Philips IPF555/BEB Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
2 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
3
NL
Geachte klant,
Door dit toestel te kopen hebt u gekozen voor een kwali-
teitsproduct van het bedrijf PHILIPS. Uw toestel vervult
de meest uiteenlopende eisen voor privé en professioneel
gebruik.
Uw toestel wordt geleverd met een gratis patroon waarmee
u een aantal proefpagina's kunt uitprinten.
Snelkeuzel
Vaak gekozen nummers kunt u met snelkeuzetoetsen of
snelkeuzenummers verbinden. Met de functies kunt u deze
nummers snel opvragen.
Het ingebouwde antwoordapparaat (IPF¦555) slaat tot 30
minuten berichten op. U kunt interne en externe spraak-
berichten (=memo's) opnemen. Vanop afstand kunt u
nieuwe berichten via elke telefoon beluisteren.
Verstuur faxberichten in verschillende resoluties aan een of
meer ontvangers. U kunt ook faxen opvragen.
Kies uit de resolutie voor tekst en foto om documenten
met uw toestel te kopiëren. U kunt ook meerdere kopieën
maken.
Stuur SMS-berichten van uw toestel wanneer uw telefoon-
aansluiting voor deze dienst vrijgeschakeld is (functie
wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund). Bin-
nengekomen SMS-berichten beheert u met de omvangrij-
ke functies van het SMS-menu.
Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!
Over deze handleiding
Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u
uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetail-
leerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken
van deze handleiding.
Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsin-
structies om een correcte werking van uw toestel te garan-
deren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor enig gebruik dat afwijkt van het in de instructies be-
schreven gebruik.
In deze handleiding worden verschillende modellen van de
toestelreeks beschreven. Let op: sommige functies zijn
slechts bij bepaalde modellen beschikbaar.
Gebruikte symbolen
Waarschuwing
Verklaring van de instructies
Waarschuwt voor gevaar voor personen, voor bescha-
digingen aan het toestel of andere voorwerpen en
voor mogelijk verlies van gegevens. Ondeskundig ge-
bruik kan tot verwondingen en beschadigingen lei-
den.
Met dit teken zijn tips gekenmerkt die de bediening
van uw toestel efficiënter en eenvoudiger maken.
4 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Installatiehandleiding
Inhoud verpakking
Inhoud verpakking Basic Primo Voice
Toestel
ƒ Telefoonhoorn (IPF¦525, IPF¦555)
Spiraalsnoer voor telefoonhoorn (IPF¦525, IPF¦555)
Papierhouder
Netkabel met stekker (afhankelijk van het land)
Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land)
ˆ Inktpatroon (zwart)
Handleiding
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder
afbeelding).
Verpackungsinhalt
Inhoud verpakking
Papierhouder installeren
Papierhouder installeren
Steek de papierhouder in de daarvoor voorziene openin-
gen.
Papierhalter einstecken
Papier inleggen
Papierformaat
Vooraleer u documenten kunt ontvangen of kopiëren
moet u papier invoeren. Gebruik a.u.b. uitsluitend ge-
schikt papier van het standaardformaat A4 (210 × 297
mm · het liefst 80 g/m
2
). Let op de gegevens in de techni-
sche specificaties.
Papier inleggen
Papier voorbereide n
Papier invoeren
Papier invoeren
1 Klap de papieraanvulklep tot aan de aanslag naar voren.
2 Leg het papier in de papierinvoer. U kunt maximaal
100 vellen (A4 · 80 g/m
2
) invoeren.
3 Sluit de papieraanvulklep.
Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd
zijn, neem dan contact op met uw vakhandelaar of
met onze klantendienst.
Waaier het papier uit en breng het op een glad opper-
vlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u
dat meerdere vellen in een keer worden ingetrokken.
Installatiehandleiding 5
NL
Hoorn aansluiten
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de tele-
foonhoorn. Steek het andere einde in de bus aan de onder-
kant van het toestel. Deze bus is met het ) -symbool ge-
kenmerkt.
Telefonhörer anschließen
Telefoonkabel aansluiten
Telefoonkabel aansluiten
Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel in
de met LINE gekenmerkte bus te steken (Rj-11-aanslui-
ting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitings-
doos.
Telefonkabel anschließen
Installat ie nevenaans luiting 1
Netkabel aansluiten
Netspanning opstelplaats
Netkabel aa nsluiten
Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant van
het toestel. Steek de netkabel in het stopcontact.
Netzkabel anschließen Faxjet
Inktpatroon inleggen
1 Open het bedieningspaneel door het in het midden
naar boven te heffen en open te klappen. Klik het be-
dieningspaneel volledig in.
2 Open het patroonvak door op de bovenste hoek rechts
van de documentinvoer (pijl) te drukken en deze voor-
zichtig naar achteren te klappen. Klik de documentin-
voer volledig in.
3 Neem de patroon uit de verpakking en verwijder de be-
schermstrook.
4 Plaats de patroon met het gekleurde einde naar voren
en de contacten naar beneden in de houder.
Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan een cen-
trale aansluit, moet u uw toestel voor het gebruik als
nevenaansluiting instellen (zie ook hoofdstuk Tele-
foonaansluitingen en extra toestellen, pagina 32).
Controleer of de netspanning van uw toestel (type-
plaatje) overeenkomt met de netspanning die op de
opstelplaats beschikbaar is.
Controleer a.u.b. of de beschermstrook volledig is
verwijderd. Let erop dat u sproeiers en contacten
niet aanraakt.
6 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
5 Duw de patroon naar beneden tot deze inklikt.
6 Sluit het toestel door de documentinvoer naar beneden
te klappen en de metalen beugel naar boven te draaien.
7 Sluit daarna het bedieningspaneel.
Eerste installatie
Nadat u het toestel aan de netspanning hebt aangesloten,
begint de eerste-installatie-procedure.
Eerste installati e later
Menu-overzicht uitprinten
Taal kiezen
1 Kies met [ de gewenste displaytaal.
2 Bevestig met o.
Land kiezen
Land juist instellen
Land instellen
1 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt gebrui-
ken.
2 Bevestig met o.
Printkop activeren
1 Bevestig NIEUWE PATROON? met 1 om de het
inktniveau op „vol“ te zetten.
2 Er wordt een testpagina uitgeprint.
3 Controleer of het drukpatroon onderbrekingen ver-
toont.
4 Herhaal, indien nodig, het uitprinten met 0.
5 Beëindig met 1 en j.
Tijd en datum invoeren
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o.
4 Bevestig
DATUM / TIJD met o.
5 Kies met [ DATUM/TIJD INST.
6 Bevestig met o.
7 Voer de datum in (telkens twee cijfers), bijvoorbeeld
080608 voor 08.06.08.
8 Voer de tijd in, bijvoorbeeld 1400 voor 14 uur.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Informatie stroomuitval ljet 3
Plaats de inktpatroon alleen als het apparaat op de
stroomvoorziening is aangesloten. Anders wordt
de patroon niet herkend.
U kunt de eerste- installatie-procedure op een later
tijdstip starten met MENU en 1.
U kunt een menu-overzicht uitprinten met MENU
en 2.
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel ge-
bruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het te-
lefoonnet. Indien uw land niet op de lijst staat, moet
u een andere instelling kiezen en de juiste telefoonka-
bel van het land gebruiken. Voor meer informatie
kunt u terecht bij uw vakhandelaar.
Kies in stap 5 met [ overige instellingen:
FORMAAT DATUM - Datumweergave wijzigen.
FORMAAT TIJD - Uurweergave (12 /24 uur) wijzi-
gen.
Als er
DATUM/TIJD INST in het scherm ver-
schijnt, dient u de datum en tijd in te stellen.
1 Druk op MENU en bevestig met o.
2 Voer de datum en de tijd in met de cijfertoetsen.
3 Bevestig met o.
Overzicht 7
NL
Overzicht
Overzicht menufuncties
Oproepen menufunct ies Ijet 3
Druk op MENU om het functiemenu te openen. Blader
door het menu met [. Bevestig de gekozen functie met
o. Kies met [ of o overige functies. Met keert u naar
het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het menu
en keert u naar de uitgangsmodus terug.
[
CONF. ONTVANGSTo
Ontvangstmodus basis (TypeBasic)
[ONTVANGSTMODUSo (IPF¦520)
[
AUTOMAT.
[HANDMATIG
Ontvangstmodus ty pe 3 met hoorn
[ONTVANGSTMODUSo (IPF¦525, IPF¦555)
[
AUTOMAT.
[AWA / FAX
[HANDMATIG
[TEL / FAX
[STILLE RX
[BELVOLUME
[AANT. BELSIGN.
[UITGESLOTEN NRS
[CONFIG. PRINTEN
[TX UIT GEHEUGEN
Protocol uitprinten
[RAPPORTENo
[
LAATSTE VERZEND
[LIJST BELLERS
[LAATSTE CIRCUL.
[ACTIVITEIT.RAPP
[ADRESBOEK
[ONDERH. PATROON
Faxinstellingen
[CONFIG. FAXo
[
DATUM / TIJDo
[
DATUM/TIJD INST
[FORMAAT DATUM
[FORMAAT TIJD
[DIV. PARAMETERSo
[
ECM
[TX RAPPORT
[KOPREGEL FAX
[ZOEMERVOLUME
[CONTRAST
[PRINTERPARAMET.o
[
VERKLEINEN
[OVERLOOP
[CONFIG. PRINTEN
[POLLING ONTV.
Installatie
[INSTALLATIEo
[
NAAM ZENDER
[NUMMER ZENDER
[ONDERSCH.BEL (IPF¦525, IPF¦555)
[
TEL.NET INSTELLo
[
TYPE TEL.NET
[KIESMODUS (afhankelijk van het land)
[
BELLER ID
[PBX FLASH
[AFST. BEDIENING
[FAX/TEL TIJD (IPF¦525, IPF¦555)
[
LIJNDETECTIE
[TAAL
[LANDINSTELLING
[INSTALL.PRINTEN
[TECHN. SERVICE
AB Einstellungen
[CONFIG. AWA (IPF¦555) — o
[
ICM OP LUIDSPR.
[UITG.BOODSCH. 1
[UITG.BOODSCH. 2
[UITG.BOODSCH. 3
[BER. DOORZENDEN
[ALLEEN UGB
[INSPREEKTIJD
[BEVEILIGING
[KOSTEN BESPAREN
[CONFIG. PRINTEN
8 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Toesteloverzicht
hoorn (IPF¦525, IPF¦555)
ƒ Papierhouder
Documentinvoer (tekst naar boven)
Paneel met display
Vorderansicht
EXT-bus – aansluitbus voor extra toestellen
ƒ LINE-bus – aansluitbus voor telefoonkabel
) - Telefoonhoornbus – aansluitbus voor de telefoon-
hoorn (IPF¦525, IPF¦555)
Bodenans icht
Overzicht 9
NL
Paneel
Telefoonboekrecords ljet3
m – Telefoonboekrecords opvragen. Nummers uitkiezen
met [ of met de cijfertoetsen.
Snelkiestoetsen ljet 2
q – Snelkiesnummers opvragen
Groene lamp (SMS)
Groen lampje _ – Knippert, als een SMS-bericht is bin-
nengekomen of wanneer zich een fax in het faxgeheugen
bevindt
Rood lampje
Rood lampje Æ – Knippert het lampje, lees dan a.u.b. de
aanwijzingen op het display
Stop-toets Ijet 2
j – functie afbreken / kopiëren afbreken / terug naar de
uitgangsmodus / foutmelding wissen
Menufuncties lj et3
MENU – Menufuncties oproepen / Menu kopiëren op-
roepen (document in documentinvoer) / Omschakelen
naar 12-uurs modus AM, PM / Geluidssterkte instellen
Pijltjestoetsen links/rechts Ijet 3
u – Cursor bewegen
Start-toets ljet 2
o – versturen van berichten starten / kopiëren starten
C-toets Ijet 2
C – terug naar het vorige menu-niveau / Kort drukken: te-
kens afzonderlijk wissen / Lang drukken: complete record
wissen
SMS toets ljet 3
_ SMS menu oproepen (functie wordt niet in alle lan-
den en door alle netwerken ondersteund) / In landen waar
de SMS functie niet wordt ondersteund, start u als u deze
toets indrukt het uitprinten van het faxjournaal (lijst van
de laatste tien verzonden en ontvangen faxberichten).
Luidsprekertoets zonder/met hoorn ljet 3
ß – (IPF¦520): Verbindingsopbouw beluisteren /
(IPF¦525, IPF¦555): Kiezen met opgelegde hoorn /
(IPF¦525, IPF¦555): Hands-free bellen
Kiesherhaling ljet3
@ – switchen tussen de lijst van de 10 laatstgekozen
nummers ( = herkieslijst) en de lijst van de laatste 20 bellers
(= bellerslijst). Met o bevestigen / kiespauze invoegen
R toets zonder/met hoorn ljet 3
R – Flash functie in werking stellen (alleen als het toestel
als tweede aansluiting is geconfigureerd) / (IPF¦525,
IPF¦555): Tussen oproepen heen en weer schakelen (= wis-
selgesprek)
f x – hogere resolutie voor het faxen en kopiëren instel-
len / microfoon tijdens het handsfree bellen uitschakelen
Cijfertoetsenbord ljet 3
Cijfertoetsenbord – cijfers, letters en speciale tekens invoe-
ren
Opschrift antwoordapparaa ttoetsen
Antwoordapparaattoetsen
Type 2 (großer Core)
(IPF¦555)
Antwoordapparaattoetsen
ç – weergave van de binnengekomen berichten / tijdens
de weergave, weergave onderbreken
å – Vorig bericht beluisteren
æ – Volgend bericht beluisteren / Bericht nogmaals be-
luisteren / In uitgangsmodus memo opnemen.
C – tijdens de weergave het actuele bericht wissen / twee
keer drukken, alle berichten wissen
ipf 520-5 55
10 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Algemene veiligheidsinstructies
Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN
60950-1 resp. IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op te-
lefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze nor-
men voldoen. Het faxtoestel is uitsluitend voor gebruik in
het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in
deze handleiding zijn beschreven.
Toestel opstellen
Het toestel moet v eilig en stabiel op een effen opperv lak staan.
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak
staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het wor-
den beschadigd of personen – in het bijzonder kleine kin-
deren – verwonden. Leg alle kabels zo dat er niemand over
kan vallen, dat zich niemand er kan verwonden of dat het
toestel wordt beschadigd.
De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter bedragen.
De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwer-
pen moet tenminste 15 centimeter bedragen. Dit geldt ook
voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet het toe-
stel niet in de buurt van radio- en TV-toestellen.
Klik het deksel van het toestel volledig in
Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het
toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel
dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.
Bescherm het toestel tegen direct zonn elicht
Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht, hitte, grote
temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toestel niet
in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let
op de informatie in de technische specificaties met betrek-
king tot temperatuur en luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet voldo ende worden verlucht
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden
verlucht.Het toestel niet toedekken! Plaats het toestel niet
in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet op een zachte
ondergrond zoals dekens of tapijten. Dek de ventilatiesleuf
niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand ge-
raken.
Wanneer het toes tel te warm wordt of wanneer er rook uit het toestel komt
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook uit
het toestel komt – meteen de netstekker uit het stopcontact
trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst
onderzoeken. Om te vermijden dat zich een brand uit-
breidt, moeten open vlammen uit de buurt van het toestel
worden gehouden.
Sluit het toeste l niet in vochtige ruimtes aan.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de net-
stekker, de netaansluiting of de telefoondoos nooit met
natte handen aan.
Er mogen geen v loeistoffen in het toestel geraken.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal het
toestel van het stroomnet wanneer vloeistoffen of vreemde
deeltjes in het toestel zijn geraakt en laat uw toestel door
een technische servicedienst onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel o mgaan.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel om-
gaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen van kin-
deren geraken.
Hoorn magnetisch
De hoorn van het toestel is magnetisch. Let op: kleine me-
talen voorwerpen (paperclips enz.) kunnen aan de hoorn
blijven plakken.
Stroomverzorging
Controleer of de netspanning van uw toestel
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje)
overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats
beschikbaar is.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoo nkabels.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels.
Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop.
Zet uw toestel zo dat het stopcontact gemakkelijk toegan-
kelijk is. Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop. In
noodgeval haalt u uw toestel van de stroomvoorziening
door de netstekker uit te trekken.
Raak nooit de net- of telefo onkabel aan wannee r de isolatie is b eschadigd.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie
is beschadigd.
Haal uw toestel v an het stroom- of telefoonnet tijde ns een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een
onweer. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel niet
tijdens een onweer.
Haal uw toestel v an het stroom- en telefoonnet vo oraleer het oppervlak te reinigen.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer
het oppervlak te reinigen. Gebruik nooit vloeibare, gasvor-
mige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays,
schurende middelen, politoeren, alcohol).
Reinig het display met een droge, zachte doek.
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer
het display breekt, kan een zwarte bijtende vloeistof vrijko-
men. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
opgeslagen gegevens gaan niet verloren.
Reparaties
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op
het display en op de foutmelding.
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud
kan tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat uw
toestel uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst re-
pareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, ander komt
de garantie te vervallen.
Verbruiksmaterialen
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze
krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze bestelservice. An-
dere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen
resp. de levensduur beperken.
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming
met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afvalver-
wijdering.
Inhoudsopgave 11
NL
Inhoudsopgave
Geachte klant, ........................................................... 3
Over deze handleiding ............................................... 3
Installatiehandleiding ............................. 4
Inhoud verpakking .................................................... 4
Papierhouder installeren ............................................ 4
Papier inleggen .......................................................... 4
Hoorn aansluiten ....................................................... 5
Telefoonkabel aansluiten ........................................... 5
Netkabel aansluiten ................................................... 5
Inktpatroon inleggen ................................................. 5
Eerste installatie ......................................................... 6
Overzicht................................................. 7
Overzicht menufuncties ............................................. 7
Toesteloverzicht ......................................................... 8
Paneel ........................................................................ 9
Algemene veiligheidsinstructies ......... 10
Toestel opstellen ...................................................... 10
Stroomverzorging .................................................... 10
Reparaties ................................................................ 10
Verbruiksmaterialen ................................................ 10
1 Telefoonfuncties .............................. 12
Telefoneren met het toestel ...................................... 12
Handsfree bellen ...................................................... 12
Stilschakelen ............................................................ 12
Snelkiezen ................................................................ 12
Telefoonboek van het toestel ................................... 13
Nummerherkenning (CLIP) .................................... 13
Gemiste telefoongesprekken .................................... 14
2 Antwoordapparaat .......................... 15
In- en uitschakelen .................................................. 15
Meldtekst wijzigen ................................................... 15
Berichten beluisteren ............................................... 16
Berichten wissen ...................................................... 16
Interne memo's opnemen ........................................ 16
Vanop afstand beluisteren instellen .......................... 16
Vanop afstand beluisteren ........................................ 16
Op afstand beluisteren – functies ............................. 17
Berichten doorsturen ............................................... 17
Instellingen wijzigen ................................................ 17
3 Fax..................................................... 19
Fax verzenden .......................................................... 19
Fax manueel verzenden ............................................ 19
Doorkiesnummer of onderadres opbellen ................ 19
Rondzenden (= broadcasting) .................................. 20
Fax later verzenden .................................................. 20
Fax ontvangen ......................................................... 20
Faxberichten afroepen .............................................. 21
Selectieve spamfilter ................................................. 21
4 Kopieermachine............................... 22
Document invoeren ................................................. 22
Document kopiëren ................................................. 22
5 SMS ................................................... 23
SMS-vereisten .......................................................... 23
SMS sturen .............................................................. 23
Opgeslagen SMS sturen ........................................... 24
SMS ontvangen ........................................................ 24
SMS schrijven .......................................................... 24
SMS uitprinten ........................................................ 25
SMS wissen .............................................................. 25
Instellingen wijzigen ................................................ 25
6 Instellingen....................................... 26
Tijd en datum invoeren ........................................... 26
Taal kiezen ............................................................... 26
Land kiezen .............................................................. 26
Naam en faxnummer invoeren ................................. 26
Printpositie invoeren ................................................ 27
Contrast instellen ..................................................... 27
Pagina-aanpassing instellen ...................................... 27
Volume instellen ...................................................... 27
Faxschakelaar instellen ............................................. 28
Faxschakelaar instellen ............................................. 28
Lijsten uitprinten ..................................................... 30
Eerste installatie starten ............................................ 31
Verbindingsopbouw beluisteren ............................... 31
Ontvangst van lange documenten instellen .............. 31
7 Telefoonaansluitingen en extra toestel-
len .......................................................... 32
Telefoonaansluitingen en -diensten instellen ............ 32
Centrales nevenaansluitingen ................................... 32
Extra toestellen aansluiten ........................................ 33
Extra telefoons gebruiken (easylink) ......................... 33
Oproepsignaalfrequentie automatisch herkennen ..... 34
8 Service .............................................. 35
Inktpatroon vervangen ............................................. 35
Papieropstopping verhelpen ..................................... 36
Documentenopstopping verhelpen .......................... 36
Reiniging ................................................................. 36
Snelle hulp ............................................................... 37
Problemen/oplossingen ............................................ 38
9 Bijlage ............................................... 39
Technische specificaties ............................................ 39
Garantie ................................................................... 39
Verklaring van Overeenstemming ............................ 40
Klanteninformatie .................................................... 44
12 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
1 Telefoonfuncties
Link: Extra telefoons
Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter be-
schikking staan staat in het hoofdstuk Telefoonaansluitin-
gen en extra toestellen, pagina 32
Telefoneren met het toestel
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
Geen papier in de invoer
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende
mogelijkheden. Neem daarna de hoorn van de haak.
Direct kiezen
Manueel kiezen:
Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.
Telefoonboek:
1 Druk op m.
2 Kies met [ een record.
Snelkeuze
Druk langere tijd (tenminste twee seconden) op de ge-
wenste snelkeuzetoets (q).
Herkieslijst:
Druk op @.
Kies met ^
UITGAANDE OPR.
Bevestig met o.
Kies met [ een record uit de lijst van de gekozen num-
mers.
Bevestig met o.
Bellerslijst:
Druk op @.
Kies met `
BINNENKOM. OPR.
Bevestig met o.
Kies met [ een record uit de bellerslijst.
Bevestig met o.
CLIP vereisten
Handsfree bellen
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
1 Druk op ß om met opgelegde hoorn te telefoneren. U
hoort een kiestoon uit de luidspreker.
2 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record. Het toestel begint
meteen te kiezen. Verkeerde cijfers kunt u niet meer
corrigeren.
Lautstärke ein stellen Ijet 2
Stilschakelen
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
Schakel de hoorn tijdens het telefoongesprek stil wanneer
u met iemand wilt praten zonder dat uw telefoongespreks-
partner meeluistert.
1 Druk tijdens een gesprek op ê. Uw telefoongespreks-
partner kan u niet meer horen. Op het display ver-
schijnt
WACHTVERBINDING.
2 Druk opnieuw op ê om het gesprek voort te zetten.
Snelkiezen
Snelkeuze 6 toetsen
Vaak gekozen nummers kunt u met de zes snelkeuzetoet-
sen verbinden. Met de snelkeuzetoetsen kunt u deze num-
mers snel opvragen.
Snelkeuzetoets toewijzen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ADRESBOEK.
3 Bevestig met o.
4 Bevestig
NIEUW NUMMER met o.
5 Voer 01 - 04 als positie voor de snelkeuzetoetsen
(q) met de cijfertoetsen in. Voer het verkorte kie-
snummer altijd in met twee cijfers.
6 Bevestig met o.
7 Voer het telefoonnummer in.
8 Bevestig met o.
9 Voer de naam in.
10 Bevestig met o.
11 Kies met [ een beltoon.
12 Bevestig met o.
13 Kies met [ of u verdere records wilt opslaan of of u
de functie wilt beëindigen.
14 Bevestig met o.
Snelkiesnummers wissen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ADRESBOEK.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
WISSEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het record dat u wilt wissen.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
JA.
9 Bevestig met o.
Voor de telefoonfunctie mag er zich geen papier in de
papierinvoer bevinden. Anders switcht het toestel
naar de faxmodus.
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan een
nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.
Toets de beginletter met de cijfertoetsen in om
sneller door het telefoonboek te navigeren.
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw
telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP)
geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het net-
werk). Nummer en naam worden niet getoond wan-
neer de beller zijn nummer onderdrukt.
Met MENU stelt u het volume in.
Als u een positie kiest die al bezet is, verschijnt in-
formatie in de display.
Snelkeuzetoetsen worden uitsluitend op de posi-
ties 01 tot en met 04 opgeslagen.
Telefoonfuncties 13
NL
Telefoonboek van het toestel
Telefoonboek ljet3
In het telefoonboek van uw toestel kunt u tot 100 records
opslaan. U kunt aan het records verschillende beltonen
toewijzen. Let op de gegevens in de technische specifica-
ties.
Record opslaan
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ADRESBOEK.
3 Bevestig met o.
4 Bevestig
NIEUW NUMMER met o.
5 Voer de positie van het record met de cijfertoetsen in.
Voer het verkorte kiesnummer altijd in met twee cijfers.
6 Bevestig met o.
7 Voer het telefoonnummer in.
8 Bevestig met o.
9 Voer de naam in. Letters voert u met de cijfertoetsen in
(zie opdruk). Speciale tekens voert u in met * of #.
Druk zo vaak op de betreffende toets tot de gewenste
letter of het gewenste speciale teken op het display ver-
schijnt.
10 Bevestig met o.
11 Kies met [ een beltoon.
12 Bevestig met o. Het record wordt opgeslagen.
Emailadressen opslaan
U kunt ook een emailadres opslaan waarnaar SMS berich-
ten kunnen worden verstuurd.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ADRESBOEK.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
NIEUW ADRES.
5 Bevestig met o.
6 Voer de positie van het record met de cijfertoetsen in.
Voer het verkorte kiesnummer altijd in met twee cijfers.
7 Bevestig met o.
8 Voer het e-mailadres in.
9 Bevestig met o.
10 Voer de naam in.
11 Bevestig met o. Het record wordt opgeslagen.
Record wijzigen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ADRESBOEK.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
WIJZIGEN.
5 Bevestig met o.
6 Selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.
7 Bevestig met o.
8 Wijzig het nummer.
9 Bevestig met o.
10 Wijzig de naam.
11 Bevestig met o.
12 Kies met [ een beltoon.
13 Bevestig met o. Het gewijzigde record wordt opgesla-
gen.
Record wissen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ADRESBOEK.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
WISSEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het record dat u wilt wissen.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
JA.
9 Bevestig met o.
Nummerherkenning (CLIP)
CLIP definitie
Op het display verschijnt het nummer van een binnenko-
mend gesprek. Opdat deze functie zou functioneren, moet
voor uw telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP
– Calling Line Identification Presentation) geactiveerd
zijn. Meer informatie hierover krijgt u bij uw telefoonaan-
bieder. Het kan gebeuren dat u voor de nummerherken-
ning moet betalen.
Nummer naam tonen
Met u beweegt u de cursor. Met C wist u de te-
kens afzonderlijk. Met j verlaat u het menu en keert
u naar de uitgangsmodus terug.
Als u een positie kiest die al bezet is, verschijnt in-
formatie in de display. Print indien nodig het te-
lefoonboek om een overzicht van de nog beschik-
bare posities te krijgen.
Denk eraan dat e-mail adressen geen spaties kun-
nen bevatten!
Toets de beginletters met de cijfertoetsen in om
sneller door het telefoonboek te navigeren.
Toets de beginletters met de cijfertoetsen in om
sneller door het telefoonboek te navigeren.
Functioneert de nummerherkenning niet, ook al is
deze functie voor uw telefoonaansluiting geactiveerd,
controleer dan of u het juiste land hebt ingesteld.
Nummer en naam worden niet getoond wanneer de
beller zijn nummer onderdrukt.
14 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Nummerherkenning in-/uitschakelen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
BELLER ID.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ of het telefoonnummer van de beller al da
niet moet worden getoond.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Gemiste telefoongesprekken
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
1 Druk op @.
2 Kies met `
BINNENKOM. OPR..
3 Druk op o.
4 Blader met [ door de lijst van gemiste telefoonge-
sprekken.
5 Bevestig met o.
6 Neem de hoorn van de haak om terug te bellen.
Nieuw binnengekomen oproepen worden door
knipperen weergegeven.
Antwoordapparaat 15
NL
2 Antwoordapparaat
Type 2 (großer Core)
(IPF¦555)
In- en uitschakelen
Antwoordapparaat insch akelen met uitsluitend meldtekst en an twoordapparaat/fax ljet3
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Druk op o.
3 Bevestig
ONTVANGSTMODUS met o.
4 Kies met [
AWA / FAX – antwoordapparaat is ingeschakeld.
TEL / FAX – antwoordapparaat is uitgeschakeld.
5 Bevestig met o.
Meldtekst wijzigen
Meldtekst opnemen
U kunt een meldtekst opnemen die de beller kan beluiste-
ren, zonder dat hij een bericht op het antwoordapparaat
kan inspreken (= externe memo). Hoe u deze functie in-
schakelt, leest u in de paragraaf 'Meldtekst zonder bericht-
opname gebruiken'.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ UITG.BOODSCH. 1.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
OPNEMEN.
7 Bevestig met o. Op het display verschijnt HOORN
OPNEMEN
.
8 Neem de hoorn van de haak en druk op o om de
meldtekst op te nemen.
9 Druk op j om de opname te beëindigen. De meld-
tekst wordt afgespeeld.
10 Leg de hoorn op.
11 Beëindig met j.
Lengte 10>20 seconden
Meldtekst wanneer het berichtgeheugen vol is
U kunt een extra meldtekst opnemen die de beller hoort
wanneer geen nieuwe berichten meer kunnen worden op-
geslagen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [
UITG.BOODSCH. 2.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
OPNEMEN.
7 Bevestig met o. Op het display verschijnt HOORN
OPNEMEN
.
8 Neem de hoorn van de haak en druk op o om de
meldtekst op te nemen.
9 Druk op j om de opname te beëindigen. De meld-
tekst wordt afgespeeld.
10 Leg de hoorn op.
11 Beëindig met j.
Meldtekst beluisteren
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ UITG.BOODSCH. 1 of
UITG.BOODSCH. 2.
5 Bevestig BELUISTEREN met o. De betreffende op-
genomen meldtekst wordt afgespeeld.
6 Beëindig met j.
Meldtekst zonder berichtopname gebruiken
U kunt het antwoordapparaat zo instellen, dat de beller een
meldtekst kan beluisteren zonder een bericht op het ant-
woordapparaat te kunnen inspreken (= externe memo).
Hoe u de meldtekst opneemt, leest u in de paragraaf
'Meldtekst opnemen'.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ ALLEEN UGB.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.
7 Bevestig met o.
Het antwoordapparaat kan alleen maar worden inge-
schakeld wanneer een meldtekst werd opgenomen.
De ontvangstmodus moet ingesteld zijn op
AWA /
FAX
.
De meldtekst moet langer zijn dan 10 en korter dan
20 seconden.
Met MENU stelt u het volume in.
Na de weergave kunt u de meldtekst wijzigen of
opnieuw opnemen.
Indien al een meldtekst (
UITG.BOODSCH. 1)
is opgenomen, wordt deze afgespeeld. Kies na het
afspelen met [ uit de volgende instellingen:
OPNEMEN– Nieuwe meldtekst opnemen. De
meldtekst (
UITG.BOODSCH. 1) wordt dan
gewijzigd.
BELUISTEREN – Meldtekst beluisteren
16 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Berichten beluisteren
Wanneer nieuwe berichten op het antwoordapparaat
staan, knippert de indicatie _. Op het display wordt het
aantal nieuwe berichten vermeld.
1 Druk op ç.
2 De nieuwe berichten worden afgespeeld. Op het dis-
play verschijnen datum en tijdstip van het binnengeko-
men bericht.
Lautstärke ein stellen Ijet 2
Met de telefoonhoorn vertrouwelijke berichten beluisteren
Berichten wissen
Berichten afzonderlijk wissen
Druk tijdens de weergave van het bericht op C om het lo-
pende bericht te wissen. Wis verdere berichten met C of
beëindig met j.
alle berichten wissen
1 Druk op C. Op het display verschijnt OUDE WIS-
SEN?
.
2 Kies met [
JA.
3 Bevestig met C. De berichten worden gewist
Interne memo's opnemen
Interne memo's
U kunt spraakboodschappen (= memo's) opnemen die u
net zoals berichten kunt beluisteren. De ingestelde opna-
meduur voor berichten is beperkt tot de lengte van de in-
terne memo's.
1 Druk op æ. Op het display verschijnt
HOORN OPNE-
MEN
.
2 Neem de hoorn van de haak en druk op o om de
spraakboodschap op te nemen.
3 Druk op j om de opname te beëindigen. De opname
wordt afgespeeld.
4 Leg de hoorn op.
De spraakboodschap wordt als nieuw bericht vermeld.
Vanop afstand beluisteren instellen
Toegangscode invoeren
Toegangscode
Om de doorgestuurde berichten te kunnen ontvangen en
het antwoordapparaat via andere telefoons te kunnen be-
luisteren moet u een toegangscode invoeren.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [
BEVEILIGING.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
VORM CODE.
7 Bevestig met o. Als een toegangscode is geprogram-
meerd, verschijnt deze op de display.
8 Voer de nieuwe toegangscode in met de cijfertoetsen.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Antwoordapparaat beveiligen tegen toe-
gang door derden
U kunt door het invoeren van een toegangscode verhinde-
ren dat derden uw persoonlijke berichten beluisteren of de
instellingen van het antwoordapparaat wijzigen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ BEVEILIGING.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
TOEGANG BLOKK..
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
JA om te voorkomen dat berichten kun-
nen worden beluisterd en instellingen kunnen worden
gewijzigd.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Toegang door invoeren van de toegangscode
Vanop afstand beluisteren
U kunt via een telefoongesprek nieuwe berichten beluiste-
ren en wissen, een nieuwe meldtekst opnemen of het ant-
woordapparaat in- of uitschakelen.
Toonkeuze
1 Bel uw nummer op.
2 Wacht tot het antwoordapparaat zich inschakelt en de
meldtekst afspeelt.
3 Voer de toegangscode (vooringesteld 1234) in.
4 U hoort een bevestigingstoon.
5 Met de cijfertoetsen zijn de volgende functies beschik-
baar.
6 Leg de hoorn op om het op afstand beluisteren te beëin-
digen
Met MENU stelt u het volume in.
Neem de telefoonhoorn van de haak om vertrouwe-
lijke berichten te beluisteren.
De ingestelde opnameduur voor binnenkomende
berichten is beperkt tot de lengte van de interne
memo's.
U kunt de toegangscode ook wissen door op C te
drukken. Let op: wanneer u de toegangscode wist,
heeft iedereen toegang tot de opgeslagen berich-
ten.
U kunt de berichten pas beluisteren en de instellin-
gen pas veranderen nadat u de opgeslagen code hebt
ingevoerd.
De telefoon die met deze aansluiting verbonden is,
moet op toonkeuze zijn ingesteld. Druk binnen 50
seconden op een toets, anders wordt de verbinding
onderbroken (afhankelijk van het land en het net-
werk).
Antwoordapparaat 17
NL
Op afstand beluisteren – functies
Berichten beluisteren
Nieuwe berichten beluisteren: Druk op 1.
Lopend bericht nog eens beluisteren: Druk op 3.
Alle berichten beluisteren: Druk op 2.
Volgend bericht beluisteren: Druk op 4.
Berichten wissen
Druk na het beluisteren van alle berichten op 6 en 6.
Nieuwe meldtekst (UITG.BOODSCH. 1) op-
nemen
1 Druk op #3.
2 Druk op # om de opname te beëindigen.
Meldtekst (UITG.BOODSCH. 1) afspelen
Druk op 5.
Bedieningsfuncties
Laatste functie afbreken: Druk op 0.
Antwoordapparaat uitschakelen (ontvangsmodus
AUTOMAT.): Druk op #1.
Antwoordapparaat inschakelen (ontvangstmodus
AWA / FAX): Druk op #2.
Doorzending uitschakelen: Druk op #5.
Functie externe memo (
ALLEEN UGB) in-
schakelen: Druk op #4.
Berichten doorsturen
Het toestel stuurt berichten op een bepaalde tijd door naar
een ingevoerd telefoonnummer. Als de verbinding tot
stand komt, wordt een meldtekst afgespeeld.
Meldtekst opnemen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [
UITG.BOODSCH. 3.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
OPNEMEN.
7 Bevestig met o. Op het display verschijnt
HOORN
OPNEMEN
.
8 Neem de hoorn van de haak en druk op o om de
meldtekst op te nemen.
9 Druk op j om de opname te beëindigen. De meld-
tekst wordt afgespeeld.
10 Leg de hoorn op.
11 Beëindig met j.
Doorschakelen inschakelen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ BER. DOORZENDEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ uit de volgende instellingen:
NEE – geen doorsturen
EENMAAL – eenmalig doorsturen
DAGELIJKS – dagelijks doorsturen
7 Bevestig met o.
8 Voer met cijfertoetsen het tijdstip in waarop de berich-
ten moeten worden doorgestuurd.
9 Bevestig met o.
10 Voer het telefoonnummer in aan hetwelke de binnen-
gekomen berichten moeten worden doorgestuurd.
11 Bevestig met o.
12 Beëindig met j.
Instellingen wijzigen
Meeluisteren in-/uitschakelen
U kunt zelf bepalen of de beller bij het inspreken van een
bericht al dan niet moet worden gehoord.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig ICM OP LUIDSPR. met o.
4 Kies met [ of de luidspreker bij een ingeschakeld ant-
woordapparaat moet zijn in- of uitgeschakeld.
5 Bevestig met o.
6 Beëindig met j.
Opnameduur instellen
U kunt de lengte van de binnenkomende berichten en in-
terne memo's beperken.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [
INSPREEKTIJD.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ de gewenste opnameduur.
7 Bevestig met o.
8 Beëindig met j.
Hebt u al instellingen vastgelegd, dan bevestigt u
REEDS INGEVOERD met o. Kies met [ of u
de instellingen wilt wijzigen of wissen.
18 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Spaarmodus
Met deze functie kunt u aan de hand van het aantal belto-
nen horen of er nieuwe berichten werden ingesproken.
Gaat het toestel niet aan de lijn na het van tevoren ingestel-
de aantal beltonen, dan hebt u geen nieuwe berichten ont-
vangen. Wanneer geen nieuwe berichten binnengekomen
zijn, schakelt het antwoordapparaat zich pas na nog twee
beltonen in. U kunt het beluisteren op afstand beëindigen
zonder dat er telefoonkosten ontstaan.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ KOSTEN BESPAREN.
5 Bevestig met o.
6 Schakel de functie met [ in of uit.
7 Bevestig met o.
8 Beëindig met j.
Instellingen van het antwoordapparaat
uitprinten
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. AWA.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt ICM OP
LUIDSPR.
.
4 Kies met [ CONFIG. PRINTEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ of de instellingen al dan iet moeten wor-
den uitgeprint.
7 Bevestig met o.
Fax 19
NL
3Fax
Documenten invoeren
Druk op j om documenten tijdens het versturen uit te
werpen.
Fax verzenden
1 Leg de documenten met de tekst naar boven in de do-
cumentinvoer. Het bovenste document wordt als eerste
ingevoerd.
2 Stel de gewenste resolutie in met f x. Een pijl op het
display duidt de gekozen instelling aan.
~ – Standaard (voor documenten zonder bijzondere
kenmerken)
f – Fijn (voor klein gedrukte teksten resp. tekeningen)
x – Foto (voor foto's).
3 Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschil-
lende mogelijkheden.
4 Druk op o.
Manueel kiezen:
Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.
Herkieslijst:
Druk op @.
Kies met ^
UITGAANDE OPR..
Bevestig met o.
Kies met [ een record uit de lijst van de gekozen num-
mers.
Bellerslijst:
Druk op @.
Kies met `
BINNENKOM. OPR.
Bevestig met o.
Kies met [ een record uit de bellerslijst.
CLIP vereisten
Telefoonboek:
1 Druk op m.
2 Kies met [ een record.
Fax manueel verzenden
1 Voer het document in.
2 Druk op ß of neem de telefoonhoorn van de haak.
3 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
4 Druk op o. Het document wordt ingelezen en ver-
stuurd.
5 Nadat het document verstuurd is, verschijnt op het dis-
play een transmissiebevestiging.
Doorkiesnummer of onderadres
opbellen
Doorkiesnummer of onderadres
U kunt een faxbericht sturen naar een doorkiesnummer of
een onderadres of een faxbericht afroepen van een doorkie-
snummer of onderadres – bijvoorbeeld om gebruik te ma-
ken van een bepaalde service van een faxdatabankaanbie-
der. Voeg hiervoor het doorkiesnummer of het onderadres
met een korte kiespauze aan het faxnummer toe.
1 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
2 Druk op @.
3 Voer het doorkiesnummer of onderadres in.
4 Druk op o. Het doorkiesnummer of onderadres wordt
pas na een korte pauze gekozen.
Voer geen documenten in die ...
vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt zijn, vuil
zijn of van een coating voorzien zijn.
beschreven zijn met zacht potlood, inkt, krijt of
houtskool.
afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften (drukinkt).
bijeengehouden worden met paperclips, nietjes,
plakband of lijm.
beplakt zijn met notitieblaadjes.
....verkreukeld of gescheurd zijn.
(IPF¦520): U kunt de kiesherhaling lijst, op-
roeplijst, en het telefoonboek uitsluitend opvra-
gen als zich een document in de documentinvoer
bevindt.
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw
telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP)
geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het net-
werk). Nummer en naam worden niet getoond wan-
neer de beller zijn nummer onderdrukt.
Toets de beginletter met de cijfertoetsen in om
sneller door het telefoonboek te navigeren.
20 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Rondzenden (= broadcasting)
Rondzenden
U kunt een faxbericht opeenvolgend naar verschillende
ontvangers sturen.
Ontvangers afzonderlijk invoeren
1 Voer het document in.
2 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
3 Kies met [ TX UIT GEHEUGEN.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
NIEUWE INSTELL..
6 Bevestig met o. Het document wordt ingelezen.
7 Bevestig de aangegeven tijd met o of voer het tijdstip
in waarop het document moet worden verzonden.
8 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
9 Bevestig met o.
10 Voer nog meerdere telefoonnummers in. U kunt tot 10
ontvangers invoeren.
11 Bevestig met o.
12 Kies met [ of de huidige instellingen al dan niet die-
nen te worden geprint.
13 Bevestig met o.
14 Bevestig
JA met o als de instellingen correct zijn.
15 Het toestel stuurt het faxbericht opeenvolgend naar alle
ontvangers.
Versturen aan verschillende on tvangers
Instellingen wijzigen of uitprinten
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
TX UIT GEHEUGEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ uit de volgende instellingen en bevestig
met o:
INSTELL. PRINTEN – Instellingen uitprinten
WIJZIGEN – Wijziging van tijd en telefoonnummer
WISSEN – Instellingen wissen.
Fax later verzenden
Indien u gebruikt wilt maken van goedkopere telefoonta-
rieven of de ontvanger slechts op bepaalde tijden te berei-
ken is, kunt u het faxbericht op een later tijdstip verzenden
- binnen 24 uur.
1 Voer het document in.
2 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
3 Kies met [ TX UIT GEHEUGEN.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
NIEUWE INSTELL..
6 Bevestig met o. Het document wordt ingelezen.
7 Voer het tijdstip in waarop het document moet worden
verstuurd, bijvoorbeeld 14 00 voor 14 uur. Be-
vestig met o.
8 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
9 Druk twee keer op o.
10 Kies met [ of de huidige instellingen al dan niet die-
nen te worden geprint.
11 Bevestig met o.
12 Bevestig
JA met o als de instellingen correct zijn.
13 Het toestel staat in stand-by en verstuurt het faxbericht
op het aangegeven tijdstip. Op het display verschijnt
TX UIT GEHEUGEN.
Instellingen wijzigen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
TX UIT GEHEUGEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
WIJZIGEN.
5 Bevestig met o.
6 Voer de tijd in en bevestig dit met o.
7 Wijzig het nummer en bevestig met o.
8 Kies met [ of de huidige instellingen al dan niet die-
nen te worden geprint.
9 Bevestig met o.
10 Bevestig
JA met o als de instellingen correct zijn.
Instellingen wissen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
TX UIT GEHEUGEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
WISSEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
JA.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ of de huidige instellingen al dan niet die-
nen te worden geprint.
9 Bevestig met o.
10 Bevestig
JA met o als de instellingen correct zijn.
Fax ontvangen
Faxontvangst
Ontvangen faxberichten worden meteen uitgeprint. Ligt er
geen papier of inktpatroon in het toestel dan slaat het toe-
stel binnenkomende faxberichten op. De _-indicatie
knippert. Leg papier of een nieuwe inktpatroon in het toe-
stel. Aansluitend worden de opgeslagen berichten uitge-
print.
Berichtgeheugen vol
Wanneer het berichtgeheugen vol is, kunnen geen verdere
berichten meer worden ontvangen. Let op de gegevens in
de technische specificaties.
Wanneer uw toestel een bepaalde ontvanger niet kan
bereiken, wordt het faxbericht aan de andere deelne-
mers gestuurd. Nadat het toestel alle ontvangers
heeft opgebeld, kiest het nog eens de nummers die
voordien niet konden worden bereikt.
Fax 21
NL
Faxberichten afroepen
Via polling roept u faxberichten op die klaarliggen in het
opgebelde toestel.
Faxberichten direct afroepen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
POLLING ONTV..
3 Bevestig met o.
4 Bevestig
NIEUWE INSTELL. met o.
5 Bevestig de aangegeven tijd met o of voer het tijdstip
in waarop het document moet worden afgeroepen.
6 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
7 Bevestig met o.
In de display verschijnt
RX POLL met de tijd waarop het
document wordt opgeroepen.
Instellingen wijzigen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
POLLING ONTV..
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ uit de volgende instellingen en bevestig
met o:
WIJZIGEN – Wijziging van tijd en telefoonnummer
WISSEN – Instellingen wissen.
Selectieve spamfilter
U kunt tien telefoonnummers opslaan die bij een faxont-
vangst worden genegeerd. Het toestel belt maar ontvangt
geen fax.
Clip-vereiste kort
Record toewijzen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ UITGESLOTEN NRS.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
NIEUW NUMMER.
6 Bevestig met o.
7 Voer het telefoonnummer in waarvan u geen fax wenst
te ontvangen.
8 Bevestig met o.
9 Kies met [ of u nog meer records wilt opslaan.
10 Beëindig met j.
Contact wijzigen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ UITGESLOTEN NRS.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
NUMMER WIJZIGEN.
6 Bevestig met o.
7 Kies met [ het telefoonnummer dat u wilt wijzigen.
8 Bevestig met o.
9 Wijzig het opgeslagen nummer.
10 Bevestig met o.
Record wissen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ UITGESLOTEN NRS.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
NUMMER WISSEN.
6 Bevestig met o.
7 Kies met [ het nummer dat u wilt wissen.
8 Bevestig met o.
9 Kies met [
JA en bevestig met o.
Lijst uitprinten
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ UITGESLOTEN NRS.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
PRINT LIJST.
6 Bevestig met o. De lijst wordt uitgeprint.
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw
telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP)
geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het net-
werk).
22 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
4 Kopieermachine
20 documenten A5/A4
Gebruik documenten met de maten A5 of A4 met 60 tot
100 g/m
2
. U kunt tot 20 documenten in een keer in-
voeren.
Document invoeren
1 Leg de documenten met de tekst naar boven in de do-
cumentinvoer. Het bovenste document wordt als eerste
ingevoerd.
2 Druk op o.
3 Stel de gewenste resolutie in met f x.
TEKST – voor documenten zonder bijzondere ken-
merken.
FOTO – Voor foto's.
Document kopiëren
Een kopie maken
Druk op o.
Meerdere kopieën maken
1 Voer met de cijfertoetsen in hoe vaak u het document
wilt kopiëren (maximaal 9 kopieën)
2 Druk op o. De kopie wordt gemaakt.
Kopieën met speciale instellingen maken
1 Druk op MENU.
2 Kies met [ welke kwaliteit de kopie moet hebben.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ of het document bij het kopiëren moet
worden vergroot of verkleind. U kunt tot 200 procent
vergroten of tot 50 procent verkleinen.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ uit de aangegeven contrastinstellingen.
7 Bevestig met o.
8 Voer met de cijfertoetsen in hoe vaak u het document
wilt kopiëren (maximaal 9 kopieën)
9 Druk op o. De kopie wordt gemaakt.
SMS 23
NL
5SMS
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
SMS-vereisten
CLIP voor SMS
Uw toestel is voor het gebruik van SMS (Short Message
Service)-diensten vooringesteld. Opdat SMS zou functio-
neren, moet de nummerherkenning (CLIP) ingeschakeld
zijn. Het kan gebeuren dat u van nevenaansluitingen geen
SMS-berichten kunt versturen of ontvangen (afhankelijk
van het land en het netwerk).
SMS met geheim nu mmer
SMS-vereisten
SMS sturen
Geen documenten i n de documentinvoer
1 Druk op _.
2 Bevestig
SMS ZENDEN met o.
3 In sommige landen kunt u ook SMS berichten naar een
emailadres (
EMAIL TYPE) of naar een faxnummer
(
FAX TYPE) versturen.
Voor het versturen van een SMS bericht naar een tele-
foonnummer, kiest u met [
SMS TYPE en bevestigt
u met o.
4 Op de display verschijnt
TEKST SMS met het maxi-
male aantal tekens voor het SMS bericht.
5 Tekst voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk).
6 Bevestig met o.
7 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
8 Bevestig met o.
9 In sommige landen kunt u instellen of u over een suc-
cesvol afgeleverde SMS bericht wilt worden geïnfor-
meerd.
Kies met [ uit de getoonde mogelijkheden en beves-
tig met o.
10
In sommige landen kunt u SMS berichten ook naar een door-
kiesnummer of alias versturen.
Kies voor het versturen van een SMS aan een hoofdaanslui-
ting met
[
TERMINAL NR.
NEE
en bevestig met
o
.
11 Kies met [ JA om het bericht te versturen. Kies NEE
om het bericht nog eens te wijzigen.
SMS aan e-mailadres
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
U kunt SMS berichten aan een emailadres sturen.
1 Druk op _.
2 Kies met [
EMAIL TYPE
3 Bevestig met o.
4 Voer het emailadres in of druk op m en kies met [
een opgeslagen record.
5 Bevestig met o.
6 Voer de tekst in zoals beschreven onder SMS versturen
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
JA om het bericht te versturen. Kies NEE
om het bericht nog eens te wijzigen.
9 Druk op o. Het bericht wordt verstuurd.
SMS aan faxtoestel
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
U kunt SMS berichten aan een faxnummer sturen.
1 Druk op _.
2 Kies met [
FAX TYPE
3 Bevestig met o.
4 Voer de tekst in zoals beschreven onder SMS versturen
5 Bevestig met o.
6 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
7 Bevestig met o.
8 In sommige landen kunt u SMS berichten ook naar een
doorkiesnummer of alias versturen.
Kies voor het versturen van een SMS aan een hoofdaan-
sluiting met [
TERMINAL NR. NEE en bevestig
met o.
9 Kies met [
JA om het bericht te versturen. Kies NEE
om het bericht nog eens te wijzigen.
10 Druk op o. Het bericht wordt verstuurd.
Mochten er bij het versturen van een SMS proble-
men optreden, kan het zijn dat u een geheim num-
mer gebruikt of dat het toestel aan een oudere ISDN-
centrale is aangesloten.
Vraag uw telefoonaanbieder...
... of u zich voor de SMS-dienst moet aanmelden.
... naar welke aanbieders van mobiele telefonie u
SMS-berichten kunt sturen.
... welke kosten worden aangerekend.
.. welke functies ter beschikking staan.
Let erop dat er zich geen documenten in de docu-
mentinvoer bevinden.
Spaties voert u in met 0.
Speciale tekens voert u in met * of #.
Met f x schakelt u tussen de invoer van grote
en kleine letters heen en weer.
Met u beweegt u de cursor.
Met C wist u de tekens afzonderlijk.
Druk lang (tenminste twee seconden) op C om
de volledige tekst te wissen.
Na het versturen kunt u het SMS-bericht opslaan.
Kies met [
JA en bevestig met o. Het SMS-be-
richt wordt in de map
VERZOND. SMS opgeslagen.
Records dienen in het telefoonboek als emaila-
dressen te zijn opgeslagen om ze tijdens deze stap
te kunnen kiezen.
Het @ teken voert u in met de toets 1.
E-mailadressen mogen geen spaties bevatten.
24 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Doorkiesnummer of onderadres opbellen
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Met een subadres stuurt u een SMS-bericht naar een be-
paald toestel dat samen met diverse anderen op één tele-
foonlijn aangesloten is.
1 Druk op _.
2 Bevestig
SMS ZENDEN met o.
3 Voer de tekst in zoals beschreven onder SMS versturen
4 Druk op o.
5 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
6 Bevestig met o.
7 Kies met [,
JA voor het activeren van het doorkie-
snummer of het alias (
TERMINAL NR.).
8 Bevestig met o.
9 Voer het doorkiesnummer of onderadres in.
10 Bevestig met o.
11 Kies met [
JA om het bericht te versturen. Kies NEE
om het bericht nog eens te wijzigen.
12 Druk op o. Het bericht wordt verstuurd.
Opgeslagen SMS sturen
1 Druk op _.
2 Kies met [
ONTV. SMS,VERZOND. SMS of GE-
SCHR. SMS
.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LIJST WEERGEVEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt sturen.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
ZENDEN.
9 Bevestig met o. Het gekozen SMS-bericht wordt ver-
stuurd.
SMS ontvangen
SMS ontvangen/opslaan
Ontvangen SMS-berichte worden opgeslagen en kunnen
aansluitend worden uitgeprint. Het toestel slaat tot 30 bin-
nengekomen SMS-berichten op.
SMS lezen
Na ontvangst van een nieuw SMS-bericht knippert het
symbool _.
1 Druk op _.
2 Kies met [
ONTV. SMS.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LIJST WEERGEVEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt lezen.
7 Druk op >. Het SMS-bericht is te zien op het display.
8
Druk op
u
om de automatische indicatie te stoppen.
9 Kies met [ een ander SMS-bericht.
SMS wijzigen
U kunt tekst toevoegen aan een SMS-bericht en het bericht
vervolgens opslaan.
1 Druk tijdens het lezen van het SMS-bericht op o.
2 Kies met [
WIJZIGEN.
3 Bevestig met o.
4 Voeg tekens toe of wis tekens.
5 Bevestig met o.
Het SMS-bericht wordt opgeslagen.
SMS doorsturen
U kunt het gelezen SMS-bericht aan andere personen
doorsturen.
1 Druk bij het betreffende SMS-bericht op o.
2 Kies met [
ZENDEN.
3 Bevestig met o.
4 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
5 Bevestig met o.
Het SMS-bericht wordt doorgestuurd.
SMS afzender opbellen
U kunt de afzender van een SMS-bericht terugbellen.
1 Druk bij het betreffende SMS-bericht op o.
2 Kies met [
TEL. OPROEP.
3 Bevestig met o. De verbinding wordt opgebouwd.
4 Neem de hoorn van de haak wanneer op het display
HOORN OPNEMEN verschijnt.
5 Leg de hoorn op om het gesprek te beëindigen.
SMS beantwoorden
U kunt aan een binnengekomen SMS-bericht tekst toevoe-
gen en het bericht weer naar de afzender sturen.
1 Druk bij het betreffende SMS-bericht op o.
2 Kies met [
ANTWOORDEN.
3 Bevestig met o.
4 Wijzig het bericht of voeg tekst toe.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
JA om het SMS-bericht te sturen of NEE
om het SMS-bericht te wijzigen.
7 Bevestig met o. Het SMS-bericht wordt naar de afzen-
der teruggestuurd.
SMS schrijven
U kunt SMS-berichten schrijven en opslaan zonder ze te
versturen. Deze SMS-berichten worden als
GESCHR.
SMS
opgeslagen. U kunt tot vijf GESCHR. SMS opslaan.
1 Druk op _.
2 Kies met [
SMS SCHRIJVEN.
3 Bevestig met o.
SMS 25
NL
4 Tekst voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk).
5 Bevestig met o. Het SMS-bericht wordt opgeslagen.
SMS uitprinten
1 Druk op _.
2 Kies met [
ONTV. SMS,VERZOND. SMS of GE-
SCHR. SMS
.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LIJST WEERGEVEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt uitprinten.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
PRINTEN.
9
Bevestig met
o
. Het gekozen SMS-bericht wordt uitgeprint.
Lijst met alle SMS uitprinten ljet 3
SMS wissen
SMS wisse n inleidin g
Wanneer uw berichtgeheugen vol is, kan uw toestel geen
verdere berichten ontvangen. Wis SMS-berichten zodat
het geheugen berichten kan blijven ontvangen.
Uw toestel kan 30 ontvangen, 5 geschreven en verstuurde
SMS-berichten en 5 berichten die nog niet werden ver-
stuurd, opslaan.
1 Druk op _.
2 Kies met [
ONTV. SMS,VERZOND. SMS of GE-
SCHR. SMS
.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LIJST WEERGEVEN.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt wissen.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
WISSEN.
9
Bevestig met
o
. Het gekozen SMS-bericht wordt gewist.
Instellingen wijzigen
Zend- en ontvangstnummers wijzigen
In uw toestel zijn alle nummers opgeslagen die u nodig
hebt om SMS-berichten te versturen en te ontvangen.
Wanneer u van telefoonaanbieder verandert, moet u de
nummers wijzigen.
1 Druk op _.
2 Kies met [
CONFIGURATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
NR. SERV.CENTR..
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
TX SERV. CENTR..
7
Voer het nummer in voor het versturen van SMS berichten.
8 Bevestig met o.
9 Kies met [
RX SERV. CENTR..
10
Voer het nummer in voor het ontvangen van SMS berichten.
11 Bevestig met o.
12 Beëindig met j.
Signaaltoon voor SMS-ontvangst uitscha-
kelen
De ontvangst van een SMS-bericht wordt door een sig-
naaltoon aangegeven. U kunt deze signaaltoon uitschake-
len.
1 Druk op _.
2 Kies met [
CONFIGURATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
WAARSCH. RX SMS.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ of een signaaltoon de ontvangst van SMS
berichten al dan niet moet aankondigen.
7 Bevestig met o.
8 Beëindig met j.
Alias (terminal ID) van het toestel instel-
len
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Hebt u meerdere apparaten met SMS-functie op één tele-
foonlijn aangesloten, kunt u aan deze apparaten subadres-
sen toekennen. SMS berichten kunnen dan naar een be-
paald toestel worden gestuurd. U kunt aan uw toestel een
eigen alias toewijzen.
1 Druk op _.
2 Kies met [
CONFIGURATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
TERMINAL NR..
5 Bevestig met o.
6 Voer het gewenste alias in.
De afzender kan een SMS-bericht direct naar dit appa-
raat sturen, door het subadres aan het telefoonnummer
toe te voegen.
7 Bevestig met o.
SMS instellingen uitprinten
1 Druk op _.
2 Kies met [
CONFIGURATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
CONFIG. PRINTEN.
5 Bevestig met o.
De instellingen worden uitgeprint.
Spaties voert u in met 0.
Speciale tekens voert u in met * of #.
Met f x schakelt u tussen de invoer van grote
en kleine letters heen en weer.
Met u beweegt u de cursor.
Met C wist u de tekens afzonderlijk.
Druk lang (tenminste twee seconden) op C om
de volledige tekst te wissen.
U kunt een lijst van alle SMS-berichten uit de geko-
zen map uitprinten wanneer u met [ in plaats van
LIJST WEERGEVEN, LIJST PRINTEN kiest.
26 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
6 Instellingen
Oproepen menufunct ies Ijet 3
Druk op MENU om het functiemenu te openen. Blader
door het menu met [. Bevestig de gekozen functie met
o. Kies met [ of o overige functies. Met keert u naar
het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het menu
en keert u naar de uitgangsmodus terug.
Menu-overzicht uitprinten
Tijd en datum invoeren
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o.
4 Bevestig
DATUM / TIJD met o.
5 Kies met [
DATUM/TIJD INST.
6 Bevestig met o.
7 Voer de datum in (telkens twee cijfers), bijvoorbeeld
080608 voor 08.06.08.
8 Voer de tijd in, bijvoorbeeld 1400 voor 14 uur.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Informatie stroomuitval ljet 3
Taal kiezen
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
TAAL.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ de gewenste displaytaal.
7 Bevestig met o.
8 Beëindig met j.
Land kiezen
Land juist instellen
Wissen bij het instellen van h et land
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LANDINSTELLING.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt gebrui-
ken.
7 Bevestig met o.
Naam en faxnummer invoeren
Uw naam en uw nummer worden samen met de datum, de
tijd en het paginanummer meegestuurd. De plaats van de
informatie kan worden veranderd.
Naam invoeren
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o.
4 Bevestig
NAAM ZENDER met o.
5 Voer uw naam in. Letters voert u met de cijfertoetsen
in (zie opdruk). Speciale tekens voert u in met de toets
# of *. Druk daartoe zo vaak op de betreffende toets
tot de gewenste letter of het speciale teken op het dis-
play verschijnt.
6 Bevestig met o.
7 Beëindig met j.
Nummer invoeren
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
NUMMER ZENDER.
5 Bevestig met o.
6 Voer uw telefoonnummer in. Met * kunt u een plus-
teken voor internationale telefoonnummers invoeren.
7 Bevestig met o.
8 Beëindig met j.
U kunt een menu-overzicht uitprinten met MENU
en 2.
Kies in stap 5 met [ overige instellingen:
FORMAAT DATUM - Datumweergave wijzigen.
FORMAAT TIJD - Uurweergave (12 /24 uur) wijzi-
gen.
Als er
DATUM/TIJD INST in het scherm ver-
schijnt, dient u de datum en tijd in te stellen.
1 Druk op MENU en bevestig met o.
2 Voer de datum en de tijd in met de cijfertoetsen.
3 Bevestig met o.
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel ge-
bruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het te-
lefoonnet. Indien uw land niet op de lijst staat, moet
u een andere instelling kiezen en de juiste telefoonka-
bel van het land gebruiken. Voor meer informatie
kunt u terecht bij uw vakhandelaar.
Alle fabrieksmatige landinstellingen worden hersteld
wanneer u een nieuw land kiest. Opgeslagen gege-
vens blijven behouden. Controleer het ingevoerde
nummer voor de kopregel.
Instellingen 27
NL
Printpositie invoeren
U kunt instellen of uw naam, uw nummer, de datum en de
tijd buiten de gestuurde pagina (pagina-inhoud) of binnen
de gestuurde pagina worden meegestuurd
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ DIV. PARAMETERS.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
KOPREGEL FAX.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ uit de volgende instellingen:
BUITEN – Printpositie buiten de verstuurde pagina
BINNEN – Printpositie binnen de verstuurde pagina
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Contrast instellen
Voor het versturen van faxberichten kunt u uit verschillen-
de contrastniveaus kiezen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ DIV. PARAMETERS.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
CONTRAST.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ uit de volgende instellingen:
NORMAAL – Voor alle soorten documenten (ook witte
tekst op een zwarte achtergrond)
DONKER – Voor donkerdere afdrukken
LICHT – Voor helderdere afdrukken
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Pagina-aanpassing instellen
Opdat geen informatie verloren zou gaan, kunnen ontvan-
gen berichten verkleind worden uitgeprint.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt
DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ PRINTERPARAMET..
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
VERKLEINEN.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ de waarde van de pagina-aanpassing of
schakel de pagina-aanpassing NEEuit.
9 Bevestig met o.
Volume instellen
Volume van beltoon instellen
U kunt het volume van de beltoon instellen of de beltoon
uitschakelen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ BELVOLUME.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [ de gewenste geluidssterkte of schakel de
beltoon met
UITGESCHAKELD uit.
6 Bevestig met o.
7 Beëindig met j.
Volume van de ingebouwde zoemer in-
stellen
De ingebouwde zoemer maakt u attent op een foutieve be-
diening, bijvoorbeeld wanneer u op een verkeerde toets
hebt gedrukt. U kunt het volume van de ingebouwde zoe-
mer instellen of de zoemer uitschakelen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ DIV. PARAMETERS.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
ZOEMERVOLUME.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ de gewenste geluidssterkte of schakel de
zoemer met
UITGESCHAKELD uit.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
28 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Faxschakelaar instellen
Type Basic
(IPF¦520)
De ingebouwde faxschakelaar van uw toestel scheidt faxbe-
richten van telefoongesprekken. Faxberichten worden au-
tomatisch ontvangen. U kunt instellen of faxberichten au-
tomatisch of handmatig dienen te worden ontvangen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Druk op o.
3 Bevestig
ONTVANGSTMODUS met o.
4 Kies met [ uit de volgende instellingen:
AUTOMAT. – Faxberichten worden automatisch ont-
vangen.
HANDMATIG– Faxberichten worden zonder een ex-
tern aangesloten telefoon niet ontvangen. Lees de para-
graaf 'Aanvullende telefoon gebruiken' pagina 33 .
5 Bevestig met o.
Timer instellen
U kunt voor de ontvangstmodus AUTOMAT. instellen
wanneer het toestel moet rinkelen voordat de verbinding
tot stand komt. Op die manier is het mogelijk dat u faxbe-
richten 's nachts stil ontvangt om niet te worden gestoord.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ STILLE RX.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
DAGELIJKS.
6 Bevestig met o.
7 Voer het tijdstip in waarop de beltonen moeten worden
uitgeschakeld (nachtmodus), bijvoorbeeld 22 00
voor 22 uur.
8 Bevestig met o.
9 Voer het tijdstip in waarop de beltonen weer moeten
worden ingeschakeld (dagmodus), bijvoorbeeld 06
00 voor 6 uur.
10 Bevestig met o.
11 Beëindig met j.
Speciale instellingen
Stille faxontvangst
U kunt voor de ontvangstmodus AUTOMAT. instellen
wanneer het toestel moet rinkelen voordat de verbinding
tot stand komt. Op die manier is het mogelijk dat u faxbe-
richten stil ontvangt om niet te worden gestoord.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [
STILLE RX.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [ uit de volgende instellingen:
NEE – Faxzendingen worden voorafgegaan door een
beltoon.
JA– Faxzendingen worden ontvangen zonder vooraf-
gaand rinkelen.
6 Bevestig met o.
7 Beëindig met j.
Faxberichten manueel ontvangen
Kies onder de ontvangsmodus van de faxschakelaar de ma-
nuele faxontvangst (
HANDMATIG). Faxberichten worden
niet automatisch door het toestel ontvangen. U kunt de
faxontvangst manueel starten door op o te drukken. Deze
instelling is geschikt om faxberichten via de modem van
een computer te ontvangen.
Faxschakelaar instellen
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
De ingebouwde faxschakelaar van uw toestel scheidt faxbe-
richten van telefoongesprekken. Faxberichten worden au-
tomatisch ontvangen, telefoongesprekken kunnen worden
aangenomen – ook via extra aangesloten toestellen. Terwijl
het toestel de oproep controleert, rinkelt het toestel verder.
Daarenboven kunt u instellen of u na een bepaald aantal
beltonen de oproep wilt aannemen of of het antwoordap-
paraat zich moet inschakelen.
Faxontvangstmodus instellen
Faxontvangstmodus instellen
De volgende opties staan ter beschikking (modelafhanke-
lijk). Op het display verschijnt de geselecteerde faxont-
vangstmodus.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Druk op o.
3 Bevestig
ONTVANGSTMODUS met o.
4 Kies met [ de gewenste ontvangstmodus.
5 Bevestig met o.
Ontvangstmodus AUTOMAT.
Fax-modus
In deze modus rinkelt het toestel zo vaak als u met functie
AANT. BELSIGN. heeft ingesteld (zie ook hoofdstuk
Instellen van het aantal belsignalen wijzigen, pagina ).
Daarna wordt de faxontvangst ingeschakeld. Deze modus
moet u kiezen, als u op uw toestel hoofdzakelijk faxberich-
ten ontvangt.
Instellingen 29
NL
Ontvangstmodus HANDMATIG
Handmatige modus
In deze modus worden faxberichten niet automatisch door
het toestel ontvangen. U kunt de faxontvangst handmatig
starten door bij het klinken van het faxsignaal of na een
verzoek van de gesprekpartner op o te drukken. Deze in-
stelling is geschikt om faxberichten via de modem van een
computer te ontvangen.
Ontvangstmodus TEL / FAX
Tel/Fax modus
In deze modus controleert het toestel volgens een van tevo-
ren ingesteld aantal beltonen (instelling
AANT. BEL-
SIGN.
) of de binnenkomende oproep een fax- of een te-
lefoongesprek is. Faxberichten ontvangt het toestel auto-
matisch. Terwijl het toestel de oproep controleert, rinkelt
het toestel verder. Na een van tevoren ingesteld aantal bel-
signalen (
FAX/TEL TIJD) neemt het toestel de oproep
over en ontvangt een eventueel stil faxbericht automatisch.
Ontvangstmodus AWA / FAX
EXT/Antwoordapparaat-modus
Deze modus moet u instellen, als u extra apparatuur, spe-
ciaal een extern antwoordapparaat, op de EXT-bus van
uw toestel hebt aangesloten. Neemt een extra aangesloten
antwoordapparaat het gesprek aan, controleert uw toestel
of de binnenkomende oproep een faxbericht is. Als het toe-
stel een faxsignaal herkent, schakelt het het antwoordappa-
raat uit en ontvangt het het faxbericht.
Antwoordapparaat
Als u geen antwoordapparaat heeft aangesloten of het ant-
woordapparaat het gesprek niet aanneemt, dan neemt het
toestel na een van tevoren ingesteld aantal belsignalen (in-
stelling
AANT. BELSIGN.) de oproep over en ontvangt
het een eventueel faxbericht automatisch.
Faxschakelaar 1
Timer instellen
U kunt voor de ontvangstmodus TEL / FAX of AWA /
FAX
instellen wanneer het toestel moet rinkelen vooraleer
de verbinding tot stand komt. Op die manier is het moge-
lijk dat u faxberichten 's nachts stil ontvangt om niet te
worden gestoord.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ STILLE RX.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [
DAGELIJKS.
6 Bevestig met o.
7 Voer het tijdstip in waarop de beltonen moeten worden
uitgeschakeld (nachtmodus), bijvoorbeeld 22 00
voor 22 uur.
8 Bevestig met o.
9 Voer het tijdstip in waarop de beltonen weer moeten
worden ingeschakeld (dagmodus), bijvoorbeeld 06
00 voor 6 uur.
10 Bevestig met o.
11 Beëindig met j.
Aantal beltonen wijzigen
U kunt voor de ontvangstmodus AUTOMAT., TEL /
FAX
of AWA / FAX instellen hoe vaak het toestel moet
rinkelen vooraleer de verbinding tot stand komt. Na dit
aantal beltonen schakelt de faxschakelaar (modus
AU-
TOMAT.
, TEL / FAX) of het antwoordapparaat (modus
AWA / FAX) zich in.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [
AANT. BELSIGN..
4 Bevestig met o.
5 Kies met [ het gewenste aantal beltonen.
6 Bevestig met o.
7 Beëindig met j.
Duur beltoon instellen
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
U kunt voor de ontvangstmodus
TEL / FAX instellen
hoe lang het toestel moet rinkelen nadat het toestel heeft
herkend dat het om een telefoongesprek (en niet om een
faxbericht) gaat.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt
TYPE
TEL.NET
.
6 Kies met [ FAX/TEL TIJD.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ de gewenste duur van de belton in secon-
den.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Deze modus is uitsluitend beschikbaar als er al een
meldtekst is opgenomen.
Wanneer u aan een extra toestel opneemt en hoort
dat u een faxbericht ontvangt (fluittoon of stilte),
kunt u de faxontvangst starten door bij de extra tele-
foon op *5 te drukken of bij het toestel op de o-
toets te drukken. Extra telefoons moeten daarvoor op
de toonkiesprocedure (DTMF-tonen) ingesteld zijn
(meer informatie hierover vindt u in de handleiding
van uw extra telefoon).
30 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Stille herkenning van het antwoordapparaat
Als bij een ingeschakeld antwoordapparaat niet wordt ge-
sproken, kunt u instellen na welke tijdsduur het antwoord-
apparaat automatisch wordt uitgeschakeld.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [
TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt
TYPE
TEL.NET
.
6 Kies met [ STILLE PERIODE.
7 Bevestig met o.
8 Kies met o uit de aangegeven waarden.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Speciale instellingen
Stille faxontvangst
U kunt voor de ontvangstmodus TEL / FAX of AWA /
FAX
instellen of het toestel moet rinkelen vooraleer de ver-
binding tot stand komt. Op die manier is het mogelijk dat
u faxberichten stil ontvangt om niet te worden gestoord.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ STILLE RX.
4 Bevestig met o.
5 Kies met [ uit de volgende instellingen:
NEE – Faxzendingen worden voorafgegaan door een
beltoon.
JA– Faxzendingen worden ontvangen zonder vooraf-
gaand rinkelen.
6 Bevestig met o.
7 Beëindig met j.
Faxberichten manueel ontvangen
Kies onder de ontvangsmodus van de faxschakelaar de ma-
nuele faxontvangst (
HANDMATIG). Faxberichten worden
niet automatisch door het toestel ontvangen. Als de hoorn
wordt opgenommen u kunt de faxontvangst manueel star-
ten door op o te drukken. Deze instelling is geschikt om
faxberichten via de modem van een computer te ontvan-
gen.
Lijsten uitprinten
Bellijst uitprinten
De bellijst bevat de 50 laatstgekozen nummers.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
RAPPORTEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LIJST BELLERS.
5 Bevestig met o. De bellijst wordt uitgeprint.
Bericht van verzending uitprinten
Bericht van verzending uitprinten
Na het versturen van een faxbericht print het toestel tel-
kens een bericht van verzending uit. Indien er een commu-
nicatiefout optreedt, wordt een foutmelding uitgeprint. U
kunt het uitprinten van het bericht van verzending uitscha-
kelen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ DIV. PARAMETERS.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
TX RAPPORT.
7 Bevestig met o
8 Kies met [:
JA – Transmissiebevestiging wordt altijd uitgeprint na
elke transmissie.
MISLUKTE VERZ. – Transmissiebevestiging wordt
alleen maar uitgeprint als er een transmissiefout is op-
getreden
NEE – Uitprinten van de transmissiebevestiging uitge-
schakeld.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Faxjournaal uitprinten
Faxjournaal
Het faxjournaal is een lijst van de tien laatst verstuurde of
-ontvangen faxberichten.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
RAPPORTEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
ACTIVITEIT.RAPP.
5 Bevestig met o. Het faxjournaal wordt uitgeprint.
Rondzendprotocol uitprinten
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
RAPPORTEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
LAATSTE CIRCUL..
5 Bevestig met o. Het verstuurbericht wordt uitgeprint.
Let er bij het aansluiten van een extern antwoordap-
paraat op dat de tijdsduur van de pauzetijd op het
toestel korter wordt ingesteld dan de tijd op het ex-
terne antwoordapparaat.
Instellingen 31
NL
Protocollen meteen uitprinten
U kunt, onafhankelijk van de gekozen instelling voor het
uitprinten van protocollen, de protocollen steeds meteen
uitprinten.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
RAPPORTEN.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ of en welk protocol moet worden uitge-
print.
5 Bevestig met o. Het uitprinten begint.
Instellingen uitprinten
U kunt een overzicht van de instellingen van het toestel
uitprinten.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ CONFIG. PRINTEN.
5 Bevestig met o. De actuele instellingen worden uitge-
print.
Eerste installatie starten
1 Druk op MENU en 1
2 De eerste-installatie-procedure begint.
Verbindingsopbouw beluisteren
U kunt luisteren hoe de verbindingsopbouw verloopt.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [
TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt TYPE
TEL.NET
.
6 Kies met [
LIJNDETECTIE.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ of de luidspreker bij de verbindingsop-
bouw al dan niet moet worden ingeschakeld.
9 Bevestig met o.
Ontvangst van lange documenten
instellen
Met deze functie kunt u bei de ontvangst instellen dat do-
cumenten die langer dan de huidige papiergrootte zijn au-
tomatisch op een nieuwe pagina worden afgedrukt.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
CONFIG. FAX.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt DATUM /
TIJD
.
4 Kies met [ PRINTERPARAMET..
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
OVERLOOP.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ uit de volgende instellingen:
AUTOMATISCH - De tekst die de lengte van de pagina
overschrijdt, wordt op een nieuwe pagina afgedrukt, op
voorwaarde dat deze langer dan 8mm is.
NEE - De tekst die langer is dan één pagina wordt niet
afgedrukt.
JA - De tekst die langer is dan één pagina wordt altijd
op een nieuwe pagina afgedrukt.
9 Bevestig met o.
32 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
7 Telefoonaansluitingen en extra toestellen
Telefoonaansluitingen en -dien-
sten instellen
DSL-verbinding
Voor het geval dat u een DSL-modem gebruikt: Sluit het
toestel achter de modem aan! Meer informatie vindt u in
de handleiding van uw DSL-centrale.
ISDN-verbinding
ISDN-verbinding
Uw faxapparaat is een analoog faxapparaat (groep 3). Het
is geen ISDN-faxapparaat (groep 4) en kan dus niet direct
op een ISDN-aansluiting worden gebruikt. U hebt hier-
voor een (analoge) adapter of een aansluiting voor analoge
eindapparatuur nodig. Meer informatie over de ISDN-
aansluiting vindt u in de handleiding van de terminalda-
dapter of router.
Kiesprocedure instellen
In heel wat landen kunt u de kiesprocedure pulskeuze
(IWV) of toonkeuze (MFV, DTMF-tonen) instellen.
Toonkeuze niet vrij geschakeld
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt TYPE
TEL.NET
.
6 Kies met [ KIESMODUS.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ de gewenste kiesprocedure.
9 Bevestig met o.
Mailbox voor spraak
Type Basic
(IPF¦520)
U kunt niet tegelijkertijd de antwoordapparaatfunctie van
uw telefoonaanbieder (= mailbox voor spraak) gebruiken
en faxberichten ontvangen. Laat de mailbox functie voor
uw telefoonaansluiting deactiveren. Wanneer de faxscha-
kelaar de oproep heeft overgenomen, schakelt de mailbox
zich bij de aanbieder niet meer in. Meer informatie hier-
over krijgt u bij uw telefoonaanbieder.
Mailbox voor spraak
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
U kunt niet tegelijkertijd de antwoordapparaatfunctie van
uw telefoonaanbieder (= mailbox voor spraak) gebruiken
en faxberichten ontvangen. Laat de mailboxfunctie voor
uw telefoonaansluiting deactiveren of zet aan uw toestel
het aantal beltonen voor de faxschakelaar lager dan 5 .
Wanneer de faxschakelaar de oproep heeft overgenomen,
schakelt de mailbox zich bij de aanbieder niet meer in.
Vraag informatie hieromtrent bij uw telefoonaanbieder
(zie ook hoofdstuk Instellingen / faxschakelaar instellen).
Centrales nevenaansluitingen
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat
bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een kent-
getal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding
met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Extern g een tweede aan sluiting
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt TYPE
TEL.NET
.
6 Bevestig met o. Op de display verschijnt bijvoorbeeld:
OPENBAAR.
7 Kies met [ PRIVÉ.
8 Bevestig met o.
9 Bevestig met o.
10 Beëindig met j.
Het toestel is nu voor het gebruik met nevenaansluitingen
ingesteld. Voor de verbinding met het openbare telefoon-
net dient u het netnummer in te voeren. Dit is meestal 0.
De flash functie voor de tweede aanslui-
ting inschakelen
Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=FLASH)
zijn. Uitsluitend bij deze instelling kan een verbinding met
het openbare telefoonnet tot stand worden gebracht. Als de
flash functie is ingeschakeld, wordt met de toets R een flash
signaal gegeven.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ TEL.NET INSTELL.
Gebruik pulskeuze (IWV) alleen maar wanneer de
toonkeuze (MFV) voor uw aansluiting nog niet is
vrijgeschakeld.
Een extra telefoon die samen met het toestel aan een
telefoondoos aangesloten is, geldt niet als tweede
aansluiting.
Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R
(=FLASH) zijn. Lees in de volgende paragraaf hoe u
deze functie inschakelt. Mocht de verbinding met
het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem
dan contact op met de aanbieder van uw telefoon-
centrale.
Sla telefoonnummers op in het telefoonboek met de
toets R aan het begin om automatisch een verbinding
met het openbare telefoonnet te maken. Als u op de
toets R drukt, verschijnt E in de display.
Telefoonaansluitingen en extra toestellen 33
NL
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt TYPE
TEL.NET
.
6 Kies met [ PBX FLASH.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ of door het indrukken van de toets R een
flash signaal moet worden gegeven of niet.
9 Bevestig met o.
Extra toestellen aansluiten
Extra toestelle n
U kunt aan een telefoonaansluiting extra toestellen aan-
sluiten zoals bijvoorbeeld draadloze telefoons, antwoord-
apparaten, modems of kostentellers.
Aansluiting aan het toestel
U kunt extra toestellen direct aan uw toestel aansluiten.
1 Steek de telefoonkabel van het extra toestel in de EXT-
bus (RJ-11-aansluiting) aan de onderkant van het toe-
stel.
Aansluiting aan de telefoonlijn
Volgorde van aansluit ing
Opdat de faxschakelaar zou functioneren, moet het toestel
het eerste in de reeks zijn wanneer u meerdere toestellen
aan dezelfde telefoondoos aansluit. Let op de juiste volgor-
de.
Meer dan een telefoondoos
Extra telefoons gebruiken (easy-
link)
Easylink
Met de easylink-functie kunt u met extra telefoons uw toe-
stel controleren. Extra telefoons moeten daarvoor op de
toonkiesprocedure (DTMF/MFV-tonen) ingesteld zijn
(meer informatie hierover vindt u in de handleiding van
uw extra telefoon).
Faxontvangst starten
Wanneer u aan een extra toestel opneemt en hoort dat u
een faxbericht ontvangt (fluittoon of stilte) kunt u de
faxontvangst starten door aan de extra telefoon op **
te drukken.
Code wijzigen
Easylink-code
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt
NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ TEL.NET INSTELL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt TYPE
TEL.NET
.
6 Kies met [
AFST. BEDIENING.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [
JA.
9 Bevestig met o.
10 Voer de nieuwe code voor het starten van de faxont-
vangst in.
11 Bevestig met o.
12 Beëindig met j.
Extern antwoordapparaat gebruiken
Om het antwoordapparaat goed te laten functioneren
moet het aan de EXT-bus van het toestel worden aange-
sloten.
U kunt ook het aantal beltonen van het faxtoestel wijzigen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Bevestig met o. Op het display verschijnt
ONTVANG-
STMODUS
.
3 Kies met [ AANT. BELSIGN..
4 Bevestig met o.
5 Kies met [ uit de aangegeven waarden.
6 Bevestig met o.
7 Beëindig met j.
Vereisten meldtekst
Antwoordapparaat registreert f axsignalen
Hebt u meer dan een telefoondoos voor dezelfde aan-
sluiting dan moet het toestel aan de eerste telefoon-
doos worden aangesloten.
Verander de code alleen maar wanneer het absoluut
noodzakelijk is. De code moet met * of # begin-
nen.
U kunt deze functie uitschakelen als u bij stap 8
NEEkiest, met o bevestigt en met j beëindigt.
Let erop dat bij het externe antwoordapparaat een
korter aantal beltonen wordt ingesteld dan bij het
faxtoestel (instelling
AANT. BELSIGN.). Anders
neemt het antwoordapparaat elk gesprek aan, ook
faxberichten.
De meldtekst mag niet langer zijn dan 10 seconden.
Vermijd het gebruik van muziek voor de meldtekst.
Indien het extra antwoordapparaat over een "spaar-
functie" beschikt (dat is een functie waarmee het aan-
tal belsignalen verandert zodra nieuwe berichten zijn
binnengekomen), moet u deze uitschakelen.
Registreert het antwoordapparaat faxsignalen, maar
het toestel kan geen faxberichten ontvangen, contro-
leer dan de aansluiting of de meldtekst van het extra
antwoordapparaat.
34 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Oproepsignaalfrequentie automa-
tisch herkennen
Type 3 (mit Telefon)
(IPF¦525, IPF¦555)
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
Wanneer uw telefoonaanbieder aan een telefoonlijn meer-
dere telefoonnummers met een verschillende oproepsig-
naalfrequentie toewijst kan het faxtoestel deze automatisch
herkennen. Dit functioneer alleen maar in de modi
TEL /
FAX
of AWA / FAX.
Automatische herkenning starten
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ ONDERSCH.BEL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt OPTIE
INSTELLEN
.
6 Kies met [ PATROON INSTELL.
7 Bevestig met o. Op het display verschijnt AUTODE-
TECTIE
.
8 Bel het toestel met het gewenste telefoonnummer (de
gewenste oproepsignaalfrequentie) op tot op het dis-
play van het faxtoestel
GEDETECTEERD verschijnt.
9 Beëindig de oproep met het toestel van de beller.
10 Druk aan het toestel op j.
Het pulssignaal is opgeslagen.
Pulssignaal inschakelen
Na de automatische herkenning van het pulssignaal dient
u dit pulssignaal op uw toestel in te schakelen.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
INSTALLATIE.
3 Bevestig met o. Op het display verschijnt NAAM ZE-
NDER
.
4 Kies met [ ONDERSCH.BEL.
5 Bevestig met o. Op het display verschijnt OPTIE
INSTELLEN
.
6 Bevestig met o.
7 Kies met [
JA.
8 Bevestig met o.
9 Beëindig met j.
Mocht u op een extern antwoordapparaat hebben
aangesloten, schakelt u dit dan uit, of koppel het los
van de stroom. Als het externe antwoordapparaat
zichzelf inschakelt, kan het herkennen van het puls-
signaal worden verstoord.
Indien de oproepsignaalfrequentie door het faxtoe-
stel niet wordt herkend, verschijnt op het display
NIET GEDETECT.. Druk op j en herhaal de
procedure.
Service 35
NL
8 Service
Inktpatroon vervangen
Originele verbruiksma terialen
Om documenten te kunnen ontvangen of kopiëren moet
er een inktpatroon in uw toestel liggen.
Ligt er geen patroon in of is er iets mis met de patroon dan
verschijnt op het display
PATROON CONTR..
Is de inkt van de patroon op dan verschijnt op het display
PATROON VERV.. De inktpatroon kan niet opnieuw
worden gevuld!
1 Open het bedieningspaneel door het in het midden
naar boven te heffen en open te klappen. Klik het be-
dieningspaneel volledig in.
2 Open het patroonvak door op de bovenste hoek rechts
van de documentinvoer (pijl) te drukken en deze voor-
zichtig naar achteren te klappen. Klik de documentin-
voer volledig in.
3 Druk de vergrendeling in het midden van de houder
naar voren en hef de patroon op.
4 Verwijder de patroon door ze schuin naar voren te trek-
ken en naar boven uit te halen.
5 Neem de patroon uit de verpakking en verwijder de be-
schermstrook.
6 Plaats de patroon met het gekleurde einde naar voren
en de contacten naar beneden in de houder.
7 Duw de patroon naar beneden tot deze inklikt.
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
Deze krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze bestel-
service. Andere verbruiksmaterialen kunnen het toe-
stel beschadigen.
Gooi de lege patronen weg in overeenstemming
met de in uw land geldende milieurichtlijnen. Ga
met de inktpatronen voorzichtig om, zodat er
geen inkt op kleding of voorwerpen terechtkomt.
36 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
8 Sluit het toestel door de documentinvoer naar beneden
te klappen en de metalen beugel naar boven te draaien.
9 Sluit daarna het bedieningspaneel.
10 Op het display verschijnt
NIEUWE PATROON?.
11 Druk op de knop 1als een nieuwe inktpatroon is ge-
plaatst. Er wordt een testpagina uitgeprint.
12 Indien er geen onderbrekingen op de genummerde
schaal beschikbaar zijn, druk dan bij de weergave
BEKIJK AFDRUK op de toets 1.
Komen er wel onderbrekingen voor, herhaal dan de
procedure door te drukken op de toets 0.
Papieropstopping verhelpen
1 Klap de papieraanvulklep tot aan de aanslag naar voren.
2 Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
3 Sluit de papieraanvulklep.
Documentenopstopping verhelpen
1 Open het bedieningspaneel door het in het midden
naar boven te heffen en open te klappen. Klik het be-
dieningspaneel volledig in.
2 Trek het papier voorzichtig uit het toestel.
3 Sluit het paneel.
Reiniging
Reinigi ng
Faxpoetspapier
Koppel het toestel los van het stroomnet vooraleer
het toestel te reinigen. Gebruik een zacht, pluisvrij
doekje. Gebruik nooit vloeibare of licht ontvlambare
reinigingsmiddelen (sprays, schurende middelen, po-
litoeren, alcohol enz.). Er mag geen vocht in het toe-
stel geraken.
Speciaal faxpoetspapier kunt u via ons callcenter be-
stellen. Leg een vel poetspapier in de documentin-
voer. Druk op j; het vel papier wordt uitgeworpen.
Herhaal deze procedure een paar keer.
Service 37
NL
Scanner reinigen
1 Open het bedieningspaneel door het in het midden
naar boven te heffen en naar voren te klappen.
2 Wis met een doek voorzichtig over het glas van de scan-
ner achter het paneel (A).
3 Sluit het paneel weer.
Patroon reinigen
Indien de kwaliteit van de uitgeprinte documenten slechter
wordt moet de patroon worden gereinigd.
1 Druk op MENU. Op het display verschijnt
CONF.
ONTVANGST
.
2 Kies met [
ONDERH. PATROON.
3 Bevestig met o.
4 Kies met [
REINIG. PATROON.
5 Bevestig met o.
6 Kies met [
JA.
7 Het toestel print een testpagina uit.
Als de afdrukkwaliteit daarna niet tevredenstellend is,
moet u de patroon handmatig reinigen.
Patroon handmatig reinigen
1 Open het toestel en neem de patroon uit de houder.
2 Sluit het toestel van de stroomvoorziening af.
3 Reinig de contacten (A) met een weinig nat gemaakt
doekje.
4 Reinig de contacten van de houder vooraleer u er de pa-
troon weer inlegt.
5 Leg de patroon erin en sluit het toestel.
6 Sluit het toestel weer op de stroomvoorziening aan.
7 Stel de datum en de tijd in.
Snelle hulp
Mocht er een probleem optreden dat niet kan worden op-
gelost aan de hand van de beschrijvingen in deze handlei-
ding (zie ook de volgende tips), ga dan als volgt te werk:
1 Trek de netstekker uit.
2 Wacht tenminste tien seconden en steek de netstekker
weer in het stopcontact.
3 Mocht de fout regelmatig optreden, neem dan a.u.b.
contact op met onze technische klantendienst of met
uw vakhandelaar. Let op de instructies op het display
en op de foutmelding.
Kom niet aan de sproeidop (B)!
38 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Problemen/oplossingen
Algemeen
Op het display verschijnt DATUM/TIJD INST.
Na een korte stroomonderbreking dient u de klok en de da-
tum opnieuw in te stellen.
1 Druk op MENU en o.
2 Voer de datum en de tijd in met de cijfertoetsen.
3 Bevestig met o.
Problemen met faxen of uitprinten
Verstuurde documenten komen met kwaliteitsverlies aan. Wijzig de resolutie en/of het contrast.
Reinig de scanner.
Test uw toestel door een kopie van het document te
maken. Als de kopie in orde is, is het faxtoestel van de
ontvanger misschien defect.
Het toestel maakt tijdens het versturen of uitprinten zwarte
strepen.
Reinig de scanner.
De kopie is wit. Leg het document met de tekst naar boven in de documen-
tinvoer.
Het uitprinten wordt onderbroken. Papier- of document zit vast
Papiervak of cartridge leeg
Let op de informatie op het display.
Er wordt niet uitgeprint. Controleer of het papier er juist in ligt.
Documenten worden slecht ingetrokken. Reinig de scanner.
Problemen met de verbinding
Geen kiestoon Controleer de installatie van het toestel. Sluit de telefoon-
kabel aan de met LINE gekenmerkte bus aan. Steek de te-
lefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Faxberichten worden voortdurend afgebroken. Probeer het faxbericht manueel te versturen: Druk op ß en
kies het nummer. Mocht de ontvanger een antwoordappa-
raat hebben aangesloten wacht dan op de fluittoon. Druk
op o.
Misschien is het toestel van de ontvanger niet klaar voor
ontvangst.
U hoort een fluittoon of stilte in de hoorn. De oproep is een fax: Druk aan het toestel op o. Druk aan
de extra telefoon op **. Leg de hoorn op.
Geen faxontvangst Waarschijnlijk is bij uw telefoonaanbieder voor uw tele-
foonaansluiting een antwoordapparaatfunctie geactiveerd
(= mailbox voor spraak). Deactiveer de mailbox. Meer in-
formatie hierover krijgt u bij uw telefoonaanbieder.
Bijlage 39
NL
9 Bijlage
Technische specificaties
Afmetingen
Afmetingen (B¦×¦H¦×¦D) ....................372¦×¦293¦×¦198¦mm
Gewicht
Gewicht..................................................................3,5¦kg
Netaansluiting
Netaansluiting ........................ 220¦–¦240¦V¦~ / 50¦–¦60¦Hz
Verbruik
Verbruik
Stand-by modus
Stand-by modus ................................................ <¦5¦W
Transmissie
Transmissie......................................................<¦25¦W
Aanbevolen toestelomgevin g
Aanbevolen toestelomgeving..............................5¦–¦35¦ºC
Relatieve luchtvoch tigheid
Relatieve luchtvochtigheid 20¦–¦80¦% (niet condenserend)
Soort aansluiting
Soort aansluiting....................................... PSTN · PABX
Kiesprocedure
KiesprocedureToon-/pulskeuze (afhankelijk van het land)
Normconformiteit
Veiligh eid EN 60950-1
Veiligheid .................................................... EN¦60950-1
Storingen EN 55022 klasse B
Storingen............................................EN¦55022 klasse B
Immuniteit EN 55024
Immuniteit ......................................................EN¦55024
Scanner
Leesbreedte
Leesbreedte.........................................................206¦mm
Resolutie vertik aal Standaard
Resolutie vertikaal..................Standaard: 3,85 lijnen/mm
Resolutie vertik aal Fijn
.................................................... Fijn: 7,7 lijnen/mm
Geheugen
Telefoonboek
Telefoonboek........................................... tot 100 records
Spraakberichten (Type 2)
Spraakberichten....................... tot 30 minuten (IPF¦555)
Faxberichten
Faxberichten............ tot 100 pagina’s (standaardtestbrief)
SMS-berichten
SMS-berichten............................... tot 30 SMS-berichten
Papier
Capaciteit
Capaciteit ........................................................100 vellen
Grootte
Grootte.............................................. A4 · 210¦×¦297¦mm
Dikte
Dikte .......................................................0,07¦–¦0,11¦mm
Gewicht
Gewicht........................................................60¦–¦90¦g/m²
Documentinvoer
Capaciteit
Capaciteit ..........................................................20 vellen
Breedte
Breedte ......................................................148¦–¦216¦mm
Lengte
Lengte .......................................................100¦–¦600¦mm
Dikte
Dikte .......................................................0,06¦–¦0,15¦mm
Fax
Type groep 3
Type ...................................................................Groep 3
Compatibiliteit
Compatibiliteit .............................................ITU-T¦T.30
Gegevenscompressie
Gegevenscompressie ...........................MH · MR · MMR
Modulatie
Modulatie............................V.17 · V.27 · V.27ter · V.29
Transmissiesnelheid
Transmissiesnelheid........................................ 14.400¦bps
Wijzigingen voorbehouden
Wijzigingen aan deze technische specificaties
zijn zonder vooraankondiging voorbehouden.
Garantie
(voorwaarden Nederland en België)
Begin april 2002 heeft SAGEM SA de faxdivisie van PHI-
LIPS overgenomen. SAGEM SA is nu de Europese num-
mer 1 op het gebied van faxdiensten en biedt een compleet
assortiment aan faxen met diverse functionaliteiten zoals
SMS en multifunctionele producten die voldoen aan de
wensen van alle klanten, van particulieren tot multinatio-
nals.
Neem contact op met uw dealer wanneer u aanspraak wilt
maken op de garantie. U dient hierbij het aankoopbewijs
te overleggen. Indien er storingen optreden, zal de dealer u
adviseren hoe te handelen.
Indien u het apparaat direct bij SAGEM hebt gekocht, gel-
den de volgende bepalingen:
A Gedurende een periode van vierentwintig (24) maanden
(in België 12 maanden) na de originele leverdatum van het
apparaat, zal SAGEM in het geval van defecten aan het ap-
paraat die te wijten zijn aan foutieve fabricage zorgdragen
voor reparatie zonder de kosten voor arbeidsloon en ver-
vangende onderdelen in rekening te brengen. Tijdens deze
garantieperiode van vierentwintig maanden (in België 12
maanden) zal het defecte apparaat gratis worden gerepa-
reerd. De transportkosten om het defecte apparaat te be-
zorgen bij het adres dat is verstrekt door de afdeling After
Sales van SAGEM, zijn echter voor rekening van de klant.
Het telefoonnummer van deze afdeling staat op de lever-
bon. Reparaties worden niet op de locatie van de klant uit-
gevoerd, tenzij de klant met SAGEM een onderhoudscon-
tract heeft afgesloten waarin uitdrukkelijk wordt overeen-
gekomen dat reparaties op locatie bij de klant worden
uitgevoerd.
De volgende bepaling geldt indien de klant het apparaat
koopt voor zijn/haar bedrijf, vak of beroep.
Tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld in onderhavig docu-
ment, en zover de wet dit toestaat, geeft SAGEM geen ser-
vice of garantie, direct of indirect, uit wettelijke bepalingen
voortvloeiend of op andere wijze, in situaties die niet zijn
beschreven in deze garantie en dientengevolge worden alle
voorwaarden die door de wet zijn opgelegd bij deze uitge-
sloten.
Deze garantie heeft geen invloed op de wettelijke rechten
van de klant.
B Uitsluitingen van garantie
SAGEM zal niet aansprakelijk zijn voor garantie in het ge-
val van:
• schade, defecten of storingen die het gevolg zijn van:
- verzuim het installatieproces correct uit te voeren of de
gebruiksinstructies correct op te volgen;
- een externe oorzaak (waaronder, maar niet beperkt tot,
bliksem, brand, aardebevingen of waterschade van welke
aard dan ook);
- aanpassingen die aan het apparaat zijn gemaakt zonder
schriftelijke toestemming van SAGEM SA;
40 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
- verzuim of nalatigheid het apparaat te onderhouden of
incorrect onderhoud;
- ongeschikte gebruiksomstandigheden, met name ten
aanzien van temperatuur en vochtigheid;
- reparaties of onderhoud aan het apparaat door personen
die hiertoe niet door SAGEM zijn geautoriseerd;
• slijtage als gevolg van normaal dagelijks gebruik van het
apparaat en de accessoires;
• schade als gevolg van onvoldoende of slechte verpakking
van het apparaat bij transport of verzending naar SAGEM;
• levering van nieuwe softwareversies;
• werk aan een apparaat of aanpassing of toevoeging van
software zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van SAGEM;
• storingen die niet het gevolg zijn van het apparaat of van
de software die is geïnstalleerd op werkstations van gebrui-
kers voor gebruik van het apparaat;
• communicatieproblemen als gevolg van een ongeschikte
omgeving, waaronder:
- problemen betreffende toegang tot en/of verbinding met
het internet, zoals onderbrekingen door toegangsnetwer-
ken of storingen op de lijn die door de klant of zijn relatie
wordt gebruikt;
- overdrachtsstoringen (bijvoorbeeld slechte geografische
dekking door radiozenders, storingen of slechte kwaliteit
van de lijn);
- storingen op het lokale netwerk (kabels, servers, werksta-
tions) of storing op het overdrachtsnetwerk;
• reguliere onderhoudswerkzaamheden (zoals gedefinieerd
in de gebruikershandleiding die bij het apparaat is gele-
verd), evenals storingen die het gevolg zijn van uitgebleven
onderhoudswerkzaamheden. Onderhoudskosten zijn al-
tijd voor rekening van de klant.
C In de gevallen die zijn beschreven in sectie B, evenals na
het verstrijken van de garantieperiode van vierentwintig
maanden (in België 12 maanden), dient de klant SAGEM
een prijsopgave te vragen en dient hij/zij deze te accepteren
en ermee in te stemmen de kosten genoemd in de prijsop-
gave te voldoen alvorens het apparaat naar SAGEM terug
te sturen. De reparatie- en verzendkosten worden aan de
klant in rekening gebracht.
Bovenstaande bepalingen zijn van toepassing, tenzij schrif-
telijk anders overeengekomen met de klant. Indien een be-
paling uit deze garantieverklaring geheel of gedeeltelijk on-
geldig of onwettig is als gevolg van een wettelijke regel die
van toepassing is op consumenten, voortvloeiend uit de
nationale wetgeving, heeft deze ongeldigheid of onwettig-
heid geen invloed op de overige bepalingen of delen van
deze garantieverklaring.
Het CE merk bevestigt dat de machine voldoet aan de be-
treffende richtlijnen van de Europese Unie.
Verklaring van Overeenstemming
Hierbij verklaart Sagem Communication Austria
GmbH dat het toestel IPF¦520, IPF¦525, IPF¦555 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere re-
levante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
WWW
De complete verklaring van overeenstemming vindt u op
onze website: www.sagem-ca.at/doc
Energy Star 2007
Energy Star
Als deelnemer aan het ENERGY STAR-programma heeft
Sagem Communication Austria GmbH gewaarborgd dat
dit toestel aan de ENERGY STAR-eisen voldoet.
Environment
Environment: Respect voor het milieu is een van de be-
langrijkste oogmerken van Sagem. Daarom gebruikt Sa-
gem in zijn ondernemingen milieuvriendelijke processen
en onderwerpt de complete levenscyclus van zijn produc-
ten, van de fabricage via het gebruik tot aan het einde van
de levensduur toe, aan strenge criteria met betrekking tot
de milieubescherming.
Recycling
Verpakking: Houd de lokale recyclingvoorschriften
a.u.b. aan om het recycleren van de verpakking te vereen-
voudigen.
Batterijen: Lege batterijen moeten op de hiervoor be-
stemde inzamelplaatsen worden afgegeven.
WEEE
Product: Het doorgekruiste vuilnisbaksymbool op uw
product betekent dat dit product als elektrisch en elektro-
nische apparatuur geclassificeerd is, waarvoor speciale af-
valvoorschriften gelden.
Ter bevordering van de recycling en ter uitvoering van de
verordening met betrekking tot het hergebruik van elek-
trisch en elektronisch afval (The Waste Electrical and Elec-
tronic Equipment, WEEE) alsmede ter bescherming van
milieu en gezondheid schrijven de Europese bepalingen
voor dat de selectieve inzameling van afgedankte appara-
tuur volgens één van de twee onderstaande opties moet
plaatsvinden:
Bijlage 41
NL
• U kunt het oude product graag bij uw distributeur (de-
taillist) inleveren, als u een nieuw apparaat bij hem koopt.
• Afgedankte apparatuur kunt u ook op de hiervoor be-
stemde inzamelplaatsen afgeven.
Deze handleiding werd op chloorvrij gebleekt recyclingpa-
pier gedrukt. Dat is in overeenstemming met de strengste
milieustandaards. De gebruikte kartonnen verpakkingen
en de halve kartonnen en papieren verpakkingsschalen
kunnen bij het papierafval worden gegooid. De plastic fo-
lies komen, naargelang van de in uw land geldende richt-
lijnen, bij het recycleerbare plastic of bij restafval.
Handelsmerken: De in deze handleiding genoemde re-
ferenties zijn handelsmerken van de betreffende firma’s.
Het ontbreken van de symbolen ® en ™ betekent niet dat de
betreffende begrippen vrije handelsmerken zijn. Andere in
dit document gebruikte productnamen dienen alleen maar
ter kenmerking en kunnen handelsmerken van de betref-
fende houder zijn. Sagem weigert om het even welk recht
op deze merken.
In heel wat landen is het reproduceren van bepaalde docu-
menten (door bijvoorbeeld scannen, uitprinten en kopië-
ren) verboden. De volgende lijst van dergelijke documen-
ten maakt geen aanspraak op volledigheid en dient alleen
maar ter oriëntatie. Vraag in geval van twijfel raad aan uw
rechtsbijstand.
· Reispassen (identiteitskaarten)
· Inreis- en uitreispapieren (immigratiepapieren)
· Documenten in verband met legerdienst
· Bankbiljetten, reischeques, wissels
· Postzegels, fiscale zegels (gestempeld of ongestempeld)
· Leningdocumenten, investeringscertificaten, obligaties
· Documenten die door copyright beschermd zijn
Let ook op de in uw land geldende wettelijke bepalingen
met betrekking tot de rechtskracht van faxberichten - voor-
al in verband met de geldigheid van handtekeningen, tijdi-
ge levering of ook nadelen op basis van kwaliteitsverlies bij
de transmissie enz.
Respecteer het telefoongeheim en de bescherming van per-
soonlijke gegevens zoals beschreven in de in uw land gel-
dende wetten.
Dit product is bestemd voor gebruik in een analoog open-
baar telecommunicatienetwerk (PSTN) en voor gebruik in
het op de verpakking aangeduide land. Gebruik in andere
landen kan leiden tot foutief functioneren van het toestel.
Meer informatie krijgt u bij het technische servicecenter
van uw land. Indien er tijdens het gebruik van uw toestel
problemen zouden optreden, neem dan contact op met uw
vakhandelaar.
Sagem en aanverwante bedrijven kunnen door de koper
van dit product of door derden niet aansprakelijk worden
gesteld voor eisen tot schadevergoeding, verlies of kosten
en uitgaven tengevolge van een ongeval, het verkeerde ge-
bruik of misbruik van dit product of niet toegelaten modi-
ficaties, reparaties, wijzingen van het product of het niet in
acht nemen van de gebruiks- en onderhoudsinstructies van
Sagem.
Sagem kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eisen tot
schadevergoeding of problemen tengevolge van het ge-
bruik van om het even welke opties of verbruiksmaterialen
die niet als originele producten van Sagem of niet als door
Sagem goedgekeurde producten zijn gekenmerkt.
Sagem kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eisen tot
schadevergoeding tengevolge van elektromagnetische in-
terferenties veroorzaakt door het gebruik van verbindings-
kabels die niet als producten van Sagem zijn gekenmerkt.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sagem
worden vermenigvuldigd, in een archiefsysteem worden
opgeslagen of in welke vorm dan ook - elektronisch, me-
chanisch, door middel van fotokopie, opname of op een
andere manier – worden gereproduceerd. De in dit docu-
ment opgenomen informatie is uitsluitend bedoeld als on-
dersteuning bij het gebruik van dit product. Sagem kan
niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze informatie
op andere toestellen wordt toegepast.
Deze gebruiksaanwijzing kan niet als contract worden be-
schouwd.
Vergissingen, drukfouten en wijzingen voorbehouden.
Copyright © 2008 Sagem Communication Austria
GmbH
42 Philips IPF 520 · 525 · 555
NL
Bijlage 43
NL
SAGEM COMMUNICATIONS
Printing Terminals
Headquarters : Le Ponant de Paris
27, rue Leblanc · 75015 Paris · FRANCE
Tél. : +33 1 58 11 77 00 · Fax : +33 1 58 11 77 77
www.sagem-communications.com
Limited company · Capital 167.038.185 Euros · 440 294 510 RCS
PARIS
Sagem is a registered brand of SAFRAN Group
IPF 520 · 525 · 555
NL · B
253041620-A
Klanteninformatie
Hotline-inleiding
We streven er voortdurend naar onze producten volgens hoge kwali-
teitsnormen en met een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid te
ontwikkelen.
In uw handleiding vindt u alle noodzakelijke informatie om uw toestel
te kunnen gebruiken. Hebt u ondanks deze handleiding toch nog vragen
dan kunt u zich steeds aan ons callcenter wenden. Onze medewerkers
zijn goed opgeleide experten en beantwoorden uw vragen graag.
We kunnen u sneller helpen wanneer u ons niet via het toestel opbelt
maar via een externe telefoon. Hou ook steeds een uitdraai van de instel-
lingen en het serienummer van uw toestel klaar. Het serienummer vindt
u op het typeplaatje.
Nederland
Call-Center Philips Ni ederlande
Telefoon: 09 00 - 040 04 79 (0,18 €/minuut)
Fax: 09 00 - 767 67 61
België
Call-Center Philips Belgien
Telefoon: 070 - 35 00 06 (0,17 €/minuut)
Fax: 070 - 23 34 35
Direct-Sales Philips all gemeen
Gebruik uitsluitend toebehoren van PHILIPS. De garantie dekt geen
schade ten gevolge van het gebruik van andere verbruiksmaterialen.
Direct-Sales Philips NL · B
In Nederland en België kunt u PHILIPS toebehoren telefonisch bestel-
len onder ons gratis nummer.
Direct-Sales Philips/Sagem Niederlande
Nederland
Telefoon: 08 00 - 023 07 11
Direct-Sales Philips/Sagem Belgien
België
Telefoon: 08 00 - 485 88
Internet: www.sagem-communications.com
We wensen u veel plezier met uw nieuw product!
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Philips IPF555/BEB Handleiding

Type
Handleiding