Philips LFF6080/INB Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

TELECOM
LFF 6080
NL Handleiding
LFF6080
Beste klant
Beste klant
Voor uw comfort en veiligheid, vragen wij u, vóór enig gebruik, aandachtig het hoofdstuk Veiligheid te lezen.
Door dit multifunctionele apparaat te kopen, hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van het merk Philips. Uw
apparaat voldoet aan alle verschillende vereisten van moderne apparatuur voor kantoorautomatisering.
Met dit apparaat kunt u in kleuren scannen en in zwart/wit faxen, afdrukken en kopiëren. U kunt het toestel aansluiten
op uw pc (Microsoft Windows 2000/XP/Vista).
Installeer de bijgevoegde software om het multifunctionele apparaat te gebruiken als printer. Daarnaast kunt u via uw
pc documenten scannen, bewerken en opslaan. Voor draadloze communicatie met een computer beschikt u over een
aansluiting met een WLAN-adapter (optioneel).
WLAN is een optie die enkel werkt met een originele adapter, verkrijgbaar bij uw verkoper. Meer informatie vindt u op
onze website: www.sagem-communications.com.
Dankzij zijn navigatiesysteem en zijn multifunctionaliteit is hij krachtig, gebruikersvriendelijk en eenvoudig om te
bedienen.
De multifunctionele apparaten LFF6080 zijn uitgerust met een 600 dpi-scanner en een zwart-wit-laserprinter met een
afdruksnelheid van 20 ppm. Met de Companion Suite Pro -software kunt u het multifunctionele apparaat vanaf een pc
gebruiken als scanner en printer. U kunt er ook uw multifunctionele apparaat mee beheren.
Verbruiksartikelen
Zie paragraaf Eigenschappen, pagina 97.
LFF6080
- I -
Inhoud
Inhoud
Beste klant I
Verbruiksartikelen I
Veiligheid 1
Veiligheidsvoorschriften 1
EMC 1
Nota voor gebruikers in de Verenigde
Staten van Amerika 1
Conformiteitverklaring 2
Naleving van de EME-richtlijnen voor
Canada 2
Laserveiligheidsinformatie 2
Voor Europa / Azië 2
Voor Noord-Amerika 2
Plaats van de veiligheidsvermeldingen op
de machine 3
Symbolen van de stroomschakelaar 3
Informatie i.v.m. wetgeving 4
Goedkeuringen in Europa 4
Informatie voor traceerbaarheid van
CE-markeringen (enkel voor landen van
de EU) 4
Milieu 5
De verpakking 5
De batterijen 5
Het product 5
Softwarelicentie 6
Definitie 6
Licentie 6
Eigendom 6
Duur 6
Garantie 6
Verantwoordelijkheid 6
Ontwikkeling 7
Geldige wetten 7
Geregistreerde handelsmerken 7
Namaak 7
Installatie 8
Installatievereisten 8
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik 8
Veiligheidsinformatie 9
Veiligheid tijdens de werking 9
Stroomvoorziening 10
Voor fax of telefoon 10
Aanbevelingen voor het papier 10
Papier laden in de hoofdlade 10
Papiergebruik 10
Controle luchtvochtigheid 10
Gebruik van het apparaat 10
Schokken toegebracht door de
gebruiker 10
Het apparaat verplaatsen 11
Gebruik van de tonercartridge 11
Symbolen die regels voor het gebruik
aanduiden 11
Beschrijving van de terminal 12
Bedieningspaneel 13
De apparaatmenu’s openen 13
Inhoud van de verpakking 14
Installatie van het toestel 14
Plaatsen van de documentlader 14
Papier in de hoofdlade plaatsen 14
Installeren van de cartridge 15
Papieropvanglade 16
In gebruik stellen van het toestel 16
Aansluiten van het toestel 16
Initiële instelling van het apparaat 16
Papier in de handmatige papierinvoer
plaatsen 18
Gebruik van enveloppen 18
Kopie 19
Standaardkopie 19
Kopie in de modus ECO-toner 19
Geavanceerde kopie 19
Kopieermodus identiteitskaart 20
Speciale kopieerinstellingen 21
Instellen van de resolutie 21
Instelling zoom 21
Instellen van gesorteerde kopieën 21
Instellen uitgangspunt (herkomst) 21
Instellen van het contrast 22
Instellen helderheid 22
Instellen van het papiertype 22
Keuze papierlade 22
Instellen van de marges van de
sheet-feedscanner 22
Instellen van de marges voor
flatbedanalyse 22
Instelling afdrukmarges links en rechts 22
Instelling afdrukmarges in hoogte
en laagte 23
Papierformaat instellen 23
Fax 24
Faxverzendingen 24
Druk een voorblad af 24
Directe verzendingen 24
Geavanceerde verzending 24
Verzending met opvolgen kiezen 25
Faxontvangst 25
Doorzenden van een fax 26
Geheugenontvangst fax 26
Een toegangscode voor het geheugen
instellen 26
De geheugenontvangst activeren /
deactiveren 26
De faxberichten ontvangen in het
geheugen afdrukken 26
Rerouting van faxen 27
Rerouten activeren 27
De geadresseerde van de rerouting
bepalen 27
Gereroute documenten afdrukken 27
Rerouting van faxen naar een USB-sleutel 27
Rerouten activeren 27
Gereroute documenten afdrukken 27
Wachtrij verzendingen 27
Direct uitvoeren van een verzending in
de wachtrij 28
Consulteren of wijzigen van de wachtrij 28
Een verzending in de wachtrij wissen 28
Een document in de wachtrij of opgeslagen
in MBX afdrukken 28
Wachtrij afdrukken 28
LFF6080
- II -
Inhoud
Onderbreken van een verzending 28
Mailbox fax 29
Een MBX maken 29
Een bestaande MBX wijzigen 29
De inhoud van een MBX afdrukken 29
Een MBX wissen 29
Mailboxlijst afdrukken 30
Opslaan in een MBX van uw fax 30
Verzenden voor opslaan in een MBX van
een fax op afstand 30
Afroepen van een MBX van een fax op
afstand 30
Opslaan en afroepen van een fax 30
Document opslaan 31
Afroepen van een document dat is
opgeslagen 31
SMS 32
Configuratie van SMS-instellingen 32
Weergave van de afzender 32
Berichtencentrale voor
SMS-verzendingen 32
Een SMS verzenden 32
Parameters/Instellingen 33
Configuratie op afstand 33
Vereiste voorwaarden 33
Toegang krijgen tot de ingesloten
webserver 33
Datum/tijd 33
Instellen van zomertijd / wintertijd 33
Uw faxnummer/uw naam 34
Type netwerk 34
Geografische instellingen 34
Landen 34
Telecommunicatienetwerk 34
Weergavetaal 35
Lokaal prefix 35
Verzendrapport 35
Manier van inladen van de documenten 36
Daluren 36
Ontvangstmodus 36
Ontvangst zonder papier 37
Aantal kopieën 37
Ontvangst fax of pc 37
Registratie van de pc ongedaan maken 37
Faxserverconfiguratie 37
Netwerkparameters van de faxserver
configureren 37
Faxserverfunctie configureren 38
De toegangsmodus selecteren 38
De faxserverinstellingen blokkeren 38
Aanpassen aan pagina 38
Verkleiningsmodus ontvangen faxen 38
Technische instellingen 39
Afdrukken van de functiegids 42
Logboeken afdrukken 42
Instellingenlijst afdrukken 42
Fonts afdrukken 42
Blokkering 42
Blokkering van het toetsenbord 43
Blokkering nummer 43
De internetinstellingen blokkeren 43
Blokkering SMS service 43
De Media-service blokkeren 43
De tellers ophalen 43
Teller verzonden pagina’s 43
Teller ontvangen pagina’s 44
Teller gescande pagina’s 44
Teller afgedrukte pagina’s 44
Afbeelden stand verbruiksartikelen 44
Kalibrering van de scanner 44
Lijst met kiescodes 45
Een gegevenskaart maken 45
Een lijst van contactpersonen maken 46
Een gegevenskaart wijzigen 46
Een gegevenskaart of een lijst wissen 46
De lijst met kiescodes afdrukken 46
Een lijst met kiescodes importeren 46
Het bestand structureren 46
Een lijst met kiescodes importeren 47
Een lijst met kiescodes exporteren 48
LDAP-server 48
Configuratie 48
Toegang tot contactpersonen op de
server 48
LDAP-vermeldingen toevoegen aan de
plaatselijke lijst met kiescodes 49
De lijst met kiescodes opslaan/herstellen
(optie Smart card) 49
Spelletjes en kalender 50
Sudoku 50
Het afdrukken van een rooster 50
Het afdrukken van de oplossing van
een rooster 50
Kalender 50
Netwerkfuncties 51
Keuze van het type lokale netwerk 51
Ethernet-netwerkinstellingen 51
Automatische configuratie 51
Handmatige configuratie 51
IP-adres 51
Subnetmasker 51
Gateway-adres 51
IEEE-adres (of Ethernet-adres) of
MAC-adres 51
NetBIOS-namen 51
Naamservers 51
Verbinding met een domein (bijvoorbeeld
met Windows NT, 2000 of XP) 52
Gebruikersnaam voor aanmelden bij een
domein 52
Domein-aanmeldingswachtwoord 52
Domeinnaam 52
SNTP-serverconfiguratie 52
SNTP-serveradres 52
SNTP-serverpoort 52
De servertoegang activeren 52
Tijdzone 52
Zomertijd 52
WLAN-netwerk 53
Infrastructuur radionetwerk 53
Ad-hoc radionetwerk 53
Radionetwerken (WLAN) 53
Uw WLAN-kaart aansluiten 54
Configuratie van uw netwerk 54
Een netwerk maken of zich toevoegen
aan een netwerk 54
LFF6080
- III -
Inhoud
Uw netwerkparameters raadplegen of
wijzigen 55
Voorbeeld van de configuratie van
een ad-hoc-netwerk 56
Configuratie van de multifunctionele
terminal 56
Configuratie van de pc 57
De SNMP-service configureren 57
De SNMP-agent configureren 57
De SNMP-browser configureren 57
Berichtendienst 58
Informatie die nodig is voor de configuratie
van de berichtendienst 58
De initialisatieparameters configureren 58
Toegang tot de instellingen van de
servers 58
Toegang tot de instellingen
SMTP-verificatie 58
Een tekstbericht verzenden 58
Scannen naar e-mail 58
Naar FTP scannen 59
Naar schijf scannen 59
Configuratie van de verbinding 60
Standaard instellingen 60
Het type verbinding selecteren 60
Het type transmissie selecteren 60
De tijd van de verbinding wijzigen
(type Periodiek) 60
De uren waarop verbinding tot stand
wordt gebracht wijzigen (type Eenmalig) 60
De afdrukmodus selecteren voor het
ontvangstbewijs 60
Een antwoordadres voor e-mail opgeven 60
De internetinstellingen afdrukken 60
E-mail sorteren 61
Modus ENKEL F@X 61
Modus ENKEL PC 61
Modus DEEL PC 61
USB-stick 62
Gebruik van de USB-stick 62
Uw documenten afdrukken 62
Afdrukken van de lijst van bestanden
aanwezig op de stick 62
Afdrukken van de bestanden aanwezig
op de stick 62
Wissen van de bestanden aanwezig
op de stick 63
De inhoud van de USB-stick scannen 63
Een document op de USB-stick opslaan 63
PC-Functies 65
Inleiding 65
Configuratievereisten 65
Installatie 65
Installatie van het volledige
softwarepakket 65
Installatie van de stuurprogramma’s
van de software Companion Suite Pro 67
De stuurprogramma’s handmatig
installeren 68
USB-scanner- en printerstuurprogramma's 68
LAN-scanner- en printerstuurprogramma's 69
PostScript-printerstuurprogramma's
installeren 69
Supervisie van de multifunctionele terminal 69
Nakijken van de verbinding tussen
de pc en de multifunctionele terminal 69
Companion Director 69
Grafische presentatie 69
Hulpprogramma’s en toepassingen
activeren 70
Companion Monitor 70
Grafische presentatie 70
Apparaatbeheer 70
Een apparaat toevoegen dat is
verbonden via USB 70
Een apparaat toevoegen dat met
het netwerk is verbonden 71
Handmatig een apparaat toevoegen
dat met het netwerk is verbonden 72
Het huidige apparaat selecteren 72
Status van de verbinding 72
Apparaatparameters 73
Een apparaat verwijderen 73
Afbeelden stand verbruiksartikelen 74
Koppelingen 74
Beschikbare koppelingen voor
aangesloten USB-apparaten 74
Beschikbare koppelingen voor
aangesloten netwerkapparaten 74
Functies van de Companion Suite Pro 74
Document scannen 74
Scannen met Scannen naar 75
Software voor tekenherkenning (OCR) 75
Afdrukken 75
Op het multifunctionele apparaat
afdrukken 76
Dubbelzijdig afdrukken met het
multifunctionele apparaat 76
Adresboek 77
Een contactpersoon toevoegen
aan het adresboek van een terminal 77
Een groep toevoegen aan het
adresboek van een terminal 78
Beheer van het adresboek 78
De informatie van een contactpersoon
wijzigen 78
Een groep wijzigen 78
Een contactpersoon of groep uit het
adresboek wissen 78
Het adresboek afdrukken 78
Een adresboek importeren of exporteren 78
Uw adresboek opslaan / exporteren 78
Een adresboek importeren 79
Faxcommunicatie 79
Weergave van het venster Fax 79
Zenden van een fax 80
Een fax zenden vanaf de harde schijf of
van een terminal 80
Een fax verzenden vanuit een toepassing 80
Een fax ontvangen 81
Faxen opvolgen 81
Het Postvak UIT 81
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten) 81
Het Logboek verzendingen 81
Het Logboek ontvangst 81
Faxinstellingen 81
Toegang tot faxinstellingen 81
Beschrijving van het tabblad Logboek en
bevestigingen 82
LFF6080
- IV -
Inhoud
Beschrijving van het tabblad
Faxinstellingen 82
Schutblad 83
Een model van een schutblad maken 83
Een schutblad maken 84
Beschrijving van het tabblad Schutblad 85
SMS-communicatie 86
Weergave van het venster SMS 86
Een SMS verzenden 86
Opvolgen van SMS 87
Het Postvak UIT 87
Het Logboek verzendingen 87
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten) 87
Instellingen van SMS'en 87
Toegang tot SMS-instellingen 87
Beschrijving van het tabblad Logboek en
bevestigingen 87
Software verwijderen 88
De software van uw pc verwijderen 88
De stuurprogramma’s van uw pc
verwijderen 88
De stuurprogramma’s verwijderen met
de software Companion Suite Pro 88
De stuurprogramma’s handmatig
verwijderen 88
Onderhoud 90
Onderhoud 90
Algemeen 90
De tonercartridge vervangen 90
Problemen met de smartcard 91
Reiniging 91
Leeseenheid van de scanner reinigen 91
Printer reinigen 91
Reiniging van de buitenkant van
de printer 91
Reinigen van de rollen van de
papiertoevoer 91
Problemen met de printer 92
Foutmeldingen 92
Vastgelopen papier 93
Problemen met de scanner 93
Diverse problemen 93
Communicatiestoringen 94
Verzenden uit de lader 94
Verzenden uit het geheugen 94
Codes voor communicatiestoringen 94
Algemene codes 94
Problemen met afdrukken vanaf de pc 95
Afdrukken vanaf de pc via een
USB-verbinding 95
GDI-, XPS- of PCL-afdrukken 95
PostScript-afdrukken 95
Afdrukken vanaf de pc via een
WLAN-verbinding 95
GDI-, XPS- of PCL-afdrukken 95
PostScript-afdrukken 96
Firmware-update 96
Eigenschappen 97
Fysische eigenschappen 97
Elektrische eigenschappen 97
Milieukenmerken 97
Eigenschappen randapparatuur 97
Eigenschappen verbruiksgoederen 98
LFF6080
- 1 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
Alvorens het apparaat in te schakelen, moet u controleren of het netsnoer waarop u het apparaat wilt aansluiten,
voldoet aan de vermeldingen op het waarschuwingsetiket op uw apparaat (spanning, stroom, frequentie van het
elektriciteitsnet). Dit apparaat moet worden aangesloten op een monofasig elektriciteitsnet. Dit apparaat mag niet op
de grond worden geïnstalleerd.
De batterijen, de verpakkingen en de elektrische en elektronische (EEE) apparatuur mogen verwijderd worden volgens
de voorschriften die beschreven zijn in het hoofdstuk MILIEU van deze handleiding.
Afhankelijk van het model kan het zijn dat de netstekker van het apparaat de enige mogelijkheid is om de
stroomtoevoer naar het apparaat te verbreken. U dient daarom de volgende regels in acht te nemen: uw apparaat moet
worden aangesloten op een wandcontactdoos die zich nabij het apparaat bevindt. De wandcontactdoos moet
gemakkelijk bereikbaar blijven.
Uw apparaat wordt geleverd met een netsnoer voorzien van een stekker met aarding. Voor een geaarde stekker moet
u absoluut een geaarde wandcontactdoos gebruiken voorzien van aarding voor de bescherming van het gebouw.
Voor de installatievoorwaarden en de gebruiksvoorwaarden, zie hoofdstuk Installatie, pagina 8.
EMC
Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten van Amerika
Deze uitrusting werd getest en goedgekeurd overeenkomstig de normen voor een digitaal toestel Klasse B,
conform Part 15 van de FCC-regels. Deze normen zijn vastgelegd om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke interferenties in een residentiële installatie.
Deze uitrusting genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien het niet wordt
geplaatst en gebruikt overeenkomstig de instructies, schadelijk interferenties genereren voor radiocommunicaties.
Er kan echter geen enkele waarborg worden gegeven dat geen interferentie zal ontstaan bij een bijzondere
installatie.
Indien deze installatie schadelijke interferenties geeft op radio- of tv-ontvangst, wat kan worden vastgesteld door
het apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie teniet te doen door een
van onderstaande maatregelen:
1. heroriënteren van de ontvangstantenne.
2. het apparaat en de ontvanger verder uit elkaar plaatsen.
3. het apparaat aansluiten op een stopcontact op een andere stroomkring dan de stroomkring waarop de
ontvanger is aangesloten.
4. de dealer of een ervaren radio/tv-technicus raadplegen voor help.
Reparatie/onderhoud : Alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten
uitsluitend door een bevoegde technicus worden uitgevoerd. De interne onderdelen
mogen niet door de gebruiker gerepareerd worden. Teneinde alle gevaar voor
elektrocutie te voorkomen, mag u niet proberen deze ingrepen zelf uit te voeren, want
het openen of verwijderen van de deksels brengt de volgende risico's met zich mee:
- De laserstralen kunnen onherstelbare schade toebrengen aan het oog.
- Aanraking van onderdelen onder spanning kan een zeer gevaarlijke elektrische
schok veroorzaken.
LFF6080
- 2 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Conformiteitverklaring
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-richtlijnen. De werking ervan is onderhevig aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en
2. dit apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, ook interferentie die een ongewenste werking kan
veroorzaken.
Naleving van de EME-richtlijnen voor Canada
Dit digitaal apparaat van Klasse “B” voldoet aan de Canadese ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe "B" est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Laserveiligheidsinformatie
OPGELET: Het gebruik van bedieningselementen, aanpassingen of het uitvoeren van een procedure die afwijkt
van de procedures die in deze handleiding worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijk
laserlicht.
Dit apparaat voldoet aan de internationale veiligheidsnormen en is ingedeeld in Klasse 1 voor laserproducten.
De apparatuur voldoet wat betreft de laser aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die door overheden
en (inter)nationale instanties voor laserproducten van klasse 1 zijn vastgesteld. De apparatuur zendt geen
gevaarlijke laserstralen uit, aangezien de stralen volledig worden afgeschermd op elk moment dat de klant de
apparatuur gebruikt en onderhoudt.
Voor Europa / Azië
Deze machine beantwoordt aan de richtlijn IEC 60825-1:1993+A1:1997+A2:2001 voor een klasse 1 laserproduct
en is veilig voor kantoorgebruik en EDP. Het bevat 1 klasse 3B-laserdiode, max 10,72 mW , 770-795 nanometer
en andere 1 klasse LED's (280 µW en 639 nm).
Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de laserstraal kan belangrijke schade toebrengen aan het oog.
Er werden bijzondere voorzorgen en tussenvergrendelingsmechanismen ontworpen om te voorkomen dat de
operator wordt blootgesteld aan laserstralen.
Voor Noord-Amerika
CDRH-regels.
Deze uitrusting beantwoordt aan de FDA-richtlijnen voor laserproducten behalve voor afwijkingen die betrekking
hebben op de Laserhandleiding No.50, van 24 juni 2007 en bevat 1 klasse 3B-laserdiode, 10,72 milliwatt, 770-795
nanometer-golflengte en andere klasse 1 LED's (280 µW en 639 nm).
Dit apparaat zendt geen gevaarlijk licht uit omdat de laserstraal helemaal omhult zit bij elke klantbedrijfsmodus of
onderhoud.
LFF6080
- 3 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Plaats van de veiligheidsvermeldingen op de machine
Als veiligheidsmaatregel werden er waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht op de plaatsen hierna
vermeld. Raak voor uw veiligheid die plaatsen niet aan als u vastgelopen papier verwijdert of de tonercartridge
vervangt.
Symbolen van de stroomschakelaar
In overeenstemming met norm IEC 60417 gebruikt het apparaat de volgende symbolen voor de stroomschakelaar:
- betekent AAN.
- betekent UIT.
LFF6080
- 4 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Informatie i.v.m. wetgeving
Goedkeuringen in Europa
Informatie voor traceerbaarheid van CE-markeringen (enkel voor landen van de EU)
Producent:
Sagem Communications
Le Ponant de Paris
27 rue Leblanc
75015 PARIS - FRANCE
CE
Het CE-teken dat op dit apparaat werd aangebracht, is een teken van de
verklaring door Sagem Communications SAS (hierna Sagem
Communications genoemd) van conformiteit met de volgende Richtlijnen
van de Europese Unie, geldig vanaf de aangeduide datums:
12 december 2006 Richtlijn van de Raad 2006/95/EC met aanpassingen. Benadering van de
wetten van de lidstaten i.v.m. laagspanningsapparatuur.
15 december 2004: Richtlijn van de Raad 2004/108/EC met aanpassingen. Benadering van de
wetten van de lidstaten i.v.m. elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn van de Raad 99/5/EC over radiografische apparatuur en
telecommunicatieterminalapparatuur en de wederzijdse erkenning van de
conformiteit.
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op de website
www.sagem-communications.com rubriek "support" of kan worden
aangevraagd bij het volgende adres.
Sagem Communications - Customer relations department
27, rue Leblanc - 75512 PARIS CEDEX 15 - Frankrijk
LFF6080
- 5 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Milieu
Het behoud van het leefmilieu is van essentieel belang voor de fabrikant. De fabrikant heeft de wil om milieuvriendelijke
installaties uit te baten en heeft ervoor gekozen om milieuvriendelijke prestaties te integreren in de hele levenscyclus
van de producten, vanaf de fabricage tot het gebruik en de afvalverwerking.
De verpakking
De aanwezigheid van het logo (groen punt) betekent dat een bijdrage wordt overgemaakt aan een nationale
erkende organisatie om de infrastuctuur te verbeteren voor de inzameling en recyclage van verpakking.
Om recyclage te vergemakkelijken, gelieve de sorteervoorschriften na te leven die lokaal ter beschikking zijn.
De batterijen
Indien uw product batterijen bevat dan moeten ze gedeponeerd worden in één van de inzamelpunten in uw
buurt.
Het product
De doorstreepte afvalcontainer afgebeeld op het product betekent dat het tot de elektrische en elektronische
producten behoort.
De Europese reglementering vraagt u om over te gaan tot de selectieve inzameling ervan:
-In de distributiepunten in het geval van aankoop van gelijkaardige apparatuur.
-In de inzamelpunten die lokaal ter uwer beschikking zijn (afvalverwerkende centra, selektieve ophaling, enz.).
Zo neemt u ook deel aan het hergebruik en de nuttige toepassing van afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur die potentiële effecten hebben op het milieu en de menselijke gezondheid.
Het doel van het programma International ENERGY STAR
®
is het bevorderen van de
ontwikkeling en verspreiding van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als partner van ENERGY STAR
®
verklaart Sagem Communications dat dit product voldoet
aan de richtlijnen van ENERGY STAR
®
inzake energiebesparing.
Uw apparaat wordt geleverd met een timer om over te schakelen op een energiebesparende
modus na een periode van 5 of 15 minutenvanaf de laatste kopie/afdruk , afhankelijk van het
model. U vindt een gedetailleerde beschrijving van deze functie in het onderdeel over het
instellen van het apparaat van deze handleiding.
LFF6080
- 6 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Softwarelicentie
LEES AANDACHTIG DE TERMEN EN VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE ALVORENS U DE VERZEGELDE
OMSLAG MET DE SOFTWARE OPEN MAAKT. DOOR HET OPENEN VAN DEZE OMSLAG STEMT U ERMEE IN
DAT U GEBONDEN BENT DOOR DE VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE.
Indien u het niet eens bent met de bepalingen van deze licentieovereenkomst, moet u de verpakking van de CD-ROM
ongeopend terugzenden naar de verkoper, samen met de andere onderdelen van het product. De aankoopprijs zal u
worden terugbetaald. Er zullen geen terugbetalingen gebeuren indien de verpakking van de CD-ROM reeds werd
opengemaakt of als er onderdelen ontbreken of als de terugbetaling wordt aangevraagd na een periode van tien (10)
dagen te beginnen vanaf de datum van aankoop. Uw ontvangstbewijs dient als bewijs van aankoop.
Definitie
Onder Software wordt begrepen: de bijhorende programma’s en de documentatie.
Licentie
- Deze licentieovereenkomst verleent u het recht om de Software te gebruiken op pc's die aangesloten zijn op een
lokaal netwerk. U hebt enkel het recht om de Software te gebruiken om op één multifunctionele terminal af te drukken,
u kunt derden niet het gebruikersrecht geven of lenen.
- U hebt het recht om een reservekopie te maken.
- Deze licentie is niet-exclusief en niet-overdraagbaar.
Eigendom
De fabrikant en zijn leveranciers behouden het eigendomsrecht van de Software. U wordt niet de eigenaar van de CD-
ROM. U kunt de Software of de documentatie niet wijzigen, aanpassen, decompileren, vertalen, een gelijkaardig
ontwerp maken, uitlenen of verkopen. Alle niet-uitdrukkelijk verleende rechten zijn voorbehouden voor de fabrikant en
zijn leveranciers.
Duur
Deze licentie zal van kracht zijn totdat zij beëindigd wordt. U kunt deze licentie beëindigen door het programma en de
documentatie, evenals alle kopieën daarvan, te vernietigen. Deze licentie zal automatisch beëindigd worden als u de
voorwaarden van deze licentie niet naleeft. Als deze licentie ongeldig wordt verklaart, stemt u ermee in om alle kopieën
van het programma en de bijbehorende documentatie te vernietigen.
Garantie
De Software wordt zonder enige waarborg verstrekt, zonder enige uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie, met inbegrip
van, maar niet beperkt tot, garanties betreffende verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. Alle risico’s
betreffende de resultaten en de goede werking van deze Software zijn op verantwoordelijkheid van de koper. Indien
wordt vastgesteld dat het programma niet werkt, zullen alle herstellingskosten of het terug in werking stellen ten koste
van de koper zijn.
De houder van deze licentie geniet echter van de volgende garantie: wij garanderen dat de CD-ROM waarop de
Software is opgeslagen, vrij is van hardware- of productiefouten bij gebruik onder normale gebruiksomstandigheden.
Deze garantie geldt gedurende een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van de levering. De kopie van
uw ontvangstbewijs telt als bewijs van de datum van aankoop. In het geval de CD-ROM defecten vertoont die het
gevolg zijn van een ongeluk of van verkeerd gebruik ervan, zal deze CD-ROM niet vervangen worden in het kader van
de garantie.
Verantwoordelijkheid
Als de CD-ROM niet naar behoren werkt, stuur hem dan samen met een kopie van het ontvangstbewijs terug naar uw
verkoper. De verkoper is als enige verantwoordelijk voor de vervanging van de CD-ROM. Noch de fabrikant noch enige
andere partij die betrokken is bij het tot stand brengen, produceren, de verkoopbaarheid of levering van dit programma,
zal aansprakelijk zijn rechtstreekse, onrechtstreekse of immateriële schade, zoals, maar niet beperkt tot,
informatieverlies, tijdverlies, bedrijfsschade, inkomensverlies of klantenverlies ten gevolge van het gebruik of de
onmogelijkheid tot gebruik van dit programma.
LFF6080
- 7 -
1 - Veiligheid - Milieu - Softwarelicentie
Ontwikkeling
Met het oog op een voortdurende vooruitgang heeft de fabrikant het recht om de softwarefuncties zonder voorafgaande
kennisgeving te verbeteren. Die ontwikkeling geeft de gebruiker niet het recht op gratis updates.
Geldige wetten
Alleen het Franse recht is van toepassing voor deze licentie. Elk geschil voortvloeiend uit de interpretatie of de
toepassing van deze licentie wordt onderworpen aan de Rechtbanken van Parijs.
Vanwege de voortdurende technische vooruitgang behoudt de fabrikant het recht om op elk moment en zonder
voorafgaande kennisgeving de softwarefuncties te verbeteren voor dit product en/of de productie van dit product stop
te zetten. Alle productnamen en merken, die door de respectievelijke houders gedeponeerde merken kunnen zijn,
worden hierbij erkend.
Geregistreerde handelsmerken
Vanwege de technische vooruitgang behoudt Sagem Communications het recht om op elk moment en zonder
voorafgaande kennisgeving de softwarefuncties te verbeteren voor dit product en/of de productie ervan stop te zetten.
Companion Suite Pro is een geregistreerd handelsmerk van Sagem Communications.
PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van de Hewlett-Packard Company.
PostScript® is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Adobe® en de vermelde Adobe®- producten zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
PaperPort11SE is een geregistreerd handelsmerk van ScanSoft.
Microsoft® Windows 2000®, Microsoft® Windows Server 2003®, Microsoft® Windows XP®, Microsoft® Windows
Vista® en alle andere producten van Microsoft® waarnaar hier wordt verwezen, zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation, geregistreerd en/of gebruikt in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Alle andere merken of producten vermeld ter informatie of als voorbeeld zijn geregistreerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaars.
De gegevens in deze handleiding kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Namaak
Kopieer nooit en druk nooit documenten af waarvan de reproductie door de wet is verboden.
De afdruk en de kopie van de volgende documenten zijn in het algemeen door de wet verboden:
- bankbiljetten;
- cheques;
- obligaties;
- bewijzen van deposito's;
- leningsbewijzen;
- reispassen;
- rijbewijzen.
De bovenstaande lijst wordt enkel als richtlijn gegeven en is niet volledig. Als u twijfelt over de legaliteit van een kopie
of een afdruk, raadpleeg dan een juridisch adviseur.
LFF6080
- 8 -
2 - Installatie
Installatie
Installatievereisten
Als u het faxapparaat op de juiste locatie installeert, bent u verzekerd van de lange levensduur waarvoor het is
ontworpen. Controleer grondig of de door u geselecteerde locatie aan de volgende kenmerken voldoet:
- Kies een goed geventileerde locatie.
- Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen aan de linker- en rechterzijde van het apparaat niet worden geblokkeerd.
Plaats het apparaat op ongeveer dertig centimeter afstand van alle voorwerpen, zodat de kleppen zonder
probleem geopend kunnen worden.
- Zorg ervoor dat er geen ammoniak of andere organische gassen in de ruimte kunnen ontstaan
.
- Het geaarde stopcontact (zie de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid waarop u het apparaat wilt
aansluiten, moet zich vlakbij het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
- Kies bij voorkeur geen opstellingslocatie in de directe luchtstroom van airconditioners, verwarmingsapparaten of
ventilatoren en stel het apparaat niet op in ruimtes waar sterke temperatuur- en luchtvochtigheidsverschillen
heersen.
- Kies een stevig, vlak oppervlak waar het apparaat niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen.
- Plaats het apparaat op veilige afstand van voorwerpen die de ontluchtingsopeningen kunnen blokkeren.
- Plaats het apparaat niet in de buurt van gordijnen of andere brandbare voorwerpen.
- Kies een locatie waar er geen gevaar bestaat dat er water of een andere vloeistof op het apparaat spat.
- Controleer of de omgeving schoon, droog en stofvrij is.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat.
Gebruiksomgeving:
- Temperatuur: 10 °C tot 27 °C [50 °F tot 80,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 80% (max. 32°C
[89,6 °F] met een omgevingsvochtigheid van 15 tot 54%).
Terminal:
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat:
- Schakel het apparaat nooit uit en open nooit de kleppen van het apparaat tijdens het afdrukken.
- Houd brandbare gassen, vloeistoffen en objecten die magnetische krachten genereren verwijderd van het
apparaat.
- Trek het netsnoer uit door aan de stekker te trekken; trek nooit aan de kabel zelf. Als de kabel beschadigd is, kan
dat tot brand of een elektrische schok leiden.
- Raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dat kan tot een elektrische schok leiden.
- Trek het netsnoer altijd uit alvorens het apparaat te verplaatsen. Als u dat niet doet, kan de kabel beschadigd
raken, wat kan leiden tot brand of tot een elektrische schok.
- Trek het netsnoer altijd uit als u denkt het apparaat lange tijd niet te gebruiken.
- Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer, trek er nooit aan en buig het niet. Dat kan tot brand of een
elektrische schok leiden.
- Controleer altijd of het apparaat niet op het netsnoer of op een van de communicatiekabels van andere elektrische
apparaten staat. Controleer ook of de kabels niet in het mechanisme van het apparaat komen. Dat zou tot
storingen of brand kunnen leiden.
- Zorg dat de printer niet onder stroom staat als u een interfacekabel op de printer aansluit of uittrekt (gebruik een
afgeschermde interfacekabel).
- Probeer nooit een vastgemaakt paneel of een kap te verwijderen. Het apparaat bevat hoogspanningscircuits. Elk
contact met deze circuits kan een elektrische ontlading met zich meebrengen.
- Probeer nooit zelf veranderingen aan het apparaat uit te voeren. Dat kan tot brand of een elektrische schok leiden.
- Controleer altijd of er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen via de ventilatieopeningen of
LFF6080
- 9 -
2 - Installatie
andere openingen in het apparaat kunnen belanden. Zulke voorwerpen vormen een risico dat tot brand of een
elektrische schok kan leiden.
- Voorkom dat er water of andere vloeistoffen op of in de buurt van het apparaat worden gemorst. Er kan brand of
een elektrische schok ontstaan als er water of een andere vloeistof in contact komt met het apparaat.
- Zou er per ongeluk toch vloeistof of een metalen voorwerp in het apparaat belanden, schakel het dan onmiddellijk
uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het
gevaar van brand of een elektrische schok.
- Als het apparaat ongebruikelijk veel warmte afgeeft of rook, een ongebruikelijke geur of lawaai produceert, schakel
het dan onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct
reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok.
- Vermijd gebruik van de terminal tijdens elektrische stormen, waarbij de bliksem een gevaar voor elektrische
schokken kan veroorzaken.
- Verplaats de terminal niet terwijl hij afdrukt.
- Til de terminal op wanneer u hem verplaatst.
Veiligheidsinformatie
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten worden gevolgd bij het gebruik van uw apparaat.
Veiligheid tijdens de werking
Op dit informatieblad worden de volgende symbolen gebruikt:
WAARSCHUWING
- Sluit het netsnoer direct op een stopcontact in de muur aan en gebruik nooit een verlengsnoer.
- Haal het netsnoer uit het stopcontact (door aan de stekker te trekken, niet aan het snoer) als het netsnoer of de
stekker uitrafelen of op een andere manier beschadigd raken.
- Verwijder geen kleppen of schroeven, behalve indien dat wordt gevraagd in de Bedieningsinstructies, om
elektrische schokken of blootstelling aan laserstralen te vermijden.
- Schakel de stroom uit en haal het netsnoer uit het stopcontact (door aan de stekker te trekken, niet aan het snoer)
in de volgende gevallen:
U hebt iets gemorst op het apparaat.
U vermoedt dat het apparaat moet worden onderhouden of hersteld.
De buitenkant van uw apparaat is beschadigd.
- Verbrand geen gemorste of gebruikte toner. Tonerstof kan vlam vatten als het wordt blootgesteld aan open vuur.
- U kunt het weggooien bij uw bevoegde dealer of op speciale inzamelplaatsen.
- Gooi de gebruikte tonercartridge (of -fles) weg in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving.
OPGELET
- Bescherm het product tegen vocht of nat weer, zoals regen, sneeuw enz.
- Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het product verplaatst. Zorg ervoor dat het netsnoer niet
Let erop dat u de terminal op een goed geventileerde locatie plaatst. Er wordt een minimale
hoeveelheid ozon gegenereerd tijdens het normale bedrijf van dit apparaat. Dat kan tot een onprettige
geur leiden als het apparaat wordt gebruikt om langdurig en veel af te drukken in een slecht
geventileerde ruimte. Voor een veilig gebruik dient u het apparaat op een goed geventileerde locatie
te installeren.
WAARSCHUWING:
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien de aanwijzingen niet worden
opgevolgd, tot de dood of ernstige verwondingen kan leiden.
OPGELET:
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien de aanwijzingen niet worden
opgevolgd, tot kleine of matige verwondingen of schade aan voorwerpen kan leiden.
LFF6080
- 10 -
2 - Installatie
beschadigd raakt onder het apparaat terwijl u het apparaat verplaatst.
- Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken (niet aan het snoer).
- Zorg dat er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen in het apparaat kunnen vallen.
- Hou toner (gebruikt of ongebruikt), tonercartridge (of –fles), inkt (gebruikt of ongebruikt) of inktcartridge buiten het
bereik van kinderen.
- Zorg dat u zich niet snijdt aan scherpe randen wanneer u vastgelopen papier of originelen uit het apparaat wilt
verwijderen.
- Met het oog op het milieu mag u het apparaat of afval van verbruikte materialen niet weggooien met het
huishoudelijke afval. U kunt het weggooien bij uw bevoegde dealer of op speciale inzamelplaatsen.
- Onze producten zijn ontworpen om aan de hoogste normen te voldoen op het vlak van kwaliteit en functionaliteit.
Daarom raden wij u aan om enkel verbruiksartikelen te gebruiken die u bij een bevoegde dealer kunt kopen.
Stroomvoorziening
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn.
Voor fax of telefoon
- Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water, bv. in de buurt van een badkuip, een wasbak, een gootsteen of
een waskuip, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
- Gebruik liever geen telefoon (behalve een draadloos type) tijdens een elektrische storm. Er bestaat een kleine
kans op een elektrische schok door de bliksem.
- Gebruik geen telefoon in de buurt van een gaslek om het lek te melden.
Aanbevelingen voor het papier
Papier laden in de hoofdlade
Voer het papier altijd met de te bedrukken zijde naar onder in en stel de papiergeleiders af op het papierformaat om
problemen met de toevoer en met vastlopen te vermijden.
De geladen hoeveelheid papier mag niet meer zijn dan de aangeduide laadcapaciteit. Als het maximum wordt
overschreden, kan dat leiden tot problemen met de toevoer en tot vastgelopen papier.
Papier bijladen op de stapel kan dubbele papiertoevoer veroorzaken en moet vermeden worden.
Als u de papierlade uit de machine haalt, moet u ze altijd met beide handen vasthouden, om te verhinderen dat u
ze zou laten vallen.
Gebruik geen papier dat al eerder door uw faxapparaat of een andere printer bedrukt is: het is mogelijk dat de
afdrukkwaliteit dan niet optimaal is.
Papiergebruik
Verwijder elke kromming van het papier voor het afdrukken.
De kromming van het papier mag de 10 mm niet overschrijden.
Het papier moet zorgvuldig bewaard worden om fouten in de papiertoevoer en beeldvervorming te voorkomen die
veroorzaakt worden door het bewaren in een vochtige omgeving.
Controle luchtvochtigheid
Gebruik nooit vochtig papier of papier dat lange tijd ongebruikt is blijven staan.
Na het openen van het pak papier moet het papier in een plastic zak worden bewaard.
Gebruik nooit papier met gekreukte uiteinden, gekreukt papier of ander beschadigd papier.
Gebruik van het apparaat
Schokken toegebracht door de gebruiker
Tijdens het afdrukken mogen geen schokken worden uitgeoefend op de papiertoevoercassette, de lade, de behuizing
en andere onderdelen van het apparaat.
LFF6080
- 11 -
2 - Installatie
Het apparaat verplaatsen
Wanneer u het apparaat op een tafel verplaatst, moet u het optillen, niet verschuiven.
Gebruik van de tonercartridge
Mag niet op zijn zij liggen of ondersteboven gehouden worden.
Mag niet sterk worden geschud.
Symbolen die regels voor het gebruik aanduiden
WAARSCHUWING
Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen.
Als u die opmerkingen negeert, kan dat leiden tot ernstige verwondingen of de dood. Lees de opmerkingen goed. U
vindt ze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van deze handleiding.
OPGELET
Duidt op belangrijke veiligheidsopmerkingen.
Als u die opmerkingen negeert, kan dat leiden tot matige of kleine verwondingen of schade aan het apparaat of andere
voorwerpen. Lees de opmerkingen goed. U vindt ze in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van deze handleiding.
Belangrijk
Duidt op aandachtspunten bij het gebruik van het apparaat en uitleg over mogelijke oorzaken van papierstoringen,
schade aan originelen of verlies van gegevens. Lees de uitleg goed.
Opmerking
Duidt op aanvullende uitleg over de functies van het apparaat en aanwijzingen om gebruikersfouten te herstellen.
LFF6080
- 12 -
2 - Installatie
Beschrijving van de terminal
Voor- en achterzijde
1. Bedieningspaneel
2. Automatische lader
3. Luik vastgelopen papier
4. Aansluiting voor netsnoer
5. Aan/Uit-schakelaar
6. LINE-aansluiting - aansluiting voor telefoonlijn
7. EXT.-aansluiting – aansluiting voor externe
telefoonapparaten
8. Slave-USB-aansluiting (voor pc)
9. LAN-verbinding
10. Master USB-aansluiting (USB-sleutel)
11. Master USB-aansluiting (USB-sleutel)
12. Papiergeleiders voor manuele papiertoevoer
13. Manuele invoerlade
14. Papierlade
15. Toegangsluik voor de cartridge
16. Uitvouwbare lade voor uitgevoerd papier
17. Papieruitvoer
LFF6080
- 13 -
2 - Installatie
Bedieningspaneel
De apparaatmenu’s openen
Alle functies en instellingen van de terminal zijn beschikbaar via het menu en horen bij een specifiek menucommando.
Bijvoorbeeld: met menucommando 51 wordt de functielijst afgedrukt (in de functielijst staan alle terminalmenu’s,
submenu’s en hun identificatienummer).
De menupuntjes kunnen op twee manieren worden geopend: stap voor stap of via een snelkoppeling.
Om de functielijst af te drukken met de stap-voor-stap-methode:
1 Druk op .
2 Gebruik de knop of om door het menu te bladeren en selecteer 5 - A
FDRUKKEN. Bevestig met OK.
3 Gebruik de knop of om door het A
FDRUKKEN te bladeren en selecteer 51-HELPFUNCTIE. Bevestig met OK.
Om de functielijst af te drukken met een snelkoppeling:
1 Druk op .
2 Voer 51 in via het numerieke toetsenbord om de functielijst onmiddellijk af te drukken.
1. Scherm.
2. Numeriek toetsenbord.
3. Alfanumeriek toetsenbord.
4. Toets : wist het teken links van de cursor.
5. Toets : terugkeer wagen of doorgaan naar volgende
regel.
6. Toets : toegang tot speciale tekens.
7. Toets
:
Shift.
8. Toets : documentanalyse op een pc of op media
(USB-stick).
9. Toets : lokale kopie.
10. Toets : om de afdruktaak van de pc te stoppen.
11. Toets : stuurt een SMS (Short Message Service).
12. Toets : verstuurt een fax.
13. Toets : toegang tot kiescodes en afgekorte
nummers.
14. Toets
:
handmatige lijnverbinding, luisteren naar
kiestoon bij het versturen van een fax.
15. Toets : naar meerdere geadresseerden versturen
(fax, e-mail of SMS).
16. Toets : Bevestiging.
17. Toets
OK
: getoonde selectie bevestigen.
18. Toets
: toegang tot menu en door menu's omlaag
lopen.
19. Toets
C
: terug naar vorige menu en invoer corrigeren.
20. Toets
: door menu's omhoog bladeren.
21. Toets : beëindigt de huidige actie.
22. Toets : regelt de activeringstermijn en de besparing
van de toner in de kopieermodus.
23. Toets : toegang tot afdrukmenu (lijst me
t
afdrukfuncties, apparaatinstellingen enz.).
24. Toets : scanresolutie instellen.
25. Toets : Contrast instellen.
26. Pictogram : resolutie "Kopie:
Kwalit. TEKST
/
Fax:
Superfijn
".
27. Pictogram : resolutie "
Foto
".
28. Pictogram : resolutie "Kopie:
Tekst
/ Fax:
Fijn
".
29. Pictogram : kleurmodus.
30. Pictogram : activiteit op de telefoonlijn.
31. Pictogram : faxmodus.
32. Pictogram : modus extern antwoordapparaat.
LFF6080
- 14 -
2 - Installatie
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat de volgende elementen:
Multifunctioneel toestel
1 tonercartridge
1 installatiehandleiding
1 CD-ROM voor pc-installatie en 1 CD-ROM met
scanner- en printerstuurprogramma's voor Mac/
Linux
1 netsnoer
1 telefoonsnoer
Installatie van het toestel
1 Haal het toestel uit de verpakking.
2 Installeer het toestel en hou rekening met de
veiligheidsvoorschriften in het begin van dit boekje.
3 Verwijder alle stickers van het apparaat.
4 Verwijder de beschermfolie van het scherm.
Plaatsen van de documentlader
1 Zet de documentlader met zijn twee pinnen (B)
vast in de daartoe voorziene openingen (A).
Papier in de hoofdlade plaatsen
Uw toestel accepteert diverse formaten en papiersoorten
(zie paragraaf Eigenschappen, pagina 97).
1 Haal de papierlade er volledig uit.
Belangrijk
Voor het invoeren van het papier, zie
paragraaf Aanbevelingen voor het
papier, pagina 10.
Belangrijk
U kunt papier gebruiken met een
gewicht tussen 60 en 105 g/m2.
LFF6080
- 15 -
2 - Installatie
2 Duw het onderste paneel naar beneden tot het
vastklikt.
3 Stel de papierstop aan de achterzijde van de
papierlade in door op de hendel “PUSH” te
duwen (A).
Pas vervolgens de zijgeleiders aan het
papierformaat aan door op de hendel (B) op de
linkergeleider te duwen. Pas de lengtegeleider aan
aan het formaat van het papier door op de hendel
(C) te drukken..
4 Neem een stapel papier, schud hem en leg hem
mooi recht op een vlakke ondergrond.
5 Plaats de stapel papier in de lade (bijvoorbeeld
200 vellen papier van 80 g/m²).
6 Plaats de lade weer in zijn houder.
Installeren van de cartridge
1 Ga voor het apparaat staan.
2 Duw op de linkerkant en aan de rechterkant van het
luikje en trek ze tegelijk naar u toe.
3 Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. Rol de
cartridge voorzichtig 5 tot 6 keer heen en weer om
de toner te verdelen binnen de cartridge. Als u de
cartridge grondig rolt, kunt u het grootste aantal
kopieën per cartridge bereiken.
Hou hem vast bij zijn handvat.
4 Plaats de cartridge in de behuizing door hem zo ver
mogelijk te duwen tot hij zich vastklikt (laatste
beweging naar beneden), zoals hieronder
afgebeeld.
5 Sluit de klep.
LFF6080
- 16 -
2 - Installatie
Papieropvanglade
Regel de opvanglade in functie van het formaat van het af
te drukken document. Vergeet niet om het uitklapbare
deel van de opvanglade op te heffen, om te verhinderen
dat het papier er uitvalt.
In gebruik stellen van het toestel
Aansluiten van het toestel
1 Sluit het uiteinde van het telefoonsnoer aan op de
connector van de terminal, en het andere uiteinde
in de wandcontactdoos van de telefoonlijn.
2 Sluit het ene uiteinde van de LAN-kabel (geleverd
door uw netwerkbeheerder) aan op LAN-port van
de terminal en het andere uiteinde in de plaatselijke
LAN-poort die voor uw apparaat bedoeld is.
3 Zorg dan de Aan/Uit-schakelaar op Uit staat
(positie O).
4 Sluit het netsnoer aan op het apparaat.
Verbind het netsnoer met het stopcontact.
5 Zet de Aan/Uit-schakelaar in de Aan-stand
(positie I).
Initiële instelling van het apparaat
Na enkele seconden, nadat de machine is opgewarmd,
wordt de functie Eenvoudige installatie opgestart en
verschijnt het volgende bericht op het lcd-scherm:
De functie Eenvoudige installatie helpt u om uw
apparaat te configureren door u door de basisinstellingen
te leiden.
Als u de weergegeven instelling wenst aan te passen,
drukt u op de knop OK. Als u de weergegeven instelling
niet wenst aan te passen, drukt u op de knop C: de functie
WAARSCHUWING
Vooraleer u het netsnoer
aansluit, leest u
Veiligheidsvoorschriften,
pagina 1.
WAARSCHUWING
Het netsnoer wordt gebruikt
als een scheiding tussen de
stroomvoorziening en het
apparaat. Als
voorzorgsmaatregel moet
het stopcontact zich vlakbij
de machine bevinden en
gemakkelijk bereikbaar zijn
in geval van gevaar.
1 - FRANCAIS
2 - ENGLISH
LFF6080
- 17 -
2 - Installatie
Eenvoudige installatie zal dan de volgende
basisinstelling weergeven.
1 Selecteer de gewenste taal met de knoppen of
en bevestig met OK.
2 Om het land in te stellen, drukt u op de knop OK.
3 Selecteer uw land in de weergegeven lijst met de
knoppen of en bevestig met OK.
4 Als u het land op “Andere” hebt gezet, is het
mogelijk dat u het openbare telefoon NETWERK
moet instellen dat u wilt gebruiken. Druk op de
knop OK om het in te stellen.
Selecteer het te gebruiken telefoonnetwerk in de
weergegeven lijst met de knoppen of en
bevestig met OK.
5 Om de datum en de tijd in te stellen, drukt u op de
knop OK.
6 Voer de nummers van de gewenste datum en tijd
een voor een in met het numerieke toetsenbord.
Het datumformaat hangt af van het land dat u hebt
geselecteerd: Bijvoorbeeld: DDMMJJ voor
Frankrijk, MMDDJJ voor de VS.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de toets OK om te bevestigen.
7 Om het faxnummer en de naam van het apparaat
op te geven, drukt u op de knop OK.
Die informatie zal op uw verzonden documenten
verschijnen wanneer de functie “Met kopregel”
wordt geactiveerd.
8 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) met het
numerieke toetsenbord.
Om het “+”-teken te tikken, drukt u tegelijkertijd op
de toetsen C
TRL en Q.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
9 Voer de naam van uw apparaat in (max. 20 tekens)
met het numerieke toetsenbord.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
10 Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit,
achter de telefooncentrale van een bedrijf, is het
mogelijk dat u een lokaal voorkiesnummer moet
opgeven. Dat voorkiesnummer zal dan worden
gebruikt om het telefoonnetwerk van het bedrijf te
verlaten.
Om deze functie in te stellen, drukt u op de
knop OK.
11 Voer de minimumgrootte in van nummers buiten
het bedrijf (1 tot 30) met het numerieke
toetsenbord.
Deze instelling wordt gebruikt om interne
telefoonnummers te onderscheiden van externe
telefoonnummers.
Bijvoorbeeld, als u het apparaat in Frankrijk
installeert, achter de telefooncentrale van uw
bedrijf, dan voert u 10 in (aangezien 10 cijfers de
standaardlengte is voor telefoonnummers in
Frankrijk).
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OKom te bevestigen.
12 Selecteer het lokale voorkiesnummer (max. 10
tekens) met het numerieke toetsenbord.
Het voorkiesnummer wordt automatisch
toegevoegd als een extern telefoonnummer wordt
opgeroepen.
Om een pauze in te lassen voor een kiestoon (“/”-
teken), drukt u tegelijkertijd op C
TRL en M of houdt
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het numerieke
toetsenbord tot het “/”-teken verschijnt.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
De instelling is nu volledig en de functielijst wordt
automatisch afgedrukt.
Op het lcd-scherm verschijnt het bericht A
FDRUKPAPIER
OP als er geen papier in de lade zit (zie Papier laden in
de hoofdlade, pagina 10). Het afdrukken zal doorgaan
van zodra er weer papier in de lade zit.
Opmerking
Als u de initiële instelling niet wenst
uit te voeren, drukt u op de knop
. Er verschijnt een
bevestigingsbericht. Druk opnieuw
op de knop om te bevestigen.
Om de apparaatinstellingen
handmatig aan te passen en in te
stellen naar uw eigen wensen,
raadpleegt u Parameters/
Instellingen, pagina 33.
LAND
JA= OK - NEEN= C
Opmerking
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE".
NETWERK
JA= OK - NEEN= C
Opmerking
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE X":
ANDERE 1: TRB21
ANDERE 2: VS
ANDERE 3: Rusland
ANDERE 4: Jordanië
ANDERE 5: Israël
ANDERE 6: TRB21
DATUM/TIJD
JA= OK - NEEN= C
NUMMER/NAAM
JA= OK - NEEN= C
PREFIX
JA= OK - NEEN= C
LFF6080
- 18 -
2 - Installatie
Papier in de handmatige papierinvoer
plaatsen
Met de handmatige papierinvoer kan u verschillende
papierformaten gebruiken met een hoger gewicht dan
toegelaten in de papierlade (zie paragraaf
Eigenschappen, pagina 97).
Per keer mag slechts één enkel vel papier of omslag
ingebracht worden.
1 Schuif de geleiders van de handmatige invoer
volledig opzij.
2 Stop een vel papier of een omslag in de
handmatige invoer.
3 Regel de papiergeleiders tegen de rechter- en
linkerzijden van het papier op de omslag.
4 Zorg ervoor dat bij het afdrukken het gekozen
papierformaat overeenkomt met het formaat dat
werd geselecteerd op de printer (raadpleeg Kopie,
pagina 19).
Gebruik van enveloppen
Alleen gebruiken met de handmatige papiertoevoer.
De aanbevolen zone om af te drukken heeft een
marge van 15 mm aan de zijde van de flap van de
omslag, en een marge van 10 mm van de linker-,
rechter- en onderzijde van de omslag.
Een aantal lijnen kunnen aan de volle kopie worden
toegevoegd om elke overlapping te vermijden.
Er kan zich een fout voordoen tijdens het afdrukken
met omslagen die niet overeenkomen met de
aanbevolen omslagen (zie paragraaf Onderhoud,
pagina 90).
Strijk elke gebogen enveloppe na het afdrukken
handmatig vlak.
Kleine kreuken op de rand van de lange zijde van
enveloppen, vlekken of onduidelijke afdrukken kunnen
op de achterzijde verschijnen.
Maak de enveloppe klaar door goed op de plooilijnen
aan de vier kanten te drukken, nadat u er alle lucht
hebt uitgeduwd.
Plaats de omslag in een goede positie om elke plooi of
vervorming te vermijden.
Papier mag niet worden geacclimatiseerd. En het
moet in een normale kantooromgeving worden
gebruikt.
Belangrijk
Voor het invoeren van het papier, zie
paragraaf Aanbevelingen voor het
papier, pagina 10.
Belangrijk
U kan papier gebruiken met een
gewicht tussen 52 en 160 g/m².
LFF6080
- 19 -
3 - Kopie
Kopie
Uw apparaat biedt u de mogelijkheid om kopies te maken
in één of meerdere exemplaren.
U kunt eveneens tal van parameters instellen om kopies
te maken volgens uw behoefte.
Standaardkopie
In dit geval zijn de standaardparameters van toepassing.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Druk tweemaal op de toets . De kopie wordt
gemaakt op basis van de standaardparameters.
Kopie in de modus ECO-toner
In de ECO-modus kan het verbruik van de hoeveelheid
toner per pagina worden verminderd en kunnen dus de
afdrukkosten worden verlaagd.
Wanneer u de ECO-modus gebruikt, wordt minder toner
verbruikt en is de zwarting van de afdruk lichter.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Druk op de toets .
3 Druk op de toets .
Geavanceerde kopie
Met de geavanceerde kopie kunt u bijzondere instellingen
bepalen voor de huidige kopieeropdracht.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Druk op de toets .
3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
via de toets OK.
4 Kies de gewenste papierlade AUTOMAT. VAK of
HANDMAT. LADE met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
5 Kies de afdrukmodus (zie onderstaande
voorbeelden) volgens de gewenste kopieermodus
of :
- als mozaïek (documentlader): 1 PAGINA OP 1, 2
PAGINA OP 1, of 4 PAGINA OP 1.
- als poster (flatbedscanner): 1 PAG. NAAR 1, 1
PAG. NAAR 4 of 1 PAG. NAAR 9.
Bevestig met de knop OK.
Opmerking
U kunt op elk punt in de
onderstaande stappen starten met
kopiëren door op de knop te
drukken.
Opmerking
Na stap 1 kunt u met het numerieke
toetsenbord meteen het aantal
kopieën invoeren. Druk vervolgens
op OK om te bevestigen. Ga verder
met stap 4.
LFF6080
- 20 -
3 - Kopie
6 Stel de gewenste zoomwaarde in, van 25 % tot
400 % met de toetsen of , bevestig met de
toets OK (alleen beschikbaar in de kopieermodus
1 PAG. NAAR 1).
7 Selecteer het uitgangspunt (herkomst) met de
toetsen of en bevestig dan met de toets OK.
8 Kies de resolutie volgens de gewenste
afdrukkwaliteit AUTO, TEKST, KWALIT. TEKST
of FOTO met de toetsen of , en bevestig
vervolgens met de toets OK.
9 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of
, en bevestig vervolgens met de toets OK.
10 Selecteer het helderheidsniveau met de toetsen
of , en bevestig vervolgens met de toets OK.
11 Kies het gewenste papiertype NORMAAL
PAPIER, DIK PAPIER met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
Kopieermodus identiteitskaart
De kopieermodus ID KAART wordt gebruikt om beide
zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs en
dergelijke op een vel van A4-formaat (documentformaat
van het origineel < A5) of op een vel van het formaat
Letter (documentformaat van het origineel < Statement )
te kopiëren.
Op het LCD-scherm worden nuttige bedieningsinstructies
weergegeven (wanneer het origineel moet worden
geplaatst, wanneer het document moet worden
omgekeerd enz.) en wordt uw bevestiging gevraagd om
door te gaan.
1 Zorg ervoor dat er zich geen document in de
automatische documentlader bevindt.
2 Druk op de toets .
3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
met de toets OK.
4 Kies de gewenste papierlade AUTOMAT. VAK of
HANDMAT. LADE met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
5 Kies de kopieeroptie ID KAART met de knoppen
of , en bevestig vervolgens met de knop OK.
6 Kies de resolutie volgens de gewenste
afdrukkwaliteit AUTO, TEKST, KWALIT. TEKST
of FOTO met de toetsen of , en bevestig
vervolgens met de toets OK. Voor optimale
resultaten met identificatiedocumenten selecteert u
de resolutie FOTO.
7 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of
, en bevestig vervolgens met de toets OK.
8 Selecteer het helderheidsniveau met de toetsen
of , en bevestig vervolgens met de toets OK.
9 Kies het gewenste papiertype NORMAAL
PAPIER, DIK PAPIER met de knoppen of , en
bevestig vervolgens met de knop OK.
Op het LCD-scherm verschijnt het volgende
bericht:
10 Plaats uw identiteitskaart of een andere officieel
document op het glas van de flatbedscanner, zoals
hieronder afgebeeld:
11 Druk op de toets OK
.
Het document wordt gescand en vervolgens wordt
het volgende bericht weergegeven op het LCD-
scherm:
12 Draai uw document om en bevestig met de
knop OK.
Het apparaat drukt een kopie van uw document af.
Belangrijk
Deze functie is enkel beschikbaar
wanneer het te kopiëren document
zich op de flatbedscanner bevindt en
er als geen papier wordt gedetecteerd
in de automatische documentlader.
Aanpassingen van Zoom en
Uitgangspunt zijn niet beschikbaar in
deze kopieermodus.
Belangrijk
Kopiëren in de modus Identiteitskaart
is enkel mogelijk op A4-formaat
(documentformaat van het origineel
< A5) of Letter-formaat
(documentformaat van het origineel
< Statement). Zorg ervoor dat de
geselecteerde papierlade enkel het
juiste papierformaat gebruikt.
ID. KAART INV.
VERV.OK
DOC OMKEREN
VERV.OK
LFF6080
- 21 -
3 - Kopie
Speciale kopieerinstellingen
Alle instellingen die u binnen dit menu uitvoert, worden
standaardinstellingen van uw apparaat na uw
bevestiging.
Instellen van de resolutie
De parameter RESOLUTIE is van invloed op de resolutie
van uw kopieën.
841 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / RESOLUTIE
1 Druk op , voer 841 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de resolutie met de toetsen of
volgens de onderstaande tabel:
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instelling zoom
Met de ZOOM-parameter kunt u een deel van een
document verkleinen of uitvergroten door de oorsprong
en het zoomniveau voor het document in te stellen. U kunt
elke waarde gebruiken tussen 25 en 400 %.
842 –OVERZ TELLERS / KOPIEREN / ZOOMEN
1 Druk op , voer 842 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het gewenste zoomniveau in met behulp van
het alfanumerieke toetsenbord of maak een keuze
uit de vooraf gedefinieerde waarden met de
knoppen en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van gesorteerde kopieën
Met de parameter SAMEN kunt u kiezen of uw kopieën
samengesteld of niet samengesteld zijn.
843 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / SAMEN
1 Druk op , voer 843 in met het toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste optie met de toetsen en
volgens de onderstaande tabel:
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen uitgangspunt (herkomst)
U kunt eventueel het uitgangspunt (herkomst) van de
scanner wijzigen.
Door nieuwe waardes voor X en Y in te voeren in mm (X
<209 en Y <280), verplaatst u de scanzone zoals
aangegeven op de onderstaande afbeelding.
844 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / HERKOMST
1 Druk op , voer 844 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de X- en Y-coördinaten met toetsen
of .
3 Stel de gewenste coördinaten in met het
numerieke toetsenbord of met de toetsen en .
4 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Belangrijk
Als de kwaliteit van de kopieën niet
goed genoeg meer is, kunt u een
kalibrering uitvoeren (zie paragraaf
Kalibrering van de scanner,
pagina 44).
Parameter Betekenis
Picto-
gram
AUTO Lage resolutie. geen
TEKST
Standaardresolutie voor
documenten met tekst en
afbeeldingen.
KWALIT.
TEKST
Resolutie aangepast aan
documenten met tekst.
FOTO
Resolutie aangepast aan
documenten met foto's.
Opmerking
U kunt de resolutie ook wijzigen
door op de knop te drukken.
Parameter Betekenis
SAMEN
De printer verzamelt de kopieën van
het origineel.
Bv. als u drie kopieën maakt van een
document dat uit 10 pagina’s
bestaat, dan wordt het document drie
keer van pagina 1 tot en met pagina
10 gekopieerd.
NIET SAMEN
De printer verzamelt de kopieën van
het origineel niet.
Bv. als u drie kopieën maakt van een
document dat uit 10 pagina’s
bestaat, dan wordt pagina 1 drie keer
gekopieerd, vervolgens pagina 2,
pagina 3 enz.
LFF6080
- 22 -
3 - Kopie
Instellen van het contrast
Met de instelling CONTRAST kunt u het contrast van de
kopieën selecteren.
845 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN / CONTRAST
1 Druk op , voer 845 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel het gewenste contrastniveau in met de toetsen
en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen helderheid
Met de instelling HELDERHEID kunt u uw uitvoer lichter
of donkerder maken.
846 - OVERZ TELLERS / KOPIEREN /
HELDERHEID
1 Druk op , voer 846 in met het toetsenbord.
2 Stel de helderheid in met de toetsen en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van het papiertype
851 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / PAPIER
TYPE
1 Druk op , voer 851 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies het papier NORMAAL of DIKTE dat u wilt
gebruiken met behulp van de toetsen en .
3 Bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Keuze papierlade
De keuze Automatisch kan twee betekenissen hebben,
afhankelijk van het papierformaat dat is vastgelegd op de
papierlades. De verschillende gevallen worden in
onderstaande tabel beschreven.
852 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
PAPIERHOUDR
1 Druk op , voer 852 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies het standaard te gebruiken papier,
AUTOMATISCH of HANDM. met de knoppen
en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van de marges van de sheet-
feedscanner
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw sheet-
feedscanner.
853 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT / S.F.-
MARGES
1 Druk op , voer 853 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de linker-/rechtermarge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instellen van de marges voor flatbedanalyse
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw
flatbedscanner.
854 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
FLATBED-MARG
1 Druk op , voer 854 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de linker- / rechtermarge
in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de
toetsen en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Instelling afdrukmarges links en rechts
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u afdrukt.
855 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
PRINTERMARGE
1 Druk op , voer 855 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de linker- / rechtermarge
in (in stappen van 0,5 mm) met behulp van de
toetsen en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Standaardlade
Lade die wordt
gebruikt om te
kopiëren
Zelfde
papierfor-
maat in de
lades
AUTOMATISCH
Keuze tussen de
hoofdlade en de
manuele lade.
Handmatig
De manuele lade
wordt gebruikt.
Verschil-
lende
papierfor-
maten in de
lades
AUTOMATISCH
De hoofdlade wordt
gebruikt.
Handmatig
De manuele lade
wordt gebruikt.
LFF6080
- 23 -
3 - Kopie
Instelling afdrukmarges in hoogte en laagte
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar
boven of naar onder verschuiven als u afdrukt.
856 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
BOVEN PRINT.
1 Druk op , voer 856 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Stel de verplaatsing van de boven- / ondermarge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
buttons en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Papierformaat instellen
Met dit menu kunt u het standaardpapierformaat instellen
van de manuele lade en de hoofdlade. U kunt eveneens
de standaardscanbreedte instellen.
857 - OVERZ TELLERS / SCAN. EN PRINT /
PAPIERFORMAAT
1 Druk op , voer 857 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de papierlade waarvoor u een
standaardpapierformaat wenst in te stellen met de
en .
3 Bevestig door op OK te drukken.
4 Selecteer het papierformaat met de toetsen of
volgens de onderstaande tabel:
5 Bevestig door op OK te drukken.
6 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Papierlade Beschikbaar papierformaat
HANDM.LADE A5, Statement, A4, Legal en Letter
AUTO. VAK A5, Statement, A4, Legal en Letter
SCANNER LTR/LGL en A4
LFF6080
- 24 -
4 - Fax
Fax
Dit hoofdstuk beschrijft alle beheerfuncties en de
configuratie van de fax.
U vindt hier ook een deel van de beschrijvingen van de
mailboxen van de fax.
Faxverzendingen
Druk een voorblad af
Een voorblad is opgeslagen in uw terminal. Om uw fax
met dit voorblad te versturen, kunt u het op elk moment
afdrukken en invullen met uw gegevens.
1 Kies
30 - FAX / HEADER PAGE.
2 Selecteer:
301 – LOCAL om een voorblad af te drukken
volgens de taal die op de terminal is
geconfigureerd,
302—INTERNAT om een tweetalig voorblad af te
drukken, in de taal van het land geconfigureerd op
de terminal en in het Engels. Het scheidingsteken
dat wordt gebruikt tussen de twee talen is "/".
Voorbeeld van het internationale voorblad:
Directe verzendingen
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Voer het faxnummer in en druk vervolgens op
of .
3 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Het pictogram knippert tijdens het bellen naar uw
contactpersoon en brandt continu als de twee faxen met
elkaar communiceren.
Na de verzending wordt het beginscherm getoond.
Geavanceerde verzending
Met deze functie kunt u een document verzenden op een
ander uur dan het huidige uur.
Om die uitgestelde verzending te programmeren, moet u
het nummer van uw contactpersoon bepalen, het
beginuur van de verzending, de manier van inladen van
het document en het aantal pagina's ervan.
Om de uitgestelde verzending van een document te
programmeren :
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
of
Plaats het document met de kant die gekopieerd
moet worden naar het glas gericht, volgens de
aanduidingen aan weerszijden van de glasplaat.
2 Kies
31 - FAX / ZENDEN.
3 Voer het nummer in van de contactpersoon naar
wie u een uitgestelde verzending wilt sturen, of kies
uw kiesmodus en bevestig met de toets OK.
4 Voer naast het huidige uur het uur in waarop u het
document wilt verzenden, en bevestig met de
toets OK.
5 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de
toets OK.
6 Kies de manier van inladen die u wilt,
DOC.INVOER of GEHEUGEN en bevestig met de
toets OK.
Opmerking
Als de Engelse taal is gekozen voor
de terminalconfiguratie, zal het
voorblad alleen in het Engels
worden afgedrukt.
Opmerking
U kunt de verzendopties wijzigen
terwijl u een fax verzendt. Om dat te
doen, drukt u op OK nadat u het
faxnummer hebt ingevoerd.
Belangrijk
Zorg dat het document in de
invoerlade of op het scannervenster
juist ligt, om te vermijden dat u blanco
of incorrecte pagina’s verzendt.
LFF6080
- 25 -
4 - Fax
7 U kunt het aantal pagina's van het document dat
moet worden verzonden invoeren, en daarna
bevestigen met de toets OK.
8 Bevestig de uitgestelde verzending met de
toets .
9 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Uw document wordt in het geheugen opgeslagen en zal
op het ingestelde uur worden verzonden.
Verzending met opvolgen kiezen
Met deze functie kunt u dankzij de luidspreker het kiezen
horen tijdens het verzenden van een fax. In dat geval is
de maximumsnelheid 14400 bps.
Met die functie kunt u bijvoorbeeld:
horen of de ontvangende fax bezet is, en dus het
moment kiezen waarop de lijn vrij is om een document
te verzenden;
de afhandeling van de communicatie controleren van
onzekere nummers, enz.
Om de lijn handmatig te kiezen:
1 Plaats uw document in de faxlader.
2 Druk op .
3 Stel indien nodig het geluidsniveau in met de
toetsen of .
4 Voer het nummer van de abonnee in.
Vanaf het moment dat u de tonen van de
ontvangende fax hoort, is de lijn vrij en kunt u
beginnen verzenden.
