56 | Nederlands
1 619 929 L37 • 31.7.12
Spanningvoerende leidingen opsporen
Het meetgereedschap geeft leidingen aan waarop een spanning tussen
110 en 400 V staat en waarvan de frequentie overeenkomt met de wijd-
verspreide standaard (wisselstroom met 50 resp. 60 Hz). Andere leidin-
gen (gelijkstroom, hogere of lagere frequentie of spanning) en leidingen
waarop geen spanning staat, kunnen niet betrouwbaar worden gedetec-
teerd. Ze worden echter soms als metalen voorwerpen aangegeven.
Er wordt bij elke meting automatisch naar spanningvoerende leidingen
gezocht. Als er een spanningvoerende leiding wordt gevonden, wordt in
het display de indicatie b weergegeven. Beweeg het meetgereedschap
meermaals over het oppervlak om de spanningvoerende leiding nauwkeu-
riger te lokaliseren. Nadat het meetgereedschap meermaals over hetzelf-
de gedeelte is bewogen, kan de positie van de spanningvoerende leiding
zeer nauwkeurig worden aangegeven. Als het meetgereedschap zich zeer
dicht bij de leiding bevindt, knippert het lichtsignaal 2 rood en klinkt er
een geluidssignaal met kort opeenvolgende tonen.
Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelijker worden opgespoord
als stroomverbruikers (zoals lampen en apparaten) worden aangesloten
op de op te sporen leiding en deze verbruikers worden ingeschakeld. Lei-
dingen met 110 V, 230 V en 400 V (draaistroom) worden met ongeveer
evenveel resultaat gevonden.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld achter metalen opper-
vlakken of achter oppervlakken met een hoog watergehalte) kunnen
spanningvoerende leidingen niet altijd worden gevonden. Als er in een vrij
groot gedeelte overal een meetwaarde c wordt weergegeven, schermt het
materiaal elektrisch af en kunnen spanningvoerende leidingen niet op een
betrouwbare wijze worden opgespoord.
Tips voor de werkzaamheden
f De meetresultaten kunnen afhankelijk van het principe door
bepaalde omgevingsomstandigheden nadelig worden beïnvloed.
Daartoe behoren bijvoorbeeld de nabijheid van apparaten die
sterke magnetische of elektromagnetische velden opwekken,
vocht, metaalhoudende bouwmaterialen, met aluminium beklede
isolatiematerialen en geleidend behang of geleidende tegels.
Raadpleeg daarom voor het boren, zagen of frezen in muren, plafonds
of vloeren ook andere informatiebronnen (bijvoorbeeld bouwteke-
ningen).
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 56 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM