Metz MECABLITZ 36 AF-3 Minolta, mecablitz 36 AF-3, MECABLITZ 36 AF-3 Canon, MECABLITZ 36 AF-3 Nikon, MECABLITZ 36 AF-4 Canon de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Metz MECABLITZ 36 AF-3 Minolta de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Voorwoord
Wij danken u hartelijk voor uw beslissing om voor een
Metz product te kiezen. Wij verheugen ons, u als klant te
mogen begroeten.
Natuurlijk kunt u nauwelijks wachten de flitser in gebruik te
nemen. Het loont echter de moeite de gebruiksaanwijzing te
lezen, want alleen daardoor leert u om zonder problemen
met het apparaat om te gaan.
De flitser is geschikt voor camera’s van de volgende fabrikanten:
• mecablitz 36 AF-3 C alleen voor Canon EOS camera’s
• mecablitz 36 AF-4 C alleen voor Canon EOS/PowerShot
camera’s
• mecablitz 36 AF-3 M alleen voor Minolta Dynax, c.q.
Minolta Maxxum camera’s
• mecablitz 36 AF-3 N alleen voor Nikon camera’s.
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsaanwijzingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
2. Ondersteunde dedicated-functies . . . . . . . . . . . 49
2.1 mecablitz 36 AF-3 C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
2.2 mecablitz 36 AF-4 C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
2.3 mecablitz 36 AF-3 M . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
2.4 mecablitz 36 AF-3 N . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
3. Aanbrengen van de mecablitz . . . . . . . . . . . . . 51
3.1 mecablitz op de camera aanbrengen. . . . . . . . . 51
3.2 mecablitz van de camera afnemen . . . . . . . . . . 52
4. Stroomverzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
4.1 Keuze uit batterijen of accu’s . . . . . . . . . . . . . . . 52
4.2 Batterijen verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
4.3 In- en uitschakelen van de flitser . . . . . . . . . . . . 53
5. De dedicated functies en de flitsfuncties . . . . . . 53
5.1 Aanduiding dat de flitser paraat is. . . . . . . . . . . 53
5.2 Automatische omschakeling naar de flitssyn-
46
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 46
chronisatietijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
5.3 Aanduiding van de belichtingscontrole. . . . . . . . 55
5.4 Aanduidingen in de zoeker van de camera . . . . 55
5.4.1 mecablitz 36 AF-3 C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
5.4.2 mecablitz 36 AF-3 M . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
5.4.3 mecablitz 36 AF-3 N . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
5.5 Zoomreflector. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
5.6 Autofocus-meetflits . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
5.7 TTL-flitsfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
5.7.1 Automatisch TTL-invulflitsen bij daglicht . . . . . . . 58
5.7.2 Canon E-TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
5.7.4 Matrixgestuurde invulflitsfunctie (Nikon) . . . . . . . 60
5.7.4 Met de hand in te stellen correcties op de
flitsbelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
5.8 Bepalen van de reikwijdte met behulp van de
diafragmarekenschijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
6. Automatisch geprogrammeerd flitsen . . . . . . . . 63
7. Flitstechnieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
7.1 Indirect flitsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
7.2 Flitssynchronisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
7.2.1 Normale synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
7.2.2 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(Rear functie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
7.2.3 Synchronisatie met lange belichtingen
SLOW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
8. Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . 66
9. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
9.1 Tabel van de richtgetallen van de mecablitz
voor vol vermogen in het metersysteem . . . . . . 136
47
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 47
1. Veiligheidsaanwijzingen
De flitser is uitsluitend bedoeld en toegelaten voor gebruik
binnen het fotografische bereik!
In de omgeving van ontvlambare gassen of vloeistoffen
(benzine, oplosmiddelen e.d.) mag de flitser in geen
geval worden ontstoken! GEVAAR VOOR EXPLOSIE!
Fotografeer auto- en buschauffeurs, motorrijders of trein-
machinisten e.d. nooit met een flitser tijdens de rit. Door
de verblinding kan de bestuurder een ongeluk veroorza-
ken!
Ontsteek nooit een flits in de nabijheid van de ogen! Een
flits vlak voor de ogen van personen en dieren kan leiden
tot beschadiging van het netvlies en ernstige storingen
veroorzaken bij het zien - tot blindheid aan toe!
Gebruik alleen de in deze gebruiksaanwijzing opgevoer-
de en toegelaten stroombronnen voor de voeding!
Batterijen en accu’s niet blootstellen aan overmatige hitte
als zonneschijn, vuur en dergelijke!
Verbruikte batterijen / accu’s niet in vuur gooien!
Uit lege batterijen kan loog lekken, wat tot beschadiging
van de contacten leidt. Haal verbruikte batterijen daarom
altijd uit het apparaat.
Batterijen kunnen niet worden opgeladen.
Flits- en oplaadapparaat niet blootstellen aan drup- of
spatwater (bijv. regen)!
Bescherm de flitser tegen grote hitte en hoge luchtvochtig-
heid! Laat de flitser niet achter in het handschoenvakje
van de auto!
Bij het ontsteken van een flits mag er zich vlak voor of op
de ruit van de reflector geen materiaal bevinden dat geen
licht doorlaat. De ruit van de reflector mag niet vuil zijn.
Als u dit niet in acht neemt, kan, door de hoge energie van
het flitslicht, dat materiaal of zelfs de reflector verbranden.
48
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 48
Raak, na meerdere keren flitsen de reflector niet aan.
Gevaar voor verbranding!
Haal de flitser nooit uit elkaar! HOOGSPANNING!
Binnen in de flitser bevinden zich geen onderdelen die
door leken kunnen worden gerepareerd.
Bij serieopnamen met de flitser op vol vermogen en de
korte oplaadtijden bij de diverse accuvoedingen moet u
er op letten, dat u telkens na 15 flitsen een werkpauze
van minstens 10 minuten inlast! Daarmee voorkomt u
overbelasting van het apparaat.
De mecablitz mag alleen samen worden gebruikt met een
in de camera ingebouwde flitser, als deze daarbij geheel
kan worden uitgeklapt!
Bij plotselinge temperatuurswisselingen kan het apparaat
beslaan. Laat de flitser dan eerst acclimatiseren!
2. Ondersteunde dedicated-functies
2.1 mecablitz 36 AF-3 C
Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
• Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
x Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen
= De dedicated functie wordt door de camera zelf uitge-
voerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
49
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 49
2.2 mecablitz 36 AF-4 C
Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
• Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
x Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen
FE-meetwaardeopslag.
• E-TTL-flitsregeling
= De dedicated functie wordt door de camera zelf uitge-
voerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
2.3 mecablitz 36 AF-3 M
Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
> Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
• Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen.
• Automatische TTL-invulflitsregeling
Synchronisatie bij het open-. c.q. dichtgaan van de sluiter
= De dedicated functie wordt door de camera zelf uitge-
voerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
> = Alleen bij de camerafuncties A, S en M
50
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 50
2.4 mecablitz 36 AF-3 N
Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
• Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
• Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen.
• Automatische TTL-invulflitsregeling
Synchronisatie bij het open-. c.q. dichtgaan van de sluiter
Matrixgestuurde TTL-invulflitsregeling
= De dedicated functie wordt door de camera zelf uitge-
voerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
3. Aanbrengen van de mecablitz
3.1 mecablitz op de camera aanbrengen
Schakel camera en mecablitz via hun hoofdschakelaars
uit!
mecablitz 36 AF-3 C/4 C en 36 AF-3 N
Draai de kartelmoer tot de aanslag tegen de mecablitz aan.
• Schuif de mecablitz met de aansluitvoet tot de aanslag in
de accessoireschoen van de camera.
• Draai de kartelmoer tot de aanslag tegen het camerahuis
en klem de mecablitz vast.
mecablitz 36 AF-3 M
• Schuif de mecablitz met de aansluitvoet tot de aanslag in
de accessoireschoen van de camera.
• Druk de ontgrendelknop “PUSH” een beetje naar boven,
zodat de mecablitz in de accessoireschoen van de
camera klemt.
51
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 51
3.2 mecablitz van de camera afnemen
Schakel camera en mecablitz via hun hoofdschakelaars uit!
mecablitz 36 AF-3 C/4 C en 36 AF-3 N
• Draai de kartelmoer tot de aanslag tegen de mecablitz.
• Trek de mecablitz uit de accessoireschoen van de camera.
mecablitz 36 AF-3 M
• Druk de ontgrendelknop “PUSH” in de richting van de flit-
ser en tegelijkertijd wat naar beneden tot de ontgrendel-
knop “PUSH” inklikt.
• Trek de mecablitz uit de accessoireschoen van de camera.
4. Stroomverzorging
4.1 Keuze uit batterijen of accu’s
De mecablitz kan naar keuze worden gevoed uit:
• 4 NiCd-accu’s type IEC KR 15/51, deze bieden zeer kor-
te flitsvolgtijden en zijn spaarzaam in het gebruik omdat
ze op te laden zijn.
• 4 Nikkel-metaalhydride accu’s, duidelijk hogere capaciteit
dan NiCd-accu’s en minder schadelijk voor het milieu
omdat ze geen cadmium bevatten.
• 4 Alkalimangaanbatterijen type IEC LR6, onderhoudsvrije
stroombronvoor gematigde eisen.
Gebruik geen lithiumbatterijen! De hogere celspan-
ning daarvan kan apparaat en elektronica beschadi-
gen!
Als u denkt, de mecablitz gedurende langere tijd niet te
gebruiken, haal dan de batterijen uit het apparaat.
52
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 52
4.2 Batterijen verwisselen
De batterijen zijn leeg, c.q. verbruikt, als de flitsvolgtijd (de
tijd tussen het ontsteken van een flits met vol vermogen en
het opnieuw oplichten van de aanduiding dat de flitser
paraat is) meer dan 60 seconden gaat bedragen.
• Schakel de mecablitz via zijn hoofdschakelaar uit.
• Schuif het deksel van het batterijvak in de richting van de
pijl en klap het open.
• Leg de batterijen, c.q. de accu’s in de lengte, in overeen-
stemming met de aangegeven batterijsymbolen in en sluit
het deksel.
Let bij het inzetten van de batterijen, c.q. de accu’s op
de juiste polariteit, in overeenstemming met de symbo-
len in het batterijvak. Verkeerde polariteit kan bescha-
diging van het apparaat tot gevolg hebben! Vervang
altijd alle batterijen tegelijk door batterijen van een
zelfde fabricagetype met gelijke capaciteit!
Verbruikte batterijen en accu’s horen niet in het huis-
vuil! Lever uw bijdrage aan het milieu en lever lege
batterijen en accu’s in bij de daarvoor bestemde ver-
zamelpunten!
4.3 In- en uitschakelen van de flitser
De flitser wordt via zijn hoofdschakelaar ingeschakeld. In
de rechter stand “ON” is de flitser ingeschakeld. Schuif
voor het uitschakelen de hoofdschakelaar in de stand
“OFF”.
5. De dedicated functies en de flitsfuncties
5.1 Aanduiding dat de flitser paraat is
Zodra de flitscondensator is opgeladen licht op de meca-
blitz de paraatheidsaanduiding “READY” op en geeft
daarmee aan, dat de flitser gebruiksklaar is. Dat betekent,
dat bij de volgende opname flitslicht gebruikt gaat worden.
Het signaal van de flitsparaatheid wordt ook naar de
53
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 53
camera overgebracht en zorgt in de zoeker van de camera
voor een overeenkomstige aanduiding (zie de gebruiksaan-
wijzing van de camera).
Als u een opname maakt voordat de aanduiding van flit-
sparaatheid verschijnt, wordt geen flits ontstoken en zal de
opname onder bepaalde omstandigheden te krap belicht
worden.
Zodra de flitser opgeladen is, kan door te drukken op
de handontspanknop op de mecablitz, een proefflits
met volle energie worden ontstoken.
5.2 Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
Afhankelijk van het type camera en de daarop ingestelde
functie wordt, zodra de flitser gebruiksklaar is, de belich-
tingstijd van de camera automatisch naar de flitssynchroni-
satietijd omgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
Kortere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kun-
nen niet worden ingesteld, c.q. worden naar de flitssynchro-
nisatietijd omgeschakeld. Sommige camera’s beschikken
over een bereik aan flitssynchronisatietijden, bijv. van 1/30
s. tot 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Welke flitssynchronisatietijd de camera dan stuurt, hangt
dan af van de op de camera ingestelde functie, van de
omgevingshelderheid en van de brandpuntsafstand van het
op de camera gebruikte objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kun-
nen, afhankelijk van de camerafunctie wél worden gebruikt.
Alleen mecablitz 36 AF-3 M:
Bij ingeschakelde flitser en heldere omgeving moet u er op
letten, dat u in de camerafunctie “Program P” en bij de
onderwerpsprogramma’s geen belichtingstijd, korter dan de
flitssynchronisatietijd instelt. Indien de camera kortere
belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd instelt, kunt u,
door te drukken op de “toets voor de belichtingssturing” op
de camera, de belichtingstijd tot de flitssynchronisatietijd
54
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 54
beperken. Een andere mogelijkheid is om op de camera
naar de functie “A”, “S” of “M” om te schakelen.
5.3 Aanduiding van de belichtingscontrole
Als de opname correct werd belicht, licht de aanduiding van
de belichtingscontrole “o.k.” op de mecablitz korte tijd op!
Als de aanduiding van de belichtingscontrole niet oplicht
werd de opname te krap belicht en moet u het eerstvolgend
lagere diafragmagetal instellen (bijv. in plaats van diafrag-
ma 11 diafragma 8) of de afstand tot het onderwerp, of bij
indirect flitsen tot het reflecterende vlak, verkleinen en de
opname herhalen. Let op de aanduiding van de reikwijdte
op de diafragmarekenschijf van de mecablitz 36AF-
3C/M/N).
Alleen mecablitz 36 AF-3 M:
Bij een correct belichte opname wordt door de mecablitz
een signaal naar de camera gegeven en verschijnt er bij
sommige camera’s bovendien in de zoeker een aanduiding
voor de belichtingscontrole (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera).
5.4 Aanduidingen in de zoeker van de camera
De aanduidingen in de zoeker van uw camera kunnen
van de onderstaande beschrijving afwijken, c.q. bij
sommige camera’s zijn verschillende symbolen alleen
bij bepaalde cameratypen mogelijk (zie de gebruiks-
aanwijzing van de camera)!
5.4.1 mecablitz 36 AF-3 C/4C
• Flitssymbool knippert:
Gebruik van de flitser wordt aanbevolen.
• Flitssymbool licht op - de mecablitz is klaar voor gebru-
ik.
Sommige camera’s bieden in hun zoeker een functie die
foute belichting aangeeft: knippert in de zoeker de diafrag-
mawaarde, de belichtingstijd of beide aanduidingen, dan is
er te ruim of te krap belicht.
55
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 55
In principe bij foute belichting:
• Bij te ruime belichting niet flitsen!
• Bij te krappe belichting: schakel de flitser in of gebruik
een statief en een langere belichtingstijd.
In bepaalde belichtings- en automatische programma’s kun-
nen verschillende oorzaken voor foute belichtingen optreden.
5.4.2 mecablitz 36 AF-3 M
• Flitssymbool licht op (aanduiding dat de flitser gebru-
iksklaar is):
De aanduiding licht continu op of knippert langzaam: de
mecablitz is opgeladen. Bij het ontspannen van de sluiter
wordt een flits ontstoken.
• Flitssymbool knippert (anduiding van de belich-
tingscontrole):
De aanduiding knippert na de opname snel: de opname
is correct belicht.
• De aanduiding knippert:
Voor de geplande opname is flitslicht vereist.
5.4.3 mecablitz 36 AF-3 N
• Groen flitssymbool licht op:
Gebruik van de flitser wordt aanbevolen.
• Rood flitssymbool licht op:
De flitser is gebruiksklaar.
• Rood flitssymbool blijft ook na de opname verder
oplichten, c.q. dooft gedurende een korte tijd:
De opname werd correct belicht.
5.5 Zoomreflector
De zoomreflector van de mecablitz laat vier zoomstanden
en daarmee het optimaal uitlichten en aanpassen van het
richtgetal aan de brandpuntsafstand van het gebruikte
objectief toe.
28 mm Groothoek uitlichting voor brandpuntsafstanden
vanaf 28 mm
56
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 56
35 mm Groothoek uitlichting voor brandpuntsafstanden
vanaf 35 mm
50 mm Normale uitlichting voor brandpuntsafstanden
vanaf 50 mm
85 mm Tele uitlichting voor brandpuntsafstanden vanaf
85 mm
De zoomreflector kan in vier klikstanden naar boven wor-
den gezwenkt (bijv. voor indirecte flitsen):
30°, 45°, 60° en 90°.
Voor het normale gebruik van de flitser bevindt de reflector
zich in de horizontale stand: 0°.
5.6 Autofocus-meetflits
Zodra het niveau van de omgevingshelderheid te laag
wordt voor de automatische scherpstelling wordt de autofo-
cus-meetflits door de elektronica in de camera geactiveerd.
De autofocusschijnwerper straalt hierbij een streeppatroon
uit dato p het onderwerp wordt geprojecteerd. Op dat
streeppatroon kan de camera nu automatisch scherpstellen.
Om ervoor te zorgen dat de AF-meetflits door de
camera kan worden geactiveerd, moet de camera op
AF ingesteld staan. Op de camera moet de AF-functie
“Single-AF”, c.q. “ONE-SHOT-AF” ingesteld zijn.
Zoomobjectieven met een lagere lichtsterkte beper-
ken de reikwijdte van de AF-meetflits soms behoor-
lijk!
Het streeppatroon van de AF-meetflits ondersteunt alleen de
centrale AF-sensor van de camera. Wij bevelen aan, om bij
camera’s met meerdere AF-sensoren alleen het centrale AF-
meetveld van de camera te activeren.
Bij enkele camera’s wordt, indien nodig, alleen de in de
camera ingebouwde AF-schijnwerper geactiveerd! In dat
geval wordt de AF-schijnwerper van de mecablitz niet
geactiveerd.
Let hiervoor op de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
van de camera.
57
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 57
5.7 TTL-flitsfunctie
In de TTL-flitsfunctie krijgt u op eenvoudige wijze zeer goe-
de flitsopnamen. In deze functie wordt de belichtingsmeting
uitgevoerd door een sensor in de camera. Deze meet het
door het objectief (TTL = “Trough The Lens”) op de film val-
lende hoeveelheid licht. Zodra voldoende licht is gemeten,
zendt de elektronica een stopsignaal naar de mecablitz en
wordt de flits onmiddellijk afgebroken. Het voordeel van
deze flitsfunctie ligt hierin, dat alle factoren die de belich-
ting van de film kunnen beinvloeden (opnamefilters, veran-
deringen van diafragmawaarden en brandpuntsafstand bij
zoomobjectieven, uittrekverlenging bij dichtbijopnamen
enz.), automatisch bij de regeling van flits in acht worden
genomen. U hoeft zich om de instelling van de flitser niet te
bekommeren, de elektronica in de camera zorgt automa-
tisch voor de juiste dosering van het flitslicht.
Bij een correct belichte opname verschijnt op de mecablitz en
soms ook in de zoeker van de camera de aanduiding “o.k”.
De TTL-flitsfunctie wordt in alle camerafuncties (bijv. “gepro-
grammeerd automatisch”, “program P”, tijdautomatiek
“Av”, c.q. “A”, diafragma-automatiek “Tv”, c.q. “S”, de
onderwerpsprogramma’s, manual “M” enz.) ondersteund.
Voor het testen van de TTL-functie moet er zich een
film in de camera bevinden! Let er bij de keuze van
het filmmateriaal op, dat uw camera u geen beper-
kingen ten aanzien van de filmgevoeligheid, c.q. de
ISO-waarde voor de TTL-functie oplegt (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera)! De mecablitz
ondersteunt de TTL-flitsfunctie voor filmgevoeligheden
van ISO 25 tot ISO 800.
5.7.1 Automatisch TTL-invulflitsen bij daglicht
Bij de meeste cameramodellen wordt bij volautomatisch ,
automatisch geprogrammeerd P, en de onderwerpspro-
gramma’s bij daglicht de invulflitsfunctie geactiveerd (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera).
58
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 58
Met de invulflits kunt u vervelende schaduwen ophelderen en
bij tegenlichtopnamen een uitgebalanceerde verlichting tussen
onderwerp en achtergrond bereiken. Een computergestuurd
meetsysteem in de camera zorgt voor de geschikte combinatie
van belichtingstijd, werkdiafragma en flitsvermogen.
Let er bij tegenlichtopnamen op, dat de bron van het
tegenlicht niet rechtstreeks in het objectief schijnt. Het
TTL-meetsysteem van de camera zou verkeerd kun-
nen reageren!
Een instelling of aanduiding van de automatische TTL-invul-
flitsregeling op de mecablitz vindt in dit geval niet plaats.
5.7.2 Canon E-TTL-flitsfunctie
Alleen met de mecablitz 36 AF-4 C
De E-TTL-flitsfunctie is een doorontwikkelde variant van
Canon op de ’normale’ TTL-flitsfunctie. Bij de opname wordt
eerst, via een meetflits vooraf, de reflectie van het onderwerp
gemeten. Het gereflecteerde licht van de vooraf-flits wordt
door de camera geëvalueerd. Overeenkomstig de uitslag
daarvan wordt de er na volgende flitsbelichting automatisch
door de camera optimaal aangepast aan de opnamesituatie
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera). De meetflits voo-
raf draagt niet bij aan de eigenlijke belichting.
Instellingen en aanduidingen
• Schakel de flitser een de camera in.
• Tip de ontspanknop op de camera even aan, zodat er
een uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser
plaats kan vinden.
• Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits.
59
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 59
Opslaan van de flitsbelichting FE
Een aantal Canon-camera’s biedt de mogelijkheid van het
opslaan van een flitsbelichting FE (FE = flash-exposure).
Deze mogelijkheid wordt door de flitser in de E-TTL-flitsfunc-
tie ondersteund.
Met het opslaan van de flitsbelichting in de E-TTL-flitsfunctie
kan, voorafgaand aan de eigenlijke opname, de dosering
van de flitsbelichting voor de eerstvolgende opname reeds
worden vastgelegd. Dit is zinvol als de flitsbelichting op een
bepaald deel van het onderwerp moet worden afgestemd,
dat niet absoluut identiek met het hoofdonderwerp is.
Richt het AF-kader in de camera op de uitsnede van het
onderwerp waarop de flitsbelichting moet worden afge-
stemd en stel scherp. Door op de FE-toets op de camera te
drukken (de aanduiding kan van camera tot camera anders
zijn, zie de gebruiksaanwijzing van de camera) zendt de
flitser een FE-proefflits uit. Met behulp van het gereflecteer-
de licht van deze FE-proefflits legt de meetelektronica in de
camera daarop de belichting, waarmee de aansluitende
flitsopname gemaakt moet worden, vast. Op het eigenlijke
hoofdonderwerp kan dan met het AF-meetkader van de
camera worden scherpgegesteld. Na het bedienen van de
ontspanknop op de camera wordt de opname met de voo-
raf bepaalde energie van de flitser belicht!
Het systeem laat niet toe, dat veranderingen in de verlich-
tingssituatie, die na de FE-proefflits plaatsvinden worden bij
de opname in acht worden genomen!
Bij sommige camera’s wordt de opslag van de flitsbelichting
FE in het ’groene’ geheel geprogrammeerd c.q. de onder-
werpsprogramma’s niet ondersteund (zie de gebruiksaan-
wijzing van de camera)!
5.7.3 Matrixgestuurde invulflitsfunctie (Nikon)
Alleen met de mecablitz 36 AF-3 N
In deze flitsfunctie worden onderwerps- en achtergrondver-
lichting automatisch op elkaar afgestemd, zonder dat het
60
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 60
onderwerp zelf te ruim wordt belicht. De instelling op de
helderheid van het omgevingslicht wordt door de camera
via de matrixmeting bepaald.
De instelling van deze functie wordt automatisch door de
camera geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
5.7.4 Met de hand in te stellen correcties
op de flitsbelichting
De TTL-flitsbelichtingsautomatiek van de meeste camera’s is
afgestemd op een gemiddelde onderwerpsreflectie van 25
% (gemiddelde reflectie van te flitsen onderwerpen). Een
donkere achtergrond die veel licht absorbeert, of een lichte
achtergrond die veel licht reflecteert kunnen tot resp. te rui-
me of te krappe belichting van het onderwerp leiden.
Om bovengenoemd effect te compenseren kan op sommige
camera’s de TTL-flitsbelichting met de hand met een correc-
tiewaarde worden aangepast aan de opnamesituatie. De
grootte van de correctiewaarde hangt af van het contrast
tussen onderwerp en achtergrond! De instelling van de cor-
rectiewaarde vindt op de camera plaats. Let hiervoor op de
aanwijzingen ten aanzien van de instellingen in de
gebruiksaanwijzing van de camera!
Donker onderwerp voor een lichte achtergrond: posi-
tieve correctiewaarde (ongeveer 1 tot 2 diafragma-
waarden). Licht onderwerp tegen een donkere ach-
tergrond: negatieve correctiewaarde
(ongeveer -1 tot -2 diafragmawaarden).
Een correctie op de belichting door het objectiefdiafragma
op de camera te veranderen is niet mogelijk, daar de
belichtingsautomatiek die veranderde waarde weer als nor-
maal werkdiafragma zal zien.
Vergeet niet de correctiewaarde op de TTL-flitsbelich-
ting na de opname weer op “0” terug te zetten!
61
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 61
5.8 Bepalen van de reikwijdte met behulp van de diafrag-
marekenschijf
Alleen mogelijk bij apparaten met een diafragmare-
kenschijf.
De maximale reikwijdte van de mecablitz kan met behulp
van de diafragmarekenschijf in het bedieningsveld van de
mecablitz worden bepaald.
• Stel de bovenste schuifschakelaar “ISO” op de filmgevoe-
ligheid van de in de camera ingelegde film.
• Stel de onderste schuifschakelaar op de gekozen zoom-
stand van de reflector (28 mm, 35 mm, 50 mm of
85mm).
• Zoek in de regel “F” van de diafragmarekenschijf de
waarde van de op de camera of op het objectief ingestel-
de diafragmawaarde op.
• Onder de diafragmawaarde is nu de maximale reikwijdte
van de mecablitz in meters (m) of in feet (ft) af te lezen.
Bij de opname moet ook een minimale afstand tot het onderwerp
worden aangehouden om overbelichting te voorkomen. De mini-
male afstand bedraagt ongeveer 10 procent van de maximale reik-
wijdte.
Ideaal genomen zou het onderwerp zich in het middelste
derde tussen minimale en maximale reikwijdte moeten
bevinden zodat de elektronica van de lichtregeling voldoen-
de speelruimte wordt geboden.
V
oorbeeld:
Instelling: ISO 100, 50 mm, diafragmawaarde 4.
• Op de diafragmarekenschijf is als waarde voor de maxi-
male reikwijdte ongeveer 7,3 m af te lezen.
• De minimale afstand tot het onderwerp bedraagt dan
ongeveer 0,7 m.
• Ideaal genomen zou het onderwerp zich op een afstand
van tussen 2,9 m en 5,1 m moeten bevinden.
62
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 62
6. Automatisch geprogrammeerd flitsen
Bij het automatisch geprogrammeerd flitsen stuurt de
camera diafragma, belichtingstijd en de mecablitz automa-
tisch zo, dat in de meeste opnamesituaties, ook bij het invul-
flitsen, samen met het flitslicht een optimaal opnameresul-
taat wordt verkregen.
Instelling op de camera
Stel uw camera in op de functie “volautomatisch “, “pro-
gram P”, of een van de onderwerpsprogramma’s (land-
schap, portret, sport enz.). Kies op camera en objectief de
autofocusfunctie.
Instelling op de flitser
Pas de zoomstand van de reflector aan op de brandpunt-
safstand van het gebruikte objectief, c.q. stel de reflector-
stand in op “28 mm”.
Zodra u de instellingen hebt uitgevoerd en de mecablitz aan-
geeft dat hij gebruiksklaar is, kunt u met de opnamen beginnen.
7. Flitstechnieken
7.1 Indirect flitsen
Rechtstreeks geflitste foto’s zijn vaak te herkennen aan de
typisch harde en nadrukkelijk aanwezige schaduwen. Vaak
werkt ook de natuurkundig bepaalde lichtafval van voor-
naar achtergrond storend. Door indirect te flitsen kunt u
deze verschijnselen voor een groot deel vermijden, omdat
onderwerp en achtergrond met verstrooid licht zacht en
gelijkmatig kan worden uitgelicht. De reflector wordt hierbij
zo gezwenkt, dat deze een geschikt reflecterend vlak (bijv.
plafond of wand van de ruimte) verlicht.
De reflector van de flitser kan tot 90° verticaal worden
gezwenkt.
Bij het verticaal zwenken van de reflector moet u er op let-
ten, dat u hem voldoende ver zwenkt zodat er geen recht-
streeks licht meer op het onderwerp kan vallen. Zwenk
daarom minstens tot de 60° klikstand.
63
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 63
Het door het reflecterende vlak verstrooid teruggekaatste
licht geeft een zachte verlichting van het onderwerp. Het
reflecterende vlak moet neutraal van kleur, bijv. wit zijn en
geen structuur hebben (bijv. houten balken tegen het pla-
fond) die schaduwvorming tot gevolg kan hebben. Voor
kleureffecten kiest u een reflecterend vlak in de gewenste
kleur.
Bedenk, dat de reikwijdte van de flitser bij indirect
flitsen sterk afneemt. Voor een normale kamerhoogte
kunt u zich voor het bepalen van de reikwijdte behel-
pen met de volgende vuistregel:
richtgetal
Reikwijdte = ––––––––––––––––––––
verlichtingsafstand x 2)
7.2 Flitssynchronisatie
7.2.1 Normale synchronisatie
Bij de normale synchronisatie wordt de mecablitz aan het
begin van de belichtingstijd ontstoken (synchronisatie bij het
opengaan van de sluiter). De normale synchronisatie is de
standaardfunctie en wordt door alle camera’s uitgevoerd.
Hij is voor de meeste flitsopnamen geschikt. De camera
wordt, afhankelijk van de daarop ingestelde functie naar de
flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Gebruikelijk zijn tijden
tussen 1/30 s. en 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera). Op de mecablitz hoeft voor deze functie niets
te worden ingesteld en er vindt ook geen aanduiding voor
plaats.
7.2.2 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(REAR-functie)
Sommige camera’s bieden de mogelijkheid de flits te syn-
chroniseren bij het dichtgaan van de sluiter (REAR-functie).
64
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 64
Daarbij wordt de mecablitz pas tegen het einde van de
belichtingstijd ontstoken. Dit is vooral bij opnamen met lan-
gere belichtingstijden dan bijv. 1/30 seconde en bewegen-
de onderwerpen met een eigen lichtbron functioneel omdat
de bewegende lichtbronnen dan een “lichtstaart” achter
zich aan trekken in plaats van deze - zoals bij synchronisa-
tie bij het opengaan van de sluiter - voor zich op te bou-
wen. Met het synchroniseren bij het dichtgaan van de sluiter
bereikt u daarom bij bewegende lichtbronnen een “natuur-
lijker” weergave van de opnamesituatie! Afhankelijk van de
ingestelde functie stelt de camera langere belichtingstijden
dan de flitssynchronisatietijd in.
De REAR-functie is alleen met daarvoor geschikte
camera’s uit te voeren. De instelling moet op de
camera zelf plaatsvinden (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
7.2.3 Synchronisatie met lange belichtingen / SLOW
Verschillende camera’s bieden in bepaalde functies de
mogelijkheid voor flitsopnames, gecombineerd met een lan-
ge belichtingstijd. Deze functie biedt de mogelijkheid, bij
lage omgevingshelderheid de achtergrond in de foto sterker
uit te laten komen. Dit wordt bereikt door belichtingstijden
die aangepast zijn aan het lage niveau van de omgevings-
helderheid. Daarbij worden door de camera automatisch
belichtingstijden ingesteld die langer zijn dan de flitssynch-
ronisatietijd. Bij sommige camera’s wordt de synchronisatie
bij lange belichtingstijden in bepaalde programma’s (bijv.
tijdautomatiek “Av”, c.q. “A”, nachtopnameprogramma’s
enz.) automatisch geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
Gebruik bij langere belichtingstijden een statief om
bewegingsonscherpte te voorkomen!
65
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 65
8. Onderhoud en verzorging
Verwijder stof en vuil met een zachte, droge of met siliconen
behandelde doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen - de
kunststof delen zouden daardoor beschadigd kunnen wor-
den.
Formeren van de flitscondensator
De in de flitser ingebouwde flitscondensator ondergaat een
natuurkundige verandering als het apparaat gedurende
lange tijd niet wordt ingeschakeld. Het is daarom noodza-
kelijk, de flitser per kwartaal voor ongeveer 10 min. in te
schakelen. De batterijen, c.q. accu’s moeten daarbij nog
wel zoveel energie leveren, dat de flitsparaatheid uiterlijk 1
min. na het inschakelen is bereikt.
Voor fout functioneren van en schades aan de meca-
blitz, veroorzaakt door het gebruik van accessoires
van andere fabrikanten geldt onze garantie niet!
9. Technische gegevens
Reflectorstanden: 28 mm - 35 mm - 50 mm - 85 mm
Zwenkbereiken
en klikstanden van de reflector:
verticaal 30° - 45° - 60° - 90°
Flitsduur:
1/500 s. - 1/30.000 s.
Kleur
temperatuur: ong. 5500 K
Filmgevoeligheid:
ISO 25 tot ISO 800
Synchronisatie:
Laagspanningsontsteking
Aantallen flitsen:
(met vol vermogen)
ong. 160 met NiCd-accu (600 mAh)
ong. 400 met super-alkalimangaanbatterijen
Flitsinter
val (met vol vermogen):
ong. 3 s. met NiCd-accu
ong. 3 s. met super-alkalimangaanbatterijen
66
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 66
Afmetingen (B x H x D): 73 x 110 x 87 mm
Gewicht:
205 g zonder voeding
Levering omvat:
mecablitz met gebruiksaanwijzing
67
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 67
136
Zoomposition des Reflektors
Position de la tête zoom
Zoomstand van de reflector
Zoom position of reflector
Posizione zoom della parabola
ISO / DIN Posición zoom del reflector
28.0 35.0 50.0 85.0
25/15° 10.0 12.0 15.0 18.0
32/16° 11.3 13.6 17.0 20.4
40/17° 12.6 15.2 21.5 22.8
50/18° 14.1 16.9 21.1 25.4
64/19° 16.0 19.2 24.0 28.8
80/20° 17.9 21.5 26.8 32.2
100/21° 20.0 24.0 30.0 36.0
125/22° 22.4 26.8 33.5 40.2
160/23° 25.3 30.4 37.9 45.5
200/24° 28.3 33.9 42.4 50.9
250/25° 31.6 37.9 47.4 56.9
320/26° 35.8 42.9 53.7 64.4
400/27° 40.0 48.0 60.0 72.0
500/28° 44.7 53.7 67.1 80.5
650/29° 50.6 60.7 75.9 91.1
800/30° 56.6 67.9 84.8 101.8
9.1 Leitzahlentabelle des mecablitz für volle Lichtleistung im
Meter-System
9.1 Tableau des nombres-guides pour pleine puissance, en
mètres
9.1 Tabel van de richtgetallen van de mecablitz voor vol
vermogen in het metersysteem
9.1 Guide number table for full light output, metric system
9.1 Tabella numeri guida del mecablitz per potenza piena
in metri
9.1 Tabla de números guía del mecablitz para plena poten-
cia de luz, en el sistema métrico
Guide number (ft) =Guide number (m) x 3.3
Numero guida (ft) = numero guida (m) x 3,3
Número guía (ft) = número guía (m) x 3,3
Leitzahl in (ft) = Leitzahl (m) x 3,3
Nombre-guide (ft) = nombre-guide (m) x 3,3
Richtgetal (ft) = richtgetal (m) x 3,3
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 136
Afvoeren van de batterijen
Batterijen horen niet bij het huisvuil.
S.v.p. de batterijen bij een daarvoor bestemd inzamelpunt afgeven.
S.v.p. alleen ontladen batterijen / accu’s afgeven.
Batterijen / accu’s zijn in de regel ontladen wanneer het daarvoor
gebruikte apparaat
- uitschakelt en aangeeft „batterijen leeg“
- de batterijen na langer gebruik niet meer goed functioneren.
Om kortsluiting te voorkomen, moeten de batterijpolen met plak-
band worden afgeplakt.
Disposal of batteries
Do not dispose of spent batteries with domestic rubbish.
Please return spent batteries to collecting points should they
exist in your country. Please return only fully discharged
batteries. Normally, batteries are fully discharged if:
• The device they powered switches itself off and indicates
„Spent batteries“.
• They no longer function properly after prolonged use.
To ensure short-circuit safety please cover the battery poles
with adhesive tape.
139
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 139
Uw Metz-product is ontworpen voor en gebouwd uit
hoogwaardige materialen en componenten die gere-
cycled kunnen worden en dus geschikt zijn voor her-
gebruik.
Dit symbool betekent, dat elektrische en elektronische
apparatuur aan het einde van zijn levensduur
gescheiden van het huisvuil apart moet worden inge-
leverd.
Breng dit apparaat naar een van de plaatselijke ver-
zamelpunten of naar een kringloopwinkel.
Help s.v.p. mee, het milieu waarin we leven te
beschermen.
Your Metz product was developed and manufactured
with high-quality materials and components which
can be recycled and/or re-used.
This symbol indicates that electrical and electronic
equipment must be disposed of separately from nor-
mal garbage at the end of its operational lifetime.
Please dispose of this product by bringing it to your
local collection point or recycling centre for such
equipment.
This will help to protect the environment in which we
all live.
142
ń
ķ
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 142
1/144