5 Druk op de toets om het document te beginnen
verzenden.
Als uw toestel is ingesteld om een verzendrapport af te
drukken (zie Verzendrapport, pagina 35), zal de
verkleinde kopie van de eerste pagina van het verzonden
document niet op het rapport verschijnen en het zal
vermelden dat de verzending handmatig is.
Faxontvangst
De ontvangst van een fax is afhankelijk van de
parameterinstellingen van uw apparaat.
Met onderstaande parameters kunt u het afdrukken van
ontvangen faxen instellen:
- Ontvangstmodus, pagina 36;
- Ontvangst zonder papier, pagina 37;
- Aantal kopieën, pagina 37;
- Ontvangst fax of pc, pagina 37;
- Verkleiningsmodus ontvangen faxen, pagina 38;
- Technische instellingen, pagina 39.
De onderstaande tabel biedt een overzicht van de lade
die wordt gebruikt om ontvangen faxen af te drukken
afhankelijk van de standaardlade en het papierformaat in
beide lades.
Standaardlade ingesteld op Manueel :
Standaardlade ingesteld op Automatisch :
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Wat te doen
A4,Letter en
Legal
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
uit de manuele lade.
A4,Letter en
Legal
A5,
Statement
De fax wordt afgedrukt
uit de manuele lade.
A5,
Statement
A4,Letter en
Legal
Het papier in de
manuele lade is niet
compatibel.
De fax wordt afgedrukt
uit de hoofdlade.
A5,
Statement
A5,
Statement
Op het scherm
verschijnt een
foutbericht.
Het papier in de
manuele lade is niet
compatibel.
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Wat te doen
A4,Letter en
Legal
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
met een automatische
ladekeuze.
A4,Letter en
Legal
A5,
Statement
Op het scherm
verschijnt een
foutbericht.
Het papier in de
automatische lade is
niet compatibel.
A5,
Statement
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
uit de hoofdlade.
A5,
Statement
A5,
Statement
Op het scherm
verschijnt een
foutbericht.
Het papier in de
automatische lade is
niet compatibel.
LFF6080
- 26 -
4 - Fax
Doorzenden van een fax
U kunt vanaf uw faxapparaat (bron) aanvragen om een
document door te zenden, d.w.z. om een document naar
uw contactpersonen te sturen via een fax op afstand en
volgens een bepaalde verzendlijst.
Daarvoor moeten de bronfax en de fax op afstand allebei
de functie doorzenden hebben.
Om door te zenden moet u aan de fax op afstand het door
te zenden document en het nummer van de verzendlijst
bezorgen. De fax op afstand zorgt vervolgens voor het
verzenden van het document naar al uw contactpersonen
van de verzendlijst.
Als het doorzenden is geactiveerd en het document is
ontvangen door de fax op afstand, dan wordt dat
document eerst afgedrukt voor het wordt doorgezonden
naar de contactpersonen van de lijst.
Om doorzenden vanaf uw faxapparaat te activeren:
1 Voer het door te zenden document in.
2 Kies
37 - FAX / DOORZENDEN.
3 Voer het nummer in van de fax op afstand
waarmee u wilt doorzenden of kies uw kiesmodus
en bevestig met de toets OK.
4 Voer het nummer van de verzendlijst in die door de
fax op afstand moet worden gebruikt, en bevestig
met de toets OK.
5 U kunt naast het huidige uur het uur invoeren
waarop u het document wilt verzenden, en daarna
bevestigen met de toets OK.
6 U kunt de manier van inladen van het document
kiezen, DOC. INVOER of GEHEUGEN en daarna
bevestigen met de OK.
7 U kunt voor het verzenden het aantal pagina's van
het document invoeren.
8 Bevestig de activering van het doorzenden door te
drukken op .
9 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Het document in de documentlader wordt volgens uw
keuze direct of later verzonden naar de fax op afstand, die
het zal doorzenden.
Geheugenontvangst fax
Met de geheugenontvangst van de fax kunt u alle
vertrouwelijke documenten in het geheugen bewaren en
verhinderen dat ze bij de ontvangst systematisch worden
afgedrukt.
Met het controlelampje kunt u de status van de
geheugenontvangst van de fax zien:
Continu branden: de geheugenontvangst is actief.
Knipperen: er zijn documenten in het faxgeheugen of
er wordt een fax ontvangen.
Gedoofd: het geheugen is vol, de terminal kan geen
documenten meer ontvangen.
U kunt de ontvangen documenten beveiligen met een
code van vier cijfers. Als die toegangscode is ingevoerd,
wordt ze gevraagd om:
de ontvangen faxberichten in het faxgeheugen af te
drukken.
de geheugenontvangst van de fax te activeren of
deactiveren.
Een toegangscode voor het geheugen
instellen
383 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / CODE
1 Druk op , voer 383 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de gewenste code in (4 cijfers) en bevestig
met de toets OK.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De geheugenontvangst activeren /
deactiveren
382 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / ACTIVEREN
1 Druk op , voer 382 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst
hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de
toets OK.
3 Selecteer de vereiste optie voor de
geheugenontvangst: MET of ZONDER en bevestig
uw keuze met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De faxberichten ontvangen in het geheugen
afdrukken
381 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / AFDRUKKEN
Belangrijk
Zorg dat het document in de
invoerlade of op het scannervenster
juist ligt, om te vermijden dat u blanco
of incorrecte pagina’s verzendt.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
LFF6080
- 27 -
4 - Fax
1 Druk op , voer 381 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst
hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de
toets OK.
De ontvangen documenten in het faxgeheugen worden
afgedrukt.
Rerouting van faxen
Met deze functie kunt u ontvangen faxen doorsturen naar
een contactpersoon van de kiescodes. Om te kunnen
rerouten, moet u twee handelingen uitvoeren:
1 Rerouten activeren.
2 Stel het reroutadres van de fax in.
Rerouten activeren
391 - FAX / REROUTING / ACTIVEREN
1 Druk op , voer 391 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en van het navigatiesysteem
selecteert u de optie MET.
3 Met de toetsen en kiest u de geadresseerde
in de kiescodes.
4 Bevestig met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Als de optie ZONDER wordt geselecteerd, worden de
menu’s 392 en 393 niet in het functieoverzicht
opgenomen wanneer dat wordt afgedrukt.
De geadresseerde van de rerouting bepalen
392 - FAX / REROUTING / BESTEMMING
1 Druk op , voer 392 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en kiest u de geadresseerde
in de kiescodes.
3 Bevestig met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Gereroute documenten afdrukken
393 - FAX / REROUTING / KOPIEREN
1 Druk op , voer 393 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en kiest u voor de optie
KOPIEREN (lokale afdruk van informatie die naar
uw apparaat werd doorgezonden) MET
of ZONDER.
3 Bevestig met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Rerouting van faxen naar een USB-
sleutel
Met die functie kunt u de ontvangen faxen rechtstreeks
naar de map MF Printer Laser Pro LL2 4\FAX omleiden
op een USB-sleutel die met uw terminal is verbonden. De
map MF Printer Laser Pro LL2 4\FAX wordt aangemaakt
door de applicatie. De USB-sleutel wordt dan het
ontvangstgeheugen van de terminal.
De gereroute faxen worden in TIFF-formaat opgeslagen
op de USB-sleutel en worden op de volgende manier
genoemd: "FAXJJMMDDUUMMSS" waarin
JJMMDDUUMMSS overeenstemt met de datum en de tijd
waarop de fax werd ontvangen.
U kunt de documenten die u naar de USB-sleutel hebt
gererout, ook automatisch laten afdrukken via het menu
052 AFDRUKKEN.
Rerouten activeren
051 - MEDIA / FAX OPSLAAN / ACTIVEREN
1 Druk op , voer 051 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en van het navigatiesysteem
selecteert u de optie MET en bevestigt u uw keuze
met OK.
3 Verlaat het menu door op de toets
te drukken.
Gereroute documenten afdrukken
052 - MEDIA / FAX OPSLAAN / AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 052 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Met de toetsen en , selecteert u de optie MET
om alle gereroute documenten automatisch af te
drukken.
3 Bevestig uw keuze met de toets OK.
4 Verlaat het menu door op de toets
te drukken.
Wachtrij verzendingen
Met die functie krijgt u een samenvatting van de status
van alle documenten die wachten op verzending, met
inbegrip van de documenten opgeslagen in MBX'en,
uitgestelde verzendingen, enz.
Belangrijk
Zorg ervoor dat de geadresseerde tot
de kiescodes behoort (zie Lijst met
kiescodes, pagina 45).
Belangrijk
Sluit de USB-sleutel aan voor u de
functie activeert.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Belangrijk
Dit menu is enkel toegankelijk
wanneer de functie FAX OPSLAAN
werd geactiveerd.
LFF6080
- 28 -
4 - Fax
Dat maakt het volgende mogelijk:
Raadplegen of wijzigen van de wachtrij. In de
wachtrij worden de documenten op de volgende
manier gecodeerd:
volgnummer in de wachtrij / status van het document /
telefoonnummer van de contactpersoon
.De status van de documenten kan het volgende zijn:
- ZND: verzending
- DZD : doorzending
- OMB: opgeslagen in MBX
- AFR: op afroep
- MBX: verzending naar mailbox
- MBA: afroep van de mailbox
- OPD: opdracht wordt uitgevoerd
- SMS: Sms-verzending
Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij
afdrukken van een documentin het geheugen, in de
wachtrij voor verzending, of opgeslagen in MBX
de wachtrij afdrukken, om de status van elk
document in de wachtrij op te vragen op ofwel:
- volgorde in wacthrij,
- documentnaam of -nummer,
- ingegeven verzendingstijd (fax),
- type van behandeling van het document: verzenden
uit het geheugen, uitgestelde verzending, of uit MBX,
- aantal pagina's van het document,
- documentformaat (percentage ruimte ingenomen in
het geheugen)
Wissen van een verzendaanvraag in de wachtrij.
Direct uitvoeren van een verzending in de
wachtrij
61 - OPDRACHTEN / UITVOEREN
1 Druk op , voer 61 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer het document in de wachtrij.
3 Bevestig uw keuze met OK of om de
geselecteerde verzending onmiddellijk uit te
voeren.
Consulteren of wijzigen van de wachtrij
62 - OPDRACHTEN / WIJZIGEN
1 Druk op , voer 62 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toets OK.
3 U kunt de instellingen van de gekozen
verzendingsaanvraag wijzigen en daarna uw
wijzigingen bevestigen door te drukken op de
toets .
Een verzending in de wachtrij wissen
63 - OPDRACHTEN / WISSEN
1 Druk op , voer 63 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toets OK.
Een document in de wachtrij of opgeslagen
in MBX afdrukken
64 - OPDRACHTEN / AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 64 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toets OK.
Wachtrij afdrukken
65 - OPDRACHTEN / OVERZ. AFDRUK
Druk op , voer 65 in met behulp van het toetsenbord.
Een samenvattend document genaamd **LIJST MET
OPDRACHTEN ** wordt afgedrukt.
Onderbreken van een verzending
Een verzending onderbreken is mogelijk met elk type
document, maar het verschilt voor verzendingen met een
of meerdere geadresseerden.
Voor een verzending met één geadresseerde
uitgevoerd vanuit het geheugen, wordt het document
uit het geheugen gewist.
Voor een verzending met meerdere geadresseerden,
wordt alleen de geadresseerde waarvan de
verzending bezig is op het moment van het
onderbreken, uit de wachtrij van de verzendingen
gewist.
Om een verzending te onderbreken:
1 Druk op .
Er zal een bericht verschijnen met de vraag om het
onderbreken te bevestigen.
2 Druk op de toets om de onderbreking te
bevestigen van de verzending die bezig is.
Als uw apparaat is ingesteld om een verzendrapport af te
drukken, dan wordt het verzendrapport afgedrukt, dat
vermeldt dat de bediener vroeg om de verzending te
onderbreken.
Opmerking
U kunt de wachtrij ook afdrukken via
het menu
57 - AFDRUKKEN /
OPDRACHTEN
.
LFF6080
- 29 -
4 - Fax
Mailbox fax
U beschikt over 32 mailboxen (MBX) waarmee u naar
elke contactpersoon die een fax heeft die compatibel is
met de uwe, berichten vertrouwelijk kunt versturen,
dankzij een toegangscode (genaamd MBX-code).
MBX 00 is openbaar. MBX 00 wordt direct aangemaakt
door de terminal om berichten op te slaan voor de
geheugenontvangst van de fax, vanaf het moment dat de
geheugenontvangst is geactiveerd.
De MBX'en 01 tot 31 zijn privé. Elk ervan wordt
beschermd door een wachtwoord. U kunt ze gebruiken
om documenten vertrouwelijk te ontvangen.
Om toegang te hebben tot een MBX en hem te kunnen
gebruiken, moet u hem eerst maken en er een naam en
een MBX-code (indien nodig) aan toewijzen.
Daarna kunt u:
de kenmerken van een bestaande MBX wijzigen,
de inhoud van een MBX afdrukken, maar alleen als de
MBX een of meerdere documenten bevat (er
verschijnt een sterretje naast de naam van de
betrokken MBX). Een MBX waarvan de inhoud werd
afgedrukt, is leeg,
een MBX wissen, alleen als de MBX werd
geïnitialiseerd en leeg is,
de lijst MBX'en van uw fax afdrukken.
U kunt met de MBX'en vertrouwelijk verzenden en
ontvangen.
Wanneer u een document in uw MBX plaatst, is de
toegangscode niet nodig. Alle documenten die in een
MBX worden geplaatst, worden aan de aanwezige
documenten toegevoegd.
Op afroep zijn MBX'en alleen toegankelijk met een MBX-
code.
U kunt dus opslaan en afroepen met MBX'en door:
een document op te slaan in een MBX van uw fax,
Te verzenden om een document in een MBX van een
fax op afstand te plaatsen,
documenten af te roepen van een MBX van een fax op
afstand.
Een MBX maken
71 - MAILBOX / MAAK MBX AAN
1 Druk op , voer 71 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies een vrije MBX uit de 31 MBX’en of voer
rechtstreeks het nummer in van een vrije MBX en
bevestig met OK.
3 Kies de optie MBX CODE om een toegangscode
toe te wijzen en bevestig met de toets OK.
De waarde 0000 wordt automatisch weergegeven.
4 Voer indien nodig de toegangscode van uw keuze
in en bevestig met de toets OK.
5 Kies de gewenste optie NAAM POSTVAK en
bevestig met de toets OK.
6 Voer de gewenste naam van de MBX in (max 20
tekens) en bevestig met de toets OK.
De MBX is gemaakt. Om een andere MBX te
maken, drukt u op de toets C en herbegint u met
stap 1.
7 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Een bestaande MBX wijzigen
71 - MAILBOX / MAAK MBX AAN
1 Druk op , voer 71 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van
de MBX in, en bevestig met de toets OK.
4 Selecteer het menu met de toetsen MBX CODE of
NAAM POSTVAK en bevestig daarna met de
toets OK.
5 Breng de gewenste wijzigingen aan en bevestig
met de toets OK.
Indien nodig herhaalt u de laatste twee stappen voor het
andere menu.
De inhoud van een MBX afdrukken
73 - MAILBOX / MBX AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 73 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van
de MBX in, en bevestig met de toets OK.
Alle documenten in de MBX worden afgedrukt en de MBX
wordt leeggemaakt.
Een MBX wissen
Controleer eerst of de MBX leeg is, voor u verder gaat. U
moet de inhoud ervan eerst afdrukken.
74 - MAILBOX / WIS MBX
1 Druk op , voer 74 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
3 Voer eventueel de bestaande toegangscode van
de MBX in, en bevestig met de toets OK.
4 Bevestig het wissen door te drukken op de
toets OK.
De MBX is gewist en wordt toegevoegd aan de lijst vrije
MBX'en.
LFF6080
- 30 -
4 - Fax
Mailboxlijst afdrukken
75 - MAILBOX / PRT MBX LIJST
Druk op , voer 75 in met behulp van het toetsenbord.
In de lijst vindt u de status terug van elke MBX.
Opslaan in een MBX van uw fax
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Selecteer
72 - MAILBOX / MBX AFROEPEN.
3 Selecteer de gewenste MBX uit de 31 MBX’en of
voer direct het nummer van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
Het document in de documentlader wordt in de gekozen
MBX opgeslagen.
Verzenden voor opslaan in een MBX van
een fax op afstand
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Selecteer
35 - FAX / MBX. ZENDEN.
3 Voer het nummer van de geadresseerde in van de
MBX waarin u het document wilt opslaan of kies uw
kiesmodus en bevestig daarna met de toets OK.
4 Voer het nummer van de MBX van de
geadresseerde in, en bevestig met de toets OK.
5 Als u de verzending wilt uitstellen, voer dan naast
het huidige uur het gewenste uur in, en bevestig
met de toets OK.
6 U kunt de manier van inladen van het document
kiezen, DOC. INVOER of GEHEUGEN en daarna
bevestigen met OK.
7 Voer indien gewenst het aantal pagina's van het
document in dat moet worden verzonden, en
bevestig met de toets OK.
8 Bevestig de verzendaanvraag naar een MBX van
een fax op afstand door op de toets te
drukken.
In het geval van een directe verzending wordt het
document onmiddellijk verzonden.
In het geval van een uitgestelde verzending wordt het
document opgeslagen in het geheugen en wordt de
verzending op het gekozen uur uitgevoerd.
Afroepen van een MBX van een fax op
afstand
36 - FAX / MBX. AFROEP
1 Druk op , voer 36 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het nummer van de contactpersoon in, bij wie
u een afroep van de MBX wilt uitvoeren, of kies uw
kiesmodus, en bevestig daarna met de toets OK.
3 Voer het nummer van de MBX van de
contactpersoon in en bevestig met de toets OK.
4 Voer de toegangscode van de MBX in en bevestig
met de toets OK.
5 Als u het afroepen wilt uitstellen, voer dan naast het
huidige uur het gewenste uur in en bevestig met de
toets OK.
6 Bevestig de aanvraag voor het afroepen van de
MBX met de toets .
Zodra de fax op afstand wordt opgeroepen, direct of op
het ingestelde uur, worden het document of de
documenten van de MBX van de fax op afstand
ontvangen door uw fax.
Opslaan en afroepen van een fax
U kunt een document opslaan op uw fax, ter beschikking
van iedere contactpersoon die hem met de functie
AFROEPEN oproept.
Om het opslaan van een document te programmeren,
moet u het type ervan vastleggen:
Enkelvoudig: hij kan maar één keer worden
afgeroepen, zowel uit het geheugen als uit de
documentlader,
Meervoudig: hij kan zo vaak als gewenst worden
afgeroepen uit het geheugen.
Om een afroep te programmeren moet de
contactpersoon voor de afroep worden bepaald, en
daarna kunt u volgens de gewenste afroep:
een directe afroep starten,
een uitgestelde afroep programmeren door het
gewenste uur in te stellen,
een afroep voor meerdere contactpersonen, direct of
uitgesteld, starten.
Opmerking
U kunt de mailboxlijst ook afdrukken
via het menu
58 - AFDRUKKEN /
LIJST POSTVAK
.
Opmerking
Controleer eerst of de fax op afstand
compatibel is.
LFF6080
- 31 -
4 - Fax
Document opslaan
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Selecteer
34 - FAX / AFR ZENDEN.
3 Kies het type opslag volgens de tabel hierna:
4 Bevestig uw keuze met de toets OK.
Afroepen van een document dat is
opgeslagen
33 - FAX / AFR ONTVANG
1 Selecteer
33 - FAX / AFR ONTVANG.
2 Voer het nummer in van de contactpersoon
waarvan u het document wilt afroepen of kies uw
kiesmodus.
U kunt meerdere documenten afroepen met de
toets .
3 Afhankelijk van het type uit te voeren afroep moet
u:
Menu Procedure
Enkelvo
udig
1 Kies de DOC. INVOER of
GEHEUGEN.
2 Stel indien nodig het contrast in en
bevestig met de toets OK.
3 Voer het aantal pagina's van het
document in dat u gaat opslaan.
Meervou
dig
1 Stel indien nodig het contrast in en
bevestig met de toets OK.
2 Voer het aantal pagina's van het
document in dat u gaat opslaan.
Menu Procedure
Directe
afroep
1 Druk op .
Uitgestelde
afroep
1 Druk op OK.
2 Voer naast het huidige uur
het uur in waarop u het
document wilt afroepen en
bevestig met de toets .
LFF6080
- 32 -
5 - SMS
SMS
Met de toets SMS kunt u SMS'jes versturen naar uw
contactpersonen overal ter wereld. SMS ("Short Message
Service") is een korteberichtendienst naar mobiele
telefoons of andere apparaten die compatibel zijn met
SMS.
Het aantal tekens per bericht is afhankelijk van de
provider en van het land van waaruit u SMS'jes verstuurt
(bijv. Frankrijk 160 tekens, Italië 640 tekens).
Configuratie van SMS-instellingen
Weergave van de afzender
Met deze instelling kunt u de naam en het nummer van de
afzender van een SMS'je weergeven.
41 - SMS SERVICE / AFZENDER
1 Druk op , voer 41 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Selecteer de gewenste weergave van de afzender,
ON of OFF, met de toets of .
3 Bevestig met OK.
Berichtencentrale voor SMS-verzendingen
Met deze instelling kunt u het nummer van de
berichtencentrale voor SMS-verzendingen invoeren. Dat
nummer wordt u bezorgd door uw provider.
421 - SMS SERVICE / INIT. SMS / SERVER
1 Druk op , voer 421 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het nummer van de server voor verzendingen
in met het numerieke toetsenbord.
3 Bevestig met OK.
Een SMS verzenden
1 Druk op de toets .
2 Voer de SMS-tekst in met het alfabetische
toetsenbord.
Daarvoor staat een tekstverwerker ter beschikking:
voor de hoofdletters gebruikt u de toets Ï,
om in het invoerveld te navigeren, gebruikt u de
toetsen en ,
om per woord in de tekst te navigeren, drukt u
op de toets CTRL en een van de
navigatietoetsen ( of ),
om naar de volgende regel te gaan, drukt u op
de toets ,
om een teken te wissen (door met de cursor
naar links te gaan) drukt u op de toets or C.
3 Bevestig met OK.
4 Voer het nummer van de geadresseerde in
(mobiele telefoon of elk apparaat compatibel met
SMS) met een van de volgende mogelijkheden:
voer het nummer in met het numerieke
toetsenbord,
voer de eerste letters van de naam van de
geadresseerde in,
druk op de toets tot uw contactpersoon
verschijnt (de contactpersonen zijn alfabetisch
geklasseerd).
Uw SMS'je kan naar een of meerdere
geadresseerden worden gestuurd. Om een
SMS te verzenden:
naar één geadresseerde, bevestig met de
toets OK .
naar meerdere personen:
5 druk op de toets en voer het nummer van de
volgende geadresseerde in.
6 Herhaal die stap tot de laatste geadresseerde
(maximum 10). Bevestig de ingevoerde
geadresseerde(n) met de toets OK. Verzenden
SMS verschijnt op het scherm tijdens de
verzending van het SMS'je.
•Als SMS op het scherm verschijnt, staat de verzending
van het SMS'je in de wachtrij en volgt over enkele
minuten een nieuwe poging. Om die verzending direct
uit te voeren of te annuleren (zie paragraaf Wachtrij
verzendingen, pagina 27).
Om te controleren of de verzending van het SMS'je
goed verliep, kunt u het Logboek verzendingen
afdrukken (zie paragraaf Logboeken afdrukken,
pagina 42).
Belangrijk
De SMS-service is afhankelijk van het
land en de provider.
Opmerking
Voor de SMS-service worden
speciale tarieven gebruikt.
LFF6080
- 33 -
6 - Parameters/Instellingen
Parameters/
Instellingen
U kunt uw apparaat instellen in functie van uw behoeften.
In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de
verschillende functies.
U kan de functiegids en de mogelijke instellingen van uw
multifunctionele apparaat afdrukken.
Configuratie op afstand
U kunt dezelfde parameters op afstand configureren als u
plaatselijk kunt doen.
Vereiste voorwaarden
Het volgende is nodig om uw apparaat extern te
configureren.
u hebt een webbrowser op uw pc nodig (Internet
Explorer versie 4 of hoger voor de beste werking);
u dient de plaatselijke netwerkinstellingen van uw
apparaat op te geven: IP-adres, subnetmasker, enz.
(zie Netwerkfuncties, pagina 51).
Toegang krijgen tot de ingesloten
webserver
1 Open een webbrowser op een pc die op het
netwerk is geregistreerd.
2 Geef het IP-adres van het apparaat op in het veld
Adres en bevestig dit door op Enter te drukken.
3 Als de introductiepagina opent, selecteert u de taal
van de interface.
4 Wijzig de benodigde parameters op het scherm en
bevestig dit vervolgens
Datum/tijd
U kunt op elk moment de datum en de tijd van uw
multifunctionele terminal instellen.
Afhankelijk van het land dat op het apparaat
geconfigureerd is, is het datumformaat van het type
DDMMJJ (bv. Frankrijk) of MMDDJJ (bv. VS).
21 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD
1 Druk op , voer 21 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Voer de cijfers van de tijd en datum één voor één
in (bijvoorbeeld voor 8 november 2004 om 9.33 u.
drukt u op 0811040933 of 11080433) en drukt u op
OK om te bevestigen.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Instellen van zomertijd / wintertijd
In dit menu kunt u kiezen of automatisch naar zomertijd/
wintertijd moet worden overgeschakeld of niet.
Het menu 21>DATUM/TIJD bevat 2 submenu’s:
Manuele modus
211 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD / WIJZIGEN
Uw multifunctionele apparaat zal u vragen om de datum
en tijd te wijzigen via het numerieke toetsenbord.
Automatische modus
212 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD / AUTOM.
AANP.
Als u ZONDER selecteert en bevestigt met OK, dan zal
de zomertijd / wintertijd niet automatisch worden
veranderd. Om het apparaat op de nieuwe tijd in te
stellen, moet u het menu 211 WIJZIGEN gebruiken.
Als u MET selecteert en bevestigt met OK, hoeft u zich
niet te bekommeren over een wijziging eind maart (+ 1u.)
en oktober (-1 u.) U zult gewoon ingelicht worden over de
wijziging via een bericht op het scherm.
De standaardparameter is ZONDER.
Waarschuwingsbericht
Bij de automatische overgang van en naar zomertijd /
wintertijd zal een melding weergegeven worden om u in
te lichten dat de tijd van het multifunctionele apparaat
werd gewijzigd.
of
Opmerking
De ontwikkeling van uw terminal
stopt niet. Regelmatig zijn er nieuwe
functies beschikbaar.
Om die te kunnen benutten, bezoekt
u onze website www.sagem-
communications.com. U kunt ook de
updatefunctie gebruiken die bij de
Companion Suite Pro-software zit
om de laatste online-updates te
downloaden (zie Firmware-update,
pagina 96).
Opmerking
Opmerking Configuratie op
afstand is ook mogelijk als u de
Companion Suite op uw pc hebt
geïnstalleerd (zie Koppelingen,
pagina 74).
Belangrijk
Deze functie is enkel beschikbaar als
het land dat op het apparaat werd
geconfigureerd, deel uitmaakt van de
Europese Unie.
25-03-07 02:01
CONTROLEREN UUR
28-10-07 02:01
CONTROLEREN UUR
LFF6080
- 34 -
6 - Parameters/Instellingen
Bij uw volgende handeling op het toetsenbord van het
multifunctionele apparaat wordt de melding automatisch
gewist.
Uw faxnummer/uw naam
Met uw multifunctionele terminal kunt u op elke
verzonden fax het nummer en de naam laten afdrukken
die u vooraf hebt ingevoerd.
Om uw faxnummer en naam op te slaan:
22 - INSTELLINGEN / NUMMER/NAAM
1 Druk op , voer 22 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) en bevestig
met OK .
3 Voer uw naam in (max. 20 tekens). Bevestig
met OK.
Als u bijvoorbeeld de letter C wilt intikken, drukt u
op de toets C tot de letter op het scherm verschijnt.
4 Druk op om dit menu af te sluiten.
Type netwerk
U kunt uw fax aansluiten op een openbaar
telefoonnetwerk of op een privénetwerk, dat bijvoorbeeld
is opgebouwd met een automatische telefooncentrale
PABX. U moet het type netwerk instellen dat u past.
Om het type netwerk te kiezen:
251 - INSTELLINGEN / TEL.NETWERK / SOORT
CENTR
1 Druk op , voer 251 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie PABX of OPENBAAR en
bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit, achter de
telefooncentrale van een bedrijf, is het mogelijk dat u een
lokaal voorkiesnummer moet opgeven (zie Lokaal
prefix).
Geografische instellingen
Met deze instellingen kunt u de terminal gebruiken in
verschillende vooraf ingestelde landen en met
verschillende talen.
Landen
Door een land te kiezen, initialiseert u:
de instellingen van het openbare telefoonnetwerk,
de standaardtaal.
Om het land te kiezen:
201 – INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / LAND
1 Druk op , voer 201 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met de
toets OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Telecommunicatienetwerk
Met deze instelling kunt u handmatig het type openbare
telefoonnetwerk voor een land instellen, zodat uw
apparaat in overeenstemming met de geldende normen
kan communiceren met het openbare telefoonnetwerk
van het gekozen land.
Standaard stelt u met de keuze van een land met het
commando 201 automatisch het type openbare
telefoonnetwerk in het betrokken land in.
Om het type te gebruiken openbaar telefoonnetwerk
handmatig te kiezen:
202 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / NETWERK
1 Druk op , voer 202 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met de
toets OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Belangrijk
Daarvoor moet de instelling
KOPREGEL ZEND zijn ingesteld op
MET (zie Technische instellingen,
pagina 39).
De functie KOPREGEL ZEND is
standaard geactiveerd op het
Amerikaanse model en kan niet
worden gewijzigd.
Belangrijk
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE".
Belangrijk
Die instelling verschilt van de
instelling SOORT CENTR, waarmee
u kunt kiezen tussen een openbaar
telefoonnetwerk of een privénetwerk.
LFF6080
- 35 -
6 - Parameters/Instellingen
Weergavetaal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen voor de menu's.
De standaardinstelling is Engels.
Om de taal te kiezen:
203 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / TAAL
1 Druk op , voer 203 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste taal met de toetsen en, en
bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Lokaal prefix
Deze functie wordt gebruikt als uw fax in een
privénetwerk wordt geïnstalleerd, achter een
automatische bedrijfstelefooncentrale. Daarmee kunt u
instellen dat er automatisch een lokaal prefix (in te
stellen) wordt toegevoegd, zodat het bedrijfsnetwerk
automatisch wordt verlaten, op voorwaarde dat:
de interne telefoonnummers van het bedrijf, waarvoor
het prefix niet wordt gebruikt, korter zijn dan de
minimale lengte (bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk);
de externe nummers, waarvoor het prefix nodig is,
langer zijn dan of gelijk zijn aan de minimale lengte
(in te stellen, bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk).
In twee stappen stelt u het lokale prefix in voor uw fax:
1 stel de minimale lengte (of gelijke lengte) in van
de externe telefoonnummers van het bedrijf,
2 stel het lokale prefix in om het bedrijfsnetwerk te
verlaten. Het prefix wordt automatisch toegevoegd
als een extern telefoonnummer wordt opgeroepen.
252 - INSTELLINGEN / TEL. NETWERK / PREFIX
1 Druk op , voer 252 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het vereiste minimale FORMAATNUMMER
van de nummers buiten het bedrijf in en bevestig
met OK.
Die minimumlengte moet tussen 1 en 30 liggen.
3 Voer het vereiste lokale PREFIX om het
bedrijfsnetwerk te verlaten in (max. 10 tekens) en
bevestig met OK.
4 Als u het apparaat hebt geconfigureerd voor het
versturen van faxen via een faxserver (zie
Faxserverconfiguratie, pagina 37), voert u het
vereiste uitgaande plaatselijke prefix voor de
faxserver in en bevestigt u dit met OK.
5 Druk op om dit menu af te sluiten.
Verzendrapport
U kunt een verzendrapport afdrukken voor alle
communicatie via het telefoonnetwerk (RTC).
U kunt kiezen tussen verschillende criteria voor het
afdrukken van rapporten:
MET: een rapport wordt verzonden als de verzending
goed was of als ze definitief geannuleerd werd (maar
er is maar één rapport per aangevraagde verzending),
ZONDER: geen verzendrapport, niettemin vermeldt
uw fax in zijn Logboek verzendingen alle uitgevoerde
verzendingen,
ALTIJD: er wordt bij elke verzendpoging een rapport
afgedrukt,
ZENDFOUT: er wordt alleen een rapport afgedrukt als
de verzendpoging fout ging of de aanvraag tot
verzending definitief werd geannuleerd.
Bij elk verzendrapport uit het geheugen wordt
automatisch een verkleinde afbeelding van de eerste
pagina van het document gevoegd.
Om het type rapport te kiezen:
231 – ZENDEN / ZENDJOURNAAL
1 Druk op , voer 231 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie MET, ZONDER, ALTIJD of
ZENDFOUT en bevestig uw keuze met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
U kunt ook een rapport afdrukken voor alle
communicaties die een faxserver heeft verwerkt (zie
Faxserverconfiguratie, pagina 37).
Opmerking
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE X":
ANDERE 1: TRB21
ANDERE 2: VS
ANDERE 3: Rusland
ANDERE 4: Jordanië
ANDERE 5: Israël
ANDERE 6: TRB21
Belangrijk
Als u een lokaal prefix hebt
ingesteld, voer het dan niet in als u
nummers in het geheugen van de
kiescodes invoert: het wordt
immers automatisch aan elk
nummer toegevoegd.
Opmerking
Om een pauze in te lassen voor een
kiestoon (“/”-teken), drukt u
tegelijkertijd op C
TRL en M of houdt
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het
numerieke toetsenbord tot het “/”-
teken verschijnt.
LFF6080
- 36 -
6 - Parameters/Instellingen
Het rapporttype kiezen voor communicaties die door de
faxserver verwerkt zijn:
837 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER /
ZENDJOURNAAL
1 Druk op , voer 837 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie MET, ZONDER, ALTIJD of
ZENDFOUT en bevestig uw keuze met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Manier van inladen van de
documenten
U kunt de manier van inladen van uw te verzenden
documenten kiezen:
•uit het geheugen, de verzending gebeurt pas nadat
het document en het nummer in het geheugen werden
geplaatst.
Daarmee kunt u de originelen sneller terughalen.
•uit de doc. invoer van de sheetfeedscanner, de
verzending gebeurt na het intoetsen van het nummer
en het inscannen van het document. Hiermee kunt u
grote documenten versturen.
Om de manier van inladen van de documenten te kiezen:
232 – INSTELLINGEN / ZENDEN / DOC. ZENDEN
1 Druk op , voer 232 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de optie GEHEUGEN of DOC.INVOER en
bevestig uw keuze met OK.
In de modus doc. invoer verschijnt geen verkleinde
afbeelding op het verzendrapport.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Daluren
Met deze functie kunt u faxverzendingen uitstellen tot
daluren en uw verzendkosten beperken.
De daluren, tijdens welke telefoneren goedkoper is, zijn
standaard ingesteld van 19h00 tot 07h30. U kunt ze
echter wijzigen.
Om de daluren te wijzigen:
233 - INSTELLINGEN / ZENDEN / DALUREN
1 Druk op , voer 233 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de nieuwe daluren in (bijvoorbeeld 19.00-
07.30 u.) en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Om de daluren te gebruiken:
32 - FAX / SPAARMODUS
1 Selecteer 32 - FAX / SPAARMODUS.
2 Voer het nummer van de geadresseerde in en
bevestig met de toets OK.
