Philips LFF 6050 Handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

LFF 6050
NL Handleiding
LFF6050
Beste klant
Beste klant
Voor uw comfort en veiligheid, vragen wij u, vóór enig gebruik, aandachtig het hoofdstuk Veiligheid te lezen.
Door dit multifunctionele apparaat te kopen, hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van het merk Philips. Uw
apparaat voldoet aan alle verschillende vereisten van moderne apparatuur voor kantoorautomatisering.
Met dit apparaat kunt u in kleuren scannen en in zwart/wit faxen, afdrukken en kopiëren. U kunt het toestel aansluiten
op uw pc (Microsoft Windows 2000/XP/Vista).
Installeer de bijgevoegde software om het multifunctionele apparaat te gebruiken als printer. Daarnaast kunt u via uw
pc documenten scannen, bewerken en opslaan. Voor draadloze communicatie met een computer beschikt u over een
aansluiting met een WLAN-adapter (optioneel).
WLAN is een optie die enkel werkt met een originele adapter, verkrijgbaar bij uw verkoper. Meer informatie vindt u op
onze website: www.sagem-communications.com.
Met dit multifunctionele apparaat kunt u een USB-DECT-basis aansluiten op een van de USB-poorten van het apparaat
en DECT-telefoons op die basis registreren. Vervolgens kunt u met de geregistreerde telefoons oproepen doen en
beantwoorden met behulp van de telefoonlijn van het multifunctionele apparaat (standaardgebruik van draadloze
telefoons).
Een telefoonverbinding is een optie die enkel werkt met een specifieke USB-DECT-dongle, verkrijgbaar bij uw
verkoper. Meer informatie vindt u op onze website: www.sagem-communications.com.
Dankzij zijn navigatiesysteem en zijn multifunctionaliteit is hij krachtig, gebruikersvriendelijk en eenvoudig om te
bedienen.
De multifunctionele apparaten LFF6050 zijn uitgerust met een 600 dpi-scanner en een zwart-wit-laserprinter met een
afdruksnelheid van 20 ppm. Met de Companion Suite Pro -software kunt u het multifunctionele apparaat vanaf een pc
gebruiken als scanner en printer. U kunt er ook uw multifunctionele apparaat mee beheren.
Verbruiksartikelen
Zie paragraaf Eigenschappen, pagina 84.
LFF6050
- I -
Inhoud
Inhoud
Beste klant I
Verbruiksartikelen I
Veiligheid 1
Veiligheidsvoorschriften 1
EMC 1
Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten
van Amerika 1
Conformiteitverklaring 2
Naleving van de EME-richtlijnen voor
Canada 2
Laserveiligheidsinformatie 2
Voor Europa / Azië 2
Voor Noord-Amerika 2
Plaats van de veiligheidsvermeldingen op
de machine 3
Symbolen van de stroomschakelaar 3
Informatie i.v.m. wetgeving 4
Goedkeuringen in Europa 4
Informatie voor traceerbaarheid van
CE-markeringen (enkel voor landen van
de EU) 4
Milieu 5
De verpakking 5
De batterijen 5
Het product 5
Softwarelicentie 6
Definitie 6
Licentie 6
Eigendom 6
Duur 6
Garantie 6
Verantwoordelijkheid 6
Ontwikkeling 7
Geldige wetten 7
Geregistreerde handelsmerken 7
Namaak 7
Installatie 8
Installatievereisten 8
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik 8
Veiligheidsinformatie 9
Veiligheid tijdens de werking 9
Stroomvoorziening 10
Voor fax of telefoon 10
Aanbevelingen voor het papier 10
Papier laden in de hoofdlade 10
Papiergebruik 10
Controle luchtvochtigheid 10
Gebruik van het apparaat 10
Schokken toegebracht door de gebruiker 10
Het apparaat verplaatsen 10
Gebruik van de tonercartridge 11
Symbolen die regels voor het gebruik
aanduiden 11
Beschrijving van de terminal 12
Bedieningspaneel 13
De apparaatmenu’s openen 13
Inhoud van de verpakking 14
Installatie van het toestel 14
Plaatsen van de documentlader 14
Papier in de hoofdlade plaatsen 14
Installeren van de cartridge 15
Papieropvanglade 16
In gebruik stellen van het toestel 16
Aansluiten van het toestel 16
Initiële instelling van het apparaat 16
Papier in de handmatige papierinvoer
plaatsen 17
Gebruik van enveloppen 18
Kopie 19
Standaardkopie 19
Kopie in de modus ECO-toner 19
Geavanceerde kopie 19
Kopieermodus identiteitskaart 20
Speciale kopieerinstellingen 21
Instellen van de resolutie 21
Instelling zoom 21
Instellen van gesorteerde kopieën 21
Instellen uitgangspunt (herkomst) 21
Instellen van het contrast 22
Instellen helderheid 22
Instellen van het papiertype 22
Keuze papierlade 22
Instellen van de marges van
de sheet-feedscanner 22
Instellen van de marges voor
flatbedanalyse 22
Instelling afdrukmarges links en rechts 22
Instelling afdrukmarges in hoogte en
laagte 23
Papierformaat instellen 23
Fax 24
Faxverzendingen 24
Druk een voorblad af 24
Directe verzendingen 24
Geavanceerde verzending 24
Verzending met opvolgen kiezen 25
Faxontvangst 25
Doorzenden van een fax 26
Geheugenontvangst fax 26
Een toegangscode voor het geheugen
instellen 26
De geheugenontvangst activeren /
deactiveren 26
De faxberichten ontvangen in het
geheugen afdrukken 26
Rerouting van faxen 27
Rerouten activeren 27
De geadresseerde van de rerouting
bepalen 27
Gereroute documenten afdrukken 27
Rerouting van faxen naar een USB-sleutel 27
Rerouten activeren 27
Gereroute documenten afdrukken 27
Wachtrij verzendingen 27
Direct uitvoeren van een verzending
in de wachtrij 28
Consulteren of wijzigen van de wachtrij 28
Een verzending in de wachtrij wissen 28
Een document in de wachtrij of opgeslagen
in MBX afdrukken 28
Wachtrij afdrukken 28
Onderbreken van een verzending 28
LFF6050
- II -
Inhoud
Mailbox fax 29
Een MBX maken 29
Een bestaande MBX wijzigen 29
De inhoud van een MBX afdrukken 29
Een MBX wissen 29
Mailboxlijst afdrukken 30
Opslaan in een MBX van uw fax 30
Verzenden voor opslaan in een MBX
van een fax op afstand 30
Afroepen van een MBX van een fax
op afstand 30
Opslaan en afroepen van een fax 30
Document opslaan 31
Afroepen van een document dat
is opgeslagen 31
SMS 32
Configuratie van SMS-instellingen 32
Weergave van de afzender 32
Berichtencentrale voor
SMS-verzendingen 32
Een SMS verzenden 32
Parameters/Instellingen 33
Datum/tijd 33
Instellen van zomertijd / wintertijd 33
Uw faxnummer/uw naam 33
Type netwerk 34
Geografische instellingen 34
Landen 34
Telecommunicatienetwerk 34
Weergavetaal 34
Lokaal prefix 34
Verzendrapport 35
Manier van inladen van de documenten 35
Daluren 35
Ontvangstmodus 36
Ontvangst zonder papier 36
Aantal kopieën 36
Ontvangst fax of pc 37
Aanpassen aan pagina 37
Verkleiningsmodus ontvangen faxen 37
Technische instellingen 37
Afdrukken van de functiegids 39
Logboeken afdrukken 39
Instellingenlijst afdrukken 39
Blokkering 39
Blokkering van het toetsenbord 39
Blokkering nummer 40
Blokkering SMS service 40
De Media-service blokkeren 40
De tellers ophalen 40
Teller verzonden pagina’s 40
Teller ontvangen pagina’s 40
Teller gescande pagina’s 40
Teller afgedrukte pagina’s 40
Afbeelden stand verbruiksartikelen 41
Kalibrering van de scanner 41
Lijst met kiescodes 42
Een gegevenskaart maken 42
Een lijst van contactpersonen maken 42
Een gegevenskaart wijzigen 42
Een gegevenskaart of een lijst wissen 42
De lijst met kiescodes afdrukken 43
De lijst met kiescodes opslaan/herstellen
(optie Smart card) 43
Spelletjes en kalender 44
Sudoku 44
Het afdrukken van een rooster 44
Het afdrukken van de oplossing
van een rooster 44
Kalender 44
Netwerkfuncties 45
Type van radionetwerk 45
Infrastructuur radionetwerk 45
Ad-hoc radionetwerk 45
Radionetwerken (WLAN) 45
Uw WLAN-kaart aansluiten 46
Configuratie van uw netwerk 46
Een netwerk maken of zich toevoegen
aan een netwerk 46
Uw netwerkparameters raadplegen of
wijzigen 47
Voorbeeld van de configuratie van
een ad-hoc-netwerk 48
Configuratie van de multifunctionele terminal 48
Configuratie van de pc 49
USB-stick 50
Gebruik van de USB-stick 50
Uw documenten afdrukken 50
Afdrukken van de lijst van bestanden
aanwezig op de stick 50
Afdrukken van de bestanden aanwezig
op de stick 50
Wissen van de bestanden aanwezig
op de stick 51
De inhoud van de USB-stick scannen 51
Een document op de USB-stick opslaan 51
Telefonie (optie) 53
De USB-DECT-basis aansluiten 53
DECT-telefoons registreren 53
Telefonie-instellingen naar wens
aanpassen 54
Wijziging van de duur van het
knipperen (toets R) 54
De registratie van de DECT-telefoon
ongedaan maken 54
PC-Functies 55
Inleiding 55
Configuratievereisten 55
Software-installatie 55
Installatie van het volledige
softwarepakket 55
Enkel de stuurprogramma’s installeren 57
Installatie van de stuurprogramma’s van
de software Companion Suite Pro 57
De stuurprogramma’s handmatig installeren 58
Aansluitingen 59
Supervisie van de multifunctionele terminal 59
Nakijken van de verbinding tussen de pc
en de multifunctionele terminal 60
Companion Director 60
Grafische presentatie 60
Hulpprogramma’s en toepassingen activeren 60
Companion Monitor 60
Grafische presentatie 60
LFF6050
- III -
Inhoud
Apparaatbeheer 60
Het huidige apparaat selecteren 60
Status van de verbinding 61
Apparaatparameters 61
Een apparaat verwijderen 61
Afbeelden stand verbruiksartikelen 61
Functies van de Companion Suite Pro 62
Document scannen 62
Scannen met Scannen naar 62
Software voor tekenherkenning (OCR) 62
Afdrukken 63
Op het multifunctionele apparaat afdrukken 63
Dubbelzijdig afdrukken met het
multifunctionele
apparaat 63
Adresboek 64
Een contactpersoon toevoegen aan
het adresboek van een terminal 64
Een groep toevoegen aan het adresboek
van een terminal 65
Beheer van het adresboek 65
De informatie van een contactpersoon
wijzigen 65
Een groep wijzigen 65
Een contactpersoon of groep uit het
adresboek wissen 65
Het adresboek afdrukken 65
Een adresboek importeren of exporteren 65
Uw adresboek opslaan / exporteren 65
Een adresboek importeren 66
Faxcommunicatie 66
Weergave van het venster Fax 66
Zenden van een fax 67
Een fax zenden vanaf de harde schijf of
van een terminal 67
Een fax verzenden vanuit een toepassing 67
Een fax ontvangen 68
Faxen opvolgen 68
Het Postvak UIT 68
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten) 68
Het Logboek verzendingen 68
Het Logboek ontvangst 68
Faxinstellingen 68
Toegang tot faxinstellingen 68
Beschrijving van het tabblad Logboek
en bevestigingen 69
Beschrijving van het tabblad Faxinstellingen 69
Schutblad 70
Een model van een schutblad maken 70
Een schutblad maken 71
Beschrijving van het tabblad Schutblad 72
SMS-communicatie 73
Weergave van het venster SMS 73
Een SMS verzenden 73
Opvolgen van SMS 74
Het Postvak UIT 74
Het Logboek verzendingen 74
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten) 74
Instellingen van SMS'en 74
Toegang tot SMS-instellingen 74
Beschrijving van het tabblad Logboek
en bevestigingen 74
Software verwijderen 75
De software van uw pc verwijderen 75
De stuurprogramma’s van uw pc
verwijderen 75
De stuurprogramma’s verwijderen met
de software Companion Suite Pro 75
De stuurprogramma’s handmatig
verwijderen 75
Onderhoud 77
Onderhoud 77
Algemeen 77
De tonercartridge vervangen 77
Problemen met de smartcard 78
Reiniging 78
Leeseenheid van de scanner reinigen 78
Printer reinigen 78
Reiniging van de buitenkant van de
printer 78
Reinigen van de rollen van de
papiertoevoer 78
Problemen met de printer 79
Foutmeldingen 79
Vastgelopen papier 80
Problemen met de scanner 80
Diverse problemen 80
Communicatiestoringen 81
Verzenden uit de lader 81
Verzenden uit het geheugen 81
Codes voor communicatiestoringen 81
Algemene codes 81
Problemen met afdrukken vanaf de pc 82
Afdrukken vanaf de pc via een
USB-verbinding 82
Afdrukken vanaf de pc via een
WLAN-verbinding 82
Firmware-update 83
Eigenschappen 84
Fysische eigenschappen 84
Elektrische eigenschappen 84
Milieukenmerken 84
Eigenschappen randapparatuur 84
Eigenschappen verbruiksgoederen 85
LFF6050
- 1 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
Alvorens het apparaat in te schakelen, moet u controleren of het netsnoer waarop u het apparaat wilt aansluiten,
voldoet aan de vermeldingen op het waarschuwingsetiket op uw apparaat (spanning, stroom, frequentie van het
elektriciteitsnet). Dit apparaat moet worden aangesloten op een monofasig elektriciteitsnet. Dit apparaat mag niet op
de grond worden geïnstalleerd.
De batterijen, de verpakkingen en de elektrische en elektronische (EEE) apparatuur mogen verwijderd worden volgens
de voorschriften die beschreven zijn in het hoofdstuk MILIEU van deze handleiding.
Afhankelijk van het model kan het zijn dat de netstekker van het apparaat de enige mogelijkheid is om de
stroomtoevoer naar het apparaat te verbreken. U dient daarom de volgende regels in acht te nemen: uw apparaat moet
worden aangesloten op een wandcontactdoos die zich nabij het apparaat bevindt. De wandcontactdoos moet
gemakkelijk bereikbaar blijven.
Uw apparaat wordt geleverd met een netsnoer voorzien van een stekker met aarding. Voor een geaarde stekker moet
u absoluut een geaarde wandcontactdoos gebruiken voorzien van aarding voor de bescherming van het gebouw.
Voor de installatievoorwaarden en de gebruiksvoorwaarden, zie hoofdstuk Installatie, pagina 8.
EMC
Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten van Amerika
Deze uitrusting werd getest en goedgekeurd overeenkomstig de normen voor een digitaal toestel Klasse B,
conform Part 15 van de FCC-regels. Deze normen zijn vastgelegd om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke interferenties in een residentiële installatie.
Deze uitrusting genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien het niet wordt
geplaatst en gebruikt overeenkomstig de instructies, schadelijk interferenties genereren voor radiocommunicaties.
Er kan echter geen enkele waarborg worden gegeven dat geen interferentie zal ontstaan bij een bijzondere
installatie.
Indien deze installatie schadelijke interferenties geeft op radio- of tv-ontvangst, wat kan worden vastgesteld door
het apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie teniet te doen door een
van onderstaande maatregelen:
1. heroriënteren van de ontvangstantenne.
2. het apparaat en de ontvanger verder uit elkaar plaatsen.
3. het apparaat aansluiten op een stopcontact op een andere stroomkring dan de stroomkring waarop de
ontvanger is aangesloten.
4. de dealer of een ervaren radio/tv-technicus raadplegen voor help.
Reparatie/onderhoud : Alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten
uitsluitend door een bevoegde technicus worden uitgevoerd. De interne onderdelen
mogen niet door de gebruiker gerepareerd worden. Teneinde alle gevaar voor
elektrocutie te voorkomen, mag u niet proberen deze ingrepen zelf uit te voeren, want
het openen of verwijderen van de deksels brengt de volgende risico's met zich mee:
- De laserstralen kunnen onherstelbare schade toebrengen aan het oog.
- Aanraking van onderdelen onder spanning kan een zeer gevaarlijke elektrische
schok veroorzaken.
LFF6050
- 2 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Conformiteitverklaring
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-richtlijnen. De werking ervan is onderhevig aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en
2. dit apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, ook interferentie die een ongewenste werking kan
veroorzaken.
Naleving van de EME-richtlijnen voor Canada
Dit digitaal apparaat van Klasse “B” voldoet aan de Canadese ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe "B" est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Laserveiligheidsinformatie
OPGELET: Het gebruik van bedieningselementen, aanpassingen of het uitvoeren van een procedure die afwijkt
van de procedures die in deze handleiding worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijk
laserlicht.
Dit apparaat voldoet aan de internationale veiligheidsnormen en is ingedeeld in Klasse 1 voor laserproducten.
De apparatuur voldoet wat betreft de laser aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die door overheden
en (inter)nationale instanties voor laserproducten van klasse 1 zijn vastgesteld. De apparatuur zendt geen
gevaarlijke laserstralen uit, aangezien de stralen volledig worden afgeschermd op elk moment dat de klant de
apparatuur gebruikt en onderhoudt.
Voor Europa / Azië
Deze machine beantwoordt aan de richtlijn IEC 60825-1:1993+A1:1997+A2:2001 voor een klasse 1 laserproduct
en is veilig voor kantoorgebruik en EDP. Het bevat 1 klasse 3B-laserdiode, max 10,72 mW , 770-795 nanometer
en andere 1 klasse LED's (280 µW en 639 nm).
Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de laserstraal kan belangrijke schade toebrengen aan het oog.
Er werden bijzondere voorzorgen en tussenvergrendelingsmechanismen ontworpen om te voorkomen dat de
operator wordt blootgesteld aan laserstralen.
Voor Noord-Amerika
CDRH-regels.
Deze uitrusting beantwoordt aan de FDA-richtlijnen voor laserproducten behalve voor afwijkingen die betrekking
hebben op de Laserhandleiding No.50, van 24 juni 2007 en bevat 1 klasse 3B-laserdiode, 10,72 milliwatt, 770-795
nanometer-golflengte en andere klasse 1 LED's (280 µW en 639 nm).
Dit apparaat zendt geen gevaarlijk licht uit omdat de laserstraal helemaal omhult zit bij elke klantbedrijfsmodus of
onderhoud.
LFF6050
- 3 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Plaats van de veiligheidsvermeldingen op de machine
Als veiligheidsmaatregel werden er waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht op de plaatsen hierna
vermeld. Raak voor uw veiligheid die plaatsen niet aan als u vastgelopen papier verwijdert of de tonercartridge
vervangt.
Symbolen van de stroomschakelaar
In overeenstemming met norm IEC 60417 gebruikt het apparaat de volgende symbolen voor de stroomschakelaar:
- betekent AAN.
- betekent UIT.
LFF6050
- 4 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Informatie i.v.m. wetgeving
Goedkeuringen in Europa
Informatie voor traceerbaarheid van CE-markeringen (enkel voor landen van de EU)
Producent:
Sagem Communications
Le Ponant de Paris
27 rue Leblanc
75015 PARIS - FRANCE
CE
Het CE-teken dat op dit apparaat werd aangebracht, is een teken van de
verklaring door Sagem Communications SAS (hierna Sagem
Communications genoemd) van conformiteit met de volgende Richtlijnen
van de Europese Unie, geldig vanaf de aangeduide datums:
12 december 2006 Richtlijn van de Raad 2006/95/EC met aanpassingen. Benadering van de
wetten van de lidstaten i.v.m. laagspanningsapparatuur.
15 december 2004: Richtlijn van de Raad 2004/108/EC met aanpassingen. Benadering van de
wetten van de lidstaten i.v.m. elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn van de Raad 99/5/EC over radiografische apparatuur en
telecommunicatieterminalapparatuur en de wederzijdse erkenning van de
conformiteit.
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op de website
www.sagem-communications.com rubriek "support" of kan worden
aangevraagd bij het volgende adres.
Sagem Communications - Customer relations department
27, rue Leblanc - 75512 PARIS CEDEX 15 - Frankrijk
LFF6050
- 5 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Milieu
Het behoud van het leefmilieu is van essentieel belang voor de fabrikant. De fabrikant heeft de wil om milieuvriendelijke
installaties uit te baten en heeft ervoor gekozen om milieuvriendelijke prestaties te integreren in de hele levenscyclus
van de producten, vanaf de fabricage tot het gebruik en de afvalverwerking.
De verpakking
De aanwezigheid van het logo (groen punt) betekent dat een bijdrage wordt overgemaakt aan een nationale
erkende organisatie om de infrastuctuur te verbeteren voor de inzameling en recyclage van verpakking.
Om recyclage te vergemakkelijken, gelieve de sorteervoorschriften na te leven die lokaal ter beschikking zijn.
De batterijen
Indien uw product batterijen bevat dan moeten ze gedeponeerd worden in één van de inzamelpunten in uw
buurt.
Het product
De doorstreepte afvalcontainer afgebeeld op het product betekent dat het tot de elektrische en elektronische
producten behoort.
De Europese reglementering vraagt u om over te gaan tot de selectieve inzameling ervan:
-In de distributiepunten in het geval van aankoop van gelijkaardige apparatuur.
-In de inzamelpunten die lokaal ter uwer beschikking zijn (afvalverwerkende centra, selektieve ophaling, enz.).
Zo neemt u ook deel aan het hergebruik en de nuttige toepassing van afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur die potentiële effecten hebben op het milieu en de menselijke gezondheid.
Het doel van het programma International ENERGY STAR
®
is het bevorderen van de
ontwikkeling en verspreiding van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als partner van ENERGY STAR
®
verklaart Sagem Communications dat dit product voldoet
aan de richtlijnen van ENERGY STAR
®
inzake energiebesparing.
Uw apparaat wordt geleverd met een timer om over te schakelen op een energiebesparende
modus na een periode van 5 of 15 minutenvanaf de laatste kopie/afdruk , afhankelijk van het
model. U vindt een gedetailleerde beschrijving van deze functie in het onderdeel over het
instellen van het apparaat van deze handleiding.
LFF6050
- 6 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Softwarelicentie
LEES AANDACHTIG DE TERMEN EN VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE ALVORENS U DE VERZEGELDE
OMSLAG MET DE SOFTWARE OPEN MAAKT. DOOR HET OPENEN VAN DEZE OMSLAG STEMT U ERMEE IN
DAT U GEBONDEN BENT DOOR DE VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE.
Indien u het niet eens bent met de bepalingen van deze licentieovereenkomst, moet u de verpakking van de CD-ROM
ongeopend terugzenden naar de verkoper, samen met de andere onderdelen van het product. De aankoopprijs zal u
worden terugbetaald. Er zullen geen terugbetalingen gebeuren indien de verpakking van de CD-ROM reeds werd
opengemaakt of als er onderdelen ontbreken of als de terugbetaling wordt aangevraagd na een periode van tien (10)
dagen te beginnen vanaf de datum van aankoop. Uw ontvangstbewijs dient als bewijs van aankoop.
Definitie
Onder Software wordt begrepen: de bijhorende programma’s en de documentatie.
Licentie
- Deze licentieovereenkomst verleent u het recht om de Software te gebruiken op pc's die aangesloten zijn op een
lokaal netwerk. U hebt enkel het recht om de Software te gebruiken om op één multifunctionele terminal af te drukken,
u kunt derden niet het gebruikersrecht geven of lenen.
- U hebt het recht om een reservekopie te maken.
- Deze licentie is niet-exclusief en niet-overdraagbaar.
Eigendom
De fabrikant en zijn leveranciers behouden het eigendomsrecht van de Software. U wordt niet de eigenaar van de CD-
ROM. U kunt de Software of de documentatie niet wijzigen, aanpassen, decompileren, vertalen, een gelijkaardig
ontwerp maken, uitlenen of verkopen. Alle niet-uitdrukkelijk verleende rechten zijn voorbehouden voor de fabrikant en
zijn leveranciers.
Duur
Deze licentie zal van kracht zijn totdat zij beëindigd wordt. U kunt deze licentie beëindigen door het programma en de
documentatie, evenals alle kopieën daarvan, te vernietigen. Deze licentie zal automatisch beëindigd worden als u de
voorwaarden van deze licentie niet naleeft. Als deze licentie ongeldig wordt verklaart, stemt u ermee in om alle kopieën
van het programma en de bijbehorende documentatie te vernietigen.
Garantie
De Software wordt zonder enige waarborg verstrekt, zonder enige uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie, met inbegrip
van, maar niet beperkt tot, garanties betreffende verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. Alle risico’s
betreffende de resultaten en de goede werking van deze Software zijn op verantwoordelijkheid van de koper. Indien
wordt vastgesteld dat het programma niet werkt, zullen alle herstellingskosten of het terug in werking stellen ten koste
van de koper zijn.
De houder van deze licentie geniet echter van de volgende garantie: wij garanderen dat de CD-ROM waarop de
Software is opgeslagen, vrij is van hardware- of productiefouten bij gebruik onder normale gebruiksomstandigheden.
Deze garantie geldt gedurende een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van de levering. De kopie van
uw ontvangstbewijs telt als bewijs van de datum van aankoop. In het geval de CD-ROM defecten vertoont die het
gevolg zijn van een ongeluk of van verkeerd gebruik ervan, zal deze CD-ROM niet vervangen worden in het kader van
de garantie.
Verantwoordelijkheid
Als de CD-ROM niet naar behoren werkt, stuur hem dan samen met een kopie van het ontvangstbewijs terug naar uw
verkoper. De verkoper is als enige verantwoordelijk voor de vervanging van de CD-ROM. Noch de fabrikant noch enige
andere partij die betrokken is bij het tot stand brengen, produceren, de verkoopbaarheid of levering van dit programma,
zal aansprakelijk zijn rechtstreekse, onrechtstreekse of immateriële schade, zoals, maar niet beperkt tot,
informatieverlies, tijdverlies, bedrijfsschade, inkomensverlies of klantenverlies ten gevolge van het gebruik of de
onmogelijkheid tot gebruik van dit programma.
LFF6050
- 7 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Ontwikkeling
Met het oog op een voortdurende vooruitgang heeft de fabrikant het recht om de softwarefuncties zonder voorafgaande
kennisgeving te verbeteren. Die ontwikkeling geeft de gebruiker niet het recht op gratis updates.
Geldige wetten
Alleen het Franse recht is van toepassing voor deze licentie. Elk geschil voortvloeiend uit de interpretatie of de
toepassing van deze licentie wordt onderworpen aan de Rechtbanken van Parijs.
Vanwege de voortdurende technische vooruitgang behoudt de fabrikant het recht om op elk moment en zonder
voorafgaande kennisgeving de softwarefuncties te verbeteren voor dit product en/of de productie van dit product stop
te zetten. Alle productnamen en merken, die door de respectievelijke houders gedeponeerde merken kunnen zijn,
worden hierbij erkend.
Geregistreerde handelsmerken
Vanwege de technische vooruitgang behoudt Sagem Communications het recht om op elk moment en zonder
voorafgaande kennisgeving de softwarefuncties te verbeteren voor dit product en/of de productie ervan stop te zetten.
Companion Suite Pro is een geregistreerd handelsmerk van Sagem Communications.
Adobe® en de vermelde Adobe®- producten zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
PaperPort11SE is een geregistreerd handelsmerk van ScanSoft.
Microsoft® Windows 2000®, Microsoft® Windows Server 2003®, Microsoft® Windows XP®, Microsoft® Windows
Vista® en alle andere producten van Microsoft® waarnaar hier wordt verwezen, zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation, geregistreerd en/of gebruikt in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Alle andere merken of producten vermeld ter informatie of als voorbeeld zijn geregistreerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaars.
De gegevens in deze handleiding kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Namaak
Kopieer nooit en druk nooit documenten af waarvan de reproductie door de wet is verboden.
De afdruk en de kopie van de volgende documenten zijn in het algemeen door de wet verboden:
- bankbiljetten;
- cheques;
- obligaties;
- bewijzen van deposito's;
- leningsbewijzen;
- reispassen;
- rijbewijzen.
De bovenstaande lijst wordt enkel als richtlijn gegeven en is niet volledig. Als u twijfelt over de legaliteit van een kopie
of een afdruk, raadpleeg dan een juridisch adviseur.
LFF6050
- 8 -
2 - Installatie
Installatie
Installatievereisten
Als u het faxapparaat op de juiste locatie installeert, bent u verzekerd van de lange levensduur waarvoor het is
ontworpen. Controleer grondig of de door u geselecteerde locatie aan de volgende kenmerken voldoet:
- Kies een goed geventileerde locatie.
- Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen aan de linker- en rechterzijde van het apparaat niet worden geblokkeerd.
Plaats het apparaat op ongeveer dertig centimeter afstand van alle voorwerpen, zodat de kleppen zonder
probleem geopend kunnen worden.
- Zorg ervoor dat er geen ammoniak of andere organische gassen in de ruimte kunnen ontstaan.
- Het geaarde stopcontact (zie de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid waarop u het apparaat wilt
aansluiten, moet zich vlakbij het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
- Kies bij voorkeur geen opstellingslocatie in de directe luchtstroom van airconditioners, verwarmingsapparaten of
ventilatoren en stel het apparaat niet op in ruimtes waar sterke temperatuur- en luchtvochtigheidsverschillen
heersen.
- Kies een stevig, vlak oppervlak waar het apparaat niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen.
- Plaats het apparaat op veilige afstand van voorwerpen die de ontluchtingsopeningen kunnen blokkeren.
- Plaats het apparaat niet in de buurt van gordijnen of andere brandbare voorwerpen.
- Kies een locatie waar er geen gevaar bestaat dat er water of een andere vloeistof op het apparaat spat.
- Controleer of de omgeving schoon, droog en stofvrij is.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat.
Gebruiksomgeving:
- Temperatuur: 10 °C tot 27 °C [50 °F tot 80,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 80% (max. 32°C
[89,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 54%).
Terminal:
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat:
- Schakel het apparaat nooit uit en open nooit de kleppen van het apparaat tijdens het afdrukken.
- Houd brandbare gassen, vloeistoffen en objecten die magnetische krachten genereren verwijderd van het
apparaat.
- Trek het netsnoer uit door aan de stekker te trekken; trek nooit aan de kabel zelf. Als de kabel beschadigd is, kan
dat tot brand of een elektrische schok leiden.
- Raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dat kan tot een elektrische schok leiden.
- Trek het netsnoer altijd uit alvorens het apparaat te verplaatsen. Als u dat niet doet, kan de kabel beschadigd
raken, wat kan leiden tot brand of tot een elektrische schok.
- Trek het netsnoer altijd uit als u denkt het apparaat lange tijd niet te gebruiken.
- Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer, trek er nooit aan en buig het niet. Dat kan tot brand of een
elektrische schok leiden.
- Controleer altijd of het apparaat niet op het netsnoer of op een van de communicatiekabels van andere elektrische
apparaten staat. Controleer ook of de kabels niet in het mechanisme van het apparaat komen. Dat zou tot
storingen of brand kunnen leiden.
- Zorg dat de printer niet onder stroom staat als u een interfacekabel op de printer aansluit of uittrekt (gebruik een
afgeschermde interfacekabel).
- Probeer nooit een vastgemaakt paneel of een kap te verwijderen. Het apparaat bevat hoogspanningscircuits. Elk
contact met deze circuits kan een elektrische ontlading met zich meebrengen.
- Probeer nooit zelf veranderingen aan het apparaat uit te voeren. Dat kan tot brand of een elektrische schok leiden.
- Controleer altijd of er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen via de ventilatieopeningen of
andere openingen in het apparaat kunnen belanden. Zulke voorwerpen vormen een risico dat tot brand of een
LFF6050
- 9 -
2 - Installatie
elektrische schok kan leiden.
- Voorkom dat er water of andere vloeistoffen op of in de buurt van het apparaat worden gemorst. Er kan brand of
een elektrische schok ontstaan als er water of een andere vloeistof in contact komt met het apparaat.
- Zou er per ongeluk toch vloeistof of een metalen voorwerp in het apparaat belanden, schakel het dan onmiddellijk
uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het
gevaar van brand of een elektrische schok.
- Als het apparaat ongebruikelijk veel warmte afgeeft of rook, een ongebruikelijke geur of lawaai produceert, schakel
het dan onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct
reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok.
- Vermijd gebruik van de terminal tijdens elektrische stormen, waarbij de bliksem een gevaar voor elektrische
schokken kan veroorzaken.
- Verplaats de terminal niet terwijl hij afdrukt.
- Til de terminal op wanneer u hem verplaatst.
Veiligheidsinformatie
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten worden gevolgd bij het gebruik van uw apparaat.
Veiligheid tijdens de werking
Op dit informatieblad worden de volgende symbolen gebruikt:
WAARSCHUWING
- Sluit het netsnoer direct op een stopcontact in de muur aan en gebruik nooit een verlengsnoer.
- Haal het netsnoer uit het stopcontact (door aan de stekker te trekken, niet aan het snoer) als het netsnoer of de
stekker uitrafelen of op een andere manier beschadigd raken.
- Verwijder geen kleppen of schroeven, behalve indien dat wordt gevraagd in de Bedieningsinstructies, om
elektrische schokken of blootstelling aan laserstralen te vermijden.
- Schakel de stroom uit en haal het netsnoer uit het stopcontact (door aan de stekker te trekken, niet aan het snoer)
in de volgende gevallen:
U hebt iets gemorst op het apparaat.
U vermoedt dat het apparaat moet worden onderhouden of hersteld.
De buitenkant van uw apparaat is beschadigd.
- Verbrand geen gemorste of gebruikte toner. Tonerstof kan vlam vatten als het wordt blootgesteld aan open vuur.
- U kunt het weggooien bij uw bevoegde dealer of op speciale inzamelplaatsen.
- Gooi de gebruikte tonercartridge (of -fles) weg in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving.
OPGELET
- Bescherm het product tegen vocht of nat weer, zoals regen, sneeuw enz.
- Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het product verplaatst. Zorg ervoor dat het netsnoer niet
beschadigd raakt onder het apparaat terwijl u het apparaat verplaatst.
Let erop dat u de terminal op een goed geventileerde locatie plaatst. Er wordt een minimale
hoeveelheid ozon gegenereerd tijdens het normale bedrijf van dit apparaat. Dat kan tot een onprettige
geur leiden als het apparaat wordt gebruikt om langdurig en veel af te drukken in een slecht
geventileerde ruimte. Voor een veilig gebruik dient u het apparaat op een goed geventileerde locatie
te installeren.
WAARSCHUWING:
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien de aanwijzingen niet worden
opgevolgd, tot de dood of ernstige verwondingen kan leiden.
OPGELET:
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien de aanwijzingen niet worden
opgevolgd, tot kleine of matige verwondingen of schade aan voorwerpen kan leiden.
LFF6050
- 10 -
2 - Installatie
- Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken (niet aan het snoer).
- Zorg dat er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen in het apparaat kunnen vallen.
- Hou toner (gebruikt of ongebruikt), tonercartridge (of –fles), inkt (gebruikt of ongebruikt) of inktcartridge buiten het
bereik van kinderen.
- Zorg dat u zich niet snijdt aan scherpe randen wanneer u vastgelopen papier of originelen uit het apparaat wilt
verwijderen.
- Met het oog op het milieu mag u het apparaat of afval van verbruikte materialen niet weggooien met het
huishoudelijke afval. U kunt het weggooien bij uw bevoegde dealer of op speciale inzamelplaatsen.
- Onze producten zijn ontworpen om aan de hoogste normen te voldoen op het vlak van kwaliteit en functionaliteit.
Daarom raden wij u aan om enkel verbruiksartikelen te gebruiken die u bij een bevoegde dealer kunt kopen.
Stroomvoorziening
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn.
Voor fax of telefoon
- Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water, bv. in de buurt van een badkuip, een wasbak, een gootsteen of
een waskuip, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
- Gebruik liever geen telefoon (behalve een draadloos type) tijdens een elektrische storm. Er bestaat een kleine
kans op een elektrische schok door de bliksem.
- Gebruik geen telefoon in de buurt van een gaslek om het lek te melden.
Aanbevelingen voor het papier
Papier laden in de hoofdlade
Voer het papier altijd met de te bedrukken zijde naar onder in en stel de papiergeleiders af op het papierformaat om
problemen met de toevoer en met vastlopen te vermijden.
De geladen hoeveelheid papier mag niet meer zijn dan de aangeduide laadcapaciteit. Als het maximum wordt
overschreden, kan dat leiden tot problemen met de toevoer en tot vastgelopen papier.
Papier bijladen op de stapel kan dubbele papiertoevoer veroorzaken en moet vermeden worden.
Als u de papierlade uit de machine haalt, moet u ze altijd met beide handen vasthouden, om te verhinderen dat u
ze zou laten vallen.
Gebruik geen papier dat al eerder door uw faxapparaat of een andere printer bedrukt is: het is mogelijk dat de
afdrukkwaliteit dan niet optimaal is.
Papiergebruik
Verwijder elke kromming van het papier voor het afdrukken.
De kromming van het papier mag de 10 mm niet overschrijden.
Het papier moet zorgvuldig bewaard worden om fouten in de papiertoevoer en beeldvervorming te voorkomen die
veroorzaakt worden door het bewaren in een vochtige omgeving.
Controle luchtvochtigheid
Gebruik nooit vochtig papier of papier dat lange tijd ongebruikt is blijven staan.
Na het openen van het pak papier moet het papier in een plastic zak worden bewaard.
Gebruik nooit papier met gekreukte uiteinden, gekreukt papier of ander beschadigd papier.
Gebruik van het apparaat
Schokken toegebracht door de gebruiker
Tijdens het afdrukken mogen geen schokken worden uitgeoefend op de papiertoevoercassette, de lade, de behuizing
en andere onderdelen van het apparaat.
Het apparaat verplaatsen
Wanneer u het apparaat op een tafel verplaatst, moet u het optillen, niet verschuiven.
LFF6050
- 11 -
2 - Installatie
Gebruik van de tonercartridge
Mag niet op zijn zij liggen of ondersteboven gehouden worden.
Mag niet sterk worden geschud.
Symbolen die regels voor het gebruik aanduiden
WAARSCHUWING
Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen.
Als u die opmerkingen negeert, kan dat leiden tot ernstige verwondingen of de dood. Lees de opmerkingen goed. U
vindt ze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van deze handleiding.
OPGELET
Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen.
Als u die opmerkingen negeert, kan dat leiden tot matige of kleine verwondingen of schade aan het apparaat of andere
voorwerpen. Lees de opmerkingen goed. U vindt ze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van deze handleiding.
Belangrijk
Duidt op aandachtspunten bij het gebruik van het apparaat en uitleg over mogelijke oorzaken van papierstoringen,
schade aan originelen of verlies van gegevens. Lees de uitleg goed.
Opmerking
Duidt op aanvullende uitleg over de functies van het apparaat en aanwijzingen om gebruikersfouten te herstellen.
LFF6050
- 12 -
2 - Installatie
Beschrijving van de terminal
Voor- en achterzijde
1. Bedieningspaneel
2. Automatische lader
3. Luik vastgelopen papier
4. Aansluiting voor netsnoer
5. Aan/Uit-schakelaar
6. LINE-aansluiting - aansluiting voor telefoonlijn
7. EXT.-aansluiting – aansluiting voor externe
telefoonapparaten
8. Slave-USB-aansluiting (voor pc)
9. Master USB-aansluiting (USB-sleutel)
10. Master USB-aansluiting (USB-sleutel)
11. Papiergeleiders voor manuele papiertoevoer
12. Manuele invoerlade
13. Papierlade
14. Toegangsluik voor de cartridge
15. Uitvouwbare lade voor uitgevoerd papier
16. Papieruitvoer
17. Kaartlezer
LFF6050
- 13 -
2 - Installatie
Bedieningspaneel
De apparaatmenu’s openen
Alle functies en instellingen van de terminal zijn beschikbaar via het menu en horen bij een specifiek menucommando.
Bijvoorbeeld: met menucommando 51 wordt de functielijst afgedrukt (in de functielijst staan alle terminalmenu’s,
submenu’s en hun identificatienummer).
De menupuntjes kunnen op twee manieren worden geopend: stap voor stap of via een snelkoppeling.
Om de functielijst af te drukken met de stap-voor-stap-methode:
1 Druk op .
2 Gebruik de knop of om door het menu te bladeren en selecteer 5 - A
FDRUKKEN. Bevestig met OK.
3 Gebruik de knop of om door het A
FDRUKKEN te bladeren en selecteer 51-HELPFUNCTIE. Bevestig met OK.
Om de functielijst af te drukken met een snelkoppeling:
1 Druk op .
2 Voer 51 in via het numerieke toetsenbord om de functielijst onmiddellijk af te drukken.
1. Scherm.
2. Numeriek toetsenbord.
3. Alfanumeriek toetsenbord.
4. Toets
Í
: wist het teken links van de cursor.
5. Toets : terugkeer wagen of doorgaan naar volgende
regel.
6. Toets : toegang tot speciale tekens.
7. Toets
:
Shift.
8. Toets : documentanalyse op een pc of op media
(USB-stick).
9. Toets : lokale kopie.
10. Toets : om de afdruktaak van de pc te stoppen.
11. Toets : stuurt een SMS (Short Message Service).
12. Toets : verstuurt een fax.
13. Toets : toegang tot kiescodes en afgekorte
nummers.
14. Toets
:
handmatige lijnverbinding, luisteren naar
kiestoon bij het versturen van een fax.
15. Toets : naar meerdere geadresseerden versturen
(fax, e-mail of SMS).
16. Toets : Bevestiging.
17. Toets
OK
: getoonde selectie bevestigen.
18. Toets
: toegang tot menu en door menu's omlaag
lopen.
19. Toets
C
: terug naar vorige menu en invoer corrigeren.
20. Toets
: door menu's omhoog bladeren.
21. Toets : beëindigt de huidige actie.
22. Toets : regelt de activeringstermijn en de besparing
van de toner in de kopieermodus.
23. Toets : toegang tot afdrukmenu (lijst me
t
afdrukfuncties, apparaatinstellingen enz.).
24. Toets : scanresolutie instellen.
25. Toets : Contrast instellen.
26. Pictogram : resolutie "Kopie:
Kwalit. TEKST
/
Fax:
Superfijn
".
27. Pictogram : resolutie "
Foto
".
28. Pictogram : resolutie "Kopie:
Tekst
/ Fax:
Fijn
".
29. Pictogram : kleurmodus.
30. Pictogram : activiteit op de telefoonlijn.
31. Pictogram : faxmodus.
32. Pictogram : modus extern antwoordapparaat.
LFF6050
- 14 -
2 - Installatie
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat de volgende elementen:
Multifunctioneel toestel
1 tonercartridge
1 installatiehandleiding
1 CD ROM voor pc-installatie en 1 CD-ROM met OCR-
pc-software (afhankelijk van het model)
1 netsnoer
1 telefoonsnoer
Installatie van het toestel
1 Haal het toestel uit de verpakking.
2 Installeer het toestel en hou rekening met de
veiligheidsvoorschriften in het begin van dit boekje.
3 Verwijder alle stickers van het apparaat.
4 Verwijder de beschermfolie van het scherm.
Plaatsen van de documentlader
1 Zet de documentlader met zijn twee pinnen (B)
vast in de daartoe voorziene openingen (A).
Papier in de hoofdlade plaatsen
Uw toestel accepteert diverse formaten en papiersoorten
(zie paragraaf Eigenschappen, pagina 84).
1 Haal de papierlade er volledig uit.
Belangrijk
Voor het invoeren van het papier, zie
paragraaf Aanbevelingen voor het
papier, pagina 10.
Belangrijk
U kunt papier gebruiken met een
gewicht tussen 60 en 105 g/m2.
LFF6050
- 15 -
2 - Installatie
2 Duw het onderste paneel naar beneden tot het
vastklikt.
3 Stel de papierstop aan de achterzijde van de
papierlade in door op de hendel “PUSH” te
duwen (A).
Pas vervolgens de zijgeleiders aan het
papierformaat aan door op de hendel (B) op de
linkergeleider te duwen. Pas de lengtegeleider aan
aan het formaat van het papier door op de hendel
(C) te drukken..
4 Neem een stapel papier, schud hem en leg hem
mooi recht op een vlakke ondergrond.
5 Plaats de stapel papier in de lade (bijvoorbeeld
200 vellen papier van 80 g/m²).
6 Plaats de lade weer in zijn houder.
Installeren van de cartridge
1 Ga voor het apparaat staan.
2 Duw op de linkerkant en aan de rechterkant van het
luikje en trek ze tegelijk naar u toe.
3 Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. Rol de
cartridge voorzichtig 5 tot 6 keer heen en weer om
de toner te verdelen binnen de cartridge. Als u de
cartridge grondig rolt, kunt u het grootste aantal
kopieën per cartridge bereiken.
Hou hem vast bij zijn handvat.
4 Plaats de cartridge in de behuizing door hem zo ver
mogelijk te duwen tot hij zich vastklikt (laatste
beweging naar beneden), zoals hieronder
afgebeeld.
5 Sluit de klep.
LFF6050
- 16 -
2 - Installatie
Papieropvanglade
Regel de opvanglade in functie van het formaat van het af
te drukken document. Vergeet niet om het uitklapbare
deel van de opvanglade op te heffen, om te verhinderen
dat het papier er uitvalt.
In gebruik stellen van het toestel
Aansluiten van het toestel
1 Sluit het uiteinde van het telefoonsnoer aan op de
connector van de terminal, en het andere uiteinde
in de wandcontactdoos van de telefoonlijn.
2 Zorg dan de Aan/Uit-schakelaar op Uit staat
(positie O).
3 Sluit het netsnoer aan op het apparaat.
Verbind het netsnoer met het stopcontact.
4 Zet de Aan/Uit-schakelaar in de Aan-stand
(positie I).
Initiële instelling van het apparaat
Na enkele seconden, nadat de machine is opgewarmd,
wordt de functie Eenvoudige installatie opgestart en
verschijnt het volgende bericht op het lcd-scherm:
De functie Eenvoudige installatie helpt u om uw
apparaat te configureren door u door de basisinstellingen
te leiden.
Als u de weergegeven instelling wenst aan te passen,
drukt u op de knop OK. Als u de weergegeven instelling
niet wenst aan te passen, drukt u op de knop C: de functie
Eenvoudige installatie zal dan de volgende
basisinstelling weergeven.
1 Selecteer de gewenste taal met de knoppen of
en bevestig met OK.
WAARSCHUWING
Vooraleer u het netsnoer
aansluit, leest u
Veiligheidsvoorschriften,
pagina 1.
WAARSCHUWING
Het netsnoer wordt gebruikt
als een scheiding tussen de
stroomvoorziening en het
apparaat. Als
voorzorgsmaatregel moet
het stopcontact zich vlakbij
de machine bevinden en
gemakkelijk bereikbaar zijn
in geval van gevaar.
1 - FRANCAIS
2 - ENGLISH
Opmerking
Als u de initiële instelling niet wenst
uit te voeren, drukt u op de knop
. Er verschijnt een
bevestigingsbericht. Druk opnieuw
op de knop om te bevestigen.
Om de apparaatinstellingen
handmatig aan te passen en in te
stellen naar uw eigen wensen,
raadpleegt u Parameters/
Instellingen, pagina 33.
LFF6050
- 17 -
2 - Installatie
2 Om het land in te stellen, drukt u op de knop OK.
3 Selecteer uw land in de weergegeven lijst met de
knoppen of en bevestig met OK.
4 Als u het land op “Andere” hebt gezet, is het
mogelijk dat u het openbare telefoon NETWERK
moet instellen dat u wilt gebruiken. Druk op de
knop OK om het in te stellen.
Selecteer het te gebruiken telefoonnetwerk in de
weergegeven lijst met de knoppen of en
bevestig met OK.
5 Om de datum en de tijd in te stellen, drukt u op de
knop OK.
6 Voer de nummers van de gewenste datum en tijd
een voor een in met het numerieke toetsenbord.
Het datumformaat hangt af van het land dat u hebt
geselecteerd: Bijvoorbeeld: DDMMJJ voor
Frankrijk, MMDDJJ voor de VS.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de toets OK om te bevestigen.
7 Om het faxnummer en de naam van het apparaat
op te geven, drukt u op de knop OK.
Die informatie zal op uw verzonden documenten
verschijnen wanneer de functie “Met kopregel”
wordt geactiveerd.
8 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) met het
numerieke toetsenbord.
Om het “+”-teken te tikken, drukt u tegelijkertijd op
de toetsen C
TRL en Q.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
9 Voer de naam van uw apparaat in (max. 20 tekens)
met het numerieke toetsenbord.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
10 Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit,
achter de telefooncentrale van een bedrijf, is het
mogelijk dat u een lokaal voorkiesnummer moet
opgeven. Dat voorkiesnummer zal dan worden
gebruikt om het telefoonnetwerk van het bedrijf te
verlaten.
Om deze functie in te stellen, drukt u op de
knop OK.
11 Voer de minimumgrootte in van nummers buiten
het bedrijf (1 tot 30) met het numerieke
toetsenbord.
Deze instelling wordt gebruikt om interne
telefoonnummers te onderscheiden van externe
telefoonnummers.
Bijvoorbeeld, als u het apparaat in Frankrijk
installeert, achter de telefooncentrale van uw
bedrijf, dan voert u 10 in (aangezien 10 cijfers de
standaardlengte is voor telefoonnummers in
Frankrijk).
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OKom te bevestigen.
12 Selecteer het lokale voorkiesnummer (max. 10
tekens) met het numerieke toetsenbord.
Het voorkiesnummer wordt automatisch
toegevoegd als een extern telefoonnummer wordt
opgeroepen.
Om een pauze in te lassen voor een kiestoon (“/”-
teken), drukt u tegelijkertijd op C
TRL en M of houdt
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het numerieke
toetsenbord tot het “/”-teken verschijnt.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
De instelling is nu volledig en de functielijst wordt
automatisch afgedrukt.
Op het lcd-scherm verschijnt het bericht A
FDRUKPAPIER
OP als er geen papier in de lade zit (zie Papier laden in
de hoofdlade, pagina 10). Het afdrukken zal doorgaan
van zodra er weer papier in de lade zit.
Papier in de handmatige papierinvoer
plaatsen
Met de handmatige papierinvoer kan u verschillende
papierformaten gebruiken met een hoger gewicht dan
toegelaten in de papierlade (zie paragraaf
Eigenschappen, pagina 84).
LAND
JA= OK - NEEN= C
Opmerking
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE".
NETWERK
JA= OK - NEEN= C
Opmerking
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE X":
ANDERE 1: TRB21
ANDERE 2: VS
ANDERE 3: Rusland
ANDERE 4: Jordanië
ANDERE 5: Israël
ANDERE 6: TRB21
DATUM/TIJD
JA= OK - NEEN= C
NUMMER/NAAM
JA= OK - NEEN= C
PREFIX
JA= OK - NEEN= C
Belangrijk
Voor het invoeren van het papier, zie
paragraaf Aanbevelingen voor het
papier, pagina 10.
LFF6050
- 18 -
2 - Installatie
Per keer mag slechts één enkel vel papier of omslag
ingebracht worden.
1 Schuif de geleiders van de handmatige invoer
volledig opzij.
2 Stop een vel papier of een omslag in de
handmatige invoer.
3 Regel de papiergeleiders tegen de rechter- en
linkerzijden van het papier op de omslag.
4 Zorg ervoor dat bij het afdrukken het gekozen
papierformaat overeenkomt met het formaat dat
werd geselecteerd op de printer (raadpleeg Kopie,
pagina 19).
Gebruik van enveloppen
Alleen gebruiken met de handmatige papiertoevoer.
De aanbevolen zone om af te drukken heeft een
marge van 15 mm aan de zijde van de flap van de
omslag, en een marge van 10 mm van de linker-,
rechter- en onderzijde van de omslag.
Een aantal lijnen kunnen aan de volle kopie worden
toegevoegd om elke overlapping te vermijden.
Er kan zich een fout voordoen tijdens het afdrukken
met omslagen die niet overeenkomen met de
aanbevolen omslagen (zie paragraaf Onderhoud,
pagina 77).
Strijk elke gebogen enveloppe na het afdrukken
handmatig vlak.
Kleine kreuken op de rand van de lange zijde van
enveloppen, vlekken of onduidelijke afdrukken kunnen
op de achterzijde verschijnen.
Maak de enveloppe klaar door goed op de plooilijnen
aan de vier kanten te drukken, nadat u er alle lucht
hebt uitgeduwd.
Plaats de omslag in een goede positie om elke plooi of
vervorming te vermijden.
Papier mag niet worden geacclimatiseerd. En het
moet in een normale kantooromgeving worden
gebruikt.
Belangrijk
U kan papier gebruiken met een
gewicht tussen 52 en 160 g/m².
LFF6050
- 19 -
3 - Kopie
Kopie
Uw apparaat biedt u de mogelijkheid om kopies te maken
in één of meerdere exemplaren.
U kunt eveneens tal van parameters instellen om kopies
te maken volgens uw behoefte.
Standaardkopie
In dit geval zijn de standaardparameters van toepassing.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Druk tweemaal op de toets . De kopie wordt
gemaakt op basis van de standaardparameters.
Kopie in de modus ECO-toner
In de ECO-modus kan het verbruik van de hoeveelheid
toner per pagina worden verminderd en kunnen dus de
afdrukkosten worden verlaagd.
Wanneer u de ECO-modus gebruikt, wordt minder toner
verbruikt en is de zwarting van de afdruk lichter.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Druk op de toets .
3 Druk op de toets .
Geavanceerde kopie
Met de geavanceerde kopie kunt u bijzondere instellingen
bepalen voor de huidige kopieeropdracht.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Druk op de toets .
3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
via de toets OK.
4 Kies de gewenste papierlade AUTOMAT. VAK of
HANDMAT. LADE met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
5 Kies de afdrukmodus (zie onderstaande
voorbeelden) volgens de gewenste kopieermodus
of :
- als mozaïek (documentlader): 1 PAGINA OP 1, 2
PAGINA OP 1, of 4 PAGINA OP 1.
- als poster (flatbedscanner): 1 PAG. NAAR 1, 1
PAG. NAAR 4 of 1 PAG. NAAR 9.
Bevestig met de knop OK.
Opmerking
U kunt op elk punt in de
onderstaande stappen starten met
kopiëren door op de knop te
drukken.
Opmerking
Na stap 1 kunt u met het numerieke
toetsenbord meteen het aantal
kopieën invoeren. Druk vervolgens
op OK om te bevestigen. Ga verder
met stap 4.
LFF6050
- 20 -
3 - Kopie
6 Stel de gewenste zoomwaarde in, van 25 % tot
400 % met de toetsen of , bevestig met de
toets OK (alleen beschikbaar in de kopieermodus
1 PAG. NAAR 1).
7 Selecteer het uitgangspunt (herkomst) met de
toetsen of en bevestig dan met de toets OK.
8 Kies de resolutie volgens de gewenste
afdrukkwaliteit AUTO, TEKST, KWALIT. TEKST
of FOTO met de toetsen of , en bevestig
vervolgens met de toets OK.
9 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of
, en bevestig vervolgens met de toets OK.
10 Selecteer het helderheidsniveau met de toetsen
of , en bevestig vervolgens met de toets OK.
11 Kies het gewenste papiertype NORMAAL
PAPIER, DIK PAPIER met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
Kopieermodus identiteitskaart
De kopieermodus ID KAART wordt gebruikt om beide
zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs en
dergelijke op een vel van A4-formaat (documentformaat
van het origineel < A5) of op een vel van het formaat
Letter (documentformaat van het origineel < Statement )
te kopiëren.
Op het LCD-scherm worden nuttige bedieningsinstructies
weergegeven (wanneer het origineel moet worden
geplaatst, wanneer het document moet worden
omgekeerd enz.) en wordt uw bevestiging gevraagd om
door te gaan.
1 Zorg ervoor dat er zich geen document in de
automatische documentlader bevindt.
2 Druk op de toets .
3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
met de toets OK.
4 Kies de gewenste papierlade AUTOMAT. VAK of
HANDMAT. LADE met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
5 Kies de kopieeroptie ID KAART met de knoppen
of , en bevestig vervolgens met de knop OK.
6 Kies de resolutie volgens de gewenste
afdrukkwaliteit AUTO, TEKST, KWALIT. TEKST
of FOTO met de toetsen of , en bevestig
vervolgens met de toets OK. Voor optimale
resultaten met identificatiedocumenten selecteert u
de resolutie FOTO.
7 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of
, en bevestig vervolgens met de toets OK.
8 Selecteer het helderheidsniveau met de toetsen
of , en bevestig vervolgens met de toets OK.
9 Kies het gewenste papiertype NORMAAL
PAPIER, DIK PAPIER met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
Op het LCD-scherm verschijnt het volgende
bericht:
10 Plaats uw identiteitskaart of een andere officieel
document op het glas van de flatbedscanner, zoals
hieronder afgebeeld:
11 Druk op de toets
OK.
Het document wordt gescand en vervolgens wordt
het volgende bericht weergegeven op het LCD-
scherm:
12 Draai uw document om en bevestig met de
knop OK.
Het apparaat drukt een kopie van uw document af.
Belangrijk
Deze functie is enkel beschikbaar
wanneer het te kopiëren document
zich op de flatbedscanner bevindt en
er als geen papier wordt gedetecteerd
in de automatische documentlader.
Aanpassingen van Zoom en
Uitgangspunt zijn niet beschikbaar in
deze kopieermodus.
Belangrijk
Kopiëren in de modus Identiteitskaart
is enkel mogelijk op A4-formaat
(documentformaat van het origineel
< A5) of Letter-formaat
(documentformaat van het origineel
< Statement). Zorg ervoor dat de
geselecteerde papierlade enkel het
juiste papierformaat gebruikt.
ID. KAART INV.
VERV.OK
DOC OMKEREN
VERV.OK
LFF6050
- 21 -
3 - Kopie
Speciale kopieerinstellingen
Alle instellingen die u binnen dit menu uitvoert, worden
standaardinstellingen van uw apparaat na uw
bevestiging.
Instellen van de resolutie
De parameter RESOLUTIE is van invloed op de resolutie
van uw kopieën.
841 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / RESOLUTIE
1 Druk op , voer 841 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de resolutie met de toetsen of
volgens de onderstaande tabel:
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instelling zoom
Met de ZOOM-parameter kunt u een deel van een
document verkleinen of uitvergroten door de oorsprong
en het zoomniveau voor het document in te stellen. U kunt
elke waarde gebruiken tussen 25 en 400 %.
842 –OVERZ TELLERS / KOPIEREN / ZOOMEN
1 Druk op , voer 842 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het gewenste zoomniveau in met behulp van
het alfanumerieke toetsenbord of maak een keuze
uit de vooraf gedefinieerde waarden met de
knoppen en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van gesorteerde kopieën
Met de parameter SAMEN kunt u kiezen of uw kopieën
samengesteld of niet samengesteld zijn.
843 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / SAMEN
1 Druk op , voer 843 in met het toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste optie met de toetsen en
volgens de onderstaande tabel:
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen uitgangspunt (herkomst)
U kunt eventueel het uitgangspunt (herkomst) van de
scanner wijzigen.
Door nieuwe waardes voor X en Y in te voeren in mm (X
<209 en Y <280), verplaatst u de scanzone zoals
aangegeven op de onderstaande afbeelding.
844 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / HERKOMST
1 Druk op , voer 844 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de X- en Y-coördinaten met toetsen
of .
3 Stel de gewenste coördinaten in met het
numerieke toetsenbord of met de toetsen en .
4 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Belangrijk
Als de kwaliteit van de kopieën niet
goed genoeg meer is, kunt u een
kalibrering uitvoeren (zie paragraaf
Kalibrering van de scanner,
pagina 41).
Parameter Betekenis
Picto-
gram
AUTO Lage resolutie. geen
TEKST
Standaardresolutie voor
documenten met tekst en
afbeeldingen.
KWALIT.
TEKST
Resolutie aangepast aan
documenten met tekst.
FOTO
Resolutie aangepast aan
documenten met foto's.
Opmerking
U kunt de resolutie ook wijzigen
door op de knop te drukken.
Parameter Betekenis
SAMEN
De printer verzamelt de kopieën van
het origineel.
Bv. als u drie kopieën maakt van een
document dat uit 10 pagina’s
bestaat, dan wordt het document drie
keer van pagina 1 tot en met pagina
10 gekopieerd.
NIET SAMEN
De printer verzamelt de kopieën van
het origineel niet.
Bv. als u drie kopieën maakt van een
document dat uit 10 pagina’s
bestaat, dan wordt pagina 1 drie keer
gekopieerd, vervolgens pagina 2,
pagina 3 enz.
LFF6050
- 22 -
3 - Kopie
Instellen van het contrast
Met de instelling CONTRAST kunt u het contrast van de
kopieën selecteren.
845 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / CONTRAST
1 Druk op , voer 845 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel het gewenste contrastniveau in met de toetsen
en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen helderheid
Met de instelling HELDERHEID kunt u uw uitvoer lichter
of donkerder maken.
846 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN /
HELDERHEID
1 Druk op , voer 846 in met het toetsenbord.
2 Stel de helderheid in met de toetsen en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van het papiertype
851 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / PAPIER
TYPE
1 Druk op , voer 851 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies het papier NORMAAL of DIKTE dat u wilt
gebruiken met behulp van de toetsen en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Keuze papierlade
De keuze Automatisch kan twee betekenissen hebben,
afhankelijk van het papierformaat dat is vastgelegd op de
papierlades. De verschillende gevallen worden in
onderstaande tabel beschreven.
852 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
PAPIERHOUDR
1 Druk op , voer 852 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies het standaard te gebruiken papier,
AUTOMATISCH of HANDM. met de knoppen
en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van de marges van de sheet-
feedscanner
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw sheet-
feedscanner.
853 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / S.F.-
MARGES
1 Druk op , voer 853 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de linker-/rechtermarge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van de marges voor flatbedanalyse
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw
flatbedscanner.
854 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
FLATBED-MARG
1 Druk op , voer 854 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de linker- / rechtermarge
in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de
toetsen en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instelling afdrukmarges links en rechts
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u afdrukt.
855 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
PRINTERMARGE
1 Druk op , voer 855 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de linker- / rechtermarge
in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de
toetsen en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Standaardlade
Lade die wordt
gebruikt om te
kopiëren
Zelfde
papierfor-
maat in de
lades
AUTOMATISCH
Keuze tussen de
hoofdlade en de
manuele lade.
Handmatig
De manuele lade
wordt gebruikt.
Verschil-
lende
papierfor-
maten in de
lades
AUTOMATISCH
De hoofdlade wordt
gebruikt.
Handmatig
De manuele lade
wordt gebruikt.
LFF6050
- 23 -
3 - Kopie
Instelling afdrukmarges in hoogte en laagte
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar
boven of naar onder verschuiven als u afdrukt.
856 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
BOVEN PRINT.
1 Druk op , voer 856 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de boven- / ondermarge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
buttons en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Papierformaat instellen
Met dit menu kunt u het standaardpapierformaat instellen
van de manuele lade en de hoofdlade. U kunt eveneens
de standaardscanbreedte instellen.
857 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
PAPIERFORMAAT
1 Druk op , voer 857 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de papierlade waarvoor u een
standaardpapierformaat wenst in te stellen met de
en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Selecteer het papierformaat met de toetsen of
volgens de onderstaande tabel:
5 Bevestig door op OK te drukken.
6 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Papierlade Beschikbaar papierformaat
HANDM.LADE A5, Statement, A4, Legal en Letter
AUTO. VAK A5, Statement, A4, Legal en Letter
SCANNER LTR/LGL en A4
LFF6050
- 24 -
4 - Fax
Fax
Dit hoofdstuk beschrijft alle beheerfuncties en de
configuratie van de fax.
U vindt hier ook een deel van de beschrijvingen van de
mailboxen van de fax.
Faxverzendingen
Druk een voorblad af
Een voorblad is opgeslagen in uw terminal. Om uw fax
met dit voorblad te versturen, kunt u het op elk moment
afdrukken en invullen met uw gegevens.
1 Kies
30 - FAX / HEADER PAGE.
2 Selecteer:
301 – LOCAL om een voorblad af te drukken
volgens de taal die op de terminal is
geconfigureerd,
302—INTERNAT om een tweetalig voorblad af te
drukken, in de taal van het land geconfigureerd op
de terminal en in het Engels. Het scheidingsteken
dat wordt gebruikt tussen de twee talen is "/".
Voorbeeld van het internationale voorblad:
Directe verzendingen
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Voer het faxnummer in en druk vervolgens op
of .
3 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Het pictogram knippert tijdens het bellen naar uw
contactpersoon en brandt continu als de twee faxen met
elkaar communiceren.
Na de verzending wordt het beginscherm getoond.
Geavanceerde verzending
Met deze functie kunt u een document verzenden op een
ander uur dan het huidige uur.
Om die uitgestelde verzending te programmeren, moet u
het nummer van uw contactpersoon bepalen, het
beginuur van de verzending, de manier van inladen van
het document en het aantal pagina's ervan.
Om de uitgestelde verzending van een document te
programmeren :
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Kies
31 - FAX / ZENDEN.
3 Voer het nummer in van de contactpersoon naar
wie u een uitgestelde verzending wilt sturen, of kies
uw kiesmodus en bevestig met de toets OK.
4 Voer naast het huidige uur het uur in waarop u het
document wilt verzenden, en bevestig met de
toets OK.
5 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de
toets OK.
6 Kies de manier van inladen die u wilt,
DOC.INVOER of GEHEUGEN en bevestig met de
toets OK.
Opmerking
Als de Engelse taal is gekozen voor
de terminalconfiguratie, zal het
voorblad alleen in het Engels
worden afgedrukt.
Opmerking
U kunt de verzendopties wijzigen
terwijl u een fax verzendt. Om dat te
doen, drukt u op OK nadat u het
faxnummer hebt ingevoerd.
Belangrijk
Zorg dat het document in de
invoerlade of op het scannervenster
juist ligt, om te vermijden dat u blanco
of incorrecte pagina’s verzendt.
LFF6050
- 25 -
4 - Fax
7 U kunt het aantal pagina's van het document dat
moet worden verzonden invoeren, en daarna
bevestigen met de toets OK.
8 Bevestig de uitgestelde verzending met de
toets .
9 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Uw document wordt in het geheugen opgeslagen en zal
op het ingestelde uur worden verzonden.
Verzending met opvolgen kiezen
Met deze functie kunt u dankzij de luidspreker het kiezen
horen tijdens het verzenden van een fax. In dat geval is
de maximumsnelheid 14400 bps.
Met die functie kunt u bijvoorbeeld:
horen of de ontvangende fax bezet is, en dus het
moment kiezen waarop de lijn vrij is om een document
te verzenden;
de afhandeling van de communicatie controleren van
onzekere nummers, enz.
Om de lijn handmatig te kiezen:
1 Plaats uw document in de faxlader.
2 Druk op .
3 Stel indien nodig het geluidsniveau in met de
toetsen of .
4 Voer het nummer van de abonnee in.
Vanaf het moment dat u de tonen van de
ontvangende fax hoort, is de lijn vrij en kunt u
beginnen verzenden.
5 Druk op de toets om het document te beginnen
verzenden.
Als uw toestel is ingesteld om een verzendrapport af te
drukken (zie Verzendrapport, pagina 35), zal de
verkleinde kopie van de eerste pagina van het verzonden
document niet op het rapport verschijnen en het zal
vermelden dat de verzending handmatig is.
Faxontvangst
De ontvangst van een fax is afhankelijk van de
parameterinstellingen van uw apparaat.
Met onderstaande parameters kunt u het afdrukken van
ontvangen faxen instellen:
- Ontvangstmodus, pagina 36;
- Ontvangst zonder papier, pagina 36;
- Aantal kopieën, pagina 36;
- Ontvangst fax of pc, pagina 37;
- Verkleiningsmodus ontvangen faxen, pagina 37;
- Technische instellingen, pagina 37.
De onderstaande tabel biedt een overzicht van de lade
die wordt gebruikt om ontvangen faxen af te drukken
afhankelijk van de standaardlade en het papierformaat in
beide lades.
Standaardlade ingesteld op Manueel :
Standaardlade ingesteld op Automatisch :
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Wat te doen
A4,Letter en
Legal
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
uit de manuele lade.
A4,Letter en
Legal
A5,
Statement
De fax wordt afgedrukt
uit de manuele lade.
A5,
Statement
A4,Letter en
Legal
Het papier in de
manuele lade is niet
compatibel.
De fax wordt afgedrukt
uit de hoofdlade.
A5,
Statement
A5,
Statement
Op het scherm
verschijnt een
foutbericht.
Het papier in de
manuele lade is niet
compatibel.
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Wat te doen
A4,Letter en
Legal
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
met een automatische
ladekeuze.
A4,Letter en
Legal
A5,
Statement
Op het scherm
verschijnt een
foutbericht.
Het papier in de
automatische lade is
niet compatibel.
A5,
Statement
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
uit de hoofdlade.
A5,
Statement
A5,
Statement
Op het scherm
verschijnt een
foutbericht.
Het papier in de
automatische lade is
niet compatibel.
LFF6050
- 26 -
4 - Fax
Doorzenden van een fax
U kunt vanaf uw faxapparaat (bron) aanvragen om een
document door te zenden, d.w.z. om een document naar
uw contactpersonen te sturen via een fax op afstand en
volgens een bepaalde verzendlijst.
Daarvoor moeten de bronfax en de fax op afstand allebei
de functie doorzenden hebben.
Om door te zenden moet u aan de fax op afstand het door
te zenden document en het nummer van de verzendlijst
bezorgen. De fax op afstand zorgt vervolgens voor het
verzenden van het document naar al uw contactpersonen
van de verzendlijst.
Als het doorzenden is geactiveerd en het document is
ontvangen door de fax op afstand, dan wordt dat
document eerst afgedrukt voor het wordt doorgezonden
naar de contactpersonen van de lijst.
Om doorzenden vanaf uw faxapparaat te activeren:
1 Voer het door te zenden document in.
2 Kies
37 - FAX / DOORZENDEN.
3 Voer het nummer in van de fax op afstand
waarmee u wilt doorzenden of kies uw kiesmodus
en bevestig met de toets OK.
4 Voer het nummer van de verzendlijst in die door de
fax op afstand moet worden gebruikt, en bevestig
met de toets OK.
5 U kunt naast het huidige uur het uur invoeren
waarop u het document wilt verzenden, en daarna
bevestigen met de toets OK.
6 U kunt de manier van inladen van het document
kiezen, DOC. INVOER of GEHEUGEN en daarna
bevestigen met de OK.
7 U kunt voor het verzenden het aantal pagina's van
het document invoeren.
8 Bevestig de activering van het doorzenden door te
drukken op .
9 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Het document in de documentlader wordt volgens uw
keuze direct of later verzonden naar de fax op afstand, die
het zal doorzenden.
Geheugenontvangst fax
Met de geheugenontvangst van de fax kunt u alle
vertrouwelijke documenten in het geheugen bewaren en
verhinderen dat ze bij de ontvangst systematisch worden
afgedrukt.
Met het controlelampje kunt u de status van de
geheugenontvangst van de fax zien:
Continu branden: de geheugenontvangst is actief.
Knipperen: er zijn documenten in het faxgeheugen of
er wordt een fax ontvangen.
Gedoofd: het geheugen is vol, de terminal kan geen
documenten meer ontvangen.
U kunt de ontvangen documenten beveiligen met een
code van vier cijfers. Als die toegangscode is ingevoerd,
wordt ze gevraagd om:
de ontvangen faxberichten in het faxgeheugen af te
drukken.
de geheugenontvangst van de fax te activeren of
deactiveren.
Een toegangscode voor het geheugen
instellen
383 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / CODE
1 Druk op , voer 383 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de gewenste code in (4 cijfers) en bevestig
met de toets OK.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De geheugenontvangst activeren /
deactiveren
382 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / ACTIVEREN
1 Druk op , voer 382 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst
hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de
toets OK.
3 Selecteer de vereiste optie voor de
geheugenontvangst: MET of ZONDER en bevestig
uw keuze met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De faxberichten ontvangen in het geheugen
afdrukken
381 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / AFDRUKKEN
Belangrijk
Zorg dat het document in de
invoerlade of op het scannervenster
juist ligt, om te vermijden dat u blanco
of incorrecte pagina’s verzendt.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
LFF6050
- 27 -
4 - Fax
1 Druk op , voer 381 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst
hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de
toets OK.
De ontvangen documenten in het faxgeheugen worden
afgedrukt.
Rerouting van faxen
Met deze functie kunt u ontvangen faxen doorsturen naar
een contactpersoon van de kiescodes. Om te kunnen
rerouten, moet u twee handelingen uitvoeren:
1 Rerouten activeren.
2 Stel het reroutadres van de fax in.
Rerouten activeren
391 - FAX / REROUTING / ACTIVEREN
1 Druk op , voer 391 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en van het navigatiesysteem
selecteert u de optie MET.
3 Met de toetsen en kiest u de geadresseerde
in de kiescodes.
4 Bevestig met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Als de optie ZONDER wordt geselecteerd, worden de
menu’s 392 en 393 niet in het functieoverzicht
opgenomen wanneer dat wordt afgedrukt.
De geadresseerde van de rerouting bepalen
392 - FAX / REROUTING / BESTEMMING
1 Druk op , voer 392 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en kiest u de geadresseerde
in de kiescodes.
3 Bevestig met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Gereroute documenten afdrukken
393 - FAX / REROUTING / KOPIEREN
1 Druk op , voer 393 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en kiest u voor de optie
KOPIEREN (lokale afdruk van informatie die naar
uw apparaat werd doorgezonden) MET
of ZONDER.
3 Bevestig met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Rerouting van faxen naar een USB-
sleutel
Met die functie kunt u de ontvangen faxen rechtstreeks
naar de map MF Printer Laser Pro LL2\FAX omleiden op
een USB-sleutel die met uw terminal is verbonden. De
map MF Printer Laser Pro LL2\FAX wordt aangemaakt
door de applicatie. De USB-sleutel wordt dan het
ontvangstgeheugen van de terminal.
De gereroute faxen worden in TIFF-formaat opgeslagen
op de USB-sleutel en worden op de volgende manier
genoemd: "FAXJJMMDDUUMMSS" waarin
JJMMDDUUMMSS overeenstemt met de datum en de tijd
waarop de fax werd ontvangen.
U kunt de documenten die u naar de USB-sleutel hebt
gererout, ook automatisch laten afdrukken via het menu
052 AFDRUKKEN.
Rerouten activeren
051 - MEDIA / FAX OPSLAAN / ACTIVEREN
1 Druk op , voer 051 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en van het navigatiesysteem
selecteert u de optie MET en bevestigt u uw keuze
met OK.
3 Verlaat het menu door op de toets
te drukken.
Gereroute documenten afdrukken
052 - MEDIA / FAX OPSLAAN / AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 052 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en , selecteert u de optie MET
om alle gereroute documenten automatisch af te
drukken.
3 Bevestig uw keuze met de toets OK.
4 Verlaat het menu door op de toets
te drukken.
Wachtrij verzendingen
Met die functie krijgt u een samenvatting van de status
van alle documenten die wachten op verzending, met
inbegrip van de documenten opgeslagen in MBX'en,
uitgestelde verzendingen, enz.
Belangrijk
Zorg ervoor dat de geadresseerde tot
de kiescodes behoort (zie Lijst met
kiescodes, pagina 42).
Belangrijk
Sluit de USB-sleutel aan voor u de
functie activeert.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Belangrijk
Dit menu is enkel toegankelijk
wanneer de functie FAX OPSLAAN
werd geactiveerd.
LFF6050
- 28 -
4 - Fax
Dat maakt het volgende mogelijk:
Raadplegen of wijzigen van de wachtrij. In de
wachtrij worden de documenten op de volgende
manier gecodeerd:
volgnummer in de wachtrij / status van het document /
telefoonnummer van de contactpersoon
.De status van de documenten kan het volgende zijn:
- ZND: verzending
- DZD : doorzending
- OMB: opgeslagen in MBX
- AFR: op afroep
- MBX: verzending naar mailbox
- MBA: afroep van de mailbox
- OPD: opdracht wordt uitgevoerd
- SMS: Sms-verzending
Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij
afdrukken van een documentin het geheugen, in de
wachtrij voor verzending, of opgeslagen in MBX
de wachtrij afdrukken, om de status van elk
document in de wachtrij op te vragen op ofwel:
- volgorde in wacthrij,
- documentnaam of -nummer,
- ingegeven verzendingstijd (fax),
- type van behandeling van het document: verzenden
uit het geheugen, uitgestelde verzending, of uit MBX,
- aantal pagina's van het document,
- documentformaat (percentage ruimte ingenomen in
het geheugen)
Wissen van een verzendaanvraag in de wachtrij.
Direct uitvoeren van een verzending in de
wachtrij
61 - OPDRACHTEN / UITVOEREN
1 Druk op , voer 61 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer het document in de wachtrij.
3 Bevestig uw keuze met OK of om de
geselecteerde verzending onmiddellijk uit te
voeren.
Consulteren of wijzigen van de wachtrij
62 - OPDRACHTEN / WIJZIGEN
1 Druk op , voer 62 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toets OK.
3 U kunt de instellingen van de gekozen
verzendingsaanvraag wijzigen en daarna uw
wijzigingen bevestigen door te drukken op de
toets .
Een verzending in de wachtrij wissen
63 - OPDRACHTEN / WISSEN
1 Druk op , voer 63 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toets OK.
Een document in de wachtrij of opgeslagen
in MBX afdrukken
64 - OPDRACHTEN / AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 64 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toets OK.
Wachtrij afdrukken
65 - OPDRACHTEN / OVERZ. AFDRUK
Druk op , voer 65 in met behulp van het toetsenbord.
Een samenvattend document genaamd **LIJST MET
OPDRACHTEN ** wordt afgedrukt.
Onderbreken van een verzending
Een verzending onderbreken is mogelijk met elk type
document, maar het verschilt voor verzendingen met een
of meerdere geadresseerden.
Voor een verzending met één geadresseerde
uitgevoerd vanuit het geheugen, wordt het document
uit het geheugen gewist.
Voor een verzending met meerdere geadresseerden,
wordt alleen de geadresseerde waarvan de
verzending bezig is op het moment van het
onderbreken, uit de wachtrij van de verzendingen
gewist.
Om een verzending te onderbreken:
1 Druk op .
Er zal een bericht verschijnen met de vraag om het
onderbreken te bevestigen.
2 Druk op de toets om de onderbreking te
bevestigen van de verzending die bezig is.
Als uw apparaat is ingesteld om een verzendrapport af te
drukken, dan wordt het verzendrapport afgedrukt, dat
vermeldt dat de bediener vroeg om de verzending te
onderbreken.
Opmerking
U kunt de wachtrij ook afdrukken via
het menu
57 - AFDRUKKEN /
OPDRACHTEN
.
LFF6050
- 29 -
4 - Fax
Mailbox fax
U beschikt over 32 mailboxen (MBX) waarmee u naar
elke contactpersoon die een fax heeft die compatibel is
met de uwe, berichten vertrouwelijk kunt versturen,
dankzij een toegangscode (genaamd MBX-code).
MBX 00 is openbaar. MBX 00 wordt direct aangemaakt
door de terminal om berichten op te slaan voor de
geheugenontvangst van de fax, vanaf het moment dat de
geheugenontvangst is geactiveerd.
De MBX'en 01 tot 31 zijn privé. Elk ervan wordt
beschermd door een wachtwoord. U kunt ze gebruiken
om documenten vertrouwelijk te ontvangen.
Om toegang te hebben tot een MBX en hem te kunnen
gebruiken, moet u hem eerst maken en er een naam en
een MBX-code (indien nodig) aan toewijzen.
Daarna kunt u:
de kenmerken van een bestaande MBX wijzigen,
de inhoud van een MBX afdrukken, maar alleen als de
MBX een of meerdere documenten bevat (er
verschijnt een sterretje naast de naam van de
betrokken MBX). Een MBX waarvan de inhoud werd
afgedrukt, is leeg,
een MBX wissen, alleen als de MBX werd
geïnitialiseerd en leeg is,
de lijst MBX'en van uw fax afdrukken.
U kunt met de MBX'en vertrouwelijk verzenden en
ontvangen.
Wanneer u een document in uw MBX plaatst, is de
toegangscode niet nodig. Alle documenten die in een
MBX worden geplaatst, worden aan de aanwezige
documenten toegevoegd.
Op afroep zijn MBX'en alleen toegankelijk met een MBX-
code.
U kunt dus opslaan en afroepen met MBX'en door:
een document op te slaan in een MBX van uw fax,
Te verzenden om een document in een MBX van een
fax op afstand te plaatsen,
documenten af te roepen van een MBX van een fax op
afstand.
Een MBX maken
71 - MAILBOX / MAAK MBX AAN
1 Druk op , voer 71 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies een vrije MBX uit de 31 MBX’en of voer
rechtstreeks het nummer in van een vrije MBX en
bevestig met OK.
3 Kies de optie MBX CODE om een toegangscode
toe te wijzen en bevestig met de toets OK.
De waarde 0000 wordt automatisch weergegeven.
4 Voer indien nodig de toegangscode van uw keuze
in en bevestig met de toets OK.
5 Kies de gewenste optie NAAM POSTVAK en
bevestig met de toets OK.
6 Voer de gewenste naam van de MBX in (max 20
tekens) en bevestig met de toets OK.
De MBX is gemaakt. Om een andere MBX te
maken, drukt u op de toets C en herbegint u met
stap 1.
7 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Een bestaande MBX wijzigen
71 - MAILBOX / MAAK MBX AAN
1 Druk op , voer 71 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van
de MBX in, en bevestig met de toets OK.
4 Selecteer het menu met de toetsen MBX CODE of
NAAM POSTVAK en bevestig daarna met de
toets OK.
5 Breng de gewenste wijzigingen aan en bevestig
met de toets OK.
Indien nodig herhaalt u de laatste twee stappen voor het
andere menu.
De inhoud van een MBX afdrukken
73 - MAILBOX / MBX AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 73 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van
de MBX in, en bevestig met de toets OK.
Alle documenten in de MBX worden afgedrukt en de MBX
wordt leeggemaakt.
Een MBX wissen
Controleer eerst of de MBX leeg is, voor u verder gaat. U
moet de inhoud ervan eerst afdrukken.
74 - MAILBOX / WIS MBX
1 Druk op , voer 74 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van
de MBX in, en bevestig met de toets OK.
4 Bevestig het wissen door te drukken op de
toets OK.
De MBX is gewist en wordt toegevoegd aan de lijst vrije
MBX'en.
LFF6050
- 30 -
4 - Fax
Mailboxlijst afdrukken
75 - MAILBOX / PRT MBX LIJST
Druk op , voer 75 in met behulp van het toetsenbord.
In de lijst vindt u de status terug van elke MBX.
Opslaan in een MBX van uw fax
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Selecteer
72 - MAILBOX / MBX AFROEPEN.
3 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
Het document in de documentlader wordt in de gekozen
MBX opgeslagen.
Verzenden voor opslaan in een MBX van
een fax op afstand
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Selecteer
35 - FAX / MBX. ZENDEN.
3 Voer het nummer van de geadresseerde in van de
MBX waarin u het document wilt opslaan of kies uw
kiesmodus en bevestig daarna met de toets OK.
4 Voer het nummer van de MBX van de
geadresseerde in, en bevestig met de toets OK.
5 Als u de verzending wilt uitstellen, voer dan naast
het huidige uur het gewenste uur in, en bevestig
met de toets OK.
6 U kunt de manier van inladen van het document
kiezen, DOC. INVOER of GEHEUGEN en daarna
bevestigen met OK.
7 Voer indien gewenst het aantal pagina's van het
document in dat moet worden verzonden, en
bevestig met de toets OK.
8 Bevestig de verzendaanvraag naar een MBX van
een fax op afstand door op de toets te
drukken.
In het geval van een directe verzending wordt het
document onmiddellijk verzonden.
In het geval van een uitgestelde verzending wordt het
document opgeslagen in het geheugen en wordt de
verzending op het gekozen uur uitgevoerd.
Afroepen van een MBX van een fax op
afstand
36 - FAX / MBX. AFROEP
1 Druk op , voer 36 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het nummer van de contactpersoon in, bij wie
u een afroep van de MBX wilt uitvoeren, of kies uw
kiesmodus, en bevestig daarna met de toets OK.
3 Voer het nummer van de MBX van de
contactpersoon in en bevestig met de toets OK.
4 Voer de toegangscode van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
5 Als u het afroepen wilt uitstellen, voer dan naast het
huidige uur het gewenste uur in en bevestig met de
toets OK.
6 Bevestig de aanvraag voor het afroepen van de
MBX met de toets .
Zodra de fax op afstand wordt opgeroepen, direct of op
het ingestelde uur, worden het document of de
documenten van de MBX van de fax op afstand
ontvangen door uw fax.
Opslaan en afroepen van een fax
U kunt een document opslaan op uw fax, ter beschikking
van iedere contactpersoon die hem met de functie
AFROEPEN oproept.
Om het opslaan van een document te programmeren,
moet u het type ervan vastleggen:
Enkelvoudig: hij kan maar één keer worden
afgeroepen, zowel uit het geheugen als uit de
documentlader,
Meervoudig: hij kan zo vaak als gewenst worden
afgeroepen uit het geheugen.
Om een afroep te programmeren moet de
contactpersoon voor de afroep worden bepaald, en
daarna kunt u volgens de gewenste afroep:
een directe afroep starten,
een uitgestelde afroep programmeren door het
gewenste uur in te stellen,
een afroep voor meerdere contactpersonen, direct of
uitgesteld, starten.
Opmerking
U kunt de mailboxlijst ook afdrukken
via het menu
58 - AFDRUKKEN /
LIJST POSTVAK
.
Opmerking
Controleer eerst of de fax op afstand
compatibel is.
LFF6050
- 31 -
4 - Fax
Document opslaan
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Selecteer
34 - FAX / AFR ZENDEN.
3 Kies het type opslag volgens de tabel hierna:
4 Bevestig uw keuze met de toets OK.
Afroepen van een document dat is
opgeslagen
33 - FAX / AFR ONTVANG
1 Selecteer
33 - FAX / AFR ONTVANG.
2 Voer het nummer in van de contactpersoon
waarvan u het document wilt afroepen of kies uw
kiesmodus.
U kunt meerdere documenten afroepen met de
toets .
3 Afhankelijk van het type uit te voeren afroep moet
u:
Menu Procedure
Enkelvo
udig
1 Kies de DOC. INVOER of
GEHEUGEN.
2 Stel indien nodig het contrast in en
bevestig met de toets OK.
3 Voer het aantal pagina's van het
document in dat u gaat opslaan.
Meervou
dig
1 Stel indien nodig het contrast in en
bevestig met de toets OK.
2 Voer het aantal pagina's van het
document in dat u gaat opslaan.
Menu Procedure
Directe
afroep
1 Druk op .
Uitgestelde
afroep
1 Druk op OK.
2 Voer naast het huidige uur
het uur in waarop u het
document wilt afroepen en
bevestig met de toets .
LFF6050
- 32 -
5 - SMS
SMS
Met de toets SMS kunt u SMS'jes versturen naar uw
contactpersonen overal ter wereld. SMS ("Short Message
Service") is een korteberichtendienst naar mobiele
telefoons of andere apparaten die compatibel zijn met
SMS.
Het aantal tekens per bericht is afhankelijk van de
provider en van het land van waaruit u SMS'jes verstuurt
(bijv. Frankrijk 160 tekens, Italië 640 tekens).
Configuratie van SMS-instellingen
Weergave van de afzender
Met deze instelling kunt u de naam en het nummer van de
afzender van een SMS'je weergeven.
41 - SMS SERVICE / AFZENDER
1 Druk op , voer 41 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste weergave van de afzender,
ON of OFF, met de toets of .
3 Bevestig met OK.
Berichtencentrale voor SMS-verzendingen
Met deze instelling kunt u het nummer van de
berichtencentrale voor SMS-verzendingen invoeren. Dat
nummer wordt u bezorgd door uw provider.
421 - SMS SERVICE / INIT. SMS / SERVER
1 Druk op , voer 421 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het nummer van de server voor verzendingen
in met het numerieke toetsenbord.
3 Bevestig met OK.
Een SMS verzenden
1 Druk op de toets .
2 Voer de SMS-tekst in met het alfabetische
toetsenbord.
Daarvoor staat een tekstverwerker ter beschikking:
voor de hoofdletters gebruikt u de toets Ï,
om in het invoerveld te navigeren, gebruikt u de
toetsen en ,
om per woord in de tekst te navigeren, drukt u
op de toets CTRL en een van de
navigatietoetsen ( of ),
om naar de volgende regel te gaan, drukt u op
de toets ,
om een teken te wissen (door met de cursor
naar links te gaan) drukt u op de toets
Í or C.
3 Bevestig met OK.
4 Voer het nummer van de geadresseerde in
(mobiele telefoon of elk apparaat compatibel met
SMS) met een van de volgende mogelijkheden:
voer het nummer in met het numerieke
toetsenbord,
voer de eerste letters van de naam van de
geadresseerde in,
druk op de toets tot uw contactpersoon
verschijnt (de contactpersonen zijn alfabetisch
geklasseerd).
Uw SMS'je kan naar een of meerdere
geadresseerden worden gestuurd. Om een
SMS te verzenden:
naar één geadresseerde, bevestig met de
toets OK .
naar meerdere personen:
5 druk op de toets en voer het nummer van de
volgende geadresseerde in.
6 Herhaal die stap tot de laatste geadresseerde
(maximum 10). Bevestig de ingevoerde
geadresseerde(n) met de toets OK. Verzenden
SMS verschijnt op het scherm tijdens de
verzending van het SMS'je.
•Als SMS op het scherm verschijnt, staat de verzending
van het SMS'je in de wachtrij en volgt over enkele
minuten een nieuwe poging. Om die verzending direct
uit te voeren of te annuleren (zie paragraaf Wachtrij
verzendingen, pagina 27).
Om te controleren of de verzending van het SMS'je
goed verliep, kunt u het Logboek verzendingen
afdrukken (zie paragraaf Logboeken afdrukken,
pagina 39).
Belangrijk
De SMS-service is afhankelijk van het
land en de provider.
Opmerking
Voor de SMS-service worden
speciale tarieven gebruikt.
LFF6050
- 33 -
6 - Parameters/Instellingen
Parameters/
Instellingen
U kunt uw apparaat instellen in functie van uw behoeften.
In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de
verschillende functies.
U kan de functiegids en de mogelijke instellingen van uw
multifunctionele apparaat afdrukken.
Datum/tijd
U kunt op elk moment de datum en de tijd van uw
multifunctionele terminal instellen.
Afhankelijk van het land dat op het apparaat
geconfigureerd is, is het datumformaat van het type
DDMMJJ (bv. Frankrijk) of MMDDJJ (bv. VS).
21 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD
1 Druk op , voer 21 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Voer de cijfers van de tijd en datum één voor één
in (bijvoorbeeld voor 8 november 2004 om 9.33 u.
drukt u op 0811040933 of 11080433) en drukt u op
OK om te bevestigen.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Instellen van zomertijd / wintertijd
In dit menu kunt u kiezen of automatisch naar zomertijd/
wintertijd moet worden overgeschakeld of niet.
Het menu 21>DATUM/TIJD bevat 2 submenu’s:
Manuele modus
211 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD / WIJZIGEN
Uw multifunctionele apparaat zal u vragen om de datum
en tijd te wijzigen via het numerieke toetsenbord.
Automatische modus
212 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD / AUTOM.
AANP.
Als u ZONDER selecteert en bevestigt met OK, dan zal
de zomertijd / wintertijd niet automatisch worden
veranderd. Om het apparaat op de nieuwe tijd in te
stellen, moet u het menu 211 WIJZIGEN gebruiken.
Als u MET selecteert en bevestigt met OK, hoeft u zich
niet te bekommeren over een wijziging eind maart (+ 1u.)
en oktober (-1 u.) U zult gewoon ingelicht worden over de
wijziging via een bericht op het scherm.
De standaardparameter is ZONDER.
Waarschuwingsbericht
Bij de automatische overgang van en naar zomertijd /
wintertijd zal een melding weergegeven worden om u in
te lichten dat de tijd van het multifunctionele apparaat
werd gewijzigd.
of
Bij uw volgende handeling op het toetsenbord van het
multifunctionele apparaat wordt de melding automatisch
gewist.
Uw faxnummer/uw naam
Met uw multifunctionele terminal kunt u op elke
verzonden fax het nummer en de naam laten afdrukken
die u vooraf hebt ingevoerd.
Om uw faxnummer en naam op te slaan:
22 - INSTELLINGEN / NUMMER/NAAM
1 Druk op , voer 22 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) en bevestig
met OK .
3 Voer uw naam in (max. 20 tekens). Bevestig
met OK.
Als u bijvoorbeeld de letter C wilt intikken, drukt u
op de toets C tot de letter op het scherm verschijnt.
4 Druk op om dit menu af te sluiten.
Opmerking
De ontwikkeling van uw terminal
stopt niet. Regelmatig zijn er nieuwe
functies beschikbaar.
Om die te kunnen benutten, bezoekt
u onze website www.sagem-
communications.com. U kunt ook
de updatefunctie gebruiken die bij
de Companion Suite Pro-software
zit om de laatste online-updates te
downloaden (zie Firmware-update,
pagina 83).
Belangrijk
Deze functie is enkel beschikbaar als
het land dat op het apparaat werd
geconfigureerd, deel uitmaakt van de
Europese Unie.
25-03-07 02:01
CONTROLEREN UUR
28-10-07 02:01
CONTROLEREN UUR
Belangrijk
Daarvoor moet de instelling
KOPREGEL ZEND zijn ingesteld op
MET (zie Technische instellingen,
pagina 37).
De functie KOPREGEL ZEND is
standaard geactiveerd op het
Amerikaanse model en kan niet
worden gewijzigd.
LFF6050
- 34 -
6 - Parameters/Instellingen
Type netwerk
U kunt uw fax aansluiten op een openbaar
telefoonnetwerk of op een privénetwerk, dat bijvoorbeeld
is opgebouwd met een automatische telefooncentrale
PABX. U moet het type netwerk instellen dat u past.
Om het type netwerk te kiezen:
251 - INSTELLINGEN / TEL.NETWERK / SOORT
CENTR
1 Druk op , voer 251 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie PABX of OPENBAAR en
bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit, achter de
telefooncentrale van een bedrijf, is het mogelijk dat u een
lokaal voorkiesnummer moet opgeven (zie Lokaal
prefix).
Geografische instellingen
Met deze instellingen kunt u de terminal gebruiken in
verschillende vooraf ingestelde landen en met
verschillende talen.
Landen
Door een land te kiezen, initialiseert u:
de instellingen van het openbare telefoonnetwerk,
de standaardtaal.
Om het land te kiezen:
201 – INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / LAND
1 Druk op , voer 201 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met de
toets OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Telecommunicatienetwerk
Met deze instelling kunt u handmatig het type openbare
telefoonnetwerk voor een land instellen, zodat uw
apparaat in overeenstemming met de geldende normen
kan communiceren met het openbare telefoonnetwerk
van het gekozen land.
Standaard stelt u met de keuze van een land met het
commando 201 automatisch het type openbare
telefoonnetwerk in het betrokken land in.
Om het type te gebruiken openbaar telefoonnetwerk
handmatig te kiezen:
202 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / NETWERK
1 Druk op , voer 202 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met de
toets OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Weergavetaal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen voor de menu's.
De standaardinstelling is Engels.
Om de taal te kiezen:
203 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / TAAL
1 Druk op , voer 203 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste taal met de toetsen en, en
bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Lokaal prefix
Deze functie wordt gebruikt als uw fax in een
privénetwerk wordt geïnstalleerd, achter een
automatische bedrijfstelefooncentrale. Daarmee kunt u
instellen dat er automatisch een lokaal prefix (in te
stellen) wordt toegevoegd, zodat het bedrijfsnetwerk
automatisch wordt verlaten, op voorwaarde dat:
de interne telefoonnummers van het bedrijf, waarvoor
het prefix niet wordt gebruikt, korter zijn dan de
minimale lengte (bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk);
de externe nummers, waarvoor het prefix nodig is,
langer zijn dan of gelijk zijn aan de minimale lengte
(in te stellen, bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk).
Belangrijk
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE".
Belangrijk
Die instelling verschilt van de
instelling SOORT CENTR, waarmee
u kunt kiezen tussen een openbaar
telefoonnetwerk of een privénetwerk.
Opmerking
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE X":
ANDERE 1: TRB21
ANDERE 2: VS
ANDERE 3: Rusland
ANDERE 4: Jordanië
ANDERE 5: Israël
ANDERE 6: TRB21
LFF6050
- 35 -
6 - Parameters/Instellingen
In twee stappen stelt u het lokale prefix in voor uw fax:
1 stel de minimale lengte (of gelijke lengte) in van
de externe telefoonnummers van het bedrijf,
2 stel het lokale prefix in om het bedrijfsnetwerk te
verlaten. Het prefix wordt automatisch toegevoegd
als een extern telefoonnummer wordt opgeroepen.
252 - INSTELLINGEN / TEL. NETWERK / PREFIX
1 Druk op , voer 252 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het vereiste minimale FORMAATNUMMER
van de nummers buiten het bedrijf in en bevestig
met OK.
Die minimumlengte moet tussen 1 en 30 liggen.
3 Voer het vereiste lokale PREFIX om het
bedrijfsnetwerk te verlaten in (max. 10 tekens) en
bevestig met OK.
4 Druk op om dit menu af te sluiten.
Verzendrapport
U kunt een verzendrapport afdrukken voor alle
communicatie via het telefoonnetwerk (RTC).
U kunt kiezen tussen verschillende criteria voor het
afdrukken van rapporten:
MET: een rapport wordt verzonden als de verzending
goed was of als ze definitief geannuleerd werd (maar
er is maar één rapport per aangevraagde verzending),
ZONDER: geen verzendrapport, niettemin vermeldt
uw fax in zijn Logboek verzendingen alle uitgevoerde
verzendingen,
ALTIJD: er wordt bij elke verzendpoging een rapport
afgedrukt,
ZENDFOUT: er wordt alleen een rapport afgedrukt als
de verzendpoging fout ging of de aanvraag tot
verzending definitief werd geannuleerd.
Bij elk verzendrapport uit het geheugen wordt
automatisch een verkleinde afbeelding van de eerste
pagina van het document gevoegd.
Om het type rapport te kiezen:
231 – ZENDEN / ZENDJOURNAAL
1 Druk op , voer 231 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie MET, ZONDER, ALTIJD of
ZENDFOUT en bevestig uw keuze met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Manier van inladen van de
documenten
U kunt de manier van inladen van uw te verzenden
documenten kiezen:
uit het geheugen, de verzending gebeurt pas nadat
het document en het nummer in het geheugen werden
geplaatst.
Daarmee kunt u de originelen sneller terughalen.
•uit de doc. invoer van de sheetfeedscanner, de
verzending gebeurt na het intoetsen van het nummer
en het inscannen van het document. Hiermee kunt u
grote documenten versturen.
Om de manier van inladen van de documenten te kiezen:
232 – INSTELLINGEN / ZENDEN / DOC. ZENDEN
1 Druk op , voer 232 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de optie GEHEUGEN of DOC.INVOER en
bevestig uw keuze met OK.
In de modus doc. invoer verschijnt geen verkleinde
afbeelding op het verzendrapport.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Daluren
Met deze functie kunt u faxverzendingen uitstellen tot
daluren en uw verzendkosten beperken.
De daluren, tijdens welke telefoneren goedkoper is, zijn
standaard ingesteld van 19h00 tot 07h30. U kunt ze
echter wijzigen.
Om de daluren te wijzigen:
233 - INSTELLINGEN / ZENDEN / DALUREN
1 Druk op , voer 233 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de nieuwe daluren in (bijvoorbeeld 19.00-
07.30 u.) en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Om de daluren te gebruiken:
32 - FAX / SPAARMODUS
1 Selecteer 32 - FAX / SPAARMODUS.
2 Voer het nummer van de geadresseerde in en
bevestig met de toets OK.
3 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de
toets OK.
Belangrijk
Als u een lokaal prefix hebt
ingesteld, voer het dan niet in als u
nummers in het geheugen van de
kiescodes invoert: het wordt
immers automatisch aan elk
nummer toegevoegd.
Opmerking
Om een pauze in te lassen voor een
kiestoon (“/”-teken), drukt u
tegelijkertijd op C
TRL en M of houdt
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het
numerieke toetsenbord tot het “/”-
teken verschijnt.
LFF6050
- 36 -
6 - Parameters/Instellingen
4 Kies de manier van inladen die u wilt,
DOC.INVOER of GEHEUGEN en bevestig met de
toets OK.
5 U kunt het aantal pagina's van het document dat
moet worden verzonden invoeren, en daarna
bevestigen met de toets OK.
6 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Ontvangstmodus
Deze functie biedt u de mogelijkheid om, als u een extern
apparaat (telefoon, antwoordapparaat) heeft aangesloten
op de uitgang EXT van uw terminal, via USB of aan uw
telefoonstekker, het apparaat dat de faxen en/of
berichten ontvangt te kiezen.
U kunt kiezen tussen de volgende ontvangstmodi :
VON HAND : de terminal ontvangt geen enkel
document automatisch. Op het moment dat u de
telefoon opneemt en u constateert dat u een fax
ontvangt, dient u op de toets van de terminal te
drukken om de fax aan te nemen.
FAX : de faxontvangstmodus begint systematisch op
de terminal.
FAX-ANTW : de ontvangst van de fax begint
automatisch op de terminal, de ontvangst van
telefoonverbindingen begint automatisch op het
externe apparaat.
Druk op de toetsen #0 van uw telefoon om het
detecteren van een fax te annuleren.
FAX-TEL : de ontvangst van de fax begint
automatisch op de terminal, de ontvangst van
telefoonverbindingen gebeurt automatisch via de
DECT-basis (en geregistreerde telefoons).
Druk op de toetsen #0 van uw telefoon om het
detecteren van een fax te annuleren.
Om het type ontvangst te kiezen:
241 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTVANGST
1 Druk op , voer 241 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Ontvangst zonder papier
Met uw fax kunt u ook de ontvangst van documenten
aanvaarden of weigeren, als uw printer niet beschikbaar
is (geen papier,...).
Als de printer van uw fax niet beschikbaar is, kunt u
kiezen tussen twee modi voor ontvangst:
ontvangstmodus ZONDER PAPIER, uw fax slaat de
ontvangen faxen in het geheugen op,
ontvangstmodus MET PAPIER, uw fax weigert alle
binnenkomende faxen.
Om het type ontvangst te kiezen:
242 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV.
PAPIER
1 Druk op , voer 242 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie MET of ZONDER en
bevestig OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Aantal kopieën
U kunt meerdere exemplaren afdrukken (1 tot 99) van
ontvangen documenten.
Om het aantal exemplaren van elk ontvangen document
in te stellen:
243 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / AANTAL
KOPIE
Belangrijk
Indien u op de uitgang EXT van uw
terminal of op uw telefoonstekker een
telefoon heeft aangesloten , raden wij
u aan om de ontvangst op VON
HAND in te stellen.
Indien u een DECT-basis op de USB-
poort van uw terminal hebt
aangesloten, raden wij u aan om de
ontvangst op FAX-TEL in te stellen.
Indien u een oproep ontvangt, neemt
u op met deze telefoon en hoort u de
specifieke toon van een faxbericht. U
kunt:
- drukken op de toets van uw
terminal of op de toetsen #7 van uw
telefoon om de fax te accepteren.
Belangrijk
Papiergebrek wordt aangeduid door
een biep en een schermbericht.
De ontvangen faxen worden dan
bewaard in het geheugen (pictogram
knippert) om te worden afgedrukt
als er papier beschikbaar is.
LFF6050
- 37 -
6 - Parameters/Instellingen
1 Druk op , voer 243 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Bij elk ontvangen document drukt uw fax het aantal
kopieën af dat u hebt ingesteld.
Ontvangst fax of pc
Met dit menu, gecombineerd met een
softwareprogramma geïnstalleerd op uw pc, kunt u het
apparaat kiezen dat de documenten ontvangt:
de fax,
de pc,
de pc als hij beschikbaar is, anders de fax.
244 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV. PC
Raadpleeg voor meer details Faxcommunicatie,
pagina 66 in hoofdstuk PC-Functies.
Aanpassen aan pagina
Met dit menu kunt u ontvangen faxen automatisch
aanpassen aan het paginaformaat bij het afdrukken.
Ontvangen faxen worden dan automatisch verkleind of
vergroot om op het paginaformaat te passen dat op het
apparaat wordt gebruikt.
Om de modus Aanpassen aan pagina in te schakelen:
245 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / PAG.
AANPAS.
1 Druk op , voer 245 in met het toetsenbord.
2 Selecteer de optie MET of ZONDER en bevestig
met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Verkleiningsmodus ontvangen faxen
Met dit menu kunt u ontvangen faxen verkleinen alvorens
ze af te drukken. Deze aanpassing kan automatisch of
manueel zijn.
Automatische modus:
De modus past het formaat van ontvangen faxen
automatisch aan.
Automatische modus instellen:
246 – INSTELLINGEN / ONTVANGST / REDUCTIE
1 Druk op , voer 246 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies voor AUTOMATISCH en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Manuele modus:
Het apparaat stelt een reductie voor van 70 tot 100 %.
Buiten die waarden zal het apparaat een pieptoon
genereren als foutmelding. Deze vaste verkleining wordt
gebruikt bij het afdrukken van ontvangen documenten,
ongeacht het gebruikte papierformaat.
Manuele modus instellen:
246 – INSTELLINGEN / ONTVANGST / REDUCTIE
1 Druk op , voer 246 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies voor VAST en bevestig met OK.
3 Voer de verkleiningswaarde in (tussen 70 en 100)
en bevestig met OK.
4 Druk op om dit menu af te sluiten.
Technische instellingen
Uw terminal is al standaard ingesteld als u hem ontvangt.
U kunt hem echter precies aan uw behoeften aanpassen
door de technische parameters in te stellen.
Om de technische parameters in te stellen:
29 - INSTELLINGEN / PARAMETERS
1 Druk op , voer 29 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste parameters en bevestig met OK.
3 Met de toetsen of kunt u de gewenste
parameters wijzigen volgens de tabel hierna en
daarna bevestigen met de toets OK.
Parameter Betekenis
1 - Resolutie
Standaardwaarde voor de
scanresolutie van te verzenden
documenten.
2 - Kopregel zend
Belangrijk: deze parameter is
standaard geactiveerd op het
Amerikaanse model en kan niet
worden gewijzigd.
Als deze instelling actief is, worden
alle documenten ontvangen door
uw contactpersonen afgedrukt met
een kopregel waarin uw naam,
nummer, datum en aantal pagina's
worden vermeld.
Let op: als u een fax verzendt uit
de documentlader, dan staat de
kopregel niet op het ontvangen
document van uw contactpersoon.
LFF6050
- 38 -
6 - Parameters/Instellingen
3 - Zend snelheid
Zendsnelheid voor uitgaande
documenten.
Als de kwaliteit van de telefoonlijn
goed is (aangepast, geen echo),
wordt de communicatie meestal
aan de maximumsnelheid
uitgevoerd.
Het kan echter nodig zijn om de
snelheid voor sommige
communicaties te beperken.
4 - Echo bev
Als deze parameter actief is, wordt
de echo op de lijn verminderd bij
communicatie op lange afstand.
5 - Ept mode
Voor sommige oproepen over
lange afstanden (satellieten) kan
de echo op de lijn de
communicatie moeilijk maken.
7 - Comm display
Keuze tussen weergave van de
communicatiesnelheid of van het
paginanummer dat wordt
verstuurd.
8 - Eco energy
Keuze voor de tijd tot het apparaat
in slaapstand wordt gezet: na die
tijd (in minuten) ZONDER gebruik
of tijdens de daluren van uw
keuze, wordt het apparaat in
slaapstand gezet.
Opmerking: u kunt deze
parameter ook openen door op de
toets te drukken vanuit het
inactieve scherm
10 - Kopregel ontv.
Als deze parameter actief is,
worden alle door uw terminal
ontvangen documenten afgedrukt
met een kopregel waarop de naam
en het nummer van de zender
(indien beschikbaar) worden
vermeld, en de datum van het
afdrukken en het aantal pagina's.
11 - Ontv. snelheid
Zendsnelheid voor uitgaande
documenten.
Als de kwaliteit van de telefoonlijn
goed is (aangepast, geen echo),
wordt de communicatie meestal
aan de maximumsnelheid
uitgevoerd.
Het kan echter nodig zijn om de
snelheid voor sommige
communicaties te beperken.
12 - Belsignaal
Aantal belsignalen waarna uw
apparaat automatisch start.
Parameter Betekenis
13 – Discard size
De parameter Discard size
(papierlengte) wordt alleen
gebruikt om ontvangen faxen af te
drukken. Soms heeft een
document te veel regels om te
kunnen worden afgedrukt op een
bepaald papierformaat. Via deze
parameter legt u grenzen vast
waarbij de extra regels worden
afgedrukt op een tweede blad.
Voorbij deze grens worden de
extra lijnen gewist.
Indien u kiest voor MET wordt de
grens ingesteld op 3 centimeter.
Indien u kiest voor ZONDER wordt
de grens ingesteld op 1 centimeter.
20 - E.C.M.
(foutcorrectie)
Als deze parameter actief is,
worden communicatiefouten door
gestoorde telefoonlijnen
gecorrigeerd. Die parameter is
nuttig als de lijnen van lage
kwaliteit of gestoord zijn. De
verzendtijd kan echter langer zijn.
25 - Tel impedance
Met deze instelling kunt u kiezen
tussen een complexe impedantie
of een impedantie van 600 ohm,
afhankelijk van het net waarop uw
telefoon is aangesloten.
80 - Tonerbesparen
Lichtere afdrukken om te besparen
op inkt.
90 - RAW-Poort
Nummer van de printerpoort van
het RAW-netwerk.
91 - Fout time-out
Wachttijd voordat het document
dat wordt afgedrukt, wordt
geannuleerd wegens een fout van
de printer in de modus afdrukken
via pc.
92 - Wacht timeout
Wachttijd voor gegevens van de pc
vóór annulering van de afdruktaak
via de pc.
93 -Vervng formaa
Wijzigen van het paginaformaat.
Hiermee kunt u een document in
het LETTER-formaat op A4-
pagina's afdrukken door de
parameter op LETTER/A4 in te
stellen.
96 - WEP sleut.NR
Aantal toegestane WEP-sleutels
(tussen 1 en 4).
Parameter Betekenis
LFF6050
- 39 -
6 - Parameters/Instellingen
Afdrukken van de functiegids
51 – AFDRUKKEN / HELPFUNCTIE
Druk op , voer 51 in met behulp van het toetsenbord.
Het afdrukken van de functielijst wordt gestart.
Logboeken afdrukken
Het Logboek verzendingen en Logboek ontvangst
houden de 30 laatste communicaties bij (verzendingen en
ontvangsten) van uw fax.
Ze worden automatisch afgedrukt om de 30
communicaties. U kunt echter op elk moment een afdruk
vragen.
Elk logboek (verzenden en ontvangen) bevat in een tabel
de volgende gegevens:
datum en tijd van de verzending of ontvangst van het
document,
nummer of e-mailadres van de contactpersoon,
verzendmodus (Normaal, Fijn, Superfijn of Foto),
aantal verzonden en ontvangen pagina's,
duur van de communicatie,
resultaat van de verzending en de ontvangst: met de
melding CORRECT als de verzending goed is
verlopen, informatiecodes
of
voor speciale oproepen (afroepen, handmatige
communicatie enz.)
oorzaak van communicatiestoringen (bijvoorbeeld: de
contactpersoon heeft niet afgehaakt).
Om de logboeken af te drukken:
54 – AFDRUKKEN / JOURNALEN
Druk op , voer 54 in met het toetsenbord.
Het afdrukken van de logboeken wordt gestart. Het
Logboek verzendingen en Logboek ontvangst worden op
dezelfde pagina afgedrukt.
Instellingenlijst afdrukken
Om de instellingenlijst af te drukken:
56 – AFDRUKKEN / INSTELLINGEN
Druk op , voer 56 in met het toetsenbord.
Het afdrukken van de instellingenlijst wordt gestart.
Blokkering
Met deze functie kan de toegang tot het apparaat door
onbevoegde personen worden verhinderd. Er wordt een
toegangscode gevraagd telkens als iemand het apparaat
wilt gebruiken. Na elk gebruik blokkeert het apparaat
zichzelf automatisch.
Eerst moet u een blokkeercode invoeren.
811 - OVERZ TELLERS / BLOKK. /
BLOKKEERCODE
1 Druk op , voer 811 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer uw (4-cijferige) blokkeercode in met het
toetsenbord, druk ter bevestiging op OK.
3 Bevestig de (4-cijferige) code door hem nogmaals
in te voeren, en bevestig dat met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Blokkering van het toetsenbord
U moet uw code invoeren telkens als u de terminal
opnieuw gebruikt.
812 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK.TOETSB
1 Druk op , voer 812 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of MET en bevestig
met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Als er al een code is opgeslagen,
moet u de oude code invoeren
voordat u hem kunt aanpassen.
LFF6050
- 40 -
6 - Parameters/Instellingen
Blokkering nummer
Met deze functie blokkeert u het invoeren van
telefoonnummers om te kiezen en kan het numerieke
toetsenbord niet meer worden gebruikt. De verzendingen
zijn alleen mogelijk met nummers uit de lijst kiescodes.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de nummers:
813 – OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK.
NUMMER
1 Druk op , voer 813 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op de toets OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of ALLEEN TEL BK en
bevestig met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Blokkering SMS service
Met die functie blokkeert u de toegang tot de SMS-
service.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de SMS-service:
815 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / SMS BLOKK.
1 Druk op , voer 815 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op de toets OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of MET en bevestig
met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De Media-service blokkeren
Met die functie blokkeert u de toegang tot de Media-
service. Er wordt een toegangscode gevraagd telkens als
iemand de functies van de USB-stick wilt gebruiken.
de inhoud van een aangesloten USB-sleutel scannen,
afdrukken vanaf een USB-sleutel, bestanden wissen,
ontvangen faxen op een USB-sleutel archiveren.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de Media-service:
816 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / LOCK MEDIA
1 Druk op , voer 816 in met het toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op de toets OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of MET en bevestig
met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De tellers ophalen
U kunt de tellerstanden van het toestel op elk moment
inzien.
U kunt de volgende tellerstanden inzien:
aantal verzonden pagina’s,
aantal ontvangen pagina’s,
aantal gescande pagina’s,
aantal afgedrukte pagina’s.
Teller verzonden pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die vanaf uw
apparaat werden verzonden:
821 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ZENDEN
1 Druk op , voer 821 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal verzonden pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Teller ontvangen pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die door uw
apparaat werden ontvangen:
822 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ONTVANGEN
1 Druk op , voer 822 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal ontvangen pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Teller gescande pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die door uw
apparaat werden gescand:
823 - OVERZ TELLERS / TELLERS / PGS
GESCAND
1 Druk op , voer 823 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal gescande pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Teller afgedrukte pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die op uw
apparaat werden afgedrukt:
824 - OVERZ TELLERS / TELLERS / AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 824 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal afgedrukte pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
LFF6050
- 41 -
6 - Parameters/Instellingen
Afbeelden stand verbruiksartikelen
U kunt op elk moment het verbruik van de inktcartridge
raadplegen. Die waarde wordt in percenten uitgedrukt.
86 - OVERZ TELLERS / VERBRUIKSPROD.
1 Druk op , voer 86 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het percentage beschikbare toner verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Kalibrering van de scanner
U kunt deze operatie uitvoeren als de kwaliteit van de
gefotokopieerde documenten onvoldoende is.
80 - OVERZ TELLERS / KALIBRERING
1 Druk op , voer 80 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 De scanner is gestart en een kalibratie wordt
automatisch uitgevoerd.
3 Het standby-scherm wordt geopend na het
kalibreren
.
LFF6050
- 42 -
7 - Lijst met kiescodes
Lijst met
kiescodes
U kunt in het geheugen een lijst met kiescodes bestaande
uit gegevenskaarten van contactpersonen en groepen
van contactpersonen maken. U kunt tot 250 kaarten in het
geheugen opslaan, die u in 20 groepen contactpersonen
kunt groeperen.
Voor elke gegevenskaart of groep kunt u de inhoud van
de kaart maken, raadplegen, wijzigen en wissen. U kunt
die lijst met kiescodes ook afdrukken.
U kunt uw telefoonboek ook maken en beheren met het
pc-pakket. Voor meer informatie over deze functie, zie
paragraaf PC-Functies, pagina 55.
Een gegevenskaart maken
Om een gegevenskaart te maken:
11 - KIESCODES / NIEUW CONTACT
1 Druk op , voer 11 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de NAAM in van uw contactpersoon met het
alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en
bevestig met OK.
3 Voer het faxNUMMER in van uw contactpersoon
met het numerieke toetsenbord (max. 30 cijfers) en
bevestig met OK.
4 Kies het NR. NOTERING (nr gegevenskaart) in uw
telefoongids met het numerieke toetsenbord of
aanvaard het voorgestelde nummer, en
bevestig OK.
5 Kies MET SNELTOETS als u een ingekort nummer
aan de gegevenskaart wilt toewijzen. De eerste
beschikbare letter verschijnt, gebruik de toets of
om een andere letter te kiezen. Bevestig
met OK.
6 Kies de SNELHEID voor de verzending van faxen.
U kunt kiezen tussen 2400, 4800, 7200, 9600,
12000, 14400 en 33600 met de toetsen of .
Bevestig met OK.
Voor een telefoonlijn van goede kwaliteit, die
geschikt is en zonder echo, wordt de
maximumsnelheid aanbevolen.
Een lijst van contactpersonen maken
Om een lijst van contactpersonen te maken:
12 - KIESCODES / NIEUW LIJST
1 Druk op , voer 12 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de NAAM in van de lijst met het
alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en
bevestig met OK.
3 LIJST OPSTELLEN: gebruik of om uit de
bestaande gegevens de contactpersonen van uw
lijst te kiezen en bevestig met OK. Herhaal deze
handeling voor elke contactpersoon die u aan uw
lijst wilt toevoegen.
4 Voer het GROEP NR. van de lijst in met het
numerieke toetsenbord of aanvaard het
voorgestelde nummer, en bevestig met OK.
Een gegevenskaart wijzigen
Om een gegevenskaart of een lijst met contactpersonen
te wijzigen:
13 - KIESCODES / WIJZIGEN
1 Druk op , voer 13 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Navigeer met de toetsen of door uw
telefoongids en kies de te wijzigen gegevenskaart
of lijst met de toets OK.
3 Blader door de gegevens van de geselecteerde
gegevenskaart of lijst met of . Druk op OK
wanneer de gegevens die u wilt wijzigen op het
scherm verschijnen.
4 De cursor verschijnt op het einde van de regel.
Druk op C om tekens te wissen.
5 Voer de nieuwe gegevens in en druk ter
bevestiging op OK.
6 Herhaal de handeling voor elke regel die u wilt
wijzigen.
Een gegevenskaart of een lijst wissen
Om een gegevenskaart of een lijst met contactpersonen
te wissen:
14 - KIESCODES / WISSEN
1 Druk op , voer 14 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Navigeer met de toetsen of door uw
telefoongids en kies de te wissen gegevenskaart of
lijst met de toets OK.
3 Bevestig het wissen met de toets OK.
4 Ga op dezelfde manier te werk om andere
gegevenskaarten of lijsten te wissen.
Belangrijk
Als uw multifunctioneel apparaat is
verbonden met een automatische
telefooncentrale (PABX), kunt u een
pauze programmeren na het kiezen
van het prefix om het bedrijfsnetwerk
te verlaten.
Om een pauze in te lassen voor een
kiestoon (“/”-teken), drukt u
tegelijkertijd op C
TRL and M of houdt
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het
numerieke toetsenbord tot het “/”-
teken verschijnt.
Raadpleeg voor details Lokaal
prefix, pagina 34.
Belangrijk
De lijsten worden geïdentificeerd in
de lijst kiescodes door de letter G
naast de naam ervan.
LFF6050
- 43 -
7 - Lijst met kiescodes
De lijst met kiescodes afdrukken
Om de lijst met kiescodes af te drukken:
15 - KIESCODES / AFDRUKKEN
Druk op , voer 15 in met behulp van het toetsenbord.
De lijst met kiescodes wordt in alfabetische volgorde
afgedrukt.
De lijst met kiescodes opslaan/
herstellen (optie Smart card)
Met deze functie kunt u de inhoud van uw lijst met
kiescodes op een Smart card opslaan en terug op uw
machine zetten.
Om de inhoud van uw lijst met kiescodes op te slaan op
uw Smart card:
161 - KIESCODES / OPSLAAN/LADEN / OPSLAAN
1 Druk op , voer 16 in met het toetsenbord.
2 Selecteer OPSLAAN om gegevens van de kieslijst
op te slaan op de Smart card en bevestig met OK.
3 Stop uw Smart card in het apparaat.
Om de inhoud van uw lijst met kiescodes terug te zetten
vanaf uw Smart card:
162 - KIESCODES / OPSLAAN/LADEN / LADEN
1 Druk op , voer 16 in met het toetsenbord.
2 Selecteer LADEN om gegevens van de kieslijst
terug te zetten vanaf de Smart card en bevestig
met OK.
3 Bevestig met OK.
4 Stop uw Smart card in het apparaat.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt de lijst met kiescodes ook
afdrukken via het menu
55 -
AFDRUKKEN / KIESCODES
.
Belangrijk
Deze functie is enkel beschikbaar
voor onderhoudstechnici met een
Smart card.
LFF6050
- 44 -
8 - Spelletjes en kalender
Spelletjes en
kalender
Sudoku
Sudoku is een Japans puzzelspel. Het spel wordt
weergegeven in een rooster van drie bij drie velden die
elk zijn onderverdeeld in 9 (3x3) vakjes. Afhankelijk van
de moeilijkheidsgraad zijn er meer of minder cijfers
ingevuld aan het begin van het spel. Het doel is om de
cijfers 1 tot en met 9 onder te verdelen in de vakjes op een
dusdanige wijze dat elk getal maar een keer voorkomt op
elke lijn, in elke kolom en in elk van de negen velden. Er
is maar 1 oplossing.
Het afdrukken van een rooster
Er zijn in totaal 400 Sudoku-roosters beschikbaar, 100
voor elk moeilijkheidsniveau.
521 - AFDRUKKEN / SUDOKU / PRINT GRID
1 Druk op , voer 5 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 Selecteer SUDOKU met de knop of .
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer PRINT GRID met de knop of .
5 Selecteer de moeilijkheidsgraad: EASY LEVEL
(gemakkelijk), MEDIUM LEVEL (gemiddeld),
HARD LEVEL (moeilijk), EVIL LEVEL (niet te
doen) met de knop of .
6 Bevestig met OK.
7 Kies het rooster dat u wilt door het desbetreffende
nummer op de het cijfertoetsenbord (1 tot 100) in te
voeren.
8 Bevestig met OK.
9 Kies het aantal gewenste exemplaren door op het
cijfertoetsenbord een getal tussen de 1 en 9 in te
voeren.
10 Bevestig met OK.
Het gewenste aantal roosters wordt afgedrukt.
Het afdrukken van de oplossing van een
rooster
522 - AFDRUKKEN / SUDOKU / PRT SOLUTION
1 Druk op , voer 5 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 Selecteer SUDOKU met de knop of .
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer PRT SOLUTION met de knop of .
5 Selecteer de moeilijkheidsgraad: EASY LEVEL
(gemakkelijk), MEDIUM LEVEL (gemiddeld),
HARD LEVEL (moeilijk), EVIL LEVEL (niet te
doen) met de knop of .
6 Bevestig met OK.
7 Kies het rooster dat u wilt door het desbetreffende
nummer op de het cijfertoetsenbord (1 tot 100) in te
voeren.
8 Bevestig met OK.
9 Kies het aantal gewenste exemplaren door op het
cijfertoetsenbord een getal tussen de 1 en 9 in te
voeren.
10 Bevestig met OK.
Het gewenste aantal roosters wordt afgedrukt.
Kalender
Met deze functie kunt u de kalender voor een jaar naar
keuze afdrukken.
53 - AFDRUKKEN / CALENDAR
1 Druk op , voer 5 in met het toetsenbord. Bevestig
met OK.
2 Selecteer CALENDAR met de knop of .
3 Bevestig met OK.
4 Kies het jaar waarvan u een kalender wenst af te
drukken door het nummer in te voeren op het
numerieke toetsenbord (bijvoorbeeld: 2009).
5 Bevestig met OK.
De kalender van het gevraagde jaar werd afgedrukt.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Opmerking
Het jaar moet zich tussen 1900 en
2099 bevinden. Gebruik de toets C
om foutieve invoer te corrigeren.
LFF6050
- 45 -
9 - Netwerkfuncties
Netwerkfuncties
Uw multifunctionele terminal kan aangesloten worden op
een draadloos netwerk.
U hebt echter een praktische kennis van uw
computerconfiguratie nodig om een netwerk in te stellen.
U kunt uw terminal aansluiten op een pc via een USB-
kabel of een draadloze verbinding (radiografisch) maken
met een pc of netwerk.
Type van radionetwerk
Men spreekt van een radionetwerk of WLAN (Wireless
Local Area Network) wanneer minstens twee computers,
printers en/of andere toestellen samen onder elkaar
communiceren in een netwerk via radiogolven (golven
met een hoge frequentie). Het doorsturen van gegevens
in het radionetwerk berust op de 802.11b en 802.11g-
normen. Afhankelijk van de structuur van het netwerk,
spreekt men van infrastructuurnetwerk of een ad-hoc-
netwerk.
Infrastructuur radionetwerk
In een infrastructuurnetwerk communiceren verschillende
apparaten via een centraal toegangspunt (gateway,
router). Alle gegevens worden doorgestuurd naar het
centrale toegangspunt (gateway of router) en verder van
daaraf verdeeld.
Ad-hoc radionetwerk
In een ad-hoc radionetwerk communiceren de apparaten
rechtstreeks met elkaar zonder via een toegangspunt te
hoeven gaan. De transmissiesnelheid in het geheel van
het ad-hoc radionetwerk staat in verhouding met de
slechtste verbinding in het netwerk. De
transmissiesnelheid hangt ook af van de ruimtelijk
afstand tussen zender en ontvanger, naast het aantal
obstakels, zoals de muren en de plafonds.
Radionetwerken (WLAN)
Er zijn drie vereiste stappen nodig om uw terminal in een
radionetwerk (WLAN) te integreren:
1 Configureer het netwerk aan uw pc.
2 Stel uw apparaat zo in dat het in een netwerk kan
werken.
3 Nadat het toestel is ingesteld, moet u de software
Companion Suite Pro installeren op uw pc met de
vereiste printerstuurprogramma’s.
Wanneer het apparaat in een WLAN-netwerk
geïntegreerd is, kunt u vanaf uw pc:
uw documenten vanuit uw gebruikelijke toepassingen
afdrukken op het multifunctionele apparaat,
documenten in kleur, grijstinten of zwart/wit op uw pc
inscannen.
Belangrijk
Als u beschikt over een WLAN-kaart,
kunt u uw terminal integreren als
netwerkprinter in een radionetwerk.
Dat werkt enkel met een originele
adapter die u kan verkrijgen via onze
besteldienst. Voor meer informatie:
www.sagem-communications.com.
OPGELET
Let op, wanneer u een draadloze
verbinding gebruikt, kunnen
bepaalde medische apparaten,
gevoelige of veiligheidssystemen
worden verstoord door de radio-
uitzendingen van uw toestel. Wij
vragen u om in alle gevallen de
veiligheidsvoorschriften te
respecteren.
Belangrijk
Let op, in de ad-hoc modus is WPA/
WPA2-versleuteling niet beschikbaar.
Belangrijk
De pc en alle andere apparaten
moeten ingesteld zijn op hetzelfde
netwerk als de multifunctionele
terminal. Alle vereiste details voor het
instellen van het apparaat, zoals de
namen van het netwerk (SSID), type
radionetwerk, coderingssleutel, IP-
adres of subnet mask moeten
overeenkomen met de specificaties
van het netwerk.
U vindt die details op uw pc of op het
Access Point (Toegangspunt).
Om te weten hoe u uw pc moet
instellen, raadpleegt u de
gebruikershandleiding van uw WLAN-
kaart. Voor grote netwerken is het
beter om de netwerkbeheerder te
consulteren.
LFF6050
- 46 -
9 - Netwerkfuncties
Uw WLAN-kaart aansluiten
Uw terminal behoort tot een nieuwe generatie van
terminals die u in een WLAN-netwerk kunt integreren met
een WLAN USB-sleutel.
1 Sluit de WLAN USB-stick op de USB-port van uw
terminal aan.
Configuratie van uw netwerk
Een netwerk maken of zich toevoegen aan
een netwerk
Alvorens u gebruik maakt van een WLAN-kaart op uw
terminal, moet u de parameters inbrengen waardoor uw
terminal kan worden herkend op een WLAN-netwerk.
Er is een eenvoudige procedure beschikbaar op uw
apparaat om u stap voor stap te begeleiden bij het
opstellen van uw netwerk. U hoeft ze enkel maar te
volgen.
281 - INSTELLINGEN / WLAN / CONFIG ASS.
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies CONFIG ASS. met de toetsen or en
bevestig met OK.
Het apparaat zoekt bestaande netwerken.
4 Selecteer uw bestaande netwerk of selecteer
NIEUW NETWERK om het te maken, met de
toetsen of en bevestig met OK.
5 SSID verschijnt op het scherm. Voer de naam in
van uw netwerk met het numerieke toetsenbord,
waarbij u de toetsen een voor een indrukt tot u de
gewenste naam krijgt (max. 32 tekens) en bevestig
met OK.
6 MODE AD-HOC of MODUS INFRA verschijnt op
het scherm. Ga terug naar het begin van het
hoofdstuk om uw keuze te maken.
Selecteer één van de modi en bevestig met OK.
- Als u MODUS AD-HOC kiest, verschijnt het
submenu KANAAL. Voer een getal in tussen 1
en 13 (1 tot 11 voor de VS) en bevestig met OK.
7 Selecteer uw versleutelingsmethode: ZONDER,
WEP of WPA, en bevestig met OK:
-Als u WEP kiest, voert u de WEP-sleutel in die
u op uw netwerk gebruikt.
-Als u WPA kiest, voert u de WPA- of WPA2-
sleutel in die u op uw netwerk gebruikt.
Opmerking
Een perfecte verbinding is
verzekerd als u gebruik maakt van
een originele adapter in combinatie
met uw pc.
U vindt op onze website de
allernieuwste stuurprogramma’s
voor de goedgekeurde adapter,
naast andere informatie:
www.sagem-communications.com.
Belangrijk
De radionetwerkadapter van uw
terminal geeft gegevens door met het
radio IEEE 802.11g-protocool. Hij kan
ook geïntegreerd worden in een
bestaand IEEE 802.11b-netwerk.
Gebruik uitsluitend de goedgekeurde
adapter voor de aansluiting op uw
terminal. Andere zend- en
ontvangstadapters kunnen het
apparaat beschadigen.
Als u de terminal gebruikt in een
infrastructuur- of ad-hoc netwerk,
moet u bepaalde netwerk- en
veiligheidsinstellingen (bijv. Service-
Set-ID (SSID) en de WEP-sleutel) en
de coderingssleutel instellen. De
instellingen moeten overeenkomen
met de specificaties van het netwerk.
Opmerking
Laat uw WLAN-netwerk instellen
door iemand met een grondige
kennis van de configuratie van uw
computer.
Opmerking
Indien u een bestaand netwerk
kiest, dan worden de stappen 5 en 6
(en mogelijk 7) automatisch
uitgevoerd.
Belangrijk
Let op, in de ad-hoc modus is WPA/
WPA2-versleuteling niet beschikbaar.
Opmerking
Het aantal WEP-sleutels is
instelbaar in het menu: 29 -
INSTELLINGEN / PARAMETERS /
WEP SLEUT. NR.
LFF6050
- 47 -
9 - Netwerkfuncties
8 IP CONFIG: HANDM of IP CONFIG: AUTO
verschijnen op het scherm.
Als u kiest voor de handmatige configuratie, ga dan
naar de volgende paragraaf om de parameters
IP ADRES, SUBNET MASKER en GATEWAY in te
geven.
9 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar
het hoofdmenu van CONFIG ASS.
10 Verlaat dit menu met de toets
.
Eenmaal dat het netwerk geconfigureerd is, moet de led
van de WLAN USB-sleutel aan staan.
Uw netwerkparameters raadplegen of
wijzigen
Elk van de parameters van uw netwerk kunnen gewijzigd
worden volgens de ontwikkeling van uw netwerk.
2822 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / IP
ADRES
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies IP ADRES met de toetsen of en bevestig
met OK.
5 Het nummer van uw IP-adres verschijnt in het
formaat 000.000.000.000. Voer het nieuwe IP-
adres van uw terminal in volgens het voorgestelde
formaat en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2823 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
SUBNET MASKER
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies SUBNET MASKER met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Het subnet mask-nummer verschijnt in het formaat
000.000.000.000. Voer het nieuwe subnet mask
van uw terminal in volgens het voorgestelde
formaat en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2824 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
GATEWAY
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies GATEWAY met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Het gateway-nummer verschijnt in het formaat
000.000.000.000. Voer de nieuwe gateway van uw
terminal in volgens het voorgestelde formaat en
bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2825 - INSTELLINGEN /WLAN / PARAMETERS /
SSID
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies SSID met de toetsen of en bevestig
met OK.
5 De naam van uw netwerk verschijnt op het scherm.
Voer de nieuwe naam van uw netwerk in en
bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2826 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
MODE
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies MODE met de toetsen of en bevestig
met OK.
5 Het teken >> geeft aan dat uw netwerk zich in de
actieve modus bevindt.
6 Selecteer één van de modi en bevestig met OK.
- Als u de AD-HOC MODUS kiest, verschijnt het
submenu KANAAL. Voer een getal in tussen 1
en 13 (1 tot 11 voor de VS) en bevestig met OK.
7 Verlaat dit menu met de toets
.
Belangrijk
In een ad-hoc radionetwerk
communiceren de apparaten
rechtstreeks met elkaar zonder via
een toegangspunt te gaan. De
transmissiesnelheid in het geheel van
het ad-hoc radionetwerk staat in
verhouding met de slechtste
verbinding in het netwerk. De
transmissiesnelheid hangt ook af van
de ruimtelijke afstand tussen zender
en ontvanger, naast het aantal
obstakels, zoals muren en plafonds.
LFF6050
- 48 -
9 - Netwerkfuncties
2827 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
VEILIGHEID
Met deze parameter kunt u uw netwerk beveiligen door de
versleutelingsmethode in te stellen die in uw WLAN-
netwerk moet worden gebruikt.
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies VEILIGHEID met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Kies WEP, WPA of ZONDER en bevestig met OK.
- Geef een wachtwoord in, als u WEP kiest:
- Bij een 64 bits veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 5 tekens bedragen.
- Bij een 128 bits veiligheidsconfiguratie moet
het wachtwoord exact 13 tekens bedragen.
-Als u WPA kiest, voer dan een WPA- of WPA
wachtwoord in (min. 8 tekens tot max. 63
tekens).
Het wachtwoord kan alfanumerieke tekens
(cijfers en letters) bevatten, maar ook alle
andere symbolen die beschikbaar zijn op het
toetsenbord. Het enige ongeldige teken is “
(euro-symbool).
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2828 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
HOSTNAME
De naam van de machine stelt u in staat om uw terminal
te laten identificeren op het netwerk door een pc
(bijvoorbeeld met de naam "PRINT-NETWERK-1").
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies HOSTNAME met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Voer de gewenste naam (maximum 15 karakters)
in en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
Eenmaal uw verbinding is geconfigureerd, moet u het
stuurprogramma van de netwerkprinter op uw pc
installeren om documenten te kunnen afdrukken.
Zie paragraaf Software-installatie, pagina 55.
Voorbeeld van de configuratie van een ad-
hoc-netwerk
Voorbeeld van de configuratie van een niet-beveiligd ad-
hoc-netwerk met de volgende instellingen:
naam van het netwerk: "home"
type radio: "ad-hoc"
kanaal: "1"
IP-adres van de pc: "169.254.0.1"
subnetmasker van de pc: "255.255.0.0"
gateway van de pc: "0.0.0.0"
IP-adres van de multifunctionele terminal:
"169.254.0.2"
subnetmasker van de multifunctionele terminal:
"255.255.0.0"
gateway van de multifunctionele terminal: "0.0.0.0"
Configuratie van de multifunctionele
terminal
1 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-connector
van de multifunctionele terminal.
2 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
3 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
4 Kies CONFIG ASS. met de toetsen or en
bevestig met OK.
5 Kies NIEUW NETWERK met de toetsen of en
bevestig met OK.
6 SSID verschijnt op het scherm, voer "home" in met
het numerieke toetsenbord en bevestig met OK.
7 Selecteer de modus MODE AD-HOC en bevestig
met OK.
8 Voer "1" in het veld KANAAL in en bevestig
met OK.
9 Selecteer ZONDER en bevestig met OK.
10 Kies IP CONF.: HANDM en bevestig met OK.
11 Voer "169.254.0.2" in het veld IP ADRES in en
bevestig met OK.
12 Voer "255.255.0.0
" in het veld SUBNET MASKER
in en bevestig met OK.
13 Voer "0.0.0.0" in het veld GATEWAY in en bevestig
met OK.
14 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar
het hoofdmenu van CONFIG ASS.
15 Verlaat dit menu met de toets
.
Eenmaal het netwerk geconfigureerd is, moet de led van
de WLAN USB-sleutel aan staan.
U moet nu de pc configureren.
Opmerking
U kan het wachtwoord ook
hexadecimaal invoeren. In dat
geval:
- Bij een 64 bits
veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 10 hexadecimale
tekens bedragen.
- Bij een 128 bits
veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 26 hexadecimale
tekens bedragen.
LFF6050
- 49 -
9 - Netwerkfuncties
Configuratie van de pc
Raadpleeg voor dit deel de informatie van de fabrikant
(documentatie constructeur) van de WLAN USB-sleutel
als hulp om op te zoeken en toe te treden op het "home"-
netwerk.
1 Installeer indien nodig de software van de WLAN
USB-sleutel op uw pc.
2 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-port van de
pc.
3 Met de software van de WLAN USB-sleutel voert u
een netwerkdetectie uit.
4 Voeg aan het netwerk "home" toe als het werd
gedetecteerd.
5 Configureer nu de WLAN-netwerkverbinding van
uw pc.
Hiervoor moet u het element Protocol Internet
(TCP/IP) configureren van de gemaakte WLAN-
verbinding. Als dit onderdeel geconfigureerd is om
automatisch een IP-adres te verkrijgen, moet u dat
overzetten naar handmatige modus voor de
configuratie van het TCP/IP-adres ("169.254.0.1"
in ons voorbeeld), het subnetmasker
("255.255.0.0" in ons voorbeeld) en de
standaardgateway ("0.0.0.0" in ons voorbeeld).
6 Voer OK in.
Opmerking
U vindt hulp voor deze stap in het
deel over de instellingen van een
verbinding in de documentatie van
de fabrikant.
LFF6050
- 50 -
10 - USB-stick
USB-stick
U kan een USB-stick aansluiten aan de voorzijde van uw
terminal. De opgeslagen bestanden in TXT, TIFF en
JPEG-formaat zullen gescand worden, en dan kunt u de
volgende handelingen uitvoeren:
- de opgeslagen bestanden op uw USB-stick printen
1
,
- de opgeslagen bestanden op uw USB-stick wissen,
- de inhoud van de USB-stick scannen,
- een document scannen naar uw USB-stick.
- faxarchivering (zie paragraaf Rerouting van faxen
naar een USB-sleutel, pagina 27).
Gebruik van de USB-stick
Uw documenten afdrukken
U kunt uw opgeslagen bestanden of een lijst van de
aanwezige bestanden op uw USB-stick afdrukken.
Afdrukken van de lijst van bestanden aanwezig
op de stick
Om de lijst van bestanden aanwezig op de stick af te
drukken:
01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / LIJST
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm.
2 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of en
bevestig met OK.
3 Kies LIJST met de toetsen of en bevestig
met OK.
4 De lijst wordt afgedrukt in een tabel met de
volgende gegevens:
- de gescande bestanden worden geïndexeerd in
opklimmende volgorde per 1,
- de naam van de bestanden met hun extensie,
- de datum van de laatste registratie van de
bestanden,
- de grootte van de bestanden in Kb.
Afdrukken van de bestanden aanwezig op de
stick
Om de bestanden aanwezig op de stick af te drukken:
01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / BESTAND
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm.
2 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of en
bevestig met OK.
3 Kies BESTAND met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden af te
drukken:
- ALLES, om alle aanwezige bestanden op de
USB-stick af te drukken.
Kies ALLES met de toetsen of en bevestig
met OK. Het afdrukken start automatisch.
- SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op
de USB-stick af te drukken.
Kies SERIE met de toetsen of en bevestig
met OK.
EERSTE BESTAND en het eerste
geïndexeerde bestand verschijnt op het
scherm. Kies met de toetsen of het eerste
bestand van de af te drukken serie en bevestig
met OK. Een sterretje (*) verschijnt links van het
bestand.
LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm.
Kies met de toetsen of het laatste bestand
van de af te drukken serie en bevestig met OK.
Druk op de toets .
AANTAL KOPIEEN verschijnt op het scherm,
voer het gewenste aantal af te drukken kopies
in met het numerieke toetsenbord en bevestig
met OK. (voor JPEG-bestanden): A4 of
LETTER (afhankelijk van model), of
FOTO en
bevestig met OK.
Kies het afdrukformaat: DIKTE of NORMAL en
bevestig met OK. Het afdrukken start
automatisch.
- KEUZE, om een of meerdere bestanden
aanwezig op de USB-stick af te drukken.
Kies met de toetsen of het af te drukken
bestand en bevestig met OK. Een sterretje (*)
verschijnt links van het bestand.
Herhaal de handeling voor de andere af te
drukken bestanden.
1. Het is mogelijk dat sommige bestanden met een Tiff-
extensie op uw USB-stick niet afgedrukt kunnen worden
omdat het gegevensformaat beperkt is.
Belangrijk
Let altijd op de richting als u een
USB-stick in een USB-aansluiting
steekt.
Haal nooit uw USB-stick uit de
aansluiting terwijl er van wordt
gelezen of naar wordt geschreven.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
LFF6050
- 51 -
10 - USB-stick
Druk op de toets .
AANTAL KOPIEEN verschijnt op het scherm,
voer het gewenste aantal af te drukken kopies
in met het numerieke toetsenbord en bevestig
met OK.
Selecteer het afdrukformaat (voor JPEG-
bestanden): A4 of LETTER (afhankelijk van
model), of FOTO en bevestig met OK.
Kies het afdrukformaat: DIKTE of NORMAL en
bevestig met OK. Het afdrukken start
automatisch.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Wissen van de bestanden aanwezig op de
stick
U kan bestanden aanwezig op de USB-stick verwijderen.
06 - MEDIA / VERWIJDEREN / VON HAND
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm.
2 Kies VERWIJDEREN met de toetsen of en
bevestig met OK.
3 Kies VON HAND met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden te
verwijderen:
- ALLES, om alle aanwezige bestanden op de
USB-stick te verwijderen.
Kies ALLES met de toetsen of en bevestig
met OK.
U gaat terug naar het vorige menu.
- SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op
de USB-stick te verwijderen.
Kies SERIE met de toetsen of en bevestig
met OK.
EERSTE BESTAND en het eerste
geïndexeerde bestand verschijnt op het
scherm. Kies met de toetsen of het eerste
bestand van de te wissen serie en bevestig
met OK. Een ster (*) verschijnt links van het
bestand.
LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm.
Kies met de toetsen of het laatste bestand
van de te verwijderen serie en bevestig met OK.
Een sterretje (*) verschijnt links van het
bestand.
Druk op de toets .
U gaat terug naar het vorige menu.
- KEUZE, om een of meerdere bestanden
aanwezig op de USB-stick te verwijderen.
Kies met de toetsen or het te wissen
bestand en bevestig met OK. Een sterretje (*)
verschijnt links van het bestand.
Herhaal de handeling voor de andere te
verwijderen bestanden.
Druk op de toets .
U gaat terug naar het vorige menu.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De inhoud van de USB-stick scannen
Na een periode van non-activiteit, gaat de terminal naar
het hoofdmenu. U kunt de inhoud van de USB-stick terug
bekijken. U gaat als volgt te werk.
07 - MEDIA / SCANNING MEDIA
1 Druk op , voer 07 in met behulp van het
toetsenbord.
2 De scanning van de USB-stick is gestart.
3 U kunt de aanwezige bestanden op de USB-stick
afdrukken of verwijderen. Zie de vorige
hoofdstukken.
Een document op de USB-stick
opslaan
Met deze functie kan een document direct worden
gedigitaliseerd en opgeslagen in de map MF Printer Laser
Pro LL2\SCAN op een USB-geheugenstick. De map MF
Printer Laser Pro LL2\SCAN wordt aangemaakt door de
applicatie.
1 Plaats het te kopiëren document met de bedrukte
zijde tegen het glas.
2 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
Scanning van de USB-stick is gestart.
Eens de scan is beëindigd, wordt het menu MEDIA
getoond.
3 Selecteer
SCANNEN NAAR met de toetsen of
en bevestig vervolgens met de toets OK.
4 Kies tussen
SCAN Z&W or SCAN KLEUR met de
toetsen of en bevestig met OK.
5 Geef een naam aan het scanbestand (tot 20
tekens) met behulp van het alfanumerieke
toetsenbord en bevestig met OK.
Belangrijk
Voor u een document digitaliseert,
moet u erop letten dat uw USB-
geheugenstick voldoende vrije
schijfruimte heeft. Zoniet kunt u de
bestanden handmatig wissen, zie
paragraaf Wissen van de bestanden
aanwezig op de stick, pagina 51.
Belangrijk
U kunt ook toegang krijgen tot deze
functie via twee andere manieren:
door op de knop te drukken
en vervolgens SCAN-NAAR-
MEDIA te selecteren.
door op de toets te drukken
vanuit de schermbeveiliging door
03 in te tikken op het umerieke
toetsenbord.
LFF6050
- 52 -
10 - USB-stick
6 Kies het scanformaat tussen AFBEELD enPDF en
bevestig om het scannen te starten en het
document op te slaan.
Met
AFBEELD kunt u hetzelfde type van bestand
gebruiken als een foto.
PDF is een formaat voor de
aanmaak van digitale documenten.
Met de home-toets kunt u het scannen direct
beginnen en een bestand naar het opslagmedium sturen,
met de instellingen vastgelegd in de formaatanalyse.
Belangrijk
In het formaat AFBEELD, als u hebt
gekozen:
ZWART-WIT, dan wordt de
afbeelding in TIFF-formaat
opgeslagen.
KLEUREN, dan wordt de
afbeelding in JPEG-formaat
opgeslagen.
U kunt de resolutie van de afbeelding
die digitaal op de USB-stick wordt
opgeslagen kiezen, de
standaardinstelling van de resolutie is
AUTO.
Druk verschillende keren op de toets
en kies de gewenste resolutie:
Scannen in ZWART/WIT:
- pictogram: resolutie tekst.
- pictogram: resolutie foto.
- geen pictogram: automatische
resolutie.
Scannen in KLEUREN:
- pictogram: resolutie tekst.
- geen pictogram: automatische
resolutie.
LFF6050
- 53 -
11 - Telefonie (optie)
Telefonie (optie)
Met dit apparaat kunt u een USB-DECT-basis aansluiten
op een van de USB-poorten van het apparaat en DECT-
telefoons op die basis registreren.
Vervolgens kunt u met de geregistreerde telefoons
oproepen doen en beantwoorden met behulp van de
telefoonlijn van het apparaat (standaardgebruik van
draadloze telefoons).
Omdat het apparaat en de DECT-basis dezelfde
telefoonlijn delen,moet u de volgende punten in de
gaten houden:
de telefoniefunctie ondersteunt enkel gesproken
berichten. De SMS-service is niet beschikbaar op de
geregistreerde telefoons, en de weergave van de
oproeper en meldingen ook niet, zelfs als de DECT-
telefoons die functie ondersteunen.
wanneer een telefoon wordt gebruikt, is de lijn bezet.
Bijgevolg kan het apparaat niet faxen of SMS’en.
Verzenden en ontvangen is weer mogelijk wanneer de
lijn weer vrij is.
afdrukken en scannen kan iets langer duren wanneer
dat gebeurt tijdens een DECT-gesprek.
het apparaat en de geregistreerde telefoon(s) kunnen
geen lijsten met kiescodes met elkaar delen.
De USB-DECT-basis aansluiten
Sluit uw DECT-basis aan op een van de USB-poorten van
het apparaat:
op de USB-poort aan de voorzijde
op de USB-poort aan de achterzijde
U kunt nu oproepen doen en ontvangen met de telefoon
die bij de DECT-basis zit. Omdat de telefoonlijn nu wordt
gebruikt voor zowel communicatie (fax, SMS) als voor
telefonie, is het mogelijk dat u de ontvangtinstellingen van
het apparaat moet aanpassen (zie Ontvangstmodus,
pagina 36).
DECT-telefoons registreren
Bij de USB-DECT-basis zit standaard één geregistreerde
telefoon. Om extra telefoons (GAP-compatibel) aan de
basis te registreren, moet u zowel de basis als de telefoon
in de registratiemodus zetten.
Om een telefoon aan de DECT-basis te registreren:
891 - OVERZ TELLERS / DECT / REGISTER
1 Zet de telefoon in de registratiemodus.
2 Druk op het apparaat op , voer 89 in met het
toetsenbord en bevestig met OK.
3 Selecteer REGISTER met de toets of en
bevestig met OK.
Het apparaat begint de telefoon te zoeken.
Tijdens de registratieprocedure (die één minuut kan
duren) wordt op het scherm weergegeven:
HANDSET
REGISTRATION
. De melding verdwijnt wanneer de
registratie voltooid is.
Opmerking
De telefoniefunctie is een optie die
enkel werkt met een specifieke
USB-DECT-dongle, verkrijgbaar bij
uw verkoper.
Meer informatie vindt u op onze
website:
www.sagem-communication.com.
Belangrijk
Dit menu is enkel beschikbaar als de
USB-DECT-basis op het apparaat is
aangesloten.
Opmerking
Raadpleeg de documentatie voor
de juiste registratieprocedure van
de telefoon.
Belangrijk
Indien de registratieprocedure mislukt
(bijvoorbeeld omdat de telefoon de
registratiemodus te vroeg heeft
verlaten), laat het apparaat een
signaal van drie pieptonen horen. In
dat geval herhaalt u de procedure
vanaf stap 1.
LFF6050
- 54 -
11 - Telefonie (optie)
Telefonie-instellingen naar wens
aanpassen
Met deze functie kunt u instellen dat de telefoon overgaat
wanneer een oproep wordt ontvangen.
Deze parameter wordt gebruikt om aan te geven hoe lang
de telefoon overgaat voordat een oproep wordt
beëindigd. Hij staat standaard ingesteld op 30 seconden.
893 - OVERZ TELLERS / DECT / RINGING TIME
1 Druk op , voer 89 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 Selecteer RINGING TIME met de toets of en
bevestig met OK.
3 Voer de gewenste tijd in in seconden (15 tot 60)
met het numerieke toetsenbord.
4 Bevestig met OK.
5 Druk op om dit menu af te sluiten.
Wijziging van de duur van het
knipperen (toets R)
Wanneer u uw machine aansluit aan een digitale
bedrijfstelefooncentrale of wanneer u het in het
buitenland gebruikt, kan het zijn dat u de duur van het
knipperen moet wijzigen om uw telefoon op de juiste
manier te kunnen gebruiken met betrekking tot de
volgende functies: uitgaand 2e telefoongesprek,
binnenkomend 2e telefoongesprek, conferentiegesprek.
Neem contact op met uw administrator, die u van de
juiste termijn zal voorzien, en ga over tot de nieuwe
instellingen.
894 - OVERZ TELLERS / DECT / FLASH TIME
1 Druk op , voer 89 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 Selecteer FLASH TIME met de toets of en
bevestig met OK.
3 Selecteer de gewenste tijd in milliseconden (80 tot
600) met gebruik van knop of .
4 Bevestig met OK.
5 Druk op om dit menu af te sluiten.
De registratie van de DECT-telefoon
ongedaan maken
Deze functie wordt gebruikt om de registratie van een
telefoon aan de DECT-basis ongedaan te maken. U zult
geen oproepen meer kunnen doen of ontvangen met die
telefoon wanneer u de registratie hebt ongedaan
gemaakt.
892 - OVERZ TELLERS / DECT / UNREGISTER
1 Druk op , voer 89 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Selecteer UNREGISTER met de toets of en
bevestig met OK.
Op het lcd-scherm verschijnt de lijst van telefoons
die aan de DECT-basis zijn geregistreerd.
3 Selecteer de telefoon waarvan u de registratie
ongedaan wilt maken met de toets of en
bevestig met OK.
4 Bevestig met OK.
5 Druk op om dit menu af te sluiten.
Belangrijk
Dit menu is enkel beschikbaar als de
USB-DECT-basis op het apparaat is
aangesloten.
Belangrijk
Dit menu is enkel beschikbaar als de
USB-DECT-basis op het apparaat is
aangesloten.
LFF6050
- 55 -
12 - PC-Functies
PC-Functies
Inleiding
Met de software Companion Suite Pro kunt u een pc
aansluiten aan een compatibel multifunctioneel apparaat.
Vanaf de PC kunt u:
het multifunctionele apparaat beheren en zo instellen
volgens uw behoeften,
uw documenten vanuit uw gebruikelijke toepassingen
afdrukken op het multifunctionele apparaat,
documenten in kleur in grijs of in zwart-wit scannen en
ze bijwerken op uw pc of ze omzetten in tekst met
behulp van tekenherkenningssoftware (OCR).
Configuratievereisten
Uw pc moet minstens de volgende configuratievereisten
hebben:
Ondersteunde besturingssystemen:
Windows 2000 met ten minste Service Pack 4,
Windows XP x86 (Home en Pro) met ten minste
Service Pack 1,
Windows 2003-server, enkel voor de afdrukbesturing,
Windows Vista.
Processor:
800 MHz voor Windows 2000,
1 GHz voor Windows XP x86 (Home en Pro),
1 GHz voor Windows Vista.
Een CD-ROM-station
Een vrije USB-poort
600 Mb vrije ruimte op de harde schijf voor de installatie.
RAM-geheugen:
minimum 128 MB voor Windows 2000,
minimum 192 MB voor Windows XP x86 (Home en
Pro).
1 GB voor Windows Vista.
Software-installatie
In dit gedeelte worden de volgende installatieprocedures
beschreven:
volledige installatie van de software Companion Suite
Pro,
enkel installatie van de stuurprogramma’s.
Installatie van het volledige softwarepakket
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM erin en sluit het station.
2 De installatie wordt automatisch opgestart. Als dat
niet gebeurt, klik dan tweemaal op setup.exe in de
hoofdmap van de CD-ROM.
3 Een titelscherm C
OMPANION SUITE PRO LL2
verschijnt. Via dit scherm kunt u software
installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang
tot de gebruikershandleidingen van de producten
en u kunt door de inhoud van de CD-ROM
bladeren.
4 Plaats uw cursor op P
RODUCTEN INSTALLEREN en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
5 Het scherm Installatie van de Producten verschijnt.
Plaats uw cursor op A
LLE en bevestig met behulp
van de linkermuisknop.
Opmerking
Met de volledige installatie wordt
alle software nodig voor de goede
werking van de kit Companion Suite
Pro naar uw harde schijf
gekopieerd, dat wil zeggen:
Companion Suite Pro
(besturingssoftware van uw
terminal, printerstuurprogramma’s,
scanner,...)
- Adobe Acrobat Reader,
- PaperPort.
Het is mogelijk dat u al een versie
van de software hebt die op de
installatie-CD-ROM staat.
Gebruik in dat geval de installatie
A
ANGEPAST, selecteer de software
die u wenst te installeren en
bevestig uw keuze.
LFF6050
- 56 -
12 - PC-Functies
6 Het welkomstscherm verschijnt. Druk op
V
OLGENDE om de installatie van Companion Suite
Pro op uw pc te starten.
7 Voor u verder gaat met de installatie, moet u de
licentievoorwaarden lezen en aanvaarden.
8 Klik op V
OLGENDE.
9 De eindinstallatie kan nu worden gestart. Klik op
I
NSTALLEREN.
Het volgende scherm verschijnt om de vooruitgang
van de installatie weer te geven.
10 Klik op OK om de installatie te voltooien.
Companion Suite Pro is met succes geïnstalleerd op uw
pc.
Nu kunt u uw multifunctioneel apparaat aansluiten, zie
paragraaf Aansluitingen, pagina 59.
U kunt de beheersoftware van het multifunctionele
apparaat opstarten vanuit het menu S
TART > ALLE
PROGRAMMAS > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE
P
RO LL2 > COMPANION DIRECTOR of door op het
pictogram C
OMPANION DIRECTOR op uw desktop te
klikken.
LFF6050
- 57 -
12 - PC-Functies
Enkel de stuurprogramma’s installeren
In dit gedeelte worden de volgende installatieprocedures
beschreven:
Installatie van de stuurprogramma’s van de software
Companion Suite Pro,
handmatige installatie van de stuurprogramma’s.
Installatie van de stuurprogramma’s van de
software Companion Suite Pro
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM erin en sluit het station.
2 De installatie wordt automatisch opgestart. Als dat
niet gebeurt, klik dan tweemaal op setup.exe in de
hoofdmap van de CD-ROM.
3 Een titelscherm C
OMPANION SUITE PRO LL2
verschijnt. Via dit scherm kunt u software
installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang
tot de gebruikershandleidingen van de producten
en u kunt door de inhoud van de CD-ROM
bladeren.
4 Plaats uw cursor op P
RODUCTEN INSTALLEREN en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
5 Het scherm Installatie van de Producten verschijnt.
Plaats uw cursor op A
ANGEPAST en bevestig met
behulp van de linkermuisknop.
6 Plaats uw cursor op C
OMPANION SUITE PRO en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
7 Het welkomstscherm verschijnt. Druk op
V
OLGENDE om de installatie van Companion Suite
Pro LL2 op uw pc te starten.
8 Voor u verder gaat met de installatie, moet u de
licentievoorwaarden lezen en aanvaarden.
9 Klik op V
OLGENDE.
10 Selecteer D
RIVERS uit de lijst en klik op de knop
V
OLGENDE.
LFF6050
- 58 -
12 - PC-Functies
11 Selecteer de bestemmingsmap voor de installatie
en klik op de knop V
OLGENDE.
12 De eindinstallatie kan nu worden gestart. Klik op
I
NSTALLEREN.
13 Een scherm toont de vooruitgang van de installatie.
14 Klik op OK om de installatie te voltooien.
Companion Suite Pro is nu geïnstalleerd op uw pc.
Nu kunt u uw multifunctioneel apparaat aansluiten, zie
paragraaf Aansluitingen, pagina 59.
De stuurprogramma’s handmatig installeren
U kunt de printer- en de scannerstuurprogramma’s
handmatig installeren, zonder software te draaien om ze
in te stellen.
1 Zoek de connectoren van uw USB-kabel en sluit ze
aan zoals hieronder afgebeeld.
2 Schakel het multifunctionele apparaat in.
De pc detecteert het apparaat.
3 Klik op S
TUURPROGRAMMAS ZOEKEN EN
INSTALLEER (AANBEVOLEN) .
Het welkomstscherm verschijnt.
4 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM erin en sluit het station.
De stuurprogramma’s worden automatisch
gedetecteerd.
Opmerking
Deze installatiemodus is enkel
mogelijk op Windows 2000, XP en
Vista.
LFF6050
- 59 -
12 - PC-Functies
5 Selecteer LASER PRO LL2 in de lijst en klik op
V
OLGENDE.
6 Een scherm geeft aan dat de stuurprogramma’s
geïnstalleerd zijn. Klik op de knop S
LUITEN.
U kunt nu het multifunctionele apparaat gebruiken om af
te drukken of om documenten te scannen.
Aansluitingen
Zorg ervoor dat de terminal niet onder stroom staat. De
aansluiting tussen de pc en het apparaat moet gebeuren
door een beschermde 2.0 USB-kabel met een maximale
lengte van 3 meter.
1 Zoek de connectoren van uw USB-kabel en sluit ze
aan zoals hieronder afgebeeld.
2 Schakel het multifunctionele apparaat in.
De pc detecteert het apparaat en de
stuurprogramma’s worden automatisch
geïnstalleerd.
3 Wanneer de installatie voltooid is, verschijnt een
bericht dat de stuurprogramma’s correct zijn
geïnstalleerd.
U kunt nu het multifunctionele apparaat gebruiken om af
te drukken of om documenten te scannen.
Supervisie van de multifunctionele
terminal
De software die u pas hebt geïnstalleerd, bevat twee
beheertoepassingen van de multifunctionele terminal:
C
OMPANION DIRECTOR and COMPANION MONITOR, die u
toelaten om:
na te gaan of de multifunctionele terminal goed is
aangesloten op uw PC,
de activiteiten van de multifunctionele terminal op te
volgen,
het verbruik van de verbruiksartikelen van de
multifunctionele terminal vanaf de pc te volgen,
snel toegang te verkrijgen tot de toepassingen van de
grafische bewerker.
Om de multifunctionele terminal te beheren, start u de
toepassing Companion Director door op het pictogram op
uw bureaublad te klikken of vanaf het menu S
TARTEN
>A
LLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE > COMPANION
S
UITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR.
Belangrijk
Het is aanbevolen om eerst de
Companion Suite Pro-software te
installeren op uw pc en daarna de
USB-kabel aan te sluiten op uw
terminal (zie paragraaf Installatie
van het volledige softwarepakket,
pagina 55).
Als u de USB-kabel aansluit vóór de
installatie van de Companion Suite
Pro-software, dan zal de
herkenningssoftware (plug and play)
automatisch de nieuwe hardware
herkennen. Om de installatie van de
stuurprogramma’s te starten, zie
paragraaf De stuurprogramma’s
handmatig installeren, pagina 58 en
volgt u de stappen die op het scherm
verschijnen. Wanneer u deze
procedure gebruikt, worden enkel de
afdruk- en scanfuncties geactiveerd.
LFF6050
- 60 -
12 - PC-Functies
Nakijken van de verbinding tussen de pc en
de multifunctionele terminal
Om de goede verbinding te kunnen nakijken tussen de
apparaten, start u de software C
OMPANION MONITOR
vanaf het pictogram op uw bureaublad en controleert u of
die dezelfde informatie aangeeft als op het scherm van
uw multifunctionele terminal.
Companion Director
Met deze grafische Interface kunt u de hulpprogramma’s
en de software te starten om uw multifunctionele terminal
te kunnen beheren.
Grafische presentatie
Start de toepassing door op het pictogram COMPANION
D
IRECTOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR.
Hulpprogramma’s en toepassingen
activeren
Met de grafische interface Companion Suite Pro kunt u
de volgende hulpprogramma’s en software starten:
H
ULP vragen vanaf de aangegeven informatie,
de P
APERPORT-software (Doc Manager) starten.
Om hulpprogramma’s of software te starten in de kit
Companion Suite Pro plaatst u de grafische cursor er
bovenop en klikt u op de linkermuisknop.
Companion Monitor
Grafische presentatie
Start de toepassing door op het pictogram the COMPANION
M
ONITOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 >COMPANION MONITOR.
Vanaf dit scherm kan u de informatie volgen of de
multifunctionele terminal configureren met de tabbladen:
S
ELECTIE VAN HET APPARAAT: Hier ziet u de lijst met
apparaten die door de pc worden beheerd.
C
OMPANION: Hier ziet u het scherm van het
multifunctionele apparaat (enkel USB-verbinding).
C
ONSOMMABLES: Hier verschijnt de status van de
verbruiksartikelen.
Apparaatbeheer
Op dit tabblad ziet u de lijst met apparaten die door de pc
worden beheerd.
Het huidige apparaat selecteren
Er kan slechts één apparaat tegelijkertijd op de pc
aangesloten zijn. Het huidige apparaat kan worden
geselecteerd door op het keuzerondje te klikken dat
overeenkomt met het apparaat.
LFF6050
- 61 -
12 - PC-Functies
Status van de verbinding
De status van de verbinding tussen het huidige apparaat
en de pc wordt met een kleur aangeduid. In de volgende
tabel vindt u de statusmogelijkheden van de verbinding.
Apparaatparameters
1 Selecteer een apparaat door op de regel ervan in
de lijst te klikken en klik op E
IGENSCHAPPEN om de
scanparameters te configureren die op dat
apparaat moeten worden toegepast wanneer u de
functie S
CANNEN NAAR gebruikt.
2 Selecteer de gewenste scan M
ODE in het
vervolgkeuzemenu.
3 Selecteer de gewenste scan R
ESOLUTIE in het
vervolgkeuzemenu.
4 Klik op OK om de nieuwe parameters te
bevestigen.
Een apparaat verwijderen
1 Selecteer het apparaat uit de lijst en klik op het
minteken of op de knop V
ERWIJDEREN.
2 Om te bevestigen dat u het apparaat wilt
verwijderen, klikt u op J
A. Om het verwijderen te
annuleren, klikt u op click N
EE.
Het apparaat wordt niet langer in de lijst weergegeven.
Afbeelden stand verbruiksartikelen
Op het tabblad CONSOMMABLES zijn de volgende
gegevens beschikbaar:
Huidige stand van het verbruik van het
verbruiksartikel,
aantal afgedrukte pagina’s,
aantal ingescande pagina’s,
aantal verzonden en ontvangen pagina's.
Kleur Status
Geel Bezig met verbinden.
Groen Verbinding gemaakt.
Rood
De pc kan zich niet verbinden met het
apparaat.
Controleer de USB-verbinding.
LFF6050
- 62 -
12 - PC-Functies
Functies van de Companion Suite Pro
Document scannen
Het scannen van een document kan op 2 manieren:
met de functie S
CANNEN NAAR (toegankelijk via het
venster Companion Director of met de knop SCAN
van de terminal),
of rechtstreeks vanaf een standaardtoepassing die
compatibel is.
Scannen met Scannen naar
Start de toepassing door op het pictogram COMPANION
D
IRECTOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR.
1 Klik op de grafische afbeelding S
CAN TO of druk op
de knop SCAN op uw apparaat en selecteer
SCAN-NAAR-PC.
2 Een scherm geeft u de mogelijkheid om de
digitalisering te volgen.
3 Na de digitalisering zal het gescande beeld in het
PaperPort-venster verschijnen.
Om een document vanuit PaperPort te scannen:
1 Klik op F
ILE > SCAN
2 Selecteer de gewenste scanner, documentlader of
flatbed.
3 Pas de geavanceerde eigenschappen van de
digitalisering aan door te klikken op D
E KWALITEIT
VAN DE GESCANDE FOTO AANPASSEN.
4 Pas de gewenste parameters aan en klik op de
knop OK.
5 Klik op de knop S
CANNEN button en u kunt de
voortgang van de digitalisering op een scherm
volgen.
Software voor tekenherkenning (OCR)
Met de functie van de tekenherkenning kunt u vanaf een
papieren document of een beeldbestand een nieuw
bruikbaar gegevensbestand aanmaken voor pc-
toepassingen.
De tekenherkenning kan enkel uitgevoerd worden op
afgedrukte karakters, zoals afdrukken of getypte teksten.
U kunt wel vragen om een handgeschreven tekstblok
intact te houden (bijvoorbeeld een handtekening) door die
te omcirkelen.
Met de omgeving van uw terminal en de tekenherkenning
vanaf uw terminal, wordt het OCR gemaakt door een
Drag'N'Drop uit te voeren van een PaperPort-document
naar het pictogram Notepad .
Opmerking
Als de PaperPort-software niet op
uw pc is geïnstalleerd, verschijnt het
gedigitaliseerde beeld op uw
bureaublad in het TIFF-formaat.
Opmerking
Voor meer informatie omtrent het
gebruik van de software kunt u
online hulp krijgen.
LFF6050
- 63 -
12 - PC-Functies
Afdrukken
U hebt de mogelijkheid om documenten af te drukken via
de USB-verbinding of via de WLAN-verbinding.
Het printerstuurprogramma L
ASER PRO LL2 werd bij de
installatie van de Companion Suite Pro -software
standaard geïnstalleerd op uw pc.
Op het multifunctionele apparaat afdrukken
Een document afdrukken vanaf uw pc op het
multifunctionele apparaat is net als een document
afdrukken in Windows.
1 Gebruik het commando A
FDRUKKEN vanuit het
menu B
ESTAND van de toepassing die momenteel
open staat op uw scherm.
2 Selecteer de printer L
ASER PRO LL2.
Dubbelzijdig afdrukken met het multifunctionele
apparaat
Met dit apparaat kunt u een document handmatig
dubbelzijdig afdrukken vanaf uw pc.
Om een document handmatig dubbelzijdig af te drukken:
1 Gebruik het commando A
FDRUKKEN vanuit het
menu B
ESTAND van de toepassing die momenteel
open staat op uw scherm.
2 Selecteer de printer L
ASER PRO LL2.
3 Kruis het vakje Dubbelzijdig aan en kies een van
de twee inbindmethodes:
4 Klik op de knop OK om te beginnen met afdrukken.
5 Het apparaat drukt de oneven pagina’s af (van de
hoogste oneven pagina naar pagina 1) en op het
lcd-scherm verschijnt:
6 Wanneer de oneven pagina’s afgedrukt zijn,
verschijnt op het lcd-scherm het bericht **P
LAATS
DE AFGEDRUKTE VELLEN IN DE PAPIERLADE MET DE
AFGEDRUKTE ZIJDE ZICHTBAAR:
7 Plaats de vellen in de papierlade zoals aangeduid
op de pagina met de uitleg en hieronder.
De volgende illustraties beschrijven de vereiste
handelingen, afhankelijk van de geselecteerde
inbindmethode:
OPGELET
Bij handmatig dubbelzijdig
afdrukken worden de
afdrukkwaliteit en het
papiertransport niet
gegarandeerd.
- Indien er zich een probleem
voordeed bij het afdrukken van
de eerste zijde, zoals een kreuk,
een ezelsoor of een nietje,
gebruik dan het papier niet voor
handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
- Wanneer u papier laadt, strijk
dan het papier glad op een vlakke
ondergrond.
Voor de beste resultaten raden
wij u aan om A4-papier van 80 g/
m² of Letter-papier van 20 lbs/m²
te gebruiken.
Belangrijk
Dubbelzijdig afdrukken is enkel
mogelijk op een papierformaat dat
door de papierlade wordt
ondersteund.
De manuele lade kan niet worden
gebruikt om dubbelzijdig af te
drukken.
Inbindmethode Afdrukken
Lange zijden
Korte zijden
** PRINTING **
** PC **
** PLAATS DE A
... EN DRUK OP <OK>
Belangrijk
De pc genereert en drukt een pagina
af waarop uitgelegd staat hoe u de
vellen opnieuw laadt om dubbelzijdig
af te drukken. Lees die pagina
aandachtig en plaats hem terug bij de
andere vellen.
Het is heel belangrijk dat u het vel met
de uitleg terug in de papierlade legt
om door te gaan met correct af te
drukken.
LFF6050
- 64 -
12 - PC-Functies
Lange zijden
Korte zijden
8 Druk op OK op het commandopaneel om door te
gaan met af te drukken.
9 De even pagina’s worden op de andere zijde van
de vellen afgedrukt. Wanneer alle pagina’s
afgedrukt zijn, verwijdert u het vel met de uitleg.
Adresboek
Met het adresboek kunt u de meest gebruikte nummers
van uw contactpersonen bijhouden. Daardoor is het
gemakkelijker om het nummer van uw contactpersoon in
te voeren op het moment dat u een sms of een fax wilt
versturen. Als u dat wilt, kunt u de lijst met nummers
afdrukken die in het adresboek zijn opgeslagen.
U kunt ook groepen contactpersonen aanmaken vanuit
het adresboek. Op die manier kunt u alle contactpersonen
groeperen van bijvoorbeeld een bepaald bedrijf of
dezelfde dienst enz. naar wie u regelmatig gewone
documenten verstuurt.
Een contactpersoon toevoegen aan het
adresboek van een terminal
1 Klik op de koppeling ADRESBOEK van het venster
MF D
IRECTOR.
Het adresboek wordt op het scherm weergegeven.
2 Kies het adresboek van de terminal.
3 Klik op N
IEUW en kies CONTACT in het
weergegeven menu.
Het invoervenster voor de contactgegevens
verschijnt.
4 Voer de naam in van de contactpersoon, het
faxnummer of het telefoonnummer van zijn gsm,
de transmissiesnelheid van zijn fax en de
bijbehorende sneltoets. Klik op OK.
De nieuwe contactpersoon wordt aan de lijst toegevoegd.
Belangrijk
In geval van een papierstoring of een
fout met het papierformaat wordt de
opdracht geannuleerd. U moet de
afdruktaak dan opnieuw ingeven.
LFF6050
- 65 -
12 - PC-Functies
Een groep toevoegen aan het adresboek
van een terminal
1 Klik op de koppeling ADRESBOEK in het venster MF
D
IRECTOR.
2 Kies het adresboek van de terminal.
3 Klik op N
IEUW en kies GROEP in het weergegeven
menu.
4 Voer de naam van de groep in. De groep kan
bestaan uit contactpersonen in het adresboek of uit
nieuwe contactpersonen.
1ste geval: de leden staan in het adresboek.
Klik op de knop L
EDEN SELECTEREN.
Het keuzevenster verschijnt.
Kies een contactpersoon of een groep in de zone
A
DRESBOEK, druk op de knop (u kunt ook
dubbelklikken op een contactpersoon om hem aan
de groep toe te voegen).
Klik op OK.
.2de geval : nieuwe contactpersonen toevoegen.
Druk op de knop N
IEUW, en voer daarna de
gegevens voor de nieuwe contactpersoon in, net
zoals in de procedure om een nieuwe
contactpersoon toe te voegen.
5 Als de groep klaar is, drukt u op OK.
De nieuwe groep wordt aan de lijst toegevoegd.
Beheer van het adresboek
In het adresboek kunt u verschillende bewerkingen
uitvoeren:
een lijst van contactpersonen in uw adresboek
afdrukken,
een contactpersoon of groep in uw adresboek wissen,
een contactpersoon of een groep in uw adresboek
zoeken door de eerste letters van de naam in te
voeren,
het gegevensblad van een contactpersoon of groep
controleren om het aan te passen.
De informatie van een contactpersoon wijzigen
1 Kies met de muis de contactpersoon wiens
gegevens u wilt wijzigen.
2 Klik op E
IGENSCHAPPEN.
3 Voer de gewenste wijzigingen uit in het venster
A
DRESBOEK.
4 Klik op de knop OK.
Een groep wijzigen
1 Kies de groep in de adresboeklijst.
2 Klik op E
IGENSCHAPPEN.
3 Voer de gewenste wijzigingen uit.
4 Klik op de knop OK.
Een contactpersoon of groep uit het adresboek
wissen
1 Selecteer met de muis de naam van de
contactpersoon of de groep die uw wilt wissen.
2 Klik op de knop V
ERWIJDEREN.
Het adresboek afdrukken
1 Klik op de knop AFDRUKKEN.
De lijst van het adresboek wordt afgedrukt op de
terminal (als geen enkele contactpersoon werd
gekozen).
Een adresboek importeren of exporteren
Uw adresboek opslaan / exporteren
U kunt uw adresboek opslaan in een bestand in EAB-
formaat.
1 Kies E
XPORTEREN in het menu BESTAND van het
venster A
DRESBOEK.
2 Voer de bestandsnaam in en kies een doelmap.
Druk daarna op O
PSLAAN.
Belangrijk
Als een contactpersoon uit het
adresboek wordt verwijderd, wordt hij
automatisch verwijderd uit alle
groepen waarvan hij lid was.
LFF6050
- 66 -
12 - PC-Functies
Een adresboek importeren
Door een adresboek te importeren kunnen automatisch
gegevens van het adresboek van een apparaat naar een
ander apparaat worden overgebracht, zonder dat alle
contactpersonen een voor een moeten worden
ingevoerd. Adresboeken kunnen worden geïmporteerd
door een bestand in EAB-formaat. EAB-bestanden
worden automatisch aangemaakt tijdens het exporteren.
1 Kies I
MPORTEREN in het menu BESTAND van het
venster A
DRESBOEK.
2 Kies het te importeren bestand en druk daarna op
O
PENEN.
Faxcommunicatie
Met de fax kunt u:
documenten faxen die werden ingescand met uw
terminal of die op uw harde schijf op uw pc of op het
scherm van uw pc staan,
faxdocumenten ontvangen,
dankzij diverse diensten faxberichten opvolgen:
Postvak UIT, Postvak IN, verzonden documenten,
logboek verzendingen en logboek ontvangst.
Met de instellingen kunt u het gedrag van uw terminal
voor het faxen wijzigen. U kunt die instellingen wijzigen
om het faxen aan uw behoeften aan te passen. Voor deze
procedure, zie paragraaf Faxinstellingen, pagina 68.
Weergave van het venster Fax
Belangrijk
Het volledige adresboek zal worden
vervangen door het geïmporteerde
adresboek.
Nummer Wat te doen
1
Een nieuwe fax aanmaken om te
verzenden.
2
Een fax wissen in een van de
beheermappen van de fax. Behalve voor
de mappen L
OGBOEK VERZENDINGEN en
L
OGBOEK ONTVANGSTEN: die opdracht wist
het logboek volledig
3
Een fax afdrukken vanuit een van de
beheermappen van de Fax.
4
Een fax weergeven in het venster
Voorbeeldweergave.
5 Toegang tot het adresboek
6
De verzending van een fax onderbreken
(alleen actief voor het Postvak UIT).
7
Alle faxen aanwezig in de gekozen map in
het beheer van de Fax weergeven.
8 Voorbeeldweergave van de faxen.
9 Beheermappen van Fax.
LFF6050
- 67 -
12 - PC-Functies
Zenden van een fax
Een fax zenden vanaf de harde schijf of van een
terminal
1 Klik op het pictogram van het venster MF
D
IRECTOR.
2 Klik op N
IEUW en daarna op FAX.
3 Kies in de zone B
RONNEN SCANNER als u een
papieren document hebt of G
EHEUGEN als u een
bestand op uw harde schijf hebt (dat bestand moet
in het formaat TIFF of FAX zijn).
4 Om uw fax naar een contactpersoon te verzenden,
voert u zijn/haar nummer in in het veld
G
EADRESSEERDEN en klikt u op of kiest u een
contactpersoon (of groep) uit een van de
adresboeken in het veld A
DRESBOEK en klikt u op
de knop .
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik
de knop om een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen te wissen).
5 Stel eventueel de geavanceerde opties bij
(uitgestelde verzending en resolutie) in de tab
G
EAVANCEERDE OPTIES.
6 Om een schutblad toe te voegen, kiest u het
tabblad S
CHUTBLAD en daarna klikt u op het vakje
M
ET SCHUTBLAD. Kies het schutblad dat u wenst
toe te voegen in het vervolgkeuzemenu of maak
een nieuw schutblad. Voor meer informatie, zie
paragraaf Schutblad, pagina 70.
7 Klik op OK om uw fax te verzenden naar alle
contactpersonen in uw lijst met contactpersonen.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden controleren.
Een fax verzenden vanuit een toepassing
Met deze methode kunt u een document dat u hebt
gemaakt met pc-software direct verzenden zonder het
eerst af te drukken.
1 Kies in uw softwareprogramma B
ESTAND >
A
FDRUKKEN.
2 Kies de printer C
OMPANION SUITE PRO LL FAX en
druk daarna op OK.
Het faxvenster verschijnt.
3 Om uw fax naar een contactpersoon te verzenden,
voert u zijn/haar nummer in in het veld
G
EADRESSEERDEN en klikt u op of kiest u een
contactpersoon (of groep) uit een van de
adresboeken in het veld A
DRESBOEK en klikt u op
de knop .
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik
de knop om een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen te wissen).
4 Stel eventueel de geavanceerde opties bij
(uitgestelde verzending en resolutie) in de tab
G
EAVANCEERDE OPTIES.
5 Om een schutblad toe te voegen, kiest u het
tabblad S
CHUTBLAD en daarna klikt u op het vakje
M
ET SCHUTBLAD. Kies het schutblad dat u wenst
toe te voegen in het vervolgkeuzemenu of maak
een nieuw schutblad. Voor meer informatie, zie
paragraaf Schutblad, pagina 70.
6 Klik op OK om uw fax te verzenden naar alle
contactpersonen in uw lijst met contactpersonen.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden controleren.
LFF6050
- 68 -
12 - PC-Functies
Een fax ontvangen
De vensters MF Manager en MF Director melden door
verschillende berichten dat een fax werd ontvangen. Het
pictogram verschijnt onderaan in het venster MF
Manager en het pictogram verschijnt op de taakbalk.
U kunt bij elke ontvangst de faxen automatisch laten
afdrukken. Dat moet u instellen, zie paragraaf
Faxinstellingen, pagina 68.
Faxen opvolgen
Faxen opvolgen gebeurt met behulp van:
een Postvak UIT,
een Postvak IN,
een verzendingengeheugen (verzonden
documenten),
een Logboek verzendingen,
een Logboek ontvangst.
Met die diensten kunt u de communicatieactiviteiten van
de terminal nauwkeurig opvolgen, zowel wat het zenden
als het ontvangen betreft.
De logboeken verzendingen en ontvangst worden
automatisch afgedrukt als de inhoud ervan een pagina
vult. Na die automatische afdruk begint de terminal aan
een nieuw logboek.
Het Postvak UIT
In het Postvak UIT voor faxen staat het volgende:
de aanvragen die worden verzonden,
de aanvragen voor uitgestelde verzendingen,
de aanvragen die een of meerdere keren werden
geprobeerd, en die weldra weer zullen worden
geprobeerd,
de aanvragen die werden verworpen (mislukte
oproepen).
De aanvragen worden geklasseerd in de volgorde waarin
ze werden uitgevoerd.
De verworpen aanvragen worden achteraan in de lijst
geklasseerd, zodat u ze gemakkelijker vindt als u ze weer
wilt behandelen (een nieuwe verzending wilt aanvragen)
of ze wilt wissen.
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten)
Met het verzendingengeheugen kunt u alle faxen
bijhouden die u hebt verzonden.
De gegevens in het verzendingengeheugen zijn:
de geadresseerde van de fax,
de datum waarop de fax werd gemaakt;
de datum waarop de fax werd verzonden,
de grootte van de fax.
Het Logboek verzendingen
Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis
van de geslaagde en verworpen faxen bijhouden die uw
terminal heeft behandeld. Het logboek wordt automatisch
afgedrukt als er een pagina vol is.
De gegevens in het Logboek verzendingen zijn:
de geadresseerde van de fax,
de datum waarop de fax werd verzonden,
de status van de fax (verzonden, verworpen,...).
Het Logboek ontvangst
Met het Logboek ontvangst kunt u de geschiedenis
bijhouden van de faxen die uw terminal heeft ontvangen.
Het logboek wordt automatisch afgedrukt als er een
pagina vol is.
De gegevens in het Logboek ontvangst zijn:
de zender van de fax,
de datum waarop de fax werd ontvangen,
de status.
Faxinstellingen
Toegang tot faxinstellingen
1 Klik op het pictogram van het venster MF
D
IRECTOR.
2 Kies E
XTRA > OPTIE > FAX.
3 Voer de nodige instellingen in met behulp van de
beschrijvingen ervan hierna en bevestig met OK.
Belangrijk
Met de knop W
ISSEN wordt het
volledige logboek verwijderd en niet
alleen de geselecteerde berichten.
Belangrijk
Met de knop W
ISSEN wordt het
volledige logboek verwijderd en niet
alleen de geselecteerde berichten.
LFF6050
- 69 -
12 - PC-Functies
Beschrijving van het tabblad LOGBOEK EN
BEVESTIGINGEN
Beschrijving van het tabblad FAXINSTELLINGEN
Optie Beschrijving
Automatisch
afdrukken van een
ontvangen
document
De fax wordt automatisch
afgedrukt als hij wordt
ontvangen.
Afdruk van een
verslag van de
ontvangst
Er wordt een ontvangstverslag
afgedrukt voor elke ontvangen
fax.
Afdrukken van het
Logboek ontvangst
Het Logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina
vult.
Automatisch
afdrukken van een
verzonden
document
De fax wordt automatisch
afgedrukt als hij wordt
verzonden.
Afdruk van een
verslag van de
verzending
Een verzendverslag wordt
afgedrukt na de verzending van
elke fax.
Afdrukken van het
Logboek
verzendingen
Het Logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina
vult.
Optie Beschrijving
Verzendsnelheid
Standaardverzendsnelheid voor
faxen.
Nummer van de lijn
Nummer van de lijn waaraan uw
terminal is verbonden.
Prefix van het
nummer
Het prefix van het nummer
wordt automatisch voor het
nummer ingevoerd voor er op
die lijn wordt verzonden.
Type
nummervorming
Moet worden ingesteld volgens
het type telefooncentrale
waaraan uw terminal is
verbonden.
Kopregel
Plaatst een communicatie-
identificatieregel (CIR) op de
documenten die u verzendt of
op de documenten die u
ontvangt.
ECM
Corrigeert communicatiefouten
die ontstaan zijn door een
gestoorde lijn. Met die optie
wordt de integriteit van de
ontvangen documenten
gegarandeerd. De
communicatieduur kan echter
langer zijn als de lijn gestoord is.
Aantal pogingen
Aantal pogingen die de terminal
moet uitvoeren als het
verzenden mislukt.
Interval tussen
pogingen
Duur tussen twee
verzendingspogingen.
LFF6050
- 70 -
12 - PC-Functies
Schutblad
Het schutblad is een deel van het faxdocument dat
automatisch wordt aangemaakt door uw terminal en
waarop gegevens worden vermeld over de zender,
geadresseerde, datum en tijd van het opslaan voor
verzenden, commentaar, enz.
Die pagina kan zowel alleen worden verzonden, als
voorafgaand aan een faxdocument, maar altijd tijdens
dezelfde communicatieactiviteit als dat faxdocument. Een
document met een schutblad kan worden verzonden
vanaf de multifunctionele terminal of vanaf de centrale
verwerkingseenheid. In het laatste geval kunt u zelf een
deel van de gegevens vermeld op het schutblad
toevoegen tijdens de aanvraag van de verzending. Als u
een schutblad bij een verzending wilt gebruiken, moet u
eerst een model voor het schutblad maken. Eenmaal het
model is gemaakt, kunt u het echter gebruiken voor alle
verzonden documenten.
Met uw terminal kunt u meerdere modellen van
schutbladen maken en personaliseren, waaruit u daarna
voor een verzending kunt kiezen.
Een model van een schutblad maken
Als u een schutblad aanmaakt, maakt u een sjabloon aan
waarvan de velden (faxnummer, commentaar, onderwerp
enz.) automatisch door de Faxtoepassing zullen worden
ingevuld, afhankelijk van de informatie die voor elke
ontvanger van een bericht ter beschikking wordt gesteld.
Een model van een schutblad maken, gebeurt in twee
stappen:
Eerste stap: Maak een sjabloon met de logo's en de
gewenste lay-out.
Tweede stap: Voeg het veld toe dat u op het
schutblad wilt: faxnummer, commentaar, onderwerp,
enz. Zoals eerder vermeld worden die velden ingevuld
door de Faxtoepassing Fax het moment van de
verzending.
Voor de eerste stap zijn er twee methoden om de
achtergrondafbeelding te maken.
U kunt kiezen tussen
•Optie (A) : Ontwerp het sjabloon in een andere
toepassing (zoals Word, Excel,...),
OF
•Optie (B) : Scan een document in met de lay-out van
het schutblad.
Details over de Opties A en B:
•Optie (A) : Open de gewenste toepassing om de
achtergrond te bewerken (Word, Wordpad...). Teken
de achtergrondafbeelding en druk het document af
met de printer “Companion Suite Fax”. Op dat moment
verschijnt het dialoogvenster MFSendFax:
Om geadresseerden toe te voegen aan de lijst
geadresseerden, klikt u op het tabblad
G
EAVANCEERDE OPTIES en kiest u FIJNE RESOLUTIE
zoals hieronder afgebeeld:
Klik ten slotte op de knop EEN PROJECT OPSLAAN in de
rechterbenedenhoek (pictogram van een floppy disk).
De achtergrondafbeelding wordt gemaakt in de map
C:\Program Files\Companion Suite Pro LL
\Documents\FAX\Temporary en heeft als
bestandsextensie FAX.
LFF6050
- 71 -
12 - PC-Functies
•Optie (B) : Start MFMANAGER, kies NIEUWE FAX en kies
als bron de scanner.
Om geadresseerden toe te voegen aan de lijst
geadresseerden, klikt u op het tabblad
GEAVANCEERDE
OPTIES en kiest u FIJNE RESOLUTIE zoals hieronder
afgebeeld:
Klik ten slotte op de knop E
EN PROJECT OPSLAAN in de
rechterbenedenhoek (pictogram van een floppy disk).
Het sjabloon is gemaakt in de map C:\Program
Files\Companion Suite Pro
LL 2\Documents\FAX\Temporary en heeft als
bestandsextensie FAX.
Zowel met optie A als met optie B krijgt u een
achtergrondafbeelding met de extensie FAX, opgeslagen
in de map C:\Program Files\Companion Suite Pro
LL 2\Documents\FAX\Temporary.
U kunt nu overgaan naar de tweede stap hieronder.
Voor de tweede stap:
Aan de achtergrondafbeelding die nu in de map
C:\Program Files\Companion Suite Pro LL
\Documents\FAX\Temporary zit, kunt u de gewenste
velden bovenop de achtergrondafbeelding toevoegen.
Volg de volgende procedure:
(a) Start MFManager, kies Nieuwe fax, klik op het
tabblad Schutblad en klik op het vakje Met
schutblad.
(b) Klik op de knop Nieuw. Het venster Schutblad
maken verschijnt.
(c) Klik op de knop Openen in de werkbalk, verander de
bestandsfilter in *.fax, en zoek tot u de map
C:\Program Files\Companion Suite Pro LL
\Documents\FAX\Temporary hebt gevonden, die de
achtergrondafbeelding bevat die u in de eerste stap
hebt gemaakt.
(d) Klik op de knop Velden in de werkbalk. Er verschijnt
een venster waarmee u velden aan het sjabloon kunt
toevoegen.
(e) Klik op de knop Opslaan om het model voor het
schutblad op te slaan en sluit het venster.
(f) Het venster Nieuwe faxverschijnt. U kunt nu het
gewenste model voor het schutblad kiezen. Door te
dubbelklikken op de weergave in de
rechterbenedenhoek opent zich een ander venster.
Dat toont een voorbeeldweergave van het schutblad
waarin de velden zijn ingevuld met de gegevens van
de geadresseerde.
Een schutblad maken
1 Kies het tabblad SCHUTBLAD en druk daarna op de
knop N
IEUW.
2 Kies het modelschutblad dat u hebt gemaakt in het
menu B
ESTAND.
Het venster met het modelschutblad dat u hebt
gemaakt, verschijnt.
Î
Belangrijk
Als u een schutblad bij een
faxverzending wilt gebruiken, moet u
eerst een model voor het schutblad
maken.
LFF6050
- 72 -
12 - PC-Functies
3 Klik op het pictogram om de beschikbaree
velden te laten verschijnen.
U voegt een veld op de volgende manier toe:
- Kies het veld dat u wilt toevoegen door het aan te
vinken op het keuzerooster met de velden. De
cursor van uw muis verandert in een stempel.
- Klik op de plaats in het model waar u het veld wilt
invoeren.
- U kunt het veld naar wens verplaatsen of
vergroten.
4 Als de velden zijn ingevoerd, slaat u het schutblad
op.
Dat schutblad kunt u kiezen op het tabblad S
CHUTBLAD
van het verzendvenster van een fax.
Beschrijving van het tabblad SCHUTBLAD
Belangrijk
Stel de grootte van uw veld af, zodat
u een leesbare tekst krijgt.
Veld Beschrijving
Naam van het
schutblad
Ofwel de naam van het
standaard gekozen schutblad,
ofwel het schutblad dat u hebt
geselecteerd.
Zender
U kunt gegevens invoeren over
de zender.
Ontvanger
U kunt gegevens invoeren over
de geadresseerde.
Als het woord Auto in een van
de velden staat, dan wordt het
veld bijgewerkt tijdens de
verzending als de
geadresseerde in het
adresboek, de favorieten, een
groep of een verzendlijst staat.
Commentaar
Het is een bewerkingsvenster
met alle basisfuncties van een
tekstverwerker, waarmee u een
tekst kunt invoeren die op het
schutblad wordt weergegeven
en dat er samen mee wordt
opgestuurd.
Voorbeeldweergave
van het model
Met de voorbeeldweergave kunt
u het schutblad zien dat u gaat
verzenden.
LFF6050
- 73 -
12 - PC-Functies
SMS-communicatie
Vanaf uw pc kunt u een sms naar één of meerdere
ontvangers verzenden met behulp van de
verzendgroepen.
U kunt de verzendingen opvolgen dankzij het Postvak
UIT, het Logboek verzendingen en het
verzendingengeheugen (verzonden documenten).
Weergave van het venster SMS
Een SMS verzenden
1 Klik op het pictogram SMS van het venster
MF D
IRECTOR.
2 Klik op N
IEUW, en daarna op SMS.
3 Voer uw bericht in in het veld I
NHOUD VAN HET
BERICHT.
U kunt de knoppenen de smiley gebruiken links
van het invoerveld om uw bericht te personaliseren
of om automatisch datum en uur in te voeren.
4 Om uw SMS naar een contactpersoon te
verzenden, voert u zijn/haar nummer in in het veld
T
ELEFOONNUMMER en klikt u op of kiest u een
contactpersoon (of groep) uit een van de
adresboeken in het veld L
IJST VAN
CONTACTPERSONEN en klikt u op de knop .
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik
de knop om een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen te wissen).
5 Stel eventueel de geavanceerde instellingen in
(voor een directe verzending of om een
prioriteitsniveau aan het SMS'je te geven), door op
de knop G
EAVANCEERDE INSTELLINGEN ( ) te
drukken.
6 Klik op OK om uw SMS te verzenden naar alle
contactpersonen in uw lijst met contactpersonen.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden controleren.
Belangrijk
De SMS-service is beschikbaar
afhankelijk van het land en de
provider.
Nummer Wat te doen
1 Een sms opstellen.
2
Een SMS wissen in een van de
beheermappen van SMS. Behalve voor de
map L
OGBOEK VERZENDINGEN, waar deze
opdracht het logboek volledig wist.
3
Een SMS afdrukken in een van de
beheermappen van SMS.
4
Een SMS weergeven in het venster
Voorbeeldweergave.
5 Toegang tot het adresboek.
6
De verzending van een SMS onderbreken
(alleen mogelijk voor het Postvak UIT).
7
Alle SMS'en aanwezig in de gekozen map
in het beheer van Fax weergeven.
8 Voorbeeldweergave van SMS'jes.
9 Beheermappen van SMS.
LFF6050
- 74 -
12 - PC-Functies
Opvolgen van SMS
SMS'jes opvolgen gebeurt met behulp van:
een Postvak UIT,
een verzendingengeheugen (verzonden
documenten),
een Logboek verzendingen.
Met die diensten kunt u de communicatie-activiteit van de
terminal nauwkeurig opvolgen.
Het Logboek wordt automatisch afgedrukt als het een
pagina vult. Na die automatische afdruk begint de
terminal een nieuw logboek.
Het Postvak UIT
Het Postvak UIT voor SMS'jes houdt het volgende bij:
de aanvragen die worden verzonden,
de aanvragen voor uitgestelde verzendingen,
de aanvragen die een of meerdere keren werden
geprobeerd, en die weldra weer zullen worden
geprobeerd,
de aanvragen die werden verworpen.
Het Logboek verzendingen
Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis
van de geslaagde en verworpen SMS'jes bijhouden, die
uw terminal heeft behandeld. Het logboek wordt
automatisch afgedrukt als er een pagina vol is.
De gegevens in het Logboek zijn:
de ontvanger van de SMS,
de verzenddatum van de SMS,
de status (verzonden, verworpen,...).
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten)
Met het verzendingengeheugen kunt u alle SMS'en
bijhouden die u hebt verzonden.
De gegevens in het verzendingengeheugen zijn:
de ontvanger van de SMS,
de aanmaakdatum van de SMS,
de verzenddatum van de SMS,
de grootte van de SMS.
Instellingen van SMS'en
Toegang tot SMS-instellingen
1 Klik op het pictogram SMS van het venster
MF D
IRECTOR.
2 Kies E
XTRA > OPTIE > SMS.
3 Voer de nodige instellingen in met behulp van de
beschrijvingen ervan hierna en bevestig met OK.
Beschrijving van het tabblad LOGBOEK EN
BEVESTIGINGEN
Belangrijk
Met de knop W
ISSEN wordt het
volledige logboek verwijderd en niet
alleen de geselecteerde berichten.
Optie Beschrijving
Automatisch
afdrukken van een
verzonden
document
De SMS wordt automatisch
afgedrukt als hij wordt
verzonden.
Afdruk van een
verzendverslag
Een verzendverslag wordt
afgedrukt na de verzending van
elke SMS.
Afdrukken van het
Logboek
verzendingen
Het Logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina
vult.
LFF6050
- 75 -
12 - PC-Functies
Software verwijderen
In dit gedeelte worden de volgende procedures
beschreven:
volledige verwijdering van de software Companion
Suite Pro,
enkel verwijdering van de stuurprogramma’s.
De software van uw pc verwijderen
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE
>C
OMPANION SUITE PRO LL2 > VERWIJDEREN.
1 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op J
A om
door te gaan met het verwijderen van het
programma Companion Suite Pro.
2 Het verwijderprogramma wordt gestart. U kunt de
verwijdering annuleren door op A
NNULEREN te
drukken.
3 Klik op de knop OK
4 Aan het einde van de procedure moet u het
systeem weer opstarten. Klik op de knop J
A
De stuurprogramma’s van uw pc
verwijderen
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
Selecteer de vereiste verwijdermethode, afhankelijk van
de gebruikte installatiemodus:
Als u de stuurprogramma’s hebt geïnstalleerd met de
Companion Suite Pro, raadpleeg dan paragraaf De
stuurprogramma’s verwijderen met de software
Companion Suite Pro.
Als u de stuurprogramma’s handmatig hebt
geïnstalleerd, raadpleeg dan paragraaf De
stuurprogramma’s handmatig verwijderen.
De stuurprogramma’s verwijderen met de
software Companion Suite Pro
Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE
>C
OMPANION SUITE PRO LL2 > VERWIJDEREN.
1 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op J
A om
door te gaan met het verwijderen van de
stuurprogramma’s the C
OMPANION SUITE PRO LL2.
2 Het verwijderprogramma wordt gestart. U kunt de
verwijdering annuleren door op A
NNULEREN te
drukken.
De stuurprogramma’s handmatig verwijderen
De volgende stuurprogramma’s moeten worden
verwijderd:
printerstuurprogramma
scannerstuurprogramma
modemstuurprogramma
Om het printerstuurprogramma te verwijderen:
1 Open het venster P
RINTERS (STARTEN
> C
ONFIGURATIESCHERM > PRINTERS EN
FAXAPPARATEN of STARTEN >
C
ONFIGURATIESCHERM> HARDWARE EN GELUID >
P
RINTERS, afhankelijk van het besturingssysteem).
Opmerking
U kunt ook de stuurprogramma’s
van C
OMPANION SUITE PRO LL2
verwijderen met behulp van de
Windows-functie P
ROGRAMMAS
TOEVOEGEN/VERWIJDEREN in het
configuratiescherm.
LFF6050
- 76 -
12 - PC-Functies
2 Wis het pictogram LASER PRO LL2.
3 In het venster P
RINTERS klikt u met de
rechtermuisknop en selecteert u A
LS
ADMINISTRATOR UITVOEREN>
S
ERVEREIGENSCHAPPEN.
4 Selecteer het tabblad S
TUURPROGRAMMAS.
5 Selecteer het stuurprogramma L
ASER PRO LL2 en
klik op de knop V
ERWIJDEREN.
6 Selecteer de optie S
TUURPROGRAMMA EN
STUURPROGRAMMAPAKKET VERWIJDEREN en klik op
de knop OK.
7 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op J
A om
door te gaan.
8 Klik op de knop W
ISSEN om het wissen te
bevestigen.
Om stuurprogramma’s van scanners en modems te
verwijderen:
1 Open het venster A
PPARAATBEHEER (START
>C
ONFIGURATIESCHERM > SYSTEEM > HARDWARE >
A
PPARAATBEHEER of STARTEN >
C
ONFIGURATIESCHERM > HARDWARE EN GELUID >
A
PPARAATBEHEER, afhankelijk van het
besturingssysteem).
2 In het submenu O
VERIGE APPARATEN selecteert u
het onderdeel MF P
RINTER LASER PRO LL2 en klikt
u met de rechtermuisknop.
3 Selecteer V
ERWIJDEREN in het menu en klik met de
linkermuisknop.
4 Klik op de knop OK om het wissen te bevestigen.
5 In het submenu B
EELDAPPARATEN selecteert u het
onderdeel S
CANNER PRO LL2 en klikt u met de
rechtermuisknop.
6 Selecteer V
ERWIJDEREN in het menu en klik met de
linkermuisknop.
7 Klik op de knop OK om het wissen te bevestigen.
LFF6050
- 77 -
13 - Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Algemeen
Om ervoor te zorgen dat uw apparaat lang naar behoren
blijft werken, moet u de binnenzijde van het apparaat
regelmatig schoonmaken.
Tijdens het gebruik van het apparaat dient u zich aan de
volgende instructies te houden:
- Laat het afsluitdeksel niet onnodig openstaan.
- Probeer nooit het apparaat te smeren.
- Doe het afsluitdeksel zachtjes dicht en stel het
apparaat niet bloot aan hevige trillingen.
- Open nooit het afsluitdeksel tijdens het printen.
- Probeer nooit het apparaat te demonteren.
- Gebruik geen papier dat te lang in de papiercassette
is bewaard.
De tonercartridge vervangen
Uw terminal is uitgerust met een beheersysteem voor de
verbruiksartikelen. Datngeeft aan wanneer uw
tonercartridge moet worden vervangen.
De volgende berichten verschijnen op het scherm van uw
apparaat wanneer uw tonercartridge de kritieke drempel
bereikt (minder dan 10% tonercartridge over) en wanneer
hij leeg is:
U kunt de tonercartridge echter altijd vervangen, voor hij
het einde van zijn cyclus bereikt.
Ga als volgt te werk om de tonercartridge te vervangen.
1 Plaats de smartcard die bij met de nieuwe
tonercartridge werd geleverd zoals aangegeven op
de tekening hieronder.
De volgende melding zal verschijnen:
2 Druk op OK.
De volgende melding zal verschijnen:
3 Ga voor het apparaat staan.
4 Druk aan de linkerkant en aan de rechterkant van
het luikje en trek ze tegelijk naar u toe.
5 Hef de tonercartridge op en haal ze uit de
multifunctionele terminal.
6 Pak de nieuwe cartridge uit de verpakking en
plaats ze in de behuizing zoals aangegeven op de
tekening hierna.
7 Sluit de klep.
De volgende melding zal verschijnen:
OPGELET
Voor uw veiligheid: lees de
veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk
Veiligheid, pagina 1.
TONER BIJNA TONER LEEG
OP VERVANGEN <OK>
Belangrijk
Gebruik altijd de meegeleverde
smartcard wanneer u de
tonercartridge vervangt. Op de
smartcard vindt u de nodige
informatie om het tonerniveau
opnieuw in te stellen. Als u de
tonercartridge vervangt zonder een
smartcard te gebruiken, kan dat tot
gevolg hebben dat het
beheersysteem van de
verbruiksartikelen niet langer juist
werkt.
TONER VERVANGEN?
JA= OK - NEEN= C
OPEN VOORKLEP
VERVANG TONER
HEBT U VERVANGEN
DE TONER? <OK>
LFF6050
- 78 -
13 - Onderhoud
8 Druk op OK.
Er verschijnt een wachtbericht.
De smartcard wordt gelezen.
9 Verwijder de smartcard uit de lezer en uw apparaat
is weer klaar om af te drukken.
Problemen met de smartcard
Als u een al gebruikte smartcard gebruikt, zal het
volgende verschijnen op het apparaat:
dan,
Als u een defecte chipkaart gebruikt, zal het volgende
verschijnen op het apparaat:
dan,
In het geval van een druk op de knop C tijdens het lezen
van de chipkaart, zal op de terminal het volgende
verschijnen:
Reiniging
Leeseenheid van de scanner reinigen
Ga te werk zoals onderstaand beschreven, wanneer op
de gemaakte kopieën een of meerdere verticale strepen
verschijnen:
1 Open het scannerdeksel door het naar achteren te
kantelen totdat het deksel rechtop staat.
2 Reinig het glas met een zachte, niet pluizende
doek met zachte alcohol.
3 Sluit het luik van de scanner.
4 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn
verdwenen.
Printer reinigen
Stof, vuil of papiersnippers op het oppervlak en binnen in
de printer kunnen nadelig zijn voor een goede werking.
Maak het apparaat regelmatig schoon.
Reiniging van de buitenkant van de printer
Maak de buitenkant van de printer schoon met een zachte
doek die u bevochtigd heeft met een milde
huishoudreiniger.
Reinigen van de rollen van de papiertoevoer
Reinig de roller van de documenttoevoer wanneer:
een of meer verticale lijnen verschijnen op de kopieën
van documenten die in de documentlader worden
geplaatst (aanwezigheid van restanten, inkt, lijm enz.
in het papiertransportmechanisme).
het bericht **Y
OU SHOULD CLEAN THE ROLLER OF THE
SCANNER FEEDER. PLEASE REFER TO USER MANUAL.
P
RESS <STOP> WHEN THE ROLLER IS CLEANED.** (U
moet de roller van de scannertoevoer reinigen.
Raadpleeg de gebruikshandleiding. Druk op <stop>
wanneer de roller gereinigd is) waarschuwt u dat de
documenttoevoer geen papier meer kan transporteren
(stof, vuil of restanten blokkeren de rollers). Druk op
OK om het bericht van het scherm te verwijderen.
Om de roller van de documenttoevoer te reinigen, gaat u
als volgt te werk:
1 Druk op de Aan/Uit-schakelaar om het apparaat uit
te schakelen (positie 0) en trek het netsnoer uit.
2 Open de klep van de papierlade van de scanner.
3 Reinig de rollers van de documentlader en de twee
tussenrollers op het mobiele gedeelte van de
scanner met een zachte, pluisvrije doek met wat
zachte alcohol.
Om ze te reinigen, draait u ze in dezelfde richting
als tijdens het papiertransport.
A.U.B.
WACHTEN
NIEUWE TONER
VERWIJDER KAART
A.U.B.
WACHTEN
VERWIJDER KAART
AL GEBRUIKT
A.U.B.
WACHTEN
KAART ONBEKEND
VERWIJDER KAART
HANDELING GEANN.
VERWIJDER KAART
LFF6050
- 79 -
13 - Onderhoud
4 Wrijf met een zachte, droge, pluisvrije doek over de
rollers tot ze droog zijn.
5 Sluit de klep van de papierlade van de scanner.
6 Stop het netsnoer in de wandcontactdoos en druk
op de Aan/Uit-knop om het apparaat in te
schakelen (positie I).
7 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn
verdwenen.
Problemen met de printer
Foutmeldingen
Wanneer één van de onderstaand beschreven fouten bij
de printer optreedt, verschijnt hierover een melding op het
display van het faxapparaat.
Melding Wat te doen
CONTROLEER
TONER
Controleer of er een
tonercartridge in het
apparaat zit.
TONER BIJNA OP
Kondigt het naderende
einde van uw
verbruiksartikel aan.
VERVANG PAPIER
Vul papier bij in de
papierlade.
OPWARMEN
Melding bij het opstarten
van de terminal.
SLUIT AFDEKKING
De voorklep van de printer
is open, sluit ze.
TONER LEEG
VERVANGEN <OK>
Vervang de tonercartridge.
PAPIER ZIT VAST
VERWIJDER TONER
Een vel papier zit vast in
het apparaat. Verwijder de
tonercartridge en verwijder
het vastgelopen papier.
Haal de papierlade uit de
printer en verwijder het
vastgelopen papier. Open
en sluit dan het luik van de
verbruiksproducten.
PAPIER ZIT VAST
EXTERNE BAK
Een vel papier zit vast in
het apparaat. Open het luik
van het vastgelopen papier.
Verwijder het vastgelopen
papier. Open en sluit dan
het luik van de
verbruiksproducten.
AFDRUKPAPIER OP
Vul papier bij in de
papierlade.
INFORMATIE
**Y
OU SHOULD CLEAN
THE ROLLER OF THE
SCANNER FEEDER.
P
LEASE REFER TO
USER MANUAL. PRESS
<
STOP> WHEN THE
ROLLER IS CLEANED.**
(U moet de roller van de
scannertoevoer
reinigen. Raadpleeg de
gebruikshandleiding.
Druk op <stop> wanneer
de roller gereinigd is)
De documentlader kan
geen vellen meer
transporteren (stof, vuil of
restanten blokkeren de
rollers). Reinig de roller van
de documentlader.
Opmerking
Nadat een van de foutberichten
verschijnt die hierboven worden
genoemd, is het mogelijk dat een
actieve afdrukopdracht wordt
geannuleerd (zie Problemen met
afdrukken vanaf de pc, pagina 82).
In geval een ontvangen fax werd
afgedrukt, wordt de afdrukopdracht
altijd opnieuw gestart nadat de fout
werd verholpen.
Melding Wat te doen
LFF6050
- 80 -
13 - Onderhoud
Vastgelopen papier
Tijdens het afdrukken kan het zijn dat een papier
vastloopt in de printer of de papierlade en een blokkering
veroorzaakt.
Als papier vastloopt in de terminal, zal de volgende
melding verschijnen:
1 Open het luik voor vastgelopen papier dat zich aan
de achterkant van het apparaat bevindt.
2 Verwijder het vastgelopen papier en sluit het luik.
3 Open en sluit dan het voorste luik.
De printer zal automatisch terug opstarten.
Als het papier vastloopt, zal de volgende melding
verschijnen:
1 Verwijder de tonercartridge, kijk even na of er geen
papier vastzit.
2 Verwijder het papier dat de oorzaak is van het
vastlopen van het papier.
3 Plaats de tonercartridge terug in de terminal, of
haal de papierlade eruit en verwijder het
vastgelopen papier.
4 Controleer of de bladen in de papierlade goed recht
liggen in een nette stapel.
5 Plaats de papierlade weer in de terminal.
Problemen met de scanner
Als papier vastloopt, verschijnt het bericht:
1 Open de klep van de documentlader.
2 Verwijder het vastgelopen papier zonder het te
scheuren.
3 Sluit de klep van de papierlade van de scanner.
4 Druk op
.
Diverse problemen
Bij het opstarten verschijnt er niets op het scherm.
Controleer de aansluiting van het netsnoer en
stopcontact.
De terminal vindt het document niet dat u in de
papierlade van de scanner hebt geplaatst.
Het bericht D
OCUMENT KLAAR verschijnt niet op het
scherm.
Bij het begin en tijdens het scannen verschijnt
V
ERWIJDER DOC op het scherm.
1 Verwijder het document of druk op de toets .
2 Controleer of het document niet te dik is (50 vellen
papier van 80 g/m2).
3 Schud de bladen desnoods los.
4 Duw de bladen tot tegen de stop.
De terminal ontvangt geen faxen.
1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer.
2 Controleer of er een signaal op de telefoonlijn is
met de knop
.
U ontvangt een blanco pagina.
1 Maak een fotokopie van een document. Als hij
goed is, werkt uw fax normaal.
2 Bel de oproeper terug en vraag hem / haar om het
document opnieuw te zenden. Het was
waarschijnlijk achterstevoren ingevoerd.
U kunt geen fax verzenden.
1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer.
2 Controleer of er een kiestoon is met de toets .
3 Controleer of het prefix goed is geprogrammeerd
en gebruikt.
PAPIER ZIT VAST
EXTERNE BAK
OPGELET
De fuser kan een hoge temperatuur
bereiken tijdens de werking. Om
verwondingen te vermijden, raakt u
deze zone best niet aan. Raadpleeg
voor details Softwarelicentie,
pagina 6.
PAPIER ZIT VAST
VERWIJDER TONER
VERWIJDER DOC
STOP VOOR BEVEST
LFF6050
- 81 -
13 - Onderhoud
Communicatiestoringen
Bij communicatiestoringen waarschuwt de terminal u dat
hij automatisch weer probeert op een later uur.
Voorbeeld van wat wordt getoond:
Verzenden uit de lader
U kunt kiezen tussen:
wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde
uur,
de verzending direct herbeginnen door op de
toets
te drukken,
de verzending annuleren met de toets . Om het
document uit te werpen, drukt u weer op de toets .
Verzenden uit het geheugen
U kunt kiezen tussen:
wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde
uur,
de verzending direct herbeginnen via de wachtrij van
de verzendingen. Als het document meerdere
pagina's telt, herbegint de verzending met de pagina
waar de storing optrad (zie Direct uitvoeren van een
verzending in de wachtrij, pagina 28),
de verzending annuleren door de overeenkomstige
opdracht in de wachtrij van de verzendingen te wissen
(zie Een verzending in de wachtrij wissen,
pagina 28).
De terminal voert maximum 5 nieuwe pogingen
automatisch uit. Het niet-verzonden document wordt
automatisch uit het geheugen verwijderd en er wordt een
verzendrapport afgedrukt met een foutcode en de
oorzaak van de onvoltooide communicatie (zie Codes
voor communicatiestoringen).
Codes voor communicatiestoringen
De codes voor communicatiestoringen verschijnen in de
logboeken en op de verzendrapporten.
Algemene codes
Code 01 - Bezet of geen antwoord van fax
Die code verschijnt na 6 mislukte pogingen. U moet later
opnieuw proberen te verzenden.
Code 03 - Gestopt door gebruiker
Communicatie gestopt door de gebruiker met de
toets .
Code 04 – Niet-geprogrammeerd nummer
Nummer ingevoerd met één toets (one-touch) of afgekort
nummer is ongeldig. Controleer het. (Bijvoorbeeld: een
uitgestelde verzending werd geprogrammeerd met één
toets (one-touch) en die toets werd gewist).
Code 05 - Fout bij scannen
Er was een probleem in de scanner, het blad is
bijvoorbeeld vastgelopen.
Code 06 - Printer niet beschikbaar
Er was een probleem in het printergedeelte: geen papier
meer, vastgelopen papier, opening van het luik… Bij
ontvangen verschijnt die code alleen als de instelling
Ontvangst zonder papier is ingesteld op Z
ONDER PAPIER.
Code 07 - Verbinding verbroken
De verbinding werd verbroken (slechte verbinding).
Controleer het telefoonnummer en probeer het opnieuw.
Code 08 - Kwaliteit
Het document dat u verzond, werd slecht ontvangen.
Neem contact op met uw contactpersoon om te weten of
het nodig is om uw document weer te verzenden.
Code 0A - Geen document om af te roepen
U probeerde een document af te roepen bij een
contactpersoon, maar die laatste heeft geen document
klaargemaakt (niet opgeslagen) of het ingevoerde
wachtwoord is verkeerd.
Code 0B - Aantal pagina's verkeerd
Er is een verschil tussen het aantal pagina’s dat werd
opgegeven tijdens de voorbereiding voor de verzending
en het aantal verzonden pagina’s. Controleer het aantal
pagina’s in het document.
Code 0C - Fout ontvangen document
Vraag aan de contactpersoon die u oproept, om de lengte
van zijn/haar document te controleren (het is misschien te
lang om volledig te worden ontvangen).
Code 0D - Document slecht verstuurd
Vraag aan de afzender om zijn document weer te
verzenden.
Code 13 - Geheugen vol
Uw terminal kan niets meer ontvangen, want het
geheugen is vol. Er zijn te veel niet afgedrukte ontvangen
documenten of te veel documenten in de wachtrij voor
verzending.
Druk de ontvangen documenten af en wis of verzend
direct de documenten in de wachtrij voor verzending.
Code 14 - Geheugen vol
Geheugen voor ontvangen documenten is vol. Druk de
ontvangen documenten af.
Code 15 - Onbekende mailbox Nr x
U wilt een document opslaan in een mailbox van een
contactpersoon. Het nummer van de vermelde mailbox
bestaat niet.
Code 16 - Lijst Nr x niet doorgezonden
U hebt een doorzending aangevraagd van een document
door een fax op afstand, maar die heeft de lijst met
gevraagde geadresseerden niet geprogrammeerd.
Code 17 - Onbekende mailbox Nr x
U wilt een document opvragen bij een mailbox van een
contactpersoon. Het nummer van de vermelde mailbox
bestaat niet.
Code 18 - Doorzenden onmogelijk
U hebt doorzenden van een document aangevraagd via
een terminal die de functie doorzenden niet heeft.
Code 19 - Geannuleerd door de contactpersoon
Communicatie geannuleerd door uw contactpersoon.
(Bijvoorbeeld: een fax wil de uwe afroepen, terwijl hij geen
documenten heeft opgeslagen).
Code 1A - Verbinding verbroken
De verzending is niet begonnen. De telefoonlijn is bezet.
Code 1B - Document slecht verstuurd
Bij verzending: probeer het opnieuw.
Bij ontvangst: vraag uw contactpersoon om zijn document
weer te verzenden.
Code 50 - Fout server
Controleer het nummer van de ingestelde SMS-
berichtencentrale, of er was een communicatiefout terwijl
de gegevens werden verstuurd.
Huidige uur
VRIJ 12 DEC 20:13
Uur van de nieuwe poging 0142685014 20:18
LFF6050
- 82 -
13 - Onderhoud
Problemen met afdrukken vanaf de pc
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het apparaat een
afdrukverzoek verwerkt nadat er zich een probleem heeft
voorgedaan (papierstoring, verbroken verbinding enz.)
Kijk hieronder om te weten of het afdrukken van uw
document zal doorgaan of zal worden geannuleerd,
afhankelijk van:
de verbinding met de pc,
het probleem dat zich voordeed tijdens het afdrukken.
Afdrukken vanaf de pc via een USB-
verbinding
Afdrukken vanaf de pc via een WLAN-
verbinding
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Geen papier meer
Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Geen papierinvoer Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Uitzondering: Als het
document handmatig
dubbelzijdig moest worden
afgedrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd.
Vastgelopen papier
Probleem met het
papierformaat
Toner leeg
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter worden
afgedrukt nadat de
tonercartridge vervangen is.
Onderbreking
aangevraagd door de
spooler
Na een inactieve periode
(standaard 30 seconden)
gaat het apparaat over op de
modus inactief.
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter wel worden
afgedrukt.
Verbreking van de
USB-verbinding
Wanneer het probleem is
verholpen, begint het
afdrukken van het document
vanaf het begin opnieuw,
ongeacht het aantal pagina’s
dat al was afgedrukt voor de
verbinding verbroken werd.
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Geen papier meer
Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Geen papierinvoer Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Uitzondering: Als het
document handmatig
dubbelzijdig moest worden
afgedrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd.
Vastgelopen papier
Probleem met het
papierformaat
Toner leeg
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter wel worden
afgedrukt.
of
Het afdrukken gaat door
vanaf de eerste pagina die
nog niet was afgedrukt.
Onderbreking
aangevraagd door de
spooler
Na een inactieve periode
(standaard 30 seconden)
gaat het apparaat over op de
modus inactief.
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter wel worden
afgedrukt.
Verbreking van de
WLAN-verbinding
Wanneer het probleem is
verholpen, begint het
afdrukken van het document
vanaf het begin opnieuw,
ongeacht het aantal pagina’s
dat al was afgedrukt voor de
verbinding verbroken werd.
LFF6050
- 83 -
13 - Onderhoud
Firmware-update
Om de firmware van het apparaat te update, moet de
Companion Suite Pro-software op uw pc geïnstalleerd
zijn en moet de pc met het apparaat verbonden zijn (zie
PC-Functies, pagina 55).
Bezoek onze website www.sagem-communications.com
om te controleren of er firmware-updates beschikbaar zijn
voor uw apparaat en download het juiste updatebestand
op uw pc.
Ga vervolgens naar het hulpprogramma voor updates
(S
TARTEN > ALLE PROGRAMMAS > COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION - FIRMWARE
U
PDATE), selecteer het gedownloade bestand en start
met de update.
Controleer op www.sagem-communications.com of er
nieuwe versies van deze handleiding bestaan nadat de
software werd geüpdatet.
LFF6050
- 84 -
13 - Onderhoud
Eigenschappen
Fysische eigenschappen
Elektrische eigenschappen
Milieukenmerken
Eigenschappen randapparatuur
Printer
Kopieerapparaat
Scanner
Bedrukkingsdragers
PC-verbinding
Afmetingen: 412 x 447 x 386 mm
Gewicht: 13 kg
Stroomvoorziening (zie plaatje): Eenfasig 220-240 V - 50/60 Hz - 4,5 A
Stroomverbruik: 12 W typisch in slaapstand
35 W typisch in standby
450 W gemiddeld tijdens afdrukken (900W piekbelasting)
Omgevingstemperatuur bij werking: 10 °C tot 27 °C [50 °F tot 80,6 °F] met een omgevingsvochtigheid
van 15 tot 80% (max. 32°C [89,6 °F] met een
omgevingsvochtigheid van 15 tot 54%).
Type: Laser (op normaal papier)
Resolutie: 600 dpi
Snelheid:
maximum 20 ppm
a
a. De afdruksnelheid kan variëren volgens het besturingssysteem, de eigenschappen van de computer, van de toepassing, van de
verbindingsmodus (USB of WLAN), van het papierformaat en van het type en de grootte van het bestand.
Opwarmtijd: 21s
Afdruktijd van de eerste pagina: 13 sec.
Type: Autonoom Zwart en Wit
Kopieersnelheid: maximum 20 ppm
Resolutie: 600 dpi
Multikopie: maximum 99 pagina's
Zoompagina: 25% tot 400%
Type: Kleurenscanner
Capaciteit van de documentlader: 50 vellen
Kleurkwaliteit: 36 bits
Resolutie: 600 dpi (optisch)
2400 dpi (geïnterpoleerd)
Compatibiliteit software: TWAIN, WIA
Maximaal papierformaat: Letter
Maximumcapaciteit papierlade: 250 vellen max (60 g/m²), 200 vellen max (80 g/m²),
Maximumcapaciteit papieruitvoer: 50 vellen
Papierformaat hoofdlade: A4, A5, Statement, Legal, Letter
Papier 60 tot 105 g/m²
Papierformaat voor het handmatig printen: A4, A5, Statement, Legal, Letter, B5, exec, A6
Papier 52 tot 160 g/m²
Port USB 2.0 slave (pc-verbinding)
Port USB 2.0 master (Wlan-verbinding, lezer, lezer USB-stick, USB-DECT base dongle - optie)
Besturingssysteem: Windows 2000 SP4, Windows XP x86 SP1, Windows Vista, Windows 2003 server (enkel om
af te drukken)
LFF6050
- 85 -
13 - Onderhoud
Eigenschappen verbruiksgoederen
Referentiepapier
Tonercartridge
Voor de verbetering van het product kunnen gegevens worden veranderd zonder voorafgaande verwittiging.
Scanner: Inapa tecno SPEED A4
Printer: Ricoh T6200 A4
Referentie PFA821
PFA822
Klanteninformatie
Hotline-inleiding
We streven er voortdurend naar onze producten volgens hoge kwaliteitsnor-
men en met een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid te ontwikkelen.
In uw handleiding vindt u alle noodzakelijke informatie om uw toestel te kun-
nen gebruiken. Hebt u ondanks deze handleiding toch nog vragen dan kunt u
zich steeds aan ons callcenter wenden. Onze medewerkers zijn goed opgeleide
experten en beantwoorden uw vragen graag.
We kunnen u sneller helpen wanneer u ons niet via het toestel opbelt maar via
een externe telefoon. Hou ook steeds een uitdraai van de instellingen en het
serienummer van uw toestel klaar. Het serienummer vindt u op het typeplaatje.
PC-aansluiting
Indien er problemen met de PC-verbinding optreden, houd dan volgende in-
formatie klaar, als u contact opneemt met de technische klantendienst: Hard-
wareconfiguratie van uw computer, het geïnstalleerde besturingssysteem en
het gebruikte veiligheidsprogramma (antivirusprogramma’s, Firewall). Wij
kunnen u dan sneller helpen.
Nederland
Call-Center Philips Niederlande
Telefoon: 09 00 - 040 04 79 (0,18 €/minuut)
Fax: 09 00 - 767 67 61
België
Call-Center Philips Belgien
Telefoon: 070 - 35 00 06 (0,17 €/minuut)
Fax: 070 - 23 34 35
Direct-Sales Philips allgemeen
Gebruik uitsluitend toebehoren van PHILIPS. De garantie dekt geen schade
ten gevolge van het gebruik van andere verbruiksmaterialen.
Direct-Sales Philips NL · B
In Nederland en België kunt u PHILIPS toebehoren telefonisch bestellen on-
der ons gratis nummer.
Direct-Sales Philips/Sagem Niederlande
Nederland
Telefoon: 08 00 - 023 07 11
Direct-Sales Philips/Sagem Belgien
België
Telefoon: 08 00 - 485 88
Internet: www.sagem-communications.com
We wensen u veel plezier met uw nieuw product!
SAGEM COMMUNICATIONS
Printing Terminals
Headquarters : Le Ponant de Paris
27, rue Leblanc · 75015 Paris · FRANCE
Tél. : +33 1 58 11 77 00 · Fax : +33 1 58 11 77 77
www.sagem-communications.com
Limited company · Capital 158.291.895 Euros · 440 294 510 RCS
PARIS
LFF6050
NL · B
253118301-A
PHILIPS and the PHILIPS’ Shield Emblem are registered trademarks of Koninklijke Philips Electronics N.V.
and are used by SAGEM COMMUNICATIONS under license from Koninklijke Philips Electronics N.V.

Documenttranscriptie

LFF 6050 NL Handleiding Beste klant Voor uw comfort en veiligheid, vragen wij u, vóór enig gebruik, aandachtig het hoofdstuk Veiligheid te lezen. Door dit multifunctionele apparaat te kopen, hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van het merk Philips. Uw apparaat voldoet aan alle verschillende vereisten van moderne apparatuur voor kantoorautomatisering. Met dit apparaat kunt u in kleuren scannen en in zwart/wit faxen, afdrukken en kopiëren. U kunt het toestel aansluiten op uw pc (Microsoft Windows 2000/XP/Vista). Installeer de bijgevoegde software om het multifunctionele apparaat te gebruiken als printer. Daarnaast kunt u via uw pc documenten scannen, bewerken en opslaan. Voor draadloze communicatie met een computer beschikt u over een aansluiting met een WLAN-adapter (optioneel). WLAN is een optie die enkel werkt met een originele adapter, verkrijgbaar bij uw verkoper. Meer informatie vindt u op onze website: www.sagem-communications.com. Met dit multifunctionele apparaat kunt u een USB-DECT-basis aansluiten op een van de USB-poorten van het apparaat en DECT-telefoons op die basis registreren. Vervolgens kunt u met de geregistreerde telefoons oproepen doen en beantwoorden met behulp van de telefoonlijn van het multifunctionele apparaat (standaardgebruik van draadloze telefoons). Een telefoonverbinding is een optie die enkel werkt met een specifieke USB-DECT-dongle, verkrijgbaar bij uw verkoper. Meer informatie vindt u op onze website: www.sagem-communications.com. Dankzij zijn navigatiesysteem en zijn multifunctionaliteit is hij krachtig, gebruikersvriendelijk en eenvoudig om te bedienen. De multifunctionele apparaten LFF6050 zijn uitgerust met een 600 dpi-scanner en een zwart-wit-laserprinter met een afdruksnelheid van 20 ppm. Met de Companion Suite Pro -software kunt u het multifunctionele apparaat vanaf een pc gebruiken als scanner en printer. U kunt er ook uw multifunctionele apparaat mee beheren. Verbruiksartikelen Zie paragraaf Eigenschappen, pagina 84. Beste klant LFF6050 Inhoud Beste klant Verbruiksartikelen Veiligheid Veiligheidsvoorschriften EMC Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten van Amerika Conformiteitverklaring Naleving van de EME-richtlijnen voor Canada Laserveiligheidsinformatie Voor Europa / Azië Voor Noord-Amerika Plaats van de veiligheidsvermeldingen op de machine Symbolen van de stroomschakelaar Informatie i.v.m. wetgeving Goedkeuringen in Europa Informatie voor traceerbaarheid van CE-markeringen (enkel voor landen van de EU) Milieu I I 1 1 1 Standaardkopie Kopie in de modus ECO-toner Geavanceerde kopie Kopieermodus identiteitskaart Speciale kopieerinstellingen Instellen van de resolutie Instelling zoom Instellen van gesorteerde kopieën Instellen uitgangspunt (herkomst) Instellen van het contrast Instellen helderheid Instellen van het papiertype Keuze papierlade Instellen van de marges van de sheet-feedscanner Instellen van de marges voor flatbedanalyse Instelling afdrukmarges links en rechts Instelling afdrukmarges in hoogte en laagte Papierformaat instellen 3 3 4 4 4 5 Softwarelicentie 6 Installatievereisten Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Veiligheidsinformatie Veiligheid tijdens de werking Stroomvoorziening Voor fax of telefoon Aanbevelingen voor het papier Papier laden in de hoofdlade Papiergebruik Controle luchtvochtigheid Gebruik van het apparaat Schokken toegebracht door de gebruiker Het apparaat verplaatsen Gebruik van de tonercartridge Symbolen die regels voor het gebruik aanduiden Beschrijving van de terminal Bedieningspaneel De apparaatmenu’s openen Inhoud van de verpakking Installatie van het toestel Plaatsen van de documentlader Kopie 2 2 2 2 5 5 5 Installatie Gebruik van enveloppen 1 2 De verpakking De batterijen Het product Definitie Licentie Eigendom Duur Garantie Verantwoordelijkheid Ontwikkeling Geldige wetten Geregistreerde handelsmerken Namaak Papier in de hoofdlade plaatsen Installeren van de cartridge Papieropvanglade In gebruik stellen van het toestel Aansluiten van het toestel Initiële instelling van het apparaat Papier in de handmatige papierinvoer plaatsen 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 Fax Faxverzendingen Druk een voorblad af Directe verzendingen Geavanceerde verzending Verzending met opvolgen kiezen Faxontvangst Doorzenden van een fax Geheugenontvangst fax Een toegangscode voor het geheugen instellen De geheugenontvangst activeren / deactiveren De faxberichten ontvangen in het geheugen afdrukken Rerouting van faxen Rerouten activeren De geadresseerde van de rerouting bepalen Gereroute documenten afdrukken Rerouting van faxen naar een USB-sleutel Rerouten activeren Gereroute documenten afdrukken Wachtrij verzendingen Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij Consulteren of wijzigen van de wachtrij Een verzending in de wachtrij wissen Een document in de wachtrij of opgeslagen in MBX afdrukken Wachtrij afdrukken Onderbreken van een verzending 8 8 8 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 10 11 11 12 13 13 14 14 14 -I- 14 15 16 16 16 16 17 18 19 19 19 19 20 21 21 21 21 21 22 22 22 22 22 22 22 23 23 24 24 24 24 24 25 25 26 26 26 26 26 27 27 27 27 27 27 27 27 28 28 28 28 28 28 Inhoud LFF6050 Mailbox fax Een MBX maken Een bestaande MBX wijzigen De inhoud van een MBX afdrukken Een MBX wissen Mailboxlijst afdrukken Opslaan in een MBX van uw fax Verzenden voor opslaan in een MBX van een fax op afstand Afroepen van een MBX van een fax op afstand Opslaan en afroepen van een fax Document opslaan Afroepen van een document dat is opgeslagen SMS Configuratie van SMS-instellingen Weergave van de afzender Berichtencentrale voor SMS-verzendingen Een SMS verzenden Parameters/Instellingen Datum/tijd Instellen van zomertijd / wintertijd Uw faxnummer/uw naam Type netwerk Geografische instellingen Landen Telecommunicatienetwerk Weergavetaal Lokaal prefix Verzendrapport Manier van inladen van de documenten Daluren Ontvangstmodus Ontvangst zonder papier Aantal kopieën Ontvangst fax of pc Aanpassen aan pagina Verkleiningsmodus ontvangen faxen Technische instellingen Afdrukken van de functiegids Logboeken afdrukken Instellingenlijst afdrukken Blokkering Blokkering van het toetsenbord Blokkering nummer Blokkering SMS service De Media-service blokkeren De tellers ophalen Teller verzonden pagina’s Teller ontvangen pagina’s Teller gescande pagina’s Teller afgedrukte pagina’s Afbeelden stand verbruiksartikelen Kalibrering van de scanner Lijst met kiescodes Een gegevenskaart maken Een lijst van contactpersonen maken Een gegevenskaart wijzigen Een gegevenskaart of een lijst wissen De lijst met kiescodes afdrukken 29 29 29 29 29 30 30 30 De lijst met kiescodes opslaan/herstellen (optie Smart card) Spelletjes en kalender Sudoku Het afdrukken van een rooster Het afdrukken van de oplossing van een rooster Kalender Netwerkfuncties Type van radionetwerk Infrastructuur radionetwerk Ad-hoc radionetwerk Radionetwerken (WLAN) Uw WLAN-kaart aansluiten Configuratie van uw netwerk Een netwerk maken of zich toevoegen aan een netwerk Uw netwerkparameters raadplegen of wijzigen Voorbeeld van de configuratie van een ad-hoc-netwerk Configuratie van de multifunctionele terminal Configuratie van de pc 30 30 31 31 32 32 32 32 32 33 33 33 33 34 34 34 34 34 34 35 35 35 36 36 36 37 37 37 37 39 39 39 39 39 40 40 40 40 40 40 40 40 41 41 USB-stick Gebruik van de USB-stick Uw documenten afdrukken Afdrukken van de lijst van bestanden aanwezig op de stick Afdrukken van de bestanden aanwezig op de stick Wissen van de bestanden aanwezig op de stick De inhoud van de USB-stick scannen Een document op de USB-stick opslaan Telefonie (optie) De USB-DECT-basis aansluiten DECT-telefoons registreren Telefonie-instellingen naar wens aanpassen Wijziging van de duur van het knipperen (toets R) De registratie van de DECT-telefoon ongedaan maken PC-Functies Inleiding Configuratievereisten Software-installatie Installatie van het volledige softwarepakket Enkel de stuurprogramma’s installeren Installatie van de stuurprogramma’s van de software Companion Suite Pro De stuurprogramma’s handmatig installeren Aansluitingen Supervisie van de multifunctionele terminal Nakijken van de verbinding tussen de pc en de multifunctionele terminal Companion Director Grafische presentatie Hulpprogramma’s en toepassingen activeren Companion Monitor Grafische presentatie 42 42 42 42 42 43 - II - 43 44 44 44 44 44 45 45 45 45 45 46 46 46 47 48 48 49 50 50 50 50 50 51 51 51 53 53 53 54 54 54 55 55 55 55 55 57 57 58 59 59 60 60 60 60 60 60 Inhoud LFF6050 Apparaatbeheer Het huidige apparaat selecteren Status van de verbinding Apparaatparameters Een apparaat verwijderen Afbeelden stand verbruiksartikelen Functies van de Companion Suite Pro Document scannen Scannen met Scannen naar Software voor tekenherkenning (OCR) Afdrukken Op het multifunctionele apparaat afdrukken Dubbelzijdig afdrukken met het multifunctionele apparaat Adresboek Een contactpersoon toevoegen aan het adresboek van een terminal Een groep toevoegen aan het adresboek van een terminal Beheer van het adresboek De informatie van een contactpersoon wijzigen Een groep wijzigen Een contactpersoon of groep uit het adresboek wissen Het adresboek afdrukken Een adresboek importeren of exporteren Uw adresboek opslaan / exporteren Een adresboek importeren Faxcommunicatie Weergave van het venster Fax Zenden van een fax Een fax zenden vanaf de harde schijf of van een terminal Een fax verzenden vanuit een toepassing Een fax ontvangen Faxen opvolgen Het Postvak UIT Het verzendingengeheugen (verzonden documenten) Het Logboek verzendingen Het Logboek ontvangst Faxinstellingen Toegang tot faxinstellingen Beschrijving van het tabblad Logboek en bevestigingen Beschrijving van het tabblad Faxinstellingen Schutblad Een model van een schutblad maken Een schutblad maken Beschrijving van het tabblad Schutblad SMS-communicatie Weergave van het venster SMS Een SMS verzenden Opvolgen van SMS Het Postvak UIT Het Logboek verzendingen Het verzendingengeheugen (verzonden documenten) Instellingen van SMS'en Toegang tot SMS-instellingen Beschrijving van het tabblad Logboek en bevestigingen Software verwijderen De software van uw pc verwijderen De stuurprogramma’s van uw pc verwijderen 60 60 61 61 61 61 62 62 De stuurprogramma’s verwijderen met de software Companion Suite Pro De stuurprogramma’s handmatig verwijderen Onderhoud 62 62 63 63 63 64 64 65 65 65 65 65 65 65 65 66 66 66 67 67 67 68 68 68 68 68 68 68 68 69 69 70 70 71 72 73 73 73 74 74 74 74 74 74 74 75 75 - III - Onderhoud Algemeen De tonercartridge vervangen Problemen met de smartcard Reiniging Leeseenheid van de scanner reinigen Printer reinigen Reiniging van de buitenkant van de printer Reinigen van de rollen van de papiertoevoer Problemen met de printer Foutmeldingen Vastgelopen papier Problemen met de scanner Diverse problemen Communicatiestoringen Verzenden uit de lader Verzenden uit het geheugen Codes voor communicatiestoringen Algemene codes Problemen met afdrukken vanaf de pc Afdrukken vanaf de pc via een USB-verbinding Afdrukken vanaf de pc via een WLAN-verbinding Firmware-update Eigenschappen Fysische eigenschappen Elektrische eigenschappen Milieukenmerken Eigenschappen randapparatuur Eigenschappen verbruiksgoederen 75 75 75 77 77 77 77 78 78 78 78 78 78 79 79 80 80 80 81 81 81 81 81 82 82 82 83 84 84 84 84 84 85 Inhoud LFF6050 Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Alvorens het apparaat in te schakelen, moet u controleren of het netsnoer waarop u het apparaat wilt aansluiten, voldoet aan de vermeldingen op het waarschuwingsetiket op uw apparaat (spanning, stroom, frequentie van het elektriciteitsnet). Dit apparaat moet worden aangesloten op een monofasig elektriciteitsnet. Dit apparaat mag niet op de grond worden geïnstalleerd. De batterijen, de verpakkingen en de elektrische en elektronische (EEE) apparatuur mogen verwijderd worden volgens de voorschriften die beschreven zijn in het hoofdstuk MILIEU van deze handleiding. Afhankelijk van het model kan het zijn dat de netstekker van het apparaat de enige mogelijkheid is om de stroomtoevoer naar het apparaat te verbreken. U dient daarom de volgende regels in acht te nemen: uw apparaat moet worden aangesloten op een wandcontactdoos die zich nabij het apparaat bevindt. De wandcontactdoos moet gemakkelijk bereikbaar blijven. Uw apparaat wordt geleverd met een netsnoer voorzien van een stekker met aarding. Voor een geaarde stekker moet u absoluut een geaarde wandcontactdoos gebruiken voorzien van aarding voor de bescherming van het gebouw. Reparatie/onderhoud : Alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten uitsluitend door een bevoegde technicus worden uitgevoerd. De interne onderdelen mogen niet door de gebruiker gerepareerd worden. Teneinde alle gevaar voor elektrocutie te voorkomen, mag u niet proberen deze ingrepen zelf uit te voeren, want het openen of verwijderen van de deksels brengt de volgende risico's met zich mee: - De laserstralen kunnen onherstelbare schade toebrengen aan het oog. - Aanraking van onderdelen onder spanning kan een zeer gevaarlijke elektrische schok veroorzaken. Voor de installatievoorwaarden en de gebruiksvoorwaarden, zie hoofdstuk Installatie, pagina 8. EMC Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten van Amerika Deze uitrusting werd getest en goedgekeurd overeenkomstig de normen voor een digitaal toestel Klasse B, conform Part 15 van de FCC-regels. Deze normen zijn vastgelegd om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferenties in een residentiële installatie. Deze uitrusting genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien het niet wordt geplaatst en gebruikt overeenkomstig de instructies, schadelijk interferenties genereren voor radiocommunicaties. Er kan echter geen enkele waarborg worden gegeven dat geen interferentie zal ontstaan bij een bijzondere installatie. Indien deze installatie schadelijke interferenties geeft op radio- of tv-ontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie teniet te doen door een van onderstaande maatregelen: 1. heroriënteren van de ontvangstantenne. 2. het apparaat en de ontvanger verder uit elkaar plaatsen. 3. het apparaat aansluiten op een stopcontact op een andere stroomkring dan de stroomkring waarop de ontvanger is aangesloten. 4. de dealer of een ervaren radio/tv-technicus raadplegen voor help. -1- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Conformiteitverklaring Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-richtlijnen. De werking ervan is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: 1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en 2. dit apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, ook interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Naleving van de EME-richtlijnen voor Canada Dit digitaal apparaat van Klasse “B” voldoet aan de Canadese ICES-003. Cet appareil numérique de la classe "B" est conforme à la norme NMB-003 du Canada. Laserveiligheidsinformatie OPGELET: Het gebruik van bedieningselementen, aanpassingen of het uitvoeren van een procedure die afwijkt van de procedures die in deze handleiding worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijk laserlicht. Dit apparaat voldoet aan de internationale veiligheidsnormen en is ingedeeld in Klasse 1 voor laserproducten. De apparatuur voldoet wat betreft de laser aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die door overheden en (inter)nationale instanties voor laserproducten van klasse 1 zijn vastgesteld. De apparatuur zendt geen gevaarlijke laserstralen uit, aangezien de stralen volledig worden afgeschermd op elk moment dat de klant de apparatuur gebruikt en onderhoudt. Voor Europa / Azië Deze machine beantwoordt aan de richtlijn IEC 60825-1:1993+A1:1997+A2:2001 voor een klasse 1 laserproduct en is veilig voor kantoorgebruik en EDP. Het bevat 1 klasse 3B-laserdiode, max 10,72 mW , 770-795 nanometer en andere 1 klasse LED's (280 µW en 639 nm). Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de laserstraal kan belangrijke schade toebrengen aan het oog. Er werden bijzondere voorzorgen en tussenvergrendelingsmechanismen ontworpen om te voorkomen dat de operator wordt blootgesteld aan laserstralen. Voor Noord-Amerika CDRH-regels. Deze uitrusting beantwoordt aan de FDA-richtlijnen voor laserproducten behalve voor afwijkingen die betrekking hebben op de Laserhandleiding No.50, van 24 juni 2007 en bevat 1 klasse 3B-laserdiode, 10,72 milliwatt, 770-795 nanometer-golflengte en andere klasse 1 LED's (280 µW en 639 nm). Dit apparaat zendt geen gevaarlijk licht uit omdat de laserstraal helemaal omhult zit bij elke klantbedrijfsmodus of onderhoud. -2- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Plaats van de veiligheidsvermeldingen op de machine Als veiligheidsmaatregel werden er waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht op de plaatsen hierna vermeld. Raak voor uw veiligheid die plaatsen niet aan als u vastgelopen papier verwijdert of de tonercartridge vervangt. Symbolen van de stroomschakelaar In overeenstemming met norm IEC 60417 gebruikt het apparaat de volgende symbolen voor de stroomschakelaar: - betekent AAN. - betekent UIT. -3- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Informatie i.v.m. wetgeving Goedkeuringen in Europa CE Het CE-teken dat op dit apparaat werd aangebracht, is een teken van de verklaring door Sagem Communications SAS (hierna Sagem Communications genoemd) van conformiteit met de volgende Richtlijnen van de Europese Unie, geldig vanaf de aangeduide datums: 12 december 2006 Richtlijn van de Raad 2006/95/EC met aanpassingen. Benadering van de wetten van de lidstaten i.v.m. laagspanningsapparatuur. 15 december 2004: Richtlijn van de Raad 2004/108/EC met aanpassingen. Benadering van de wetten van de lidstaten i.v.m. elektromagnetische compatibiliteit. 9 maart 1999: Richtlijn van de Raad 99/5/EC over radiografische apparatuur en telecommunicatieterminalapparatuur en de wederzijdse erkenning van de conformiteit. De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op de website www.sagem-communications.com rubriek "support" of kan worden aangevraagd bij het volgende adres. Sagem Communications - Customer relations department 27, rue Leblanc - 75512 PARIS CEDEX 15 - Frankrijk Informatie voor traceerbaarheid van CE-markeringen (enkel voor landen van de EU) Producent: Sagem Communications Le Ponant de Paris 27 rue Leblanc 75015 PARIS - FRANCE -4- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Milieu Het behoud van het leefmilieu is van essentieel belang voor de fabrikant. De fabrikant heeft de wil om milieuvriendelijke installaties uit te baten en heeft ervoor gekozen om milieuvriendelijke prestaties te integreren in de hele levenscyclus van de producten, vanaf de fabricage tot het gebruik en de afvalverwerking. De verpakking De aanwezigheid van het logo (groen punt) betekent dat een bijdrage wordt overgemaakt aan een nationale erkende organisatie om de infrastuctuur te verbeteren voor de inzameling en recyclage van verpakking. Om recyclage te vergemakkelijken, gelieve de sorteervoorschriften na te leven die lokaal ter beschikking zijn. De batterijen Indien uw product batterijen bevat dan moeten ze gedeponeerd worden in één van de inzamelpunten in uw buurt. Het product De doorstreepte afvalcontainer afgebeeld op het product betekent dat het tot de elektrische en elektronische producten behoort. De Europese reglementering vraagt u om over te gaan tot de selectieve inzameling ervan: -In de distributiepunten in het geval van aankoop van gelijkaardige apparatuur. -In de inzamelpunten die lokaal ter uwer beschikking zijn (afvalverwerkende centra, selektieve ophaling, enz.). Zo neemt u ook deel aan het hergebruik en de nuttige toepassing van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die potentiële effecten hebben op het milieu en de menselijke gezondheid. Het doel van het programma International ENERGY STAR® is het bevorderen van de ontwikkeling en verspreiding van energie-efficiënte kantoorapparatuur. Als partner van ENERGY STAR® verklaart Sagem Communications dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR® inzake energiebesparing. Uw apparaat wordt geleverd met een timer om over te schakelen op een energiebesparende modus na een periode van 5 of 15 minutenvanaf de laatste kopie/afdruk , afhankelijk van het model. U vindt een gedetailleerde beschrijving van deze functie in het onderdeel over het instellen van het apparaat van deze handleiding. -5- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Softwarelicentie LEES AANDACHTIG DE TERMEN EN VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE ALVORENS U DE VERZEGELDE OMSLAG MET DE SOFTWARE OPEN MAAKT. DOOR HET OPENEN VAN DEZE OMSLAG STEMT U ERMEE IN DAT U GEBONDEN BENT DOOR DE VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE. Indien u het niet eens bent met de bepalingen van deze licentieovereenkomst, moet u de verpakking van de CD-ROM ongeopend terugzenden naar de verkoper, samen met de andere onderdelen van het product. De aankoopprijs zal u worden terugbetaald. Er zullen geen terugbetalingen gebeuren indien de verpakking van de CD-ROM reeds werd opengemaakt of als er onderdelen ontbreken of als de terugbetaling wordt aangevraagd na een periode van tien (10) dagen te beginnen vanaf de datum van aankoop. Uw ontvangstbewijs dient als bewijs van aankoop. Definitie Onder Software wordt begrepen: de bijhorende programma’s en de documentatie. Licentie - Deze licentieovereenkomst verleent u het recht om de Software te gebruiken op pc's die aangesloten zijn op een lokaal netwerk. U hebt enkel het recht om de Software te gebruiken om op één multifunctionele terminal af te drukken, u kunt derden niet het gebruikersrecht geven of lenen. - U hebt het recht om een reservekopie te maken. - Deze licentie is niet-exclusief en niet-overdraagbaar. Eigendom De fabrikant en zijn leveranciers behouden het eigendomsrecht van de Software. U wordt niet de eigenaar van de CDROM. U kunt de Software of de documentatie niet wijzigen, aanpassen, decompileren, vertalen, een gelijkaardig ontwerp maken, uitlenen of verkopen. Alle niet-uitdrukkelijk verleende rechten zijn voorbehouden voor de fabrikant en zijn leveranciers. Duur Deze licentie zal van kracht zijn totdat zij beëindigd wordt. U kunt deze licentie beëindigen door het programma en de documentatie, evenals alle kopieën daarvan, te vernietigen. Deze licentie zal automatisch beëindigd worden als u de voorwaarden van deze licentie niet naleeft. Als deze licentie ongeldig wordt verklaart, stemt u ermee in om alle kopieën van het programma en de bijbehorende documentatie te vernietigen. Garantie De Software wordt zonder enige waarborg verstrekt, zonder enige uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, garanties betreffende verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. Alle risico’s betreffende de resultaten en de goede werking van deze Software zijn op verantwoordelijkheid van de koper. Indien wordt vastgesteld dat het programma niet werkt, zullen alle herstellingskosten of het terug in werking stellen ten koste van de koper zijn. De houder van deze licentie geniet echter van de volgende garantie: wij garanderen dat de CD-ROM waarop de Software is opgeslagen, vrij is van hardware- of productiefouten bij gebruik onder normale gebruiksomstandigheden. Deze garantie geldt gedurende een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van de levering. De kopie van uw ontvangstbewijs telt als bewijs van de datum van aankoop. In het geval de CD-ROM defecten vertoont die het gevolg zijn van een ongeluk of van verkeerd gebruik ervan, zal deze CD-ROM niet vervangen worden in het kader van de garantie. Verantwoordelijkheid Als de CD-ROM niet naar behoren werkt, stuur hem dan samen met een kopie van het ontvangstbewijs terug naar uw verkoper. De verkoper is als enige verantwoordelijk voor de vervanging van de CD-ROM. Noch de fabrikant noch enige andere partij die betrokken is bij het tot stand brengen, produceren, de verkoopbaarheid of levering van dit programma, zal aansprakelijk zijn rechtstreekse, onrechtstreekse of immateriële schade, zoals, maar niet beperkt tot, informatieverlies, tijdverlies, bedrijfsschade, inkomensverlies of klantenverlies ten gevolge van het gebruik of de onmogelijkheid tot gebruik van dit programma. -6- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Ontwikkeling Met het oog op een voortdurende vooruitgang heeft de fabrikant het recht om de softwarefuncties zonder voorafgaande kennisgeving te verbeteren. Die ontwikkeling geeft de gebruiker niet het recht op gratis updates. Geldige wetten Alleen het Franse recht is van toepassing voor deze licentie. Elk geschil voortvloeiend uit de interpretatie of de toepassing van deze licentie wordt onderworpen aan de Rechtbanken van Parijs. Vanwege de voortdurende technische vooruitgang behoudt de fabrikant het recht om op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving de softwarefuncties te verbeteren voor dit product en/of de productie van dit product stop te zetten. Alle productnamen en merken, die door de respectievelijke houders gedeponeerde merken kunnen zijn, worden hierbij erkend. Geregistreerde handelsmerken Vanwege de technische vooruitgang behoudt Sagem Communications het recht om op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving de softwarefuncties te verbeteren voor dit product en/of de productie ervan stop te zetten. Companion Suite Pro is een geregistreerd handelsmerk van Sagem Communications. Adobe® en de vermelde Adobe®- producten zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. PaperPort11SE is een geregistreerd handelsmerk van ScanSoft. Microsoft® Windows 2000®, Microsoft® Windows Server 2003®, Microsoft® Windows XP®, Microsoft® Windows Vista® en alle andere producten van Microsoft® waarnaar hier wordt verwezen, zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation, geregistreerd en/of gebruikt in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Alle andere merken of producten vermeld ter informatie of als voorbeeld zijn geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. De gegevens in deze handleiding kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Namaak Kopieer nooit en druk nooit documenten af waarvan de reproductie door de wet is verboden. De afdruk en de kopie van de volgende documenten zijn in het algemeen door de wet verboden: - bankbiljetten; - cheques; - obligaties; - bewijzen van deposito's; - leningsbewijzen; - reispassen; - rijbewijzen. De bovenstaande lijst wordt enkel als richtlijn gegeven en is niet volledig. Als u twijfelt over de legaliteit van een kopie of een afdruk, raadpleeg dan een juridisch adviseur. -7- 1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie LFF6050 Installatie Installatievereisten Als u het faxapparaat op de juiste locatie installeert, bent u verzekerd van de lange levensduur waarvoor het is ontworpen. Controleer grondig of de door u geselecteerde locatie aan de volgende kenmerken voldoet: - Kies een goed geventileerde locatie. - Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen aan de linker- en rechterzijde van het apparaat niet worden geblokkeerd. Plaats het apparaat op ongeveer dertig centimeter afstand van alle voorwerpen, zodat de kleppen zonder probleem geopend kunnen worden. - Zorg ervoor dat er geen ammoniak of andere organische gassen in de ruimte kunnen ontstaan. - Het geaarde stopcontact (zie de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid waarop u het apparaat wilt aansluiten, moet zich vlakbij het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn. - Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. - Kies bij voorkeur geen opstellingslocatie in de directe luchtstroom van airconditioners, verwarmingsapparaten of ventilatoren en stel het apparaat niet op in ruimtes waar sterke temperatuur- en luchtvochtigheidsverschillen heersen. - Kies een stevig, vlak oppervlak waar het apparaat niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen. - Plaats het apparaat op veilige afstand van voorwerpen die de ontluchtingsopeningen kunnen blokkeren. - Plaats het apparaat niet in de buurt van gordijnen of andere brandbare voorwerpen. - Kies een locatie waar er geen gevaar bestaat dat er water of een andere vloeistof op het apparaat spat. - Controleer of de omgeving schoon, droog en stofvrij is. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat. Gebruiksomgeving: - Temperatuur: 10 °C tot 27 °C [50 °F tot 80,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 80% (max. 32°C [89,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 54%). Terminal: Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat: - Schakel het apparaat nooit uit en open nooit de kleppen van het apparaat tijdens het afdrukken. - Houd brandbare gassen, vloeistoffen en objecten die magnetische krachten genereren verwijderd van het apparaat. - Trek het netsnoer uit door aan de stekker te trekken; trek nooit aan de kabel zelf. Als de kabel beschadigd is, kan dat tot brand of een elektrische schok leiden. - Raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dat kan tot een elektrische schok leiden. - Trek het netsnoer altijd uit alvorens het apparaat te verplaatsen. Als u dat niet doet, kan de kabel beschadigd raken, wat kan leiden tot brand of tot een elektrische schok. - Trek het netsnoer altijd uit als u denkt het apparaat lange tijd niet te gebruiken. - Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer, trek er nooit aan en buig het niet. Dat kan tot brand of een elektrische schok leiden. - Controleer altijd of het apparaat niet op het netsnoer of op een van de communicatiekabels van andere elektrische apparaten staat. Controleer ook of de kabels niet in het mechanisme van het apparaat komen. Dat zou tot storingen of brand kunnen leiden. - Zorg dat de printer niet onder stroom staat als u een interfacekabel op de printer aansluit of uittrekt (gebruik een afgeschermde interfacekabel). - Probeer nooit een vastgemaakt paneel of een kap te verwijderen. Het apparaat bevat hoogspanningscircuits. Elk contact met deze circuits kan een elektrische ontlading met zich meebrengen. - Probeer nooit zelf veranderingen aan het apparaat uit te voeren. Dat kan tot brand of een elektrische schok leiden. - Controleer altijd of er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen via de ventilatieopeningen of andere openingen in het apparaat kunnen belanden. Zulke voorwerpen vormen een risico dat tot brand of een -8- 2 - Installatie LFF6050 elektrische schok kan leiden. - Voorkom dat er water of andere vloeistoffen op of in de buurt van het apparaat worden gemorst. Er kan brand of een elektrische schok ontstaan als er water of een andere vloeistof in contact komt met het apparaat. - Zou er per ongeluk toch vloeistof of een metalen voorwerp in het apparaat belanden, schakel het dan onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok. - Als het apparaat ongebruikelijk veel warmte afgeeft of rook, een ongebruikelijke geur of lawaai produceert, schakel het dan onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok. - Vermijd gebruik van de terminal tijdens elektrische stormen, waarbij de bliksem een gevaar voor elektrische schokken kan veroorzaken. - Verplaats de terminal niet terwijl hij afdrukt. - Til de terminal op wanneer u hem verplaatst. Let erop dat u de terminal op een goed geventileerde locatie plaatst. Er wordt een minimale hoeveelheid ozon gegenereerd tijdens het normale bedrijf van dit apparaat. Dat kan tot een onprettige geur leiden als het apparaat wordt gebruikt om langdurig en veel af te drukken in een slecht geventileerde ruimte. Voor een veilig gebruik dient u het apparaat op een goed geventileerde locatie te installeren. Veiligheidsinformatie De volgende voorzorgsmaatregelen moeten worden gevolgd bij het gebruik van uw apparaat. Veiligheid tijdens de werking Op dit informatieblad worden de volgende symbolen gebruikt: Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien de aanwijzingen niet worden WAARSCHUWING: opgevolgd, tot de dood of ernstige verwondingen kan leiden. OPGELET: Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien de aanwijzingen niet worden opgevolgd, tot kleine of matige verwondingen of schade aan voorwerpen kan leiden. WAARSCHUWING - Sluit het netsnoer direct op een stopcontact in de muur aan en gebruik nooit een verlengsnoer. - Haal het netsnoer uit het stopcontact (door aan de stekker te trekken, niet aan het snoer) als het netsnoer of de stekker uitrafelen of op een andere manier beschadigd raken. - Verwijder geen kleppen of schroeven, behalve indien dat wordt gevraagd in de Bedieningsinstructies, om elektrische schokken of blootstelling aan laserstralen te vermijden. - Schakel de stroom uit en haal het netsnoer uit het stopcontact (door aan de stekker te trekken, niet aan het snoer) in de volgende gevallen: • • • U hebt iets gemorst op het apparaat. U vermoedt dat het apparaat moet worden onderhouden of hersteld. De buitenkant van uw apparaat is beschadigd. - Verbrand geen gemorste of gebruikte toner. Tonerstof kan vlam vatten als het wordt blootgesteld aan open vuur. - U kunt het weggooien bij uw bevoegde dealer of op speciale inzamelplaatsen. - Gooi de gebruikte tonercartridge (of -fles) weg in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving. OPGELET - Bescherm het product tegen vocht of nat weer, zoals regen, sneeuw enz. - Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het product verplaatst. Zorg ervoor dat het netsnoer niet beschadigd raakt onder het apparaat terwijl u het apparaat verplaatst. -9- 2 - Installatie LFF6050 - Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken (niet aan het snoer). - Zorg dat er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen in het apparaat kunnen vallen. - Hou toner (gebruikt of ongebruikt), tonercartridge (of –fles), inkt (gebruikt of ongebruikt) of inktcartridge buiten het bereik van kinderen. - Zorg dat u zich niet snijdt aan scherpe randen wanneer u vastgelopen papier of originelen uit het apparaat wilt verwijderen. - Met het oog op het milieu mag u het apparaat of afval van verbruikte materialen niet weggooien met het huishoudelijke afval. U kunt het weggooien bij uw bevoegde dealer of op speciale inzamelplaatsen. - Onze producten zijn ontworpen om aan de hoogste normen te voldoen op het vlak van kwaliteit en functionaliteit. Daarom raden wij u aan om enkel verbruiksartikelen te gebruiken die u bij een bevoegde dealer kunt kopen. Stroomvoorziening Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn. Voor fax of telefoon - Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water, bv. in de buurt van een badkuip, een wasbak, een gootsteen of een waskuip, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad. - Gebruik liever geen telefoon (behalve een draadloos type) tijdens een elektrische storm. Er bestaat een kleine kans op een elektrische schok door de bliksem. - Gebruik geen telefoon in de buurt van een gaslek om het lek te melden. Aanbevelingen voor het papier Papier laden in de hoofdlade • • • • • Voer het papier altijd met de te bedrukken zijde naar onder in en stel de papiergeleiders af op het papierformaat om problemen met de toevoer en met vastlopen te vermijden. De geladen hoeveelheid papier mag niet meer zijn dan de aangeduide laadcapaciteit. Als het maximum wordt overschreden, kan dat leiden tot problemen met de toevoer en tot vastgelopen papier. Papier bijladen op de stapel kan dubbele papiertoevoer veroorzaken en moet vermeden worden. Als u de papierlade uit de machine haalt, moet u ze altijd met beide handen vasthouden, om te verhinderen dat u ze zou laten vallen. Gebruik geen papier dat al eerder door uw faxapparaat of een andere printer bedrukt is: het is mogelijk dat de afdrukkwaliteit dan niet optimaal is. Papiergebruik • • • Verwijder elke kromming van het papier voor het afdrukken. De kromming van het papier mag de 10 mm niet overschrijden. Het papier moet zorgvuldig bewaard worden om fouten in de papiertoevoer en beeldvervorming te voorkomen die veroorzaakt worden door het bewaren in een vochtige omgeving. Controle luchtvochtigheid • • • Gebruik nooit vochtig papier of papier dat lange tijd ongebruikt is blijven staan. Na het openen van het pak papier moet het papier in een plastic zak worden bewaard. Gebruik nooit papier met gekreukte uiteinden, gekreukt papier of ander beschadigd papier. Gebruik van het apparaat Schokken toegebracht door de gebruiker Tijdens het afdrukken mogen geen schokken worden uitgeoefend op de papiertoevoercassette, de lade, de behuizing en andere onderdelen van het apparaat. Het apparaat verplaatsen Wanneer u het apparaat op een tafel verplaatst, moet u het optillen, niet verschuiven. - 10 - 2 - Installatie LFF6050 Gebruik van de tonercartridge • • Mag niet op zijn zij liggen of ondersteboven gehouden worden. Mag niet sterk worden geschud. Symbolen die regels voor het gebruik aanduiden WAARSCHUWING Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen. Als u die opmerkingen negeert, kan dat leiden tot ernstige verwondingen of de dood. Lees de opmerkingen goed. U vindt ze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van deze handleiding. OPGELET Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen. Als u die opmerkingen negeert, kan dat leiden tot matige of kleine verwondingen of schade aan het apparaat of andere voorwerpen. Lees de opmerkingen goed. U vindt ze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van deze handleiding. Belangrijk Duidt op aandachtspunten bij het gebruik van het apparaat en uitleg over mogelijke oorzaken van papierstoringen, schade aan originelen of verlies van gegevens. Lees de uitleg goed. Opmerking Duidt op aanvullende uitleg over de functies van het apparaat en aanwijzingen om gebruikersfouten te herstellen. - 11 - 2 - Installatie LFF6050 Beschrijving van de terminal Voor- en achterzijde 1. Bedieningspaneel 9. Master USB-aansluiting (USB-sleutel) 2. Automatische lader 10. Master USB-aansluiting (USB-sleutel) 3. Luik vastgelopen papier 11. Papiergeleiders voor manuele papiertoevoer 4. Aansluiting voor netsnoer 12. Manuele invoerlade 5. Aan/Uit-schakelaar 13. Papierlade 6. LINE-aansluiting - aansluiting voor telefoonlijn 14. Toegangsluik voor de cartridge 7. EXT.-aansluiting – aansluiting voor externe telefoonapparaten 15. Uitvouwbare lade voor uitgevoerd papier 8. Slave-USB-aansluiting (voor pc) 17. Kaartlezer 16. Papieruitvoer - 12 - 2 - Installatie LFF6050 LFF6050 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 2 - Installatie Bedieningspaneel Scherm. Numeriek toetsenbord. Alfanumeriek toetsenbord. Toets Í: wist het teken links van de cursor. 16. Toets : Bevestiging. 17. Toets OK: getoonde selectie bevestigen. 18. Toets : toegang tot menu en door menu's omlaag lopen. Toets : terugkeer wagen of doorgaan naar volgende 19. Toets C: terug naar vorige menu en invoer corrigeren. regel. 20. Toets : door menu's omhoog bladeren. Toets : toegang tot speciale tekens. 21. Toets : beëindigt de huidige actie. Toets : Shift. 22. Toets : regelt de activeringstermijn en de besparing Toets : documentanalyse op een pc of op media van de toner in de kopieermodus. (USB-stick). 23. Toets : toegang tot afdrukmenu (lijst met Toets : lokale kopie. afdrukfuncties, apparaatinstellingen enz.). 10. Toets : om de afdruktaak van de pc te stoppen. 24. Toets : scanresolutie instellen. 11. Toets : stuurt een SMS (Short Message Service). 25. Toets : Contrast instellen. 12. Toets : verstuurt een fax. 26. Pictogram : resolutie Fax: Superfijn". 13. Toets : nummers. toegang tot kiescodes en afgekorte 27. Pictogram 28. Pictogram "Kopie: Kwalit. TEKST / : resolutie "Foto". : resolutie "Kopie: Tekst / Fax: Fijn". 14. Toets : handmatige lijnverbinding, luisteren naar 29. Pictogram kiestoon bij het versturen van een fax. 30. Pictogram : kleurmodus. : activiteit op de telefoonlijn. 15. Toets : naar meerdere geadresseerden versturen 31. Pictogram (fax, e-mail of SMS). 32. Pictogram : faxmodus. : modus extern antwoordapparaat. De apparaatmenu’s openen Alle functies en instellingen van de terminal zijn beschikbaar via het menu en horen bij een specifiek menucommando. Bijvoorbeeld: met menucommando 51 wordt de functielijst afgedrukt (in de functielijst staan alle terminalmenu’s, submenu’s en hun identificatienummer). De menupuntjes kunnen op twee manieren worden geopend: stap voor stap of via een snelkoppeling. Om de functielijst af te drukken met de stap-voor-stap-methode: 1 Druk op . 2 Gebruik de knop 3 Gebruik de knop of of om door het menu te bladeren en selecteer 5 - AFDRUKKEN. Bevestig met OK. om door het AFDRUKKEN te bladeren en selecteer 51-HELPFUNCTIE. Bevestig met OK. Om de functielijst af te drukken met een snelkoppeling: 1 Druk op . 2 Voer 51 in via het numerieke toetsenbord om de functielijst onmiddellijk af te drukken. - 13 - Inhoud van de verpakking Installatie van het toestel De verpakking bevat de volgende elementen: 1 Haal het toestel uit de verpakking. 2 Installeer het toestel en hou rekening met de veiligheidsvoorschriften in het begin van dit boekje. 3 Verwijder alle stickers van het apparaat. 4 Verwijder de beschermfolie van het scherm. Multifunctioneel toestel Plaatsen van de documentlader 1 Zet de documentlader met zijn twee pinnen (B) vast in de daartoe voorziene openingen (A). 1 tonercartridge Papier in de hoofdlade plaatsen 1 installatiehandleiding Belangrijk Voor het invoeren van het papier, zie paragraaf Aanbevelingen voor het papier, pagina 10. Uw toestel accepteert diverse formaten en papiersoorten (zie paragraaf Eigenschappen, pagina 84). 1 CD ROM voor pc-installatie en 1 CD-ROM met OCRpc-software (afhankelijk van het model) Belangrijk U kunt papier gebruiken met een gewicht tussen 60 en 105 g/m2. 1 Haal de papierlade er volledig uit. 1 netsnoer 1 telefoonsnoer - 14 - 2 - Installatie LFF6050 Installeren van de cartridge 2 Duw het onderste paneel naar beneden tot het vastklikt. 1 Ga voor het apparaat staan. 2 Duw op de linkerkant en aan de rechterkant van het luikje en trek ze tegelijk naar u toe. 3 Stel de papierstop aan de achterzijde van de papierlade in door op de hendel “PUSH” te duwen (A). Pas vervolgens de zijgeleiders aan het papierformaat aan door op de hendel (B) op de linkergeleider te duwen. Pas de lengtegeleider aan aan het formaat van het papier door op de hendel (C) te drukken.. 3 Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. Rol de cartridge voorzichtig 5 tot 6 keer heen en weer om de toner te verdelen binnen de cartridge. Als u de cartridge grondig rolt, kunt u het grootste aantal kopieën per cartridge bereiken. Hou hem vast bij zijn handvat. 4 Plaats de cartridge in de behuizing door hem zo ver mogelijk te duwen tot hij zich vastklikt (laatste beweging naar beneden), zoals hieronder afgebeeld. 4 Neem een stapel papier, schud hem en leg hem mooi recht op een vlakke ondergrond. 5 Plaats de stapel papier in de lade (bijvoorbeeld 200 vellen papier van 80 g/m²). 6 Plaats de lade weer in zijn houder. 5 Sluit de klep. - 15 - 2 - Installatie LFF6050 LFF6050 2 - Installatie Papieropvanglade Regel de opvanglade in functie van het formaat van het af te drukken document. Vergeet niet om het uitklapbare deel van de opvanglade op te heffen, om te verhinderen dat het papier er uitvalt. Het netsnoer wordt gebruikt als een scheiding tussen de stroomvoorziening en het apparaat. Als WAARSCHUWING voorzorgsmaatregel moet het stopcontact zich vlakbij de machine bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn in geval van gevaar. 4 Zet de Aan/Uit-schakelaar in de Aan-stand (positie I). In gebruik stellen van het toestel Initiële instelling van het apparaat Aansluiten van het toestel Na enkele seconden, nadat de machine is opgewarmd, wordt de functie Eenvoudige installatie opgestart en verschijnt het volgende bericht op het lcd-scherm: Vooraleer u het netsnoer aansluit, leest u WAARSCHUWING Veiligheidsvoorschriften, pagina 1. 1 Sluit het uiteinde van het telefoonsnoer aan op de connector van de terminal, en het andere uiteinde in de wandcontactdoos van de telefoonlijn. 1 - FRANCAIS 2 - ENGLISH De functie Eenvoudige installatie helpt u om uw apparaat te configureren door u door de basisinstellingen te leiden. Als u de weergegeven instelling wenst aan te passen, drukt u op de knop OK. Als u de weergegeven instelling niet wenst aan te passen, drukt u op de knop C: de functie Eenvoudige installatie zal dan de volgende basisinstelling weergeven. Als u de initiële instelling niet wenst uit te voeren, drukt u op de knop . Er verschijnt een bevestigingsbericht. Druk opnieuw Opmerking op de knop om te bevestigen. Om de apparaatinstellingen handmatig aan te passen en in te stellen naar uw eigen wensen, raadpleegt u Parameters/ Instellingen, pagina 33. 2 Zorg dan de Aan/Uit-schakelaar op Uit staat (positie O). 3 Sluit het netsnoer aan op het apparaat. Verbind het netsnoer met het stopcontact. 1 Selecteer de gewenste taal met de knoppen en bevestig met OK. - 16 - of 9 Voer de naam van uw apparaat in (max. 20 tekens) met het numerieke toetsenbord. Druk op de knop OK om te bevestigen. 10 Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit, achter de telefooncentrale van een bedrijf, is het mogelijk dat u een lokaal voorkiesnummer moet opgeven. Dat voorkiesnummer zal dan worden gebruikt om het telefoonnetwerk van het bedrijf te verlaten. Om deze functie in te stellen, drukt u op de knop OK. 2 Om het land in te stellen, drukt u op de knop OK. LAND JA= OK - NEEN= C 3 Selecteer uw land in de weergegeven lijst met de knoppen of en bevestig met OK. Indien geen enkele keuzemogelijkheid van de Opmerking voorgestelde lijst voor u geschikt is, selecteer dan de keuze "ANDERE". 4 Als u het land op “Andere” hebt gezet, is het mogelijk dat u het openbare telefoon NETWERK moet instellen dat u wilt gebruiken. Druk op de knop OK om het in te stellen. PREFIX JA= OK - NEEN= C 11 Voer de minimumgrootte in van nummers buiten het bedrijf (1 tot 30) met het numerieke toetsenbord. Deze instelling wordt gebruikt om interne telefoonnummers te onderscheiden van externe telefoonnummers. Bijvoorbeeld, als u het apparaat in Frankrijk installeert, achter de telefooncentrale van uw bedrijf, dan voert u 10 in (aangezien 10 cijfers de standaardlengte is voor telefoonnummers in Frankrijk). Gebruik de knop C om foutieve invoer te corrigeren. Druk op de knop OKom te bevestigen. 12 Selecteer het lokale voorkiesnummer (max. 10 tekens) met het numerieke toetsenbord. Het voorkiesnummer wordt automatisch toegevoegd als een extern telefoonnummer wordt opgeroepen. Om een pauze in te lassen voor een kiestoon (“/”teken), drukt u tegelijkertijd op CTRL en M of houdt u de toets 0 (nul) ingedrukt op het numerieke toetsenbord tot het “/”-teken verschijnt. Gebruik de knop C om foutieve invoer te corrigeren. Druk op de knop OK om te bevestigen. NETWERK JA= OK - NEEN= C Selecteer het te gebruiken telefoonnetwerk in de weergegeven lijst met de knoppen of en bevestig met OK. Indien geen enkele keuzemogelijkheid van de voorgestelde lijst voor u geschikt is, selecteer dan de keuze "ANDERE X": • ANDERE 1: TRB21 Opmerking • ANDERE 2: VS • ANDERE 3: Rusland • ANDERE 4: Jordanië • ANDERE 5: Israël • ANDERE 6: TRB21 5 Om de datum en de tijd in te stellen, drukt u op de knop OK. DATUM/TIJD JA= OK - NEEN= C 6 Voer de nummers van de gewenste datum en tijd een voor een in met het numerieke toetsenbord. Het datumformaat hangt af van het land dat u hebt geselecteerd: Bijvoorbeeld: DDMMJJ voor Frankrijk, MMDDJJ voor de VS. Gebruik de knop C om foutieve invoer te corrigeren. Druk op de toets OK om te bevestigen. 7 Om het faxnummer en de naam van het apparaat op te geven, drukt u op de knop OK. Die informatie zal op uw verzonden documenten verschijnen wanneer de functie “Met kopregel” wordt geactiveerd. De instelling is nu volledig en de functielijst wordt automatisch afgedrukt. Op het lcd-scherm verschijnt het bericht AFDRUKPAPIER OP als er geen papier in de lade zit (zie Papier laden in de hoofdlade, pagina 10). Het afdrukken zal doorgaan van zodra er weer papier in de lade zit. Papier in de handmatige papierinvoer plaatsen NUMMER/NAAM JA= OK - NEEN= C 8 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) met het numerieke toetsenbord. Om het “+”-teken te tikken, drukt u tegelijkertijd op de toetsen CTRL en Q. Gebruik de knop C om foutieve invoer te corrigeren. Druk op de knop OK om te bevestigen. Belangrijk Voor het invoeren van het papier, zie paragraaf Aanbevelingen voor het papier, pagina 10. Met de handmatige papierinvoer kan u verschillende papierformaten gebruiken met een hoger gewicht dan toegelaten in de papierlade (zie paragraaf Eigenschappen, pagina 84). - 17 - 2 - Installatie LFF6050 LFF6050 Belangrijk 2 - Installatie Per keer mag slechts één enkel vel papier of omslag ingebracht worden. U kan papier gebruiken met een gewicht tussen 52 en 160 g/m². 1 Schuif de geleiders van de handmatige invoer volledig opzij. 2 Stop een vel papier of een omslag in de handmatige invoer. 3 Regel de papiergeleiders tegen de rechter- en linkerzijden van het papier op de omslag. 4 Zorg ervoor dat bij het afdrukken het gekozen papierformaat overeenkomt met het formaat dat werd geselecteerd op de printer (raadpleeg Kopie, pagina 19). Gebruik van enveloppen • • • • • • • • • Alleen gebruiken met de handmatige papiertoevoer. De aanbevolen zone om af te drukken heeft een marge van 15 mm aan de zijde van de flap van de omslag, en een marge van 10 mm van de linker-, rechter- en onderzijde van de omslag. Een aantal lijnen kunnen aan de volle kopie worden toegevoegd om elke overlapping te vermijden. Er kan zich een fout voordoen tijdens het afdrukken met omslagen die niet overeenkomen met de aanbevolen omslagen (zie paragraaf Onderhoud, pagina 77). Strijk elke gebogen enveloppe na het afdrukken handmatig vlak. Kleine kreuken op de rand van de lange zijde van enveloppen, vlekken of onduidelijke afdrukken kunnen op de achterzijde verschijnen. Maak de enveloppe klaar door goed op de plooilijnen aan de vier kanten te drukken, nadat u er alle lucht hebt uitgeduwd. Plaats de omslag in een goede positie om elke plooi of vervorming te vermijden. Papier mag niet worden geacclimatiseerd. En het moet in een normale kantooromgeving worden gebruikt. - 18 - Kopie 2 Druk op de toets Uw apparaat biedt u de mogelijkheid om kopies te maken in één of meerdere exemplaren. U kunt eveneens tal van parameters instellen om kopies te maken volgens uw behoefte. Standaardkopie In dit geval zijn de standaardparameters van toepassing. . 3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig via de toets OK. 4 Kies de gewenste papierlade AUTOMAT. VAK of HANDMAT. LADE met de knoppen of , en bevestig vervolgens met de knop OK. 5 Kies de afdrukmodus (zie onderstaande voorbeelden) volgens de gewenste kopieermodus of : - als mozaïek (documentlader): 1 PAGINA OP 1, 2 PAGINA OP 1, of 4 PAGINA OP 1. 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. of Plaats het document met de kant die gekopieerd moet worden naar het glas gericht, volgens de aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat. 2 Druk tweemaal op de toets . De kopie wordt gemaakt op basis van de standaardparameters. Kopie in de modus ECO-toner In de ECO-modus kan het verbruik van de hoeveelheid toner per pagina worden verminderd en kunnen dus de afdrukkosten worden verlaagd. Wanneer u de ECO-modus gebruikt, wordt minder toner verbruikt en is de zwarting van de afdruk lichter. 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. of Plaats het document met de kant die gekopieerd moet worden naar het glas gericht, volgens de aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat. 2 Druk op de toets . 3 Druk op de toets . - als poster (flatbedscanner): 1 PAG. NAAR 1, 1 PAG. NAAR 4 of 1 PAG. NAAR 9. Geavanceerde kopie Met de geavanceerde kopie kunt u bijzondere instellingen bepalen voor de huidige kopieeropdracht. Opmerking U kunt op elk punt in de onderstaande stappen starten met kopiëren door op de knop drukken. te 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. of Plaats het document met de kant die gekopieerd moet worden naar het glas gericht, volgens de aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat. Na stap 1 kunt u met het numerieke toetsenbord meteen het aantal Opmerking kopieën invoeren. Druk vervolgens op OK om te bevestigen. Ga verder met stap 4. Bevestig met de knop OK. - 19 - 3 - Kopie LFF6050 6 Kies de resolutie volgens de gewenste afdrukkwaliteit AUTO, TEKST, KWALIT. TEKST of FOTO met de toetsen of , en bevestig vervolgens met de toets OK. Voor optimale resultaten met identificatiedocumenten selecteert u de resolutie FOTO. 7 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of , en bevestig vervolgens met de toets OK. 8 Selecteer het helderheidsniveau met de toetsen of , en bevestig vervolgens met de toets OK. 9 Kies het gewenste papiertype NORMAAL PAPIER, DIK PAPIER met de knoppen of , en bevestig vervolgens met de knop OK. Op het LCD-scherm verschijnt het volgende bericht: 6 Stel de gewenste zoomwaarde in, van 25 % tot 400 % met de toetsen of , bevestig met de toets OK (alleen beschikbaar in de kopieermodus 1 PAG. NAAR 1). 7 Selecteer het uitgangspunt (herkomst) met de toetsen of en bevestig dan met de toets OK. 8 Kies de resolutie volgens de gewenste afdrukkwaliteit AUTO, TEKST, KWALIT. TEKST of FOTO met de toetsen of , en bevestig vervolgens met de toets OK. 9 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of , en bevestig vervolgens met de toets OK. 10 Selecteer het helderheidsniveau met de toetsen of , en bevestig vervolgens met de toets OK. 11 Kies het gewenste papiertype NORMAAL PAPIER, DIK PAPIER met de knoppen of , en bevestig vervolgens met de knop OK. ID. KAART INV. VERV.OK 10 Plaats uw identiteitskaart of een andere officieel document op het glas van de flatbedscanner, zoals hieronder afgebeeld: Kopieermodus identiteitskaart De kopieermodus ID KAART wordt gebruikt om beide zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs en dergelijke op een vel van A4-formaat (documentformaat van het origineel < A5) of op een vel van het formaat Letter (documentformaat van het origineel < Statement ) te kopiëren. Op het LCD-scherm worden nuttige bedieningsinstructies weergegeven (wanneer het origineel moet worden geplaatst, wanneer het document moet worden omgekeerd enz.) en wordt uw bevestiging gevraagd om door te gaan. Belangrijk 11 Druk op de toets OK. Het document wordt gescand en vervolgens wordt het volgende bericht weergegeven op het LCDscherm: Deze functie is enkel beschikbaar wanneer het te kopiëren document zich op de flatbedscanner bevindt en er als geen papier wordt gedetecteerd in de automatische documentlader. Aanpassingen van Zoom en Uitgangspunt zijn niet beschikbaar in deze kopieermodus. DOC OMKEREN VERV.OK 1 Zorg ervoor dat er zich geen document in de automatische documentlader bevindt. 2 Druk op de toets 12 Draai uw document om en bevestig met de knop OK. Het apparaat drukt een kopie van uw document af. . 3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig met de toets OK. 4 Kies de gewenste papierlade AUTOMAT. VAK of HANDMAT. LADE met de knoppen of , en bevestig vervolgens met de knop OK. Belangrijk Kopiëren in de modus Identiteitskaart is enkel mogelijk op A4-formaat (documentformaat van het origineel < A5) of Letter-formaat (documentformaat van het origineel < Statement). Zorg ervoor dat de geselecteerde papierlade enkel het juiste papierformaat gebruikt. 5 Kies de kopieeroptie ID KAART met de knoppen of , en bevestig vervolgens met de knop OK. - 20 - 3 - Kopie LFF6050 Speciale kopieerinstellingen Instellen van gesorteerde kopieën Alle instellingen die u binnen dit menu uitvoert, worden standaardinstellingen van uw apparaat na uw bevestiging. Met de parameter SAMEN kunt u kiezen of uw kopieën samengesteld of niet samengesteld zijn. 843 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / SAMEN Als de kwaliteit van de kopieën niet goed genoeg meer is, kunt u een kalibrering uitvoeren (zie paragraaf Kalibrering van de scanner, pagina 41). Belangrijk 1 Druk op , voer 843 in met het toetsenbord. 2 Selecteer de gewenste optie met de toetsen volgens de onderstaande tabel: Parameter De parameter RESOLUTIE is van invloed op de resolutie van uw kopieën. SAMEN 841 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / RESOLUTIE 1 Druk op , voer 841 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer de resolutie met de toetsen of volgens de onderstaande tabel: Betekenis Betekenis De printer verzamelt de kopieën van het origineel. Instellen van de resolutie Parameter Bv. als u drie kopieën maakt van een document dat uit 10 pagina’s bestaat, dan wordt het document drie keer van pagina 1 tot en met pagina 10 gekopieerd. De printer verzamelt de kopieën van het origineel niet. NIET SAMEN Pictogram geen Bv. als u drie kopieën maakt van een document dat uit 10 pagina’s bestaat, dan wordt pagina 1 drie keer gekopieerd, vervolgens pagina 2, pagina 3 enz. AUTO Lage resolutie. TEKST Standaardresolutie voor documenten met tekst en afbeeldingen. 4 Verlaat dit menu door op de toets KWALIT. TEKST Resolutie aangepast aan documenten met tekst. Instellen uitgangspunt (herkomst) FOTO Resolutie aangepast aan documenten met foto's. 3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. Opmerking te drukken. U kunt eventueel het uitgangspunt (herkomst) van de scanner wijzigen. 3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets en te drukken. Door nieuwe waardes voor X en Y in te voeren in mm (X <209 en Y <280), verplaatst u de scanzone zoals aangegeven op de onderstaande afbeelding. U kunt de resolutie ook wijzigen door op de knop te drukken. Instelling zoom Met de ZOOM-parameter kunt u een deel van een document verkleinen of uitvergroten door de oorsprong en het zoomniveau voor het document in te stellen. U kunt elke waarde gebruiken tussen 25 en 400 %. 842 –OVERZ TELLERS / KOPIEREN / ZOOMEN 1 Druk op , voer 842 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer het gewenste zoomniveau in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord of maak een keuze uit de vooraf gedefinieerde waarden met de knoppen en . 3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. - 21 - 844 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / HERKOMST 1 Druk op , voer 844 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer de X- en Y-coördinaten met toetsen of . 3 Stel de gewenste coördinaten in met het numerieke toetsenbord of met de toetsen en . 4 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. 3 - Kopie LFF6050 Instellen van het contrast 852 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / PAPIERHOUDR Met de instelling CONTRAST kunt u het contrast van de kopieën selecteren. 1 Druk op , voer 852 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies het standaard te gebruiken papier, AUTOMATISCH of HANDM. met de knoppen en . 3 Bevestig door op OK te drukken. 845 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / CONTRAST 1 Druk op , voer 845 in met behulp van het toetsenbord. 2 Stel het gewenste contrastniveau in met de toetsen en . 3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Instellen helderheid Met de instelling HELDERHEID kunt u uw uitvoer lichter of donkerder maken. 4 Verlaat dit menu door op de toets Instellen van de marges van de sheetfeedscanner Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw sheetfeedscanner. 853 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / S.F.MARGES 846 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / HELDERHEID 1 Druk op , voer 853 in met behulp van het toetsenbord. 2 Stel de verplaatsing van de linker-/rechtermarge in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen en . 3 Bevestig door op OK te drukken. 1 Druk op , voer 846 in met het toetsenbord. 2 Stel de helderheid in met de toetsen en . 3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Instellen van het papiertype 4 Verlaat dit menu door op de toets 851 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / PAPIER TYPE 1 Druk op , voer 851 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies het papier NORMAAL of DIKTE dat u wilt gebruiken met behulp van de toetsen en . 3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw flatbedscanner. 854 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / FLATBED-MARG te drukken. 1 Druk op , voer 854 in met behulp van het toetsenbord. 2 Stel de verplaatsing van de linker- / rechtermarge in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen en . 3 Bevestig door op OK te drukken. De keuze Automatisch kan twee betekenissen hebben, afhankelijk van het papierformaat dat is vastgelegd op de papierlades. De verschillende gevallen worden in onderstaande tabel beschreven. Zelfde papierformaat in de lades Verschillende papierformaten in de lades Lade die wordt gebruikt om te kopiëren Keuze tussen AUTOMATISCH hoofdlade en manuele lade. Handmatig AUTOMATISCH Handmatig De manuele wordt gebruikt. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Instelling afdrukmarges links en rechts de de Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links of naar rechts verschuiven als u afdrukt. 855 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / PRINTERMARGE lade 1 Druk op , voer 855 in met behulp van het toetsenbord. 2 Stel de verplaatsing van de linker- / rechtermarge in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen en . 3 Bevestig door op OK te drukken. De hoofdlade wordt gebruikt. De manuele wordt gebruikt. te drukken. Instellen van de marges voor flatbedanalyse Keuze papierlade Standaardlade te drukken. lade 4 Verlaat dit menu door op de toets - 22 - te drukken. 3 - Kopie LFF6050 Instelling afdrukmarges in hoogte en laagte Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar boven of naar onder verschuiven als u afdrukt. 856 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / BOVEN PRINT. 1 Druk op , voer 856 in met behulp van het toetsenbord. 2 Stel de verplaatsing van de boven- / ondermarge in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen buttons en . 3 Bevestig door op OK te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Papierformaat instellen Met dit menu kunt u het standaardpapierformaat instellen van de manuele lade en de hoofdlade. U kunt eveneens de standaardscanbreedte instellen. 857 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / PAPIERFORMAAT 1 Druk op , voer 857 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de papierlade waarvoor u een standaardpapierformaat wenst in te stellen met de en . 3 Bevestig door op OK te drukken. 4 Selecteer het papierformaat met de toetsen of volgens de onderstaande tabel: Papierlade Beschikbaar papierformaat HANDM.LADE A5, Statement, A4, Legal en Letter AUTO. VAK A5, Statement, A4, Legal en Letter SCANNER LTR/LGL en A4 5 Bevestig door op OK te drukken. 6 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. - 23 - 3 - Kopie LFF6050 Fax Directe verzendingen Dit hoofdstuk beschrijft alle beheerfuncties en de configuratie van de fax. U vindt hier ook een deel van de beschrijvingen van de mailboxen van de fax. 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. of Plaats het document met de kant die gekopieerd moet worden naar het glas gericht, volgens de aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat. Faxverzendingen 2 Voer het faxnummer in en druk vervolgens op of Druk een voorblad af 3 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle pagina’s ingescand zijn. Een voorblad is opgeslagen in uw terminal. Om uw fax met dit voorblad te versturen, kunt u het op elk moment afdrukken en invullen met uw gegevens. 1 Kies 30 - FAX / HEADER PAGE. 2 Selecteer: 301 – LOCAL om een voorblad af te drukken volgens de taal die op de terminal is geconfigureerd, 302—INTERNAT om een tweetalig voorblad af te drukken, in de taal van het land geconfigureerd op de terminal en in het Engels. Het scheidingsteken dat wordt gebruikt tussen de twee talen is "/". Als de Engelse taal is gekozen voor de terminalconfiguratie, zal het Opmerking voorblad alleen in het Engels worden afgedrukt. Voorbeeld van het internationale voorblad: . Het pictogram knippert tijdens het bellen naar uw contactpersoon en brandt continu als de twee faxen met elkaar communiceren. Na de verzending wordt het beginscherm getoond. U kunt de verzendopties wijzigen terwijl u een fax verzendt. Om dat te Opmerking doen, drukt u op OK nadat u het faxnummer hebt ingevoerd. Geavanceerde verzending Met deze functie kunt u een document verzenden op een ander uur dan het huidige uur. Om die uitgestelde verzending te programmeren, moet u het nummer van uw contactpersoon bepalen, het beginuur van de verzending, de manier van inladen van het document en het aantal pagina's ervan. Om de uitgestelde verzending van een document te programmeren : 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. of Plaats het document met de kant die gekopieerd moet worden naar het glas gericht, volgens de aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat. Belangrijk Zorg dat het document in de invoerlade of op het scannervenster juist ligt, om te vermijden dat u blanco of incorrecte pagina’s verzendt. 2 Kies 31 - FAX / ZENDEN. 3 Voer het nummer in van de contactpersoon naar wie u een uitgestelde verzending wilt sturen, of kies uw kiesmodus en bevestig met de toets OK. 4 Voer naast het huidige uur het uur in waarop u het document wilt verzenden, en bevestig met de toets OK. 5 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de toets OK. 6 Kies de manier van inladen die u wilt, DOC.INVOER of GEHEUGEN en bevestig met de toets OK. - 24 - 4 - Fax LFF6050 7 U kunt het aantal pagina's van het document dat moet worden verzonden invoeren, en daarna bevestigen met de toets OK. 8 Bevestig de uitgestelde verzending met de toets Belangrijk . 9 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle pagina’s ingescand zijn. Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). De onderstaande tabel biedt een overzicht van de lade die wordt gebruikt om ontvangen faxen af te drukken afhankelijk van de standaardlade en het papierformaat in beide lades. Standaardlade ingesteld op Manueel : Uw document wordt in het geheugen opgeslagen en zal op het ingestelde uur worden verzonden. Verzending met opvolgen kiezen Met deze functie kunt u dankzij de luidspreker het kiezen horen tijdens het verzenden van een fax. In dat geval is de maximumsnelheid 14400 bps. Met die functie kunt u bijvoorbeeld: • horen of de ontvangende fax bezet is, en dus het moment kiezen waarop de lijn vrij is om een document te verzenden; • de afhandeling van de communicatie controleren van onzekere nummers, enz. Papierformaat manuele lade Papierformaat hoofdlade A4,Letter en Legal A4,Letter en Legal De fax wordt afgedrukt uit de manuele lade. A4,Letter en Legal A5, Statement De fax wordt afgedrukt uit de manuele lade. A5, Statement A4,Letter en Legal Om de lijn handmatig te kiezen: 1 Plaats uw document in de faxlader. 2 Druk op A5, Statement . 3 Stel indien nodig het geluidsniveau in met de toetsen of . 4 Voer het nummer van de abonnee in. Vanaf het moment dat u de tonen van de ontvangende fax hoort, is de lijn vrij en kunt u beginnen verzenden. 5 Druk op de toets verzenden. Als uw toestel is ingesteld om een verzendrapport af te drukken (zie Verzendrapport, pagina 35), zal de verkleinde kopie van de eerste pagina van het verzonden document niet op het rapport verschijnen en het zal vermelden dat de verzending handmatig is. De ontvangst van een fax is afhankelijk van de parameterinstellingen van uw apparaat. Met onderstaande parameters kunt u het afdrukken van ontvangen faxen instellen: Papierformaat manuele lade Papierformaat hoofdlade A4,Letter en Legal A4,Letter en Legal A4,Letter en Legal A5, Statement A5, Statement A4,Letter en Legal - Ontvangstmodus, pagina 36; - Ontvangst zonder papier, pagina 36; - Aantal kopieën, pagina 36; Het papier in de manuele lade is niet compatibel. De fax wordt afgedrukt uit de hoofdlade. Op het scherm verschijnt een foutbericht. Het papier in de manuele lade is niet compatibel. Standaardlade ingesteld op Automatisch : om het document te beginnen Faxontvangst A5, Statement Wat te doen A5, Statement - Ontvangst fax of pc, pagina 37; - Verkleiningsmodus ontvangen faxen, pagina 37; - Technische instellingen, pagina 37. - 25 - A5, Statement Wat te doen De fax wordt afgedrukt met een automatische ladekeuze. Op het scherm verschijnt een foutbericht. Het papier in de automatische lade is niet compatibel. De fax wordt afgedrukt uit de hoofdlade. Op het scherm verschijnt een foutbericht. Het papier in de automatische lade is niet compatibel. 4 - Fax LFF6050 Doorzenden van een fax Geheugenontvangst fax U kunt vanaf uw faxapparaat (bron) aanvragen om een document door te zenden, d.w.z. om een document naar uw contactpersonen te sturen via een fax op afstand en volgens een bepaalde verzendlijst. Met de geheugenontvangst van de fax kunt u alle vertrouwelijke documenten in het geheugen bewaren en verhinderen dat ze bij de ontvangst systematisch worden afgedrukt. Daarvoor moeten de bronfax en de fax op afstand allebei de functie doorzenden hebben. Met het controlelampje kunt u de status van de geheugenontvangst van de fax zien: Om door te zenden moet u aan de fax op afstand het door te zenden document en het nummer van de verzendlijst bezorgen. De fax op afstand zorgt vervolgens voor het verzenden van het document naar al uw contactpersonen van de verzendlijst. • • • Continu branden: de geheugenontvangst is actief. Knipperen: er zijn documenten in het faxgeheugen of er wordt een fax ontvangen. Gedoofd: het geheugen is vol, de terminal kan geen documenten meer ontvangen. Als het doorzenden is geactiveerd en het document is ontvangen door de fax op afstand, dan wordt dat document eerst afgedrukt voor het wordt doorgezonden naar de contactpersonen van de lijst. U kunt de ontvangen documenten beveiligen met een code van vier cijfers. Als die toegangscode is ingevoerd, wordt ze gevraagd om: Om doorzenden vanaf uw faxapparaat te activeren: • 1 Voer het door te zenden document in. Belangrijk • Zorg dat het document in de invoerlade of op het scannervenster juist ligt, om te vermijden dat u blanco of incorrecte pagina’s verzendt. Een toegangscode voor het geheugen instellen 2 Kies 37 - FAX / DOORZENDEN. 3 Voer het nummer in van de fax op afstand waarmee u wilt doorzenden of kies uw kiesmodus en bevestig met de toets OK. 4 Voer het nummer van de verzendlijst in die door de fax op afstand moet worden gebruikt, en bevestig met de toets OK. 5 U kunt naast het huidige uur het uur invoeren waarop u het document wilt verzenden, en daarna bevestigen met de toets OK. 6 U kunt de manier van inladen van het document kiezen, DOC. INVOER of GEHEUGEN en daarna bevestigen met de OK. 7 U kunt voor het verzenden het aantal pagina's van het document invoeren. 8 Bevestig de activering van het doorzenden door te drukken op de ontvangen faxberichten in het faxgeheugen af te drukken. de geheugenontvangst van de fax te activeren of deactiveren. 383 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / CODE 1 Druk op , voer 383 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de gewenste code in (4 cijfers) en bevestig met de toets OK. 3 Verlaat dit menu door op de toets De geheugenontvangst activeren / deactiveren 382 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / ACTIVEREN 1 Druk op , voer 382 in met behulp van het toetsenbord. 2 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de toets OK. 3 Selecteer de vereiste optie voor de geheugenontvangst: MET of ZONDER en bevestig uw keuze met OK. . 9 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle pagina’s ingescand zijn. Het document in de documentlader wordt volgens uw keuze direct of later verzonden naar de fax op afstand, die het zal doorzenden. te drukken. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. De faxberichten ontvangen in het geheugen afdrukken Belangrijk Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). 381 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / AFDRUKKEN - 26 - 4 - Fax LFF6050 Rerouting van faxen naar een USBsleutel 1 Druk op , voer 381 in met behulp van het toetsenbord. 2 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de toets OK. De ontvangen documenten in het faxgeheugen worden afgedrukt. Rerouting van faxen Met deze functie kunt u ontvangen faxen doorsturen naar een contactpersoon van de kiescodes. Om te kunnen rerouten, moet u twee handelingen uitvoeren: 1 Rerouten activeren. 2 Stel het reroutadres van de fax in. De gereroute faxen worden in TIFF-formaat opgeslagen op de USB-sleutel en worden op de volgende manier genoemd: "FAXJJMMDDUUMMSS" waarin JJMMDDUUMMSS overeenstemt met de datum en de tijd waarop de fax werd ontvangen. U kunt de documenten die u naar de USB-sleutel hebt gererout, ook automatisch laten afdrukken via het menu 052 AFDRUKKEN. Rerouten activeren Belangrijk Met die functie kunt u de ontvangen faxen rechtstreeks naar de map MF Printer Laser Pro LL2\FAX omleiden op een USB-sleutel die met uw terminal is verbonden. De map MF Printer Laser Pro LL2\FAX wordt aangemaakt door de applicatie. De USB-sleutel wordt dan het ontvangstgeheugen van de terminal. Rerouten activeren Zorg ervoor dat de geadresseerde tot de kiescodes behoort (zie Lijst met kiescodes, pagina 42). Belangrijk 391 - FAX / REROUTING / ACTIVEREN 051 - MEDIA / FAX OPSLAAN / ACTIVEREN 1 Druk op , voer 391 in met behulp van het toetsenbord. 2 Met de toetsen en van het navigatiesysteem selecteert u de optie MET. 3 Met de toetsen en kiest u de geadresseerde in de kiescodes. 4 Bevestig met OK. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Als de optie ZONDER wordt geselecteerd, worden de menu’s 392 en 393 niet in het functieoverzicht opgenomen wanneer dat wordt afgedrukt. 1 Druk op , voer 051 in met behulp van het toetsenbord. 2 Met de toetsen en van het navigatiesysteem selecteert u de optie MET en bevestigt u uw keuze met OK. 3 Verlaat het menu door op de toets te drukken. Gereroute documenten afdrukken Belangrijk Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). Belangrijk Dit menu is enkel toegankelijk wanneer de functie FAX OPSLAAN werd geactiveerd. De geadresseerde van de rerouting bepalen 392 - FAX / REROUTING / BESTEMMING 1 Druk op , voer 392 in met behulp van het toetsenbord. 2 Met de toetsen en kiest u de geadresseerde in de kiescodes. 3 Bevestig met OK. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. 052 - MEDIA / FAX OPSLAAN / AFDRUKKEN 1 Druk op , voer 052 in met behulp van het toetsenbord. 2 Met de toetsen en , selecteert u de optie MET om alle gereroute documenten automatisch af te drukken. 3 Bevestig uw keuze met de toets OK. 4 Verlaat het menu door op de toets te drukken. Gereroute documenten afdrukken 393 - FAX / REROUTING / KOPIEREN 1 Druk op , voer 393 in met behulp van het toetsenbord. 2 Met de toetsen en kiest u voor de optie KOPIEREN (lokale afdruk van informatie die naar uw apparaat werd doorgezonden) MET of ZONDER. 3 Bevestig met OK. 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Sluit de USB-sleutel aan voor u de functie activeert. Wachtrij verzendingen Met die functie krijgt u een samenvatting van de status van alle documenten die wachten op verzending, met inbegrip van de documenten opgeslagen in MBX'en, uitgestelde verzendingen, enz. - 27 - 4 - Fax LFF6050 Dat maakt het volgende mogelijk: • Raadplegen of wijzigen van de wachtrij. In de wachtrij worden de documenten op de volgende manier gecodeerd: volgnummer in de wachtrij / status van het document / telefoonnummer van de contactpersoon .De status van de documenten kan het volgende zijn: - ZND: verzending - DZD : doorzending - OMB: opgeslagen in MBX - AFR: op afroep - MBX: verzending naar mailbox - MBA: afroep van de mailbox - OPD: opdracht wordt uitgevoerd - SMS: Sms-verzending • Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij • afdrukken van een documentin het geheugen, in de wachtrij voor verzending, of opgeslagen in MBX • de wachtrij afdrukken, om de status van elk document in de wachtrij op te vragen op ofwel: - volgorde in wacthrij, - documentnaam of -nummer, - ingegeven verzendingstijd (fax), - type van behandeling van het document: verzenden uit het geheugen, uitgestelde verzending, of uit MBX, - aantal pagina's van het document, - documentformaat (percentage ruimte ingenomen in het geheugen) • Wissen van een verzendaanvraag in de wachtrij. Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij Een verzending in de wachtrij wissen 63 - OPDRACHTEN / WISSEN 1 Druk op , voer 63 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies in de wachtrij het gewenste document en bevestig met de toets OK. Een document in de wachtrij of opgeslagen in MBX afdrukken 64 - OPDRACHTEN / AFDRUKKEN 1 Druk op , voer 64 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies in de wachtrij het gewenste document en bevestig met de toets OK. Wachtrij afdrukken 65 - OPDRACHTEN / OVERZ. AFDRUK Druk op U kunt de wachtrij ook afdrukken via Opmerking het menu 57 - AFDRUKKEN / OPDRACHTEN. Een samenvattend document genaamd **LIJST MET OPDRACHTEN ** wordt afgedrukt. Onderbreken van een verzending 61 - OPDRACHTEN / UITVOEREN 1 Druk op , voer 61 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer het document in de wachtrij. Een verzending onderbreken is mogelijk met elk type document, maar het verschilt voor verzendingen met een of meerdere geadresseerden. • 3 Bevestig uw keuze met OK of om de geselecteerde verzending onmiddellijk uit te voeren. • Consulteren of wijzigen van de wachtrij 62 - OPDRACHTEN / WIJZIGEN 1 Druk op , voer 62 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies in de wachtrij het gewenste document en bevestig met de toets OK. 3 U kunt de instellingen van de gekozen verzendingsaanvraag wijzigen en daarna uw wijzigingen bevestigen door te drukken op de toets . , voer 65 in met behulp van het toetsenbord. Voor een verzending met één geadresseerde uitgevoerd vanuit het geheugen, wordt het document uit het geheugen gewist. Voor een verzending met meerdere geadresseerden, wordt alleen de geadresseerde waarvan de verzending bezig is op het moment van het onderbreken, uit de wachtrij van de verzendingen gewist. Om een verzending te onderbreken: 1 Druk op . Er zal een bericht verschijnen met de vraag om het onderbreken te bevestigen. 2 Druk op de toets om de onderbreking te bevestigen van de verzending die bezig is. Als uw apparaat is ingesteld om een verzendrapport af te drukken, dan wordt het verzendrapport afgedrukt, dat vermeldt dat de bediener vroeg om de verzending te onderbreken. - 28 - 4 - Fax LFF6050 Mailbox fax 5 Kies de gewenste optie NAAM POSTVAK en bevestig met de toets OK. 6 Voer de gewenste naam van de MBX in (max 20 tekens) en bevestig met de toets OK. De MBX is gemaakt. Om een andere MBX te maken, drukt u op de toets C en herbegint u met stap 1. 7 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. U beschikt over 32 mailboxen (MBX) waarmee u naar elke contactpersoon die een fax heeft die compatibel is met de uwe, berichten vertrouwelijk kunt versturen, dankzij een toegangscode (genaamd MBX-code). MBX 00 is openbaar. MBX 00 wordt direct aangemaakt door de terminal om berichten op te slaan voor de geheugenontvangst van de fax, vanaf het moment dat de geheugenontvangst is geactiveerd. Een bestaande MBX wijzigen 71 - MAILBOX / MAAK MBX AAN De MBX'en 01 tot 31 zijn privé. Elk ervan wordt beschermd door een wachtwoord. U kunt ze gebruiken om documenten vertrouwelijk te ontvangen. 1 Druk op , voer 71 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of voer direct het nummer van de MBX in en bevestig met de toets OK. 3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van de MBX in, en bevestig met de toets OK. 4 Selecteer het menu met de toetsen MBX CODE of NAAM POSTVAK en bevestig daarna met de toets OK. 5 Breng de gewenste wijzigingen aan en bevestig met de toets OK. Om toegang te hebben tot een MBX en hem te kunnen gebruiken, moet u hem eerst maken en er een naam en een MBX-code (indien nodig) aan toewijzen. Daarna kunt u: • de kenmerken van een bestaande MBX wijzigen, • de inhoud van een MBX afdrukken, maar alleen als de MBX een of meerdere documenten bevat (er verschijnt een sterretje naast de naam van de betrokken MBX). Een MBX waarvan de inhoud werd afgedrukt, is leeg, • een MBX wissen, alleen als de MBX werd geïnitialiseerd en leeg is, • de lijst MBX'en van uw fax afdrukken. Indien nodig herhaalt u de laatste twee stappen voor het andere menu. De inhoud van een MBX afdrukken U kunt met de MBX'en vertrouwelijk verzenden en ontvangen. 73 - MAILBOX / MBX AFDRUKKEN 1 Druk op , voer 73 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of voer direct het nummer van de MBX in en bevestig met de toets OK. 3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van de MBX in, en bevestig met de toets OK. Wanneer u een document in uw MBX plaatst, is de toegangscode niet nodig. Alle documenten die in een MBX worden geplaatst, worden aan de aanwezige documenten toegevoegd. Op afroep zijn MBX'en alleen toegankelijk met een MBXcode. U kunt dus opslaan en afroepen met MBX'en door: • een document op te slaan in een MBX van uw fax, • Te verzenden om een document in een MBX van een fax op afstand te plaatsen, • documenten af te roepen van een MBX van een fax op afstand. Alle documenten in de MBX worden afgedrukt en de MBX wordt leeggemaakt. Een MBX wissen Controleer eerst of de MBX leeg is, voor u verder gaat. U moet de inhoud ervan eerst afdrukken. Een MBX maken 74 - MAILBOX / WIS MBX 71 - MAILBOX / MAAK MBX AAN 1 Druk op , voer 71 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies een vrije MBX uit de 31 MBX’en of voer rechtstreeks het nummer in van een vrije MBX en bevestig met OK. 3 Kies de optie MBX CODE om een toegangscode toe te wijzen en bevestig met de toets OK. De waarde 0000 wordt automatisch weergegeven. 4 Voer indien nodig de toegangscode van uw keuze in en bevestig met de toets OK. 1 Druk op , voer 74 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of voer direct het nummer van de MBX in en bevestig met de toets OK. 3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van de MBX in, en bevestig met de toets OK. 4 Bevestig het wissen door te drukken op de toets OK. De MBX is gewist en wordt toegevoegd aan de lijst vrije MBX'en. - 29 - 4 - Fax LFF6050 Mailboxlijst afdrukken 75 - MAILBOX / PRT MBX LIJST Druk op Afroepen van een MBX van een fax op afstand 36 - FAX / MBX. AFROEP , voer 75 in met behulp van het toetsenbord. Opmerking U kunt de mailboxlijst ook afdrukken Opmerking via het menu 58 - AFDRUKKEN / LIJST POSTVAK. 1 Druk op , voer 36 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer het nummer van de contactpersoon in, bij wie u een afroep van de MBX wilt uitvoeren, of kies uw kiesmodus, en bevestig daarna met de toets OK. 3 Voer het nummer van de MBX van de contactpersoon in en bevestig met de toets OK. 4 Voer de toegangscode van de MBX in en bevestig met de toets OK. 5 Als u het afroepen wilt uitstellen, voer dan naast het huidige uur het gewenste uur in en bevestig met de toets OK. 6 Bevestig de aanvraag voor het afroepen van de MBX met de toets . In de lijst vindt u de status terug van elke MBX. Opslaan in een MBX van uw fax 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. 2 Selecteer 72 - MAILBOX / MBX AFROEPEN. 3 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of voer direct het nummer van de MBX in en bevestig met de toets OK. Het document in de documentlader wordt in de gekozen MBX opgeslagen. Verzenden voor opslaan in een MBX van een fax op afstand 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. 2 Selecteer 35 - FAX / MBX. ZENDEN. 3 Voer het nummer van de geadresseerde in van de MBX waarin u het document wilt opslaan of kies uw kiesmodus en bevestig daarna met de toets OK. 4 Voer het nummer van de MBX van de geadresseerde in, en bevestig met de toets OK. 5 Als u de verzending wilt uitstellen, voer dan naast het huidige uur het gewenste uur in, en bevestig met de toets OK. 6 U kunt de manier van inladen van het document kiezen, DOC. INVOER of GEHEUGEN en daarna bevestigen met OK. 7 Voer indien gewenst het aantal pagina's van het document in dat moet worden verzonden, en bevestig met de toets OK. 8 Bevestig de verzendaanvraag naar een MBX van een fax op afstand door op de toets drukken. te Controleer eerst of de fax op afstand compatibel is. Zodra de fax op afstand wordt opgeroepen, direct of op het ingestelde uur, worden het document of de documenten van de MBX van de fax op afstand ontvangen door uw fax. Opslaan en afroepen van een fax U kunt een document opslaan op uw fax, ter beschikking van iedere contactpersoon die hem met de functie AFROEPEN oproept. Om het opslaan van een document te programmeren, moet u het type ervan vastleggen: • Enkelvoudig: hij kan maar één keer worden afgeroepen, zowel uit het geheugen als uit de documentlader, • Meervoudig: hij kan zo vaak als gewenst worden afgeroepen uit het geheugen. Om een afroep te programmeren moet de contactpersoon voor de afroep worden bepaald, en daarna kunt u volgens de gewenste afroep: • een directe afroep starten, • een uitgestelde afroep programmeren door het gewenste uur in te stellen, • een afroep voor meerdere contactpersonen, direct of uitgesteld, starten. In het geval van een directe verzending wordt het document onmiddellijk verzonden. In het geval van een uitgestelde verzending wordt het document opgeslagen in het geheugen en wordt de verzending op het gekozen uur uitgevoerd. - 30 - 4 - Fax LFF6050 Document opslaan 1 Plaats uw document in de automatische lader, met de te kopiëren zijde naar boven. 2 Selecteer 34 - FAX / AFR ZENDEN. 3 Kies het type opslag volgens de tabel hierna: Menu Procedure Enkelvo udig 1 Kies de DOC. INVOER of GEHEUGEN. 2 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de toets OK. 3 Voer het aantal pagina's van het document in dat u gaat opslaan. Meervou dig 1 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de toets OK. 2 Voer het aantal pagina's van het document in dat u gaat opslaan. 4 Bevestig uw keuze met de toets OK. Afroepen van een document dat is opgeslagen 33 - FAX / AFR ONTVANG 1 Selecteer 33 - FAX / AFR ONTVANG. 2 Voer het nummer in van de contactpersoon waarvan u het document wilt afroepen of kies uw kiesmodus. U kunt meerdere documenten afroepen met de toets . 3 Afhankelijk van het type uit te voeren afroep moet u: Menu Procedure Directe afroep 1 Druk op Uitgestelde afroep 1 Druk op OK. 2 Voer naast het huidige uur het uur in waarop u het document wilt afroepen en . bevestig met de toets . - 31 - 4 - Fax LFF6050 SMS Een SMS verzenden 1 Druk op de toets Belangrijk 2 Voer de SMS-tekst in met het alfabetische toetsenbord. Daarvoor staat een tekstverwerker ter beschikking: • voor de hoofdletters gebruikt u de toets Ï, • om in het invoerveld te navigeren, gebruikt u de toetsen en , • om per woord in de tekst te navigeren, drukt u op de toets CTRL en een van de navigatietoetsen ( of ), • om naar de volgende regel te gaan, drukt u op de toets , • om een teken te wissen (door met de cursor naar links te gaan) drukt u op de toets Í or C. 3 Bevestig met OK. 4 Voer het nummer van de geadresseerde in (mobiele telefoon of elk apparaat compatibel met SMS) met een van de volgende mogelijkheden: • voer het nummer in met het numerieke toetsenbord, • voer de eerste letters van de naam van de geadresseerde in, De SMS-service is afhankelijk van het land en de provider. Met de toets SMS kunt u SMS'jes versturen naar uw contactpersonen overal ter wereld. SMS ("Short Message Service") is een korteberichtendienst naar mobiele telefoons of andere apparaten die compatibel zijn met SMS. Het aantal tekens per bericht is afhankelijk van de provider en van het land van waaruit u SMS'jes verstuurt (bijv. Frankrijk 160 tekens, Italië 640 tekens). Opmerking Voor de SMS-service worden speciale tarieven gebruikt. Configuratie van SMS-instellingen Weergave van de afzender Met deze instelling kunt u de naam en het nummer van de afzender van een SMS'je weergeven. • 41 - SMS SERVICE / AFZENDER 1 Druk op , voer 41 in met behulp van het toetsenbord. 2 Selecteer de gewenste weergave van de afzender, ON of OFF, met de toets of . 3 Bevestig met OK. • • Berichtencentrale voor SMS-verzendingen druk op de toets tot uw contactpersoon verschijnt (de contactpersonen zijn alfabetisch geklasseerd). Uw SMS'je kan naar een of meerdere geadresseerden worden gestuurd. Om een SMS te verzenden: naar één geadresseerde, bevestig met de toets OK . naar meerdere personen: 5 druk op de toets en voer het nummer van de volgende geadresseerde in. 6 Herhaal die stap tot de laatste geadresseerde (maximum 10). Bevestig de ingevoerde geadresseerde(n) met de toets OK. Verzenden SMS verschijnt op het scherm tijdens de verzending van het SMS'je. Met deze instelling kunt u het nummer van de berichtencentrale voor SMS-verzendingen invoeren. Dat nummer wordt u bezorgd door uw provider. 421 - SMS SERVICE / INIT. SMS / SERVER 1 Druk op , voer 421 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer het nummer van de server voor verzendingen in met het numerieke toetsenbord. 3 Bevestig met OK. . • • - 32 - Als SMS op het scherm verschijnt, staat de verzending van het SMS'je in de wachtrij en volgt over enkele minuten een nieuwe poging. Om die verzending direct uit te voeren of te annuleren (zie paragraaf Wachtrij verzendingen, pagina 27). Om te controleren of de verzending van het SMS'je goed verliep, kunt u het Logboek verzendingen afdrukken (zie paragraaf Logboeken afdrukken, pagina 39). 5 - SMS LFF6050 Parameters/ Instellingen Automatische modus 212 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD / AUTOM. AANP. U kunt uw apparaat instellen in functie van uw behoeften. In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de verschillende functies. U kan de functiegids en de mogelijke instellingen van uw multifunctionele apparaat afdrukken. De ontwikkeling van uw terminal stopt niet. Regelmatig zijn er nieuwe functies beschikbaar. Om die te kunnen benutten, bezoekt u onze website www.sagemOpmerking communications.com. U kunt ook de updatefunctie gebruiken die bij de Companion Suite Pro-software zit om de laatste online-updates te downloaden (zie Firmware-update, pagina 83). Als u ZONDER selecteert en bevestigt met OK, dan zal de zomertijd / wintertijd niet automatisch worden veranderd. Om het apparaat op de nieuwe tijd in te stellen, moet u het menu 211 WIJZIGEN gebruiken. Als u MET selecteert en bevestigt met OK, hoeft u zich niet te bekommeren over een wijziging eind maart (+ 1u.) en oktober (-1 u.) U zult gewoon ingelicht worden over de wijziging via een bericht op het scherm. De standaardparameter is ZONDER. Waarschuwingsbericht Bij de automatische overgang van en naar zomertijd / wintertijd zal een melding weergegeven worden om u in te lichten dat de tijd van het multifunctionele apparaat werd gewijzigd. 25-03-07 02:01 CONTROLEREN UUR of Datum/tijd 28-10-07 02:01 CONTROLEREN UUR U kunt op elk moment de datum en de tijd van uw multifunctionele terminal instellen. Afhankelijk van het land dat op het apparaat geconfigureerd is, is het datumformaat van het type DDMMJJ (bv. Frankrijk) of MMDDJJ (bv. VS). 21 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD 1 Druk op , voer 21 in met het toetsenbord. Bevestig met OK. 2 Voer de cijfers van de tijd en datum één voor één in (bijvoorbeeld voor 8 november 2004 om 9.33 u. drukt u op 0811040933 of 11080433) en drukt u op OK om te bevestigen. 3 Druk op Bij uw volgende handeling op het toetsenbord van het multifunctionele apparaat wordt de melding automatisch gewist. Uw faxnummer/uw naam Met uw multifunctionele terminal kunt u op elke verzonden fax het nummer en de naam laten afdrukken die u vooraf hebt ingevoerd. om dit menu af te sluiten. Belangrijk Instellen van zomertijd / wintertijd In dit menu kunt u kiezen of automatisch naar zomertijd/ wintertijd moet worden overgeschakeld of niet. Daarvoor moet de instelling KOPREGEL ZEND zijn ingesteld op MET (zie Technische instellingen, pagina 37). De functie KOPREGEL ZEND is standaard geactiveerd op het Amerikaanse model en kan niet worden gewijzigd. Om uw faxnummer en naam op te slaan: Deze functie is enkel beschikbaar als het land dat op het apparaat werd Belangrijk geconfigureerd, deel uitmaakt van de Europese Unie. Het menu 21>DATUM/TIJD bevat 2 submenu’s: Manuele modus 211 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD / WIJZIGEN Uw multifunctionele apparaat zal u vragen om de datum en tijd te wijzigen via het numerieke toetsenbord. - 33 - 22 - INSTELLINGEN / NUMMER/NAAM 1 Druk op , voer 22 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) en bevestig met OK . 3 Voer uw naam in (max. 20 tekens). Bevestig met OK. Als u bijvoorbeeld de letter C wilt intikken, drukt u op de toets C tot de letter op het scherm verschijnt. 4 Druk op om dit menu af te sluiten. 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 Type netwerk U kunt uw fax aansluiten op een openbaar telefoonnetwerk of op een privénetwerk, dat bijvoorbeeld is opgebouwd met een automatische telefooncentrale PABX. U moet het type netwerk instellen dat u past. Om het type netwerk te kiezen: 251 - INSTELLINGEN / TEL.NETWERK / SOORT CENTR Belangrijk Die instelling verschilt van de instelling SOORT CENTR, waarmee u kunt kiezen tussen een openbaar telefoonnetwerk of een privénetwerk. Om het type te gebruiken openbaar telefoonnetwerk handmatig te kiezen: 202 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / NETWERK 1 Druk op , voer 251 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste optie PABX of OPENBAAR en bevestig met OK. 1 Druk op , voer 202 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste optie en bevestig met de toets OK. 3 Druk op 3 Druk op om dit menu af te sluiten. Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit, achter de telefooncentrale van een bedrijf, is het mogelijk dat u een lokaal voorkiesnummer moet opgeven (zie Lokaal prefix). Indien geen enkele keuzemogelijkheid van de voorgestelde lijst voor u geschikt is, selecteer dan de keuze "ANDERE X": • ANDERE 1: TRB21 Opmerking • ANDERE 2: VS • ANDERE 3: Rusland • ANDERE 4: Jordanië • ANDERE 5: Israël • ANDERE 6: TRB21 Geografische instellingen Met deze instellingen kunt u de terminal gebruiken in verschillende vooraf ingestelde landen en met verschillende talen. Landen Door een land te kiezen, initialiseert u: • de instellingen van het openbare telefoonnetwerk, • de standaardtaal. Weergavetaal Met deze instelling kunt u de taal kiezen voor de menu's. De standaardinstelling is Engels. Om het land te kiezen: 201 – INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / LAND Om de taal te kiezen: 203 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / TAAL 1 Druk op , voer 201 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste optie en bevestig met de toets OK. 3 Druk op 1 Druk op , voer 203 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste taal met de toetsen en , en bevestig met OK. om dit menu af te sluiten. 3 Druk op Belangrijk om dit menu af te sluiten. Indien geen enkele keuzemogelijkheid van de voorgestelde lijst voor u geschikt is, selecteer dan de keuze "ANDERE". Telecommunicatienetwerk Met deze instelling kunt u handmatig het type openbare telefoonnetwerk voor een land instellen, zodat uw apparaat in overeenstemming met de geldende normen kan communiceren met het openbare telefoonnetwerk van het gekozen land. Standaard stelt u met de keuze van een land met het commando 201 automatisch het type openbare telefoonnetwerk in het betrokken land in. om dit menu af te sluiten. Lokaal prefix Deze functie wordt gebruikt als uw fax in een privénetwerk wordt geïnstalleerd, achter een automatische bedrijfstelefooncentrale. Daarmee kunt u instellen dat er automatisch een lokaal prefix (in te stellen) wordt toegevoegd, zodat het bedrijfsnetwerk automatisch wordt verlaten, op voorwaarde dat: • de interne telefoonnummers van het bedrijf, waarvoor het prefix niet wordt gebruikt, korter zijn dan de minimale lengte (bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk); • de externe nummers, waarvoor het prefix nodig is, langer zijn dan of gelijk zijn aan de minimale lengte (in te stellen, bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk). - 34 - 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 1 Druk op , voer 231 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste optie MET, ZONDER, ALTIJD of ZENDFOUT en bevestig uw keuze met OK. In twee stappen stelt u het lokale prefix in voor uw fax: 1 stel de minimale lengte (of gelijke lengte) in van de externe telefoonnummers van het bedrijf, 2 stel het lokale prefix in om het bedrijfsnetwerk te verlaten. Het prefix wordt automatisch toegevoegd als een extern telefoonnummer wordt opgeroepen. Belangrijk Als u een lokaal prefix hebt ingesteld, voer het dan niet in als u nummers in het geheugen van de kiescodes invoert: het wordt immers automatisch aan elk nummer toegevoegd. 252 - INSTELLINGEN / TEL. NETWERK / PREFIX 1 Druk op , voer 252 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer het vereiste minimale FORMAATNUMMER van de nummers buiten het bedrijf in en bevestig met OK. Die minimumlengte moet tussen 1 en 30 liggen. 3 Voer het vereiste lokale PREFIX om het bedrijfsnetwerk te verlaten in (max. 10 tekens) en bevestig met OK. 3 Druk op Manier van inladen van de documenten U kunt de manier van inladen van uw te verzenden documenten kiezen: • uit het geheugen, de verzending gebeurt pas nadat het document en het nummer in het geheugen werden geplaatst. Daarmee kunt u de originelen sneller terughalen. • uit de doc. invoer van de sheetfeedscanner, de verzending gebeurt na het intoetsen van het nummer en het inscannen van het document. Hiermee kunt u grote documenten versturen. Om de manier van inladen van de documenten te kiezen: 232 – INSTELLINGEN / ZENDEN / DOC. ZENDEN 1 Druk op , voer 232 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de optie GEHEUGEN of DOC.INVOER en bevestig uw keuze met OK. In de modus doc. invoer verschijnt geen verkleinde afbeelding op het verzendrapport. Om een pauze in te lassen voor een kiestoon (“/”-teken), drukt u tegelijkertijd op CTRL en M of houdt Opmerking u de toets 0 (nul) ingedrukt op het numerieke toetsenbord tot het “/”teken verschijnt. 4 Druk op om dit menu af te sluiten. 3 Druk op om dit menu af te sluiten. Daluren om dit menu af te sluiten. Met deze functie kunt u faxverzendingen uitstellen tot daluren en uw verzendkosten beperken. Verzendrapport U kunt een verzendrapport afdrukken voor alle communicatie via het telefoonnetwerk (RTC). U kunt kiezen tussen verschillende criteria voor het afdrukken van rapporten: • MET: een rapport wordt verzonden als de verzending goed was of als ze definitief geannuleerd werd (maar er is maar één rapport per aangevraagde verzending), • ZONDER: geen verzendrapport, niettemin vermeldt uw fax in zijn Logboek verzendingen alle uitgevoerde verzendingen, • ALTIJD: er wordt bij elke verzendpoging een rapport afgedrukt, • ZENDFOUT: er wordt alleen een rapport afgedrukt als de verzendpoging fout ging of de aanvraag tot verzending definitief werd geannuleerd. De daluren, tijdens welke telefoneren goedkoper is, zijn standaard ingesteld van 19h00 tot 07h30. U kunt ze echter wijzigen. Om de daluren te wijzigen: 233 - INSTELLINGEN / ZENDEN / DALUREN 1 Druk op , voer 233 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de nieuwe daluren in (bijvoorbeeld 19.0007.30 u.) en bevestig met OK. 3 Druk op om dit menu af te sluiten. Om de daluren te gebruiken: Bij elk verzendrapport uit het geheugen wordt automatisch een verkleinde afbeelding van de eerste pagina van het document gevoegd. Om het type rapport te kiezen: 231 – ZENDEN / ZENDJOURNAAL - 35 - 32 - FAX / SPAARMODUS 1 Selecteer 32 - FAX / SPAARMODUS. 2 Voer het nummer van de geadresseerde in en bevestig met de toets OK. 3 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de toets OK. 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 4 Kies de manier van inladen die u wilt, DOC.INVOER of GEHEUGEN en bevestig met de toets OK. 5 U kunt het aantal pagina's van het document dat moet worden verzonden invoeren, en daarna bevestigen met de toets OK. 6 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle pagina’s ingescand zijn. 3 Druk op om dit menu af te sluiten. Indien u op de uitgang EXT van uw terminal of op uw telefoonstekker een telefoon heeft aangesloten , raden wij u aan om de ontvangst op VON HAND in te stellen. Belangrijk Indien u een DECT-basis op de USBpoort van uw terminal hebt aangesloten, raden wij u aan om de ontvangst op FAX-TEL in te stellen. Indien u een oproep ontvangt, neemt u op met deze telefoon en hoort u de specifieke toon van een faxbericht. U kunt: Ontvangstmodus Deze functie biedt u de mogelijkheid om, als u een extern apparaat (telefoon, antwoordapparaat) heeft aangesloten op de uitgang EXT van uw terminal, via USB of aan uw telefoonstekker, het apparaat dat de faxen en/of berichten ontvangt te kiezen. - drukken op de toets van uw terminal of op de toetsen #7 van uw telefoon om de fax te accepteren. U kunt kiezen tussen de volgende ontvangstmodi : • • • • Ontvangst zonder papier VON HAND : de terminal ontvangt geen enkel document automatisch. Op het moment dat u de telefoon opneemt en u constateert dat u een fax Met uw fax kunt u ook de ontvangst van documenten aanvaarden of weigeren, als uw printer niet beschikbaar is (geen papier,...). ontvangt, dient u op de toets van de terminal te drukken om de fax aan te nemen. FAX : de faxontvangstmodus begint systematisch op de terminal. FAX-ANTW : de ontvangst van de fax begint automatisch op de terminal, de ontvangst van telefoonverbindingen begint automatisch op het externe apparaat. Druk op de toetsen #0 van uw telefoon om het detecteren van een fax te annuleren. FAX-TEL : de ontvangst van de fax begint automatisch op de terminal, de ontvangst van telefoonverbindingen gebeurt automatisch via de DECT-basis (en geregistreerde telefoons). Druk op de toetsen #0 van uw telefoon om het detecteren van een fax te annuleren. Als de printer van uw fax niet beschikbaar is, kunt u kiezen tussen twee modi voor ontvangst: • ontvangstmodus ZONDER PAPIER, uw fax slaat de ontvangen faxen in het geheugen op, • ontvangstmodus MET PAPIER, uw fax weigert alle binnenkomende faxen. Om het type ontvangst te kiezen: 242 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV. PAPIER 1 Druk op , voer 242 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste optie MET of ZONDER en bevestig OK. 3 Druk op Om het type ontvangst te kiezen: 241 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTVANGST 1 Druk op , voer 241 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste optie en bevestig met OK. Belangrijk om dit menu af te sluiten. Papiergebrek wordt aangeduid door een biep en een schermbericht. De ontvangen faxen worden dan bewaard in het geheugen (pictogram knippert) om te worden afgedrukt als er papier beschikbaar is. Aantal kopieën U kunt meerdere exemplaren afdrukken (1 tot 99) van ontvangen documenten. Om het aantal exemplaren van elk ontvangen document in te stellen: 243 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / AANTAL KOPIE - 36 - 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 1 Druk op , voer 243 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig met OK. 3 Druk op om dit menu af te sluiten. Buiten die waarden zal het apparaat een pieptoon genereren als foutmelding. Deze vaste verkleining wordt gebruikt bij het afdrukken van ontvangen documenten, ongeacht het gebruikte papierformaat. Manuele modus instellen: Bij elk ontvangen document drukt uw fax het aantal kopieën af dat u hebt ingesteld. 246 – INSTELLINGEN / ONTVANGST / REDUCTIE 1 Druk op , voer 246 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies voor VAST en bevestig met OK. 3 Voer de verkleiningswaarde in (tussen 70 en 100) en bevestig met OK. Ontvangst fax of pc Met dit menu, gecombineerd met een softwareprogramma geïnstalleerd op uw pc, kunt u het apparaat kiezen dat de documenten ontvangt: • de fax, • de pc, • de pc als hij beschikbaar is, anders de fax. 244 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV. PC 4 Druk op om dit menu af te sluiten. Technische instellingen Raadpleeg voor meer details Faxcommunicatie, pagina 66 in hoofdstuk PC-Functies. Uw terminal is al standaard ingesteld als u hem ontvangt. U kunt hem echter precies aan uw behoeften aanpassen door de technische parameters in te stellen. Aanpassen aan pagina Om de technische parameters in te stellen: 29 - INSTELLINGEN / PARAMETERS Met dit menu kunt u ontvangen faxen automatisch aanpassen aan het paginaformaat bij het afdrukken. Ontvangen faxen worden dan automatisch verkleind of vergroot om op het paginaformaat te passen dat op het apparaat wordt gebruikt. 1 Druk op , voer 29 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies de gewenste parameters en bevestig met OK. 3 Met de toetsen of kunt u de gewenste parameters wijzigen volgens de tabel hierna en daarna bevestigen met de toets OK. Om de modus Aanpassen aan pagina in te schakelen: 245 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / PAG. AANPAS. 1 Druk op , voer 245 in met het toetsenbord. 2 Selecteer de optie MET of ZONDER en bevestig met OK. 3 Druk op Parameter 1 - Resolutie Standaardwaarde voor de scanresolutie van te verzenden documenten. 2 - Kopregel zend Belangrijk: deze parameter is standaard geactiveerd op het Amerikaanse model en kan niet worden gewijzigd. om dit menu af te sluiten. Verkleiningsmodus ontvangen faxen Met dit menu kunt u ontvangen faxen verkleinen alvorens ze af te drukken. Deze aanpassing kan automatisch of manueel zijn. Automatische modus: De modus past het formaat van ontvangen faxen automatisch aan. Automatische modus instellen: 246 – INSTELLINGEN / ONTVANGST / REDUCTIE 1 Druk op , voer 246 in met behulp van het toetsenbord. 2 Kies voor AUTOMATISCH en bevestig met OK. 3 Druk op Betekenis om dit menu af te sluiten. Manuele modus: Het apparaat stelt een reductie voor van 70 tot 100 %. - 37 - Als deze instelling actief is, worden alle documenten ontvangen door uw contactpersonen afgedrukt met een kopregel waarin uw naam, nummer, datum en aantal pagina's worden vermeld. Let op: als u een fax verzendt uit de documentlader, dan staat de kopregel niet op het ontvangen document van uw contactpersoon. 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 Parameter 3 - Zend snelheid Betekenis Zendsnelheid voor uitgaande documenten. Als de kwaliteit van de telefoonlijn goed is (aangepast, geen echo), wordt de communicatie meestal aan de maximumsnelheid uitgevoerd. Parameter 13 – Discard size Het kan echter nodig zijn om de snelheid voor sommige communicaties te beperken. 4 - Echo bev 5 - Ept mode Als deze parameter actief is, wordt de echo op de lijn verminderd bij communicatie op lange afstand. Voor sommige oproepen over lange afstanden (satellieten) kan de echo op de lijn de communicatie moeilijk maken. 7 - Comm display Keuze tussen weergave van de communicatiesnelheid of van het paginanummer dat wordt verstuurd. 8 - Eco energy Keuze voor de tijd tot het apparaat in slaapstand wordt gezet: na die tijd (in minuten) ZONDER gebruik of tijdens de daluren van uw keuze, wordt het apparaat in slaapstand gezet. Indien u kiest voor MET wordt de grens ingesteld op 3 centimeter. Indien u kiest voor ZONDER wordt de grens ingesteld op 1 centimeter. 20 - E.C.M. (foutcorrectie) Als deze parameter actief is, worden communicatiefouten door gestoorde telefoonlijnen gecorrigeerd. Die parameter is nuttig als de lijnen van lage kwaliteit of gestoord zijn. De verzendtijd kan echter langer zijn. 25 - Tel impedance Met deze instelling kunt u kiezen tussen een complexe impedantie of een impedantie van 600 ohm, afhankelijk van het net waarop uw telefoon is aangesloten. 80 - Tonerbesparen Lichtere afdrukken om te besparen toets te drukken vanuit het inactieve scherm 90 - RAW-Poort Nummer van de printerpoort van het RAW-netwerk. 91 - Fout time-out Wachttijd voordat het document dat wordt afgedrukt, wordt geannuleerd wegens een fout van de printer in de modus afdrukken via pc. 92 - Wacht timeout Wachttijd voor gegevens van de pc vóór annulering van de afdruktaak via de pc. 93 -Vervng formaa Wijzigen van het paginaformaat. Hiermee kunt u een document in het LETTER-formaat op A4pagina's afdrukken door de parameter op LETTER/A4 in te stellen. 96 - WEP sleut.NR Aantal toegestane WEP-sleutels (tussen 1 en 4). worden alle door uw terminal ontvangen documenten afgedrukt met een kopregel waarop de naam en het nummer van de zender (indien beschikbaar) worden vermeld, en de datum van het afdrukken en het aantal pagina's. Zendsnelheid voor uitgaande documenten. Als de kwaliteit van de telefoonlijn goed is (aangepast, geen echo), wordt de communicatie meestal aan de maximumsnelheid uitgevoerd. Het kan echter nodig zijn om de snelheid voor sommige communicaties te beperken. 12 - Belsignaal De parameter Discard size (papierlengte) wordt alleen gebruikt om ontvangen faxen af te drukken. Soms heeft een document te veel regels om te kunnen worden afgedrukt op een bepaald papierformaat. Via deze parameter legt u grenzen vast waarbij de extra regels worden afgedrukt op een tweede blad. Voorbij deze grens worden de extra lijnen gewist. Opmerking: u kunt deze parameter ook openen door op de 10 - Kopregel ontv. Als deze parameter actief is, 11 - Ontv. snelheid Betekenis op inkt. Aantal belsignalen waarna uw apparaat automatisch start. - 38 - 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 Afdrukken van de functiegids Belangrijk Instellingenlijst afdrukken Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). Belangrijk 51 – AFDRUKKEN / HELPFUNCTIE Druk op , voer 51 in met behulp van het toetsenbord. Om de instellingenlijst af te drukken: 56 – AFDRUKKEN / INSTELLINGEN Druk op Het afdrukken van de functielijst wordt gestart. Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). , voer 56 in met het toetsenbord. Het afdrukken van de instellingenlijst wordt gestart. U kunt het menu AFDRUKKEN ook Opmerking openen door op de knop drukken. U kunt het menu AFDRUKKEN ook te Opmerking openen door op de knop drukken. Logboeken afdrukken Belangrijk Blokkering Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). Het Logboek verzendingen en Logboek ontvangst houden de 30 laatste communicaties bij (verzendingen en ontvangsten) van uw fax. Ze worden automatisch afgedrukt om de 30 communicaties. U kunt echter op elk moment een afdruk vragen. Elk logboek (verzenden en ontvangen) bevat in een tabel de volgende gegevens: • datum en tijd van de verzending of ontvangst van het document, • nummer of e-mailadres van de contactpersoon, • verzendmodus (Normaal, Fijn, Superfijn of Foto), • aantal verzonden en ontvangen pagina's, • duur van de communicatie, • resultaat van de verzending en de ontvangst: met de melding CORRECT als de verzending goed is verlopen, informatiecodes of voor speciale oproepen (afroepen, handmatige communicatie enz.) • oorzaak van communicatiestoringen (bijvoorbeeld: de contactpersoon heeft niet afgehaakt). Met deze functie kan de toegang tot het apparaat door onbevoegde personen worden verhinderd. Er wordt een toegangscode gevraagd telkens als iemand het apparaat wilt gebruiken. Na elk gebruik blokkeert het apparaat zichzelf automatisch. Eerst moet u een blokkeercode invoeren. 811 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKKEERCODE 1 Druk op , voer 811 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer uw (4-cijferige) blokkeercode in met het toetsenbord, druk ter bevestiging op OK. Belangrijk 4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Blokkering van het toetsenbord U moet uw code invoeren telkens als u de terminal opnieuw gebruikt. 812 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK.TOETSB 54 – AFDRUKKEN / JOURNALEN , voer 54 in met het toetsenbord. Het afdrukken van de logboeken wordt gestart. Het Logboek verzendingen en Logboek ontvangst worden op dezelfde pagina afgedrukt. U kunt het menu AFDRUKKEN ook Opmerking openen door op de knop drukken. Als er al een code is opgeslagen, moet u de oude code invoeren voordat u hem kunt aanpassen. 3 Bevestig de (4-cijferige) code door hem nogmaals in te voeren, en bevestig dat met OK. Om de logboeken af te drukken: Druk op te te - 39 - 1 Druk op , voer 812 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het numerieke toetsenbord. 3 Druk op OK om te bevestigen. 4 Kies met de toetsen of MET en bevestig met OK. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 Blokkering nummer De tellers ophalen Met deze functie blokkeert u het invoeren van telefoonnummers om te kiezen en kan het numerieke toetsenbord niet meer worden gebruikt. De verzendingen zijn alleen mogelijk met nummers uit de lijst kiescodes. U kunt de tellerstanden van het toestel op elk moment inzien. Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering van de nummers: 813 – OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK. NUMMER 1 Druk op , voer 813 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het numerieke toetsenbord. 3 Druk op de toets OK om te bevestigen. 4 Kies met de toetsen of ALLEEN TEL BK en bevestig met OK. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. U kunt de volgende tellerstanden inzien: • aantal verzonden pagina’s, • aantal ontvangen pagina’s, • aantal gescande pagina’s, • aantal afgedrukte pagina’s. Teller verzonden pagina’s Om de tellerstand te zien van de pagina’s die vanaf uw apparaat werden verzonden: 821 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ZENDEN 1 Druk op , voer 821 in met behulp van het toetsenbord. 2 Het aantal verzonden pagina's verschijnt op het scherm. Blokkering SMS service Met die functie blokkeert u de toegang tot de SMSservice. Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering van de SMS-service: 3 Verlaat dit menu door op de toets Teller ontvangen pagina’s Om de tellerstand te zien van de pagina’s die door uw apparaat werden ontvangen: 815 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / SMS BLOKK. 1 Druk op , voer 815 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het numerieke toetsenbord. 3 Druk op de toets OK om te bevestigen. 4 Kies met de toetsen of MET en bevestig met OK. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. te drukken. 822 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ONTVANGEN 1 Druk op , voer 822 in met behulp van het toetsenbord. 2 Het aantal ontvangen pagina's verschijnt op het scherm. 3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Teller gescande pagina’s Om de tellerstand te zien van de pagina’s die door uw apparaat werden gescand: De Media-service blokkeren 823 - OVERZ TELLERS / TELLERS / PGS GESCAND Met die functie blokkeert u de toegang tot de Mediaservice. Er wordt een toegangscode gevraagd telkens als iemand de functies van de USB-stick wilt gebruiken. • de inhoud van een aangesloten USB-sleutel scannen, • afdrukken vanaf een USB-sleutel, bestanden wissen, • ontvangen faxen op een USB-sleutel archiveren. 1 Druk op , voer 823 in met behulp van het toetsenbord. 2 Het aantal gescande pagina's verschijnt op het scherm. 3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering van de Media-service: 816 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / LOCK MEDIA 1 Druk op , voer 816 in met het toetsenbord. 2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het numerieke toetsenbord. 3 Druk op de toets OK om te bevestigen. 4 Kies met de toetsen of MET en bevestig met OK. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Teller afgedrukte pagina’s Om de tellerstand te zien van de pagina’s die op uw apparaat werden afgedrukt: - 40 - 824 - OVERZ TELLERS / TELLERS / AFDRUKKEN 1 Druk op , voer 824 in met behulp van het toetsenbord. 2 Het aantal afgedrukte pagina's verschijnt op het scherm. 3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 Afbeelden stand verbruiksartikelen U kunt op elk moment het verbruik van de inktcartridge raadplegen. Die waarde wordt in percenten uitgedrukt. 86 - OVERZ TELLERS / VERBRUIKSPROD. 1 Druk op , voer 86 in met behulp van het toetsenbord. 2 Het percentage beschikbare toner verschijnt op het scherm. 3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. Kalibrering van de scanner U kunt deze operatie uitvoeren als de kwaliteit van de gefotokopieerde documenten onvoldoende is. 80 - OVERZ TELLERS / KALIBRERING 1 Druk op , voer 80 in met behulp van het toetsenbord. Bevestig met OK. 2 De scanner is gestart en een kalibratie wordt automatisch uitgevoerd. 3 Het standby-scherm wordt geopend na het kalibreren. - 41 - 6 - Parameters/Instellingen LFF6050 Lijst met kiescodes Een lijst van contactpersonen maken Om een lijst van contactpersonen te maken: 12 - KIESCODES / NIEUW LIJST 1 Druk op , voer 12 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de NAAM in van de lijst met het alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en bevestig met OK. 3 LIJST OPSTELLEN: gebruik of om uit de bestaande gegevens de contactpersonen van uw lijst te kiezen en bevestig met OK. Herhaal deze handeling voor elke contactpersoon die u aan uw lijst wilt toevoegen. 4 Voer het GROEP NR. van de lijst in met het numerieke toetsenbord of aanvaard het voorgestelde nummer, en bevestig met OK. U kunt in het geheugen een lijst met kiescodes bestaande uit gegevenskaarten van contactpersonen en groepen van contactpersonen maken. U kunt tot 250 kaarten in het geheugen opslaan, die u in 20 groepen contactpersonen kunt groeperen. Voor elke gegevenskaart of groep kunt u de inhoud van de kaart maken, raadplegen, wijzigen en wissen. U kunt die lijst met kiescodes ook afdrukken. U kunt uw telefoonboek ook maken en beheren met het pc-pakket. Voor meer informatie over deze functie, zie paragraaf PC-Functies, pagina 55. Een gegevenskaart maken Om een gegevenskaart te maken: Belangrijk 11 - KIESCODES / NIEUW CONTACT 1 Druk op , voer 11 in met behulp van het toetsenbord. 2 Voer de NAAM in van uw contactpersoon met het alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en bevestig met OK. 3 Voer het faxNUMMER in van uw contactpersoon met het numerieke toetsenbord (max. 30 cijfers) en bevestig met OK. 4 Kies het NR. NOTERING (nr gegevenskaart) in uw telefoongids met het numerieke toetsenbord of aanvaard het voorgestelde nummer, en bevestig OK. 5 Kies MET SNELTOETS als u een ingekort nummer aan de gegevenskaart wilt toewijzen. De eerste beschikbare letter verschijnt, gebruik de toets of om een andere letter te kiezen. Bevestig met OK. 6 Kies de SNELHEID voor de verzending van faxen. U kunt kiezen tussen 2400, 4800, 7200, 9600, 12000, 14400 en 33600 met de toetsen of . Bevestig met OK. Voor een telefoonlijn van goede kwaliteit, die geschikt is en zonder echo, wordt de maximumsnelheid aanbevolen. Belangrijk Als uw multifunctioneel apparaat is verbonden met een automatische telefooncentrale (PABX), kunt u een pauze programmeren na het kiezen van het prefix om het bedrijfsnetwerk te verlaten. Om een pauze in te lassen voor een kiestoon (“/”-teken), drukt u tegelijkertijd op CTRL and M of houdt u de toets 0 (nul) ingedrukt op het numerieke toetsenbord tot het “/”teken verschijnt. Raadpleeg voor details Lokaal prefix, pagina 34. De lijsten worden geïdentificeerd in de lijst kiescodes door de letter G naast de naam ervan. Een gegevenskaart wijzigen Om een gegevenskaart of een lijst met contactpersonen te wijzigen: 13 - KIESCODES / WIJZIGEN 1 Druk op , voer 13 in met behulp van het toetsenbord. 2 Navigeer met de toetsen of door uw telefoongids en kies de te wijzigen gegevenskaart of lijst met de toets OK. 3 Blader door de gegevens van de geselecteerde gegevenskaart of lijst met of . Druk op OK wanneer de gegevens die u wilt wijzigen op het scherm verschijnen. 4 De cursor verschijnt op het einde van de regel. Druk op C om tekens te wissen. 5 Voer de nieuwe gegevens in en druk ter bevestiging op OK. 6 Herhaal de handeling voor elke regel die u wilt wijzigen. Een gegevenskaart of een lijst wissen Om een gegevenskaart of een lijst met contactpersonen te wissen: 14 - KIESCODES / WISSEN 1 Druk op , voer 14 in met behulp van het toetsenbord. 2 Navigeer met de toetsen of door uw telefoongids en kies de te wissen gegevenskaart of lijst met de toets OK. 3 Bevestig het wissen met de toets OK. 4 Ga op dezelfde manier te werk om andere gegevenskaarten of lijsten te wissen. - 42 - 7 - Lijst met kiescodes LFF6050 De lijst met kiescodes afdrukken Belangrijk Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). Om de lijst met kiescodes af te drukken: 15 - KIESCODES / AFDRUKKEN Druk op , voer 15 in met behulp van het toetsenbord. De lijst met kiescodes wordt in alfabetische volgorde afgedrukt. U kunt de lijst met kiescodes ook Opmerking afdrukken via het menu 55 AFDRUKKEN / KIESCODES. De lijst met kiescodes opslaan/ herstellen (optie Smart card) Met deze functie kunt u de inhoud van uw lijst met kiescodes op een Smart card opslaan en terug op uw machine zetten. Belangrijk Deze functie is enkel beschikbaar voor onderhoudstechnici met een Smart card. Om de inhoud van uw lijst met kiescodes op te slaan op uw Smart card: 161 - KIESCODES / OPSLAAN/LADEN / OPSLAAN 1 Druk op , voer 16 in met het toetsenbord. 2 Selecteer OPSLAAN om gegevens van de kieslijst op te slaan op de Smart card en bevestig met OK. 3 Stop uw Smart card in het apparaat. Om de inhoud van uw lijst met kiescodes terug te zetten vanaf uw Smart card: 162 - KIESCODES / OPSLAAN/LADEN / LADEN 1 Druk op , voer 16 in met het toetsenbord. 2 Selecteer LADEN om gegevens van de kieslijst terug te zetten vanaf de Smart card en bevestig met OK. 3 Bevestig met OK. 4 Stop uw Smart card in het apparaat. - 43 - 7 - Lijst met kiescodes LFF6050 Spelletjes en kalender 522 - AFDRUKKEN / SUDOKU / PRT SOLUTION 1 Druk op , voer 5 in met behulp van het toetsenbord. Bevestig met OK. U kunt het menu AFDRUKKEN ook Opmerking openen door op de knop drukken. Sudoku Sudoku is een Japans puzzelspel. Het spel wordt weergegeven in een rooster van drie bij drie velden die elk zijn onderverdeeld in 9 (3x3) vakjes. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad zijn er meer of minder cijfers ingevuld aan het begin van het spel. Het doel is om de cijfers 1 tot en met 9 onder te verdelen in de vakjes op een dusdanige wijze dat elk getal maar een keer voorkomt op elke lijn, in elke kolom en in elk van de negen velden. Er is maar 1 oplossing. 2 3 4 5 6 7 Het afdrukken van een rooster Er zijn in totaal 400 Sudoku-roosters beschikbaar, 100 voor elk moeilijkheidsniveau. Belangrijk 8 9 Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). 10 521 - AFDRUKKEN / SUDOKU / PRINT GRID 6 7 8 9 10 Het gewenste aantal roosters wordt afgedrukt. Met deze functie kunt u de kalender voor een jaar naar keuze afdrukken. U kunt het menu AFDRUKKEN ook 2 3 4 5 te Belangrijk Selecteer SUDOKU met de knop of . Bevestig met OK. Selecteer PRINT GRID met de knop of . Selecteer de moeilijkheidsgraad: EASY LEVEL (gemakkelijk), MEDIUM LEVEL (gemiddeld), HARD LEVEL (moeilijk), EVIL LEVEL (niet te doen) met de knop of . Bevestig met OK. Kies het rooster dat u wilt door het desbetreffende nummer op de het cijfertoetsenbord (1 tot 100) in te voeren. Bevestig met OK. Kies het aantal gewenste exemplaren door op het cijfertoetsenbord een getal tussen de 1 en 9 in te voeren. Bevestig met OK. 1 Druk op , voer 5 in met het toetsenbord. Bevestig met OK. U kunt het menu AFDRUKKEN ook Opmerking openen door op de knop drukken. te 2 Selecteer CALENDAR met de knop of . 3 Bevestig met OK. 4 Kies het jaar waarvan u een kalender wenst af te drukken door het nummer in te voeren op het numerieke toetsenbord (bijvoorbeeld: 2009). Het jaar moet zich tussen 1900 en Opmerking 2099 bevinden. Gebruik de toets C om foutieve invoer te corrigeren. Het afdrukken van de oplossing van een rooster Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). 53 - AFDRUKKEN / CALENDAR Het gewenste aantal roosters wordt afgedrukt. Belangrijk Selecteer SUDOKU met de knop of . Bevestig met OK. Selecteer PRT SOLUTION met de knop of . Selecteer de moeilijkheidsgraad: EASY LEVEL (gemakkelijk), MEDIUM LEVEL (gemiddeld), HARD LEVEL (moeilijk), EVIL LEVEL (niet te doen) met de knop of . Bevestig met OK. Kies het rooster dat u wilt door het desbetreffende nummer op de het cijfertoetsenbord (1 tot 100) in te voeren. Bevestig met OK. Kies het aantal gewenste exemplaren door op het cijfertoetsenbord een getal tussen de 1 en 9 in te voeren. Bevestig met OK. Kalender 1 Druk op , voer 5 in met behulp van het toetsenbord. Bevestig met OK. Opmerking openen door op de knop drukken. te 5 Bevestig met OK. De kalender van het gevraagde jaar werd afgedrukt. - 44 - 8 - Spelletjes en kalender LFF6050 Netwerkfuncties Ad-hoc radionetwerk Uw multifunctionele terminal kan aangesloten worden op een draadloos netwerk. U hebt echter een praktische kennis van uw computerconfiguratie nodig om een netwerk in te stellen. U kunt uw terminal aansluiten op een pc via een USBkabel of een draadloze verbinding (radiografisch) maken met een pc of netwerk. Belangrijk In een ad-hoc radionetwerk communiceren de apparaten rechtstreeks met elkaar zonder via een toegangspunt te hoeven gaan. De transmissiesnelheid in het geheel van het ad-hoc radionetwerk staat in verhouding met de slechtste verbinding in het netwerk. De transmissiesnelheid hangt ook af van de ruimtelijk afstand tussen zender en ontvanger, naast het aantal obstakels, zoals de muren en de plafonds. Als u beschikt over een WLAN-kaart, kunt u uw terminal integreren als netwerkprinter in een radionetwerk. Dat werkt enkel met een originele adapter die u kan verkrijgen via onze besteldienst. Voor meer informatie: www.sagem-communications.com. Type van radionetwerk Men spreekt van een radionetwerk of WLAN (Wireless Local Area Network) wanneer minstens twee computers, printers en/of andere toestellen samen onder elkaar communiceren in een netwerk via radiogolven (golven met een hoge frequentie). Het doorsturen van gegevens in het radionetwerk berust op de 802.11b en 802.11gnormen. Afhankelijk van de structuur van het netwerk, spreekt men van infrastructuurnetwerk of een ad-hocnetwerk. OPGELET Let op, wanneer u een draadloze verbinding gebruikt, kunnen bepaalde medische apparaten, gevoelige of veiligheidssystemen worden verstoord door de radiouitzendingen van uw toestel. Wij vragen u om in alle gevallen de veiligheidsvoorschriften te respecteren. Infrastructuur radionetwerk In een infrastructuurnetwerk communiceren verschillende apparaten via een centraal toegangspunt (gateway, router). Alle gegevens worden doorgestuurd naar het centrale toegangspunt (gateway of router) en verder van daaraf verdeeld. Belangrijk Let op, in de ad-hoc modus is WPA/ WPA2-versleuteling niet beschikbaar. Radionetwerken (WLAN) Er zijn drie vereiste stappen nodig om uw terminal in een radionetwerk (WLAN) te integreren: 1 Configureer het netwerk aan uw pc. 2 Stel uw apparaat zo in dat het in een netwerk kan werken. 3 Nadat het toestel is ingesteld, moet u de software Companion Suite Pro installeren op uw pc met de vereiste printerstuurprogramma’s. Wanneer het apparaat in een WLAN-netwerk geïntegreerd is, kunt u vanaf uw pc: • uw documenten vanuit uw gebruikelijke toepassingen afdrukken op het multifunctionele apparaat, • documenten in kleur, grijstinten of zwart/wit op uw pc inscannen. De pc en alle andere apparaten moeten ingesteld zijn op hetzelfde netwerk als de multifunctionele terminal. Alle vereiste details voor het instellen van het apparaat, zoals de namen van het netwerk (SSID), type radionetwerk, coderingssleutel, IPadres of subnet mask moeten overeenkomen met de specificaties Belangrijk van het netwerk. U vindt die details op uw pc of op het Access Point (Toegangspunt). Om te weten hoe u uw pc moet instellen, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw WLANkaart. Voor grote netwerken is het beter om de netwerkbeheerder te consulteren. - 45 - 9 - Netwerkfuncties LFF6050 Configuratie van uw netwerk Een perfecte verbinding is verzekerd als u gebruik maakt van een originele adapter in combinatie met uw pc. Laat uw WLAN-netwerk instellen door iemand met een grondige Opmerking kennis van de configuratie van uw computer. Opmerking U vindt op onze website de allernieuwste stuurprogramma’s voor de goedgekeurde adapter, naast andere informatie: www.sagem-communications.com. Een netwerk maken of zich toevoegen aan een netwerk Uw WLAN-kaart aansluiten Uw terminal behoort tot een nieuwe generatie van terminals die u in een WLAN-netwerk kunt integreren met een WLAN USB-sleutel. De radionetwerkadapter van uw terminal geeft gegevens door met het radio IEEE 802.11g-protocool. Hij kan ook geïntegreerd worden in een bestaand IEEE 802.11b-netwerk. Belangrijk Alvorens u gebruik maakt van een WLAN-kaart op uw terminal, moet u de parameters inbrengen waardoor uw terminal kan worden herkend op een WLAN-netwerk. Er is een eenvoudige procedure beschikbaar op uw apparaat om u stap voor stap te begeleiden bij het opstellen van uw netwerk. U hoeft ze enkel maar te volgen. 281 - INSTELLINGEN / WLAN / CONFIG ASS. 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies CONFIG ASS. met de toetsen or en bevestig met OK. Het apparaat zoekt bestaande netwerken. 4 Selecteer uw bestaande netwerk of selecteer NIEUW NETWERK om het te maken, met de toetsen of en bevestig met OK. Gebruik uitsluitend de goedgekeurde adapter voor de aansluiting op uw terminal. Andere zend- en ontvangstadapters kunnen het apparaat beschadigen. Als u de terminal gebruikt in een infrastructuur- of ad-hoc netwerk, moet u bepaalde netwerk- en veiligheidsinstellingen (bijv. ServiceSet-ID (SSID) en de WEP-sleutel) en de coderingssleutel instellen. De instellingen moeten overeenkomen met de specificaties van het netwerk. Indien u een bestaand netwerk kiest, dan worden de stappen 5 en 6 Opmerking (en mogelijk 7) automatisch uitgevoerd. 5 SSID verschijnt op het scherm. Voer de naam in van uw netwerk met het numerieke toetsenbord, waarbij u de toetsen een voor een indrukt tot u de gewenste naam krijgt (max. 32 tekens) en bevestig met OK. 6 MODE AD-HOC of MODUS INFRA verschijnt op het scherm. Ga terug naar het begin van het hoofdstuk om uw keuze te maken. Selecteer één van de modi en bevestig met OK. - Als u MODUS AD-HOC kiest, verschijnt het submenu KANAAL. Voer een getal in tussen 1 en 13 (1 tot 11 voor de VS) en bevestig met OK. 7 Selecteer uw versleutelingsmethode: ZONDER, WEP of WPA, en bevestig met OK: 1 Sluit de WLAN USB-stick op de USB-port van uw terminal aan. Belangrijk - Let op, in de ad-hoc modus is WPA/ WPA2-versleuteling niet beschikbaar. Als u WEP kiest, voert u de WEP-sleutel in die u op uw netwerk gebruikt. Het aantal WEP-sleutels is instelbaar in het menu: 29 Opmerking INSTELLINGEN / PARAMETERS / WEP SLEUT. NR. - - 46 - Als u WPA kiest, voert u de WPA- of WPA2sleutel in die u op uw netwerk gebruikt. 9 - Netwerkfuncties LFF6050 8 IP CONFIG: HANDM of IP CONFIG: AUTO verschijnen op het scherm. Als u kiest voor de handmatige configuratie, ga dan naar de volgende paragraaf om de parameters IP ADRES, SUBNET MASKER en GATEWAY in te geven. 9 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar het hoofdmenu van CONFIG ASS. 10 Verlaat dit menu met de toets . Eenmaal dat het netwerk geconfigureerd is, moet de led van de WLAN USB-sleutel aan staan. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies GATEWAY met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Het gateway-nummer verschijnt in het formaat 000.000.000.000. Voer de nieuwe gateway van uw terminal in volgens het voorgestelde formaat en bevestig met OK. 6 Verlaat dit menu met de toets . 2825 - INSTELLINGEN /WLAN / PARAMETERS / SSID Uw netwerkparameters raadplegen of wijzigen Elk van de parameters van uw netwerk kunnen gewijzigd worden volgens de ontwikkeling van uw netwerk. 2822 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / IP ADRES 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies IP ADRES met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Het nummer van uw IP-adres verschijnt in het formaat 000.000.000.000. Voer het nieuwe IPadres van uw terminal in volgens het voorgestelde formaat en bevestig met OK. 6 Verlaat dit menu met de toets . 2823 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / SUBNET MASKER 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies SUBNET MASKER met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Het subnet mask-nummer verschijnt in het formaat 000.000.000.000. Voer het nieuwe subnet mask van uw terminal in volgens het voorgestelde formaat en bevestig met OK. 6 Verlaat dit menu met de toets . 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies SSID met de toetsen of en bevestig met OK. 5 De naam van uw netwerk verschijnt op het scherm. Voer de nieuwe naam van uw netwerk in en bevestig met OK. 6 Verlaat dit menu met de toets . 2826 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / MODE 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies MODE met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Het teken >> geeft aan dat uw netwerk zich in de actieve modus bevindt. 6 Selecteer één van de modi en bevestig met OK. - Als u de AD-HOC MODUS kiest, verschijnt het submenu KANAAL. Voer een getal in tussen 1 en 13 (1 tot 11 voor de VS) en bevestig met OK. 7 Verlaat dit menu met de toets Belangrijk 2824 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / GATEWAY 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. - 47 - . In een ad-hoc radionetwerk communiceren de apparaten rechtstreeks met elkaar zonder via een toegangspunt te gaan. De transmissiesnelheid in het geheel van het ad-hoc radionetwerk staat in verhouding met de slechtste verbinding in het netwerk. De transmissiesnelheid hangt ook af van de ruimtelijke afstand tussen zender en ontvanger, naast het aantal obstakels, zoals muren en plafonds. 9 - Netwerkfuncties LFF6050 2827 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / VEILIGHEID Met deze parameter kunt u uw netwerk beveiligen door de versleutelingsmethode in te stellen die in uw WLANnetwerk moet worden gebruikt. 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies VEILIGHEID met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Kies WEP, WPA of ZONDER en bevestig met OK. - Geef een wachtwoord in, als u WEP kiest: - Bij een 64 bits veiligheidsconfiguratie moet het wachtwoord exact 5 tekens bedragen. - Bij een 128 bits veiligheidsconfiguratie moet het wachtwoord exact 13 tekens bedragen. Eenmaal uw verbinding is geconfigureerd, moet u het stuurprogramma van de netwerkprinter op uw pc installeren om documenten te kunnen afdrukken. Zie paragraaf Software-installatie, pagina 55. Voorbeeld van de configuratie van een adhoc-netwerk Voorbeeld van de configuratie van een niet-beveiligd adhoc-netwerk met de volgende instellingen: • • • • • • • • • U kan het wachtwoord ook hexadecimaal invoeren. In dat geval: - Bij een 64 bits veiligheidsconfiguratie moet het Opmerking wachtwoord exact 10 hexadecimale tekens bedragen. - Bij een 128 bits veiligheidsconfiguratie moet het wachtwoord exact 26 hexadecimale tekens bedragen. Configuratie van de multifunctionele terminal 1 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-connector van de multifunctionele terminal. 2 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies CONFIG ASS. met de toetsen or en bevestig met OK. 5 Kies NIEUW NETWERK met de toetsen of en bevestig met OK. 6 SSID verschijnt op het scherm, voer "home" in met het numerieke toetsenbord en bevestig met OK. 7 Selecteer de modus MODE AD-HOC en bevestig met OK. 8 Voer "1" in het veld KANAAL in en bevestig met OK. 9 Selecteer ZONDER en bevestig met OK. 10 Kies IP CONF.: HANDM en bevestig met OK. 11 Voer "169.254.0.2" in het veld IP ADRES in en bevestig met OK. 12 Voer "255.255.0.0" in het veld SUBNET MASKER in en bevestig met OK. 13 Voer "0.0.0.0" in het veld GATEWAY in en bevestig met OK. 14 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar het hoofdmenu van CONFIG ASS. - Als u WPA kiest, voer dan een WPA- of WPA— wachtwoord in (min. 8 tekens tot max. 63 tekens). Het wachtwoord kan alfanumerieke tekens (cijfers en letters) bevatten, maar ook alle andere symbolen die beschikbaar zijn op het toetsenbord. Het enige ongeldige teken is “€” (euro-symbool). 6 Verlaat dit menu met de toets . 2828 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / HOSTNAME De naam van de machine stelt u in staat om uw terminal te laten identificeren op het netwerk door een pc (bijvoorbeeld met de naam "PRINT-NETWERK-1"). 1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met de toetsen of en bevestig met OK. 2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en bevestig met OK. 4 Kies HOSTNAME met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Voer de gewenste naam (maximum 15 karakters) in en bevestig met OK. 6 Verlaat dit menu met de toets . naam van het netwerk: "home" type radio: "ad-hoc" kanaal: "1" IP-adres van de pc: "169.254.0.1" subnetmasker van de pc: "255.255.0.0" gateway van de pc: "0.0.0.0" IP-adres van de multifunctionele terminal: "169.254.0.2" subnetmasker van de multifunctionele terminal: "255.255.0.0" gateway van de multifunctionele terminal: "0.0.0.0" 15 Verlaat dit menu met de toets . Eenmaal het netwerk geconfigureerd is, moet de led van de WLAN USB-sleutel aan staan. U moet nu de pc configureren. - 48 - 9 - Netwerkfuncties LFF6050 Configuratie van de pc Raadpleeg voor dit deel de informatie van de fabrikant (documentatie constructeur) van de WLAN USB-sleutel als hulp om op te zoeken en toe te treden op het "home"netwerk. 1 Installeer indien nodig de software van de WLAN USB-sleutel op uw pc. 2 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-port van de pc. 3 Met de software van de WLAN USB-sleutel voert u een netwerkdetectie uit. 4 Voeg aan het netwerk "home" toe als het werd gedetecteerd. 5 Configureer nu de WLAN-netwerkverbinding van uw pc. U vindt hulp voor deze stap in het deel over de instellingen van een Opmerking verbinding in de documentatie van de fabrikant. Hiervoor moet u het element Protocol Internet (TCP/IP) configureren van de gemaakte WLANverbinding. Als dit onderdeel geconfigureerd is om automatisch een IP-adres te verkrijgen, moet u dat overzetten naar handmatige modus voor de configuratie van het TCP/IP-adres ("169.254.0.1" in ons voorbeeld), het subnetmasker ("255.255.0.0" in ons voorbeeld) en de standaardgateway ("0.0.0.0" in ons voorbeeld). 6 Voer OK in. - 49 - 9 - Netwerkfuncties LFF6050 USB-stick U kan een USB-stick aansluiten aan de voorzijde van uw terminal. De opgeslagen bestanden in TXT, TIFF en JPEG-formaat zullen gescand worden, en dan kunt u de volgende handelingen uitvoeren: - de opgeslagen bestanden op uw USB-stick printen1, - de opgeslagen bestanden op uw USB-stick wissen, - de inhoud van de USB-stick scannen, - een document scannen naar uw USB-stick. - faxarchivering (zie paragraaf Rerouting van faxen naar een USB-sleutel, pagina 27). Gebruik van de USB-stick Belangrijk 3 Kies LIJST met de toetsen of en bevestig met OK. 4 De lijst wordt afgedrukt in een tabel met de volgende gegevens: - de gescande bestanden worden geïndexeerd in opklimmende volgorde per 1, - de naam van de bestanden met hun extensie, - de datum van de laatste registratie van de bestanden, - de grootte van de bestanden in Kb. Afdrukken van de bestanden aanwezig op de stick Om de bestanden aanwezig op de stick af te drukken: 01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / BESTAND Let altijd op de richting als u een USB-stick in een USB-aansluiting steekt. Haal nooit uw USB-stick uit de aansluiting terwijl er van wordt gelezen of naar wordt geschreven. 1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op de terminal en let daarbij op de richting van de stick. SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm. 2 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies BESTAND met de toetsen of en bevestig met OK. 4 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden af te drukken: - ALLES, om alle aanwezige bestanden op de USB-stick af te drukken. Kies ALLES met de toetsen of en bevestig met OK. Het afdrukken start automatisch. - SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op de USB-stick af te drukken. Kies SERIE met de toetsen of en bevestig met OK. EERSTE BESTAND en het eerste geïndexeerde bestand verschijnt op het scherm. Kies met de toetsen of het eerste bestand van de af te drukken serie en bevestig met OK. Een sterretje (*) verschijnt links van het bestand. LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm. Kies met de toetsen of het laatste bestand van de af te drukken serie en bevestig met OK. Uw documenten afdrukken Belangrijk Het is onmogelijk om af te drukken op een A5-papierformaat (of Statement-formaat). U kunt uw opgeslagen bestanden of een lijst van de aanwezige bestanden op uw USB-stick afdrukken. Afdrukken van de lijst van bestanden aanwezig op de stick Om de lijst van bestanden aanwezig op de stick af te drukken: 01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / LIJST 1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op de terminal en let daarbij op de richting van de stick. SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm. 2 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of en bevestig met OK. - 1. Het is mogelijk dat sommige bestanden met een Tiffextensie op uw USB-stick niet afgedrukt kunnen worden omdat het gegevensformaat beperkt is. - 50 - Druk op de toets . AANTAL KOPIEEN verschijnt op het scherm, voer het gewenste aantal af te drukken kopies in met het numerieke toetsenbord en bevestig met OK. (voor JPEG-bestanden): A4 of LETTER (afhankelijk van model), of FOTO en bevestig met OK. Kies het afdrukformaat: DIKTE of NORMAL en bevestig met OK. Het afdrukken start automatisch. KEUZE, om een of meerdere bestanden aanwezig op de USB-stick af te drukken. Kies met de toetsen of het af te drukken bestand en bevestig met OK. Een sterretje (*) verschijnt links van het bestand. Herhaal de handeling voor de andere af te drukken bestanden. 10 - USB-stick LFF6050 Druk op de toets . AANTAL KOPIEEN verschijnt op het scherm, voer het gewenste aantal af te drukken kopies in met het numerieke toetsenbord en bevestig met OK. Selecteer het afdrukformaat (voor JPEGbestanden): A4 of LETTER (afhankelijk van model), of FOTO en bevestig met OK. Kies het afdrukformaat: DIKTE of NORMAL en bevestig met OK. Het afdrukken start automatisch. 5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken. 5 Verlaat dit menu door op de toets De inhoud van de USB-stick scannen Na een periode van non-activiteit, gaat de terminal naar het hoofdmenu. U kunt de inhoud van de USB-stick terug bekijken. U gaat als volgt te werk. 07 - MEDIA / SCANNING MEDIA 1 Druk op , voer 07 in met behulp van het toetsenbord. 2 De scanning van de USB-stick is gestart. 3 U kunt de aanwezige bestanden op de USB-stick afdrukken of verwijderen. Zie de vorige hoofdstukken. Wissen van de bestanden aanwezig op de stick U kan bestanden aanwezig op de USB-stick verwijderen. 06 - MEDIA / VERWIJDEREN / VON HAND 1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op de terminal en let daarbij op de richting van de stick. SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm. 2 Kies VERWIJDEREN met de toetsen of en bevestig met OK. 3 Kies VON HAND met de toetsen of en bevestig met OK. 4 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden te verwijderen: - ALLES, om alle aanwezige bestanden op de USB-stick te verwijderen. Kies ALLES met de toetsen of en bevestig met OK. U gaat terug naar het vorige menu. - SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op de USB-stick te verwijderen. Kies SERIE met de toetsen of en bevestig met OK. EERSTE BESTAND en het eerste geïndexeerde bestand verschijnt op het scherm. Kies met de toetsen of het eerste bestand van de te wissen serie en bevestig met OK. Een ster (*) verschijnt links van het bestand. LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm. Kies met de toetsen of het laatste bestand van de te verwijderen serie en bevestig met OK. Een sterretje (*) verschijnt links van het bestand. Druk op de toets . U gaat terug naar het vorige menu. - KEUZE, om een of meerdere bestanden aanwezig op de USB-stick te verwijderen. Kies met de toetsen or het te wissen bestand en bevestig met OK. Een sterretje (*) verschijnt links van het bestand. Herhaal de handeling voor de andere te verwijderen bestanden. te drukken. Een document op de USB-stick opslaan Met deze functie kan een document direct worden gedigitaliseerd en opgeslagen in de map MF Printer Laser Pro LL2\SCAN op een USB-geheugenstick. De map MF Printer Laser Pro LL2\SCAN wordt aangemaakt door de applicatie. Druk op de toets . U gaat terug naar het vorige menu. - 51 - Belangrijk Voor u een document digitaliseert, moet u erop letten dat uw USBgeheugenstick voldoende vrije schijfruimte heeft. Zoniet kunt u de bestanden handmatig wissen, zie paragraaf Wissen van de bestanden aanwezig op de stick, pagina 51. 1 Plaats het te kopiëren document met de bedrukte zijde tegen het glas. 2 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op de terminal en let daarbij op de richting van de stick. Scanning van de USB-stick is gestart. Eens de scan is beëindigd, wordt het menu MEDIA getoond. 3 Selecteer SCANNEN NAAR met de toetsen of en bevestig vervolgens met de toets OK. U kunt ook toegang krijgen tot deze functie via twee andere manieren: • Belangrijk • door op de knop te drukken en vervolgens SCAN-NAARMEDIA te selecteren. door op de toets te drukken vanuit de schermbeveiliging door 03 in te tikken op het umerieke toetsenbord. 4 Kies tussen SCAN Z&W or SCAN KLEUR met de toetsen of en bevestig met OK. 5 Geef een naam aan het scanbestand (tot 20 tekens) met behulp van het alfanumerieke toetsenbord en bevestig met OK. 10 - USB-stick LFF6050 6 Kies het scanformaat tussen AFBEELD enPDF en bevestig om het scannen te starten en het document op te slaan. Met AFBEELD kunt u hetzelfde type van bestand gebruiken als een foto. PDF is een formaat voor de aanmaak van digitale documenten. In het formaat AFBEELD, als u hebt gekozen: • ZWART-WIT, dan wordt de afbeelding in TIFF-formaat opgeslagen. • KLEUREN, dan wordt de afbeelding in JPEG-formaat opgeslagen. U kunt de resolutie van de afbeelding die digitaal op de USB-stick wordt opgeslagen kiezen, de standaardinstelling van de resolutie is AUTO. Belangrijk Druk verschillende keren op de toets en kies de gewenste resolutie: • Scannen in ZWART/WIT: - • pictogram: resolutie tekst. pictogram: resolutie foto. - geen pictogram: automatische resolutie. Scannen in KLEUREN: pictogram: resolutie tekst. - geen pictogram: automatische resolutie. Met de home-toets kunt u het scannen direct beginnen en een bestand naar het opslagmedium sturen, met de instellingen vastgelegd in de formaatanalyse. - 52 - 10 - USB-stick LFF6050 Telefonie (optie) • op de USB-poort aan de achterzijde Met dit apparaat kunt u een USB-DECT-basis aansluiten op een van de USB-poorten van het apparaat en DECTtelefoons op die basis registreren. Vervolgens kunt u met de geregistreerde telefoons oproepen doen en beantwoorden met behulp van de telefoonlijn van het apparaat (standaardgebruik van draadloze telefoons). De telefoniefunctie is een optie die enkel werkt met een specifieke USB-DECT-dongle, verkrijgbaar bij Opmerking uw verkoper. Meer informatie vindt u op onze website: www.sagem-communication.com. Omdat het apparaat en de DECT-basis dezelfde telefoonlijn delen,moet u de volgende punten in de gaten houden: • de telefoniefunctie ondersteunt enkel gesproken berichten. De SMS-service is niet beschikbaar op de geregistreerde telefoons, en de weergave van de oproeper en meldingen ook niet, zelfs als de DECTtelefoons die functie ondersteunen. • wanneer een telefoon wordt gebruikt, is de lijn bezet. Bijgevolg kan het apparaat niet faxen of SMS’en. Verzenden en ontvangen is weer mogelijk wanneer de lijn weer vrij is. • afdrukken en scannen kan iets langer duren wanneer dat gebeurt tijdens een DECT-gesprek. • het apparaat en de geregistreerde telefoon(s) kunnen geen lijsten met kiescodes met elkaar delen. U kunt nu oproepen doen en ontvangen met de telefoon die bij de DECT-basis zit. Omdat de telefoonlijn nu wordt gebruikt voor zowel communicatie (fax, SMS) als voor telefonie, is het mogelijk dat u de ontvangtinstellingen van het apparaat moet aanpassen (zie Ontvangstmodus, pagina 36). DECT-telefoons registreren Bij de USB-DECT-basis zit standaard één geregistreerde telefoon. Om extra telefoons (GAP-compatibel) aan de basis te registreren, moet u zowel de basis als de telefoon in de registratiemodus zetten. Belangrijk Om een telefoon aan de DECT-basis te registreren: 891 - OVERZ TELLERS / DECT / REGISTER De USB-DECT-basis aansluiten 1 Zet de telefoon in de registratiemodus. Sluit uw DECT-basis aan op een van de USB-poorten van het apparaat: • Dit menu is enkel beschikbaar als de USB-DECT-basis op het apparaat is aangesloten. Raadpleeg de documentatie voor Opmerking de juiste registratieprocedure van de telefoon. op de USB-poort aan de voorzijde 2 Druk op het apparaat op , voer 89 in met het toetsenbord en bevestig met OK. 3 Selecteer REGISTER met de toets of en bevestig met OK. Het apparaat begint de telefoon te zoeken. Tijdens de registratieprocedure (die één minuut kan duren) wordt op het scherm weergegeven: HANDSET REGISTRATION. De melding verdwijnt wanneer de registratie voltooid is. Belangrijk - 53 - Indien de registratieprocedure mislukt (bijvoorbeeld omdat de telefoon de registratiemodus te vroeg heeft verlaten), laat het apparaat een signaal van drie pieptonen horen. In dat geval herhaalt u de procedure vanaf stap 1. 11 - Telefonie (optie) LFF6050 Telefonie-instellingen naar wens aanpassen De registratie van de DECT-telefoon ongedaan maken Met deze functie kunt u instellen dat de telefoon overgaat wanneer een oproep wordt ontvangen. Deze functie wordt gebruikt om de registratie van een telefoon aan de DECT-basis ongedaan te maken. U zult geen oproepen meer kunnen doen of ontvangen met die telefoon wanneer u de registratie hebt ongedaan gemaakt. Deze parameter wordt gebruikt om aan te geven hoe lang de telefoon overgaat voordat een oproep wordt beëindigd. Hij staat standaard ingesteld op 30 seconden. Belangrijk Dit menu is enkel beschikbaar als de USB-DECT-basis op het apparaat is aangesloten. Belangrijk 893 - OVERZ TELLERS / DECT / RINGING TIME 1 Druk op , voer 89 in met behulp van het toetsenbord. Bevestig met OK. 2 Selecteer RINGING TIME met de toets of en bevestig met OK. 3 Voer de gewenste tijd in in seconden (15 tot 60) met het numerieke toetsenbord. 4 Bevestig met OK. 5 Druk op om dit menu af te sluiten. 892 - OVERZ TELLERS / DECT / UNREGISTER 1 Druk op , voer 89 in met het toetsenbord. Bevestig met OK. 2 Selecteer UNREGISTER met de toets of en bevestig met OK. Op het lcd-scherm verschijnt de lijst van telefoons die aan de DECT-basis zijn geregistreerd. 3 Selecteer de telefoon waarvan u de registratie ongedaan wilt maken met de toets of en bevestig met OK. 4 Bevestig met OK. 5 Druk op Wijziging van de duur van het knipperen (toets R) Wanneer u uw machine aansluit aan een digitale bedrijfstelefooncentrale of wanneer u het in het buitenland gebruikt, kan het zijn dat u de duur van het knipperen moet wijzigen om uw telefoon op de juiste manier te kunnen gebruiken met betrekking tot de volgende functies: uitgaand 2e telefoongesprek, binnenkomend 2e telefoongesprek, conferentiegesprek. Neem contact op met uw administrator, die u van de juiste termijn zal voorzien, en ga over tot de nieuwe instellingen. 894 - OVERZ TELLERS / DECT / FLASH TIME 1 Druk op , voer 89 in met behulp van het toetsenbord. Bevestig met OK. 2 Selecteer FLASH TIME met de toets of en bevestig met OK. 3 Selecteer de gewenste tijd in milliseconden (80 tot 600) met gebruik van knop of . 4 Bevestig met OK. 5 Druk op om dit menu af te sluiten. - 54 - Dit menu is enkel beschikbaar als de USB-DECT-basis op het apparaat is aangesloten. om dit menu af te sluiten. 11 - Telefonie (optie) LFF6050 PC-Functies Software-installatie In dit gedeelte worden de volgende installatieprocedures beschreven: Inleiding • Met de software Companion Suite Pro kunt u een pc aansluiten aan een compatibel multifunctioneel apparaat. Vanaf de PC kunt u: • het multifunctionele apparaat beheren en zo instellen volgens uw behoeften, • uw documenten vanuit uw gebruikelijke toepassingen afdrukken op het multifunctionele apparaat, • documenten in kleur in grijs of in zwart-wit scannen en ze bijwerken op uw pc of ze omzetten in tekst met behulp van tekenherkenningssoftware (OCR). • volledige installatie van de software Companion Suite Pro, enkel installatie van de stuurprogramma’s. Installatie van het volledige softwarepakket Schakel uw pc in. Open een sessie met beheerderrechten. Configuratievereisten Uw pc moet minstens de volgende configuratievereisten hebben: Ondersteunde besturingssystemen: • Windows 2000 met ten minste Service Pack 4, • Windows XP x86 (Home en Pro) met ten minste Service Pack 1, • Windows 2003-server, enkel voor de afdrukbesturing, • Windows Vista. 1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatieCD-ROM erin en sluit het station. 2 De installatie wordt automatisch opgestart. Als dat niet gebeurt, klik dan tweemaal op setup.exe in de hoofdmap van de CD-ROM. 3 Een titelscherm COMPANION SUITE PRO LL2 verschijnt. Via dit scherm kunt u software installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang tot de gebruikershandleidingen van de producten en u kunt door de inhoud van de CD-ROM bladeren. 4 Plaats uw cursor op PRODUCTEN INSTALLEREN en bevestig met behulp van de linkermuisknop. Processor: • 800 MHz voor Windows 2000, • 1 GHz voor Windows XP x86 (Home en Pro), • 1 GHz voor Windows Vista. Een CD-ROM-station Een vrije USB-poort 600 Mb vrije ruimte op de harde schijf voor de installatie. RAM-geheugen: • minimum 128 MB voor Windows 2000, • minimum 192 MB voor Windows XP x86 (Home en Pro). • 1 GB voor Windows Vista. 5 Het scherm Installatie van de Producten verschijnt. Plaats uw cursor op ALLE en bevestig met behulp van de linkermuisknop. Met de volledige installatie wordt alle software nodig voor de goede werking van de kit Companion Suite Pro naar uw harde schijf gekopieerd, dat wil zeggen: Companion Suite Pro (besturingssoftware van uw terminal, printerstuurprogramma’s, scanner,...) Opmerking - Adobe Acrobat Reader, - PaperPort. Het is mogelijk dat u al een versie van de software hebt die op de installatie-CD-ROM staat. Gebruik in dat geval de installatie AANGEPAST, selecteer de software die u wenst te installeren en bevestig uw keuze. - 55 - 12 - PC-Functies LFF6050 9 De eindinstallatie kan nu worden gestart. Klik op INSTALLEREN. 6 Het welkomstscherm verschijnt. Druk op VOLGENDE om de installatie van Companion Suite Pro op uw pc te starten. Het volgende scherm verschijnt om de vooruitgang van de installatie weer te geven. 10 Klik op OK om de installatie te voltooien. 7 Voor u verder gaat met de installatie, moet u de licentievoorwaarden lezen en aanvaarden. Companion Suite Pro is met succes geïnstalleerd op uw pc. Nu kunt u uw multifunctioneel apparaat aansluiten, zie paragraaf Aansluitingen, pagina 59. 8 Klik op VOLGENDE. U kunt de beheersoftware van het multifunctionele apparaat opstarten vanuit het menu START > ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR of door op het pictogram COMPANION DIRECTOR op uw desktop te klikken. - 56 - 12 - PC-Functies LFF6050 Enkel de stuurprogramma’s installeren 6 Plaats uw cursor op COMPANION SUITE PRO en bevestig met behulp van de linkermuisknop. In dit gedeelte worden de volgende installatieprocedures beschreven: • • Installatie van de stuurprogramma’s van de software Companion Suite Pro, handmatige installatie van de stuurprogramma’s. Installatie van de stuurprogramma’s van de software Companion Suite Pro Schakel uw pc in. Open een sessie met beheerderrechten. 7 Het welkomstscherm verschijnt. Druk op VOLGENDE om de installatie van Companion Suite Pro LL2 op uw pc te starten. 1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatieCD-ROM erin en sluit het station. 2 De installatie wordt automatisch opgestart. Als dat niet gebeurt, klik dan tweemaal op setup.exe in de hoofdmap van de CD-ROM. 3 Een titelscherm COMPANION SUITE PRO LL2 verschijnt. Via dit scherm kunt u software installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang tot de gebruikershandleidingen van de producten en u kunt door de inhoud van de CD-ROM bladeren. 4 Plaats uw cursor op PRODUCTEN INSTALLEREN en bevestig met behulp van de linkermuisknop. 8 Voor u verder gaat met de installatie, moet u de licentievoorwaarden lezen en aanvaarden. 5 Het scherm Installatie van de Producten verschijnt. Plaats uw cursor op AANGEPAST en bevestig met behulp van de linkermuisknop. 9 Klik op VOLGENDE. 10 Selecteer DRIVERS uit de lijst en klik op de knop VOLGENDE. - 57 - 12 - PC-Functies LFF6050 De stuurprogramma’s handmatig installeren 11 Selecteer de bestemmingsmap voor de installatie en klik op de knop VOLGENDE. U kunt de printer- en de scannerstuurprogramma’s handmatig installeren, zonder software te draaien om ze in te stellen. Deze installatiemodus is enkel Opmerking mogelijk op Windows 2000, XP en Vista. 1 Zoek de connectoren van uw USB-kabel en sluit ze aan zoals hieronder afgebeeld. 12 De eindinstallatie kan nu worden gestart. Klik op INSTALLEREN. 13 Een scherm toont de vooruitgang van de installatie. 2 Schakel het multifunctionele apparaat in. De pc detecteert het apparaat. 3 Klik op STUURPROGRAMMA’S ZOEKEN EN INSTALLEER (AANBEVOLEN) . Het welkomstscherm verschijnt. 14 Klik op OK om de installatie te voltooien. Companion Suite Pro is nu geïnstalleerd op uw pc. Nu kunt u uw multifunctioneel apparaat aansluiten, zie paragraaf Aansluitingen, pagina 59. 4 Open het CD-ROM-station, plaats de installatieCD-ROM erin en sluit het station. De stuurprogramma’s worden automatisch gedetecteerd. - 58 - 12 - PC-Functies LFF6050 2 Schakel het multifunctionele apparaat in. De pc detecteert het apparaat en de stuurprogramma’s worden automatisch geïnstalleerd. 3 Wanneer de installatie voltooid is, verschijnt een bericht dat de stuurprogramma’s correct zijn geïnstalleerd. 5 Selecteer LASER PRO LL2 in de lijst en klik op VOLGENDE. 6 Een scherm geeft aan dat de stuurprogramma’s geïnstalleerd zijn. Klik op de knop SLUITEN. U kunt nu het multifunctionele apparaat gebruiken om af te drukken of om documenten te scannen. U kunt nu het multifunctionele apparaat gebruiken om af te drukken of om documenten te scannen. Supervisie van de multifunctionele terminal Aansluitingen Zorg ervoor dat de terminal niet onder stroom staat. De aansluiting tussen de pc en het apparaat moet gebeuren door een beschermde 2.0 USB-kabel met een maximale lengte van 3 meter. De software die u pas hebt geïnstalleerd, bevat twee beheertoepassingen van de multifunctionele terminal: COMPANION DIRECTOR and COMPANION MONITOR, die u toelaten om: Het is aanbevolen om eerst de Companion Suite Pro-software te installeren op uw pc en daarna de USB-kabel aan te sluiten op uw terminal (zie paragraaf Installatie van het volledige softwarepakket, pagina 55). Belangrijk • • • • Als u de USB-kabel aansluit vóór de installatie van de Companion Suite Pro-software, dan zal de herkenningssoftware (plug and play) automatisch de nieuwe hardware herkennen. Om de installatie van de stuurprogramma’s te starten, zie paragraaf De stuurprogramma’s handmatig installeren, pagina 58 en volgt u de stappen die op het scherm verschijnen. Wanneer u deze procedure gebruikt, worden enkel de afdruk- en scanfuncties geactiveerd. na te gaan of de multifunctionele terminal goed is aangesloten op uw PC, de activiteiten van de multifunctionele terminal op te volgen, het verbruik van de verbruiksartikelen van de multifunctionele terminal vanaf de pc te volgen, snel toegang te verkrijgen tot de toepassingen van de grafische bewerker. Om de multifunctionele terminal te beheren, start u de toepassing Companion Director door op het pictogram op uw bureaublad te klikken of vanaf het menu STARTEN >ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR. 1 Zoek de connectoren van uw USB-kabel en sluit ze aan zoals hieronder afgebeeld. - 59 - 12 - PC-Functies LFF6050 Nakijken van de verbinding tussen de pc en de multifunctionele terminal Companion Monitor Om de goede verbinding te kunnen nakijken tussen de apparaten, start u de software COMPANION MONITOR vanaf het pictogram op uw bureaublad en controleert u of die dezelfde informatie aangeeft als op het scherm van uw multifunctionele terminal. Grafische presentatie Start de toepassing door op het pictogram the COMPANION MONITOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu STARTEN >ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 >COMPANION MONITOR. Companion Director Met deze grafische Interface kunt u de hulpprogramma’s en de software te starten om uw multifunctionele terminal te kunnen beheren. Grafische presentatie Start de toepassing door op het pictogram COMPANION DIRECTOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu STARTEN >ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR. Vanaf dit scherm kan u de informatie volgen of de multifunctionele terminal configureren met de tabbladen: • • • SELECTIE VAN HET APPARAAT: Hier ziet u de lijst met apparaten die door de pc worden beheerd. COMPANION: Hier ziet u het scherm van het multifunctionele apparaat (enkel USB-verbinding). CONSOMMABLES: Hier verschijnt de status van de verbruiksartikelen. Apparaatbeheer Hulpprogramma’s en toepassingen activeren Op dit tabblad ziet u de lijst met apparaten die door de pc worden beheerd. Met de grafische interface Companion Suite Pro kunt u de volgende hulpprogramma’s en software starten: Het huidige apparaat selecteren • • Er kan slechts één apparaat tegelijkertijd op de pc aangesloten zijn. Het huidige apparaat kan worden geselecteerd door op het keuzerondje te klikken dat overeenkomt met het apparaat. HULP vragen vanaf de aangegeven informatie, de PAPERPORT-software (Doc Manager) starten. Om hulpprogramma’s of software te starten in de kit Companion Suite Pro plaatst u de grafische cursor er bovenop en klikt u op de linkermuisknop. - 60 - 12 - PC-Functies LFF6050 Status van de verbinding 3 Selecteer de gewenste scan RESOLUTIE in het vervolgkeuzemenu. De status van de verbinding tussen het huidige apparaat en de pc wordt met een kleur aangeduid. In de volgende tabel vindt u de statusmogelijkheden van de verbinding. Kleur Status Geel Bezig met verbinden. Groen Verbinding gemaakt. Rood De pc kan zich niet verbinden met het apparaat. Controleer de USB-verbinding. 4 Klik op OK om de nieuwe parameters te bevestigen. Apparaatparameters 1 Selecteer een apparaat door op de regel ervan in de lijst te klikken en klik op EIGENSCHAPPEN om de scanparameters te configureren die op dat apparaat moeten worden toegepast wanneer u de functie SCANNEN NAAR gebruikt. Een apparaat verwijderen 1 Selecteer het apparaat uit de lijst en klik op het minteken of op de knop VERWIJDEREN. 2 Om te bevestigen dat u het apparaat wilt verwijderen, klikt u op JA. Om het verwijderen te annuleren, klikt u op click NEE. Het apparaat wordt niet langer in de lijst weergegeven. Afbeelden stand verbruiksartikelen Op het tabblad CONSOMMABLES zijn de volgende gegevens beschikbaar: 2 Selecteer de gewenste scan MODE in het vervolgkeuzemenu. • • • • - 61 - Huidige stand van het verbruik van het verbruiksartikel, aantal afgedrukte pagina’s, aantal ingescande pagina’s, aantal verzonden en ontvangen pagina's. 12 - PC-Functies LFF6050 Functies van de Companion Suite Pro Als de PaperPort-software niet op uw pc is geïnstalleerd, verschijnt het Opmerking gedigitaliseerde beeld op uw bureaublad in het TIFF-formaat. Document scannen Het scannen van een document kan op 2 manieren: • • Om een document vanuit PaperPort te scannen: met de functie SCANNEN NAAR (toegankelijk via het venster Companion Director of met de knop SCAN van de terminal), of rechtstreeks vanaf een standaardtoepassing die compatibel is. 1 Klik op FILE > SCAN 2 Selecteer de gewenste scanner, documentlader of flatbed. Scannen met Scannen naar Start de toepassing door op het pictogram COMPANION DIRECTOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu STARTEN >ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR. 3 Pas de geavanceerde eigenschappen van de digitalisering aan door te klikken op DE KWALITEIT VAN DE GESCANDE FOTO AANPASSEN. 4 Pas de gewenste parameters aan en klik op de knop OK. 1 Klik op de grafische afbeelding SCAN TO of druk op de knop SCAN op uw apparaat en selecteer SCAN-NAAR-PC. 2 Een scherm geeft u de mogelijkheid om de digitalisering te volgen. 5 Klik op de knop SCANNEN button en u kunt de voortgang van de digitalisering op een scherm volgen. Software voor tekenherkenning (OCR) 3 Na de digitalisering zal het gescande beeld in het PaperPort-venster verschijnen. Met de functie van de tekenherkenning kunt u vanaf een papieren document of een beeldbestand een nieuw bruikbaar gegevensbestand aanmaken voor pctoepassingen. De tekenherkenning kan enkel uitgevoerd worden op afgedrukte karakters, zoals afdrukken of getypte teksten. U kunt wel vragen om een handgeschreven tekstblok intact te houden (bijvoorbeeld een handtekening) door die te omcirkelen. Met de omgeving van uw terminal en de tekenherkenning vanaf uw terminal, wordt het OCR gemaakt door een Drag'N'Drop uit te voeren van een PaperPort-document naar het pictogram Notepad . Voor meer informatie omtrent het Opmerking gebruik van de software kunt u online hulp krijgen. - 62 - 12 - PC-Functies LFF6050 Afdrukken 3 Kruis het vakje Dubbelzijdig aan en kies een van de twee inbindmethodes: U hebt de mogelijkheid om documenten af te drukken via de USB-verbinding of via de WLAN-verbinding. Inbindmethode Het printerstuurprogramma LASER PRO LL2 werd bij de installatie van de Companion Suite Pro -software standaard geïnstalleerd op uw pc. Afdrukken Lange zijden Op het multifunctionele apparaat afdrukken Een document afdrukken vanaf uw pc op het multifunctionele apparaat is net als een document afdrukken in Windows. Korte zijden 1 Gebruik het commando AFDRUKKEN vanuit het menu BESTAND van de toepassing die momenteel open staat op uw scherm. 2 Selecteer de printer LASER PRO LL2. 4 Klik op de knop OK om te beginnen met afdrukken. 5 Het apparaat drukt de oneven pagina’s af (van de hoogste oneven pagina naar pagina 1) en op het lcd-scherm verschijnt: Dubbelzijdig afdrukken met het multifunctionele apparaat ** PRINTING ** ** PC ** Met dit apparaat kunt u een document handmatig dubbelzijdig afdrukken vanaf uw pc. 6 Wanneer de oneven pagina’s afgedrukt zijn, verschijnt op het lcd-scherm het bericht **PLAATS Bij handmatig dubbelzijdig afdrukken worden de afdrukkwaliteit en het papiertransport niet gegarandeerd. OPGELET DE AFGEDRUKTE VELLEN IN DE PAPIERLADE MET DE AFGEDRUKTE ZIJDE ZICHTBAAR…: ** PLAATS DE A ... EN DRUK OP <OK> - Indien er zich een probleem voordeed bij het afdrukken van de eerste zijde, zoals een kreuk, een ezelsoor of een nietje, gebruik dan het papier niet voor handmatig dubbelzijdig afdrukken. - Wanneer u papier laadt, strijk dan het papier glad op een vlakke ondergrond. Belangrijk Voor de beste resultaten raden wij u aan om A4-papier van 80 g/ m² of Letter-papier van 20 lbs/m² te gebruiken. Om een document handmatig dubbelzijdig af te drukken: Belangrijk Dubbelzijdig afdrukken is enkel mogelijk op een papierformaat dat door de papierlade wordt ondersteund. De manuele lade kan niet worden gebruikt om dubbelzijdig af te drukken. 1 Gebruik het commando AFDRUKKEN vanuit het menu BESTAND van de toepassing die momenteel open staat op uw scherm. 2 Selecteer de printer LASER PRO LL2. - 63 - De pc genereert en drukt een pagina af waarop uitgelegd staat hoe u de vellen opnieuw laadt om dubbelzijdig af te drukken. Lees die pagina aandachtig en plaats hem terug bij de andere vellen. Het is heel belangrijk dat u het vel met de uitleg terug in de papierlade legt om door te gaan met correct af te drukken. 7 Plaats de vellen in de papierlade zoals aangeduid op de pagina met de uitleg en hieronder. De volgende illustraties beschrijven de vereiste handelingen, afhankelijk van de geselecteerde inbindmethode: 12 - PC-Functies LFF6050 • Lange zijden Adresboek Met het adresboek kunt u de meest gebruikte nummers van uw contactpersonen bijhouden. Daardoor is het gemakkelijker om het nummer van uw contactpersoon in te voeren op het moment dat u een sms of een fax wilt versturen. Als u dat wilt, kunt u de lijst met nummers afdrukken die in het adresboek zijn opgeslagen. U kunt ook groepen contactpersonen aanmaken vanuit het adresboek. Op die manier kunt u alle contactpersonen groeperen van bijvoorbeeld een bepaald bedrijf of dezelfde dienst enz. naar wie u regelmatig gewone documenten verstuurt. Een contactpersoon toevoegen aan het adresboek van een terminal 1 Klik op de koppeling ADRESBOEK van het venster MF DIRECTOR. Het adresboek wordt op het scherm weergegeven. • Korte zijden 2 Kies het adresboek van de terminal. 3 Klik op NIEUW en kies CONTACT in het weergegeven menu. Het invoervenster voor de contactgegevens verschijnt. 8 Druk op OK op het commandopaneel om door te gaan met af te drukken. 9 De even pagina’s worden op de andere zijde van de vellen afgedrukt. Wanneer alle pagina’s afgedrukt zijn, verwijdert u het vel met de uitleg. Belangrijk In geval van een papierstoring of een fout met het papierformaat wordt de opdracht geannuleerd. U moet de afdruktaak dan opnieuw ingeven. 4 Voer de naam in van de contactpersoon, het faxnummer of het telefoonnummer van zijn gsm, de transmissiesnelheid van zijn fax en de bijbehorende sneltoets. Klik op OK. De nieuwe contactpersoon wordt aan de lijst toegevoegd. - 64 - 12 - PC-Functies LFF6050 Een groep toevoegen aan het adresboek van een terminal 5 Als de groep klaar is, drukt u op OK. De nieuwe groep wordt aan de lijst toegevoegd. 1 Klik op de koppeling ADRESBOEK in het venster MF DIRECTOR. Beheer van het adresboek In het adresboek kunt u verschillende bewerkingen uitvoeren: • • • • 2 Kies het adresboek van de terminal. 3 Klik op NIEUW en kies GROEP in het weergegeven menu. een lijst van contactpersonen in uw adresboek afdrukken, een contactpersoon of groep in uw adresboek wissen, een contactpersoon of een groep in uw adresboek zoeken door de eerste letters van de naam in te voeren, het gegevensblad van een contactpersoon of groep controleren om het aan te passen. De informatie van een contactpersoon wijzigen 1 Kies met de muis de contactpersoon wiens gegevens u wilt wijzigen. 2 Klik op EIGENSCHAPPEN. 3 Voer de gewenste wijzigingen uit in het venster ADRESBOEK. 4 Klik op de knop OK. Een groep wijzigen 4 Voer de naam van de groep in. De groep kan bestaan uit contactpersonen in het adresboek of uit nieuwe contactpersonen. 1 2 3 4 Kies de groep in de adresboeklijst. Klik op EIGENSCHAPPEN. Voer de gewenste wijzigingen uit. Klik op de knop OK. Een contactpersoon of groep uit het adresboek wissen 1ste geval: de leden staan in het adresboek. Klik op de knop LEDEN SELECTEREN. 1 Selecteer met de muis de naam van de contactpersoon of de groep die uw wilt wissen. 2 Klik op de knop VERWIJDEREN. Het keuzevenster verschijnt. Belangrijk Als een contactpersoon uit het adresboek wordt verwijderd, wordt hij automatisch verwijderd uit alle groepen waarvan hij lid was. Het adresboek afdrukken 1 Klik op de knop AFDRUKKEN. De lijst van het adresboek wordt afgedrukt op de terminal (als geen enkele contactpersoon werd gekozen). Een adresboek importeren of exporteren Kies een contactpersoon of een groep in de zone ADRESBOEK, druk op de knop (u kunt ook dubbelklikken op een contactpersoon om hem aan de groep toe te voegen). Klik op OK. Uw adresboek opslaan / exporteren U kunt uw adresboek opslaan in een bestand in EABformaat. 1 Kies EXPORTEREN in het menu BESTAND van het venster ADRESBOEK. 2 Voer de bestandsnaam in en kies een doelmap. Druk daarna op OPSLAAN. .2de geval : nieuwe contactpersonen toevoegen. Druk op de knop NIEUW, en voer daarna de gegevens voor de nieuwe contactpersoon in, net zoals in de procedure om een nieuwe contactpersoon toe te voegen. - 65 - 12 - PC-Functies LFF6050 Faxcommunicatie Een adresboek importeren Door een adresboek te importeren kunnen automatisch gegevens van het adresboek van een apparaat naar een ander apparaat worden overgebracht, zonder dat alle contactpersonen een voor een moeten worden ingevoerd. Adresboeken kunnen worden geïmporteerd door een bestand in EAB-formaat. EAB-bestanden worden automatisch aangemaakt tijdens het exporteren. Belangrijk Het volledige adresboek zal worden vervangen door het geïmporteerde adresboek. 1 Kies IMPORTEREN in het menu BESTAND van het venster ADRESBOEK. 2 Kies het te importeren bestand en druk daarna op OPENEN. Met de fax kunt u: • documenten faxen die werden ingescand met uw terminal of die op uw harde schijf op uw pc of op het scherm van uw pc staan, • faxdocumenten ontvangen, • dankzij diverse diensten faxberichten opvolgen: Postvak UIT, Postvak IN, verzonden documenten, logboek verzendingen en logboek ontvangst. Met de instellingen kunt u het gedrag van uw terminal voor het faxen wijzigen. U kunt die instellingen wijzigen om het faxen aan uw behoeften aan te passen. Voor deze procedure, zie paragraaf Faxinstellingen, pagina 68. Weergave van het venster Fax Nummer - 66 - Wat te doen 1 Een nieuwe fax aanmaken om te verzenden. 2 Een fax wissen in een van de beheermappen van de fax. Behalve voor de mappen LOGBOEK VERZENDINGEN en LOGBOEK ONTVANGSTEN: die opdracht wist het logboek volledig 3 Een fax afdrukken vanuit een van de beheermappen van de Fax. 4 Een fax weergeven in het venster Voorbeeldweergave. 5 Toegang tot het adresboek 6 De verzending van een fax onderbreken (alleen actief voor het Postvak UIT). 7 Alle faxen aanwezig in de gekozen map in het beheer van de Fax weergeven. 8 Voorbeeldweergave van de faxen. 9 Beheermappen van Fax. 12 - PC-Functies LFF6050 Zenden van een fax Een fax verzenden vanuit een toepassing Een fax zenden vanaf de harde schijf of van een terminal Met deze methode kunt u een document dat u hebt gemaakt met pc-software direct verzenden zonder het eerst af te drukken. 1 Klik op het pictogram van het venster MF DIRECTOR. 2 Klik op NIEUW en daarna op FAX. 1 Kies in uw softwareprogramma BESTAND > AFDRUKKEN. 2 Kies de printer COMPANION SUITE PRO LL FAX en druk daarna op OK. Het faxvenster verschijnt. 3 Kies in de zone BRONNEN SCANNER als u een papieren document hebt of GEHEUGEN als u een bestand op uw harde schijf hebt (dat bestand moet in het formaat TIFF of FAX zijn). 4 Om uw fax naar een contactpersoon te verzenden, voert u zijn/haar nummer in in het veld GEADRESSEERDEN en klikt u op of kiest u een contactpersoon (of groep) uit een van de adresboeken in het veld ADRESBOEK en klikt u op de knop . Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik de knop om een contactpersoon uit de lijst met contactpersonen te wissen). 5 Stel eventueel de geavanceerde opties bij (uitgestelde verzending en resolutie) in de tab GEAVANCEERDE OPTIES. 6 Om een schutblad toe te voegen, kiest u het tabblad SCHUTBLAD en daarna klikt u op het vakje MET SCHUTBLAD. Kies het schutblad dat u wenst toe te voegen in het vervolgkeuzemenu of maak een nieuw schutblad. Voor meer informatie, zie paragraaf Schutblad, pagina 70. 7 Klik op OK om uw fax te verzenden naar alle contactpersonen in uw lijst met contactpersonen. 3 Om uw fax naar een contactpersoon te verzenden, voert u zijn/haar nummer in in het veld GEADRESSEERDEN en klikt u op of kiest u een contactpersoon (of groep) uit een van de adresboeken in het veld ADRESBOEK en klikt u op de knop . Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik de knop om een contactpersoon uit de lijst met contactpersonen te wissen). 4 Stel eventueel de geavanceerde opties bij (uitgestelde verzending en resolutie) in de tab GEAVANCEERDE OPTIES. 5 Om een schutblad toe te voegen, kiest u het tabblad SCHUTBLAD en daarna klikt u op het vakje MET SCHUTBLAD. Kies het schutblad dat u wenst toe te voegen in het vervolgkeuzemenu of maak een nieuw schutblad. Voor meer informatie, zie paragraaf Schutblad, pagina 70. 6 Klik op OK om uw fax te verzenden naar alle contactpersonen in uw lijst met contactpersonen. Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot verzenden controleren. Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot verzenden controleren. - 67 - 12 - PC-Functies LFF6050 Een fax ontvangen Het verzendingengeheugen (verzonden documenten) De vensters MF Manager en MF Director melden door verschillende berichten dat een fax werd ontvangen. Het pictogram Met het verzendingengeheugen kunt u alle faxen bijhouden die u hebt verzonden. verschijnt onderaan in het venster MF Manager en het pictogram verschijnt op de taakbalk. U kunt bij elke ontvangst de faxen automatisch laten afdrukken. Dat moet u instellen, zie paragraaf Faxinstellingen, pagina 68. Faxen opvolgen De gegevens in het verzendingengeheugen zijn: • de geadresseerde van de fax, • de datum waarop de fax werd gemaakt; • de datum waarop de fax werd verzonden, • de grootte van de fax. Het Logboek verzendingen Faxen opvolgen gebeurt met behulp van: • een Postvak UIT, • een Postvak IN, • een verzendingengeheugen (verzonden documenten), • een Logboek verzendingen, • een Logboek ontvangst. Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis van de geslaagde en verworpen faxen bijhouden die uw terminal heeft behandeld. Het logboek wordt automatisch afgedrukt als er een pagina vol is. Belangrijk Met die diensten kunt u de communicatieactiviteiten van de terminal nauwkeurig opvolgen, zowel wat het zenden als het ontvangen betreft. Met de knop WISSEN wordt het volledige logboek verwijderd en niet alleen de geselecteerde berichten. De gegevens in het Logboek verzendingen zijn: • de geadresseerde van de fax, • de datum waarop de fax werd verzonden, • de status van de fax (verzonden, verworpen,...). De logboeken verzendingen en ontvangst worden automatisch afgedrukt als de inhoud ervan een pagina vult. Na die automatische afdruk begint de terminal aan een nieuw logboek. Het Logboek ontvangst Met het Logboek ontvangst kunt u de geschiedenis bijhouden van de faxen die uw terminal heeft ontvangen. Het logboek wordt automatisch afgedrukt als er een pagina vol is. Het Postvak UIT In het Postvak UIT voor faxen staat het volgende: • de aanvragen die worden verzonden, • de aanvragen voor uitgestelde verzendingen, • de aanvragen die een of meerdere keren werden geprobeerd, en die weldra weer zullen worden geprobeerd, • de aanvragen die werden verworpen (mislukte oproepen). Belangrijk Met de knop WISSEN wordt het volledige logboek verwijderd en niet alleen de geselecteerde berichten. De gegevens in het Logboek ontvangst zijn: • de zender van de fax, • de datum waarop de fax werd ontvangen, • de status. Faxinstellingen Toegang tot faxinstellingen 1 Klik op het pictogram De aanvragen worden geklasseerd in de volgorde waarin ze werden uitgevoerd. De verworpen aanvragen worden achteraan in de lijst geklasseerd, zodat u ze gemakkelijker vindt als u ze weer wilt behandelen (een nieuwe verzending wilt aanvragen) of ze wilt wissen. - 68 - van het venster MF DIRECTOR. 2 Kies EXTRA > OPTIE > FAX. 3 Voer de nodige instellingen in met behulp van de beschrijvingen ervan hierna en bevestig met OK. 12 - PC-Functies LFF6050 Beschrijving van het tabblad LOGBOEK EN Beschrijving van het tabblad FAXINSTELLINGEN BEVESTIGINGEN Optie Optie Beschrijving Automatisch afdrukken van een ontvangen document De fax wordt automatisch afgedrukt als hij wordt ontvangen. Afdruk van een verslag van de ontvangst Er wordt een ontvangstverslag afgedrukt voor elke ontvangen fax. Afdrukken van het Logboek ontvangst Het Logboek wordt automatisch afgedrukt als het een pagina vult. Automatisch afdrukken van een verzonden document De fax wordt automatisch afgedrukt als hij wordt verzonden. Afdruk van een verslag van de verzending Een verzendverslag wordt afgedrukt na de verzending van elke fax. Afdrukken van het Logboek verzendingen Het Logboek wordt automatisch afgedrukt als het een pagina vult. Beschrijving Verzendsnelheid Standaardverzendsnelheid voor faxen. Nummer van de lijn Nummer van de lijn waaraan uw terminal is verbonden. Prefix van het nummer Het prefix van het nummer wordt automatisch voor het nummer ingevoerd voor er op die lijn wordt verzonden. Type nummervorming Moet worden ingesteld volgens het type telefooncentrale waaraan uw terminal is verbonden. Kopregel Plaatst een communicatieidentificatieregel (CIR) op de documenten die u verzendt of op de documenten die u ontvangt. ECM Corrigeert communicatiefouten die ontstaan zijn door een gestoorde lijn. Met die optie wordt de integriteit van de ontvangen documenten gegarandeerd. De communicatieduur kan echter langer zijn als de lijn gestoord is. Aantal pogingen Aantal pogingen die de terminal moet uitvoeren als het verzenden mislukt. Interval tussen pogingen Duur tussen twee verzendingspogingen. - 69 - 12 - PC-Functies LFF6050 Schutblad Details over de Opties A en B: Het schutblad is een deel van het faxdocument dat automatisch wordt aangemaakt door uw terminal en waarop gegevens worden vermeld over de zender, geadresseerde, datum en tijd van het opslaan voor verzenden, commentaar, enz. • Optie (A) : Open de gewenste toepassing om de achtergrond te bewerken (Word, Wordpad...). Teken de achtergrondafbeelding en druk het document af met de printer “Companion Suite Fax”. Op dat moment verschijnt het dialoogvenster MFSendFax: Die pagina kan zowel alleen worden verzonden, als voorafgaand aan een faxdocument, maar altijd tijdens dezelfde communicatieactiviteit als dat faxdocument. Een document met een schutblad kan worden verzonden vanaf de multifunctionele terminal of vanaf de centrale verwerkingseenheid. In het laatste geval kunt u zelf een deel van de gegevens vermeld op het schutblad toevoegen tijdens de aanvraag van de verzending. Als u een schutblad bij een verzending wilt gebruiken, moet u eerst een model voor het schutblad maken. Eenmaal het model is gemaakt, kunt u het echter gebruiken voor alle verzonden documenten. Met uw terminal kunt u meerdere modellen van schutbladen maken en personaliseren, waaruit u daarna voor een verzending kunt kiezen. Een model van een schutblad maken Als u een schutblad aanmaakt, maakt u een sjabloon aan waarvan de velden (faxnummer, commentaar, onderwerp enz.) automatisch door de Faxtoepassing zullen worden ingevuld, afhankelijk van de informatie die voor elke ontvanger van een bericht ter beschikking wordt gesteld. Om geadresseerden toe te voegen aan de lijst geadresseerden, klikt u op het tabblad GEAVANCEERDE OPTIES en kiest u FIJNE RESOLUTIE zoals hieronder afgebeeld: Een model van een schutblad maken, gebeurt in twee stappen: • • Eerste stap: Maak een sjabloon met de logo's en de gewenste lay-out. Tweede stap: Voeg het veld toe dat u op het schutblad wilt: faxnummer, commentaar, onderwerp, enz. Zoals eerder vermeld worden die velden ingevuld door de Faxtoepassing Fax het moment van de verzending. Voor de eerste stap zijn er twee methoden om de achtergrondafbeelding te maken. U kunt kiezen tussen • Klik ten slotte op de knop EEN PROJECT OPSLAAN in de rechterbenedenhoek (pictogram van een floppy disk). De achtergrondafbeelding wordt gemaakt in de map C:\Program Files\Companion Suite Pro LL \Documents\FAX\Temporary en heeft als bestandsextensie FAX. Optie (A) : Ontwerp het sjabloon in een andere toepassing (zoals Word, Excel,...), OF • Optie (B) : Scan een document in met de lay-out van het schutblad. - 70 - 12 - PC-Functies LFF6050 • Optie (B) : Start MFMANAGER, kies NIEUWE FAX en kies als bron de scanner. Voor de tweede stap: Aan de achtergrondafbeelding die nu in de map C:\Program Files\Companion Suite Pro LL \Documents\FAX\Temporary zit, kunt u de gewenste velden bovenop de achtergrondafbeelding toevoegen. Volg de volgende procedure: (a) Start MFManager, kies Nieuwe fax, klik op het tabblad Schutblad en klik op het vakje Met schutblad. (b) Klik op de knop Nieuw. Het venster Schutblad maken verschijnt. (c) Klik op de knop Openen in de werkbalk, verander de bestandsfilter in *.fax, en zoek tot u de map C:\Program Files\Companion Suite Pro LL \Documents\FAX\Temporary hebt gevonden, die de achtergrondafbeelding bevat die u in de eerste stap hebt gemaakt. Om geadresseerden toe te voegen aan de lijst geadresseerden, klikt u op het tabblad GEAVANCEERDE OPTIES en kiest u FIJNE RESOLUTIE zoals hieronder afgebeeld: (d) Klik op de knop Velden in de werkbalk. Er verschijnt een venster waarmee u velden aan het sjabloon kunt toevoegen. (e) Klik op de knop Opslaan om het model voor het schutblad op te slaan en sluit het venster. (f) Het venster Nieuwe faxverschijnt. U kunt nu het gewenste model voor het schutblad kiezen. Door te dubbelklikken op de weergave in de rechterbenedenhoek opent zich een ander venster. Dat toont een voorbeeldweergave van het schutblad waarin de velden zijn ingevuld met de gegevens van de geadresseerde. Een schutblad maken Belangrijk Als u een schutblad bij een faxverzending wilt gebruiken, moet u eerst een model voor het schutblad maken. 1 Kies het tabblad SCHUTBLAD en druk daarna op de knop NIEUW. 2 Kies het modelschutblad dat u hebt gemaakt in het menu BESTAND. Klik ten slotte op de knop EEN PROJECT OPSLAAN in de rechterbenedenhoek (pictogram van een floppy disk). Het sjabloon is gemaakt in de map C:\Program Files\Companion Suite Pro LL 2\Documents\FAX\Temporary en heeft als bestandsextensie FAX. Het venster met het modelschutblad dat u hebt gemaakt, verschijnt. Zowel met optie A als met optie B krijgt u een achtergrondafbeelding met de extensie FAX, opgeslagen in de map C:\Program Files\Companion Suite Pro LL 2\Documents\FAX\Temporary. Î U kunt nu overgaan naar de tweede stap hieronder. - 71 - 12 - PC-Functies LFF6050 3 Klik op het pictogram om de beschikbaree velden te laten verschijnen. Beschrijving van het tabblad SCHUTBLAD Veld U voegt een veld op de volgende manier toe: - Kies het veld dat u wilt toevoegen door het aan te vinken op het keuzerooster met de velden. De cursor van uw muis verandert in een stempel. - Klik op de plaats in het model waar u het veld wilt invoeren. - U kunt het veld naar wens verplaatsen of vergroten. Belangrijk Stel de grootte van uw veld af, zodat u een leesbare tekst krijgt. Beschrijving Naam van het schutblad Ofwel de naam van het standaard gekozen schutblad, ofwel het schutblad dat u hebt geselecteerd. Zender U kunt gegevens invoeren over de zender. Ontvanger U kunt gegevens invoeren over de geadresseerde. Als het woord Auto in een van de velden staat, dan wordt het veld bijgewerkt tijdens de verzending als de geadresseerde in het adresboek, de favorieten, een groep of een verzendlijst staat. Commentaar Het is een bewerkingsvenster met alle basisfuncties van een tekstverwerker, waarmee u een tekst kunt invoeren die op het schutblad wordt weergegeven en dat er samen mee wordt opgestuurd. Voorbeeldweergave van het model Met de voorbeeldweergave kunt u het schutblad zien dat u gaat verzenden. 4 Als de velden zijn ingevoerd, slaat u het schutblad op. Dat schutblad kunt u kiezen op het tabblad SCHUTBLAD van het verzendvenster van een fax. - 72 - 12 - PC-Functies LFF6050 SMS-communicatie Een SMS verzenden Vanaf uw pc kunt u een sms naar één of meerdere ontvangers verzenden met behulp van de verzendgroepen. U kunt de verzendingen opvolgen dankzij het Postvak UIT, het Logboek verzendingen en het verzendingengeheugen (verzonden documenten). Belangrijk 1 Klik op het pictogram SMS van het venster MF DIRECTOR. 2 Klik op NIEUW, en daarna op SMS. De SMS-service is beschikbaar afhankelijk van het land en de provider. Weergave van het venster SMS Nummer 3 Voer uw bericht in in het veld INHOUD VAN HET BERICHT. U kunt de knoppenen de smiley gebruiken links van het invoerveld om uw bericht te personaliseren of om automatisch datum en uur in te voeren. 4 Om uw SMS naar een contactpersoon te verzenden, voert u zijn/haar nummer in in het veld TELEFOONNUMMER en klikt u op of kiest u een contactpersoon (of groep) uit een van de adresboeken in het veld LIJST VAN CONTACTPERSONEN en klikt u op de knop . Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik de knop om een contactpersoon uit de lijst met contactpersonen te wissen). 5 Stel eventueel de geavanceerde instellingen in (voor een directe verzending of om een prioriteitsniveau aan het SMS'je te geven), door op Wat te doen 1 Een sms opstellen. 2 Een SMS wissen in een van de beheermappen van SMS. Behalve voor de map LOGBOEK VERZENDINGEN, waar deze opdracht het logboek volledig wist. 3 Een SMS afdrukken in een van de beheermappen van SMS. 4 Een SMS weergeven in het venster Voorbeeldweergave. 5 Toegang tot het adresboek. 6 De verzending van een SMS onderbreken (alleen mogelijk voor het Postvak UIT). 7 Alle SMS'en aanwezig in de gekozen map in het beheer van Fax weergeven. 8 Voorbeeldweergave van SMS'jes. 9 Beheermappen van SMS. de knop GEAVANCEERDE INSTELLINGEN ( drukken. ) te 6 Klik op OK om uw SMS te verzenden naar alle contactpersonen in uw lijst met contactpersonen. Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot verzenden controleren. - 73 - 12 - PC-Functies LFF6050 Opvolgen van SMS Het verzendingengeheugen (verzonden documenten) SMS'jes opvolgen gebeurt met behulp van: • een Postvak UIT, • een verzendingengeheugen (verzonden documenten), • een Logboek verzendingen. Met het verzendingengeheugen kunt u alle SMS'en bijhouden die u hebt verzonden. Met die diensten kunt u de communicatie-activiteit van de terminal nauwkeurig opvolgen. Het Logboek wordt automatisch afgedrukt als het een pagina vult. Na die automatische afdruk begint de terminal een nieuw logboek. Het Postvak UIT De gegevens in het verzendingengeheugen zijn: • de ontvanger van de SMS, • de aanmaakdatum van de SMS, • de verzenddatum van de SMS, • de grootte van de SMS. Instellingen van SMS'en Toegang tot SMS-instellingen Het Postvak UIT voor SMS'jes houdt het volgende bij: • de aanvragen die worden verzonden, • de aanvragen voor uitgestelde verzendingen, • de aanvragen die een of meerdere keren werden geprobeerd, en die weldra weer zullen worden geprobeerd, • de aanvragen die werden verworpen. 1 Klik op het pictogram SMS van het venster MF DIRECTOR. 2 Kies EXTRA > OPTIE > SMS. 3 Voer de nodige instellingen in met behulp van de beschrijvingen ervan hierna en bevestig met OK. Beschrijving van het tabblad LOGBOEK EN BEVESTIGINGEN Het Logboek verzendingen Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis van de geslaagde en verworpen SMS'jes bijhouden, die uw terminal heeft behandeld. Het logboek wordt automatisch afgedrukt als er een pagina vol is. Belangrijk Met de knop WISSEN wordt het volledige logboek verwijderd en niet alleen de geselecteerde berichten. De gegevens in het Logboek zijn: • de ontvanger van de SMS, • de verzenddatum van de SMS, • de status (verzonden, verworpen,...). Optie Beschrijving Automatisch afdrukken van een verzonden document De SMS wordt automatisch afgedrukt als hij wordt verzonden. Afdruk van een verzendverslag Een verzendverslag wordt afgedrukt na de verzending van elke SMS. Afdrukken van het Logboek verzendingen Het Logboek wordt automatisch afgedrukt als het een pagina vult. - 74 - 12 - PC-Functies LFF6050 Software verwijderen De stuurprogramma’s van uw pc verwijderen In dit gedeelte worden de volgende procedures beschreven: • • Schakel uw pc in. Open een sessie met beheerderrechten. volledige verwijdering van de software Companion Suite Pro, enkel verwijdering van de stuurprogramma’s. De software van uw pc verwijderen Schakel uw pc in. Open een sessie met beheerderrechten. Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu STARTEN >ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE >COMPANION SUITE PRO LL2 > VERWIJDEREN. 1 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op JA om door te gaan met het verwijderen van het programma Companion Suite Pro. Selecteer de vereiste verwijdermethode, afhankelijk van de gebruikte installatiemodus: • Als u de stuurprogramma’s hebt geïnstalleerd met de Companion Suite Pro, raadpleeg dan paragraaf De stuurprogramma’s verwijderen met de software Companion Suite Pro. • Als u de stuurprogramma’s handmatig hebt geïnstalleerd, raadpleeg dan paragraaf De stuurprogramma’s handmatig verwijderen. De stuurprogramma’s verwijderen met de software Companion Suite Pro Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu STARTEN >ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE >COMPANION SUITE PRO LL2 > VERWIJDEREN. U kunt ook de stuurprogramma’s van COMPANION SUITE PRO LL2 verwijderen met behulp van de Opmerking Windows-functie PROGRAMMA’S TOEVOEGEN/VERWIJDEREN in het configuratiescherm. 2 Het verwijderprogramma wordt gestart. U kunt de verwijdering annuleren door op ANNULEREN te drukken. 1 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op JA om door te gaan met het verwijderen van de stuurprogramma’s the COMPANION SUITE PRO LL2. 3 Klik op de knop OK 2 Het verwijderprogramma wordt gestart. U kunt de verwijdering annuleren door op ANNULEREN te drukken. 4 Aan het einde van de procedure moet u het systeem weer opstarten. Klik op de knop JA De stuurprogramma’s handmatig verwijderen De volgende stuurprogramma’s moeten worden verwijderd: • • • printerstuurprogramma scannerstuurprogramma modemstuurprogramma Om het printerstuurprogramma te verwijderen: 1 Open het venster PRINTERS (STARTEN > CONFIGURATIESCHERM > PRINTERS EN FAXAPPARATEN of STARTEN > CONFIGURATIESCHERM> HARDWARE EN GELUID > PRINTERS, afhankelijk van het besturingssysteem). - 75 - 12 - PC-Functies LFF6050 2 Wis het pictogram LASER PRO LL2. 3 In het venster PRINTERS klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u ALS ADMINISTRATOR UITVOEREN> SERVEREIGENSCHAPPEN. 4 Selecteer het tabblad STUURPROGRAMMA’S. 5 Selecteer het stuurprogramma LASER PRO LL2 en klik op de knop VERWIJDEREN. Om stuurprogramma’s van scanners en modems te verwijderen: 1 Open het venster APPARAATBEHEER (START >CONFIGURATIESCHERM > SYSTEEM > HARDWARE > APPARAATBEHEER of STARTEN > CONFIGURATIESCHERM > HARDWARE EN GELUID > APPARAATBEHEER, afhankelijk van het besturingssysteem). 2 In het submenu OVERIGE APPARATEN selecteert u het onderdeel MF PRINTER LASER PRO LL2 en klikt u met de rechtermuisknop. 3 Selecteer VERWIJDEREN in het menu en klik met de linkermuisknop. 6 Selecteer de optie STUURPROGRAMMA EN STUURPROGRAMMAPAKKET VERWIJDEREN en klik op de knop OK. 7 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op JA om door te gaan. 8 Klik op de knop WISSEN om het wissen te bevestigen. 4 Klik op de knop OK om het wissen te bevestigen. 5 In het submenu BEELDAPPARATEN selecteert u het onderdeel SCANNER PRO LL2 en klikt u met de rechtermuisknop. 6 Selecteer VERWIJDEREN in het menu en klik met de linkermuisknop. 7 Klik op de knop OK om het wissen te bevestigen. - 76 - 12 - PC-Functies LFF6050 Onderhoud Ga als volgt te werk om de tonercartridge te vervangen. 1 Plaats de smartcard die bij met de nieuwe tonercartridge werd geleverd zoals aangegeven op de tekening hieronder. Onderhoud Algemeen Voor uw veiligheid: lees de OPGELET veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk Veiligheid, pagina 1. Om ervoor te zorgen dat uw apparaat lang naar behoren blijft werken, moet u de binnenzijde van het apparaat regelmatig schoonmaken. Tijdens het gebruik van het apparaat dient u zich aan de volgende instructies te houden: - Laat het afsluitdeksel niet onnodig openstaan. - Probeer nooit het apparaat te smeren. - Doe het afsluitdeksel zachtjes dicht en stel het apparaat niet bloot aan hevige trillingen. - Open nooit het afsluitdeksel tijdens het printen. - Probeer nooit het apparaat te demonteren. - Gebruik geen papier dat te lang in de papiercassette is bewaard. De tonercartridge vervangen Uw terminal is uitgerust met een beheersysteem voor de verbruiksartikelen. Datngeeft aan wanneer uw tonercartridge moet worden vervangen. De volgende melding zal verschijnen: TONER VERVANGEN? JA= OK - NEEN= C 2 Druk op OK. De volgende melding zal verschijnen: OPEN VOORKLEP VERVANG TONER 3 Ga voor het apparaat staan. 4 Druk aan de linkerkant en aan de rechterkant van het luikje en trek ze tegelijk naar u toe. 5 Hef de tonercartridge op en haal ze uit de multifunctionele terminal. 6 Pak de nieuwe cartridge uit de verpakking en plaats ze in de behuizing zoals aangegeven op de tekening hierna. De volgende berichten verschijnen op het scherm van uw apparaat wanneer uw tonercartridge de kritieke drempel bereikt (minder dan 10% tonercartridge over) en wanneer hij leeg is: TONER BIJNA OP TONER LEEG VERVANGEN <OK> U kunt de tonercartridge echter altijd vervangen, voor hij het einde van zijn cyclus bereikt. Belangrijk Gebruik altijd de meegeleverde smartcard wanneer u de tonercartridge vervangt. Op de smartcard vindt u de nodige informatie om het tonerniveau opnieuw in te stellen. Als u de tonercartridge vervangt zonder een smartcard te gebruiken, kan dat tot gevolg hebben dat het beheersysteem van de verbruiksartikelen niet langer juist werkt. 7 Sluit de klep. De volgende melding zal verschijnen: HEBT U VERVANGEN DE TONER? <OK> - 77 - 13 - Onderhoud LFF6050 Printer reinigen 8 Druk op OK. Er verschijnt een wachtbericht. Stof, vuil of papiersnippers op het oppervlak en binnen in de printer kunnen nadelig zijn voor een goede werking. Maak het apparaat regelmatig schoon. A.U.B. WACHTEN De smartcard wordt gelezen. Reiniging van de buitenkant van de printer NIEUWE TONER VERWIJDER KAART 9 Verwijder de smartcard uit de lezer en uw apparaat is weer klaar om af te drukken. Problemen met de smartcard Als u een al gebruikte smartcard gebruikt, zal het volgende verschijnen op het apparaat: A.U.B. WACHTEN dan, VERWIJDER KAART AL GEBRUIKT Als u een defecte chipkaart gebruikt, zal het volgende verschijnen op het apparaat: A.U.B. WACHTEN Maak de buitenkant van de printer schoon met een zachte doek die u bevochtigd heeft met een milde huishoudreiniger. Reinigen van de rollen van de papiertoevoer Reinig de roller van de documenttoevoer wanneer: • een of meer verticale lijnen verschijnen op de kopieën van documenten die in de documentlader worden geplaatst (aanwezigheid van restanten, inkt, lijm enz. in het papiertransportmechanisme). • het bericht **YOU SHOULD CLEAN THE ROLLER OF THE SCANNER FEEDER. PLEASE REFER TO USER MANUAL. PRESS <STOP> WHEN THE ROLLER IS CLEANED.** (U moet de roller van de scannertoevoer reinigen. Raadpleeg de gebruikshandleiding. Druk op <stop> wanneer de roller gereinigd is) waarschuwt u dat de documenttoevoer geen papier meer kan transporteren (stof, vuil of restanten blokkeren de rollers). Druk op OK om het bericht van het scherm te verwijderen. Om de roller van de documenttoevoer te reinigen, gaat u als volgt te werk: dan, 1 Druk op de Aan/Uit-schakelaar om het apparaat uit te schakelen (positie 0) en trek het netsnoer uit. 2 Open de klep van de papierlade van de scanner. KAART ONBEKEND VERWIJDER KAART In het geval van een druk op de knop C tijdens het lezen van de chipkaart, zal op de terminal het volgende verschijnen: HANDELING GEANN. VERWIJDER KAART Reiniging Leeseenheid van de scanner reinigen Ga te werk zoals onderstaand beschreven, wanneer op de gemaakte kopieën een of meerdere verticale strepen verschijnen: 1 Open het scannerdeksel door het naar achteren te kantelen totdat het deksel rechtop staat. 2 Reinig het glas met een zachte, niet pluizende doek met zachte alcohol. 3 Sluit het luik van de scanner. 4 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn verdwenen. - 78 - 3 Reinig de rollers van de documentlader en de twee tussenrollers op het mobiele gedeelte van de scanner met een zachte, pluisvrije doek met wat zachte alcohol. Om ze te reinigen, draait u ze in dezelfde richting als tijdens het papiertransport. 13 - Onderhoud LFF6050 4 Wrijf met een zachte, droge, pluisvrije doek over de rollers tot ze droog zijn. 5 Sluit de klep van de papierlade van de scanner. 6 Stop het netsnoer in de wandcontactdoos en druk op de Aan/Uit-knop om het apparaat in te schakelen (positie I). 7 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn verdwenen. Problemen met de printer Foutmeldingen Wanneer één van de onderstaand beschreven fouten bij de printer optreedt, verschijnt hierover een melding op het display van het faxapparaat. Melding CONTROLEER TONER Controleer of er een tonercartridge in het apparaat zit. Kondigt het naderende einde van uw verbruiksartikel aan. VERVANG PAPIER Vul papier bij in de papierlade. OPWARMEN Melding bij het opstarten van de terminal. SLUIT AFDEKKING De voorklep van de printer is open, sluit ze. TONER LEEG VERVANGEN <OK> Vervang de tonercartridge. PAPIER ZIT VAST VERWIJDER TONER Een vel papier zit vast in het apparaat. Verwijder de tonercartridge en verwijder het vastgelopen papier. Haal de papierlade uit de printer en verwijder het vastgelopen papier. Open en sluit dan het luik van de verbruiksproducten. PAPIER ZIT VAST EXTERNE BAK Een vel papier zit vast in het apparaat. Open het luik van het vastgelopen papier. Verwijder het vastgelopen papier. Open en sluit dan het luik van de verbruiksproducten. AFDRUKPAPIER OP Wat te doen INFORMATIE **YOU SHOULD CLEAN THE ROLLER OF THE SCANNER FEEDER. PLEASE REFER TO USER MANUAL. PRESS <STOP> WHEN THE ROLLER IS CLEANED.** (U moet de roller van de scannertoevoer reinigen. Raadpleeg de gebruikshandleiding. Druk op <stop> wanneer de roller gereinigd is) De documentlader kan geen vellen meer transporteren (stof, vuil of restanten blokkeren de rollers). Reinig de roller van de documentlader. Nadat een van de foutberichten verschijnt die hierboven worden genoemd, is het mogelijk dat een actieve afdrukopdracht wordt geannuleerd (zie Problemen met Opmerking afdrukken vanaf de pc, pagina 82). In geval een ontvangen fax werd afgedrukt, wordt de afdrukopdracht altijd opnieuw gestart nadat de fout werd verholpen. Wat te doen TONER BIJNA OP Melding Vul papier bij in de papierlade. - 79 - 13 - Onderhoud LFF6050 Vastgelopen papier Problemen met de scanner Tijdens het afdrukken kan het zijn dat een papier vastloopt in de printer of de papierlade en een blokkering veroorzaakt. Als papier vastloopt, verschijnt het bericht: VERWIJDER DOC STOP VOOR BEVEST Als papier vastloopt in de terminal, zal de volgende melding verschijnen: 1 Open de klep van de documentlader. PAPIER ZIT VAST EXTERNE BAK 1 Open het luik voor vastgelopen papier dat zich aan de achterkant van het apparaat bevindt. 2 Verwijder het vastgelopen papier en sluit het luik. 2 Verwijder het vastgelopen papier zonder het te scheuren. 3 Sluit de klep van de papierlade van de scanner. 4 Druk op . Diverse problemen Bij het opstarten verschijnt er niets op het scherm. Controleer de aansluiting van het netsnoer en stopcontact. 3 Open en sluit dan het voorste luik. De printer zal automatisch terug opstarten. De fuser kan een hoge temperatuur bereiken tijdens de werking. Om verwondingen te vermijden, raakt u OPGELET deze zone best niet aan. Raadpleeg voor details Softwarelicentie, pagina 6. Als het papier vastloopt, zal de volgende melding verschijnen: PAPIER ZIT VAST VERWIJDER TONER 1 Verwijder de tonercartridge, kijk even na of er geen papier vastzit. 2 Verwijder het papier dat de oorzaak is van het vastlopen van het papier. 3 Plaats de tonercartridge terug in de terminal, of haal de papierlade eruit en verwijder het vastgelopen papier. 4 Controleer of de bladen in de papierlade goed recht liggen in een nette stapel. De terminal vindt het document niet dat u in de papierlade van de scanner hebt geplaatst. Het bericht DOCUMENT KLAAR verschijnt niet op het scherm. Bij het begin en tijdens het scannen verschijnt VERWIJDER DOC op het scherm. 1 Verwijder het document of druk op de toets . 2 Controleer of het document niet te dik is (50 vellen papier van 80 g/m2). 3 Schud de bladen desnoods los. 4 Duw de bladen tot tegen de stop. De terminal ontvangt geen faxen. 1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer. 2 Controleer of er een signaal op de telefoonlijn is met de knop . U ontvangt een blanco pagina. 1 Maak een fotokopie van een document. Als hij goed is, werkt uw fax normaal. 2 Bel de oproeper terug en vraag hem / haar om het document opnieuw te zenden. Het was waarschijnlijk achterstevoren ingevoerd. U kunt geen fax verzenden. 1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer. 2 Controleer of er een kiestoon is met de toets . 3 Controleer of het prefix goed is geprogrammeerd en gebruikt. 5 Plaats de papierlade weer in de terminal. - 80 - 13 - Onderhoud LFF6050 Communicatiestoringen Bij communicatiestoringen waarschuwt de terminal u dat hij automatisch weer probeert op een later uur. Voorbeeld van wat wordt getoond: Huidige uur VRIJ 12 DEC 20:13 Uur van de nieuwe poging 0142685014 20:18 Verzenden uit de lader U kunt kiezen tussen: • wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde uur, • de verzending direct herbeginnen door op de toets • te drukken, de verzending annuleren met de toets . Om het document uit te werpen, drukt u weer op de toets . Verzenden uit het geheugen U kunt kiezen tussen: • wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde uur, • de verzending direct herbeginnen via de wachtrij van de verzendingen. Als het document meerdere pagina's telt, herbegint de verzending met de pagina waar de storing optrad (zie Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij, pagina 28), • de verzending annuleren door de overeenkomstige opdracht in de wachtrij van de verzendingen te wissen (zie Een verzending in de wachtrij wissen, pagina 28). De terminal voert maximum 5 nieuwe pogingen automatisch uit. Het niet-verzonden document wordt automatisch uit het geheugen verwijderd en er wordt een verzendrapport afgedrukt met een foutcode en de oorzaak van de onvoltooide communicatie (zie Codes voor communicatiestoringen). Codes voor communicatiestoringen De codes voor communicatiestoringen verschijnen in de logboeken en op de verzendrapporten. Algemene codes Code 01 - Bezet of geen antwoord van fax Die code verschijnt na 6 mislukte pogingen. U moet later opnieuw proberen te verzenden. Code 03 - Gestopt door gebruiker Communicatie gestopt door de gebruiker met de toets . Code 04 – Niet-geprogrammeerd nummer Nummer ingevoerd met één toets (one-touch) of afgekort nummer is ongeldig. Controleer het. (Bijvoorbeeld: een uitgestelde verzending werd geprogrammeerd met één toets (one-touch) en die toets werd gewist). Code 05 - Fout bij scannen Er was een probleem in de scanner, het blad is bijvoorbeeld vastgelopen. Code 06 - Printer niet beschikbaar Er was een probleem in het printergedeelte: geen papier meer, vastgelopen papier, opening van het luik… Bij ontvangen verschijnt die code alleen als de instelling Ontvangst zonder papier is ingesteld op ZONDER PAPIER. Code 07 - Verbinding verbroken De verbinding werd verbroken (slechte verbinding). Controleer het telefoonnummer en probeer het opnieuw. Code 08 - Kwaliteit Het document dat u verzond, werd slecht ontvangen. Neem contact op met uw contactpersoon om te weten of het nodig is om uw document weer te verzenden. Code 0A - Geen document om af te roepen U probeerde een document af te roepen bij een contactpersoon, maar die laatste heeft geen document klaargemaakt (niet opgeslagen) of het ingevoerde wachtwoord is verkeerd. Code 0B - Aantal pagina's verkeerd Er is een verschil tussen het aantal pagina’s dat werd opgegeven tijdens de voorbereiding voor de verzending en het aantal verzonden pagina’s. Controleer het aantal pagina’s in het document. Code 0C - Fout ontvangen document Vraag aan de contactpersoon die u oproept, om de lengte van zijn/haar document te controleren (het is misschien te lang om volledig te worden ontvangen). Code 0D - Document slecht verstuurd Vraag aan de afzender om zijn document weer te verzenden. Code 13 - Geheugen vol Uw terminal kan niets meer ontvangen, want het geheugen is vol. Er zijn te veel niet afgedrukte ontvangen documenten of te veel documenten in de wachtrij voor verzending. Druk de ontvangen documenten af en wis of verzend direct de documenten in de wachtrij voor verzending. Code 14 - Geheugen vol Geheugen voor ontvangen documenten is vol. Druk de ontvangen documenten af. Code 15 - Onbekende mailbox Nr x U wilt een document opslaan in een mailbox van een contactpersoon. Het nummer van de vermelde mailbox bestaat niet. Code 16 - Lijst Nr x niet doorgezonden U hebt een doorzending aangevraagd van een document door een fax op afstand, maar die heeft de lijst met gevraagde geadresseerden niet geprogrammeerd. Code 17 - Onbekende mailbox Nr x U wilt een document opvragen bij een mailbox van een contactpersoon. Het nummer van de vermelde mailbox bestaat niet. Code 18 - Doorzenden onmogelijk U hebt doorzenden van een document aangevraagd via een terminal die de functie doorzenden niet heeft. Code 19 - Geannuleerd door de contactpersoon Communicatie geannuleerd door uw contactpersoon. (Bijvoorbeeld: een fax wil de uwe afroepen, terwijl hij geen documenten heeft opgeslagen). Code 1A - Verbinding verbroken De verzending is niet begonnen. De telefoonlijn is bezet. Code 1B - Document slecht verstuurd Bij verzending: probeer het opnieuw. Bij ontvangst: vraag uw contactpersoon om zijn document weer te verzenden. Code 50 - Fout server Controleer het nummer van de ingestelde SMSberichtencentrale, of er was een communicatiefout terwijl de gegevens werden verstuurd. - 81 - 13 - Onderhoud LFF6050 Problemen met afdrukken vanaf de pc In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het apparaat een afdrukverzoek verwerkt nadat er zich een probleem heeft voorgedaan (papierstoring, verbroken verbinding enz.) Afdrukken vanaf de pc via een WLANverbinding Kijk hieronder om te weten of het afdrukken van uw document zal doorgaan of zal worden geannuleerd, afhankelijk van: • de verbinding met de pc, • het probleem dat zich voordeed tijdens het afdrukken. Afdrukken vanaf de pc via een USBverbinding Probleem Geen papier meer Geen papierinvoer Vastgelopen papier Probleem Geen papier meer Geen papierinvoer Vastgelopen papier Probleem met het papierformaat Verwerking van afdrukverzoek het Probleem met het papierformaat Wanneer het probleem is verholpen, gaat het afdrukken door vanaf de eerste pagina die nog niet was afgedrukt. Wanneer het probleem is verholpen, gaat het afdrukken door vanaf de eerste pagina die nog niet was afgedrukt. Uitzondering: Als het document handmatig dubbelzijdig moest worden afgedrukt, wordt het afdrukken geannuleerd. Toner leeg Het afdrukken van het actieve document wordt geannuleerd. Documenten in de wachtrij zullen echter worden afgedrukt nadat de tonercartridge vervangen is. Onderbreking aangevraagd door de spooler Na een inactieve periode (standaard 30 seconden) gaat het apparaat over op de modus inactief. Het afdrukken van het actieve document wordt geannuleerd. Documenten in de wachtrij zullen echter wel worden afgedrukt. Verbreking van de USB-verbinding Wanneer het probleem is verholpen, begint het afdrukken van het document vanaf het begin opnieuw, ongeacht het aantal pagina’s dat al was afgedrukt voor de verbinding verbroken werd. - 82 - Verwerking van afdrukverzoek het Wanneer het probleem is verholpen, gaat het afdrukken door vanaf de eerste pagina die nog niet was afgedrukt. Wanneer het probleem is verholpen, gaat het afdrukken door vanaf de eerste pagina die nog niet was afgedrukt. Uitzondering: Als het document handmatig dubbelzijdig moest worden afgedrukt, wordt het afdrukken geannuleerd. Toner leeg Het afdrukken van het actieve document wordt geannuleerd. Documenten in de wachtrij zullen echter wel worden afgedrukt. of Het afdrukken gaat door vanaf de eerste pagina die nog niet was afgedrukt. Onderbreking aangevraagd door de spooler Na een inactieve periode (standaard 30 seconden) gaat het apparaat over op de modus inactief. Het afdrukken van het actieve document wordt geannuleerd. Documenten in de wachtrij zullen echter wel worden afgedrukt. Verbreking van de WLAN-verbinding Wanneer het probleem is verholpen, begint het afdrukken van het document vanaf het begin opnieuw, ongeacht het aantal pagina’s dat al was afgedrukt voor de verbinding verbroken werd. 13 - Onderhoud LFF6050 Firmware-update Om de firmware van het apparaat te update, moet de Companion Suite Pro-software op uw pc geïnstalleerd zijn en moet de pc met het apparaat verbonden zijn (zie PC-Functies, pagina 55). Bezoek onze website www.sagem-communications.com om te controleren of er firmware-updates beschikbaar zijn voor uw apparaat en download het juiste updatebestand op uw pc. Ga vervolgens naar het hulpprogramma voor updates (STARTEN > ALLE PROGRAMMA’S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION - FIRMWARE UPDATE), selecteer het gedownloade bestand en start met de update. Controleer op www.sagem-communications.com of er nieuwe versies van deze handleiding bestaan nadat de software werd geüpdatet. - 83 - 13 - Onderhoud LFF6050 Eigenschappen Fysische eigenschappen Afmetingen: Gewicht: 412 x 447 x 386 mm 13 kg Elektrische eigenschappen Stroomvoorziening (zie plaatje): Stroomverbruik: Eenfasig 220-240 V - 50/60 Hz - 4,5 A 12 W typisch in slaapstand 35 W typisch in standby 450 W gemiddeld tijdens afdrukken (900W piekbelasting) Milieukenmerken Omgevingstemperatuur bij werking: 10 °C tot 27 °C [50 °F tot 80,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 80% (max. 32°C [89,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 54%). Eigenschappen randapparatuur Printer Type: Resolutie: Snelheid: Opwarmtijd: Afdruktijd van de eerste pagina: Laser (op normaal papier) 600 dpi maximum 20 ppma 21s 13 sec. a. De afdruksnelheid kan variëren volgens het besturingssysteem, de eigenschappen van de computer, van de toepassing, van de verbindingsmodus (USB of WLAN), van het papierformaat en van het type en de grootte van het bestand. Kopieerapparaat Type: Kopieersnelheid: Resolutie: Multikopie: Zoompagina: Autonoom Zwart en Wit maximum 20 ppm 600 dpi maximum 99 pagina's 25% tot 400% Scanner Type: Capaciteit van de documentlader: Kleurkwaliteit: Resolutie: Compatibiliteit software: Maximaal papierformaat: Kleurenscanner 50 vellen 36 bits 600 dpi (optisch) 2400 dpi (geïnterpoleerd) TWAIN, WIA Letter Bedrukkingsdragers Maximumcapaciteit papierlade: Maximumcapaciteit papieruitvoer: Papierformaat hoofdlade: Papierformaat voor het handmatig printen: 250 vellen max (60 g/m²), 200 vellen max (80 g/m²), 50 vellen A4, A5, Statement, Legal, Letter Papier 60 tot 105 g/m² A4, A5, Statement, Legal, Letter, B5, exec, A6 Papier 52 tot 160 g/m² PC-verbinding Port USB 2.0 slave (pc-verbinding) Port USB 2.0 master (Wlan-verbinding, lezer, lezer USB-stick, USB-DECT base dongle - optie) Besturingssysteem: Windows 2000 ≥ SP4, Windows XP x86 ≥ SP1, Windows Vista, Windows 2003 server (enkel om af te drukken) - 84 - 13 - Onderhoud LFF6050 Eigenschappen verbruiksgoederen Referentiepapier Scanner: Printer: Inapa tecno SPEED A4 Ricoh T6200 A4 Tonercartridge Referentie PFA821 PFA822 Voor de verbetering van het product kunnen gegevens worden veranderd zonder voorafgaande verwittiging. - 85 - 13 - Onderhoud LFF6050 Klanteninformatie Hotline-inleiding We streven er voortdurend naar onze producten volgens hoge kwaliteitsnormen en met een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid te ontwikkelen. In uw handleiding vindt u alle noodzakelijke informatie om uw toestel te kunnen gebruiken. Hebt u ondanks deze handleiding toch nog vragen dan kunt u zich steeds aan ons callcenter wenden. Onze medewerkers zijn goed opgeleide experten en beantwoorden uw vragen graag. We kunnen u sneller helpen wanneer u ons niet via het toestel opbelt maar via een externe telefoon. Hou ook steeds een uitdraai van de instellingen en het serienummer van uw toestel klaar. Het serienummer vindt u op het typeplaatje. Indien er problemen met de PC-verbinding optreden, houd dan volgende informatie klaar, als u contact opneemt met de technische klantendienst: Hardwareconfiguratie van uw computer, het geïnstalleerde besturingssysteem en het gebruikte veiligheidsprogramma (antivirusprogramma’s, Firewall). Wij kunnen u dan sneller helpen. PC-aansluiting Nederland Call-Center Philips Niederlande Telefoon: 09 00 - 040 04 79 (0,18 €/minuut) Fax: 09 00 - 767 67 61 België Call-Center Philips Belgien Telefoon: 070 - 35 00 06 (0,17 €/minuut) Fax: 070 - 23 34 35 Gebruik uitsluitend toebehoren van PHILIPS. De garantie dekt geen schade ten gevolge van het gebruik van andere verbruiksmaterialen. In Nederland en België kunt u PHILIPS toebehoren telefonisch bestellen onder ons gratis nummer. Direct-Sales Philips allgemeen Direct-Sales Philips NL · B Direct-Sales Philips/Sagem Niederlande Nederland Telefoon: 08 00 - 023 07 11 Direct-Sales Philips/Sagem Belgien België Telefoon: 08 00 - 485 88 E-mail [email protected] Internet: www.sagem-communications.com We wensen u veel plezier met uw nieuw product! PHILIPS and the PHILIPS’ Shield Emblem are registered trademarks of Koninklijke Philips Electronics N.V. and are used by SAGEM COMMUNICATIONS under license from Koninklijke Philips Electronics N.V. SAGEM COMMUNICATIONS Printing Terminals Headquarters : Le Ponant de Paris 27, rue Leblanc · 75015 Paris · FRANCE Tél. : +33 1 58 11 77 00 · Fax : +33 1 58 11 77 77 www.sagem-communications.com Limited company · Capital 158.291.895 Euros · 440 294 510 RCS PARIS LFF6050 NL · B 253118301-A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Philips LFF 6050 Handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor