54 | Nederlands 1 609 929 K82 • 17.1.07
Er wordt bij elke meting automatisch naar spanningvoerende leidin-
gen gezocht. Als er een spanningvoerende leiding wordt gevonden,
wordt in het display de indicatie b weergegeven. Beweeg het meet-
gereedschap meermaals over het oppervlak om de spanningvoeren-
de leiding nauwkeuriger te lokaliseren. Nadat het meetgereedschap
meermaals over hetzelfde gedeelte is bewogen, kan de positie van
de spanningvoerende leiding zeer nauwkeurig worden aangegeven.
Als het meetgereedschap zich zeer dicht bij de leiding bevindt, knip-
pert de verlichte ring 1 rood en klinkt er een geluidssignaal met kort
opeenvolgende tonen.
Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelijker worden opge-
spoord als stroomverbruikers (zoals lampen en apparaten) worden
aangesloten op de op te sporen leiding en deze verbruikers worden
ingeschakeld. Leidingen met 110 V, 230 V en 400 V (draaistroom)
worden met ongeveer evenveel resultaat gevonden.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld achter metalen op-
pervlakken of achter oppervlakken met een hoog watergehalte) kun-
nen spanningvoerende leidingen niet altijd worden gevonden. Als er
in een vrij groot gedeelte overal een meetwaarde c wordt weerge-
geven, schermt het materiaal elektrisch af en kunnen spanningvoe-
rende leidingen niet op een betrouwbare wijze worden opgespoord.
Tips voor de werkzaamheden
f De meetresultaten kunnen afhankelijk van het principe
door bepaalde omgevingsomstandigheden nadelig wor-
den beïnvloed. Daartoe behoren bijvoorbeeld de nabij-
heid van apparaten die sterke magnetische of elektro-
magnetische velden opwekken, vocht, metaalhoudende
bouwmaterialen, met aluminium beklede isolatiemate-
rialen of geleidend behang. Raadpleeg daarom voor het bo-
ren, zagen of frezen in muren, plafonds of vloeren ook andere in-
formatiebronnen (bijvoorbeeld bouwtekeningen).
Voorwerpen markeren
U kunt gevonden voorwerpen indien nodig markeren. Bij maximale
uitslag van de meetindicatie c bevindt het midden van het voorwerp
zich onder de markeringsopening 2. De grenzen van het voorwerp
kunt u vinden door het wisselen van de verlichte ring 1 van groen
naar rood. Markeer de gezochte plaats met een stift door de marke-
ringsopening 2.
OBJ_BUCH-308-001.book Page 54 Wednesday, January 17, 2007 9:55 AM