3 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de
toets OK.
4 Kies de manier van inladen die u wilt,
DOC.INVOER of GEHEUGEN en bevestig met de
toets OK.
5 U kunt het aantal pagina's van het document dat
moet worden verzonden invoeren, en daarna
bevestigen met de toets OK.
6 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE PAGINA en
bevestig met OK. Selecteer GEREED wanneer alle
pagina’s ingescand zijn.
Ontvangstmodus
Deze functie biedt u de mogelijkheid om, terwijl u een
extern apparaat (telefoon, antwoordapparaat) hebt
aangesloten op de uitgang EXT van uw terminal of aan
uw telefoonstekker, het apparaat te kiezen dat de faxen
en/of berichten ontvangt..
U kunt kiezen tussen de volgende ontvangstmodi :
VON HAND : de terminal ontvangt geen enkel
document automatisch. Op het moment dat u de
telefoon opneemt en u constateert dat u een fax
ontvangt, dient u op de toets van de terminal te
drukken om de fax aan te nemen.
FAX : de faxontvangstmodus begint systematisch op
de terminal.
FAX-ANTW : de ontvangst van de fax begint
automatisch op de terminal, de ontvangst van
telefoonverbindingen begint automatisch op het
externe apparaat.
Druk op de toetsen #0 van uw telefoon om het
detecteren van een fax te annuleren.
Om het type ontvangst te kiezen:
241 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTVANGST
1 Druk op , voer 241 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
LFF6080
- 37 -
6 - Parameters/Instellingen
Ontvangst zonder papier
Met uw fax kunt u ook de ontvangst van documenten
aanvaarden of weigeren, als uw printer niet beschikbaar
is (geen papier,...).
Als de printer van uw fax niet beschikbaar is, kunt u
kiezen tussen twee modi voor ontvangst:
ontvangstmodus ZONDER PAPIER, uw fax slaat de
ontvangen faxen in het geheugen op,
ontvangstmodus MET PAPIER, uw fax weigert alle
binnenkomende faxen.
Om het type ontvangst te kiezen:
242 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV.
PAPIER
1 Druk op , voer 242 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste optie MET of ZONDER en
bevestig OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Aantal kopieën
U kunt meerdere exemplaren afdrukken (1 tot 99) van
ontvangen documenten.
Om het aantal exemplaren van elk ontvangen document
in te stellen:
243 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / AANTAL
KOPIE
1 Druk op , voer 243 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Bij elk ontvangen document drukt uw fax het aantal
kopieën af dat u hebt ingesteld.
Ontvangst fax of pc
Met dit menu, gecombineerd met een
softwareprogramma geïnstalleerd op uw pc, kunt u het
apparaat kiezen dat de documenten ontvangt:
•de fax,
de pc,
de pc als hij beschikbaar is, anders de fax.
244 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV. PC
Raadpleeg voor meer details Faxcommunicatie,
pagina 79 in hoofdstuk PC-Functies.
De pc selecteren die de documenten ontvangt:
247 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / RECIPIENT
PC
1 Druk op , en voer 247 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Selecteer de ontvangende pc en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Als een fax op het apparaat wordt ontvangen, wordt deze
doorgestuurd naar de ontvangende pc en wordt er een
ontvangstrapport afgedrukt op de standaardprinter van
de pc.
Registratie van de pc ongedaan
maken
Met dit menu kunt u een of meer pc's verwijderen die
verbonden zijn met de terminal via LAN/WLAN (zie
Apparaatbeheer, pagina 70).
274 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / PC UNREG.
1 Selecteer de pc die u wilt verwijderen met of ,
en bevestig dit vervolgens met OK.
Faxserverconfiguratie
Als u een faxserver hebt, kunt u met deze functie kiezen
hoe de fax door het apparaat wordt verwerkt: directe
verzending via de telefoonlijn of verzending naar de
faxserver via het lokale netwerk.
Netwerkparameters van de faxserver
configureren
834 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER / SRV-FAX
NA
1 Geef een e-mailadres voor identificatie op voor uw
apparaat (raadpleeg de beheerder of de faxserver
om dit adres te vinden) en druk op OK om te
bevestigen.
Belangrijk
Indien u op de uitgang EXT van uw
terminal of op uw telefoonstekker een
telefoon heeft aangesloten , raden wij
u aan om de ontvangst op VON
HAND in te stellen.
Indien u een oproep ontvangt, neemt
u op met deze telefoon en hoort u de
specifieke toon van een faxbericht. U
kunt:
- drukken op de toets van uw
terminal of op de toetsen #7 van uw
telefoon om de fax te accepteren.
Belangrijk
Papiergebrek wordt aangeduid door
een biep en een schermbericht.
De ontvangen faxen worden dan
bewaard in het geheugen (pictogram
knippert) om te worden afgedrukt
als er papier beschikbaar is.
Opmerking
Dit menu is alleen zichtbaar als
een pc via het lokale netwerk op
het apparaat is geregistreerd (zie
Apparaatbeheer, pagina 70).
LFF6080
- 38 -
6 - Parameters/Instellingen
835 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER / IP ADRES
2 Voer het IP-adres van de faxserver in en druk op
OK om te bevestigen.
836 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER / DOMAIN
NAME
3 Voer de domeinnaam van de faxserver in en druk
op OK om te bevestigen.
Faxserverfunctie configureren
831 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER / CONNEC.
TYPE
1 Selecteer met of , uw optie in de
onderstaande tabel:
2 Druk op OK om te bevestigen.
De toegangsmodus selecteren
832 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER / ACCESS
MODE
1 Selecteer met of , uw optie in de
onderstaande tabel:
2 Druk op OK om te bevestigen.
De faxserverinstellingen blokkeren
Deze functie blokkeert toegang tot alle
faxserverinstellingen van het menu
83 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER.
Eerst moet u een blokkeercode invoeren.
8331 - OVERZ TELLERS / SERVER FAX / BLOKK. /
BLOKKEERCODE
1 Druk op , en voer 8331 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Voer uw (4-cijferige) blokkeercode in met het
toetsenbord, druk ter bevestiging op OK.
3 Voer uw (4-cijferige) blokkeercode opnieuw in met
het toetsenbord, druk ter bevestiging op OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Toegang krijgen tot het menu voor de blokkering van de
faxserverinstellingen:
8332 - OVERZ TELLERS / FAX SERVER / BLOKK. /
LOCK ACCESS
1 Druk op , en voer 8332 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op OK om te bevestigen.
4 Kies MET met de toetsen of en bevestig uw
keuze met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Aanpassen aan pagina
Met dit menu kunt u ontvangen faxen automatisch
aanpassen aan het paginaformaat bij het afdrukken.
Ontvangen faxen worden dan automatisch verkleind of
vergroot om op het paginaformaat te passen dat op het
apparaat wordt gebruikt.
Om de modus Aanpassen aan pagina in te schakelen:
245 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / PAG.
AANPAS.
1 Druk op , voer 245 in met het toetsenbord.
2 Selecteer de optie MET of ZONDER en bevestig
met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Verkleiningsmodus ontvangen faxen
Met dit menu kunt u ontvangen faxen verkleinen alvorens
ze af te drukken. Deze aanpassing kan automatisch of
manueel zijn.
Automatische modus:
De modus past het formaat van ontvangen faxen
automatisch aan.
Parameter Betekenis
DISABLED
Het apparaat stuurt documenten
direct via de telefoonlijn.
D
IRECT
Het apparaat stuurt documenten
naar de faxserver via het lokale
netwerk.
Parameter Betekenis
FAX SERVER
ONLY
Alle documenten die vanaf het
apparaat worden verzonden,
worden via het lokale netwerk maar
de faxserver gestuurd.
TELEPHONE
NETWORK
ONLY
Alle documenten die vanaf het
apparaat worden verzonden,
worden via het telefoonnetwerk
verstuurd.
AUTOMATISCH
Documenten worden via het lokale
netwerk naar de faxserver
verstuurd. Als de verzending
mislukt, worden ze vervolgens via
het telefoonnetwerk verstuurd.
Belangrijk
Als er al een code is opgeslagen,
moet u de oude code invoeren
voordat u hem kunt aanpassen.
LFF6080
- 39 -
6 - Parameters/Instellingen
Automatische modus instellen:
246 – INSTELLINGEN / ONTVANGST / REDUCTIE
1 Druk op , voer 246 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies voor AUTOMATISCH en bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Manuele modus:
Het apparaat stelt een reductie voor van 70 tot 100 %.
Buiten die waarden zal het apparaat een pieptoon
genereren als foutmelding. Deze vaste verkleining wordt
gebruikt bij het afdrukken van ontvangen documenten,
ongeacht het gebruikte papierformaat.
Manuele modus instellen:
246 – INSTELLINGEN / ONTVANGST / REDUCTIE
1 Druk op , voer 246 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies voor VAST en bevestig met OK.
3 Voer de verkleiningswaarde in (tussen 70 en 100)
en bevestig met OK.
4 Druk op om dit menu af te sluiten.
Technische instellingen
Uw terminal is al standaard ingesteld als u hem ontvangt.
U kunt hem echter precies aan uw behoeften aanpassen
door de technische parameters in te stellen.
Om de technische parameters in te stellen:
29 - INSTELLINGEN / PARAMETERS
1 Druk op , voer 29 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Kies de gewenste parameters en bevestig met OK.
3 Met de toetsen of kunt u de gewenste
parameters wijzigen volgens de tabel hierna en
daarna bevestigen met de toets OK.
Parameter Betekenis
1 - Resolutie
Standaardwaarde voor de
scanresolutie van te verzenden
documenten.
2 - Kopregel zend
Belangrijk: deze parameter is
standaard geactiveerd op het
Amerikaanse model en kan niet
worden gewijzigd.
Als deze instelling actief is, worden
alle documenten ontvangen door
uw contactpersonen afgedrukt met
een kopregel waarin uw naam,
nummer, datum en aantal pagina's
worden vermeld.
Let op: als u een fax verzendt uit
de documentlader, dan staat de
kopregel niet op het ontvangen
document van uw contactpersoon.
3 - Zend snelheid
Zendsnelheid voor uitgaande
documenten.
Als de kwaliteit van de telefoonlijn
goed is (aangepast, geen echo),
wordt de communicatie meestal
aan de maximumsnelheid
uitgevoerd.
Het kan echter nodig zijn om de
snelheid voor sommige
communicaties te beperken.
4 - Echo bev
Als deze parameter actief is, wordt
de echo op de lijn verminderd bij
communicatie op lange afstand.
5 - Ept mode
Voor sommige oproepen over
lange afstanden (satellieten) kan
de echo op de lijn de
communicatie moeilijk maken.
7 - Comm display
Keuze tussen weergave van de
communicatiesnelheid of van het
paginanummer dat wordt
verstuurd.
8 - Eco energy
Keuze voor de tijd tot het apparaat
in slaapstand wordt gezet: na die
tijd (in minuten) ZONDER gebruik
of tijdens de daluren van uw
keuze, wordt het apparaat in
slaapstand gezet.
Opmerking: u kunt deze
parameter ook openen door op de
toets te drukken vanuit het
inactieve scherm
LFF6080
- 40 -
6 - Parameters/Instellingen
10 - Kopregel ontv.
Als deze parameter actief is,
worden alle door uw terminal
ontvangen documenten afgedrukt
met een kopregel waarop de naam
en het nummer van de zender
(indien beschikbaar) worden
vermeld, en de datum van het
afdrukken en het aantal pagina's.
11 - Ontv. snelheid
Zendsnelheid voor uitgaande
documenten.
Als de kwaliteit van de telefoonlijn
goed is (aangepast, geen echo),
wordt de communicatie meestal
aan de maximumsnelheid
uitgevoerd.
Het kan echter nodig zijn om de
snelheid voor sommige
communicaties te beperken.
12 - Belsignaal
Aantal belsignalen waarna uw
apparaat automatisch start.
13 – Discard size
De parameter Discard size
(papierlengte) wordt alleen
gebruikt om ontvangen faxen af te
drukken. Soms heeft een
document te veel regels om te
kunnen worden afgedrukt op een
bepaald papierformaat. Via deze
parameter legt u grenzen vast
waarbij de extra regels worden
afgedrukt op een tweede blad.
Voorbij deze grens worden de
extra lijnen gewist.
Indien u kiest voor MET wordt de
grens ingesteld op 3 centimeter.
Indien u kiest voor ZONDER wordt
de grens ingesteld op 1 centimeter.
20 - E.C.M.
(foutcorrectie)
Als deze parameter actief is,
worden communicatiefouten door
gestoorde telefoonlijnen
gecorrigeerd. Die parameter is
nuttig als de lijnen van lage
kwaliteit of gestoord zijn. De
verzendtijd kan echter langer zijn.
25 - Tel impedance
Met deze instelling kunt u kiezen
tussen een complexe impedantie
of een impedantie van 600 ohm,
afhankelijk van het net waarop uw
telefoon is aangesloten.
73 - E-MAIL UITBR.
Wanneer deze instelling
geactiveerd is kunt u tijdens een
verbinding het e-mailadres (in
voorkomend geval) van een
faxadres automatisch in het
adressenboek opslaan.
Parameter Betekenis
74 - POSTV.
WISSEN
Wanneer het faxapparaat een e-
mail met een bijlage ontvangt die
het niet kan verwerken, wordt het
bericht uit het postvak van de
provider verwijderd en wordt een
kennisgeving afgedrukt en
verstuurd naar de afzender van het
bericht, met de informatie dat het
bericht niet kon worden verwerkt.
Bij ontvangst van een e-mail wordt
het bericht in het postvak niet
gewist maar wordt een
kennisgeving afgedrukt dat het
bericht niet kon worden verwerkt,
waarop u verzocht wordt het
bericht op uw computer te
downloaden.
Deze instelling moet alleen
gebruikt worden wanneer u over
een computer beschikt. Het
beschikbare geheugen dat uw
provider u verstrekt is beperkt, en
wanneer u het postvak niet leegt,
loopt u op langere termijn het risico
dat nieuwe berichten niet langer
ontvangen kunnen worden.
75 - TEKST
BIJLAGE
In via internet ontvangen
documenten wel of niet bewerken
en afdrukken.
76 -
BIJLAGEFORMAA
Standaardformaat van
documenten die via internet
verzonden worden:
PDF: monochroom of kleur
AFBEELDING: monochroom
(TIFF) of kleur (JPEG).
77 - LAN SNELHEID
Definieert de
communicatiesnelheid van de
randapparatuur in verhouding met
het actieve LAN-netwerk.
80 - Tonerbesparen
Lichtere afdrukken om te besparen
op inkt.
81- FONT NUMBER
Het afdrukken van de lijst met
journalen wordt geactiveerd.
Met deze instelling kunt u de
standaard PCL-font definiëren. De
mogelijke waarden zijn 5 t/m 128.
De standaardwaarde is 0
(Courier).
Parameter Betekenis
LFF6080
- 41 -
6 - Parameters/Instellingen
82- FORM LINES
Met deze parameter kunt u het
aantal regels per pagina
definiëren.
Deze variabele is gekoppeld aan
de PJL-variabelen: PAPER en
ORIENTATION. Wanneer één van
deze variabelen gewijzigd wordt,
wordt de variabele FORM LINES
automatisch bijgewerkt (alleen
tijdens de actieve afdruktaak) om
dezelfde interlinie-afstand te
behouden.
De mogelijke waarden zijn 5 t/m
128. De standaardwaarde is 60.
83- FONT PITCH
Met deze parameter kunt u de
afstand van de standaardfont
bepalen, die uitgedrukt wordt in het
aantal lettertekens per inch (de
standaardfont moet van het type
niet-proportioneel zijn).
De mogelijke waarden zijn 0,44 t/m
99,99. De standaardwaarde is
10,00.
84 - PTSIZE
Met deze parameter kunt u de
hoogte van de standaardfont
bepalen, die uitgedrukt wordt in
punten (de standaardfont moet van
het type proportioneel zijn).
De mogelijke waarden zijn 4,00 t/m
999,75 (in stappen van 0,25). De
standaardwaarde is 12,00.
85 - LINE TERMIN.
Met deze parameter kunt u
aangeven hoe de tekens <CR>,
<LF> and <FF> aan het einde van
een regel worden geïnterpreteerd.
De mogelijk waarden zijn 0 t/m 3.
De standaardwaarde is 0.
86 - ORIENTATION
Met deze parameter kan de
oriëntatie van de pagina
gedefinieerd worden: staand of
liggend. De standaardwaarde is
staand.
90 - RAW-Poort
Nummer van de printerpoort van
het RAW-netwerk.
91 - Fout time-out
Wachttijd voordat het document
dat wordt afgedrukt, wordt
geannuleerd wegens een fout van
de printer in de modus afdrukken
via pc.
92 - Wacht timeout
Wachttijd voor gegevens van de pc
vóór annulering van de afdruktaak
via de pc.
Parameter Betekenis
93 -Vervng formaa
Wijzigen van het paginaformaat.
Hiermee kunt u een document in
het LETTER-formaat op A4-
pagina's afdrukken door de
parameter op LETTER/A4 in te
stellen.
95 - SYMBOOLSET
Met deze parameter kunt u de
standaard symboolset definiëren.
De mogelijke waarden zijn CS1 tot
en met CS30. De
standaardwaarde is CS1
(Roman8).
96 - WEP sleut.NR
Aantal toegestane WEP-sleutels
(tussen 1 en 4).
Parameter Betekenis
LFF6080
- 42 -
6 - Parameters/Instellingen
Afdrukken van de functiegids
51 – AFDRUKKEN / HELPFUNCTIE
Druk op , voer 51 in met behulp van het toetsenbord.
Het afdrukken van de functielijst wordt gestart.
Logboeken afdrukken
Het Logboek verzendingen en Logboek ontvangst
houden de 30 laatste communicaties bij (verzendingen en
ontvangsten) van uw fax.
Ze worden automatisch afgedrukt om de 30
communicaties. U kunt echter op elk moment een afdruk
vragen.
Elk logboek (verzenden en ontvangen) bevat in een tabel
de volgende gegevens:
datum en tijd van de verzending of ontvangst van het
document,
nummer of e-mailadres van de contactpersoon,
verzendmodus (Normaal, Fijn, Superfijn of Foto),
aantal verzonden en ontvangen pagina's,
duur van de communicatie,
resultaat van de verzending en de ontvangst: met de
melding CORRECT als de verzending goed is
verlopen, informatiecodes
of
voor speciale oproepen (afroepen, handmatige
communicatie enz.)
oorzaak van communicatiestoringen (bijvoorbeeld: de
contactpersoon heeft niet afgehaakt).
Om de logboeken af te drukken:
54 – AFDRUKKEN / JOURNALEN
Druk op , voer 54 in met het toetsenbord.
Het afdrukken van de logboeken wordt gestart. Het
Logboek verzendingen en Logboek ontvangst worden op
dezelfde pagina afgedrukt.
Instellingenlijst afdrukken
Om de instellingenlijst af te drukken:
56 – AFDRUKKEN / INSTELLINGEN
Druk op , voer 56 in met het toetsenbord.
Het afdrukken van de instellingenlijst wordt gestart.
Fonts afdrukken
U kunt op elk gewenst moment de lijst met de op uw
apparaat geïnstalleerde fonts afdrukken.
De PCL-fonts afdrukken:
59 - AFDRUKKEN / PCL-FONTS
De SG Script-fonts afdrukken:
50 - AFDRUKKEN / SG Script-FONTS
Blokkering
Met deze functie kan de toegang tot het apparaat door
onbevoegde personen worden verhinderd. Er wordt een
toegangscode gevraagd telkens als iemand het apparaat
wilt gebruiken. Na elk gebruik blokkeert het apparaat
zichzelf automatisch.
Eerst moet u een blokkeercode invoeren.
811 - OVERZ TELLERS / BLOKK. /
BLOKKEERCODE
1 Druk op , voer 811 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer uw (4-cijferige) blokkeercode in met het
toetsenbord, druk ter bevestiging op OK.
3 Bevestig de (4-cijferige) code door hem nogmaals
in te voeren, en bevestig dat met OK.
4 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te
drukken op een A5-papierformaat
(of Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Als er al een code is opgeslagen,
moet u de oude code invoeren
voordat u hem kunt aanpassen.
LFF6080
- 43 -
6 - Parameters/Instellingen
Blokkering van het toetsenbord
U moet uw code invoeren telkens als u de terminal
opnieuw gebruikt.
812 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK.TOETSB
1 Druk op , voer 812 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of MET en bevestig
met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Blokkering nummer
Met deze functie blokkeert u het invoeren van
telefoonnummers om te kiezen en kan het numerieke
toetsenbord niet meer worden gebruikt. De verzendingen
zijn alleen mogelijk met nummers uit de lijst kiescodes.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de nummers:
813 – OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK.
NUMMER
1 Druk op , voer 813 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op de toets OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of ALLEEN TEL BK en
bevestig met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De internetinstellingen blokkeren
Met deze functie blokkeert u toegang tot alle
internetinstellingen van het menu 9 - E-MAIL.
In feite kan elke onhandige wijziging in deze instellingen
leiden tot herhaalde communicatiestoringen U kunt nog
steeds documenten naar een e-mailadres sturen (95)
en verbinding krijgen (93).
814 – OVERZ TELLERS / LOCK / LOCK
PARAMETERS
1 Druk op , voer 814 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op OK om te bevestigen.
4 Kies MET met de toetsen of en bevestig uw
keuze met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Blokkering SMS service
Met die functie blokkeert u de toegang tot de SMS-
service.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de SMS-service:
815 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / SMS BLOKK.
1 Druk op , voer 815 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op de toets OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of MET en bevestig
met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De Media-service blokkeren
Met die functie blokkeert u de toegang tot de Media-
service. Er wordt een toegangscode gevraagd telkens als
iemand de functies van de USB-stick wilt gebruiken.
de inhoud van een aangesloten USB-sleutel scannen,
afdrukken vanaf een USB-sleutel, bestanden wissen,
ontvangen faxen op een USB-sleutel archiveren.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de Media-service:
816 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / LOCK MEDIA
1 Druk op , voer 816 in met het toetsenbord.
2 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
3 Druk op de toets OK om te bevestigen.
4 Kies met de toetsen of MET en bevestig
met OK.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De tellers ophalen
U kunt de tellerstanden van het toestel op elk moment
inzien.
U kunt de volgende tellerstanden inzien:
aantal verzonden pagina’s,
aantal ontvangen pagina’s,
aantal gescande pagina’s,
aantal afgedrukte pagina’s.
Teller verzonden pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die vanaf uw
apparaat werden verzonden:
821 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ZENDEN
1 Druk op , voer 821 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal verzonden pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
LFF6080
- 44 -
6 - Parameters/Instellingen
Teller ontvangen pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die door uw
apparaat werden ontvangen:
822 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ONTVANGEN
1 Druk op , voer 822 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal ontvangen pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Teller gescande pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die door uw
apparaat werden gescand:
823 - OVERZ TELLERS / TELLERS / PGS
GESCAND
1 Druk op , voer 823 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal gescande pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Teller afgedrukte pagina’s
Om de tellerstand te zien van de pagina’s die op uw
apparaat werden afgedrukt:
824 - OVERZ TELLERS / TELLERS / AFDRUKKEN
1 Druk op , voer 824 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het aantal afgedrukte pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Afbeelden stand verbruiksartikelen
U kunt op elk moment het verbruik van de inktcartridge
raadplegen. Die waarde wordt in percenten uitgedrukt.
86 - OVERZ TELLERS / VERBRUIKSPROD.
1 Druk op , voer 86 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Het percentage beschikbare toner verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Kalibrering van de scanner
U kunt deze operatie uitvoeren als de kwaliteit van de
gefotokopieerde documenten onvoldoende is.
80 - OVERZ TELLERS / KALIBRERING
1 Druk op , voer 80 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 De scanner is gestart en een kalibratie wordt
automatisch uitgevoerd.
3 Het standby-scherm wordt geopend na het
kalibreren
.
LFF6080
- 45 -
7 - Lijst met kiescodes
Lijst met
kiescodes
U kunt in het geheugen een lijst met kiescodes bestaande
uit gegevenskaarten van contactpersonen en groepen
van contactpersonen maken. U kunt tot 250 kaarten in het
geheugen opslaan, die u in 20 groepen contactpersonen
kunt groeperen.
Voor elke gegevenskaart of groep kunt u de inhoud van
de kaart maken, raadplegen, wijzigen en wissen. U kunt
die lijst met kiescodes ook afdrukken.
U kunt uw telefoonboek ook maken en beheren met het
pc-pakket. Voor meer informatie over deze functie, zie
paragraaf PC-Functies, pagina 65.
Een gegevenskaart maken
Om een gegevenskaart te maken:
11 - KIESCODES / NIEUW CONTACT
1 Druk op , voer 11 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de NAAM in van uw contactpersoon met het
alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en
bevestig met OK.
3 Voer het faxNUMMER in van uw contactpersoon
met het numerieke toetsenbord (max. 30 cijfers) en
bevestig met OK.
4 In deze fase kunt u een e-mailadres of een FTP-
adres aan uw contactpersoon koppelen.
Als u dit niet wilt, bevestigt u met OK en gaat u door
naar stap 5.
Een e-mailadres koppelen:
Voer het e-mailadres van uw contactpersoon in
en bevestig met OK.
Geef de indeling van de bijlage op (Afbeelding
of PDF) en bevestig met OK.
Ga door naar stap 5
Of wanneer u een FTP-adres wilt koppelen:
Voer geen e-mailadres in en bevezzistig uw
keuze met OK.
Voer het FTP-adres van de contactpersoon in
(bijvoorbeeld: 134.1.22.9), en bevestig dit met
OK.
Voer de naam van de FTP-gebruiker in
(bijvoorbeeld: Durand) en bevestig met OK.
Voer het wachtwoord in van de FTP-gebruiker
en bevestig het met OK.
Voer indien nodig de eindmap in voor de
bestanden (wanneer dit veld niet ingevuld is,
worden de bestanden rechtstreeks opgeslagen
in de hoofdmap) op de FTP-server
(bijvoorbeeld: naam van de server/ Durand).
Bevestig met OK.
Geef de indeling van de bijlage op (Afbeelding
of PDF) en bevestig met OK.
Ga door naar stap 5
Of een gedeeld adres (SMB-adres) koppelen:
Voer geen e-mailadres in en bevestig uw keuze
met OK.
Voer geen FTP-adres in en bevestig uw keuze
met OK.
Voer het SMB-adres van de contactpersoon in
(bijvoorbeeld:
\\PCJohn\GedeeldeMap[\JohnBestanden] of
\\134.2.279.85\GedeeldeMap[\JohnBestanden]
). De lengte van het SMB-adres is maximaal 80
tekens. Bevestig met OK.
Voer de naam van de SMB-gebruiker in
(bijvoorbeeld: John) en bevestig met OK.
Voer het wachtwoord in van de SMB-gebruiker
en bevestig het met OK
.
Controleer of corrigeer de bestemmingsmap
voor de bestanden (bijvoorbeeld:
\GedeeldeMap[\JohnBestanden]). Als dit veld
niet wordt ingevuld, worden de bestanden direct
in de hoofdmap van het station van uw
contactpersoon opgeslagen (bijvoorbeeld:
\\PCJohn\). Bevestig met OK.
Geef de indeling van de bijlage op (Afbeelding
of PDF) en bevestig met OK.
Ga door naar stap 5
5 Kies het NR. NOTERING (nr gegevenskaart) in uw
telefoongids met het numerieke toetsenbord of
aanvaard het voorgestelde nummer, en
bevestig OK.
6 Kies MET SNELTOETS als u een ingekort nummer
aan de gegevenskaart wilt toewijzen. De eerste
beschikbare letter verschijnt, gebruik de toets of
om een andere letter te kiezen. Bevestig
met OK.
7 Kies de SNELHEID voor de verzending van faxen.
U kunt kiezen tussen 2400, 4800, 7200, 9600,
12000, 14400 en 33600 met de toetsen of .
Bevestig met OK.
Voor een telefoonlijn van goede kwaliteit, die
geschikt is en zonder echo, wordt de
maximumsnelheid aanbevolen.
Opmerking
U kunt dit veld leeg laten als u alleen
een e-mailadres, FTP-adres of
SMB-adres aan uw contactpersoon
wilt koppelen.
In dat geval drukt u op de toets OK
en gaat u verder met stap 4
LFF6080
- 46 -
7 - Lijst met kiescodes
Een lijst van contactpersonen maken
Om een lijst van contactpersonen te maken:
12 - KIESCODES / NIEUW LIJST
1 Druk op , voer 12 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Voer de NAAM in van de lijst met het
alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en
bevestig met OK.
3 LIJST OPSTELLEN: gebruik of om uit de
bestaande gegevens de contactpersonen van uw
lijst te kiezen en bevestig met OK. Herhaal deze
handeling voor elke contactpersoon die u aan uw
lijst wilt toevoegen.
4 Voer het GROEP NR. van de lijst in met het
numerieke toetsenbord of aanvaard het
voorgestelde nummer, en bevestig met OK.
Een gegevenskaart wijzigen
Om een gegevenskaart of een lijst met contactpersonen
te wijzigen:
13 - KIESCODES / WIJZIGEN
1 Druk op , voer 13 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Navigeer met de toetsen of door uw
telefoongids en kies de te wijzigen gegevenskaart
of lijst met de toets OK.
3 Blader door de gegevens van de geselecteerde
gegevenskaart of lijst met of . Druk op OK
wanneer de gegevens die u wilt wijzigen op het
scherm verschijnen.
4 De cursor verschijnt op het einde van de regel.
Druk op C om tekens te wissen.
5 Voer de nieuwe gegevens in en druk ter
bevestiging op OK.
6 Herhaal de handeling voor elke regel die u wilt
wijzigen.
Een gegevenskaart of een lijst wissen
Om een gegevenskaart of een lijst met contactpersonen
te wissen:
14 - KIESCODES / WISSEN
1 Druk op , voer 14 in met behulp van het
toetsenbord.
2 Navigeer met de toetsen of door uw
telefoongids en kies de te wissen gegevenskaart of
lijst met de toets OK.
3 Bevestig het wissen met de toets OK.
4 Ga op dezelfde manier te werk om andere
gegevenskaarten of lijsten te wissen.
De lijst met kiescodes afdrukken
Om de lijst met kiescodes af te drukken:
15 - KIESCODES / AFDRUKKEN
Druk op , voer 15 in met behulp van het toetsenbord.
De lijst met kiescodes wordt in alfabetische volgorde
afgedrukt.
Een lijst met kiescodes importeren
U kunt een bestaande lijst met kiescodes van
contactpersonen als elektronisch bestand in uw
multifunctionele apparaat importeren. Dit bestand moet
een bepaalde indeling hebben en mag niet groter zijn dan
500 vermeldingen.
Voor het importproces van een lijst met kiescodes wordt
elektronische post als het verzendmechanisme gebruikt.
Het elektronische bestand met de lijst met kiescodes
wordt als e-mailbijlage ontvangen en verwerkt.
Het bestand structureren
Het elektronische bestand met de gegevens van de lijst
met kiescodes moet gestructureerd worden in regels of
vermeldingen met elk vijf velden die van elkaar zijn
gescheiden met een uniek teken (een tab, een komma of
een puntkomma). De regels zelf zijn gescheiden met een
Belangrijk
Als uw multifunctioneel apparaat is
verbonden met een automatische
telefooncentrale (PABX), kunt u een
pauze programmeren na het kiezen
van het prefix om het bedrijfsnetwerk
te verlaten.
Om een pauze in te lassen voor een
kiestoon (“/”-teken), drukt u
tegelijkertijd op C
TRL and M of houdt
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het
numerieke toetsenbord tot het “/”-
teken verschijnt.
Raadpleeg voor details Lokaal
prefix, pagina 35.
Belangrijk
De lijsten worden geïdentificeerd in
de lijst kiescodes door de letter G
naast de naam ervan.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt de lijst met kiescodes ook
afdrukken via het menu
55 -
AFDRUKKEN / KIESCODES
.
Belangrijk
Als u een nieuwe lijst met
kiescodes importeert worden alle
bestaande vermeldingen in de
bestaande lijst met kiescodes
geheel overschreven.
LFF6080
- 47 -
7 - Lijst met kiescodes
regeleinde (enter-teken).
Bijvoorbeeld:
Smith;0123456789;[email protected];J;8
Jones;01987654321;;@;8
O'Connor;0123469874;[email protected];U;8
De snelheid is gecodeerd met een nummer. Zie de
onderstaande tabel:
Een lijst met kiescodes importeren
Een lijst met kiescodes importeren:
17 - KIESCODES / IMPORT
1 Druk op , en voer 17 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Selecteer MET met of om de import van een
lijst met kiescodes goed te keuren. Bevestig met
OK.
3 Maak uw lijst met kiescodes op een pc in een
bestand waarvan de structuur overeenkomt met
wat hierboven beschreven wordt. Om te zorgen dat
het bestand als lijst met kiescodes wordt herkend,
moet de bestandsnaam het woord directory
bevatten en de extensie .csv hebben. Bijvoorbeeld:
smithdirectory01.csv, jonesdirectory.csv, of
gewoon directory.csv.
4 Maak een e-mail geadresseerd met het e-
mailadres van uw multifunctionele apparaat,
bevestig het bestand eraan en stuur uw bericht via
uw mailserver.
5 Uw multifunctionele apparaat ontvangt de e-mail
met de lijst met kiescodes als het verbinding maakt
met de mailserver en importeert automatisch de
bijlage in de lijst met kiescodes.
6 Herhaal deze procedure zo vaak als nodig is,
bijvoorbeeld als u alle LAN-faxapparaten in uw
netwerk dezelfde lijst met kiescodes wilt geven.
Velden Inhoud
Naam Een unieke identificatie in uw lijst met
kiescodes van maximaal 20 tekens.
Dit is een verplicht veld; de naam mag
niet het veldscheidingsteken bevatten.
Faxnummer Het faxnummer van uw
contactpersoon, zonder spaties of
punten. Het mag maximaal 30 tekens
lang zijn (inclusief alle * en # tekens).
Dit veld kan leeg gelaten worden,
bijvoorbeeld voor contactpersonen
waarnaar u alleen e-mails stuurt.
E-mailadres Het e-mailadres, FTP-adres of SMB-
adres van uw contactpersoon.
Maximaal 80 tekens, maar mag niet
het veldscheidingsteken bevatten.
Alle andere tekens kunnen in dit veld
worden gebruikt. het mag ook leeg
gelaten worden.
Sneltoets Een hoofdletter (A t/m Z), uniek is voor
de lijst met kiescodes, die is
gekoppeld aan een bepaalde
contactpersoon en snelle selectie
mogelijk maakt. Zoals ook voor de
twee voorgaande velden het geval is,
kan dit veld leeg gelaten worden.
Snelheid De transmissiesnelheid van de fax via
het openbare telefoonnet. Als u geen
waarde opgeeft, is de
standaardsnelheid de
maximumsnelheid. Dit veld kan leeg
gelaten worden als al uw
faxtransmissies door een faxserver
worden verwerkt.
Belangrijk
U moet een waarde invoeren voor ten
minste een van de Faxnummer- of E-
mailadres-velden. Als u een lege
regel wilt invoeren, voert u vier
veldscheidingstekens achter elkaar
in.
Opmerking
@ afzonderlijk is de indicatie dat er
geen gekoppelde toets aan de
vermelding is toegewezen.
Snelheid Codenummer
2400 5
4800 4
7200 3
9600 2
12000 1
14400 0
33600 8
Belangrijk
U moet altijd het veldscheidingsteken
invoeren, zelfs als een of meer velden
leeg worden gelaten.
In het bovenstaande voorbeeld,
waarin een puntkomma als
scheidingsteken wordt gebruikt,
ontbreekt in de vermelding voor
'Jones' zowel een e-mailadres als een
sneltoets.
LFF6080
- 48 -
7 - Lijst met kiescodes
Importeren uitschakelen:
17 - KIESCODES / IMPORT
1 Druk op , en voer 17 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Selecteer ZONDER met behulp van of om te
voorkomen dat gebruikers een lijst met kiescodes
importeren.
3 Druk op OK om te bevestigen.
Een lijst met kiescodes exporteren
U kunt een lijst met kiescodes ook vanuit uw apparaat
exporteren als tekstbestand en het naar elke mailclient
sturen (op pc of fax), in de vorm van een e-mailbijlage met
de naam directoryxxx.csv.
De lijst met kiescodes afdrukken:
18 - KIESCODES / EXPORT
1 Druk op , en voer 18 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Voer het e-mailadres in van de pc of het andere
faxapparaat waarnaar u de lijst met kiescodes wilt
exporteren.
3 Druk op OK om te bevestigen.
4 Herhaal de procedure zo vaak als nodig is,
bijvoorbeeld om al uw faxapparaten bij te werken,
of stuur hetzelfde bestand naar meerdere pc-
gebruikers in uw plaatselijke netwerk.
LDAP-server
Via de LDAP-server hebt u toegang tot een
directoryserver voor contactpersonen of lijsten met
contactpersonen (maximaal 500 ontvangers).
De LDAP-functie kan uitsluitend worden ingeschakeld als
er ten minste 50 lege vermeldingen zijn in de
plaatselijke lijst met kiescodes van het multifunctionele
apparaat. Als dit niet het geval is, wordt u gevraagd het
benodigde aantal vermeldingen te verwijderen.
Configuratie
Toegang tot een LDAP-directoryserver configureren:
191 - KIESCODES / LDAP-SERVER / ADRES
1 Voer het LDAP-IP-adres in of de servernaam.
2 Druk op OK om te bevestigen.
192 - KIESCODES / LDAP-SERVER / ID-CODE
1 Voer de id-code in voor verbinding met de server.
2 Druk op OK om te bevestigen.
193 - KIESCODES / LDAP-SERVER /
WACHTWOORD
1 Voer het wachtwoord in voor verbinding met de
server.
2 Druk op OK om te bevestigen.
194 - KIESCODES / LDAP-SERVER / BASE DN
1 Voer de databasenaam in.
2 Druk op OK om te bevestigen.
195 - KIESCODES / LDAP-SERVER / POORT
1 Voer het poortnummer in voor verbinding met de
server (0 t/m 9999, standaardwaarde 389).
2 Druk op OK om te bevestigen.
Toegang tot contactpersonen op de server
Als de LDAP-functie op uw multifunctionele apparaat is
ingeschakeld, kunt u documenten of e-mails naar
contactpersonen in de lijst met kiescodes op de server
sturen.
Dit is wat er gebeurt als u naar een contactpersoon zoekt:
als u de eerste letter van de naam van de ontvanger
invoert, worden alle vermeldingen die met deze letter
beginnen en in de lijst met kiescodes op de server staan,
alfabetisch aan de lokale vermeldingen toegevoegd.
Als er te veel vermeldingen op de server staan, wordt u
gevraagd meer letters van de naam in te voeren om de
zoekbewerking toe te spitsen.
Belangrijk
Als u een nieuwe lijst met kiescodes
importeert worden alle bestaande
vermeldingen in de bestaande lijst
met kiescodes op het apparaat
geheel overschreven.
Zodra er een complete lijst met
kiescodes op uw apparaat staat,
adviseren we u importeren uit te
schakelen, zodat u de gegevens
beschermt die al op het apparaat
staan.
Opmerking
De LDAP-server moet compatibel
zijn met LDAPv2 of eerdere versies.
Opmerking
De ***-symbolen die voor een naam
staan, geven aan dat dit een extern
contact is dat op de LDAP-server is
opgeslagen (bijvoorbeeld:
***>DURAND).
Opmerking
Als een lijst te veel ontvangers
bevat, krijgt u een bericht dat de lijst
niet gebruikt kan worden. 1 LOKAAL
2>OP AFSTAND.
LFF6080
- 49 -
7 - Lijst met kiescodes
LDAP-vermeldingen toevoegen aan de
plaatselijke lijst met kiescodes
U kunt een externe contactpersoon of lijst met
contactpersonen aan de lokale lijst met kiescodes van het
multifunctionele apparaat toevoegen.
Een externe contactpersoon of lijst met contactpersoon
aan de lokale lijst met kiescodes toevoegen:
1 Druk op , en voer 13 in met het numerieke
toetsenbord.
2 Blader door de vermeldingen in de lijst met
kiescodes met of en selecteer de externe
contactpersoon of lijst met contactpersonen die u
aan de lokale lijst met kiescodes wilt toevoegen.
Bevestig met OK.
3 U ziet de naam van de externe contactpersoon of
lijst met contactpersonen op het scherm. Druk op
OK tot u het onderstaande scherm ziet:
4 Selecteer de optie LOKAAL met of en
bevestig uw selectie met OK.
De externe contactpersoon wordt automatisch in de
lokale lijst met kiescodes van uw multifunctionele
apparaat gekopieerd. Indien nodig kunt u nu de informatie
van de contactpersoon wijzigen (zie Een gegevenskaart
wijzigen, pagina 46).
De lijst met kiescodes opslaan/
herstellen (optie Smart card)
Met deze functie kunt u de inhoud van uw lijst met
kiescodes op een Smart card opslaan en terug op uw
machine zetten.
Om de inhoud van uw lijst met kiescodes op te slaan op
uw Smart card:
161 - KIESCODES / OPSLAAN/LADEN / OPSLAAN
1 Druk op , voer 16 in met het toetsenbord.
2 Selecteer OPSLAAN om gegevens van de kieslijst
op te slaan op de Smart card en bevestig met OK.
3 Stop uw Smart card in het apparaat.
Om de inhoud van uw lijst met kiescodes terug te zetten
vanaf uw Smart card:
162 - KIESCODES / OPSLAAN/LADEN / LADEN
1 Druk op , voer 16 in met het toetsenbord.
2 Selecteer LADEN om gegevens van de kieslijst
terug te zetten vanaf de Smart card en bevestig
met OK.
3 Bevestig met OK.
4 Stop uw Smart card in het apparaat.
1 LOKAAL
2> OP AFSTAND
Belangrijk
Deze functie is enkel beschikbaar
voor onderhoudstechnici met een
Smart card.
LFF6080
- 50 -
8 - Spelletjes en kalender
Spelletjes en
kalender
Sudoku
Sudoku is een Japans puzzelspel. Het spel wordt
weergegeven in een rooster van drie bij drie velden die
elk zijn onderverdeeld in 9 (3x3) vakjes. Afhankelijk van
de moeilijkheidsgraad zijn er meer of minder cijfers
ingevuld aan het begin van het spel. Het doel is om de
cijfers 1 tot en met 9 onder te verdelen in de vakjes op een
dusdanige wijze dat elk getal maar een keer voorkomt op
elke lijn, in elke kolom en in elk van de negen velden. Er
is maar 1 oplossing.
Het afdrukken van een rooster
Er zijn in totaal 400 Sudoku-roosters beschikbaar, 100
voor elk moeilijkheidsniveau.
521 - AFDRUKKEN / SUDOKU / PRINT GRID
1 Druk op , voer 5 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 Selecteer SUDOKU met de knop of .
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer PRINT GRID met de knop of .
5 Selecteer de moeilijkheidsgraad: EASY LEVEL
(gemakkelijk), MEDIUM LEVEL (gemiddeld),
HARD LEVEL (moeilijk), EVIL LEVEL (niet te
doen) met de knop of .
6 Bevestig met OK.
7 Kies het rooster dat u wilt door het desbetreffende
nummer op de het cijfertoetsenbord (1 tot 100) in te
voeren.
8 Bevestig met OK.
9 Kies het aantal gewenste exemplaren door op het
cijfertoetsenbord een getal tussen de 1 en 9 in te
voeren.
10 Bevestig met OK.
Het gewenste aantal roosters wordt afgedrukt.
Het afdrukken van de oplossing van een
rooster
522 - AFDRUKKEN / SUDOKU / PRT SOLUTION
1 Druk op , voer 5 in met behulp van het
toetsenbord. Bevestig met OK.
2 Selecteer SUDOKU met de knop of .
3 Bevestig met OK.
4 Selecteer PRT SOLUTION met de knop of .
5 Selecteer de moeilijkheidsgraad: EASY LEVEL
(gemakkelijk), MEDIUM LEVEL (gemiddeld),
HARD LEVEL (moeilijk), EVIL LEVEL (niet te
doen) met de knop of .
6 Bevestig met OK.
7 Kies het rooster dat u wilt door het desbetreffende
nummer op de het cijfertoetsenbord (1 tot 100) in te
voeren.
8 Bevestig met OK.
9 Kies het aantal gewenste exemplaren door op het
cijfertoetsenbord een getal tussen de 1 en 9 in te
voeren.
10 Bevestig met OK.
Het gewenste aantal roosters wordt afgedrukt.
Kalender
Met deze functie kunt u de kalender voor een jaar naar
keuze afdrukken.
53 - AFDRUKKEN / CALENDAR
1 Druk op , voer 5 in met het toetsenbord. Bevestig
met OK.
2 Selecteer CALENDAR met de knop of .
3 Bevestig met OK.
4 Kies het jaar waarvan u een kalender wenst af te
drukken door het nummer in te voeren op het
numerieke toetsenbord (bijvoorbeeld: 2009).
5 Bevestig met OK.
De kalender van het gevraagde jaar werd afgedrukt.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
Opmerking
U kunt het menu AFDRUKKEN ook
openen door op de knop te
drukken.
Opmerking
Het jaar moet zich tussen 1900 en
2099 bevinden. Gebruik de toets C
om foutieve invoer te corrigeren.
LFF6080
- 51 -
9 - Netwerkfuncties
Netwerkfuncties
Uw multifunctionele terminal kan aangesloten worden op
een lokaal Ethernet- of draadloze netwerk.
U hebt echter een praktische kennis van uw
computerconfiguratie nodig om een netwerk in te stellen.
Keuze van het type lokale netwerk
Met deze instelling kunt u de configuratie van de terminal
aanpassen aan het type netwerk waarop deze
aangesloten gaat worden.
26 - INSTELLINGEN / LOKAAL NETWERK
1 Selecteer het gewenste netwerktype met de
toetsen of
- WLAN voor een draadloos netwerk
- LAN ETHERNET voor een netwerk met
kabelaansluiting
2 Bevestig met OK.
Ethernet-netwerkinstellingen
Automatische configuratie
Wij adviseren u de terminal handmatig te configureren.
De configuratie van de instellingen van het lokale netwerk
kan eventueel automatisch uitgevoerd worden wanneer u
op uw lokaal netwerk beschikt over een DHCP- of
BOOTP-server die dynamisch adressen aan de op het
LAN-netwerk aangesloten randapparatuur kan toewijzen.
De instellingen van het lokale netwerk automatisch
configureren:
2711 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / IP CONFIG.
1 Kies Automatisch, en bevestig met OK. De
terminal zoekt op het lokale netwerk een DHCP- of
BOOTP-server die dynamisch de instellingen
toewijst (het bericht SELF-CONF wordt
weergegeven).
2 Verifieer wanneer u het bericht SELF-CONF niet
meer ziet, of de instellingen IP-adres,
subnetmasker en het gateway-adres ingevuld zijn.
Wanneer dit niet het geval is moet u een
handmatige configuratie uitvoeren (zie hierna).
Handmatige configuratie
Wanneer u uw terminal handmatig wilt configureren moet
u over de informatie beschikken die nodig is voor elk type
randapparatuur (IP-adres, subnetmasker en
netwerkgateway-adres).
De instellingen van het lokale netwerk handmatig
configureren:
2711 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / IP CONFIG.
1 Kies Handmatig, en bevestig met OK.
IP-adres
2712 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / IP ADRES
1 Voer het IP-adres van uw terminal in en bevestig
met OK.
Subnetmasker
2713 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / SUBNET MASKER
1 Voer het subnetmasker van uw terminal in en
bevestig met OK.
Gateway-adres
2714 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / GATEWAY
1 Voer het IP-adres van de netwerkgateway in en
bevestig met OK.
IEEE-adres (of Ethernet-adres) of MAC-
adres
2715 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / IEEE-ADRES
De Ethernet-kaart van uw terminal is al voorzien van een
IEEE-adres dat u niet kunt wijzigen maar wel kunnen
raadplegen.
NetBIOS-namen
Dankzij de NetBIOS-namen die in de netwerkopties
gebruikt worden kunt u uw terminal op een pc gebruiken
die aangesloten is op een lokaal netwerk (bijvoorbeeld
onder de naam 'PRT-NETWERK-1').
2716 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / NETBIOS 1
2717 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / NETBIOS 2
1 Voer de gekozen naam in (maximaal 15
lettertekens) en bevestig met OK.
Naamservers
Dankzij de servers WINS1 en WINS2 die in netwerkopties
gebruikt worden hebt u via hun NetBIOS-naam toegang
tot terminals op andere subnetten.
Opmerking
Deze twee adressen moeten
ingevuld worden voor de functie
Scan To Disk.
LFF6080
- 52 -
9 - Netwerkfuncties
2718 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / WINS SRV. 1
2719 - INSTELLINGEN / LAN ETHER /
PARAMETERS / WINS SRV. 2
1 Voer het IP-adres van beide servers in en bevestig
met OK.
Verbinding met een domein (bijvoorbeeld
met Windows NT, 2000 of XP)
Het apparaat kan zichzelf identificeren op het lokale
netwerk met gebruik van de parameters van een
gebruikersaccount, voordat het onder andere
documenten kan archiveren via de functie Scan to Disk.
Zodra deze parameters ingevuld zijn, worden ze
standaard gebruikt als u geen gebruikersnaam en
wachtwoord opgeeft als u de functie gebruikt.
Gebruikersnaam voor aanmelden bij een
domein
2721 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / DOM. LOGIN
/ USER
1 Voer de gebruikersnaam in voor aanmelding bij het
lokale netwerk en bevestig met OK.
Domein-aanmeldingswachtwoord
2722 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / DOM. LOGIN
/ WACHTWOORD
1 Voer het wachtwoord in voor aanmelding bij het
lokale netwerk en bevestig met OK.
Domeinnaam
2723 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / DOM. LOGIN
/ DOM. NAME
1 Voer de domeinnaam in van het lokale netwerk en
bevestig met OK.
SNTP-serverconfiguratie
De datum en tijd van het apparaat kunnen automatisch
bijgewerkt worden, als het apparaat is verbonden met een
SNTP-server.
SNTP-serveradres
2731 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / SNTP
SERVER / ADRES
1 Voer de naam van de SNTP-server in en bevestig
met OK.
Deze naam kan een IP-adres zijn, een DNS-adres of een
NetBIOS-naam.
SNTP-serverpoort
2732 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / SNTP
SERVER / POORT
1 Voer het serverpoortnummer in en bevestig
met OK.
Het standaardpoortnummer is 123.
De servertoegang activeren
2733 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / SNTP
SERVER / STATE
1 Selecteer met of MET om de SNTP-server te
activeren en bevestig met OK.
Tijdzone
2734 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / SNTP
SERVER / TIME ZONE
1 Selecteer met of de tijdzone waar de terminal
zich bevindt en bevestig met OK.
Als u automatisch zomertijdbeheer hebt geactiveerd,
wordt de instelling TIME ZONE automatisch
geïnitialiseerd (zie Instellen van zomertijd / wintertijd,
pagina 33).
Zomertijd
2735 - INSTELLINGEN / LAN ETHER / SNTP
SERVER / SUMMER TIME
1 Selecteer met of de juiste tijdsinstelling,
WINTER TIME, SUMMER TIME +1 of SUMMER
TIME +2 en bevestig dit met OK.
Opmerking
Wanneer de terminal ingesteld is
op Automatische configuratie
(menu 2711), kunnen deze
adressen automatisch vervangen
worden door sommige DHCP-
servers.
Opmerking
Dit menu wordt niet weergegeven
als het menu AUTOM. AANP.
geactiveerd is (zie Instellen van
zomertijd / wintertijd,
pagina 33)
LFF6080
- 53 -
9 - Netwerkfuncties
WLAN-netwerk
Men spreekt van een radionetwerk of WLAN (Wireless
Local Area Network) wanneer minstens twee computers,
printers en/of andere toestellen samen onder elkaar
communiceren in een netwerk via radiogolven (golven
met een hoge frequentie). Het doorsturen van gegevens
in het radionetwerk berust op de 802.11b en 802.11g-
normen. Afhankelijk van de structuur van het netwerk,
spreekt men van infrastructuurnetwerk of een ad-hoc-
netwerk.
Infrastructuur radionetwerk
In een infrastructuurnetwerk communiceren verschillende
apparaten via een centraal toegangspunt (gateway,
router). Alle gegevens worden doorgestuurd naar het
centrale toegangspunt (gateway of router) en verder van
daaraf verdeeld.
Ad-hoc radionetwerk
In een ad-hoc radionetwerk communiceren de apparaten
rechtstreeks met elkaar zonder via een toegangspunt te
hoeven gaan. De transmissiesnelheid in het geheel van
het ad-hoc radionetwerk staat in verhouding met de
slechtste verbinding in het netwerk. De
transmissiesnelheid hangt ook af van de ruimtelijk
afstand tussen zender en ontvanger, naast het aantal
obstakels, zoals de muren en de plafonds.
Radionetwerken (WLAN)
Er zijn drie vereiste stappen nodig om uw terminal in een
radionetwerk (WLAN) te integreren:
1 Configureer het netwerk aan uw pc.
2 Stel uw apparaat zo in dat het in een netwerk kan
werken.
3 Nadat het toestel is ingesteld, moet u de software
Companion Suite Pro installeren op uw pc met de
vereiste printerstuurprogramma’s.
Wanneer het apparaat in een WLAN-netwerk
geïntegreerd is, kunt u vanaf uw pc:
uw documenten vanuit uw gebruikelijke toepassingen
afdrukken op het multifunctionele apparaat,
documenten in kleur, grijstinten of zwart/wit op uw pc
inscannen.
OPGELET
Let op, wanneer u een draadloze
verbinding gebruikt, kunnen
bepaalde medische apparaten,
gevoelige of veiligheidssystemen
worden verstoord door de radio-
uitzendingen van uw toestel. Wij
vragen u om in alle gevallen de
veiligheidsvoorschriften te
respecteren.
Belangrijk
Let op, in de ad-hoc modus is WPA/
WPA2-versleuteling niet beschikbaar.
Belangrijk
De pc en alle andere apparaten
moeten ingesteld zijn op hetzelfde
netwerk als de multifunctionele
terminal. Alle vereiste details voor het
instellen van het apparaat, zoals de
namen van het netwerk (SSID), type
radionetwerk, coderingssleutel, IP-
adres of subnet mask moeten
overeenkomen met de specificaties
van het netwerk.
U vindt die details op uw pc of op het
Access Point (Toegangspunt).
Om te weten hoe u uw pc moet
instellen, raadpleegt u de
gebruikershandleiding van uw WLAN-
kaart. Voor grote netwerken is het
beter om de netwerkbeheerder te
consulteren.
LFF6080
- 54 -
9 - Netwerkfuncties
Uw WLAN-kaart aansluiten
Uw terminal behoort tot een nieuwe generatie van
terminals die u in een WLAN-netwerk kunt integreren met
een WLAN USB-sleutel.
1 Sluit de WLAN USB-stick op de USB-port van uw
terminal aan.
Configuratie van uw netwerk
Een netwerk maken of zich toevoegen aan
een netwerk
Alvorens u gebruik maakt van een WLAN-kaart op uw
terminal, moet u de parameters inbrengen waardoor uw
terminal kan worden herkend op een WLAN-netwerk.
Er is een eenvoudige procedure beschikbaar op uw
apparaat om u stap voor stap te begeleiden bij het
opstellen van uw netwerk. U hoeft ze enkel maar te
volgen.
281 - INSTELLINGEN / WLAN / CONFIG ASS.
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies CONFIG ASS. met de toetsen or en
bevestig met OK.
Het apparaat zoekt bestaande netwerken.
4 Selecteer uw bestaande netwerk of selecteer
NIEUW NETWERK om het te maken, met de
toetsen of en bevestig met OK.
5 SSID verschijnt op het scherm. Voer de naam in
van uw netwerk met het numerieke toetsenbord,
waarbij u de toetsen een voor een indrukt tot u de
gewenste naam krijgt (max. 32 tekens) en bevestig
met OK.
6 MODE AD-HOC of MODUS INFRA verschijnt op
het scherm. Ga terug naar het begin van het
hoofdstuk om uw keuze te maken.
Selecteer één van de modi en bevestig met OK.
- Als u MODUS AD-HOC kiest, verschijnt het
submenu KANAAL. Voer een getal in tussen 1
en 13 (1 tot 11 voor de VS) en bevestig met OK.
7 Selecteer uw versleutelingsmethode: ZONDER,
WEP of WPA, en bevestig met OK:
-Als u WEP kiest, voert u de WEP-sleutel in die
u op uw netwerk gebruikt.
Opmerking
Een perfecte verbinding is
verzekerd als u gebruik maakt van
een originele adapter in combinatie
met uw pc.
U vindt op onze website de
allernieuwste stuurprogramma’s
voor de goedgekeurde adapter,
naast andere informatie:
www.sagem-communications.com.
Belangrijk
De radionetwerkadapter van uw
terminal geeft gegevens door met het
radio IEEE 802.11g-protocool. Hij kan
ook geïntegreerd worden in een
bestaand IEEE 802.11b-netwerk.
Gebruik uitsluitend de goedgekeurde
adapter voor de aansluiting op uw
terminal. Andere zend- en
ontvangstadapters kunnen het
apparaat beschadigen.
Als u de terminal gebruikt in een
infrastructuur- of ad-hoc netwerk,
moet u bepaalde netwerk- en
veiligheidsinstellingen (bijv. Service-
Set-ID (SSID) en de WEP-sleutel) en
de coderingssleutel instellen. De
instellingen moeten overeenkomen
met de specificaties van het netwerk.
Opmerking
Laat uw WLAN-netwerk instellen
door iemand met een grondige
kennis van de configuratie van uw
computer.
Opmerking
Dit menu is alleen toegankelijk
als het lokale netwerk is ingesteld
op WLAN (menu 26)
Opmerking
Indien u een bestaand netwerk
kiest, dan worden de stappen 5 en 6
(en mogelijk 7) automatisch
uitgevoerd.
Belangrijk
Let op, in de ad-hoc modus is WPA/
WPA2-versleuteling niet beschikbaar.
Opmerking
Het aantal WEP-sleutels is
instelbaar in het menu: 29 -
INSTELLINGEN / PARAMETERS /
WEP SLEUT. NR.
LFF6080
- 55 -
9 - Netwerkfuncties
-Als u WPA kiest, voert u de WPA- of WPA2-
sleutel in die u op uw netwerk gebruikt.
8 IP CONFIG: HANDM of IP CONFIG: AUTO
verschijnen op het scherm.
Als u kiest voor de handmatige configuratie, ga dan
naar de volgende paragraaf om de parameters
IP ADRES, SUBNET MASKER en GATEWAY in te
geven.
9 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar
het hoofdmenu van CONFIG ASS.
10 Verlaat dit menu met de toets
.
Eenmaal dat het netwerk geconfigureerd is, moet de led
van de WLAN USB-sleutel aan staan.
Uw netwerkparameters raadplegen of
wijzigen
Elk van de parameters van uw netwerk kunnen gewijzigd
worden volgens de ontwikkeling van uw netwerk.
2822 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS / IP
ADRES
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies IP ADRES met de toetsen of en bevestig
met OK.
5 Het nummer van uw IP-adres verschijnt in het
formaat 000.000.000.000. Voer het nieuwe IP-
adres van uw terminal in volgens het voorgestelde
formaat en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2823 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
SUBNET MASKER
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies SUBNET MASKER met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Het subnet mask-nummer verschijnt in het formaat
000.000.000.000. Voer het nieuwe subnet mask
van uw terminal in volgens het voorgestelde
formaat en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2824 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
GATEWAY
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies GATEWAY met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Het gateway-nummer verschijnt in het formaat
000.000.000.000. Voer de nieuwe gateway van uw
terminal in volgens het voorgestelde formaat en
bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2825 - INSTELLINGEN /WLAN / PARAMETERS /
SSID
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies SSID met de toetsen of en bevestig
met OK.
5 De naam van uw netwerk verschijnt op het scherm.
Voer de nieuwe naam van uw netwerk in en
bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2826 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
MODE
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies MODE met de toetsen of en bevestig
met OK.
5 Het teken >> geeft aan dat uw netwerk zich in de
actieve modus bevindt.
6 Selecteer één van de modi en bevestig met OK.
- Als u de AD-HOC MODUS kiest, verschijnt het
submenu KANAAL. Voer een getal in tussen 1
en 13 (1 tot 11 voor de VS) en bevestig met OK.
7 Verlaat dit menu met de toets
.
Belangrijk
In een ad-hoc radionetwerk
communiceren de apparaten
rechtstreeks met elkaar zonder via
een toegangspunt te gaan. De
transmissiesnelheid in het geheel van
het ad-hoc radionetwerk staat in
verhouding met de slechtste
verbinding in het netwerk. De
transmissiesnelheid hangt ook af van
de ruimtelijke afstand tussen zender
en ontvanger, naast het aantal
obstakels, zoals muren en plafonds.
LFF6080
- 56 -
9 - Netwerkfuncties
2827 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
VEILIGHEID
Met deze parameter kunt u uw netwerk beveiligen door de
versleutelingsmethode in te stellen die in uw WLAN-
netwerk moet worden gebruikt.
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies VEILIGHEID met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Kies WEP, WPA of ZONDER en bevestig met OK.
- Geef een wachtwoord in, als u WEP kiest:
- Bij een 64 bits veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 5 tekens bedragen.
- Bij een 128 bits veiligheidsconfiguratie moet
het wachtwoord exact 13 tekens bedragen.
-Als u WPA kiest, voer dan een WPA- of WPA
wachtwoord in (min. 8 tekens tot max. 63
tekens).
Het wachtwoord kan alfanumerieke tekens
(cijfers en letters) bevatten, maar ook alle
andere symbolen die beschikbaar zijn op het
toetsenbord. Het enige ongeldige teken is “
(euro-symbool).
6 Verlaat dit menu met de toets
.
2828 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
HOSTNAME
De naam van de machine stelt u in staat om uw terminal
te laten identificeren op het netwerk door een pc
(bijvoorbeeld met de naam "PRINT-NETWERK-1").
1 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
2 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies HOSTNAME met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 Voer de gewenste naam (maximum 15 karakters)
in en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
.
Eenmaal uw verbinding is geconfigureerd, moet u het
stuurprogramma van de netwerkprinter op uw pc
installeren om documenten te kunnen afdrukken.
Zie paragraaf PC-Functies, pagina 65.
Voorbeeld van de configuratie van een ad-
hoc-netwerk
Voorbeeld van de configuratie van een niet-beveiligd ad-
hoc-netwerk met de volgende instellingen:
naam van het netwerk: "home"
type radio: "ad-hoc"
kanaal: "1"
IP-adres van de pc: "169.254.0.1"
subnetmasker van de pc: "255.255.0.0"
gateway van de pc: "0.0.0.0"
IP-adres van de multifunctionele terminal:
"169.254.0.2"
subnetmasker van de multifunctionele terminal:
"255.255.0.0"
gateway van de multifunctionele terminal: "0.0.0.0"
Configuratie van de multifunctionele
terminal
1 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-connector
van de multifunctionele terminal.
2 Tik in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen of en bevestig met OK.
3 Kies WLAN met de toetsen of en bevestig
met OK.
4 Kies CONFIG ASS. met de toetsen or en
bevestig met OK.
5 Kies NIEUW NETWERK met de toetsen of en
bevestig met OK.
6 SSID verschijnt op het scherm, voer "home" in met
het numerieke toetsenbord en bevestig met OK.
7 Selecteer de modus MODE AD-HOC en bevestig
met OK.
8 Voer "1" in het veld KANAAL in en bevestig
met OK.
9 Selecteer ZONDER en bevestig met OK.
10 Kies IP CONF.: HANDM en bevestig met OK.
11 Voer "169.254.0.2" in het veld IP ADRES in en
bevestig met OK.
12 Voer "255.255.0.0
" in het veld SUBNET MASKER
in en bevestig met OK.
13 Voer "0.0.0.0" in het veld GATEWAY in en bevestig
met OK.
14 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar
het hoofdmenu van CONFIG ASS.
15 Verlaat dit menu met de toets
.
Eenmaal het netwerk geconfigureerd is, moet de led van
de WLAN USB-sleutel aan staan.
U moet nu de pc configureren.
Opmerking
U kan het wachtwoord ook
hexadecimaal invoeren. In dat
geval:
- Bij een 64 bits
veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 10 hexadecimale
tekens bedragen.
- Bij een 128 bits
veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 26 hexadecimale
tekens bedragen.
LFF6080
- 57 -
9 - Netwerkfuncties
Configuratie van de pc
Raadpleeg voor dit deel de informatie van de fabrikant
(documentatie constructeur) van de WLAN USB-sleutel
als hulp om op te zoeken en toe te treden op het "home"-
netwerk.
1 Installeer indien nodig de software van de WLAN
USB-sleutel op uw pc.
2 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-port van de
pc.
3 Met de software van de WLAN USB-sleutel voert u
een netwerkdetectie uit.
4 Voeg aan het netwerk "home" toe als het werd
gedetecteerd.
5 Configureer nu de WLAN-netwerkverbinding van
uw pc.
Hiervoor moet u het element Protocol Internet
(TCP/IP) configureren van de gemaakte WLAN-
verbinding. Als dit onderdeel geconfigureerd is om
automatisch een IP-adres te verkrijgen, moet u dat
overzetten naar handmatige modus voor de
configuratie van het TCP/IP-adres ("169.254.0.1"
in ons voorbeeld), het subnetmasker
("255.255.0.0" in ons voorbeeld) en de
standaardgateway ("0.0.0.0" in ons voorbeeld).
6 Voer OK in.
De SNMP-service configureren
Voor netwerkbeheerders die via het lokale netwerk hun
SNMP-netwerkservice willen gebruiken om het apparaat
te bewaken en beheren, is een SNMP-agent (Simple
Network Management Protocol) beschikbaar op het
multifunctionele apparaat.
De SNMP-agent configureren
De parameters van de SNMP-agent configureren op het
multifunctionele apparaat:
1 Open een webbrowser op een pc die op het
netwerk is geregistreerd.
2 Geef het IP-adres van het apparaat op in het veld
Adres en bevestig dit door op Enter te drukken.
3 Als de introductiepagina opent, selecteert u de taal
van de interface.
4 Selecteer SNMP in NETWERKEN
5 Onder COMMUNITY voert u de vereiste gedeelde
lees- en schrijfgemeenschapsnaam die
communicatie tussen SNMP-agenten
(multifunctioneel apparaat) en SNMP-
beheerstations (pc met console) mogelijk maakt.
6 Onder TRAP selecteert u de informatie en
gebeurtenissen die verzameld moeten worden.
7 Bij TRAP RECIPIENT geeft u het IP-adres op van
de pc waarop de SNMP-browser is geïnstalleerd.
8 Bevestig uw wijzigingen
De SNMP-browser configureren
Het multifunctionele apparaat wordt geleverd met de
volgende ingesloten MIB's (Management Information
Base)
Gemeenschappelijke printer
Hostprinter
Printerpoortmonitor
De volgende traps (verzamelbare informatie) zijn
beschikbaar:
Datum
Geheugenstatus (type, gebruikt en max. grootte)
Types apparaten (toetsenbord, scanner, enz.)
Algemene status
Standaard taal
Beschikbare talen
Type printer (intern/extern)
LCD-specificaties (aantal regels en tekens)
Serienummer
Type kleppen
Papierlade (uitvoer, invoer, papierformaat, capaciteit)
Resolutie (600 dpi)
Grootte van de marge
PDL-interpreter (type, versie)
Waarschuwingen (papierstoring, klep, enz.)
Opmerking
U vindt hulp voor deze stap in het
deel over de instellingen van een
verbinding in de documentatie van
de fabrikant.
Opmerking
Compatibel met standaard SNMPv1
en SNMPv2 IP-netwerken.
LFF6080
- 58 -
10 - Berichtendienst
Berichtendienst
Met uw multifunctionele apparaat kunt u e-mails via uw
lokaal netwerk versturen en ontvangen.
U moet hiervoor uw apparaat aansluiten op een lokaal
netwerk. U moet ook de instellingen voor de
berichtendienst configureren.
Informatie die nodig is voor de
configuratie van de berichtendienst
De netwerkbeheerder moet u de volgende informatie
verstrekken:
de identificatie van de berichtendienst
het wachtwoord van de berichtendienst
het e-mailadres
de identificaties van de servers (SMTP, POP, DNS1
en DNS2)
De initialisatieparameters
configureren
91 - E-MAIL / AANBIEDER
1 Selecteer het LOKALE NETWERK uit de lijst en
bevestig met OK.
921 - E-MAIL / INIT ETHERNET / BERICHTEN
1 Voer de e-mailidentificatie in en bevestig met OK.
2 Voer het e-mailwachtwoord in en bevestig met OK.
3 Voer het e-mailadres in en bevestig met OK.
Toegang tot de instellingen van de servers
922 - E-MAIL / INIT ETHERNET / SERVERS
1 Voer SMTP in en bevestig met OK.
2 Voer POP3 in en bevestig met OK.
3 Voer de DNS 1 in en bevestig met OK.
4 Voer de DNS 2 in en bevestig met OK.
Toegang tot de instellingen SMTP-verificatie
923- E-MAIL / INIT ETHERNET / SMTP AUTHENT.
1 Selecteer MET in het menu ACTIVERING om de
SMTP-verificatie te activeren en bevestig met OK.
2 Selecteer in het menu INSTELLINGEN de optie
ID.BER SERV. om dezelfde identificatie-
instellingen te gebruiken als de berichtendienst of
SPEC. VERIFIC. om andere identificatie-
instellingen te definiëren en bevestig dit met OK.
3 Wanneer u SPEC.VERIFIC. selecteert, moet u de
twee volgende handelingen verrichten:
9233- E-MAIL / INIT ETHERNET / SMTP AUTHENT.
/ IDENTIFICATIE
1 Voer de IDENTIFICATIE in en bevestig met OK.
9234- E-MAIL / INIT ETHERNET / SMTP AUTHENT. /
WACHTWOORD
1 Voer het WACHTWOORD in en bevestig met OK.
Een tekstbericht verzenden
U kunt een met het toetsenbord getypt bericht naar een e-
mailadres sturen.
95 - E-MAIL / SEND EMAIL
1 Voer het e-mailadres van de ontvanger in of kies
uw kiesmodus en bevestig met OK.
2 Voer desgewenst het adres in van een ontvanger
die een kopie ontvangt (CC:) en bevestig met OK.
3 Voer het onderwerp van het bericht in (maximaal
80 lettertekens) en bevestig met OK.
4 Voer de tekst in met het alfabetisch toetsenbord
(100 regels van 80 lettertekens) en bevestig met
OK. Om naar de volgende regel te gaan, drukt u op
de toets .
5 Druk op OK om te bevestigen.
Het bericht wordt opgeslagen en wordt verzonden zodra
er verbinding is gemaakt met het lokale netwerk.
Scannen naar e-mail
Met de functie Scannen naar e-mail kunt u een document
analyseren en het als bijlage (TIFF, JPEG of PDF) naar
een e-mailadres verzenden.
Een bestand als bijlage naar een e-mailadres verzenden:
1 Plaats het te kopiëren document in de
automatische documentinvoer met de bedrukte
zijde omhoog.
of
Plaats het document met de bedrukte zijde naar
beneden op het glas en houd rekening met de
indicaties rond het glas.
2 Druk op de scantoets . U ziet een
keuzescherm.
3 Selecteer SCAN-TO-MAIL met de toetsen of
en bevestig met OK.
4 Voer het e-mailadres van de ontvanger in of kies
uw kiesmodus en bevestig met OK.
5 Voer desgewenst het adres in van een ontvanger
die een kopie ontvangt (CC:) en bevestig met OK.
6 Voer het onderwerp van het bericht in (maximaal
80 lettertekens) en bevestig met OK.
7 Voer de tekst in met het alfabetisch toetsenbord
(100 regels van 80 lettertekens) en bevestig met
OK. Om naar de volgende regel te gaan, drukt u op
de toets .
Belangrijk
Met de optie No Access kunt u de
toegang tot de berichtendienst van
uw apparaat blokkeren.
LFF6080
- 59 -
10 - Berichtendienst
8 Druk op OK om te bevestigen.
9 Selecteer SCAN Z&W om een zwart-wit document
te sturen, of SCAN KLEUR om een
kleurendocument te sturen en bevestig met OK.
10 Voer de naam van de bijlage in en bevestig
met OK.
11 Wijzig desgewenst de indeling van de bijlage: PDF
of IMAGE en bevestig met OK.
12 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE en bevestig
met OK. Selecteer KLAAR wanneer alle pagina’s
gescand zijn.
13 Druk op OK om te bevestigen.
14 Stel eventueel het contrast en de resolutie in.
Het document is gescand en het bericht is opgeslagen.
Het wordt verzonden zodra er verbinding is gemaakt met
het lokale netwerk.
Naar FTP scannen
Met de functie Scan to FTP kunt u uw TIFF-, JPEG- en
PDF-bestanden naar een FTP-server uploaden,
bijvoorbeeld om ze te archiveren.
Wanneer u verbinding wilt maken met een FTP-server,
moet u de FTP-gebruikersnaam en het FTP-wachtwoord
hebben.
Voor het verzenden van de bestanden zoekt het apparaat
verbinding met de FTP-server overeenkomstig de vooraf
gedefinieerde verbindingsinstellingen.
Een bestand op een FTP-server zetten:
1 Plaats het te kopiëren document in de
automatische documentinvoer met de bedrukte
zijde omhoog.
of
Plaats het document met de bedrukte zijde naar
beneden op het glas en houd rekening met de
indicaties rond het glas.
2 Druk op de scantoets . U ziet een
keuzescherm.
3 Selecteer SCAN-TO-FTP met de toetsen of
en bevestig met OK.
4 Voer het FTP-adres van de server in of selecteer
het in het adresboek door op de adresboektoets te
drukken .
5 Voer de FTP-gebruikersnaam in (deze handeling is
niet mogelijk met een adres uit het adresboek).
6 Voer het wachtwoord van de FTP-gebruiker in
(deze handeling is niet nodig wanneer het adres in
het adresboek is geselecteerd).
7 Bevestig met OK.
8 Selecteer SCAN Z&W om een document in zwart-
wit te verzenden of SCAN KLEUR om een
kleurendocument te verzenden Bevestig met OK.
9 Voer de naam van de bijlage in en bevestig
met OK.
10 Wijzig desgewenst de indeling van de bijlage: PDF
of IMAGE en bevestig met OK.
11 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE en bevestig
met OK. Selecteer KLAAR wanneer alle pagina’s
gescand zijn.
12 Druk op OK om te bevestigen. Het document is
gescand en wordt op de FTP-server geplaatst
zodra er verbinding is met het lokale netwerk.
Naar schijf scannen
Met de functie Scan to Disk kunt u uw TIFF-, JPEG- en
PDF-bestanden via het lokale netwerk in een gedeelde
map op een pc plaatsen.
Als u verbinding wilt maken met de doel-pc, moet u de
naam van de pc weten, evenals de doelmap (gedeeld
adres), de SMB-gebruiker en het wachtwoord.
Het SMB-adres heeft de volgende indeling:
\\PCJohn\GedeeldeMap[\JohnBestanden] waarbij
'PCJohn' de naam van de doel-pc is.
\\134.2.279.85\GedeeldeMap[\JohnBestanden]
waarbij '134.2.279.8' het IP-adres is van de doel-pc.
Voor het verzenden van de bestanden zoekt het apparaat
verbinding met de doel-pc overeenkomstig de vooraf
gedefinieerde verbindingsinstellingen.
Een bestand in een gedeelde map op een pc plaatsen via
het lokale netwerk:
1 Plaats het te kopiëren document in de
automatische documentinvoer met de bedrukte
zijde omhoog.
of
Plaats het document met de bedrukte zijde naar
beneden op het glas en houd rekening met de
indicaties rond het glas.
2 Druk op de scantoetsn . U ziet een
keuzescherm.
3 Selecteer SCAN-TO-DISK met de toetsen of
en bevestig met OK.
4 Voer het SMB-adres in of selecteer het adres in het
adresboek door de adresboektoets in te
drukken.
5 Voer de SMB-gebruikersnaam in (deze handeling
is niet mogelijk met een adres uit het adresboek).
6 Voer het wachtwoord van de SMB-gebruiker in
(deze handeling is niet nodig wanneer het adres in
het adresboek is geselecteerd).
7 Bevestig met OK.
8 Selecteer SCAN Z&W om een document in zwart-
wit te verzenden of SCAN KLEUR om een
kleurendocument te verzenden Bevestig met OK.
9 Voer de naam van de bijlage in en bevestig
met OK.
10 Wijzig desgewenst de indeling van de bijlage: PDF
of IMAGE en bevestig met OK.
LFF6080
- 60 -
10 - Berichtendienst
11 Als u de flatbedscanner gebruikt, kunt u meer dan
één pagina inscannen. Plaats de volgende pagina
op de scanner, selecteer VOLGENDE en bevestig
met OK. Selecteer KLAAR wanneer alle pagina’s
gescand zijn.
12 Druk op OK om te bevestigen.
Het document is gescand en wordt in de gedeelde map
op de doel-pc geplaatst zodra er verbinding is met het
lokale netwerk.
Configuratie van de verbinding
De instellingen zijn in verschillende categorieën
onderverdeeld:
de standaard instellingen die het type en de
frequentie van de verbinding op het lokale netwerk en
het type transmissie voor uw documenten definiëren,
de sortering van e-mail definieert de manier waarop
opgeslagen e-mails worden beheerd.
Standaard instellingen
U beschikt over twee type instellingen waarmee u kunt de
volgende parameters kunt definiëren:
Het type en de frequentie van de verbinding met uw
ISP.
Type transmissie via internet.
U kunt op elk gewenst moment de status van de
instellingen van uw apparaat controleren door ze af te
drukken.
Het type verbinding selecteren
941 - E-MAIL / INSTELLINGEN / TYPE VERB.
1 Selecteer een van de verbindingsopties:
EENMALIG, PERIODIEK of OP AANVRAAG.
2 Druk op OK om te bevestigen.
Het type transmissie selecteren
942 - E-MAIL / INSTELLINGEN / TYPE VERZ.
1 Selecteer een van de verzendopties: DIRECT of
TIJD. VERB.
2 Druk op OK om te bevestigen.
De tijd van de verbinding wijzigen (type
Periodiek)
943 - E-MAIL / INSTELLINGEN / TIJDSDUUR
1 Open de modus PERIODIEK en voer met het
numerieke toetsenbord de nieuwe
verbindingsperiode in (waarden tussen 00:01 en
23:59).
2 Druk op OK om te bevestigen.
Er wordt om de drie uur verbinding gemaakt met het
lokale netwerk (standaardwaarde).
De uren waarop verbinding tot stand wordt
gebracht wijzigen (type Eenmalig)
943 - E-MAIL / INSTELLINGEN / INGEST TIJD
1 Open de modus EENMALIG en gebruik de toetsen
of om de cursor te plaatsen onder het cijfer
dat u wilt wijzigen.
2 Voer de nieuwe verbindingstijd(en) in met het
numerieke toetsenbord (waarden tussen 00:01 en
23:59) en bevestig met OK.
De afdrukmodus selecteren voor het
ontvangstbewijs
944 - E-MAIL / INSTELLINGEN / ONTVANGSTBERI.
1 Selecteer een van de opties voor het
ontvangstbericht: MET, ZONDER, ALTIJD of
ZENDFOUT.
2 Druk op OK om te bevestigen.
Een antwoordadres voor e-mail opgeven
945 - E-MAIL / INSTELLINGEN / REPLY ADDR.
1 Voer het gewenste antwoordadres voor e-mail in.
2 Druk op OK om te bevestigen.
De internetinstellingen afdrukken
946 - E-MAIL / INSTELLINGEN / AFDRUKKEN
De instellingen worden afgedrukt.
Deze instellingen kunnen ook tegelijk met alle andere
instellingen van uw apparaat worden afgedrukt (zie
paragraaf Instellingenlijst afdrukken, pagina 42).
E
ENMALIG
Er wordt iedere dag om 9:00 uur, 12:30
uur en 17:00 uur
a
verbinding gemaakt met
internet.
a. Om te voorkomen dat de verbinding het netwerk overbelast, kan
de automatische verbinding feitelijk variëren tussen 12 minuten
voor en 12 minuten na de afgesproken tijden
PERIODIEK Er wordt om de drie uur
a
verbinding met
internet gemaakt (standaardwaarde).
O
P
AANVRAAG
Er wordt op uw aanvraag met de opdracht
IMMED, ACCESS verbinding met internet
gemaakt.
D
IRECT
Het document wordt bij elke
verzendaanvraag onmiddellijk
verstuurd.
T
IJDENS
VERBINDINGEN
Er wordt uitsluitend verzonden bij de
vooraf geprogrammeerde verbindingen
van het type E
ENMALIG of PERIODIEK.
LFF6080
- 61 -
10 - Berichtendienst
E-mail sorteren
Met deze functie kunt u de manier bepalen waarop
opgeslagen documenten in uw elektronische brievenbus
worden beheerd.
U hebt de keuze tussen drie mogelijkheden:
•Met ENKEL F@X kunt u e-mails vanaf uw apparaat
ophalen en afdrukken.
•Met ENKEL PC kunt u uw e-mails voor later gebruik
op de computer in uw brievenbus opslaan (deze e-
mails kunt u dus niet ophalen).
•Met DEEL PC kunt u:
- wanneer de PC en de fax elk een verschillend adres
hebben alle e-mails of alleen e-mails met bijlagen die
niet verwerkt kunnen worden naar een PC uploaden,
- wanneer de PC en de fax hetzelfde adres hebben,
kunt u de fax als printer voor de e-mails van de PC
gebruiken.
96 - E-MAIL / SELECT. MAIL
Modus ENKEL F@X
1 Selecteer de optie ENKEL F@X en bevestig
met OK.
Alle e-mails worden opgehaald en afgedrukt.
Modus ENKEL PC
1 Selecteer de optie ENKEL PC en bevestig
met OK.
E-mails worden niet opgehaald en niet afgedrukt maar
kunnen met een computer worden bewerkt.
Na elke verbinding wordt het aantal e-mails in uw
brievenbus op het scherm weergegeven.
Modus DEEL PC
1 Selecteer de optie DEEL PC en bevestig met OK.
U hebt de keuze tussen uploaden van de e-mails naar
een PC of de fax als printer voor de e-mails gebruiken.
De e-mails naar een pc uploaden:
1 Selecteer de optie MET PC VERZEND en bevestig
met OK.
2 Voer het e-mailadres in van de computer waarnaar
u uw e-mails wilt verzenden en bevestig met OK.
3 Selecteer de optie van uw keuze in de
onderstaande tabel en bevestig met OK.
De fax als printer voor e-mail gebruiken:
1 Selecteer de optie ZONDER PC VERZ en bevestig
met OK.
2 Selecteer de optie van uw keuze in de
onderstaande tabel en bevestig met OK. Na elke
verbinding word het aantal resterende e-mails in
uw brievenbus op het scherm weergegeven.
Menu Beschrijving
VERZ. ALLE E-
MAILS
Alle e-mails worden naar de PC
gezonden.
B
IJL.
O
NBRUIKBAAR
De fax haalt de e-mails op die
verwerkt kunnen worden en drukt ze
af en exporteert e-mails met bijlagen
die niet verwerkt kunnen worden naar
de mailbox van de PC.
Menu Beschrijving
MAILS WISSEN De e-mails die al verwerkt en gelezen
zijn door de fax (zonder bijlagen)
worden gewist nadat ze op de fax zijn
afgedrukt.
M
AILS
OPSLAAN
De e-mails die al door de fax zijn
verwerkt en gelezen worden niet
gewist.
LFF6080
- 62 -
11 - USB-stick
USB-stick
U kan een USB-stick aansluiten aan de voorzijde van uw
terminal. De opgeslagen bestanden in TXT, TIFF, PDF
(versie 1.1 tot 1.4) en JPEG-formaat zullen gescand
worden, en dan kunt u de volgende handelingen
uitvoeren:
- de opgeslagen bestanden op uw USB-stick printen
1
,
- de opgeslagen bestanden op uw USB-stick wissen,
- de inhoud van de USB-stick scannen,
- een document scannen naar uw USB-stick.
- faxarchivering (zie paragraaf Rerouting van faxen
naar een USB-sleutel, pagina 27).
Gebruik van de USB-stick
Uw documenten afdrukken
U kunt uw opgeslagen bestanden of een lijst van de
aanwezige bestanden op uw USB-stick afdrukken.
Afdrukken van de lijst van bestanden aanwezig
op de stick
Om de lijst van bestanden aanwezig op de stick af te
drukken:
01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / LIJST
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm.
2 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of en
bevestig met OK.
3 Kies LIJST met de toetsen of en bevestig
met OK.
4 De lijst wordt afgedrukt in een tabel met de
volgende gegevens:
- de gescande bestanden worden geïndexeerd in
opklimmende volgorde per 1,
- de naam van de bestanden met hun extensie,
- de datum van de laatste registratie van de
bestanden,
- de grootte van de bestanden in Kb.
Afdrukken van de bestanden aanwezig op de
stick
Om de bestanden aanwezig op de stick af te drukken:
01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / BESTAND
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm.
2 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of en
bevestig met OK.
3 Kies BESTAND met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden af te
drukken:
- ALLES, om alle aanwezige bestanden op de
USB-stick af te drukken.
Kies ALLES met de toetsen of en bevestig
met OK. Het afdrukken start automatisch.
- SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op
de USB-stick af te drukken.
Kies SERIE met de toetsen of en bevestig
met OK.
EERSTE BESTAND en het eerste
geïndexeerde bestand verschijnt op het
scherm. Kies met de toetsen of het eerste
bestand van de af te drukken serie en bevestig
met OK. Een sterretje (*) verschijnt links van het
bestand.
LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm.
Kies met de toetsen of het laatste bestand
van de af te drukken serie en bevestig met OK.
Druk op de toets .
AANTAL KOPIEEN verschijnt op het scherm,
voer het gewenste aantal af te drukken kopies
in met het numerieke toetsenbord en bevestig
met OK. (voor JPEG-bestanden): A4 of
LETTER (afhankelijk van model), of FOTO en
bevestig met OK.
Kies het afdrukformaat: DIKTE of NORMAL en
bevestig met
OK. Het afdrukken start
automatisch.
- KEUZE, om een of meerdere bestanden
aanwezig op de USB-stick af te drukken.
Kies met de toetsen of het af te drukken
bestand en bevestig met OK. Een sterretje (*)
verschijnt links van het bestand.
1. Het is mogelijk dat sommige TIFF- of PDF-bestanden op
uw USB-stick niet afgedrukt kunnen worden, omdat het
gegevensindeling beperkt is.
Belangrijk
Let altijd op de richting als u een
USB-stick in een USB-aansluiting
steekt.
Haal nooit uw USB-stick uit de
aansluiting terwijl er van wordt
gelezen of naar wordt geschreven.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat (of
Statement-formaat).
LFF6080
- 63 -
11 - USB-stick
Herhaal de handeling voor de andere af te
drukken bestanden.
Druk op de toets .
AANTAL KOPIEEN verschijnt op het scherm,
voer het gewenste aantal af te drukken kopies
in met het numerieke toetsenbord en bevestig
met OK.
Selecteer het afdrukformaat (voor JPEG-
bestanden): A4 of LETTER (afhankelijk van
model), of FOTO en bevestig met OK.
Kies het afdrukformaat: DIKTE of NORMAL en
bevestig met OK. Het afdrukken start
automatisch.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
Wissen van de bestanden aanwezig op de
stick
U kan bestanden aanwezig op de USB-stick verwijderen.
06 - MEDIA / VERWIJDEREN / VON HAND
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
SCANNING MEDIA verschijnt op het scherm.
2 Kies VERWIJDEREN met de toetsen of en
bevestig met OK.
3 Kies VON HAND met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden te
verwijderen:
- ALLES, om alle aanwezige bestanden op de
USB-stick te verwijderen.
Kies ALLES met de toetsen of en bevestig
met OK.
U gaat terug naar het vorige menu.
- SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op
de USB-stick te verwijderen.
Kies SERIE met de toetsen of en bevestig
met OK.
EERSTE BESTAND en het eerste
geïndexeerde bestand verschijnt op het
scherm. Kies met de toetsen of het eerste
bestand van de te wissen serie en bevestig
met OK. Een ster (*) verschijnt links van het
bestand.
LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm.
Kies met de toetsen of het laatste bestand
van de te verwijderen serie en bevestig met OK.
Een sterretje (*) verschijnt links van het
bestand.
Druk op de toets .
U gaat terug naar het vorige menu.
- KEUZE, om een of meerdere bestanden
aanwezig op de USB-stick te verwijderen.
Kies met de toetsen or het te wissen
bestand en bevestig met OK. Een sterretje (
*)
verschijnt links van het bestand.
Herhaal de handeling voor de andere te
verwijderen bestanden.
Druk op de toets .
U gaat terug naar het vorige menu.
5 Verlaat dit menu door op de toets te drukken.
De inhoud van de USB-stick scannen
Na een periode van non-activiteit, gaat de terminal naar
het hoofdmenu. U kunt de inhoud van de USB-stick terug
bekijken. U gaat als volgt te werk.
07 - MEDIA / SCANNING MEDIA
1 Druk op , voer 07 in met behulp van het
toetsenbord.
2 De scanning van de USB-stick is gestart.
3 U kunt de aanwezige bestanden op de USB-stick
afdrukken of verwijderen. Zie de vorige
hoofdstukken.
Een document op de USB-stick
opslaan
Met deze functie kan een document direct worden
gedigitaliseerd en opgeslagen in de map MF Printer Laser
Pro LL2 4\SCAN op een USB-geheugenstick. De map MF
Printer Laser Pro LL2 4\SCAN wordt aangemaakt door de
applicatie.
1 Plaats het te kopiëren document met de bedrukte
zijde tegen het glas.
2 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
Scanning van de USB-stick is gestart.
Eens de scan is beëindigd, wordt het menu MEDIA
getoond.
3 Selecteer
SCANNEN NAAR met de toetsen of
en bevestig vervolgens met de toets OK.
4 Kies tussen
SCAN Z&W or SCAN KLEUR met de
toetsen of en bevestig met OK.
Belangrijk
Voor u een document digitaliseert,
moet u erop letten dat uw USB-
geheugenstick voldoende vrije
schijfruimte heeft. Zoniet kunt u de
bestanden handmatig wissen, zie
paragraaf Wissen van de bestanden
aanwezig op de stick, pagina 63.
Belangrijk
U kunt ook toegang krijgen tot deze
functie via twee andere manieren:
door op de knop te drukken
en vervolgens SCAN-NAAR-
MEDIA te selecteren.
door op de toets te drukken
vanuit de schermbeveiliging door
03 in te tikken op het umerieke
toetsenbord.
LFF6080
- 64 -
11 - USB-stick
5 Geef een naam aan het scanbestand (tot 20
tekens) met behulp van het alfanumerieke
toetsenbord en bevestig met OK.
6 Kies het scanformaat tussen
AFBEELD enPDF en
bevestig om het scannen te starten en het
document op te slaan.
Met
AFBEELD kunt u hetzelfde type van bestand
gebruiken als een foto.
PDF is een formaat voor de
aanmaak van digitale documenten.
Met de home-toets kunt u het scannen direct
beginnen en een bestand naar het opslagmedium sturen,
met de instellingen vastgelegd in de formaatanalyse.
Belangrijk
In het formaat AFBEELD, als u hebt
gekozen:
ZWART-WIT, dan wordt de
afbeelding in TIFF-formaat
opgeslagen.
KLEUREN, dan wordt de
afbeelding in JPEG-formaat
opgeslagen.
U kunt de resolutie van de afbeelding
die digitaal op de USB-stick wordt
opgeslagen kiezen, de
standaardinstelling van de resolutie is
AUTO.
Druk verschillende keren op de toets
en kies de gewenste resolutie:
Scannen in ZWART/WIT:
- pictogram: resolutie tekst.
- pictogram: resolutie foto.
- geen pictogram: automatische
resolutie.
Scannen in KLEUREN:
- pictogram: resolutie tekst.
- geen pictogram: automatische
resolutie.
LFF6080
- 65 -
12 - PC-Functies
PC-Functies
Inleiding
Met de software Companion Suite Pro kunt u een pc
aansluiten aan een compatibel multifunctioneel apparaat.
Vanaf de PC kunt u:
het multifunctionele apparaat beheren en zo instellen
volgens uw behoeften,
uw documenten vanuit uw gebruikelijke toepassingen
afdrukken op het multifunctionele apparaat,
documenten in kleur in grijs of in zwart-wit scannen en
ze bijwerken op uw pc of ze omzetten in tekst met
behulp van tekenherkenningssoftware (OCR).
Configuratievereisten
Uw pc moet minstens de volgende configuratievereisten
hebben:
Ondersteunde besturingssystemen:
Windows 2000 met ten minste Service Pack 4,
Windows XP x86 (Home en Pro) met ten minste
Service Pack 1,
Windows 2003-server, enkel voor de afdrukbesturing,
Windows Vista.
Processor:
800 MHz voor Windows 2000,
1 GHz voor Windows XP x86 (Home en Pro),
1 GHz voor Windows Vista.
Een CD-ROM-station
Een vrije USB-poort of LAN-poort
600 Mb vrije ruimte op de harde schijf voor de installatie.
RAM-geheugen:
minimum 128 MB voor Windows 2000,
minimum 192 MB voor Windows XP x86 (Home
en Pro).
1 GB voor Windows Vista.
Installatie
In dit gedeelte worden de volgende installatieprocedures
beschreven:
volledige installatie van de software Companion Suite
Pro,
installatie met de Companion Suite Pro-software van
alleen de stuurprogramma's,
handmatige installatie van de stuurprogramma’s.
Installatie van het volledige softwarepakket
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM erin en sluit het station.
2 De installatie wordt automatisch opgestart. Als dat
niet gebeurt, klik dan tweemaal op setup.exe in de
hoofdmap van de CD-ROM.
3 Een titelscherm C
OMPANION SUITE PRO LL2
verschijnt. Via dit scherm kunt u software
installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang
tot de gebruikershandleidingen van de producten
en u kunt door de inhoud van de CD-ROM
bladeren.
4 Plaats uw cursor op P
RODUCTEN INSTALLEREN en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
5 Het scherm Installatie van de Producten verschijnt.
Plaats uw cursor op A
LLE en bevestig met behulp
van de linkermuisknop.
Opmerking
Met de volledige installatie wordt
alle software nodig voor de goede
werking van de kit Companion Suite
Pro naar uw harde schijf
gekopieerd, dat wil zeggen:
Companion Suite Pro
(besturingssoftware van uw
terminal, printerstuurprogramma’s,
scanner,...)
- Adobe Acrobat Reader,
- PaperPort.
Het is mogelijk dat u al een versie
van de software hebt die op de
installatie-CD-ROM staat.
Gebruik in dat geval de installatie
A
ANGEPAST, selecteer de software
die u wenst te installeren en
bevestig uw keuze.
LFF6080
- 66 -
12 - PC-Functies
6 Het welkomstscherm verschijnt. Druk op
V
OLGENDE om de installatie van Companion Suite
Pro op uw pc te starten.
7 Voor u verder gaat met de installatie, moet u de
licentievoorwaarden lezen en aanvaarden.
8 Klik op V
OLGENDE.
9 De eindinstallatie kan nu worden gestart. Klik op
I
NSTALLEREN.
Het volgende scherm verschijnt om de vooruitgang
van de installatie weer te geven.
10 Klik op OK om de installatie te voltooien.
Companion Suite Pro is met succes geïnstalleerd op uw
pc.
Nu kunt u uw multifunctionele apparaat aansluiten.
Als u het multifunctionele apparaat op de pc wilt
aansluiten via USB, zie paragraaf Een apparaat
toevoegen dat is verbonden via USB, pagina 70.
Als u het multifunctionele apparaat op de pc wilt
aansluiten via het lokale netwerk (LAN/WLAN), zie
paragraaf Een apparaat toevoegen dat met het
netwerk is verbonden, pagina 71
U kunt de beheersoftware van het multifunctionele
apparaat opstarten vanuit het menu S
TART >ALLE
PROGRAMMAS >COMPANION SUITE > COMPANION SUITE
P
RO LL2 > COMPANION DIRECTOR of door op het
pictogram C
OMPANION DIRECTOR op uw desktop te
klikken.
Belangrijk
Als u een firewall hebt
geïnstalleerd, wordt u gevraagd of
u de toegang van de MFServices
tot het netwerk wilt goedkeuren.
Klik op Yes of Authorize
(afhankelijk van het type firewall)
om de toegang van
MFServices.exe tot het netwerk
goed te keuren.
Voor sommige firewalls moet u de
poorten instellen. Controleer of de
poorten upf 137 en tcp 26 open
zijn.
Opmerking
: Op Windows XP met
servicepack 2 en hoger en op
Windows Vista is standaard een
firewall geïnstalleerd.
LFF6080
- 67 -
12 - PC-Functies
Installatie van de stuurprogramma’s van de
software Companion Suite Pro
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM erin en sluit het station.
2 De installatie wordt automatisch opgestart. Als dat
niet gebeurt, klik dan tweemaal op setup.exe in de
hoofdmap van de CD-ROM.
3 Een titelscherm C
OMPANION SUITE PRO LL2
verschijnt. Via dit scherm kunt u software
installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang
tot de gebruikershandleidingen van de producten
en u kunt door de inhoud van de CD-ROM
bladeren.
4 Plaats uw cursor op P
RODUCTEN INSTALLEREN en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
5 Het scherm Installatie van de Producten verschijnt.
Plaats uw cursor op A
ANGEPAST en bevestig met
behulp van de linkermuisknop.
6 Plaats uw cursor op C
OMPANION SUITE PRO LL2 en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
7 Het welkomstscherm verschijnt. Druk op
V
OLGENDE om de installatie van Companion Suite
Pro LL2 op uw pc te starten.
8 Voor u verder gaat met de installatie, moet u de
licentievoorwaarden lezen en aanvaarden.
9 Klik op V
OLGENDE.
10 Selecteer D
RIVERS uit de lijst en klik op de knop
V
OLGENDE.
11 Selecteer de bestemmingsmap voor de installatie
en klik op de knop V
OLGENDE.
LFF6080
- 68 -
12 - PC-Functies
12 De eindinstallatie kan nu worden gestart. Klik op
I
NSTALLEREN.
13 Een scherm toont de vooruitgang van de installatie.
14 Klik op OK om de installatie te voltooien.
Companion Suite Pro is nu geïnstalleerd op uw pc.
Nu kunt u uw multifunctionele apparaat aansluiten.
Als u het multifunctionele apparaat op de pc wilt
aansluiten via USB, zie paragraaf Een apparaat
toevoegen dat is verbonden via USB, pagina 70.
Als u het multifunctionele apparaat op de pc wilt
aansluiten via het lokale netwerk (LAN/WLAN), zie
paragraaf Een apparaat toevoegen dat met het
netwerk is verbonden, pagina 71.
De stuurprogramma’s handmatig installeren
U kunt de printer- en de scannerstuurprogramma’s
handmatig installeren, zonder software te draaien om ze
in te stellen.
USB-scanner- en printerstuurprogramma's
1 Zoek de connectoren van uw USB-kabel en sluit ze
aan zoals hieronder afgebeeld.
2 Schakel het multifunctionele apparaat in.
De pc detecteert het apparaat.
3 Klik op S
TUURPROGRAMMAS ZOEKEN EN
INSTALLEER (AANBEVOLEN).
Opmerking
Deze installatiemodus is enkel
mogelijk op Windows 2000, XP en
Vista.
Opmerking
U wordt geadviseerd de Companion
Suite Pro-software eerst te
installeren en vervolgens de USB-
kabel op uw apparaat aan te sluiten
(zie Installatie van het volledige
softwarepakket, pagina 65).
Als u de USB-kabel aansluit vóór de
installatie van de Companion Suite
Pro-software dan zal de
herkenningssoftware (plug and
play) automatisch het nieuwe
materiaal herkennen.
Wanneer u deze procedure
gebruikt, worden alleen de afdruk-
en scanfuncties geactiveerd.
LFF6080
- 69 -
12 - PC-Functies
Het welkomstscherm verschijnt.
4 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM erin en sluit het station.
De stuurprogramma’s worden automatisch
gedetecteerd.
5 Selecteer L
ASER PRO LL2 PCL6 in de lijst en klik
op V
OLGENDE.
6 Een scherm geeft aan dat de stuurprogramma’s
geïnstalleerd zijn. Klik op de knop S
LUITEN.
U kunt nu het multifunctionele apparaat gebruiken om af
te drukken of om documenten te scannen.
LAN-scanner- en printerstuurprogramma's
Het is mogelijk om LAN-printers toe te voegen zonder de
Companion Suite Pro-software te installeren.
In het printervenster (S
TART > CONFIGURATIESCHERM >
P
RINTERS EN FAXAPPARATEN OF > START >
C
ONFIGURATIESCHERM > HARDWARE EN GELUID >
P
RINTERS, afhankelijk van het besturingssysteem)
selecteert u Printer toevoegen en volgt u de instructies op
het scherm.
Als u om stuurprogramma's wordt gevraagd, plaatst u de
installatie-CD-ROM. De stuurprogramma’s worden
automatisch gedetecteerd.
PostScript-printerstuurprogramma's installeren
Ga als volgt te werk als u PostScript-
printerstuurprogramma's wilt installeren op uw
multifunctionele apparaat:
1 Ga naar de Adobe-website (http://
www.adobe.com/support/downloads/
product.jsp?product=44&platform=Windows) en
download de juiste universele installer voor
stuurprogramma's.
2 Open het installatiebestand op uw computer en
volg de instructies op het scherm.
3 Als u om het PPD-bestand wordt gevraag, plaatst
u de installatie-CD-ROM van Companion Suite
Pro. het PPD-bestand staat in de map
Drivers\PPD.
De PostScript-printer wordt standaard geïdentificeerd als
L
ASER PRO LL2 PS als deze via USB verbonden is met
de pc, of als L
ASER PRO LL2 PS NETWORK als deze
verbonden is met een Ethernet- of draadloos netwerk.
Supervisie van de multifunctionele
terminal
De software die u pas hebt geïnstalleerd, bevat twee
beheertoepassingen van de multifunctionele terminal:
C
OMPANION DIRECTOR and COMPANION MONITOR, die u
toelaten om:
na te gaan of de multifunctionele terminal goed is
aangesloten op uw PC,
de activiteiten van de multifunctionele terminal op te
volgen,
het verbruik van de verbruiksartikelen van de
multifunctionele terminal vanaf de pc te volgen,
snel toegang te verkrijgen tot de toepassingen van de
grafische bewerker.
Om de multifunctionele terminal te beheren, start u de
toepassing Companion Director door op het pictogram op
uw bureaublad te klikken of vanaf het menu S
TARTEN
>A
LLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE > COMPANION
S
UITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR.
Nakijken van de verbinding tussen de pc en
de multifunctionele terminal
Om de goede verbinding te kunnen nakijken tussen de
apparaten, start u de software C
OMPANION MONITOR
vanaf het pictogram op uw bureaublad en controleert u of
die dezelfde informatie aangeeft als op het scherm van
uw multifunctionele terminal.
Companion Director
Met deze grafische Interface kunt u de hulpprogramma’s
en de software te starten om uw multifunctionele terminal
te kunnen beheren.
Grafische presentatie
Start de toepassing door op het pictogram COMPANION
D
IRECTOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR.
LFF6080
- 70 -
12 - PC-Functies
Hulpprogramma’s en toepassingen
activeren
Met de grafische interface Companion Suite Pro kunt u
de volgende hulpprogramma’s en software starten:
H
ULP vragen vanaf de aangegeven informatie,
de P
APERPORT-software (Doc Manager) starten.
Om hulpprogramma’s of software te starten in de kit
Companion Suite Pro plaatst u de grafische cursor er
bovenop en klikt u op de linkermuisknop.
Companion Monitor
Grafische presentatie
Start de toepassing door op het pictogram the COMPANION
M
ONITOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 >COMPANION MONITOR.
Vanaf dit scherm kan u de informatie volgen of de
multifunctionele terminal configureren met de tabbladen:
S
ELECTIE VAN HET APPARAAT: Hier ziet u de lijst met
apparaten die door de pc worden beheerd.
C
OMPANION: Toont het scherm van het
multifunctionele apparaat.
C
ONSOMMABLES: Hier verschijnt de status van de
verbruiksartikelen.
L
INKS: Toont koppelingen naar de instellingen van het
apparaat en het adresboek.
Apparaatbeheer
Op dit tabblad ziet u de lijst met apparaten die door de pc
worden beheerd.
Een apparaat toevoegen dat is verbonden via
USB
Zorg ervoor dat uw multifunctionele apparaat
uitgeschakeld is. De aansluiting tussen de pc en het
apparaat vereist een beschermde 2.0 USB-kabel met een
maximale lengte van 3 meter.
1 Sluit de stekkers van uw USB-kabel aan zoals
hieronder afgebeeld.
2 Schakel het multifunctionele apparaat in. De pc
detecteert het apparaat en de stuurprogramma’s
worden automatisch geïnstalleerd.
3 Wanneer de installatie voltooid is, ziet u een bericht
dat de stuurprogramma’s juist zijn geïnstalleerd.
U kunt nu het multifunctionele apparaat gebruiken om af
te drukken of om documenten te scannen.
Belangrijk
De Companion Suite Pro-software
moet geïnstalleerd zijn om deze
handeling te kunnen uitvoeren.
LFF6080
- 71 -
12 - PC-Functies
Een apparaat toevoegen dat met het netwerk is
verbonden
Uw multifunctionele terminal kan aangesloten worden op
een lokaal Ethernet- of draadloos netwerk.
1 Voer de toepassing Companion Monitor uit door op
het pictogram op uw bureaublad te klikken of vanuit
het menu S
TART > ALLE PROGRAMMAS >
C
OMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 >
C
OMPANION - MONITOR.
2 Klik op het plusteken of op de knop A
DD. .
3 U ziet de lijst met apparaten die op het netwerk zijn
gedetecteerd. Klik op R
EFRESH om de lijst bij te
werken.
De gedetecteerde apparaten worden met de
volgende informatie weergegeven.
4 NetBIOS-naam (hardware-identificatie) of IP-adres
(identificatie van het apparaat in het netwerk).
5 Netwerknaam (door de gebruiker ingesteld). Om
de naam van een apparaat te definiëren in het
lokale netwerk, zie paragraaf Netwerkfuncties,
pagina 51.
6 Selecteer uw multifunctionele apparaat en klik
op OK.
7 Voer een registratienaam in voor uw pc en klik op
OK. Het multifunctionele apparaat gebruikt deze
naam om uw pc te identificeren.
8 Klik op OK.
9 Selecteer de gewenste afdruktaal voor uw printer
en klik op N
EXT.
10 Het volgende venster toont de verschillende
functies van de printer worden geïnstalleerd. Klik
op de knop N
EXT.
11 U ziet het venster met de melding dat de
apparatuur is geïnstalleerd. Klik op de knop F
INISH.
Belangrijk
De Companion Suite Pro-software
moet geïnstalleerd zijn om deze
handeling te kunnen uitvoeren.
B e l a n g r i j k
Alleen apparaten in hetzelfde
subnetwerk als de pc worden
automatisch gedetecteerd en
weergegeven. Om een apparaat in
een ander netwerk toe te voegen,
zie paragraaf Handmatig een
apparaat toevoegen dat met het
netwerk is verbonden, pagina 72.
LFF6080
- 72 -
12 - PC-Functies
Handmatig een apparaat toevoegen dat met het
netwerk is verbonden
Deze procedure is van toepassing als uw pc en het toe te
voegen apparaat in verschillende subnetwerken zijn
geïnstalleerd.
1 Voer de toepassing Companion Monitor uit door op
het pictogram op uw bureaublad te klikken of vanuit
het menu S
TART > ALLE PROGRAMMAS >
C
OMPANION SUITE > COMPANION SUITE PRO LL2 >
C
OMPANION - MONITOR.
2 Klik op het plusteken of op de knop T
OEVOEGEN.
3 Klik op A
DD MANUALLY.
4 Voer het IP-adres of de NetBIOS-naam van de
gewenste apparatuur in. U kunt de verbinding
tussen de pc en het apparaat testen door te klikken
op T
EST THE CONNECTION.
5 U krijgt een bericht als de verbinding tot stand is
gebracht. Klik twee maal op OK.
6 Voer een registratienaam in voor uw pc en klik op
OK. Het multifunctionele apparaat gebruikt deze
naam om uw pc te identificeren.
7 Klik op OK.
8 Selecteer de gewenste afdruktaal voor uw printer
en klik op N
EXT.
9 Het volgende venster toont de verschillende
functies van de printer worden geïnstalleerd. Klik
op de knop N
EXT.
10 U ziet het venster met de melding dat de
apparatuur is geïnstalleerd. Klik op de knop F
INISH.
Het huidige apparaat selecteren
Er kan slechts één apparaat tegelijkertijd op de pc
aangesloten zijn. Het huidige apparaat kan worden
geselecteerd door op het keuzerondje te klikken dat
overeenkomt met het apparaat.
Denk er aan dat het niet mogelijk is om tegelijk een LAN-
en een WLAN-aansluiting te gebruiken voor één
apparaat.
Status van de verbinding
De status van de verbinding tussen het huidige apparaat
en de pc wordt met een kleur aangeduid. In de volgende
tabel vindt u de statusmogelijkheden van de verbinding.
Belangrijk
Het IP-adres kan verschillen,
afhankelijk van de
netwerkconfiguratie van het
apparaat. Wij raden aan om in
plaats daarvan de NetBIOS-naam te
gebruiken.
Als de verbindingstest mislukt, ziet u
een foutbericht dat aangeeft
waarom het is mislukt. Gebruik de
informatie op het scherm om het
probleem op te lossen en test
vervolgens de verbinding opnieuw.
Kleur Status
Geel Bezig met verbinden.
Groen Verbinding gemaakt.
LFF6080
- 73 -
12 - PC-Functies
Apparaatparameters
1 Selecteer een apparaat door op de regel ervan in
de lijst te klikken en klik op E
IGENSCHAPPEN om de
scanparameters te configureren die op dat
apparaat moeten worden toegepast wanneer u de
functie S
CANNEN NAAR gebruikt.
2 Selecteer de gewenste scan M
ODE in het
vervolgkeuzemenu.
3 Selecteer de gewenste scan R
ESOLUTIE in het
vervolgkeuzemenu.
4 Selecteer de gewenste O
UTPUT-indeling in het
vervolgkeuzemenu.
5 Klik op OK om de nieuwe parameters te
bevestigen.
Een apparaat verwijderen
1 Selecteer het apparaat uit de lijst en klik op het
minteken of op de knop V
ERWIJDEREN.
2 Om te bevestigen dat u het apparaat wilt
verwijderen, klikt u op J
A. Om het verwijderen te
annuleren, klikt u op click N
EE.
Het apparaat wordt niet langer in de lijst weergegeven.
U kunt ook de registratie van een pc op het
multifunctionele apparaat ongedaan maken (zie
paragraaf Registratie van de pc ongedaan maken,
pagina 37).
Rood
De pc kan zich niet verbinden met het
apparaat.
Controleer de USB- of
netwerkaansluiting.
Kleur Status
Optie Beschrijving
PaperPort
TIFF
Als u vanaf het apparaat de functie Scan
to PC gebruikt, wordt het document in
TIFF-indeling geproduceerd en
opgeslagen in de map Scan To.
PaperPort
PDF
Als u vanaf het apparaat de functie Scan
to PC gebruikt, wordt het document in
PDF-indeling geproduceerd en
opgeslagen in de map Scan To. Als u de
PDF wilt bekijken, klikt u met de rechter
muisknop op het bestand en selecteert u
Openen.
Mail PDF
Als u vanaf het apparaat de functie Scan
to PC gebruikt, wordt uw e-mailtoepassing
geopend en het geanalyseerde document
is als bijlage bij een nieuw bericht
gevoegd.
Belangrijk: om deze optie te kunnen
gebruiken moet er een e-mailclient op uw
pc geconfigureerd zijn.
LFF6080
- 74 -
12 - PC-Functies
Afbeelden stand verbruiksartikelen
Op het tabblad CONSOMMABLES zijn de volgende
gegevens beschikbaar:
Huidige stand van het verbruik van het
verbruiksartikel,
aantal afgedrukte pagina’s,
aantal ingescande pagina’s,
aantal verzonden en ontvangen pagina's.
Koppelingen
Beschikbare koppelingen voor aangesloten
USB-apparaten
Via de tab LINKS hebt u toegang tot de instellingen van het
apparaat en het adresboek.
Voor toegang tot de instellingen van het apparaat klikt u
op PARAMETERS (zie paragraaf Parameters/
Instellingen, pagina 33 voor een uitgebreide beschrijving
van beschikbare instellingen).
Voor toegang tot het adresboek van het apparaat klikt u
op KIESCODES.
Beschikbare koppelingen voor aangesloten
netwerkapparaten
Via het tabblad LINKS hebt u toegang tot verschillende
configuratieprogramma's uit de ingesloten website van
het apparaat.
De koppeling P
ARAMETERS opent de speciale pagina met
instellingen van het apparaat (zie paragraaf Parameters/
Instellingen, pagina 33 voor een uitgebreide beschrijving
van beschikbare instellingen).
De koppeling S
TATUS opent de speciale statuspagina van
het apparaat waar u de activiteitsstatus kunt bekijken.
De koppeling K
IESCODES opent de speciale
adresboekpagina van het apparaat waar u alle
contactgegevens die op het apparaat zijn opgeslagen,
kunt bekijken en beheren
Functies van de Companion Suite Pro
Document scannen
Het scannen van een document kan op 2 manieren:
met de functie S
CANNEN NAAR (toegankelijk via het
venster Companion Director of met de knop SCAN
van de terminal),
of rechtstreeks vanaf een standaardtoepassing die
compatibel is.
LFF6080
- 75 -
12 - PC-Functies
Scannen met Scannen naar
Start de toepassing door op het pictogram COMPANION
D
IRECTOR op uw desktop te klikken of vanuit het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION DIRECTOR.
1 Klik op de grafische afbeelding S
CAN TO of druk op
de knop SCAN op uw apparaat en selecteer
SCAN-NAAR-PC.
2 Een scherm geeft u de mogelijkheid om de
digitalisering te volgen.
3 Na de digitalisering zal het gescande beeld in het
PaperPort-venster verschijnen.
Om een document vanuit PaperPort te scannen:
1 Klik op F
ILE > SCAN
2 Selecteer de gewenste scanner, documentlader of
flatbed.
3 Pas de geavanceerde eigenschappen van de
digitalisering aan door te klikken op D
E KWALITEIT
VAN DE GESCANDE FOTO AANPASSEN.
4 Pas de gewenste parameters aan en klik op de
knop OK.
5 Klik op de knop S
CANNEN button en u kunt de
voortgang van de digitalisering op een scherm
volgen.
Software voor tekenherkenning (OCR)
Met de functie van de tekenherkenning kunt u vanaf een
papieren document of een beeldbestand een nieuw
bruikbaar gegevensbestand aanmaken voor pc-
toepassingen.
De tekenherkenning kan enkel uitgevoerd worden op
afgedrukte karakters, zoals afdrukken of getypte teksten.
U kunt wel vragen om een handgeschreven tekstblok
intact te houden (bijvoorbeeld een handtekening) door die
te omcirkelen.
Met de omgeving van uw terminal en de tekenherkenning
vanaf uw terminal, wordt het OCR gemaakt door een
Drag'N'Drop uit te voeren van een PaperPort-document
naar het pictogram Notepad .
Afdrukken
U kunt documenten afdrukken via de USB-verbinding of
via de netwerkverbinding (LAN/WLAN).
Het printerstuurprogramma L
ASER PRO LL2 werd bij de
installatie van de Companion Suite Pro -software
standaard geïnstalleerd op uw pc.
Opmerking
Als de PaperPort-software niet op
uw pc is geïnstalleerd, verschijnt het
gedigitaliseerde beeld op uw
bureaublad in het TIFF-formaat.
Opmerking
Voor meer informatie omtrent het
gebruik van de software kunt u
online hulp krijgen.
LFF6080
- 76 -
12 - PC-Functies
Op het multifunctionele apparaat afdrukken
Een document afdrukken vanaf uw pc op het
multifunctionele apparaat is net als een document
afdrukken in Windows.
1 Gebruik het commando A
FDRUKKEN vanuit het
menu B
ESTAND van de toepassing die momenteel
open staat op uw scherm.
2 Selecteer de printer L
ASER PRO LL2.
Dubbelzijdig afdrukken met het multifunctionele
apparaat
Met dit apparaat kunt u een document handmatig
dubbelzijdig afdrukken vanaf uw pc.
Om een document handmatig dubbelzijdig af te drukken:
1 Gebruik het commando A
FDRUKKEN vanuit het
menu B
ESTAND van de toepassing die momenteel
open staat op uw scherm.
2 Selecteer de printer L
ASER PRO LL2.
3 Kruis het vakje Dubbelzijdig aan en kies een van
de twee inbindmethodes:
4 Klik op de knop OK om te beginnen met afdrukken.
5 Het apparaat drukt de oneven pagina’s af (van de
hoogste oneven pagina naar pagina 1) en op het
lcd-scherm verschijnt:
6 Wanneer de oneven pagina’s afgedrukt zijn,
verschijnt op het lcd-scherm het bericht **P
LAATS
DE AFGEDRUKTE VELLEN IN DE PAPIERLADE MET DE
AFGEDRUKTE ZIJDE ZICHTBAAR:
7 Plaats de vellen in de papierlade zoals aangeduid
op de pagina met de uitleg en hieronder.
De volgende illustraties beschrijven de vereiste
handelingen, afhankelijk van de geselecteerde
inbindmethode:
OPGELET
Bij handmatig dubbelzijdig
afdrukken worden de
afdrukkwaliteit en het
papiertransport niet
gegarandeerd.
- Indien er zich een probleem
voordeed bij het afdrukken van
de eerste zijde, zoals een kreuk,
een ezelsoor of een nietje,
gebruik dan het papier niet voor
handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
- Wanneer u papier laadt, strijk
dan het papier glad op een vlakke
ondergrond.
Voor de beste resultaten raden
wij u aan om A4-papier van 80 g/
m² of Letter-papier van 20 lbs/m²
te gebruiken.
Belangrijk
De modus voor dubbelzijdig
afdrukken is niet beschikbaar voor
PostScript-stuurprogramma's.
Dubbelzijdig afdrukken is enkel
mogelijk op een papierformaat dat
door de papierlade wordt
ondersteund.
De manuele lade kan niet worden
gebruikt om dubbelzijdig af te
drukken.
Inbindmethode Afdrukken
Lange zijden
Korte zijden
** PRINTING **
** PC **
** PLAATS DE A
... EN DRUK OP <OK>
Belangrijk
De pc genereert en drukt een pagina
af waarop uitgelegd staat hoe u de
vellen opnieuw laadt om dubbelzijdig
af te drukken. Lees die pagina
aandachtig en plaats hem terug bij de
andere vellen.
Het is heel belangrijk dat u het vel met
de uitleg terug in de papierlade legt
om door te gaan met correct af te
drukken.
LFF6080
- 77 -
12 - PC-Functies
Lange zijden
Korte zijden
8 Druk op OK op het commandopaneel om door te
gaan met af te drukken.
9 De even pagina’s worden op de andere zijde van
de vellen afgedrukt. Wanneer alle pagina’s
afgedrukt zijn, verwijdert u het vel met de uitleg.
Adresboek
Met het adresboek kunt u de meest gebruikte nummers
van uw contactpersonen bijhouden. Daardoor is het
gemakkelijker om het nummer van uw contactpersoon in
te voeren op het moment dat u een sms of een fax wilt
versturen. Als u dat wilt, kunt u de lijst met nummers
afdrukken die in het adresboek zijn opgeslagen.
U kunt ook groepen contactpersonen aanmaken vanuit
het adresboek. Op die manier kunt u alle contactpersonen
groeperen van bijvoorbeeld een bepaald bedrijf of
dezelfde dienst enz. naar wie u regelmatig gewone
documenten verstuurt.
Een contactpersoon toevoegen aan het
adresboek van een terminal
1 Klik op de koppeling ADRESBOEK van het venster
MF D
IRECTOR.
Het adresboek wordt op het scherm weergegeven.
2 Kies het adresboek van de terminal.
3 Klik op N
IEUW en kies CONTACT in het
weergegeven menu.
Het invoervenster voor de contactgegevens
verschijnt.
4 Voer de naam in van de contactpersoon, het
faxnummer of het telefoonnummer van zijn gsm,
de transmissiesnelheid van zijn fax en de
bijbehorende sneltoets. Klik op OK.
De nieuwe contactpersoon wordt aan de lijst toegevoegd.
Belangrijk
In geval van een papierstoring of een
fout met het papierformaat wordt de
opdracht geannuleerd. U moet de
afdruktaak dan opnieuw ingeven.
LFF6080
- 78 -
12 - PC-Functies
Een groep toevoegen aan het adresboek
van een terminal
1 Klik op de koppeling ADRESBOEK in het venster MF
D
IRECTOR.
2 Kies het adresboek van de terminal.
3 Klik op N
IEUW en kies GROEP in het weergegeven
menu.
4 Voer de naam van de groep in. De groep kan
bestaan uit contactpersonen in het adresboek of uit
nieuwe contactpersonen.
1ste geval: de leden staan in het adresboek.
Klik op de knop L
EDEN SELECTEREN.
Het keuzevenster verschijnt.
Kies een contactpersoon of een groep in de zone
A
DRESBOEK, druk op de knop (u kunt ook
dubbelklikken op een contactpersoon om hem aan
de groep toe te voegen).
Klik op OK.
.2de geval : nieuwe contactpersonen toevoegen.
Druk op de knop N
IEUW, en voer daarna de
gegevens voor de nieuwe contactpersoon in, net
zoals in de procedure om een nieuwe
contactpersoon toe te voegen.
5 Als de groep klaar is, drukt u op OK.
De nieuwe groep wordt aan de lijst toegevoegd.
Beheer van het adresboek
In het adresboek kunt u verschillende bewerkingen
uitvoeren:
een lijst van contactpersonen in uw adresboek
afdrukken,
een contactpersoon of groep in uw adresboek wissen,
een contactpersoon of een groep in uw adresboek
zoeken door de eerste letters van de naam in te
voeren,
het gegevensblad van een contactpersoon of groep
controleren om het aan te passen.
De informatie van een contactpersoon wijzigen
1 Kies met de muis de contactpersoon wiens
gegevens u wilt wijzigen.
2 Klik op E
IGENSCHAPPEN.
3 Voer de gewenste wijzigingen uit in het venster
A
DRESBOEK.
4 Klik op de knop OK.
Een groep wijzigen
1 Kies de groep in de adresboeklijst.
2 Klik op E
IGENSCHAPPEN.
3 Voer de gewenste wijzigingen uit.
4 Klik op de knop OK.
Een contactpersoon of groep uit het adresboek
wissen
1 Selecteer met de muis de naam van de
contactpersoon of de groep die uw wilt wissen.
2 Klik op de knop V
ERWIJDEREN.
Het adresboek afdrukken
1 Klik op de knop AFDRUKKEN.
De lijst van het adresboek wordt afgedrukt op de
terminal (als geen enkele contactpersoon werd
gekozen).
Een adresboek importeren of exporteren
Uw adresboek opslaan / exporteren
U kunt uw adresboek opslaan in een bestand in EAB-
formaat.
1 Kies E
XPORTEREN in het menu BESTAND van het
venster A
DRESBOEK.
2 Voer de bestandsnaam in en kies een doelmap.
Druk daarna op O
PSLAAN.
Belangrijk
Als een contactpersoon uit het
adresboek wordt verwijderd, wordt hij
automatisch verwijderd uit alle
groepen waarvan hij lid was.
LFF6080
- 79 -
12 - PC-Functies
Een adresboek importeren
Door een adresboek te importeren kunnen automatisch
gegevens van het adresboek van een apparaat naar een
ander apparaat worden overgebracht, zonder dat alle
contactpersonen een voor een moeten worden
ingevoerd. Adresboeken kunnen worden geïmporteerd
door een bestand in EAB-formaat. EAB-bestanden
worden automatisch aangemaakt tijdens het exporteren.
1 Kies I
MPORTEREN in het menu BESTAND van het
venster A
DRESBOEK.
2 Kies het te importeren bestand en druk daarna op
O
PENEN.
Faxcommunicatie
Met de fax kunt u:
documenten faxen die werden ingescand met uw
terminal of die op uw harde schijf op uw pc of op het
scherm van uw pc staan,
faxdocumenten ontvangen,
dankzij diverse diensten faxberichten opvolgen:
Postvak UIT, Postvak IN, verzonden documenten,
logboek verzendingen en logboek ontvangst.
Met de instellingen kunt u het gedrag van uw terminal
voor het faxen wijzigen. U kunt die instellingen wijzigen
om het faxen aan uw behoeften aan te passen. Voor deze
procedure, zie paragraaf Faxinstellingen, pagina 81.
Weergave van het venster Fax
Belangrijk
Het volledige adresboek zal worden
vervangen door het geïmporteerde
adresboek.
Nummer Wat te doen
1
Een nieuwe fax aanmaken om te
verzenden.
2
Een fax wissen in een van de
beheermappen van de fax. Behalve voor
de mappen L
OGBOEK VERZENDINGEN en
L
OGBOEK ONTVANGSTEN: die opdracht wist
het logboek volledig
3
Een fax afdrukken vanuit een van de
beheermappen van de Fax.
4
Een fax weergeven in het venster
Voorbeeldweergave.
5 Toegang tot het adresboek
6
De verzending van een fax onderbreken
(alleen actief voor het Postvak UIT).
7
Alle faxen aanwezig in de gekozen map in
het beheer van de Fax weergeven.
8 Voorbeeldweergave van de faxen.
9 Beheermappen van Fax.
LFF6080
- 80 -
12 - PC-Functies
Zenden van een fax
Een fax zenden vanaf de harde schijf of van een
terminal
1 Klik op het pictogram van het venster MF
D
IRECTOR.
2 Klik op N
IEUW en daarna op FAX.
3 Kies in de zone B
RONNEN SCANNER als u een
papieren document hebt of G
EHEUGEN als u een
bestand op uw harde schijf hebt (dat bestand moet
in het formaat TIFF of FAX zijn).
4 Om uw fax naar een contactpersoon te verzenden,
voert u zijn/haar nummer in in het veld
G
EADRESSEERDEN en klikt u op of kiest u een
contactpersoon (of groep) uit een van de
adresboeken in het veld A
DRESBOEK en klikt u op
de knop .
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik
de knop om een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen te wissen).
5 Stel eventueel de geavanceerde opties bij
(uitgestelde verzending en resolutie) in de tab
G
EAVANCEERDE OPTIES.
6 Om een schutblad toe te voegen, kiest u het
tabblad S
CHUTBLAD en daarna klikt u op het vakje
M
ET SCHUTBLAD. Kies het schutblad dat u wenst
toe te voegen in het vervolgkeuzemenu of maak
een nieuw schutblad. Voor meer informatie, zie
paragraaf Schutblad, pagina 83.
7 Klik op OK om uw fax te verzenden naar alle
contactpersonen in uw lijst met contactpersonen.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden controleren.
Een fax verzenden vanuit een toepassing
Met deze methode kunt u een document dat u hebt
gemaakt met pc-software direct verzenden zonder het
eerst af te drukken.
1 Kies in uw softwareprogramma B
ESTAND >
A
FDRUKKEN.
2 Kies de printer C
OMPANION SUITE PRO LL FAX en
druk daarna op OK.
Het faxvenster verschijnt.
3 Om uw fax naar een contactpersoon te verzenden,
voert u zijn/haar nummer in in het veld
G
EADRESSEERDEN en klikt u op of kiest u een
contactpersoon (of groep) uit een van de
adresboeken in het veld A
DRESBOEK en klikt u op
de knop .
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik
de knop om een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen te wissen).
4 Stel eventueel de geavanceerde opties bij
(uitgestelde verzending en resolutie) in de tab
G
EAVANCEERDE OPTIES.
5 Om een schutblad toe te voegen, kiest u het
tabblad S
CHUTBLAD en daarna klikt u op het vakje
M
ET SCHUTBLAD. Kies het schutblad dat u wenst
toe te voegen in het vervolgkeuzemenu of maak
een nieuw schutblad. Voor meer informatie, zie
paragraaf Schutblad, pagina 83.
6 Klik op OK om uw fax te verzenden naar alle
contactpersonen in uw lijst met contactpersonen.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden controleren.
LFF6080
- 81 -
12 - PC-Functies
Een fax ontvangen
De vensters MF Manager en MF Director melden door
verschillende berichten dat een fax werd ontvangen. Het
pictogram verschijnt onderaan in het venster MF
Manager en het pictogram verschijnt op de taakbalk.
U kunt bij elke ontvangst de faxen automatisch laten
afdrukken. Dat moet u instellen, zie paragraaf
Faxinstellingen, pagina 81.
Faxen opvolgen
Faxen opvolgen gebeurt met behulp van:
een Postvak UIT,
een Postvak IN,
een verzendingengeheugen (verzonden
documenten),
een Logboek verzendingen,
een Logboek ontvangst.
Met die diensten kunt u de communicatieactiviteiten van
de terminal nauwkeurig opvolgen, zowel wat het zenden
als het ontvangen betreft.
De logboeken verzendingen en ontvangst worden
automatisch afgedrukt als de inhoud ervan een pagina
vult. Na die automatische afdruk begint de terminal aan
een nieuw logboek.
Het Postvak UIT
In het Postvak UIT voor faxen staat het volgende:
de aanvragen die worden verzonden,
de aanvragen voor uitgestelde verzendingen,
de aanvragen die een of meerdere keren werden
geprobeerd, en die weldra weer zullen worden
geprobeerd,
de aanvragen die werden verworpen (mislukte
oproepen).
De aanvragen worden geklasseerd in de volgorde waarin
ze werden uitgevoerd.
De verworpen aanvragen worden achteraan in de lijst
geklasseerd, zodat u ze gemakkelijker vindt als u ze weer
wilt behandelen (een nieuwe verzending wilt aanvragen)
of ze wilt wissen.
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten)
Met het verzendingengeheugen kunt u alle faxen
bijhouden die u hebt verzonden.
De gegevens in het verzendingengeheugen zijn:
de geadresseerde van de fax,
de datum waarop de fax werd gemaakt;
de datum waarop de fax werd verzonden,
de grootte van de fax.
Het Logboek verzendingen
Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis
van de geslaagde en verworpen faxen bijhouden die uw
terminal heeft behandeld. Het logboek wordt automatisch
afgedrukt als er een pagina vol is.
De gegevens in het Logboek verzendingen zijn:
de geadresseerde van de fax,
de datum waarop de fax werd verzonden,
het type ontvangst (op het apparaat of de pc),
de status van de fax (verzonden, verworpen,...).
Het Logboek ontvangst
Met het Logboek ontvangst kunt u de geschiedenis
bijhouden van de faxen die uw terminal heeft ontvangen.
Het logboek wordt automatisch afgedrukt als er een
pagina vol is.
De gegevens in het Logboek ontvangst zijn:
de zender van de fax,
de datum waarop de fax werd ontvangen,
het type ontvangst (op het apparaat of de pc),
de status.
Faxinstellingen
Toegang tot faxinstellingen
1 Klik op het pictogram van het venster MF
D
IRECTOR.
2 Kies E
XTRA > OPTIE >FAX.
3 Voer de nodige instellingen in met behulp van de
beschrijvingen ervan hierna en bevestig met OK.
Belangrijk
Met de knop W
ISSEN wordt het
volledige logboek verwijderd en niet
alleen de geselecteerde berichten.
Belangrijk
Met de knop W
ISSEN wordt het
volledige logboek verwijderd en niet
alleen de geselecteerde berichten.
LFF6080
- 82 -
12 - PC-Functies
Beschrijving van het tabblad LOGBOEK EN
BEVESTIGINGEN
Beschrijving van het tabblad FAXINSTELLINGEN
Optie Beschrijving
Automatisch
afdrukken van een
ontvangen
document
De fax wordt automatisch
afgedrukt als hij wordt
ontvangen.
Afdruk van een
verslag van de
ontvangst
Er wordt een ontvangstverslag
afgedrukt voor elke ontvangen
fax.
Afdrukken van het
Logboek ontvangst
Het Logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina
vult.
Automatisch
afdrukken van een
verzonden
document
De fax wordt automatisch
afgedrukt als hij wordt
verzonden.
Afdruk van een
verslag van de
verzending
Een verzendverslag wordt
afgedrukt na de verzending van
elke fax.
Afdrukken van het
Logboek
verzendingen
Het Logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina
vult.
Optie Beschrijving
Verzendsnelheid
Standaardverzendsnelheid voor
faxen.
Nummer van de lijn
Nummer van de lijn waaraan uw
terminal is verbonden.
Prefix van het
nummer
Het prefix van het nummer
wordt automatisch voor het
nummer ingevoerd voor er op
die lijn wordt verzonden.
Type
nummervorming
Moet worden ingesteld volgens
het type telefooncentrale
waaraan uw terminal is
verbonden.
Kopregel
Plaatst een communicatie-
identificatieregel (CIR) op de
documenten die u verzendt of
op de documenten die u
ontvangt.
ECM
Corrigeert communicatiefouten
die ontstaan zijn door een
gestoorde lijn. Met die optie
wordt de integriteit van de
ontvangen documenten
gegarandeerd. De
communicatieduur kan echter
langer zijn als de lijn gestoord is.
Aantal pogingen
Aantal pogingen die de terminal
moet uitvoeren als het
verzenden mislukt.
Interval tussen
pogingen
Duur tussen twee
verzendingspogingen.
LFF6080
- 83 -
12 - PC-Functies
Schutblad
Het schutblad is een deel van het faxdocument dat
automatisch wordt aangemaakt door uw terminal en
waarop gegevens worden vermeld over de zender,
geadresseerde, datum en tijd van het opslaan voor
verzenden, commentaar, enz.
Die pagina kan zowel alleen worden verzonden, als
voorafgaand aan een faxdocument, maar altijd tijdens
dezelfde communicatieactiviteit als dat faxdocument. Een
document met een schutblad kan worden verzonden
vanaf de multifunctionele terminal of vanaf de centrale
verwerkingseenheid. In het laatste geval kunt u zelf een
deel van de gegevens vermeld op het schutblad
toevoegen tijdens de aanvraag van de verzending. Als u
een schutblad bij een verzending wilt gebruiken, moet u
eerst een model voor het schutblad maken. Eenmaal het
model is gemaakt, kunt u het echter gebruiken voor alle
verzonden documenten.
Met uw terminal kunt u meerdere modellen van
schutbladen maken en personaliseren, waaruit u daarna
voor een verzending kunt kiezen.
Een model van een schutblad maken
Als u een schutblad aanmaakt, maakt u een sjabloon aan
waarvan de velden (faxnummer, commentaar, onderwerp
enz.) automatisch door de Faxtoepassing zullen worden
ingevuld, afhankelijk van de informatie die voor elke
ontvanger van een bericht ter beschikking wordt gesteld.
Een model van een schutblad maken, gebeurt in twee
stappen:
Eerste stap: Maak een sjabloon met de logo's en de
gewenste lay-out.
Tweede stap: Voeg het veld toe dat u op het
schutblad wilt: faxnummer, commentaar, onderwerp,
enz. Zoals eerder vermeld worden die velden ingevuld
door de Faxtoepassing Fax het moment van de
verzending.
Voor de eerste stap zijn er twee methoden om de
achtergrondafbeelding te maken.
U kunt kiezen tussen
•Optie (A) : Ontwerp het sjabloon in een andere
toepassing (zoals Word, Excel,...),
OF
•Optie (B) : Scan een document in met de lay-out van
het schutblad.
Details over de Opties A en B:
•Optie (A) : Open de gewenste toepassing om de
achtergrond te bewerken (Word, Wordpad...). Teken
de achtergrondafbeelding en druk het document af
met de printer “Companion Suite Fax”. Op dat moment
verschijnt het dialoogvenster MFSendFax:
Om geadresseerden toe te voegen aan de lijst
geadresseerden, klikt u op het tabblad
G
EAVANCEERDE OPTIES en kiest u FIJNE RESOLUTIE
zoals hieronder afgebeeld:
Klik ten slotte op de knop EEN PROJECT OPSLAAN in de
rechterbenedenhoek (pictogram van een floppy disk).
De achtergrondafbeelding wordt gemaakt in de map
C:\Program Files\Companion Suite Pro LL
\Documents\FAX\Temporary en heeft als
bestandsextensie FAX.
LFF6080
- 84 -
12 - PC-Functies
•Optie (B) : Start MFMANAGER, kies NIEUWE FAX en kies
als bron de scanner.
Om geadresseerden toe te voegen aan de lijst
geadresseerden, klikt u op het tabblad
GEAVANCEERDE
OPTIES en kiest u FIJNE RESOLUTIE zoals hieronder
afgebeeld:
Klik ten slotte op de knop E
EN PROJECT OPSLAAN in de
rechterbenedenhoek (pictogram van een floppy disk).
Het sjabloon is gemaakt in de map C:\Program
Files\Companion Suite Pro
LL 2\Documents\FAX\Temporary en heeft als
bestandsextensie FAX.
Zowel met optie A als met optie B krijgt u een
achtergrondafbeelding met de extensie FAX, opgeslagen
in de map C:\Program Files\Companion Suite Pro
LL 2\Documents\FAX\Temporary.
U kunt nu overgaan naar de tweede stap hieronder.
Voor de tweede stap:
Aan de achtergrondafbeelding die nu in de map
C:\Program Files\Companion Suite Pro LL
\Documents\FAX\Temporary zit, kunt u de gewenste
velden bovenop de achtergrondafbeelding toevoegen.
Volg de volgende procedure:
(a) Start MFManager, kies Nieuwe fax, klik op het
tabblad Schutblad en klik op het vakje Met
schutblad.
(b) Klik op de knop Nieuw. Het venster Schutblad
maken verschijnt.
(c) Klik op de knop Openen in de werkbalk, verander de
bestandsfilter in *.fax, en zoek tot u de map
C:\Program Files\Companion Suite Pro LL
\Documents\FAX\Temporary hebt gevonden, die de
achtergrondafbeelding bevat die u in de eerste stap
hebt gemaakt.
(d) Klik op de knop Velden in de werkbalk. Er verschijnt
een venster waarmee u velden aan het sjabloon kunt
toevoegen.
(e) Klik op de knop Opslaan om het model voor het
schutblad op te slaan en sluit het venster.
(f) Het venster Nieuwe faxverschijnt. U kunt nu het
gewenste model voor het schutblad kiezen. Door te
dubbelklikken op de weergave in de
rechterbenedenhoek opent zich een ander venster.
Dat toont een voorbeeldweergave van het schutblad
waarin de velden zijn ingevuld met de gegevens van
de geadresseerde.
Een schutblad maken
1 Kies het tabblad SCHUTBLAD en druk daarna op de
knop N
IEUW.
2 Kies het modelschutblad dat u hebt gemaakt in het
menu B
ESTAND.
Het venster met het modelschutblad dat u hebt
gemaakt, verschijnt.
Î
Belangrijk
Als u een schutblad bij een
faxverzending wilt gebruiken, moet u
eerst een model voor het schutblad
maken.
LFF6080
- 85 -
12 - PC-Functies
3 Klik op het pictogram om de beschikbaree
velden te laten verschijnen.
U voegt een veld op de volgende manier toe:
- Kies het veld dat u wilt toevoegen door het aan te
vinken op het keuzerooster met de velden. De
cursor van uw muis verandert in een stempel.
- Klik op de plaats in het model waar u het veld wilt
invoeren.
- U kunt het veld naar wens verplaatsen of
vergroten.
4 Als de velden zijn ingevoerd, slaat u het schutblad
op.
Dat schutblad kunt u kiezen op het tabblad S
CHUTBLAD
van het verzendvenster van een fax.
Beschrijving van het tabblad SCHUTBLAD
Belangrijk
Stel de grootte van uw veld af, zodat
u een leesbare tekst krijgt.
Veld Beschrijving
Naam van het
schutblad
Ofwel de naam van het
standaard gekozen schutblad,
ofwel het schutblad dat u hebt
geselecteerd.
Zender
U kunt gegevens invoeren over
de zender.
Ontvanger
U kunt gegevens invoeren over
de geadresseerde.
Als het woord Auto in een van
de velden staat, dan wordt het
veld bijgewerkt tijdens de
verzending als de
geadresseerde in het
adresboek, de favorieten, een
groep of een verzendlijst staat.
Commentaar
Het is een bewerkingsvenster
met alle basisfuncties van een
tekstverwerker, waarmee u een
tekst kunt invoeren die op het
schutblad wordt weergegeven
en dat er samen mee wordt
opgestuurd.
Voorbeeldweergave
van het model
Met de voorbeeldweergave kunt
u het schutblad zien dat u gaat
verzenden.
LFF6080
- 86 -
12 - PC-Functies
SMS-communicatie
Vanaf uw pc kunt u een sms naar één of meerdere
ontvangers verzenden met behulp van de
verzendgroepen.
U kunt de verzendingen opvolgen dankzij het Postvak
UIT, het Logboek verzendingen en het
verzendingengeheugen (verzonden documenten).
Weergave van het venster SMS
Een SMS verzenden
1 Klik op het pictogram SMS van het venster
MF D
IRECTOR.
2 Klik op N
IEUW, en daarna op SMS.
3 Voer uw bericht in in het veld I
NHOUD VAN HET
BERICHT.
U kunt de knoppenen de smiley gebruiken links
van het invoerveld om uw bericht te personaliseren
of om automatisch datum en uur in te voeren.
4 Om uw SMS naar een contactpersoon te
verzenden, voert u zijn/haar nummer in in het veld
T
ELEFOONNUMMER en klikt u op of kiest u een
contactpersoon (of groep) uit een van de
adresboeken in het veld L
IJST VAN
CONTACTPERSONEN en klikt u op de knop .
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik
de knop om een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen te wissen).
5 Stel eventueel de geavanceerde instellingen in
(voor een directe verzending of om een
prioriteitsniveau aan het SMS'je te geven), door op
de knop G
EAVANCEERDE INSTELLINGEN ( ) te
drukken.
6 Klik op OK om uw SMS te verzenden naar alle
contactpersonen in uw lijst met contactpersonen.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden controleren.
Belangrijk
De SMS-service is beschikbaar
afhankelijk van het land en de
provider.
Nummer Wat te doen
1 Een sms opstellen.
2
Een SMS wissen in een van de
beheermappen van SMS. Behalve voor de
map L
OGBOEK VERZENDINGEN, waar deze
opdracht het logboek volledig wist.
3
Een SMS afdrukken in een van de
beheermappen van SMS.
4
Een SMS weergeven in het venster
Voorbeeldweergave.
5 Toegang tot het adresboek.
6
De verzending van een SMS onderbreken
(alleen mogelijk voor het Postvak UIT).
7
Alle SMS'en aanwezig in de gekozen map
in het beheer van Fax weergeven.
8 Voorbeeldweergave van SMS'jes.
9 Beheermappen van SMS.
LFF6080
- 87 -
12 - PC-Functies
Opvolgen van SMS
SMS'jes opvolgen gebeurt met behulp van:
een Postvak UIT,
een verzendingengeheugen (verzonden
documenten),
een Logboek verzendingen.
Met die diensten kunt u de communicatie-activiteit van de
terminal nauwkeurig opvolgen.
Het Logboek wordt automatisch afgedrukt als het een
pagina vult. Na die automatische afdruk begint de
terminal een nieuw logboek.
Het Postvak UIT
Het Postvak UIT voor SMS'jes houdt het volgende bij:
de aanvragen die worden verzonden,
de aanvragen voor uitgestelde verzendingen,
de aanvragen die een of meerdere keren werden
geprobeerd, en die weldra weer zullen worden
geprobeerd,
de aanvragen die werden verworpen.
Het Logboek verzendingen
Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis
van de geslaagde en verworpen SMS'jes bijhouden, die
uw terminal heeft behandeld. Het logboek wordt
automatisch afgedrukt als er een pagina vol is.
De gegevens in het Logboek zijn:
de ontvanger van de SMS,
de verzenddatum van de SMS,
de status (verzonden, verworpen,...).
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten)
Met het verzendingengeheugen kunt u alle SMS'en
bijhouden die u hebt verzonden.
De gegevens in het verzendingengeheugen zijn:
de ontvanger van de SMS,
de aanmaakdatum van de SMS,
de verzenddatum van de SMS,
de grootte van de SMS.
Instellingen van SMS'en
Toegang tot SMS-instellingen
1 Klik op het pictogram SMS van het venster
MF D
IRECTOR.
2 Kies E
XTRA > OPTIE >SMS.
3 Voer de nodige instellingen in met behulp van de
beschrijvingen ervan hierna en bevestig met OK.
Beschrijving van het tabblad LOGBOEK EN
BEVESTIGINGEN
Belangrijk
Met de knop W
ISSEN wordt het
volledige logboek verwijderd en niet
alleen de geselecteerde berichten.
Optie Beschrijving
Automatisch
afdrukken van een
verzonden
document
De SMS wordt automatisch
afgedrukt als hij wordt
verzonden.
Afdruk van een
verzendverslag
Een verzendverslag wordt
afgedrukt na de verzending van
elke SMS.
Afdrukken van het
Logboek
verzendingen
Het Logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina
vult.
LFF6080
- 88 -
12 - PC-Functies
Software verwijderen
In dit gedeelte worden de volgende procedures
beschreven:
volledige verwijdering van de software Companion
Suite Pro,
enkel verwijdering van de stuurprogramma’s.
De software van uw pc verwijderen
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE
>C
OMPANION SUITE PRO LL2 > VERWIJDEREN.
1 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op J
A om
door te gaan met het verwijderen van het
programma Companion Suite Pro.
2 Het verwijderprogramma wordt gestart. U kunt de
verwijdering annuleren door op A
NNULEREN te
drukken.
3 Klik op de knop OK
4 Aan het einde van de procedure moet u het
systeem weer opstarten. Klik op de knop J
A
De stuurprogramma’s van uw pc
verwijderen
Schakel uw pc in. Open een sessie met
beheerderrechten.
Selecteer de vereiste verwijdermethode, afhankelijk van
de gebruikte installatiemodus:
Als u de stuurprogramma’s hebt geïnstalleerd met de
Companion Suite Pro, raadpleeg dan paragraaf De
stuurprogramma’s verwijderen met de software
Companion Suite Pro.
Als u de stuurprogramma’s handmatig hebt
geïnstalleerd, raadpleeg dan paragraaf De
stuurprogramma’s handmatig verwijderen.
De stuurprogramma’s verwijderen met de
software Companion Suite Pro
Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu
S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE
>C
OMPANION SUITE PRO LL2 > VERWIJDEREN.
1 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op J
A om
door te gaan met het verwijderen van de
stuurprogramma’s the C
OMPANION SUITE PRO LL2.
2 Het verwijderprogramma wordt gestart. U kunt de
verwijdering annuleren door op A
NNULEREN te
drukken.
De stuurprogramma’s handmatig verwijderen
De volgende stuurprogramma’s moeten worden
verwijderd:
printerstuurprogramma
scannerstuurprogramma
modemstuurprogramma
Om het printerstuurprogramma te verwijderen:
1 Open het venster P
RINTERS (STARTEN
>C
ONFIGURATIESCHERM >PRINTERS EN
FAXAPPARATEN of STARTEN >
C
ONFIGURATIESCHERM> HARDWARE EN GELUID >
P
RINTERS, afhankelijk van het besturingssysteem).
Opmerking
U kunt ook de stuurprogramma’s
van C
OMPANION SUITE PRO LL2
verwijderen met behulp van de
Windows-functie P
ROGRAMMAS
TOEVOEGEN/VERWIJDEREN in het
configuratiescherm.
LFF6080
- 89 -
12 - PC-Functies
2 Wis het pictogram LASER PRO LL2.
3 In het venster P
RINTERS klikt u met de
rechtermuisknop en selecteert u A
LS
ADMINISTRATOR UITVOEREN>
S
ERVEREIGENSCHAPPEN.
4 Selecteer het tabblad S
TUURPROGRAMMAS.
5 Selecteer het stuurprogramma L
ASER PRO LL2 en
klik op de knop V
ERWIJDEREN.
6 Selecteer de optie S
TUURPROGRAMMA EN
STUURPROGRAMMAPAKKET VERWIJDEREN en klik op
de knop OK.
7 Een bevestigingsscherm verschijnt. Klik op J
A om
door te gaan.
8 Klik op de knop W
ISSEN om het wissen te
bevestigen.
Om stuurprogramma’s van scanners en modems te
verwijderen:
1 Open het venster A
PPARAATBEHEER (START
>C
ONFIGURATIESCHERM > SYSTEEM > HARDWARE >
A
PPARAATBEHEER of STARTEN >
C
ONFIGURATIESCHERM > HARDWARE EN GELUID >
A
PPARAATBEHEER, afhankelijk van het
besturingssysteem).
2 In het submenu O
VERIGE APPARATEN selecteert u
het onderdeel MF P
RINTER LASER PRO LL2 4 en
klikt u met de rechtermuisknop.
3 Selecteer V
ERWIJDEREN in het menu en klik met de
linkermuisknop.
4 Klik op de knop OK om het wissen te bevestigen.
5 In het submenu B
EELDAPPARATEN selecteert u het
onderdeel S
CANNER PRO LL2 en klikt u met de
rechtermuisknop.
6 Selecteer V
ERWIJDEREN in het menu en klik met de
linkermuisknop.
7 Klik op de knop OK om het wissen te bevestigen.
LFF6080
- 90 -
13 - Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Algemeen
Om ervoor te zorgen dat uw apparaat lang naar behoren
blijft werken, moet u de binnenzijde van het apparaat
regelmatig schoonmaken.
Tijdens het gebruik van het apparaat dient u zich aan de
volgende instructies te houden:
- Laat het afsluitdeksel niet onnodig openstaan.
- Probeer nooit het apparaat te smeren.
- Doe het afsluitdeksel zachtjes dicht en stel het
apparaat niet bloot aan hevige trillingen.
- Open nooit het afsluitdeksel tijdens het printen.
- Probeer nooit het apparaat te demonteren.
- Gebruik geen papier dat te lang in de papiercassette
is bewaard.
De tonercartridge vervangen
Uw terminal is uitgerust met een beheersysteem voor de
verbruiksartikelen. Datngeeft aan wanneer uw
tonercartridge moet worden vervangen.
De volgende berichten verschijnen op het scherm van uw
apparaat wanneer uw tonercartridge de kritieke drempel
bereikt (minder dan 10% tonercartridge over) en wanneer
hij leeg is:
U kunt de tonercartridge echter altijd vervangen, voor hij
het einde van zijn cyclus bereikt.
Ga als volgt te werk om de tonercartridge te vervangen.
1 Plaats de smartcard die bij met de nieuwe
tonercartridge werd geleverd zoals aangegeven op
de tekening hieronder.
De volgende melding zal verschijnen:
2 Druk op OK.
De volgende melding zal verschijnen:
3 Ga voor het apparaat staan.
4 Druk aan de linkerkant en aan de rechterkant van
het luikje en trek ze tegelijk naar u toe.
5 Hef de tonercartridge op en haal ze uit de
multifunctionele terminal.
6 Pak de nieuwe cartridge uit de verpakking en
plaats ze in de behuizing zoals aangegeven op de
tekening hierna.
7 Sluit de klep.
De volgende melding zal verschijnen:
OPGELET
Voor uw veiligheid: lees de
veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk
Veiligheid, pagina 1.
TONER BIJNA TONER LEEG
OP VERVANGEN <OK>
Belangrijk
Gebruik altijd de meegeleverde
smartcard wanneer u de
tonercartridge vervangt. Op de
smartcard vindt u de nodige
informatie om het tonerniveau
opnieuw in te stellen. Als u de
tonercartridge vervangt zonder een
smartcard te gebruiken, kan dat tot
gevolg hebben dat het
beheersysteem van de
verbruiksartikelen niet langer juist
werkt.
TONER VERVANGEN?
JA= OK - NEEN= C
OPEN VOORKLEP
VERVANG TONER
HEBT U VERVANGEN
DE TONER? <OK>
LFF6080
- 91 -
13 - Onderhoud
8 Druk op OK.
Er verschijnt een wachtbericht.
De smartcard wordt gelezen.
9 Verwijder de smartcard uit de lezer en uw apparaat
is weer klaar om af te drukken.
Problemen met de smartcard
Als u een al gebruikte smartcard gebruikt, zal het
volgende verschijnen op het apparaat:
dan,
Als u een defecte chipkaart gebruikt, zal het volgende
verschijnen op het apparaat:
dan,
In het geval van een druk op de knop C tijdens het lezen
van de chipkaart, zal op de terminal het volgende
verschijnen:
Reiniging
Leeseenheid van de scanner reinigen
Ga te werk zoals onderstaand beschreven, wanneer op
de gemaakte kopieën een of meerdere verticale strepen
verschijnen:
1 Open het scannerdeksel door het naar achteren te
kantelen totdat het deksel rechtop staat.
2 Reinig het glas met een zachte, niet pluizende
doek met zachte alcohol.
3 Sluit het luik van de scanner.
4 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn
verdwenen.
Printer reinigen
Stof, vuil of papiersnippers op het oppervlak en binnen in
de printer kunnen nadelig zijn voor een goede werking.
Maak het apparaat regelmatig schoon.
Reiniging van de buitenkant van de printer
Maak de buitenkant van de printer schoon met een zachte
doek die u bevochtigd heeft met een milde
huishoudreiniger.
Reinigen van de rollen van de papiertoevoer
Reinig de roller van de documenttoevoer wanneer:
een of meer verticale lijnen verschijnen op de kopieën
van documenten die in de documentlader worden
geplaatst (aanwezigheid van restanten, inkt, lijm enz.
in het papiertransportmechanisme).
het bericht **Y
OU SHOULD CLEAN THE ROLLER OF THE
SCANNER FEEDER. PLEASE REFER TO USER MANUAL.
P
RESS <STOP> WHEN THE ROLLER IS CLEANED.** (U
moet de roller van de scannertoevoer reinigen.
Raadpleeg de gebruikshandleiding. Druk op <stop>
wanneer de roller gereinigd is) waarschuwt u dat de
documenttoevoer geen papier meer kan transporteren
(stof, vuil of restanten blokkeren de rollers). Druk op
OK om het bericht van het scherm te verwijderen.
Om de roller van de documenttoevoer te reinigen, gaat u
als volgt te werk:
1 Druk op de Aan/Uit-schakelaar om het apparaat uit
te schakelen (positie 0) en trek het netsnoer uit.
2 Open de klep van de papierlade van de scanner.
3 Reinig de rollers van de documentlader en de twee
tussenrollers op het mobiele gedeelte van de
scanner met een zachte, pluisvrije doek met wat
zachte alcohol.
Om ze te reinigen, draait u ze in dezelfde richting
als tijdens het papiertransport.
A.U.B.
WACHTEN
NIEUWE TONER
VERWIJDER KAART
A.U.B.
WACHTEN
VERWIJDER KAART
AL GEBRUIKT
A.U.B.
WACHTEN
KAART ONBEKEND
VERWIJDER KAART
HANDELING GEANN.
VERWIJDER KAART
LFF6080
- 92 -
13 - Onderhoud
4 Wrijf met een zachte, droge, pluisvrije doek over de
rollers tot ze droog zijn.
5 Sluit de klep van de papierlade van de scanner.
6 Stop het netsnoer in de wandcontactdoos en druk
op de Aan/Uit-knop om het apparaat in te
schakelen (positie I).
7 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn
verdwenen.
Problemen met de printer
Foutmeldingen
Wanneer één van de onderstaand beschreven fouten bij
de printer optreedt, verschijnt hierover een melding op het
display van het faxapparaat.
Melding Wat te doen
CONTROLEER
TONER
Controleer of er een
tonercartridge in het
apparaat zit.
TONER BIJNA OP
Kondigt het naderende
einde van uw
verbruiksartikel aan.
VERVANG PAPIER
Vul papier bij in de
papierlade.
OPWARMEN
Melding bij het opstarten
van de terminal.
SLUIT AFDEKKING
De voorklep van de printer
is open, sluit ze.
TONER LEEG
VERVANGEN <OK>
Vervang de tonercartridge.
PAPIER ZIT VAST
VERWIJDER TONER
Een vel papier zit vast in
het apparaat. Verwijder de
tonercartridge en verwijder
het vastgelopen papier.
Haal de papierlade uit de
printer en verwijder het
vastgelopen papier. Open
en sluit dan het luik van de
verbruiksproducten.
PAPIER ZIT VAST
EXTERNE BAK
Een vel papier zit vast in
het apparaat. Open het luik
van het vastgelopen papier.
Verwijder het vastgelopen
papier. Open en sluit dan
het luik van de
verbruiksproducten.
AFDRUKPAPIER OP
Vul papier bij in de
papierlade.
INFORMATIE
**Y
OU SHOULD CLEAN
THE ROLLER OF THE
SCANNER FEEDER.
P
LEASE REFER TO
USER MANUAL. PRESS
<
STOP> WHEN THE
ROLLER IS CLEANED.**
(U moet de roller van de
scannertoevoer
reinigen. Raadpleeg de
gebruikshandleiding.
Druk op <stop> wanneer
de roller gereinigd is)
De documentlader kan
geen vellen meer
transporteren (stof, vuil of
restanten blokkeren de
rollers). Reinig de roller van
de documentlader.
Opmerking
Nadat een van de foutberichten
verschijnt die hierboven worden
genoemd, is het mogelijk dat een
actieve afdrukopdracht wordt
geannuleerd (zie Problemen met
afdrukken vanaf de pc, pagina 95).
In geval een ontvangen fax werd
afgedrukt, wordt de afdrukopdracht
altijd opnieuw gestart nadat de fout
werd verholpen.
Melding Wat te doen
LFF6080
- 93 -
13 - Onderhoud
Vastgelopen papier
Tijdens het afdrukken kan het zijn dat een papier
vastloopt in de printer of de papierlade en een blokkering
veroorzaakt.
Als papier vastloopt in de terminal, zal de volgende
melding verschijnen:
1 Open het luik voor vastgelopen papier dat zich aan
de achterkant van het apparaat bevindt.
2 Verwijder het vastgelopen papier en sluit het luik.
3 Open en sluit dan het voorste luik.
De printer zal automatisch terug opstarten.
Als het papier vastloopt, zal de volgende melding
verschijnen:
1 Verwijder de tonercartridge, kijk even na of er geen
papier vastzit.
2 Verwijder het papier dat de oorzaak is van het
vastlopen van het papier.
3 Plaats de tonercartridge terug in de terminal, of
haal de papierlade eruit en verwijder het
vastgelopen papier.
4 Controleer of de bladen in de papierlade goed recht
liggen in een nette stapel.
5 Plaats de papierlade weer in de terminal.
Problemen met de scanner
Als papier vastloopt, verschijnt het bericht:
1 Open de klep van de documentlader.
2 Verwijder het vastgelopen papier zonder het te
scheuren.
3 Sluit de klep van de papierlade van de scanner.
4 Druk op
.
Diverse problemen
Bij het opstarten verschijnt er niets op het scherm.
Controleer de aansluiting van het netsnoer en
stopcontact.
De terminal vindt het document niet dat u in de
papierlade van de scanner hebt geplaatst.
Het bericht D
OCUMENT KLAAR verschijnt niet op het
scherm.
Bij het begin en tijdens het scannen verschijnt
V
ERWIJDER DOC op het scherm.
1 Verwijder het document of druk op de toets .
2 Controleer of het document niet te dik is (50 vellen
papier van 80 g/m2).
3 Schud de bladen desnoods los.
4 Duw de bladen tot tegen de stop.
De terminal ontvangt geen faxen.
1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer.
2 Controleer of er een signaal op de telefoonlijn is
met de knop
.
U ontvangt een blanco pagina.
1 Maak een fotokopie van een document. Als hij
goed is, werkt uw fax normaal.
2 Bel de oproeper terug en vraag hem / haar om het
document opnieuw te zenden. Het was
waarschijnlijk achterstevoren ingevoerd.
U kunt geen fax verzenden.
1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer.
2 Controleer of er een kiestoon is met de toets .
3 Controleer of het prefix goed is geprogrammeerd
en gebruikt.
PAPIER ZIT VAST
EXTERNE BAK
OPGELET
De fuser kan een hoge temperatuur
bereiken tijdens de werking. Om
verwondingen te vermijden, raakt u
deze zone best niet aan. Raadpleeg
voor details Softwarelicentie,
pagina 6.
PAPIER ZIT VAST
VERWIJDER TONER
VERWIJDER DOC
STOP VOOR BEVEST
LFF6080
- 94 -
13 - Onderhoud
Communicatiestoringen
Bij communicatiestoringen waarschuwt de terminal u dat
hij automatisch weer probeert op een later uur.
Voorbeeld van wat wordt getoond:
Verzenden uit de lader
U kunt kiezen tussen:
wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde
uur,
de verzending direct herbeginnen door op de
toets
te drukken,
de verzending annuleren met de toets . Om het
document uit te werpen, drukt u weer op de toets .
Verzenden uit het geheugen
U kunt kiezen tussen:
wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde
uur,
de verzending direct herbeginnen via de wachtrij van
de verzendingen. Als het document meerdere
pagina's telt, herbegint de verzending met de pagina
waar de storing optrad (zie Direct uitvoeren van een
verzending in de wachtrij, pagina 28),
de verzending annuleren door de overeenkomstige
opdracht in de wachtrij van de verzendingen te wissen
(zie Een verzending in de wachtrij wissen,
pagina 28).
De terminal voert maximum 5 nieuwe pogingen
automatisch uit. Het niet-verzonden document wordt
automatisch uit het geheugen verwijderd en er wordt een
verzendrapport afgedrukt met een foutcode en de
oorzaak van de onvoltooide communicatie (zie Codes
voor communicatiestoringen).
Codes voor communicatiestoringen
De codes voor communicatiestoringen verschijnen in de
logboeken en op de verzendrapporten.
Algemene codes
Code 01 - Bezet of geen antwoord van fax
Die code verschijnt na 6 mislukte pogingen. U moet later
opnieuw proberen te verzenden.
Code 03 - Gestopt door gebruiker
Communicatie gestopt door de gebruiker met de
toets .
Code 04 – Niet-geprogrammeerd nummer
Nummer ingevoerd met één toets (one-touch) of afgekort
nummer is ongeldig. Controleer het. (Bijvoorbeeld: een
uitgestelde verzending werd geprogrammeerd met één
toets (one-touch) en die toets werd gewist).
Code 05 - Fout bij scannen
Er was een probleem in de scanner, het blad is
bijvoorbeeld vastgelopen.
Code 06 - Printer niet beschikbaar
Er was een probleem in het printergedeelte: geen papier
meer, vastgelopen papier, opening van het luik… Bij
ontvangen verschijnt die code alleen als de instelling
Ontvangst zonder papier is ingesteld op Z
ONDER PAPIER.
Code 07 - Verbinding verbroken
De verbinding werd verbroken (slechte verbinding).
Controleer het telefoonnummer en probeer het opnieuw.
Code 08 - Kwaliteit
Het document dat u verzond, werd slecht ontvangen.
Neem contact op met uw contactpersoon om te weten of
het nodig is om uw document weer te verzenden.
Code 0A - Geen document om af te roepen
U probeerde een document af te roepen bij een
contactpersoon, maar die laatste heeft geen document
klaargemaakt (niet opgeslagen) of het ingevoerde
wachtwoord is verkeerd.
Code 0B - Aantal pagina's verkeerd
Er is een verschil tussen het aantal pagina’s dat werd
opgegeven tijdens de voorbereiding voor de verzending
en het aantal verzonden pagina’s. Controleer het aantal
pagina’s in het document.
Code 0C - Fout ontvangen document
Vraag aan de contactpersoon die u oproept, om de lengte
van zijn/haar document te controleren (het is misschien te
lang om volledig te worden ontvangen).
Code 0D - Document slecht verstuurd
Vraag aan de afzender om zijn document weer te
verzenden.
Code 13 - Geheugen vol
Uw terminal kan niets meer ontvangen, want het
geheugen is vol. Er zijn te veel niet afgedrukte ontvangen
documenten of te veel documenten in de wachtrij voor
verzending.
Druk de ontvangen documenten af en wis of verzend
direct de documenten in de wachtrij voor verzending.
Code 14 - Geheugen vol
Geheugen voor ontvangen documenten is vol. Druk de
ontvangen documenten af.
Code 15 - Onbekende mailbox Nr x
U wilt een document opslaan in een mailbox van een
contactpersoon. Het nummer van de vermelde mailbox
bestaat niet.
Code 16 - Lijst Nr x niet doorgezonden
U hebt een doorzending aangevraagd van een document
door een fax op afstand, maar die heeft de lijst met
gevraagde geadresseerden niet geprogrammeerd.
Code 17 - Onbekende mailbox Nr x
U wilt een document opvragen bij een mailbox van een
contactpersoon. Het nummer van de vermelde mailbox
bestaat niet.
Code 18 - Doorzenden onmogelijk
U hebt doorzenden van een document aangevraagd via
een terminal die de functie doorzenden niet heeft.
Code 19 - Geannuleerd door de contactpersoon
Communicatie geannuleerd door uw contactpersoon.
(Bijvoorbeeld: een fax wil de uwe afroepen, terwijl hij geen
documenten heeft opgeslagen).
Code 1A - Verbinding verbroken
De verzending is niet begonnen. De telefoonlijn is bezet.
Code 1B - Document slecht verstuurd
Bij verzending: probeer het opnieuw.
Bij ontvangst: vraag uw contactpersoon om zijn document
weer te verzenden.
Code 50 - Fout server
Controleer het nummer van de ingestelde SMS-
berichtencentrale, of er was een communicatiefout terwijl
de gegevens werden verstuurd.
Huidige uur
VRIJ 12 DEC 20:13
Uur van de nieuwe poging 0142685014 20:18
LFF6080
- 95 -
13 - Onderhoud
Problemen met afdrukken vanaf de pc
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het apparaat een
afdrukverzoek verwerkt nadat er zich een probleem heeft
voorgedaan (papierstoring, verbroken verbinding enz.)
Kijk hieronder om te weten of het afdrukken van uw
document zal doorgaan of zal worden geannuleerd,
afhankelijk van:
de verbinding met de pc,
o het gebruikte printerstuurprogramma,
het probleem dat zich voordeed tijdens het afdrukken.
Afdrukken vanaf de pc via een USB-
verbinding
GDI-, XPS- of PCL-afdrukken
PostScript-afdrukken
Afdrukken vanaf de pc via een WLAN-
verbinding
GDI-, XPS- of PCL-afdrukken
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Geen papier meer
Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Geen papierinvoer Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Uitzondering: Als het
document handmatig
dubbelzijdig moest worden
afgedrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd.
Vastgelopen papier
Probleem met het
papierformaat
Toner leeg
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter worden
afgedrukt nadat de
tonercartridge vervangen is.
Onderbreking
aangevraagd door de
spooler
Na een inactieve periode
(standaard 30 seconden)
gaat het apparaat over op de
modus inactief.
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter wel worden
afgedrukt.
Verbreking van de
USB-verbinding
Wanneer het probleem is
verholpen, begint het
afdrukken van het document
vanaf het begin opnieuw,
ongeacht het aantal pagina’s
dat al was afgedrukt voor de
verbinding verbroken werd.
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Geen papier meer Zodra het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Geen papierinvoer
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Vastgelopen papier
Probleem met het
papierformaat
Toner leeg Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Onderbreking
aangevraagd door de
spooler
Na een inactieve periode
(standaard 30 seconden) gaat
het apparaat over op de
inactieve modus. Het
afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
worden echter wel afgedrukt.
Verbreking van de
USB-verbinding
Zodra het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Geen papier meer
Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Geen papierinvoer Wanneer het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Uitzondering: Als het
document handmatig
dubbelzijdig moest worden
afgedrukt, wordt het
afdrukken geannuleerd.
Vastgelopen papier
Probleem met het
papierformaat
LFF6080
- 96 -
13 - Onderhoud
PostScript-afdrukken
Firmware-update
Om de firmware van het apparaat te update, moet de
Companion Suite Pro-software op uw pc geïnstalleerd
zijn en moet de pc met het apparaat verbonden zijn (zie
PC-Functies, pagina 65).
Bezoek onze website www.sagem-communications.com
om te controleren of er firmware-updates beschikbaar zijn
voor uw apparaat en download het juiste updatebestand
op uw pc.
Ga vervolgens naar het hulpprogramma voor updates
(S
TARTEN >ALLE PROGRAMMAS >COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL2 > COMPANION - FIRMWARE
UPDATE), selecteer het gedownloade bestand en start
met de update.
Controleer op www.sagem-communications.com of er
nieuwe versies van deze handleiding bestaan nadat de
software werd geüpdatet.
Toner leeg
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter wel worden
afgedrukt.
of
Het afdrukken gaat door
vanaf de eerste pagina die
nog niet was afgedrukt.
Onderbreking
aangevraagd door de
spooler
Na een inactieve periode
(standaard 30 seconden)
gaat het apparaat over op de
modus inactief.
Het afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
zullen echter wel worden
afgedrukt.
Verbreking van de
LAN/WLAN-
verbinding
Wanneer het probleem is
verholpen, begint het
afdrukken van het document
vanaf het begin opnieuw,
ongeacht het aantal pagina’s
dat al was afgedrukt voor de
verbinding verbroken werd.
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Geen papier meer
Zodra het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Geen papierinvoer
Zodra het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Vastgelopen papier
Probleem met het
papierformaat
Toner leeg
Zodra het probleem is
verholpen, gaat het afdrukken
door vanaf de eerste pagina
die nog niet was afgedrukt.
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
Onderbreking
aangevraagd door de
spooler
Na een inactieve periode
(standaard 30 seconden)
gaat het apparaat over op de
inactieve modus. Het
afdrukken van het actieve
document wordt geannuleerd.
Documenten in de wachtrij
worden echter afgedrukt als
lege pagina's of pagina's
worden gevuld met onjuiste
tekens.
Verbreking van de
LAN/WLAN-
verbinding
Wanneer het probleem is
verholpen, begint het
afdrukken van het document
vanaf het begin opnieuw,
ongeacht het aantal pagina’s
dat al was afgedrukt voor de
verbinding verbroken werd.
Probleem Verwerking van het
afdrukverzoek
LFF6080
- 97 -
13 - Onderhoud
Eigenschappen
Fysische eigenschappen
Elektrische eigenschappen
Milieukenmerken
Eigenschappen randapparatuur
Printer
Kopieerapparaat
Scanner
Bedrukkingsdragers
PC-verbinding
Afmetingen: 412 x 447 x 386 mm
Gewicht: 13 kg
Stroomvoorziening (zie plaatje): Eenfasig 220-240 V - 50/60 Hz - 4,5 A
Stroomverbruik: 13 W typisch in slaapstand
36 W typisch in standby
450 W gemiddeld tijdens afdrukken (900W piekbelasting)
Omgevingstemperatuur bij werking: 10 °C tot 27 °C [50 °F tot 80,6 °F] met een omgevingsvochtigheid
van 15 tot 80% (max. 32°C [89,6 °F] met een
omgevingsvochtigheid van 15 tot 54%).
Type: Laser (op normaal papier)
Resolutie: 600 dpi
Snelheid:
maximum 20 ppm
a
a. De afdruksnelheid kan variëren volgens het besturingssysteem, de eigenschappen van de computer, van de toepassing, van de
verbindingsmodus (LAN, USB of WLAN), van het papierformaat en van het type en de grootte van het bestand.
Opwarmtijd: 21s
Afdruktijd van de eerste pagina: 13 sec.
Type: Autonoom Zwart en Wit
Kopieersnelheid: maximum 20 ppm
Resolutie: 600 dpi
Multikopie: maximum 99 pagina's
Zoompagina: 25% tot 400%
Type: Kleurenscanner
Capaciteit van de documentlader: 50 vellen
Kleurkwaliteit: 36 bits
Resolutie: 600 dpi (optisch)
2400 dpi (geïnterpoleerd)
Compatibiliteit software: TWAIN, WIA
Maximaal papierformaat: Letter
Maximumcapaciteit papierlade: 250 vellen max (60 g/m²), 200 vellen max (80 g/m²),
Maximumcapaciteit papieruitvoer: 50 vellen
Papierformaat hoofdlade: A4, A5, Statement, Legal, Letter
Papier 60 tot 105 g/m²
Papierformaat voor het handmatig printen: A4, A5, Statement, Legal, Letter, B5, exec, A6
Papier 52 tot 160 g/m²
Port USB 2.0 slave (pc-verbinding)
Port USB 2.0 master (Wlan-verbinding, lezer, lezer USB-stick)
Besturingssysteem: Windows 2000 SP4, Windows XP x86 SP1, Windows Vista, Windows 2003 server (enkel om
af te drukken)
LFF6080
- 98 -
13 - Onderhoud
Eigenschappen verbruiksgoederen
Referentiepapier
Tonercartridge
Voor de verbetering van het product kunnen gegevens worden veranderd zonder voorafgaande verwittiging.
Scanner: Inapa tecno SPEED A4
Printer: Ricoh T6200 A4
Referentie PFA821
PFA822
Klanteninformatie
Hotline-inleiding
We streven er voortdurend naar onze producten volgens hoge kwaliteitsnor-
men en met een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid te ontwikkelen.
In uw handleiding vindt u alle noodzakelijke informatie om uw toestel te kun-
nen gebruiken. Hebt u ondanks deze handleiding toch nog vragen dan kunt u
zich steeds aan ons callcenter wenden. Onze medewerkers zijn goed opgeleide
experten en beantwoorden uw vragen graag.
We kunnen u sneller helpen wanneer u ons niet via het toestel opbelt maar via
een externe telefoon. Hou ook steeds een uitdraai van de instellingen en het
serienummer van uw toestel klaar. Het serienummer vindt u op het typeplaatje.
PC-aansluiting
Indien er problemen met de PC-verbinding optreden, houd dan volgende in-
formatie klaar, als u contact opneemt met de technische klantendienst: Hard-
wareconfiguratie van uw computer, het geïnstalleerde besturingssysteem en
het gebruikte veiligheidsprogramma (antivirusprogramma’s, Firewall). Wij
kunnen u dan sneller helpen.
Nederland
Call-Center Philips Niederlande
Telefoon: 09 00 - 040 04 79 (0,18 €/minuut)
Fax: 09 00 - 767 67 61
België
Call-Center Philips Belgien
Telefoon: 070 - 35 00 06 (0,17 €/minuut)
Fax: 070 - 23 34 35
Direct-Sales Philips allgemeen
Gebruik uitsluitend toebehoren van PHILIPS. De garantie dekt geen schade
ten gevolge van het gebruik van andere verbruiksmaterialen.
Direct-Sales Philips NL · B
In Nederland en België kunt u PHILIPS toebehoren telefonisch bestellen on-
der ons gratis nummer.
Direct-Sales Philips/Sagem Niederlande
Nederland
Telefoon: 08 00 - 023 07 11
Direct-Sales Philips/Sagem Belgien
België
Telefoon: 08 00 - 485 88
Internet: www.sagem-communications.com
We wensen u veel plezier met uw nieuw product!
SAGEM COMMUNICATIONS
Printing Terminals
Headquarters : Le Ponant de Paris
27, rue Leblanc · 75015 Paris · FRANCE
Tél. : +33 1 58 11 77 00 · Fax : +33 1 58 11 77 77
www.sagem-communications.com
Limited company · Capital 158.291.895 Euros · 440 294 510 RCS
PARIS
LFF6080
NL · B
253118322-A
PHILIPS and the PHILIPS’ Shield Emblem are registered trademarks of Koninklijke Philips Electronics N.V.
and are used by SAGEM COMMUNICATIONS under license from Koninklijke Philips Electronics N.V.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106

Philips LFF6080/INB Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor