Documenttranscriptie
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 46
ń
Voorwoord
Inhoudsopgave
Wij danken u hartelijk voor uw beslissing om voor een
Metz product te kiezen. Wij verheugen ons, u als klant te
mogen begroeten.
1.
Veiligheidsaanwijzingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
2.
2.1
2.2
2.3
2.4
Ondersteunde dedicated-functies . . . . . . . . . . . 49
mecablitz 36 AF-3 C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
mecablitz 36 AF-4 C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
mecablitz 36 AF-3 M . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
mecablitz 36 AF-3 N . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
3.
3.1
3.2
Aanbrengen van de mecablitz . . . . . . . . . . . . . 51
mecablitz op de camera aanbrengen. . . . . . . . . 51
mecablitz van de camera afnemen . . . . . . . . . . 52
4.
4.1
4.2
4.3
Stroomverzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Keuze uit batterijen of accu’s . . . . . . . . . . . . . . . 52
Batterijen verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
In- en uitschakelen van de flitser . . . . . . . . . . . . 53
5.
5.1
5.2
De dedicated functies en de flitsfuncties . . . . . . 53
Aanduiding dat de flitser paraat is. . . . . . . . . . . 53
Automatische omschakeling naar de flitssyn-
Natuurlijk kunt u nauwelijks wachten de flitser in gebruik te
nemen. Het loont echter de moeite de gebruiksaanwijzing te
lezen, want alleen daardoor leert u om zonder problemen
met het apparaat om te gaan.
De flitser is geschikt voor camera’s van de volgende fabrikanten:
• mecablitz 36 AF-3 C alleen voor Canon EOS camera’s
• mecablitz 36 AF-4 C alleen voor Canon EOS/PowerShot
camera’s
• mecablitz 36 AF-3 M alleen voor Minolta Dynax, c.q.
Minolta Maxxum camera’s
• mecablitz 36 AF-3 N alleen voor Nikon camera’s.
46
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 47
5.3
5.4
5.4.1
5.4.2
5.4.3
5.5
5.6
5.7
5.7.1
5.7.2
5.7.4
5.7.4
5.8
chronisatietijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Aanduiding van de belichtingscontrole. . . . . . . . 55
Aanduidingen in de zoeker van de camera . . . . 55
mecablitz 36 AF-3 C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
mecablitz 36 AF-3 M . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
mecablitz 36 AF-3 N . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Zoomreflector. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Autofocus-meetflits . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Automatisch TTL-invulflitsen bij daglicht . . . . . . . 58
Canon E-TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Matrixgestuurde invulflitsfunctie (Nikon) . . . . . . . 60
Met de hand in te stellen correcties op de
flitsbelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Bepalen van de reikwijdte met behulp van de
diafragmarekenschijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
6.
Automatisch geprogrammeerd flitsen . . . . . . . . 63
7.
7.1
Flitstechnieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Indirect flitsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
7.2 Flitssynchronisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
7.2.1 Normale synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
7.2.2 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(Rear functie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
7.2.3 Synchronisatie met lange belichtingen
SLOW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
8.
Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . 66
9.
9.1
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Tabel van de richtgetallen van de mecablitz
voor vol vermogen in het metersysteem . . . . . . 136
47
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 48
1. Veiligheidsaanwijzingen
• De flitser is uitsluitend bedoeld en toegelaten voor gebruik
binnen het fotografische bereik!
ń
• Batterijen en accu’s niet blootstellen aan overmatige hitte
als zonneschijn, vuur en dergelijke!
• Verbruikte batterijen / accu’s niet in vuur gooien!
• In de omgeving van ontvlambare gassen of vloeistoffen
(benzine, oplosmiddelen e.d.) mag de flitser in geen
geval worden ontstoken! GEVAAR VOOR EXPLOSIE!
• Uit lege batterijen kan loog lekken, wat tot beschadiging
van de contacten leidt. Haal verbruikte batterijen daarom
altijd uit het apparaat.
• Fotografeer auto- en buschauffeurs, motorrijders of treinmachinisten e.d. nooit met een flitser tijdens de rit. Door
de verblinding kan de bestuurder een ongeluk veroorzaken!
• Batterijen kunnen niet worden opgeladen.
• Ontsteek nooit een flits in de nabijheid van de ogen! Een
flits vlak voor de ogen van personen en dieren kan leiden
tot beschadiging van het netvlies en ernstige storingen
veroorzaken bij het zien - tot blindheid aan toe!
• Gebruik alleen de in deze gebruiksaanwijzing opgevoerde en toegelaten stroombronnen voor de voeding!
48
• Flits- en oplaadapparaat niet blootstellen aan drup- of
spatwater (bijv. regen)!
• Bescherm de flitser tegen grote hitte en hoge luchtvochtigheid! Laat de flitser niet achter in het handschoenvakje
van de auto!
• Bij het ontsteken van een flits mag er zich vlak voor of op
de ruit van de reflector geen materiaal bevinden dat geen
licht doorlaat. De ruit van de reflector mag niet vuil zijn.
Als u dit niet in acht neemt, kan, door de hoge energie van
het flitslicht, dat materiaal of zelfs de reflector verbranden.
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 49
• Raak, na meerdere keren flitsen de reflector niet aan.
Gevaar voor verbranding!
2. Ondersteunde dedicated-functies
• Haal de flitser nooit uit elkaar! HOOGSPANNING!
Binnen in de flitser bevinden zich geen onderdelen die
door leken kunnen worden gerepareerd.
• Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
• Bij serieopnamen met de flitser op vol vermogen en de
korte oplaadtijden bij de diverse accuvoedingen moet u
er op letten, dat u telkens na 15 flitsen een werkpauze
van minstens 10 minuten inlast! Daarmee voorkomt u
overbelasting van het apparaat.
• De mecablitz mag alleen samen worden gebruikt met een
in de camera ingebouwde flitser, als deze daarbij geheel
kan worden uitgeklapt!
• Bij plotselinge temperatuurswisselingen kan het apparaat
beslaan. Laat de flitser dan eerst acclimatiseren!
2.1 mecablitz 36 AF-3 C
• Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
∆ Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
x Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen
∆ = De dedicated functie wordt door de camera zelf uitgevoerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
49
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 50
ń
2.2 mecablitz 36 AF-4 C
2.3 mecablitz 36 AF-3 M
• Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
• Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
• Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
> Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
• TTL-flitsregeling
∆ Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
∆ Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
x Autofocus-meetflitssturing
• Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen
• Automatisch geprogrammeerd flitsen.
∆ FE-meetwaardeopslag.
• Automatische TTL-invulflitsregeling
• E-TTL-flitsregeling
∆ Synchronisatie bij het open-. c.q. dichtgaan van de sluiter
50
∆ = De dedicated functie wordt door de camera zelf uitgevoerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
∆ = De dedicated functie wordt door de camera zelf uitgevoerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
> = Alleen bij de camerafuncties A, S en M
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 51
2.4 mecablitz 36 AF-3 N
3. Aanbrengen van de mecablitz
• Anduiding in de zoeker van de camera dat de flitser paraat
is
3.1 mecablitz op de camera aanbrengen
• Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
• TTL-flitsregeling
∆ Met de hand in te stellen correctie op de TTL-flitsbelichting
• Autofocus-meetflitssturing
• Automatisch geprogrammeerd flitsen.
• Automatische TTL-invulflitsregeling
∆ Synchronisatie bij het open-. c.q. dichtgaan van de sluiter
∆ Matrixgestuurde TTL-invulflitsregeling
☞ Schakel camera en mecablitz via hun hoofdschakelaars
uit!
mecablitz 36 AF-3 C/4 C en 36 AF-3 N
• Draai de kartelmoer tot de aanslag tegen de mecablitz aan.
• Schuif de mecablitz met de aansluitvoet tot de aanslag in
de accessoireschoen van de camera.
• Draai de kartelmoer tot de aanslag tegen het camerahuis
en klem de mecablitz vast.
mecablitz 36 AF-3 M
∆ = De dedicated functie wordt door de camera zelf uitgevoerd, c.q. moet op de camera worden ingesteld.
• Schuif de mecablitz met de aansluitvoet tot de aanslag in
de accessoireschoen van de camera.
x = Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits
• Druk de ontgrendelknop “PUSH” een beetje naar boven,
zodat de mecablitz in de accessoireschoen van de
camera klemt.
51
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 52
3.2 mecablitz van de camera afnemen
☞ Schakel camera en mecablitz via hun hoofdschakelaars uit!
4.1 Keuze uit batterijen of accu’s
mecablitz 36 AF-3 C/4 C en 36 AF-3 N
De mecablitz kan naar keuze worden gevoed uit:
• Draai de kartelmoer tot de aanslag tegen de mecablitz.
• 4 NiCd-accu’s type IEC KR 15/51, deze bieden zeer korte flitsvolgtijden en zijn spaarzaam in het gebruik omdat
ze op te laden zijn.
• Trek de mecablitz uit de accessoireschoen van de camera.
ń
4. Stroomverzorging
mecablitz 36 AF-3 M
• Druk de ontgrendelknop “PUSH” in de richting van de flitser en tegelijkertijd wat naar beneden tot de ontgrendelknop “PUSH” inklikt.
• Trek de mecablitz uit de accessoireschoen van de camera.
• 4 Nikkel-metaalhydride accu’s, duidelijk hogere capaciteit
dan NiCd-accu’s en minder schadelijk voor het milieu
omdat ze geen cadmium bevatten.
• 4 Alkalimangaanbatterijen type IEC LR6, onderhoudsvrije
stroombronvoor gematigde eisen.
☞ Gebruik geen lithiumbatterijen! De hogere celspan-
ning daarvan kan apparaat en elektronica beschadigen!
Als u denkt, de mecablitz gedurende langere tijd niet te
gebruiken, haal dan de batterijen uit het apparaat.
52
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 53
4.2 Batterijen verwisselen
De batterijen zijn leeg, c.q. verbruikt, als de flitsvolgtijd (de
tijd tussen het ontsteken van een flits met vol vermogen en
het opnieuw oplichten van de aanduiding dat de flitser
paraat is) meer dan 60 seconden gaat bedragen.
• Schakel de mecablitz via zijn hoofdschakelaar uit.
• Schuif het deksel van het batterijvak in de richting van de
pijl en klap het open.
• Leg de batterijen, c.q. de accu’s in de lengte, in overeenstemming met de aangegeven batterijsymbolen in en sluit
het deksel.
☞ Let bij het inzetten van de batterijen, c.q. de accu’s op
de juiste polariteit, in overeenstemming met de symbolen in het batterijvak. Verkeerde polariteit kan beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben! Vervang
altijd alle batterijen tegelijk door batterijen van een
zelfde fabricagetype met gelijke capaciteit!
☞ Verbruikte batterijen en accu’s horen niet in het huis-
vuil! Lever uw bijdrage aan het milieu en lever lege
batterijen en accu’s in bij de daarvoor bestemde verzamelpunten!
4.3 In- en uitschakelen van de flitser
De flitser wordt via zijn hoofdschakelaar ingeschakeld. In
de rechter stand “ON” is de flitser ingeschakeld. Schuif
voor het uitschakelen de hoofdschakelaar in de stand
“OFF”.
5. De dedicated functies en de flitsfuncties
5.1 Aanduiding dat de flitser paraat is
Zodra de flitscondensator is opgeladen licht op de mecablitz de paraatheidsaanduiding “READY”
op en geeft
daarmee aan, dat de flitser gebruiksklaar is. Dat betekent,
dat bij de volgende opname flitslicht gebruikt gaat worden.
Het signaal van de flitsparaatheid wordt ook naar de
53
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 54
camera overgebracht en zorgt in de zoeker van de camera
voor een overeenkomstige aanduiding (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Als u een opname maakt voordat de aanduiding van flitsparaatheid verschijnt, wordt geen flits ontstoken en zal de
opname onder bepaalde omstandigheden te krap belicht
worden.
ń ☞ Zodra de flitser opgeladen is, kan door te drukken op
de handontspanknop op de mecablitz, een proefflits
met volle energie worden ontstoken.
nen niet worden ingesteld, c.q. worden naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Sommige camera’s beschikken
over een bereik aan flitssynchronisatietijden, bijv. van 1/30
s. tot 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Welke flitssynchronisatietijd de camera dan stuurt, hangt
dan af van de op de camera ingestelde functie, van de
omgevingshelderheid en van de brandpuntsafstand van het
op de camera gebruikte objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen, afhankelijk van de camerafunctie wél worden gebruikt.
5.2 Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
Alleen mecablitz 36 AF-3 M:
Afhankelijk van het type camera en de daarop ingestelde
functie wordt, zodra de flitser gebruiksklaar is, de belichtingstijd van de camera automatisch naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
Bij ingeschakelde flitser en heldere omgeving moet u er op
letten, dat u in de camerafunctie “Program P” en bij de
onderwerpsprogramma’s geen belichtingstijd, korter dan de
flitssynchronisatietijd instelt. Indien de camera kortere
belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd instelt, kunt u,
door te drukken op de “toets voor de belichtingssturing” op
de camera, de belichtingstijd tot de flitssynchronisatietijd
Kortere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kun54
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 55
beperken. Een andere mogelijkheid is om op de camera
naar de functie “A”, “S” of “M” om te schakelen.
voor de belichtingscontrole (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera).
5.3 Aanduiding van de belichtingscontrole
5.4 Aanduidingen in de zoeker van de camera
Als de opname correct werd belicht, licht de aanduiding van
de belichtingscontrole “o.k.” op de mecablitz korte tijd op!
☞ De aanduidingen in de zoeker van uw camera kunnen
Als de aanduiding van de belichtingscontrole niet oplicht
werd de opname te krap belicht en moet u het eerstvolgend
lagere diafragmagetal instellen (bijv. in plaats van diafragma 11 diafragma 8) of de afstand tot het onderwerp, of bij
indirect flitsen tot het reflecterende vlak, verkleinen en de
opname herhalen. Let op de aanduiding van de reikwijdte
op de diafragmarekenschijf van de mecablitz 36AF3C/M/N).
Alleen mecablitz 36 AF-3 M:
Bij een correct belichte opname wordt door de mecablitz
een signaal naar de camera gegeven en verschijnt er bij
sommige camera’s bovendien in de zoeker een aanduiding
van de onderstaande beschrijving afwijken, c.q. bij
sommige camera’s zijn verschillende symbolen alleen
bij bepaalde cameratypen mogelijk (zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
5.4.1 mecablitz 36 AF-3 C/4C
• Flitssymbool
knippert:
Gebruik van de flitser wordt aanbevolen.
• Flitssymbool
ik.
licht op - de mecablitz is klaar voor gebru-
Sommige camera’s bieden in hun zoeker een functie die
foute belichting aangeeft: knippert in de zoeker de diafragmawaarde, de belichtingstijd of beide aanduidingen, dan is
er te ruim of te krap belicht.
55
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 56
In principe bij foute belichting:
ń
Voor de geplande opname is flitslicht vereist.
• Bij te ruime belichting niet flitsen!
5.4.3 mecablitz 36 AF-3 N
• Bij te krappe belichting: schakel de flitser in of gebruik
een statief en een langere belichtingstijd.
• Groen flitssymbool licht op:
Gebruik van de flitser wordt aanbevolen.
In bepaalde belichtings- en automatische programma’s kunnen verschillende oorzaken voor foute belichtingen optreden.
• Rood flitssymbool licht op:
De flitser is gebruiksklaar.
5.4.2 mecablitz 36 AF-3 M
• Rood flitssymbool blijft ook na de opname verder
oplichten, c.q. dooft gedurende een korte tijd:
De opname werd correct belicht.
• Flitssymbool licht op (aanduiding dat de flitser gebruiksklaar is):
De aanduiding licht continu op of knippert langzaam: de
mecablitz is opgeladen. Bij het ontspannen van de sluiter
wordt een flits ontstoken.
• Flitssymbool
knippert (anduiding van de belichtingscontrole):
De aanduiding knippert na de opname snel: de opname
is correct belicht.
• De aanduiding
56
knippert:
5.5 Zoomreflector
De zoomreflector van de mecablitz laat vier zoomstanden
en daarmee het optimaal uitlichten en aanpassen van het
richtgetal aan de brandpuntsafstand van het gebruikte
objectief toe.
28 mm
Groothoek uitlichting voor brandpuntsafstanden
vanaf 28 mm
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 57
35 mm
Groothoek uitlichting voor brandpuntsafstanden
vanaf 35 mm
50 mm
Normale uitlichting voor brandpuntsafstanden
vanaf 50 mm
85 mm
Tele uitlichting voor brandpuntsafstanden vanaf
85 mm
De zoomreflector kan in vier klikstanden naar boven worden gezwenkt (bijv. voor indirecte flitsen):
30°, 45°, 60° en 90°.
Voor het normale gebruik van de flitser bevindt de reflector
zich in de horizontale stand: 0°.
5.6 Autofocus-meetflits
Zodra het niveau van de omgevingshelderheid te laag
wordt voor de automatische scherpstelling wordt de autofocus-meetflits door de elektronica in de camera geactiveerd.
De autofocusschijnwerper straalt hierbij een streeppatroon
uit dato p het onderwerp wordt geprojecteerd. Op dat
streeppatroon kan de camera nu automatisch scherpstellen.
ervoor te zorgen dat de AF-meetflits door de
☞ Om
camera kan worden geactiveerd, moet de camera op
AF ingesteld staan. Op de camera moet de AF-functie
“Single-AF”, c.q. “ONE-SHOT-AF” ingesteld zijn.
Zoomobjectieven met een lagere lichtsterkte beperken de reikwijdte van de AF-meetflits soms behoorlijk!
Het streeppatroon van de AF-meetflits ondersteunt alleen de
centrale AF-sensor van de camera. Wij bevelen aan, om bij
camera’s met meerdere AF-sensoren alleen het centrale AFmeetveld van de camera te activeren.
Bij enkele camera’s wordt, indien nodig, alleen de in de
camera ingebouwde AF-schijnwerper geactiveerd! In dat
geval wordt de AF-schijnwerper van de mecablitz niet
geactiveerd.
Let hiervoor op de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
van de camera.
57
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 58
5.7 TTL-flitsfunctie
ń
In de TTL-flitsfunctie krijgt u op eenvoudige wijze zeer goede flitsopnamen. In deze functie wordt de belichtingsmeting
uitgevoerd door een sensor in de camera. Deze meet het
door het objectief (TTL = “Trough The Lens”) op de film vallende hoeveelheid licht. Zodra voldoende licht is gemeten,
zendt de elektronica een stopsignaal naar de mecablitz en
wordt de flits onmiddellijk afgebroken. Het voordeel van
deze flitsfunctie ligt hierin, dat alle factoren die de belichting van de film kunnen beinvloeden (opnamefilters, veranderingen van diafragmawaarden en brandpuntsafstand bij
zoomobjectieven, uittrekverlenging bij dichtbijopnamen
enz.), automatisch bij de regeling van flits in acht worden
genomen. U hoeft zich om de instelling van de flitser niet te
bekommeren, de elektronica in de camera zorgt automatisch voor de juiste dosering van het flitslicht.
Bij een correct belichte opname verschijnt op de mecablitz en
soms ook in de zoeker van de camera de aanduiding “o.k”.
58
De TTL-flitsfunctie wordt in alle camerafuncties (bijv. “geprogrammeerd automatisch”, “program P”, tijdautomatiek
“Av”, c.q. “A”, diafragma-automatiek “Tv”, c.q. “S”, de
onderwerpsprogramma’s, manual “M” enz.) ondersteund.
het testen van de TTL-functie moet er zich een
☞ Voor
film in de camera bevinden! Let er bij de keuze van
het filmmateriaal op, dat uw camera u geen beperkingen ten aanzien van de filmgevoeligheid, c.q. de
ISO-waarde voor de TTL-functie oplegt (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera)! De mecablitz
ondersteunt de TTL-flitsfunctie voor filmgevoeligheden
van ISO 25 tot ISO 800.
5.7.1 Automatisch TTL-invulflitsen bij daglicht
Bij de meeste cameramodellen wordt bij volautomatisch ,
automatisch geprogrammeerd P, en de onderwerpsprogramma’s bij daglicht de invulflitsfunctie geactiveerd (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera).
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 59
Met de invulflits kunt u vervelende schaduwen ophelderen en
bij tegenlichtopnamen een uitgebalanceerde verlichting tussen
onderwerp en achtergrond bereiken. Een computergestuurd
meetsysteem in de camera zorgt voor de geschikte combinatie
van belichtingstijd, werkdiafragma en flitsvermogen.
er bij tegenlichtopnamen op, dat de bron van het
☞ Let
tegenlicht niet rechtstreeks in het objectief schijnt. Het
TTL-meetsysteem van de camera zou verkeerd kunnen reageren!
Een instelling of aanduiding van de automatische TTL-invulflitsregeling op de mecablitz vindt in dit geval niet plaats.
5.7.2 Canon E-TTL-flitsfunctie
☞ Alleen met de mecablitz 36 AF-4 C
door de camera geëvalueerd. Overeenkomstig de uitslag
daarvan wordt de er na volgende flitsbelichting automatisch
door de camera optimaal aangepast aan de opnamesituatie
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera). De meetflits vooraf draagt niet bij aan de eigenlijke belichting.
Instellingen en aanduidingen
• Schakel de flitser een de camera in.
ń
• Tip de ontspanknop op de camera even aan, zodat er
een uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser
plaats kan vinden.
• Sommige camera's ondersteunen alleen de in de camera
ingebouwde AF-meetflits.
De E-TTL-flitsfunctie is een doorontwikkelde variant van
Canon op de ’normale’ TTL-flitsfunctie. Bij de opname wordt
eerst, via een meetflits vooraf, de reflectie van het onderwerp
gemeten. Het gereflecteerde licht van de vooraf-flits wordt
59
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 60
Opslaan van de flitsbelichting FE
Een aantal Canon-camera’s biedt de mogelijkheid van het
opslaan van een flitsbelichting FE (FE = flash-exposure).
Deze mogelijkheid wordt door de flitser in de E-TTL-flitsfunctie ondersteund.
ń
Met het opslaan van de flitsbelichting in de E-TTL-flitsfunctie
kan, voorafgaand aan de eigenlijke opname, de dosering
van de flitsbelichting voor de eerstvolgende opname reeds
worden vastgelegd. Dit is zinvol als de flitsbelichting op een
bepaald deel van het onderwerp moet worden afgestemd,
dat niet absoluut identiek met het hoofdonderwerp is.
Richt het AF-kader in de camera op de uitsnede van het
onderwerp waarop de flitsbelichting moet worden afgestemd en stel scherp. Door op de FE-toets op de camera te
drukken (de aanduiding kan van camera tot camera anders
zijn, zie de gebruiksaanwijzing van de camera) zendt de
flitser een FE-proefflits uit. Met behulp van het gereflecteerde licht van deze FE-proefflits legt de meetelektronica in de
60
camera daarop de belichting, waarmee de aansluitende
flitsopname gemaakt moet worden, vast. Op het eigenlijke
hoofdonderwerp kan dan met het AF-meetkader van de
camera worden scherpgegesteld. Na het bedienen van de
ontspanknop op de camera wordt de opname met de vooraf bepaalde energie van de flitser belicht!
Het systeem laat niet toe, dat veranderingen in de verlichtingssituatie, die na de FE-proefflits plaatsvinden worden bij
de opname in acht worden genomen!
Bij sommige camera’s wordt de opslag van de flitsbelichting
FE in het ’groene’ geheel geprogrammeerd c.q. de onderwerpsprogramma’s niet ondersteund (zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
5.7.3 Matrixgestuurde invulflitsfunctie (Nikon)
☞ Alleen met de mecablitz 36 AF-3 N
In deze flitsfunctie worden onderwerps- en achtergrondverlichting automatisch op elkaar afgestemd, zonder dat het
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 61
onderwerp zelf te ruim wordt belicht. De instelling op de
helderheid van het omgevingslicht wordt door de camera
via de matrixmeting bepaald.
De instelling van deze functie wordt automatisch door de
camera geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
5.7.4 Met de hand in te stellen correcties
op de flitsbelichting
De TTL-flitsbelichtingsautomatiek van de meeste camera’s is
afgestemd op een gemiddelde onderwerpsreflectie van 25
% (gemiddelde reflectie van te flitsen onderwerpen). Een
donkere achtergrond die veel licht absorbeert, of een lichte
achtergrond die veel licht reflecteert kunnen tot resp. te ruime of te krappe belichting van het onderwerp leiden.
Om bovengenoemd effect te compenseren kan op sommige
camera’s de TTL-flitsbelichting met de hand met een correctiewaarde worden aangepast aan de opnamesituatie. De
grootte van de correctiewaarde hangt af van het contrast
tussen onderwerp en achtergrond! De instelling van de correctiewaarde vindt op de camera plaats. Let hiervoor op de
aanwijzingen ten aanzien van de instellingen in de
gebruiksaanwijzing van de camera!
onderwerp voor een lichte achtergrond: posi☞ Donker
tieve correctiewaarde (ongeveer 1 tot 2 diafragmawaarden). Licht onderwerp tegen een donkere achtergrond: negatieve correctiewaarde
(ongeveer -1 tot -2 diafragmawaarden).
Een correctie op de belichting door het objectiefdiafragma
op de camera te veranderen is niet mogelijk, daar de
belichtingsautomatiek die veranderde waarde weer als normaal werkdiafragma zal zien.
niet de correctiewaarde op de TTL-flitsbelich☞ Vergeet
ting na de opname weer op “0” terug te zetten!
61
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 62
5.8 Bepalen van de reikwijdte met behulp van de diafragmarekenschijf
mogelijk bij apparaten met een diafragmare☞ Alleen
kenschijf.
ń
De maximale reikwijdte van de mecablitz kan met behulp
van de diafragmarekenschijf in het bedieningsveld van de
mecablitz worden bepaald.
• Stel de bovenste schuifschakelaar “ISO” op de filmgevoeligheid van de in de camera ingelegde film.
Bij de opname moet ook een minimale afstand tot het onderwerp
worden aangehouden om overbelichting te voorkomen. De minimale afstand bedraagt ongeveer 10 procent van de maximale reikwijdte.
Ideaal genomen zou het onderwerp zich in het middelste
derde tussen minimale en maximale reikwijdte moeten
bevinden zodat de elektronica van de lichtregeling voldoende speelruimte wordt geboden.
Voorbeeld:
• Stel de onderste schuifschakelaar op de gekozen zoomstand van de reflector (28 mm, 35 mm, 50 mm of
85mm).
Instelling: ISO 100, 50 mm, diafragmawaarde 4.
• Zoek in de regel “F” van de diafragmarekenschijf de
waarde van de op de camera of op het objectief ingestelde diafragmawaarde op.
• De minimale afstand tot het onderwerp bedraagt dan
ongeveer 0,7 m.
• Onder de diafragmawaarde is nu de maximale reikwijdte
van de mecablitz in meters (m) of in feet (ft) af te lezen.
62
• Op de diafragmarekenschijf is als waarde voor de maximale reikwijdte ongeveer 7,3 m af te lezen.
• Ideaal genomen zou het onderwerp zich op een afstand
van tussen 2,9 m en 5,1 m moeten bevinden.
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 63
6. Automatisch geprogrammeerd flitsen
7. Flitstechnieken
Bij het automatisch geprogrammeerd flitsen stuurt de
camera diafragma, belichtingstijd en de mecablitz automatisch zo, dat in de meeste opnamesituaties, ook bij het invulflitsen, samen met het flitslicht een optimaal opnameresultaat wordt verkregen.
7.1 Indirect flitsen
Instelling op de camera
Stel uw camera in op de functie “volautomatisch “, “program P”, of een van de onderwerpsprogramma’s (landschap, portret, sport enz.). Kies op camera en objectief de
autofocusfunctie.
Instelling op de flitser
Pas de zoomstand van de reflector aan op de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief, c.q. stel de reflectorstand in op “28 mm”.
Zodra u de instellingen hebt uitgevoerd en de mecablitz aangeeft dat hij gebruiksklaar is, kunt u met de opnamen beginnen.
Rechtstreeks geflitste foto’s zijn vaak te herkennen aan de
typisch harde en nadrukkelijk aanwezige schaduwen. Vaak
werkt ook de natuurkundig bepaalde lichtafval van voornaar achtergrond storend. Door indirect te flitsen kunt u
deze verschijnselen voor een groot deel vermijden, omdat
onderwerp en achtergrond met verstrooid licht zacht en
gelijkmatig kan worden uitgelicht. De reflector wordt hierbij
zo gezwenkt, dat deze een geschikt reflecterend vlak (bijv.
plafond of wand van de ruimte) verlicht.
De reflector van de flitser kan tot 90° verticaal worden
gezwenkt.
Bij het verticaal zwenken van de reflector moet u er op letten, dat u hem voldoende ver zwenkt zodat er geen rechtstreeks licht meer op het onderwerp kan vallen. Zwenk
daarom minstens tot de 60° klikstand.
63
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 64
Het door het reflecterende vlak verstrooid teruggekaatste
licht geeft een zachte verlichting van het onderwerp. Het
reflecterende vlak moet neutraal van kleur, bijv. wit zijn en
geen structuur hebben (bijv. houten balken tegen het plafond) die schaduwvorming tot gevolg kan hebben. Voor
kleureffecten kiest u een reflecterend vlak in de gewenste
kleur.
ń
dat de reikwijdte van de flitser bij indirect
☞ Bedenk,
flitsen sterk afneemt. Voor een normale kamerhoogte
kunt u zich voor het bepalen van de reikwijdte behelpen met de volgende vuistregel:
richtgetal
Reikwijdte = ––––––––––––––––––––
verlichtingsafstand x 2)
7.2 Flitssynchronisatie
7.2.1 Normale synchronisatie
Bij de normale synchronisatie wordt de mecablitz aan het
begin van de belichtingstijd ontstoken (synchronisatie bij het
opengaan van de sluiter). De normale synchronisatie is de
standaardfunctie en wordt door alle camera’s uitgevoerd.
Hij is voor de meeste flitsopnamen geschikt. De camera
wordt, afhankelijk van de daarop ingestelde functie naar de
flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Gebruikelijk zijn tijden
tussen 1/30 s. en 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera). Op de mecablitz hoeft voor deze functie niets
te worden ingesteld en er vindt ook geen aanduiding voor
plaats.
7.2.2 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(REAR-functie)
Sommige camera’s bieden de mogelijkheid de flits te synchroniseren bij het dichtgaan van de sluiter (REAR-functie).
64
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 65
Daarbij wordt de mecablitz pas tegen het einde van de
belichtingstijd ontstoken. Dit is vooral bij opnamen met langere belichtingstijden dan bijv. 1/30 seconde en bewegende onderwerpen met een eigen lichtbron functioneel omdat
de bewegende lichtbronnen dan een “lichtstaart” achter
zich aan trekken in plaats van deze - zoals bij synchronisatie bij het opengaan van de sluiter - voor zich op te bouwen. Met het synchroniseren bij het dichtgaan van de sluiter
bereikt u daarom bij bewegende lichtbronnen een “natuurlijker” weergave van de opnamesituatie! Afhankelijk van de
ingestelde functie stelt de camera langere belichtingstijden
dan de flitssynchronisatietijd in.
REAR-functie is alleen met daarvoor geschikte
☞ De
camera’s uit te voeren. De instelling moet op de
camera zelf plaatsvinden (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
7.2.3 Synchronisatie met lange belichtingen / SLOW
Verschillende camera’s bieden in bepaalde functies de
mogelijkheid voor flitsopnames, gecombineerd met een lange belichtingstijd. Deze functie biedt de mogelijkheid, bij
lage omgevingshelderheid de achtergrond in de foto sterker
uit te laten komen. Dit wordt bereikt door belichtingstijden
die aangepast zijn aan het lage niveau van de omgevingshelderheid. Daarbij worden door de camera automatisch
belichtingstijden ingesteld die langer zijn dan de flitssynchronisatietijd. Bij sommige camera’s wordt de synchronisatie
bij lange belichtingstijden in bepaalde programma’s (bijv.
tijdautomatiek “Av”, c.q. “A”, nachtopnameprogramma’s
enz.) automatisch geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
bij langere belichtingstijden een statief om
☞ Gebruik
bewegingsonscherpte te voorkomen!
65
ń
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 66
8. Onderhoud en verzorging
9. Technische gegevens
Verwijder stof en vuil met een zachte, droge of met siliconen
behandelde doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen - de
kunststof delen zouden daardoor beschadigd kunnen worden.
Zwenkbereiken en klikstanden van de reflector:
Formeren van de flitscondensator
ń
De in de flitser ingebouwde flitscondensator ondergaat een
natuurkundige verandering als het apparaat gedurende
lange tijd niet wordt ingeschakeld. Het is daarom noodzakelijk, de flitser per kwartaal voor ongeveer 10 min. in te
schakelen. De batterijen, c.q. accu’s moeten daarbij nog
wel zoveel energie leveren, dat de flitsparaatheid uiterlijk 1
min. na het inschakelen is bereikt.
☞
66
Voor fout functioneren van en schades aan de mecablitz, veroorzaakt door het gebruik van accessoires
van andere fabrikanten geldt onze garantie niet!
Reflectorstanden: 28 mm - 35 mm - 50 mm - 85 mm
verticaal 30° - 45° - 60° - 90°
Flitsduur: 1/500 s. - 1/30.000 s.
Kleurtemperatuur: ong. 5500 K
Filmgevoeligheid: ISO 25 tot ISO 800
Synchronisatie: Laagspanningsontsteking
Aantallen flitsen: (met vol vermogen)
ong. 160 met NiCd-accu (600 mAh)
ong. 400 met super-alkalimangaanbatterijen
Flitsinterval (met vol vermogen):
ong. 3 s. met NiCd-accu
ong. 3 s. met super-alkalimangaanbatterijen
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 67
Afmetingen (B x H x D): 73 x 110 x 87 mm
Gewicht: 205 g zonder voeding
Levering omvat: mecablitz met gebruiksaanwijzing
ń
67
136
28.0
10.0
11.3
12.6
14.1
16.0
17.9
20.0
22.4
25.3
28.3
31.6
35.8
40.0
44.7
50.6
56.6
35.0
12.0
13.6
15.2
16.9
19.2
21.5
24.0
26.8
30.4
33.9
37.9
42.9
48.0
53.7
60.7
67.9
50.0
15.0
17.0
21.5
21.1
24.0
26.8
30.0
33.5
37.9
42.4
47.4
53.7
60.0
67.1
75.9
84.8
Guide number (ft) =Guide number (m) x 3.3
Numero guida (ft) = numero guida (m) x 3,3
Número guía (ft) = número guía (m) x 3,3
Leitzahl in (ft) = Leitzahl (m) x 3,3
Nombre-guide (ft) = nombre-guide (m) x 3,3
Richtgetal (ft) = richtgetal (m) x 3,3
25/15°
32/16°
40/17°
50/18°
64/19°
80/20°
100/21°
125/22°
160/23°
200/24°
250/25°
320/26°
400/27°
500/28°
650/29°
800/30°
ISO / DIN
85.0
18.0
20.4
22.8
25.4
28.8
32.2
36.0
40.2
45.5
50.9
56.9
64.4
72.0
80.5
91.1
101.8
Zoomposition des Reflektors
Position de la tête zoom
Zoomstand van de reflector
Zoom position of reflector
Posizione zoom della parabola
Posición zoom del reflector
9.1 Tabla de números guía del mecablitz para plena potencia de luz, en el sistema métrico
9.1 Tabella numeri guida del mecablitz per potenza piena
in metri
9.1 Guide number table for full light output, metric system
9.1 Tabel van de richtgetallen van de mecablitz voor vol
vermogen in het metersysteem
9.1 Tableau des nombres-guides pour pleine puissance, en
mètres
9.1 Leitzahlentabelle des mecablitz für volle Lichtleistung im
Meter-System
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 136
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 139
Afvoeren van de batterijen
Disposal of batteries
Batterijen horen niet bij het huisvuil.
S.v.p. de batterijen bij een daarvoor bestemd inzamelpunt afgeven.
S.v.p. alleen ontladen batterijen / accu’s afgeven.
Batterijen / accu’s zijn in de regel ontladen wanneer het daarvoor
gebruikte apparaat
- uitschakelt en aangeeft „batterijen leeg“
- de batterijen na langer gebruik niet meer goed functioneren.
Om kortsluiting te voorkomen, moeten de batterijpolen met plakband worden afgeplakt.
Do not dispose of spent batteries with domestic rubbish.
Please return spent batteries to collecting points should they
exist in your country. Please return only fully discharged
batteries. Normally, batteries are fully discharged if:
• The device they powered switches itself off and indicates
„Spent batteries“.
• They no longer function properly after prolonged use.
To ensure short-circuit safety please cover the battery poles
with adhesive tape.
139
705 47 0076.A2 36 AF3-4 13.07.2006 15:10 Uhr Seite 142
ń
Uw Metz-product is ontworpen voor en gebouwd uit
hoogwaardige materialen en componenten die gerecycled kunnen worden en dus geschikt zijn voor hergebruik.
Dit symbool betekent, dat elektrische en elektronische
apparatuur aan het einde van zijn levensduur
gescheiden van het huisvuil apart moet worden ingeleverd.
Breng dit apparaat naar een van de plaatselijke verzamelpunten of naar een kringloopwinkel.
Help s.v.p. mee, het milieu waarin we leven te
beschermen.
142
Your Metz product was developed and manufactured
with high-quality materials and components which
can be recycled and/or re-used.
ķ
This symbol indicates that electrical and electronic
equipment must be disposed of separately from normal garbage at the end of its operational lifetime.
Please dispose of this product by bringing it to your
local collection point or recycling centre for such
equipment.
This will help to protect the environment in which we
all live.