Skil DT0551, DT0551 AB de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Skil DT0551 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
de Originalbetriebsanleitung
en Original instructions
fr Notice originale
es Manual original
pt Manual original
it Istruzioni originali
nl Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
da Original brugsanvisning
sv Bruksanvisning i original
no Original driftsinstruks
fi Alkuperäiset ohjeet
el Ðñùôüôõðï ïäçãéþí ÷ñÞóçò
tr Orijinal işletme talimat
ar
ΕΎϤϴϠόΗϞϴϐθΘϟ΍ΔϴϠλϷ΍
DT0551
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 1 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
52 | Nederlands
1 619 929 L37 31.7.12
Nederlands
Veiligheidsvoorschriften
Lees alle voorschriften en neem deze in acht. BEWAAR
DEZE VOORSCHRIFTEN GOED.
f Laat het meetgereedschap repareren door gekwalificeerd, vak-
kundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het meetgereed-
schap in stand blijft.
f Werk met het meetgereedschap niet in een omgeving met explo-
siegevaar waarin zich brandbare vloeistoffen, brandbare gassen
of brandbaar stof bevinden. In het meetgereedschap kunnen vonken
ontstaan die het stof of de dampen tot ontsteking brengen.
f Voor dit meetgereedschap kan om technische redenen geen hon-
derd procent zekerheid worden gegarandeerd. Raadpleeg, als u
gevaren wilt uitsluiten, voor uw eigen veiligheid vóór het boren,
zagen of frezen in muren, plafonds en vloeren andere informatie-
bronnen zoals bouwplannen, foto’s uit de bouwfase, enz. Omge-
vingsinvloeden, zoals luchtvochtigheid of de nabijheid van andere
elektrische apparaten, kunnen de nauwkeurigheid van het meetge-
reedschap nadelig beïnvloeden. Aard en toestand van de muren (bijv.
vocht, metaalhoudende bouwmaterialen, geleidend behang, isolatie-
materialen, tegels) alsmede aantal, grootte en positie van de voorwer-
pen kunnen tot verkeerde meetresultaten leiden.
Product- en vermogensbeschrijving
Gebruik volgens bestemming
Het meetgereedschap is bestemd voor het opsporen van metaal (ijzer en
non-ferrometaal, bijvoorbeeld betonwapening) en spanningvoerende lei-
dingen in muren, plafonds en vloeren.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 52 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
Nederlands | 53
1 619 929 L37 31.7.12
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de afbeelding van het meet-
gereedschap op de pagina met afbeeldingen.
1 Markeringshulp
2 Lichtsignaal
3 Display
4 Aan/uit-toets
5 Deksel van batterijvak
6 Vergrendeling van het batterijvakdeksel
7 Sensorgedeelte
Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt standaard meegeleverd.
Indicatie-elementen
a Batterijwaarschuwing
b Indicatie van spanningvoerende leidingen
c Meetindicatie
d Kalibreringsindicatie „AutoCal”
Technische gegevens
Digitale detector DT0551
Zaaknummer F 015 055 101
Max. detectiediepte:
Ijzer
Non-ferrometaal (koperbuizen)
Koperleidingen (spanningvoerend)*
50 mm
50 mm
30 mm
Automatische uitschakeling na ca. 10 min
Bedrijfstemperatuur C...+4C
Bewaartemperatuur 20 °C...+70 °C
Relatieve luchtvochtigheid max. 80 %
Batterij 1x9V 6LR61
Gebruiksduur ca. 4,5 h
Gewicht volgens EPTA-Procedure 01/2003 0,2 kg
* Kleinere detectiediepte bij niet-spanningvoerende leidingen
f Afhankelijk van materiaal en grootte van het voorwerp en materiaal en toe-
stand van de ondergrond kan het meetresultaat ten aanzien van registratie-
diepte en nauwkeurigheid slechter uitvallen.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 53 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
54 | Nederlands
1 619 929 L37 31.7.12
Montage
Batterij inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkalimangaanbatte-
rijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 5 wilt openen, drukt u op de vergrendeling 6 in
de richting van de pijl en klapt u het batterijvakdeksel omlaag. Plaats de
meegeleverde batterij. Let daarbij op de juiste poolaansluitingen.
Als de batterijwaarschuwing a in het display brandt, kunt u nog ongeveer
1 uur meten. Als de batterijwaarschuwing a knippert, kunt u nog ongeveer
10 minuten meten. Als naast de batterijwaarschuwing het lichtsignaal 2
rood knippert, is geen meting meer mogelijk en moet u de batterij ver-
vangen.
f Neem de batterij uit het meetgereedschap als u het gedurende
lange tijd niet gebruikt. De batterij kan, als deze lang wordt bewaard,
roesten of zijn lading verliezen.
Gebruik
Ingebruikneming
f Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
f Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen
of temperatuurschommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet lange
tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grote tempera-
tuurschommelingen eerst op de juiste temperatuur komen voordat u
het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap
nadelig worden beïnvloed.
f Voorkom heftige schokken of vallen van het meetgereedschap.
In- en uitschakelen
f Controleer voor het inschakelen van het meetgereedschap dat het
sensorgedeelte 7 niet vochtig is. Wrijf het meetgereedschap indien
nodig droog met een doek.
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt u op de aan/uit-toets 4.
Na een korte zelftest is het meetgereedschap gereed voor gebruik. Een
vinkje achter de kalibratie-indicatie „AutoCal” d geeft aan dat het meet-
gereedschap gereed voor gebruik is.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 54 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
Nederlands | 55
1 619 929 L37 31.7.12
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, drukt u op de aan/uit-
toets 4.
Nadat ongeveer 10 minuten geen meting heeft plaatsgevonden, wordt het
meetgereedschap automatisch uitgeschakeld om de batterij te ontzien.
f Voordat u in de muur boort, zaagt of freest, dient u andere informa-
tiebronnen te raadplegen om gevaren te voorkomen. Aangezien om-
gevingsinvloeden en de aard van de muur de meetresultaten kunnen
beïnvloeden, kan er gevaar bestaan, hoewel de indicatie geen voorwerp
in het sensorbereik aangeeft (het lichtsignaal 2 brandt groen).
Functies
Het meetgereedschap detecteert voorwerpen onder het sensorbereik 7.
Metalen voorwerpen opsporen
Na het inschakelen brandt het lichtsignaal 2 groen.
Plaats het meetgereedschap op het te onderzoeken oppervlak en beweeg
het zijwaarts.
Als in de ondergrond geen metalen voorwerp herkenbaar is, brandt het
lichtsignaal 2 nog steeds groen. In de meetindicatie c verschijnt geen
streepje en er klinkt geen geluidsignaal.
Als u met het meetgereedschap een metalen voorwerp nadert, ver-
schijnt er een streepje in de meetindicatie c en het lichtsignaal 2
brandt oranje (de oranje kleurtint varieert afhankelijk van kijkhoek en
lichtinval).
Boven een metalen voorwerp brandt het lichtsignaal 2 rood, in de
meetindicatie c verschijnen diverse streepjes en er klinkt een geluids-
signaal.
f Ook bij een oranje lichtsignaal 2 kan zich een metalen voorwerp
onder het sensorbereik bevinden.
Als u het meetgereedschap voor het eerst over het
metalen voorwerp beweegt, wordt de positie grof aan-
gegeven. Als u het meetgereedschap meermaals over
een metalen voorwerp beweegt, wordt het voorwerp
steeds nauwkeuriger herkend. Nadat u het meetge-
reedschap (zonder het van de ondergrond op te tillen)
meermaals over het metalen voorwerp heeft bewogen,
kan de positie nauwkeurig worden aangegeven: Als het
lichtsignaal 2 rood brandt en het geluidssignaal klinkt, ligt het metalen
voorwerp onder het midden van de sensor.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 55 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
56 | Nederlands
1 619 929 L37 31.7.12
Spanningvoerende leidingen opsporen
Het meetgereedschap geeft leidingen aan waarop een spanning tussen
110 en 400 V staat en waarvan de frequentie overeenkomt met de wijd-
verspreide standaard (wisselstroom met 50 resp. 60 Hz). Andere leidin-
gen (gelijkstroom, hogere of lagere frequentie of spanning) en leidingen
waarop geen spanning staat, kunnen niet betrouwbaar worden gedetec-
teerd. Ze worden echter soms als metalen voorwerpen aangegeven.
Er wordt bij elke meting automatisch naar spanningvoerende leidingen
gezocht. Als er een spanningvoerende leiding wordt gevonden, wordt in
het display de indicatie b weergegeven. Beweeg het meetgereedschap
meermaals over het oppervlak om de spanningvoerende leiding nauwkeu-
riger te lokaliseren. Nadat het meetgereedschap meermaals over hetzelf-
de gedeelte is bewogen, kan de positie van de spanningvoerende leiding
zeer nauwkeurig worden aangegeven. Als het meetgereedschap zich zeer
dicht bij de leiding bevindt, knippert het lichtsignaal 2 rood en klinkt er
een geluidssignaal met kort opeenvolgende tonen.
Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelijker worden opgespoord
als stroomverbruikers (zoals lampen en apparaten) worden aangesloten
op de op te sporen leiding en deze verbruikers worden ingeschakeld. Lei-
dingen met 110 V, 230 V en 400 V (draaistroom) worden met ongeveer
evenveel resultaat gevonden.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld achter metalen opper-
vlakken of achter oppervlakken met een hoog watergehalte) kunnen
spanningvoerende leidingen niet altijd worden gevonden. Als er in een vrij
groot gedeelte overal een meetwaarde c wordt weergegeven, schermt het
materiaal elektrisch af en kunnen spanningvoerende leidingen niet op een
betrouwbare wijze worden opgespoord.
Tips voor de werkzaamheden
f De meetresultaten kunnen afhankelijk van het principe door
bepaalde omgevingsomstandigheden nadelig worden beïnvloed.
Daartoe behoren bijvoorbeeld de nabijheid van apparaten die
sterke magnetische of elektromagnetische velden opwekken,
vocht, metaalhoudende bouwmaterialen, met aluminium beklede
isolatiematerialen en geleidend behang of geleidende tegels.
Raadpleeg daarom voor het boren, zagen of frezen in muren, plafonds
of vloeren ook andere informatiebronnen (bijvoorbeeld bouwteke-
ningen).
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 56 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
Nederlands | 57
1 619 929 L37 31.7.12
Voorwerpen markeren
U kunt gevonden voorwerpen indien nodig markeren. Bij maximale uitslag
van de meetindicatie c bevindt zich het midden van het voorwerp vlak on-
der het lichtsignaal 2 in het midden van het sensorbereik 7. De grenzen
van het voorwerp kunt u vinden door het wisselen van het lichtsignaal 2
van oranje naar rood. Teken de gewenste plaats met de drie markerings-
hulpen 1 op de muur aan.
Indicatie „AutoCal”
Als het vinkje achter de kalibreringsindicatie „AutoCal” d langdurig knip-
pert of als dit niet meer wordt weergegeven, kan er niet meer betrouw-
baar worden gemeten. Stuur het meetgereedschap in dit geval naar een
erkende Bosch-klantenservice.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Als de meetindicatie c continu uitslaat, hoewel er zich geen voorwerp van
metaal in de buurt van het meetgereedschap bevindt, kunt u het meetge-
reedschap handmatig kalibreren. Verwijder daarvoor alle voorwerpen uit
de buurt van het meetgereedschap (ook een polshorloge of ring van me-
taal) en houd het meetgereedschap in de lucht. Druk, terwijl het meetge-
reedschap uitgeschakeld is, zo lang op de aan/uit-toets 4 tot het lichtsig-
naal 2 oranje brandt. Laat vervolgens de toets los. Als de kalibratie met
succes is verlopen, start het meetgereedschap na enkele seconden op-
nieuw en is het weer gereed voor gebruik.
Begint het lichtsignaal 2 tijdens de kalibratie afwisselend groen en oranje
te branden, bevindt zich een metalen voorwerp te dicht bij het meetge-
reedschap en is kalibratie niet mogelijk. Verwijder het metalen voorwerp
en herhaal de kalibratie.
Verwijder vuil met een droge, zachte doek. Gebruik geen reinigings- of
oplosmiddelen.
Om de meetfunctie niet te beïnvloeden, mogen in het sensorgedeelte 7
aan de voor- en achterkant van het meetgereedschap geen stickers of
plaatjes, in het bijzonder geen plaatjes van metaal, worden aangebracht.
Mocht het meetgereedschap ondanks zorgvuldige fabricage- en testme-
thoden toch defect raken, dient de reparatie te worden uitgevoerd door
een erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereedschappen.
Open het meetgereedschap niet.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 57 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
58 | Dansk
1 619 929 L37 31.7.12
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderdelen altijd het
uit tien cijfers bestaande zaaknummer volgens het typeplaatje van het
meetgereedschap.
Klantenservice en advies
Nederland
Tel.: +31 (076) 579 54 54
Fax: +31 (076) 579 54 94
E-mail: gereedschappen@nl.bosch.com
België
Tel.: +32 2 588 0589
Fax: +32 2 588 0595
E-mail: outillage.gereedschap@be.bosch.com
Afvalverwijdering
Meetgereedschappen, toebehoren en verpakkingen dienen op een voor
het milieu verantwoorde manier te worden hergebruikt.
Gooi meetgereedschappen, accu’s en batterijen niet bij het huisvuil.
Alleen voor landen van de EU:
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG moeten niet
meer bruikbare meetgereedschappen en volgens de
Europese richtlijn 2006/66/EG moeten defecte of lege
accu’s en batterijen apart worden ingezameld en op een
voor het milieu verantwoorde wijze worden herge-
bruikt.
Wijzigingen voorbehouden.
Dansk
Sikkerhedsinstrukser
Alle anvisninger skal læses og følges. DISSE ANVIS-
NINGER BØR OPBEVARES TIL SENERE BRUG.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 58 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
1/203