Verhelpen van storingen Remote Water Pump
82
12 Verhelpen van storingen
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De zeewaterpomp draait
niet.
De zeewaterpomp activeert
de aardlekschakelaar.
De stroomvoorziening is
onderbroken.
Controleer de elektronische ver-
bindingen, aardlekschakelaar,
hoofdschakelaar en aarde.
De motor is oververhit. De thermobeveiligingsschake-
laar is geactiveerd. Deze scha-
kelt terug, wanneer hij afgekoeld
is.
De veiligheidsmembranen
zijn bevroren en blokkeren
of klemmen daardoor.
Ontdooi de zeewaterpomp.
Voorkom het bevriezen van de
zeewaterpomp (zie hoofdstuk
„Geschikt voor winter maken” op
pagina 80).
De zeewaterpomp stottert of
zuigt niet (motor draait,
maar pompt geen water).
Het toevoerfilter is verstopt. Reinig het toevoerfilter.
Geen of weinig waterdoor-
laat naar toevoer.
Open de buitenboordkraan van
de waterinlaat.
Controleer de waterslang: hij
mag geen knikken of vernauwin-
gen hebben.
De toevoer of afvoer van de
zeewaterpomp is verstopt.
Verwijder alle vreemde deeltjes
uit de toevoer en de afvoer van
de zeewaterpomp.
De zeewaterpomp schakelt
niet uit, water stroomt zon-
der onderbreking in het toi-
let.
De zeewaterpomp is ver-
keerd aangesloten.
Voer de elektrische aansluiting
uit volgens het meegeleverde
schakelschema.
De knop van de toiletspoe-
ling werkt niet goed.
Vervang de knop van de toilets-
poeling.
De zeewaterpomp maakt
lawaai of draait schokkend.
De watertoevoer is lek en
zuigt lucht.
Controleer alle buisverbindin-
gen op lekkage. Draai ze indien
nodig aan.
Buisverbindingen of bevesti-
gingen zijn los.
Controleer alle buisverbindin-
gen en bevestigingsschroeven.
Draai ze indien nodig aan.