Reely 1359067 Handleiding

Categorie
Speelgoed met afstandsbediening
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Brushless bootregelaar
Bestelnr. 1359065 (70 A)
Bestelnr. 1359066 (90 A)
Bestelnr. 1359067 (130 A)
Beoogd gebruik
Het product wordt gebruikt voor de continue toerentalbesturing van een sensorloze brushless motor (niet
inbegrepen) en is ontworpen om te installeren in een modelboot.
Afhankelijk van de modelboot en de gebruikte motor kan de bootregelaar met een NiMH-/NiCd-vaaraccu met
5 - 18 cellen of een LiPo-vaaraccu met 2 - 6 cellen worden aangestuurd.
De programmering van de bootregelaar wordt geregeld via de afstandsbediening.
Voor het aansturen van de bootregelaar wordt deze aan een ontvanger van een model-afstandsbediening
aangesloten (aan het besturingskanaal van de aandrijffunctie).
De bootregelaar moet tijdens het gebruik gekoeld worden met water. Om deze reden is de bootregelaar
uitgerust met slangaansluitingen.
De veiligheidsvoorschriften en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing moeten worden nage-
leefd.
Dit product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke eisen. Alle voorkomende bedrijfsnamen en
productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Omvang van de levering
• Bootregelaar
• 2slangdelenmetantibuigveren
• Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet raadplegen en opvolgen van deze gebruiksaanwi-
jzing, vervalt elk recht op waarborg/garantie. Voor gevolgschade aanvaarden wij geen
enkele aansprakelijkheid!
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk letsel veroor-
zaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften. In
dergelijke gevallen vervalt de waarborg/garantie!
• Omveiligheids-enkeuringsredenen(CE)isheteigenhandigombouwenen/ofveranderenvanhetproduct
niet toegestaan. Demonteer het product niet, het bevat geen onderdelen die door u aangepast of onder-
houdenmoetenworden.Bovendienkomtdewaarborg/garantiehierdoortevervallen!
• Hetproductisgeenspeelgoed,hetdientuitdebuurtgehoudentewordenvankinderen.
• Schakelaltijdeerstdezenderinenzetdebedieningshendelvandevaarfunctieindeneutralestand.Pas
daarna mag de bootregelaar worden aangesloten op een vaaraccu en gebruikt worden. Als het gebruik
wordt gestopt, dan moet de omgekeerde volgorde worden aangehouden (bootregelaar loskoppelen van
de accu, vervolgens de zender uitschakelen).
• Alsdebootregelaarnietmeerwordtgebruikt,moetdezealtijdwordenlosgekoppeldvandeaccu.
• DebootregelaarkanmeteenNiMH-/NiCd-vaaraccumet5-18cellenofmeteenLiPo-vaaraccumet2-6
cellen worden aangestuurd. Echter, let bij het aantal cellen op of de aangesloten motor hiervoor geschikt
is. Daarnaast moet de modelboot zelf geschikt zijn voor het aantal cellen van de vaaraccu.
• Alsdeaccuwordtgeladen,moetdezevandebootregelaarwordenafgekoppeld.
• Leterbijhetgebruikvandemodelbootopdatlichaamsdelenofvoorwerpenzichnooitindebuurtvande
gevarenzonevandedraaiendedelen(bijv.propeller)bevinden.Gevaarvoorletsel!
• Zoweldebootregelaaralsdehieraanaangeslotenmotorendeaccuwordenbijhetgebruikzeerheet,
verbrandingsgevaar!
• Gebruikdebootregelaaruitsluitendmeteenaccu,maarnooitmetnetvoeding.
• SluitslechtséénBrushlessmotoraandebootregelaaraan.
• Debootregelaarisnietgeschiktvoorhetgebruikvanconventioneleelektromotorenmettweeaansluitin-
gen!Dezekanalleenwordenaangeslotenopengebruiktwordenmeteenbrushlessmotor.
• Houdbijdeinbouwdegrootstmogelijkeafstandtussendebootregelaarendeontvangerofmotorom
wederzijdse interferentie te voorkomen.
• Plaatsdeantennekabelvandeontvangernietparallelaandestroomvoerendekabel.
• Bijhetgebruikvanhetmodelmoetgezorgdwordenvoorvoldoendekoelingvandebootregelaarende
motor. De bootregelaar is hiervoor voorzien van slangaansluitingen voor waterkoeling.
• Vermijdhetblokkerenvandeaandrijving.Dehierdoorresulterendestroomkandemotoren/ofbootrege-
laar beschadigen.
• Letopeensoepeldraaiende,regelmatigonderhoudenaandrijving(bijv.aandrijfas,schroefvandebootof
aandrijving).
• Controleerdemodelbootendemotorregelmatigopbeschadigingen.Indienenigeschadewordtopge-
merkt, mag de modelboot of de bootregelaar niet langer worden gebruikt.
• Behandelhetproductvoorzichtig,doorstoten,slagenofeenvalvangeringehoogtekanhetbeschadi-
gen.
• Laatverpakkingsmateriaalnietrondslingeren.Ditkanvoorkinderengevaarlijkspeelgoedzijn.
Montage en aansluiting
• Alshetproductwordtgebruikttervervangingvaneenbestaandebootregelaar,demonteertueerstde
oude bootregelaar (en eventueel de oude motor) uit het model.
• Sluiteengeschiktaccu-stekkersysteemaandestroomaansluitingvandebootregelaaraan.Ditmoetont-
worpenzijnvoorhogestroom(afhankelijkvanhetaantalcellen,demotorendeaandrijving)!
Rode kabel: plus (+)
Zwartekabel:Min(-)
• Sluitdedrie zwartemotor-aansluitkabels van debootregelaar aan opuw brushless motor.Indien de
draairichtingvandemotorlaternietjuistis(afhankelijkvanhettypemodelboot),danverwisseltutweevan
de drie aansluitingen. De motor draait dan in de andere richting.
• Sluitdewaterkoelingvandebootregelaaraanophetwaterkoelcircuitvandemodelboot.Deaansluiting
„INPUT“vandebootregelaarisdewaterinlaat;deaansluiting„OUTPUT“isdewateruitlaat(zieookde
pijlmarkering op de bootregelaar in de onderstaande afbeelding).
De andere vier slangaansluitingen kunnen als volgt op elkaar worden aangesloten:
Zorgervoordatdeslangengoedaandeaansluitingenzijnbevestigd.Umoetdeslangenaltijdaanvullend
met de kabelbinders aan de aansluitingen bevestigen.
Indiendemotorisuitgerustmeteenwaterkoeling,danmoetdezeookinhetkoelcircuitvandebootrege-
laar geïntegreerd worden.
Controleer het koelcircuit regelmatig op lekkage en de werking.
• Bevestigdenieuwebootregelaaraanhetmodel.Kiesopbasisvandebeschikbareruimtedezelfdemon-
tageplaats.Idealiterisdezezovermogelijkuitdebuurtvandeontvanger.Debootregelaardientookniet
direct naast de motor te liggen.
Voor het bevestigen van de bootregelaar kan bijv. klittenband of dubbelzijdige tape worden gebruikt.
• Sluitdedriepoligeservo-stekkeraanopdebootregelaarviadeontvangeruitgang,diedebesturingssigna-
len voor de vaarfunctie ter beschikking stelt. Let daarbij op de juiste toewijzing van de stekkercontacten
aan de ontvanger (zie de gebruiksaanwijzing van de ontvanger of de opdruk op de ontvanger).
Gele/witte/oranjekabel: besturingssignaal
Rodekabel: Bedrijfsspanning
Bruine/zwartekabel: Min/GND
• Positioneerallekabelsenslangenzodanigdatzenietindedraaiendeofbewegendedelenvanhetmodel
terechtkunnenkomen.Gebruikvoordebevestigingeengeschiktekabelbinder.
• OmdatdebootregelaaroverBEC-elektronicabeschikt,maggeenontvangerbatterijofontvangeraccuwor-
dengebruikt!Deontvanger,endedaaropaangeslotenroerservo,wordtdirectviadebootregelaardoorde
vaaraccu gevoed.
Ingebruikname van de bootregelaar
Waarschuwing, let op!
Positioneer de modelboot zodanig dat de schroef van de boot geen contact maakt met de bodem
ofandere voorwerpen. Raakde binnenkantvan deaandrijvingniet aan,blokkeer dezeniet!
Gevaarvoorletsel!
Als de trimmer op de zender wordt gewijzigd, kan dit direct na de aansluiting van de bootregelaar
opdevaaracculeidentothetstartenvandemotor!
• Schakeldezenderinencontroleervervolgensdeaccu-ofbatterijstatusvandezender.Zetdetrimmer
voor de vaarfunctie in de neutrale stand en controleer of de bedieningshendel voor de vaarfunctie in de
neutrale stand staat.
• Plaatseenvaaraccuindemodelbootensluitdezeaanopdebootregelaar.
Let op!
Let hierbij op de juiste polariteit van de aansluitkabel van de bootregelaar: Rood = plus (+) en
zwart=min(-).Bijeenverkeerdeaansluitingkunnendebootregelaar,motorenaccubeschadigd
worden!Explosie-/verbrandingsgevaar!
Bijhetaansluitenvandevolledigopgeladenvaaraccukan(metnamebijvaaraccu’smetveel
cellen) bij de contactpunten van de stekkerverbinding een kleine vonk overslaan (krakend geluid
hoorbaar). Dit is normaal omdat op dit moment de ingangscondensatoren van de bootregelaar
kortstondig met een hoge stroomstoot belast worden.
Door deze vonken kunnen de stekker van de accu en de bootregelaar na verloop van tijd bescha-
digd worden (de overgangsweerstand kan worden verhoogd).
Door een geschikte vormgeving van de aansluitstekker en een weerstand kan dit worden voor-
komen. Op het internet kunt u meer informatie vinden als u in een zoekmachine bijvoorbeeld de
termen„antivonkaccu“invoert.Indepraktijkzoudeweerstandeenwaardevanongeveer10
Ohm en een vermogen van 1 W moeten hebben.
• Voordatdebootregelaargereedisvoorgebruik,dientu(inhetbijzonderbijdeeersteinbedrijfstelling)
eerst de programmering in te stellen, zie hiervoor de volgende paragraaf.
Versie 06/15
Gebruiksaanwijzing
www.conrad.com
Programmeren van volgas en neutrale stand
De bootregelaar is met een automatische leerfunctie uitgerust. Doe het volgende als u de neutrale en volgas
stand wilt programmeren:
• Koppeldevaaracculosvandebootregelaar.
• Schakeldezenderinenzetdegashendelindevolgasstand.
• Sluitdevaaraccuaanopdebootregelaar.Wachttweeseconden,vervolgenszaldemotortweepieptonen
genereren (de pieptonen worden door een korte aansturing van de brushless motor gegenereerd). De
volgas stand is opgeslagen.
• Zetdegashendelnuindeneutralestandoftewelindeminimumstand.Demotor genereertopnieuw
pieptonen en de programmering is voltooid.
Als u te lang wacht voordat u de gashendel in de neutrale stand oftewel minimum stand zet, dan
wordt de programmeermodus gestart.
Koppeldevaaraccuvervolgenslosvandebootregelaarenstarthetleerprocesopnieuwzoals
hierboven beschreven.
Inhetgevaldeprogrammeringnietwordtuitgevoerdzoalshierbovenbeschreven,controleerdan
de reverse instelling van de vaarfunctie op de zender.
Programmeren van speciale functies
• Koppeldevaaracculosvandebootregelaar.
• Schakeldezenderinenzetdegashendelindevolgasstand.Houddegashendelindezestandvast,laat
nietlos!
• Sluitdevaaraccuaanopdebootregelaar.Houddegashendelnogsteedsindevolgasstandvast.
• Wachtnulangerdan2seconden,demotorzal4xtweepieptonenenaansluitend4xeenpieptoongenere-
ren. De programmeermodus van de eerste functie is nu actief (motorrem). Houd de gashendel nog steeds
in de volgas stand vast.
• Naelkaarzaldebootregelaarkorteoflangepieptonengenererendieaangevenwelkefunctiegeprogram-
meerd/gewijzigdkanworden.Elkaudiosignaalwordt4xgegenereerdvoordatnaardevolgendefunctie
wordt overgeschakeld.
Functie#1:1xkortepieptoon:motorrem
Functie#2:2xkortepieptoon:soortaccu
Functie#3:3xkortepieptoon:onderspanningsbeveiliging
Functie#4:4xkortepieptoon:reset,debootregelaarterugzettennaardefabrieksinstellingen
Functie#5:1xlangepieptoon:timingvanmotor
Functie#6:1xlange+1xkortepieptoon:draairichtingvandemotor
Functie#7:1xlange+2xkortepieptoon:aanloopkoppel
Functie#8:1xlange+3xkortepieptoon:gedragvandebootregelaarbijonderspanning
Een overzicht van de programmeerbare functies en de instelbare waarden zijn terug te vinden in
de onderstaande tabel.
De basisinstellingen zijn grijs weergegeven.
• Alsdegewenstefunctie(#1....#8)doormiddelvandepieptonenwordtweergegeven,zetudegashendel
in de minimum stand. De bootregelaar genereert ter bevestiging een serie tonen om aan te geven dat naar
de programmering van de instelwaarde wordt overgeschakeld.
• Debootregelaargenereertnu(afhankelijkvandegeselecteerdefunctie)opnieuwpieptonen.Dezeduiden
de reeds geprogrammeerde waarden aan. Raadpleeg hiervoor de onderstaande tabel.
• Alsdegewenstewaardedoormiddelvandepieptonenwordtweergegeven(bijv.instelwaarde„Medium“
bijdemotorrem,3xkortaudiosignaal),zetudegashendelindevolgasstand;houddegashendelindeze
stand vast.
De bootregelaar genereert ter bevestiging een serie tonen, de nieuwe waarde is opgeslagen. Houd de
gashendelnogsteedsindevolgasstandvast!
• Debootregelaarschakeltnuovernaardevolgendefunctie.Indiengewenstkuntudeinstellinghiervan
zoals hierboven beschreven wijzigen (gashendel in de neutrale stand zetten om een instelling van de
functie te wijzigen – of de gashendel in de volgas stand blijven vasthouden om naar de volgende functie
te gaan).
• Omdeprogrammeermodusteverlaten,koppeltudevaaracculosvandebootregelaar.
Beschrijving van de functies:
De instelbare waarden van elke functie zijn terug te vinden in de onderstaande tabel.
De basisinstellingen van de bootregelaar zijn grijs weergegeven.
Functie #1: motorrem
Als de gashendel op de zender van de voorwaartse stand in de neutrale stand wordt gezet, wordt de mo-
torrem geactiveerd. De functie komt overeen met de motorrem van een echte auto als de voet van het
gaspedaal wordt genomen, maar het rempedaal nog niet wordt ingedrukt.
Functie #2: soort accu
Stelhierdesoortaccuindieopdebootregelaarwordtaangesloten.
ZorgervoordatbijhetgebruikvaneenLiPo-ofLiFe-vaaraccudeonderspanningsdetectie(zie
functie #3) wordt ingeschakeld. Als dit niet wordt gedaan, kan het volledig ontladen van de LiPo-/
LiFe-vaaraccu ertoe leiden dat deze onbruikbaar wordt.
Functie #3: onderspanningsdetectie
De bootregelaar meet bij het aansluiten van een vaaraccu de spanning ervan. Dit wordt bij een LiPo-/LiFe-
vaaraccu (zie functie #2) gebruikt ten behoeve van het berekenen van het aantal cellen en dus voor de
laagspanningsdetectie of het volledig ontladen van de vaaraccu.
BijeenNiMH-/NiCd-vaaraccudientdespanningsmetingervoordatdebootregelaarbijeengeactiveerde
onderspanningsdetectie correct kan reageren (afhankelijk van de instelling in functie #8 wordt het vermogen
gereduceerdofdemotorbij50%,60%of65%vandeaanhetbegingemetenaccuspanninguitgescha-
keld).
Sluitdaaromuitsluitendeenvolledigopgeladenvaaraccuaan,ennooiteengedeeltelijkopgela-
den vaaraccu.
Anderskandeonderspanningsdetectienietofnietgoedfunctioneren!
Voorbeelden:
• BijeenLiPo-accumet3cellenendeinstelling„3,0V/cel“wordtdeonderspanningsbeveiligingbijeen
accuspanningvan9,0Vgeactiveerd(vermogenvandemotorwordtgereduceerdofdemotorwordtuitge-
schakeld, zie functie #8).
• BijeenNiMH-accumet6cellen(vollediggeladenongeveer8,4V)endeinstelling„60%“wordtdeonder-
spanningsbeveiliging bij een accuspanning van ongeveer 5 V geactiveerd (vermogen van de motor wordt
gereduceerd of de motor wordt uitgeschakeld, zie functie #8).
Functie #4: terugzetten van de bootregelaar naar de fabrieksinstellingen (reset)
Er zijn geen verschillende waarden/instellingen.
Als een reset wordt uitgevoerd, heeft de bootregelaar de grijs gemarkeerde instellingen in de onderstaande
tabel.
• Functie#1:remuitgeschakeld
• Functie#2:LiPo-vaaraccu,automatischedetectievanhetaantalcellen
• Functie#3:onderspanningsbeveiligingingeschakeld,3,0V/cel
• Functie#4:---
• Functie#5:automatischetimingvandemotor
• Functie#6:draairichtingvandemotor:vooruit
• Functie#7:Aanloopkoppel:30%
• Functie#8:gedragvanbootregelaarbijonderspanning:reductievanhetvermogen
Functie #5: timing van de motor
Met deze instelmogelijkheid beïnvloedt u (vergelijkbaar met een voortijdige ontsteking van een verbran-
dingsmotor) de bedrijfseigenschappen van de motor. Een lagere waarde betekent dat de motor ten opzichte
vandebasisinstellingietsmeerkoppeleneen ietslagermaximumtoerentalheeft.Eenhogerewaarde
daarentegenbetekentdatdemotoreenhogermaximumtoerentaleneenietslagerekoppelheeft.
Inbeidegevallenwijzigendespanningswaarden.Letindiennodigopdespecicatiesvandemotor.Ingeval
vantwijfelmoetualtijddeinstelling„Auto“selecteren.
Functie #6: draairichting van de motor
Afhankelijk van de modelboot of motor/aandrijving/schroef van de boot kan een omkering van de draai-
richtingvandemotorvereistzijn.Inplaatsvandeprogrammeringtewijzigen,kuntualsalternatieftwee
vandedriekabelstussendebootregelaarendemotoromwisselen;ditkeertdedraairichtingvandemotor
ook om.
Tonsignal Functie
1xkort 2xkort 3xkort 4xkort 1xlang
1xlang+
1xkort
1xlang+
2xkort
1xlang+
3xkort
1xlang+
4xkort
1xkurz #1: Motorrem Uit Laag Medium Sterk
2xkurz #2:Soortaccu NiCd/NiMH LiPo LiFe
3xkurz #3: Detectie van lage spanning
2,8 V/cel
(of50%)
3,0V/cel
(of60%)
3,2 V/cel
(of65%)
Uit
4xkurz #4:Reset Reset
1xlang #5:Timingvanmotor Automatisch 15°2 30°
1xlang+1xkurz #6: Draairichting van motor Normaal Reverse
1xlang+2xkurz #7: Aanloopkoppel 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
1xlang+3xkurz #8:Gedragbijonderspanning Vermogensreductie Motor uit
Audiosignaal voor de weergave van de instelwaarden
Functie #7: aanloopkoppel
Afhankelijk van de instelling wordt de motorstart met minder of meer koppel uitgevoerd. Hoe hoger de
instelwaarde,hoemeerstroomdemotoruitdeaangeslotenvaaraccuverbruikt;destehoogwaardigerdeze
moet zijn.
Functie #8: gedrag van de bootregelaar in het geval van onderspanning
Als de onderspanningsbeveiliging is ingeschakeld (zie functie #3) dan kan de bootregelaar hier verschillend
op reageren als de accuspanning onder de drempel zakt.
1xkortepieptoon:hetvermogenvandemotorwordtgereduceerd
2xkortepieptoon:demotorwordtuitgeschakeld
Om veiligheidsredenen moet u bij de bootregelaar altijd instellen dat het vermogen van de motor
wordt gereduceerd. Hierbij is het meestal nog mogelijk de modelboot naar de oever te varen.
Als het uitschakelen van de motor wordt geprogrammeerd dan is het ophalen van de modelboot
uithetwaterergmoeilijk!
Als de modelboot zonder aandrijving op het water dobbert, dan brengt u zichzelf in geen geval in
gevaar(bijv.naardemodelbootzwemmen).Gewoonlijkvolstaathetomeventewachtenzodat
de wind of de stroming de modelboot naar de oever drijft.
Wellicht bevindt de modelboot zich buiten het bereik van het signaal van de zender. De motor
wordt hier met de bootregelaar om veiligheidsredenen automatisch uitgeschakeld. Verklein de
afstand tussen de zender en de modelboot, en controleer dan of de modelboot weer reageert.
Functioneel testen van de bootregelaar
Waarschuwing, let op!
Positioneer de modelboot zodanig dat de schroef van de boot geen contact maakt met de bodem
ofandere voorwerpen. Raakde binnenkantvan deaandrijvingniet aan,blokkeer dezeniet!
Gevaarvoorletsel!
Als de trimmer op de zender wordt gewijzigd, kan dit direct na de aansluiting van de bootregelaar
opdevaaracculeidentothetstartenvandemotor!
Inallegevallenmoetualseerstedeneutraleenvolgasstandprogrammeren.Vervolgensmoet
de bootregelaar in overeenstemming met de gebruikte vaaraccu of motor worden geprogram-
meerd.
• Sluitdevaaraccuaanopdebootregelaar.
• Alsdebedieningshendelvandevaarfunctieopdezenderindeneutralestandstaat,magdeaandrijving
niet worden ingeschakeld.
• Zetdebedieningshendelvandevaarfunctieindevoorwaartsevaarrichting.Deaandrijvingmoetnuwor-
den gestart.
De bootregelaar beschikt niet over een achterwaartse vaarfunctie.
Operationele informatie
• Bijuitvalvanhetzendsignaal(langerdan2seconden)ofbijhetverlatenvanhetbereikvandezender
schakelt de bootregelaar de motor uit. De motor genereert vervolgens een lang audiosignaal.
• Alsdegashendelopdezendernietindeneutralestandstaatenudevaaraccuaansluitopdebootrege-
laar, genereert de motor een pieptoon.
• Alsdeaccuspanningtehoogis,genereertdemotoreenlangepieptoongevolgddooreenpauze.
• Debootregelaarreduceerthetuitgangsvermogenalsdezetewarmwordt(vanafongeveer110°C).
Gebruik beëindigen
• Vaardemodelbootlangzaamnaardeoeverenzetdegashendelopdezenderophetjuistemomentin
de neutrale stand zodat de aandrijving wordt uitgeschakeld (anders kan de schroef van de boot in contact
komen met de bodem waardoor zowel de schroef als de aandrijfas of de modelboot kan worden bescha-
digd).
• Koppeldevaaraccuvollediglosvandebootregelaar.Verplaatsdegashendelopdezenderingeenenkel
geval. Raak de binnenkant van de aandrijving niet aan (schroef van de boot).
• Schakeldezenderdaarnapasuit.
Oplossen van problemen
De bootregelaar functioneert niet.
• Controleerdevaaraccuendekabelstussendevaaraccu,bootregelaar,ontvangerenmotor.
• Gebruikgeenapartevoedingvoordeontvanger.DebootregelaarbeschiktovereengeïntegreerdeBEC;
de ontvanger (en de stuurservo) wordt door de bootregelaar aangedreven.
De aangesloten motor genereert audiosignalen maar functioneert niet.
• Schakeldezenderinofcontroleerdefunctievandezender.
• Controleerofdeontvangerisaangemeldbijdezender(bijv.alsverbindingisaangeduid).
• Programmeerdevolgasenneutralestandvandebootregelaaropnieuw.
• ControleerofdeReverse-instellingvandevaarfunctieopdezenderonbedoeldisgeactiveerd.
• Mogelijkisdeaccuspanningtehoog.Gebruikeenvaaraccumetmindercellen,raadpleeghethoofdstuk
„Technischegegevens“voorhettoegestaneaantalcellen.
De motor reageert niet goed op de besturingscommando’s van de zender.
• Programmeerdevolgasenneutralestandvandebootregelaaropnieuw.
• VoereenResetuitvandebootregelaarenprogrammeerdebootregelaaropnieuw.
Onderhoud en verzorging
De bootregelaar is onderhoudsvrij, demonteer deze niet.
Voorhetreinigenmoetdevaaraccuvolledigwordenlosgekoppeldvandebootregelaar.Indienueerdermet
de modelboot hebt gevaren, moet u de bootregelaar, motor en vaaraccu volledig laten afkoelen.
Laat het water uit het koelcircuit lopen alvorens het model met de daarin ingebouwde bootregelaar op te
slaan.
Controleer uw model na elk vaarproces op het binnendringen van water. Verwijder het water uit het model.
Controleer of alle slangaansluitingen goed zijn bevestigd en niet lekken. Controleer ook of de slangen goed
gepositioneerd en bevestigd zijn, en geen knikken hebben.
Afvoer
a) Algemeen
Hetproducthoortnietbijhethuishoudelijkafval!
Verwijder dit product aan het einde van de levensduur conform de geldende wettelijke bepalin-
gen.
b) Batterijen en accu‘s
UbentalseindverbruikervolgensdeKCA-voorschriftenwettelijkverplichtallelegebatterijenenaccu‘sinte
leveren;verwijderingviahethuishoudelijkafvalisniettoegestaan!
Batterijen/accu‘sdieschadelijkestoffenbevatten,wordengemarkeerddoornevenstaandesym-
bolen.Dezesymbolenduideneropdatafvoerviahuishoudelijkafvalverbodenis.Deaanduidin-
gen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding wordt
opdebatterijen/accu‘svermeld,bijv.onderdelinksafgebeeldevuilnisbakpictogrammen).
Legebatterijen/accu‘skuntugratisinleverenbijdeinzamelplaatsenvanuwgemeente,bijonzelialenofbij
andereverkooppuntenvanbatterijenenaccu‘s.
Zovoldoetuaandewettelijkeverplichtingenendraagtubijaanhetbeschermenvanhetmilieu.
Technische gegevens
Bestelnr. 1359065 1359066 1359067
Aantal cellen NiMH/NiCd 5 - 18 5 - 18 5 - 18
Aantal cellen LiPo/LiFe 2 - 6 2 - 6 2 - 6
Gelijkstroom(5min.) 70A 90A 130A
Gelijkstroom(10sec.) 90A 110A 150A
Piekstroom (1 sec.) 120A 150A 170A
Schakelfrequentie 16 kHz 16 kHz 16 kHz
BEC-uitgang 5,5 V/DC, 3 A 5,5 V/DC, 3 A 5,5 V/DC, 3 A
Aansluiting voor waterkoeling ja ja ja
Ø van slangaansluiting 4mm 4mm 4mm
Vaarfunctie uitsluitend vooruit uitsluitend vooruit uitsluitend vooruit
Oververhittingsbeveiliging ja ja ja
Afmetingen(BxLxH) 66x49x23mm 66x49x23mm 65x62x24mm
Gewicht 113 g 113 g 171 g
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verlming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V1_0615_01_DT

Documenttranscriptie

Montage en aansluiting • Als het product wordt gebruikt ter vervanging van een bestaande bootregelaar, demonteert u eerst de oude bootregelaar (en eventueel de oude motor) uit het model. Gebruiksaanwijzing www.conrad.com Brushless bootregelaar Versie 06/15 Bestelnr. 1359065 (70 A) Bestelnr. 1359066 (90 A) Bestelnr. 1359067 (130 A) Beoogd gebruik • Sluit een geschikt accu-stekkersysteem aan de stroomaansluiting van de bootregelaar aan. Dit moet ontworpen zijn voor hoge stroom (afhankelijk van het aantal cellen, de motor en de aandrijving)! Rode kabel: plus (+) Zwarte kabel: Min (-) • Sluit de drie zwarte motor-aansluitkabels van de bootregelaar aan op uw brushless motor. Indien de draairichting van de motor later niet juist is (afhankelijk van het type modelboot), dan verwisselt u twee van de drie aansluitingen. De motor draait dan in de andere richting. • Sluit de waterkoeling van de bootregelaar aan op het waterkoelcircuit van de modelboot. De aansluiting „INPUT“ van de bootregelaar is de waterinlaat; de aansluiting „OUTPUT“ is de wateruitlaat (zie ook de pijlmarkering op de bootregelaar in de onderstaande afbeelding). De andere vier slangaansluitingen kunnen als volgt op elkaar worden aangesloten: Het product wordt gebruikt voor de continue toerentalbesturing van een sensorloze brushless motor (niet inbegrepen) en is ontworpen om te installeren in een modelboot. Afhankelijk van de modelboot en de gebruikte motor kan de bootregelaar met een NiMH-/NiCd-vaaraccu met 5 - 18 cellen of een LiPo-vaaraccu met 2 - 6 cellen worden aangestuurd. De programmering van de bootregelaar wordt geregeld via de afstandsbediening. Voor het aansturen van de bootregelaar wordt deze aan een ontvanger van een model-afstandsbediening aangesloten (aan het besturingskanaal van de aandrijffunctie). De bootregelaar moet tijdens het gebruik gekoeld worden met water. Om deze reden is de bootregelaar uitgerust met slangaansluitingen. De veiligheidsvoorschriften en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing moeten worden nageleefd. Dit product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke eisen. Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Omvang van de levering • Bootregelaar • 2 slangdelen met antibuigveren • Gebruiksaanwijzing Veiligheidsvoorschriften Bij schade veroorzaakt door het niet raadplegen en opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt elk recht op waarborg/garantie. Voor gevolgschade aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid! Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften. In dergelijke gevallen vervalt de waarborg/garantie! • Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Demonteer het product niet, het bevat geen onderdelen die door u aangepast of onderhouden moeten worden. Bovendien komt de waarborg/garantie hierdoor te vervallen! • Het product is geen speelgoed, het dient uit de buurt gehouden te worden van kinderen. • Schakel altijd eerst de zender in en zet de bedieningshendel van de vaarfunctie in de neutrale stand. Pas daarna mag de bootregelaar worden aangesloten op een vaaraccu en gebruikt worden. Als het gebruik wordt gestopt, dan moet de omgekeerde volgorde worden aangehouden (bootregelaar loskoppelen van de accu, vervolgens de zender uitschakelen). • Als de bootregelaar niet meer wordt gebruikt, moet deze altijd worden losgekoppeld van de accu. • De bootregelaar kan met een NiMH-/NiCd-vaaraccu met 5 - 18 cellen of met een LiPo-vaaraccu met 2 - 6 cellen worden aangestuurd. Echter, let bij het aantal cellen op of de aangesloten motor hiervoor geschikt is. Daarnaast moet de modelboot zelf geschikt zijn voor het aantal cellen van de vaaraccu. • Als de accu wordt geladen, moet deze van de bootregelaar worden afgekoppeld. • Let er bij het gebruik van de modelboot op dat lichaamsdelen of voorwerpen zich nooit in de buurt van de gevarenzone van de draaiende delen (bijv. propeller) bevinden. Gevaar voor letsel! • Zowel de bootregelaar als de hieraan aangesloten motor en de accu worden bij het gebruik zeer heet, verbrandingsgevaar! • Gebruik de bootregelaar uitsluitend met een accu, maar nooit met netvoeding. • Sluit slechts één Brushless motor aan de bootregelaar aan. • De bootregelaar is niet geschikt voor het gebruik van conventionele elektromotoren met twee aansluitingen! Deze kan alleen worden aangesloten op en gebruikt worden met een brushless motor. • Houd bij de inbouw de grootst mogelijke afstand tussen de bootregelaar en de ontvanger of motor om wederzijdse interferentie te voorkomen. • Plaats de antennekabel van de ontvanger niet parallel aan de stroomvoerende kabel. • Bij het gebruik van het model moet gezorgd worden voor voldoende koeling van de bootregelaar en de motor. De bootregelaar is hiervoor voorzien van slangaansluitingen voor waterkoeling. • Vermijd het blokkeren van de aandrijving. De hierdoor resulterende stroom kan de motor en/of bootregelaar beschadigen. • Let op een soepel draaiende, regelmatig onderhouden aandrijving (bijv. aandrijfas, schroef van de boot of aandrijving). • Controleer de modelboot en de motor regelmatig op beschadigingen. Indien enige schade wordt opgemerkt, mag de modelboot of de bootregelaar niet langer worden gebruikt. • Behandel het product voorzichtig, door stoten, slagen of een val van geringe hoogte kan het beschadigen. • Laat verpakkingsmateriaal niet rondslingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Zorg ervoor dat de slangen goed aan de aansluitingen zijn bevestigd. U moet de slangen altijd aanvullend met de kabelbinders aan de aansluitingen bevestigen. Indien de motor is uitgerust met een waterkoeling, dan moet deze ook in het koelcircuit van de bootregelaar geïntegreerd worden. Controleer het koelcircuit regelmatig op lekkage en de werking. • Bevestig de nieuwe bootregelaar aan het model. Kies op basis van de beschikbare ruimte dezelfde montageplaats. Idealiter is deze zo ver mogelijk uit de buurt van de ontvanger. De bootregelaar dient ook niet direct naast de motor te liggen. Voor het bevestigen van de bootregelaar kan bijv. klittenband of dubbelzijdige tape worden gebruikt. • Sluit de driepolige servo-stekker aan op de bootregelaar via de ontvangeruitgang, die de besturingssignalen voor de vaarfunctie ter beschikking stelt. Let daarbij op de juiste toewijzing van de stekkercontacten aan de ontvanger (zie de gebruiksaanwijzing van de ontvanger of de opdruk op de ontvanger). Gele/witte/oranje kabel: besturingssignaal Rode kabel: Bedrijfsspanning Bruine/zwarte kabel: Min/GND • Positioneer alle kabels en slangen zodanig dat ze niet in de draaiende of bewegende delen van het model terecht kunnen komen. Gebruik voor de bevestiging een geschikte kabelbinder. • Omdat de bootregelaar over BEC-elektronica beschikt, mag geen ontvangerbatterij of ontvangeraccu worden gebruikt! De ontvanger, en de daarop aangesloten roerservo, wordt direct via de bootregelaar door de vaaraccu gevoed. Ingebruikname van de bootregelaar Waarschuwing, let op! Positioneer de modelboot zodanig dat de schroef van de boot geen contact maakt met de bodem of andere voorwerpen. Raak de binnenkant van de aandrijving niet aan, blokkeer deze niet! Gevaar voor letsel! Als de trimmer op de zender wordt gewijzigd, kan dit direct na de aansluiting van de bootregelaar op de vaaraccu leiden tot het starten van de motor! • Schakel de zender in en controleer vervolgens de accu- of batterijstatus van de zender. Zet de trimmer voor de vaarfunctie in de neutrale stand en controleer of de bedieningshendel voor de vaarfunctie in de neutrale stand staat. • Plaats een vaaraccu in de modelboot en sluit deze aan op de bootregelaar. Let op! Let hierbij op de juiste polariteit van de aansluitkabel van de bootregelaar: Rood = plus (+) en zwart = min (-). Bij een verkeerde aansluiting kunnen de bootregelaar, motor en accu beschadigd worden! Explosie-/verbrandingsgevaar! Bij het aansluiten van de volledig opgeladen vaaraccu kan (met name bij vaaraccu’s met veel cellen) bij de contactpunten van de stekkerverbinding een kleine vonk overslaan (krakend geluid hoorbaar). Dit is normaal omdat op dit moment de ingangscondensatoren van de bootregelaar kortstondig met een hoge stroomstoot belast worden. Door deze vonken kunnen de stekker van de accu en de bootregelaar na verloop van tijd beschadigd worden (de overgangsweerstand kan worden verhoogd). Door een geschikte vormgeving van de aansluitstekker en een weerstand kan dit worden voorkomen. Op het internet kunt u meer informatie vinden als u in een zoekmachine bijvoorbeeld de termen „antivonk accu“ invoert. In de praktijk zou de weerstand een waarde van ongeveer 10 Ohm en een vermogen van 1 W moeten hebben. • Voordat de bootregelaar gereed is voor gebruik, dient u (in het bijzonder bij de eerste inbedrijfstelling) eerst de programmering in te stellen, zie hiervoor de volgende paragraaf. Programmeren van volgas en neutrale stand Beschrijving van de functies: De instelbare waarden van elke functie zijn terug te vinden in de onderstaande tabel. De bootregelaar is met een automatische leerfunctie uitgerust. Doe het volgende als u de neutrale en volgas stand wilt programmeren: De basisinstellingen van de bootregelaar zijn grijs weergegeven. • Koppel de vaaraccu los van de bootregelaar. • Schakel de zender in en zet de gashendel in de volgas stand. Functie #1: motorrem • Sluit de vaaraccu aan op de bootregelaar. Wacht twee seconden, vervolgens zal de motor twee pieptonen genereren (de pieptonen worden door een korte aansturing van de brushless motor gegenereerd). De volgas stand is opgeslagen. Als de gashendel op de zender van de voorwaartse stand in de neutrale stand wordt gezet, wordt de motorrem geactiveerd. De functie komt overeen met de motorrem van een echte auto als de voet van het gaspedaal wordt genomen, maar het rempedaal nog niet wordt ingedrukt. • Zet de gashendel nu in de neutrale stand oftewel in de minimum stand. De motor genereert opnieuw pieptonen en de programmering is voltooid. Functie #2: soort accu Als u te lang wacht voordat u de gashendel in de neutrale stand oftewel minimum stand zet, dan wordt de programmeermodus gestart. Stel hier de soort accu in die op de bootregelaar wordt aangesloten. Zorg ervoor dat bij het gebruik van een LiPo- of LiFe-vaaraccu de onderspanningsdetectie (zie functie #3) wordt ingeschakeld. Als dit niet wordt gedaan, kan het volledig ontladen van de LiPo-/ LiFe-vaaraccu ertoe leiden dat deze onbruikbaar wordt. Koppel de vaaraccu vervolgens los van de bootregelaar en start het leerproces opnieuw zoals hierboven beschreven. In het geval de programmering niet wordt uitgevoerd zoals hierboven beschreven, controleer dan de reverse instelling van de vaarfunctie op de zender. Programmeren van speciale functies • Koppel de vaaraccu los van de bootregelaar. • Schakel de zender in en zet de gashendel in de volgas stand. Houd de gashendel in deze stand vast, laat niet los! • Sluit de vaaraccu aan op de bootregelaar. Houd de gashendel nog steeds in de volgas stand vast. • Wacht nu langer dan 2 seconden, de motor zal 4x twee pieptonen en aansluitend 4x een pieptoon genereren. De programmeermodus van de eerste functie is nu actief (motorrem). Houd de gashendel nog steeds in de volgas stand vast. • Na elkaar zal de bootregelaar korte of lange pieptonen genereren die aangeven welke functie geprogrammeerd/gewijzigd kan worden. Elk audiosignaal wordt 4x gegenereerd voordat naar de volgende functie wordt overgeschakeld. Functie #1: 1x korte pieptoon: motorrem Functie #3: onderspanningsdetectie De bootregelaar meet bij het aansluiten van een vaaraccu de spanning ervan. Dit wordt bij een LiPo-/LiFevaaraccu (zie functie #2) gebruikt ten behoeve van het berekenen van het aantal cellen en dus voor de laagspanningsdetectie of het volledig ontladen van de vaaraccu. Bij een NiMH-/NiCd-vaaraccu dient de spanningsmeting ervoor dat de bootregelaar bij een geactiveerde onderspanningsdetectie correct kan reageren (afhankelijk van de instelling in functie #8 wordt het vermogen gereduceerd of de motor bij 50%, 60% of 65% van de aan het begin gemeten accuspanning uitgeschakeld). Sluit daarom uitsluitend een volledig opgeladen vaaraccu aan, en nooit een gedeeltelijk opgeladen vaaraccu. Anders kan de onderspanningsdetectie niet of niet goed functioneren! Voorbeelden: • Bij een LiPo-accu met 3 cellen en de instelling „3,0 V/cel“ wordt de onderspanningsbeveiliging bij een accuspanning van 9,0 V geactiveerd (vermogen van de motor wordt gereduceerd of de motor wordt uitgeschakeld, zie functie #8). • Bij een NiMH-accu met 6 cellen (volledig geladen ongeveer 8,4 V) en de instelling „60%“ wordt de onderspanningsbeveiliging bij een accuspanning van ongeveer 5 V geactiveerd (vermogen van de motor wordt gereduceerd of de motor wordt uitgeschakeld, zie functie #8). Functie #2: 2x korte pieptoon: soort accu Functie #3: 3x korte pieptoon: onderspanningsbeveiliging Functie #4: 4x korte pieptoon: reset, de bootregelaar terugzetten naar de fabrieksinstellingen Functie #4: terugzetten van de bootregelaar naar de fabrieksinstellingen (reset) Functie #5: 1x lange pieptoon: timing van motor Er zijn geen verschillende waarden/instellingen. Functie #6: 1x lange + 1x korte pieptoon: draairichting van de motor Als een reset wordt uitgevoerd, heeft de bootregelaar de grijs gemarkeerde instellingen in de onderstaande tabel. Functie #7: 1x lange + 2x korte pieptoon: aanloopkoppel Functie #8: 1x lange + 3x korte pieptoon: gedrag van de bootregelaar bij onderspanning Een overzicht van de programmeerbare functies en de instelbare waarden zijn terug te vinden in de onderstaande tabel. De basisinstellingen zijn grijs weergegeven. • Als de gewenste functie (#1....#8) door middel van de pieptonen wordt weergegeven, zet u de gashendel in de minimum stand. De bootregelaar genereert ter bevestiging een serie tonen om aan te geven dat naar de programmering van de instelwaarde wordt overgeschakeld. • Functie #1: rem uitgeschakeld • Functie #2: LiPo-vaaraccu, automatische detectie van het aantal cellen • Functie #3: onderspanningsbeveiliging ingeschakeld, 3,0 V/cel • Functie #4: --• Functie #5: automatische timing van de motor • Functie #6: draairichting van de motor: vooruit • De bootregelaar genereert nu (afhankelijk van de geselecteerde functie) opnieuw pieptonen. Deze duiden de reeds geprogrammeerde waarden aan. Raadpleeg hiervoor de onderstaande tabel. • Functie #7: Aanloopkoppel: 30% • Als de gewenste waarde door middel van de pieptonen wordt weergegeven (bijv. instelwaarde „Medium“ bij de motorrem, 3x kort audiosignaal), zet u de gashendel in de volgas stand; houd de gashendel in deze stand vast. Functie #5: timing van de motor De bootregelaar genereert ter bevestiging een serie tonen, de nieuwe waarde is opgeslagen. Houd de gashendel nog steeds in de volgas stand vast! • De bootregelaar schakelt nu over naar de volgende functie. Indien gewenst kunt u de instelling hiervan zoals hierboven beschreven wijzigen (gashendel in de neutrale stand zetten om een instelling van de functie te wijzigen – of de gashendel in de volgas stand blijven vasthouden om naar de volgende functie te gaan). • Om de programmeermodus te verlaten, koppelt u de vaaraccu los van de bootregelaar. • Functie #8: gedrag van bootregelaar bij onderspanning: reductie van het vermogen Met deze instelmogelijkheid beïnvloedt u (vergelijkbaar met een voortijdige ontsteking van een verbrandingsmotor) de bedrijfseigenschappen van de motor. Een lagere waarde betekent dat de motor ten opzichte van de basisinstelling iets meer koppel en een iets lager maximum toerental heeft. Een hogere waarde daarentegen betekent dat de motor een hoger maximum toerental en een iets lagere koppel heeft. In beide gevallen wijzigen de spanningswaarden. Let indien nodig op de specificaties van de motor. In geval van twijfel moet u altijd de instelling „Auto“ selecteren. Functie #6: draairichting van de motor Afhankelijk van de modelboot of motor/aandrijving/schroef van de boot kan een omkering van de draairichting van de motor vereist zijn. In plaats van de programmering te wijzigen, kunt u als alternatief twee van de drie kabels tussen de bootregelaar en de motor omwisselen; dit keert de draairichting van de motor ook om. Audiosignaal voor de weergave van de instelwaarden Tonsignal Functie 1x kort 2x kort 3x kort 4x kort Sterk 1x lang 1x lang + 1x lang + 1x lang + 1x lang + 1x kort 2x kort 3x kort 4x kort 1x kurz #1: Motorrem Uit Laag Medium 2x kurz #2: Soort accu NiCd/NiMH LiPo LiFe 3x kurz #3: Detectie van lage spanning 2,8 V/cel (of 50%) 3,0 V/cel (of 60%) 3,2 V/cel (of 65%) Uit 4x kurz #4: Reset 1x lang #5: Timing van motor Automatisch 2° 8° 15° 22° 30° Normaal Reverse 10% 15% 20% 25% 30% 35% Vermogensreductie Motor uit 1x lang + 1x kurz #6: Draairichting van motor 1x lang + 2x kurz #7: Aanloopkoppel 1x lang + 3x kurz #8: Gedrag bij onderspanning Reset 40% 45% 50% Functie #7: aanloopkoppel Afhankelijk van de instelling wordt de motorstart met minder of meer koppel uitgevoerd. Hoe hoger de instelwaarde, hoe meer stroom de motor uit de aangesloten vaaraccu verbruikt; des te hoogwaardiger deze moet zijn. Functie #8: gedrag van de bootregelaar in het geval van onderspanning Als de onderspanningsbeveiliging is ingeschakeld (zie functie #3) dan kan de bootregelaar hier verschillend op reageren als de accuspanning onder de drempel zakt. 1x korte pieptoon: het vermogen van de motor wordt gereduceerd 2x korte pieptoon: de motor wordt uitgeschakeld Onderhoud en verzorging De bootregelaar is onderhoudsvrij, demonteer deze niet. Voor het reinigen moet de vaaraccu volledig worden losgekoppeld van de bootregelaar. Indien u eerder met de modelboot hebt gevaren, moet u de bootregelaar, motor en vaaraccu volledig laten afkoelen. Laat het water uit het koelcircuit lopen alvorens het model met de daarin ingebouwde bootregelaar op te slaan. Controleer uw model na elk vaarproces op het binnendringen van water. Verwijder het water uit het model. Controleer of alle slangaansluitingen goed zijn bevestigd en niet lekken. Controleer ook of de slangen goed gepositioneerd en bevestigd zijn, en geen knikken hebben. Om veiligheidsredenen moet u bij de bootregelaar altijd instellen dat het vermogen van de motor wordt gereduceerd. Hierbij is het meestal nog mogelijk de modelboot naar de oever te varen. Afvoer Als het uitschakelen van de motor wordt geprogrammeerd dan is het ophalen van de modelboot uit het water erg moeilijk! a) Algemeen Het product hoort niet bij het huishoudelijk afval! Als de modelboot zonder aandrijving op het water dobbert, dan brengt u zichzelf in geen geval in gevaar (bijv. naar de modelboot zwemmen). Gewoonlijk volstaat het om even te wachten zodat de wind of de stroming de modelboot naar de oever drijft. Wellicht bevindt de modelboot zich buiten het bereik van het signaal van de zender. De motor wordt hier met de bootregelaar om veiligheidsredenen automatisch uitgeschakeld. Verklein de afstand tussen de zender en de modelboot, en controleer dan of de modelboot weer reageert. Functioneel testen van de bootregelaar Verwijder dit product aan het einde van de levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen. b) Batterijen en accu‘s U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu‘s in te leveren; verwijdering via het huishoudelijk afval is niet toegestaan! Batterijen/accu‘s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via huishoudelijk afval verboden is. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding wordt op de batterijen/accu‘s vermeld, bijv. onder de links afgebeelde vuilnisbakpictogrammen). Waarschuwing, let op! Positioneer de modelboot zodanig dat de schroef van de boot geen contact maakt met de bodem of andere voorwerpen. Raak de binnenkant van de aandrijving niet aan, blokkeer deze niet! Gevaar voor letsel! Als de trimmer op de zender wordt gewijzigd, kan dit direct na de aansluiting van de bootregelaar op de vaaraccu leiden tot het starten van de motor! In alle gevallen moet u als eerste de neutrale en volgas stand programmeren. Vervolgens moet de bootregelaar in overeenstemming met de gebruikte vaaraccu of motor worden geprogrammeerd. • Sluit de vaaraccu aan op de bootregelaar. • Als de bedieningshendel van de vaarfunctie op de zender in de neutrale stand staat, mag de aandrijving niet worden ingeschakeld. • Zet de bedieningshendel van de vaarfunctie in de voorwaartse vaarrichting. De aandrijving moet nu worden gestart. De bootregelaar beschikt niet over een achterwaartse vaarfunctie. Operationele informatie • Bij uitval van het zendsignaal (langer dan 2 seconden) of bij het verlaten van het bereik van de zender schakelt de bootregelaar de motor uit. De motor genereert vervolgens een lang audiosignaal. • Als de gashendel op de zender niet in de neutrale stand staat en u de vaaraccu aansluit op de bootregelaar, genereert de motor een pieptoon. • Als de accuspanning te hoog is, genereert de motor een lange pieptoon gevolgd door een pauze. • De bootregelaar reduceert het uitgangsvermogen als deze te warm wordt (vanaf ongeveer 110 °C). Gebruik beëindigen Lege batterijen/accu‘s kunt u gratis inleveren bij de inzamelplaatsen van uw gemeente, bij onze filialen of bij andere verkooppunten van batterijen en accu‘s. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu. Technische gegevens Bestelnr. 1359065 1359066 1359067 Aantal cellen NiMH/NiCd 5 - 18 5 - 18 5 - 18 Aantal cellen LiPo/LiFe 2-6 2-6 2-6 Gelijkstroom (5 min.) 70 A 90 A 130 A Gelijkstroom (10 sec.) 90 A 110 A 150 A Piekstroom (1 sec.) 120 A 150 A 170 A Schakelfrequentie 16 kHz 16 kHz 16 kHz BEC-uitgang 5,5 V/DC, 3 A 5,5 V/DC, 3 A 5,5 V/DC, 3 A Aansluiting voor waterkoeling ja ja ja Ø van slangaansluiting 4 mm 4 mm 4 mm Vaarfunctie uitsluitend vooruit uitsluitend vooruit uitsluitend vooruit Oververhittingsbeveiliging ja ja ja Afmetingen (B x L x H) 66 x 49 x 23 mm 66 x 49 x 23 mm 65 x 62 x 24 mm Gewicht 113 g 113 g 171 g • Vaar de modelboot langzaam naar de oever en zet de gashendel op de zender op het juiste moment in de neutrale stand zodat de aandrijving wordt uitgeschakeld (anders kan de schroef van de boot in contact komen met de bodem waardoor zowel de schroef als de aandrijfas of de modelboot kan worden beschadigd). • Koppel de vaaraccu volledig los van de bootregelaar. Verplaats de gashendel op de zender in geen enkel geval. Raak de binnenkant van de aandrijving niet aan (schroef van de boot). • Schakel de zender daarna pas uit. Oplossen van problemen De bootregelaar functioneert niet. • Controleer de vaaraccu en de kabels tussen de vaaraccu, bootregelaar, ontvanger en motor. • Gebruik geen aparte voeding voor de ontvanger. De bootregelaar beschikt over een geïntegreerde BEC; de ontvanger (en de stuurservo) wordt door de bootregelaar aangedreven. De aangesloten motor genereert audiosignalen maar functioneert niet. • Schakel de zender in of controleer de functie van de zender. • Controleer of de ontvanger is aangemeld bij de zender (bijv. als verbinding is aangeduid). • Programmeer de volgas en neutrale stand van de bootregelaar opnieuw. • Controleer of de Reverse-instelling van de vaarfunctie op de zender onbedoeld is geactiveerd. • Mogelijk is de accuspanning te hoog. Gebruik een vaaraccu met minder cellen, raadpleeg het hoofdstuk „Technische gegevens“ voor het toegestane aantal cellen. De motor reageert niet goed op de besturingscommando’s van de zender. • Programmeer de volgas en neutrale stand van de bootregelaar opnieuw. • Voer een Reset uit van de bootregelaar en programmeer de bootregelaar opnieuw. Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V1_0615_01_DT
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Reely 1359067 Handleiding

Categorie
Speelgoed met afstandsbediening
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor