MLT100

Makita MLT100 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Makita MLT100 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
35
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
TECHNISCHE GEGEVENS
•Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
•De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
•Gewicht volgens EPTA-procedure 01/2003
Symbolen
END215-3
Hieronder staan de symbolen die voor dit gereedschap
worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze
betekenen alvorens het gereedschap te gebruiken.
............. Lees de gebruiksaanwijzing.
............. DUBBEL GEÏSOLEERD
............. Draag een veiligheidsbril.
............. Houdt handen en vingers uit de buurt van
het zaagblad.
Gebruiksdoeleinden
ENE003-1
Het gereedschap is bedoeld om hout te zagen.
Voeding ENF002-1
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op
een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op
het identificatieplaatje en werkt alleen op enkele-fase
wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd
volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een
niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap GEA010-1
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies
. Het
1. Diameter van gat 8 mm
2. 6 mm standaardring
3. Houtschroef nr. 10, min. lengte
40 mm
4. Bevestigingsbout en -moer van
6mm, goed aangedraaid
5. Duwstok
6. Breedtegeleider (liniaal)
7. Verstekgeleider
8. Draaihendel
9. Pijltje
10. Vastzethendel
11. 90° stelschroef
12. 45° stelschroef
13. Hefboomschakelaar
14. Herstartknop
15. Draaiknoppen
16. Hulptafel (rechts)
17. Hulptafel (achter)
18. Schuiftafel
19. Vergrendelplaatje
20. Steeksleutel
21. Zeskantmoer
22. Binnenflens
23. Ring
24. Zaagblad
25. Buitenflens
26. Beschermkap
27. Spouwmes
28. Montagegedeelte (steun) van
beschermkap
29. Zaagblad
30. Deze twee spelingen moeten
gelijk zijn.
31. Inbusbouten (A)
32. Inbusbouten
33. Hendel
34. Schaal
35. Geleidelijn
36. Schroef
37. Bovenkant/onderkant parallel
38. Houtschroef
39. Vastlijmen
40. Hulpgeleider
41. Duwblok
42. Afkorten
43. Horizontaal verstekzagen
44. Verticaal verstekzagen
45. Samengesteld verstekzagen
(horizontale en verticale hoeken)
46. Knop
47. Koolborsteldop
48. Schroevendraaier
Model
MLT100
(voor Europese landen) (voor niet-Europese landen)
Asgat 30 mm 25 mm en 25,4 mm
Diameter zaagblad 260 mm 255 mm
Max.
zaagdikte
90° 93 mm 90,5 mm
45° 64 mm 63 mm
Nullasttoerental (min
-1
)4.300
Tafelafmetinge n (l x b)
(685 mm - 835 mm) x (955 mm - 1.305 mm)
met hulptafels (rechts) en (achter)
(685 mm - 835 mm) x (955 mm - 1.305 mm)
met hulptafels (rechts) en (achter)
Afmetingen (l x b x h) met
tafel(s) niet uitgetrokken
726 mm x 984 mm x 333 mm met hulptafels
(rechts) en (achter)
726 mm x 984 mm x 333 mm met hulptafels
(rechts) en (achter)
Netto gewicht 34,1 kg 34,1 kg
Veiligheidsklasse /II
36
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR GEREEDSCHAP
ENB095-1
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
1. Draag oogbescherming.
2. Gebruik het gereedschap niet in de buurt van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
3. Gebruik het gereedschap NOOIT met een
doorslijpschijf erop gemonteerd.
4. Controleer vóór het gebruik het zaagblad
zorgvuldig op barsten of beschadiging. Vervang
een gebarsten of beschadigde zaagblad meteen.
5. Gebruik alleen zaagbladen die aanbevolen worden
door de fabrikant en die voldoen aan de norm
EN847-1, en let erop dat het spouwmes niet dikker
is dan de zaagbreedte van het zaagblad en niet
dunner is dan het zaagblad zelf.
6. Gebruik altijd de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik
van ongeschikte accessoires, zoals slijpschijven,
kan tot letsel leiden.
7. Kies voor het materiaal, dat u wilt bewerken, het
geschikte zaagblad.
8. Zaagbladen van hooggelegeerd snelstaal (HSS)
mogen niet worden gebruikt.
9. Om het geluidsniveau te verlagen, zorgt u er altijd
voor dat het zaagblad scherp en schoon is.
10. Gebruik een zaagblad dat op de juiste wijze
geslepen is. Houd u aan de maximale snelheid
aangegeven op het zaagblad.
11. Reinig de as, de flenzen (vooral het montagevlak)
en de zeskantmoer voordat u het zaagblad
monteert. Gebrekkige montage kan trilling/
schommeling of slippen van het zaagblad
veroorzaken.
12. Gebruik de beschermkap en het spouwmes voor
elk soort werk waarvoor deze kunnen worden
gebruikt, inclusief alle doorzaagactiviteiten.
Monteer altijd de beschermkap volgens de
instructies beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Doorzaagactiviteiten zijn
activiteiten waarbij het zaagblad het werkstuk
helemaal doorzaagt, zoals bij schulpen of
afkorten. Gebruik het gereedschap NOOIT met een
defecte beschermkap en maak de beschermkap
nooit vast door middel van een touw, een koord
e.d. Elke abnormale werking van de beschermkap
moet onmiddellijk worden gerepareerd.
13. Monteer onmiddellijk weer de beschermkap en het
spouwmes, na het voltooien van de activiteit
waarvoor demontage van de beschermkap
noodzakelijk was.
14. Zaag niet in metalen voorwerpen zoals spijkers en
schroeven. Inspecteer het werkstuk en verwijder
alle spijkers, schroeven en andere dingen die er
niet thuis horen, voordat u met het zagen begint.
15. Verwijder sleutels, afgezaagde stukken e.d. van
het tafelblad voordat u het gereedschap
inschakelt.
16. Draag NOOIT handschoenen tijdens het bedienen
van het gereedschap.
17. Houd uw handen uit de buurt van de looplijn van
het zaagblad.
18. Sta NOOIT in het verlengde van de zaaglijn van het
zaagblad, en laat niet toe dat iemand anders daar
gaat staan.
19. Zorg ervoor dat het zaagblad het spouwmes of het
werkstuk niet raakt voordat u het gereedschap
hebt ingeschakeld.
20. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u
het werkstuk gaat zagen. Controleer op trillingen
of schommelingen die op onjuiste montage of een
slecht uitgebalanceerd zaagblad kunnen wijzen.
21. Het gereedschap mag niet gebruikt worden voor
elke vorm van freeswerk.
22. Vervang het inzetstuk als deze gesleten is.
23. Verander NOOIT de instelling van het
gereedschap als deze ingeschakeld is. Haal de
stekker uit het stopcontact voordat u de
instellingen verandert.
24. Gebruik indien nodig een duwstok. Een duwstok
MOET worden gebruikt voor het schulpen van
smalle werkstukken, zodat uw handen en vingers
op veilige afstand van het zaagblad blijven.
25. Berg de duwstok altijd op als deze niet wordt
gebruikt.
26. Schenk speciale aandacht aan de
voorzorgsmaatregelen voor het voorkomen van
TERUGSLAG. TERUGSLAG is een plotselinge
reactie op een bekneld, vastgelopen of niet-
uitgelijnd zaagblad. TERUGSLAG leidt ertoe dat
het werkstuk van het gereedschap wordt
weggeslingerd in de richting van de gebruiker.
TERUGSLAG KAN LEIDEN TOT ERNSTIG
PERSOONLIJK LETSEL. Voorkom TERUGSLAG
door de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen: Gebruik altijd een goed aangescherpt
zaagblad. Houd de breedtegeleider evenwijdig met
het zaagblad. Houd het spouwmes, de vingers
voor terugslagbeveiliging en de beschermkap op
hun plaats gemonteerd en zorg ervoor dat deze
naar behoren werken. Laat het werkstuk niet los
totdat u het helemaal voorbij het zaagblad hebt
geduwd. Schulp geen werkstuk dat verbogen of
kromgetrokken is of geen rechte rand heeft die
langs de geleider kan worden geplaatst.
27. Zaag nooit uit de vrije hand. “Uit de vrije hand”
betekent dat in plaats van de verstekgeleider of de
breedtegeleider u uw handen gebruikt om het
werkstuk te ondersteunen of te geleiden.
28. Reik NOOIT rond of over het zaagblad. Reik NOOIT
naar een werkstuk voordat het zaagblad volledig
tot stilstand is gekomen.
29. Vermijd bruusk en snel aanvoeren van het
werkstuk. Voer harde werkstukken zo langzaam
mogelijk aan. Buig of verdraai het werkstuk niet
tijdens het aanvoeren. Als het zaagblad in het
werkstuk vast blijft zitten of blokkeert, moet u het
37
gereedschap onmiddellijk uitschakelen. Haal de
stekker uit het stopcontact. Maak het werkstuk
vrij.
30. Verwijder NOOIT zaagafval dicht bij het zaagblad
en raak de beschermkap nooit aan terwijl het
zaagblad draait.
31. Verwijder elk loszittende houtknoest uit het
werkstuk voordat u het begint te zagen.
32. Behandel het netsnoer voorzichtig. Ruk niet aan
het snoer om zo de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het netsnoer uit de buurt van hitte,
olie, water en scherpe randen.
33. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt, kan
chemische bestanddelen bevatten die kanker,
geboortedefecten of andere voortplantingsschade
kan (kunnen) verwekken. Enkele voorbeelden van
deze chemische stoffen zijn:
- lood van loodhoudende verfstoffen en
- arsenicum en chroom van chemisch behandeld
hout.
- Het risico van deze blootstellingen varieert en
hangt af van het feit hoe vaak u dit soort
werkzaamheden uitvoert. Om blootstelling aan
deze chemische bestanddelen te verminderen:
moeten de werkzaamheden uitgevoerd worden
in een goed geventileerde werkomgeving en
gebruikmakend van goedgekeurd
beschermende hulpmiddelen, zoals stofmaskers
die ontworpen zijn om microscopisch kleine
deeltjes te kunnen filteren.
34. Sluit het gereedschap aan op een stofafzuig- en
stofopvanginrichting tijdens het zagen.
35. De beschermkap kan omhoog gezet worden om
het werkstuk in positie te brengen en om het
schoonmaken te vereenvoudigen. Zorg er altijd
voor dat de beschermkap zich in de onderste
stand vlak op de tafelcirkelzaag bevindt, voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
HET JUISTE GEREEDSCHAP
KIEZEN
De tafelcirkelzaag opstellen (zie afb. 1 t/m
3)
Stel de tafelcirkelzaag op een goed verlichte en
horizontale plaats op waar u goede steun voor de voeten
hebt en uw evenwicht niet kunt verliezen. Zorg ervoor dat
er rond de tafelcirkelzaag voldoende ruimte is om uw
werkstukken gemakkelijk te kunnen hanteren. De
tafelcirkelzaag moet op een werkbank of speciale
standaard worden vastgezet door middel van vier
schroeven of bouten die u door de gaten in het voetstuk
van de tafelcirkelzaag steekt. Wanneer u de
tafelcirkelzaag op een werkbank vastzet, moet het
bovenblad van de werkbank voorzien zijn van een
opening die even groot is als de opening in het voetstuk
van de tafelcirkelzaag, zodat het zaagsel erdoor kan
vallen.
Als de tafelcirkelzaag tijdens het gebruik neigt om te
kantelen of gauw verschuift of beweegt, moet een
werkbank of een speciale standaard voor de
tafelcirkelzaag op de vloer worden bevestigd.
Bergruimte voor accessoires (zie afb. 4
en 5)
De duwstok, de driehoekige liniaal, het zaagblad en de
steeksleutels kunnen worden opgeborgen aan de
linkerkant van het onderstel, en de breedtegeleider en
verstekgeleider kunnen worden opgeborgen aan de
rechterkant van het onderstel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
•Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Instellen van de zaagdiepte (zie afb. 6)
De zaagdiepte kan worden ingesteld door de draaihendel
linksom of rechtsom te draaien. Draai de draaihendel
rechtsom om het zaagblad hoger te zetten, of linksom om
het zaagblad lager te zetten.
OPMERKING:
•Om bij het zagen van dun materiaal een schonere
zaagsnede te verkrijgen moet u een geringe
zaagdiepte gebruiken.
Instellen van de verstekhoek (zie afb. 7)
Draai de vastzethendel los en draai het handwiel om de
gewenste hoek (0° - 45°) te krijgen.
De verstekhoek wordt door het pijltje aangegeven.
Nadat de gewenste hoek is ingesteld, draait u de
vastzethendel weer vast om de instelling te vergrendelen.
LET OP:
•Zorg dat de vastzethendel, na instelling van de
verticale verstekhoek, stevig vastgezet is.
De hoekaanslagen bijstellen (zie afb. 8 en
9)
Het gereedschap is voorzien van hoekaanslagen op 90°
en 45° ten opzichte van het tafelblad. Ga als volgt te werk
om de hoekaanslagen te controleren en zo nodig af te
stellen:
Verplaats het handwiel zo ver mogelijk door eraan te
draaien. Plaats de driehoekige liniaal op de tafel en
controleer of het zaagblad onder een hoek van 90° of 4
staat ten opzichte van het tafelblad. Als de hoek van het
zaagblad is zoals in afb. A, moet u de stelschroeven
rechtsom draaien. Als de hoek is zoals in afb. B, moet u
de stelschroeven linksom draaien om de hoekaanslagen
af te stellen (zie afb. 9).
Nadat de hoekaanslagen zijn afgesteld, moet u het
zaagblad op 90° ten opzichte van het tafelblad zetten.
Stel daarna de positie van het pijltje af zodat zijn rechter
uiteinde overeenkomt met de 0° schaalverdeling
(zie afb. 10).
Werking van de aan/uit-schakelaar
LET OP:
•Haal het werkstuk van de zaagtafel af.
•Schakel het gereedschap uit en druk vervolgens op de
herstartknop.
38
•Zorg er voor dat het gereedschap is uitgeschakeld,
voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Voor gereedschap met drukknopschakelaar
(zie afb. 11)
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de aan-
knop (I).
Om het gereedschap uit te schakelen, drukt u op de uit-
knop (O).
Voor gereedschap met hefboomschakelaar
(zie afb. 12)
Om het gereedschap in te schakelen, duwt u de
hefboomschakelaar omhoog. Om het gereedschap uit te
schakelen, duwt u de hefboomschakelaar omlaag.
Hulptafel (rechts) (zie afb. 13 en 14)
Deze machine is voorzien van een hulptafel (rechts) aan
de rechterkant van het hoofdtafel. Om de hulptafel
(rechts) te kunnen gebruiken, moet u beide draaiknoppen
aan de rechtervoorzijde losdraaien, de tafel (rechts)
volledig uittrekken en daarna de draaiknoppen weer
vastdraaien om de tafel vast te zetten.
Hulptafel (achter) (zie afb. 15)
Om de hulptafel (achter) te kunnen gebruiken, moet u de
draaiknoppen aan de linker- en rechterkant onder de
hoofdtafel losdraaien en de hulptafel naar achteren eruit
trekken tot op de gewenste afstand. Draai op de
gewenste afstand de draaiknoppen goed vast.
Schuiftafel (zie afb. 16)
LET OP:
•Na gebruik van de schuiftafel, moet u deze
vergrendelen door de vergrendelplaatjes rechtop te
zetten.
Op dit gereedschap zit de schuiftafel aan de linkerkant.
De schuiftafel schuift van voor naar achter en terug.
Kantel de vergrendelplaatjes aan de voor- en achterkant
naar de horizontale stand alvorens de schuiftafel te
gebruiken.
Zet het werkstuk goed vast tegen de verstekgeleider met
behulp van een lijmtang op de verstekgeleider, en schuif
tijdens het zagen het werkstuk tezamen met de
schuiftafel.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
•Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Bij de verscheping van het gereedschap uit de fabriek,
zijn het zaagblad en de beschermkap niet op het
gereedschap gemonteerd. Monteer deze als volgt:
Het zaagblad monteren en verwijderen
LET OP:
•Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
het zaagblad te monteren of verwijderen.
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde Makita-sleutel bij
het monteren of verwijderen van het zaagblad. Als u dit
nalaat, loopt u het risico dat de zeskantbout te vast of
onvoldoende vast aangedraaid wordt. Hierdoor kan
letsel worden veroorzaakt.
•Gebruik het hieronder gespecificeerde zaagblad.
Gebruik geen zaagbladen die niet aan de in deze
handleiding aangegeven vereisten voldoen.
LET OP:
•Controleer vóór montage de diameter van het asgat
van het zaagblad. Gebruik altijd de ring die bestemd is
voor het asgat van het zaagblad dat u gaat monteren .
(zie afb. 17)
Verwijder het inzetstuk van de tafelcirkelzaag. Zet de
steeksleutel op de buitenflens en draai de zeskantmoer
linksom los met de steeksleutel. Verwijder vervolgens de
buitenflens. (zie afb. 18)
Monteer de binnenflens, ring, zaagblad, buitenflens en
zeskantmoer op de as, en zorg ervoor dat de tanden van
het zaagblad aan de voorkant van de tafelcirkelzaag naar
beneden gericht zijn.
Monteer de zeskantmoer altijd met zijn uitgeholde zijde
naar de buitenflens gekeerd.
Voor alle niet-Europese landen
LET OP:
•De ring, met een buitendiameter van 25,4 mm, is door
de fabrikant op de as aangebracht.
Voor Europese landen
LET OP:
•De ring, met een buitendiameter van 30mm, is door de
fabrikant aangebracht tussen de binnenflens en
buitenflens.
•Houd het flensoppervlak vrij van vuil en ander
materiaal dat er zich op hecht omdat het anders
doorslaan van het zaagblad kan veroorzaken. Zorg
ervoor dat het zaagblad zodanig gemonteerd wordt dat
de zaagtanden in de lijn van de zaag (draai)-richting
staan.
Om het zaagblad vast te zetten, moet u de buitenflens
met de versprongen steeksleutel vasthouden en de
zeskantmoer met steeksleutel rechtsom vastdraaien.
DRAAI DE ZESKANTMOER GOED VAST. (zie afb. 19)
LET OP:
•Zorg ervoor dat de steeksleutel goed om de
zeskantmoer zit. Als u grip verliest, kan de steeksleutel
losschieten van de zeskantmoer en loopt u het risico
dat uw hand in aanraking komt met de zaagtanden.
De beschermkap monteren (zie
afb. 20 en 21)
LET OP:
•Voordat u de beschermkap monteert, moet u de
zaagdiepte in de maximale stand (hoogste stand)
zetten.
Voor
model
Max.
diameter
Min.
diameter
Zaagblad
dikte
Zaagsned
e
MLT100 260 mm 230 mm
1,8 mm of
minder
2 mm of
meer
39
Voor een type beschermkap bestemd voor niet-
Europese landen
Verwijder de middelste afdekplaat. Plaats de spouwmes
in het betreffende montagegedeelte (steun). Draai de
zeskantbouten (A) vast met de bijgeleverde steeksleutel.
Voor een type beschermkap bestemd voor Europese
landen (zie afb. 22 en 23)
Verwijder de middelste afdekplaat. Plaats de spouwmes
in het betreffende montagegedeelte (steun). Draai de
zeskantbouten (A) vast met de bijgeleverde steeksleutel.
Plaats de beschermkap in de groef op het spouwmes.
Zet de beschermkap vast door de hendel op de
beschermkap te kantelen.
Voor een type beschermkap bestemd voor zowel
Europese als niet-Europese landen
De montagepositie van het spouwmes is in de fabriek
afgesteld, zodat het zaagblad en het spouwmes normaal
in een rechte lijn zullen staan.
Indien dit niet het geval is, moet u de inbusbouten (B)
losdraaien en het montagegedeelte (steun) van de
beschermkap afstellen zodat het spouwmes in een rechte
lijn achter het zaagblad komt te staan. Draai daarna de
inbusbouten (B) weer vast om de steun vast te zetten.
(zie afb. 24)
LET OP:
•Als het zaagblad en het spouwmes niet goed uitgelijnd
zijn, kunnen deze tijdens het gebruik gaan knellen, wat
gevaarlijk is. Let daarom goed op de juiste uitlijning. Bij
gebruik van het gereedschap zonder een goed
uitgelijnd spouwmes, kunt u ernstig persoonlijk letsel
oplopen.
•Verander NOOIT de instelling van het gereedschap als
deze ingeschakeld is. Haal de stekker uit het
stopcontact voordat u de instellingen verandert.
•Verwijder het spouwmes niet. (zie afb. 25)
De speling tussen het spouwmes en de tanden van het
zaagblad moet 4 tot 5 mm zijn. Draai de inbusbouten (A)
los, stel het spouwmes dienovereenkomstig af, en draai
de inbusbouten (A) goed vast. Monteer het inzetstuk op
het tafelcirkelzaag en controleer vervolgens of de
beschermkap soepel werkt.
Monteren en afstellen van de
breedtegeleider (zie afb. 26)
Monteer de breedtegeleider dusdanig dat de
geleiderhouder vastgezet wordt in de dichtstbijzijnde
geleiderail.
Om de breedtegeleider vast te zetten moet u de hendel
op de geleiderhouder volledig kantelen.
Om te controleren of de breedtegeleider parallel is met
het zaagblad, zet u de breedtegeleider vast op 2 tot 3 mm
van het zaagblad.
Breng het zaagblad tot in zijn hoogste positie omhoog.
Markeer een van de zaagbladtanden met een tekenkrijt.
Meet afstanden (A) en (B) tussen de breedtegeleider en
het zaagblad. Gebruik voor beide metingen de tand die
met het tekenkrijt werd gemarkeerd.
Deze twee gemeten afstanden moeten exact hetzelfde
zijn. Ga als volgt te werk als de breedtegeleider niet
parallel is met het zaagblad: (zie afb. 27 en 28)
1. Zet de breedtegeleider vast door de hendel ervan
omlaag te zetten.
2. Draai de twee inbusbouten op de breedtegeleider los
met de bijgeleverde inbussleutel.
3. Stel de breedtegeleider af totdat deze parallel is met
het zaagblad.
4. Draai de twee inbusbouten op de breedtegeleider
vast. (zie afb. 29)
LET OP:
•Zorg ervoor dat de breedtegeleider evenwijdig is met
het zaagblad, omdat er anders gevaar bestaat voor
gevaarlijke terugslag.
Plaats de breedtegeleider vlak tegen de zijkant van het
zaagblad. Zorg ervoor dat het pijltje op de geleiderhouder
naar de 0° schaalverdeling wijst. Als het pijltje niet naar de
0° schaalverdeling wijst, draai dan de schroef op de
schaalplaat los en stel de schaalplaat af. (zie afb. 30)
Een stofzuiger aansluiten (zie afb. 31)
Door een Makita-stofzuiger of -stofvanger op de
tafelcirkelzaag aan te sluiten, kunt u nog schoner werken .
BEDIENING
LET OP:
•Gebruik altijd hulpmiddelen zoals duwstokken en
duwblokken wanneer er gevaar bestaat dat uw handen
of vingers dichtbij het zaagblad komen.
•Houd het werkstuk altijd goed vast op de tafelblad met
behulp van breedtegeleider en verstekgeleider. Buig of
verdraai het werkstuk niet tijdens het aanvoeren. Als
het werkstuk gebogen of verdraaid wordt, kan
gevaarlijke terugslag optreden.
•Probeer NOOIT het werkstuk terug te nemen terwijl de
zaag nog draait. Wanneer u het werkstuk wilt
terugnemen voordat het volledig is gezaagd, moet u
eerst het gereedschap uitschakelen terwijl u het
werkstuk stevig vasthoudt. Wacht totdat het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen en verwijder dan het
werkstuk. Als u dat niet doet, kan gevaarlijke terugslag
worden veroorzaakt
•Verwijder NOOIT afgezaagd materiaal terwijl het
zaagblad nog draait.
•Breng uw handen of vingers NOOIT in de zaaglijn van
het zaagblad. Wees vooral voorzichtig tijdens
verstekzagen.
•Zet de breedtegeleider altijd goed vast om gevaarlijke
terugslag te voorkomen.
•Gebruik altijd hulpmiddelen zoals duwstokken en
duwblokken wanneer u kleine of smalle werkstukken
zaagt.
Hulpmiddelen
Duwstokken, duwblokken of een extra hulpgeleider zijn
voorbeelden van hulpmiddelen. Gebruik ze om veilig
zuivere zaagsneden te maken zonder dat de bedienaar
met enig deel van zijn lichaam in aanraking komt met het
zaagblad.
Duwblok (zie afb. 32)
Gebruik een stuk multiplex van 19 mm dik.
De handgreep moet in het midden van het stuk multiplex
zitten. Bevestig met lijm en houtschroeven zoals
afgebeeld. Het kleine stuk hout (9,5 mm x 8 mm x 50 mm)
moet altijd aan het triplex gelijmd worden om te
voorkomen dat het zaagblad stomp wordt als de bediener
40
per ongeluk in het duwblok zaagt. (Gebruik nooit spijkers
in het duwblok.)
Extra hulpgeleider (zie afb. 33)
Maak een hulpgeleider van stukken multiplex van 9,5 mm
en 19 mm dik
Schulpen
LET OP:
•Voor schulpen moet de verstekgeleider vanaf de
tafelcirkelzaag worden verwijderd.
•Wanneer u lange of brede werkstukken zaagt, moet u
altijd achter de tafelcirkelzaag een geschikte steun
plaatsen. Zorg ervoor dat een lange plank NIET op de
tafelblad kan bewegen of schuiven. Hierdoor kan het
zaagblad vastgeklemd raken en de mogelijkheid op
terugslag en persoonlijk letsel vergroten. De steun
moet even hoog zijn als het tafelblad.
1. Stel de zaagdiepte iets groter in dan de dikte van het
werkstuk (zie afb. 34).
2. Plaats de breedtegeleider op de gewenste breedte
van de schulp en klem deze stevig op zijn plaats door
de handgreep te kantelen.
3. Schakel het gereedschap in en voer het werkstuk
langzaam langs de hulpgeleider aan.
(1) Bij een schulpbreedte groter dan 150 mm,
gebruikt u voorzichtig uw rechterhand om het
werkstuk in te voeren. Gebruik uw linkerhand om
het werkstuk op zijn plaats tegen de
breedtegeleider te houden (zie afb. 35).
(2) Bij een schulpbreedte tussen 65 mm en
150 mm, gebruikt u voorzichtig uw rechterhand
om het werkstuk in te voeren (zie afb. 36).
(3) Bij een schulpbreedte kleiner dan 65 mm kan de
duwstok niet gebruikt worden omdat de duwstok
dan in aanraking komt met het zaagblad.
Gebruik een hulpgeleider en een duwblok.
Bevestig de hulpgeleider aan de breedtegeleider
met twee lijmtangen (zie afb. 37).
Voer het werkstuk met de hand in totdat het eindstuk
circa 25 mm verwijderd is van de voorzijde van het
tafelblad. Ga door met het invoeren met behulp van
een duwblok op de hulpgeleider totdat de zaagsnede
voltooid is (zie afb. 38).
Afkorten
LET OP:
•Voor afkorten moet de breedtegeleider vanaf de
tafelcirkelzaag worden verwijderd.
•Wanneer u lange of brede werkstukken zaagt, moet u
altijd aan beide zijkanten van de tafelcirkelzaag een
geschikte steun plaatsen. De steun moet even hoog
zijn als het tafelblad.
•Houd handen altijd weg van de zaaglijn van het
zaagblad.
Verstekgeleider (zie afb. 39)
Gebruik de verstekgeleider bij de 4 manieren van zagen,
zoals weergegeven in de afbeelding.
LET OP:
•Draai de knop van de verstekgeleider zorgvuldig vast.
•Voorkom, door goede klemvoorzieningen, dat het
werkstuk en de aanslag kan wegkruipen, in het
bijzonder bij het zagen onder een hoek.
•NOOIT het deel van het werkstuk dat wordt afgezaagd
vasthouden op vastpakken.
•Pas altijd de afstand tussen de verstekgeleider en het
zaagblad aan zodat deze nooit groter wordt dan
15 mm.
Gebruik van de verstekgeleider (zie afb. 40)
Schuif de verstekgeleider in de brede groeven op de
zaagtafel. Draai de knop van de verstekgeleider los en lijn
de verstekgeleider uit met de gewenste hoek (0° t/m 60°).
Plaats het werkstuk glad langs de geleider, zet het vast
met de klem op de verstekgeleider, en schuif het langs
het zaagblad.
Extra houten hulpgeleider (voor
verstekgeleider) (zie afb. 41)
Om te voorkomen dat een lange plaat gaat wiebelen,
bevestigt u een hulpbalk op de verstekgeleider. Boor
gaten in de hulpbalk en bevestig deze met bouten en
moeren op de verstekgeleider, maar zorg ervoor dat ze
niet uit oppervlak steken.
Transport van het gereedschap
(zie afb. 42)
Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Transporteer het gereedschap en houdt deze vast zoals
aangegeven in de afbeelding.
LET OP:
•Zet altijd alle beweegbare delen vast voordat u het
gereedschap transporteert.
•Zorg er altijd voor dat de beschermkap op het
gereedschap is aangebracht voordat u het
gereedschap draagt.
ONDERHOUD
LET OP:
•Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud
uitvoert.
OPMERKING:
•Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
Schoonmaken
Verwijder af en toe zaagsel en spanen van het
gereedschap. Maak vooral de beschermkap en de
bewegende onderdelen in de tafelcirkelzaag goed
schoon.
Smeren
Om de tafelcirkelzaag in optimale conditie te houden en
een maximale levensduur te verzekeren, moet u de
bewegende en roterende onderdelen regelmatig te
smeren.
Te sme ren p la atsen:
•Getapte as voor het omhoog brengen van het zaagblad
41
•Scharnier voor het roteren van het voetstuk
•Geleideassen voor omhoog brengen op de motor
•Tandwiel voor het omhoog brengen van het zaagblad
De koolborstels vervangen (zie afb. 43)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot 3 mm lengte zijn afgesleten.
Houd de koolborstels schoon en zorg ervoor dat ze vrij
kunnen bewegen in de houders.
Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik alleen identieke koolborstels. (zie
afb. 44)
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Voor het vervangen van de koolborstels
moet u de beschermkap en het zaagblad verwijderen, de
vergendelhendel losmaken, de gereedschapkop kantelen
en op een verstekhoek van 45° vastzetten Laat het
gereedschap voorzichtig achterover zakken. Maak daarna
de koolborsteldop los. Verwijder de versleten
koolborstels, plaats de nieuwe, en zet de
koolborsteldoppen goed vast.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
ACCESSOIRES
LET OP:
•Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
•Breedtegeleider
•Verstekgeleider
•Steeksleutel 24
•Inbussleutel 5
•Verbindingsstuk (voor aansluiting op stofvanger)
•Tafelset
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN61029:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 92 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 105 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Alleen voor Europese landen
ENH022-3
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine:
Taf elc irk elzaag
Modelnr./Type: MLT100
in serie is geproduceerd en
Voldoet aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En is gefabriceerd in overeenstemming met de volgende
normen of genormaliseerde documenten:
EN61029
Het certificaatnummer van het EU-typeonderzoek is BM
50170011 0001, BM 50170011 0002
Het EU-typeonderzoek werd uitgevoerd door:
TÜV RHEINLAND Product safety GmbH Am Grauen
Stein 51105
Köln, Duitsland
identificatienr. 0197
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.,
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
15. 12. 2009
Tom oyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN
/