| 3
LiveSight | Beknopte handleiding
Bediening
Gebruikersmodus selecteren
Het systeem heeft twee ingebouwde gebruikersmodi:
• De modus AUTO
- met vooraf gedenieerde beeldinstellingen die geschikt zijn voor de meeste
gebruikers.
• Aangepaste modus
- hiermee wordt het hoofdmenu uitgevouwen zodat gebruikerspecieke
beeldinstellingen kunnen worden gebruikt.
U kunt schakelen tussen de modi door de optie Modus te selecteren in het
hoofdmenu.
Het menu
De menuopties zijn afhankelijk van de geselecteerde gebruikersmodus.
Hoofdmenu > Meer opties
Deze menuoptie is beschikbaar in zowel de automatische als aangepaste
gebruikersmodus.
Stop sonar
Hiermee stopt u het pingen van de sonar. Als deze optie is geselecteerd, wordt het
beeld onderbroken omdat er geen dieptegegevens worden ontvangen.
Doelsporen
Geeft de doelverplaatsing aan door nalichten, waarbij de intensiteit na verloop van
tijd geleidelijk afneemt.
Palet
Er zijn verschillende paletten beschikbaar. Selecteer het palet dat het beste past
bij uw werkomstandigheden, zoals gezichtsvermogen, lichtomstandigheden en
bodemsamenstelling.
Bereikraster
Er kan een bereikraster aan het beeld worden toegevoegd. Het raster is handig voor
het bepalen van de afstand tot doelen.
Record video
U kunt LiveSight video opnemen op een geheugenkaart. Alle LiveSight opnamen
worden vastgelegd in een standaard .mp4-indeling, waardoor ze ideaal zijn voor
afspelen op een computer of voor delen via internet.
¼ Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als een geheugenkaart is geplaatst.