5
Fouten op de regel corrigeren:
Indien u een spatie hebt ingebracht achter het laatst ingetikte teken of indien er eerder
op de regel fouten zijn, gaat u als volgt te werk:
1. Ga naar het verkeerde teken met behulp van de
-toets (om naar links te gaan), de
SPATIEBALK (om naar rechts te gaan - indien de tekens al uitgeprint zijn) of de
-toets
(om naar rechts te gaan - indien de tekens nog op het display staan).
2. Duw op de
-toets. Het teken wordt gewist. Houd de knop ingedrukt indien u
meerdere tekens wilt wissen (van rechts naar links).
3. Tik de juiste tekens in en duw op de
-toets om terug te keren naar het punt
waar u begon te corrigeren.
Een woord geheel of gedeeltelijk wissen:
1. Ga naar een teken van het woord waarin de fout staat met behulp van de
-
toets (om naar links te gaan), de SPATIEBALK (om naar rechts te gaan - indien de
tekens al uitgeprint zijn) of de
-toets (om naar rechts te gaan - indien de tekens
nog op het display staan).
2. Duw op de
-toets. Het woord wordt van rechts naar links gewist vanaf het
punt waarop de wisfunctie werd ingeschakeld.
3. Tik de juiste tekens in en duw indien nodig op de
-toets om terug te keren
naar het punt waar u begon te corrigeren.
Wissen tot het begin van de regel:
Duw op de
-toets + . Alle tekens aan de linkerkant van het punt waar de
wisfunctie werd geactiveerd, worden gewist. Duw op de
-toets om terug te keren
naar het punt waar u begon te wissen.
Snel terugkeren naar het begin van de regel
Indien het verkeerde teken zich op het begin van de regel bevindt, kunt u meteen naar
het begin terugkeren met behulp van
+ .
OP EEN ANDERE REGEL
Verkeerde tekens op andere regels dan die waarop u werkt kunnen handmatig worden
gewist en gecorrigeerd. Daarvoor dient de schrijfmachine in de K-K instelling te staan
(zie “Werkparameters kiezen”).
1. Ga naar het verkeerde teken met behulp van een van de volgende toetsen:
, ,
, SPATIEBALK of + 1/2 TERUGKEERTOETS.
2. Duw op de
-knop en tik het verkeerde teken nog eens in. Het teken wordt gewist.
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor ieder teken dat moet worden gewist.
4. Tik het juiste teken in waar dat nodig is.
INDIEN...
het teken dat moet gewist worden onderlijnd of vet gedrukt is, dient u na stap
+
XXX of
+ XXX in te drukken. Na deze ingreep moet u indien nodig nog eens op deze
toetsen drukken om de onderlijn- of vetdrukfunctie te annuleren.
OVERTIKKEN
Tekens die niet in het geheugen opgeslagen zitten (d.w.z. tekens op vorige regels) kunt
u verwijderen door er andere tekens over te tikken.
1. Ga naar het verkeerde teken met behulp van een van de volgende toetsen:
, ,
, SPATIEBALK of + 1/2 TERUGKEERTOETS
2. Druk op
+ . Op het display verschijnt het bericht: TYPEND WISSEN.
3. Tik de tekens in die moeten worden gewist, zoals ze gedrukt staan. De tekens
zullen van links naar rechts worden gewist.
4. Duw nog eens op
+ om deze ingreep te beëindigen. Het bericht
verdwijnt van het display.
5. Tik de juiste tekens in.
INSPRINGEN
U kunt op de volgende manier de linker marge tijdelijk verplaatsen en een inspringende
paragraaf tikken:
1. Ga naar het punt waar u wenst in te springen en druk dan op de toetsen
+
INSPRINGEN. Op het display verschijnt het symbool
onder het
inspringsymbool op de strip van het toetsenbord.
2. Tik de tekst in die moet inspringen. Telkens wanneer u de wagenteruglooptoets indrukt zal de
printeenheid naar de inspringende marge op de volgende regel teruggaan.
3. Druk op het einde van de inspringende paragraaf op de
+ INSPRINGEN-
toetsen. Daarna keert de printeenheid terug naar de originele linkermarge wanneer u op
de wagenteruglooptoets drukt.
INDIEN...
U op de
+ INSPRINGEN-toetsen drukt op een marge van hoogstens 2,54 cm
zal de machine een geluidsignaal geven.
TEKST TUSSEN DE MARGES CENTREREN
U kunt tekst op de volgende manier tussen de marges centreren:
1. Duw, indien nodig, op de
-toets om naar het begin van de regel te gaan.
2. Duw op
+ CENTREREN. Op het display verschijnt het -symbool.
3. Tik de tekst in die moet worden gecentreerd. Op het display verschijnen de
ingetikte tekens.
4. Duw op
. De woorden worden gecentreerd tussen de marges. De printeenheid gaat
naar het begin van de volgende regel. Op het display verdwijnt het
-symbool.