Nice Automation WIL de handleiding

Type
de handleiding
Control unit
WIL
EN - Instructions and warnings for installation and use
IT - Istruzioni ed avvertenze per l’installazione e l’uso
FR - Instructions et avertissements pour l’installation et l’utilisation
ES - Instrucciones y advertencias para la instalación y el uso
DE - Installierungs-und Gebrauchsanleitungen und Hinweise
PL -Instrukcjeiostrzeżeniadoinstalacjiiużytkowania
NL - Aanwijzingen en aanbevelingen voor installatie en gebruik
RU - Инструкции и важная информация для технических специалистов
74
Inhoudsopgave: Pag.
1 Aanbevelingen 75
2 Beschrvingvanhetproducten
gebruiksbestemming 76
2.1 Gebruikslimieten 77
2.2 Installatievoorbeeld 77
2.3 Lstvankabels 77
3 Installatie 78
3.1 Controles vooraf 78
3.3 Schema van de aansluitingen 78
3.4 Beschrvingvandeaansluitingen 79
4 Afstellingen 80
4.1 Werkingsmodi 80
5 Programmering 80
5.1 Programmeerbare functies 81
5.2 Beschrvingvandefuncties 81
6 Eindtest 82
6.1 Inbedrfstelling 84
7 Onderhoud en afvalverwerking 84
7.1 Onderhoud 84
7.2 Afvalverwerking 84
8 Accessoires 84
9 Technische gegevens 85
NL
75
Dezehandleidingbevatbelangrkeinformatievoordeveiligheidvan
de installatie. Alvorens u met de installatie gaat beginnen, dient u
alleindezehandleidingvervatteaanwzingentelezen.Bewaardeze
handleiding ook voor later gebruik.
Methetoogopgevaarlkesituatiesdiezichtdensdeinstallatieen
hetgebruikkunnenvoordoen,moetenooktdensdeinstallatiede
wetten, voorschriften en regels volledig in acht genomen worden.
In dit hoofdstuk zullen algemene aanbevelingen gegeven worden;
anderebelangrke aanbevelingen vindt u in de hoofdstukken “3.1
Controlesvooraf”;“6Eindtesteninbedrfstelling”.
!
Volgens de meest recente Europese wetgeving valt het
aanleggen van een automatische deur of poort onder wat
voorzien is in de Richtln 98/37/EG (Machinerichtln) en met
name onder de normen: EN 13241-1 (geharmoniseerde norm);
EN 12445; EN 12453 en EN 12635, waardoor het mogelk is
een verklaring van overeenstemming met de machinerichtl-
nen af te geven.
Verdereinlichtingen, richtlnen ten aanzien van het vaststellen van
risico’senhetsamenstellenvanhettechnischedossierznbeschik-
baar op:”www.niceforyou.com”. Deze handleiding is uitsluitend
bestemd voor technisch personeel dat voor de installatie bevoegd is.
Behalvedespeciekelostehalenblagewelkedeinstallateurdient
te verzorgen, namelk “Aanwzingen en aanbevelingen bestemd
voordegebruiker”kanandereinformatiedieinditdossierisvervat,
niet als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd!
•Iederander gebruik dat niet voorzien isin deze aanwzingen, is
verboden; oneigenlk gebruik kan gevaar opleveren of letsel en
schade aan mensen en zaken veroorzaken.
• Voordat u met de installatie begint, dient u een analyse van de
risico’stemakenwaarvan delstmetessentiëleveiligheidseisen
zoalsdieinBlageIvandeMachinerichtlnznvoorzien,deeluit-
maakt;hieringeeftudetoegepasteoplossingenaan.Wmaken
ueropattentdatderisicoanalyseéénvandedocumentenis,die
deeluitmakenvanhet“technischdossier”vandeautomatisering.
•Controleeroferverdereinrichtingennodigznomdeautomatise-
ringopbasisvandespecieketoepassingssituatieenaanwezige
gevarentecompleteren;udientdaarbbvoorbeeldrisico’sophet
gebied van botsen, beknelling, scharen, etc. en andere gevaren in
het algemeen, in acht te nemen.
•Brenggeenwzigingenaanonderdelenaan,indienditnietindeze
handleidingisvoorzien.Dergelkehandelingenkunnenalleenmaar
storingen veroorzaken; NICE wst elke aansprakelkheid voor
schadetengevolgevangewzigdeartikelenvandehand.
•Zorgervoordatertdenshetinstallerenniets,ookgeenvloeistof,
in de besturingseenheid of andere open inrichting kan komen;
neem eventueel contact op het technisch servicecentrum van
NICE; het gebruik in deze situaties kan een gevaarlke situatie
doen ontstaan.
•Hetautomatismemagnietgebruiktworden,voordatinbedrfstel-
lingheeft plaatsgevondenzoalsdat inhoofdstuk:“6Eindtesten
inbedrfstelling”isaangegeven.
• De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal moet geheel en al
volgensdeplaatselkgeldenderegelsplaatsvinden.
• Indien er zich een storing voordoet die u niet met behulp van de
in deze handleiding vervatte informatie kunt oplossen, gelieve u
contactoptenemenmetdetechnischeservicedienstvanNICE.
• Wanneer er een automatische schakelaar of zekering in werking
is getreden, dient u de storing op te zoeken en die te verhelpen
alvorens die terug te stellen.
• Voordat u de interne klemmetjes onder de dekplaat aanraakt, dient
uallecircuitsvanstroomtoevoerlostekoppelen;indienditniette
zienis,dientueenbordaantebrengenmetdetekst:”LETOP
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENINUITVOERING”.
Bzondereaanbevelingentenaanzienvandegebruiksgeschiktheid
vandit productmetbetrekkingtotde “Machinerichtln” 98/37/EG
(ex89/392/EEG):
•Ditproductwordtopdemarktgebrachtalseen“machineonder-
deel”eniserdusvoorgemaaktomineenmachineingebouwd
te worden of met andere machines geassembleerd te worden
teneinde“eenmachine”opgrondvan deRichtln98/37/EGte
vormen, en dat alleen in combinatie met andere onderdelen op
demanierzoalsdatindezehandleidingbeschrevenis.Zoalsdat
voorzienisindeRichtln98/37/EGwordtervoorgewaarschuwd
dathetnietgeoorloofdisditproductinbedrftestellenzolangde
fabrikant van de machine waarin dit product wordt opgenomen,
dezenietheeftgeïdenticeerdenconformdeRichtln98/37/EG
verklaard.
Bzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschikt-
heidvanditproductmetbetrekkingtotdeRichtln“Laagspanning”
73/23/EEGendedaaropvolgendewziging93/68/EEG:
•DitproductvoldoetaandeeisenvandeRichtln“Laagspanning”,
indienhetgebruiktwordtvoordetoepassingenindeconguratie
zoalsdatindezehandleidingmetaanwzingenvoorzienisenin
combinatie met de artikelen uit de productencatalogus van Nice
S.p.a. Het zou kunnen zn dat er niet aan deze eisen voldaan
wordt,alshetproductgebruikt wordtineen conguratie ofmet
andereproductendienietvoorzienzn;hetisverbodenhetpro-
duct in deze situaties te gebruiken zolang degene die de instal-
latieverrichtnietheeftgecontroleerdofhetaandeindeRichtln
gestelde eisen voldoet.
Bzondereaanbevelingentenaanzienvandegebruiksgeschiktheid
vanditproductmetbetrekkingtotdeRichtln“Elektromagnetische
Compatibiliteit”89/336/EEGendaaropvolgendewzigingen92/31/
EEGen93/68/EEG:
•DitproductvoldoetaandeeisenvandeRichtln“Laagspanning”,
indienhetgebruiktwordtvoordetoepassingenindeconguratie
zoalsdatindezehandleidingmetaanwzingenvoorzienisenin
combinatie met de artikelen uit de productencatalogus van Nice
S.p.a. Het zou kunnen zn dat er niet aan deze eisen voldaan
wordt,alshetproductgebruikt wordtineen conguratie ofmet
andereproductendienietvoorzienzn;hetisverbodenhetpro-
duct in deze situaties te gebruiken zolang degene die de instal-
latieverrichtnietheeftgecontroleerdofhetaandeindeRichtln
gestelde eisen voldoet.
1) Aanbevelingen
NL
76
DeelektronischekaartisgeschiktvoorhetaansturenvandewegbarrièremodellenWIL 4”enWIL 6”met24Vgelkstroommotor.
Deaandrfeenheidisuitgerustmeteindschakelaarsmeteensnelheidscontrolesysteem,datervoorzorgtdatdebewegingslimietenbereikt
wordenviaeenvertragingsfase;daarnaastwordtaltddebelastinggemeten,waaraandemotorgedurendedebewegingisblootgesteld,
zodat obstakels die de manoeuvre belemmeren snel worden gedetecteerd, waarna de beweging wordt omgekeerd.
Erznactiveringenmogelkin“handbediende”,“semi-automatische”of“automatische”modus;alsmedefunctiesals“SluitenmeteennaFoto
“of“Altdsluiten”,“Knipperlichtookinpauze”entweesoortenstoplichtfuncties;specialefunctiesmetvanhetoperationeletype“Geleidelke
start”en“Vertraging”standaardaanwezig,“Rem”vanhetcontextgevoeligetype,diealleeninwerkingtreedtalsonmiddellkonderbreking
van de beweging vereist is.
DeledOK(7)heeftdetaaktesignalerenofdeinternelogicagoedwerkt;deledbehoortmettussenpozenvanéénsecondeteknipperenen
geeftaandatdeinternemicroprocessoractiefisenopinstructieswacht.Beenveranderingvandestatusvandeingangenofvandedip-
schakelaarsvandefuncties(1)zaldeledtweemaalsnelknipperen,ookwanneerdieveranderinggeenonmiddellkeeffectenzalopleveren.
Wanneerdebesturingseenheidonderspanningstaat,gaandelampjes(16)opdeingangenbrandenalsdeinganginkwestieactiefisende
stuurspanning van 24 Vcc Vac hierop dus aanwezig is.
NormaalgesprokenzullendeledsopdeingangenvandeveilighedenSTOP,FOTOenFOTO2endieopdeeindschakelaarsaltdbranden,
terwldeledsopdestuuringangenSTAP-VOOR-STAP,OPENenSLUITnormaaluitzn.
Gedurendedebewegingwordtdedoordemotoropgenomenstroomgemeten,wanneerdezeeenbepaaldegrensoverschrdt(instelbaar
metdetrimmer), treedthetveiligheidssysteem inwerkingenwordtdebeweginggestopt,ook methulpvanderem(diehetresterende
gedeeltevandeverzameldekinetischeenergieelimineert);vervolgenswordt,indienéénvandeautomatischewerkingsmodiactiefis,een
beweging in tegengestelde beweging geactiveerd.
Omhetveiligheidsniveauteverhogenzal,indienhetSTOP_AMPÈREsysteemdriemaalachtereeninwerkingtreedtzonderdatooitéénvan
denatuurlkeeindpuntenvandebewegingwordtbereikt,eendenitieveSTOPwordenuitgevoerd.
1 Dip-schakelaar voor het selecteren van de functies
2 LedOK
3 Trimmer“I”STOP_AMPÈRE
4 Trimmer“TP”PAUZEDUUR
5 Trimmer“FL”WERKKRACHT
6 Trimmer“FR”VERTRAGINGSKRACHT
7 Microprocessor
8 ConnectorkaartOPLADEN
9 Connector eindschakelaar
10 Connector RADIO
11 Connector ingang radio
12 Klemmenstripingangen/uitgangen
13 Klemmenstripuitgangknipperlicht
14 Connector uitgang motor
15 Klemmenstripvoeding
16 Led voor signalering van de status van de ingangen
17 Zekering(3,15Aindien230Vac)of(5Aindien120
Vac)
18 Zekering8A
19 Zekering1A
2) Beschrving van het product en gebruiksbestemming
1
NL
77
2.1) Gebruikslimieten
Degegevensmetbetrekkingtotdeprestatiesvandeproductieskuntuinhoofdstuk“9Technischegegevens”vindenendatzndeenige
waardenwaarmeehetmogelkiscorrecttebeoordelenofhetproductvooreenbepaaldetoepassinggeschiktis.
2.2) Installatievoorbeeld
N.B.: Ditschemalaatslechtsééntoepassingvandebesturingseenheidzienendientalleenalsvoorbeeld.Alleeneenuitgebreiderisico-
analysevande“Machine”poorteneenjuistebeoordelingvandeverlangensvandeeindgebruikerkunnenvaststellenhoeveelenwelke
elementen er geïnstalleerd moeten worden.
1. Barrière WIL
2. Zuilkeuzeschakelaar
3. Sleutelschakelaar
4. Toetsenblok radio
5. Zuilfotocel
6. Stel fotocellen FOTO
7. Lichtsignalering
8. Lichtsignalering
9. Slagboom
10. Gevoelige rand op FOTO 1
11. Zelfklevendesignaleringsband
12. Knipperlicht
13. Antenne radio
14. Radiozender
2
2.3) Lst kabels
Ophetinstallatievoorbeeldopafbeelding2wordenookdekabelsaangegevendienoodzakelkznvoorhetaansluitenvandeverschillende
inrichtingen;intabel1wordendekenmerkenvandekabelsaangegeven.
!
De gebruikte kabels moeten geschikt zn voor het type installatie; zo bevelen we bvoorbeeld een kabel van het type H03VV-
F aan, wanneer die binnenshuis gebruikt wordt of van het type H07RN-F wanneer ze buitenshuis gebruikt wordt.
Opmerking 1: alsdevoedingskabeleenlengtevanmeerdan30mheeft,isereenkabelmeteengroteredoorsnedenodig,bvoorbeeld
3x2,5mm
2
endienteraardingindenabheidvandeautomatiseringplaatstevinden.
Aansluiting Type kabel Maximaal toegestane lengte
A: Leiding elektrische stroomvoorziening 1 kabel 3x1,5mm
2
30m(opmerking1)
B:Knipperlicht 1kabel2x0,5mm
2
20m
C: Antenne 1afgeschermdekabeltypeRG58 20m(aanbevolenlengteminderdan5m)
D: Fotocellen 1 kabel 2x0,25mm
2
(Tx) 30m
1 kabel 4x0,25mm
2
(Rx) 30m
E: Sleutelschakelaar 1 kabel 4x0,25mm
2
30m
F: Contactlijst 1 kabel 2x0,25mm
2
30m
G: Fotocel 1 kabel 2x0,25mm
2
30m
1 kabel 4x0,25mm
2
30m
Tabella 1: Lst kabels
NL
78
!
De installatie dient door gekwaliceerd personeel uitgevoerd te worden waarb de wetten, voorschriften en regels en wat
in deze aanwzingen staat, in acht dienen te worden genomen.
3) Installatie
3.1) Controles vooraf
Voordat u met de installatie begint, dient u onderstaande controles
uit te voeren:
Vergewis u ervan dat al het te gebruiken materiaal in een optimale
staat is en geschikt is voor gebruik alsook conform de voorschrif-
ten is.
• Controleer of de punten van bevestiging van de diverse inrichtin-
genzogekozenzndaterniettegenaangestotenkanwordenen
ofdebevestigingsvlakkensteviggenoegzn..
• Breng alleen in de onderkant van de besturingseenheid speci-
alekabelklemmenofdoorvoerbuizenaan;omgeenenkelereden
mogenerindezwandenofbovenwandboringengemaaktwor-
den. De kabels mogen de besturingseenheid alleen van beneden
af binnenkomen!
•Zorgervoordatergeenenkeldeelvanhetautomatismeinwater
of een andere vloeistof terecht kan komen.
• Houd uit de buurt van relevante warmtebronnen en open vuur.
Brengze ook nietinruimten waar ontplofngsgevaar bestaat of
waardeomgevingbzonderzuurofzoutis.
Anders zouden schade kunnen oplopen of zouden er storingen of
gevaarlkesituatieskunnenontstaan.
• Sluit de besturingseenheid aan op een toevoerleiding voorzien van
aarding.
• De leiding van de elektrische stroomvoorziening dient door een
adequate thermomagnetische en differentiaalschakelaar beveiligd
tezn
• Op de toevoerleiding van het elektriciteitsnet dient er een schei-
dingsschakelaar te worden aangebracht (met overspanningsca-
tegorie III, d.w.z. een afstand van tenminste 3,5 mm tussen de
contacten) of een gelkwaardig systeem, bvoorbeeld een con-
tactdoosmetbbehorendestekker. Als descheidingsschakelaar
niet in de buurt van de automatisering is, moet er een blokkerings-
systeemvoorzienworden,zodathetonmogelkisperongelukof
onbevoegd de aansluiting tot stand te brengen.
3.3) Schema voor de aansluitingen
Nadatudandebesturingseenheid,deaandrvingen,dedaarbbehorendebedieningselementen(sleutelschakelaaroftoetsenpanelen)envei-
ligheidselementen(noodstop,fotocellen,contactlstenenknipperlicht)hebtgeïnstalleerd,kuntuovergaantothetverrichtenvandeelektrische
aansluitingenvolgensonderstaandeaanwzingen.
!
Ombaansluitingswerkzaamhedenvancomponentenzoweloplaagspanning(230-120Vac)alsopzeerlagespanning(24V)ofbhet
aanbrengen van de verschillende kaarten, de veiligheid van de technicus te garanderen en schade aan de verschillende componenten te
voorkomen, geldt het volgende:
De besturingseenheid mag absoluut niet onder spanning staan.
WherinnerenuerbovendienaandatdeingangenvandecontactenvanhettypeNormaalgesloten(NC),indiennietgebruikt,viaeenbrug
verbondendienenteworden;alservoordezelfdeingangmeerderecontactenzn,danwordendieonderlingSERIEELgeschakeld,terwlde
ingangenvandecontactenvanhettypeNormaalopen(NO),indiennietgebruikt,onderlingPARALLELgeschakelddienenteworden.Hetis
absoluutnoodzakelkdathetmechanischecontactenznencontactenzonderenigepotentiaal;erzngeenaansluitingentoegestaanzoals
diewelkeals“PNP”,“NPN”,“OpenCollector”etc.etcgedenieerdworden.
Voerdenodigeaansluitingenuitvolgenshetschemavanafb.4endedaaropvolgendebeschrvingvandeaansluitingen.
!
Wherinnerenueraandaterpreciezeregelgevingisdienauwgezetopgevolgddienttewordenzowelvoorwatbetreftdeveiligheidvan
elektrische installaties als voor wat betreft de automatische poorten!
NL
79
3.4) Beschrving van de aansluitingen
Wegevenhierondereenbeknoptebeschrvingvanmogelkeexterneaansluitingenvandebesturingseenheid:
1-2 :230-120Vac =Elektrischevoeding230-120Vca50/60Hz
3-4 :Knipperlicht =Uitgangvooraansluitingopknipperlicht24Vcc,maximumvermogenvandelamp25W
5-6 :24Vcc =Uitgang24Vccvoorvoedinggebruikers(Foto,Radioetc.)maximaal200mA
7 :Gemeenschappelk =Gemeenschappelkvooralleingangen(alsGemeenschappelkkanookdeklem6wordengebruikt)
8 :Gebruikerslicht =Uitgangvoorgebruikerslicht24Vcc,maximumvermogenvandeuitgang10W
9 :LampjeP.O.(S.C.A.) =UitgangvoorlampjePoortOpen24Vcc,maximumvermogenvanhetlampje10W
10 :Stop =IngangmetSTOPfunctie(Noodstop,vergrendelingofextremeveiligheid)
11 :Foto =Ingangvoorveiligheidsinrichtingen(fotocellen,contactlsten)
12 :Foto2 =Ingangvoorveilighedenmetactiveringinopeningsfase(fotocellen,contactlsten)
13 :Stap-voor-stap =Ingangvoorcyclischewerking(OPENSTOPSLUITSTOP)
14 :Open-Klok =Ingangvooropening(eventueelaangestuurddooreenklok)
15 : Sluit = Ingang voor sluiting
: Antenne = Ingang voor antenne radio-ontvanger
De overige aansluitingen worden reeds in de fabriek tot stand gebracht, voor alle compleetheid volgt hier een overzicht van deze aansluitin-
gen:
PRIM. TRANSF. = Primair voedingstransformator
SEC. TRANSF. = Secundair voedingstransformator
MOTOR =Uitgangvoormotoraansluiting24Vcc
Op de besturingseenheid zitten nog twee andere aansluitingen, die voor de volgende optionele kaarten gebruikt kunnen worden:
RADIO = Aansluiting voor door Nice geproduceerde radio-ontvangers
OPLADEN =Aansluitingvoorkaartbatteroplader
Antenne
OK
FCA
FCC
OPLADEN
RADIO
Sluit
Open-Klok
Stap-voor-stap
Foto2
Foto
Stop
Lampje P.O. (S.C.A.)
Gebruikerslicht
Gemeenschappelijk
24 Vcc
max 200 mA
Knipperlicht 24 Vcc
max 25 W
230 Vac
50-60 Hz
Primair voedingstransformator Secundair voedingstransformator
3
NL
80
N.B.: Deafstellingvandetrimmers(FL)en(FR)veroorzaakteenveranderingvandesnelheidvandebarrièredieinverbandstaatmetde
KRACHT.NaarmatedeKRACHTafneemt,zaldusookdesnelheidafnemen.
I TotslotmoetudetrimmerSTOP_AMPÈREzodanigafstellen,dathetopamperometrischefrictiegebaseerdesysteemvoordetectievan
obstakels in werking treedt zo gauw er een tegenwerkende kracht op de slagboom wordt uitgeoefend.
Het systeem van amperometrische frictie werkt in beide beweegrichtingen.
TPAlsudeautomatischewerkingsmodusheeftgeselecteerd(dipschakelaar2opOn),vindternaaoopvaneenopeningsmanoeuvreeen
“pauze”plaats,waarnaautomatischeensluitmanoeuvreuitgevoerdwordt.Detdwaarinopenblft,kuntumetbehulpvandedaarvoor
bestemdetrimmerPAUZEDUURafstellen;detdsduurhiervankanzolangznalsuwilt,zonderenigebeperking.Eenautomatische
sluitmanoeuvremetdaarnadedesbetreffendepauzewordtookgeactiveerdbsemi-automatischewerkingsmoduswanneereenveilig-
heidsinrichtingbeensluitmanoeuvreeenomkeringvandebewegingsrichtingveroorzaakt.
4) Afstellingen
FL ViadeafstellingvandetrimmerWERKKRACHTkande
snelheid van de barrière worden geregeld.
FRDoorafstellingvandetrimmerVERTRAGINGSKRACHT
kan de gewenste duwkracht worden afgesteld; de
vertragingsfase moet zodanig worden geregeld dat
de slagboom de stoppunten zo “zacht” mogelk en
zonder schokken bereikt. Het spreekt vanzelf dat
hierb een perfecte afstelling van de balansveer van
fundamenteel belang is.
4.1) Werkingsmodi
Bwerkingindehandbediendemodus,zorgtdeingangOPENvoor
debewegingtotaanhetopeningspunt, de ingang SLUIT voor de
beweging tot aan het sluitpunt, STAP-VOOR-STAP voor een beur-
telingsopenendeensluitendebeweging;zogauwdeinganggeen
instructie meer ontvangt, stopt de beweging. B de openingsma-
noeuvre zal de beweging stoppen wanneer het maximaal toegesta-
ne openingspunt wordt bereikt of wanneer er geen toestemming van
FOTO2is;bdesluitmanoeuvredaarentegenstoptdebewegingop
het maximaal toegestane sluitpunt of wanneer er geen toestemming
van FOTO is. Activering van STOP zal zowel b de openings- als
desluitmanoeuvretotonmiddellkeonderbrekingvandebeweging
leiden. Nadat de beweging eenmaal gestopt is, dient de instructie
opdeingangtewordenbeëindigdalvorenseennieuwebeweging
te kunnen starten.
Bwerkinginéén vandeautomatischemodi(semi-automatisch–
automatischenaltdsluiten)veroorzaakteeninstructieopdeingang
OPEN de openingsmanoeuvre, als de instructie aanhoudt (KLOK)
ophetmomentdatdeopeningsmanoeuvrevoltooidis,blftdeslag-
boom “bevroren”in een oneindige pauze; pas b beëindiging van
de instructie kan de slagboom weer gesloten worden. De stuurim-
pulsenopdeingangSLUITveroorzakendesluiting,alsdeinstructie
aanwezigblft,zaldeslagboomgeblokkeerdblvenindesluitstand
totdeinstructiebeëindigdwordt,pasdaarnakanhweergeopend
worden.EenimpulsopSTAP-VOOR-STAPveroorzaaktbeurtelings
sluiting of opening.
EentweedeimpulsopSTAP-VOOR-STAPofopdezelfdeingangdie
de beweging gestart heeft, veroorzaakt een Stop.
Zowelindeopenings-alsindesluitmanoeuvreveroorzaaktactive-
ringvanSTOPeenonmiddellkeonderbrekingvandebeweging.
B de openingsmanoeuvre heeft de activering van FOTO geen
effect,terwlFOTO2eenomkeringvandebewegingveroorzaakt;
b de sluitmanoeuvre veroorzaakt de activering van FOTO een
omkering van de beweging en daarna een nieuwe pauze, tot slot
een sluitbeweging. Indien aan het begin van de beweging van de
openingsmanoeuvre FOTO geen toestemming geeft, wordt de ope-
ningsmanoeuvre geannuleerd.
Indien de automatische werkingsmodus geactiveerd is, zal na een
openingsmanoeuvre een pauze worden ingelast. Hierna volgt een
sluitmanoeuvre. Indien gedurende de pauze FOTO wordt geac-
tiveerd, zal de timer opnieuw gezet worden met een nieuwe td;
indien men gedurende de pauze daarentegen STOP activeert, wordt
de sluitfunctie op nul gezet en wordt overgegaan naar een STOP-
status.
De besturingseenheid beschikt over een reeks microschakelaars
waarmee u de verschillende functies kunt activeren teneinde de
installatiezogoedmogelkopdeeisenvandegebruikeraftestem-
menendezeb de verschillende gebruikswzen zo veiligmogelk
te maken. Alle functies worden geactiveerd door de desbetreffende
dipschakelaaropdestand“On”tezetten,terwlzenietingescha-
keldzn,wanneerdedesbetreffendedipschakelaarop“Off”staat;
sommigefunctieshebbengeenonmiddellkedoelmatigheidenheb-
ben alleen onder bepaalde omstandigheden zin.
!
LETOP!sommigeprogrammeerbarefunctieshebben gevolgen
voor de veiligheidsaspecten; beoordeel zorgvuldig de gevolgen
van een bepaalde functie en controleer welke functie de grootst
mogelkeveiligheidbiedt.Bhetonderhoudvaneeninstallatiedient
u, voordat u een programmeerbare functie gaat wzigen, eerst te
beoordelen waarom er tdens de installeringsfase bepaalde keu-
zeszngemaakt,envervolgensnategaanofdeveiligheidbeen
nieuwe programmering afneemt.
5) Programmering
NL
81
5.1) Programmeerbare functies
Schakelaar1-2:OffOff =“Handbediende”manoeuvre(persoonaanwezig)
OnOff =“Semi-automatische”manoeuvre
OffOn =“Automatische”manoeuvre(automatischsluiten)
OnOn =“Automatischemanoeuvre+Altdsluiten”
Schakelaar 3 On = Werking voor woonblok
Schakelaar 4 On = STOP annuleren in Stap-voor-stap cyclus
Schakelaar 5 On = Voorwaarschuwing
Schakelaar6 On =Knipperlichtookinpauze
Schakelaar7 On =SluitenmeteennaFoto(alleeninautomatischemodus)
Schakelaar8 On =Veiligheid(Foto)ookbopeningsmanoeuvre
Schakelaar9 On =LampjeP.Owordtstoplichtindemodus“eenrichtingverkeer”
Schakelaar10 On =Werkinginmodus“Stoplichtintweerichtingen”
5.2) Beschrving van de functies
Schakelaar 1-2: OffOff=“Handbediende”manoeuvre
(persoonaanwezig)
OnOff=“Semi-automatische”manoeuvre
OffOn=“Automatische”manoeuvre
(automatischsluiten)
OnOn=“Automatischemanoeuvre+
Altdsluiten”
In de “Handbediende” werking wordt de beweging slechts uitge-
voerdzolangdeinstructieaanwezigis(toetsingedrukt).
Inde“Semi-automatische”modusvolstaateenstuurimpulsenwordt
de volledige beweging uitgevoerd, tot het openings- of sluitpunt is
bereikt.Inde“Automatische”moduswordtmetslechtséénstuurim-
puls een openingsmanoeuvre uitgevoerd, vervolgens een pauze en
tot slot volgt automatisch de sluitmanoeuvre.
Defunctie“Altdsluiten”treedtalleeninwerkingindien,naeenkorte
stroomuitval,wordtgedetecteerddatdeslagboomnogopenis;in
dit geval wordt er automatisch een sluitmanoeuvre gestart, vooraf-
gegaan door 5 seconden voorwaarschuwing van het knipperlicht.
Schakelaar 3: On = Werking voor woonblok
In de werking voor een woonblok kan, nadat in de openingsma-
noeuvre eenmaal een beweging gestart is, bvoorbeeld met een
impuls op Stap-voor-stap, deze beweging tot aan het eind van de
openingsbeweging niet meer worden onderbroken door andere
stuurimpulsen.
Bde sluitmanoeuvreveroorzaakteennieuwe instructie een stop,
enonmiddellkdaarna een omkeringvan de beweging, die wordt
veranderd in opening.
Schakelaar 4: On = STOP annuleren in Stap-voor-stap cyclus
De Stap-voor-stap cyclus is normaal als volgt: OPEN - STOP -
SLUIT-STOP,maarmetdezefunctiegeactiveerdwordtdeStap-
voor-stapcyclus:OPEN-SLUIT–OPEN,deslagboomzaldusnooit
halverwegekunnen stoppen, maar alleen als h helemaal open of
helemaal gesloten is.
Schakelaar 5: On = Voorwaarschuwing
Vóór iedere beweging wordt het knipperlicht geactiveerd, vervolgens
zalna5seconden(2sec.indehandbediendemodus)debeweging
beginnen.
Schakelaar 6:On=Knipperlichtookinpauze
Normaal wordt het knipperlicht alleen geactiveerd gedurende de
beweging in de openings- of sluitmanoeuvre, deze functie voorziet
echterdathetknipperlichtookactiefblftgedurendedePauze,ten-
eindedestatusvan“ophandenzndesluiting”tesignaleren.
Schakelaar 7:On=SluitenmeteennaFoto(alleenindieninauto-
matischemodus:Sw2=On)
Deze functie maakt het mogelk de slagboom uitsluitend open te
houdenvoordetddienodigisvoorhetdoorrden,automatische
sluiting vindt altd plaats 5 seconden nadat de “Foto” niet meer
verduisterdis,onafhankelkvandegeprogrammeerdePauzeduur.
Schakelaar 8:On=Veiligheid(Foto)ookbopeningsmanoeuvre
Normaaltreedtdeveiligheid“Foto”alleeninwerkingindesluitma-
noeuvre,indiendeschakelaarN°8op“On”wordtgezetzalinwer-
kingtredingvandeveiligheidsinrichtingookbopeningsmanoeuvres
een onderbreking van de beweging veroorzaken; b werking in
Semi-automatische of Automatische modus zal de beweging in de
openingsmanoeuvre weer worden hervat zo gauw hiervoor toestem-
ming is gegeven door de veiligheidsinrichting.
Schakelaar 9:On=LampjeP.Owordtstoplichtindemodus“een-
richtingverkeer”
Als alternatief voor de functie van lampje S.C.A. kan de uitgang
hergeprogrammeerdworden,opdathdefunctievanstoplichtvoor
“eenrichtingsverkeer” verricht; dit komt er op neer dat de uitgang
uitgeschakeld is wanneer de slagboom gesloten of in sluitmanoeuvre
is, en ingeschakeld in de openingsmanoeuvre of wanneer de slag-
boom geopend is.
Op deze manier kan op de uitgang een indicatie van het type Groen
=Doorgangvrwordentoegepast.
Schakelaar 10:On=Werkinginmodus“Stoplichtintweerichtin-
gen”
Wanneerdefunctie“Stoplichtintweerichtingen”wordtgeactiveerd
doordeschakelaar10op“On”tezetten,vindenerindebesturings-
eenheid verschillende veranderingen plaats; OPEN wordt STAP-
VOOR-STAP2,terwldetweeuitgangenGebruikerslichtenLampje
S.C.A.respectievelkGroenlichtvoordeenerichtingenGroenlicht
voordeandererrichtingworden.Gezienhetspecialekaraktervan
defunctie,gevenweerhierondereenapartebeschrvingvan.
NL
82
Stoplicht in twee richtingen:
Defunctievanstoplichtintweerichtingenisinhoofdzaakgerichtopdebeheersingvandestroomvanvoertuigeninbeiderrichtingendoor
dedoordewegbarrièregecontroleerdedoorgang.Vooriedererrichtingwordteenandereinstructieingesteldvoordeopeningsmanoeuvre:
P.P.ombinnenterdenenP.P2(Open)omuitterden;vervolgenswordentweestoplichtengeïnstalleerd,metaandeuitgangenLampje
S.C.A. en Gebruikerslicht gekoppelde signaleringen Rood en Groen.
Normaalzndetweeuitgangenuitgeschakeld,enzoookdetweelichtenvandestoplichten;wanneereeninstructiewordtgegevenmet
P.P.ominterden,startdebewegingenwordtdeuitgangLampjeS.C.A.geactiveerd,enzoheeftmengroenlichtominterdenenrood
lichtomuitterden.AlsdaarentegendeinstructieomteopenenwordtgegevenmetP.P2,wordtdeuitgangGebruikerslichtgeactiveerd,
menheeftzogroenlichtomuitterdenenroodlichtominterden.Hetlichtblftgedurendedeheleopeningsfaseendedaaropvolgende
pauzefasebranden,indesluitfasedaarentegenwordenzoweldegroenealsderodelichtengeactiveerd(hetresultaatisgeel)omaante
gevendatergeenvoorrangmeerindedoorgangis(zietabel).
De twee uitgangen Lampje P.O en Gebruikerslicht kunnen rechtstreeks kleine 24 Vcc lampen aansturen, voor een totaal per uitgang van
maximaal 10 W. Als het nodig is om lampen met een groter vermogen te gebruiken, verdient het aanbeveling om relais te gebruiken die
worden aangestuurd door de uitgangen van de besturingseenheid en die op hun beurt de lampen van het stoplicht aansturen.
Rood Groen Betekenis:
OFF OFF Slagboom gesloten, doorgang in beide richtingen belemmerd
OFF ON Slagboom open, doorgang vrij
ON OFF Slagboom open, doorgang bezet
ON ON Slagboom in sluitmanoeuvre of doorgang niet gecontroleerd
STOPLICHT
Lampen Max 5W
INSTRUCTIE
P. P.
INSTRUCTIE
P. P. 2
IN TE
WIL
Lampje P.O. (S.C.A.) (9)
Gebruikerslicht (8)
UIT TE
!
Ditisdebelangrkstefasebdeaanlegvandeautomatisering
teneindeeenzogrootmogelkeveiligheidtegaranderen.Deeind-
test kan ook als periodieke controle voor de verschillende inrichtin-
gen van de automatisering gebruikt worden.
De eindtest van de gehele installatie dient door ervaren en gekwali-
ceerdetechniciverrichtteworden.Zmoetenookbepalenwelke
testsinfunctievandebestaanderisico’snoodzakelkznencon-
trolerenofdewettelkevoorschriften,regelgevingenregelsenmet
nameallevereistenvannormEN 12445, waarindetestmethodes
voor de controle van automatiseringen voor poorten bepaald zn,
inachtgenomenzn.Hetisraadzaaminhandbediendemoduste
werkenwaarballefunctiesgedeactiveerdzn(dipschakelaarOff);in
elkgevalkomtdemotorbdehandbediendemodusonmiddellktot
stilstand door de bedieningstoets los te laten.
Voorelkafzonderlkonderdeelvanhetautomatisme,zoalsbvoor-
beeldcontactlsten,fotocellen,noodstop,etc.iseenspeciekefase
indeeindtestvereist;voordezeinrichtingenzullendeproceduresuit
de desbetreffende handleidingen gevolgd moeten worden.
Controleer dat de voorschriften in deze handleiding en met name die
vervatinhoofdstuk1“Aanbevelingen”nauwgezetinachtgenomen
zn;
A)Controleer of de slagboom goed in balans is, stel eventueel de
balansveer af.
Ontgrendel de barrière met behulp van de hiervoor bestemde
sleutelencontroleerofdeslagboomznhelebewegingkanuit-
voerenzonderdathiervoorbzonderekrachtvereistis.
B)Zetdebesturingseenheidonderspanning,controleerdatertus-
sen de klemmetjes 1-2 en 1-3 een spanning van 230 / 120 Vca
staat en op de klemmetjes 21-22 van 24 Vcc.
Zodradebesturingseenheidonderspanningkomttestaan,moeten
de controlelampjes (leds) op de actieve ingangen gaan branden;
bovendienmoetbinnenenkeleogenblikkendeled“OK”regelmatig
beginnen te knipperen. Als dit niet allemaal gebeurt, dient u onmid-
dellk de stroomvoorziening te onderbreken en de aansluitingen
nauwkeuriger te controleren.
• Deled“OK”diezichmiddenopdekaartbevindt,heefttottaak
de status van de interne logica te signaleren: regelmatige knippe-
ren met 1 knippering per seconde geeft aan dat de interne micro-
6) Eindtest
NL
83
processor actief is en in afwachting van bedieningsopdrachten is.
Wanneer demicroprocessor eenwzigingin destatusvan een
ingang(zowelingangvanbedieningsopdrachtalsdipschakelaar
vandefuncties)constateert,zalhetlampjetweemaalsnelgaan
knipperen,ditookalsdewziginggeen onmiddellke gevolgen
heeft. Wanneer het lampje heel snel 3 seconden knippert, geeft
dit aan dat de besturingseenheid zojuist onder spanning is gezet
en bezig is met het uitvoeren van een test van de interne delen:
onregelmatig en niet constant knipperen geeft aan dat de test niet
tot een goed einde is gekomen en dat er dus een defect is.
C)Vergewisuernuvandatdeledshorendebdeingangenmet
contactenvan het type NC branden (alleveiligheidsinrichtingen
actief)endatdeledsbehorendebdeingangenvanhettypeNO
uitzn(geenenkelebedieningsopdrachtaanwezig);indienditniet
het geval is dient u te controleren of de verschillende inrichtingen
correctznaangeslotenengoedwerken
D)Controleerofalleveiligheidsinrichtingenvandeinstallatie(nood-
stop,fotocellen,pneumatischerandenetc.)goedwerken,telkens
wanneer die in werking treden, moeten de desbetreffende leds
STOP, FOTO of FOTO1 uitgaan.
• Ditiséénvandebelangrkstecontrolesendientuiterstaandach-
tig uitgevoerd te worden: van het correct functioneren van de
veiligheidsinrichtingen hangt heel de “actieve” veiligheid van de
machine poort af. Als het knipperlicht een uitstekend instrument
isomeengevaarlkesituatietesignalerenendekoppelbegren-
zers een waardevol middel vormen om de schade te beperken,
kan alleen een correcte installering van de veiligheidsinrichtingen
het automatisme blokkeren voordat het schade kan veroorzaken.
E) Nudientutecontrolerenofdemanoeuvreindegoederichting
plaats vindt d.w.z. te controleren of de door de besturingseenheid
doorgegeven manoeuvre overeenkomt met de daadwerkelk
door de vleugels uitgevoerde manoeuvre. Deze controle is van
fundamenteel belang, als de richting in bepaalde gevallen niet juist
is(bvoorbeeldindesemi-automatischemodus)zouhetkunnen
lkendatdepoortcorrectfunctioneert,wantdecyclusOPENis
gelkaandecyclusSLUITmethetfundamenteleverschilechter
dat de veiligheidsinrichtingen genegeerd zullen worden b de
sluitmanoeuvre-dienormaalgesprokendegevaarlksteis–en
bopeninginwerkingzullentredenwaardoorzeeenhersluiting
tegen het obstakel zullen veroorzaken met desastreuze gevolgen!
Blokkeer de barrière met de slagboom op 45° zodat h zich vr
kan bewegen in beide rrichtingen en geef vervolgens een korte
stuurimpulsopdeingangOPEN.Alsdeslagboomzichnunietheeft
bewogen in de openingsrichting, dient u als volgt te werk te gaan:
1) Schakeldeelektrischevoedingnaardebarrièreuit
2) Verwderdeconnector“MOTOR”ensteekhem180°gedraaid
terug
3) Verwder de connector “EINDSCHAKELAAR” en steek hem
180°gedraaidterug
Na de hier beschreven stappen te hebben uitgevoerd, opnieuw pro-
berenofdedraairichtingnucorrectisdoordeinpunt“E”beschre-
ven handeling te herhalen.
N.B.:
wanneer de beweegrichting wordt omgekeerd, dienen alle drie
de hierboven beschreven handelingen te worden uitgevoerd. Als
bvoorbeeld alleen de connector “MOTOR” wordt gedraaid en de
connector“EINDSCHAKELAAR”niet,veroorzaaktmen een fout in
het vertragingssysteem. In dit geval wordt de motor bvoorbeeld
aangestuurd in de openingsmanoeuvre, maar wordt de eindscha-
kelaar FCA nooit bereikt, waardoor de slagboom het openingspunt
opmaximalekrachtbereikt;vervolgenstreedthetamperometrische
detectiesysteem in werking en keert de motor om, zodat er een
nieuwe manoeuvre wordt uitgevoerd, ook deze weer verkeerd.
F) Nadatualleaansluitingengecontroleerdhebtennagegaanhebt
of de draairichting van de motoren in orde is, kunt u een volledige
manoeuvrevandeaandrvingentesten;hetverdientaanbeveling
altdindehandbediendemodustewerkenwaarballefuncties
gedeactiveerd zn. Indien u als bedieningsopdracht de ingang
Stap-voor-Stap gebruikt, zal de eerste manoeuvre (nadat u de
installatieaangezethebt)eenopeningsmanoeuvrezn.
Verplaats de slagboom met behulp van de stuuringangen tot het
openingspunt, op ongeveer 20° vóór het stoppunt moet de eind-
schakelaarFCAinwerkingtredenende“vertragingsfase”activeren,
zodat het voorziene stoppunt op lagere snelheid wordt bereikt.
Voer vervolgens een sluitbeweging uit, tot het sluitpunt bereikt wordt,
ook in dit geval moet de eindschakelaar FCC in werking treden en
de vertragingsfase activeren 20° voordat de beweging stopt. Test
nu de inwerkingtreding van de veiligheidsinrichtingen, FOTO heeft
geen effect gedurende de openingsmanoeuvre, in de sluitmanoeuvre
veroorzaakthhetstoppenvandeslagboom;FOTO2heeftgeen
effect gedurende de sluitmanoeuvre, in de openingsmanoeuvre
veroorzaakth het stoppen van de slagboom. De inrichtingen die
znaangeslotenopdeingangSTOPwerkenzowelbdeopenings-
alsbdesluitmanoeuvreenveroorzakenaltdhetstoppenvande
slagboom.
G)Alsgevaarlkesituatieswelkedoordebewegingvandevleugels
opgehevenzndoormiddelvanbeperkingvandestootkracht,
dient u deze kracht te meten volgens de voorschriften van
de norm EN 12445. Als de aansturing van het “Motorkracht”
gebruikt wordt als hulpmiddel voor het systeem om de stoot-
kracht terug te brengen, dient u dan die instelling te vinden, welke
de beste resultaten oplevert.
Op de kaart bevindt zich een trimmer waarmee de activeringsdrem-
pelvandefrictiekanwordenvastgelegd;dezemoetzodanigworden
afgestelddathinwerkingtreedtzogauweropdeslagboomeen
lichte kracht wordt uitgeoefend in de richting die tegengesteld is aan
de actuele beweging.
Omdebeginfasevandebeweging,diealtdeengrotervermogen
van de motor vraagt, te overwinnen, wordt het frictiesysteem STOP_
AMPÈREuitgeslotenindestartfasevandemotor;omheteffectvan
de afstelling op de trimmer te beoordelen, dient dus gewacht te wor-
den tot de beweging in gang is gezet en de slagboom de standaard
snelheid heeft bereikt.
Aandacht dient ook te worden besteed aan het feit dat, om veilig-
heidsredenen, de beweging wordt gestopt zonder dat de omkering
wordt uitgevoerd in het geval de frictie drie maal achtereen in wer-
king treedt.
Indien de automatische werkingsmodus wordt geselecteerd, wordt
aan het eind van de openingsmanoeuvre een “pauze” ingelast,
nadat deze is verstreken wordt automatisch een sluitmanoeuvre
uitgevoerd. De pauzeduur kan worden ingesteld met de voor dit
doel bestemde trimmer PAUZEDUUR. De pauze wordt ook in de
beweging in semi-automatische modus geactiveerd wanneer, in de
sluitmanoeuvre, de inwerkingtreding van een veiligheidsinrichting of
vandeSTOP_AMPÈREfrictieeenomkeringvandebewegingver-
oorzaakt, die wordt veranderd in opening.
NL
84
6.1) Inbedrfstelling
Inbedrfstellingkanalleenplaatsvindennadatallefasenvandeeind-
test van de besturingseenheid en de andere aanwezige inrichtingen
metsuccesznafgesloten.Gedeeltelkeinbedrfstellingofinbedrf-
stellingin“tdelke”situatiesisniettoegestaan.
1. Maak een technisch dossier van de automatisering en bewaar
dat tenminste 10 jaar, dat tenminste bestaat uit: de overzichtste-
kening van de automatisering, het elektrische bedradingsschema,
een analyse van de risico’s en de toegepaste oplossing daarvoor,
de conformiteitsverklaringen van alle fabrikanten voor alle gebruikte
inrichtingen (gebruik voor WIL de bgevoegde EG-Verklaring van
overeenstemming); kopie van de gebruiksaanwzingen en het
onderhoudsplan van de automatisering.
2. Breng op de poort een plaatje aan met daarop tenminste de
volgende gegevens: type automatisering, naam en adres van de
fabrikant(verantwoordelkvoorde “inbedrfstelling”),serienummer,
bouwjaaren“CE”-keurmerk.
3.Brengindenabheidvandepoorteennietteverwderenetiket
ofplaatjeaanwaaropdehandelingenznaangegevenvoorhetont-
grendelen en handmatig bewegen van de deur
4. Stel de verklaring van overeenstemming voor de automatisering
op en geef ze aan de eigenaar van de automatisering.
5. Maak de handleiding “Aanwzingen en aanbevelingen voor het
gebruikvandeautomatisering”engeefdieaandeeigenaarvande
automatisering.
6.Stel een onderhoudsplan (met daarin devoorschriften voor het
onderhoudvanalleinrichtingenvandeautomatisering)opengeef
dit aan de eigenaar van de automatisering.
7.Informeervóórdeinbedrfstellingvandeautomatiseringdeeige-
naaruitvoerigenschriftelk(bvoorbeeldindehandleidingmetaan-
wzingenenaanbevelingenvoorhetgebruikvandeautomatisering)
over de nog aanwezige gevaren en risico’s.
7.1) Onderhoud
Om de veiligheid op een constant niveau te houden en een zo lang
mogelkelevensduurvandegeheleautomatiseringtewaarborgen
is regelmatig onderhoud vereist.
Het onderhoud moet uitgevoerd worden met volledige inacht-
neming van de veiligheidsvoorschriften van deze handleiding
en volgens de van kracht znde wettelke voorschriften en
regelgeving.
VolgvoordeinrichtingendieniettotWILbehorendeaanwzingen
van het desbetreffende onderhoudsplan daarvoor op.
1.Eriseengeprogrammeerdeonderhoudsbeurtvereistdieopzn
minst binnen 6 maanden of 10.000 manoeuvres na de vorige onder-
houdsbeurt uitgevoerd moet worden.
2. Koppelallebronnenvanelektrischestroomvoorzieninglos.
3. Controleer alle materialen waaruit de automatisering bestaat op
kwaliteitsverminderingenletdaarbvooralopaantastingofroestvor-
mingvandestructureledelen;vervangdiedelenwelkeonvoldoende
garantie bieden.
4. Controleer de staat van sltage van alle bewegende delen:
telescooparmen, kabels van de tegengewichten en alle delen van
de vleugel; vervang de versleten onderdelen. Sluit de elektrische
stroomvoorziening weer aan en voer alle test en controles uit zoals
dieinparagraaf“6Eindtest”voorzienzn.
!
In dit hoofdstuk vindt u de benodigde informatie voor uitvoering van het onderhoudsplan en de afvalverwerking.
7) Onderhoud en afvalverwerking
7.2) Afvalverwerking
Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen de
ontmantelingswerkzaamheden,zoals dit ook b de installatiewerk-
zaamhedenhetgevalis, door gekwaliceerdpersoneeluitgevoerd
te worden. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen,
waarvan sommige gerecycleerd kunnen worden. Win inlichtingen
over de methoden van hergebruik of afvalverwerking in en houd u
aandeplaatselkvankrachtzndevoorschriften.
!
Sommige delen van het product kunnen vervuilende of
gevaarlke stoffen bevatten; als die in het milieu terecht zou-
den komen, zouden ze schadelke gevolgen voor het milieu
en de menselke gezondheid kunnen veroorzaken.
Zoals u kunt zien aan het symbool op
afbeelding is het verboden dit product
met het gewone huisvuil weg te gooien.
Scheid uw afval voor verwerking op een
manierzoalsdieindeplaatselkeregel-
gevingvoorzienis;ofleverhetproductb
uw leverancier in wanneer u een nieuw
gelksoortigproductkoopt.
De plaatselke regelgeving kan in zwarestraffenvoorzien in geval
van illegale dumping van dit product.
NL
85
KAART “RADIO”
In de besturingseenheid bevindt zich een insteekcontact voor het
insteken van een stekker voor het insteken van een radiokaar met
een SM-contact, waardoor het mogelk is de ingangen van de
besturingseenheid op afstand via een zender aan te sturen.
uitgang 1 P. P.
uitgang 2 Stop
uitgang 3 Open
uitgang 4 Sluit
KAART “OPLADEN” ook voor batterijvoeding
De wegbarrière “WIL” beschikt over een stekkertransformator die
geschikt is voor de energiebehoefte van de motor en de elektro-
nische kaart, op een wijze dat het geheel rechtstreeks via het
elektriciteitsnet gevoed kan worden.Mocht u willen dat het systeem
ook zonder netstroom werkt, dan is het noodzakelijk een geschikte
batterij en de bijbehorende kaart batterijoplader toe te voegen.
De batterij moet in de daartoe bestemde opening worden geplaatst
aan de buitenkant van de plastic box, die de kaart van de reductie-
motor beschermt en is aangesloten op de twee klemmen van de
kaart batterijoplader, terwijl deze laatste moet worden aangesloten
op de speciale connector op de besturingseenheid.
Raadpleeg de productencatalogus van Nice S.p.a. voor een volledig
enbgewerktoverzichtvandeaccessoires.
8) Accessoires
TeneindehaarproductensteedsmeertevervolmakenbehoudtNICES.p.a.zichhetrechtvooropelkgewenstmomentenzondervoorbe-
richtwzigingeninhaarproductenaantebrengen,waarbfunctionaliteitengebruiksbestemmingechtergehandhaafdblven.
Alletechnischegegevenshebbenbetrekkingopeenomgevingstemperatuurvan20°C(±5°C).
9) Technische gegevens
VoedingWIL4–WIL6 230Vac±10%,50-60Hz
VoedingWIL4/V1–WIL6/V1 120Vac±10%,50-60Hz
Batterijvoeding 21÷28Vcc(capaciteit>6Ah)
Max. stroom gebruikers 24 Vcc 200 mA
Maximumvermogenknipperlicht 25W(24Vcc)
Maximumvermogengebruikerslicht 10W(24Vcc)
MaximumvermogenPOlampje 10W(24Vcc)
Max.aantalcycliperuur ONBEPERKT
Max.aantalopeenvolgendecycli ONBEPERKT
Pauzeduur 3 seconden tot 120 seconden
Duur gebruikerslicht 60 seconden
Bedrijfstemperatuur -20÷70°C
Afmetingen: 280 x 220 x 110 mm
Gewicht 3,7 kg
Beschermingsklasse IP55(metintactehouder)
NL

Documenttranscriptie

WIL Control unit EN - Instructions and warnings for installation and use IT - Istruzioni ed avvertenze per l’installazione e l’uso FR - Instructions et avertissements pour l’installation et l’utilisation ES - Instrucciones y advertencias para la instalación y el uso DE - Installierungs-und Gebrauchsanleitungen und Hinweise PL - Instrukcje i ostrzeżenia do instalacji i użytkowania NL - Aanwijzingen en aanbevelingen voor installatie en gebruik RU - Инструкции и важная информация для технических специалистов Inhoudsopgave: Pag. 1 Aanbevelingen 2 75 Beschrijving van het product en 5 Programmering 80 5.1 Programmeerbare functies 81 5.2 Beschrijving van de functies 81 NL gebruiksbestemming 76 2.1 Gebruikslimieten 77 6 Eindtest 82 2.2 Installatievoorbeeld 77 6.1 Inbedrijfstelling 84 2.3 Lijst van kabels 77 7 Onderhoud en afvalverwerking 84 3 Installatie 78 7.1 Onderhoud 84 7.2 Afvalverwerking 84 3.1 Controles vooraf 78 3.3 Schema van de aansluitingen 78 3.4 Beschrijving van de aansluitingen 79 8 Accessoires 84 4 Afstellingen 80 9 Technische gegevens 85 4.1 Werkingsmodi 80 74 1) Aanbevelingen ! Volgens de meest recente Europese wetgeving valt het aanleggen van een automatische deur of poort onder wat voorzien is in de Richtlijn 98/37/EG (Machinerichtlijn) en met name onder de normen: EN 13241-1 (geharmoniseerde norm); EN 12445; EN 12453 en EN 12635, waardoor het mogelijk is een verklaring van overeenstemming met de machinerichtlijnen af te geven. Verdere inlichtingen, richtlijnen ten aanzien van het vaststellen van risico’s en het samenstellen van het technische dossier zijn beschikbaar op:”www.niceforyou.com”. Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel dat voor de installatie bevoegd is. Behalve de specifieke los te halen bijlage welke de installateur dient te verzorgen, namelijk “Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker” kan andere informatie die in dit dossier is vervat, niet als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd! • Ieder ander gebruik dat niet voorzien is in deze aanwijzingen, is verboden; oneigenlijk gebruik kan gevaar opleveren of letsel en schade aan mensen en zaken veroorzaken. • Voordat u met de installatie begint, dient u een analyse van de risico’s te maken waarvan de lijst met essentiële veiligheidseisen zoals die in Bijlage I van de Machinerichtlijn zijn voorzien, deel uitmaakt; hierin geeft u de toegepaste oplossingen aan. Wij maken u erop attent dat de risicoanalyse één van de documenten is, die deel uit maken van het “technisch dossier” van de automatisering. • Controleer of er verdere inrichtingen nodig zijn om de automatisering op basis van de specifieke toepassingssituatie en aanwezige gevaren te completeren; u dient daarbij bijvoorbeeld risico’s op het gebied van botsen, beknelling, scharen, etc. en andere gevaren in het algemeen, in acht te nemen. • Breng geen wijzigingen aan onderdelen aan, indien dit niet in deze handleiding is voorzien. Dergelijke handelingen kunnen alleen maar storingen veroorzaken; NICE wijst elke aansprakelijkheid voor schade tengevolge van gewijzigde artikelen van de hand. • Zorg ervoor dat er tijdens het installeren niets, ook geen vloeistof, in de besturingseenheid of andere open inrichting kan komen; neem eventueel contact op het technisch servicecentrum van NICE; het gebruik in deze situaties kan een gevaarlijke situatie doen ontstaan. • Het automatisme mag niet gebruikt worden, voordat inbedrijfstelling heeft plaatsgevonden zoals dat in hoofdstuk: “6 Eindtest en inbedrijfstelling” is aangegeven. • De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal moet geheel en al volgens de plaatselijk geldende regels plaatsvinden. • Indien er zich een storing voordoet die u niet met behulp van de in deze handleiding vervatte informatie kunt oplossen, gelieve u contact op te nemen met de technische servicedienst van NICE. • Wanneer er een automatische schakelaar of zekering in werking is getreden, dient u de storing op te zoeken en die te verhelpen alvorens die terug te stellen. • Voordat u de interne klemmetjes onder de dekplaat aanraakt, dient u alle circuits van stroomtoevoer los te koppelen; indien dit niet te zien is, dient u een bord aan te brengen met de tekst:” LET OP ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN IN UITVOERING”. Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product met betrekking tot de “Machinerichtlijn” 98/37/EG (ex 89/392/ EEG): • Dit product wordt op de markt gebracht als een “machineonderdeel” en is er dus voor gemaakt om in een machine ingebouwd te worden of met andere machines geassembleerd te worden teneinde “een machine” op grond van de Richtlijn 98/37/ EG te vormen, en dat alleen in combinatie met andere onderdelen op de manier zoals dat in deze handleiding beschreven is. Zoals dat voorzien is in de Richtlijn 98/37/ EG wordt ervoor gewaarschuwd dat het niet geoorloofd is dit product in bedrijf te stellen zolang de fabrikant van de machine waarin dit product wordt opgenomen, deze niet heeft geïdentificeerd en conform de Richtlijn 98/37/ EG verklaard. Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product met betrekking tot de Richtlijn “Laagspanning” 73/23/ EEG en de daaropvolgende wijziging 93/68/ EEG: • Dit product voldoet aan de eisen van de Richtlijn “Laagspanning”, indien het gebruikt wordt voor de toepassing en in de configuratie zoals dat in deze handleiding met aanwijzingen voorzien is en in combinatie met de artikelen uit de productencatalogus van Nice S.p.a. Het zou kunnen zijn dat er niet aan deze eisen voldaan wordt, als het product gebruikt wordt in een configuratie of met andere producten die niet voorzien zijn; het is verboden het product in deze situaties te gebruiken zolang degene die de installatie verricht niet heeft gecontroleerd of het aan de in de Richtlijn gestelde eisen voldoet. NL Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor de veiligheid van de installatie. Alvorens u met de installatie gaat beginnen, dient u alle in deze handleiding vervatte aanwijzingen te lezen. Bewaar deze handleiding ook voor later gebruik. Met het oog op gevaarlijke situaties die zich tijdens de installatie en het gebruik kunnen voordoen, moeten ook tijdens de installatie de wetten, voorschriften en regels volledig in acht genomen worden. In dit hoofdstuk zullen algemene aanbevelingen gegeven worden; andere belangrijke aanbevelingen vindt u in de hoofdstukken “3.1 Controles vooraf”; “6 Eindtest en inbedrijfstelling”. Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product met betrekking tot de Richtlijn “Elektromagnetische Compatibiliteit” 89/336/ EEG en daaropvolgende wijzigingen 92/31/ EEG en 93/68/ EEG: • Dit product voldoet aan de eisen van de Richtlijn “Laagspanning”, indien het gebruikt wordt voor de toepassing en in de configuratie zoals dat in deze handleiding met aanwijzingen voorzien is en in combinatie met de artikelen uit de productencatalogus van Nice S.p.a. Het zou kunnen zijn dat er niet aan deze eisen voldaan wordt, als het product gebruikt wordt in een configuratie of met andere producten die niet voorzien zijn; het is verboden het product in deze situaties te gebruiken zolang degene die de installatie verricht niet heeft gecontroleerd of het aan de in de Richtlijn gestelde eisen voldoet. 75 2) Beschrijving van het product en gebruiksbestemming De elektronische kaart is geschikt voor het aansturen van de wegbarrière modellen “WIL 4” en “WIL 6” met 24 V gelijkstroommotor. De aandrijfeenheid is uitgerust met eindschakelaars met een snelheidscontrolesysteem, dat ervoor zorgt dat de bewegingslimieten bereikt worden via een vertragingsfase; daarnaast wordt altijd de belasting gemeten, waaraan de motor gedurende de beweging is blootgesteld, zodat obstakels die de manoeuvre belemmeren snel worden gedetecteerd, waarna de beweging wordt omgekeerd. Er zijn activeringen mogelijk in “handbediende”, “semi-automatische” of “automatische” modus; alsmede functies als “Sluiten meteen na Foto “of “Altijd sluiten”, “Knipperlicht ook in pauze” en twee soorten stoplichtfuncties; speciale functies met van het operationele type “Geleidelijke start” en “Vertraging” standaard aanwezig, “Rem” van het contextgevoelige type, die alleen in werking treedt als onmiddellijk onderbreking van de beweging vereist is. NL 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Dip-schakelaar voor het selecteren van de functies Led OK Trimmer “I” STOP_AMPÈRE Trimmer “TP” PAUZEDUUR Trimmer “FL” WERKKRACHT Trimmer “FR” VERTRAGINGSKRACHT Microprocessor Connector kaart OPLADEN Connector eindschakelaar Connector RADIO Connector ingang radio Klemmenstrip ingangen/uitgangen Klemmenstrip uitgang knipperlicht Connector uitgang motor Klemmenstrip voeding Led voor signalering van de status van de ingangen Zekering (3,15 A indien 230 Vac) of (5 A indien 120 Vac) Zekering 8 A Zekering 1 A 1 De led OK (7) heeft de taak te signaleren of de interne logica goed werkt; de led behoort met tussenpozen van één seconde te knipperen en geeft aan dat de interne microprocessor actief is en op instructies wacht. Bij een verandering van de status van de ingangen of van de dipschakelaars van de functies (1) zal de led tweemaal snel knipperen, ook wanneer die verandering geen onmiddellijke effecten zal opleveren. Wanneer de besturingseenheid onder spanning staat, gaan de lampjes (16) op de ingangen branden als de ingang in kwestie actief is en de stuurspanning van 24 Vcc Vac hierop dus aanwezig is. Normaal gesproken zullen de leds op de ingangen van de veiligheden STOP, FOTO en FOTO2 en die op de eindschakelaars altijd branden, terwijl de leds op de stuuringangen STAP-VOOR-STAP, OPEN en SLUIT normaal uit zijn. Gedurende de beweging wordt de door de motor opgenomen stroom gemeten, wanneer deze een bepaalde grens overschrijdt (instelbaar met de trimmer), treedt het veiligheidssysteem in werking en wordt de beweging gestopt, ook met hulp van de rem (die het resterende gedeelte van de verzamelde kinetische energie elimineert); vervolgens wordt, indien één van de automatische werkingsmodi actief is, een beweging in tegengestelde beweging geactiveerd. Om het veiligheidsniveau te verhogen zal, indien het STOP_AMPÈRE systeem drie maal achtereen in werking treedt zonder dat ooit één van de natuurlijke eindpunten van de beweging wordt bereikt, een definitieve STOP worden uitgevoerd. 76 2.1) Gebruikslimieten De gegevens met betrekking tot de prestaties van de producties kunt u in hoofdstuk “9 Technische gegevens” vinden en dat zijn de enige waarden waarmee het mogelijk is correct te beoordelen of het product voor een bepaalde toepassing geschikt is. NL 2.2) Installatievoorbeeld 2 1. Barrière WIL 2. Zuil keuzeschakelaar 3. Sleutelschakelaar 4. Toetsenblok radio 5. Zuil fotocel 6. Stel fotocellen FOTO 7. Lichtsignalering 8. Lichtsignalering 9. Slagboom 10. Gevoelige rand op FOTO 1 11. Zelfklevende signaleringsband 12. Knipperlicht 13. Antenne radio 14. Radiozender N.B.: Dit schema laat slechts één toepassing van de besturingseenheid zien en dient alleen als voorbeeld. Alleen een uitgebreide risicoanalyse van de “Machine” poort en een juiste beoordeling van de verlangens van de eindgebruiker kunnen vaststellen hoeveel en welke elementen er geïnstalleerd moeten worden. 2.3) Lijst kabels Op het installatievoorbeeld op afbeelding 2 worden ook de kabels aangegeven die noodzakelijk zijn voor het aansluiten van de verschillende inrichtingen; in tabel 1 worden de kenmerken van de kabels aangegeven. ! De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor het type installatie; zo bevelen we bijvoorbeeld een kabel van het type H03VVF aan, wanneer die binnenshuis gebruikt wordt of van het type H07RN-F wanneer ze buitenshuis gebruikt wordt. Tabella 1: Lijst kabels Aansluiting Type kabel Maximaal toegestane lengte A: Leiding elektrische stroomvoorziening 1 kabel 3x1,5mm2 30m (opmerking 1) B: Knipperlicht 1 kabel 2x0,5mm2 20m C: Antenne 1 afgeschermde kabel type RG58 20m (aanbevolen lengte minder dan 5m) D: Fotocellen 1 kabel 2x0,25mm2 (Tx) 30m 1 kabel 4x0,25mm2 (Rx) 30m E: Sleutelschakelaar 1 kabel 4x0,25mm2 30m F: Contactlijst 1 kabel 2x0,25mm2 30m G: Fotocel 1 kabel 2x0,25mm2 30m 1 kabel 4x0,25mm2 30m Opmerking 1: als de voedingskabel een lengte van meer dan 30 m heeft, is er een kabel met een grotere doorsnede nodig, bijvoorbeeld 3x2,5mm2 en dient er aarding in de nabijheid van de automatisering plaats te vinden. 77 3) Installatie ! De installatie dient door gekwalificeerd personeel uitgevoerd te worden waarbij de wetten, voorschriften en regels en wat in deze aanwijzingen staat, in acht dienen te worden genomen. 3.1) Controles vooraf NL Voordat u met de installatie begint, dient u onderstaande controles uit te voeren: • Vergewis u ervan dat al het te gebruiken materiaal in een optimale staat is en geschikt is voor gebruik alsook conform de voorschriften is. • Controleer of de punten van bevestiging van de diverse inrichtingen zo gekozen zijn dat er niet tegen aan gestoten kan worden en of de bevestigingsvlakken stevig genoeg zijn.. • Breng alleen in de onderkant van de besturingseenheid speciale kabelklemmen of doorvoerbuizen aan; om geen enkele reden mogen er in de zijwanden of bovenwand boringen gemaakt worden. De kabels mogen de besturingseenheid alleen van beneden af binnenkomen! • Zorg ervoor dat er geen enkel deel van het automatisme in water of een andere vloeistof terecht kan komen. • Houd uit de buurt van relevante warmtebronnen en open vuur. Breng ze ook niet in ruimten waar ontploffingsgevaar bestaat of waar de omgeving bijzonder zuur of zout is. Anders zouden schade kunnen oplopen of zouden er storingen of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. • Sluit de besturingseenheid aan op een toevoerleiding voorzien van aarding. • De leiding van de elektrische stroomvoorziening dient door een adequate thermomagnetische en differentiaalschakelaar beveiligd te zijn • Op de toevoerleiding van het elektriciteitsnet dient er een scheidingsschakelaar te worden aangebracht (met overspanningscategorie III, d.w.z. een afstand van tenminste 3,5 mm tussen de contacten) of een gelijkwaardig systeem, bijvoorbeeld een contactdoos met bijbehorende stekker. Als de scheidingsschakelaar niet in de buurt van de automatisering is, moet er een blokkeringssysteem voorzien worden, zodat het onmogelijk is per ongeluk of onbevoegd de aansluiting tot stand te brengen. 3.3) Schema voor de aansluitingen Nadat u dan de besturingseenheid, de aandrijvingen, de daarbijbehorende bedieningselementen (sleutelschakelaar of toetsenpanelen) en veiligheidselementen (noodstop, fotocellen, contactlijsten en knipperlicht) hebt geïnstalleerd, kunt u overgaan tot het verrichten van de elektrische aansluitingen volgens onderstaande aanwijzingen. ! Om bij aansluitingswerkzaamheden van componenten zowel op laagspanning (230 - 120 Vac ) als op zeer lage spanning (24 V) of bij het aanbrengen van de verschillende kaarten, de veiligheid van de technicus te garanderen en schade aan de verschillende componenten te voorkomen, geldt het volgende: De besturingseenheid mag absoluut niet onder spanning staan. Wij herinneren u er bovendien aan dat de ingangen van de contacten van het type Normaal gesloten (NC), indien niet gebruikt, via een brug verbonden dienen te worden; als er voor dezelfde ingang meerdere contacten zijn, dan worden die onderling SERIEEL geschakeld, terwijl de ingangen van de contacten van het type Normaal open (NO), indien niet gebruikt, onderling PARALLEL geschakeld dienen te worden. Het is absoluut noodzakelijk dat het mechanische contacten zijn en contacten zonder enige potentiaal; er zijn geen aansluitingen toegestaan zoals die welke als “PNP”, “NPN”, “Open Collector” etc. etc gedefinieerd worden. Voer de nodige aansluitingen uit volgens het schema van afb. 4 en de daaropvolgende beschrijving van de aansluitingen. ! Wij herinneren u er aan dat er precieze regelgeving is die nauwgezet opgevolgd dient te worden zowel voor wat betreft de veiligheid van elektrische installaties als voor wat betreft de automatische poorten! 78 3.4) Beschrijving van de aansluitingen We geven hieronder een beknopte beschrijving van mogelijke externe aansluitingen van de besturingseenheid: Antenne OK Sluit Open-Klok Stap-voor-stap Foto RADIO OPLADEN Foto2 Stop Lampje P.O. (S.C.A.) Gebruikerslicht Gemeenschappelijk 24 Vcc max 200 mA FCA Knipperlicht 24 Vcc max 25 W NL FCC 230 Vac 50-60 Hz 3 Secundair voedingstransformator 1-2 3-4 5-6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Primair voedingstransformator : 230 - 120 Vac : Knipperlicht : 24 Vcc : Gemeenschappelijk : Gebruikerslicht : Lampje P.O. (S.C.A.) : Stop : Foto : Foto2 : Stap-voor-stap : Open-Klok : Sluit = Elektrische voeding 230 - 120 Vca 50/60 Hz = Uitgang voor aansluiting op knipperlicht 24 Vcc, maximumvermogen van de lamp 25 W = Uitgang 24 Vcc voor voeding gebruikers (Foto, Radio etc.) maximaal 200 mA = Gemeenschappelijk voor alle ingangen (als Gemeenschappelijk kan ook de klem 6 worden gebruikt) = Uitgang voor gebruikerslicht 24 Vcc, maximumvermogen van de uitgang10 W = Uitgang voor lampje Poort Open 24 Vcc, maximumvermogen van het lampje10 W = Ingang met STOP functie (Noodstop, vergrendeling of extreme veiligheid) = Ingang voor veiligheidsinrichtingen (fotocellen, contactlijsten) = Ingang voor veiligheden met activering in openingsfase (fotocellen, contactlijsten) = Ingang voor cyclische werking (OPEN STOP SLUIT STOP) = Ingang voor opening (eventueel aangestuurd door een klok) = Ingang voor sluiting : Antenne = Ingang voor antenne radio-ontvanger De overige aansluitingen worden reeds in de fabriek tot stand gebracht, voor alle compleetheid volgt hier een overzicht van deze aansluitingen: PRIM. TRANSF. SEC. TRANSF. MOTOR = Primair voedingstransformator = Secundair voedingstransformator = Uitgang voor motoraansluiting 24 Vcc Op de besturingseenheid zitten nog twee andere aansluitingen, die voor de volgende optionele kaarten gebruikt kunnen worden: RADIO OPLADEN = Aansluiting voor door Nice geproduceerde radio-ontvangers = Aansluiting voor kaart batterijoplader 79 4) Afstellingen FL Via de afstelling van de trimmer WERKKRACHT kan de snelheid van de barrière worden geregeld. FR Door afstelling van de trimmer VERTRAGINGSKRACHT kan de gewenste duwkracht worden afgesteld; de vertragingsfase moet zodanig worden geregeld dat de slagboom de stoppunten zo “zacht” mogelijk en zonder schokken bereikt. Het spreekt vanzelf dat hierbij een perfecte afstelling van de balansveer van fundamenteel belang is. N.B.: De afstelling van de trimmers (FL) en (FR) veroorzaakt een verandering van de snelheid van de barrière die in verband staat met de KRACHT. Naarmate de KRACHT afneemt, zal dus ook de snelheid afnemen. I Tot slot moet u de trimmer STOP_AMPÈRE zodanig afstellen, dat het op amperometrische frictie gebaseerde systeem voor detectie van obstakels in werking treedt zo gauw er een tegenwerkende kracht op de slagboom wordt uitgeoefend. Het systeem van amperometrische frictie werkt in beide beweegrichtingen. NL TP Als u de automatische werkingsmodus heeft geselecteerd (dipschakelaar 2 op On), vindt er na afloop van een openingsmanoeuvre een “pauze” plaats, waarna automatisch een sluitmanoeuvre uitgevoerd wordt. De tijd waarin open blijft, kunt u met behulp van de daarvoor bestemde trimmer PAUZEDUUR afstellen; de tijdsduur hiervan kan zo lang zijn als u wilt, zonder enige beperking. Een automatische sluitmanoeuvre met daarna de desbetreffende pauze wordt ook geactiveerd bij semi-automatische werkingsmodus wanneer een veiligheidsinrichting bij een sluitmanoeuvre een omkering van de bewegingsrichting veroorzaakt. 4.1) Werkingsmodi Bij werking in de handbediende modus, zorgt de ingang OPEN voor de beweging tot aan het openingspunt, de ingang SLUIT voor de beweging tot aan het sluitpunt, STAP-VOOR-STAP voor een beurtelings openende en sluitende beweging; zo gauw de ingang geen instructie meer ontvangt, stopt de beweging. Bij de openingsmanoeuvre zal de beweging stoppen wanneer het maximaal toegestane openingspunt wordt bereikt of wanneer er geen toestemming van FOTO 2 is; bij de sluitmanoeuvre daarentegen stopt de beweging op het maximaal toegestane sluitpunt of wanneer er geen toestemming van FOTO is. Activering van STOP zal zowel bij de openings- als de sluitmanoeuvre tot onmiddellijke onderbreking van de beweging leiden. Nadat de beweging eenmaal gestopt is, dient de instructie op de ingang te worden beëindigd alvorens een nieuwe beweging te kunnen starten. Bij werking in één van de automatische modi (semi-automatisch – automatisch en altijd sluiten) veroorzaakt een instructie op de ingang OPEN de openingsmanoeuvre, als de instructie aanhoudt (KLOK) op het moment dat de openingsmanoeuvre voltooid is, blijft de slagboom “bevroren” in een oneindige pauze; pas bij beëindiging van de instructie kan de slagboom weer gesloten worden. De stuurimpulsen op de ingang SLUIT veroorzaken de sluiting, als de instructie aanwezig blijft, zal de slagboom geblokkeerd blijven in de sluitstand tot de instructie beëindigd wordt, pas daarna kan hij weer geopend worden. Een impuls op STAP-VOOR-STAP veroorzaakt beurtelings sluiting of opening. Een tweede impuls op STAP-VOOR-STAP of op dezelfde ingang die de beweging gestart heeft, veroorzaakt een Stop. Zowel in de openings- als in de sluitmanoeuvre veroorzaakt activering van STOP een onmiddellijke onderbreking van de beweging. Bij de openingsmanoeuvre heeft de activering van FOTO geen effect, terwijl FOTO 2 een omkering van de beweging veroorzaakt; bij de sluitmanoeuvre veroorzaakt de activering van FOTO een omkering van de beweging en daarna een nieuwe pauze, tot slot een sluitbeweging. Indien aan het begin van de beweging van de openingsmanoeuvre FOTO geen toestemming geeft, wordt de openingsmanoeuvre geannuleerd. Indien de automatische werkingsmodus geactiveerd is, zal na een openingsmanoeuvre een pauze worden ingelast. Hierna volgt een sluitmanoeuvre. Indien gedurende de pauze FOTO wordt geactiveerd, zal de timer opnieuw gezet worden met een nieuwe tijd; indien men gedurende de pauze daarentegen STOP activeert, wordt de sluitfunctie op nul gezet en wordt overgegaan naar een STOPstatus. 5) Programmering De besturingseenheid beschikt over een reeks microschakelaars waarmee u de verschillende functies kunt activeren teneinde de installatie zo goed mogelijk op de eisen van de gebruiker af te stemmen en deze bij de verschillende gebruikswijzen zo veilig mogelijk te maken. Alle functies worden geactiveerd door de desbetreffende dipschakelaar op de stand “On” te zetten, terwijl ze niet ingeschakeld zijn, wanneer de desbetreffende dipschakelaar op “Off” staat; sommige functies hebben geen onmiddellijke doelmatigheid en hebben alleen onder bepaalde omstandigheden zin. 80 ! LET OP! sommige programmeerbare functies hebben gevolgen voor de veiligheidsaspecten; beoordeel zorgvuldig de gevolgen van een bepaalde functie en controleer welke functie de grootst mogelijke veiligheid biedt. Bij het onderhoud van een installatie dient u, voordat u een programmeerbare functie gaat wijzigen, eerst te beoordelen waarom er tijdens de installeringsfase bepaalde keuzes zijn gemaakt, en vervolgens na te gaan of de veiligheid bij een nieuwe programmering afneemt. 5.1) Programmeerbare functies Schakelaar 1-2: Schakelaar 3 Schakelaar 4 Schakelaar 5 Schakelaar 6 Schakelaar 7 Schakelaar 8 Schakelaar 9 Schakelaar 10 Off Off On Off Off On On On On On On On On On On On = “Handbediende” manoeuvre (persoon aanwezig) = “Semi-automatische” manoeuvre = “Automatische” manoeuvre (automatisch sluiten) = “Automatische manoeuvre + Altijd sluiten” = Werking voor woonblok = STOP annuleren in Stap-voor-stap cyclus = Voorwaarschuwing = Knipperlicht ook in pauze = Sluiten meteen na Foto (alleen in automatische modus) = Veiligheid (Foto) ook bij openingsmanoeuvre = Lampje P.O wordt stoplicht in de modus “eenrichtingverkeer” = Werking in modus “Stoplicht in twee richtingen” 5.2) Beschrijving van de functies Schakelaar 3: On = Werking voor woonblok In de werking voor een woonblok kan, nadat in de openingsmanoeuvre eenmaal een beweging gestart is, bijvoorbeeld met een impuls op Stap-voor-stap, deze beweging tot aan het eind van de openingsbeweging niet meer worden onderbroken door andere stuurimpulsen. Bij de sluitmanoeuvre veroorzaakt een nieuwe instructie een stop, en onmiddellijk daarna een omkering van de beweging, die wordt veranderd in opening. Schakelaar 4: On = STOP annuleren in Stap-voor-stap cyclus De Stap-voor-stap cyclus is normaal als volgt: OPEN - STOP SLUIT - STOP, maar met deze functie geactiveerd wordt de Stapvoor-stap cyclus: OPEN - SLUIT – OPEN, de slagboom zal dus nooit halverwege kunnen stoppen, maar alleen als hij helemaal open of helemaal gesloten is. Schakelaar 7: On = Sluiten meteen na Foto (alleen indien in automatische modus: Sw 2 = On) Deze functie maakt het mogelijk de slagboom uitsluitend open te houden voor de tijd die nodig is voor het doorrijden, automatische sluiting vindt altijd plaats 5 seconden nadat de “Foto” niet meer verduisterd is, onafhankelijk van de geprogrammeerde Pauzeduur. Schakelaar 8: On = Veiligheid (Foto) ook bij openingsmanoeuvre Normaal treedt de veiligheid “Foto” alleen in werking in de sluitmanoeuvre, indien de schakelaar N° 8 op “On” wordt gezet zal inwerkingtreding van de veiligheidsinrichting ook bij openingsmanoeuvres een onderbreking van de beweging veroorzaken; bij werking in Semi-automatische of Automatische modus zal de beweging in de openingsmanoeuvre weer worden hervat zo gauw hiervoor toestemming is gegeven door de veiligheidsinrichting. NL Schakelaar 1-2: Off Off = “Handbediende” manoeuvre (persoon aanwezig) On Off = “Semi-automatische” manoeuvre Off On = “Automatische” manoeuvre (automatisch sluiten) On On = “Automatische manoeuvre + Altijd sluiten” In de “Handbediende” werking wordt de beweging slechts uitgevoerd zo lang de instructie aanwezig is (toets ingedrukt). In de “Semi-automatische” modus volstaat een stuurimpuls en wordt de volledige beweging uitgevoerd, tot het openings- of sluitpunt is bereikt. In de “Automatische” modus wordt met slechts één stuurimpuls een openingsmanoeuvre uitgevoerd, vervolgens een pauze en tot slot volgt automatisch de sluitmanoeuvre. De functie “Altijd sluiten” treedt alleen in werking indien, na een korte stroomuitval, wordt gedetecteerd dat de slagboom nog open is; in dit geval wordt er automatisch een sluitmanoeuvre gestart, voorafgegaan door 5 seconden voorwaarschuwing van het knipperlicht. Schakelaar 9: On = Lampje P.O wordt stoplicht in de modus “eenrichtingverkeer” Als alternatief voor de functie van lampje S.C.A. kan de uitgang hergeprogrammeerd worden, opdat hij de functie van stoplicht voor “eenrichtingsverkeer” verricht; dit komt er op neer dat de uitgang uitgeschakeld is wanneer de slagboom gesloten of in sluitmanoeuvre is, en ingeschakeld in de openingsmanoeuvre of wanneer de slagboom geopend is. Op deze manier kan op de uitgang een indicatie van het type Groen = Doorgang vrij worden toegepast. Schakelaar 10: On = Werking in modus “Stoplicht in twee richtingen” Wanneer de functie “Stoplicht in twee richtingen” wordt geactiveerd door de schakelaar 10 op “On” te zetten, vinden er in de besturingseenheid verschillende veranderingen plaats; OPEN wordt STAPVOOR-STAP 2, terwijl de twee uitgangen Gebruikerslicht en Lampje S.C.A. respectievelijk Groen licht voor de ene richting en Groen licht voor de andere rijrichting worden. Gezien het speciale karakter van de functie, geven we er hieronder een aparte beschrijving van. Schakelaar 5: On = Voorwaarschuwing Vóór iedere beweging wordt het knipperlicht geactiveerd, vervolgens zal na 5 seconden (2 sec. in de handbediende modus) de beweging beginnen. Schakelaar 6: On = Knipperlicht ook in pauze Normaal wordt het knipperlicht alleen geactiveerd gedurende de beweging in de openings- of sluitmanoeuvre, deze functie voorziet echter dat het knipperlicht ook actief blijft gedurende de Pauze, teneinde de status van “op handen zijnde sluiting” te signaleren. 81 Stoplicht in twee richtingen: De functie van stoplicht in twee richtingen is in hoofdzaak gericht op de beheersing van de stroom van voertuigen in beide rijrichtingen door de door de wegbarrière gecontroleerde doorgang. Voor iedere rijrichting wordt een andere instructie ingesteld voor de openingsmanoeuvre: P.P. om binnen te rijden en P.P 2 (Open) om uit te rijden; vervolgens worden twee stoplichten geïnstalleerd, met aan de uitgangen Lampje S.C.A. en Gebruikerslicht gekoppelde signaleringen Rood en Groen. Normaal zijn de twee uitgangen uitgeschakeld, en zo ook de twee lichten van de stoplichten; wanneer een instructie wordt gegeven met P.P. om in te rijden, start de beweging en wordt de uitgang Lampje S.C.A. geactiveerd, en zo heeft men groen licht om in te rijden en rood licht om uit te rijden. Als daarentegen de instructie om te openen wordt gegeven met P.P 2, wordt de uitgang Gebruikerslicht geactiveerd, men heeft zo groen licht om uit te rijden en rood licht om in te rijden. Het licht blijft gedurende de hele openingsfase en de daaropvolgende pauzefase branden, in de sluitfase daarentegen worden zowel de groene als de rode lichten geactiveerd (het resultaat is geel) om aan te geven dat er geen voorrang meer in de doorgang is (zie tabel). Rood OFF OFF ON ON Groen Betekenis: OFF Slagboom gesloten, doorgang in beide richtingen belemmerd ON Slagboom open, doorgang vrij OFF Slagboom open, doorgang bezet ON Slagboom in sluitmanoeuvre of doorgang niet gecontroleerd De twee uitgangen Lampje P.O en Gebruikerslicht kunnen rechtstreeks kleine 24 Vcc lampen aansturen, voor een totaal per uitgang van maximaal 10 W. Als het nodig is om lampen met een groter vermogen te gebruiken, verdient het aanbeveling om relais te gebruiken die worden aangestuurd door de uitgangen van de besturingseenheid en die op hun beurt de lampen van het stoplicht aansturen. Lampje P.O. (S.C.A.) (9) NL Gebruikerslicht (8) STOPLICHT Lampen Max 5W INSTRUCTIE P.P. IN TE WIL UIT TE INSTRUCTIE P.P.2 6) Eindtest ! Dit is de belangrijkste fase bij de aanleg van de automatisering teneinde een zo groot mogelijke veiligheid te garanderen. De eindtest kan ook als periodieke controle voor de verschillende inrichtingen van de automatisering gebruikt worden. De eindtest van de gehele installatie dient door ervaren en gekwalificeerde technici verricht te worden. Zij moeten ook bepalen welke tests in functie van de bestaande risico’s noodzakelijk zijn en controleren of de wettelijke voorschriften, regelgeving en regels en met name alle vereisten van norm EN 12445, waarin de testmethodes voor de controle van automatiseringen voor poorten bepaald zijn, in acht genomen zijn. Het is raadzaam in handbediende modus te werken waarbij alle functies gedeactiveerd zijn (dipschakelaar Off); in elk geval komt de motor bij de handbediende modus onmiddellijk tot stilstand door de bedieningstoets los te laten. Voor elk afzonderlijk onderdeel van het automatisme, zoals bijvoorbeeld contactlijsten, fotocellen, noodstop, etc. is een specifieke fase in de eindtest vereist; voor deze inrichtingen zullen de procedures uit de desbetreffende handleidingen gevolgd moeten worden. 82 Controleer dat de voorschriften in deze handleiding en met name die vervat in hoofdstuk 1 “Aanbevelingen” nauwgezet in acht genomen zijn; A) Controleer of de slagboom goed in balans is, stel eventueel de balansveer af. Ontgrendel de barrière met behulp van de hiervoor bestemde sleutel en controleer of de slagboom zijn hele beweging kan uitvoeren zonder dat hiervoor bijzondere kracht vereist is. B) Zet de besturingseenheid onder spanning, controleer dat er tussen de klemmetjes 1-2 en 1-3 een spanning van 230 / 120 Vca staat en op de klemmetjes 21-22 van 24 Vcc. Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, moeten de controlelampjes (leds) op de actieve ingangen gaan branden; bovendien moet binnen enkele ogenblikken de led “OK” regelmatig beginnen te knipperen. Als dit niet allemaal gebeurt, dient u onmiddellijk de stroomvoorziening te onderbreken en de aansluitingen nauwkeuriger te controleren. • De led “OK” die zich midden op de kaart bevindt, heeft tot taak de status van de interne logica te signaleren: regelmatige knipperen met 1 knippering per seconde geeft aan dat de interne micro- C) Vergewis u er nu van dat de leds horende bij de ingangen met contacten van het type NC branden (alle veiligheidsinrichtingen actief) en dat de leds behorende bij de ingangen van het type NO uit zijn (geen enkele bedieningsopdracht aanwezig); indien dit niet het geval is dient u te controleren of de verschillende inrichtingen correct zijn aangesloten en goed werken D) Controleer of alle veiligheidsinrichtingen van de installatie (noodstop, fotocellen, pneumatische randen etc.) goed werken, telkens wanneer die in werking treden, moeten de desbetreffende leds STOP, FOTO of FOTO1 uitgaan. • Dit is één van de belangrijkste controles en dient uiterst aandachtig uitgevoerd te worden: van het correct functioneren van de veiligheidsinrichtingen hangt heel de “actieve” veiligheid van de machine poort af. Als het knipperlicht een uitstekend instrument is om een gevaarlijke situatie te signaleren en de koppelbegrenzers een waardevol middel vormen om de schade te beperken, kan alleen een correcte installering van de veiligheidsinrichtingen het automatisme blokkeren voordat het schade kan veroorzaken. E) Nu dient u te controleren of de manoeuvre in de goede richting plaats vindt d.w.z. te controleren of de door de besturingseenheid doorgegeven manoeuvre overeenkomt met de daadwerkelijk door de vleugels uitgevoerde manoeuvre. Deze controle is van fundamenteel belang, als de richting in bepaalde gevallen niet juist is (bijvoorbeeld in de semi-automatische modus) zou het kunnen lijken dat de poort correct functioneert, want de cyclus OPEN is gelijk aan de cyclus SLUIT met het fundamentele verschil echter dat de veiligheidsinrichtingen genegeerd zullen worden bij de sluitmanoeuvre - die normaal gesproken de gevaarlijkste is – en bij opening in werking zullen treden waardoor ze een hersluiting tegen het obstakel zullen veroorzaken met desastreuze gevolgen! Blokkeer de barrière met de slagboom op 45° zodat hij zich vrij kan bewegen in beide rijrichtingen en geef vervolgens een korte stuurimpuls op de ingang OPEN. Als de slagboom zich nu niet heeft bewogen in de openingsrichting, dient u als volgt te werk te gaan: 1) Schakel de elektrische voeding naar de barrière uit 2) Verwijder de connector “MOTOR” en steek hem 180° gedraaid terug 3) Verwijder de connector “EINDSCHAKELAAR” en steek hem 180° gedraaid terug Na de hier beschreven stappen te hebben uitgevoerd, opnieuw proberen of de draairichting nu correct is door de in punt “E” beschreven handeling te herhalen. F) Nadat u alle aansluitingen gecontroleerd hebt en nagegaan hebt of de draairichting van de motoren in orde is, kunt u een volledige manoeuvre van de aandrijvingen testen; het verdient aanbeveling altijd in de handbediende modus te werken waarbij alle functies gedeactiveerd zijn. Indien u als bedieningsopdracht de ingang Stap-voor-Stap gebruikt, zal de eerste manoeuvre (nadat u de installatie aangezet hebt) een openingsmanoeuvre zijn. Verplaats de slagboom met behulp van de stuuringangen tot het openingspunt, op ongeveer 20° vóór het stoppunt moet de eindschakelaar FCA in werking treden en de “vertragingsfase” activeren, zodat het voorziene stoppunt op lagere snelheid wordt bereikt. Voer vervolgens een sluitbeweging uit, tot het sluitpunt bereikt wordt, ook in dit geval moet de eindschakelaar FCC in werking treden en de vertragingsfase activeren 20° voordat de beweging stopt. Test nu de inwerkingtreding van de veiligheidsinrichtingen, FOTO heeft geen effect gedurende de openingsmanoeuvre, in de sluitmanoeuvre veroorzaakt hij het stoppen van de slagboom; FOTO 2 heeft geen effect gedurende de sluitmanoeuvre, in de openingsmanoeuvre veroorzaakt hij het stoppen van de slagboom. De inrichtingen die zijn aangesloten op de ingang STOP werken zowel bij de openingsals bij de sluitmanoeuvre en veroorzaken altijd het stoppen van de slagboom. G) Als gevaarlijke situaties welke door de beweging van de vleugels opgeheven zijn door middel van beperking van de stootkracht, dient u deze kracht te meten volgens de voorschriften van de norm EN 12445. Als de aansturing van het “Motorkracht” gebruikt wordt als hulpmiddel voor het systeem om de stootkracht terug te brengen, dient u dan die instelling te vinden, welke de beste resultaten oplevert. NL processor actief is en in afwachting van bedieningsopdrachten is. Wanneer de microprocessor een wijziging in de status van een ingang (zowel ingang van bedieningsopdracht als dipschakelaar van de functies) constateert, zal het lampje tweemaal snel gaan knipperen, dit ook als de wijziging geen onmiddellijke gevolgen heeft. Wanneer het lampje heel snel 3 seconden knippert, geeft dit aan dat de besturingseenheid zojuist onder spanning is gezet en bezig is met het uitvoeren van een test van de interne delen: onregelmatig en niet constant knipperen geeft aan dat de test niet tot een goed einde is gekomen en dat er dus een defect is. Op de kaart bevindt zich een trimmer waarmee de activeringsdrempel van de frictie kan worden vastgelegd; deze moet zodanig worden afgesteld dat hij in werking treedt zo gauw er op de slagboom een lichte kracht wordt uitgeoefend in de richting die tegengesteld is aan de actuele beweging. Om de beginfase van de beweging, die altijd een groter vermogen van de motor vraagt, te overwinnen, wordt het frictiesysteem STOP_ AMPÈRE uitgesloten in de startfase van de motor; om het effect van de afstelling op de trimmer te beoordelen, dient dus gewacht te worden tot de beweging in gang is gezet en de slagboom de standaard snelheid heeft bereikt. Aandacht dient ook te worden besteed aan het feit dat, om veiligheidsredenen, de beweging wordt gestopt zonder dat de omkering wordt uitgevoerd in het geval de frictie drie maal achtereen in werking treedt. Indien de automatische werkingsmodus wordt geselecteerd, wordt aan het eind van de openingsmanoeuvre een “pauze” ingelast, nadat deze is verstreken wordt automatisch een sluitmanoeuvre uitgevoerd. De pauzeduur kan worden ingesteld met de voor dit doel bestemde trimmer PAUZEDUUR. De pauze wordt ook in de beweging in semi-automatische modus geactiveerd wanneer, in de sluitmanoeuvre, de inwerkingtreding van een veiligheidsinrichting of van de STOP_AMPÈRE frictie een omkering van de beweging veroorzaakt, die wordt veranderd in opening. N.B.: wanneer de beweegrichting wordt omgekeerd, dienen alle drie de hierboven beschreven handelingen te worden uitgevoerd. Als bijvoorbeeld alleen de connector “MOTOR” wordt gedraaid en de connector “EINDSCHAKELAAR” niet, veroorzaakt men een fout in het vertragingssysteem. In dit geval wordt de motor bijvoorbeeld aangestuurd in de openingsmanoeuvre, maar wordt de eindschakelaar FCA nooit bereikt, waardoor de slagboom het openingspunt op maximale kracht bereikt; vervolgens treedt het amperometrische detectiesysteem in werking en keert de motor om, zodat er een nieuwe manoeuvre wordt uitgevoerd, ook deze weer verkeerd. 83 6.1) Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest van de besturingseenheid en de andere aanwezige inrichtingen met succes zijn afgesloten. Gedeeltelijke inbedrijfstelling of inbedrijfstelling in “tijdelijke” situaties is niet toegestaan. 1. Maak een technisch dossier van de automatisering en bewaar dat tenminste 10 jaar, dat tenminste bestaat uit: de overzichtstekening van de automatisering, het elektrische bedradingsschema, een analyse van de risico’s en de toegepaste oplossing daarvoor, de conformiteitsverklaringen van alle fabrikanten voor alle gebruikte inrichtingen (gebruik voor WIL de bijgevoegde EG-Verklaring van overeenstemming); kopie van de gebruiksaanwijzingen en het onderhoudsplan van de automatisering. 2. Breng op de poort een plaatje aan met daarop tenminste de volgende gegevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoordelijk voor de “inbedrijfstelling”), serienummer, bouwjaar en “CE”-keurmerk. 3. Breng in de nabijheid van de poort een niet te verwijderen etiket of plaatje aan waarop de handelingen zijn aangegeven voor het ontgrendelen en handmatig bewegen van de deur 4. Stel de verklaring van overeenstemming voor de automatisering op en geef ze aan de eigenaar van de automatisering. 5. Maak de handleiding “Aanwijzingen en aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering” en geef die aan de eigenaar van de automatisering. 6. Stel een onderhoudsplan (met daarin de voorschriften voor het onderhoud van alle inrichtingen van de automatisering) op en geef dit aan de eigenaar van de automatisering. 7. Informeer vóór de inbedrijfstelling van de automatisering de eigenaar uitvoerig en schriftelijk (bijvoorbeeld in de handleiding met aanwijzingen en aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering) over de nog aanwezige gevaren en risico’s. 7) Onderhoud en afvalverwerking ! In dit hoofdstuk vindt u de benodigde informatie voor uitvoering van het onderhoudsplan en de afvalverwerking. 7.1) Onderhoud NL Om de veiligheid op een constant niveau te houden en een zo lang mogelijke levensduur van de gehele automatisering te waarborgen is regelmatig onderhoud vereist. Het onderhoud moet uitgevoerd worden met volledige inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze handleiding en volgens de van kracht zijnde wettelijke voorschriften en regelgeving. Volg voor de inrichtingen die niet tot WIL behoren de aanwijzingen van het desbetreffende onderhoudsplan daarvoor op. 1. Er is een geprogrammeerde onderhoudsbeurt vereist die op zijn minst binnen 6 maanden of 10.000 manoeuvres na de vorige onderhoudsbeurt uitgevoerd moet worden. 2. Koppel alle bronnen van elektrische stroomvoorziening los. 3. Controleer alle materialen waaruit de automatisering bestaat op kwaliteitsvermindering en let daarbij vooral op aantasting of roestvorming van de structurele delen; vervang die delen welke onvoldoende garantie bieden. 4. Controleer de staat van slijtage van alle bewegende delen: telescooparmen, kabels van de tegengewichten en alle delen van de vleugel; vervang de versleten onderdelen. Sluit de elektrische stroomvoorziening weer aan en voer alle test en controles uit zoals die in paragraaf “6 Eindtest” voorzien zijn. 7.2) Afvalverwerking Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen de ontmantelingswerkzaamheden, zoals dit ook bij de installatiewerkzaamheden het geval is, door gekwalificeerd personeel uitgevoerd te worden. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen, waarvan sommige gerecycleerd kunnen worden. Win inlichtingen over de methoden van hergebruik of afvalverwerking in en houd u aan de plaatselijk van kracht zijnde voorschriften. ! Sommige delen van het product kunnen vervuilende of gevaarlijke stoffen bevatten; als die in het milieu terecht zouden komen, zouden ze schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid kunnen veroorzaken. 84 Zoals u kunt zien aan het symbool op afbeelding is het verboden dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Scheid uw afval voor verwerking op een manier zoals die in de plaatselijke regelgeving voorzien is; of lever het product bij uw leverancier in wanneer u een nieuw gelijksoortig product koopt. De plaatselijke regelgeving kan in zware straffen voorzien in geval van illegale dumping van dit product. 8) Accessoires KAART “RADIO” In de besturingseenheid bevindt zich een insteekcontact voor het insteken van een stekker voor het insteken van een radiokaar met een SM-contact, waardoor het mogelijk is de ingangen van de besturingseenheid op afstand via een zender aan te sturen. uitgang uitgang uitgang uitgang 1 P.P. 2 Stop 3 Open 4 Sluit KAART “OPLADEN” ook voor batterijvoeding De wegbarrière “WIL” beschikt over een stekkertransformator die geschikt is voor de energiebehoefte van de motor en de elektro- nische kaart, op een wijze dat het geheel rechtstreeks via het elektriciteitsnet gevoed kan worden.Mocht u willen dat het systeem ook zonder netstroom werkt, dan is het noodzakelijk een geschikte batterij en de bijbehorende kaart batterijoplader toe te voegen. De batterij moet in de daartoe bestemde opening worden geplaatst aan de buitenkant van de plastic box, die de kaart van de reductiemotor beschermt en is aangesloten op de twee klemmen van de kaart batterijoplader, terwijl deze laatste moet worden aangesloten op de speciale connector op de besturingseenheid. Raadpleeg de productencatalogus van Nice S.p.a. voor een volledig en bijgewerkt overzicht van de accessoires. 9) Technische gegevens Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksbestemming echter gehandhaafd blijven. Alle technische gegevens hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (±5°C). 230 Vac ±10%, 50 - 60 Hz 120 Vac ± 10%, 50 - 60 Hz 21 ÷ 28 Vcc (capaciteit > 6Ah) 200 mA 25 W (24 Vcc) 10 W (24 Vcc) 10 W (24 Vcc) ONBEPERKT ONBEPERKT 3 seconden tot 120 seconden 60 seconden -20 ÷ 70°C 280 x 220 x 110 mm 3,7 kg IP 55 (met intacte houder) NL Voeding WIL4 – WIL6 Voeding WIL4/V1 – WIL6/V1 Batterijvoeding Max. stroom gebruikers 24 Vcc Maximumvermogen knipperlicht Maximumvermogen gebruikerslicht Maximumvermogen PO lampje Max. aantal cycli per uur Max. aantal opeenvolgende cycli Pauzeduur Duur gebruikerslicht Bedrijfstemperatuur Afmetingen: Gewicht Beschermingsklasse 85
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Nice Automation WIL de handleiding

Type
de handleiding