Weslo Cadence 21.5 Treadmill Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. WETL49713.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................12
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................17
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
DE-323073
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen van boven
de 35 jaar, of personen met reeds bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik thuis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur, of in een instelling.
5. Gebruik de loopband binnenshuis weg van
vocht en stof. Plaats de loopband niet in een
garage, op een overdekt terras, of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de
loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van
de loopband. Zorg ervoor dat de loopband
geen enkele luchtopening blokkeert. Leg een
matje onder de loopband om de vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband mag alleen door personen die
minder dan 120 kilo wegen gebruikt worden .
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in de
loopband verstrikt kan raken. Suspensoirs
worden zowel voor mannen als voor vrou-
wen aanbevolen. Draag altijd gymschoenen.
Gebruik de loopband nooit op blote voeten,
met alleen sokken aan of met sandalen.
12. Steek wanneer u het stroomsnoer gebruikt,
het stroomsnoer alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 12). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-draadige geleider: snoer
maat 14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Laat de loopband nooit draaien wanneer
de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 18 als
de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gebruikt
(raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op pagina 14).
17. Start de loopband nooit wanneer u op het
loopvlak staat. Houd bij gebruik van de loop-
band de handleuningen altijd vast .
18. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid zeer geleidelijk bij om plot-
selinge versnellingsschokken te voorkomen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Diverse factoren kunnen invloed
hebben op de nauwkeurigheid van de hart-
slagwaarden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
4
20. Laat de loopband nooit onbeheerd rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek het
stroomsnoer uit het stopcontact, en druk de
stroomschakelaar in de uitstand (off) wan-
neer de loopband niet gebruikt wordt. (Zie de
tekening op pagina 5 voor de plaats van de
stroomschakelaar.)
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem inklapt, laat zakken of ver-
plaatst. (Zie MONTAGE op pagina 7 en HOE
DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE
VERPLAATSEN op pagina 17.) U moet in
staat zijn om veilig 20 kilo op te kunnen tillen
om de loopband in te klappen, te laten zak-
ken of te verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het
verplaatsen van de loopband de opberg-
vergrendeling het onderstel stevig in de
opbergstand houdt.
23. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
24. Steek nooit enig voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
25. Controleer regelmatig alle (onder)delen en
draai deze goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
26. GEVAAR: Trek het stroomsnoer altijd
direct na gebruik van de loopband uit. Doe dit
ook voor het schoonmaken van de loopband,
voor het plegen van onderhoud en voor het
bijstellen zoals in deze handleiding beschre-
ven. Verwijder nooit de motorkap tenzij een
erkende onderhoudsmonteur dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
27. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of de
dood leiden. Als u tijdens het oefenen uitge-
put raakt of pijn voelt, stop dan onmiddellijk
en begin met af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u voor de nieuwe WESLO
®
CADENCE 21.5
gekozen heeft. De CADENCE 21.5 kent een reeks
mogelijkheden om uw workouts thuis effectiever te
maken. De unieke loopband kan, wanneer u de loop-
band niet gebruikt, ingeklapt worden waardoor deze
minder dan de helft van de ruimte inneemt dan andere
loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Handleuning
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Stroomschakelaar
Loopvlak
Motorkap
Wiel
Voetrail
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Kussen van het Platform
Accessoireshouder
Lengte: 173 cm
Breedte: 74 cm
Gewicht: 66 kg
VOORDAT U BEGINT
6
18mm Screw (58)–2
M10 x 65mm Schroef (1)–4
M10 x 45mm Bolt (2)–4
4.2 x 19mm
Screw (3)–6
4.2 x 19mm
Screw (10)–4
#10 x 1" Tek
Screw (83)–2
M10 Star
Washer (9)–4
M8 Sterring
(91)–6
M5 x 16mm
Schroef (89)–2
M5 Sterring
(90)–2
M4.2 x 19mm
Screw (10)–4
1/4" Flat Washer
(101)–4
1/4" x 3 1/2" Screw (103)–4
M4.2 x 18mm
Screw (58)–2
M10 Nut (73)–4
M8 Moer (86)–2
M8 x 15mm
Schroef (88)–6
M8 x 50mm Bout (85)–1
M8 x 35mm Bout
(83)–1
M4,2 x 19mm
Schroef (3)–4
M4 x 10mm
Schroef (11)–1
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
2. Zorg dat het stroomsnoer uit het stopcontact
getrokken is.
Draai met hulp van een tweede persoon de
loopband voorzichtig op zijn linkerkant. Klap het
Onderstel (50) uit, weg van de Staanders (73,
10). Leun niet tegen de Staanders
Draai de Basis (80) zoals afgebeeld. Maak de
Basis aan de Staanders (73, 10) vast met vier
M10 x 65mm Schroeven (1). Begin aan alle
vier de Schroeven te draaien, en draai ieder
daarna vast.
Til de Staanders (73, 10) op zodat de Basis (80)
plat op de vloer zit.
1
10
80
1
50
• De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
• Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig met
de montage klaar bent.
• Na het verzenden, kan er zich een vettige
substantie op de buitenkant van de loopband
bevinden. Dit is normaal. Mocht er een vettige
substantie op de loopband zitten, veeg dit dan
weg met een zachte doek en een ligt niet-schu-
rend schoonmaakmiddel.
• Linker onderdelen zijn met "L" of "Left" en rechter
onderdelen met "R" of "Right" aangegeven.
• Zie pagina 6 om kleine onderdelen te herkennen.
• Bij het monteren heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
een kruiskopschroevendraaier
punttang
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
• bespaartutijdalsuooitcontactmoetopne-
men met de Klantenservice
• hiermeekunnenwijuinformerenover
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: Indien u geen toegang tot internet
heeft, bel dan met de Klantenservice (zie de kaft
van deze handleiding) en registreer uw product.
1
73
2
MONTAGE
8
4. Plaats de Rechter Handleuning (6) op het
bedieningspaneel. Zorg dat de draad van het
bedieningspaneel niet bekneld raakt.
Begin een M5 x 16mm Schroef (89) met een
M5 Sterring (90) aan te draaien in de Rechter
Handleuning (6) en begin dan met de twee
M4,2 x 19mm Schroeven (3) in de Rechter
Handleuning te draaien. Draai de M5 x 16mm
Schroef vast en draai dan de twee M4,2 x
19mm Schroeven vast; draai de Schroeven
niet te vast.
Maak de Linker Handleuning (niet afgebeeld)
op dezelfde manier aan het bedieningspaneel
vast. Let op: Er is geen draad aan de linkerkant.
4
6
Draad van het
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
89
90
3
Draadband
Beugel
3. Plaats het bedieningspaneel met de voorkant
naar beneden gericht op een zachte ondergrond
zodat het bedieningspaneel niet bekrast wordt.
Zoek naar de Rechter Handleuning (6), voor-
zien van een groot gat op de aangegeven
plaats. Houd de Rechter Handleuning bij het
Bedieningspaneel.
Steek vervolgens de draad van het bedienings-
paneel in het grote gat in de zijkant van de
Rechter Handleuning (6). Grijp de connector
voorzichtig met de punttang en trek de draad van
het bedieningspaneel uit het gat bij de beugel op
de Rechter Handleuning.
3
Draad van het
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
Connector
Groot
Gat
6
Beugel
9
6. Houd met hulp van een tweede persoon het
bedieningspaneel bij de Rechter Staander (10).
Sluit de Draad van de Staander (71) aan op de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg
de inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Draai aan een van de
connectoren en probeer het opnieuw als dit niet
gebeurt. ALS U DE CONNECTOREN NIET
GOED AANSLUIT KAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL, ALS DE STROOM INGESCHAKELD
WORDT, BESCHADIGD RAKEN. Verwijder de
draadband als een draadband op de Draad van
de Staander zit. Steek de connectoren en over-
schot aan draad naar beneden in de Rechter
Staander (10).
6
10
71
Draad van het
Bedienings-
paneel
Bedieningspaneel
71
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
5. Maak de aardingsdraad (A) aan de Rechter
Handleuning (6) vast met een M4 x 10mm
Schroef (11).
5
A
11
6
10
8
88
88
88
91
91
88
10
73
7. Plaats het bedieningspaneel op de Staanders
(73, 10). Zorg ervoor dat draden niet bekneld
raken. Begin vier M8 x 15mm Schroeven (88)
met vier M8 Sterringen (91) in de Staanders te
draaien zoals afgebeeld. Draai de Schroeven
nog niet te vast.
7
88
88
91
10
91
Bedieningspaneel
73
8. Begin een M8 x 15mm Schroef (88) met een
M8 Sterring (91) in iedere Staander (73, 10) te
draaien. Draai dan alle zes de M8 x 15mm
Schroeven goed vast.
11
10. Zorg ervoor dat alle (onder)delen goed vast gedraaid zijn voordat u de loopband gebruikt. Berg de
meegeleverde inbussleutels veilig op. Een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband bij te stellen
(zie paginas 19 en pagina 20). Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
9
80
84
83
9. Til het Onderstel (50) op in de afgebeelde stand.
Laat tijdens deze stap een tweede persoon
het Onderstel vasthouden.
. Draai de Vergrendelingsknop (84) zodanig dat
de stickers van de loopband wegwijzen zoals
afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de
Vergrendelingsknop (84) aan de Basis (80) vast
met een M8 x 35mm Bout (83) en een M8 Moer
(86).
Maak het bovenste uiteinde van de
Vergrendelingsknop (84) aan het Onderstel (50)
vast met een M8 x 50mm Bout (85) en een M8
Moer (86).
Laat het Onderstel (50) zakken (zie HOE
DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK op bladzijde 17).
85
Stickers
Grote
Cilinder
86
86
50
12
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
13
ETWE49710
(WETL49713)
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband kent een reeks mogelijkheden die ont-
wikkeld zijn om uw workouts effectiever te maken. U
kunt wanneer de handmatige instelling gekozen wordt
de snelheiden de helling van de loopband veranderen
door de druk op een toets. Het bedieningspaneel zal
tijdens het oefenen doorlopende feedback weergeven.
U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de hartslag-
monitor met duim gebruikt.
Het bedieningspaneelkent een reeks voorafingestelde
workouts. Elke workout regelt automatisch de snelheid
en de helling van de loopband terwijl u door een effec-
tieve oefensessie geleid wordt.
Om de stroom in te schakelen, zie bladzijde 14. Hoe
de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
14. Om een voorafingestelde workout te gebruiken,
zie bladzijde 16.
BELANGRIJK: Als er een velletje plastic op het
bedieningspaneel zit, verwijder dat dan. Draag
schone gymschoenen wanneer u de loopband ge-
bruikt om beschadiging aan het loopvlak te voor-
komen. Bekijk de eerste keer dat u de loopband
gebruikt, de uitlijning van de band en leg, indien
nodig, de band in het midden (zie bladzijde 20).
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Sleutel
Klip
Pols
Sensor
14
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat
u de stroom inschakelt. Als u dit niet doet, kunt
u de displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie bladzijde 12). Zoek
vervolgens naar de stroom-
schakelaar op het onderstel
van de loopband bij het
stroomsnoer. Zorg dat de
schakelaar in de reset-stand
staat.
Ga vervolgens op de voetrails van de loopband staan.
Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op bladzijde 13), en schuif de klip op de tailleband
van uw kleding. Steek dan de sleutel in het bedie-
ningspaneel. Kort daarna zal de displays oplichten.
BELANGRIJK: In nood geval kunt u de sleutel uit
het bedieningspaneel trekken, waardoor de loop-
band langzaam tot stilstand komt. Test de klip door
voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten.
Stel dan de lengte van de klip bij als de sleutel niet
uit het bedieningspaneel komt.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
hierboven.
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instel-
ling wordt gekozen
wanneer de sleutel
ingestoken wordt. Kiest
wanneer u een voorafin-
gestelde workout
gekozen heeft, de handmatige instelling opnieuw
door herhaaldelijk op de Workout Select (kies wor-
kout) toets te drukken totdat er alleen maar nullen
op de displays verschijnen.
3. Start de loopband.
Druk op de Start-toets of op de Speed (Snelheids)
toenametoets om de loopband te starten. De
loopband zal dan met een snelheid van 1 Km/U
beginnen te draaien. U kunt desgewenst tijdens het
oefenen de snelheid van de loopband veranderen
door op de Snelheidstoename- en -afnametoet-
sen te drukken. De snelheidsinstelling zal bij
iedere druk op een van de toetsen met 0,1 Km/U
veranderen; als u de toets ingedrukt houd zal de
snelheidsinstelling met stappen van 0,5 Km/U ver-
anderen. Aandacht: Na het drukken op de toetsen
kan het even duren voordat de loopband de geko-
zen snelheidsinstelling bereikt.
Druk op de Stop-toets om de loopband tot stil-
stand te laten komen. De tijd zal op de display
opflikkeren. Druk op de Start-toets of op de Speed
-toenametoets om de loopband opnieuw te starten,
4. Verander desgewenst de helling.
Druk op de Incline (Helling) -toename- en -afna-
metoetsen om de Incline te veranderen. Aandacht:
Na het drukken op de toetsen kan het even duren
voordat de loopband de gekozen hellinginstelling
bereikt.
5. Volg uw vordering op de displays.
De piste (track): De
piste stelt een afstand
van 400 m (1/4 mijl)
voor. Als u op de loop-
band loopt of rent, zullen
de indicatoren rond
de piste na elkaar verschijnen tot de hele piste
verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indi-
catoren zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
Het midden van de piste zal het aantal afgelegde
rondjes weergeven.
Resetten
15
De onderste display
links: Tijdens het oefenen
kan de onderste display
links de verstreken tijd
tonen en de afstand die u
heeft gelopen of gerend
aangeven. Aandacht: Indien u een voorafinge-
stelde workout gekozen is, zal de onderste linker
hoek van de display de resterende tijd in de wor-
kout in plaats van de verlopen tijd weergeven.
De onderste display
rechts: De onderste dis-
play rechts kan de snel-
heid van de loopband en
bij benadering de aantal
verbrande calorieën aan-
geven.
De prioriteit display:
De bovenste display is
de prioriteit display. De
prioriteit display kan
de verlopen tijd, de
gelopen of de gerende
afstand, de snelheid van de loopband, of bij bena-
dering het aantal verbrande calorieën aangeven.
Druk herhaaldelijk op de Prioriteit Display (priority
display) totdat de prioriteit display de informatie
waar u het meest interesse in heeft weergeeft.
Aandacht: Terwijl informatie in de prioriteit display
weergeven wordt, zal dezelfde informatie niet in de
onderste display links of rechts aangegeven wor-
den.
Druk op de Stop-toets, trek de sleutel eruit, en
steek de sleutel weer in om de displays te reset-
ten.
Aandacht: Het bedie-
ningspaneel kan snelheid
en afstand in kilometers
or in mijlen weergeven.
Houd de Stop-toets ingedrukt, steek de sleutel in
het bedieningspaneel en laat dan de Stop-toets
weer los om te zien welke meeteenheid gekozen
is. Er verschijnt een M voor metrische kilometers of
een E voor Engelse mijlen op de prioriteit display.
Druk op de Snelheidstoenametoets om de meet-
eenheid te wijzigen. Trek de sleutel eruit en steek
de sleutel weer in als de gewenste meeteenheid
gekozen is.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Ga op de voetrails staan en plaats uw duim
op de polssensor om uw hartslag te meten (zie
de tekening op bladzijde 13). Druk niet te hard,
anders zal de bloedsomloop in uw duim ver-
minderen en uw pols zal niet gemeten kunnen
worden. Wanneer uw pols gemeten kan worden,
zal bij iedere hartslag een hartvormige indicator in
de onderste display rechts gaan opflikkeren, zullen
een of twee streepjes verschijnen en uw hartslag
zal dan aangegeven worden. Plaats uw duim min-
stens 15 seconden lang op de polssensor voor
de meest nauwkeurige hartslagwaarde.
Til uw duim een paar seconden op en plaats uw
duim weer op de polssensor als de aangegeven
hartslag te hoog of te laag is, of als de hartslag niet
aangegeven kan worden. Vergeet niet stil te staan
tijdens het meten van uw hartslag.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stop-toets,
trek de sleutel uit het bedieningspaneel en berg
deze veilig op. Druk de stroomschakelaar in
de uitstand (off) en trek het stroomsnoer uit het
stopcontact wanneer u met het gebruik van de
loopband klaar bent. BELANGRIJK: Als u dit niet
doet, kunnen de elektrische onderdelen van de
loopband voortijdig slijten.
16
HOE EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 14.
2. Kies een van de vier voorafingestelde
workouts.
Druk herhaaldelijk op de
Workout Select (Kiest
Workout) toets om een
voorafingestelde wor-
kout te kiezen. “P- 1,”
“P- 2,” “P- 3,” of “P- 4”
zal een paar seconden lang op de prioriteit display
verschijnen om aan te geven welke workout geko-
zen is. De maximum snelheid van de workout en
de duur van de workout zullen ook een paar secon-
den lang op de display verschijnen.
Elke workout is verdeeld in 30 segmenten van
1-minuut. Een snelheids- en één hellinginstelling
kunnen voor elk segment geprogrammeerd wor-
den. Aandacht: Dezelfde snelheidsinstelling kan
voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd
worden. De profielen op het bedieningspaneel
geven aan hoe de snelheid van de loopband tij-
dens de workouts zal veranderen.
3. Start de loopband.
Druk op de Start-toets of op de Speed (Snelheids)
-toenametoets om met de workout te beginnen.
Met een druk op de toets zal de loopband auto-
matisch de snelheids- en hellinginstelling die voor
het eerste segment geprogrammeerd zijn instellen.
Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
Aan het einde van elk segment zal een reeks tonen
te horen zijn. De snelheids-/hellinginstelling zal in
de display opflikkeren als er andere snelheids-/
hellinginstellingen voor het volgende segment ge-
programmeerd zijn om uw te waarschuwen dat de
loopband automatisch de nieuwe snelheids-/hel-
linginstelling zal instellen. De workout gaat zo door
tot het laatste segment eindigt. De loopband zal
dan langzaam tot stilstand komen.
U kunt de instelling handmatig veranderen door
op de Speed en Incline (Helling) toetsen te druk-
ken als de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
workout te hoog of te laag is; echter, als het het
huidige segment van de workout eindigt, dan
zal de loopband automatisch de snelheids- en
hellinginstelling van het volgende segment in-
stellen.
Druk op de Stop-toets om de workout tijdelijk te
stoppen.Detijdzalopdedisplayopikkeren.Druk
op de Start-toets of op de Snelheidstoenametoets
om de workout opnieuw te starten. De loopband zal
met een snelheid van 1 Km/U beginnen te draaien.
De loopband zal bij het begin van het volgende
segment de geprogrammeerde snelheids- en
hellinginstelling van het volgende segment automa-
tisch instellen.
4. Volg desgewenst uw vordering op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 14 en 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 15.
6. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 15.
17
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Zet de helling op nul procent voordat u de loop-
band inklapt om schade aan de loopband te
voorkomen. Trek dan de sleutel eruit en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet
in staat zijn om veilig 20 kilo te kunnen optillen om
de loopband in te klappen, te laten zakken of te
verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl hieronder aangegeven wordt.
LET OP: Houd het onderstel niet bij de plastic
voetrails vast. Buig uw knieën en houd uw rug
recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelingsknop in
de opbergstand vergrendelt. LET OP: Zorg ervoor
dat de vergrendelingsknop vergrendelt is.
Leg een matje onder de loopband om de vloer of
de vloerbedekking te beschermen. Houd de loop-
band uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur meer dan
30° C is.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Klap de loopband eerst in zoals links beschreven
voordat u deze verplaatst. LET OP: Zorg dat de ver-
grendelingsknop in de opbergstand vergrendeld is.
Er kunnen twee mensen nodig zijn om de loopband
te verplaatsen.
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen
vast en plaats een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achteren totdat de
loopband op de wielen rolt; verplaats de loopband
dan voorzichtig naar de gewenste plaats. LET
OP: Verplaats de loopband niet zonder deze
naar achteren te laten leunen, trek niet aan het
onderstel en verplaats de loopband niet over
een oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK
1. Druk op het
bovenste uiteinde
van de loopband
en druk op de
aangegeven
plaats met uw
voet op de ver-
grendelingsknop.
Laat dan het
onderstel op de
vloer zakken.
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Onderstel
1
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
Vergrendel
2
Onderstel
Vergren-
delings-
knop
1
18
De meeste problemen met de loopband kunnen via
de onderstaande stappen opgelost worden. Zoek
naar het symptoom dat van toepassing is en volg
de vermelde stappen. Raadpleeg dan de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: De stroom gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer goed in een
geaard stopcontact ingestoken is (zie pagina 12).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-draadige geleider: snoer maat 14 (1
mm
2
) van 1.5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het stroomsnoer in het stopcontact gestoken heeft.
c. Controleer de stroomschakelaar bij het stroom-
snoer op het onderstel van de loopband. De
schakelaar is doorgeslagen als de schakelaar uit-
steekt zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk
de schakelaar weer in om de stroomschakelaar
opnieuw in te stellen.
SYMPTOOM: De stroom gaat tijdens gebruik uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Wacht vijf minuten als de schakelaar
doorgeslagen is en druk de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het stroomsnoer goed in het stopcontact
gestoken is.
c. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de
sleutel opnieuw in het bedieningspaneel.
d. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als de
loopband nog steeds niet draait.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Plaats de loopband in de opbergstand (zie HOE
DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN op pagina 17).
Verwijder de zes aangegeven M4,2 x 13mm
Schroeven met Tussenring (5) en de zes Platte
Tussenringen van de Voetrail (25) Laat vervol-
gens het Onderstel (50) zakken (zie HOE DE
LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
op pagina 17).
PROBLEMEN OPLOSSEN
5
5
5
50
5
25
25
Resetten
Doorgeslagen
c
a
19
Verwijder de vijf aangegeven M4,2 x 19mm
Schroeven met Tussenring (9). Verwijder dan voor-
zichtig de Motorkap (56).
Zoek naar de Bladveerschakelaar (42) en de
Magneet (44) aan de linkerkant van de Katrol
(46). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd
met de Bladveerschakelaar. Zorg dat het gat
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar
ongeveer 3mm is. Draai, indien nodig, de M4,2
x 13mm Tekschroef (7) wat los en verplaats de
Bladveerschakelaar enigszins. Draai de Schroef
dan weer vast. Maak de Motorkap (niet afge-
beeld) weer vast en laat de loopband een paar
minuten draaien om een juiste snelheidsmeting te
controleren.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-draadige geleider: snoer maat 14 (1
mm
2
) van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loop-
band langzamer en kan zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met gebruik van de inbussleutel beide bijstel-
bouten van de ruststandrol een kwartslag tegen de
klok in. Als de loopband goed ligt moet u elke rand
van de loopband 5 a 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
ligt. Steek dan het stroomsnoer in het stopcontact,
steek de sleutel in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze procedure totdat de
loopband in het midden ligt.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel behandeld is.
BELANGRIJK: Behandel de band of het loop-
vlak nooit met siliconen spray of enig andere
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur aangegeven wordt. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en tot overmatige slijtage
leiden. Raadpleeg dan de kaft van deze handlei-
ding als u vermoedt dat de loopband aanvullende
smering nodig heeft.
d. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als de
loopband nog steeds vertraagt als erop gelopen
wordt.
56
9
9
9
5–7 cm
Bouten van de
Ruststandrol
b
44
Zicht van
boven
46
3mm
7
42
20
SYMPTOOM: De band ligt niet in het midden
BELANGRIJK: De loopband moet in het midden
tussen de voetrails liggen. Als de loopband
tegen de voetrails schuurt, dan kan de loopband
beschadigd raken.
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met de inbussleutel de linker bout van de
ruststandrol een halve slag met de klok mee. Zorg
dat u de loopband niet te strak ligt. Draai met de
inbussleutel de linker bout van de ruststandrol een
halve slag tegen de klok in als de loopband naast
rechts verschoven is. Steek dan dan het stroom-
snoer in het stopcontact. Steek de sleutel in en laat
de loopband een paar minuten draaien. Herhaal
deze procedure tot de loopband goed in het mid-
den ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt als u erop loopt
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met de inbussleutel beide bouten van de
ruststandrol een kwartslag met de klok mee. Als de
loopband goed ligt moet u elke rand van de loop-
band 5 a 7 cm van het loopvlak kunnen optillen.
Zorg ervoor dat de loopband in het midden ligt.
Steek dan dan het stroomsnoer in het stopcontact.
Steek de sleutel in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze procedure tot de
loopband goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet goed
a. Druk met de sleutel in het bedieningspaneel op
een van de Incline (Helling) -toetsen. Verwijder de
sleutel terwijl de helling aan het veranderen is.
Steek de sleutel er na een paar seconden weer in.
De loopband zal automatisch naar het maximale
hellingniveau stijgen en dan naar het minimumni-
veau terugkeren. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw geijkt.
a
Voetrails
a
21
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
22
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil-
lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
23
1 4 M10 x 65mm Schroef
2 1 Dwarsstang van de Pols
3 33 M4,2 x 19mm Schroef
4 2 M8 x 35mm Schroef
5 5 M4,2 x 13mm Schroef met
Tussenring
6 1 Rechter Handleuning
7 1 M4,2 x 13mm Tekschroef
8 4 M4,2 x 19mm Tekschroef
9 5 M4,2 x 19mm Schroef met
Tussenring
10 1 Rechter Staander
11 9 M4 x 10mm Schroef
12 4 M8 x 30mm Schroef met Platte Kop
13 4 M4,2 x 13mm Schroef met Gleuf
14 2 M6 x 70mm Schroef
15 2 1/4" x Motorschroef
16 1 M8 x 102mm Bout
17 2 M8 x 20mm Bout
18 2 3/8" x 2" Bout
19 2 M10 x 58mm Schroef
20 2 M10 x 60mm Schroef
21 4 M6 Sterring
22 2 M8,4 Sterring
23 4 M4,2 Sterring
24 2 Tussenstuk van de Roller
25 14 Platte Tussenring van de Voetrail
26 4 #8 Platte Tussenring
27 2 M10 Gespleten Tussenring
28 1 3/8" x 1 1/4" Bout
29 6 M8 Moer met Rand
30 1 Rechter Achter Poot
31 1 M8 Moer
32 2 3/8" Borgmoer
33 3 #8 Klip van de Kap
34 1 Linker Achter Poot
35 1 3/8" x 1 3/4" Bout
36 1 Contactdoos
37 1 Linker Voetrail
38 1 Waarschuwingssticker van de
Vergrendeling
39 2 Waarschuwingssticker
40 2 Kussen van het Platform
41 2 Riemgeleider
42 1 Bladveerschakelaar
43 1 Klem van de Bladveerschakelaar
44 1 Magneet
45 1 Aandrijfriem
46 1 Aandrijfrol/Katrol
47 1 Loopband
48 1 Loopvlak
49 1 Rechter Voetrail
50 1 Onderstel
51 1 Rechter Beugel van de Ruststandrol
52 1 Hellingmotor
53 1 Hellingonderstel
54 1 Ruststandrol
55 1 Linker Beugel van de Ruststandrol
56 1 Motorkap
57 1 Beugel van de Motor
58 1 Aandrijfmotor
59 1 Beugel van de Elektronica
60 1 Controller
61 1 Onderste Kap
62 1 Stroomschakelaar
63 1 Borgring
64 1 Stroomsnoer
65 4 8" Band
66 1 Los te maken Draadband
67 1 Basis van het Bedieningspaneel
68 4 Kapje van de Handleuning
69 1 Linker Handleuning
70 1 Bedieningspaneel
71 1 Draad van de Staander
72 2 Huls van de Motor
73 1 Linker Staander
74 1 Sleutel/Klip
75 2 Draadband
76 4 Tussenring van het Onderstel
77 2 Kap van de Basis
78 4 Kussen van de Basis
79 2 Wiel
80 1 Basis
81 1 Borgring van de Staander
82 2 1/4" Platte Tussenring
83 1 M8 x 35mm Bout
84 1 Vergrendelingsknop
85 1 M8 x 50mm Bout
86 2 M8 Moer
87 1 Filter
88 6 M8 x 15mm Schroef
89 2 M5 x 16mm Schroef
90 2 M5 Sterring
91 6 M8 Sterring
92 4 M4 x 16mm Schroef
93 1 M4,2 x 10mm Schroef
94 2 M10 Platte Tussenring
95 2 M10 Moer
96 1 M4 Moer
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. WETL49713.0 R0513A
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
24
48
50
37
41
13
44
42
41
16
45
46
47
13
29
12
3
4
23
12
12
5
5
24
31
5
51
49
40
3
3
40
3
5
3
7
43
5
24
25
26
26
26
26
3
25
3
25
3
25
3
25
3
25
3
25
3
25
29
29
21
14
82
38
54
3
14
55
4
23
12
3
3
25
25
29
21
82
3
30
3
34
76
76
95
95
75
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. WETL49713.0 R0513A
25
64
19
53
19
28
35
32
32
52
17
22
29
58
17
15
72
57
22
56
33
33
33
65
9
9
66
9
9
9
59
11
23
11
11
60
61
62
63
36
87
11
93
96
23
11
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. WETL49713.0 R0513A
26
76
73
10
76
79
18
71
1
81
27
20
27
20
8
8
78
32
78
8
78
79
32
18
8
78
71
77
77
80
1
86
86
85
39
39
11
83
84
68
69
68
68
68
3
88
91
91
91
91
6
2
3
90
90
89
89
88
88
88
3
3
3
3
3
3
94
94
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. WETL49713.0 R0513A
27
11
3
74
67
70
75
92
92
92
92
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. WETL49713.0 R0513A
Onderdeel Nr. 344154 R0513A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Weslo Cadence 21.5 Treadmill Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor