Laadontkoppeling uitgangsspanning van de BMS Omvormers: Alle Phoenix omvormers VE.Direct en Phoenix Omvormers Smart: Verbind de LAADONTKOPPELING met de linker-klem (H) van de 2-pool connector DC-DC omvormers: Alle Tr type DC-DC converters met op afstand bediende aan/uit connector en Orion 12/24-20 Verbind de LAADONTKOPPELING met de rechter-klem van de 2-pool connector Battery Protect en de Smart Battery Protect Verbind de LAADONTKOPPELING met klem 2.1 (rechterklem) voor de Battery Protect en H pen voor de Smart Battery Protect van de 2-pool connector Cyrix-Li-Load Verbind de LAADONTKOPPELING met de regelinvoerspanning 2. Ladingen waarvoor een omvormende op afstand bediende aan/uit kabel nodig is (artikelnummer ASS030550100 of -120) Alle Phoenix VE.Bus Omvormers en VE.Bus Omvormer Compact met een gehalte van 1200VA of meer. 3. Solar laadregelaars die direct kunnen worden aangestuurd via de Oplaad Ontkoppeling-uitgang BlueSolar MPPT 150/70 en 150/80 CAN-bus Verbind de OPLAADONTKOPPELING met de linker-klem van de 2-pool connector (B+) SmartSolar MPPT 150/45 en hoger, 250/60 en hoger Verbind de OPLAADONTKOPPELING met de rechter-klem (gemarkeerd +) of de linker-klem (gemarkeerd H) van de 2-pool connector 4. Solar laadregelaars waarvoor een VE.Direct nietinverterende externe aan-uit-kabel nodig is (artikelnummer ASS030550320) Alle BlueSolar MPPT-modellen, behalve de BlueSolar MPPT 150/70 en 150/80 CAN-bus SmartSolar MPPT tot 150/35 12 EN NL FR DE SE 5. Acculaders (opmerking: geen aan-uit kabel nodig bij het verbinden van de oplader met de primaire kant van de BMS) Phoenix Smart IP43 Opladers Verbind de OPLAADONTKOPPELING met de linker-klem (H) van de 2-pool connector Skylla TG acculaders Gebruik een niet omvormende op afstand bediende aan-uit kabel. (artikelnummer ASS030550200) Skylla-i acculaders Gebruik een Skylla-i op afstand bediende aan-uit kabel. (artikelnummer ASS030550400) Andere acculaders: Gebruik een Cyrix-Li-Charge of verbind de oplader met de primaire zijde van de BMS. 13 6. MultiPlus-II De MultiPlus-II modellen kunnen geregeld worden via de Laadontkoppeling en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen door de BMS CL 12-200 op de MultiPlus-kabel (artikelnummer ASS070200100) te gebruiken. Deze kabel moet aangesloten zijn op de op afstand bediende aan/uit connector van de MultiPlus-II (verbind de zwarte draad met de lagere (-) klem en de rode draad met de bovenste (+) op afstand bediende aan-uit klem). Zowel de Laadontkoppeling en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen van de BMS moeten in ‘Hoge’ status staan zodat de MultiPlus-II kan werken. Draai, na afsluiten door een te laag batterijvermogen, de alternator of gebruik een batterijoplader op de primair zijde van de BMS om het systeem te resetten. De MultiPlus-II zal dan inschakelen en starten met opladen (wanneer verbonden met een AC-stroombron). 14 7. MultiPlus DE SE 15 FR MultiPlus 500VA – 1600VA & MultiPlus Compact 800VA – 2kVA Deze MultiPlus modellen kunnen geregeld worden via de Laadontkoppeling en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen door de BMS CL 12-200 op de MultiPlus-kabel (artikelnummer ASS070200100) te gebruiken. Deze kabel moet aangesloten worden op de op afstand bediende aan/uit connector van de MultiPlus (verbind de zwarte draad met de AAN-klem en de rode draad met de (+) klem). Zowel de Laadontkoppeling en Oplaadontkoppeling uitgangsstromen van de BMS moeten in ‘Hoge’ status staan zodat de MultiPlus kan werken.Draai, na afsluiten door een te laag batterijvermogen, de alternator of gebruik een batterijoplader op de primair zijde van de BMS om het systeem te resetten.De MultiPlus-II zal dan inschakelen en starten met opladen (wanneer verbonden met een AC-stroombron). NL De Laadontkoppeling en Oplaadontkoppling uitgangsstromen zullen aangesloten worden op de MultiPlus met twee omvormende op afstand bediende aan-uit kabels (artikelnummer ASS030550100) zoals getoond in afbeelding 4 bovenaan. EN MultiPlus 3kVA of meer Refereer naar het document op onze website voor meer informatie over hoe de MultiPlus te configureren om te werken met de Smart BMS CL 12-100: https://www.victronenergy.com/upload/documents/Manual-Connecting-otherlithium-battery-systems-to-Multis-and-Quattros-EN.pdf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79

Victron energy Smart BMS CL 12/100 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor