Monacor MT200 Handleiding

Categorie
Koffie makers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedienungsanleitung
Instruction manual
Mode d’emploi
Istruzioni per l’uso
Gebruiksaanwijzing
Handleiding
Manual de instrucciones
Manual de instruções
Brugsanvisning
Bruksanvisning
®
MT-200
Best.-Nr. 29.1670
MT-300
Best.-Nr. 29.1680
Vielfachmeßinstrument
Multimeter
2
Bevor Sie einschalten
Wir wünschen Ihnen viel
Spaß mit Ihrem neuen
MONACOR-Gerät. Bitte
lesen Sie vor dem
Gebrauch diese Anleitung.
Der deutsche Text beginnt
auf der Seite 4.
D
A
CH
Before you switch on
We wish you much pleasure
with your new MONACOR
unit. Please read these
instructions before use.
The English text starts on
page 12.
GB
Avant toute utilisation
Nous vous remercions
d'avoir choisi un appareil
MONACOR et vous prions
de lire cette notice.
La version française com-
mence à la page 20.
F
B
CH
Prima di accendere
Vi auguriamo buon diverti-
mento con il Vostro nuovo
apparecchio MONACOR. Vi
preghiamo di leggere le pre-
senti istruzioni prima dell'uso.
Il testo italiano comincia a
pagina 28.
I
Alvorens u inschakelt
Wij raden u aan deze hand-
leiding goed door te lezen
voor u het apparaat in ge-
bruik neemt.
De Nederlandse tekst begint
op pagina 36.
NL
B
E
Antes de ligar
Desejamos que esteja satis-
feito com a sua nova uni-
dade MONACOR. Por favor
leia estas instruçoes antes
de usar o equipamento.
O texto em português
começa na página 52.
P
DK
Innan enheten tas i bruk
Läs igenom bruksanvisnin-
gen för att undvika fel
och/eller skador på den-
samma.
Den svenska texten finns på
sidan 68.
S
Antes de la conexión
Le agradecemos el ha-
ber adquirido un equipo
MONACOR. Por favor, lee
atentamente las instruccio-
nes de uso.
La versión española se
encuentra en la página 44.
Inden De tænder for
apparatet
Vi ønsker Dem god forn-
øjelse med Deres nye appa-
rat. Læs hele brugsanvis-
ningen igennem før brug.
Den danske tekst starter på
side 60.
®
Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds een overzicht
hebt van de beschreven bedieningselementen en aansluitingen.
Inhoud
1 Overzicht van de bedieningselementen en aansluitingen . 36
2 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
3 Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
4 Ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
5 Metingen uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
5.1 Meting van de spanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
5.2 Meting van de gelijkstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
5.3 Meting van de weerstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
5.4 Doorgangsmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
5.5 Meting van decibels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
5.6 Batterijtest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
5.7 Transistortest (enkel bij model MT-300) . . . . . . . . . . . . . . . 42
6 Batterijen of zekering vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
7 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
1 Overzicht van de bedieningselementen en aan-
sluitingen
1 Keuzeschakelaar
2 Toets “0CAL.SW” om de jacks “ COM” (4) en “ V..A”
(10) te overbruggen voor de 0-ijking (enkel bij het model
MT-300): bij de 0 -ijking moet deze toets ingedrukt gehouden
worden. Dit vermijdt de anders gewoonlijke kortsluiting van de
meetpennen.
3 Stekkeraansluitingen om transistoren te testen met LED’s
erboven voor aanduiding van het transistortype (enkel bij het
model MT-300)
4 Jack “ COM” voor het zwarte meetsnoer (negatieve pool)
5 Spiegelschaal om de meetwaarden parallaxvrij af te lezen
6 Tabel met dB-waarden, die na de dB-meting bij de afgelezen
waarde bijgeteld moeten worden, tenzij het kleinste wissel-
spanningsbereik geselecteerd is
NL
B
36
7 Stelschroef voor het mechanische nulpunt van het instrument:
stel de schaalwijzer bij uitgeschakeld meettoestel met behulp
van de stelschroef in de nulstand
8 Instelknop “OHMS ADJUST” voor 0-ijking: plaats de keuze-
schakelaar (1) in het gewenste ohmbereik, sluit de meetpen-
nen kort, en stel de schaalwijzer met de instelknop in op 0.
9 Jack “DC 10A” voor het rode meetsnoer (positieve pool) voor
metingen in het 10A-gelijkstroombereik
10 Jack “ V..A” voor het rode meetsnoer (positieve pool) voor
metingen in alle bereiken met uitzondering van het 10A-gelijk-
stroombereik
2 Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel is in overeenstemming met de EU-richtlijnen 89/336/EEG
voor elektromagnetische compatibiliteit en 73/23/EEG voor toestel-
len op laagspanning.
Met dit instrument kunnen hoge levensgevaarlijke spanningen
gemeten worden. Bij het meten van spanningen vanaf 42V dient
u zeer zorgvuldig te werk te gaan. Zorg ervoor, dat de meetsnoe-
ren zich steeds in een onberispelijke staat bevinden. Vervang
beschadigde meetsnoeren.
Let bij ingebruikname eveneens op het volgende:
Het toestel is enkel geschikt voor gebruik binnenskamers. Ver-
mijd uitzonderlijk warme plaatsen (toegestaan omgevingstem-
peratuurbereik: 040 °C) en plaatsen met een hoge vochtigheid.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, overbelasting of
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt de
garantie bij eventuele schade.
Verwijder het stof enkel met een droog doek. Gebruik zeker
geen chemicaliën of water.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf genomen wordt, bezorg
het dan voor verwerking aan een plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
Dit multifunctionele instrument dient voor de meting van gelijk- en
wisselspanningen, gelijkstromen, weerstanden en geluidsdruk.
Bovendien kan het gebruikt worden voor het testen van 1,5V en
NL
B
37
9V batterijen. Voor de doorgangsmeting is een zoemer voorzien.
Met het model MT-300 kunnen bovendien transistoren getest wor-
den (aanduiding PNP- of NPN-type dmv. LED’s).
4 Ingebruikname
1) Wanneer nog geen batterijen aangebracht zijn, lees dan eerst
hoofdstuk 6 “Batterijen of zekering vervangen”. Voor meting
van spanningen of stromen is evenwel geen batterij vereist.
2) Stel het mechanische nulpunt van het instrument in:
Leg het toestel horizontaal en plaats de keuzeschakelaar (1) in
de stand “OFF”. Stel de schaalwijzer met behulp van de instel-
schroef (7) in de nulstand van de zwarte schaal “DC”. Gebruik
de spiegelschaal (5): kijk met één oog in de spiegelschaal en
regel bij tot dat wijzer en spielgelbeeld elkaar overlappen.
3) Voor een optimale afleeshoek kan het toestel met behulp van
de steunbeugel schuin opgesteld worden (MT-200: steunbeu-
gel op de rugzijde; MT-300: gecombineerde drager/steunbeu-
gel). Voor exacte metingen dient het instrument evenwel in hori-
zontale positie gebruikt te worden.
4) Verbind het zwarte meetsnoer steeds met de linker jack “ COM”
(4) en het rode meetsnoer met de rechter jack “ V..A” (10)
resp. “DC10A” (9) bij metingen in het 10 A-gelijkstroombereik.
5) Plaats de keuzeschakelaar (1) in het juiste bereik.
6) Draai de keuzeschakelaar na gebruik steeds terug in de “OFF”-
stand. Hierdoor worden de bewegingen van de wijzer tijdens
het transport beperkt.
Wanneer het instrument gedurende een langere periode niet
gebruikt wordt, dienen de batterijen verwijderd te worden. Zo
vermijdt u, dat uitgelopen batterijen het meetinstrument zouden
beschadigen.
5 Metingen uitvoeren
Begin bij onbekende meetgroten steeds in het grootste meet-
bereik, en schakel eventueel omlaag naar een kleiner bereik.
Zo niet, kan het meettoestel overbelast en beschadigd worden.
— Plaats het toestel in horizontale positie en gebruik de spiegel-
schaal (5) voor exacte metingen: kijk met één oog in de spie-
NL
B
38
gelschaal en regel bij tot dat wijzer en spielgelbeeld elkaar
overlappen. Enkel deze werkwijze garandeert dat de waarden
parallaxvrij afgelezen worden.
— Selecteer, indien mogelijk, een meetbereik, waarbij de waarde
in het bovenste derde van de schaal afgelezen kan worden.
Hier is de nauwkeurigheid het grootst.
5.1 Meting van de spanning
Ga bij metingen vanaf 42V zeer zorgvuldig te werk. Raak het
meetobject of de meetpennen in geen geval aan.
De maximaal te meten spanning mag niet meer dan 1000V~/
bedragen. Anders dreigt er levensgevaar voor de gebruiker!
1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V..A” (10) verbon-
den zijn.
2) Plaats de keuzeschakelaar bij wisselspanningen (1) in een van
de “ACV”-bereiken, bij gelijkspanningen in een van de “DCV”-
bereiken. Men begint het best met het bereik van 1000V.
3) Houd de meetpennen tegen het meetobject. Let bij gelijkspanning
in elk geval op een correcte polariteit: het rode meetsnoer aan de
positieve pool, het zwarte meetsnoer aan de negatieve pool.
4) Lees bij wisselspanningen de waarde af van de rode schaal
“AC” en bij gelijkspanningen de waarde van de zwarte schaal
“DC”. Wanneer bij gelijkspanningen de wijzer negatief (naar
links) uitslaat, is de polariteit niet correct: verwissel de meet-
pennen aan de meetpunten.
5.2 Meting van de gelijkstroom
De maximaal te meten gelijkstroom mag niet meer dan 10A
bedragen.
De 10A-meetstroomkring is niet beveiligd. Wees hier bijzonder
voorzichtig.
Indien de keuzeschakelaar (1) in een gelijkstroombereik staat, leid
dan in geen geval spanning naar het meettoestel. Het meettoestel
en de spanningsbron kunnen hierdoor beschadigd worden.
1) Verbind bij gelijkstromen tussen 300 mA(MT-300) resp. 500mA
(MT-200) en 10 Ahet rode meetsnoer met de jack “DC10A” (9),
en draai de keuzeschakelaar (1) in de stand “DC10A”.
NL
B
39
Verbind bij gelijkstromen tot 300mA (MT-300) resp. 500mA (MT-
200) het rode meetsnoer met de jack “ V..A” (10), en draai de
keuzeschakelaar in een van de “DCA”-bereiken. Men begint het
best met het bereik van 300 mA(MT-300) resp. 500 mA(MT-200).
2) Maak de te meten stroomkring los. Houd de rode meetpen
tegen het positieve punt en de zwarte meetpen tegen het nega-
tieve punt.
3) Lees de meetwaarde af van de zwarte schaal “DC”. Wanneer
de wijzer negatief (naar links) uitslaat, is de polariteit niet cor-
rect: verwissel de meetpennen aan de meetpunten.
5.3 Meting van de weerstand
Meet in geen geval binnen een schakeling, wanneer deze onder
spanning staat!
Meet een weerstand altijd afzonderlijk, anders is de meting niet
correct. Hiervoor moet de component soms uit de schakeling
losgesoldeerd worden.
1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V..A” (10) verbon-
den zijn.
2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in een van de bereiken “OHMS”.
3) Controleer de 0-ijking in het geselecteerde ohmbereik: bij
kortgesloten meetpennen moet 0 op de groene schaal weer-
gegeven worden. Stel de schaalwijzer eventueel met behulp
van de instelknop “OHMS ADJUST” (8) in op 0 . Nu kunt u een
nauwkeurige ohmmeting uitvoeren.
4) Houd de meetpennen tegen de weerstand resp. tegen de over-
eenkomstige meetpunten.
Opmerkingen:
a. In plaats van de meetpennen kort te sluiten, kan bij het model
MT-300 ook de toets “0CAL.SW” (2) ingedrukt gehouden
worden. In het bereik “X1” is evenwel toch een kortsluiting van
de meetpennen aanbevolen, omdat hierdoor de weerstand van
de meetsnoeren gecompenseerd wordt.
b. Vervang de 1,5 V-batterijen, wanneer de wijzer bij de 0 -ijking
niet meer op 0 ingesteld kan worden. Bij het model MT-300
moet bovendien de 9V-batterij vervangen worden, wanneer
een ijking in het bereik “X10K” niet meer mogelijk is. Zie hoofd-
stuk 6 “Batterijen of zekering vervangen”.
NL
B
40
5.4 Doorgangsmeting
Meet in geen geval binnen een schakeling, wanneer deze onder
spanning staat!
1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V..A” (10) verbon-
den zijn.
2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in de stand.
3) Houd de meetpennen tegen de betreffende meetpunten. Bij
een doorgangsweerstand van minder dan ongeveer 50 is de
zoemer hoorbaar.
Opmerking: Controleer de zekering en de batterijen, en vervang
ze indien nodig, wanneer de doorgangszoemer bij kortgesloten
meetsnoeren niet hoorbaar is (zie hoofdstuk 6 “Batterijen of zeke-
ring vervangen”).
5.5 Meting van decibels
1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V..A” (10) verbon-
den zijn.
2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in een van de bereiken “ACV”.
Men begint het best met het bereik van 1000V.
3) In het kleinste bereik van 10V~ (MT-200) resp. 12 V~ (MT-300)
kan de meetwaarde direct van de rode schaal “dB” afgelezen
worden. In de andere bereiken moet een dB-waarde uit de tabel
(6) in het schaalvenster na de dB-meting bij de afgelezen
waarde bijgeteld worden. Deze waarde wordt bepaald door het
ingestelde AC-bereik, bijvoorbeeld:
Afgelezen waarde = 12dB
Bereik = 1000V~ (volgens tabel 40dB bijtellen)
Meetwaarde = 12dB + 40dB = 52dB
Opmerking: 0dB komt overeen met 1mW = 0,775V op 600.
5.6 Batterijtest
1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V..A” (10) verbon-
den zijn.
2) Draai de keuzeschakelaar (1) in de volgende stand:
1.5V bij een ronde batterij (AA)
9V bij een 9V-batterij
3) Houd de rode meetpen tegen de positieve pool van de batterij
en de zwarte tegen de negatieve pool.
NL
B
41
4) Lees van de onderste schaal “BAT” de batterijtoestand af:
groen bereik “GOOD” = de batterij is in orde
wit bereik “?” = de batterij is bijna leeg
rood bereik “REPLACE” = de batterij is leeg
Voor deze test, dienen de batterijen met 20 mA (MT-200) resp.
27mA (MT-300) belast te worden.
5.7 Transistortest (enkel bij model MT-300)
1) Plaats de keuzeschakelaar (1) in de stand “TR”. De beide
LED’s in het veld “TR” knipperen.
2) Verbind een transistor volgens zijn connectoren (E, B, C) met
de stekkerverbindingen (3).
3) Bij een goed functionerende transistor knippert enkel de rode LED
(PNP-type) of enkel de groene LED (NPN-type). Bij een defecte
transistor knipperen ofwel beide LED’s ofwel helemaal geen.
Opmerking: Indien de LED’s bij ingeschakelde “TR”-functie en
zonder gebruik van transistor niet knipperen, dan moet de 9V-
batterij vervangen worden (zie hoofdstuk 6 “Batterijen of zeke-
ring vervangen”).
6 Batterijen of zekering vervangen
Neem de meetsnoeren in ieder geval van de meetpunten op de
schakeling af, alvorens het toestel te openen. Zo voorkomt u elk
risico van een elektrische schok.
Gebruik het toestel nooit, wanneer het geopend is.
a. Wanneer de wijzer bij de 0-ijking in het kleinste ohmbereik
“X1” niet meer op de stand “0” ingesteld kan worden, dienen
de beide ronde batterijen van 1,5V (AA) vervangen te worden.
Het model MT-300 wordt bovendien met een 9 V-batterij ge-
voed. Deze moet vervangen worden, wanneer de 0-ijking van
het grootste ohmbereik “X10K” niet meer mogelijk is.
b. Wanneer helemaal geen meting mogelijk is, dient de fijnzeke-
ring gecontroleerd en indien nodig door een zekering van het-
zelfde type (traag, 0,5A) vervangen te worden. Er is een reser-
vezekering bijgeleverd:
bij MT-200 aan de binnenzijde van de onderste plaat van de
behuizing
bij MT-300 naast de 9 V-batterij
NL
B
42
Schroef om de batterij of de zekering te vervangen eerst de on-
derste plaat van de behuizing los. Let op de juiste polariteit bij het
aanbrengen van de nieuwe batterij. Plaats de batterij met de po-
sitieve en negatieve pool overeenkomstig de markeringen in het
toestel. Monteer vervolgens opnieuw de plaat van de behuizing.
Pas nu mag u het instrument weer gebruiken.
7 Technische gegevens
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Wijzigingen voorbehouden.
NL
B
43
MT-200 MT-300
Gelijkspanning
Nauwkeurigheid
Inwendige weerstand
2,5/10/50/250/1000 V
±4%
20 k/V
0,6/3/12/60/300/1000 V
±3%
30 k/V
Wisselspanning
Nauwkeurigheid
Inwendige weerstand
10/50/250/1000 V
±5%
8k/V
12/30/120/300/1000 V
±4%
10 k/V
Gelijkstroom
Nauwkeurigheid
5/50/500 mA/10 A
±4 %
0,12/3/30/300 mA/10 A
±3%
Weerstand
Nauwkeurigheid
10/100 k/10 M
± arc
5/500 k/5/50M
± arc
Decibels
-
8 dB tot +62 dB
-
10 dB tot +64 dB
Transistortest aanduiding PNP- of NPN-type
Voedingsspanning
Omgevingstemp.
Afmetingen
Gewicht
2 x 1,5 V-batterij (AA)
0–40°C
97 x 149 x 38 mm
230 g
2 x 1,5 V-batterij, 1 x 9 V-batt.
0–40°C
130 x 173 x 48 mm
370 g
7 Specifikationer
Enligt tillverkaren.
Rätt till ändringar förbehålles.
S
75
MT-200 MT-300
DC volt
Exakthet
Inre resistens
2,5/10/50/250/1000 V
±4%
20 k/V
0,6/3/12/60/300/1000 V
±3%
30 k/V
AC volt
Exakthet
Inre resistens
10/50/250/1000 V
±5%
8k/V
12/30/120/300/1000 V
±4%
10 k/V
DC ström
Exakthet
5/50/500 mA/10 A
±4 %
0,12/3/30/300 mA/10 A
±3%
Resistens
Exakthet
10/100 k/10 M
± arc
5/500 k/5/50M
± arc
Decibel
-
8 dB upp till +62 dB
-
10 dB upp till +64 dB
Transistor test display PNP eller NPN typ
Strömförsörjning
Operations temperatur
Dimensioner
Vikt
2 x 1,5 V batterier (AA storlek)
0–40°C
97 x 149 x 38 mm
230 g
2 x 1,5 V (AA), 1 x 9 V batteri
0–40°C
130 x 173 x 48 mm
370 g

Documenttranscriptie

® MT-200 Best.-Nr. 29.1670 MT-300 Best.-Nr. 29.1680 Vielfachmeßinstrument Multimeter Bedienungsanleitung Instruction manual Mode d’emploi Istruzioni per l’uso Gebruiksaanwijzing Handleiding Manual de instrucciones Manual de instruções Brugsanvisning Bruksanvisning D Bevor Sie einschalten Wir wünschen Ihnen viel mit Ihrem neuen MONACOR-Gerät. Bitte CH lesen Sie vor dem Gebrauch diese Anleitung. Der deutsche Text beginnt auf der Seite 4. A Spaß GB Before you switch on We wish you much pleasure with your new MONACOR unit. Please read these instructions before use. The English text starts on page 12. F Avant toute utilisation Nous vous remercions B d'avoir choisi un appareil MONACOR et vous prions CH de lire cette notice. La version française commence à la page 20. I Prima di accendere Vi auguriamo buon divertimento con il Vostro nuovo apparecchio MONACOR. Vi preghiamo di leggere le presenti istruzioni prima dell'uso. Il testo italiano comincia a pagina 28. E Antes de la conexión Le agradecemos el haber adquirido un equipo MONACOR. Por favor, lee atentamente las instrucciones de uso. La versión española se encuentra en la página 44. P Antes de ligar Desejamos que esteja satisfeito com a sua nova unidade MONACOR. Por favor leia estas instruçoes antes de usar o equipamento. O texto em português começa na página 52. DK Inden De apparatet tænder for Vi ønsker Dem god fornøjelse med Deres nye apparat. Læs hele brugsanvisningen igennem før brug. Den danske tekst starter på side 60. S Innan enheten tas i bruk Läs igenom bruksanvisningen för att undvika fel och/eller skador på densamma. Den svenska texten finns på sidan 68. NL Alvorens u inschakelt Wij raden u aan deze hand- B leiding goed door te lezen voor u het apparaat in gebruik neemt. De Nederlandse tekst begint op pagina 36. 2 ® NL Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds een overzicht hebt van de beschreven bedieningselementen en aansluitingen. B Inhoud 1 2 3 4 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6 7 Overzicht van de bedieningselementen en aansluitingen . 36 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Metingen uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Meting van de spanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Meting van de gelijkstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Meting van de weerstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Doorgangsmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Meting van decibels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Batterijtest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Transistortest (enkel bij model MT-300) . . . . . . . . . . . . . . . 42 Batterijen of zekering vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 1 Overzicht van de bedieningselementen en aansluitingen 1 Keuzeschakelaar 2 Toets “0Ω CAL. SW” om de jacks “ COM” (4) en “ V.Ω.A” (10) te overbruggen voor de 0 Ω-ijking (enkel bij het model MT-300): bij de 0 Ω-ijking moet deze toets ingedrukt gehouden worden. Dit vermijdt de anders gewoonlijke kortsluiting van de meetpennen. 3 Stekkeraansluitingen om transistoren te testen met LED’s erboven voor aanduiding van het transistortype (enkel bij het model MT-300) 4 Jack “ COM” voor het zwarte meetsnoer (negatieve pool) 5 Spiegelschaal om de meetwaarden parallaxvrij af te lezen 6 Tabel met dB-waarden, die na de dB-meting bij de afgelezen waarde bijgeteld moeten worden, tenzij het kleinste wisselspanningsbereik geselecteerd is 36 7 Stelschroef voor het mechanische nulpunt van het instrument: NL stel de schaalwijzer bij uitgeschakeld meettoestel met behulp B van de stelschroef in de nulstand 8 Instelknop “OHMS ADJUST” voor 0 Ω-ijking: plaats de keuzeschakelaar (1) in het gewenste ohmbereik, sluit de meetpennen kort, en stel de schaalwijzer met de instelknop in op 0 Ω. 9 Jack “DC 10A” voor het rode meetsnoer (positieve pool) voor metingen in het 10 A-gelijkstroombereik 10 Jack “ V.Ω.A” voor het rode meetsnoer (positieve pool) voor metingen in alle bereiken met uitzondering van het 10 A-gelijkstroombereik 2 Veiligheidsvoorschriften Dit toestel is in overeenstemming met de EU-richtlijnen 89/336/EEG voor elektromagnetische compatibiliteit en 73/23/EEG voor toestellen op laagspanning. Met dit instrument kunnen hoge levensgevaarlijke spanningen gemeten worden. Bij het meten van spanningen vanaf 42 V dient u zeer zorgvuldig te werk te gaan. Zorg ervoor, dat de meetsnoeren zich steeds in een onberispelijke staat bevinden. Vervang beschadigde meetsnoeren. Let bij ingebruikname eveneens op het volgende: ● Het toestel is enkel geschikt voor gebruik binnenskamers. Vermijd uitzonderlijk warme plaatsen (toegestaan omgevingstemperatuurbereik: 0–40 °C) en plaatsen met een hoge vochtigheid. ● In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, overbelasting of herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt de garantie bij eventuele schade. ● Verwijder het stof enkel met een droog doek. Gebruik zeker geen chemicaliën of water. ● Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf genomen wordt, bezorg het dan voor verwerking aan een plaatselijk recyclagebedrijf. 3 Toepassingen Dit multifunctionele instrument dient voor de meting van gelijk- en wisselspanningen, gelijkstromen, weerstanden en geluidsdruk. Bovendien kan het gebruikt worden voor het testen van 1,5 V en 37 NL 9 V batterijen. Voor de doorgangsmeting is een zoemer voorzien. Met het model MT-300 kunnen bovendien transistoren getest worB den (aanduiding PNP- of NPN-type dmv. LED’s). 4 Ingebruikname 1) Wanneer nog geen batterijen aangebracht zijn, lees dan eerst hoofdstuk 6 “Batterijen of zekering vervangen”. Voor meting van spanningen of stromen is evenwel geen batterij vereist. 2) Stel het mechanische nulpunt van het instrument in: Leg het toestel horizontaal en plaats de keuzeschakelaar (1) in de stand “OFF”. Stel de schaalwijzer met behulp van de instelschroef (7) in de nulstand van de zwarte schaal “DC”. Gebruik de spiegelschaal (5): kijk met één oog in de spiegelschaal en regel bij tot dat wijzer en spielgelbeeld elkaar overlappen. 3) Voor een optimale afleeshoek kan het toestel met behulp van de steunbeugel schuin opgesteld worden (MT-200: steunbeugel op de rugzijde; MT-300: gecombineerde drager/steunbeugel). Voor exacte metingen dient het instrument evenwel in horizontale positie gebruikt te worden. 4) Verbind het zwarte meetsnoer steeds met de linker jack “ COM” (4) en het rode meetsnoer met de rechter jack “ V.Ω.A” (10) resp. “DC 10A” (9) bij metingen in het 10 A-gelijkstroombereik. 5) Plaats de keuzeschakelaar (1) in het juiste bereik. 6) Draai de keuzeschakelaar na gebruik steeds terug in de “OFF”stand. Hierdoor worden de bewegingen van de wijzer tijdens het transport beperkt. Wanneer het instrument gedurende een langere periode niet gebruikt wordt, dienen de batterijen verwijderd te worden. Zo vermijdt u, dat uitgelopen batterijen het meetinstrument zouden beschadigen. 5 Metingen uitvoeren — Begin bij onbekende meetgroten steeds in het grootste meetbereik, en schakel eventueel omlaag naar een kleiner bereik. Zo niet, kan het meettoestel overbelast en beschadigd worden. — Plaats het toestel in horizontale positie en gebruik de spiegelschaal (5) voor exacte metingen: kijk met één oog in de spie- 38 gelschaal en regel bij tot dat wijzer en spielgelbeeld elkaar NL overlappen. Enkel deze werkwijze garandeert dat de waarden B parallaxvrij afgelezen worden. — Selecteer, indien mogelijk, een meetbereik, waarbij de waarde in het bovenste derde van de schaal afgelezen kan worden. Hier is de nauwkeurigheid het grootst. 5.1 Meting van de spanning ● Ga bij metingen vanaf 42 V zeer zorgvuldig te werk. Raak het meetobject of de meetpennen in geen geval aan. ● De maximaal te meten spanning mag niet meer dan 1000 V~/ bedragen. Anders dreigt er levensgevaar voor de gebruiker! 1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V.Ω.A” (10) verbonden zijn. 2) Plaats de keuzeschakelaar bij wisselspanningen (1) in een van de “AC V”-bereiken, bij gelijkspanningen in een van de “DC V”bereiken. Men begint het best met het bereik van 1000 V. 3) Houd de meetpennen tegen het meetobject. Let bij gelijkspanning in elk geval op een correcte polariteit: het rode meetsnoer aan de positieve pool, het zwarte meetsnoer aan de negatieve pool. 4) Lees bij wisselspanningen de waarde af van de rode schaal “AC” en bij gelijkspanningen de waarde van de zwarte schaal “DC”. Wanneer bij gelijkspanningen de wijzer negatief (naar links) uitslaat, is de polariteit niet correct: verwissel de meetpennen aan de meetpunten. 5.2 Meting van de gelijkstroom ● De maximaal te meten gelijkstroom mag niet meer dan 10 A bedragen. ● De 10 A-meetstroomkring is niet beveiligd. Wees hier bijzonder voorzichtig. ● Indien de keuzeschakelaar (1) in een gelijkstroombereik staat, leid dan in geen geval spanning naar het meettoestel. Het meettoestel en de spanningsbron kunnen hierdoor beschadigd worden. 1) Verbind bij gelijkstromen tussen 300 mA (MT-300) resp. 500 mA (MT-200) en 10 A het rode meetsnoer met de jack “DC 10A” (9), en draai de keuzeschakelaar (1) in de stand “DC 10A”. 39 NL B Verbind bij gelijkstromen tot 300 mA (MT-300) resp. 500 mA (MT200) het rode meetsnoer met de jack “ V.Ω.A” (10), en draai de keuzeschakelaar in een van de “DC A”-bereiken. Men begint het best met het bereik van 300 mA (MT-300) resp. 500 mA (MT-200). 2) Maak de te meten stroomkring los. Houd de rode meetpen tegen het positieve punt en de zwarte meetpen tegen het negatieve punt. 3) Lees de meetwaarde af van de zwarte schaal “DC”. Wanneer de wijzer negatief (naar links) uitslaat, is de polariteit niet correct: verwissel de meetpennen aan de meetpunten. 5.3 Meting van de weerstand ● Meet in geen geval binnen een schakeling, wanneer deze onder spanning staat! ● Meet een weerstand altijd afzonderlijk, anders is de meting niet correct. Hiervoor moet de component soms uit de schakeling losgesoldeerd worden. 1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V.Ω.A” (10) verbonden zijn. 2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in een van de bereiken “OHMS”. 3) Controleer de 0 Ω-ijking in het geselecteerde ohmbereik: bij kortgesloten meetpennen moet 0 Ω op de groene schaal weergegeven worden. Stel de schaalwijzer eventueel met behulp van de instelknop “OHMS ADJUST” (8) in op 0 Ω. Nu kunt u een nauwkeurige ohmmeting uitvoeren. 4) Houd de meetpennen tegen de weerstand resp. tegen de overeenkomstige meetpunten. Opmerkingen: a. In plaats van de meetpennen kort te sluiten, kan bij het model MT-300 ook de toets “0Ω CAL. SW” (2) ingedrukt gehouden worden. In het bereik “X 1” is evenwel toch een kortsluiting van de meetpennen aanbevolen, omdat hierdoor de weerstand van de meetsnoeren gecompenseerd wordt. b. Vervang de 1,5 V-batterijen, wanneer de wijzer bij de 0 Ω-ijking niet meer op 0 Ω ingesteld kan worden. Bij het model MT-300 moet bovendien de 9 V-batterij vervangen worden, wanneer een ijking in het bereik “X 10K” niet meer mogelijk is. Zie hoofdstuk 6 “Batterijen of zekering vervangen”. 40 5.4 Doorgangsmeting NL Meet in geen geval binnen een schakeling, wanneer deze onder B spanning staat! 1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V.Ω.A” (10) verbonden zijn. 2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in de stand. 3) Houd de meetpennen tegen de betreffende meetpunten. Bij een doorgangsweerstand van minder dan ongeveer 50 Ω is de zoemer hoorbaar. Opmerking: Controleer de zekering en de batterijen, en vervang ze indien nodig, wanneer de doorgangszoemer bij kortgesloten meetsnoeren niet hoorbaar is (zie hoofdstuk 6 “Batterijen of zekering vervangen”). ● 5.5 Meting van decibels 1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V.Ω.A” (10) verbonden zijn. 2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in een van de bereiken “AC V”. Men begint het best met het bereik van 1000 V. 3) In het kleinste bereik van 10 V~ (MT-200) resp. 12 V~ (MT-300) kan de meetwaarde direct van de rode schaal “dB” afgelezen worden. In de andere bereiken moet een dB-waarde uit de tabel (6) in het schaalvenster na de dB-meting bij de afgelezen waarde bijgeteld worden. Deze waarde wordt bepaald door het ingestelde AC-bereik, bijvoorbeeld: Afgelezen waarde = 12 dB Bereik = 1000 V~ (volgens tabel 40 dB bijtellen) Meetwaarde = 12 dB + 40 dB = 52 dB Opmerking: 0 dB komt overeen met 1 mW = 0,775 V op 600 Ω. 5.6 Batterijtest 1) Het rode meetsnoer moet met de jack “ V.Ω.A” (10) verbonden zijn. 2) Draai de keuzeschakelaar (1) in de volgende stand: 1.5V bij een ronde batterij (AA) 9V bij een 9 V-batterij 3) Houd de rode meetpen tegen de positieve pool van de batterij en de zwarte tegen de negatieve pool. 41 NL 4) Lees van de onderste schaal “BAT” de batterijtoestand af: groen bereik “GOOD” = de batterij is in orde B wit bereik “?” = de batterij is bijna leeg rood bereik “REPLACE” = de batterij is leeg Voor deze test, dienen de batterijen met 20 mA (MT-200) resp. 27 mA (MT-300) belast te worden. 5.7 Transistortest (enkel bij model MT-300) 1) Plaats de keuzeschakelaar (1) in de stand “TR”. De beide LED’s in het veld “TR” knipperen. 2) Verbind een transistor volgens zijn connectoren (E, B, C) met de stekkerverbindingen (3). 3) Bij een goed functionerende transistor knippert enkel de rode LED (PNP-type) of enkel de groene LED (NPN-type). Bij een defecte transistor knipperen ofwel beide LED’s ofwel helemaal geen. Opmerking: Indien de LED’s bij ingeschakelde “TR”-functie en zonder gebruik van transistor niet knipperen, dan moet de 9 Vbatterij vervangen worden (zie hoofdstuk 6 “Batterijen of zekering vervangen”). 6 ● Batterijen of zekering vervangen Neem de meetsnoeren in ieder geval van de meetpunten op de schakeling af, alvorens het toestel te openen. Zo voorkomt u elk risico van een elektrische schok. ● Gebruik het toestel nooit, wanneer het geopend is. a. Wanneer de wijzer bij de 0 Ω-ijking in het kleinste ohmbereik “X 1” niet meer op de stand “0 Ω” ingesteld kan worden, dienen de beide ronde batterijen van 1,5 V (AA) vervangen te worden. Het model MT-300 wordt bovendien met een 9 V-batterij gevoed. Deze moet vervangen worden, wanneer de 0 Ω-ijking van het grootste ohmbereik “X 10K” niet meer mogelijk is. b. Wanneer helemaal geen meting mogelijk is, dient de fijnzekering gecontroleerd en indien nodig door een zekering van hetzelfde type (traag, 0,5 A) vervangen te worden. Er is een reservezekering bijgeleverd: bij MT-200 aan de binnenzijde van de onderste plaat van de behuizing bij MT-300 naast de 9 V-batterij 42 Schroef om de batterij of de zekering te vervangen eerst de on- NL derste plaat van de behuizing los. Let op de juiste polariteit bij het aanbrengen van de nieuwe batterij. Plaats de batterij met de po- B sitieve en negatieve pool overeenkomstig de markeringen in het toestel. Monteer vervolgens opnieuw de plaat van de behuizing. Pas nu mag u het instrument weer gebruiken. 7 Technische gegevens MT-200 MT-300 Gelijkspanning 2,5/10/50/250/1000 V Nauwkeurigheid ±4 % Inwendige weerstand 20 kΩ/V 0,6/3/12/60/300/1000 V ±3 % 30 kΩ/V Wisselspanning 10/50/250/1000 V Nauwkeurigheid ±5 % Inwendige weerstand 8 kΩ/V 12/30/120/300/1000 V ±4 % 10 kΩ/V Gelijkstroom Nauwkeurigheid 5/50/500 mA/10 A ±4 % 0,12/3/30/300 mA/10 A ±3 % Weerstand Nauwkeurigheid 10/100 kΩ/10 MΩ ±4° arc 5/500 kΩ/5/50 MΩ ±3° arc Decibels -8 dB tot +62 dB -10 dB tot +64 dB Transistortest Voedingsspanning Omgevingstemp. Afmetingen Gewicht — 2 x 1,5 V-batterij (AA) 0–40 °C 97 x 149 x 38 mm 230 g aanduiding PNP- of NPN-type 2 x 1,5 V-batterij, 1 x 9 V-batt. 0–40 °C 130 x 173 x 48 mm 370 g Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant. Wijzigingen voorbehouden. 43 7 Specifikationer S MT-200 MT-300 DC volt Exakthet Inre resistens 2,5/10/50/250/1000 V ±4 % 20 kΩ/V 0,6/3/12/60/300/1000 V ±3 % 30 kΩ/V AC volt Exakthet Inre resistens 10/50/250/1000 V ±5 % 8 kΩ/V 12/30/120/300/1000 V ±4 % 10 kΩ/V DC ström Exakthet 5/50/500 mA/10 A ±4 % 0,12/3/30/300 mA/10 A ±3 % Resistens Exakthet 10/100 kΩ/10 MΩ ±4° arc 5/500 kΩ/5/50 MΩ ±3° arc Decibel -8 dB upp till +62 dB -10 dB upp till +64 dB Transistor test Strömförsörjning Operations temperatur Dimensioner Vikt — 2 x 1,5 V batterier (AA storlek) 0–40 °C 97 x 149 x 38 mm 230 g display PNP eller NPN typ 2 x 1,5 V (AA), 1 x 9 V batteri 0–40 °C 130 x 173 x 48 mm 370 g Enligt tillverkaren. Rätt till ändringar förbehålles. 75
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Monacor MT200 Handleiding

Categorie
Koffie makers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor