ProForm PETL79810 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding
Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL79810.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
M
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Achterpagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Achterpagina
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is, het nummer op de omslag van
deze handleiding en vraag om een vervan-
gende sticker. Plak de sticker op de aange-
geven plaats. Opmerking: de sticker(s) worden
niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat allen
die gebruik maken van de loopband vol-
doende op de hoogte zijn van de voorzorgs-
maatregelen en waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de
loopband en 6,0 m ruimte aan iedere kant van
de loopband. Zorg ervoor dat de loopband
geen luchtopeningen of luchtroosters blok-
keert. Leg een matje onder de loopband om
uw vloer of de vloerbedekking te bescher-
men.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen gebruikt worden door
mensen die niet zwaarder zijn dan 135 kg.
9. Laat nooit meer dan één persoon tegelijk de
loopband gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in de
loopband verstrikt kan raken. Ondersteun-
ende kleding wordt aanbevolen voor zowel
voor mannen als voor vrouwen. Draag altijd
gymschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, nooit alleen op sokken of
met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 16). Geen elk ander appa-
raat mag op dezelfde groep aangesloten zijn.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-draadig, 1 mm
2
(maat 14)
snoer van maximaal 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer de elektriciteitssnoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 25 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN
TE SCHAKELEN op pagina 18).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de han-
dleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schokken
bij versnelling te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
l
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en druk de chake-
laar in de uit-stand wanneer u de loopband
niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5
voor de plaats van de schakelaar.)
2
0. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND IN KLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 24.) U moet veilig 20 kilo kunnen op-
tillen en laten zakken, om in staat te zijn om
de loopband te verplaatsen.
21. Bij het inklappen of verplaatsen van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opberg-
stand houdt.
22. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en draai ze indien nodig vast.
24.
GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken voor het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijstellen zoals beschreven is in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
zij een onderhoudsmonteur dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding moeten uitsluitend worden
uitgevoerd door een erkende onder-
houdsmonteur.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn
voelt, stop dan meteen met het oefenen en
begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire PRO-
F
ORM
®
7
05 ZLT loopband. Deze 705 ZLT loopband
biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te
maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke
l
oopband opvouwen, waardoor deze minder dan de
helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
N
oteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
a
angegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Vakje
Sleutel/Klip
Schakelaar
Loopband
Platform van het Kussen
Voetrail
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Polssensor
6
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
t
eerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
p
akkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutels en uw eigen kruiskopschroeven-
draaier , verstelbare Engelse sleutel , combinatietang , en schaar
nodig .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen
elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegele-
verd.
#8 x 3/4" Schroef
(1)–10
3/8" Sterring
(11)–6
#8 x 1" Tekschroef
(5)–4
3/8" Moer (10)–3
5/16" Sterring
(13)–2
#10 Sterring
(12)–4
#8 x 1" Schroef
(53)–4
#10 x 3/4" Schroef
(2)–4
3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3)–2
5/16" x 1" Hechtbout
met Platte Kop (14)–4
3/8" x 4" Hechtbout (7)–4
1/4" x 1" Hechtbout
(9)–4
3/8" x 2" Bout (8)–3
5/16" x 1" Hechtbout
(4)–2
7
2. Leg, met de hulp van een tweede persoon, de
loopband voorzichtig op zijn linkerkant. Klap het
Onderstel (55) gedeeltelijk in zodat de loopband
stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig op.
Verwijder de twee aangegeven bouten (B) en de
verzendbeugel (C) en gooi deze weg.
Snij de verzendband die de Draad van de
Staander (87) aan de Basis (95) bevestigt. Zoek
naar een plastic draadband in het aangegeven
gat in de Basis en gebruik de draadband om de
Draad van de Staander uit het gat te trekken.
Maak twee Basispoten (90) aan de Basis (95)
op de aangegeven plaatsen vast met twee #8 x
1" Tekschroeven (5) en twee Tussenstukken
van de Basispoot (94).
Maak dan de twee andere Basispoten (90) met
twee #8 x 1" Tekschroeven (5) vast.
2
95
5
55
90
90
5
5
5
90
94
90
87
Gat
94
1
. Zorg dat het snoer niet in het stopcontact zit.
V
erwijder de 3/8" Moer (10), de 3/8" x 2" Bout
(8), en de verzendbeugel (A) van de Basis (95).
Herhaal deze stap voor de andere kant van
de loopband.
De 3/8" Moeren (10) en de 3/8" x 2" Bouten (8)
worden in montagestappen 3 en 6 gebruikt.
Gooi de verzendbeugels weg.
95
A
8
10
C
B
1
8
5. Houd de Rechter Staander (85) tegen de Basis
(95) vast. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (87) niet bekneld raakt. Steek twee
3/8" x 4" Hechtbouten (7) en een 3/8" x 1 1/2"
Hechtbout (3) met drie 3/8" Sterringen (11) in de
Rechter Staander.
Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x 1
1/2" Hechtbouten (3) vast totdat de koppen van
de Hechtbouten de Rechter Staander (85) aan-
raken. Draai de Hechtbouten nog niet te vast.
95
85
87
11
11
3
7
5
4. Zoek naar de Rechter Staander (85),
aangegeven met een sticker “Right” (L of Left
geeft links aan; R of Right geeft rechts aan).
Houd de Rechter Staander bij de Basis (95)
zoals afgebeeld vast.
Bekijk de inzet-tekening. Maak de draadband
in de Rechter Staander (85) stevig vast rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (87).
Trek dan aan het andere uiteinde van de draad-
band totat de Draad van de Staander goed door
de Rechter Staander ligt.
Draadband
87
85
95
87
4
Draad-
band
85
87
3. Bekijk de inzet-tekening. Snij de plastic draad-
band van de Draad van de Staander (87) los.
M
aak een Wiel (96) aan de Basis (95) vast met
de 3/8" x 2" Bout (8) en de 3/8" Moer (10) die u
h
eeft verwijderd in montagestap 1. Draai de
Moer nog niet te vast. Het Wiel moet vrij kun-
nen draaien.
Druk een Basiskapje (89) in de Basis (95).
95
8
10
3
96
89
Plastic draadband
Snij
87
7. Houd de Linker Staander (84) tegen de Basis
(95) vast. Steek twee 3/8" x 4" Hechtbouten (7)
en een 3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3) met drie 3/8"
Sterringen (11) in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x
1 1/2" Hechtbout (3) vast todat de koppen van
de Hechtbouten de Linker Staander (84) aan-
raken. Draai de Hechtbouten nog niet te vast.
Kantel, met hulp van een tweede persoon, de
loopband zodanig de Basis (95) plat op de vloer
terechtkomt.
84
7
95
11
11
3
7
9
6. Leg, met de hulp van een tweede persoon, de
loopband voorzichtig op zijn rechterkant. Klap
het Onderstel (55) gedeeltelijk in zodat de loop-
b
and stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig op.
Verwijder de twee aangegeven bouten (B) en de
verzendbeugel (C) en gooi deze weg.
Maak een Wiel (96) aan de Basis (95) vast met
de 3/8" x 2" Bout (8) en de 3/8" Moer (10) die u
in montagestap 1 heeft verwijderd. Draai de
Moer nog niet te vast. Het wiel moet vrij kun-
nen draaien.
Druk een Basiskapje (89) in het Onderstel (95).
6
8
55
10
95
8
9
96
C
B
10
9. Zoek naar de Linkerkap van de Staander (80).
Schuif de Linkerkap van de Staander op de
Linker Staander (84).
Zoek naar de Linker Handleuning (82).
Verwijder de draadband van de beugel op de
Linker Handleuning. Druk, indien nodig, de
5/16" Kooimoer (38) terug op zijn plaats.
Maak de Linker Handleuning (82) aan de Linker
Staander (84) vast met twee 5/16" x 1"
Hechtbouten met Platte Koppen (14), een 5/16"
x 1" Hechtbout (4), en een 5/16" Sterring (13)
zoals afgebeeld. Draai de Hechtbouten nog
niet vast.
82
4
14
13
84
80
9
38
8. Zoek naar de Linkerkap van de Basis (88) en de
Rechterkap van de Basis (91). Schuif de
Linkerkap van de Basis op de Linker Staander
(84) en de Rechterkap van de Basis op de
R
echter Staander (85).
91
85
84
88
8
11
10. Schuif de Rechter Kap van de Staander (86) op
de Rechter Staander (85). Verwijder de draad-
band van de beugel op de Rechter Handleuning
(
83). Druk, indien nodig, de 5/16" Kooimoer (38)
terug op zijn plaats.
Houd de Rechter Handleuning (83) bij de
R
echter Staander (85) vast. Streek de Draad
van de Staander (87) door de beugel aan de on-
derkant van de Rechter Staander. Trek de
Draad van de Staander uit het uiteinde van de
Rechter Handleuning.
Maak de Rechter Handleuning (83) aan de
Rechter Staander (85) vast met twee 5/16" x 1"
Hechtbouten met Platte Koppen (14), een 5/16"
x 1" Hechtbout (4), en een 5/16" Sterring (13)
zoals afgebeeld. Draai de Hechtbouten nog
niet vast.
11. Leg het bedieningspaneel met de bovenkant op
een zachte opervlakte neer zodanig het bedien-
ingspaneel niet bekrast kan worden. Verwijder
de #8 x 3/4" Schroeven (1). Til de Dwarsstang
(107) af.
11
107
Bedieningspaneel
1
3
8
83
B
eugel
14
4
13
86
85
8
7
10
12
13. Draai twee 5/16" x 1" Hechtbouten (4) en de vier
5/16" x 1" Hechtbouten met Platte Koppen (14)
goed vast (alleen een kant is afgebeeld).
Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning
(83) en de Linker Handleuning (niet afgebeeld)
vast.
Sluit de Draad van de Staander (87) aan op de
draad van het bedieningspaneel. Bekijk de
inzet-tekening. De verbindingstukken
zouden makkelijk samen moeten glijden en
op hun plaats moeten klikken. Als dit niet
gebeurt, draai dan een van de verbind-
ingsstukken om en proberen het nogmaals. ALS
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED OP
ELKAAR AANSLUITEN KAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL BESCHADIGEN ALS DE
STROOM WORDT AANGEZET. Verwijder de
draadband van de Draad van de Staander.
Maak de aardingsdraad uit het bedieningspa-
neel aan de Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel (52) vast.
Bedienings-
paneel
13
Draad
van het
Bedien-
ingspa-
neel
Draad-
band
Aardingsdraad
83
87
4
52
87
Draad
van het
Bedien-
ings-
paneel
12. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereed-
schap om schaden aan de Dwarsstang (107)
te voorkomen en draai de #10 x 3/4"
Schroeven (2) niet te vast.
Draai de Dwarsstang (107) zoals afgebeeld.
Maak de Dwarsstang aan de Handleuningen
(82, 83) vast met vier #10 x 3/4" Schroeven (2)
e
n vier #10 Sterringen (12); draai de
Schroeven nog niet vast.
Steek het Ondertel van het Bedieningspaneel
(102) in de Handleuningen (82, 83). Maak het
Onderstel van het Bedieningspaneel met vier
1/4" x 1" Hechtbouten (9) vast; draai de
Hechtbouten nog niet vast. Zorg ervoor dat
de Draad van de Staander (87) niet bekneld
raakt.
Draai een #10 x 3/4" Schroef (2) in ieder
uiteinde van de Dwarsstang (107) vast. Draai
dan de andere #10 x 3/4" Schroef (2) in ieder
uiteinde van de Dwarsstang vast.
Draai de vier 1/4" x 1" Hechtbouten (9) vast.
12
107
12
9
2
83
102
8
2
87
9
12
2
E
erst
E
erst
14
13
15. Houd de Rechterkap van de Staander (86)
tegen het bedieningspaneel vast. Stel de gaten
in de Rechterkap van de Staander gelijk met de
gaten in de Rechter Staander (85). Maak de
Rechterkap van de Staander met twee #8 x 3/4"
Schroeven (1) vast.
Maak de Linkerkap van de Staander (80) op
dezelfde manier aan de Linker Staander (84)
vast.
Zie montagestappen 5 en 7. Draai de 3/8" x 4"
Hechtbouten (7) en de 3/8" x 1 1/2"
Hechtbouten (3) vast.
15
85
84
1
1
80
86
Bedieningspaneel
14. Plaats het bedieningspaneel op de Linker en
Rechter Handleuning (82, 83). Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken. Steek het over-
schot aan Draad van de Staander (87) in de
R
echter Handleuning.
Maak het bedieningspaneel aan de Dwarsstang
(107) vast met zes #8 x 3/4" Schroeven (1).
D
raai eerst alle zes de Schroeven aan, en
draai ze dan elk goed vast.
Maak twee Klemmen van het Bedieningspaneel
(105) aan het bedieningspaneel vast met vier #8
x 1" Schroeven (53).
14
83
105
53
87
1
1
1
1
Bedieningspaneel
82
107
14
17. Til het Onderstel (55) op, tot de afgebeelde
stand. Zorg dat een tweede persoon het
Onderstel vasthoudt tot deze stap voltooid
is.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zodanig dat
de grote huls en de vergrendelingsknop zich
zoals afgebeeld bevinden.
Maak de Beugel van de Vergrendeling (6) en de
Opbergvergrendeling (51) aan de Basis (95)
vast met twee 3/8" x 2" Bouten (8) en twee 3/8"
Moeren (10).
Maak het bovenste uiteinde van de Opbergver-
grendeling (51) aan de beugel op het Onderstel
(55) vast met een 3/8" x 2" Bout (8) en een 3/8"
Moer (10). Opmerking: het kan nodig zijn om het
Onderstel wat heen en weer te schuiven om de
Opbergvergrendeling en de beugel op elkaar af
te stellen.
Laat het Onderstel (55) neer (zie HOE DE
LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 24).
17
16. Druk, mocht het nodig zijn, het Linker Bakje
(103) en het Rechter Bakje (104) in het bedien-
ingspaneel.
103
1
04
16
Bedienings-
paneel
18. Zorg dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic
op de loopbandstickers zitten, verwijder deze dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vlo-
erbedekking te beschermen. Opmerking: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg één van de in-
bussleutels goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband bij te stellen (zie paginaʼs 26 en 27).
51
95
10
Grote
Beugel
8
55
10
6
8
Vergrendel-
knop
15
D
E BORSTKAS-POLSSENSOR DRAGEN
De borstkas-polssensor bestaat uit twee delen: de
borstkas-band en de sensor. Steek de flap van de
borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals
afgebeeld in de tekening. Druk het uiteinde van de
sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap
moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-polssensor
om uw borstkas en
maak het andere eind
van de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte van
de band bij. De borst-
kas-polssensor moet onder uw kleding gedragen wor-
den, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspie-
ren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor
naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee elektrodes aan de binnenkant
(de elektrodes hebben kleine randjes). Maak beide
elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat
speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de
sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de borstkas-polssensor goed af na ieder ge-
bruik. De borstkas-polssensor wordt ingeschakeld
wanneer u de elektrodes nat maakt en de borstkas-
polssensor draagt. De borstkas-polssensor gaat uit
wanneer deze wordt afgedaan en de elektrodes ge-
droogd worden. De sensor blijft langer dan nodig
branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen
als de borstkas-polssensor elektrodes niet goed ge-
droogd worden.
Bewaar de borstkas-polssensor op een warme en
droge plaats. Bewaar de borstkas-polssensor niet in
een plastic zak of andere verpakking die vocht kan
vasthouden.
Stel de borstkas-polssensor niet langdurig bloot aan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-polssensor niet te veel.
Maak de borstkas-polssensor schoon met een
zachte doek en een beetje niet agressief schoon-
maakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol
of chemische producten. U kunt de borstkas-band
met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit
hoe u de borstkas-polssensor met het bediening-
spaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder ge-
noemde procedures door wanneer de borstkas-
polssensor niet goed werkt.
Zorg ervoor dat u de borstkas-polssensor goed
draagt zoals hier links is beschreven. Opmerking:
Verplaats de sensor wat naar boven of naar bene-
den wanneer de borstkas-polssensor niet goed
werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals speeksel of vloei-
stof voor contact lenzen om de elektrodes van de
sensor nat te maken. Maak de elektrodes opnieuw
wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschij-
nen nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
De borstkas-polssensor is ontwikkeld voor mensen
met een normale hartslag. Problemen met de hart-
slagmeting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart-
kloppingen, of aritmie.
De werking van de borstkas-polssensor kan beïn-
vloed worden door magnetische storingen die ver-
oorzaakt worden door hoogspanningsdraden en an-
dere elektromagnetische bronnen. Verplaats de
loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor
Gesp
16
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
m
et siliconen spray of ander middel. Als u dat
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE
STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge-
aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen
voor een door de fabrikant aanbevolen stroom-
snoer.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
t
act te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspa-
neel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen
op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse
waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een in-
drukwekkende keuze aan mogelijkheden die zijn on-
twikkeld om uw oefeningen effectiever en aangenamer
te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de
snelheids- en de hellinginstelling van de loopband ve-
randeren door een druk op een toets. Tijdens het oefe-
nen zal het bedieningspaneel meteen feedback op uw
workout aangeven. U kunt zelfs uw hartslag meten
door gebruik te maken van de ingebouwde handgreep
met polssensor of door middel van de optionele
borstkas-polssensor.
Het bedieningspaneel heeft tevens zestien voorafin-
gestelde workouts—acht workouts om snel calorieën
te kunnen verbranden en acht sneltijd workouts. Iedere
workout beheert automatisch de snelheid en de helling
van de loopband terwijl u door een effectieve oefens-
essie wordt geleid.
Het bedieningspaneel heeft ook nog het iFit interac-
tieve workout-systeem. Het iFit-systeem accepteert
iFit-kaarten met workouts die zijn ontwikkeld om u te
helpen specifieke fitnessdoelen te bereiken.
Bijvoorbeeld, verlies die ongewenste kilos met de 8
weken lange workout om af te vallen. iFit workouts
controlleren automatisch de loopband. Ga naar
www.iFit.com om iFit-kaarten te kopen of bel tele-
foonnummer op de voorkant van deze handleiding.
iFit-kaarten zijn ook in speciaal zaken verkrijgbaar.
U kunt terwijl u oefent naar uw favoriete workout-
muziek of audioboeken luisteren op de premium gelu-
idsinstallation van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, raadpleeg pagina 18.
Raadpleeg pagina 18 om de handmatige instelling te
gebruiken. Raadpleeg pagina 21 om een voorafin-
gestelde workout te gebruiken. Raadpleeg pagina
22 om een iFit workout te gebruiken. Raadpleeg
pagina 22 om de informatie instelling te gebruiken.
Raadpleeg pagina 23 om het stereogeluidssysteem
te gebruiken.
BELANGRIJK: als er een velletje plastic op het be-
dieningspaneel zit, verwijder deze dan. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de
band wanneer de loopband voor het eerst wordt
gebruikt. Let deze in het midden mocht dat nodig
zijn (zie pagina 27).
BEDIENINGS-
PANEELDIAGRAM
17
18
HOE DE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan lage
t
emperaturen blootgesteld is geweest, de loop-
band op kamertemperatuur komen voordat u de
e
lektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het snoer in het stop-
contact (zie pagina 14).
Zoek vervolgens naar de
schakelaar [RESET/OFF]
op het onderstel van de
loopband bij het snoer.
Druk de schakelaar in de
reset stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demo-instelling, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband geëtaleerd wordt in een winkel. De
demo-instelling is gekozen wanneer de displays
gaan branden zodra de stekker in het stopcontact
gestoken wordt en de stroomonderbreker in de
reset-stand staat. Om de demo-instelling uit te
schakelen, houdt u de Stoptoets [STOP] enkele
seconden lang ingedrukt. Raadpleeg DE INFOR-
MATIE INSTELLING op pagina 23 om de demo-in-
stelling uit te schakelen wanneer de displays bli-
jven branden.
Ga op de voetrails van
de loopband staan.
Zoek naar de klip die
aan de sleutel vast zit
(zie tekening rechts) en
maak de klip aan de
tailleband van uw kled-
ing vast. Steek de sleu-
tel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u
de sleutel uit het bedieningspaneel trekken, zodat
de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test
de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedien-
ingspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
Opmerking: de helling zal, wanner u voor het eerst de
sleutel in het bedieningspaneel steekt, automatisch in
de maximuminstelling worden ingesteld om dat naar
de minimuminstelling terug te keren.
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te
ontdekken welke meeteenheid is gekozen, of om de
meeteenheid te wijzigen zie de INFORMATIE-IN-
STELLING op pagina 23. Voor de eenvoud worden
alle instructies in dit gedeelte van de handleiding in
kilometers aangegeven.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GE-
BRUIKEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
links.
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instelling
wordt gekozen wanneer
de sleutel wordt ingesto-
ken en de piste op de
display zal verschijnen.
Trek de sleutel uit wan-
neer een voorafingel-
stelde workout gekozen wordt, en steek de sleutel
weer in.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de Go-toets
[GO], de Snelheidstoename [SPEED] toets, of op
een van de snelheidtoetsen met nummers 1-18.
Als u de Go-toets of de Snelheidstoenametoets
ingedrukt dan zal de loopband met een snelheid
van 2 km/u [KM/H] beginnen te draaien. Bij het oe-
fenen kunt u de snelheid van de loopband naar
wens aanpassen door de snelheidstoename en -
afname toetsen in te drukken. Steeds als u een
van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling
met 0,1 km/u veranderen; als u een toets ingedrukt
houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5
km/u. Opmerking: het kan even duren nadat u op
de toetsen drukt voordat de loopband de gekozen
snelheidsinstelling bereikt.
Indien u op een van de genummerde snelheid-
stoetsen drukt, zal de snelheid van de loopband
gradueel aangepast worden tot de gewenste snel-
heidsinstelling bereikt wordt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de loopband opnieuw te starten drukt
u op de Starttoets, de Snelheidstoename toets, of
op een van de snelheidstoetsen met nummers 1-
18.
Resetten
Sleutel
Klip
19
4. De hellingstand van de loopband veranderen
z
oals gewenst.
Druk om de helling van
de loopband te veran-
deren, op de
Hellingtoename [IN-
C
LINE] en -afname
toetsen of een van de
genummerde hellingtoetsen. Druk om de helling
van de loopband te veranderen, op de
Hellingtoename of afname toetsen. Met elke druk
op de Hellingtoename of –afname toets verandert
de helling met 0,5%. Indien up op een van de
genummerde hellingtoetsen drukt, zal de loopband
de gekozen hellingisntelling instellen. Opmerking:
Het kan even duren nadat u op de toetsen drukt
voordat de loopband de gekozen hellingsinstelling
bereikt.
5. Uw vordering op de piste en de displays vol-
gen.
De piste—De display
zal, wanneer de hand-
matige instelling
gekozen wordt, een
piste van 402 meter
aangeven. Als u oefent,
zullen de indicatoren
rond de piste achter elkaar oplichten tot de gehele
piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de
indicators zullen weer opnieuw na elkaar oplichten.
Tijd display—Deze dis-
play zal, wanneer de
handmatige instelling
gekozen wordt, de ver-
lopen tijd [TIME]
aangeven. De display
zal wanneer u een workout kiest, de resterende tijd
in de workout weergeven in plaats van de verlopen
tijd.
Afstand/Helling dis-
p
lay—Deze display
geeft de gelopen afs-
tand [DISTANCE] aan.
De display geeft ook,
iedere keer dat de
helling [INCLINE] aangepast wordt, een paar sec-
o
nden lang de hellinginstelling aan.
Calorieën/Hartslag dis-
play—Deze display
geeft bij benadering het
aantal verbranden calo-
rieën [CALORIES] aan.
De display geeft ook uw
hartslag [PULSE] aan wanneer u de handgreep
met polssensor gebruikt of het geluidsvolume wan-
neer u op de Volumetoename of -afname toets
drukt.
Snelheid display
Deze display geeft de
snelheid [SPEED] van
de loopband aan.
Om de displays te resetten drukt u op de
Stoptoets, trek de sleutel uit en steekt de sleutel
weer in.
20
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Opmerking: indien u de handgreep met
p
olssensor en de Borstkas-polssensor tegelijk
gebruikt, zal het bedieningspaneel uw hartslag
n
iet nauwkeurig weergeven. Zie pagina 15 voor
meer informatie over de borstkas-polssensor.
Verwijder de
plastic velletjes
van de metalen
contactpunten
voordat u de
handgreep
polssensoren ge-
bruikt. Zorg er
ook voor dat uw
handen schoon
zijn.
Ga om de handgreep met polssensore te ge-
bruiken op de voetrails staan en houd de metalen
contactpunten minsten 10 seconden lang vast—
beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
waargenomen wordt zal uw hartslag getoond wor-
den. Voor de meest nauwkeurige hartslag-
waarde, dient u de contactpunten 15 seconden
lang vast te houden.
7. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
G
a op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de hellinginstelling van de loopband in de
l
aagste stand. De helling van de loopband moet
zich in de laagste stand bevinden wanneer u de
loopband wilt opbergen anders kan de loop-
band beschadigd worden. Trek vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband, plaats de
stroomonderbreker in de uitstand [OFF] en trek het
snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit
niet doet, kunnen de elektrische componenten
van de loopband voortijdig slijten.
Contactpunten
21
HET GEBRUIK VAN EEN VOORAFINGESTELDE
WORKOUT
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE DE ELECTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op pagina 18.
2. Kies een voorafingestelde workout.
Druk, om een voorafingestelde workout te kiezen,
op een van de toetsen van de Workout om Snel
Calorieën [QUICK CALORIE BURN WORKOUTS]
te Verbranden of op een van de Sneltijd Workout
[QUICK TIED WORKOUT] toetsen.
Wanneer een voorafingestelde workout gekozen
wordt, dan zal de oefentijd, de maximale hellingin-
stelling en de maximale snelheidsinstelling van de
workout op de displays verschijnen. Bovendien zal
er een profiel van de snelheidsinstellingen van de
workout verschijnen in de piste. Het na te streven
aantal te verbranden calorieën zal op de display
verschijnen wanneer u een workout om snel calo-
rieën te verbranden kiest.
3. Start de loopband.
Druk op de Go-toets [GO] of de Snelheidstoename
[SPEED] toets om met de workout te beginnen.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loop-
band zich automatisch aanpassen aan de eerste
snelheids- en hellingsinstelling van de workout.
Houd de handleuningen vast en begin met lopen.
Elke workout is verdeeld in segmenten die 1-min-
uut duren. Er is één hellinginstelling en één snel-
heidsinstelling geprogrammeerd voor elk segment.
Opmerking: Dezelfde snelheids- en/of hellingsin-
stelling kan worden ingeprogrammeerd voor
opeenvolgende segmenten.
Tijdens de workout,
wordt het profiel
weergegeven zodat u
uw vorderingen kunt
volgen. De knipperende
balk van het profiel stelt
het huidige segment
van de workout voor.
De hoogte van het flikkerende segment geeft de
snelheidsinstellingen van het huidige segment
weer. Aan het einde van elk segment is een serie
geluiden te horen en het volgende segment van
het profiel begint dan te knipperen. Als een andere
snelheids- of hellinginstelling is geprogrammeerd
voor het volgende segment, dan zal de snelheids-
o
f hellinginstelling in het display knipperen om u te
waarschuwen. De loopband zal dan automatisch
d
e nieuwe snelheids- of hellinginstelling van het
volgende segment instellen.
Opmerking: Het na te streven aantal calorieën
is het te verwachten aantal calorieën die u tij-
dens de workout zult verbranden. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
uw gewicht. Daarnaast heeft een handmatige
wijziging van de snelheid of de helling van de
loopband tijdens de workout invloed op het
aantal calorieën dat u zult verbranden.
De workout gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste segment klaar is. De loopband zal dan
langzaam stoppen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
workout te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door op de
Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen te drukken;
echter als het volgende segment van de work-
out begint dan zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin-
stellingen voor dat volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de workout te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Druk op
de Starttoets om de workout te hervaten. De loop-
band begint met een snelheid van ongeveer 2
km/uur te draaien, Als het volgende onderdeel van
de workout begint, zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin-
stelling voor dat volgende onderdeel.
4. Uw vordering op de piste en de displays vol-
gen.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 7 op pagina 20.
Volgende Segment
22
HOE EEN EEN IFIT-WORKOUT TE GEBRUIKEN
Ga, om iFit-kaarten te kopen, naar www.iFit.com of
b
elt u met het telefoonnummer op de voorkant van
deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in speciaal
w
inkels verkrijgbaar.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op pagina 18.
2. Steek een iFit-kaart in en kies een workout .
Steek, om een iFit-workout te gebruiken, een iFit-
kaart in de iFit-gleuf. Zorg dat de iFit-kaart zo
gedraaid is dat de metalen contacten naar bene-
den zijn gericht en zo in de iFit-gleuf gestoken wor-
den. Het iFit logo zal oplichten wanneer de iFit-
kaart goed ingestoken is.
Kies vervolgens een iFit workout door op de
iFittoename –afname toetsen naast de iFit-gleuf te
drukken. Wanneer een iFi workout gekozen wordt,
dan zal de oefentijd, de maximale hellinginstelling,
de naam en de maximale snelheidsinstelling van
de workout op de displays verschijnen. Bovendien
zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van
de workout in de piste verschijnen.
Elke iFit-workout is verdeeld in segmenten die 1-
minuut duren. Er is één hellinginstelling en één
snelheidsinstelling ingeprogrammeerd voor elk
segment. Opmerking: Dezelfde snelheids- en/of
hellingsinstelling kan worden ingeprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
3. Start de loopband.
Druk op de Go-toets [GO] of de Snelheidstoename
[
SPEED] toets om met de workout te beginnen.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
l
oopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheids- en hellingsinstelling van de work-
out. Houd de handleuningen vast en begin met
lopen.
Tijdens de workout zal de stem van een personal
trainer u door de workout begeleiden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidig segment te hoog of te laag staat, dan kunt u
de instelling handmatig overschrijven door op de
Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen te drukken;
wanneer het volgende segment beginnen, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en hellinginstellingen voor
het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de workout te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de
workout weer opnieuw te starten, drukt u op de
Gotoets of op de Snelheidstoename toets. De
loopband begint met een snelheid van ongeveer 2
km/uur te draaien. Als het volgende segment van
de workout begint, zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheids- en hellingin-
stelling voor dat volgende segment.
4. Uw vordering op de piste en de displays vol-
gen.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 7 op pagina 20.
OPGELET: Trek de iFit-kaarten altijd uit de iFit-
gleuf wanneer u deze niet gebruikt.
iFit-Gleuf
iFit-Kaart
iFit-Logo
23
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
d
ie de totale afstand die de loopband heeft afgelegd
en het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt,
b
ijhoudt. De informatie-instelling laat toe om van mee-
teenheid te veranderen (van mijlen nar kilometers) en
om de display en de demo instelling aan en uit te
zetten.
Om de informatie-instelling te kiezen, houdt u de
Stoptoets [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terug
steekt in het bedieningspaneel en daarna de Stoptoets
weer loslaat. Als de informatie-instelling gekozen is,
zal de volgende informatie afgebeeld worden:
De Tijd [TIME] display toont
het aantal uren dat de loop-
band gebruikt is.
De Afstand/Helling [DIS-
TANCE/INCLINE] display
zal het totaal aantal kilome-
ters (of mijlen) dat de loop-
band gedraaid heeft
aangeven.
Er verschijnt een ʻMʼ voor
metrische kilometers of een
ʻE' voor Engelse mijlen op
de Calorieën/hartslag-
display [CALO-
RIES/PULSE]. Druk op de
Snelheidstoename [SPEED] toets om naar wens de
meeteenheid te wijzigen.
Het bedieningspaneel toont
een demo-instelling, die on-
twikkeld is voor gebruik als
de loopband geëtaleerd
wordt in een winkel. Als de
demo-instelling aanstaat,
dan zal het bedieningspaneel normaal functioneren als
u de stekker insteekt, de reset/stroomonderbreker in
de resetstand schakelt en de sleutel in het bedien-
ingspaneel steekt. Als u de sleutel uittrekt, dan blijven
de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken.
Indien de demo-instelling aangezet is, dan zal een ʻdʼ
op de display verschijnen terwijl de informatie-instelling
gekozen is. Om de display demo-instelling aan of uit te
zetten, kunt u op de Snelheidsafname toets drukken.
Om de informatie-instelling te beëindigen, dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
HOE DE STEREOGELUIDSINSTALLATIE TE
GEBRUIKEN
V
oor muziek of audioboeken via de stereoluidsprekers
van het bedieningspaneel moet u uw iPod, Mp3-
s
peler, CD-speler, of een andere eigen speler op het
bedieningspaneel aansluiten door gebruik te maken
van het audiocontactpunt.
Zoek, om het audiocontactpunt te gebruiken, naar de
audiokabel en steek deze in het audiocontactpunt bij
de luidsprekers. Steek dan de audiokabel in het con-
tactpunt van uw iPod, MP3-speler, CD-speler, of an-
dere eigen speler. Zorg dat de audiokabel volledig
aangesloten is.
Druk dan op de toets
Afspelen op uw MP3-
speler, CD-speler of an-
dere eigen audio-speler.
Pas het volume op uw
persoonlijke audio-
speler aan of druk op de
Volumetoename en –af-
name toetsen op het bedieningspaneel.
Als u een eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat
over, plaats de CD-speler dan op de vloer of op een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedien-
ingspaneel.
Volumeafname
Volumetoename
24
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Voordat u de loopband inklapt, dient u de helling in
t
e stellen op de laagste stand. Verwijder de sleutel
en trek het snoer uit het stopcontact. OPGELET: u
m
oet veilig 20 kilo kunnen tillen en laten zakken, of
in staat zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder aangegeven wordt.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetrails. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
oppbergstand vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een matje onder de loopband om de vloer of
de vloerbedekking te beschermen. Houd de loop-
band uit direct zonlicht. Laat de loopband nooit in
de opbergstand staan in een omgeving waar de
temperatuur hoger is dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband
i
n de opbergstand te zetten, zoals hier links
beschreven is. OPGELET: zorg dat de vergrendel-
k
nop in de opslagstand vergrendeld is. Er kunnen
twee mensen voor nodig zijn om de loopband te
verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de
wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste plaats. OPGELET: verplaats de loop-
band nooit door deze naar achteren te laten
hellen, trek niet aan het onderstel en verplaats
de loopband niet over een ongelijke onder-
grond.
3. Plaats een voet tegen een wiel en laat de loopband
voorzichtig neer tot deze in de opbergstand staat.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK
1. Bekijk tekening 2. Houd de bovenkant van de
loopband vast met uw rechterhand. Het kan nodig
zijn om het onderstel lichtjes naar voren te duwen.
Draai het onderstel een paar centimeter naar on-
deren en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk de tekening 1, links. Houd het metalen on-
derstel stevig met beide handen vast en laat op de
vloer deze zakken. OPGELET: houd het onders-
tel niet vast bij de plastic voetlrails en laat het
onderstel niet vallen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onder-
stel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergren-
delknop
2
Onderstel
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt
u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 16). Als u
een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet lan-
ger is dan 1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onder-
stel van de loopband bevindt naast het snoer. Als
de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is
de schakelaar afgegaan. Om de schakelaarr op-
nieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u
de schakelaar weer in.
PROBLEEM: de stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspa-
neel haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de
demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP]
een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raad-
pleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 23 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Houd de Staanders (84, 85) met de hulp van een
tweede persoon voorzichtig neer. Het kan zijn dat
er drie #8 x 2" Schroeven (A) in de onderkant van
de Onderpan (75) zitten. Als dat zo is dient u
deze te verwijderen. Opmerking: u heeft een
kruiskopschroevendraaier met een schacht van
minstens 13 cm lang nodig.
Til dan de Staanders (84, 85) weer op.
Doorgeslagen
Resetten
c
A
A
84
75
85
a
26
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1) en
draai de Motorkap (62) er voorzichtig af.
Zoek de Bladveerschakelaar (73) en de Magneet
(47) aan de linkerkant van de Katrol (48). Draai
de Katrol tot de Magneet in lijn is met de
Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Sensorschroef ongeveer 3mm
is. Draai, indien nodig, de #8 x 3/4" Schroef (18)
losser, wat los en verplaats de
Bladveerschakelaar enigszins en draai de
schroef dan weer vast. Maak de Motorkap weer
(niet afgebeeld) met de #8 x 3/4" Schroeven vast.
Draai, indien nodig de #8 x 2" Schroeven weer
vast. Laat de loopband een paar minuten draaien
om te controleren of de snelheid juist afgelezen wordt.
PROBLEEM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] wanneer de sleutel in het bedieningspaneel zit.
Trek de sleutel eruit terwijl de helling verandert. Steek de sleutel er na een paar seconden
weer in. De loopband stijgt automatisch naar de maximale hellinginstelling en dan weer terug
naar de minimuminstelling. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw aangepast.
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt.
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3-draadig, 1 mm
2
(maat 14) snoer
van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
king van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel
en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
TACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststan-
drol een kwartslag naar links met de inbussleutel.
Als de loopband goed vastzit moet u elke rand
van de loopband 5 tot 7 cm van het loopopper-
vlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband
in het midden zit. Steek dan de stekker uit het
stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loop-
band een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleeg dan de omslag van
deze handleiding.
Boven
aanzicht
47
18
73
3 mm
48
Bijstgelbouten van de Ruststandrol
5–7 cm
b
62
1
27
PROBLEEM: de loopband ligt niet in het midden en slipt als er op gelopen wordt.
OPLOSSING: a. Als de loopband niet in het midden ligt dient
u
eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
T
REKKEN. Als de loopband naar links is ver-
schoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om
de linker bijstelbout van de ruststandrol een
halve slag naar rechts te draaien; als de loop-
band naar rechts is verschoven kunt u de
linker bijstelbout van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen,
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
TREKKEN. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag
naar rechts. Als de loopband goed vastzit moet u
elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden ligt. Steek dan de
stekker in het stopcontact. Steek de sleutel in en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
28
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
v
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
d
e eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
29
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
k
en–spring nooit op.
1
. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mo-
gelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie ge-
durende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe-
zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en be-
weeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie ge-
durende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespe-
zen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespe-
zen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de an-
dere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
30
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die hi-
eronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
23 #8 x 3/4" Schroef
24#10 x 3/4" Schroef
323/8" x 1 1/2" Hechtbout
425/16" x 1" Hechtbout
54#8 x 1" Tekschroef
61Vergrendelingsbeugel
743/8" x 4" Hechtbout
863/8" x 2" Bout
941/4" x 1" Hechtbout
10 6 3/8" Moer
11 6 3/8" Sterring
12 4 #10 Sterring
13 2 5/16" Sterring
14 4 5/16" x 1" Hechtbout met Platte Kop
15 5 #8 x 3/4" Tekschroef
16 1 Borstkas-polssensor
17 2 #8 x 1/2" Schroef
18 11 #8 x 3/4" Schroef
19 2 #8 x 1 1/2" Schroef
20 2 5/16" x 1 1/2" Bout
21 2 5/16" x 3 5/8" Bout
22 2 3/8" x 1" Bout
23 1 1/4" x 1" Bout
24 2 Bout van de Ruststandrol
25 1 3/8" x 1 3/4" Bout
26 1 3/8" x 1 1/2" Bout
27 2 3/8" x 3/4" Bout
28 15 #8 x 1/2" Schroef
29 1 #8 x 1/2" Aardingschroef
30 8 #12 x 1 1/4" Schroef
31 2 Motorbout
32 9 #8 Schroef
33 2 1/4" Tussenring
34 2 1/4" Gespleten Tussenring
35 4 3/8" Klemmoer
36 4 5/16" Flensmoer
37 3 Klip van de Kap
38 2 5/16" Kooimoer
39 2 Sticker voor de Voetrail
40 1 Linker Voetrail
41 1 Vergrendelingswaarschuwings-
sticker
42 2 Platform van het Kussen
43 2 Riemgeleider
44 1 Loopplatform
45 2 Kap van het Onderstel
46 2 Tussenstuk van het Onderstel
47 1 Magneet
48 1 Wieltje/Katrol
49 1 Loopband
5
0 1 Audiokabel
51 1 Opbergvergrendeling
52 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
53 4 #8 x 1" Schroef
54 1 Rechter Voetrail
55 1 Onderstel
56 2 Beugel van de Roller
57 1 Aardingsdraad van Roller
58 1 Rechterachtervoet
59 1 Linkerachtervoet
60 1 Ruststandrol
61 1 Inbussleutel
62 1 Motorkap
63 1 Kotorkapaccent
64 1 Onderstel van de Lift
65 1 Aardingsdraad van het Onderstel
van de Lift
66 1 Motoraandrijfriem
67 1 Aandrijfmotor
68 1 Controller Aardingsdraad
69 1 Elektriciteitssnoer
70 1 Ontvanger
71 1 Schakelaar
72 1 Controller
73 1 Bladveerschakelaar
74 1 Klem van de Bladveerschakelaar
75 1 Onderpan
76 3 Draadban
77 8 8" Draadband
78 2 15" Draadband
79 4 Herbruikbare Draadband
80 1 Kap van de Linker Staander
81 2 Kap van de Handleuning
82 1 Linker Handleuning
83 1 Rechter Handleuning
84 1 Linker Staander
85 1 Rechter Staander
86 1 Kap van de Rechter Staander
87 1 Draad van de Staander
88 1 Kap van de Linker Basis
89 2 Basiskapje
90 4 Basispoot
91 1 Kap van de Rechter Basis
92 2 Waarschuwingssticker
93 1 Draad van Helling
94 2 Tussenstuk van de Basispoot
95 1 Basis
96 2 Wiel
97 1 Hellingmotor
31
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
98 1 Tussenstuk van de Hellingmotor
99 1 Sleutel/Klip
100 2 Draadband
1
01 1 Bedieningspaneel
102 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
103 1 Linker Bakje
104 1 Rechter Bakje
105 2 Klem van het Bedieningspaneel
106 1 Basis van het Bedieningspaneel
107 1 Dwarsstang
108 1 Toegangsdeur
109 1 Beugel voor Elektronica
110 1 Filter
1
11 1 Transformator
112 2 Huls van de Motor
113 1 Motorisolator
114 1 Snoeradapter
115 1 Riem van de Borstkas-sensor
116 1 5/32" Inbussleutel
*–Gebruiksaanwijzing
*Deze onderdelen staan niet geïllustreerd. Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder vooraf-
gaande kennisgeving.
8
51
20
21
21
34
33
34
33
28
32
32
43
43
30
45
30
30
30
39
40
36
36
36
47
45
46
36
44
41
49
48
54
39
60
55
56
56
46
58
59
61
57
18
42
10
24
23
18
18
18
18
18
18
18
19
19
20
24
30
30
30
30
28
42
8
10
10
8
6
116
32
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
15
15
15
15
74
18
73
37
37
37
1
1
1
22
22
28
62
64
76
75
65
28
31
67
66
63
77
79
78
68
28
28
72
111
109
110
28
28
28
28
69
114
71
70
112
113
32
32
32
32
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
33
90
5
90
5
90
5
96
96
8
7
11
7
11
27
35
89
89
85
95
92
92
94
90
5
94
25
26
35
35
97
98
87
10
10
8
93
87
86
83
82
81
81
80
38
38
1
1
14
14
4
4
13
13
9
9
27
35
84
3
3
11
11
88
91
34
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
53
1
108
103
101
12
107
1
2
52
29
104
102
106
1
1
1
1
1
12
2
1
1
1
1
1
1
1
100
17
105
105
50
53
115
16
9
9
35
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL79810.0 R0710A
Onderdeel Nr. 300611 R0710A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PETL79810 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding