HP Color LaserJet 4650 Printer series Gebruikershandleiding

Categorie
Laser- / led-printers
Type
Gebruikershandleiding
hp color LaserJet
4650, 4650n, 4650dn,
4650dtn, 4650hdn
gebruiken
hp color LaserJet 4650 series printer
Gebruikershandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen
© 2004 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer: Q3668-90950
Edition 1: 9/2004
Handelsmerken
Adobe® is een handelsmerk van Adobe
Systems Incorporated.
Corel® en CorelDRAW™ zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Corel Corporation of
Corel Corporation Limited.
Energy Star® en het logo® Energy Star
zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van de Amerikaanse EPA
(Environmental Protection Agency).
Microsoft® is een gedeponeerd
handelsmerk van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten.
Netscape Navigator is een in de Verenigde
Staten gedeponeerd handelsmerk van
Netscape Communications.
Het is mogelijk dat geproduceerde
PANTONE®-kleuren niet overeenkomen
met normen van PANTONE. Raadpleeg
recente publicaties van PANTONE voor
nauwkeurige kleuren. PANTONE® en
andere handelsmerken van Pantone, Inc.
zijn het eigendom van Pantone, Inc. ©
Pantone, inc., 2000.
PostScript® is een handelsmerk van
Adobe Systems.
TrueType™ is een in de V.S. gedeponeerd
handelsmerk van Apple Computer, Inc.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Windows®, MS Windows® en Windows
NT® zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
hp on line klantenondersteuning
On line Services
24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding:
World Wide Web-adres: Ga naar http://www.hp.com/support/clj4650 voor informatie over de
HP Color LaserJet 4650 series printers en het ophalen van bijgewerkte printersoftware van
HP, product- en ondersteuningsinformatie en printerstuurpgramma's in verschillende talen.
(Deze websites zijn Engelstalig.)
Ga naar http://www.hp.com/support/net_printing voor informatie over de externe printserver
HP Jetdirect 4650.
HP Instant Support Professional Edition (ISPE) is een suite met webhulpprogramma's voor
probleemoplossing voor pc's en printers. Via ISPE kunt u snel computer- en
printerproblemen vaststellen en oplossen. U kunt de ISPE-hulpprogramma's openen via
http://instantsupport.hp.com.
Telefonische ondersteuning
HP biedt gedurende de garantieperiode kosteloze telefonische ondersteuning. Als u belt,
wordt u doorverbonden met een team van medewerkers die klaar staan om u te helpen.
Raadpleeg de brochure in de productverpakking voor het telefoonnummer voor uw land/
regio. U kunt ook naar http://www.hp.com/support/callcenters gaan. Zorg dat u de volgende
gegevens bij de hand hebt als u HP belt: productnaam, serienummer, datum van aankoop
en een beschrijving van het probleem.
U kunt voor ondersteuning ook terecht op http://www.hp.com. Klik op het vak support &
drivers.
Toepassingen, stuurprogramma's en elektronische informatie
Ga naar: http://www.hp.com/go/clj4650_software voor de HP Color LaserJet 4650 series
printer. De webpagina voor de stuurprogramma's kan Engelstalig zijn, maar u kunt de
stuurprogramma's in verschillende talen downloaden.
Bel: (zie de brochure in de productverpakking).
Rechtstreeks bestellen van HP accessoires en benodigdheden
In de Verenigde Staten kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/sbso/product/
supplies. In Canada kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.ca/catalog/supplies.
In Europa kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/supplies. In Zuidoost-Azië
en Australië kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/paper/.
Accessoires kunnen worden besteld op http://www.hp.com/go/accessories.
Bel: 1-800-538-8787 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3154 (Canada).
HP service-informatie
Voor de gegevens van geautoriseerde HP dealers kunt u bellen met 1-800-243-9816
(Verenigde Staten) of 1-800-387-3867 (Canada). Neem voor service voor uw product
contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio (zie de brochure in de
productverpakking).
Serviceovereenkomsten van HP
Bel: 1-800-835-4747 (Verenigde Staten) of 1-800-268-1221 (Canada).
Verlengde service: 1-800-446-0522
HP werkset
NLWW iii
Met de HP werkset kunt u de printerstatus en -instellingen controleren en
probleemoplossingsinformatie en on line documentatie bekijken. U kunt de HP werkset
weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een
netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig
hebt geïnstalleerd. Zie
De hp werkset gebruiken.
Ondersteuning en informatie van HP voor Macintosh-computers
Ga naar: http://www.hp.com/go/macosx voor ondersteuningsinformatie voor Macintosh OS X
en de service voor updates voor stuurprogramma's van HP.
Ga naar: http://www.hp.com/go/mac-connect voor producten die speciaal voor de Macintosh-
gebruiker zijn ontworpen.
iv NLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot printerinformatie .........................................................................................2
World Wide Web-koppelingen ...........................................................................................2
Koppelingen naar handleiding ...........................................................................................2
Als u meer informatie wilt ..................................................................................................2
Printerconfiguraties ..................................................................................................................5
HP Color LaserJet 4650 (onderdeelnummer Q3668A) .....................................................5
HP Color LaserJet 4650n (onderdeelnummer Q3669A) ...................................................6
HP Color LaserJet 4650dn (onderdeelnummer Q3670A) .................................................6
HP Color LaserJet 4650dtn (onderdeelnummer Q3671A) ................................................6
HP Color LaserJet 4650hdn (onderdeelnummer Q3672A) ...............................................7
Printerfuncties ..........................................................................................................................8
Overzicht ................................................................................................................................11
Printersoftware .......................................................................................................................13
Softwarefuncties ..............................................................................................................13
Printerstuurprogramma's .................................................................................................14
Software voor Macintosh-computers ...............................................................................18
De afdruksysteemsoftware installeren .............................................................................19
De installatie van de software ongedaan maken .............................................................25
Software voor netwerken .................................................................................................25
Hulpprogramma's ............................................................................................................26
Specificaties voor het afdrukmateriaal ...................................................................................29
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal ...................................................29
2 Bedieningspaneel
Inleiding ..................................................................................................................................34
Display .............................................................................................................................34
Toegang tot het bedieningspaneel via een computer ......................................................35
Knoppen op het bedieningspaneel ........................................................................................37
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel ..............................................................38
Menu's van het bedieningspaneel ..........................................................................................39
Om te beginnen... ............................................................................................................39
Menuoverzicht ........................................................................................................................40
Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan ............................................................40
Menu Taak ophalen .........................................................................................................40
Menu Informatie ...............................................................................................................40
Menu Papierverwerking ...................................................................................................41
Menu Apparaat configureren ...........................................................................................41
Menu diagnostiek ............................................................................................................42
Menu Taak ophalen ...............................................................................................................44
Menu Informatie ..................................................................................................................... 45
Menu Papierverwerking .........................................................................................................46
Menu Apparaat configureren .................................................................................................47
Afdrukmenu .....................................................................................................................47
Afdrukkwaliteitmenu ........................................................................................................48
NLWW v
Menu Systeeminstellingen ...............................................................................................49
Menu I/O ..........................................................................................................................52
Menu Reset .....................................................................................................................53
Menu Diagnostiek ..................................................................................................................54
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen .................................................56
Taakopslaglimiet ..............................................................................................................56
Time-out taak vasthouden ...............................................................................................56
Adres weergeven .............................................................................................................57
Kleur/zwart .......................................................................................................................58
Opties voor ladegedrag ...................................................................................................58
PowerSave-tijd ................................................................................................................60
Personality .......................................................................................................................61
Wisbare waarschuwingen ................................................................................................62
Automatisch doorgaan .....................................................................................................62
Printerbenodigdheden bijna op ........................................................................................63
Kleurentoner is op ...........................................................................................................63
Storingsherstel .................................................................................................................64
Taal ..................................................................................................................................65
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld ..............................................66
3 I/O-configuratie
Netwerkconfiguratie ...............................................................................................................68
Parameters van Novell NetWare-frametype configureren ...............................................68
TCP/IP-parameters configureren .....................................................................................69
Parallelle configuratie .............................................................................................................75
USB-configuratie ....................................................................................................................76
Configuratie van extra aansluiting ..........................................................................................77
Enhanced I/O (EIO) configureren ..........................................................................................78
HP Jetdirect-printservers .................................................................................................78
Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O .....................................................................78
NetWare-netwerken .........................................................................................................79
Windows- en Windows NT-netwerken .............................................................................79
AppleTalk-netwerken .......................................................................................................79
UNIX/Linux-netwerken .....................................................................................................79
Draadloos afdrukken ..............................................................................................................80
IEEE 802.11b-standaard .................................................................................................80
Bluetooth .........................................................................................................................80
4 Afdruktaken
Afdruktaken beheren ..............................................................................................................82
Bron .................................................................................................................................82
Soort en Formaat .............................................................................................................82
Prioriteiten van afdrukinstellingen ....................................................................................82
Afdrukmateriaal selecteren ....................................................................................................84
Afdrukmaterialen die u moet vermijden ...........................................................................84
Papier dat de printer kan beschadigen ............................................................................85
Invoerladen configureren .......................................................................................................86
Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd ..................................................86
Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier ....................................................87
Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak ...........................87
Laden configureren via het menu Papierverwerking .......................................................88
Lade 2, lade 3 of lade 4 configureren voor een speciaal papierformaat ..........................88
Afdrukken vanuit lade 1 (multifunctionele lade) ...............................................................90
Enveloppen afdrukken vanuit lade 1 ...............................................................................91
Afdrukken vanuit lade 2, lade 3 en lade 4 .......................................................................93
vi NLWW
Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en lade 4
plaatsen ........................................................................................................................93
Niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en
lade 4 plaatsen .............................................................................................................95
Afdrukmateriaal met speciaal formaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen ....................98
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ................................................................................100
Transparanten ...............................................................................................................100
Glanspapier ...................................................................................................................100
Gekleurd papier .............................................................................................................101
Afbeeldingen afdrukken .................................................................................................101
Enveloppen ....................................................................................................................101
Etiketten .........................................................................................................................102
Zwaar papier ..................................................................................................................102
HP LaserJet Tough paper .............................................................................................103
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier ..............................................................103
Kringlooppapier .............................................................................................................103
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ...........................................................................................104
Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig afdrukken .........105
Lege pagina's dubbelzijdig afdrukken ...........................................................................106
Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken ..................................................106
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ................................................................................106
Brochures afdrukken .....................................................................................................107
Bijzondere afdruksituaties ....................................................................................................108
De eerste pagina anders afdrukken ..............................................................................108
Een leeg achterblad afdrukken ......................................................................................108
Afdrukken op speciaal papier ........................................................................................108
Een afdruktaak afbreken ...............................................................................................109
Taakopslagfuncties ..............................................................................................................110
Een afdruktaak opslaan .................................................................................................110
Snelkopiëren ..................................................................................................................111
Proefafdrukfunctie .........................................................................................................111
Privétaken ......................................................................................................................112
Mopier-modus ................................................................................................................114
Geheugenbeheer ................................................................................................................. 115
5 Printerbeheer
Pagina’s met printerinformatie .............................................................................................118
Menustructuur ................................................................................................................118
Configuratiepagina ........................................................................................................119
Statuspagina printerbenodigdheden ..............................................................................119
Gebruikspagina .............................................................................................................120
Demo .............................................................................................................................120
CMYK-voorbeelden afdrukken ......................................................................................120
RGB-voorbeelden afdrukken .........................................................................................121
Bestandsdirectory ..........................................................................................................121
PCL- of PS-lettertypeoverzicht ......................................................................................121
Logbestand ....................................................................................................................122
De geïntegreerde webserver gebruiken ...............................................................................123
U krijgt als volgt toegang tot de geïntegreerde webserver ............................................123
Tabblad Informatie .........................................................................................................124
Tabblad Instellingen ......................................................................................................124
Tabblad Netwerken .......................................................................................................125
Overige koppelingen ......................................................................................................125
De hp werkset gebruiken .....................................................................................................126
Ondersteunde besturingssystemen ...............................................................................126
NLWW vii
Ondersteunde browsers ................................................................................................126
De hp werkset weergeven .............................................................................................126
Onderdelen van de HP werkset .....................................................................................127
Overige koppelingen ......................................................................................................127
Tabblad Status ..............................................................................................................127
Tabblad Problemen oplossen ........................................................................................127
Tabblad Waarschuwingen .............................................................................................128
Tabblad Documentatie ..................................................................................................128
Knop Apparaatinstellingen .............................................................................................128
HP werkset-koppelingen ................................................................................................129
6 Kleur
Afdrukken in kleur ................................................................................................................132
HP ImageREt 3600 ........................................................................................................132
Beste afdrukkwaliteit ......................................................................................................132
Papierselectie ................................................................................................................132
Kleuropties .....................................................................................................................132
sRGB .............................................................................................................................133
Afdrukken in vier kleuren — CMYK ...............................................................................133
CMYK-inktsetemulatie (alleen PostScript) .....................................................................133
Kleuropties van de printer beheren ......................................................................................135
Afdrukken in grijstinten ..................................................................................................135
Automatische of handmatige kleuraanpassing ..............................................................135
Kleuren overeenstemmen ....................................................................................................137
PANTONE®-kleuraanpassing .......................................................................................137
Voorbeeldkaart kleuraanpassing ...................................................................................137
Kleurvoorbeelden afdrukken ..........................................................................................138
Kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4550 .............................................................138
7 Onderhoud
Printcartridges beheren ........................................................................................................140
Printcartridges van HP ...................................................................................................140
Printcartridges van andere merken ...............................................................................140
Echtheidscontrole van printcartridges ...........................................................................140
HP fraude-hotline ...........................................................................................................140
Printcartridges bewaren .................................................................................................141
Verwachte levensduur van printcartridge ......................................................................141
De levensduur van de printcartridge controleren ...........................................................141
Printcartridges vervangen ....................................................................................................143
De printcartridge vervangen ..........................................................................................143
Printerbenodigdheden vervangen ........................................................................................147
Printerbenodigdheden zoeken .......................................................................................147
Richtlijnen voor vervanging ...........................................................................................147
Ruimte om de printer vrijmaken om benodigdheden te vervangen ...............................148
Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering) ..............................................148
Waarschuwingen configureren ............................................................................................149
8 Probleemoplossing
Controlelijst voor het oplossen van problemen ....................................................................153
Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden ........................................................154
Informatiepagina's voor problemen oplossen ......................................................................155
Pagina van papierbaantest ............................................................................................155
Registratiepagina ...........................................................................................................155
Logbestand ....................................................................................................................156
viii NLWW
Soorten berichten op het bedieningspaneel ........................................................................157
Statusberichten ..............................................................................................................157
Waarschuwingsberichten ..............................................................................................157
Foutberichten .................................................................................................................157
Kritieke-foutberichten .....................................................................................................157
Berichten van het bedieningspaneel ....................................................................................158
Papierstoringen ....................................................................................................................193
Herstel na papierstoringen ............................................................................................193
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ................................................................195
Papierstoringen verhelpen ...................................................................................................197
Papierstoring in lade 1 ...................................................................................................197
Storing in lade 2, lade 3 of lade 4 ..................................................................................198
Papierstoringen in de bovenklep ...................................................................................199
Papierstoring in de papierbaan ......................................................................................202
Meerdere storingen in de papierbaan ............................................................................204
Papierstoring in de duplexbaan .....................................................................................206
Meerdere storingen in de duplexbaan ...........................................................................209
Problemen met de papierverwerking ...................................................................................212
De printer voert meerdere vellen tegelijk in .........................................................................212
De printer voert een onjuist paginaformaat in ......................................................................212
De printer neemt papier op uit een verkeerde lade ..............................................................213
Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd ........................................................214
Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd ............................................214
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd ..........................................................215
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer ............................................216
De uitvoer is gekruld of gekreukt .........................................................................................216
Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed. .............................................217
Problemen met de manier waarop de printer reageert ........................................................218
Geen bericht in het display ..................................................................................................218
De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt ..............................................................218
Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens ......................................................219
Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk .............................................220
Problemen met het bedieningspaneel van de printer ..........................................................221
De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist .................................................221
Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd ...................................................................221
Onjuiste printeruitvoer ..........................................................................................................222
Onjuiste lettertypen worden afgedrukt .................................................................................222
Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken ............................................222
Dansende tekst tussen afdrukken ........................................................................................222
Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces ..............................................................222
Gedeeltelijke afdruk .............................................................................................................223
Richtlijnen voor afdrukken met verschillende lettertypen ..............................................223
Problemen met programma's ...............................................................................................224
Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software .............................224
Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren .........................................224
Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren ...................................................224
Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet ......................224
Problemen met het afdrukken van kleuren ..........................................................................225
Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur ........................................................................225
Verkeerde tint .......................................................................................................................225
Ontbrekende kleuren ...........................................................................................................225
Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge ..................................................226
De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm .......226
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ........................................................................227
Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door het afdrukmateriaal ...................................227
Problemen met transparanten .......................................................................................227
NLWW ix
Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving .....................................228
Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door storingen ...................................................228
Pagina voor problemen oplossen ..................................................................................228
Hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit ...................229
De printer kalibreren ......................................................................................................229
Schema voor problemen met de afdrukkwaliteit ............................................................230
Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken
Printergeheugen en lettertypen ............................................................................................237
Een configuratiepagina afdrukken .................................................................................238
Geheugen en lettertypen installeren ....................................................................................239
DDR DIMM's installeren ................................................................................................239
Een flash-geheugenkaart installeren .............................................................................242
Geheugen activeren ......................................................................................................246
Een HP Jetdirect-printserver installeren ..............................................................................247
Een HP Jetdirect-printserver installeren ........................................................................247
Bijlage B Benodigdheden en accessoires
Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor printers met een
netwerkverbinding) ...........................................................................................................251
Rechtstreeks bestellen via HP werkset ................................................................................252
Bijlage C Service en ondersteuning
Beperkte garantie van Hewlett-Packard ..............................................................................257
Printcartridge Verklaring van beperkte garantie ...................................................................259
Fuser- en transfereenheid Verklaring van beperkte garantie ...............................................260
Onderhoudsovereenkomsten van HP ..................................................................................261
On-site servicecontracten ..............................................................................................261
Bijlage D Printerspecificaties
Voedingsspecificaties ..........................................................................................................264
Geluidsniveau ......................................................................................................................265
Omgevingsspecificaties .......................................................................................................266
Bijlage E Overheidsinformatie
FCC-voorschriften ................................................................................................................267
Programma voor milieuvriendelijke producten .....................................................................268
Milieubescherming .........................................................................................................268
Ozon-productie ..............................................................................................................268
Energieverbruik .............................................................................................................268
Papierverbruik ...............................................................................................................268
Plastic onderdelen .........................................................................................................268
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet ..................................................................269
Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns and Recycling
Program ......................................................................................................................269
Kringlooppapier .............................................................................................................269
Materiaalbeperkingen ....................................................................................................269
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ........................................................270
Meer informatie ..............................................................................................................270
Conformiteitsverklaring ........................................................................................................271
Veiligheidsverklaringen ........................................................................................................272
Laserveiligheid ...............................................................................................................272
x NLWW
Canadese DOC-voorschriften .......................................................................................272
EMI-verklaring voor Korea .............................................................................................272
VCCI-verklaring voor Japan ..........................................................................................272
Laserverklaring voor Finland .........................................................................................273
Woordenlijst
Index
NLWW xi
xii NLWW
Basisinformatie over de printer
Dit hoofdstuk biedt informatie over het instellen van uw printer en de functies ervan. De
volgende onderwerpen komen aan bod:
Snelle toegang tot printerinformatie
Printerconfiguraties
Printerfuncties
Overzicht
Printersoftware
Specificaties voor het afdrukmateriaal
NLWW 1
Snelle toegang tot printerinformatie
World Wide Web-koppelingen
Printerstuurprogramma's, bijgewerkte HP-printersoftware, productinformatie en
ondersteunende informatie kunt u vinden op de volgende URL's:
http://www.hp.com/support/lj4650
Printerstuurprogramma's zijn te downloaden op de volgende sites:
In China: ftp://www.hp.com.cn/support/lj4650
In Japan: ftp://www.jpn.hp.com/support/lj4650
In Korea: http://www.hp.co.kr/support/lj4650
In Taiwan: http://www.hp.com.tw/support/lj4650 of op de lokale website voor
stuurprogramma's op: http://www.dds.com.tw
Ga als volgt te werk om benodigdheden te bestellen:
Verenigde Staten: http://www.hp.com/go/ljsupplies
Rest van de wereld: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html
Ga als volgt te werk om accessoires te bestellen:
http://www.hp.com/go/accessories
Koppelingen naar handleiding
Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor de meest recente versie van de HP Color
LaserJet 4650 series printer.
Als u meer informatie wilt
Voor deze printer zijn verschillende handleidingen beschikbaar. Ga naar http://www.hp.com/
support/lj4650.
De printer gereedmaken
Aan de slag
Hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren en instellen van de printer.
Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver
Hierin vindt u instructies voor het configureren van de HP Jetdirect-printserver en het
oplossen van problemen daarmee.
2 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
HP Driver Pre-Configuration Guide (Handleiding voor het vooraf configureren van
stuurprogramma's van HP)
Ga naar http://www.hp.com/go/hpdpc_sw voor meer informatie over het configureren van
printerstuurprogramma's.
HP Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde
webservers van HP)
Informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver is beschikbaar op de cd-rom die
bij de printer wordt geleverd.
Handleidingen voor accessoires en benodigdheden
Hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren van de accessoires en
verbruiksproducten voor de printer. Deze wordt geleverd bij de optionele accessoires en
verbruiksproducten voor de printer.
De printer gebruiken
Gebruikershandleiding op cd-rom
Hierin vindt u uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het verhelpen van
mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd.
Help
NLWW Snelle toegang tot printerinformatie 3
Hierin vindt u informatie over de printeropties die beschikbaar zijn in de
printerstuurprogramma's. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van het
printerstuurprogramma.
4 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Printerconfiguraties
Dank u voor de aanschaf van de HP Color LaserJet 4650 series printer. Deze printer is
verkrijgbaar in de hieronder beschreven configuraties.
HP Color LaserJet 4650 (onderdeelnummer Q3668A)
De HP Color LaserJet 4650 is een vier-kleurenlaserprinter met een snelheid van 22 pagina's
per minuut (ppm) voor Letter-formaat en voor A4-formaat.
Laden. De printer wordt geleverd met een multifunctionele lade (lade 1) voor maximaal
100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20 enveloppen en papierinvoer voor 500 vel
(lade 2) met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal,
Executive, 8,5 x 13 inch, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal
van speciaal formaat. De printer ondersteunt een optionele papierinvoer voor 500 vel
(lade 3) of een optionele papierinvoer voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4). Deze laden
bieden ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS
B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat.
Connectiviteit. De printer bevat een parallelle poort, een netwerkpoort en extra poorten
als aansluitingsmogelijkheid. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/
Output), draadloze verbindingen, een extra poort, een USB-verbinding (Universal Serial
Bus) en een standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (volgens IEEE-1284).
Geheugen. 160 MB geheugen: 128 MB DDR (Dual Data-Rate) SDRAM (Synchronous
Dynamic Random Access Memory), 32 MB geheugen op de formatter-kaart en een
DIMM-sleuf (Dual Inline Memory Module).
Opmerking
De printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module)
waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. De printer
ondersteunt maximaal 544 MB geheugen: 512 MB geheugen plus 32 MB extra geheugen op
de formatter-kaart. Daarnaast is er een optionele vaste schijf beschikbaar.
Opmerking
Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins
SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.
NLWW Printerconfiguraties 5
HP Color LaserJet 4650n (onderdeelnummer Q3669A)
De HP Color LaserJet 4650n bevat dezelfde functies als de 4650, plus een EIO-
netwerkkaart voor de HP Jetdirect 620N-printserver.
HP Color LaserJet 4650dn (onderdeelnummer Q3670A)
De HP Color LaserJet 4650dn bevat dezelfde functies als de 4650n en een functie voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken.
HP Color LaserJet 4650dtn (onderdeelnummer Q3671A)
De HP Color LaserJet 4650dtn bevat dezelfde functies als de 4650dn, een extra
papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en een totaal van 288 MB SDRAM.
6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Opmerking
288 MB SDRAM: 256 MB DDR, 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra
DIMM-sleuf. Deze printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline
Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden
geïnstalleerd.
HP Color LaserJet 4650hdn (onderdeelnummer Q3672A)
De HP Color LaserJet 4650hdn bevat dezelfde functies als de 4650dn, plus een extra
papierinvoer voor 2 x 500 vel (lade 3 en 4) en een optionele vaste schijf.
Opmerking
288 MB SDRAM: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een
extra DIMM-sleuf. Deze printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual
Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden
geïnstalleerd.
NLWW Printerconfiguraties 7
Printerfuncties
In deze printer wordt de kwaliteit en betrouwbaarheid van Hewlett-Packard gecombineerd
met de onderstaande functies. Voor verdere informatie over functies van de printer gaat u
naar de website van Hewlett-Packard op http://www.hp.com/support/lj4650.
Functies
Prestaties
22 pagina's per minuut (ppm) voor Letter-formaat en voor A4-
formaat.
Drukt af op transparanten en glanspapier.
Geheugen
160 MB geheugen voor de HP Color LaserJet 4650, 4650n en
4650dn: 128 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de
formatter-kaart en een extra DDR-sleuf.
Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers
maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin
geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden
geïnstalleerd.
288 MB geheugen voor de HP Color LaserJet 4650dtn en
4650hdn: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de
formatter-kaart en een extra DDR-sleuf.
Kan worden uitgebreid tot 544 MB: 512 MB DDR-geheugen plus
32 MB geheugen op de formatter-kaart.
Er kan een optionele vaste schijf worden toegevoegd via een EIO-
sleuf (die beschikbaar is op de HP Color LaserJet 4650hdn
printer).
Gebruikersinterface
Grafisch display op het bedieningspaneel.
Verbeterde Help met animaties.
Geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en
bestelmogelijkheden voor printerbenodigdheden (printers die op
een netwerk zijn aangesloten).
HP werksetsoftware voor het weergeven van printerstatus en
waarschuwingen, het configureren van de printerinstellingen, het
bekijken van de documentatie en informatie over het oplossen
van problemen en het afdrukken van interne
printerinformatiepagina's.
Ondersteunde
printerpersonality's
HP PCL 6.
HP PCL 5c.
PostScript 3-emulatie.
PDF (Portable Document Format).
Opslagfuncties
Taakopslag. Zie
Taakopslagfuncties voor meer informatie.
Afdrukken met een PIN-code (Personal Identification Number)
Lettertypen en formulieren.
Milieuvoorzieningen
PowerSave-instelling.
Groot aantal onderdelen geschikt voor recycling.
Voldoet aan Energy Star.
Voldoet aan Blue Angel.
8 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Lettertypen
80 interne lettertypen beschikbaar voor de PCL-printertaal en
voor PostScript-emulatie.
80 schermlettertypen in TrueType™-formaat geleverd bij de
software.
Ondersteunt formulieren en lettertypen op schijf bij gebruik van
HP Web Jetadmin.
Papierverwerking
Drukt af op afdrukmateriaal van 77 mm bij 127 mm tot maximaal
Legal-formaat.
Drukt af op afdrukmateriaal met een gewicht van 60 g/m
2
tot
200 g/m
2
.
Drukt af op een verscheidenheid van afdrukmateriaal waaronder
glanspapier, etiketten, transparanten en enveloppen.
Meerdere glansniveaus.
Een papierinvoer (lade 2) voor 500 vel met ondersteuning voor
afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, 8,5 bij
13 inch, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor
afdrukmateriaal van speciaal formaat.
Een optionele papierinvoer (lade 3) voor 500 vel met
ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal,
Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor
afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color
LaserJet 4650dtn.
Een optionele papierinvoer (lade 3 en 4) voor 2 x 500 vel met
ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal,
Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor
afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color
LaserJet 4650hdn.
Dubbelzijdig afdrukken voor de HP Color LaserJet 4650dn,
4650dtn en 4650hdn printers.
Uitvoerbak voor 250 vel met afdrukkant naar beneden.
Accessoires
Vaste schijf voor de printer voor opslag van lettertypen en macro's
en extra functies voor de opslag van taken; standaard op de HP
Color LaserJet 4600hdn.
DIMM-modules (Dual Inline Memory Modules).
CompactFlash-sleuven voor extra lettertypen en upgrades van
firmware.
Voetstuk voor de printer.
Een optionele papierinvoer (lade 3) voor 500 vel met
ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal,
Executive, JIS B5, A4 en A5; standaard op de HP Color LaserJet
4650dtn.
Een optionele papierinvoer (lade 3 en 4) voor 2 x 500 vel met
ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal,
Executive, JIS B5, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal
formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650hdn.
Connectiviteit
Optionele EIO-netwerkkaart (Enhanced Input/Output); standaard
op de HP Color LaserJet 4650n, 4650dn, 4650dtn en 4650hdn
printers.
USB 1.1-verbinding.
HP Web Jetadmin-software.
Standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan
IEEE-1284-C).
Extra connector.
USB-verbindingen en parallelle verbindingen worden
ondersteund, maar kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Functies (vervolg)
NLWW Printerfuncties 9
Benodigdheden
De statuspagina biedt informatie over het niveau van de toner, het
aantal afgedrukte pagina's en het geschatte aantal resterende
pagina's.
Printcartridges hoeven niet te worden geschud.
Printer controleert of nieuw geïnstalleerde printcartridges van HP
zijn.
Bestellen van printerbenodigdheden via internet (via de
geïntegreerde webserver of HP werksetsoftware).
Functies (vervolg)
10 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Overzicht
De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de
belangrijkste onderdelen van de printer.
Vooraanzicht (afgebeeld met invoerlade voor 2 x 500 vel)
1 uitvoerbak
2 printerbedieningspaneel
3 bovenklep
4 Lade 1
5 Lade 2
6 toegang tot printcartridges, transfer- en fusereenheid
7 aan/uit-schakelaar
8 Lade 3 en lade 4 (optioneel)
NLWW Overzicht 11
Opmerking
De optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel
(lade 3 en lade 4) kunnen niet tegelijk worden gebruikt op de printer.
Zij- en achteraanzicht (afgebeeld met invoerlade voor 2 x 500 vel)
1 uitvoerbak
2 extra connector
3 parallelle verbinding
4 aan/uit-schakelaar
5 EIO-aansluiting (aantal: 3)
6 geheugentoegang
7 USB-verbinding
8 Lade 3 en lade 4 (optioneel)
Opmerking
De optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel
(lade 3 en lade 4) kunnen niet tegelijk worden gebruikt op de printer.
12 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Printersoftware
Bij de printer hebt u een cd-rom gekregen met de afdruksysteemsoftware. De
softwareonderdelen en printerstuurprogramma's op deze cd-rom maken het mogelijk ten
volle gebruik te maken van de mogelijkheden van de printer. Instructies voor het installeren
van deze software vindt u in de handleiding Aan de slag.
Opmerking
De meest recente informatie over de verschillende componenten van de
afdruksysteemsoftware vindt u in het Leesmij-bestand op het web op http://www.hp.com/
support/lj4650. Informatie over het installeren van de printersoftware vindt u in de
installatieopmerkingen op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd.
Hieronder volgt een beknopt overzicht van de software op de cd-rom. Het afdruksysteem
omvat software voor eindgebruikers en netwerkbeheerders van de volgende
besturingssystemen:
Microsoft Windows 98, ME
Microsoft Windows NT 4.0, 2000, XP (32-bits) en Server 2003 (32-bits)
Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x en Apple Mac OS versie 10.1 en later
Opmerking
Zie Netwerkconfiguratie voor een overzicht van alle netwerkomgevingen die door de
netwerkbeheersoftware worden ondersteund.
Opmerking
Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor een lijst van printerstuurprogramma's,
bijgewerkte HP-printersoftware en informatie over productondersteuning.
Softwarefuncties
Er zijn functies voor automatisch configureren, nu bijwerken en vooraf configureren
beschikbaar op de HP Color LaserJet 4650 series printer.
Stuurprogramma automatisch configureren
Met de HP LaserJet PCL 6- en PCL 5c-stuurprogramma's voor Windows en de PS-
stuurprogramma's voor Windows 2000 en Windows XP worden printeraccessoires
automatisch herkend en worden stuurprogramma's automatisch geconfigureerd tijdens de
installatie. Voorbeelden van accessoires die door de automatische
stuurprogrammaconfiguratie worden ondersteund, zijn de duplexeenheid, de optionele
papierladen en DIMM's. Als de omgeving bidirectionele communicatie ondersteunt, wordt de
automatische stuurprogrammaconfiguratie standaard in het installatieprogramma
aangeboden als te installeren onderdeel bij een standaardinstallatie en bij een aangepaste
installatie.
Nu bijwerken
Als u de configuratie van de HP Color LaserJet 4650 hebt gewijzigd na de installatie, kan het
stuurprogramma automatisch worden bijgewerkt met de nieuwe configuratie in omgevingen
die bidirectionele communicatie ondersteunen. Klik op de knop Nu bijwerken om de nieuwe
configuratie in het stuurprogramma automatisch weer te geven.
Opmerking
De functie Nu bijwerken wordt niet ondersteund in omgevingen waarbij gedeelde
Windows NT 4.0-, Windows 2000- of Windows XP-clients zijn verbonden met Windows NT
4.0-, Windows 2000- of Windows XP-hosts.
NLWW Printersoftware 13
HP-stuurprogramma's vooraf configureren
Met de functie voor het vooraf configureren van HP-stuurprogramma's beschikt u over een
softwarearchitectuur en een set hulpprogramma's waarmee HP-software kan worden
aangepast en gedistribueerd in beheerde bedrijfsafdrukomgevingen. Met de functie voor het
vooraf configureren van HP-stuurprogramma's kunnen IT-beheerders de
standaardafdrukinstellingen en de standaardapparaatinstellingen voor HP-
printerstuurprogramma's vooraf configureren voordat ze de stuurprogramma's in de
netwerkomgeving installeren. Raadpleeg de HP Driver Preconfiguration Support Guide die
beschikbaar is op http://www.hp.com/support/lj4650.
Printerstuurprogramma's
Via de printerstuurprogramma's hebt u toegang tot de printerfuncties en kan de computer
communiceren met de printer (via een printertaal). Controleer de installatieopmerkingen en
Leesmij-bestanden op de cd-rom van de printer voor extra software en talen.
De volgende printerstuurprogramma's worden bij de printer geleverd. De meest recente
stuurprogramma's zijn verkrijgbaar op http://www.hp.com/support/lj4650. Afhankelijk van de
configuratie van Windows-computers, wordt de computer automatisch via het
installatieprogramma voor de printersoftware gecontroleerd op internettoegang om de meest
recente stuurprogramma's op te halen.
Besturings-
systeem
1
PCL 6 PCL 5c PS
PPD
2
Windows 98,
ME
alleen web
Windows NT
4.0
alleen web
Windows 2000 alleen web
Windows XP alleen web
Windows
Server 2003
alleen web
Macintosh OS
1
Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle stuurprogramma's of
besturingssystemen. Raadpleeg de Help bij het stuurprogramma voor de beschikbare
functies.
2
PPD-bestanden (PostScript Printer Description).
Opmerking
Als het systeem tijdens het installeren van de software niet automatisch op internet heeft
gezocht naar de meest recente stuurprogramma's, kunt u deze downloaden vanaf
http://www.hp.com/support/lj4650. Klik als u hier bent op Downloads and Drivers om het
gewenste stuurprogramma op te zoeken.
U kunt modelscripts voor UNIX® en Linux downloaden van internet of door deze aan te
vragen bij een HP-erkende servicevertegenwoordiger of klantenondersteuning. Raadpleeg
de ondersteuningsbrochure in de productverpakking.
OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden geleverd met OS/2.
14 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Opmerking
Als het gewenste printerstuurprogramma zich niet op de cd-rom bij de printer bevindt of hier
niet wordt genoemd, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden om te
zien of het printerstuurprogramma wordt ondersteund. Als dit niet wordt ondersteund, neemt
u contact op met de fabrikant of distributeur van het programma dat u gebruikt en vraagt u
een stuurprogramma aan voor de printer.
Extra stuurprogramma's
De volgende stuurprogramma's staan niet op de cd-rom, maar zijn wel beschikbaar op
internet of te bestellen bij de HP Klantenondersteuning.
PCL 5c-printerstuurprogramma's voor Windows 98, ME, NT 4.0, 2000, XP en Server
2003.
OS/2 PCL 5c/6-printerstuurprogramma.
OS/2 PS-printerstuurprogramma.
UNIX-modelscripts.
Linux-stuurprogramma's.
HP OpenVMS-stuurprogramma's.
Opmerking
De OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze
stuurprogramma's zijn niet beschikbaar voor de talen Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd
Chinees, Koreaans en Japans.
Het gewenste printerstuurprogramma selecteren
Selecteer een printerstuurprogramma op basis van het gebruik van de printer. Bepaalde
printerfuncties zijn alleen beschikbaar in de PCL 6-stuurprogramma's. Raadpleeg de Help bij
het printerstuurprogramma voor de beschikbare functies.
Gebruik het PCL 6-stuurprogramma om volledig gebruik te maken van de
printerfuncties. Voor algemeen gebruik op kantoor wordt het PCL 6-stuurprogramma
aanbevolen voor optimale prestaties en afdrukkwaliteit.
Gebruik het PCL 5c-stuurprogramma (alleen beschikbaar op het web) als neerwaartse
compatibiliteit met de vorige PCL-printerstuurprogramma's of oudere printers nodig is.
Gebruik het PS-stuurprogramma als u hoofdzakelijk afdrukt vanuit PostScript-specifieke
programma's, zoals Adobe en Corel, voor compatibiliteit met PostScript 3-gebruik of
voor DIMM-ondersteuning van PS-lettertypen.
Opmerking
De printer schakelt automatisch tussen PS- en PCL-printertalen.
Help bij het printerstuurprogramma
Elk printerstuurprogramma heeft Help-schermen die kunnen worden geactiveerd met de
knop Help, F1 op het toetsenbord van de computer of een vraagteken rechtsboven in het
printerstuurprogramma (afhankelijk van het gebruikte Windows-besturingssysteem). Deze
Help-schermen bevatten gedetailleerde informatie over het specifieke stuurprogramma. De
Help bij het printerstuurprogramma maakt geen onderdeel uit van de programma-Help.
De printerstuurprogramma's openen
Gebruik een van de volgende methoden om de printerstuurprogramma's te openen vanaf de
computer:
NLWW Printersoftware 15
Besturingssysteem Instellingen wijzigen
voor alle directe
afdruktaken (totdat
de toepassing wordt
afgesloten)
Standaardinstellingen
voor afdruktaken
wijzigen
(Schakel
bijvoorbeeld
Afdrukken op beide
zijden standaard in.)
Configuratie-
instellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld
een fysieke optie,
zoals een lade, toe of
schakel een
stuurprogramma-
functie, zoals
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken toestaan,
in of uit.)
Windows 98, NT 4.0
en ME
Klik op Afdrukken in
het menu Bestand
van de toepassing.
Selecteer de printer en
klik op
Eigenschappen. (De
werkelijke procedure
kan verschillen; dit is
de meestvoorkomende
procedure.)
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers. Klik met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Eigenschappen
(Windows 98 en ME)
of Standaardwaarden
document (NT 4.0).
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers. Klik met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Eigenschappen.
Selecteer het tabblad
Configureren.
Windows 2000 en XP Klik op Afdrukken in
het menu Bestand
van de toepassing.
Selecteer de printer en
klik op
Eigenschappen of
Voorkeuren. (De
werkelijke procedure
kan verschillen; dit is
de meestvoorkomende
procedure.)
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers of Printers
en faxapparaten. Klik
met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Voorkeursinstel-
lingen voor
afdrukken.
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers of Printers
en faxapparaten. Klik
met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Eigenschappen.
Selecteer het tabblad
Apparaatinstellingen.
Macintosh OS 9.1 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Kies Print in het menu
Archief. Als u de
instellingen hebt
gewijzigd in het pop-
upmenu, klikt u op
Bewaar instellingen.
Klik op het
printerpictogram op
het Bureaublad. Klik
op Instellingen
wijzigen in het menu
Print.
16 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Besturingssysteem Instellingen wijzigen
voor alle directe
afdruktaken (totdat
de toepassing wordt
afgesloten)
Standaardinstellingen
voor afdruktaken
wijzigen
(Schakel
bijvoorbeeld
Afdrukken op beide
zijden standaard in.)
Configuratie-
instellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld
een fysieke optie,
zoals een lade, toe of
schakel een
stuurprogramma-
functie, zoals
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken toestaan,
in of uit.)
Macintosh OS X.1 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's en klik
op Bewaar speciale
instellingen in het
hoofdpop-upmenu.
Deze instellingen
worden opgeslagen
als de optie Speciaal.
Als u de nieuwe
instellingen wilt
gebruiken, moet u de
optie Speciaal
selecteren wanneer u
een programma opent
en wilt afdrukken.
Verwijder de printer en
installeer deze
opnieuw. Het
stuurprogramma wordt
automatisch
geconfigureerd met de
nieuwe opties
wanneer de printer
opnieuw is
geïnstalleerd. (Alleen
AppleTalk-
verbindingen)
Opmerking
Configuratie-
instellingen zijn
mogelijk niet
beschikbaar in de
Classic-omgeving.
Macintosh OS X.2 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's en klik
in het pop-upmenu
Instellingen op
Bewaar als en voer
een naam in voor de
standaardinstelling.
Deze instellingen
worden opgeslagen in
het menu
Instellingen. Als u de
nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen instelling
selecteren wanneer u
een programma opent
en wilt afdrukken.
Open Afdrukbeheer.
(Selecteer de vaste
schijf, klik op
Programma's, klik op
Hulpprogramma's en
dubbelklik op
Afdrukbeheer.) Klik
op de afdrukwachtrij.
Klik op Toon info in
het menu Printers.
Selecteer het menu
Installatiemogelijk-
heden.
Opmerking
Configuratie-
instellingen zijn
mogelijk niet
beschikbaar in de
Classic-omgeving.
NLWW Printersoftware 17
Besturingssysteem Instellingen wijzigen
voor alle directe
afdruktaken (totdat
de toepassing wordt
afgesloten)
Standaardinstellingen
voor afdruktaken
wijzigen
(Schakel
bijvoorbeeld
Afdrukken op beide
zijden standaard in.)
Configuratie-
instellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld
een fysieke optie,
zoals een lade, toe of
schakel een
stuurprogramma-
functie, zoals
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken toestaan,
in of uit.)
Macintosh OS X.3 Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's, klik in
het pop-upmenu
Instellingen op
Bewaar als en voer
een naam in voor de
standaardinstelling.
Deze instellingen
worden opgeslagen in
het menu
Instellingen. Als u de
nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen instelling
selecteren wanneer u
een programma opent
en wilt afdrukken.
Open Afdrukbeheer.
(Selecteer de vaste
schijf, klik op
Programma's, klik op
Hulpprogramma's en
dubbelklik op
Afdrukbeheer.) Klik
op de afdrukwachtrij.
Klik op Toon info in
het menu Printers.
Selecteer het menu
Installatiemogelijk-
heden.
Opmerking
Configuratie-
instellingen zijn
mogelijk niet
beschikbaar in de
Classic-omgeving.
Software voor Macintosh-computers
Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript Printer Description),
PDE's (Printer Dialog Extensions) en het HP LaserJet-hulpprogramma voor gebruik op
Macintosh-computers.
De geïntegreerde webserver kan worden gebruikt op Macintosh-computers als de printer is
aangesloten op een netwerk.
PPD's
Met PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-stuurprogramma's, kunt u de
printerfuncties gebruiken en kan de computer met de printer communiceren. Er is een
installatieprogramma voor de PPD's, PDE's en andere software beschikbaar op de cd-rom.
Gebruik het juiste PS-stuurprogramma dat bij het besturingssysteem is geleverd.
18 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
HP LaserJet-hulpprogramma
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om functies uit te voeren die niet beschikbaar zijn
in het stuurprogramma. Met de afbeeldingen is het selecteren van printerfuncties
eenvoudiger dan ooit. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma voor de volgende taken:
de naam van de printer opgeven, deze toewijzen aan een zone op het netwerk en
bestanden en lettertypen downloaden.
de printer configureren en instellen voor het afdrukken via IP (Internet Protocol).
Opmerking
Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt
wel ondersteund voor de Classic-omgeving.
De afdruksysteemsoftware installeren
De volgende gedeelten bevatten instructies voor het installeren van de
afdruksysteemsoftware.
De printer wordt geleverd met de afdruksysteemsoftware en printerstuurprogramma's op een
cd-rom. De afdruksysteemsoftware op de cd-rom moet worden geïnstalleerd om optimaal
gebruik te kunnen maken van de printerfuncties.
Als u geen toegang hebt tot een cd-rom-station, kunt u de afdruksysteemsoftware
downloaden van internet op http://www.hp.com/support/lj4650.
Opmerking
Voorbeeldmodelscripts voor netwerken met UNIX® (HP-UX®, Sun Solaris) en Linux kunnen
worden gedownload op http://www.hp.com/support.
U kunt de meest recente software gratis downloaden op http://www.hp.com/support/lj4650.
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse
verbindingen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de afdruksysteemsoftware voor Microsoft Windows
98, Windows ME, Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP kunt installeren.
Wanneer u de afdruksoftware installeert in een omgeving met rechtstreekse verbindingen,
moet u de software altijd installeren voordat u de parallelle kabel of USB-kabel aansluit. Zie
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten als u de
parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd.
Voor de directe verbinding kunt u een parallelle kabel of USB-kabel gebruiken. U kunt
parallelle kabels en USB-kabels echter niet tegelijk aansluiten. Gebruik een kabel die
voldoet aan IEEE 1284 of een standaard-USB-kabel van 2 meter.
Opmerking
NT 4.0 ondersteunt geen USB-kabelverbindingen.
NLWW Printersoftware 19
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
2. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, voert u de volgende procedure uit om het
venster te openen:
Kies Uitvoeren in het menu Start.
Typ het volgende: X:\setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is).
Klik op OK.
3. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op
het scherm.
4. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
5. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
6. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de
installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de
productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer
informatie.
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
De software op de printer-cd-rom ondersteunt netwerkinstallaties met een Microsoft-netwerk.
Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor netwerkinstallaties op andere
besturingssystemen.
De HP Jetdirect-printserver die wordt geleverd bij de HP LaserJet 4650n, HP LaserJet
4650dn of HP LaserJet 4650dtn, heeft een 10/100 Base-TX-netwerkpoort. Als u een HP
Jetdirect-printserver met een ander type netwerkpoort nodig hebt, raadpleegt u
Benodigdheden en accessoires of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650.
Het installatieprogramma biedt geen ondersteuning voor printerinstallaties of het maken van
printerobjecten op Novell-servers. Alleen netwerkinstallaties met directmodus tussen
Windows-computers en een printer worden ondersteund. Als u de printer wilt installeren en
objecten wilt maken op een Novell-server, kunt u een HP-hulpprogramma (zoals HP Web
Jetadmin of de wizard HP-netwerkprinter) installeren of een Novell-hulpprogramma (zoals
NWadmin) gebruiken.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Als u de software installeert op Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP, moet u
controleren of u over beheerdersrechten beschikt.
2. Controleer of de HP Jetdirect-printserver juist is geconfigureerd voor het netwerk door
een configuratiepagina af te drukken (zie
Pagina’s met printerinformatie). Zoek op de
tweede pagina het IP-adres van de printer op. Mogelijk hebt u dit adres nodig voor de
voltooiing van de netwerkinstallatie.
3. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
20 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
4. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, voert u de volgende procedure uit om het
venster te openen:
Kies Uitvoeren in het menu Start.
Typ het volgende: X:\setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is).
Klik op OK.
5. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op
het scherm.
6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
7. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer
informatie.
Een Windows-computer instellen voor gebruik van de netwerkprinter
via Windows-printerdeling
Als de printer rechtstreeks is aangesloten op een computer via een parallelle kabel, kunt u
de printer delen op het netwerk, zodat andere netwerkgebruikers de printer ook kunnen
gebruiken.
Raadpleeg de Windows-documentatie als u Windows-printerdeling wilt inschakelen.
Wanneer de printer is gedeeld, installeert u de printersoftware op alle computers waardoor
de printer wordt gedeeld.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Macintosh-afdruksysteemsoftware kunt
installeren. De afdruksysteemsoftware ondersteunt Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x
en Apple Mac OS versie 10.1 en later.
NLWW Printersoftware 21
De afdruksysteemsoftware bestaat uit de volgende onderdelen:
PPD-bestanden (PostScript® Printer Description)
Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerstuurprogramma's, kunt u
de printerfuncties gebruiken. Er is een installatieprogramma voor de PPD's en andere
software beschikbaar op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Gebruik het Apple
LaserWriter 8-printerstuurprogramma dat bij de computer is geleverd.
HP LaserJet-hulpprogramma
Met het HP LaserJet-hulpprogramma kunt u functies uitvoeren die niet beschikbaar zijn
in het printerstuurprogramma. Gebruik de afbeeldingen om de printerfuncties te
selecteren en voer de volgende taken uit voor de printer:
Geef de naam van de printer op.
Wijs de printer toe aan een zone op het netwerk.
Wijs een IP toe aan de printer.
Download de bestanden en lettertypen.
Configureer de printer en stel deze in voor het afdrukken via IP of AppleTalk.
Opmerking
Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt
wel ondersteund voor de Classic-omgeving.
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2
1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd.
Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom-
pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het
installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de
installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat
bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse
printersoftware.)
3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
4. Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters. Dit programma bevindt zich in
{opstartschijf}: Programma's: Hulpprogramma's.
5. Dubbelklik op Printer (AppleTalk).
6. Klik naast de AppleTalk-printerselectie op Wijzig.
7. Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan.
8. Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Opmerking
Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden
weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma.
22 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 10.1 en later
1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd.
Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom-
pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het
installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de
installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat
bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse
printersoftware.)
3. Dubbelklik op de map HP LaserJet Installers.
4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
5. Dubbelklik op het installatieprogrammapictogram voor de gewenste taal.
6. Dubbelklik op de vaste schijf van de computer op Programma's, Hulpprogramma's en
dubbelklik op Afdrukbeheer.
7. Klik op Voeg printer toe.
8. Selecteer het verbindingstype AppleTalk voor OS X 10.1 en selecteer het
verbindingstype Rendezvous voor OS X 10.2.
9. Selecteer de naam van de printer.
10. Klik op Voeg printer toe.
11. Sluit Afdrukbeheer door te klikken op de sluitknop in de linkerbovenhoek.
Opmerking
Macintosh-computers kunnen niet rechtstreeks op de printer worden aangesloten via een
parallelle poort.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse
verbindingen (USB)
Opmerking
Macintosh-computers ondersteunen geen verbindingen via de parallelle poort.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de afdruksysteemsoftware voor Mac OS 8.6 tot en met
9.2.x en Mac OS X en later kan worden geïnstalleerd.
Het Apple LaserWriter-stuurprogramma moet worden geïnstalleerd om de PPD-bestanden
te kunnen gebruiken. Gebruik het Apple LaserWriter 8-stuurprogramma dat bij de Macintosh-
computer is geleverd.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Sluit een USB-kabel aan op de USB-poort van de printer en de USB-poort van de
computer. Gebruik een standaard-USB-kabel van twee meter.
2. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
3. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station en voer het installatieprogramma uit.
Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch
wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom-pictogram op het bureaublad en
dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich
in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is).
4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
5. Start de computer opnieuw op.
NLWW Printersoftware 23
6. Voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2.x:
Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters vanuit HD/Programma's/
Hulpprogramma's.
Dubbelklik op Printer (USB).
Klik naast de Selectie USB-printer op Wijzig.
Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan.
Klik op het printerpictogram dat zojuist is gemaakt.
Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Voor Mac OS X: Start Afdrukbeheer via HD/Programma's/Hulpprogramma's/
Afdrukbeheer. Als de printer niet automatisch wordt geconfigureerd, gaat u als volgt te
werk:
Klik op Voeg printer toe.
Selecteer in de printerlijst USB als verbindingstype.
Selecteer de printer en klik in de linkerbenedenhoek op Voeg toe.
7. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer
informatie.
Opmerking
Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden
weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma.
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is
aangesloten
Als u al een parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten op een Windows-computer,
wordt het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden weergegeven wanneer u de
computer opstart.
De software installeren voor Windows 98 of Windows ME
1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Cd-rom-station doorzoeken.
2. Klik op Volgende.
3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
4. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer
informatie.
24 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
De software installeren voor Windows 2000 of Windows XP
1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Zoeken.
2. Schakel in het scherm Stuurprogrammabestanden zoeken het selectievakje Een
locatie opgeven in, schakel alle andere selectievakjes uit en klik op Volgende.
3. Typ de letter van de hoofdmap. Typ bijvoorbeeld X:\ (waarbij X:\ de letter is van de
hoofdmap van het cd-rom-station).
4. Klik op Volgende.
5. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
7. Selecteer een taal en volg de instructies op het computerscherm.
8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer
informatie.
De installatie van de software ongedaan maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de installatie van de afdruksysteemsoftware
ongedaan kunt maken.
Software verwijderen uit Windows-besturingssystemen
Gebruik de uninstaller in de programmagroep HP LaserJet 4650/Tools om een of alle
componenten van het Windows HP-afdruksysteem te selecteren en te verwijderen.
1. Klik op Start en kies Programma's.
2. Wijs HP LaserJet 4650 aan en klik op Tools.
3. Klik op Uninstaller.
4. Klik op Volgende.
5. Selecteer de componenten van het HP-afdruksysteem die u wilt verwijderen.
6. Klik op OK.
7. Volg de instructies op het computerscherm om het verwijderen van de componenten te
voltooien.
Software verwijderen uit Macintosh-besturingssystemen
Sleep de map HP LaserJet en de PPD's naar de prullenbak.
Software voor netwerken
Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor een overzicht
van verkrijgbare HP-software voor netwerkinstallatie en configuratie. Deze handleiding kunt
u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
NLWW Printersoftware 25
HP Web Jetadmin
Met HP Web Jetadmin kunt u printers die zijn verbonden met HP Jetdirect, binnen uw
intranet beheren met een browser. HP Web Jetadmin is een beheerhulpmiddel op basis van
browsertechnologie en moet alleen worden geïnstalleerd op één server voor netwerkbeheer.
Dit programma kan worden geïnstalleerd en uitgevoerd op de systemen Red Hat Linux,
Suse Linux, Windows NT 4.0 Server en Workstation, Windows 2000 Professional, Server en
Advanced Server en Windows XP Professional Service Pack 1.
Ga naar de on line HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de
meest recente versie van HP Web Jetadmin of een recente lijst met ondersteunde
hostsystemen.
Wanneer HP Web Jetadmin is geïnstalleerd op een hostserver, kan dit programma worden
geopend op alle clients via een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer
5.5 en 6.0 of Netscape Navigator 7.0).
HP Web Jetadmin bevat de volgende functies:
De taakgeoriënteerde gebruikersinterface biedt configureerbare weergaven, waardoor
netwerkbeheerders veel tijd kunnen besparen.
Met de aanpasbare gebruikersprofielen kunnen netwerkbeheerders ervoor zorgen dat
alleen de bekeken of gebruikte functie wordt opgenomen.
Onmiddellijke waarschuwingen per e-mail voor apparatuurdefecten, benodigdheden die
bijna op zijn en overige printerproblemen worden nu naar verschillende personen
verzonden.
Installatie-op-afstand en beheer-vanaf-waar-dan-ook met behulp van een standaard
webbrowser.
Geavanceerde auto-detectie zoekt naar randapparatuur in het netwerk zonder dat elke
printer handmatig in de database ingevoerd moet worden.
Eenvoudige integratie in beheertoepassingen voor de onderneming.
Snel zoeken naar randapparatuur gebaseerd op parameters, zoals het IP-adres, de
kleurcapaciteit of de naam van het model.
Eenvoudig organiseren van randapparatuur in logische groepen, met virtuele
kantoorplattegronden voor gemakkelijke navigatie.
Meerdere printers tegelijk beheren en configureren.
Ga naar http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente informatie over HP Web
Jetadmin.
UNIX
Het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX is een eenvoudig hulpprogramma
voor het installeren van printers op HP-UX- en Solaris-netwerken. U kunt deze software
downloaden via de on line HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/
net_printing.
Hulpprogramma's
De HP Color LaserJet 4650 series printer is voorzien van verschillende hulpprogramma's,
waarmee een netwerkprinter eenvoudig kan worden beheerd.
26 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Geïntegreerde webserver
Deze printer is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie
over de printer- en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin
webtoepassingen kunnen worden uitgevoerd op dezelfde manier als waarop een
besturingssysteem, zoals Windows, een omgeving biedt waarin programma's op de
computer kunnen worden uitgevoerd. De resultaten van deze toepassingen kunnen
vervolgens worden weergegeven door een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer of
Netscape Navigator.
Wanneer een webserver "geïntegreerd" is, wil dit zeggen dat deze zich op een
hardwareapparaat (zoals een printer) of in de firmware bevindt en niet uit software bestaat
die op een netwerkserver is geladen.
Het voordeel van een geïntegreerde webserver is dat deze een interface voor de printer
biedt die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk
aangesloten computer. Er is geen speciale software die geïnstalleerd en geconfigureerd
moet worden. Meer informatie over de geïntegreerde webserver van HP vindt u in de
Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers
van HP). Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
Functies
De geïntegreerde webserver van HP dient voor het bekijken van de status van de printer en
de netwerkkaart en voor het beheren van de afdrukfuncties via uw computer. U kunt met de
geïntegreerde webserver van HP het volgende doen:
informatie over de printerstatus bekijken
de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen
de configuratie van laden bekijken en wijzigen
de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen
interne pagina's bekijken en afdrukken
berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen
koppelingen naar andere websites maken en aanpassen
de taal selecteren waarin de pagina's van de geïntegreerde webserver moeten worden
weergegeven
de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
Zie
De geïntegreerde webserver gebruiken voor een volledig overzicht van de functies van
de geïntegreerde webserver.
hp werkset
De HP werkset is een toepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
de printerstatus controleren
informatie over het oplossen van problemen bekijken
on line documentatie bekijken
interne printerpagina's afdrukken
U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten
of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de
software volledig hebt geïnstalleerd.
NLWW Printersoftware 27
Overige componenten en hulpprogramma's
Voor gebruikers van Windows en Macintosh-computers en voor netwerkbeheerders zijn
diverse programma's beschikbaar. Een kort overzicht van deze programma's volgt hieronder.
Windows Macintosh OS
Netwerkbeheerder
Een programma voor het
automatisch installeren
van het afdruksysteem
On line webregistratie
HP werkset
PPD-bestanden
(PostScript Printer
Description) voor gebruik
met de Apple PostScript-
stuurprogramma's die
geleverd worden met het
besturingssysteem van de
Macintosh (Mac OS)
HP LaserJet-
hulpprogramma
(beschikbaar op internet):
een hulpprogramma voor
printerbeheer voor Mac
OS-gebruikers
HP werkset (voor Mac OS
X v10.2 en later)
HP Web Jetadmin: een op
browsertechnologie
gebaseerd hulpmiddel
voor systeembeheer. Ga
naar http://www.hp.com/go/
webjetadmin voor de
meest recente software
voor HP Web Jetadmin
HP Jetdirect Printer
Installer voor UNIX:
beschikbaar voor
downloaden van
http://www.hp.com /
support /net_printing
28 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Specificaties voor het afdrukmateriaal
Voor optimale resultaten gebruikt u fotokopieerpapier van 75 g/m
2
. Controleer of het papier
van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof,
kreukels, knikken, vouwen of omkrullende randen.
Ga naar http://www.hp.com/go/ljsupplies voor het bestellen van benodigdheden in de
Verenigde Staten.
Ga naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html voor het bestellen van benodigdheden in
de rest van de wereld.
Ga naar http://www.hp.com/go/accessories als u accessoires wilt bestellen.
Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide voor meer informatie over
ondersteunde gewichten en formaten van het afdrukmateriaal.
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal
Formaten van afdrukmateriaal voor lade 1
Lade 1 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Standaardformaat
papier/kaarten (Letter/
A4, Legal, Executive,
JIS B5, A5)
60 tot 200 g/m
2
100 vellen
(75 g/m
2
)
Minimumformaat
papier/kaarten
76,2 bij 127 mm
164 tot 200 g/m
2
100 vellen
(75 g/m
2
)
Maximumformaat
papier/kaarten
216 bij 356 mm
164 tot 200 g/m
2
100 vellen
(75 g/m
2
)
Standaardformaat
glanzend papier
(Letter/A4, Legal,
Executive, JIS B5, A5)
75 tot 105 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Minimumformaat
glanzend papier
76,2 bij 127 mm
75 tot 200 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Maximumformaat
glanzend papier
216 bij 356 mm
75 tot 200 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Zwaarglanzend papier 216 bij 356 mm
106 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Standaardformaat
transparanten (Letter/
A4)
0,13 tot 0,13 mm dik 60 vellen
Standaardformaat HP
Tough-papier (Letter/
A4, Legal, Executive,
JIS B5, A5)
0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Minimumformaat HP
Tough-papier
76,2 bij 127 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal 29
Lade 1 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Maximumformaat HP
Tough-papier
216 bij 356 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Minimumformaat HP
hoogglanzend
laserpapier
216 bij 279 mm
120 tot 120 g/m
2
200 vellen
Maximumformaat HP
hoogglanzend
laserpapier
279 bij 432 mm
120 tot 120 g/m
2
200 vellen
Envelop (Com 10,
Monarch, C5, DL, B5)
105 tot 105 g/m
2
20 enveloppen
Standaardformaat
etiketten (Letter/A4,
Legal, Executive, JIS
B5, A5)
60 tot 163 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Minimumformaat
etiketten
76,2 bij 127 mm
60 tot 163 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Maximumformaat
etiketten
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Formaten voor afdrukmateriaal voor lade 2 en de optionele lade 3 en 4
1
Lade 2, optionele
lade 3 en lade 4
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Standaardformaat
brieven (Letter/A4,
Legal, Executive, JIS
B5, A5)
60 tot 105 g/m
2
500 vellen
(75 g/m
2
)
Minimumformaat papier 148 bij 210 mm
60 tot 105 g/m
2
500 vellen
(75 g/m
2
)
Maximumformaat
papier
216 bij 356 mm
60 tot 105 g/m
2
500 vellen
(75 g/m
2
)
Standaardformaat
glanzend papier
(Letter/A4, Legal,
Executive, JIS B5, A5)
75 tot 120 g/m
2
200 vellen
Minimumformaat
glanzend papier
182 bij 210 mm
75 tot 120 g/m
2
200 vellen
Maximumformaat
glanzend papier
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
2
200 vellen
Standaardformaat
etiketten (Letter/A4,
Legal, Executive, JIS
B5, A5)
60 tot 105 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
Minimumformaat
etiketten
182 bij 210 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
Formaten van afdrukmateriaal voor lade 1 (vervolg)
30 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Lade 2, optionele
lade 3 en lade 4
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Maximumformaat
etiketten
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
Transparanten (Letter,
A4)
0,13 tot 0,13 mm dik 100 vellen
(0,13 mm dik)
Standaardformaat HP
Tough-papier (Letter/
A4, Legal, Executive,
JIS B5, A5)
0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Minimumformaat HP
Tough-papier
76,2 bij 127 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale
stapelhoogte: 10 mm
1
Voor laden 2, 3 en 4 wordt, met name voor B5 ISO, een aangepast formaat gebruikt. U
kunt in lade 2, 3 en 4 niet dezelfde aangepaste formaten gebruiken als in lade 1.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Standaardformaat
afdrukmateriaal (A4/
Letter, Legal,
Executive, JIS B5)
60 tot 105 g/m
2
200 vellen
Formaten voor afdrukmateriaal voor lade 2 en de optionele lade 3 en 4
1
(vervolg)
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal 31
32 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Bedieningspaneel
Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel van de printer, waaronder de
printerfuncties en gegevens over de printer en de afdruktaken. De volgende onderwerpen
komen aan bod:
Inleiding
Knoppen op het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
Menu's van het bedieningspaneel
Menuoverzicht
Menu Taak ophalen
Menu Informatie
Menu Papierverwerking
Menu Apparaat configureren
Menu Diagnostiek
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
NLWW 33
Inleiding
Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft informatie
weer over de printer en over afdruktaken. Het display biedt grafische informatie over de
printer en de status van de printerbenodigdheden zodat u gemakkelijker problemen kunt
opsporen en oplossen.
Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel
1 M
ENU
(knop)
2 S
TOP
(knop)
3 K
LAAR
(lampje)
4 G
EGEVENS
(lampje)
5 A
TTENTIE
(lampje)
6
H
ELP
( ) (knop)
7 T
ERUG
/S
LUITEN
( ) (knop)
8 O
MLAAG
( ) (knop)
9 S
ELECTEREN
( ) (knop)
10 O
MHOOG
( ) (knop)
11 Display
De printer biedt informatie via het display en de lampjes links onder het bedieningspaneel.
De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de staat van
de printer en waarschuwen u voor afdrukproblemen. Het display biedt verdere
statusinformatie samen met menu's, Help-informatie, animaties en foutberichten.
Display
Het display van de printer biedt prompt volledige informatie over de printer en de
afdruktaken. Het niveau van de printerbenodigdheden, locaties van eventuele
papierstoringen en de status van de afdruktaken worden aan de hand van symbolen en
afbeeldingen weergegeven. De menu's bieden toegang tot de printerfuncties en tot
gedetailleerde informatie.
34 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Het hoofdscherm van het display heeft drie gebieden:
Display van de printer
1 Berichtengebied
2 Berichtengebied
3 Promptgebied
Display van de printer
1 Berichtengebied
2 Meter voor de benodigdheden
3 De kleur van de printcartridges van links naar rechts: zwart, magenta, geel en cyaan
Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u
weten hoe u verder moet handelen.
De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de printcardridges (zwart, magenta,
geel en cyaan). Wanneer het inktniveau niet bekend is, wordt in plaats van het niveau een
vraagteken (?) weergegeven. Dit voorkomen als:
cartridges ontbreken;
cartridges onjuist zijn geplaatst;
cartridges fouten bevatten;
cartridges van een ander merk dan HP zijn geplaatst.
De meter voor benodigdheden wordt weergegeven wanneer op de printer de status Gereed
wordt weergegeven zonder waarschuwingen. De meter wordt ook weergegeven wanneer er
een waarschuwing of foutbericht over een printcartridge of meerdere benodigdheden wordt
weergegeven.
Toegang tot het bedieningspaneel via een computer
U hebt ook toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer wanneer u de
instellingspagina van de geïntegreerde webserver gebruikt.
NLWW Inleiding 35
De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Verder kunt u via de computer een aantal functies van het bedieningspaneel uitvoeren,
zoals het controleren van de printerbenodigdheden, bekijken van berichten en het
veranderen van de configuratie van de laden. Zie
De geïntegreerde webserver gebruiken
voor meer informatie.
36 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Knoppen op het bedieningspaneel
U kunt de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken om printerfuncties uit te voeren of
om de menu's en berichten in het display te doorlopen.
Knop Functie
S
ELECTEREN
Hiermee kunt u selecteren en het afdrukken
hervatten nadat een storing is opgelost.
P
IJL
OMHOOG
P
IJL
OMLAAG
Hiermee doorloopt u de menu's en tekst en
wijzigt u de numerieke opties in het display.
T
ERUG
/
SLUITEN
Hiermee gaat u terug in de menu's of beëindigt u
het menu of de Help.
M
ENU
Opent en sluit de menu's.
S
TOP
Hiermee onderbreekt u de huidige taak en geeft
u opties voor het doorgaan met afdrukken of het
annuleren van de huidige taak.
H
ELP
Biedt geanimeerde afbeeldingen en
gedetailleerde informatie over printerberichten of
menu's.
NLWW Knoppen op het bedieningspaneel 37
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
Lampjes op het bedieningspaneel
1 K
LAAR
2 G
EGEVENS
3 A
TTENTIE
Lampje Aan Uit Knippert
K
LAAR
(groen)
Printer is on line (klaar
om gegevens te
ontvangen en af te
drukken)
Printer is off line of is
uitgeschakeld.
Printer probeert het
afdrukken te
beëindigen en off line
te gaan.
G
EGEVENS
(groen)
Er zijn verwerkte
gegevens in de printer
aanwezig, maar er zijn
nog meer gegevens
nodig om de
afdruktaak te kunnen
voltooien.
Printer kan geen
gegevens verwerken
of ontvangen.
Printer verwerkt of
ontvangt gegevens.
A
TTENTIE
(geel)
Er heeft zich een
kritieke fout
voorgedaan. De
printer heeft aandacht
nodig.
Er zijn geen
omstandigheden meer
aanwezig die
aandacht vragen.
Er heeft zich een fout
voorgedaan. De
printer heeft aandacht
nodig.
38 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menu's van het bedieningspaneel
U kunt de meeste gangbare afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het
stuurprogramma of de software van de printer. Dit is de eenvoudigste manier om de printer
te bedienen. Op deze manier worden de instellingen van het bedieningspaneel genegeerd.
Zie de bijbehorende Help-bestanden van de software of raadpleeg
Printersoftware voor
meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma.
U kunt de printer eveneens bedienen door de instellingen in het bedieningspaneel van de
printer te wijzigen. Via het bedieningspaneel kunt u toegang krijgen tot printerfuncties die
niet worden ondersteund door het stuurprogramma en de software. U gebruikt het
bedieningspaneel voor het configureren van de laden voor bepaalde soorten afdrukmateriaal
en formaten.
Om te beginnen...
Ga naar de menu's en activeer de gewenste selectie door op M
ENU
te drukken.
Gebruik de pijl Omhoog en Omlaag (
) om de menu's te doorlopen. Naast het
doorlopen van de menu's kunt u de pijl Omhoog en Omlaag gebruiken om de numerieke
waarden te wijzigen. Houd de pijl Omhoog of Omlaag ingedrukt om de opties sneller te
doorlopen.
Met de knop Terug ( ) kunt u terugspringen in de menuopties en numerieke waarden
selecteren tijdens het configureren van de printer.
U kunt alle menu's afsluiten door op M
ENU
te drukken.
Als er gedurende 60 seconden geen toets wordt ingedrukt, verspringt de printer naar de
status Gereed.
Als er naast een menuoptie een vergrendelingssymbool wordt weergegeven, wil dit
zeggen dat er voor de betreffende optie een PIN-code nodig is. Over het algemeen is
deze code verkrijgbaar bij de netwerkbeheerder.
NLWW Menu's van het bedieningspaneel 39
Menuoverzicht
In de volgende tabellen vindt u een overzicht van ieder menu.
Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan
Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
Druk op
of om naar het overzicht te gaan.
Druk op
om de gewenste optie te selecteren.
MENU'S TAAK OPHALEN
Informatie
PAPIERVERWERKING
Apparaat configureren
DIAGNOSTIEK
SERVICE
Menu Taak ophalen
Zie Menu Taak ophalen voor meer informatie.
TAAK OPHALEN OVERZICHT VAN OPGESLAGEN TAKEN
AFDRUKKEN
Er verschijnt een lijst met opgeslagen taken
GEEN OPGESL. TAKEN
Menu Informatie
Zie Menu Informatie voor meer informatie.
40 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Informatie MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
CONFIGURATIE AFDRUKKEN
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.
STAT. BENODIGDHDN
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN
DEMO AFDRUKKEN
RGB-MONSTERS AFDRUKKEN
CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN
PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK.
PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK.
Menu Papierverwerking
Zie Menu Papierverwerking voor meer informatie.
PAPIERVERWERKING LADE 1 FORMAAT
LADE 1 TYPE
Lade <N> Formaat
N = 2, 3 of 4
Lade <N> Type
N = 2, 3 of 4
Menu Apparaat configureren
Zie Menu Apparaat configureren en Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel
wijzigen voor meer informatie.
Apparaat configureren AFDRUKKEN AANTAL
Standaard papierformaat:
STAND. AANGEPAST
PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG
DUPLEX BINDEN
A4/LETTER VERVANGEN
HANDMATIG INVOEREN
LETTERTYPE COURIER
BREDE A4
PS-FOUTEN AFDRUKKEN
PCL
NLWW Menuoverzicht 41
AFDRUKKWALITEIT KLEUR AANPASSEN
KALIBRATIE INSTELLEN
AFDRUKMODI
OPTIMALISEREN
NU SNEL KALIBREREN
NU VOLLEDIG KALIBREREN
KLEUR RET
SYSTEEM- INSTELLINGEN MAX. AANTAL
OPGESLAGEN TAKEN
TIME-OUT TAAKOPSLAG
ADRES WEERGEVEN
OPTIMALE SNELHEID/
KOSTEN
GEDRAG VAN LADE
POWERSAVE-TIJD
PERSONALITY
VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN
AUTOM. DOORGAAN
BENDIGDH. BIJNA OP
KLEURBENODIGDH. OP
HERSTEL PAPIERSTORING
RAMDISK
Taal
I/O I/O TIME-OUT
PARALLELLE INVOER
EIO X JETDIRECT
(waarbij X= 1, 2 of 3.)
HERSTEL FABRIEKSINST.
HERSTELLEN
POWERSAVE
RESET BENODIGDHDN
Menu diagnostiek
Zie Menu Diagnostiek voor meer informatie.
42 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
DIAGNOSTIEK GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN
GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN
PQ PROBLEEMOPLOSSING
CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN
SENSOREN PAPIERBAAN
PAPIERBAANTEST
HANDMATIGE SENSORTEST
ONDERDELENTEST
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN
NLWW Menuoverzicht 43
Menu Taak ophalen
Het menu Taak ophalen geeft u een overzicht van alle opgeslagen afdruktaken.
Menuoptie Omschrijving
OVERZICHT VAN OPGESLAGEN TAKEN AFDRUKKEN Er wordt een pagina afgedrukt
met alle taken die op de printer
zijn opgeslagen.
Er wordt een lijst weergegeven met de opgeslagen taken voor
elke gebruiker.
Elke persoon die taken heeft
opgeslagen op de printer wordt
weergegeven. Het getal tussen
haakjes geeft aan hoeveel
taken de desbetreffende
persoon heeft opgeslagen.
GEEN OPGESL. TAKEN Als er geen taken opgeslagen
zijn, wordt in plaats van de lijst
dit bericht weergegeven.
44 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menu Informatie
U kunt het menu Informatie gebruiken voor toegang tot bepaalde printerinformatie en het
afdrukken ervan.
Menuoptie Omschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
Drukt een overzicht af van het menu van het
bedieningspaneel waarop u de lay-out en de
instelling van de diverse opties van het menu
van het bedieningspaneel kunt zien. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
CONFIGURATIE AFDRUKKEN Hiermee drukt u de configuratiepagina van de
printer af.
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. Maakt een afdruk van de resterende levensduur
van de benodigdheden en rapporteert gegevens
over het totaal aantal afgedrukte pagina's en de
verwerkte taken, de vervaardigingsdatum van de
printcartridges, het serienummer, het aantal
afgedrukte pagina's en onderhoudsinformatie.
STAT. BENODIGDHDN
Toont de status van de benodigdheden in een
lijst.
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN
Maakt een afdruk van alle papierformaten die
door de printer gevoerd zijn; toont of de
afdrukken enkelzijdig, dubbelzijdig, zwart-wit of
in kleur waren en rapporteert het aantal pagina's.
DEMO AFDRUKKEN Drukt een voorbeeldpagina af.
RGB-MONSTERS AFDRUKKEN Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende
RGB-waarden. De voorbeelden dienen als
richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color
LaserJet 4650.
CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende
CMYK-waarden. De voorbeelden dienen als
richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color
LaserJet 4650.
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN Maakt een afdruk van de naam en de directory
van de bestanden die op de vaste schijf in de
printer zijn opgeslagen.
PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PCL-
lettertypen.
PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PS-
lettertypen (PostScript-emulatie).
NLWW Menu Informatie 45
Menu Papierverwerking
Via het menu Papierverwerking kunt u de invoerladen configureren volgens soort en formaat
afdrukmateriaal. Het is belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren
alvorens u voor het eerst afdrukt.
Opmerking
Als u andere HP LaserJet-printermodellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1
te configureren in de Eerste modus of de Cartridgemodus. Op printers van de HP Color
LaserJet 4650 series is het instellen van het formaat en soort voor lade 1 op ELK FORM
gelijk aan Eerste modus. Het configureren van het formaat of soort voor lade 1 op een
andere instelling dan ELK FORM is gelijk aan Cartridgemodus.
Menuoptie
Waarde Omschrijving
LADE 1 FORMAAT Een lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
Dient voor het configureren van
het formaat afdrukmateriaal
voor lade 1. De
standaardinstelling is ELK
FORMAAT. Zie
Ondersteunde
formaten en gewichten
afdrukmateriaal voor een
volledig overzicht van de
beschikbare formaten.
LADE 1 TYPE Er wordt een lijst met de
beschikbare typen
weergegeven.
Dient voor het configureren van
het soort afdrukmateriaal voor
lade 1. De standaardinstelling
is ELK SOORT. Zie
Ondersteunde formaten en
gewichten afdrukmateriaal voor
een volledig overzicht van de
beschikbare soorten.
Lade <N> Formaat
N = 2, 3 of 4
Een lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
Dient voor het configureren van
het formaat afdrukmateriaal
voor lade 2, lade 3 of lade 4.
De standaardinstelling is het
formaat dat wordt gedetecteerd
door de ladegeleiders. Als u
een speciaal formaat wilt
gebruiken, verplaatst u de
schakelaar in de lade naar
SPECIAAL. Zie
Ondersteunde
formaten en gewichten
afdrukmateriaal voor een
volledig overzicht van de
beschikbare formaten.
Lade <N> Type
N = 2, 3 of 4
Er wordt een lijst met de
beschikbare typen
weergegeven.
Dient voor het configureren van
het soort afdrukmateriaal voor
lade 2, lade 3 of lade 4. De
standaardinstelling is
GEWOON. Zie
Ondersteunde
formaten en gewichten
afdrukmateriaal voor een
volledig overzicht van de
beschikbare soorten.
46 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menu Apparaat configureren
Met behulp van het menu voor het configureren van het apparaat kunt u de standaard
afdrukinstellingen wijzigen, de afdrukkwaliteit aanpassen, de configuratie van het systeem
en de I/O-opties wijzigen en de standaard instellingen van de printer opnieuw instellen.
Afdrukmenu
Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen.
Voor de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de
instellingen in dit menu tenietgedaan. Dit menu kan tevens worden gebruikt voor het
instellen van het standaard soort en formaat afdrukmateriaal.
Menuoptie Waarden Omschrijving
AANTAL 1-32000 Dient voor instelling van het
standaard aantal exemplaren.
Het standaardaantal is 1.
Standaard papierformaat: Een lijst van de
beschikbare formaten
wordt weergegeven.
Dient voor instelling van het
standaard formaat van het
afdrukmateriaal.
STAND. AANGEPAST
PAPIERFORMAAT
MAATEENHEID
X-GROOTTE
Y-GROOTTE
Dient voor instelling van de
standaard afmetingen voor
taken zonder formaat.
DUBBELZIJDIG UIT
AAN
Dient voor in- en uitschakelen
van de functie voor het
dubbelzijdig afdrukken voor
printers met de betreffende
functie. De standaardwaarde is
UIT.
DUPLEX BINDEN LANGE RAND
KORTE RAND
Dit item wordt alleen
weergegeven als de printer is
voorzien van een
duplexmodule en als
DUBBELZIJDIG is ingesteld
op AAN. Hiermee kunt u de
rand van het papier kiezen dat
wordt gebruikt voor het binden
van dubbelzijdige afdruktaken.
A4/LETTER VERVANGEN NEE
JA
Dient voor het afdrukken van
een A4-taak op papier van
Letter-formaat als er geen A4-
papier in de printer is. De
standaardwaarde is NEE.
HANDMATIG INVOEREN UIT
AAN
Dient voor het handmatig
invoeren van afdrukmateriaal.
De standaardwaarde is UIT.
NLWW Menu Apparaat configureren 47
Menuoptie Waarden Omschrijving
LETTERTYPE COURIER NORMAAL
DONKER
Dient voor het selecteren van
een van de beschikbare
versies van het lettertype
Courier. De standaardwaarde
is NORMAAL.
BREDE A4 NEE
JA
Dient voor het veranderen van
het afdrukgebied van het A4-
formaat zodat 80 tekens met
een corpsgrootte van 10 op
een enkele regel passen. De
standaardwaarde is NEE.
PS-FOUTEN AFDRUKKEN UIT
AAN
Dient voor het in- of
uitschakelen van pagina's met
PS-fouten. De
standaardwaarde is UIT.
PDF-FOUTEN AFDRUKKEN UIT
AAN
Dient voor het in- of
uitschakelen van pagina's met
PDF-fouten. De
standaardwaarde is UIT.
PCL PAGINALENGTE
AFDRUKSTAND
LETTERTYPEBRON
GROOTTE
LETTERTYPE
PITCH LETTERTYPE
SYMBOLENSET
CR AAN LF
TOEVOEGEN
BLANCO PAGINA'S
ONDERDRUKKEN
Dient voor het configureren
van de instellingen voor de
printertaal.
Afdrukkwaliteitmenu
Dit menu dient voor het aanpassen van alle aspecten van de afdrukkwaliteit, waaronder
instellingen voor de kalibratie, registratie en de kleurhalftonen.
Menuoptie Waarden Omschrijving
KLEUR AANPASSEN LICHTE DELEN
HALFTONEN
DONKERE DELEN
STANDAARDWAARDEN
HERSTELLEN
Dient voor het aanpassen van
de halftooninstellingen voor
iedere kleur apart. De
standaardwaarde voor elke
kleur is 0.
48 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
KALIBRATIE INSTELLEN TESTPAGINA AFDRUKKEN
Bron
LADE 1
LADE 2
LADE 3
LADE 4
Dient voor het uitlijnen van de
afbeelding voor enkelzijdig en
dubbelzijdig afdrukken. De
standaardwaarde voor de Bron
is LADE 2. De
standaardwaarde voor de
subitems LADE 1, LADE 2,
LADE 3 en LADE 4 is 0.
AFDRUKMODI Er wordt een lijst met de
beschikbare modi weergegeven.
Dient voor het associëren van
een bepaalde soort
afdrukmateriaal met een
specifieke afdrukmodus.
OPTIMALISEREN ACHTERGR. VERKL.
OVERDRACHT
OPTIMALISATIE OPNIEUW
INSTELLEN
Hiermee kunt u bepaalde
parameters optimaliseren voor
alle taken in plaats van
optimaliseren voor bepaalde
papiersoorten. De
standaardwaarde voor elke
optie is UIT.
NU SNEL KALIBREREN Hiermee worden gedeeltelijke
printerkalibraties uitgevoerd.
Zie
De printer kalibreren voor
meer informatie.
NU VOLLEDIG KALIBREREN Hiermee worden alle
printerkalibraties uitgevoerd.
Zie
De printer kalibreren voor
meer informatie.
KLEUR RET UIT
AAN
Met de menuoptie KLEUR RET
kan de gebruiker de instelling
RET (Resolution Enhancement
Technology) van een
kleurenprinter in- of
uitschakelen. De
standaardwaarde is AAN.
Menu Systeeminstellingen
Het menu voor de systeeminstelling dient voor het aanbrengen van verandering in de
standaard instellingen voor de algemene printerconfiguratie, zoals de PowerSave-tijd, de
printerpersonality (printertaal) en het herstel na een storing.
Zie
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie.
Menuoptie Waarden Omschrijving
MAX. AANTAL OPGESLAGEN
TAKEN
1-100 Dient voor het instellen van het
maximaal aantal taken dat op de
vaste schijf van de printer opgeslagen
kan worden. De standaardwaarde is
32.
NLWW Menu Apparaat configureren 49
Menuoptie Waarden Omschrijving
TIME-OUT TAAKOPSLAG UIT
1 UUR
4 UUR
1 DAG
1 WEEK
Dient voor instelling van de
tijdperiode dat bestanden in de
taakopslag worden bewaard alvorens
ze uit de wachtrij worden verwijderd.
De standaardwaarde is UIT.
ADRES WEERGEVEN AUTO
UIT
Met dit item wordt bepaald of het IP-
adres van de printer op het display
wordt weergegeven met het bericht
Gereed. Als er meer dan één EIO-
kaart is geïnstalleerd, wordt het IP-
adres van de kaart in de eerste sleuf
weergegeven. De standaardwaarde
is UIT.
OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN AUTO
MEESTAL
KLEURENPAG
MEESTAL
ZWARTE PAG
Deze menuoptie bepaalt hoe de
printer overschakelt van afdrukken in
kleur naar monochroom (zwart-wit)
afdrukken zodat maximale prestaties
en een maximale gebruiksduur van
de printcartridges worden verkregen.
Met AUTO worden de
standaardinstellingen van de printer
hersteld. De standaardwaarde is
AUTO.
Selecteer MEESTAL KLEURENPAG
als u bijna al uw taken afdrukt in kleur
met een hoge paginadekking.
Selecteer MEESTAL ZWARTE PAG
als u meestal monochrome taken of
een combinatie van kleurentaken en
monochrome taken afdrukt.
50 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
GEDRAG VAN LADE GEBRUIK
GEWENSTE LADE
PROMPT
HANDINVOER
PS OF
AFDRUKMATERI
AAL
Dient voor het opgeven van
instellingen voor de ladeselectie. (Met
deze instelling kunt u de laden zo
configureren dat deze hetzelfde
werken als laden in een aantal
eerdere HP-printers en kunt u de
instellingen voor het dubbelzijdig
afdrukken op voorbedrukt papier
configureren.)
De standaardwaarde voor GEBRUIK
GEWENSTE LADE is EXCLUSIEF.
De standaardwaarde voor PROMPT
HANDINVOER is ALTIJD.
PS OF AFDRUKMATERIAAL
bepaalt hoe papier wordt verwerkt
wanneer u afdrukt vanuit een Adobe
PS-printerstuurprogramma. Bij
INGESCHAKELD wordt de
papierverwerking van HP gebruikt. Bij
Niet mogelijk wordt de
papierverwerking van Adobe PS
gebruikt. De standaardwaarde is
INGESCHAKELD.
Zie
Configuratie-instellingen van het
bedieningspaneel wijzigen voor meer
informatie.
POWERSAVE-TIJD 1 MINUUT
15 MINUTEN
30 MINUTEN
60 MINUTEN
90 MINUTEN
2 UUR
4 UUR
Vermindert het energieverbruik
wanneer de printer inactief is geweest
gedurende de periode die is
opgegeven voor dit item. De
standaardwaarde is 30 MINUTEN.
PERSONALITY AUTO
PDF
PCL
PS
MIME
Dient voor het instellen van de
standaardpersonality op PCL, PDF of
PostScript-emulatie of op
automatisch schakelen. De
standaardwaarde is AUTO.
VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN
AAN
TAAK
Dient voor instelling van het al dan
niet wissen van waarschuwingen op
het bedieningspaneel of wanneer een
volgende taak verzonden wordt. De
standaardwaarde is TAAK.
AUTOM. DOORGAAN UIT
AAN
Bepaalt wat de printer doet wanneer
er een fout optreedt waarna
automatisch doorgaan mogelijk is. De
standaardwaarde is AAN.
NLWW Menu Apparaat configureren 51
Menuoptie Waarden Omschrijving
BENDIGDH. BIJNA OP STOP
VERDER
Dient voor instelling van de opties die
gevolgd kunnen worden wanneer de
benodigdheden bijna op zijn. De
standaardwaarde is VERDER.
KLEURBENODIGDH. OP AUTO DOORG.
ZWART
STOP
Stelt het printergedrag voor
KLEURBENODIGDH. OP in.
Wanneer een kleurencartridge leeg is
en de printer is ingesteld op AUTO
DOORG. ZWART, wordt er verder
afgedrukt met alleen zwarte toner.
HERSTEL PAPIERSTORING AUTO
UIT
AAN
Bepaalt of de printer na een
papierstoring zal proberen om
overgeslagen pagina's opnieuw af te
drukken. De standaardwaarde is
AUTO.
RAMDISK AUTO
UIT
Dient voor het opgeven van de
configuratie van de RAM-schijf.
Wanneer deze is ingesteld op AUTO,
wordt de optimale grootte van de
RAM-schijf bepaald op basis van de
hoeveelheid beschikbaar geheugen.
De standaardwaarde is AUTO. Dit
bericht wordt weergegeven op
modellen waarin een vaste schijf is
geïnstalleerd.
Taal Een lijst van de
beschikbare talen
wordt
weergegeven.
Dient voor instelling van de
standaardtaal.
Menu I/O
Met dit menu kunt u de I/O-opties van de printer configureren.
Zie
Netwerkconfiguratie.
Menuoptie Waarden Omschrijving
I/O TIME-OUT 15 SECONDEN
Ber.:5 - 300
Druk daarna op
Dient voor het selecteren van
de I/O-time-out in seconden.
52 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
PARALLELLE INVOER HOGE SNELHEID
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Dient voor het selecteren van
de snelheid waarmee de
parallelle poort communiceert
met de host en voor het in- en
uitschakelen van de
bidirectionele parallelle
communicatie.
De standaardwaarde voor
HOGE SNELHEID is JA. De
standaardwaarde voor
GEAVANCEERDE FUNCTIES
is AAN.
EIO X
(waarbij X= 1, 2 of 3.)
De waarden kunnen variëren.
Mogelijke waarden zijn:
NOVELL
DLC/LLC
IPX/SPX
TCP/IP
APPLETALK
Dient voor het configureren van
de EIO-apparaten die in sleuf
1, 2 of 3 zijn geïnstalleerd.
Menu Reset
Het menu Reset dient voor het herstellen van de fabrieksinstellingen, het in- en uitschakelen
van de PowerSave-functie en het bijwerken van de printer na installatie van nieuwe
printerbenodigdheden.
Menuoptie Waarden Omschrijving
FABRIEKSINST.
HERSTELLEN
Geen. Dient voor het wissen van de
paginabuffer, verwijderen van
alle veranderbare
personalitygegevens, het
activeren van de herstelfunctie
voor de afdrukomgeving en het
herstellen van alle
fabriekswaarden.
POWERSAVE UIT
AAN
Dient voor het in- en
uitschakelen van de
PowerSave-functie. De
standaardwaarde is AAN.
RESET BENODIGDHDN NWE. TRANSFERKIT
NIEUWE FUSERKIT
Hiermee geeft aan de printer
door dat er een nieuwe
transferkit of fuserkit is
geïnstalleerd.
NLWW Menu Apparaat configureren 53
Menu Diagnostiek
Met behulp van het menu Diagnostiek kunt u tests uitvoeren voor het vaststellen en
oplossen van problemen met de printer.
Menuoptie Omschrijving
GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN Met deze optie kunt u een lijst
afdrukken van de laatste 50
vermeldingen in het
afdruklogboek, te beginnen met
het meest recente bericht.
GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN Deze optie toont de laatste 50
gebeurtenissen van het
bedieningspaneel, te beginnen
met de meest recente
gebeurtenis.
CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN Met deze optie kunt u een
printcartridge verwijderen om te
bepalen welke printcartridge de
oorzaak van het probleem is.
Papierbaan HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item wordt een test
uitgevoerd op alle sensoren om
te bepalen of deze correct
functioneren en wordt de status
van elke sensor weergegeven.
PAPIERBAANTEST Deze optie komt van pas voor
het testen van de functies voor
de papierverwerking zoals de
configuratie van de laden.
HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item wordt een test
uitgevoerd om te bepalen of de
papierbaansensoren correct
functioneren.
ONDERDELENTEST Met deze optie kunt u aparte
onderdelen onafhankelijk
activeren om geluiden,
lekkages en andere problemen
te isoleren.
54 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Omschrijving
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN Met dit item worden problemen
met de afdrukkwaliteit
nauwkeuriger geïsoleerd door
de printer tijdens het afdrukken
te onderbreken. Als u de printer
midden in de afdrukcyclus
uitschakelt, kunt u controleren
waar de afdrukkwaliteit van
afbeelding begint te
verslechteren. Als u de printer
tijdens het afdrukken
onderbreekt, heeft dit wellicht
een papierstoring tot gevolg die
handmatig moet worden
opgelost. Een
servicemedewerker moet deze
test uitvoeren.
KLEURBANDTEST
(Voor HP Color LaserJet 4650 modellen)
Gebruik deze optie om een
kleurbandtestpagina af te
drukken die wordt gebruikt om
piekspanning in de
hoogspanningsvoeding op te
sporen.
NLWW Menu Diagnostiek 55
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
Met behulp van het bedieningspaneel van de printer kunt u de standaardinstellingen van de
printerconfiguratie wijzigen, zoals het formaat en het soort afdrukmateriaal van een lade, de
tijd voor de PowerSave-functie, de personality van de printer (de printertaal) en de methode
van storingsherstel.
U hebt tevens toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer als u de
instellingspagina van de geïntegreerde webserver gebruikt. De computer toont dezelfde
informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer informatie.
VOORZICHTIG
De configuratie-instellingen hoeven maar zelden te worden gewijzigd. Hewlett-Packard raadt
u aan de configuratie-instellingen uitsluitend door de systeembeheerder te laten wijzigen.
Taakopslaglimiet
Deze optie dient voor het instellen van het maximaal aantal taken dat op de vaste schijf van
de printer opgeslagen kan worden. Het maximaal toegestane aantal is 100 en de standaard
instelling is 32.
Ga als volgt te werk om de limiet voor het aantal opgeslagen taken in te
stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN te selecteren.
7. Druk op
of om de waarde te wijzigen.
8. Druk op
om de waarde op te slaan.
9. Druk op M
ENU
.
Time-out taak vasthouden
Deze optie dient voor instelling van de periode dat bestanden in de taakopslag worden
bewaard alvorens ze uit de wachtrij worden verwijderd. De standaardinstelling voor deze
optie is UIT. De andere beschikbare instellingen zijn 1 UUR, 4 UUR, 1 DAG en 1 WEEK.
56 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Ga als volgt te werk om de functie Time-out taak vasthouden in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om TIME-OUT TAAKOPSLAG te markeren.
7. Druk op
om TIME-OUT TAAKOPSLAG te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste tijd te selecteren.
9. Druk op
om de tijd in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
Adres weergeven
Met dit item wordt bepaald of het IP-adres van de printer op het display wordt weergegeven
met het bericht Gereed. Als er meer dan één EIO-kaart is geïnstalleerd, wordt het IP-adres
van de kaart in de eerste sleuf weergegeven.
Het IP-adres weergeven
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om ADRES WEERGEVEN te markeren.
7. Druk op
om ADRES WEERGEVEN te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste optie te selecteren.
9. Druk op
om de optie te selecteren.
10. Druk op M
ENU
.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 57
Kleur/zwart
Met dit item kunt u de printerinstellingen configureren om de prestaties van de printer en
cartridges te optimaliseren voor de afdrukomgeving. Als de printer voornamelijk wordt
gebruikt voor afdrukken in zwart (meer dan tweederde van de pagina's is zwart), wijzigt u de
instellingen in MEESTAL ZWARTE PAG. Als de printer voornamelijk wordt gebruikt voor
afdrukken in kleur, wijzigt u de printerinstellingen in MEESTAL KLEURENPAG. Als de
printer wordt gebruikt voor het afdrukken in kleur en zwart, wordt u aangeraden de
standaardinstelling AUTO te gebruiken. Als u het percentage kleurenpagina's wilt bepalen,
drukt u een configuratiepagina af. Zie
Pagina’s met printerinformatie voor meer informatie
over het afdrukken van een configuratiepagina. Op de configuratiepagina wordt het totale
aantal pagina's en het aantal kleurenpagina's weergegeven. Als u het percentage van de
afgedrukte kleurenpagina's wilt bepalen, deelt u het aantal kleurenpagina's door het totale
aantal pagina's.
Kleur/zwart instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN te markeren.
7. Druk op
om OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste optie te selecteren.
9. Druk op
om de optie te selecteren.
10. Druk op M
ENU
.
Opties voor ladegedrag
De acties die door laden uitgevoerd worden, omvatten drie opties die door de gebruiker
ingesteld kunnen worden:
GEBRUIK GEWENSTE LADE. Als u EXCLUSIEF selecteert, wordt niet automatisch
een andere lade geselecteerd wanneer u aangeeft dat een bepaalde lade moet worden
gebruikt. Wanneer u EERSTE selecteert, wordt een tweede lade gebruikt wanneer de
opgegeven lade leeg is of niet overeenkomt met de instellingen die zijn opgegeven voor
de afdruktaak. EXCLUSIEF is de standaardinstelling.
Handmatig laden. Als u ALTIJD (de standaardinstelling) selecteert, geeft het systeem
altijd eerst een melding voordat papier uit lade 1 (de multifunctionele lade) wordt
opgenomen. Als u TENZIJ GELADEN selecteert, geeft het systeem alleen een melding
als lade 1 (de multifunctionele lade) leeg is.
PS OF AFDRUKMATERIAAL. Deze instelling is van invloed op de werking van niet-HP
PostScript-stuurprogramma's met het apparaat. U hoeft deze instelling niet te wijzigen
als u de stuurprogramma's gebruikt die door HP zijn geleverd. Als deze is ingesteld op
INGESCHAKELD, wordt voor de niet-HP PostScript-stuurprogramma's de HP
ladeselectiemethode gebruikt, net als voor de stuurprogramma's van HP. Als deze is
ingesteld op Niet mogelijk, wordt voor een aantal niet-HP PostScript-stuurprogramma's
de PostScript-ladeselectiemethode gebruikt in plaats van de HP-methode.
58 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
De printer instellen op het gebruik van de gewenste lade
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
7. Druk op
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
8. Druk op
om GEBRUIK GEWENSTE LADE te selecteren.
9. Druk op
of om EXCLUSIEF of EERSTE te selecteren.
10. Druk op
om het gedrag van de lade in te stellen.
11. Druk op M
ENU
.
Ga als volgt te werk om de prompt voor handinvoer in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
7. Druk op
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
8. Druk op
om PROMPT HANDINVOER te markeren.
9. Druk op
om PROMPT HANDINVOER te selecteren.
10. Druk op
of om ALTIJD of TENZIJ GELADEN te selecteren.
11. Druk op
om het gedrag van de lade in te stellen.
12. Druk op M
ENU
.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 59
De standaardinstelling van de printer instellen voor PS OF
AFDRUKMATERIAAL
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
7. Druk op
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
8. Druk op
om PS OF AFDRUKMATERIAAL te selecteren.
9. Druk op of selecteer INGESCHAKELD of Niet mogelijk.
10. Druk op
om het gedrag van de lade in te stellen.
11. Druk op M
ENU
.
PowerSave-tijd
Met de instelbare PowerSave-functie kunt u het energieverbruik beperken wanneer de
printer enige tijd niet actief is geweest. De tijd die verstrijkt voordat de PowerSave-stand van
de printer wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld op 1 MINUUT, 15 MINUTEN, 30
MINUTEN, 60 MINUTEN, 90 MINUTEN, 2 UUR of 4 UUR. De standaardinstelling is 30
MINUTEN.
Opmerking
Het display van de printer wordt gedempt wanneer de printer naar de PowerSave-stand
schakelt. De PowerSave-stand heeft geen invloed op de tijd van het warm worden van de
printer.
Ga als volgt te werk om de tijd voor de PowerSave-stand in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om POWERSAVE-TIJD te markeren.
7. Druk op
om POWERSAVE-TIJD te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste tijd te selecteren.
9. Druk op
om de tijd in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
60 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Ga als volgt te werk om PowerSave in of uit te schakelen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om HERSTEL te markeren.
5. Druk op
om HERSTEL te selecteren.
6. Druk op
om POWERSAVE te markeren.
7. Druk op
om POWERSAVE te selecteren.
8. Druk op
of om AAN of UIT te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
Personality
Deze printer schakelt automatisch naar de juiste personality (printertaal). AUTO is de
standaardwaarde.
AUTO stelt de printer in staat om automatisch de aard van de afdruktaak te detecteren
en de personality voor de betreffende taak in te stellen.
PDF stelt de printer in op het afdrukken van PDF-bestanden.
PCL stelt de printer in voor gebruik van de printertaal PCL (Printer Control Language).
PS stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus.
MIME stelt de printer in voor gebruik met draagbare apparaten, zoals mobiele telefoons
en PDA's (Personal Digital Assistants).
Ga als volgt te werk om de personality in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om PERSONALITY te markeren.
7. Druk op
om PERSONALITY te selecteren.
8. Druk op
of om de juiste personality te selecteren (AUTO, PCL, PDF, PS, MIME).
9. Druk op
om de personality in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 61
Wisbare waarschuwingen
Met deze optie bepaalt u de tijd dat wisbare waarschuwingen worden weergegeven door
AAN of TAAK te selecteren. De standaardwaarde is TAAK.
AAN geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat u op
drukt.
TAAK geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat de taak waardoor het bericht is
veroorzaakt, is beëindigd.
Ga als volgt te werk om de wisbare waarschuwingen in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te markeren.
7. Druk op
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste instelling te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
Automatisch doorgaan
U bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan
mogelijk is. AAN is de standaardinstelling.
AAN toont gedurende tien seconden een foutbericht alvorens automatisch door te gaan
met afdrukken.
UIT zet het afdrukken tijdelijk stil wanneer er een fout is opgetreden tot u op
drukt.
Ga als volgt te werk om de printer in te stellen op automatisch doorgaan
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om AUTOM. DOORGAAN te markeren.
7. Druk op
om AUTOM. DOORGAAN te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste instelling te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
62 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Printerbenodigdheden bijna op
De printer biedt twee opties voor het rapporteren dat de benodigdheden bijna op zijn;
VERDER is de standaardwaarde.
VERDER stelt de printer in staat om verder af te drukken terwijl een waarschuwing
wordt weergegeven tot de benodigdheden zijn vervangen.
Met STOP houdt de printer op met afdrukken totdat de benodigdheden zijn vervangen of
totdat u op
drukt waardoor de printer verder afdrukt terwijl de waarschuwing zichtbaar
blijft.
Ga als volgt te werk om de waarschuwing voor de
printerbenodigdheden in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om BENDIGDH. BIJNA OP te markeren.
7. Druk op
om BENDIGDH. BIJNA OP te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste instelling te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
Kleurentoner is op
Er zijn twee opties voor deze menuoptie.
AUTO DOORG. ZWART stelt de printer in staat om verder af te drukken met alleen
zwarte toner wanneer de kleurencartridge leeg is. Op het bedieningspaneel wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven wanneer deze printermodus is geactiveerd. In deze
modus kunt u alleen een specifiek aantal pagina's afdrukken. Hierna wordt het
afdrukken onderbroken totdat u de lege kleurencartridge hebt vervangen.
Met STOP wordt het afdrukken gestopt totdat de lege kleurencartridge is vervangen.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 63
Reactie instellen voor lege kleurencartridge
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om KLEURBENODIGDH. OP te markeren.
7. Druk op
om KLEURBENODIGDH. OP te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste instelling te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
Storingsherstel
Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, waaronder de
manier waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardwaarde.
AUTO — wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is, wordt de functie voor
storingsherstel automatisch door de printer ingeschakeld.
AAN — de pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt.
Er wordt extra geheugen toegewezen voor het opslaan van de laatste paar afgedrukte
pagina's waardoor de algemene afdrukprestaties iets slechter worden.
UIT — pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden niet opnieuw afgedrukt.
Aangezien er geen geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van de laatst afgedrukte
pagina's, is het mogelijk dat de prestaties optimaal zijn.
Ga als volgt te werk om de reactie van de printer op een papierstoring
in te stellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om HERSTEL PAPIERSTORING te markeren.
7. Druk op
om HERSTEL PAPIERSTORING te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste instelling te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
64 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Taal
Bij een aantal producten wordt de optie voor het instellen van de standaardtaal
weergegeven wanneer de printer voor het eerst wordt geïnitialiseerd. Gebruik de pijl
of
om door de beschikbare opties te bladeren. Wanneer de gewenste taal wordt gemarkeerd,
drukt u op
om de standaardtaal in te stellen. U kunt de taal elk moment wijzigen door de
onderstaande stappen uit te voeren:
Ga als volgt te werk om de taal te selecteren
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om Taal te markeren.
7. Druk op
om Taal te selecteren.
8. Druk op
of om de gewenste taal te selecteren.
9. Druk op
om de waarde in te stellen.
10. Druk op M
ENU
.
Ga als volgt te werk om de taal te selecteren als het display wordt
weergegeven in een taal die u niet begrijpt
1. Schakel de printer uit.
2. Houd
ingedrukt terwijl u de printer aanzet, totdat de drie lampjes blijven branden.
3. Druk nogmaals op
.
4. Druk op
of om door de beschikbare talen te bladeren.
5. Druk op
om de gewenste taal op te slaan als de nieuwe standaardinstelling.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 65
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
Als gebruik van de printer met anderen gedeeld wordt, volgt u de onderstaande richtlijnen:
Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het
bedieningspaneel wijzigt. Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan
gevolgen hebben voor andere afdruktaken.
Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer
wijzigt of software-lettertypen downloadt. Een goede coördinatie bespaart
printergeheugen en voorkomt onverwachte afdrukresultaten.
Houd er rekening mee dat overschakeling op een andere printerpersonality, zoals
geëmuleerde PostScript of PCL, van invloed is op de afdrukresultaten van andere
gebruikers.
Opmerking
Het is mogelijk dat het netwerkbesturingssysteem dat u gebruikt, automatisch de afdruktaak
van iedere gebruiker beschermt tegen consequenties van andere afdruktaken. Raadpleeg
uw systeembeheerder voor meer informatie.
66 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
I/O-configuratie
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bepaalde netwerkparameters configureert op de
printer. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Netwerkconfiguratie
Parallelle configuratie
USB-configuratie
Configuratie van extra aansluiting
Enhanced I/O (EIO) configureren
Draadloos afdrukken
NLWW 67
Netwerkconfiguratie
Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren. U kunt
deze parameters configureren via het bedieningspaneel op de printer, de geïntegreerde
webserver of op de meeste netwerken via de HP Web Jetadmin-software (of het
HP LaserJet-hulpprogramma voor Macintosh).
Opmerking
Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de
geïntegreerde webserver. Zie
De hp werkset gebruiken voor meer informatie over het
gebruik van de HP-werkset.
Een volledige lijst van ondersteunde netwerken en instructies voor het configureren van
netwerkparameters vanuit software vindt u in de Beheerdershandleiding voor de
HP Jetdirect-printserver. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een
HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
Dit gedeelte bevat de volgende instructies voor het configureren van netwerkparameters
vanaf het bedieningspaneel van de printer:
TCP/IP-parameters configureren
ongebruikte netwerkparameters uitschakelen
parameters van Novell NetWare-frametype configureren
Parameters van Novell NetWare-frametype configureren
De HP Jetdirect-printserver selecteert automatisch een NetWare-frametype. Selecteer een
frametype alleen handmatig als de printserver een onjuist frametype selecteert. Als u wilt
weten welke frametypen de HP Jetdirect-printserver heeft gekozen, kunt u een
configuratiepagina van de printer afdrukken. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
Novell NetWare-parameters configureren via het bedieningspaneel van
de printer
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om IPX/SPX te markeren.
9. Druk op
om IPX/SPX te selecteren.
10. Druk op
om FRAMETYPE te markeren.
11. Druk op
om het gewenste frametype te markeren.
12. Druk op
om het frametype te selecteren.
13. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
68 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
TCP/IP-parameters configureren
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de volgende TCP/IP-parameters configureren:
gebruik het bestand BOOTP voor configuratieparameters (het bestand BOOTP wordt
standaard gebruikt)
IP-adres (4 bytes)
subnetmasker (4 bytes)
standaardgateway (4 bytes)
time-out voor niet-actieve TCP-verbinding (in seconden)
Automatisch TCP/IP-parameters via het bedieningspaneel van de
printer configureren
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om TCP/IP te markeren.
9. Druk op
om TCP/IP te selecteren.
10. Druk op
om CONFIG.METHODE te selecteren.
11. Druk op
om AUTOM. IP te markeren.
12. Druk op
om AUTOM. IP te selecteren.
13. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Handmatig TCP/IP-parameters configureren via het bedieningspaneel
van de printer
Gebruik de handmatige configuratie voor het instellen van een IP-adres, het subnetmasker
en de lokale en de standaardgateway.
Een IP-adres instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
om EIO X te selecteren.
7. Druk op
om TCP/IP te markeren.
NLWW Netwerkconfiguratie 69
8. Druk op om TCP/IP te selecteren.
9. Druk op
om HANDM. INST. te markeren.
10. Druk op
om HANDM. INST. te selecteren.
11. Druk op
om HANDMATIG te markeren.
12. Druk op
om IP-adres: te markeren.
13. Druk op
om IP-adres: te selecteren.
Opmerking
De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd. Als een getal niet is gemarkeerd,
wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en het IP-adres te configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste IP-adres is opgegeven.
17. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Het subnetmasker instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om TCP/IP te markeren.
9. Druk op
om TCP/IP te selecteren.
10. Druk op
om HANDM. INST. te markeren.
11. Druk op
om HANDM. INST. te selecteren.
12. Druk op
om SUBNETMASKER te markeren.
13. Druk op
om SUBNETMASKER te selecteren.
Opmerking
De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en het subnetmasker te
configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 14 en 15 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
17. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
70 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
De syslog server instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om TCP/IP te markeren.
9. Druk op
om HANDM. INST. te markeren.
10. Druk op
om HANDM. INST. te selecteren.
11. Druk op
om SYSLOG-SERVER te markeren.
12. Druk op
om SYSLOG-SERVER te selecteren.
Opmerking
De eerste serie van vier series getallen geeft de standaardinstellingen weer. Elke serie
getallen vertegenwoordigt één byte informatie en ligt tussen 0 en 255.
13. Druk op
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
14. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan. Druk op om naar de vorige
serie getallen te gaan.
15. Herhaal stap 13 en 14 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
16. Druk op
om de syslog server op te slaan.
17. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De lokale en de standaardgateway instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om TCP/IP te markeren.
9. Druk op
om TCP/IP te selecteren.
10. Druk op
om HANDM. INST. te markeren.
11. Druk op
om HANDM. INST. te selecteren.
12. Druk op
tot LOKALE GATEWAY of STANDAARDGATEWAY verschijnt.
NLWW Netwerkconfiguratie 71
13. Druk op om LOKALE GATEWAY of STANDAARDGATEWAY te selecteren.
Opmerking
De eerste serie van drie series getallen geeft de standaardinstellingen weer. Als er geen
getal gemarkeerd is, wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en LOKAAL of
STANDAARDGATEWAY te configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
17. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel)
Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn standaard ingeschakeld. Het uitschakelen van de
ongebruikte protocollen heeft het voordeel dat:
de printer minder netwerkverkeer genereert;
onbevoegde gebruikers niet kunnen afdrukken op de printer;
er alleen toepasselijke informatie op de configuratiepagina wordt weergegeven;
het bedieningspaneel van de printer protocolspecifieke foutberichten en
waarschuwingen kan weergeven.
Opmerking
De TCP/IP-configuratie van de HP Color LaserJet 5550 series printer kan niet worden
uitgeschakeld.
IPX/SPX uitschakelen
Opmerking
Schakel dit protocol niet uit als Windows 95/98, Windows NT, ME, 2000 en Windows XP
wordt gebruikt om op de printer af te drukken.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om IPX/SPX te markeren.
9. Druk op
om IPX/SPX te selecteren.
10. Druk op
om INSCHAKELEN te markeren.
11. Druk op
om INSCHAKELEN te selecteren.
12. Druk op
tot AAN of UIT verschijnt.
13. Druk op
om AAN of UIT te selecteren.
14. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
72 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
DLC/LLC uitschakelen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om DLC/LLC te markeren.
9. Druk op
om DLC/LLC te selecteren.
10. Druk op
om INSCHAKELEN te markeren.
11. Druk op
om INSCHAKELEN te selecteren.
12. Druk op
tot AAN of UIT verschijnt.
13. Druk op
om AAN of UIT te selecteren.
14. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De time-out bij inactiviteit instellen
1. Druk op om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om TCP/IP te markeren.
9. Druk op
om HANDM. INST. te markeren.
10. Druk op
om HANDM. INST. te selecteren.
11. Druk op
om INACTIV.TIME-OUT te markeren.
12. Druk op
om INACTIV.TIME-OUT te selecteren.
13. Druk op
of op om het aantal seconden te verhogen of te verlagen voor de time-out
bij inactiviteit.
14. Druk op
om de time-out bij inactiviteit op te slaan.
15. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
NLWW Netwerkconfiguratie 73
De verbindingssnelheid instellen
De verbindingssnelheid is standaard ingesteld op AUTO. Voer de volgende procedure uit
om een bepaalde snelheid in te stellen:
1. Druk op
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om I/O te markeren.
5. Druk op
om I/O te selecteren.
6. Druk op
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
om LINK-SNELH te markeren.
9. Druk op
om LINK-SNELH te selecteren.
10. Druk op
om de gewenste verbindingssnelheid te markeren.
11. Druk op
om de gewenste verbindingssnelheid te selecteren.
12. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
74 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
Parallelle configuratie
De HP Color LaserJet 4650 biedt ondersteuning voor een parallelle en een
netwerkverbinding tegelijk. Een parallelle verbinding wordt aangebracht door de printer op
een computer aan te sluiten met behulp van een bidirectionele parallelle kabel (die voldoet
aan IEEE-1284-C) waarbij de c-connector op de parallelle poort van de printer wordt
aangesloten. De kabel mag maximaal 10 m lang zijn.
Wanneer de term bidirectioneel wordt gebruikt om de parallelle interface te beschrijven,
wordt met de term bidirectioneel bedoeld dat de printer via de parallelle poort zowel
gegevens van de computer kan ontvangen als gegevens naar de computer kan terugsturen.
Verbinding voor de parallelle poort
1 c-connector
2 parallelle poort
Opmerking
Voor gebruik van de geavanceerde mogelijkheden van de bidirectionele parallelle interface,
zoals de bidirectionele communicatie tussen de computer en de printer, snellere
gegevensoverdracht en automatische configuratie van printerstuurprogramma's, dient u te
zorgen dat de meest recente printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Zie
Printerstuurprogramma's voor meer informatie.
Opmerking
De fabrieksinstellingen bieden ondersteuning voor automatisch schakelen tussen de
parallelle poort en een of meer netwerkverbindingen van de printer. Als zich problemen
voordoen, raadpleegt u
Netwerkconfiguratie.
NLWW Parallelle configuratie 75
USB-configuratie
Deze printer ondersteunt een USB 1.1-verbinding. De poort bevindt zich aan de achterkant
van de printer, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding. U moet een USB-kabel
gebruiken van het type A-naar-B.
Opmerking
USB-ondersteuning is niet beschikbaar voor computers met Windows 95 of Windows NT 4.0.
USB-verbinding
1 USB-aansluiting
2 USB-poort
76 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
Configuratie van extra aansluiting
Deze printer heeft een extra aansluiting voor invoerapparaten voor papierverwerking. De
poort bevindt zich aan de achterkant van de printer, zoals wordt weergegeven in de
volgende afbeelding.
Extra aansluiting
1 Extra verbindingspoort
NLWW Configuratie van extra aansluiting 77
Enhanced I/O (EIO) configureren
De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output). De drie sleuven dienen
voor het installeren van compatibele, externe apparaten, zoals een HP Jetdirect-printserver
of andere apparaten. Door een EIO-netwerkkaart in een van de sleuven te installeren,
verhoogt u het aantal netwerkinterfaces dat voor de printer beschikbaar is.
EIO-netwerkkaarten kunnen de prestaties van de printer maximaliseren, wanneer u afdrukt
via een netwerk. Daarnaast beschikt u op deze manier over de mogelijkheid om de printer
overal in het netwerk te plaatsen. Hierdoor is het niet nodig om de printer rechtstreeks op
een server of een werkstation aan te sluiten en kunt u de printer dichter bij de gebruikers
van het netwerk plaatsen.
Als de printer is voorzien van een EIO-netwerkkaart, kunt u deze kaart configureren via het
menu Configureren op het bedieningspaneel.
HP Jetdirect-printservers
HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) kunnen worden geïnstalleerd in een van de EIO-
sleuven van de printer. Deze kaarten ondersteunen diverse netwerkprotocollen en
besturingssystemen. HP Jetdirect-printservers vergemakkelijken het netwerkbeheer doordat
u de mogelijkheid hebt een printer op iedere locatie rechtstreeks aan te sluiten op uw
netwerk. HP Jetdirect-printservers ondersteunen ook SNMP (Simple Network Management
Protocol), waarmee netwerkbeheerders printers op afstand kunnen beheren en problemen
via de HP Web Jetadmin-software kunnen oplossen.
Opmerking
Installatie van deze kaarten en de netwerkconfiguratie moet worden uitgevoerd door een
netwerkbeheerder. U kunt de kaart configureren via het bedieningspaneel of met het
programma HP Web Jetadmin.
Opmerking
Raadpleeg de documentatie bij de HP Jetdirect printserver voor informatie over welke
externe apparaten of EIO-netwerkkaarten worden ondersteund.
Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O
HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) bieden oplossingen voor:
Novell NetWare
Microsoft Windows- en Windows NT-netwerken
Apple Mac OS (LocalTalk)
UNIX (HP-UX en Solaris)
Linux (Red Hat en SuSE)
Afdrukken via internet
Voor een overzicht van beschikbare netwerkoplossingen raadpleegt u de
Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver of bezoekt u HP
Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/net_printing.
78 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
NetWare-netwerken
Als u Novell NetWare samen met een HP Jetdirect-printserver gebruikt, biedt de
wachtrijserver-modus betere afdrukprestaties dan de afstandsprinter-modus. De HP
Jetdirect-printserver biedt ondersteuning voor NDS (Novell Directory Services) en de bindery-
modus. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor meer
informatie.
Gebruik voor computers met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP heeft de wizard voor
het installeren van een nieuwe printer om de printer voor een NetWare-netwerk in te stellen.
Windows- en Windows NT-netwerken
Gebruik voor computers met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP de wizard voor het
installeren van een nieuwe printer om de printer voor een Microsoft Windows-netwerk in te
stellen. Het hulpprogramma kan worden gebruikt om printers in te stellen voor een peer-to-
peernetwerk of voor een client-servernetwerk.
AppleTalk-netwerken
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om de printer in te stellen voor een EtherTalk- of
een LocalTalk-netwerk. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-
printserver voor meer informatie. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP
Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
UNIX/Linux-netwerken
Gebruik het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX om de printer voor een HP-
UX- of Sun Solaris-netwerk in te stellen.
Gebruik HP Web Jetadmin om printers voor een UNIX- of Linux-netwerk in te stellen en te
beheren.
Als u software van HP wilt aanschaffen voor UNIX/Linux-netwerken, bezoekt u de HP
Klantenondersteuning op: http://www.hp.com/support/net_printing. Raadpleeg de
Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor overige installatieopties die
door de HP Jetdirect-printserver worden ondersteund. Deze handleiding wordt geleverd bij
printers met een HP Jetdirect-printserver.
NLWW Enhanced I/O (EIO) configureren 79
Draadloos afdrukken
Draadloze netwerken zijn een veilig en kostenbesparend alternatief voor traditionele
bekabelde netwerkverbindingen. Zie
Benodigdheden en accessoires voor een lijst met
beschikbare draadloze printservers.
IEEE 802.11b-standaard
Met de draadloze HP Jetdirect 802.11b externe printserver kan HP-randapparatuur overal
op kantoor of thuis worden geplaatst en worden verbonden met een draadloos netwerk dat
wordt uitgevoerd onder de netwerkbesturingssystemen Microsoft, Apple, Netware, UNIX of
Linux. Via de draadloze technologie kunt u materiaal afdrukken van hoge kwaliteit, zonder
de beperkingen van bedrading. Randapparatuur kan overal in een kantoor of thuis
eenvoudig worden geplaatst en kan eenvoudig worden verplaatst zonder dat netwerkkabels
hoeft te verleggen.
De wizard HP-netwerkprinter maakt de installatie eenvoudig.
Er zijn HP Jetdirect 802.11b-printservers beschikbaar voor USB-verbindingen en parallelle
verbindingen.
Bluetooth
De draadloze technologie van Bluetooth is een kortegolf-radiotechnologie waarmee
computers, printers, PDA's (Personal Digital Assistants), mobiele telefoons en andere
apparaten draadloos kunnen worden verbonden.
In tegenstelling tot de infraroodtechnologie, worden bij Bluetooth radiosignalen gebruikt voor
de communicatie, waardoor apparaten zich niet in dezelfde kamer of hetzelfde kantoor
hoeven te bevinden, omdat de verbonden apparaten niet worden gehinderd door obstakels.
Door de draadloze technologie neemt de mobiliteit en efficiëntie met betrekking tot
bedrijfsnetwerktoepassingen toe.
Voor de HP Color LaserJet 4650 series printer is een Bluetooth-adapter (hp bt1300) nodig
om gebruik te kunnen maken van de draadloze technologie van Bluetooth. De adapter is
beschikbaar voor USB-verbindingen of parallelle verbindingen. De adapter heeft een
ontvangstbereik van 10 meter op de 2,5 GHz ISM-band en een gegevensoverdrachtsnelheid
tot 723 Kbps. Het apparaat ondersteunt de volgende Bluetooth-profielen:
HCRP (Hardcopy Cable Replacement Profile)
SPP (Serial Port Profile)
OPP (Object Push Profile)
BIP (Basic Imaging Profile)
BPP (Basic Printing Profile) met XHTML-afdruk
80 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
Afdruktaken
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u eenvoudige afdruktaken uitvoert. De volgende
onderwerpen komen aan bod:
Afdruktaken beheren
Afdrukmateriaal selecteren
Invoerladen configureren
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Bijzondere afdruksituaties
Taakopslagfuncties
Geheugenbeheer
NLWW 81
Afdruktaken beheren
Als u het besturingssysteem Microsoft Windows gebruikt en een taak wilt afdrukken, wordt
door drie instellingen bepaald waar het printerstuurprogramma probeert papier op te nemen.
De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste programma's
weergegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of
Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert, selecteert de printer
automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen.
Bron
Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het
papier moet opnemen. De printer probeert uit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht
het soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade kiest die is
geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt de
printer niet automatisch af. In plaats daarvan zal de printer wachten tot u in de opgegeven
lade papier van het juiste soort en het juiste formaat voor de afdruktaak plaatst. Nadat u dit
hebt gedaan hebt, begint de printer met afdrukken. Als u op
drukt, worden er opties
weergegeven waarmee u het afdrukken uit een andere lade kunt instellen.
Soort en Formaat
Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier of afdrukmateriaal zal
opnemen uit de lade die afdrukmateriaal van het juiste soort en het juiste formaat bevat.
Selectie van afdrukmateriaal volgens soort in plaats van bron is vergelijkbaar met het
vergrendelen van laden en zorgt dat speciaal afdrukmateriaal niet per ongeluk gebruikt
wordt. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier geconfigureerd is en u in het
printerstuurprogramma opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer
geen papier uit de lade met briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier
opgenomen uit een lade die normaal papier bevat en die via het bedieningspaneel voor
normaal papier geconfigureerd is. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort en formaat
leidt tot aanmerkelijk verbeterde afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanzend papier en
transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit.
Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten of transparanten.
Druk enveloppen, indien mogelijk, af volgens Formaat.
Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat, selecteert u het gewenste soort of
formaat in het dialoogvenster Pagina-instelling, het dialoogvenster Afdrukken of het
dialoogvenster Afdrukeigenschappen, afhankelijk van het programma.
Als u vaak op een bepaald soort of een bepaald formaat afdrukmateriaal afdrukt, kunt u
(voor een lokale printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade
voor het betreffende soort of het betreffende formaat papier configureren. Als u daarna
dat soort of dat formaat kiest als afdruktaak, zal de printer afdrukmateriaal opnemen uit
de lade die voor het betreffende soort of het betreffende formaat is geconfigureerd.
Prioriteiten van afdrukinstellingen
Veranderingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, krijgen als volgt voorrang afhankelijk
van waar de wijzigingen zijn gemaakt:
82 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Opmerking
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma
dat u gebruikt.
Het dialoogvenster Pagina-instelling. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u
klikt op Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde
instellingen ergens anders tenietgedaan.
Het dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van
het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden
gewijzigd, hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-
instelling niet teniet.
Het dialoogvenster Printereigenschappen (printerstuurprogramma). Het
printerstuurprogramma wordt geopend wanneer u klikt op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die veranderd worden in het dialoogvenster
Printereigenschappen kunnen geen instellingen tenietdoen die elders gekozen zijn.
Standaard printerinstellingen. Standaard printerinstellingen zijn de instellingen die
voor alle afdruktaken gebruikt worden, tenzij de instellingen veranderd worden in het
dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Printereigenschappen, zoals
hierboven omschreven. Er zijn twee manieren om de standaard printerinstellingen te
veranderen:
1. Klik op Start, Instellingen en Printers. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en kies Eigenschappen.
2. Klik op Start, Configuratiescherm en selecteer de map Printers. Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
VOORZICHTIG
Als u afdruktaken van andere gebruikers onveranderd wilt laten, is het verstandig om
veranderingen in de instelling aan te brengen via het programma of het
printerstuurprogramma. Wijzigingen van de printerinstellingen via het bedieningspaneel van
de printer worden de standaardinstellingen voor alle volgende afdruktaken. Wijzigingen die
via een toepassing of het printerstuurprogramma worden aangebracht, hebben alleen
gevolgen voor de betreffende afdruktaak.
NLWW Afdruktaken beheren 83
Afdrukmateriaal selecteren
Met deze printer kunt u op verschillende soorten papier en andere afdrukmaterialen
afdrukken. In dit gedeelte worden richtlijnen en specificaties voor de keuze en het gebruik
van verschillende afdrukmaterialen gegeven. Zie
Specificaties voor het afdrukmateriaal voor
informatie over ondersteunde afdrukmaterialen.
Ga voordat u tot aanschaf van afdrukmaterialen of speciale formulieren in grotere
hoeveelheden overgaat eerst na of uw papierleverancier weet welke eisen worden gesteld
aan afdrukmaterialen die op uw printer gebruikt mogen worden. Deze eisen worden
beschreven in de HP LaserJet Family Print Media Guide.
Zie
Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie over de HP LaserJet Family Print
Media Guide. Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide om een exemplaar van de
HP LaserJet Family Print Media Guide te downloaden.
Het blijft altijd mogelijk dat afdrukmaterialen voldoen aan alle in dit hoofdstuk genoemde
richtlijnen en toch niet tot bevredigende afdrukresultaten leiden. Dit kan te wijten zijn aan
abnormale omstandigheden in de ruimte waar wordt afgedrukt of aan andere variabelen
waarover Hewlett-Packard geen controle heeft (bijvoorbeeld een extreem hoge of lage
temperatuur of luchtvochtigheid).
Hewlett-Packard adviseert afdrukmaterialen eerst uit te proberen voordat u grote
hoeveelheden aanschaft.
VOORZICHTIG
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet voldoen aan de hier of in de
papierspecificatiehandleiding beschreven eisen, kan problemen veroorzaken waarvoor
reparaties nodig zijn die niet door de garantie- of serviceovereenkomst van Hewlett-Packard
worden gedekt.
Afdrukmaterialen die u moet vermijden
Voor deze printer kunnen verschillen soorten afdrukmateriaal worden gebruikt. Gebruik van
afdrukmateriaal dat niet aan de specificaties voldoet, leidt tot verslechterde afdrukkwaliteit
en verhoogde kans op papierstoringen.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor
standaardringbanden.
Gebruik geen meerdelige formulieren.
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd.
Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
84 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Papier dat de printer kan beschadigen
In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de printer door het papier wordt beschadigd.
Gebruik niet het volgende papier, ter voorkoming van mogelijke schade aan de printer:
Gebruik geen papier met nietjes.
Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor inkjetprinters of voor andere printers
met lage temperaturen of transparanten die bestemd zijn voor zwart-wit afdrukken.
Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP Color
LaserJet printers.
Gebruik geen fotopapier dat bestemd is voor inkjetprinters.
Gebruik geen gebosseleerd of gecoat papier dat niet bestemd is voor de temperatuur
van de fusereenheid. Kies afdrukmateriaal dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen
een temperatuur van 190° C.
Gebruik geen briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is
afgedrukt. Voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn gedrukt met inkt
die bestand is tegen een temperatuur van 190° C gedurende 0,1 seconde.
Gebruik geen afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten,
vervormen of verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur van 190° C gedurende
0,1 seconde.
Als u in de V.S. benodigdheden voor HP Color LaserJet-printers wilt bestellen, gaat u naar
http://www.hp.com/go/ljsupplies. Ga ander naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html.
NLWW Afdrukmateriaal selecteren 85
Invoerladen configureren
U kunt de invoerladen configureren volgens soort en formaat. U kunt verschillende soorten
afdrukmateriaal in de invoerladen van de printer plaatsen en het afdrukmateriaal vervolgens
via het bedieningspaneel opvragen afhankelijk van het soort of het formaat.
Opmerking
Als u andere HP LaserJet-printermodellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1
te configureren in de Eerste modus of de Cartridgemodus. Op printers van de HP Color
LaserJet 4650 series is het instellen van het formaat en soort voor lade 1 op ELK FORM
gelijk aan Eerste modus. Het configureren van het formaat of soort voor lade 1 op een
andere instelling dan ELK FORM is gelijk aan Cartridgemodus.
Opmerking
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, dient u te zorgen dat het afdrukmateriaal voldoet aan de
specificaties voor duplexafdrukken. (Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.)
Opmerking
De onderstaande instructies dienen voor het configureren van de laden met behulp van het
bedieningspaneel. Het is tevens mogelijk om de laden via de computer te configureren met
behulp van de geïntegreerde webserver. Zie
De geïntegreerde webserver gebruiken.
Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd
In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en
formaat:
wanneer u papier in de lade plaatst;
wanneer u een bepaalde lade of een bepaald afdrukmateriaal opgeeft voor een
afdruktaak, terwijl de instellingen van het printerstuurprogramma of een programma en
de lade niet overeenkomen met de instellingen voor de afdruktaak.
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: VUL LADE XX:
[SOORT] [FORMAAT], Druk op
om type te wijzigen. In de instructies hierna wordt
beschreven hoe u de lade kunt configureren wanneer u hierom wordt gevraagd.
Opmerking
De prompt wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en als lade 1 is
geconfigureerd volgens ELK FORMAAT en ELK SOORT.
86 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier
1. Plaats papier in de lade. (Sluit de lade als u lade 2, 3 of 4 gebruikt.)
2. Het bericht voor de ladeconfiguratie LADE X Voor wijzigen van formaat of soort druk
op
wordt weergegeven.
3. Druk op
om het menu LADE X FORMAAT= weer te geven.
4. Als u het formaat wilt wijzigen, drukt u op
of om het juiste formaat te markeren.
5. Druk op
om het formaat te selecteren.
Afhankelijk van de formaatinstelling, wordt u mogelijk gevraagd de schakelaar
SPECIAAL/STANDAARD van lade 2, lade 3 of lade 4 om te zetten naar de andere
positie. Volg de instructies en sluit vervolgens de lade.
Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en u wordt vervolgens gevraagd de
papiersoort te configureren.
6. Als u het soort wilt wijzigen, drukt u op
of om het juiste soort papier te markeren.
7. Druk op
om de papiersoort te selecteren.
Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en vervolgens worden de huidige
instellingen voor het soort en formaat weergegeven.
8. Als het soort en formaat nu juist zijn, drukt u op
om het bericht te wissen.
Een lade configureren op basis van de instellingen van de
afdruktaak
1. Geef in de software de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op.
2. Stuur de taak naar de printer.
Als de lade moet worden geconfigureerd, wordt het bericht VUL LADE X: weergegeven.
3. Plaats het juiste papier in de lade. Wanneer de lade is gesloten, wordt het bericht LADE
X FORMAAT= weergegeven.
4. Als het gemarkeerde formaat niet juist is, drukt u op
of om het juiste formaat te
markeren.
5. Druk op
om het juiste formaat te selecteren.
Afhankelijk van de formaatinstelling, wordt u mogelijk gevraagd de schakelaar
SPECIAAL/STANDAARD van lade 2, lade 3 of lade 4 om te zetten naar de andere
positie. Volg de instructies en sluit vervolgens de lade.
Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en u wordt vervolgens gevraagd de
papiersoort te configureren.
6. Als het gemarkeerde soort papier niet juist is, drukt u op
of om het gewenste soort
te markeren.
7. Druk op
om de papiersoort te selecteren.
Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en vervolgens worden de huidige
instellingen voor het soort en formaat weergegeven.
NLWW Invoerladen configureren 87
Laden configureren via het menu Papierverwerking
U kunt het soort en formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt. Gebruik het
menu Papierverwerking om de laden als volgt te configureren.
Het papierformaat configureren
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om PAPIERVERWERKING te markeren.
3. Druk op
om PAPIERVERWERKING te selecteren.
4. Druk op
om Lade <N> Formaat te markeren. (N duidt het nummer aan van de lade
die u configureert.)
5. Druk op
om Lade <N> Formaat te selecteren.
6. Druk op
of om het gewenste formaat te markeren.
7. Druk op
om het juiste formaat te selecteren.
Afhankelijk van de lade die u configureert en het geselecteerde formaat, wordt u
mogelijk gevraagd de ladegeleiders aan te passen of de schakelaar SPECIAAL/
STANDAARD van de lade om te zetten naar de andere positie. Volg de instructies en
sluit vervolgens de lade.
De papiersoort configureren
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om PAPIERVERWERKING te markeren.
3. Druk op
om PAPIERVERWERKING te selecteren.
4. Druk op
om Lade <N> Type te markeren. (N duidt het nummer aan van de lade die u
configureert.)
5. Druk op
om Lade <N> Type te selecteren.
6. Druk op
of om de juiste papiersoort te markeren.
7. Druk op
om de juiste papiersoort te selecteren.
Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en vervolgens worden de huidige
instellingen voor het soort en formaat weergegeven.
Lade 2, lade 3 of lade 4 configureren voor een speciaal
papierformaat
Veel papierformaten worden automatisch gedetecteerd, maar u kunt ook laden configureren
voor speciale papierformaten. U moet de volgende parameters opgeven:
Maateenheid (millimeters of inches)
X-afmeting (de breedte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd)
Y-afmeting (de lengte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd)
88 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Daarnaast moet u de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD van de lade op de positie
SPECIAAL zetten.
1 Schakelaar voor SPECIAAL/STANDAARD
2 Paginabreedte (X-afmeting)
3 Paginalengte (Y-afmeting)
Gebruik de volgende procedure om een lade te configureren voor een speciaal formaat.
Wanneer een speciaal formaat eenmaal voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling
behouden tot de schakelaar van de lade op STANDAARD wordt teruggezet.
Een speciaal formaat instellen voor lade 2, lade 3 of lade 4
1. Open de lade en zet de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD op de positie SPECIAAL.
Sluit de lade.
2. Wanneer het bericht voor de ladeconfiguratie wordt weergegeven, drukt u op
.
3. Druk op
om ELK AANGEPAST te wijzigen in AANGEP..
4. Druk op
om AANGEP. te selecteren.
5. Druk op
of om de juiste maateenheid te markeren (millimeters of inches).
6. Druk op
om de waarde te selecteren.
Wanneer u de maateenheid hebt ingesteld, kunt u als volgt de X-afmeting instellen:
7. Druk op
of om de gewenste instelling te markeren.
8. Druk op
om de waarde te selecteren. Als de opgegeven instelling buiten het geldige
bereik valt, wordt gedurende twee seconden Ongeldige waarde weergegeven. U wordt
door het display gevraagd om een andere instelling op te geven.
Wanneer de X-afmeting is ingesteld, kunt u als volgt de Y-afmeting instellen:
9. Druk op
of om de gewenste instelling te markeren.
10. Druk op
om de waarde te selecteren. Als de opgegeven instelling buiten het geldige
bereik valt, wordt gedurende twee seconden Ongeldige waarde weergegeven. U wordt
door het display gevraagd om een andere instelling op te geven. Er wordt een bericht
weergegeven waarin de afmetingen voor het speciale formaat worden aangegeven.
NLWW Invoerladen configureren 89
Afdrukken vanuit lade 1 (multifunctionele lade)
Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel papier of 20 enveloppen kan bevatten. Deze
lade biedt een gemakkelijke manier voor het afdrukken van enveloppen, transparanten,
papier met een speciaal formaat, afdrukmateriaal dat zwaarder is dan 15 kg en andere
soorten afdrukmateriaal zonder dat u papier moet verwijderen uit andere laden.
Opmerking
Lade 1 is niet voorzien van een SPECIAAL/STANDAARD-schakelaar, waardoor alle
papierformaten voor lade 1 niet kunnen worden gedetecteerd.
Papier plaatsen in lade 1
VOORZICHTIG
Als u papierstoringen wilt vermijden, mag u nooit papier toevoegen aan of verwijderen uit
lade 1 tijdens het afdrukken.
1. Open lade 1.
2. Stel de zijgeleiders in op de gewenste breedte.
3. Breng het papier met de afdrukkant naar beneden in de lade aan.
Opmerking
Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst,
worden mogelijk meerdere vellen in één keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan
optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van
75 g/m
2
gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder
is dan 75 g/m
2
, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen
verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt
opgenomen door de printer.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt
afdrukken.
90 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
4. Stel de zijgeleiders zo in dat deze de stapel papier licht raken maar dat het papier
hierdoor niet buigt.
Opmerking
Zorg dat het papier onder de lipjes op de geleiders past en niet boven de indicatoren voor
het papierniveau uitkomt.
Enveloppen afdrukken vanuit lade 1
U kunt vanuit lade 1 verschillende soorten enveloppen afdrukken. Er kunnen maximaal 20
enveloppen in de lade worden geplaatst. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de soort
envelop.
In de software stelt u de marges in op minimaal 15 mm van de rand van de envelop.
VOORZICHTIG
Enveloppen met klemmetjes, vensters, binnenvoering, niet-bedekt plakmiddel of andere
synthetische materialen kunnen de printer zwaar beschadigen. Probeer nooit op beide
zijden van een envelop af te drukken om storingen en mogelijke beschadiging van de printer
te vermijden. Alvorens enveloppen te laden dient u te zorgen dat ze vlak en onbeschadigd
zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de
kleefstroken onder druk vastkleven.
Ga als volgt te werk om enveloppen in lade 1 aan te brengen
VOORZICHTIG
Verwijder geen enveloppen uit de lade of vul de lade niet bij tijdens het afdrukken, omdat u
hiermee papierstoringen kunt veroorzaken.
1. Open lade 1.
NLWW Invoerladen configureren 91
2. Breng maximaal 20 enveloppen aan in het midden van lade 1 met de afdrukkant naar
beneden met het uiteinde van de postzegel naar de printer gekeerd. Schuif de
enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te forceren.
3. Schuif de geleiders tegen de stapel enveloppen, zonder dat deze echter opbollen. De
enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen.
Enveloppen afdrukken
1. Geef lade 1 op of selecteer in het printerstuurprogramma de bron van het
afdrukmateriaal volgens het formaat.
2. Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u
in uw toepassing of in het printerstuurprogramma de afdrukstand Liggend opgeven.
Neem bij het instellen van de marges voor het adres van de afzender en de ontvanger
op Commercial #10- of DL-enveloppen de volgende richtlijnen in acht.
Adrestype Linkermarge Bovenmarge
Afzender 15 mm 15 mm
Bestemming 102 mm 51 mm
Opmerking
Kies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met dit formaat overeenkomt.
3. Selecteer in de toepassing of in het printerstuurprogramma de opdracht Afdrukken.
92 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Afdrukken vanuit lade 2, lade 3 en lade 4
Lade 2 en de optionele lade 3 en 4 kunnen 500 vel normaal papier bevatten of een stapel
etiketten van 50,8 mm. Lade 2 wordt boven lade 3 geplaatst en lade 4 is beschikbaar
wanneer de optionele papierinvoer voor 2 x 500 vel is geïnstalleerd. Wanneer lade 3 en 4
juist zijn geïnstalleerd, worden deze door de printer gedetecteerd en worden ze in het menu
Apparaat configureren van het bedieniningspaneel aangegeven als opties. Lade 2, lade 3
en lade 4 kunnen worden ingesteld op detecteerbare formaten afdrukmateriaal (Letter,
Legal, A4, A5, JIS B5 en Executive) en niet-detecteerbare formaten afdrukmateriaal: 8,5 bij
13 en Executive (JIS), dubbele Japanse briefkaart en speciaal. Het formaat van het
afdrukmateriaal in deze laden wordt automatisch door de printer gedetecteerd op basis van
de stand van de papiergeleider van de laden. (Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.)
Opmerking
Wanneer u niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met een standaardformaat gebruikt, zet u de
schakelaar SPECIAAL/STANDAARD in de positie SPECIAAL.
VOORZICHTIG
De papierbaan voor lade 3 loopt door lade 2. Als lade 2 gedeeltelijk is uitgetrokken of
helemaal is verwijderd, kan het papier uit lade 3 de printer niet bereiken. Als dit gebeurt, zal
de printer stoppen en wordt een bericht weergegeven dat lade 2 moet worden geïnstalleerd.
Op dezelfde manier moeten lade 2 en 3 worden gesloten wanneer papier uit lade 4 wordt
gebruikt.
Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade
2, lade 3 en lade 4 plaatsen
Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat wordt door de printer gedetecteerd
wanneer de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD is ingesteld op de positie STANDAARD,
maar kan ook handmatig worden ingesteld wanneer de schakelaar op de positie SPECIAAL
staat. Detecteerbare formaten zijn in de lade gemarkeerd.
Het volgende detecteerbare afdrukmateriaal met standaaardformaat wordt ondersteund in
laden 2, 3 en 4: Letter, Legal, Executive, A4, A5 en (JIS) B5.
VOORZICHTIG
Gebruik voor lade 2, 3 of 4 geen kaarten, enveloppen, zwaar of extra zwaar papier of niet-
ondersteunde formaten afdrukmateriaal. Druk deze soorten afdrukmateriaal alleen af via
lade 1. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade en open de lade niet tijdens een
afdruktaak. Als dit gebeurt, kan dit tot papierstoring leiden in de printer.
1. Verwijder de lade uit de printer. Zet de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD in de
positie STANDAARD.
NLWW Invoerladen configureren 93
2. Verplaats aan de achterkant van de lade de papiergeleider voor de lengte door de
vergrendeling in te drukken en de achterkant van de lade voor de gewenste lengte van
het afdrukmateriaal te verschuiven.
3. Duw de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal naar beneden tot deze
vergrendeld is.
4. Schuif de papiergeleiders voor de breedte open naar het gewenste papierformaat.
94 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
5. Breng het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar boven in de lade aan en zorg dat de
hoeken van het afdrukmateriaal onder de lipjes aan de voorkant van de lade vallen.
Opmerking
Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst,
worden mogelijk meerdere vellen in een keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan
optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van
75 g/m
2
gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder
is dan 75 g/m
2
, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen
verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt
opgenomen door de printer.
Opmerking
Als de lade niet correct wordt aangebracht, is het mogelijk dat de printer een foutbericht te
zien geeft of dat het afdrukmateriaal in de printer vastloopt.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt
afdrukken.
6. Schuif de lade in de printer. Het soort en formaat afdrukmateriaal in de lade wordt
weergegeven. Als de configuratie niet juist is, drukt u op
wanneer u wordt gevraagd
het soort en formaat te configureren voor de lade. (Zie
Een lade configureren tijdens het
plaatsen van papier voor meer informatie.)
7. Als de configuratie juist is, drukt u op
om het bericht te wissen.
Niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in
lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen
Niet-detecteerbare standaardformaten worden niet in de lade gemarkeerd. Deze worden
aangegeven in het menu Formaat van de lade.
Het volgende niet-detecteerbare afdrukmateriaal met standaaardformaat wordt ondersteund
in laden 2, 3 en 4: Executive (JIS), 8,5 bij 13, dubbele Japanse briefkaart en 16K.
NLWW Invoerladen configureren 95
VOORZICHTIG
Gebruik voor lade 2, 3 of 4 geen kaarten, enveloppen of niet-ondersteunde formaten
afdrukmateriaal. Druk deze soorten afdrukmateriaal alleen af via lade 1. Plaats niet te veel
afdrukmateriaal in de invoerlade en open de lade niet tijdens een afdruktaak. Dit kan
papierstoringen veroorzaken.
1. Verwijder de lade uit de printer. Zet de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD in de
positie SPECIAAL.
2. Verplaats aan de achterkant van de lade de papiergeleider voor de lengte door de
vergrendeling in te drukken en de achterkant van de lade voor de gewenste lengte van
het afdrukmateriaal te verschuiven.
3. Duw de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal naar beneden tot deze
vergrendeld is.
96 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
4. Schuif de papiergeleiders voor de breedte open naar het gewenste papierformaat.
5. Breng het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar boven in de lade aan en zorg dat de
hoeken van het afdrukmateriaal onder de lipjes aan de voorkant van de lade vallen.
Opmerking
Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst,
worden mogelijk meerdere vellen in een keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan
optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van
75 g/m
2
gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder
is dan 75 g/m
2
, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen
verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt
opgenomen door de printer.
Opmerking
Als de lade niet correct wordt aangebracht, is het mogelijk dat de printer een foutbericht te
zien geeft of dat het afdrukmateriaal in de printer vastloopt.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt
afdrukken.
6. Schuif de lade in de printer. Het soort en formaat afdrukmateriaal in de lade wordt
weergegeven. Als de configuratie niet juist is, drukt u op
wanneer u wordt gevraagd
het soort en formaat te configureren voor de lade. (Zie
Een lade configureren tijdens het
plaatsen van papier voor meer informatie.)
7. Als de configuratie juist is, drukt u op
om het bericht te wissen.
NLWW Invoerladen configureren 97
Afdrukmateriaal met speciaal formaat in lade 2, lade 3 en
lade 4 plaatsen
Het menu Speciaal afdrukmateriaal wordt weergegeven wanneer de schakelaar van lade
2, lade 3 of lade 4 in de stand voor Speciaal formaat is geplaatst. U moet ook de
formaatinstelling op het bedieningspaneel wijzigen in AANGEP. en de maateenheid, X-
afmeting en Y-afmeting opgeven. Zie
Een lade configureren op basis van de instellingen van
de afdruktaak voor meer informatie.
1. Verwijder de lade uit de printer.
2. Schuif de schakelaar van de lade naar de stand voor SPECIAAL formaat. Wanneer een
speciaal formaat eenmaal voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden tot
de schakelaar in de lade op STANDAARD wordt teruggezet of tot u de configuratie
handmatig wijzigt.
3. Schuif de papiergeleiders voor de breedte helemaal open en verstel de geleiders voor
de lengte voor de gewenste lengte van het papier.
98 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
4. Duw de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal naar beneden tot deze
vergrendeld is.
5. Breng het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar boven in de lade aan en zorg dat de
hoeken van het afdrukmateriaal onder de lipjes aan de voorkant van de lade vallen.
Opmerking
Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst,
worden mogelijk meerdere vellen in een keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan
optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van
75 g/m
2
gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder
is dan 75 g/m
2
, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen
verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt
opgenomen door de printer.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt
afdrukken.
6. Verschuif de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig tegen de stapel papier. Schuif
de lade in de printer.
7. Schuif de lade in de printer. De configuratie van het soort en formaat afdrukmateriaal in
de lade wordt weergegeven. Als u specifieke speciale afmetingen wilt opgeven of als het
soort niet juist is, druk op
wanneer u wordt gevraagd Voor wijzigen van formaat of
soort druk op
. Zie Een lade configureren op basis van de instellingen van de
afdruktaak voor het opgeven van specifieke afmetingen of het wijzigen van de
formaatselectie van ELK AANGEPAST in AANGEP..
8. Als de configuratie juist is, drukt u op
om het bericht te wissen.
NLWW Invoerladen configureren 99
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Ga bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal te werk volgens onderstaande richtlijnen.
Opmerking
Speciaal afdrukmateriaal, zoals enveloppen, transparanten, papier met speciaal formaat of
zwaar afdrukmateriaal van meer dan 120 g/m
2
wordt via lade 1 afgedrukt.
Als u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk:
1. Plaats het afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Wanneer u wordt gevraagd het papiersoort op te geven, selecteert u het juiste soort
afdrukmateriaal voor het papier dat in de lade is geplaatst. Selecteer bijvoorbeeld
HOOGGLNZ. AFBEELD. wanneer u HP hoogglanzend laserpapier plaatst.
3. Stel in het programma of het printerstuurprogramma het soort afdrukmateriaal in op het
soort dat in de papierlade is geplaatst.
Opmerking
Controleer voor de beste afdrukkwaliteit altijd of het soort afdrukmateriaal dat is
geselecteerd op het bedieningspaneel van de printer en het soort dat is geselecteerd in het
programma of het printerstuurprogramma overeenkomen met het soort afdrukmateriaal in de
lade.
Transparanten
Neem bij het afdrukken op transparanten het volgende in acht:
Pak transparanten altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op een transparant
kunnen de afdrukkwaliteit aantasten.
Gebruik alleen transparanten die voor gebruik in deze printer worden aanbevolen.
Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet-transparanten aan. HP
producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke
resultaten garanderen.
Selecteer TRANSPARANT als afdrukmateriaalsoort in het programma of het
stuurprogramma of druk af uit een lade die is geconfigureerd voor transparanten.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
VOORZICHTIG
Transparanten die niet zijn ontwikkeld voor afdrukken in een LaserJet printer smelten in de
printer, waardoor de printer wordt beschadigd.
Glanspapier
Selecteer in het programma of het stuurprogramma GLANZEND, ZWAAR of
HOOGGLNZ. AFBEELD. als soort afdrukmateriaal of druk af uit een lade die is
geconfigureerd voor glanzend papier.
Gebruik het bedieningspaneel om het soort afdrukmateriaal in te stellen op GLANZEND
voor de invoerlade die wordt gebruikt.
Aangezien dit voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na uitvoering van uw
afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Zie
Invoerladen configureren
voor meer informatie.
100 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Opmerking
Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet Soft Gloss paper aan. HP
producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten
garanderen. Als in deze printer geen HP Color LaserJet Soft Gloss paper wordt gebruikt,
kan de afdrukkwaliteit verminderen.
Gekleurd papier
Gekleurd papier moet van dezelfde hoge kwaliteit zijn als wit fotokopieerpapier.
De kleurpigmenten op het papier moeten ten minste 0,1 seconde de hoge
smelttemperatuur van 190° C kunnen doorstaan zonder dat de kwaliteit van de kleuren
wordt aangetast.
Gebruik geen papier met een gekleurde coating die na fabricage van het papier is
aangebracht.
De printer produceert kleuren door patronen puntjes – overlappend en met variërende
spatiëring – af te drukken. De tint of de kleur van het gebruikte papier kan de tinten van
de afgedrukte kleuren beïnvloeden.
Afbeeldingen afdrukken
Voor de beste afdrukkwaliteit bij het afdrukken van afbeeldingen gebruikt u HP
hoogglanzend laserpapier (Q2420A) met de instelling HP hoogglanzend (afbeeldingen) voor
het soort afdrukmateriaal.
Selecteer in het programma of in het stuurprogramma de optie HOOGGLNZ.
AFBEELD. als het soort afdrukmateriaal of druk af vanuit een lade die voor glanspapier
is geconfigureerd.
U kunt de printer ook configureren met de instellingen op het bedieningspaneel. Zie
Invoerladen configureren voor meer informatie.
Enveloppen
Opmerking
U kunt enveloppen alleen afdrukken vanuit lade 1. Stel het formaat voor de lade in op het
specifieke envelopformaat. Zie
Enveloppen afdrukken vanuit lade 1.
Neem bij het afdrukken op enveloppen het volgende in acht om afdrukproblemen en
papierstoringen te voorkomen.
Laad niet meer dan 20 enveloppen tegelijk in lade 1.
Het gewicht van de enveloppen mag niet hoger zijn dan 105 g/m
2
.
Enveloppen moeten plat zijn.
Gebruik geen vensterenveloppen of enveloppen met sluithaakjes.
Enveloppen mogen niet verkreukeld, geknikt of gevouwen of anderszins beschadigd zijn.
Zelfklevende enveloppen moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en
de druk van het smeltproces van de printer.
De enveloppen moeten worden geladen met de afdrukkant naar beneden en met het
uiteinde van de postzegel naar de printer.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 101
Etiketten
Opmerking
Voor het afdrukken van etiketten stelt u in het bedieningspaneel van de printer het soort
afdrukmateriaal van de lade in op ETIKETTEN. Zie
Invoerladen configureren. Neem bij het
afdrukken op etiketten het volgende in acht:
Ga na of de kleeflaag op de etiketten bestand is tegen een temperatuur van 190° C
gedurende 0,1 seconde.
Zorg ervoor dat de kleeflaag tussen de etiketten nergens blootligt. Op plaatsen waar de
kleeflaag blootligt, kunnen de etiketten loslaten, waardoor de printer kan vastlopen. Een
blootliggende kleeflaag kan ook onderdelen van de printer beschadigen.
Laad een vel etiketten niet meer dan een keer in de printer.
Zorg dat de etiketten goed vlak liggen.
Gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere beschadigingen.
Zwaar papier
De volgende soorten zwaar papier kunnen worden gebruikt op de HP Color LaserJet 4650
series printer.
Papiersoort Papiergewicht
Zwaar
105-119 g/m
2
Extra zwaar
120-163 g/m
2
Kaarten
164-200 g/m
2
Gemiddeld
90-104 g/m
2
Tough-papier 5 mil
Neem bij het afdrukken op zware papiersoorten het volgende in acht:
Gebruik lade 1 voor papier dat zwaarder is dan 120 g/m
2
tot 200 g/m
2
.
Bij het afdrukken op zwaar papier bereikt u de beste resultaten door het
bedieningspaneel van de printer te gebruiken om het soort afdrukmateriaal voor deze
lade in te stellen op ZWAAR.
Selecteer in het programma of in het stuurprogramma de optie Zwaar als het soort
afdrukmateriaal of druk af vanuit een lade die voor zwaar papier is geconfigureerd.
Aangezien deze instelling voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na
uitvoering van uw afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Zie
Invoerladen configureren.
VOORZICHTIG
Gebruik over het algemeen geen papier dat zwaarder is dan het afdrukmateriaal dat voor
deze printer wordt aanbevolen. Gebruik van te zwaar papier kan tot transportproblemen,
papierstoringen, verminderde afdrukkwaliteit of tot overmatige slijtage van de
printermechanismen leiden.
102 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
HP LaserJet Tough paper
Volg onderstaande richtlijnen wanneer u op HP LaserJet Tough paper afdrukt:
Pak het papier altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op het papier kunnen de
afdrukkwaliteit aantasten.
Gebruik alleen HP LaserJet Tough paper voor deze printer. HP producten zijn zo
ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen.
Selecteer TOUGH-PAPIER als materiaalsoort in het programma of het
printerstuurprogramma of druk af vanuit een lade die is geconfigureerd voor HP
LaserJet Tough-papier.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier
De beste resultaten met voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier bereikt u wanneer u
de volgende richtlijnen in acht neemt:
Formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn bedrukt met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke emissies produceert wanneer deze gedurende
0,1 seconde wordt blootgesteld aan de smelttemperatuur van de printer, ongeveer 190°
C.
De inkt op het papier mag niet brandbaar zijn en de rollen in de printer niet aantasten.
Formulieren en briefhoofdpapier moeten in een vochtbestendige verpakking worden
bewaard om veranderingen in het materiaal tegen te gaan.
Controleer voordat u voorgedrukte formulieren of briefhoofdpapier in de printer laadt,
eerst of de inkt goed droog is. Natte inkt op voorgedrukt papier kan tijdens het
smeltproces loslaten.
Tijdens dubbelzijdig afdrukken laadt u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier in
lade 2 en 3 met de afdrukkant van de pagina naar beneden en de bovenrand van de
pagina naar de achterkant van de printer gekeerd. Als u voorbedrukte formulieren of
briefhoofdpapier in lade 1 wilt aanbrengen, laadt u het papier met de afdrukkant naar
boven en de onderrand naar de printer gekeerd.
Kringlooppapier
U kunt op uw printer ook kringlooppapier gebruiken. Kringlooppapier moet aan dezelfde
eisen voldoen als normaal papier. Raadpleeg de HP LaserJet Printer Family Print Media
Guide voor meer informatie. Hewlett-Packard beveelt aan om kringlooppapier te gebruiken
dat niet meer dan 5 procent houtpulp bevat.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 103
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Met sommige printermodellen kunt u dubbelzijdig afdrukken (duplexafdrukken). Als u wilt
controleren welke modellen de mogelijkheid bieden voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken, raadpleegt u
Printerconfiguraties. Alle printermodellen ondersteunen handmatig
dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, dient u dit aan te geven in de software die u gebruikt of in
het printerstuurprogramma. Als deze optie niet zichtbaar is in het programma of het
printerstuurprogramma, gebruikt u de volgende informatie om de opties voor dubbelzijdig
afdrukken beschikbaar te maken.
Ga als volgt te werk om dubbelzijdig af te drukken:
Controleer of het printerstuurprogramma zo is geconfigureerd dat de opties voor
dubbelzijdig afdrukken worden weergegeven: automatisch en/of handmatig. Raadpleeg
de Help voor het printerstuurprogramma of zie
De printerstuurprogramma's openen voor
meer informatie over de toegang tot printerstuurprogramma's.
Wanneer de optie voor dubbelzijdig afdrukken wordt weergegeven, selecteert u de
gewenste opties voor dubbelzijdig afdrukken in de software van het
printerstuurprogramma. U moet onder andere opties instellen voor de afdrukstand van
de pagina en het binden. Zie
Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken voor
meer informatie over de opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken wordt voor een aantal soorten afdrukmateriaal niet
ondersteund, waaronder transparanten, enveloppen, etiketten, zwaar en extra zwaar
papier, kaarten en Tough-papier. (Het maximale papiergewicht voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken is 105 g/m
2
bankpostpapier.)
Voor automatisch dubbelzijdig afdrukken worden alleen de papierformaten Letter, Legal
en A4 ondersteund.
Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken kunnen alle formaten en bijna alle soorten
afdrukmateriaal worden gebruikt. (Transparanten, enveloppen en etiketten worden niet
ondersteund.)
Als zowel automatisch als handmatig dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, wordt er
automatisch dubbelzijdig afgedrukt als het formaat en soort worden ondersteund door
de duplexeenheid. Als dit niet het geval is, wordt handmatig dubbelzijdig afgedrukt.
104 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Voor de beste resultaten kunt u het dubbelzijdig afdrukken het beste vermijden bij
gebruik van ruw en zwaar afdrukmateriaal.
Wanneer u speciaal afdrukmateriaal gebruikt, zoals briefhoofdpapier en formulieren,
plaatst u het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar beneden in lade 2, 3 of 4. Plaats
speciaal afdrukmateriaal in lade 1 met de afdrukkant omhoog. (Dit is anders dan voor
enkelzijdig afdrukken.)
Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken
In veel programma's kunt u de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken zelf wijzigen. Als u de
instellingen voor dubbelzijdig afdrukken niet in uw programma of printerstuurprogramma
kunt wijzigen, kunt u dit doen via het bedieningspaneel van de printer. De fabrieksinstelling
is UIT.
VOORZICHTIG
Dubbelzijdig afdrukken mag niet worden gebruikt voor het afdrukken op etiketten. De printer
kan hierdoor ernstig beschadigd worden.
Dubbelzijdig afdrukken in- of uitschakelen via het bedieningspaneel
Opmerking
Het wijzigen van de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken heeft gevolgen voor alle
afdruktaken. Wijzig deze instellingen indien mogelijk daarom altijd via uw software of het
printerstuurprogramma.
Opmerking
Wijzigingen die worden aangebracht via het printerstuurprogramma vervangen de
instellingen die zijn aangebracht via het bedieningspaneel van de printer.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplex) 105
4. Druk op om AFDRUKKEN te selecteren.
5. Druk op
om DUBBELZIJDIG te markeren.
6. Druk op
om DUBBELZIJDIG te selecteren.
7. Druk op
of om AAN te selecteren om automatisch dubbelzijdig afdrukken in te
schakelen of UIT om dubbelzijdig afdrukken uit te schakelen.
8. Druk op
om de waarde op te slaan.
9. Druk op M
ENU
.
10. Selecteer, indien mogelijk, dubbelzijdig afdrukken in het programma dat u gebruikt of in
het printerstuurprogramma.
Opmerking
Als u dubbelzijdig afdrukken in het printerstuurprogramma wilt selecteren, moet eerst het
stuurprogramma juist worden geconfigureerd. (Zie voor instructies de Help voor het
printerstuurprogramma of zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over
de toegang tot printerstuurprogramma's.)
Lege pagina's dubbelzijdig afdrukken
Als u een bron of soort in de software selecteert, wordt er niet op de lege tweede zijde van
een dubbelzijdig afgedrukte pagina afgedrukt, waardoor de printer sneller wordt. Als de
papiersoort echter is ingesteld op ELK SOORT, BRIEFPAPIER, VOORBEDRUKT of
GEPERFOREERD, wordt op de lege tweede zijde afgedrukt om te voorkomen dat er tekst
op de verkeerde zijde van de pagina wordt afgedrukt.
Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken
Voordat u een dubbelzijdig document afdrukt, kiest u via het printerstuurprogramma de rand
waarlangs het voltooide document moet worden gebonden. Over de lengte van het papier
(boekbinden) is de bindmethode die voor boeken wordt gebruikt. Over de breedte van het
papier is de bindmethode die voor kalenders gebruikt wordt.
Opmerking
De standaard bindmethode is voor het binden langs de lange zijde waarbij de pagina is
ingesteld voor de staande afdrukstand. Als u langs de lange zijde wilt binden, schakelt u het
selectievakje Pagina's naar boven omslaan in.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken op papier waarvan het formaat of gewicht niet wordt
ondersteund (bijvoorbeeld papier dat zwaarder is dan 120 g/m
2
of heel dun papier) of als de
printer geen automatisch dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, moet u het papier handmatig
opnieuw in de printer plaatsen nadat de eerste zijde is afgedrukt.
Opmerking
Gebruik geen beschadigd of eerder bedrukt papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Opmerking
Handmatig dubbelzijdig afdrukken wordt niet ondersteund op Windows 98- en NT 4.0-
systemen waarop het PS-stuurprogramma wordt gebruikt.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
1. Controleer of het printerstuurprogramma zo is geconfigureerd dat handmatig
dubbelzijdig afdrukken mogelijk is. Selecteer Handmatig dubbelzijdig afdrukken
toestaan in het printerstuurprogramma. Zie
De printerstuurprogramma's openen.
106 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
2. Open het printerstuurprogramma vanuit de software.
3. Selecteer het juiste formaat en type.
4. Klik op het tabblad Afwerken op Afdrukken op beide zijden of Dubbelzijdig
afdrukken (handmatig).
5. De bindoptie is standaard ingesteld op binden langs de lange zijde, waarbij de pagina is
ingesteld op de staande afdrukstand. Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op het
tabblad Afwerken en schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in.
6. Klik op OK. De instructies voor Afdrukken op beide zijden worden weergegeven. Volg
de instructies om het afdrukken van het document te voltooien.
Opmerking
Als het totaal aantal vellen de capaciteit van lade 1 voor handmatige dubbelzijdige taken
overschrijdt, voert u de bovenste 100 vellen in en drukt u op
. Wanneer u hierom wordt
gevraagd, plaatst u de volgende 100 vellen en drukt u op
. Herhaal dit indien nodig tot alle
vellen van de uitvoerstapel in lade 1 zijn geplaatst.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Brochures afdrukken
Met een aantal versies van het printerstuurprogramma kunt u opties instellen voor het
dubbelzijdig afdrukken van brochures. U kunt opties instellen voor het binden aan de linker-
of rechterkant van papier met het formaat Letter, Legal of A4. Windows 2000 en XP
ondersteunen het afdrukken van brochures op alle papierformaten.
Zie de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de functie voor het
afdrukken van brochures.
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplex) 107
Bijzondere afdruksituaties
Ga bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal te werk volgens onderstaande richtlijnen.
De eerste pagina anders afdrukken
Volg onderstaande procedure wanneer u de eerste pagina van een document op een ander
materiaal wilt afdrukken dan de rest van het document, bijvoorbeeld de eerste pagina van
een document op briefhoofdpapier en de rest op gewoon papier.
1. Geef vanuit uw toepassing of het printerstuurprogramma een lade op voor de eerste
pagina en een andere lade voor de overige pagina's.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
2. Plaats het speciale afdrukmateriaal in de lade die u in stap 1 hebt opgegeven.
3. Leg het afdrukmateriaal voor de overige pagina’s van het document in een andere lade.
U kunt ook op ander afdrukmateriaal afdrukken door via het bedieningspaneel of vanuit het
printerstuurprogramma de soorten afdrukmateriaal in de laden in te stellen en vervolgens
voor de eerste pagina en de resterende pagina's de gewenste papiersoort te selecteren.
Een leeg achterblad afdrukken
Voer de volgende procedure uit om een leeg achterblad af te drukken. U kunt ook een
andere papierbron selecteren of het blad afdrukken op een ander soort afdrukmateriaal dan
de rest van het document.
1. Selecteer Gebruik ander papier op het tabblad Papier van het printerstuurprogramma,
selecteer vervolgens Achterblad in de vervolgkeuzelijst, selecteer Leeg achterblad
toevoegen en klik op OK.
2. Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
U kunt ook een andere papierbron selecteren of het lege achterblad afdrukken op een ander
soort afdrukmateriaal dan de rest van het document. Selecteer desgewenst een andere bron
en een ander soort in de vervolgkeuzelijst.
Afdrukken op speciaal papier
U kunt met deze printer ook afdrukken op materialen van afwijkend formaat. Dit kan alleen
enkelzijdig. Lade 1 ondersteunt afdrukmateriaalformaten van 76 bij 127 mm tot 216 bij 356
mm. Lade 2 en de optionele lade 3 en lade 4 ondersteunen afdrukmateriaalformaten van
182 bij 210 mm tot 216 bij 356 mm.
Als tijdens het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal lade 1 via het bedieningspaneel van
de printer is geconfigureerd als LADE X TYPE= ELK SOORT en LADE X FORMAAT= ELK
FORM, zal de printer afdrukken op het afdrukmateriaal in de lade, ongeacht de papiersoort.
Tijdens afdrukken op speciale formaten vanuit lade 2, 3 of 4 kunt u de schakelaar op de lade
omzetten naar de stand AANGEP. en kunt u via het bedieningspaneel het formaat en de
papiersoort instellen op AANGEP. of ELK AANGEPAST.
108 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
In sommige programma's en printerstuurprogramma's kunt u zelf speciale papierformaten
opgeven. U kunt speciale papierformaten configureren via het tabblad Papier van het
printerstuurprogramma of via het tabblad Formulieren (Windows 2000 en XP). Let er in dat
geval op dat u het papierformaat correct instelt, zowel in het dialoogvenster Pagina-instelling
als in het dialoogvenster Afdrukken.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Wanneer u in uw programma ook zelf de marges voor een speciaal papierformaat moet
berekenen, raadpleeg dan Help van de toepassing.
Een afdruktaak afbreken
U kunt een afdruktaak afbreken vanaf het bedieningspaneel of vanuit de toepassing. Voor
het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk raadpleegt u de Help
voor het desbetreffende netwerkbesturingssysteem.
Opmerking
Nadat een afdruktaak is geannuleerd kan het even duren voordat alle afdrukgegevens uit
het geheugen zijn verwijderd.
Zo breekt u een afdruktaak af vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Druk op S
TOP
op het bedieningspaneel van de printer om de taak die momenteel wordt
afgedrukt, te onderbreken. Het menu van het bedieningspaneel bevat de optie voor het
doorgaan met afdrukken of het annuleren van de huidige taak.
2. Druk op M
ENU
om het menu te sluiten en door te gaan met afdrukken.
3. Druk op
om de taak te annuleren.
Het indrukken van S
TOP
heeft geen gevolgen voor alle volgende afdruktaken die zich op dat
moment in het printergeheugen bevinden.
Zo breekt u een afdruktaak af vanuit uw software
Er verschijnt kort een dialoogvenster op het display van het bedieningspaneel waarin u de
afdruktaak kunt annuleren.
Wanneer u meerdere afdruktaken vanuit een toepassing naar de printer hebt gestuurd, is
het mogelijk dat deze nog in de wachtrij staan (bijvoorbeeld in Afdrukbeheer van Windows).
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing om te weten te komen hoe u een afdruktaak
vanaf de computer kunt afbreken.
Als een afdruktaak in een afdrukwachtrij (computergeheugen) of afdrukspooler (Windows
98, 2000, XP of ME) is geplaatst, verwijdert u de afdruktaak daar.
Voor Windows 98, 2000, XP of ME gaat u naar Start en kiest u Instellingen en Printers.
Dubbelklik op het pictogram van de HP Color LaserJet 4650- of 3700-printer om de
afdrukspooler te openen. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en druk op Delete.
Als de afdruktaak niet wordt geannuleerd, moet u de computer wellicht uitschakelen en
opnieuw opstarten.
NLWW Bijzondere afdruksituaties 109
Taakopslagfuncties
U kunt met de HP Color LaserJet 4650 series printer taken in het geheugen van de printer
opslaan om deze later af te drukken. Voor de taakopslagfuncties wordt geheugen van de
vaste schijf en het RAM-geheugen (Random Access Memory) gebruikt. Deze functies voor
de opslag van taken wordt hieronder beschreven.
U wordt aangeraden extra geheugen te installeren voor de taakopslagfuncties voor
ingewikkelde taken of als u vaak ingewikkelde afbeeldingen afdrukt, PostScript-documenten
(PS) afdrukt of veel gedownloade lettertypen gebruikt. Extra geheugen zorgt ook voor meer
flexibiliteit in de ondersteuning van taakopslagfuncties zoals snel kopiëren.
Opmerking
Voor de functies Privétaak en Vasthouden moet u over minimaal 192 MB geheugen
beschikken: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. Als u de
functies voor snel kopiëren en opgeslagen taken wilt gebruiken, moet u een extra vast schijf
op de printer installeren (modellen HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn) en de
stuurprogramma's configureren.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de afdruktaak in het printerstuurprogramma een eigen naam geeft. Het gebruik
van standaard namen kan tot gevolg hebben dat eerdere afdruktaken met dezelfde
standaard naam worden overschreven of gewist. Zie
De printerstuurprogramma's openen
voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's.
Een afdruktaak opslaan
U kunt een afdruktaak naar de printer downloaden zonder dat u de taak afdrukt. Deze
afdruktaak kan dan op ieder gewenst moment via het bedieningspaneel van de printer
worden afgedrukt. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een personeelsformulier, een
kalender of een formulier voor het verantwoorden van uren of kosten op de printer opslaan,
zodat dat andere gebruikers deze documenten kunnen afdrukken.
Als u een afdruktaak permanent wilt opslaan, moet u bij het afdrukken van de taak de optie
Opgeslagen taak in het stuurprogramma selecteren.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
3. Druk op
om TAAK OPHALEN te selecteren.
4. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
5. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
6. Druk op
om een TAAKNAAM te markeren.
7. Druk op
om de TAAKNAAM te selecteren.
Afdrukken wordt gemarkeerd.
8. Druk op
om Afdrukken te selecteren.
9. Druk op
of om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren.
10. Druk op
om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje.
11. Herhaal stap 10 en 11 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code.
12. Druk op
wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code.
110 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
13. Druk op of om het benodigde aantal exemplaren te selecteren.
14. Druk op
om de taak af te drukken.
Snelkopiëren
Met Snelkopie wordt een kopie van een afgedrukte taak op de vaste schijf opgeslagen en
kunt u via het bedieningspaneel extra kopieën van een afdruktaak afdrukken. U kunt het
aantal snelkopietaken dat op de printer kan worden opgeslagen, instellen via het
bedieningspaneel.
U kunt deze functie via het stuurprogramma in- en uitschakelen.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
3. Druk op
om TAAK OPHALEN te selecteren.
4. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
5. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
6. Druk op
om een TAAKNAAM te markeren.
7. Druk op
om de TAAKNAAM te selecteren.
Afdrukken wordt gemarkeerd.
8. Druk op
om Afdrukken te selecteren.
9. Druk op
of om het aantal exemplaren te selecteren.
10. Druk op
om de taak af te drukken.
Proefafdrukfunctie
De functie Lezen en vasthouden is een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar
van een taak af te drukken en te proeflezen en vervolgens de overige exemplaren af te
drukken. Met deze optie wordt de afdruktaak opgeslagen op de vaste schijf of in het RAM-
geheugen van de printer en wordt alleen het eerste exemplaar van de taak afgedrukt, zodat
u het eerste exemplaar kunt controleren. Als het document juist is afgedrukt, kunt u de
resterende exemplaren van de afdruktaak afdrukken via het bedieningspaneel. U kunt het
aantal afdruktaken met de functie Lezen en vasthouden dat op de printer kan worden
opgeslagen, instellen via het bedieningspaneel.
Als u een taak permanent wilt opslaan en de taak niet door de printer gewist mag worden,
selecteert u in het stuurprogramma de optie Opgeslagen taak.
Opgeslagen taken afdrukken
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
2. Druk op
om TAAK OPHALEN te selecteren.
3. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
4. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
5. Druk op
om een TAAKNAAM te markeren.
NLWW Taakopslagfuncties 111
6. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren.
Afdrukken wordt gemarkeerd.
7. Druk op
om Afdrukken te selecteren.
8. Druk op
of om het aantal exemplaren te selecteren.
9. Druk op
om de taak af te drukken.
Opgeslagen taken verwijderen
Als u een opgeslagen taak naar de printer stuurt, worden reeds op de printer aanwezige
taken met dezelfde gebruiker en dezelfde taaknaam overschreven. Is er nog geen taak met
dezelfde gebruikers- en taaknaam opgeslagen en de printer heeft meer ruimte nodig, dan
kunnen reeds opgeslagen taken worden gewist, te beginnen met de oudste. Het
standaardaantal taken dat kan worden opgeslagen is 32. U kunt het aantal taken dat kan
worden opgeslagen, wijzigen via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor verdere informatie
over het instellen van de taakopslaglimiet
Menu Apparaat configureren.
Taken kunnen worden verwijderd via het bedieningspaneel, vanuit de geïntegreerde
webserver of vanuit HP Web Jetadmin. Ga als volgt te werk om via het bedieningspaneel
een taak te verwijderen:
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
2. Druk op
om TAAK OPHALEN te selecteren.
3. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
4. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
5. Druk op
om een TAAKNAAM te markeren.
6. Druk op
om de TAAKNAAM te selecteren.
7. Druk op
om VERWIJDER X te markeren.
8. Druk op
om VERWIJDER X te selecteren.
9. Druk op
om de taak te verwijderen.
Privétaken
Met deze optie kunt u een privétaak rechtstreeks naar het geheugen van de printer
verzenden. Wanneer Privétaak wordt geselecteerd, wordt het PIN-veld geactiveerd. De
afdruktaak kan pas worden afgedrukt wanneer u een PIN-code typt op het bedieningspaneel
van de printer. Nadat de taak is afgedrukt, wordt deze uit het geheugen verwijderd. Deze
functie is handig wanneer u gevoelige of vertrouwelijke documenten afdrukt die u na het
afdrukken niet in een uitvoerbak wilt laten liggen. Met Privétaak wordt de afdruktaak
opgeslagen op de vaste schijf of in het RAM-geheugen van de printer. Nadat de taak is
vrijgegeven voor afdrukken, wordt de privétaak meteen van de printer verwijderd. Als u meer
exemplaren nodig hebt, moet u de taak opnieuw afdrukken vanuit het programma. Als u een
tweede privétaak naar de printer verzendt met dezelfde gebruikersnaam en taaknaam als
een bestaande privétaak (en u de oorspronkelijke taak niet hebt vrijgegeven voor
afdrukken), wordt de bestaande taak overschreven, ongeacht de PIN-code. Privétaken
worden verwijderd als de printer wordt uitgeschakeld.
Opmerking
Het symbool van een hangslot naast de naam van de taak duidt erop dat een bepaalde taak
een privétaak is.
112 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Vanuit het stuurprogramma opgeven dat een taak privé is. Selecteer de optie Privétaak en
typ een PIN-code van vier cijfers. Als u wilt vermijden dat taken met dezelfde naam
overschreven worden, geeft u tevens een gebruikersnaam en een naam voor de taak op.
Een privétaak afdrukken
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
2. Druk op
om TAAK OPHALEN te selecteren.
3. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
4. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
5. Druk op
om een TAAKNAAM te markeren.
6. Druk op
om de TAAKNAAM te selecteren.
Afdrukken wordt gemarkeerd.
7. Druk op
om Afdrukken te selecteren.
8. Druk op
of om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren.
9. Druk op
om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje.
10. Herhaal stap 8 en 9 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code.
11. Druk op
wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code.
12. Druk op
of om het aantal exemplaren te selecteren.
13. Druk op
om de taak af te drukken.
Een privétaak wissen
Een privétaak kan vanuit het bedieningspaneel van de printer worden gewist. U kunt een
taak verwijderen zonder deze af te drukken of DE TAAK WORDT AUTOMATISCH
VERWIJDERD nadat deze is afgedrukt.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
2. Druk op
om TAAK OPHALEN te selecteren.
3. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
4. Druk op
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
5. Druk op
om een TAAKNAAM te markeren.
6. Druk op
om de TAAKNAAM te selecteren.
7. Druk op
om VERWIJDER X te markeren.
8. Druk op
om VERWIJDER X te selecteren.
9. Druk op
of om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren.
10. Druk op
om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje.
11. Herhaal stap 9 en 10 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code.
12. Druk op
wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code.
13. Druk op
om de taak te verwijderen.
NLWW Taakopslagfuncties 113
Mopier-modus
Wanneer de modus Mopier is ingeschakeld, worden meerdere gesorteerde exemplaren van
één afdruktaak afgedrukt. Door het maken van meerdere originele afdrukken (mopying)
nemen de prestaties van de printer toe en wordt het netwerkverkeer verminderd, omdat de
taak één keer naar de printer wordt verzonden en deze vervolgens in het RAM-geheugen
van de printer wordt opgeslagen. De resterende exemplaren worden op de hoogste snelheid
afgedrukt. Alle documenten kunnen worden gemaakt, ingesteld, beheerd en voltooid vanaf
de computer, waardoor u geen kopieerapparaat hoeft te gebruiken.
De HP Color LaserJet 4650 series printers ondersteunen de Mopier-functie als deze over
voldoende geheugen beschikken (minimaal 192 MB totaal geheugen: 160 MB DDR plus 32
MB op de formatter-kaart) en de Mopier-functie wordt standaard ingeschakeld als de
instelling Mopier-modus is Ingeschakeld op het tabblad Apparaatinstellingen.
114 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Geheugenbeheer
Deze printer ondersteunt maximaal 544 MB geheugen: 512 MB DDR plus 32 MB extra
geheugen op de formatter-kaart. U kunt extra geheugen toevoegen door DDR-geheugen
(Dual Data-Rate) te installeren. De printer heeft twee DDR-sleuven waarin
geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Zie
Geheugenkaarten en printservers gebruiken voor meer informatie over het installeren van
geheugen.
Opmerking
Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins
SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.
De printer is uitgerust met Memory Enhancement Technology (MEt), die de afdrukgegevens
automatisch comprimeert voor optimale benutting van het printergeheugen.
Voor de printer wordt DDR SODIMM gebruikt. EDO-DIMM’s (Extended Data Output) worden
niet ondersteund.
Opmerking
Als zich bij het afdrukken van complexe grafische afbeeldingen geheugenproblemen
voordoen, kunt u meer geheugen vrijmaken door gedownloade lettertypen, opmaakmodellen
en macro's uit het printergeheugen te verwijderen. Problemen met het printergeheugen
kunnen mede worden voorkomen door de complexiteit van een afdruktaak vanuit een
toepassing te verkleinen.
NLWW Geheugenbeheer 115
116 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Printerbeheer
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de printer omgaat. De volgende onderwerpen
komen aan bod:
Pagina’s met printerinformatie
De geïntegreerde webserver gebruiken
De hp werkset gebruiken
NLWW 117
Pagina’s met printerinformatie
Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken die informatie geven
over de printer en de huidige configuratie. Hieronder wordt omschreven hoe u de volgende
informatiepagina's kunt afdrukken:
menustructuur
configuratiepagina
statuspagina printerbenodigdheden
gebruikspagina
demopagina
RGB-voorbeelden afdrukken
CMYK-voorbeelden afdrukken
bestandsdirectory
PCL- of PS-lettertypeoverzicht
logbestand
Menustructuur
Als u de huidige instellingen wilt bekijken voor alle menu's en opties die op het
bedieningspaneel kunnen verschijnen, drukt u een menustructuur van het bedieningspaneel
af.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Als MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN niet is gemarkeerd, drukt u op
of op totdat
de optie is gemarkeerd.
5. Druk op
om MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... MENUOV. verschijnt op het display totdat de printer klaar is met
het afdrukken van de menustructuur. Na het afdrukken van de menustructuur keert de
printer terug naar Gereed.
U kunt de menustructuur desgewenst bij de printer leggen, zodat u de structuur als
referentie kunt gebruiken. De inhoud van de menustructuur varieert, afhankelijk van de
opties die in de printer zijn geïnstalleerd. (Veel van deze instellingen worden genegeerd als
er vanuit het printerstuurprogramma of het programma een andere instelling wordt gekozen.)
Raadpleeg voor een complete lijst van de bedieningspaneelopties en mogelijke waarden
Menuoverzicht.
118 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
Configuratiepagina
Gebruik de configuratiepagina om uw huidige printerinstellingen te bekijken, voor hulp bij het
oplossen van printerproblemen of voor het controleren van de installatie of optionele
accessoires zoals geheugen (DIMM's), papierladen en printertalen.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... CONFIGURATIE verschijnt op het display totdat de printer klaar is
met het afdrukken van de configuratiepagina. Na het afdrukken van de configuratiepagina
keert de printer terug naar Gereed.
Opmerking
Als de printer is voorzien van EIO-kaarten (zoals een HP Jetdirect printserver) of een
optionele vaste schijf, wordt er nog een extra pagina afgedrukt met informatie over de
configuratie van de interface.
Statuspagina printerbenodigdheden
Op de statuspagina met benodigdheden kunt u zien hoe lang de volgende benodigdheden
en kits nog meegaan:
printcartridges (alle kleuren)
transfereenheid
fuser
Zo drukt u de statuspagina voor de benodigdheden af:
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. te markeren.
5. Druk op
om STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. te selecteren.
Het bericht Afdrukken... STATUS BENODIGDHEDEN verschijnt op het display totdat de
printer klaar is met het afdrukken van de statuspagina voor de benodigdheden. Na het
afdrukken van de statuspagina voor de benodigdheden keert de printer terug naar Gereed.
Opmerking
Als u benodigdheden gebruikt die niet van HP zijn, wordt de resterende levensduur van
deze benodigdheden niet op de pagina voor de benodigdhedenstatus aangegeven. Zie
Printcartridges van andere merken voor meer informatie.
NLWW Pagina’s met printerinformatie 119
Gebruikspagina
De gebruikspagina bevat een overzicht van het aantal pagina’s dat voor elk afdrukformaat
door de printer is gegaan. Voor elk afdrukformaat wordt het totaal aantal pagina’s vermeld
dat aan één zijde, aan beide zijden (met de duplexeenheid) en met beide methoden is
afgedrukt. Bovendien wordt het gemiddelde paginadekkingspercentage voor elke kleur
vermeld.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... GEBRUIKSPAGINA wordt weergegeven op het display totdat de
printer klaar is met het afdrukken van de gebruikspagina. Na het afdrukken van de
gebruikspagina keert de printer terug naar Gereed.
Demo
Een voorbeeldpagina is een kleurenfoto aan de hand waarvan de afdrukkwaliteit wordt
getoond.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om DEMO AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om DEMO AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht DEMOPAGINA afdrukken... verschijnt op het display totdat de printer klaar is
met het afdrukken van de voorbeeldpagina. Na het afdrukken van de voorbeeldpagina keert
de printer terug naar Gereed.
CMYK-voorbeelden afdrukken
Gebruik de pagina CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN om CMYK-kleurvoorbeelden af te
drukken die overeenkomen met de kleurwaarden in de toepassing.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... CMYK-monsters verschijnt op het display totdat de printer klaar is
met het afdrukken van de voorbeeldpagina. Na het afdrukken van de voorbeeldpagina keert
de printer terug naar Gereed.
120 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
RGB-voorbeelden afdrukken
Gebruik de pagina RGB-MONSTERS AFDRUKKEN om RGB-kleurvoorbeelden af te
drukken die overeenkomen met de kleurwaarden in de toepassing.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om RGB-MONSTERS AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om RGB-MONSTERS AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... RGB-monsters verschijnt op het display totdat de printer klaar is
met het afdrukken van de voorbeeldpagina. Na het afdrukken van de voorbeeldpagina keert
de printer terug naar Gereed.
Bestandsdirectory
In de bestandsdirectory wordt informatie weergegeven voor alle geïnstalleerde apparaten
voor massaopslag. Deze optie wordt niet weergegeven als er geen apparaten voor
massaopslag zijn geïnstalleerd.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... BESTANDSDIRECTORY verschijnt op het display totdat de printer
klaar is met het afdrukken van de bestandsdirectorypagina. Na het afdrukken van de
bestandsdirectorypagina keert de printer terug naar Gereed.
PCL- of PS-lettertypeoverzicht
Gebruik de lettertypenoverzichten om te bekijken welke lettertypen in de printer zijn
geïnstalleerd. (De lettertypenoverzichten bevatten ook de lettertypen die op een optionele
vaste schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.)
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
tot PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. of PS-LETTERTYPEN-
OVERZICHT AFDRUK. verschijnt.
5. Druk op
om PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. of PS-LETTERTYPEN-
OVERZICHT AFDRUK. te selecteren.
Het bericht LETTERTYPENLIJST WORDT AFGEDRUKT... verschijnt op het display totdat
de printer klaar is met het afdrukken van de lettertypepagina. Na het afdrukken van de
lettertypepagina keert de printer terug naar Gereed.
NLWW Pagina’s met printerinformatie 121
Logbestand
Het logbestand geeft een overzicht van alles wat er met de printer is gebeurd, zoals
papierstoringen, servicefouten en andere omstandigheden.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om DIAGNOSTIEK te markeren.
3. Druk op
om DIAGNOSTIEK te selecteren.
4. Druk op
om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... GEBEURT.LOG verschijnt op het display totdat de printer klaar is
met het afdrukken van het logbestand. Na het afdrukken van het logbestand keert de printer
terug naar Gereed.
122 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
De geïntegreerde webserver gebruiken
Wanneer de printer rechtstreeks op een computer is aangesloten, wordt de geïntegreerde
webserver ondersteund voor Windows 95 en hoger. Als u de geïntegreerde webserver met
een rechtstreekse aansluiting wilt gebruiken, kiest u tijdens het installeren van het
printerstuurprogramma de optie Aangepaste installatie. Selecteer de optie voor het laden
van Printerstatus en waarschuwingen. De proxyserver wordt geïnstalleerd als onderdeel van
Printerstatus en waarschuwingen.
Als de printer via een netwerk is aangesloten, is de geïntegreerde webserver automatisch
beschikbaar. De geïntegreerde webserver is toegankelijk via Windows 95 en later.
Met de geïntegreerde webserver kunt u de status van de printer en het netwerk bekijken en
de afdrukfuncties beheren vanaf uw computer in plaats van via het bedieningspaneel van de
printer. Hieronder ziet u enkele voorbeelden van wat u zoal met de geïntegreerde webserver
kunt doen.
statusinformatie over de printer bekijken
de papiersoort in elke papierlade instellen
de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen
de configuratie van laden bekijken en wijzigen
de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen
interne pagina's bekijken en afdrukken
berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen
de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
De geïntegreerde webserver is te gebruiken met Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger of
Netscape Navigator 6.2 of hoger. De geïntegreerde webserver werkt wanneer de printer is
aangesloten op een netwerk dat op IP is gebaseerd. De geïntegreerde webbrowser biedt
geen ondersteuning voor IPX-printeraansluitingen. Om de geïntegreerde webserver te
kunnen openen en gebruiken hoeft u geen toegang tot internet te hebben. Meer informatie
over de geïntegreerde webserver van HP vindt u in de HP Embedded Web Server User
Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers van HP). Deze handleiding
kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
U krijgt als volgt toegang tot de geïntegreerde webserver
Ga naar de webbrowser van uw computer en typ het IP-adres van de printer. (Als u het IP-
adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Zie
Pagina’s met printerinformatie voor
meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.)
Opmerking
Nadat u de URL hebt geopend, kunt u er een bladwijzer voor maken, zodat u er voortaan
snel naartoe kunt gaan.
1. De geïntegreerde webserver heeft drie tabbladen met instellingen en informatie over de
printer: het tabblad Informatie, het tabblad Instellingen en het tabblad Netwerk. Klik op
het gewenste tabblad.
2. Zie de volgende secties voor meer informatie over elk tabblad.
NLWW De geïntegreerde webserver gebruiken 123
Tabblad Informatie
Dit tabblad bevat de volgende pagina's:
Apparaatstatus. Op deze pagina worden de printerstatus en de resterende levensduur
van HP weergegeven, waarbij 0 procent betekent dat een artikel op of leeg is. Op deze
pagina worden tevens het type en formaat van de ingestelde afdrukmaterialen voor elke
lade weergegeven. Klik op Instellingen wijzigen om de standaardinstellingen te wijzigen.
Configuratiepagina. Op deze pagina wordt de informatie van de configuratiepagina van
de printer weergegeven.
Status benodigdheden. Op deze pagina wordt de resterende levensduur van HP-
benodigdheden weergegeven, waarbij 0 procent betekent dat een artikel op of leeg is.
Op deze pagina worden tevens artikelnummers vermeld. Klik op Benodigdheden
bestellen in het gedeelte Overige koppelingen aan de linkerzijde van het venster. U
moet toegang tot internet hebben om een website te kunnen bezoeken.
Logbestand. Op deze pagina worden alle gebeurtenissen en fouten van de printer
weergegeven.
Gebruikspagina. Op deze pagina wordt een overzicht weergegeven van het aantal
pagina's dat door de printer is afgedrukt, gegroepeerd naar grootte en type.
Apparaatgegevens. Op deze pagina worden de naam, het adres en de modelgegevens
van de printer weergegeven. Klik op Apparaatgegevens op het tabblad Instellingen
om deze items te wijzigen.
Bedieningspaneel. Op deze pagina ziet u een afbeelding van de tekst die momenteel
op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Tabblad Instellingen
Met dit tabblad kunt u de printer via uw computer configureren. Het tabblad Instellingen kan
worden beveiligd met een wachtwoord. Als de printer op een netwerk is aangesloten, moet u
altijd met de printerbeheerder overleg plegen voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt.
Het tabblad Instellingen bevat de volgende pagina's.
Apparaat configureren. Alle printerinstellingen worden via deze pagina geconfigureerd.
Deze pagina bevat de gangbare menu's van printers die u opent met een
bedieningspaneeldisplay. Deze menu's zijn Informatie, Papierverwerking en Apparaat
configureren.
Waarschuwingen. Alleen netwerk. Instellen om e-mailwaarschuwingen te ontvangen
voor diverse printergebeurtenissen. Waarschuwingen kunnen ook naar een URL worden
verzonden.
E-mail. Alleen netwerk. Wordt samen met de waarschuwingenpagina gebruikt om
binnenkomende en uitgaande e-mail in te stellen, alsmede e-mailwaarschuwingen.
Beveiliging. Een wachtwoord instellen voor toegang tot de tabbladen Instellingen en
Netwerk. Bepaalde functies van de geïntegreerde webserver in- en uitschakelen.
Overige koppelingen. Een koppeling naar een andere website toevoegen of
aanpassen. Deze koppeling wordt weergegeven onder Overige koppelingen op alle
pagina's van de geïntegreerde webserver. Deze permanente koppelingen verschijnen
altijd onder Overige koppelingen: HP instant ondersteuning™, Benodigdheden
bestellen en Productondersteuning.
124 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
Apparaatgegevens. De printer een naam geven en een nummer toekennen. Voer de
naam en het e-mailadres in voor de eerste contactpersoon die informatie over de printer
ontvangt.
Taal. De taal bepalen waarin de informatie van de geïntegreerde webserver verschijnt.
Tijdservices. De tijdinstellingen van de printer configureren.
Tabblad Netwerken
Met dit tabblad kan de netwerkbeheerder netwerkinstellingen voor de printer regelen
wanneer deze op een IP-netwerk is aangesloten. Dit tabblad verschijnt niet als de printer
rechtstreeks op een computer is aangesloten of als de printer op een netwerk is aangesloten
waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een HP Jetdirect printserver.
Overige koppelingen
Dit gedeelte bevat koppelingen naar internet voor het bestellen van benodigdheden of
productondersteuning. U hebt toegang tot internet nodig om deze koppelingen te gebruiken.
Als u een inbelverbinding gebruikt en nog geen verbinding hebt wanneer u de geïntegreerde
webserver opent, moet u eerst verbinding maken voordat u de websites kunt bezoeken. Het
kan nodig zijn de geïntegreerde webserver te sluiten en opnieuw te openen.
HP instant ondersteuning™. Hiermee gaat u naar de website van HP waar u
oplossingen kunt vinden voor mogelijke vragen en problemen. Deze service analyseert
het foutlogbestand en de configuratiegegevens van uw printer voor specifieke
diagnostische informatie en ondersteuningsinformatie voor uw printer.
Benodigdheden bestellen. Klik op deze koppeling om naar de website van HP te gaan
en artikelen van HP te bestellen, zoals printcartridges en papier.
Productondersteuning. Hiermee gaat u naar de ondersteuningssite voor de HP Color
LaserJet 4650 printer. Vervolgens kunt u naar hulp zoeken over algemene onderwerpen.
NLWW De geïntegreerde webserver gebruiken 125
De hp werkset gebruiken
De HP werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
De printerstatus controleren.
De printerinstellingen configureren (webpagina-instellingen voor het apparaat openen).
Informatie over probleemoplossing bekijken.
On line documentatie bekijken.
Interne printerinformatiepagina's afdrukken.
Pop-upstatusberichten ontvangen.
U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten
of als deze op een netwerk is aangesloten. (De HP werksetsoftware wordt automatisch
geïnstalleerd als onderdeel van de standaardinstallatie.)
Opmerking
U hebt geen toegang tot internet nodig om de HP werkset te openen en te gebruiken. Als u
echter op een koppeling in het gedeelte Overige koppelingen klikt, hebt u toegang tot
internet nodig om naar de betreffende website te gaan. Zie
Overige koppelingen voor meer
informatie.
Ondersteunde besturingssystemen
HP werkset wordt ondersteund voor de volgende besturingssystemen:
Windows 98, 2000, ME en XP
Macintosh OS 10.2 of hoger
Ondersteunde browsers
U kunt de HP werkset gebruiken met de volgende browsers:
Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger (Internet Explorer 5.2 of hoger voor Macintosh)
Netscape Navigator 7.0 of hoger (Netscape Navigator 7.0 of hoger voor Macintosh)
Opera Software ASA Opera™ 7.0 voor Windows
Safari 1.0-software voor Macintosh
Alle pagina's kunnen worden afgedrukt vanuit de browser.
De hp werkset weergeven
Selecteer Programma's in het menu Start, selecteer HP Color LaserJet 4650 en selecteer
vervolgens HP LaserJet-werkset.
Opmerking
U kunt de HP werkset ook weergeven door op het pictogram rechts op het menu Start van
Windows of op het bureaubladpictogram te klikken.
De HP werkset wordt in de webbrowser geopend.
Opmerking
Nadat u de URL hebt geopend, kunt u er een bladwijzer voor maken, zodat u er voortaan
snel naartoe kunt gaan.
126 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
Onderdelen van de HP werkset
De HP werkset bevat de volgende onderdelen:
Tabblad Status
Tabblad Problemen oplossen
Tabblad Waarschuwingen
Tabblad Documentatie
Knop Apparaatinstellingen
Overige koppelingen
Elke pagina van de HP werkset bevat koppelingen naar de website van HP voor de
volgende informatie:
Product registration
Product support
Ordering supplies
HP Instant support™
U hebt toegang tot internet nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een
inbelverbinding gebruikt en geen verbinding hebt gemaakt voordat u de HP werkset opende,
moet u eerst verbinding maken alvorens u deze websites kunt bezoeken.
Tabblad Status
Het tabblad Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's:
Apparaatstatus. De printerstatusinformatie bekijken. Op deze pagina worden de
printeromstandigheden, zoals een papierstoring of een lege lade, weergegeven. Gebruik
de virtuele knoppen op het bedieningspaneel van deze pagina om de printerinstellingen
te wijzigen. Nadat u een printerprobleem hebt opgelost, klikt u op Vernieuwen om de
apparaatstatus bij te werken.
Status benodigdheden. Op deze pagina worden gedetailleerde gegevens
weergegeven, zoals het percentage overgebleven toner in de cartridge en het aantal
pagina's dat is afgedrukt met de huidige cartridge. De pagina bevat ook koppelingen
voor het bestellen van benodigdheden en informatie over het recyclen van afval.
Infopagina's afdrukken. De configuratiepagina en diverse andere infopagina's
afdrukken die beschikbaar zijn op de printer, zoals de pagina Status benodigdheden,
de demopagina en de menustructuur.
Tabblad Problemen oplossen
Het tabblad Problemen oplossen biedt koppelingen naar informatie over het oplossen van
diverse printerproblemen, zoals het verhelpen van een papierstoring, het oplossen van
problemen met de afdrukkwaliteit, het oplossen van andere interne problemen met de printer
en het afdrukken van een aantal printerpagina's.
NLWW De hp werkset gebruiken 127
Tabblad Waarschuwingen
Op het tabblad Waarschuwingen kunt u instellen welke printerwaarschuwingen moeten
worden weergegeven. Het tabblad Waarschuwingen bevat koppelingen naar de volgende
hoofdpagina's:
Statuswaarschuwingen instellen
Beheerdersinstellingen
Pagina Statuswaarschuwingen instellen
Op de pagina Statuswaarschuwingen instellen kunt u waarschuwingen in- of uitschakelen
en kiezen uit twee typen waarschuwingen:
een pop-upbericht
een pictogram in de taakbalk
Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Pagina Beheerdersinstellingen
Op de pagina Beheerdersinstellingen kunt u instellen hoe vaak de HP werkset op
printerwaarschuwingen moet controleren. De beschikbare instellingen zijn:
een keer per minuut (elke 60 seconden)
twee keer per minuut (elke 30 seconden)
twintig keer per minuut (elke 3 seconden)
Als u het I/O-netwerk minder wilt belasten, vermindert u het aantal keren dat naar
waarschuwingen wordt gekeken.
Tabblad Documentatie
Het tabblad Documentatie bevat koppelingen naar de volgende informatiebronnen:
Gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik
van de printer, de garantieverklaring, de specificaties en de ondersteuning. De
gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-indeling.
Installatieopmerkingen. Bevat informatie over de printerinstallatie.
Knop Apparaatinstellingen
Als u op de knop Apparaatinstellingen klikt, wordt er verbinding gemaakt met de
geïntegreerde webserver van de printer. Zie
De geïntegreerde webserver gebruiken voor
meer informatie.
128 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
HP werkset-koppelingen
De HP werkset-koppelingen aan de linkerzijde van het scherm leiden naar de volgende
opties:
Selecteer een apparaat. Selecteer een apparaat uit alle apparaten die zijn
ingeschakeld voor de HP werkset.
Huidige waarschuwingen bekijken. De huidige waarschuwingen voor alle
geïnstalleerde printers weergeven. (Er moet een taak worden afgedrukt als u de
waarschuwingen wilt weergegeven.)
Pagina Alleen tekst. HP werkset weergeven als een overzicht met koppelingen naar
pagina's met alleen tekst.
NLWW De hp werkset gebruiken 129
130 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW
Kleur
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de HP Color LaserJet 4650 series printer prachtige
afdrukken in kleur levert. Tevens wordt hier omschreven hoe u de best mogelijke
kleurafdrukken kunt maken. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Afdrukken in kleur
Kleuropties van de printer beheren
Kleuren overeenstemmen
NLWW 131
Afdrukken in kleur
De HP Color LaserJet 4650 series printer biedt afdrukken met fantastische kleuren
onmiddellijk na het instellen van de printer. De printer biedt een combinatie van
automatische kleurfuncties voor levering van prachtige kleuren voor algemeen gebruik op
kantoor, en biedt daarnaast geavanceerde hulpmiddelen voor professionele gebruikers met
ervaring op gebied afdrukken in kleur.
De HP Color LaserJet 4650 series printer biedt zorgvuldig samengestelde en geteste
kleurtabellen voor het gelijkmatig en nauwkeurig afdrukken van alle kleuren.
HP ImageREt 3600
HP ImageREt 3600-afdruktechnologie is een systeem met geavanceerde technologieën dat
exclusief door HP is ontwikkeld voor optimale afdrukkwaliteit. Het HP ImageREt-systeem
onderscheidt zich op de markt door de integratie van technologische ontwikkelingen en de
optimalisatie van alle onderdelen van het afdruksysteem. Er zijn verschillende HP ImageREt-
categorieën ontwikkeld voor diverse gebruikersbehoeften.
De basis van het systeem bestaat uit belangrijke technologieën voor kleurenlasers,
waaronder verbeterde afbeeldingen, handige benodigdheden en de verwerking van
materiaal met hoge resoluties. Bij de hogere niveaus of categorieën van ImageREt zijn de
kerntechnologieën afgestemd op een geavanceerder gebruik van het systeem en zijn
aanvullende technologieën geïntegreerd. De HP ImageREt 3600 is een complete
afdrukoplossing van HP die voor het eerst is ontwikkeld en geïmplementeerd in de HP Color
LaserJet 4650 series printer. HP biedt nu een optimale afbeeldingskwaliteit voor
documenten en bijbehorend marketingmateriaal voor algemeen gebruik op kantoor. De HP
Image REt 3600 levert optimale prestaties in verschillende omgevingsomstandigheden en
met divers afdrukmateriaal. De beeldmodus van dit afdruksysteem is geoptimaliseerd voor
het afdrukken op HP hoogglanzend laserpapier.
Beste afdrukkwaliteit
Voor de beste afdrukkwaliteit van de HP Color LaserJet 4650 series printer gebruikt u HP
hoogglanzend laserpapier in de speciale beeldmodus. Als u de beeldmodus wilt selecteren,
stelt u het soort afdrukmateriaal in op HP hoogglanzend (afbeeldingen). Zie
Afdrukken op
speciaal afdrukmateriaal voor meer informatie.
Papierselectie
Voor de beste kleuren en afbeeldingskwaliteit is het van belang om in het printermenu of via
het bedieningspaneel het juiste afdrukmateriaal te selecteren. Zie
Afdrukmateriaal selecteren.
Kleuropties
De kleuropties maken automatisch optimale kleurafdrukken mogelijk voor diverse soorten
documenten.
132 Hoofdstuk 6 Kleur NLWW
De kleuropties maken gebruik van het zogenaamde "object tagging"; dit is een methode om
voor de verschillende objecten op een pagina (tekst, illustraties en foto’s) de best mogelijke
kleur- en halftooninstellingen te gebruiken. Het printerstuurprogramma onderzoekt welke
objecten de pagina bevat en bepaalt vervolgens de halftoon- en kleurinstellingen die voor
elk object op de pagina de beste afdrukkwaliteit geven. In combinatie met de reeds optimale
standaardinstellingen produceert ‘object tagging’ zo de fraaiste kleurenresultaten.
Onder Windows zijn de kleuropties Automatisch en Handmatig op het tabblad Kleur van
het printerstuurprogramma ondergebracht.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
sRGB
sRGB (standard red-green-blue) is een wereldwijde kleurstandaard origineel ontwikkeld door
HP en Microsoft als gemeenschappelijk kleursysteem voor monitors, invoerapparaten
(scanners, digitale camera's) en uitvoerapparaten (printers, plotters). Dit is het
standaardkleursysteem dat wordt gebruikt voor producten van HP, besturingssystemen van
Microsoft, het web en de meeste kantoorsoftware die tegenwoordig wordt verkocht. sRGB is
het meestgebruikte kleursysteem voor monitors van Windows-computers en voor de nieuwe
zogenaamde 'high-definition television'.
Opmerking
Factoren, zoals het type monitor dat u gebruikt of de lichtval in de kamer, beïnvloeden de
weergave van de kleuren op het scherm. Zie
Kleuren overeenstemmen voor meer informatie.
Voor de laatste versies van Adobe PhotoShop, CorelDRAW™, Microsoft Office en veel
andere toepassingen wordt sRGB gebruikt voor het weergeven van kleuren. sRGB is als
standaardkleursysteem in besturingssystemen van Microsoft nu wijd verbreid als middel
voor het uitwisselen van kleurgegevens tussen toepassingen en apparaten door een
gemeenschappelijke definitie die zorgt voor meer consistentie in het gebruik van kleuren.
sRGB verruimt de mogelijkheden van gebruikers om de kleuren van printer, monitor en
andere invoerapparaten (scanners, digitale camera's) beter op elkaar af te stemmen, ook als
zij geen expert zijn op het gebied van kleur.
Afdrukken in vier kleuren — CMYK
Cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK) zijn de inktkleuren die worden gebruikt door een
drukpers. Het proces wordt vaak vierkleurendruk genoemd. CMYK-gegevensbestanden
worden gewoonlijk gebruikt door de grafische sector, zoals drukkerijen en uitgeverijen. De
printer accepteert CMYK-kleuren via het PS-printerstuurprogramma. De CMYK-
kleurenweergave van de printer is ontwikkeld om rijke, intensieve kleuren te leveren voor
tekst en afbeeldingen.
CMYK-inktsetemulatie (alleen PostScript)
De CMYK-kleurenweergave van de printer kan worden ingesteld om verschillende
standaardinktsets voor offsetdruk te emuleren.
Standaardinstelling. Deze modus is handig voor het afdrukken van CMYK-gegevens
voor algemeen gebruik. Met de modus is het mogelijk foto's goed af te drukken, terwijl
tegelijkertijd tekst en afbeeldingen met rijke intensieve kleuren worden afgedrukt.
SWOP (Specification for Web Offset Publications). Algemene inktstandaarden in
de Verenigde Staten en andere landen/regio's.
NLWW Afdrukken in kleur 133
Euroscale. Algemene inktstandaard in Europa en andere landen/regio's.
DIC (Dainippon Ink and Chemical). Algemene inktstandaard in Japan en andere
landen/regio's.
Apparaat. Emulatie is uitgeschakeld. Voor het correct afdrukken van foto's in deze
modus moet u de kleuren van de afbeelding in de toepassing of in het
besturingssysteem regelen.
134 Hoofdstuk 6 Kleur NLWW
Kleuropties van de printer beheren
Instelling van de kleuropties op Automatisch levert over het algemeen de beste
afdrukkwaliteit voor documenten in kleur. Er kunnen echter situaties optreden wanneer u
een kleurdocument in grijsschaal (zwart-wit) wilt afdrukken of wanneer u een van de
kleuropties van de printer wilt veranderen.
In Windows kunt u in grijstinten afdrukken of kleuropties veranderen met instellingen op
het tabblad Kleur van het printerstuurprogramma.
Als u een Macintosh-computer hebt, kunt u in grijstinten afdrukken of kleuropties
veranderen via het pop-upmenu Kleuraanpassing in het dialoogvenster Print.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Afdrukken in grijstinten
Als u de optie Afdrukken in grijstinten in het printerstuurprogramma kiest, wordt uw
document in zwart-wit afgedrukt. Deze optie is praktisch als u proefexemplaren van dia's wilt
bekijken, een kladversie wilt afdrukken of als u kleurendocumenten wilt afdrukken die
gefotokopieerd of gefaxt moeten worden.
Automatische of handmatige kleuraanpassing
De kleuraanpassingsoptie Automatisch dient voor het optimaliseren van neutrale grijstinten,
halftonen en randverbeteringen in de verschillende elementen van een document. Meer
informatie vindt u in de Help van het printerstuurprogramma.
Opmerking
Automatisch is de standaard instelling en wordt aanbevolen voor het afdrukken van alle
kleurendocumenten.
Met de kleuraanpassingsoptie Handmatig kunt u zelf neutrale grijstinten, halftonen en
randverbeteringen voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen. Als u via het tabblad Kleur
naar de handmatige kleuropties wilt gaan, selecteert u Handmatig en vervolgens Instellingen.
Handmatige kleuropties
Met de handmatige kleuraanpassing kunt u de opties Kleur (of Kleurafstemming) en
Halftoon apart veranderen voor tekst, illustraties en foto's.
Halftoonopties
Halftoon-opties beïnvloeden de resolutie en helderheid van uw gekleurde documenten. U
kunt instellingen voor halftonen onafhankelijk van elkaar selecteren voor tekst, afbeeldingen
en foto's. Er zijn twee halftoonopties, namelijk Gelijkmatig en Gedetailleerd.
De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken. Ook foto’s
worden verbeterd door het geleidelijke overgaan van fijne kleurnuances. Kies deze optie
als het gelijkmatig vullen van gekleurde vlakken het belangrijkst is.
De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen
lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details. Kies deze
optie als scherpe randen en details het belangrijkst zijn.
NLWW Kleuropties van de printer beheren 135
Opmerking
Door sommige toepassingen worden tekst en illustraties in rasterafbeeldingen omgezet. In
deze gevallen hebben de instellingen van Foto's ook invloed op tekst en illustraties.
Neutrale grijstinten
De instelling Neutrale grijstinten bepaalt de methode die wordt toegepast voor het
samenstellen van grijze kleuren in tekst, afbeeldingen en foto's.
Er zijn twee instellingen beschikbaar voor de optie Neutrale grijstinten:
Alleen zwart levert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met behulp van uitsluitend
zwarte toner. Op deze manier worden neutrale kleuren verzekerd.
4-Kleur levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door combinatie de vier tonerkleuren.
Deze methode levert beter in elkaar overlopende kleuren en kleurovergangen voor niet-
neutrale kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart.
Opmerking
Door sommige toepassingen worden tekst en illustraties in rasterafbeeldingen omgezet. In
deze gevallen hebben de instellingen van Foto's ook invloed op tekst en illustraties.
Randinstelling
De optie Randinstelling bepaalt hoe randen worden afgedrukt. De randinstelling bestaat uit
drie componenten: aangepaste halftonen, REt en 'trapping'. Aangepaste halftonen bieden
scherpere randen. 'Trapping' vermindert het effect van verkeerd geplaatste kleuren door de
randen van het naastgelegen onderwerp enigszins te overlappen. De REt-kleuroptie
verhoogt de schijnbare resolutie door elke stip te plaatsen voor de meest gelijkmatige randen.
Er zijn voor de randinstelling vier niveaus beschikbaar:
Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. De instellingen voor aangepaste
halftonen en REt-kleuren zijn ingeschakeld.
Normaal is de standaardinstelling voor trapping. 'Trapping' wordt ingesteld op
gemiddeld. De instellingen voor aangepaste halftonen en REt-kleuren zijn ingeschakeld.
Licht stelt trapping in op het laagste niveau. De instellingen voor aangepaste halftonen
en REt-kleuren zijn ingeschakeld.
Uit dient voor het uitschakelen van trapping, aangepaste halftonen en REt-kleuren.
RGB-kleur
Er zijn drie instellingen beschikbaar voor de optie RGB-kleur:
Met Standaard kan de printer RGB-kleuren interpreteren als sRGB. sRGB is de
geaccepteerde standaard van Microsoft en het World Wide Web.
Met Levendig wordt de kleurverzadiging in de middentonen verhoogd, zodat voor
gekleurde voorwerpen meer kleuren worden weergegeven. De afgedrukte kleuren blauw
en groen worden waarschijnlijk donkerder weergegeven dan op de monitor. Deze optie
is geschikt voor bedrijfsgrafieken en voor het maken van kleuren die overeenkomen met
de HP Color LaserJet 4550.
Apparaat laat de printer weten dat RGB-gegevens in de apparaatmodus "raw" moeten
worden afgedrukt. Voor het correct afdrukken van foto's in deze modus moet u de
kleuren van de afbeelding in het programma of in het besturingssysteem instellen.
Opmerking
De kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4650 series kan worden geopend via de
Snelinstellingen afdruktaak van het printerstuurprogramma.
136 Hoofdstuk 6 Kleur NLWW
Kleuren overeenstemmen
Het laten overeenkomen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is
een heel ingewikkeld proces, omdat printers en computermonitoren verschillende methoden
gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel
van lichtpixels met gebruikmaking van een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers
drukken kleuren af met gebruikmaking van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en
zwart).
Diverse factoren kunnen de aanpassing van afgedrukte kleuren aan kleuren op de monitor
beïnvloeden. Deze factoren zijn onder andere:
afdrukmateriaal
printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten en toners)
het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, kleurendrukpers- of lasertechnologie)
de verlichting in de ruimte
persoonlijke verschillen in de kleurenperceptie
programma's
printerstuurprogramma's
besturingssysteem van de computer
monitoren
videokaarten en stuurprogramma's
omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad)
Houd bovengenoemde factoren in gedachten als de kleuren op uw scherm niet volmaakt
overeenkomen met de afgedrukte kleuren.
De beste methode om de kleuren op uw scherm te laten overeenkomen met die van uw
printer, is uw documenten af te drukken in sRGB-kleuren.
PANTONE®-kleuraanpassing
PANTONE® biedt diverse kleuraanpassingssystemen. Het PMS-systeem (PANTONE®
Matching System) wordt veel gebruikt en gebruikt solide inkten voor levering van een
uitgebreid aantal kleurtinten. Zie http://www.hp.com/support/lj4650 voor bijzonderheden over
het gebruik van het PANTONE® Matching System met deze printer.
Voorbeeldkaart kleuraanpassing
Het proces voor het overeenstemmen van printerkleuren met bestaande
standaardvoorbeeldkaarten is complex. Over het algemeen kunt u treffende kleuren vinden
als de standaardkleuren waarmee u wilt overeenstemmen, zijn samengesteld met cyaan,
magenta, gele en zwarte inkten. Dit worden meestal procesvoorbeeldkaarten genoemd.
Sommige voorbeeldkaarten gebruiken steunkleuren. Dit zijn specifiek samengestelde
kleuren. Veel van deze kleuren liggen buiten het bereik van deze printer. De meeste
steunkleurvoorbeeldkaarten worden vergezeld van voorbeeldkaarten met CMYK-
benaderingen van de steunkleur.
NLWW Kleuren overeenstemmen 137
De meeste voorbeeldkaarten met proceskleuren geven de processen weer die zijn gebruikt
voor het afdrukken van de voorbeeldkaart. In de meeste gevallen betreft het hier SWOP,
EURO of DIC. Als u optimale kleurovereenstemming zoekt met een voorbeeldkaart met
proceskleuren, selecteert u de overeenkomstige inktemulatie in het menu van de printer. Als
u de methode van het standaardproces niet kent, gebruikt u de inktemulatie SWOP.
Kleurvoorbeelden afdrukken
Als u de kleurvoorbeelden wilt gebruiken, selecteert u het kleurvoorbeeld dat het meest
overeenkomt met de gewenste kleur. Gebruik de kleurwaarde van het voorbeeld in de
toepassing om het object te beschrijven dat u wilt aanpassen. Kleuren kunnen verschillen
afhankelijk van de papiersoort en het gebruikte programma. Ga naar http://www.hp.com/
support/lj4650 voor meer informatie over het gebruik van de kleurvoorbeelden.
Voer de volgende procedure uit om kleurvoorbeelden af te drukken via het bedieningspaneel:
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
tot CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN of RGB-MONSTERS AFDRUKKEN
verschijnt.
5. Druk op
om CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN of RGB-MONSTERS AFDRUKKEN te
selecteren.
Kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4550
De printerstuurprogramma's van de PCL, PS en HP Color LaserJet 4650 series zijn voorzien
van de optie Snelinstellingen afdruktaak, ook wel HP Color LaserJet 4550-kleuremulatie
genoemd. Met Snelinstellingen afdruktaak kunt u de printer eenvoudig instellen voor de
emulatie van de kleuren van de HP Color LaserJet 4550. Over het algemeen geven de
emulatiekleuren een hoger contrast en worden ze donkerder weergegeven. Deze emulatie is
handig voor documenten met afbeeldingen.
138 Hoofdstuk 6 Kleur NLWW
Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de printer beschreven. De volgende onderwerpen
komen aan bod:
Printcartridges beheren
Printcartridges vervangen
Printerbenodigdheden vervangen
Waarschuwingen configureren
NLWW 139
Printcartridges beheren
Zorg dat u echte printcartridges van HP gebruikt voor de beste afdrukresultaten. Dit gedeelte
bevat informatie over het juiste gebruik en de opslag van printcartridges van HP. Er wordt
bovendien informatie gegeven over het gebruik van niet-HP printcartridges.
Printcartridges van HP
Wanneer u echte printcartridges van HP gebruikt (onderdeelnr. C9720A, C9721A, C9722A,
C9723A), kunt u over de benodigdheden de volgende informatie ophalen:
resterend percentage van de benodigdheden
geschat aantal resterende pagina's
aantal afgedrukte pagina's
Printcartridges van andere merken
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van tonercartridges die niet door HP zijn
vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld), niet aanbevelen. Aangezien dit geen echte HP
producten zijn, heeft HP ook geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit ervan. Reparaties
aan de printer als gevolg van het gebruik van een tonercartridge die niet van HP is, worden
niet gedekt door de garantie op de printer.
Bij gebruik van printcartridges die niet van HP zijn, zullen bepaalde functies zoals de
resterende hoeveelheid toner wellicht niet beschikbaar zijn.
Als de niet-HP printcartridge aan u is verkocht als een echt product van HP, raadpleegt u
HP
fraude-hotline.
Echtheidscontrole van printcartridges
Printcartridges worden automatisch door de HP LaserJet 4650 series printer gecontroleerd
nadat deze in de printer zijn geïnstalleerd. Na de controle laat de printer u weten of de
printcartridge echt van HP is of niet.
Als het bericht op het bedieningspaneel te zien geeft dat de printcartridge niet van HP is en
als u meende dat dit wel het geval was, belt u de fraude-hotline van HP.
Als u het foutbericht over een printcartridge die niet van HP is, teniet wilt doen, drukt u op
.
HP fraude-hotline
Bel de fraude-hotline van HP (1-877-219-3183, gratis in Noord-Amerika) wanneer u een HP
LaserJet-printcartridge installeert en de printer een bericht te zien geeft dat de cartridge niet
van HP is. HP helpt u te bepalen of het betreffende product een echt HP product is en
onderneemt stappen om het probleem op te lossen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een printcartridge die niet van HP is:
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge.
De printcartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (bijvoorbeeld het oranje treklipje
ontbreekt en de doos is anders).
140 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW
Printcartridges bewaren
Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan
gebruiken.
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de printcartridge te voorkomen, mag deze niet meer dan enkele
minuten lang aan licht worden blootgesteld.
Verwachte levensduur van printcartridge
De levensduur van de printcartridge hangt af van het gebruikspatroon en de hoeveelheid
toner die voor uw afdruktaken nodig is. Een HP kleurenprintcartridge heeft een levensduur
van gemiddeld 8.000 pagina's en een zwarte HP printcartridge heeft een levensduur van
gemiddeld 9.000 pagina's bij het afdrukken op Letter- of A4-formaat papier met vijf procent
dekking voor elke printcartridge. Resultaten kunnen variëren als gevolg van de
gebruiksomstandigheden en afdrukgewoonten.
U kunt de verwachte levensduur te allen tijde via het tonerniveau controleren zoals
hieronder beschreven.
De levensduur van de printcartridge controleren
U kunt het tonerniveau controleren in het bedieningspaneel van de printer, via de
geïntegreerde webserver, de printersoftware of via HP Web Jetadmin.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. te markeren.
5. Druk op
om de statuspagina van de benodigdheden af te drukken.
De geïntegreerde webserver gebruiken
1. Voer in uw browser het IP-adres van de homepage van de printer in. U komt nu in de
statuspagina van de printer. Zie
De geïntegreerde webserver gebruiken.
2. Klik links op het scherm op Status benodigdheden. U komt nu op de statuspagina van
de printerbenodigdheden, waar u informatie over de printcartridges kunt vinden.
Gebruik van de printersoftware
Voor deze functie moet u de software voor de HP werkset op de computer installeren. Deze
software wordt automatisch geïnstalleerd als onderdeel van de gewone installatieprocedure.
Daarnaast moet u toegang hebben tot het World Wide Web.
1. Klik op Start, kies Programma's en klik op HP werkset.
De HP werkset wordt in de webbrowser geopend.
2. Klik links in het venster op het tabblad Status en klik vervolgens op Status
benodigdheden.
NLWW Printcartridges beheren 141
Opmerking
Indien uw benodigdheden wenst te bestellen, klik dan op Order Supplies (Benodigdheden
bestellen). Nu wordt een browser geopend met een URL voor het kopen van
benodigdheden. Selecteer de benodigdheden die u wenst te bestellen en volg de
betreffende instructies.
HP Web Jetadmin gebruiken
Selecteer de printer in HP Web Jetadmin. Op de statuspagina van de printer vindt u
informatie over de printcartridges.
142 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW
Printcartridges vervangen
Wanneer een printcartridge bijna leeg is, wordt op het bedieningspaneel een bericht
weergegeven waarmee aangeraden wordt om een nieuwe printcartridge te bestellen. U kunt
de printer verder blijven gebruiken totdat op het bedieningspaneel een bericht wordt
weergegeven dat zegt dat de printcartridge moet worden vervangen.
De printer gebruikt vier basiskleuren en beschikt voor iedere kleur over een printcartridge:
zwart (K), magenta (M), cyaan (C) en geel (Y).
Vervang de printcartridge wanneer op het bedieningspaneel het bericht <KLEUR> CARTR.
VERVANGEN wordt weergegeven. Daarnaast wordt op het bedieningspaneel aangegeven
welke kleur moet worden vervangen (tenzij er geen echte cartridge van HP wordt gebruikt).
VOORZICHTIG
Als de toner op uw kleding komt, veegt u dit af met een droge doek en wast u de kleding in
koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen.
Opmerking
Zie Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns and Recycling Program of
bezoek de website van HP LaserJet Supplies op het adres http://www.hp.com/go/recycle
voor meer informatie over het recyclen van gebruikte printcartridges.
De printcartridge vervangen
1. Open de bovenklep van de printer.
VOORZICHTIG
De fusereenheid kan heet zijn.
NLWW Printcartridges vervangen 143
2. Trek de voorklep en de transfereenheid naar beneden.
VOORZICHTIG
Leg niks op de transfereenheid terwijl deze geopend is. Als de transfereenheid beschadigd
wordt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden.
3. Verwijder de verbruikte printcartridge uit de printer.
4. Haal de nieuwe printcartridge uit de zak. Plaats de verbruikte printcartridge in de zak
voor recycling.
144 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW
5. Houd de cartridge vast aan beide uiteinden en schud deze voorzichtig heen en weer om
de toner te verspreiden
6. Verwijder de oranje transportvergrendeling van de nieuwe printcartridge. Gooi de
vergrendeling weg.
7. Verwijder de interne beveiligingstape door aan het uiteinde van de nieuwe printcartridge
het oranje lipje vast te pakken en de tape volledig naar buiten te trekken. Gooi de tape
weg.
NLWW Printcartridges vervangen 145
8. Breng de printcartridge in lijn met de geleiders in de printer en duw de printcartridge in
de printer tot deze volledig op zijn plaats zit.
Opmerking
Als een cartridge in de verkeerde sleuf wordt aangebracht, wordt op het bedieningspaneel
het bericht ONJUISTE PATROON weergegeven.
9. Sluit de voorklep en vervolgens de bovenklep. Na enige tijd wordt op het
bedieningspaneel het bericht Gereed weergegeven.
10. De installatie is nu voltooid. Plaats de verbruikte printcartridge in de zak waarin de
nieuwe printcartridge is geleverd. Raadpleeg de bijgesloten recyclinggids voor
instructies over recycling.
11. Als u een printcartridge gebruikt die niet van HP is, controleert u het bedieningspaneel
voor verdere instructies.
Voor verdere hulp gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650.
146 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW
Printerbenodigdheden vervangen
Wanneer u echte HP-benodigdheden gebruikt, ontvangt u automatisch een melding
wanneer de benodigdheden bijna op zijn. Door de melding voor het bestellen van
benodigdheden hebt u ruim de tijd om nieuwe benodigdheden te bestellen voordat deze
moeten worden vervangen.
Printerbenodigdheden zoeken
De printerbenodigdheden zijn te herkennen aan de blauwe etiketten en de blauwe plastic
hendels.
De volgende afbeelding toont de plaats van de benodigdheden.
Locatie van de benodigdheden
1 fuser
2 printcartridges
3 transfereenheid
Richtlijnen voor vervanging
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het opstellen van de printer om benodigdheden
eenvoudig te kunnen vervangen.
Er moet voldoende ruimte zijn boven en aan de voorkant van de printer om
benodigdheden te kunnen verwijderen.
De printer moet op een vlak, stevig oppervlak worden geplaatst.
Voor instructies voor het installeren van de benodigdheden raadpleegt u de
installatiehandleiding die bij het artikel geleverd is of gaat u voor verdere informatie naar
URL: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Een probleem oplossen zodra u verbinding
hebt.
VOORZICHTIG
Hewlett-Packard adviseert echte HP-producten te gebruiken in deze printer. Het gebruik van
niet door HP vervaardigde producten kan problemen veroorzaken waarvoor reparaties nodig
zijn die niet door de garantie- of serviceovereenkomst van Hewlett-Packard worden gedekt.
NLWW Printerbenodigdheden vervangen 147
Ruimte om de printer vrijmaken om benodigdheden te
vervangen
De volgende afbeelding toont de benodigde vrije ruimte boven, voor en naast de printer voor
het vervangen van benodigdheden.
Overzicht van de benodigde ruimte voor het vervangen van benodigdheden
1 530 mm
2 1294 mm
3 804 mm
Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering)
De volgende tabel vermeldt de geschatte tijdsintervallen waarna de onderdelen moeten
worden vervangen en de berichten die op het bedieningspaneel verschijnen om u daarop
attent te maken. Resultaten kunnen variëren als gevolg van de gebruiksomstandigheden en
afdrukgewoonten.
Artikel Printerbericht Aantal pagina's Tijdsperiode (bij
benadering)
2
Zwarte printcartridges ZWART CARTR.
VERVANGEN
9000 pagina's
1
3 maanden
Kleurencartridges <KLEUR> CARTR.
VERVANGEN
8000 pagina's
1
2,7 maanden
Transferkit TRANSFER KIT
VERVANGEN
120.000 pagina's 41 maanden
Fuserkit FUSERKIT
VERVANGEN
150.000 pagina's 50 maanden
1
De gemiddelde paginatelling bij benadering van A4-/Letter-formaat is gebaseerd op een
dekking van 5 procent van de afzonderlijke kleuren.
2
De geschatte levensduur is gebaseerd op 3000 pagina’s per maand.
U kunt benodigdheden bestellen via de HP werksetsoftware of de geïntegreerde webserver.
Zie
De hp werkset gebruiken of De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie.
148 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW
Waarschuwingen configureren
U kunt HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken om uw
systeem in stellen voor het geven van waarschuwingen in geval van problemen met de
printer. De waarschuwingen worden gegeven in de vorm van een e-mailbericht aan het door
u opgegeven e-mailadres.
U kunt het volgende instellen:
de printer(s) die u wilt bewaken
welke waarschuwingen u wilt ontvangen (bijvoorbeeld voor papierstoringen, papier op,
status van de benodigdheden en klep open).
het e-mailadres waarnaar waarschuwingen moeten worden verzonden.
Software Informatiebron
HP Web Jetadmin Zie HP Web Jetadmin voor algemene informatie
over HP Web Jetadmin
Raadpleeg de Help van HP Web Jetadmin voor
meer informatie over waarschuwingen en het
instellen ervan.
Geïntegreerde webserver Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor
algemene informatie over de geïntegreerde
webserver
Raadpleeg de Help van HP Web Jetadmin voor
meer informatie over waarschuwingen en het
instellen ervan.
U kunt ook waarschuwingen ontvangen via de HP werksetsoftware. Deze waarschuwingen
worden weergegeven als een pop-upvenster of een geanimeerd pictogram op de taakbalk.
U ontvangt met de HP werksetsoftware geen waarschuwingen via een e-mailbericht. U kunt
de HP werksetsoftware zo configureren dat u alleen de gewenste waarschuwingen ontvangt.
U kunt bovendien opgeven hoe vaak de status van de printer moet worden gecontroleerd
door de software. Zie
De hp werkset gebruiken voor meer informatie.
NLWW Waarschuwingen configureren 149
150 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW
Probleemoplossing
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen wanneer er een probleem is met uw
printer. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Controlelijst voor het oplossen van problemen
Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden
Informatiepagina's voor problemen oplossen
Soorten berichten op het bedieningspaneel
Berichten van het bedieningspaneel
Papierstoringen
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen
Papierstoringen verhelpen
Problemen met de papierverwerking
De printer voert meerdere vellen tegelijk in
De printer voert een onjuist paginaformaat in
De printer neemt papier op uit een verkeerde lade
Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd
Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer
De uitvoer is gekruld of gekreukt
Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed.
Problemen met de manier waarop de printer reageert
Geen bericht in het display
De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt
Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens
Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk
Problemen met het bedieningspaneel van de printer
De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist
Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd
Onjuiste printeruitvoer
Onjuiste lettertypen worden afgedrukt
Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken
NLWW 151
Dansende tekst tussen afdrukken
Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces
Gedeeltelijke afdruk
Problemen met programma's
Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software
Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren
Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren
Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet
Problemen met het afdrukken van kleuren
Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur
Verkeerde tint
Ontbrekende kleuren
Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge
De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
152 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Controlelijst voor het oplossen van problemen
Als u problemen ervaart met de printer, kan deze lijst uitkomst bieden bij het zoeken naar de
oorzaak.
Is de printer aangesloten op het elektriciteitsnet?
Is de printer Gereed om af te drukken?
Zijn alle benodigde snoeren aangesloten?
Worden er berichten weergegeven op het bedieningspaneel?
Worden echte benodigdheden van HP gebruikt?
Zijn eventueel recentelijk vervangen printcardridges correct geïnstalleerd? Is de
verzegelingssticker op de cartridge verwijderd?
Zijn eventueel recentelijk vervangen benodigdheden (fuserkit, transferkit) correct
geïnstalleerd?
Is de aan/uit-schakelaar ingeschakeld?
Als u in deze handleiding geen oplossing vindt voor het probleem dat zich voordoet, gaat u
naar http://www.hp.com/supplies/lj4650.
Zie de beknopte handleiding van deze printer voor meer informatie over de installatie van de
printer.
NLWW Controlelijst voor het oplossen van problemen 153
Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden
De tijd die nodig is om een taak af te drukken is van verschillende factoren afhankelijk. Een
belangrijke factor is de maximale afdruksnelheid, uitgedrukt in aantal pagina's per minuut
(ppm). Andere factoren die de afdruksnelheid beïnvloeden, zijn onder meer het gebruik van
speciaal afdrukmateriaal (zoals transparanten, glanspapier, zwaar afdrukmateriaal of
speciale papierformaten), de printerverwerkingstijd en de downloadtijd.
De tijd die nodig is voor het downloaden van een afdruktaak van de computer en de
verwerking ervan is afhankelijk van de volgende factoren:
de complexiteit en de grootte van afbeeldingen;
configuratie van de I/O van de printer (netwerk in vergelijking met parallel);
de snelheid van de gebruikte computer;
de hoeveelheid printergeheugen;
het netwerkbesturingssysteem en de configuratie daarvan (indien van toepassing);
de printerpersonality (PCL- of PostScript 3-emulatie).
Opmerking
Door het geheugen van de printer uit te breiden kunt u geheugenproblemen oplossen, de
verwerking van complexe grafische elementen verbeteren en de downloadtijd verkorten; de
maximale snelheid van de printer (het aantal pagina's per minuut) zal niet per sé verbeterd
worden.
154 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Informatiepagina's voor problemen oplossen
Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken voor het vaststellen en
oplossen van printerproblemen. Hieronder wordt omschreven hoe u de volgende
informatiepagina's kunt afdrukken:
pagina van papierbaantest
registratiepagina
logbestand
Pagina van papierbaantest
U kunt de pagina van de papierbaantest gebruiken voor het testen van de
papierverwerkingsfuncties van de printer. U kunt de papierbaan opgeven die u wilt testen
door de bron, de bestemming en andere beschikbare functies op de printer te selecteren.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om DIAGNOSTIEK te markeren.
3. Druk op
om DIAGNOSTIEK te selecteren.
4. Druk op
om PAPIERBAANTEST te markeren.
5. Druk op
om PAPIERBAANTEST te selecteren.
Het bericht Uitvoeren... PAPIERBAANTEST wordt weergegeven op het display totdat de
printer klaar is met het testen van de papierbaan. Na het afdrukken van de pagina van de
papierbaantest keert de printer terug naar Gereed.
Registratiepagina
Op de registratiepagina worden een horizontale en verticale pijl afgedrukt. De pijlen geven
aan hoe ver van het midden een afbeelding kan worden afgedrukt op de pagina. U kunt de
registratiewaarden voor een lade instellen zodat afbeeldingen op de achterzijde en voorzijde
van een pagina worden gecentreerd. Als u de registratiewaarden opgeeft, kunt u ook het
afdrukken tot aan de randen instellen op ongeveer 2 mm vanaf de randen van het papier.
De plaatsing van de afbeelding verschilt per lade. Voer de registratieprocedure uit voor elke
lade.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om AFDRUKKWALITEIT te markeren.
5. Druk op
om AFDRUKKWALITEIT te selecteren.
6. Druk op
om KALIBRATIE INSTELLEN te markeren.
7. Druk op
om KALIBRATIE INSTELLEN te selecteren.
Opmerking
U kunt een lade selecteren door een Bron op te geven. De Bron is standaard lade 2. Als u
de registratie voor lade 2 instelt, gaat u naar stap 12. Als dit niet mogelijk is, gaat u naar de
volgende stap.
8. Druk op
om Bron te markeren.
NLWW Informatiepagina's voor problemen oplossen 155
9. Druk op om Bron te selecteren.
10. Druk op
of om een lade te markeren.
11. Druk op
om de lade te selecteren.
Nadat u de lade hebt geselecteerd, keert het bedieningspaneel van de printer terug naar
het menu KALIBRATIE INSTELLEN.
12. Druk op
om TESTPAGINA AFDRUKKEN te markeren.
13. Druk op
om TESTPAGINA AFDRUKKEN te selecteren.
14. Volg de instructies op de afgedrukte pagina.
Logbestand
Het logbestand geeft een overzicht van alles wat er met de printer is gebeurd, zoals
papierstoringen, servicefouten en andere voorvallen.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om DIAGNOSTIEK te markeren.
3. Druk op
om DIAGNOSTIEK te selecteren.
4. Druk op
om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te selecteren.
Het bericht Afdrukken... GEBEURT.LOG verschijnt op het display totdat de printer klaar is
met het afdrukken van het logbestand. Na het afdrukken van het logbestand keert de printer
terug naar Gereed.
156 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Soorten berichten op het bedieningspaneel
De berichten op het bedieningspaneel zijn onderverdeeld in drie typen, afhankelijk van de
ernst van het bericht.
statusberichten
waarschuwingsberichten
foutberichten
Binnen de categorie foutberichten wordt een aantal berichten aangeduid als ernstige-
foutberichten. In dit gedeelte worden de verschillen tussen de typen berichten op het
bedieningspaneel beschreven.
Statusberichten
Statusberichten geven de actuele toestand van de printer weer. De berichten bieden
informatie over de normale werking van de printer en er zijn geen handelingen van de
gebruiker nodig om ze te wissen. Ze veranderen als de toestand van de printer verandert.
Wanneer de printer klaar is en geen taken uitvoert en er geen af te handelen
waarschuwingsberichten zijn, wordt het statusbericht Gereed weergegeven als de printer on
line staat.
Waarschuwingsberichten
Waarschuwingen stellen u op de hoogte van gegevens- en afdrukfouten. Deze berichten
worden doorgaans afgewisseld met het bericht Gereed of Status en blijven staan totdat u
op
drukt. Als in het configuratiemenu van de printer VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN is ingesteld voor TAAK, worden deze berichten door de volgende
afdruktaak gewist.
Foutberichten
Foutberichten melden dat er een handeling moet worden verricht, zoals papier toevoegen of
een papierstoring verhelpen.
Na het verschijnen van sommige foutberichten kan de printer automatisch verdergaan. Als
AUTOM. DOORGAAN=AAN is ingesteld, zal de printer gewoon verder werken nadat
gedurende 10 seconden een verwijderbare fout is weergegeven.
Opmerking
Als gedurende 10 seconden op een knop wordt gedrukt, wordt de functie voor het
automatisch doorgaan stilgezet en wordt de functie van de knop uitgevoerd. Als u
bijvoorbeeld op M
ENU
drukt, wordt het hoofdmenu weergegeven.
Kritieke-foutberichten
Kritieke-foutberichten attenderen u op een defect in het apparaat. Sommige van deze
berichten kunnen opgelost worden door de printer uit en weer aan te zetten. Deze berichten
worden niet beïnvloed door de instelling AUTOM. DOORGAAN. Als een kritieke fout
aanhoudt, is service noodzakelijk.
De volgende tabel biedt een omschrijving van de diverse berichten op het bedieningspaneel,
alfabetisch weergegeven.
NLWW Soorten berichten op het bedieningspaneel 157
Berichten van het bedieningspaneel
Berichten van het bedieningspaneel
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
<KLEUR>
CARTR. BESTELLEN
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
wordt afgewisseld met
Gereed
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
De aangegeven printcartridge is bijna
aan het einde van de levensduur. De
printer is klaar en het aangegeven aantal
resterende pagina's kan verder worden
afgedrukt. Het geschatte aantal
resterende pagina's is gebaseerd op het
historisch gebruik van deze printer.
Het afdrukken wordt voortgezet totdat er
een onderdeel moet worden vervangen.
1.
Druk op
om de Help bij het bericht
weer te geven.
2. Zoek het onderdeelnummer op voor
de aangegeven printcartridge.
3. Bestel een printcartridge.
Opmerking
Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens beschikbaar
via de geïntegreerde webserver. Zie
De
geïntegreerde webserver gebruiken voor
meer informatie.
<KLEUR>
CARTR. VERVANGEN
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
wordt afgewisseld met
Doorgaan: druk op
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
De aangegeven printcartridge is bijna
aan het eind van de levensduur en de
instelling BENDIGDH. BIJNA OP in
SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld
op STOP.
1. Bestel de aangegeven printcartridge.
2. Als u wilt verdergaan met
afdrukken, drukt u op
.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cartridge te vervangen:
Open de bovenklep en de
transfereenheid.
VOORZICHTIG
De transfereenheid is zeer gevoelig
voor beschadigingen.
Verwijder de aangegeven
printcartridge.
Installeer een nieuwe
printcartridge.
Sluit de boven- en voorkleppen.
Informatie voor het bestellen
van benodigdheden is tevens
beschikbaar via de
geïntegreerde webserver. Zie
De geïntegreerde webserver
gebruiken voor meer informatie.
158 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
<KLEUR>
CARTR. VERVANGEN
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
wordt afgewisseld met
Druk op
voor hulp
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
De aangegeven printcartridge heeft het
einde van de levensduur bereikt en de
instelling KLEURBENODIGDH. OP in
SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld
op STOP. Het afdrukken kan pas
verdergaan wanneer de cartridge
vervangen is.
1. Open de bovenklep en de
transfereenheid.
VOORZICHTIG
De transfereenheid is zeer gevoelig voor
beschadigingen.
2. Verwijder de aangegeven
printcartridge.
3. Installeer een nieuwe printcartridge.
4. Sluit de boven- en voorkleppen.
5. Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens
beschikbaar via de geïntegreerde
webserver. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer
informatie.
10.X.X ONDERDEEL
GEHEUGENFOUT
wordt afgewisseld met
Druk op
voor hulp
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
De printer kan niet lezen of schrijven
naar ten minste één
printcartridgegeheugenlabel of er
ontbreekt ten minste één
printcartridgegeheugenlabel.
De volgende berichten op het
bedieningspaneel komen overeen met
de kleur van de printcartridge:
10.00.00 = zwarte printcartridge
10.00.01 = cyaan printcartridge
10.00.02 = magenta printcartridge
10.00.03 = gele printcartridge
1. Zet de printer uit en weer aan.
2.
Druk op
voor meer informatie.
3. Als deze fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
13.12.00 STORING IN
DUPLEXBAAN
Druk op
voor hulp
Er is een storing opgetreden in de
duplexbaan.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
13.XX.Y2 STORINGEN
IN DUPLEXBAAN
Druk op
voor hulp
Er is een storing opgetreden in de
duplexbaan.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 159
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
13.XX.Y2 STORINGEN
IN PAPIERBAAN
Druk op
voor hulp
Er zijn meerdere storingen in de
papierbaan.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
13.XX.YY STORING IN
BOVENKLEPGEBIED
Druk op
voor hulp
Er is een storing in het gedeelte rond de
bovenklep.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
13.XX.YY STORING IN
LADE X
Druk op
voor hulp
Er is een pagina vastgelopen in lade 2,
lade 3, lade 4 of meerdere laden.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
13.XX.YY STORING IN
PAPIERBAAN
Druk op
voor hulp
Er is een storing opgetreden in de
papierbaan.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
160 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
13.XX.YY STORING IN
PAPIERBAAN
Verhelp de storing en
druk op
wordt afgewisseld met
13.XX.YY STORING IN
PAPIERBAAN
Druk op
voor hulp
Er is een pagina vastgelopen in de
multifunctionele lade.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie over het verhelpen van
storingen.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Als dit bericht blijft verschijnen na
het verwijderen van alle pagina's,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
20: Onvoldoende geheugen
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
20: Onvoldoende geheugen
Doorgaan: druk op
De printer ontvangt meer gegevens van
de computer dan in het beschikbare
geheugen passen.
1. Druk op om verder te gaan.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Maak de afdruktaak minder complex
om deze fout in de toekomst te
vermijden.
3. Als u extra geheugen in de printer
installeert, is het mogelijk dat het
afdrukken van meer complexe
pagina's zonder problemen verloopt.
22 EIO X
BUFFER OVERFLOW
Doorgaan: druk op
De I/O-buffer van de EIO-kaart in sleuf X
van de printer is vol terwijl de printer
bezig is.
1. Druk op om verder te gaan.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
22 OVERLOOP SERIËLE
I/O-BUFFER
Doorgaan: druk op
De seriële buffer van de printer is vol
terwijl de printer bezig is.
1. Druk op om verder te gaan.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 161
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
22 PARALLELLE I/O
BUFFER OVERFLOW
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
22 PARALLELLE I/O
BUFFER OVERFLOW
Doorgaan: druk op
De parallelle buffer van de printer is vol
terwijl de printer bezig is.
1. Druk op om door te gaan met
afdrukken.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Als het bericht blijft verschijnen,
maakt u de parallelle kabel aan
beide zijden los en sluit u deze weer
aan.
3. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
22 USB I/O
BUFFEROVERLOOP
Doorgaan: druk op
De USB-buffer van de printer is vol
terwijl de printer bezig is.
1. Druk op om verder te gaan.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
40 EIO X SLECHTE
TRANSMISSIE
Doorgaan: druk op
Er is een verbinding abnormaal
verbroken met de kaart in EIO-sleuf X.
1. Druk op om verder te gaan.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
40 FOUT IN SERIËLE
TRANSMISSIE
Doorgaan: druk op
Er is een fout opgetreden in de seriële
gegevens (pariteit, framing of
regeloverloop) terwijl de printer bezig
was met het ontvangen van gegevens.
1. Druk op om verder te gaan.
Opmerking
Er zullen gegevens verloren gaan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
41.3 ONVERW.
FORMAAT IN LADE X
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op Start voor
een andere lade
Het geplaatste afdrukmateriaal is langer
of korter dan het formaat waarvoor de
lade geconfigureerd is.
1. Als het verkeerde formaat
geselecteerd is, annuleert u de taak
of drukt u op
om naar de Help te
gaan.
OF
2. Druk op
om een andere lade te
selecteren.
3. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
162 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
41.5 ONVERWACHTE
SOORT IN LADE X
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op Start voor
een andere lade
De printer detecteert een ander soort
afdrukmateriaal in de papierbaan dan
geconfigureerd is in de lade.
1. Als het verkeerde formaat
geselecteerd is, annuleert u de taak
of drukt u op
om naar de Help te
gaan.
OF
2. Druk op
om een andere lade te
selecteren.
3. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
41.X
PRINTERFOUT
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
41.X
PRINTERFOUT
Doorgaan: druk op
Er is een printerfout opgetreden. 1. Druk op om verder te gaan of
druk op
voor meer informatie.
2. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
3. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
49.XXXX
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er heeft zich een kritieke firmwarefout
voorgedaan.
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
50.X FUSERFOUT
Druk op
voor hulp
Er is een fuserfout opgetreden.
De volgende fouten zijn specifieke
fuserfouten:
50.1 - Er is een fout opgetreden in de
hoofdthermistor door een lage
temperatuur in de fuser.
50.2 - Er is een fout opgetreden in de
opwarmservice van de fuser.
50.3 - Er is een fout opgetreden in de
hoofdthermistor door een hoge
temperatuur in de fuser.
50.4 - Er is een fout opgetreden door
een defecte fuser.
50.8 - Er is een fout opgetreden in de
subthermistor door een lage temperatuur
in de fuser.
50.9 - Er is een fout opgetreden in de
subthermistor door een hoge
temperatuur in de fuser.
Deze fouten kunnen ontstaan door een
tekort aan stroom, onjuiste netspanning
of een probleem met de fuser.
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als dit bericht blijft verschijnen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 163
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
51.2Y
PRINTERFOUT
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
51.2Y
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
De fout wordt gevonden via
straaldetectie of er is een laserfout
opgetreden.
De waarden voor Y zijn:
Y Omschrijving
0 - Zwart
1 - Cyaan
2 - Magenta
3 - Geel
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
53.XY.ZZ RAM DIMM-
SLEUF CONTROLEREN X
Er is een fout opgetreden in het
geheugen van de printer.
Waarden van X, Y en ZZ zijn:
X Apparaatlocatie
1 Sleuf 1
2 Sleuf 2
Y Banknummer
1 Banknummer 1
2 Banknummer 2
3 Banknummer 3
4 Banknummer 4
ZZ Foutnummer
01 Niet-ondersteund geheugen
02 Niet-herkend geheugen
03 Onder minimale geheugenlimiet
04 Maximale geheugenlimiet
overschreden
05. RAM-test mislukt
Druk op om door te gaan wanneer dit
wordt gevraagd. De printer moet de
status Gereed hebben. De printer zal
echter niet optimaal gebruikmaken van
het volledige geïnstalleerde geheugen.
Anders:
1. Zet de printer uit.
2. Controleer of het DDR SDRAM aan
de specificaties voldoet en juist is
geïnstalleerd.
3. Zet de printer aan.
4. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
54.01 PRINTER
FOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Het afdrukken kan niet worden
voortgezet. De sensor voor de
omgevingsvochtigheid geeft abnormale
waarden.
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
54.X PRINTER
FOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Het afdrukken kan niet worden
voortgezet. Er is een fout opgetreden in
de sensor voor de resterende
hoeveelheid toner.
De waarden voor X zijn:
15 - Geel
16 - Magenta
17 - Cyaan
18 - Zwart
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
164 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
55.0X.YY DC
CONTROLLERFOUT
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
55.0X.YY
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er is een printeropdrachtfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
56.XX
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er is een printerfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
57.0X
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er is een printerventilatorfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
58.0X
PRINTERFOUT
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
58.0X
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er is een fout gedetecteerd met een
geheugenlabel.
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
59.XY
PRINTERFOUT
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
59.XY
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er is een fout met de printermotor
opgetreden.
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
Opmerking: Dit bericht kan
eveneens verschijnen wanneer de
transfereenheid ontbreekt of
verkeerd geïnstalleerd is. Zorg dat
de transfereenheid goed
geïnstalleerd is.
62 NO SYSTEM
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Het systeem is onvindbaar. 1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 165
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
68.X OPSLAGFOUT
INSTELL. GEWIJZIGD
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
68.X OPSLAGFOUT
INSTELL. GEWIJZIGD
Doorgaan: druk op
Een of meer printerinstellingen die in het
apparaat met het niet-vluchtig geheugen
zijn opgeslagen, zijn ongeldig en zijn
teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Als u op
drukt, moet het bericht
verdwijnen. Het afdrukken kan
verdergaan, maar er kan zich
onverwacht gedrag voordoen.
1. Druk op om verder te gaan.
2. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
3. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
68.X PERMANENT
GEHEUGEN VOL
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
68.X PERMANENT
GEHEUGEN VOL
Doorgaan: druk op
Het apparaat met het niet-vluchtige
geheugen is vol. Als u op
drukt, moet
het bericht verdwijnen. Het afdrukken
kan verdergaan, maar er kan zich
onverwacht gedrag voordoen.
X Omschrijving
0 voor NVRAM in de printer
1 voor verwijderbare schijf (flash-schijf of
vaste schijf)
1. Druk op om verder te gaan.
2. Voor 68.0-fouten zet u de printer uit
en weer aan.
3. Als een 68.0-fout blijft aanhouden,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP.
4. Voor 68.1-fouten gebruikt u HP Web
Jetadmin om bestanden van de
schijf te verwijderen.
5. Als een 68.1-fout blijft aanhouden,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP.
68.X SCHRIJFFOUT
PERMANENT GEHEUGEN
Doorgaan: druk op
Het apparaat met het niet-vluchtige
geheugen is vol. Als u op
drukt, moet
het bericht verdwijnen. Het afdrukken
kan verdergaan, maar er kan zich
onverwacht gedrag voordoen.
X Omschrijving
0 voor NVRAM in de printer
1 voor verwijderbare schijf (flash-schijf of
vaste schijf)
1. Druk op om verder te gaan.
2. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
3. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
79.XXXX
PRINTERFOUT
Voor doorgaan
uit- en aanzetten
Er heeft zich in de apparatuur een
kritieke fout voorgedaan.
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
8X.YYYY
EIO X FOUT
Er is een kritieke fout opgetreden in EIO-
kaart in sleuf X.
X Omschrijving
1: fout in sleuf 1
2: fout in sleuf 2
1. Zet de printer uit en weer aan.
2. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met de ondersteuning
van HP via http://www.hp.com/
support/lj4650.
Afdrukken...
BESTANDSDIRECTORY
De printer is bezig met het afdrukken
van de directory-pagina voor de
massaopslag. Als de pagina is
afgedrukt, keert de printer terug naar de
stand Gereed.
Geen handeling vereist.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
166 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Afdrukken...
CMYK-monsters
Dit bericht wordt weergegeven wanneer
er een CMYK-voorbeeldpagina wordt
gegenereerd.
Geen handeling vereist.
Afdrukken...
CONFIGURATIE
De printer is bezig met het afdrukken
van een configuratiepagina. Als de
pagina is afgedrukt, keert de printer
terug naar de stand Gereed.
Geen handeling vereist.
Afdrukken...
GEBEURT.LOG
De printer is bezig met het afdrukken
van een pagina met het logbestand. Als
de pagina is afgedrukt, keert de printer
terug naar de stand Gereed.
Geen handeling vereist.
Afdrukken...
Gebruikspagina
De printer is bezig met het afdrukken
van een pagina met informatie over het
gebruik van de printer. Als de pagina is
afgedrukt, keert de printer terug naar de
stand Gereed.
Geen handeling vereist.
Afdrukken...
MENUOV.
De printer is bezig met het samenstellen
van een overzicht van de menu's van de
printer. Als de pagina is afgedrukt, keert
de printer terug naar de stand Gereed.
Geen handeling vereist.
Afdrukken...
PQ PROBLEEMOPLOSSING
De printer is bezig met het samenstellen
van een aantal pagina's met informatie
over het oplossen van problemen met de
afdrukkwaliteit. Als de pagina's zijn
afgedrukt, keert de printer terug naar de
stand Gereed.
Volg de instructies op de afgedrukte
pagina's.
Afdrukken...
RGB-monsters
Dit bericht wordt weergegeven wanneer
er een RGB-voorbeeldpagina wordt
gegenereerd.
Geen handeling vereist.
Afdrukken...
STAT. BENODIGDHDN
De printer is bezig met het afdrukken
van een pagina met informatie over de
status van de benodigdheden. Als de
pagina is afgedrukt, keert de printer
terug naar de stand Gereed.
Geen handeling vereist.
AFDRUKKEN...
REGISTRATIEPAGINA
De printer is bezig met het afdrukken
van een registratiepagina. Als de pagina
is afgedrukt, keert de printer terug naar
het menu KALIBRATIE INSTELLEN.
Volg de instructies op de afgedrukte
pagina's.
AFDRUKKEN GESTOPT
Doorgaan: druk op
Dit bericht wordt weergegeven als een
Afdruk/Stop-test wordt uitgevoerd en de
tijd verstrijkt.
Druk op om verder te gaan.
Annuleren... De printer is bezig een taak te
annuleren. Het bericht blijft
weergegeven tot de taak is gestopt, de
papierbaan is vrijgemaakt en tot alle
gegevens die over het actieve
gegevenskanaal binnenkomen, zijn
ontvangen en verwijderd.
Geen handeling vereist.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 167
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
BENODIGDH.
wordt afgewisseld met
Gereed
Druk op
voor hulp
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Meer dan een van de benodigdheden
zijn bijna op.
Het afdrukken wordt voortgezet totdat er
een onderdeel moet worden vervangen.
1. Druk op M
ENU
om de menu's te
openen.
2. Druk op
of om Informatie te
markeren en druk vervolgens op
.
3. Druk op
of om STAT.
BENODIGDHDN te markeren en
druk vervolgens op
.
4. Druk op
of om een onderdeel
te markeren dat moet worden
besteld.
5.
Druk op
om de Help bij dit
onderdeel te openen.
6. Zoek een onderdeelnummer op in
de Help.
7. Bestel het onderdeel.
8. Herhaal de vorige stappen voor elk
onderdeel dat moet worden besteld.
9. Informatie voor het bestellen van
afdrukbenodigdheden is tevens
beschikbaar via de geïntegreerde
webserver. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer
informatie.
BENODIGDH.
Alleen zwart gebr.
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
wordt afgewisseld met
Gereed
Druk op
voor hulp
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Minimaal één kleurencartridge heeft het
einde van de levensduur bereikt en de
instelling KLEURBENODIGDH. OP in
SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld
op AUTO DOORG. ZWART. Het
afdrukken wordt voortgezet met alleen
zwarte toner.
Druk op om te controleren welke
benodigdheden vervangen moeten
worden. Vervang de aangegeven
benodigdheden om het afdrukken in
kleur voort te zetten.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
168 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
BENODIGDH.
Doorgaan: druk op
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Meerdere benodigdheden hebben het
einde van de levensduur bereikt en de
instelling BENDIGDH. BIJNA OP in
SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld
op STOP.
1. Druk op om het menu STAT.
BENODIGDHDN te openen.
2. Druk op
en om het onderdeel
te markeren waarbij een fout is
opgetreden.
3.
Druk op
om de Help bij dit
onderdeel weer te geven.
4. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
5. Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens
beschikbaar via de geïntegreerde
webserver. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer
informatie.
BENODIGDH.
Voor status druk
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Meerdere benodigdheden hebben het
einde van de levensduur bereikt. Als de
desbetreffende benodigdheden alleen
uit cartridges bestaan, is het afdrukken
stopgezet, omdat de instelling
KLEURBENODIGDH. OP in SYSTEEM-
INSTELLINGEN is ingesteld op STOP.
Als het de fuser- of transferkit betreft,
wordt het afdrukken altijd stopgezet.
1. Druk op om het menu STAT.
BENODIGDHDN te openen.
2. Druk op
en om het onderdeel
te markeren waarbij een fout is
opgetreden.
3.
Druk op
om de Help bij dit
onderdeel weer te geven.
4. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
5. Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens
beschikbaar via de geïntegreerde
webserver. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer
informatie.
Benodigdheden installeren
Voor status druk
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Er is ten minste één accessoire verkeerd
in de printer geïnstalleerd of ontbreekt
en een andere accessoire ontbreekt, is
verkeerd geïnstalleerd, is leeg of bijna
leeg. Installeer de accessoire opnieuw
en zorg dat deze juist is aangebracht.
1. Druk op om het menu STAT.
BENODIGDHDN te openen.
2. Druk op
en om het onderdeel
te markeren waarbij een fout is
opgetreden.
3.
Druk op
om de Help bij dit
onderdeel weer te geven.
4. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 169
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
BESTEL FUSERKIT
XXX PAGINA'S OVER
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Gereed
De fuser is aan het einde van de
levensduur. De printer is klaar en het
aangegeven aantal resterende pagina's
kan verder afgedrukt worden.
Het afdrukken wordt voortgezet totdat er
een onderdeel moet worden vervangen.
1.
Druk op
om de Help bij het bericht
weer te geven.
2. Zoek het onderdeelnummer op voor
de fuserkit.
3. Bestel een fuserkit.
Opmerking
Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens beschikbaar
via de geïntegreerde webserver. Zie
De
geïntegreerde webserver gebruiken voor
meer informatie.
BESTEL TRANSFERKIT
X PAGINA'S OVER
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Gereed
De transfereenheid is aan het einde van
de levensduur.
Het afdrukken kan verdergaan tot het
einde van de levensduur van de
transfereenheid wordt bereikt.
1.
Druk op
om de Help bij het bericht
weer te geven.
2. Zoek het onderdeelnummer van de
transferkit op in de Help.
3. Bestel een transferkit.
Opmerking
Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens beschikbaar
via de geïntegreerde webserver. Zie
De
geïntegreerde webserver gebruiken voor
meer informatie.
Bezig met initialiseren... Dit bericht wordt weergegeven wanneer
de printer wordt ingeschakeld, zodra
wordt begonnen met het initialiseren van
de aparte taken.
Geen handeling vereist.
Bezig met opwarmen De printer heeft de PowerSave-modus
beëindigd. Het afdrukken zal verdergaan
zodra de printer warm is.
Geen handeling vereist.
Data ontvangen
Laatste pagina afdruk.: druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Laatste pagina afdruk.: druk op
De printer heeft gegevens ontvangen en
wacht op doorvoer. Wanneer de printer
het volgende bestand ontvangt,
verdwijnt het bericht.
Druk op om verder te gaan.
DEMOPAGINA
afdrukken...
De printer is bezig met het afdrukken
van een voorbeeldpagina. Als de pagina
is afgedrukt, keert de printer terug naar
de stand Gereed.
Geen handeling vereist.
De uitvoerbak is vol.
Verwijder alle pap.
uit bak
De uitvoerbak is vol en moet worden
geleegd alvorens het afdrukken verder
kan gaan.
Verwijder het afdrukmateriaal uit de
uitvoerbak.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
170 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
DISK
APPARAAT- STORING
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Er is een defect opgetreden in de
aangegeven schijf. Het afdrukken kan
verdergaan voor taken waarvoor gebruik
van de schijf niet nodig is.
1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
2. Als het bericht blijft verschijnen,
verwijdert u de EIO-schijf en
installeert u deze opnieuw.
3. Zet de printer opnieuw aan.
4. Als dit bericht blijft verschijnen,
vervangt u de EIO-schijf.
DISK
BESTANDSSYST. IS VOL
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
De printer heeft een PJL-opdracht
ontvangen waardoor iets in het
bestandssysteem opgeslagen moest
worden maar de bewerking is niet gelukt
omdat het systeem vol is.
1. Gebruik de HP Web Jetadmin-
software om bestanden van de EIO-
schijf te verwijderen of verwijder de
opgeslagen taak via het
bedieningspaneel van de printer.
2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
3. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
DISK BEST.
BEWERKING MISLUKT
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
De printer heeft een PJL-opdracht
ontvangen die tot een onlogische
bewerking zou leiden (bijvoorbeeld het
downloaden van een bestand naar een
directory die niet bestaat). Het is
mogelijk dat het afdrukken verdergaat.
1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
2. Als het blijft verschijnen, zet u de
printer uit en weer aan.
3. Als het bericht weer verschijnt, is er
wellicht een probleem met de
software.
DISK TEGEN
SCHRIJVEN BESCHERMD
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Er kunnen geen nieuwe bestanden naar
het DIMM-geheugen worden
geschreven, omdat het apparaat met het
schijfsysteem beveiligd is.
1. Als u het schrijven naar de schijf wilt
activeren, dient u de
schrijfbeveiliging uit te schakelen
met HP Web Jetadmin.
2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
3. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
Dubbelzijdige
taak wordt verwerkt
Pak papier pas als
taak is voltooid
Tijdens het afdrukken van een
duplextaak wordt het papier tijdelijk in de
papierbak geplaatst. Laat het papier in
de bak liggen tot de taak is voltooid.
Pak het papier niet vast wanneer het
tijdelijk in de papierbak ligt. Het bericht
verdwijnt wanneer de taak is voltooid.
Een ogenblik De printer is bezig met het wissen van
gegevens.
Geen handeling vereist.
EIO SCHIJF X
NIET-FUNCTIONEEL
Druk op
voor hulp
De EIO-schijf in sleuf X werkt niet goed. 1. Zet de printer uit.
2. Verwijder de EIO-schijf uit de
aangegeven sleuf en vervang deze
door een nieuwe EIO-schijf.
EIO X schijf
initialiseren
Het EIO-apparaat in sleuf X wordt
geïnitialiseerd.
Geen handeling vereist.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 171
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
EIO X schijf
wordt opgestart
Het EIO-apparaat in sleuf X is bezig met
opstarten.
Geen handeling vereist.
FLASH
APPARAAT- STORING
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Er is een defect opgetreden in de
aangegeven schijf. Het afdrukken kan
verdergaan voor taken waarvoor gebruik
van de flash-DIMM niet nodig is.
1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
2. Als het bericht blijf verschijnen,
verwijdert u de EIO-schijf en
installeert u deze opnieuw.
3. Zet de printer opnieuw aan.
4. Als het bericht blijft verschijnen,
vervangt u de flash-DIMM.
FLASH
BESTANDSSYST. IS VOL
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
De printer heeft een PJL-opdracht
ontvangen waardoor iets in het
bestandssysteem opgeslagen moest
worden maar de bewerking is niet gelukt
omdat het systeem vol is.
1. Gebruik HP Web Jetadmin om
bestanden van de flash-DIMM te
wissen en probeer opnieuw.
2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
3. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
FLASH BEST.
BEWERKING MISLUKT
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
De printer heeft een PJL-opdracht
ontvangen die tot een onlogische
bewerking zou leiden (bijvoorbeeld het
downloaden van een bestand naar een
directory die niet bestaat).
1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
2. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
3. Als het bericht weer verschijnt, is er
wellicht een probleem met de
software.
FLASH TEGEN
SCHRIJVEN BESCHERMD
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Er kunnen geen nieuwe bestanden naar
het DIMM-geheugen worden
geschreven, omdat het apparaat met het
schijfsysteem beveiligd is.
1. Als u het schrijven naar het flash-
geheugen wilt activeren, dient u de
schrijfbeveiliging uit te schakelen
met HP Web Jetadmin.
2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
3. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
172 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
FUSERKIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
De fuserkit heeft het einde van de
levensduur bereikt. Het afdrukken wordt
weer voortgezet wanneer de fuser is
vervangen.
1. Open de bovenklep.
2. Draai de blauwe vleugelmoeren los.
3. Verwijder de oude fusereenheid.
4. Installeer een nieuwe fusereenheid
en bevestig deze met vleugelmoeren.
5. Sluit de bovenklep.
6. Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens
beschikbaar via de geïntegreerde
webserver. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer
informatie.
Opmerking
Als u na het bericht over het einde van
de levensduur verder wilt gaan met
afdrukken, moet u via het
bedieningspaneel van de printer de
fuserkittelling opnieuw instellen. Het
bericht over het einde van de levensduur
is een service aan de klanten. Als u
hierna toch doorgaat met afdrukken is
het mogelijk dat de afdrukkwaliteit
binnenkort afneemt. Als na het bericht
over het einde van de levensduur de
fuserkittelling opnieuw is ingesteld, is de
feedback over de resterende levensduur
van de kit onjuist totdat de kit wordt
vervangen en de telling weer opnieuw
wordt ingesteld.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 173
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
FUSERKIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
De fuserkit heeft het einde van de
levensduur bereikt. Het afdrukken wordt
weer voortgezet wanneer de fuser is
vervangen.
Vervolg
De fusertelling opnieuw instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te
gaan.
2. Druk op
en om Apparaat
configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat
configureren te selecteren.
4. Druk op
en om HERSTEL te
markeren.
5. Druk op
om HERSTEL te
selecteren.
6. Druk op
en om RESET
BENODIGDHDN te markeren.
7. Druk op
om RESET
BENODIGDHDN te selecteren.
8. Druk op
en om NIEUWE
FUSERKIT te markeren.
9. Druk op
om NIEUWE FUSERKIT
te selecteren.
10. Druk op
en om JA te markeren.
11. Druk op
om JA te selecteren.
De fusertelling is opnieuw ingesteld en
de printer is klaar voor gebruik.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
174 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
FUSERKIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
FUSERKIT VERVANGEN
Doorgaan: druk op
De fuser is bijna aan het eind van de
levensduur en de instelling BENDIGDH.
BIJNA OP in SYSTEEM-
INSTELLINGEN is ingesteld op STOP.
1. Bestel een fuserkit.
2. Als u wilt verdergaan met
afdrukken, drukt u op
.
3. Voer de volgende stappen uit om de
fuserkit te vervangen:
Open de bovenklep.
Draai de blauwe vleugelmoeren
los.
Verwijder de oude fusereenheid.
Installeer een nieuwe
fusereenheid en bevestig deze
met vleugelmoeren.
Sluit de bovenklep.
Informatie voor het bestellen
van benodigdheden is tevens
beschikbaar via de
geïntegreerde webserver. Zie
De geïntegreerde webserver
gebruiken voor meer informatie.
Opmerking
Als u na het bericht over het einde van
de levensduur verder wilt gaan met
afdrukken, moet u via het
bedieningspaneel van de printer de
fuserkittelling opnieuw instellen. Het
bericht over het einde van de levensduur
is een service aan de klanten. Als u
hierna toch doorgaat met afdrukken is
het mogelijk dat de afdrukkwaliteit
binnenkort afneemt. Als na het bericht
over het einde van de levensduur de
fuserkittelling opnieuw is ingesteld, is de
feedback over de resterende levensduur
van de kit onjuist totdat de kit wordt
vervangen en de telling weer opnieuw
wordt ingesteld.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 175
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
FUSERKIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
FUSERKIT VERVANGEN
Doorgaan: druk op
De fuser is bijna aan het eind van de
levensduur en de instelling BENDIGDH.
BIJNA OP in SYSTEEM-
INSTELLINGEN is ingesteld op STOP.
Vervolg
De fusertelling opnieuw instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te
gaan.
2. Druk op
en om Apparaat
configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat
configureren te selecteren.
4. Druk op
en om HERSTEL te
markeren.
5. Druk op
om HERSTEL te
selecteren.
6. Druk op
en om RESET
BENODIGDHDN te markeren.
7. Druk op
om RESET
BENODIGDHDN te selecteren.
8. Druk op
en om NIEUWE
FUSERKIT te markeren.
9. Druk op
om NIEUWE FUSERKIT
te selecteren.
10. Druk op
en om JA te markeren.
11. Druk op
om JA te selecteren.
De fusertelling is opnieuw ingesteld en
de printer is klaar voor gebruik.
Gebeurtenislogboek leeg Op het bedieningspaneel is
LOGBESTAND TONEN geselecteerd en
het logbestand is leeg.
Geen handeling vereist.
Gebeurtenislogboek wissen Dit bericht wordt weergegeven tijdens
het wissen van het gebeurtenislogboek.
De MENU'S worden afgesloten wanneer
het gebeurtenislogboek is gewist.
Geen handeling vereist.
GEBR. LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Wijzigen:
/
Doorgaan:
De printer biedt alternatieve soorten
afdrukmateriaal voor gebruik voor deze
afdruktaak.
1. Bekijk de configuratie van de laden
(soort en formaat) met
en .
2. Druk op
om de gewenste lade te
selecteren.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
176 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
GEEN HP-ONDERDEEL
AANGETROFFEN
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Er is een cartridge geïnstalleerd die niet
van HP is. Dit bericht wordt
weergegeven tot de cartridge van HP is
geïnstalleerd of tot er op
wordt gedrukt.
Als u in de veronderstelling bent dat u
een cartridge van HP hebt aangeschaft,
belt u de fraude-hotline van HP
(1-877-219-3183, gratis in Noord-
Amerika).
VOORZICHTIG
Reparaties aan de printer als gevolg van
het gebruik van een niet-HP-cartridge
worden niet gedekt door de garantie van
HP.
Als u wilt verdergaan met afdrukken,
drukt u op
.
GEEN OPGESL. TAKEN Geen opgeslagen taken op de EIO-
schijf. Dit bericht wordt weergegeven
wanneer de gebruiker het menu TAAK
OPHALEN opent en er geen taken zijn
die kunnen worden opgehaald.
Geen handeling vereist.
Geen papier in lade?
Handmatig laden
<SOORT> <TYPE>
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Handmatig laden
<SOORT> <TYPE>
Druk op Start voor
een andere lade
Er is een taak verzonden waarvoor
HANDMATIG INVOEREN is opgegeven
en lade 1 is leeg.
Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in
lade 1.
OF
Als u afdrukmateriaal uit een andere
lade wilt gebruiken, drukt u op
en
selecteert u de gewenste lade in de lijst.
GEKOZEN PERSONALITY
NIET BESCHIKBAAR
Als u wilt verdergaan, drukt u op
wordt afgewisseld met
GEKOZEN PERSONALITY
NIET BESCHIKBAAR
Druk op
voor hulp
PJL heeft een verzoek ontvangen voor
een personality die niet in de printer
bestaat. De taak wordt afgebroken en er
worden geen pagina's afgedrukt.
1.
Druk op
voor gedetailleerde
informatie.
2. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
3. Druk opnieuw af met het juiste
stuurprogramma voor het apparaat.
Gereed
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
De printer is on line en klaar voor
gegevens. Op het bedieningspaneel
worden geen statusberichten
weergegeven.
Geen handeling vereist.
Gereed
Diagnosemodus
Druk op
om af te sluiten. STOP-
TOETS
De printer is ingesteld op een speciale
diagnostische modus.
Druk op S
TOP
om de speciale
diagnostische modus af te sluiten.
OF
Er is geen handeling vereist.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 177
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
HANDMATIGE INVOER
UITVOERSTAPEL
De even pagina's van een handmatig
dubbelzijdig document zijn afgedrukt en
de printer wacht tot de uitgevoerde
stapel opnieuw wordt geplaatst voor het
afdrukken van de oneven pagina's.
Volg de aanwijzingen in het
dialoogvenster Afdrukken op beide
zijden op de computer.
OF
Druk op
voor de Help bij de printer.
Handmatig laden
<SOORT> <TYPE>
Druk op
voor hulp
Er is een taak verzonden waarvoor
HANDMATIG INVOEREN is opgegeven
en lade 1 is leeg.
Er is geen andere lade beschikbaar.
Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in
lade 1.
Handmatig laden
<SOORT> <TYPE>
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Handmatig laden
<SOORT> <TYPE>
Doorgaan: druk op
Er is een taak verzonden waarvoor
Handmatig laden is opgegeven. Er
bevindt zich al papier in lade 1.
Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in
lade 1.
OF
Als lade 1 het juiste papier bevat, drukt u
op
om af te drukken.
Als u afdrukmateriaal uit een andere
lade wilt gebruiken, verwijdert u het
afdrukmateriaal uit lade 1 en drukt u
vervolgens op
.
Herstellen... De printer is bezig met het herstellen
van de instellingen.
Geen handeling vereist.
Herstellen...
fabrieksinstellingen
De printer is bezig met het herstellen
van de fabrieksinstellingen.
Geen handeling vereist.
Initialiseren
permanent geheugen
Wordt weergegeven wanneer de printer
wordt ingeschakeld om aan te duiden
dat de permanente opslag wordt
geïnitialiseerd.
Geen handeling vereist.
Instelling opgesl. Er is een menuoptie ingesteld en
opgeslagen.
Geen handeling vereist.
KAARTSLEUF X
NIET FUNCTIONEEL
De flash-kaart in sleuf X werkt niet goed. 1. Zet de printer uit.
2. Verwijder de kaart uit de
aangegeven sleuf en vervang deze
door een nieuwe kaart.
Kalibreren... De printer is bezig met het kalibreren. Geen handeling vereist.
Kit telling herstellen In het menu Benodigdheden herstellen
is JA geselecteerd voor het op nul
instellen van benodigdheden die niet als
nieuw gedetecteerd kunnen worden.
Geen handeling vereist.
Laden
programmaX
NIET UITSCHAKELEN
U kunt programma's en lettertypen in het
bestandssysteem van de printer laden
en in het RAM-geheugen laden wanneer
de printer wordt ingeschakeld. Het
nummer XX is een volgnummer dat
aangeeft dat het huidige programma
wordt geladen.
Geen handeling vereist. Schakel de
printer niet uit.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
178 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Lade X
[SOORT] [FORMAAT]
Formaat aangetr. door lade
wordt afgewisseld met
Lade X
[SOORT] [FORMAAT]
Voor wijzigen van formaat of soort
druk op
Op de printer wordt de huidige
configuratie van lade x gerapporteerd.
De schakelaar van de lade staat op de
positie STANDAARD.
1. Als de configuratie van het formaat
en het soort juist is, drukt u op
om het bericht te wissen.
2. Als u het formaat of het soort
afdrukmateriaal wilt veranderen,
drukt u op
.
Gebruik
en om het formaat en
het soort papier te markeren en
druk op
om uw selectie te maken.
3. Als er een handeling is vereist om
het formaat te wijzigen, wordt na de
selectie een bericht met instructies
weergegeven.
Lade X
[SOORT] [FORMAAT]
Formaat gespec. door gebruiker
wordt afgewisseld met
LADE XX [SOORT] [FORMAAT]
Voor wijzigen van formaat of soort
druk op
Op de printer wordt de huidige
configuratie van lade x gerapporteerd.
De schakelaar van de lade staat op de
positie SPECIAAL.
1. Als de configuratie van het formaat
en het soort juist is, drukt u op
om het bericht te wissen.
2. Als u het formaat of het soort
afdrukmateriaal wilt veranderen,
drukt u op
.
Gebruik
en om het formaat en
het soort papier te markeren en
druk op
om uw selectie te maken.
3. Als er een handeling is vereist om
het formaat te wijzigen, wordt na de
selectie een bericht met instructies
weergegeven.
4. Zie
Invoerladen configureren voor
verdere bijzonderheden.
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Inst. niet opgesl.
wordt afgewisseld met
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Wijzigen: wijzig schakel. in lade X
Er is een detecteerbaar formaat voor het
afdrukmateriaal in het menu
geselecteerd, maar de sensoren van de
ladegeleider detecteren een ander
formaat.
Het formaat dat via het menu is
geselecteerd, komt niet overeen met het
formaat dat door de lade gedetecteerd
is. Het formaat wordt gedetecteerd
wanneer de schakelaar van de lade in
de positie STANDAARD staat. De
schakelaar van de lade staat al in de
juiste positie voor het geselecteerde
formaat.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het gebruikte afdrukmateriaal
A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of
Legal is, moet de schakelaar van de
lade zijn ingesteld op STANDAARD.
Voor overige formaten stelt u de
schakelaar in op SPECIAAL. De
schakelaar van de lade moet
ingesteld zijn alvorens het formaat
via het bedieningspaneel
geselecteerd kan worden.
3. Stel, indien nodig, het papierformaat
opnieuw in.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 179
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Inst. niet opgesl.
wordt afgewisseld met
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Zet ladeschakelaar op
AANGEPAST
Er is via het menu een niet-
detecteerbaar formaat geselecteerd en
de schakelaar van de lade is ingesteld
op STANDAARD.
Als u het ladeformaat wilt wijzigen in het
geselecteerde formaat, moet u de
schakelaar van de lade in de positie
AANGEP. zetten.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het gebruikte afdrukmateriaal
A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of
Legal is, moet de schakelaar van de
lade zijn ingesteld op STANDAARD.
Voor overige formaten stelt u de
schakelaar in op SPECIAAL. De
schakelaar van de lade moet
ingesteld zijn alvorens het formaat
via het bedieningspaneel
geselecteerd kan worden.
3. Stel het papierformaat in via het
menu voor de papierverwerking of
het pop-upmenu voor het
ladeformaat.
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Instelling opgesl.
Het formaat dat in het menu is
geselecteerd, is opgeslagen.
Er is geen handeling vereist.
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Instelling opgesl.
wordt afgewisseld met
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Zet ladeschakelaar op
STANDAARD (advies). Sluit
vervolgens lade
Er is via het menu een detecteerbaar
formaat geselecteerd en de schakelaar
van de lade is ingesteld op SPECIAAL.
Hoewel dit niet is vereist, kan het
geselecteerde formaat automatisch
worden gedetecteerd wanneer de
schakelaar van de lade is ingesteld op
STANDAARD.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het gebruikte afdrukmateriaal
A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of
Legal is, moet de schakelaar van de
lade zijn ingesteld op STANDAARD.
Voor overige formaten stelt u de
schakelaar in op SPECIAAL. De
schakelaar van de lade moet
ingesteld zijn alvorens het formaat
via het bedieningspaneel
geselecteerd kan worden.
3. Stel het papierformaat in via het
menu voor de papierverwerking of
het pop-upmenu voor het
ladeformaat.
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Verpl.ladegeleiders voor wijzigen
form.
wordt afgewisseld met
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
sluit daarna lade
Er is in het menu een niet-detecteerbaar
formaat afdrukmateriaal geselecteerd en
de lade is open.
Voor het geselecteerde formaat moet de
schakelaar van de lade zijn ingesteld op
SPECIAAL. Als dit niet gebeurt, wordt
het ladeformaat gewijzigd wanneer de
lade wordt gesloten.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het gebruikte afdrukmateriaal
A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of
Legal is, moet de schakelaar van de
lade zijn ingesteld op STANDAARD.
Voor overige formaten stelt u de
schakelaar in op SPECIAAL. De
schakelaar van de lade moet
ingesteld zijn alvorens het formaat
via het bedieningspaneel
geselecteerd kan worden.
3. Sluit de lade.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
180 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
Zet ladeschakelaar op
STANDAARD (advies). Sluit
vervolgens lade
wordt afgewisseld met
LADE X FORMAAT= <FORMAAT>
sluit daarna lade
Er is in het menu een detecteerbaar
formaat afdrukmateriaal geselecteerd en
de lade is open.
Hoewel dit niet is vereist, kan het
geselecteerde formaat automatisch
worden gedetecteerd wanneer de
schakelaar van de lade is ingesteld op
STANDAARD.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het gebruikte afdrukmateriaal
A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of
Legal is, moet de schakelaar van de
lade zijn ingesteld op STANDAARD.
Voor overige formaten stelt u de
schakelaar in op SPECIAAL. De
schakelaar van de lade moet
ingesteld zijn alvorens het formaat
via het bedieningspaneel
geselecteerd kan worden.
LADE X LEEG
[SOORT] [FORMAAT]
wordt afgewisseld met
Gereed
De opgegeven lade is leeg en deze lade
is momenteel niet nodig voor de huidige
afdruktaak.
Vul de lade wanneer u tijd hebt.
LADE X OPEN
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Gereed
De genoemde lade is open of niet
volledig gesloten.
Sluit de lade.
LETTERTYPENLIJST
WORDT AFGEDRUKT...
De printer is bezig met het samenstellen
van een lijst van de PCL- of de PS-
lettertypen. Als de pagina is afgedrukt,
keert de printer terug naar de stand
Gereed.
Geen handeling vereist.
Mopy van taak mislukt
wordt afgewisseld met
Verwerken...
Er is een mopy-taak die niet verwerkt
kan worden vanwege een probleem met
het geheugen, de schijf of de
configuratie. Er wordt slechts één
exemplaar afgedrukt.
Installeer extra geheugen of een vaste
schijf in de printer.
Motor
draaien
Druk op
om af te sluiten.
S
TOP
Er wordt een test uitgevoerd en de
geselecteerde component is de
cartridgemotor voor de <kleur>.
Druk op S
TOP
wanneer u deze test wilt
stoppen.
Motor draaien
Druk op
om af te sluiten.
S
TOP
De printer voert een test van een van de
componenten uit en de geselecteerde
component is een motor.
Druk op S
TOP
wanneer u deze test wilt
stoppen.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 181
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
ONDERDEEL IN GEBRUIK
DAT NIET VAN HP IS
wordt afgewisseld met
Gereed
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven. Het
niveau van nagevulde cartridges
wordt echter niet weergegeven.
De printer heeft bemerkt dat er een
cartridge wordt gebruikt die niet van HP
is.
Wanneer u in de veronderstelling bent
dat u een cartridge van HP hebt
aangeschaft, belt u de HP fraude-hotline.
VOORZICHTIG
Reparaties aan de printer als gevolg van
het gebruik van een niet-HP-cartridge
worden niet gedekt door de garantie van
HP.
ONJUISTE <KLEUR>
PATROON
wordt afgewisseld met
Druk op
voor hulp
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
De cartridge is niet geïnstalleerd of is
verkeerd geïnstalleerd in de printer.
1. Open de bovenklep en de
transfereenheid.
VOORZICHTIG
De transfereenheid is zeer gevoelig voor
beschadigingen.
2. Plaats de printcartridge en
controleer of deze juist is
geïnstalleerd.
3. Sluit de voorklep.
4. Als deze fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de
ondersteuning van HP via
http://www.hp.com/support/lj4650.
Onjuiste benodigheden
Voor status druk
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Er is ten minste één accessoire verkeerd
in de printer geïnstalleerd en een andere
accessoire ontbreekt, is verkeerd
geïnstalleerd, is leeg of bijna leeg.
1. Druk op om het menu STAT.
BENODIGDHDN te openen.
2. Druk op
en om het onderdeel
te markeren waarbij een fout is
opgetreden.
3.
Druk op
om de Help bij dit
onderdeel weer te geven.
4. Druk op
en om stapsgewijs de
instructies te doorlopen.
ONJUISTE PATROON
wordt afgewisseld met
Druk op
voor hulp
Op de meter voor benodigdheden
wordt het inktniveau van de
printcartridges weergegeven.
Er is een cartridge in de verkeerde sleuf
geïnstalleerd en de klep is gesloten.
1. Open de bovenklep en de
transfereenheid.
VOORZICHTIG
De transfereenheid is zeer gevoelig voor
beschadigingen.
2. Verwijder de onjuiste printcartridge.
3. Installeer de juiste printcartridge.
4. Sluit de voorklep.
Onjuiste PIN Er is een verkeerde PIN-code ingevoerd.
Als de PIN-code drie keer verkeerd
wordt ingevoerd, keert de printer terug
naar Gereed.
Toets de juiste PIN-code in.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
182 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
ONJUIST FORMAAT
LADE X=
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Gereed
De lade bevat afdrukmateriaal dat langer
of korter is dan het formaat waarvoor de
lade is geconfigureerd.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het gebruikte afdrukmateriaal
A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of
Legal is, moet de schakelaar van de
lade zijn ingesteld op STANDAARD.
Voor overige formaten stelt u de
schakelaar in op SPECIAAL. De
schakelaar van de lade moet
ingesteld zijn alvorens het formaat
via het bedieningspaneel
geselecteerd kan worden.
3. Druk indien nodig op
nadat de
lade is gesloten om het
papierformaat of de papiersoort
opnieuw in te stellen.
ONVOLD. GEH.
OM LETTERTYPEN/GEGEVENS
TE LADEN
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Apparaat
Doorgaan: druk op
Het apparaat beschikt niet over
voldoende geheugen om de gegevens,
zoals lettertypen of macro's, te laden
vanaf de opgegeven locatie. Apparaat
kan een van de volgende apparaten zijn:
INTERN = ROM direct op de formatter-
kaart
KAARTSLEUF X = lettertypekaart in
sleuf X
DIMM'S
EIO 3100 ICP-SCHIJF = verwijderbare
vaste schijf in EIO-sleuf X
1. Als u het apparaat wilt gebruiken
zonder de gegevens, drukt u op
.
2. Als u het probleem wilt oplossen,
moet u geheugen toevoegen aan
het apparaat. DDR SDRAM-
geheugen: 128 MB (Q2630A) of 256
MB (Q2631A).
Orig. HP benodigdh. geïnstalleerd Er is een nieuwe cartridge van HP
geïnstalleerd. De printer keert terug naar
Gereed na ongeveer 10 seconden.
Geen handeling vereist.
Papierbaan vrijmaken De printer is vastgelopen of heeft tijdens
het inschakelen verkeerd geplaatst
papier gevonden. De printer probeert
automatisch om de vastgelopen pagina's
uit te werpen.
Geen handeling vereist.
Papierbaan wordt gecontroleerd Het apparaat draait de rollen om te
controleren of er een papierstoring is.
Geen handeling vereist.
Pauze
Terug naar Klaar:
druk op STOP
De printer is in de pauzestand geplaatst
en er zijn geen foutberichten die niet zijn
afgehandeld. De I/O ontvangt verdere
gegevens tot het geheugen vol is.
Druk op S
TOP
.
PLAATS OF SLUIT
LADE X
Druk op
voor hulp
Lade XX moet geïnstalleerd en gesloten
worden alvorens de huidige taak kan
worden afgedrukt.
Sluit de aangegeven lade.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 183
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Powersave aan De printer staat in de PowerSave-
modus. Het bericht verdwijnt als u op
een knop drukt, als er een foutconditie
optreedt of wanneer er afdrukgegevens
worden ontvangen.
Geen handeling vereist.
Printercontrole Het apparaat voert een interne test uit. Geen handeling vereist.
RAMDISK
APPARAAT- STORING
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Er is een defect opgetreden in de
aangegeven schijf.
1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
2. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
3. Als dit bericht daarna blijft
verschijnen, neemt u contact op met
de ondersteuning van HP.
RAMDISK
BESTANDSSYST. IS VOL
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
De printer heeft een PJL-opdracht
ontvangen waardoor iets in het
bestandssysteem opgeslagen moest
worden maar de bewerking is niet gelukt
omdat het systeem vol is.
Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
Opmerking
Tevens worden hierdoor eventuele
bestanden in het RAM-geheugen gewist.
RAMDISK BEST.
BEWERKING MISLUKT
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
De printer heeft een PJL-opdracht
ontvangen die tot een onlogische
bewerking zou leiden (bijvoorbeeld het
downloaden van een bestand naar een
directory die niet bestaat).
Het is mogelijk dat het afdrukken
verdergaat.
1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
2. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
3. Als het bericht weer verschijnt, is er
wellicht een probleem met de
software.
RAMDISK TEGEN
SCHRIJVEN BESCHERMD
Voor wissen druk op
wordt afgewisseld met
Gereed
Er kunnen geen nieuwe bestanden naar
het DIMM-geheugen worden
geschreven, omdat het apparaat met het
schijfsysteem beveiligd is.
1. Als u het schrijven naar de RAM-
schijf wilt activeren, dient u de
schrijfbeveiliging uit te schakelen
met HP Web Jetadmin.
2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u
op
.
3. Als het bericht blijft verschijnen, zet
u de printer uit en weer aan.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
184 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
SLECHTE AANSL. M.
OPTIONELE LADE
De invoerlade voor 500 vel is niet juist in
de printer geplaatst.
1. Controleer of de printer zich op een
vlak oppervlak bevindt.
2. Zet de printer uit.
3. Installeer de invoerlade voor 500 vel
opnieuw op de printer.
4. Als de printer op de optionele
printerstandaard is geplaatst,
controleert u of de
ondersteuningsbanden aan de
achterkant van de standaard en de
printer zijn bevestigd.
5. Schakel de printer in nadat u de
invoerlade voor 500 vel opnieuw
hebt geïnstalleerd.
Sluit de klep.
Druk op
voor hulp
De kleppen moeten worden gesloten. Sluit de voorkleppen.
Opmerking
Dit bericht kan eveneens verschijnen
wanneer de fuser ontbreekt of verkeerd
is geïnstalleerd. Zorg dat de fuser goed
is geïnstalleerd.
Solenoïde verplaatsen
Druk op
om af te sluiten.
STOP-TOETS
De printer voert een test van een van de
componenten uit en de geselecteerde
component is een solenoïde.
Geen handeling vereist.
Taak kan niet worden opgeslagen
wordt afgewisseld met
Verwerken...
Er is een taak die niet opgeslagen kan
worden vanwege een probleem met het
geheugen, de schijf of de configuratie.
Installeer extra geheugen of installeer
een vaste schijf in de printer. Is er een
vaste schijf geïnstalleerd, wis dan eerder
opgeslagen afdruktaken.
Toegang geweigerd
MENU'S GEBLOKKEERD
Iemand heeft geprobeerd om een
menuoptie aan te passen terwijl het
bedieningspaneel door de
printerbeheerder vergrendeld is. Na
korte tijd verdwijnt het bericht en keert
de printer terug naar de status Gereed
of BEZET.
Neem contact op met de beheerder van
de printer om instellingen te veranderen.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 185
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
TRANSFER KIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
De transfereenheid is aan het einde van
de levensduur. Het afdrukken wordt
weer voortgezet wanneer de transferkit
is vervangen.
1. Open de boven- en voorkleppen.
2. Verwijder de oude eenheid door op
de blauwe knoppen aan beide
zijden van de eenheid te drukken.
3. Schuif de oude eenheid uit de printer.
4. Installeer een nieuwe
transfereenheid.
5. Sluit de voor- en bovenkleppen.
6. Informatie voor het bestellen van
benodigdheden is tevens
beschikbaar via de geïntegreerde
webserver. Zie
De geïntegreerde
webserver gebruiken voor meer
informatie.
Opmerking
Als de oude transfereenheid niet aan het
einde van de levensduur was toen deze
werd vervangen (als deze bijvoorbeeld
was beschadigd) of als u na het bericht
over het einde van de levensduur verder
wilt gaan met afdrukken, moet u via het
bedieningspaneel van de printer de
telling voor de transfereenheid opnieuw
instellen. Het bericht over het einde van
de levensduur is een service aan de
klanten. Als u hierna toch doorgaat met
afdrukken is het mogelijk dat de
afdrukkwaliteit binnenkort afneemt. Als
na het bericht over het einde van de
levensduur de transferkittelling opnieuw
is ingesteld, is de feedback over de
resterende levensduur van de kit onjuist
totdat de kit wordt vervangen en de
telling weer opnieuw wordt ingesteld.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
186 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
TRANSFER KIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
De transfereenheid is aan het einde van
de levensduur. Het afdrukken wordt
weer voortgezet wanneer de transferkit
is vervangen.
Vervolg
De telling van de transfereenheid
opnieuw instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te
gaan.
2. Druk op
en om Apparaat
configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat
configureren te selecteren.
4. Druk op
en om HERSTEL te
markeren.
5. Druk op
om HERSTEL te
selecteren.
6. Druk op
en om RESET
BENODIGDHDN te markeren.
7. Druk op
om RESET
BENODIGDHDN te selecteren.
8. Druk op
en om NWE.
TRANSFERKIT te markeren.
9. Druk op
om NWE.
TRANSFERKIT te selecteren.
10. Druk op
en om JA te markeren.
11. Druk op
om JA te selecteren.
De telling voor de transfereenheid is
opnieuw ingesteld en de printer is klaar
voor gebruik.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 187
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
TRANSFER KIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
TRANSFER KIT VERVANGEN
Doorgaan: druk op
De transfereenheid is bijna aan het eind
van de levensduur en de instelling
BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEM-
INSTELLINGEN is ingesteld op STOP.
1. Bestel een transferkit.
2. Als u wilt verdergaan met
afdrukken, drukt u op
.
3. Voer de volgende stappen uit om de
transferkit te vervangen:
Open de boven- en voorkleppen.
Verwijder de oude eenheid
door op de blauwe knoppen
aan beide zijden van de
eenheid te drukken.
Schuif de oude eenheid uit de
printer.
Installeer een nieuwe
transfereenheid.
Sluit de voor- en bovenkleppen.
Informatie voor het bestellen
van benodigdheden is tevens
beschikbaar via de
geïntegreerde webserver. Zie
De geïntegreerde webserver
gebruiken voor meer informatie.
Opmerking
Als de oude transfereenheid niet aan het
einde van de levensduur was toen deze
werd vervangen (als deze bijvoorbeeld
was beschadigd) of als u na het bericht
over het einde van de levensduur verder
wilt gaan met afdrukken, moet u via het
bedieningspaneel van de printer de
telling voor de transfereenheid opnieuw
instellen. Het bericht over het einde van
de levensduur is een service aan de
klanten. Als u hierna toch doorgaat met
afdrukken is het mogelijk dat de
afdrukkwaliteit binnenkort afneemt. Als
na het bericht over het einde van de
levensduur de transferkittelling opnieuw
is ingesteld, is de feedback over de
resterende levensduur van de kit onjuist
totdat de kit wordt vervangen en de
telling weer opnieuw wordt ingesteld.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
188 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
TRANSFER KIT VERVANGEN
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
TRANSFER KIT VERVANGEN
Doorgaan: druk op
De transfereenheid is bijna aan het
einde van de levensduur en de instelling
BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEM-
INSTELLINGEN is ingesteld op STOP.
Vervolg
De telling van de transfereenheid
opnieuw instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te
gaan.
2. Druk op
en om Apparaat
configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat
configureren te selecteren.
4. Druk op
en om HERSTEL te
markeren.
5. Druk op
om HERSTEL te
selecteren.
6. Druk op
en om RESET
BENODIGDHDN te markeren.
7. Druk op
om RESET
BENODIGDHDN te selecteren.
8. Druk op
en om NWE.
TRANSFERKIT te markeren.
9. Druk op
om NWE.
TRANSFERKIT te selecteren.
10. Druk op
en om JA te markeren.
11. Druk op
om JA te selecteren.
De telling voor de transfereenheid is
opnieuw ingesteld en de printer is klaar
voor gebruik.
TYPE NIET CORRECT
LADE XX
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
Gereed
Het soort afdrukmateriaal dat in de lade
is geplaatst, komt niet overeen met het
soort afdrukmateriaal dat is
geconfigureerd voor de lade.
1. Stel de papiergeleiders in tegen het
afdrukmateriaal.
2. Als het om een detecteerbaar
formaat gaat, stelt u de schakelaar
van de lade in op STANDAARD. Als
dit niet het geval is, stelt u de
schakelaar van de lade in op
SPECIAAL.
3. Druk indien nodig op
nadat de
lade is gesloten om het
papierformaat of de papiersoort te
wijzigen.
Uitvoeren
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN
De printer is bezig met een Afdruk/Stop-
test.
Geen handeling vereist.
Uitvoeren...
PAPIERBAANTEST
De printer is bezig met een test van de
papierbaan.
Geen handeling vereist.
Upgrade
ophalen
Er wordt een upgrade van de firmware
uitgevoerd.
Schakel de printer niet uit totdat deze
terugkeert naar de status Gereed.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 189
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Upgrade
opnieuw verzenden
De firmware-upgrade is niet correct
voltooid.
Probeer de upgrade opnieuw.
Upgrade
uitvoeren
Er wordt een upgrade van de firmware
uitgevoerd.
Schakel de printer niet uit totdat deze
terugkeert naar de status Gereed.
Verwerken... De printer is bezig met het verwerken
van een taak maar heeft nog geen
papier opgenomen. Wanneer het papier
wordt opgenomen, wordt dit bericht
vervangen door een ander bericht dat
aangeeft welke lade voor de taak
gebruikt wordt.
Geen handeling vereist.
Verwerken...
kopie <X> of <Y>
De printer is momenteel bezig met het
verwerken of afdrukken van gesorteerde
exemplaren. Het bericht geeft aan dat
momenteel exemplaar X van een totaal
aantal van Y exemplaren wordt verwerkt.
Geen handeling vereist.
Verwerken...
uit lade xx
De printer is bezig met het verwerken
van een taak uit de aangegeven lade.
Geen handeling vereist.
VERWIJDER ALLE
INKTCARTRIDGES
Druk op
om af te sluiten. STOP-
TOETS
De printer voert een test van een van de
componenten uit en de geselecteerde
component is Alleen riem.
Verwijder alle printcartridges.
Verwijderen... De printer is bezig met het verwijderen
van de opgeslagen taak.
Geen handeling vereist.
Verwijderten minste
één cartridge
Druk op
om af te sluiten. STOP-
TOETS
De printer is bezig met het uitvoeren van
een cartridgeuitschakelingscontrole of
een componententest waarbij de
geselecteerde component de
cartridgemotor is.
Verwijder een printcartridge.
Verzoek geaccepteerd
even wachten
De printer heeft een verzoek
geaccepteerd voor het afdrukken van
een interne pagina, maar eerst moet de
huidige taak nog worden voltooid.
Geen handeling vereist.
VUL LADE 1:
<SOORT> <TYPE>
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
VUL LADE 1:
<SOORT> <TYPE>
Doorgaan: druk op
Lade 1 is gevuld met en ingesteld voor
een ander soort en formaat dan is
opgegeven voor de taak.
1. Als het juiste papier is geplaatst,
drukt u op
.
2. Als dat niet het geval is, verwijdert u
het onjuiste papier en plaatst u het
opgegeven papier in lade 1.
3. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
4. Controleer of de schakelaar van de
lade in de juiste positie staat.
5. Als u een andere lade wilt
gebruiken, verwijdert u het papier uit
lade 1 en drukt u vervolgens op
.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
190 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op
voor hulp
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
Er is geen andere lade beschikbaar.
1. Plaats het opgegeven
afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
3. Controleer of de schakelaar van de
lade in de juiste positie staat.
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op
voor hulp
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op Start voor een andere
lade
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
1. Plaats het opgegeven
afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
3. Controleer of de schakelaar van de
lade in de juiste positie staat.
4. Als u een andere lade wilt
gebruiken, drukt u op
.
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Stel ladeschakelaar in op
AANGEPAST.
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op Start voor een andere
lade
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
Voor het formaat dat is opgegeven voor
de taak moet de schakelaar van de lade
in de positie AANGEP. staan.
1. Plaats het opgegeven
afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
3. Controleer of de schakelaar van de
lade in de positie AANGEP. staat.
4. Als u een andere lade wilt
gebruiken, drukt u op
.
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Stel ladeschakelaar in op
AANGEPAST.
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op
voor hulp
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
Voor het formaat dat is opgegeven voor
de taak moet de schakelaar van de lade
in de positie AANGEP. staan.
Er is geen andere lade beschikbaar.
1. Plaats het opgegeven
afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
3. Controleer of de schakelaar van de
lade in de positie AANGEP. staat.
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Zet ladeschakelaar op
STANDAARD (advies). Sluit
vervolgens lade
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op Start voor een andere
lade
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
Het formaat dat is opgegeven voor de
taak is detecteerbaar.
1. Plaats het opgegeven
afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
3. Controleer of de schakelaar van de
lade zich in de positie STANDARD
bevindt, zodat het formaat
automatisch wordt gedetecteerd.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
NLWW Berichten van het bedieningspaneel 191
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Zet ladeschakelaar op
STANDAARD (advies). Sluit
vervolgens lade
wordt afgewisseld met
VUL LADE XX
[SOORT] [FORMAAT]
Druk op
voor hulp
Lade XX is leeg of is geconfigureerd
voor een ander soort of een ander
formaat dan nodig is voor de afdruktaak.
Het formaat dat is opgegeven voor de
taak is detecteerbaar.
Er is geen andere lade beschikbaar.
1. Plaats het opgegeven
afdrukmateriaal in de papierlade.
2. Controleer of de papiergeleiders
juist zijn geplaatst.
3. Controleer of de schakelaar van de
lade zich in de positie STANDARD
bevindt, zodat het formaat
automatisch wordt gedetecteerd.
Wacht op printer om
opn te initialiseren
De instellingen voor de RAM-schijf zijn
gewijzigd voordat de printer automatisch
opnieuw is gestart, de modus van een
extern apparaat is gewijzigd of de
diagnostische modus is beëindigd
waardoor de printer automatisch
opnieuw wordt gestart.
Geen handeling vereist.
Berichten van het bedieningspaneel (vervolg)
192 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Papierstoringen
Gebruik deze afbeelding om papierstoringen in de printer te verhelpen. Zie Papierstoringen
verhelpen voor instructies bij het verhelpen van papierstoringen.
Plaatsen waar het papier kan vastlopen
1 bij de bovenklep
2 duplexbaan
3 papierbaan
4 invoerbaan
5 laden
Herstel na papierstoringen
Deze printer is voorzien van een functie voor herstel na een papierstoring, een functie
waarmee u kunt bepalen of de printer nadat er papier is vastgelopen, automatisch moet
proberen om vastgelopen pagina's opnieuw af te drukken. De opties zijn:
AUTO — De printer probeert vastgelopen pagina’s opnieuw af te drukken.
UIT — Er wordt niet geprobeerd om vastgelopen pagina’s opnieuw af te drukken.
Opmerking
Tijdens het herstelproces drukt de printer mogelijk enkele pagina’s af die vóór de
papierstoring wel goed zijn afgedrukt. Verwijder dubbele pagina’s.
NLWW Papierstoringen 193
Ga als volgt te werk om herstel na een papierstoring uit te schakelen:
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
4. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
om HERSTEL PAPIERSTORING te markeren.
7. Druk op
om HERSTEL PAPIERSTORING te selecteren.
8. Druk op
om UIT te markeren.
9. Druk op
om UIT te selecteren.
10. Druk op M
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Om de afdruksnelheid te verhogen en geheugen te besparen kunt u herstel na papierstoring
eventueel uitschakelen. Als herstel na papierstoring is uitgeschakeld, worden de bij een
storing betrokken pagina’s niet opnieuw afgedrukt.
194 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen
De volgende tabel geeft veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen en suggesties om
ze te verhelpen.
Oorzaak Oplossing
Afdrukmateriaal voldoet niet aan de door HP
aanbevolen specificaties.
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan
de specificaties van HP. Zie
Ondersteunde
formaten en gewichten afdrukmateriaal.
Een van de benodigdheden is niet correct
geïnstalleerd, wat herhaaldelijk storingen
veroorzaakt.
Zorg dat alle printcartridges, de transfer- en de
fusereenheid juist zijn geïnstalleerd.
U plaatst papier dat al eerder door een printer of
kopieerapparaat is gebruikt.
Gebruik geen papier waarop al eerder afgedrukt
of gekopieerd is.
Een invoerlade is niet correct gevuld. Verwijder overbodig afdrukmateriaal uit de
invoerlade. Druk het afdrukmateriaal in de
invoerlade omlaag zodat het onder de lipjes
past. Zie
Invoerladen configureren.
Afdrukmateriaal is scheef. De geleiders van de invoerlade zijn niet correct
ingesteld. Stel de geleiders af op het formaat
van het papier zonder deze te buigen. Als
afdrukmateriaal dat zwaarder is dan 105 g/m
2
in
lade 2 of lade 3 wordt geplaatst, kan het
scheeftrekken.
Het afdrukmateriaal is gebogen of plakt aan
elkaar.
Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het
180 graden of keer het om. Leg het
afdrukmateriaal opnieuw in de invoerlade.
Waaier het afdrukmateriaal niet uit.
Afdrukmateriaal wordt verwijderd alvorens het in
de uitvoerbak valt.
Stel de printer opnieuw in. Wacht tot de pagina
volledig in de uitvoerbak ligt alvorens deze te
verwijderen.
Tijdens duplexafdrukken wordt het
afdrukmateriaal verwijderd alvorens de
achterkant van de pagina's van het document
worden afgedrukt.
Voer de reset-functie van de printer uit en druk
het document opnieuw af. Wacht tot de pagina
volledig in de uitvoerbak ligt alvorens deze te
verwijderen.
Het afdrukmateriaal is in slechte staat. Vervang het afdrukmateriaal.
Het afdrukmateriaal wordt niet opgenomen door
de interne rollen van lade 2 of 3.
Verwijder het bovenste vel van het
afdrukmateriaal. Als het afdrukmateriaal
zwaarder is dan 105 g/m
2
, is het mogelijk dat het
niet uit de lade wordt opgenomen.
Het afdrukmateriaal heeft ruwe of gekartelde
randen.
Vervang het materiaal.
Het afdrukmateriaal is geperforeerd of
gebosseleerd.
De vellen van het afdrukmateriaal zijn niet
gemakkelijk van elkaar te scheiden. Wellicht is
het nodig om enkele vellen in te voeren via lade 1.
NLWW Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen 195
Oorzaak Oplossing
De vervaldatum van een van de benodigdheden
in de printer is verstreken.
Controleer of het bedieningspaneel van de
printer een bericht weergeeft over het vervangen
van benodigdheden of druk een statuspagina af
om de resterende levensduur van de
printerbenodigdheden te controleren. Zie
Printerbenodigdheden vervangen voor meer
informatie.
Het afdrukmateriaal is niet correct opgeslagen. Vervang het afdrukmateriaal. Afdrukmateriaal
moet in de oorspronkelijke verpakking en onder
de juiste omstandigheden worden bewaard.
Opmerking
Als de printer blijft vastlopen, neemt u contact op
met HP Klantenondersteuning of met een door
HP erkende servicevertegenwoordiger. Ga naar
http://www.hp.com/support/lj4650 voor meer
informatie.
196 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Papierstoringen verhelpen
De onderstaande gedeelten corresponderen met berichten die op het bedieningspaneel
kunnen worden weergegeven. Gebruik deze procedures om de storingen te verhelpen.
Papierstoring in lade 1
1. Open lade 1.
2. Verwijder het vastgelopen papier uit lade 1.
3. Plaats het papier opnieuw in lade 1 en controleer of het afdrukmateriaal juist is geplaatst.
Opmerking
Plaats het afdrukmateriaal niet boven de lipjes.
4. Controleer of de geleiders juist zijn geplaatst.
5. Sluit lade 1.
6.
Als u wilt verdergaan met afdrukken, drukt u op
en drukt u vervolgens op .
NLWW Papierstoringen verhelpen 197
Storing in lade 2, lade 3 of lade 4
1. Trek de aangegeven lade naar buiten en leg deze op een vlak oppervlak. Controleer of
de papiergeleiders goed zijn ingesteld.
2. Verwijder eventueel gedeeltelijk ingevoerd afdrukmateriaal. Pak het afdrukmateriaal bij
beide hoeken vast en trek het omlaag.
Opmerking
Gebruik lade 1 om papierstoringen met zwaarder papier te voorkomen.
3. Controleer de papierbaan om te zorgen dat deze vrij is.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat.
4. Wanneer papierstoringen optreden in lade 3 of lade 4, controleert u de laden daarboven
ook op storingen. Als de storing bijvoorbeeld in lade 4 optreedt, moet u ook lade 2 en
lade 3 openen en vastgelopen papier verwijderen.
5. Zorg dat het afdrukmateriaal goed in de lade ligt en onder de lipjes aan de voorkant van
de lade valt. Schuif de lade in de printer. Zorg dat alle laden volledig zijn gesloten.
198 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Papierstoringen in de bovenklep
Papierstoringen in de bovenklep doen zich voor in de gebieden die in de onderstaande
figuren zijn aangegeven. Gebruik de procedures in dit gedeelte om dit type storingen te
verhelpen.
1 Vastgelopen papier
2 Opgepropt papier in de fusereenheid
Een storing in het gedeelte rond de bovenklep verhelpen
WAARSCHU-
WING
Raak de fuser niet aan. De fuser is heet en kan brandwonden veroorzaken! De
bedrijfstemperatuur van de fuser is 190°C. Laat de fuser eerst 10 minuten afkoelen voordat
u deze aanraakt.
1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep.
NLWW Papierstoringen verhelpen 199
2. Trek de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omhoog om
de fuser los te maken van de fuserrollen.
3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan om het te verwijderen.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid
voordat deze afgekoeld is.
4. Pak de groene hendels op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. De
voorklep wordt geopend terwijl u de transfereenheid naar beneden trekt.
VOORZICHTIG
Leg niets op de transfereenheid terwijl deze is geopend. Als de transfereenheid beschadigd
wordt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden.
200 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
5. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag. Als het
afdrukmateriaal in de fusereenheid opgepropt is, gaat u naar stap zes.
6. Open de fuserklep en verwijder het afdrukmateriaal dat in de fusereenheid opgepropt is.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid
voordat deze is afgekoeld.
7. Druk de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omlaag om
de fuser weer in de fuserrollen vast te zetten.
NLWW Papierstoringen verhelpen 201
8. Sluit de transfereenheid en de bovenklep.
9. Sluit de bovenklep.
Papierstoring in de papierbaan
1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep.
202 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
2. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. De
voorklep wordt geopend terwijl u de transfereenheid naar beneden trekt.
VOORZICHTIG
Leg niets op de transfereenheid terwijl deze is geopend. Als de transfereenheid beschadigd
raakt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden.
3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog.
4. Controleer de papierbaan om te zorgen dat deze vrij is.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat.
5. Sluit de transfereenheid en de bovenklep.
NLWW Papierstoringen verhelpen 203
6. Sluit de bovenklep.
Meerdere storingen in de papierbaan
1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep.
2. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. De
voorklep wordt geopend terwijl u de transfereenheid naar beneden trekt.
VOORZICHTIG
Leg niets op de transfereenheid terwijl deze is geopend. Als de transfereenheid beschadigd
raakt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden.
204 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog.
4. Controleer de papierbaan om te zorgen dat deze vrij is.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat.
5. Trek de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omhoog om
de fuser los te maken van de fuserrollen.
6. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan om het te verwijderen.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid
voordat deze afgekoeld is.
7. Druk de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omlaag om
de fuser weer in de fuserrollen vast te zetten.
NLWW Papierstoringen verhelpen 205
8. Sluit de transfereenheid en de bovenklep.
9. Sluit de bovenklep.
Papierstoring in de duplexbaan
1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep.
206 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
2. Open de voorklep.
3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat.
4. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden.
5. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog.
NLWW Papierstoringen verhelpen 207
6. Als u op deze manier niet bij het afdrukmateriaal kunt, sluit u de transfereenheid.
7. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan.
8. Sluit de voorklep.
9. Sluit de bovenklep.
208 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Meerdere storingen in de duplexbaan
1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep.
2. Open de voorklep.
3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat.
4. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden.
NLWW Papierstoringen verhelpen 209
5. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog.
6. Trek de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omhoog om
de fuser los te maken van de fuserrollen.
7. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan om het te verwijderen.
Opmerking
Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden
verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid
voordat deze is afgekoeld.
8. Druk de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omlaag om
de fuser weer in de fuserrollen vast te zetten.
210 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
9. Als u op deze manier niet bij het afdrukmateriaal kunt, sluit u de transfereenheid.
10. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan.
11. Sluit de voorklep.
12. Sluit de bovenklep.
NLWW Papierstoringen verhelpen 211
Problemen met de papierverwerking
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties in de HP LaserJet Printer
Family Print Media Guide. Zie
Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie.
Zie
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor de papierspecificaties voor
deze printer.
De printer voert meerdere vellen tegelijk in
Oorzaak Oplossing
De invoerlade is te vol. Verwijder het overtollige afdrukmateriaal uit de
invoerlade.
Het afdrukmateriaal zit niet onder de lipjes in de
invoerlade (lade 2, lade 3 en lade 4).
Open de invoerlade en controleer of het
afdrukmateriaal onder de metalen lipjes zit.
Het afdrukmateriaal plakt aan elkaar. Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het
180 graden of keer het om en plaats het
opnieuw in de lade.
Opmerking
Waaier het afdrukmateriaal niet uit. Uitwaaieren
kan statische elektriciteit veroorzaken, wat tot
gevolg kan hebben dat het afdrukmateriaal aan
elkaar plakt.
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de
specificaties voor deze printer.
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat
voldoet aan de specificaties voor deze printer.
Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
De plaat voor het omhoog brengen van het
afdrukmateriaal is niet vergrendeld voordat de
lade is teruggeplaatst in de printer.
Vergrendel de plaat voor het omhoog brengen
van het afdrukmateriaal voordat u de lade
terugplaatst in de printer.
De laden zijn niet correct aangebracht. Controleer of de lengte van het gebruikte
afdrukmateriaal is aangegeven op de
papiergeleider voor de lengte aan de achterkant.
De printer voert een onjuist paginaformaat in
Oorzaak Oplossing
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is in de
invoerlade geplaatst.
Plaats het juiste formaat afdrukmateriaal in de
invoerlade.
212 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Oorzaak Oplossing
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is
geselecteerd in het programma of in het
printerstuurprogramma.
Controleer of de instellingen in het programma
en het printerstuurprogramma juist zijn,
aangezien de instellingen van het
printerstuurprogramma en het bedieningspaneel
teniet worden gedaan door de instellingen van
de toepassing en de instellingen van het
bedieningspaneel teniet worden gedaan door
het printerstuurprogramma. Zie
De
printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
In het bedieningspaneel van de printer is het
verkeerde formaat afdrukmateriaal geselecteerd
voor lade 1.
Ga naar het bedieningspaneel en selecteer het
juiste formaat voor lade 1.
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is
geconfigureerd voor de invoerlade.
Druk een configuratiepagina af of gebruik het
bedieningspaneel om na te gaan welk formaat
geconfigureerd is voor de diverse laden.
De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen
het papier.
Controleer of de papiergeleiders voor de
achterkant en de breedte het afdrukmateriaal
raken.
De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade
staat niet in de juiste positie.
Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat
voor het formaat van het afdrukmateriaal.
De printer neemt papier op uit een verkeerde lade
Oorzaak Oplossing
U gebruikt een stuurprogramma voor een andere
printer. Zie
De printerstuurprogramma's openen
voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Gebruik het stuurpogramma voor deze printer.
De opgegeven lade is leeg. Plaats afdrukmateriaal in de opgegeven lade.
In het submenu Systeeminstellingen van het
menu Apparaat configureren is het ladegedrag
voor de desbetreffende lade ingesteld op
EERSTE.
Wijzig de instelling in EXCLUSIEF.
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is
geconfigureerd voor de invoerlade.
Druk een configuratiepagina af of gebruik het
bedieningspaneel om na te gaan welk formaat
geconfigureerd is voor de diverse laden.
De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen
het papier.
Zorg dat de geleiders tegen het papier liggen.
De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade
staat niet in de juiste positie.
Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat
voor het formaat van het afdrukmateriaal.
De printer voert een onjuist paginaformaat in (vervolg)
NLWW Problemen met de papierverwerking 213
Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd
Oorzaak Oplossing
In het programma is handinvoer geselecteerd. Plaats afdrukmateriaal in lade 1 of druk op als
er al afdrukmateriaal is geplaatst.
Het juiste formaat afdrukmateriaal is niet
geplaatst.
Plaats het juiste formaat afdrukmateriaal.
De invoerlade is leeg. Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade.
Het afdrukmateriaal van een eerdere storing is
niet geheel verwijderd.
Open de printer en verwijder het afdrukmateriaal
uit de papierbaan. Kijk het fusergedeelte
zorgvuldig na op vastgelopen afdrukmateriaal.
Zie
Papierstoringen.
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is
geconfigureerd voor de invoerlade.
Druk een configuratiepagina af of gebruik het
bedieningspaneel om na te gaan welk formaat
geconfigureerd is voor de diverse laden.
De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen
het papier.
Controleer of de papiergeleiders voor de
achterkant en de breedte het afdrukmateriaal
raken.
De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade
staat niet in de juiste positie.
Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat
voor het formaat van het afdrukmateriaal.
Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd
Oorzaak Oplossing
In het programma is handinvoer geselecteerd. Plaats afdrukmateriaal in lade 1 of druk op als
er al afdrukmateriaal is geplaatst.
Het juiste formaat afdrukmateriaal is niet
geplaatst.
Plaats het juiste formaat afdrukmateriaal.
De invoerlade is leeg. Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade.
Het correcte soort afdrukmateriaal voor de
invoerlade is niet geselecteerd op het
bedieningspaneel.
Selecteer op het bedieningspaneel het juiste
soort afdrukmateriaal voor de invoerlade.
Het afdrukmateriaal van een eerdere storing is
niet geheel verwijderd.
Open de printer en verwijder het afdrukmateriaal
uit de papierbaan. Kijk het fusergedeelte
zorgvuldig na op vastgelopen afdrukmateriaal.
Zie
Papierstoringen.
Lade 3 of lade 4 wordt niet als optie voor
invoerlade weergegeven.
Lade 3 en lade 4 worden alleen weergegeven
als optie als deze zijn geïnstalleerd. Controleer
of lade 3 en 4 juist zijn geïnstalleerd. Controleer
of het printerstuurprogramma zo is
geconfigureerd dat lade 3 en 4 worden herkend.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor
meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
214 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Oorzaak Oplossing
Lade 3 of lade 4 is niet juist geïnstalleerd. Druk een configuratiepagina af om te controleren
of lade 3 of lade 4 juist is geïnstalleerd. Als dit
niet het geval is, controleert u of de optioneel
geïnstalleerde papierinvoer voor 500 vel of voor
2 x 500 vel correct op de printer is bevestigd.
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is
geconfigureerd voor de invoerlade.
Druk een configuratiepagina af of gebruik het
bedieningspaneel om na te gaan welk formaat
geconfigureerd is voor de diverse laden.
De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen
het papier.
Zorg dat de geleiders tegen het papier liggen.
De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade
staat niet in de juiste positie.
Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat
voor het formaat van het afdrukmateriaal.
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd
Oorzaak Oplossing
Het juiste soort afdrukmateriaal is niet
geselecteerd in de software of het
printerstuurprogramma.
Zorg dat in de software of in het
printerstuurprogramma het juiste soort
afdrukmateriaal geselecteerd is.
De invoerlade is te vol. Verwijder het overtollige afdrukmateriaal uit de
invoerlade. Plaats niet meer dan 200 vellen
glanspapier of glansfilm en niet meer dan 100
transparanten in lade 2, lade 3 of lade 4.
Controleer of de maximale hoogte voor stapels
in lade 1 niet wordt overschreden.
Afdrukmateriaal in een andere invoerlade heeft
hetzelfde formaat als de transparanten en de
printer is standaard ingesteld op de andere lade.
Zorg dat de invoerlade met de transparanten of
het glanspapier is geselecteerd in de software of
in het printerstuurprogramma. Gebruik het
bedieningspaneel van de printer om de lade te
configureren voor het soort afdrukmateriaal dat
is geplaatst. Zie
De printerstuurprogramma's
openen voor meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
De lade met de transparanten of het glanspapier
is niet juist geconfigureerd voor het soort
afdrukmateriaal.
Zorg dat de invoerlade met de transparanten of
het glanspapier is geselecteerd in de software of
in het printerstuurprogramma. Gebruik het
bedieningspaneel van de printer om de lade te
configureren voor het soort afdrukmateriaal dat
is geplaatst. Zie
Invoerladen configureren. Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Transparanten of glanspapier voldoen mogelijk
niet aan de ondersteunde specificaties voor
afdrukmateriaal.
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat
voldoet aan de specificaties voor deze printer.
Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd (vervolg)
NLWW Problemen met de papierverwerking 215
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer
Oorzaak Oplossing
Enveloppen zijn in een niet-ondersteunde lade
geplaatst. Voor enveloppen mag alleen lade 1
gebruikt worden.
Plaats de enveloppen in lade 1.
De enveloppen zijn gekruld of beschadigd. Probeer andere enveloppen te gebruiken.
Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving.
De enveloppen zijn dichtgeplakt omdat het
vochtigheidsgehalte te hoog is.
Probeer andere enveloppen te gebruiken.
Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving.
De afdrukstand van de envelop is onjuist. Controleer of de enveloppen goed zijn geplaatst.
Zie
Invoerladen configureren.
Deze printer biedt geen ondersteuning voor de
gebruikte enveloppen.
Zie Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal of de HP LaserJet Printer Family
Print Media Guide.
Lade 1 is geconfigureerd voor een ander formaat
dan enveloppen.
Configureer het formaat van lade 1 voor
enveloppen.
De uitvoer is gekruld of gekreukt
Oorzaak Oplossing
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de
specificaties voor deze printer.
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat
voldoet aan de specificaties voor deze printer.
Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
Het afdrukmateriaal is beschadigd of in slechte
staat.
Verwijder het afdrukmateriaal uit de invoerlade
en plaats afdrukmateriaal dat in goede staat is.
De printer werkt in een uitzonderlijk vochtige
omgeving.
Controleer of de afdrukomgeving binnen de
vochtigheidspecificaties valt. Zie
Printerspecificaties.
Er worden grote effen partijen afgedrukt. Grote effen partijen kunnen uitzonderlijke krulling
veroorzaken. Probeer een ander patroon te
gebruiken.
Het gebruikte afdrukmateriaal is niet juist
bewaard en is mogelijk vochtig.
Verwijder het afdrukmateriaal en vervang het
door afdrukmateriaal uit een nieuw, ongeopend
pak.
Het afdrukmateriaal heeft slecht afgesneden
randen.
Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het
180 graden of keer het om, en plaats het
opnieuw in de invoerlade. Waaier het
afdrukmateriaal niet uit. Als het probleem
aanhoudt, vervang dan het afdrukmateriaal.
Het specifieke soort afdrukmateriaal is niet
geconfigureerd voor de lade of is niet in de
software geselecteerd.
Configureer de software voor het
afdrukmateriaal (zie de documentatie van de
software). Configureer de lade voor het
afdrukmateriaal. Zie
Invoerladen configureren.
216 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed.
Oorzaak Oplossing
U wilt dubbelzijdig afdrukken op afdrukmateriaal
dat daarvoor niet ondersteund wordt.
Controleer of het afdrukmateriaal wordt
ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken. Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
Het printerstuurprogramma is niet ingesteld voor
duplexafdrukken.
Stel het printerstuurprogramma in om
duplexafdrukken te activeren.
De eerste pagina wordt afgedrukt op de
achterkant van een voorbedrukt formulier of een
vel met briefhoofd.
Plaats de voorbedrukte formulieren of het
briefhoofdpapier in lade 1 met de bedrukte zijde
naar boven en met de onderkant van de pagina
gericht naar de printerinvoer. In lade 2, lade 3 of
lade 4 plaatst u dit afdrukmateriaal met de
bedrukte zijde naar beneden en met de
bovenkant van de pagina gericht naar de
achterkant van de printer.
NLWW Problemen met de papierverwerking 217
Problemen met de manier waarop de printer reageert
Geen bericht in het display
Oorzaak Oplossing
De aan/uit-knop van de printer is in de standby-
stand.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Ventilatoren kunnen draaien terwijl de printer in
de standby-stand staat (uit).
De geheugen-DIMM's van de printer zijn defect
of verkeerd geïnstalleerd.
Controleer of de geheugen-DIMM's van de
printer correct geïnstalleerd en niet-defect zijn.
Het netsnoer zit niet stevig in de printer en het
stopcontact.
Zet de printer uit, maak het netsnoer los en sluit
het weer aan. Zet de printer opnieuw aan.
De netspanning is onjuist voor de
stroomconfiguratie van de printer.
Sluit de printer aan op een stroombron met de
juiste netspanning, zoals gespecificeerd op de
voltagesticker op de achterkant van de printer.
Het netsnoer is beschadigd of uitzonderlijk
versleten.
Vervang het netsnoer.
Het stopcontact werkt niet goed. Sluit de printer aan op een ander stopcontact.
De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt
Oorzaak Oplossing
De Gereed-indicator van de printer brandt niet. Druk op S
TOP
om de printer naar de status
Gereed te laten terugkeren.
De bovenklep is niet goed gesloten. Sluit de bovenklep stevig.
De Gegevens-indicator knippert. De printer ontvangt waarschijnlijk nog gegevens.
Wacht tot de Gegevens-indicator niet meer
knippert.
<KLEUR> CARTR. VERVANGEN verschijnt op
het display van de printer.
Vervang de printcartridge die op het display
wordt aangegeven.
Een ander printerbericht dan Gereed verschijnt
op het bedieningspaneel van de printer.
Zie Berichten van het bedieningspaneel.
Wellicht is er een DOS-time-out voor de
parallelle poort opgetreden.
Voeg een modusopdracht toe aan het bestand
AUTOEXEC.BAT. Raadpleeg de handleiding
van DOS voor meer informatie.
De PS-personality (PostScript-emulatie) is niet
geselecteerd.
Selecteer PS of AUTO als de printertaal. Ga
naar
Configuratie-instellingen van het
bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie.
In uw programma of printerstuurprogramma is
niet het juiste printerstuurprogramma
geselecteerd.
Selecteer in het programma of in het
printerstuurprogramma voor deze printer het
stuurprogramma voor PostScript-emulatie. Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
218 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Oorzaak Oplossing
De printer is niet goed geconfigureerd. Zie Configuratie-instellingen van het
bedieningspaneel wijzigen.
De computerpoort is niet geconfigureerd of werkt
niet goed.
Sluit een ander randapparaat aan op deze poort
om te controleren of de poort goed werkt.
De printer heeft een verkeerde naam gekregen
voor het netwerk of voor een Macintosh-
computer.
Gebruik het juiste hulpprogramma om de printer
te benoemen op het netwerk. Voor Macintosh
OS 9.x-computers selecteert u de printer vanuit
de Kiezer. Voor Macintosh OS X.1 en later opent
u de toepassing Afdrukbeheer, selecteert u het
verbindingstype en selecteert u vervolgens de
printer.
Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens
Oorzaak Oplossing
De Gereed-indicator van de printer brandt niet. Druk op S
TOP
om de printer naar de status
Gereed te laten terugkeren.
De bovenklep is niet goed gesloten. Sluit de bovenklep stevig.
Een ander printerbericht dan Gereed verschijnt
op het bedieningspaneel van de printer.
Zie Berichten van het bedieningspaneel.
De interfacekabel is niet juist voor deze
configuratie.
Selecteer de juiste interfacekabel voor deze
configuratie. Raadpleeg
Parallelle configuratie,
Enhanced I/O (EIO) configureren of USB-
configuratie voor meer informatie.
De interfacekabel is niet stevig aangesloten op
de printer en de computer.
Maak de interfacekabel los en sluit deze weer
aan.
De printer is niet juist geconfigureerd. Zie Configuratie-instellingen van het
bedieningspaneel wijzigen voor configuratie-
informatie.
De interfaceconfiguraties op de
configuratiepagina van de printer komen niet
overeen met de configuraties van de
hostcomputer.
Configureer de printer zodanig dat deze
overeenkomt met de configuratie van de
computer.
De computer werkt niet naar behoren. Gebruik een programma waarvan u weet dat het
werkt om de computer te controleren of ga naar
DOS en typ Dir>Prn achter de DOS-prompt.
De computerpoort waarop de printer is
aangesloten, is niet geconfigureerd of werkt niet
goed.
Sluit een ander randapparaat aan op deze poort
om te controleren of de poort goed werkt.
De printer heeft een verkeerde naam gekregen
voor het netwerk of voor een Macintosh-
computer.
Gebruik het juiste hulpprogramma om de printer
te benoemen op het netwerk. Voor Macintosh
OS 9.x-computers selecteert u de printer vanuit
de Kiezer. Voor Macintosh OS X.1 en later opent
u de toepassing Afdrukbeheer, selecteert u het
verbindingstype en selecteert u vervolgens de
printer.
De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt (vervolg)
NLWW Problemen met de manier waarop de printer reageert 219
Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk
Oorzaak Oplossing
Als u een schakeldoos gebruikt, is misschien
niet de juiste printer geselecteerd voor de
computer.
Selecteer de juiste printer op de schakeldoos.
De Gereed-indicator van de printer brandt niet. Druk op S
TOP
om de printer naar de status
Gereed te laten terugkeren.
Een ander printerbericht dan Gereed verschijnt
op het bedieningspaneel van de printer.
Zie Berichten van het bedieningspaneel.
Op de computer is niet het juiste
printerstuurprogramma geïnstalleerd.
Installeer het juiste printerstuurprogramma. Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Op uw computer zijn niet de juiste printer en
poort geselecteerd.
Selecteer de juiste printer en poort.
Uw netwerk is niet goed geconfigureerd voor
deze printer.
Gebruik uw netwerksoftware om de
netwerkconfiguratie van de printer te controleren
of raadpleeg uw netwerkbeheerder.
Het stopcontact werkt niet goed. Sluit de printer aan op een ander stopcontact.
220 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Problemen met het bedieningspaneel van de printer
De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist
Oorzaak Oplossing
Het display op het bedieningspaneel van de
printer is leeg of is niet verlicht wanneer de
ventilator draait.
Ventilatoren kunnen draaien terwijl de printer in
de standby-stand staat (uit). Druk op de aan/uit-
knop van de printer om de printer in te schakelen.
Printerinstellingen in de software of het
printerstuurprogramma verschillen van de
instellingen in het bedieningspaneel.
Controleer of de instellingen in het programma
en het printerstuurprogramma juist zijn,
aangezien de instellingen van het
printerstuurprogramma en het bedieningspaneel
teniet worden gedaan door de instellingen van
de toepassing en de instellingen van het
bedieningspaneel teniet worden gedaan door
het printerstuurprogramma. Zie
De
printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
De instellingen van het bedieningspaneel waren
niet juist opgeslagen nadat deze waren
veranderd.
Selecteer de instellingen in het
bedieningspaneel opnieuw en druk vervolgens
op
. Er moet een sterretje (*) rechts van de
instelling verschijnen.
De Gegevens-indicator brandt, maar er worden
geen pagina's afgedrukt.
Er zitten gebufferde gegevens in de printer. Druk
op
om de gegevens in de buffer af te drukken
met de instellingen van het bedieningspaneel en
om de nieuwe instellingen van het
bedieningspaneel te activeren.
Als de printer op een netwerk is aangesloten, is
het mogelijk dat de instellingen van het
bedieningspaneel door een andere gebruiker zijn
veranderd.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om
verandering in de instellingen van het
bedieningspaneel te coördineren.
Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd
Oorzaak Oplossing
Lade 3 wordt niet als invoerladeoptie
weergegeven op de configuratiepagina of op het
bedieningspaneel.
Lade 3 verschijnt alleen als een optie als deze is
geïnstalleerd. Controleer of lade 3 op de juiste
wijze is geïnstalleerd.
Lade 3 of lade 4 wordt niet als optie
weergegeven in het printerstuurprogramma.
Controleer of het printerstuurprogramma zo is
geconfigureerd dat lade 3 of 4 wordt herkend.
Zie
De printerstuurprogramma's openen voor
meer informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
NLWW Problemen met het bedieningspaneel van de printer 221
Onjuiste printeruitvoer
Onjuiste lettertypen worden afgedrukt
Oorzaak Oplossing
Het lettertype is onjuist geselecteerd in het
programma.
Selecteer het lettertype opnieuw in het
programma.
Het lettertype is niet beschikbaar voor de printer. Download het lettertype naar de printer of
gebruik een ander lettertype. (In Windows doet
het stuurprogramma dit automatisch.)
Het juiste printerstuurprogramma is niet
geselecteerd.
Selecteer het juiste printerstuurprogramma. Zie
De printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken
Oorzaak Oplossing
Het juiste lettertype is niet geselecteerd. Selecteer het juiste lettertype.
De juiste symbolenset is niet geselecteerd. Selecteer de juiste symbolenset.
Het geselecteerde teken of symbool wordt niet
ondersteund door het programma.
Gebruik een lettertype dat ondersteuning biedt
voor het geselecteerde teken of symbool.
Dansende tekst tussen afdrukken
Oorzaak Oplossing
Uw programma stelt de printer niet opnieuw in
op de bovenkant van de pagina.
Raadpleeg de documentatie voor de software of
het PCL/PJL Technical Reference Package voor
specifieke informatie.
Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces
Oorzaak Oplossing
De interfacekabel is van slechte kwaliteit. Probeer een andere kabel van hogere kwaliteit
die aan de IEEE-norm voldoet. Parallelle kabel
mag niet langer zijn dan 10 meter.
De interfacekabel is los. Maak de interfacekabel los en sluit deze weer
aan.
De interfacekabel is beschadigd of defect. Probeer een andere interfacekabel.
Het netsnoer is los. Maak het netsnoer los en sluit het weer aan.
U probeert een PCL-taak af te drukken, terwijl de
printer is geconfigureerd voor PostScript-emulatie.
Selecteer de juiste printerpersonality op het
bedieningspaneel van de printer en verzend de
afdruktaak nogmaals.
222 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Oorzaak Oplossing
U probeert een PostScript-taak af te drukken
terwijl de printer is geconfigureerd voor PCL.
Selecteer de juiste printerpersonality op het
bedieningspaneel van de printer en verzend de
afdruktaak nogmaals.
Gedeeltelijke afdruk
Oorzaak Oplossing
Er verschijnt een geheugenfoutbericht op het
bedieningspaneel van de printer.
1. Maak printergeheugen vrij door onnodige
gedownloade lettertypen, opmaakmodellen
en macro’s uit het printergeheugen te wissen;
2. Voeg meer geheugen toe aan de printer.
Het bestand dat u afdrukt, bevat fouten. Controleer de software om te zorgen dat het
bestand geen fouten bevat. Ga als volgt te werk:
1. Druk vanuit hetzelfde programma een ander
bestand af waarvan u weet dat het geen
fouten bevat;
2. druk het bestand af vanuit een ander
programma.
Richtlijnen voor afdrukken met verschillende lettertypen
De 80 interne lettertypen zijn beschikbaar in de modus PostScript-emulatie (PS) en PCL.
Download alleen de benodigde lettertypen om printergeheugen te besparen.
Als u diverse gedownloade lettertypen nodig hebt, kunt u overwegen extra
printergeheugen te installeren.
Enkele programma’s downloaden automatisch lettertypen bij het begin van elke afdruktaak.
Het is misschien mogelijk om die programma’s te configureren om alleen lettertypen te
downloaden die niet al in de printer aanwezig zijn.
Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces (vervolg)
NLWW Onjuiste printeruitvoer 223
Problemen met programma's
Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software
Oorzaak Oplossing
Systeemwijzigingen via software zijn
geblokkeerd door het bedieningspaneel van de
printer.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder.
Het programma ondersteunt geen
systeemwijzigingen.
Raadpleeg de documentatie bij de software.
Het juiste printerstuurprogramma is niet geladen. Laad het juiste printerstuurprogramma. Zie De
printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Het juiste stuurprogramma voor de toepassing is
niet geladen.
Laad het juiste stuurprogramma voor de
toepassing.
Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren
Oorzaak Oplossing
Het lettertype is niet beschikbaar voor het
programma.
Raadpleeg de documentatie bij de software.
Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren
Oorzaak Oplossing
Het programma ondersteunt geen kleuren. Zie de documentatie bij het programma.
De modus Kleur is niet geselecteerd in uw
programma of in het printerstuurprogramma.
Selecteer de modus Kleur in plaats van grijstint
of zwart-wit.
Het juiste printerstuurprogramma is niet geladen. Laad het juiste printerstuurprogramma.
Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet
Oorzaak Oplossing
Het printerstuurprogramma is niet
geconfigureerd om lade 3, lade 4 of de
duplexeenheid te herkennen. Zie
De
printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
Raadpleeg de Help van het
printerstuurprogramma voor instructies voor het
configureren van het stuurprogramma om
printeraccessoires te herkennen. Zie
De
printerstuurprogramma's openen voor meer
informatie over toegang tot de
printerstuurprogramma's.
De accessoire is mogelijk niet geïnstalleerd. Controleer of de accessoire goed is geïnstalleerd.
224 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Problemen met het afdrukken van kleuren
Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur
Oorzaak Oplossing
De modus Kleur is niet geselecteerd in uw
programma of in het printerstuurprogramma.
Selecteer in de software of in het
printerstuurprogramma de kleur-modus in plaats
van grijsschaal of zwart-wit. Zie
Pagina’s met
printerinformatie voor informatie over het
afdrukken van een configuratiepagina.
In uw programma is niet het juiste
printerstuurprogramma geselecteerd.
Selecteer het juiste printerstuurprogramma.
Er verschijnt geen kleur op de configuratiepagina. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger.
Verkeerde tint
Oorzaak Oplossing
De beveiligingstape is niet van de printcartridge
verwijderd.
Verwijder de beveiligingstape van de
printcartridge met de kleur die ontbreekt. Zie
Printcartridges vervangen.
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de
specificaties voor deze printer.
Raadpleeg de HP LaserJet Printer Family Print
Media Guide voor meer informatie.
Ga naar http://www.hp.com/ support/lj4650 voor
informatie over het bestellen van de HP LaserJet
Family Paper Specification Guide. Wanneer u
verbinding hebt, kiest u Manuals
(Handleidingen). U kunt ook naar
http://www.hp.com/support/ljpaperguide gaan
om de handleiding in PDF-indeling te
downloaden.
U laat de printer werken in uitzonderlijk vochtige
omstandigheden.
Controleer of de omgeving waarin de printer zich
bevindt, binnen de vochtigheidspecificaties valt.
Zie
Omgevingsspecificaties.
Opmerking
Voor meer informatie over het oplossen van
problemen met kleuren raadpleegt u
Problemen
met de afdrukkwaliteit oplossen.
Ontbrekende kleuren
Oorzaak Oplossing
Defecte printcartridge van HP. Vervang de cartridge.
Wellicht is er een cartridge geïnstalleerd die niet
van HP is.
Gebruik printcartridges van HP.
NLWW Problemen met het afdrukken van kleuren 225
Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge
Oorzaak Oplossing
De beveiligingstape is niet van de printcartridge
verwijderd.
Verwijder de beveiligingstape van de
printcartridge met de kleur die ontbreekt. Zie
Printcartridges vervangen.
Wellicht is er nog een printcartridge die bijna
leeg is.
Controleer de meter voor benodigdheden op het
bedieningspaneel of druk voor de
benodigdheden een statuspagina af. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
Wellicht zijn er printcartridges verkeerd
geïnstalleerd.
Zorg dat alle printcartridges correct geïnstalleerd
zijn.
Wellicht is er een cartridge geïnstalleerd die niet
van HP is.
Gebruik printcartridges van HP.
De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm
Oorzaak Oplossing
Uitzonderlijk lichte schermkleuren worden niet
afgedrukt.
Het is mogelijk dat uiterst lichte kleuren door de
software als wit worden geïnterpreteerd. Als dat
zo is, vermijdt u uitzonderlijk lichte kleuren.
Uitzonderlijk donkere schermkleuren worden
zwart afgedrukt.
Het is mogelijk dat uiterst donkere kleuren door
de software als zwart worden geïnterpreteerd.
Als dat zo is, vermijdt u uitzonderlijk donkere
kleuren.
De kleuren op het scherm van de computer zijn
anders dan de afgedrukte kleuren van de printer.
Selecteer op het tabblad Kleurregeling van het
printerstuurprogramma de optie
Schermovereenkomst.
Opmerking
Het overeenstemmen van de afgedrukte kleuren
met de kleuren op het scherm wordt beïnvloed
door diverse factoren. Deze factoren zijn o.a. het
afdrukmateriaal, licht van boven, programma’s,
besturingssysteempaletten, de monitor en de
videokaarten en de stuurprogramma's.
226 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Wanneer er af en toe problemen optreden met de afdrukkwaliteit, kunt u het probleem
oplossen aan de hand van de informatie in dit gedeelte.
Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door het
afdrukmateriaal
Bepaalde problemen met de afdrukkwaliteit zijn het gevolg van gebruik van verkeerd
afdrukmateriaal.
Gebruik papier dat voldoet aan de papierspecificaties van HP. Zie
Ondersteunde
formaten en gewichten afdrukmateriaal.
Het oppervlak van het afdrukmateriaal is te glad. Gebruik afdrukmateriaal dat voldoet
aan de papierspecificaties van HP. Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
Het stuurprogramma is niet goed ingesteld. Wijzig de instelling voor de papiersoort in
glans voor lade 2, 3 of 4 of in zwaar of zwaarglanzend voor lade 1.
Het afdrukmateriaal dat u gebruikt, is te zwaar voor de printer en de toner hecht niet aan
het afdrukmateriaal.
De transparanten die u gebruikt, zijn niet ontwikkeld voor het vereiste hechten van de
toner. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn ontwikkeld voor HP Color LaserJet
printers.
Het vochtigheidsgehalte van het papier is ongelijkmatig, te hoog of te laag. Gebruik
papier uit een andere bron of open een nieuw pak papier.
Delen van het papier nemen geen toner op. Gebruik papier uit een andere bron of open
een nieuw pak papier.
Het door u gebruikte briefhoofd wordt afgedrukt op ruw papier. Gebruik gladder
kopieerpapier. Als het probleem hierdoor opgelost wordt, neemt u contact op met de
drukker van uw briefhoofdpapier om te controleren of het gebruikte papier voldoet aan
de specificaties voor deze printer. Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
Het papier is te ruw. Gebruik gladder kopieerpapier.
Problemen met transparanten
Transparanten kunnen dezelfde kwaliteitsproblemen te zien geven als ander afdrukmateriaal
en daarnaast een aantal problemen specifiek aan het afdrukken van transparanten. Omdat
transparanten bovendien plooibaar zijn in het afdruktraject, laten de
papierverwerkingscomponenten er gemakkelijk sporen op na.
NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 227
Opmerking
Laat transparanten minstens 30 seconden afkoelen voordat u ze oppakt.
Ga naar het tabblad Papier van het printerstuurprogramma en selecteer Transparant
als het soort afdrukmateriaal. Zorg tevens dat de lade juist is geconfigureerd voor
transparanten.
Zorg ervoor dat de transparanten voldoen aan de specificaties voor deze printer. Zie
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. Raadpleeg HP LaserJet Family
Print Media Guide voor meer informatie.
Zie http://www.hp.com/support/lj4650 voor bestelinformatie over de HP LaserJet Family
Print Media Guide.
Voor handleidingen die u kunt downloaden, gaat u naar http://www.hp.com/support/
lj4650. Wanneer u verbinding hebt, kiest u Manuals (Handleidingen). U kunt ook naar
http://www.hp.com/supportljpaperguide gaan om de handleiding in PDF-indeling te
downloaden.
Pak transparanten altijd bij de randen vast. Vet afkomstig van de huid op het oppervlak
van de transparanten kan vlekken en vegen veroorzaken.
Kleine, verspreide donkere plekken op de onderrand van pagina's die vaste kleuren
bevatten, kunnen veroorzaakt worden door transparanten die samenkleven in de
uitvoerbak. Probeer een kleiner aantal transparanten af te drukken.
De geselecteerde kleuren zien er na afdrukken niet uit zoals verwacht. Selecteer andere
kleuren in de software of in het printerstuurprogramma.
Als u een reflectieprojector gebruikt, dient u in plaats daarvan een gewone
overheadprojector te gebruiken.
Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving
De printer werkt in uitzonderlijk vochtige of droge omstandigheden. Controleer of de
afdrukomgeving binnen de specificaties valt. Zie
Omgevingsspecificaties.
Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door storingen
Zorg ervoor dat al het afdrukmateriaal uit de papierbaan is verwijderd. Zie Herstel na
papierstoringen.
De printer is kort geleden vastgelopen. Druk twee of drie pagina's af om de printer te
reinigen.
Het afdrukmateriaal wordt niet door de fusereenheid gevoerd wat tot problemen leidt op
navolgende documenten. Druk twee of drie pagina's af om de printer te reinigen. Als het
probleem echter aanhoudt, raadpleegt u het volgende gedeelte.
Pagina voor problemen oplossen
De pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit bieden informatie over
aspecten van de afdrukkwaliteit.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om DIAGNOSTIEK te markeren.
3. Druk op
om DIAGNOSTIEK te selecteren.
4. Druk op
om PQ PROBLEEMOPLOSSING te markeren.
228 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
5. Druk op om PQ PROBLEEMOPLOSSING te selecteren.
Het bericht Afdrukken... PQ probleemoplos. wordt weergegeven in het bedieningspaneel
tot de printer klaar is met het afdrukken van de pagina. De printer keert terug naar de status
Gereed na het afdrukken van de informatie voor het oplossen van problemen met de
afdrukkwaliteit.
De informatie voor de probleemoplossing bestaat uit een aparte pagina voor iedere kleur
(cyaan, magenta, geel en zwart), printergegevens over de afdrukkwaliteit, instructies voor
het interpreteren van de informatie en procedures voor het oplossen van problemen met de
afdrukkwaliteit.
Als het volgen van deze procedures geen verbetering biedt in de afdrukkwaliteit, gaat u naar
http://www.hp.com/support/lj4650.
Hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de
afdrukkwaliteit
Met het hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit kunt u voor
de HP Color LaserJet 4650 problemen met de afdrukkwaliteit opsporen en verhelpen. Het
hulpprogramma bevat standaardafbeeldingen waarmee op toegankelijke wijze voor veel
afdrukkwaliteitsproblemen een oplossing wordt gegeven. Hierbij wordt gebruikgemaakt van
eenvoudige, stapsgewijze aanwijzingen voor het afdrukken van pagina's met informatie over
het oplossen van problemen die vervolgens kunnen worden gebruikt om
afdrukkwaliteitsproblemen te isoleren en mogelijke oplossingen te bieden.
Ga voor het hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit naar
de volgende URL: http://www.hp.com/go/printquality/clj4650
De printer kalibreren
De HP Color LaserJet 4650 wordt regelmatig automatisch gekalibreerd en gereinigd om de
hoogste afdrukkwaliteit te behouden. De gebruiker kan ook via het bedieningspaneel
instellen dat de printer moet worden gekalibreerd met NU SNEL KALIBREREN of NU
VOLLEDIG KALIBREREN in het menu KALIBRATIE en AFDRUKKWALITEIT. NU SNEL
KALIBREREN wordt gebruikt voor de kalibratie van de kleurtonen (D-Max & D-Half) en
duurt ongeveer 86 seconden. Als de kleurdichtheid of -toon niet juist lijkt, kunt u een snelle
kalibratie uitvoeren. Volledige kalibratie omvat de routines van Snelle kalibratie,
Drumfasekalibratie en Registratie van kleurvlakken (CPR). Dit duurt ongeveer 3 minuten en
15 seconden. Als de kleurlagen (cyaan, magenta, geel, zwart) op de afgedrukte pagina
verschoven lijken ten opzichte van elkaar, moet u Volledige kalibratie uitvoeren.
De HP Color LaserJet 4650 is voorzien van een nieuwe functie waarmee de kalibratie
desgewenst kan worden overgeslagen, zodat de printer sneller beschikbaar is. Als de printer
bijvoorbeeld wordt uitgeschakeld en snel weer ingeschakeld (binnen 20 seconden), is
kalibratie niet nodig en wordt overgeslagen. Hierdoor is de printer één minuut eerder
beschikbaar.
Wanneer de printer wordt gekalibreerd en gereinigd, wordt het afdrukken stopgezet totdat de
printer klaar is met het kalibratie- en reinigingsproces. Voor de meeste kalibraties en
reinigingen wordt een afdruktaak niet onderbroken, maar wordt eerst de taak voltooid
voordat de kalibratie of reiniging wordt gestart.
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
om Apparaat configureren te selecteren.
NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 229
4. Druk op om AFDRUKKWALITEIT te markeren.
5. Druk op
om AFDRUKKWALITEIT te selecteren.
6. Druk op
om NU SNEL KALIBREREN te markeren.
7. Druk op
om NU SNEL KALIBREREN te selecteren.
OF
Gebruik voor een volledige kalibratie NU VOLLEDIG KALIBREREN in plaats van NU SNEL
KALIBREREN in stappen 6 en 7.
Schema voor problemen met de afdrukkwaliteit
Gebruik de voorbeelden in het schema voor problemen met de afdrukkwaliteit om te bepalen
welk probleem is opgetreden en raadpleeg vervolgens de bijbehorende pagina's voor
informatie over het oplossen van het probleem. Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650
voor de meest recente informatie en procedures voor de oplossing van problemen.
Opmerking
In het schema voor problemen met de afdrukkwaliteit wordt verondersteld dat
afdrukmateriaal met Letter- of A4-formaat wordt gebruikt dat met de korte zijde naar voren
door de printer is verplaatst (staande afdrukstand).
Een afbeelding zonder fouten
230 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Horizontale lijnen of
strepen
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
Onjuist uitgelijnde
kleuren
Kalibreer de printer.
Verticale lijnen
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
Terugkerende
problemen
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 231
Kleurverbleking in alle
kleuren
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Kalibreer de printer.
Kleurverbleking in één
kleur
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Kalibreer de printer.
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
232 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Vingerafdrukken en
deukjes in het
afdrukmateriaal
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Controleer of het
gebruikte
afdrukmateriaal geen
kreukels of deukjes
heeft van het
oppakken en dat het
afdrukmateriaal niet
is bevlekt met
zichtbare
vingerafdrukken of
andere substanties.
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
Losse toner
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Controleer of het
soort en formaat
afdrukmateriaal voor
de lade juist zijn
ingesteld op het
bedieningspaneel
voor het
afdrukmateriaal dat u
gebruikt.
Controleer of het
afdrukmateriaal juist
is geplaatst, de
geleiders aan de
zijkant de randen
van de stapel
afdrukmateriaal
raken en dat de
schakelaar voor de
lade juist is ingesteld.
Controleer of het
gebruikte
afdrukmateriaal geen
kreukels of deukjes
heeft van het
oppakken en dat het
afdrukmateriaal niet
is bevlekt met
zichtbare
vingerafdrukken of
andere substanties.
NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 233
Tonervlekken
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Witte gebieden op de
pagina
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Controleer of het
gebruikte
afdrukmateriaal geen
kreukels of deukjes
heeft van het
oppakken en dat het
afdrukmateriaal niet
is bevlekt met
zichtbare
vingerafdrukken of
andere substanties.
Controleer of het
soort en formaat
afdrukmateriaal voor
de lade juist zijn
ingesteld op het
bedieningspaneel
voor het
afdrukmateriaal dat u
gebruikt.
Kalibreer de printer.
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
234 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Beschadigd
afdrukmateriaal
(kreukels, krullingen,
vouwen, scheuren)
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Controleer of het
afdrukmateriaal juist
is geplaatst.
Controleer of het
soort en formaat
afdrukmateriaal voor
de lade juist zijn
ingesteld op het
bedieningspaneel
voor het
afdrukmateriaal dat u
gebruikt.
Controleer of het
gebruikte
afdrukmateriaal geen
kreukels of deukjes
heeft van het
oppakken en dat het
afdrukmateriaal niet
is bevlekt met
zichtbare
vingerafdrukken of
andere substanties.
Controleer of de
volgende
benodigdheden juist
zijn geïnstalleerd:
fuser
transportriem
Controleer de
storinggebieden en
verwijder
vastgelopen of
gescheurd
afdrukmateriaal.
Spikkels of verspreide
toner
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Controleer of het
soort en formaat
afdrukmateriaal voor
de lade juist zijn
ingesteld op het
bedieningspaneel
voor het
afdrukmateriaal dat u
gebruikt.
Kalibreer de printer.
Druk de pagina's
voor het oplossen
van problemen met
de afdrukkwaliteit af
(zie
Problemen met
de afdrukkwaliteit
oplossen) en voer de
diagnostische
procedure uit die op
de eerste pagina
wordt beschreven
om te bepalen in
welke component het
probleem is
opgetreden.
NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 235
Scheve, uitgerekte of
onjuist uitgelijnde
pagina
Controleer of er aan
de vereisten met
betrekking tot de
werking en de locatie
van de printer is
voldaan.
Gebruik ondersteund
afdrukmateriaal.
Controleer of het
afdrukmateriaal juist
is geplaatst.
Als de pagina scheef
is, draait u de stapel
afdrukmateriaal om
en draait u de stapel
180 graden.
Controleer of de
volgende
benodigdheden juist
zijn geïnstalleerd:
fuser
transportriem
Controleer de
storinggebieden en
verwijder
vastgelopen of
gescheurd
afdrukmateriaal.
236 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW
Geheugenkaarten en
printservers gebruiken
Printergeheugen en lettertypen
De printer heeft twee 200-pins DDR SDRAM-sleuven. Er is één sleuf beschikbaar voor het
toevoegen van geheugen aan de printer. DDR SDRAM-geheugen is beschikbaar in
geheugenmodules van 128 en 256 MB.
Opmerking
Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins
SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd.
Daarnaast heeft de printer drie flash-geheugenkaartsleuven voor printerfirmware, lettertypen
en andere oplossingen.
De eerste flash-geheugenkaart is bedoeld voor printerfirmware.
Opmerking
Gebruik de eerste flash-geheugenkaartsleuf alleen voor firmware. De sleuf wordt aangeduid
met 'Firmware Slot'.
Via de twee extra flash-geheugenkaartsleuven kan de gebruiker lettertypen en
oplossingen van derden toevoegen, zoals handtekeningen en personality's. De sleuven
worden aangeduid met 'Slot 2' en 'Slot 3'. Ga naar http://www.hp.com/go/gsc voor meer
informatie over de beschikbare oplossingen.
Opmerking
Flash-geheugenkaarten voldoen aan de specificaties en het formaat van Compact Flash.
VOORZICHTIG
Plaats geen flash-geheugenkaart die bedoeld is voor de aansluiting van een digitale camera
op de printer. Het rechtstreeks afdrukken van foto's via een flash-geheugenkaart wordt niet
ondersteund door de printer. Als u een flash-geheugenkaart voor camera's installeert, wordt
er een bericht op het bedieningspaneel weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de flash-
geheugenkaart opnieuw wilt formatteren. Als u de kaart opnieuw wilt formatteren, gaan alle
gegevens op de kaart verloren.
U kunt meer geheugen aan de printer toevoegen als u regelmatig complexe illustraties of PS-
documenten afdrukt of veel gedownloade lettertypen gebruikt. Extra geheugen stelt de
printer tevens in staat om meerdere, gesorteerde exemplaren op maximale snelheid af te
drukken.
Opmerking
De SIMM’s (Single In-line Memory Modules) / DIMM's (Dual In-line Memory Modules) die bij
eerdere HP LaserJet printers zijn gebruikt, zijn niet compatibel met deze printer.
Opmerking
Zie Benodigdheden en accessoires voor het bestellen van DDR SDRAM.
Voordat u extra geheugen bestelt, is het verstandig een configuratiepagina af te drukken en
te controleren hoeveel geheugen er is geïnstalleerd.
NLWW Printergeheugen en lettertypen 237
Een configuratiepagina afdrukken
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
om Informatie te markeren.
3. Druk op
om Informatie te selecteren.
4. Druk op
om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te markeren.
5. Druk op
om de configuratiepagina af te drukken.
238 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
Geheugen en lettertypen installeren
U kunt extra geheugen voor de printer installeren. Daarnaast kunt u een lettertypekaart
installeren voor het afdrukken van bijvoorbeeld Chinese tekens of het Cyrillisch alfabet.
VOORZICHTIG
DIMM's kunnen door statische elektriciteit worden beschadigd. Draag bij het hanteren van
DIMM's een antistatische polsband of raak regelmatig de antistatische verpakking van de
DIMM aan en raak vervolgens blank metaal op de printer aan.
DDR DIMM's installeren
1. Zet de printer uit.
2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels.
3. Zoek naar de formatter-kaart in de achterkant van de printer.
NLWW Geheugen en lettertypen installeren 239
4. Verwijder met een kruiskopschroevendraaier de acht schroeven waarmee de kaart is
vastgezet en bewaar deze.
5. Schuif de formatter-kaart uit de printer en leg deze op een schoon, vlak, geaard
oppervlak.
6. Als u een geïnstalleerde DDR DIMM wilt vervangen, opent u de vergrendelingen aan
weerszijden van de DIMM-sleuf, tilt u de DDR DIMM schuin omhoog en trekt u deze eruit.
7. Haal de nieuwe DIMM uit de antistatische verpakking. Zoek naar de inkeping in de
onderrand van de DIMM.
240 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
8. Houd de DIMM bij de randen vast, lijn de inkeping van de DIMM schuin uit op de streep
van de DIMM-sleuf en duw de DIMM stevig in de sleuf totdat deze goed vastzit.
Wanneer de DIMM juist is geïnstalleerd, zijn de metalen contactpunten niet zichtbaar.
9. Druk de DIMM omlaag totdat de DIMM vastklikt in de twee vergrendelingen.
Opmerking
Als u problemen hebt met het aanbrengen van de DIMM, moet u ervoor zorgen dat de
inkeping in de onderrand van de DIMM is uitgelijnd met de streep van de sleuf. Als de DIMM
nog steeds niet kan worden geplaatst, controleert u of u het juiste type DIMM probeert te
installeren.
NLWW Geheugen en lettertypen installeren 241
10. Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de boven- en onderkant van de sleuf en
schuif de kaart terug in de printer. Draai de acht schroeven die in stap 4 zijn verwijderd,
weer vast.
11. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en schakel de printer in.
12. Als u een geheugen-DIMM hebt geïnstalleerd, gaat u naar Geheugen activeren.
Een flash-geheugenkaart installeren
242 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
VOORZICHTIG
Installeer geen flash-geheugenkaart die bedoeld is voor de aansluiting van een digitale
camera in de printer. Het rechtstreeks afdrukken van foto's via een flash-geheugenkaart
wordt niet ondersteund door de printer. Als u een flash-geheugenkaart voor camera's
installeert, wordt er een bericht op het bedieningspaneel weergegeven waarin u wordt
gevraagd of u de flash-geheugenkaart opnieuw wilt formatteren. Als u de kaart opnieuw wilt
formatteren, gaan alle gegevens op de kaart verloren.
1. Zet de printer uit.
2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels.
3. Zoek naar de formatter-kaart in de achterkant van de printer.
NLWW Geheugen en lettertypen installeren 243
4. Verwijder met een kruiskopschroevendraaier de acht schroeven waarmee de kaart is
vastgezet en bewaar deze.
5. Schuif de formatter-kaart uit de printer en leg deze op een schoon, vlak, geaard
oppervlak.
244 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
6. Lijn de groef aan de zijkant van de flash-geheugenkaart uit op de inkepingen in de
connector en duw de kaart in de sleuf totdat deze goed vastzit.
VOORZICHTIG
Plaats de flash-geheugenkaart niet schuin in de sleuf.
Opmerking
De eerste flash-geheugensleuf die wordt aangeduid met 'Firmware Slot' is alleen bedoeld
voor firmware. Sleuf 2 en 3 moeten worden gebruikt voor alle andere oplossingen.
7. Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de boven- en onderkant van de sleuf en
schuif de kaart terug in de printer. Draai de acht schroeven die in stap 4 zijn verwijderd,
weer vast.
NLWW Geheugen en lettertypen installeren 245
8. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en schakel de printer in.
Geheugen activeren
Als u een geheugen-DIMM hebt geïnstalleerd, moet het printerstuurprogramma zo ingesteld
worden dat het extra geheugen gedetecteerd wordt.
Geheugen activeren voor Windows 98, ME en NT
1. Klik in het menu Start op de optie Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Configureren op Meer.
4. Typ of selecteer in het veld Totaal geheugen de totale grootte van het geheugen dat nu
is geïnstalleerd.
5. Klik op OK.
Geheugen activeren voor Windows 2000 en XP
1. Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en klik op Printers of Printers en faxen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen op Printergeheugen (in het gedeelte
Installeerbare opties).
4. Selecteer de totale hoeveelheid geheugen die nu is geïnstalleerd.
5. Klik op OK.
246 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
Een HP Jetdirect-printserver installeren
Het basismodel van de printer beschikt over een EIO-sleuf waarin een HP Jetdirect-
printserver kan worden geïnstalleerd.
Een HP Jetdirect-printserver installeren
1. Zet de printer uit.
2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels.
3. Zoek naar een lege EIO-sleuf. Verwijder de twee schroeven waarmee het dekplaatje
van de EIO-sleuf op de printer is vastgezet en verwijder het dekplaatje. Deze schroeven
en het klepje hebt u later nodig.
NLWW Een HP Jetdirect-printserver installeren 247
4. Steek de HP JetDirect-printserver stevig in de EIO-sleuf. Breng de bij de printserver
geleverde schroeven aan en draai ze vast
5. Sluit de netwerkkabel aan.
6. Sluit het netsnoer opnieuw aan en schakel de printer in.
248 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
7. Druk een configuratiepagina af (zie Configuratiepagina). Naast een configuratiepagina
voor de printer en de pagina met de status voor benodigdheden, wordt er voor de HP
Jetdirect-printserver een configuratiepagina afgedrukt met informatie over de
configuratie en de status van het netwerk.
Als deze pagina niet wordt afgedrukt, moet u de printserver verwijderen en opnieuw
installeren om ervoor te zorgen dat deze goed in de sleuf is aangebracht.
8. Voer een van de volgende stappen uit:
Kies de juiste poort. Raadpleeg de documentatie van de computer of het
besturingssysteem voor instructies.
Installeer de software opnieuw en kies deze keer de optie voor netwerkinstallatie.
NLWW Een HP Jetdirect-printserver installeren 249
250 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW
Benodigdheden en
accessoires
Als u benodigdheden in de Verenigde Staten wilt bestellen, gaat u naar: http://www.hp.com/
go/ljsupplies. Ga anders naar: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html. Als u accessoires wilt
bestellen, gaat u naar http://www.hp.com/go/accessories.
Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor
printers met een netwerkverbinding)
Voer de volgende stappen uit om de printerbenodigdheden rechtstreeks via de
geïntegreerde webserver te bestellen, zie
De geïntegreerde webserver gebruiken.
1. Ga naar de webbrowser van uw computer en typ het IP-adres van de printer. Het
venster met de printerstatus wordt weergegeven. Of ga naar de URL die u in een
waarschuwingse-mail hebt ontvangen.
2. Klik op Overige koppelingen.
3. Klik op Benodigdheden bestellen. De browser opent een pagina waarop u kunt kiezen
of u gegevens over de printer naar HP wilt verzenden. Daarnaast beschikt u over de
optie om benodigdheden te bestellen zonder de printergegevens naar HP te verzenden.
4. Selecteer de onderdeelnummers die u wilt bestellen en volg de instructies op het scherm.
NLWW
Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor printers met een
netwerkverbinding) 251
Rechtstreeks bestellen via HP werkset
Via HP werkset kunt u benodigdheden rechtstreeks via de computer bestellen. Als u deze
functie wilt gebruiken, moet u aan de volgende twee eisen voldoen:
De HP werkset moet zijn geïnstalleerd op de computer. (De software wordt automatisch
geïnstalleerd als onderdeel van de standaardinstallatie.)
U dient toegang te hebben tot het web
1. Klik op het pictogram HP werkset rechtsonder in het scherm (rechts op de startbalk van
Windows). De software wordt geopend in de webbrowser. (Of kies Programma's en HP
werkset in het menu Start.)
2. Klik links op het scherm op Overige koppelingen.
3. Klik op Benodigdheden bestellen. De pagina voor het aanschaffen van
benodigdheden wordt in de browser geopend.
4. Selecteer de benodigdheden die u wilt bestellen.
Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers
Artikel Onderdeel-
nummer
Type/grootte
Geheugen J6073A Vaste schijf van de printer
C4287A Flash-DIMM (4 MB)
Q2635AC DIMM-32 MB flash-geheugenkaart
Q2630A DIMM-128 MB DDR 200-pins SDRAM
Q2631A DIMM-256 MB DDR 200-pins SDRAM
Accessoires J7934A HPJetdirect 620n Fast Ethernet-
printserver
C9667A Printerkast
Q3673A Optionele papierinvoer voor 500 vel
(lade 3)
Q3674A Optionele invoerlade voor 2 x 500 vel
(lade 3 en lade 4)
Printerbenodigdheden
C9720A Zwarte printcartridge
C9721A Cyaan printcartridge
C9722A Gele printcartridge
C9723A Magenta printcartridge
Q3675A Transferkit
Q3676A Fuserkit (110 V)
Q3677A Fuserkit (220 V)
252 Bijlage B Benodigdheden en accessoires NLWW
Artikel Onderdeel-
nummer
Type/grootte
Kabels
C2946A Een parallelle kabel die voldoet aan
IEEE-1284-C met een lengte van 3
meter en met een 25-pins male/micro
36-pins male stekker ('C'-grootte)
92215S Macintosh DIN-8-printerkabel
C2947A Parallelle kabel van 10 meter
92215N HP LocalTalk-kabelkit
Afdrukmateriaal
C2934A HP Color LaserJet Transparanten
(Letter)
50 vel
C2936A HP Color LaserJet-transparanten (A4)
50 vel
C4179A HP LaserJet Soft Gloss-papier (Letter)
200 vel
C4179B HP LaserJet Soft Gloss-papier (A4)
200 vel
Q1298A HP LaserJet Tough-papier (Letter)
Q1298B HP LaserJet Tough-papier(A4)
HPU1132 HP Premium Choice LaserJet-papier
(Letter)
CHP410 HP Premium Choice LaserJet-papier
(A4)
HPJ1124 HP LaserJet-papier (Letter)
CHP310 HP LaserJet-papier (A4)
Q2413A HP premium Cover-papier van Letter-
formaat (8,5 bij 11 inch), 100 vel
Q2420A HP High Gloss-laserpapier
Documentatie 5963-7863 HP LaserJet Printer Family Print
Media Guide
5021-0337 PCL/PJL Technical Reference Package
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers (vervolg)
NLWW Rechtstreeks bestellen via HP werkset 253
Artikel Onderdeel-
nummer
Type/grootte
Q3668-90909 Gebruikershandleiding HP Color
LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Q3668-90902 Beknopte installatiehandleiding HP
Color LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Q3673-90901 Installatiehandleiding voor de
invoerlade voor 500 vel van de HP
Color LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Q3674-90901 Installatiehandleiding voor de
invoerlade voor 2 x 500 vel van de HP
Color LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Installatiehandleiding voor de
printcartridge van de HP Color
LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Q3675-90901 Installatiehandleiding voor de
transferkit van de HP Color LaserJet
4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers (vervolg)
254 Bijlage B Benodigdheden en accessoires NLWW
Artikel Onderdeel-
nummer
Type/grootte
Q3676-90901 Installatiehandleiding voor de fuserkit
van de HP Color LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Installatiehandleiding voor de
printerkast van de HP Color LaserJet
4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Technische naslaggids voor software
van de HP Color LaserJet 4650 series
U kunt een versie van deze
handleiding ook downloaden via:
http://www.hp.com/support/lj4650.
Kies Manuals (Handleidingen)
wanneer u verbinding hebt.
Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers (vervolg)
NLWW Rechtstreeks bestellen via HP werkset 255
256 Bijlage B Benodigdheden en accessoires NLWW
Service en ondersteuning
Beperkte garantie van Hewlett-Packard
HP-PRODUCT
HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn en
4650hdn printer
DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE
Eén jaar
HP geeft u, de eindgebruiker-afnemer, de garantie dat na de aankoopdatum, gedurende de bovengenoemde
periode, haar computerhardware en accessoires vrij zijn van defecten in materiaal en vakmanschap. Als HP in
kennis wordt gesteld van voornoemde defecten gedurende de garantieperiode, zal HP, naar eigen goeddunken,
producten die defect blijken, repareren of vervangen. Vervangende producten kunnen nieuw dan wel zo goed als
nieuw zijn.
HP garandeert dat de software van HP, indien deze op de juiste wijze wordt geïnstalleerd en gebruikt, gedurende
de hierboven gemelde periode geen defecten zal vertonen bij het uitvoeren van de programmeringsinstructies als
gevolg van materiaal- en constructiefouten. Als HP in kennis wordt gesteld van voornoemde defecten gedurende
de garantieperiode, zal HP de softwareproducten die de programma-instructies niet naar behoren uitvoeren als
gevolg van voornoemde defecten, vervangen.
HP garandeert niet dat de werking van HP-producten storing- of foutvrij zal zijn. Mocht HP niet in staat zijn het
product binnen redelijke termijn te repareren of te vervangen, dan zal de aankoopprijs worden terugbetaald nadat
het product is geretourneerd.
HP-producten bevatten wellicht herstelde of incidenteel gebruikte onderdelen die qua werking gelijk zijn aan
nieuwe onderdelen.
De garantie heeft geen betrekking op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende onderhoud of
kalibreren, (b) niet door HP geleverde software, interfacing, onderdelen of benodigdheden, (c) onbevoegde
aanpassingen of verkeerd gebruik, (d) gebruik buiten de beschreven omgevingsspecificaties voor het product of
(e) onjuiste voorbereiding of slecht onderhoud van de locatie.
De beperkte garantie van HP is geldig in elk land/elke regio of elke locatie waar HP ondersteuningsdiensten voor
dit product heeft en waar HP dit product heeft uitgebracht. Het niveau van garantieservice dat u ontvangt kan
variëren door lokale bepalingen. Vorm, geschiktheid of functies zullen door HP niet worden aangepast om het
product te laten werken in een land/regio waar het product conform de wet of voorschriften niet voor is bedoeld.
GENOEMDE GARANTIES ZIJN EXCLUSIEF, VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR TOEPASSELIJKE
WETGEVING, EN ER WORDEN GEEN ANDERE SCHRIFTELIJKE NOCH MONDELINGE DANWEL
IMPLICIETE GARANTIES VERSTREKT. HP AANVAARDT MET NAME GEEN IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID, AANVAARDBARE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Sommige landen/regio's, staten en provincies staan geen beperkingen toe van de lengte van stilzwijgende
garantiebepalingen, zodat het mogelijk is dat de bovengenoemde beperking of uitsluiting niet op u van
toepassing is. Deze garantie biedt u specifieke wettelijke rechten en het is mogelijk dat u nog andere rechten
geniet die van land/regio tot land/regio, staat tot staat of van provincie tot provincie kunnen verschillen.
NLWW Beperkte garantie van Hewlett-Packard 257
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR LOKALE WETGEVING, ZIJN DE RECHTSMIDDELEN IN DEZE
GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN EXCLUSIEVE RECHTSMIDDELEN. BEHALVE ZOALS HIERBOVEN
OMSCHREVEN, ZAL HP IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VERLIES VAN GEGEVENS OF
VOOR DIRECTE, UITZONDERLIJKE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN
WINSTDERVING) OF ANDERE SCHADE, ONGEACHT HET FEIT OF DEZE SCHADE BERUST OP
CONTRACT, BENADELING OF ANDERSZIJDS. In sommige landen/regio's, staten en provincies is de uitsluiting
van of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet geldig, zodat het mogelijk is dat de voorgaande
beperking of uitsluiting niet op u van toepassing is.
DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT
WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE
WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT, MAAR ZIJN EEN AANVULLING
DAAROP.
258 Bijlage C Service en ondersteuning NLWW
Printcartridge Verklaring van beperkte garantie
Deze printcartridge van HP is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap.
De garantie heeft geen betrekking op printcartridges die (a) zijn bijgevuld, gereviseerd,
hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik,
onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of
(c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik.
Als u gedurende de garantieperiode service nodig hebt, wordt u verzocht het product terug
te brengen naar de winkel waar het product is aangeschaft (met een schriftelijke
omschrijving van het probleem en afdrukvoorbeelden) of contact op te nemen met de
klantenondersteuning van HP. HP zal, naar eigen goeddunken, producten die defect blijken,
vervangen of de aankoopprijs hiervan vergoeden.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING IS DE
BOVENSTAANDE GARANTIE EXCLUSIEF EN WORDT GEEN ANDERE GARANTIE OF
VOORWAARDE, SCHRIFTELIJK OF MONDELING, UITGEDRUKT OF GEÏMPLICEERD.
HP WIJST MET NAME ALLE IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERHANDELBAARHEID,
TOEREIKENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE
HAND.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING ZIJN HP OF ZIJN
LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, SPECIALE OF
INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN VERLIES VAN
WINST OF GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, ONTSTAAN DOOR CONTRACT,
ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS.
DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER
BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN, GEEN UITSLUITING, BEPERKING
OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT
PRODUCT, MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP.
NLWW Printcartridge Verklaring van beperkte garantie 259
Fuser- en transfereenheid Verklaring van beperkte garantie
Dit product van HP is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap tot op het
bedieningspaneel van de printer wordt aangegeven dat de levensduur verstreken is.
Deze garantie heeft geen betrekking op producten die (a) zijn gereviseerd, hergebruikt of op
enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik, onjuiste opslag of
gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of (c) slijtage
vertonen door dagelijks gebruik.
Als u gedurende de garantieperiode service nodig hebt, wordt u verzocht het product terug
te brengen naar de winkel waar het product is aangeschaft (met een schriftelijke
omschrijving van het probleem) of contact op te nemen met de klantenondersteuning van
HP. HP zal, naar eigen goeddunken, producten die defect blijken, vervangen of de
aankoopprijs hiervan vergoeden.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING IS DE
BOVENSTAANDE GARANTIE EXCLUSIEF EN WORDT GEEN ANDERE GARANTIE OF
VOORWAARDE, SCHRIFTELIJK OF MONDELING, UITGEDRUKT OF GEÏMPLICEERD.
HP WIJST MET NAME ALLE IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERHANDELBAARHEID,
TOEREIKENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE
HAND.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING ZIJN HP OF ZIJN
LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, SPECIALE OF
INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN VERLIES VAN
WINST OF GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, ONTSTAAN DOOR CONTRACT,
ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS.
DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER
BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN, GEEN UITSLUITING, BEPERKING
OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT
PRODUCT, MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP.
260 Bijlage C Service en ondersteuning NLWW
Onderhoudsovereenkomsten van HP
HP heeft diverse soorten onderhoudsovereenkomsten die aan de behoefte aan
verschillende soorten ondersteuning tegemoetkomen. Onderhoudsovereenkomsten behoren
niet tot de standaardgarantie. Ondersteunde services kunnen per land/regio verschillen.
Vraag uw plaatselijke HP dealer welke services voor u beschikbaar zijn.
On-site servicecontracten
Om u de ondersteuning te geven die het beste overeenkomt met uw behoeften, heeft HP
overeenkomsten voor on-site-service met drie responstijden:
Voorrangsservice ter locatie van de klant ("on-site"-service)
Met deze overeenkomst verleent HP binnen 4 uur service bij de klant wanneer het verzoek
binnen de normale werktijden van HP is gedaan.
Service de volgende dag ter locatie van de klant ("next-day on-site"-
service)
Deze overeenkomst biedt ondersteuning op de werkdag na de dag waarop een verzoek om
service is ontvangen. Service buiten normale uren en het normale servicegebied van HP is
verkrijgbaar voor de meeste overeenkomsten (tegen extra kosten).
Wekelijkse service ter locatie van de klant (volumeservice)
Volgens deze overeenkomst worden organisaties met veel HP-producten wekelijks bezocht
voor service. Deze overeenkomst is bedoeld voor vestigingen waar 25 of meer
werkstationproducten, zoals printers, plotters, computers en schijfstations worden gebruikt.
NLWW Onderhoudsovereenkomsten van HP 261
262 Bijlage C Service en ondersteuning NLWW
Printerspecificaties
Afmetingen
Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht
HP Color
LaserJet 4650
566 mm 480 mm 456 mm 36,3 kg
HP Color
LaserJet 4650
met optioneel
verkrijgbare lade 3
654 mm 480 mm 456 mm 43,8 kg
HP Color
LaserJet 4650
met optionele
invoerlade voor 2
x 500 vel
1035 mm 645 mm 460 mm 65,8 kg
NLWW 263
Voedingsspecificaties
Modellen op 110 V Modellen op 220 V
Voedingsvereisten 110-127 V (+/- 10 procent)
50/60 Hz (+/- 2 Hz)
220-240 V (+/- 10 procent)
50/60 Hz (+/- 2 Hz)
Stroomverbruik (gemiddeld, in watt)
Stroomverbruik (gemiddeld, in watt)
Productmodel Actief
(22 ppm
Letter)
Inactiviteit PowerSave Uit Warmteafgifte
bij inactiviteit
(BTU/uur)
HP Color
LaserJet 4650
560 38 26 0,3 130
HP Color
LaserJet
4650n
560 38 26 0,3 130
HP Color
LaserJet
4650dn
560 38 26 0,3 130
HP Color
LaserJet
4650dtn
560 38 26 0,3 130
HP Color
LaserJet
4650hdn
560 40 31 0,3 137
Opmerking
De waarden zijn onder voorbehoud van wijzigingen. Ga naar http://www.hp.com/support/
lj4650 voor recente informatie.
Standaard activeringstijd voor PowerSave is 30 minuten.
264 Bijlage D Printerspecificaties NLWW
Geluidsniveau
Geluidsniveau Volgens ISO 9296
Actief (22 ppm Letter)
Inactiviteit
L
WAd
=6,5 bels (A) [65 dB (A)]
L
WAd
=5,0 bels (A) [50 dB (A)]
SPL - positie van omstanders Volgens ISO 9296
Actief (22 ppm Letter)
Inactiviteit
L
pAm
=51 dB (A)
L
pAm
=34 dB (A)
Opmerking
De waarden zijn onder voorbehoud van wijzigingen. Ga naar http://www.hp.com/support/
lj4650 voor recente informatie.
NLWW Geluidsniveau 265
Omgevingsspecificaties
Specificatie Aanbevolen
Temperatuur 17 tot 25 °C
Vochtigheid 30 tot 70 procent relatieve
vochtigheid (RH)
Hoogte 0 tot 2600 m
266 Bijlage D Printerspecificaties NLWW
Overheidsinformatie
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een
elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten
moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze
apparatuur produceert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als dit
apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot
ernstige storing van de radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in bepaalde
situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of
televisie-ontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur in en
uit te schakelen, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op een of meer van de
volgende manieren:
de ontvangstantenne verplaatsen of anders richten;
de afstand tussen het apparaat en de ontvanger vergroten;
de apparatuur aansluiten op een stopcontact van een andere stroomkring dan die
waarop het ontvangstapparaat is aangesloten;
de dealer of een ervaren RTV-monteur raadplegen.
Opmerking
Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn
goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om met deze apparatuur te werken,
tenietdoen.
Om te voldoen aan de limieten voor apparaten uit de klasse B zoals gesteld in Deel 15 van
de FCC-voorschriften, is het gebruik van een afgeschermde interfacekabel verplicht.
NLWW FCC-voorschriften 267
Programma voor milieuvriendelijke producten
Milieubescherming
Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief
hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse
kenmerken die de effecten op het milieu beperken.
Ozon-productie
Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O
3
) voort.
Energieverbruik
Het energieverbruik daalt aanzienlijk in de PowerSave-modus (laag energieverbruik). Dat
betekent niet alleen een besparing van natuurlijke hulpbronnen, maar ook van geld, zonder
dat de hoge prestaties van deze printer worden beïnvloed. Dit product voldoet aan de
vereisten van het ENERGY STAR®-programma (versie 3.0). Dit is een vrijwillig programma
voor ontwikkeling van kantoorproducten met efficiënt energieverbruik.
ENERGY STAR® is een in de Verenigde Staten gedeponeerd servicemerk van de
Amerikaanse Environmental Protection Agency. Als partner van ENERGY STAR® heeft
Hewlett-Packard Company bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY
STAR® voor efficiënt energieverbruik. Ga naar http://www.energystar.gov/ voor meer
informatie.
Papierverbruik
De optionele functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (zie Dubbelzijdig afdrukken
(duplex)) en de functie n-per-vel (meerdere pagina's afgedrukt op één pagina) van dit
product vermindert het papierverbruik en de daarmee samenhangende belasting van
natuurlijke hulpbronnen.
Plastic onderdelen
Kunststof onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens internationale normen
gemarkeerd voor materiaalidentificatie, waardoor men aan het einde van de levensduur van
het product beter in staat is de juiste afvoermethode voor de kunststoffen te bepalen.
268 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet
In een groot aantal landen/regio's kunnen de printerbenodigdheden voor dit product
(printcartridges, de fuser- en de transfereenheid) in het kader van het programma "HP
Printing Supplies Returns and Recycling Program" naar HP worden geretourneerd. Dit
gemakkelijke, gratis retourneringsprogramma is beschikbaar in meer dan 48 landen/regio's.
Meer informatie en instructies in verschillende talen vindt u in elke nieuwe verpakking van
printcartridges en andere afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet.
Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns
and Recycling Program
Sinds 1990 zijn in het kader van het programma van HP voor het recyclen van
printcartridges miljoenen gebruikte printcartridges voor de LaserJet ingezameld die anders
op vuilnisbelten of afvalstortplaatsen zouden zijn beland. De printcartridges en andere
benodigdheden voor de HP LaserJet worden verzameld en verzonden naar partners van HP
die de cartridges demonteren. Na een grondige kwaliteitscontrole worden specifieke
onderdelen herwonnen en in nieuwe cartridges gebruikt. De overgebleven materialen
worden gescheiden en omgezet in grondstoffen waarvan in andere bedrijfstakken een groot
aantal nuttige producten wordt gemaakt.
In de V.S.—Om gebruikte cartridges en andere benodigdheden in te zamelen op een
manier die het milieu zo weinig mogelijk belast, wordt u gevraagd om deze materialen in
grotere hoeveelheden terug te zenden. Verpak twee of meer cartridges bij elkaar en
gebruik het vooruitbetaalde, geadresseerde UPS-etiket dat in de doos is meegeleverd.
Bel voor meer informatie over inlevering in de Verenigde Staten (800) 340 2445 of ga
naar de website van HP LaserJet Supplies: http://www.hp.com/go/recycle.
Buiten de V.S.—Klanten buiten de V.S. kunnen contact opnemen met het plaatselijk
verkoopkantoor van HP of kunnen de website http://www.hp.com/go/recycle bezoeken
voor verdere informatie over het programma HP Supplies Returns and Recycling
Program.
Kringlooppapier
Deze printer is geschikt voor kringlooppapier wanneer het papier voldoet aan de richtlijnen
die worden vermeld in de HP LaserJet Family Print Media Guide. Zie
Benodigdheden en
accessoires voor bestelinformatie. Dit product is geschikt voor het gebruik van
kringlooppapier dat voldoet aan de norm EN 12281:2002.
Materiaalbeperkingen
Dit product bevat geen batterijen.
Dit product bevat geen extra toegevoegd geheugen.
Dit product bevat lood in soldeersel, waarvoor mogelijk speciale verwerking is vereist aan
het eind van de gebruiksduur.
Ga naar http://www.hp.com/go/recycle, neem contact op met de plaatselijke overheid of ga
naar de website van de Electronics Industries Alliance http://www.eiae.org voor meer
informatie over het recyclen van materialen.
NLWW Programma voor milieuvriendelijke producten 269
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart)
U kunt een Material Safety Data Sheets (MSDS of zogenaamde chemiekaart) verkrijgen via
de website voor HP LaserJet Supplies op URL: http://www.hp.com/hpinfo/community/
environment/productinfo/safety.htm.
Meer informatie
Over milieuprogramma's van HP, inclusief:
een milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP;
de inzet van HP voor het milieu;
het milieubeheersysteem van HP;
het retournerings- en recycleprogramma van HP voor opgebruikte producten;
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart).
Ga naar http://www.hp.com/go/environment of http://www.hp.com/hpinfo/community/
environment voor meer informatie.
270 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN45014
Naam fabrikant: Hewlett-Packard Development Company
Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
verklaart dat het product
Naam product: HP Color LaserJet 4650/4650n/4650dn/4650dtn/4650hdn
Wettelijk modelnummer
4
:
BOISB-0304-00
Bevat
Q3673A - optionele invoerlade voor 500 vel
Q3674A - optionele invoerlade voor 2 x 500 vel
Productopties: Alle
voldoet aan de volgende productspecificaties:
Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950:2000
IEC 60825-1:1993 +A1:1997 +A2:2001 / EN60825-1:1994 +A11:1996 +A2:2001 (Class 1 Laser/LED Product)
GB4943-2001
Elektromagnetische
compatibiliteit (EMC):
CISPR 22:1997 / EN 55022:1998 Class B
1, 3
EN 61000-3-2:1995 / A14
EN 61000-3-3:1995 / A1
EN 55024:1998
FCC Title 47 CFR, Part 15 Class B
2
/ ICES-003, Issue 3
GB9254-1998, GB17625.1-1998
Aanvullende informatie:
Het product voldoet hierbij aan de eisen van de volgende EMC-richtlijn 89/336/EEC en de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC en is
dienovereenkomstig voorzien van de CE-aanduiding:
1
Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem.
2
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat
mag geen schadelijke storing veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen die het ontvangt accepteren, inclusief storingen die ongewenste
effecten hebben op de werking.
3
Het product is voorzien van LAN-opties (Local Area Network). Wanneer de interfacekabel is aangesloten op LAN-connectors, voldoet het
product aan de vereisten van EN55022 Class A en geldt het volgende: 'Waarschuwing: dit is een klasse A-product. In huis kan dit product
radiostoring veroorzaken. Als dit het geval is, moet de gebruiker mogelijk doeltreffende maatregelen nemen'.
4
Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen. Dit nummer moet niet worden verward met de
productnaam of het productnummer.
Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
29.01.04
Alleen voor vragen over de overheidsvoorschriften:
Australië:
Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Australia, Ltd. 31-41 Joseph Street Blackburn, Victoria 3130, Australië
Contactadres in
Europa:
Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard Gmbh, Department HQ-TRE/
Standards Europe Herrenberger Straße 140 Böblingen, D-71034, Böblingen (FAX: +49-7031-14-3143)
Contactadres in de
V.S.:
Product Relations Manager, Hewlett-Packard Company PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho 83707-0015, V.S.
(Telefoon: 208-396-6000)
NLWW Conformiteitsverklaring 271
Veiligheidsverklaringen
Laserveiligheid
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and
Drug Administration heeft een aantal voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten
die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht
voor producten die worden verkocht binnen de Verenigde Staten. Deze printer is
goedgekeurd als een laserproduct "Klasse 1" volgens de Radiation Performance Standard
van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services) conform de
Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien de straling die binnen de
printer tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft,
kan de laserstraal tijdens geen enkele fase van de normale bediening ontsnappen.
WAARSCHU-
WING
Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het uitvoeren van
andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canadese DOC-voorschriften
Deze printer voldoet aan de Canadese eisen voor elektromagnetische straling (EMC) voor
apparaten van Klasse B.
« Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques.
« CEM ». »
EMI-verklaring voor Korea
VCCI-verklaring voor Japan
272 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW
Laserverklaring voor Finland
Luokan 1 laserlaite
Klass 1 Laser Apparat
HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn, 4650hdn laserkirjoitin on käyttäjän
kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi
estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty
standardin EN 60825-1 (1994) mukaisesti.
VAROITUS!
Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
VARNING!
Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren
utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
HUOLTO
HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn, 4650hdn -kirjoittimen sisällä ei ole
käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen
huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin
vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän
tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja.
VARO!
Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömällelasersäteilylle laitteen
ollessa toiminnassa. Älä katso säteeseen.
VARNING!
Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för
osynlig laserstrålning. Betrakta ej strålen. Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin
säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm
Teho 5 m W
Luokan 3B laser
NLWW Veiligheidsverklaringen 273
274 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW
Woordenlijst
afdrukmateriaal
Het papier, de etiketten, de transparanten of ander materiaal waarop door de
printer een afbeelding wordt afgedrukt.
bak
Een opvangplaats voor afgedrukte pagina's.
bedieningspaneel
Het gedeelte van de printer met de knoppen en het display. Het
bedieningspaneel wordt gebruikt voor het opgeven van de printerinstellingen
en het bekijken van de status van de printer.
benodigdheden
Materiaal dat door de printer wordt opgebruikt en na verloop van tijd moet
worden vervangen. Afdrukbenodigdheden voor de HP Color LaserJet 4650
printer zijn vier printcartridges, de transportriem en de fuser.
bidirectionele communicatie
Gegevensoverdracht in twee richtingen.
BOOTP
Afkorting voor Bootstrap Protocol; een internetprotocol waarmee een
computer het eigen IP-adres kan vinden.
CMYK
Een acroniem voor de kleuren cyan (cyaan), magenta, yellow (geel) en black
(zwart).
DDR
Acroniem voor Double Data-Rate.
DHCP
Een acroniem voor Dynamic Host Configuration Protocol. DHCP wordt
gebruikt door afzonderlijke computers en randapparaten in een netwerk voor
het zoeken naar de eigen configuratie-informatie, inclusief het IP-adres.
DIMM
Een acroniem voor Dual In-line Memory Module. Een kleine elektronische
kaart met geheugenchips.
dubbelzijdig
Een functie voor het dubbelzijdig afdrukken van papier.
EIO
Een acroniem voor Enhanced Input/Output. Een hardware-interface die
wordt gebruikt voor het toevoegen van een interne printserver, een
netwerkadapter, een vaste schijf of een ander plug-inapparaat voor een
printer van HP.
NLWW Woordenlijst 275
Emulated PostScript
Software voor het emuleren van Adobe PostScript, een programmeertaal
voor beschrijving van een afgedrukte pagina.
firmware
Programmeringsinstructies die zijn opgeslagen in een alleen-lezen
geheugeneenheid in de printer.
Flash-geheugenkaart
Een kleine, verwijderbare geheugenkaart met hoge kwaliteit.
fuser
Het gedeelte van de printer dat hitte gebruikt voor het vastsmelten van de
toner op het papier of ander afdrukmateriaal.
geheugenlabel
Een geheugenpartitie met een specifiek adres.
geïntegreerde webserver
Een server die volledig is geïntegreerd in een apparaat. Geïntegreerde
webservers bevatten beheerinformatie over het apparaat. Met deze servers
kunt u eenvoudig afzonderlijke apparaten in een klein netwerk beheren.
Netwerkgebruikers hebben toegang tot de webserver via een webbrowser
en kunnen statusupdates voor de netwerkprinter weergegeven, eenvoudige
bewerkingen voor probleemoplossing uitvoeren, de configuratie-instellingen
van een apparaat wijzigen en verbinding maken met de on line
klantenondersteuning. Wanneer u veel netwerkapparaten moet beheren,
kunt u beter gebruikmaken van een geïntegreerd beheerhulpprogramma
voor de webserver, zoals HP Web Jetadmin.
grijswaarden
Diverse grijstinten.
halftoonpatroon
Een halftoonpatroon gebruikt inktstippen van diverse grootte voor levering
van een gelijkmatige afbeelding, zoals een foto.
HP Jetdirect
Een product van HP voor het afdrukken via een netwerk.
HP Web Jetadmin
Door handelsmerk beschermde software van HP waarmee een gebruiker
een computer kan gebruiken voor beheer van randapparaten die op een HP
Jetdirect-printserver zijn aangesloten.
I/O
Een acroniem voor Input/Output en verwijst naar instelling van de
computerpoort.
IP-adres
Een uniek nummer dat wordt toegewezen aan een computer die deel
uitmaakt van een netwerk.
IPX/SPX
Een acroniem voor Internetwork Packet Exchange/Sequenced Packet
Exchange.
276 Woordenlijst NLWW
Kiezer
Een hulpprogramma op de Macintosh waarmee u een apparaat kunt
selecteren.
kopieerpapier
Algemene term voor papier dat bestemd is voor gebruik in kopieerapparaten
en printers.
lade
Een bewaarplaats voor afdrukmateriaal dat klaar is om afgedrukt te worden.
lettertype
Een volledige serie letters, cijfers en symbolen.
macro
Een enkele toetscombinatie of opdracht die een serie acties of instructies
veroorzaakt.
monochroom
Zwart-wit. Zonder kleur.
mopy
Een term van HP voor het maken van "multiple original prints" (het maken
van meerdere originele afdrukken).
netwerk
Een systeem van computers die met elkaar verbonden zijn via telefoonlijnen
of op een andere manier voor het delen van informatie.
netwerkbeheerder
De persoon die toezicht houdt op een netwerk.
paginabuffer
Tijdelijk printergeheugen dat gebruikt wordt voor het bewaren van de
paginagegevens terwijl de printer bezig is met het samenstellen van de
afbeelding van de pagina.
parallelle kabel
Een type computerkabel die vaak gebruikt wordt om een printer rechtstreeks
op een computer aan te sluiten in plaats van het netwerk.
parallelle poort
Een aansluitpunt voor een apparaat dat via een parallelle kabel aangesloten
wordt.
PCL
Een acroniem voor Printer Control Language.
personality
Karakteristieke kenmerken van een printer of een printertaal.
pixel
Afkorting voor "picture element"; het kleinste onderdeel is van een
afbeelding op de monitor.
PJL
Een acroniem voor Printer Job Language.
NLWW Woordenlijst 277
PostScript
Een door een handelsmerk beschermde taal voor het beschrijven van een
pagina.
PPD
Een acroniem voor PostScript Printer Description.
printerstuurprogramma
Een hulpprogramma dat door de computer wordt gebruikt voor het activeren
van printerfuncties.
RAM
Een acroniem voor Random Access Memory. Dit is een bepaald type
computergeheugen dat wordt gebruikt voor opslag van gegevens die door
de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
randapparaat
Een secundair apparaat, zoals een printer, modem of een opslagsysteem,
dat samenwerkt met een computer.
RARP
Een acroniem voor Reverse Address Resolution Protocol: een protocol
waarmee een computer of een randapparaat zelf het IP-adres kan bepalen.
rasterafbeelding
Een afbeelding die uit stippen is opgebouwd.
renderen
Het proces van het creëren van tekst of afbeeldingen.
RGB
Een acroniem voor de kleuren Rood, Groen en Blauw.
ROM
Een acroniem voor Read-Only Memory. Dit is een bepaald type
computergeheugen dat wordt gebruikt voor opslag van gegevens die door
de gebruiker niet mogen worden gewijzigd.
Snelinstellingen afdruktaak
Een functie van het printerstuurprogramma waarmee u de huidige
instellingen van het printerstuurprogramma kunt opslaan (bijvoorbeeld
afdrukstand, dubbelzijdig afdrukken en papierbronnen) en deze opnieuw
kunt gebruiken.
standaardinstelling
De normale instelling voor de apparatuur of de software.
TCP/IP
Een internetprotocol (ontwikkeld door het Amerikaanse Departement van
Defensie) dat zich heeft ontwikkeld tot de wereldwijde standaard voor
communicatie.
toner
Uiterst fijn zwart of gekleurd poeder waarmee de afbeelding op een
afgedrukte pagina wordt opgebouwd.
278 Woordenlijst NLWW
transfereenheid
De zwarte plastic riem waardoor het afdrukmateriaal in de printer
voortbewogen wordt en waarmee de toner uit de printcartridges op het
afdrukmateriaal overgebracht wordt.
NLWW Woordenlijst 279
280 Woordenlijst NLWW
Index
A
accessoires
artikelnummers 252
bestellen 251
vaste schijf 9
afbeeldingen
afdrukken 101
afbreken, een afdruktaak 109
afdrukken
brochures 107
afdrukkwaliteitmenu 48
afdrukmateriaal
bestellen 253
briefhoofdpapier 103
enveloppen 101
etiketten 102
formaat 29
gekleurd papier 101
gewicht 9, 29
glanspapier 100
kringlooppapier 103
laden in lade 1 90
lettertype 9
maximaal formaat 9
plaatsen in lade 2, lade 3, lade 4 93, 95
selecteren 84
tough-papier 103
transparanten 100
type 29
voorgedrukte formulieren 103
zwaar papier 102
afdrukmenu 47
afdrukservers
configureren 124
afdruktaken beheren 82
apparaat configureren, menu 47
Apparaat configureren, menu 41
automatisch doorgaan 62
automatische stuurprogrammaconfiguratie 13
B
bedieningspaneel
berichten 158
configureren 56
display 34
gebruik delen met anderen 66
knoppen 34, 37
lampjes 34, 38
lege display 218
menu's 39, 40
overzicht 33, 34
printerpersonality's 61
problemen 221
benodigdheden
bestellen 251
onderdeelnummers 252
status 124
statuspagina 124
tijdsintervallen vervanging 148
benodigdheden op
waarschuwingen instellen 149
berichten
fout 157
status 157
waarschuwing 157
bestandsdirectorypagina
afdrukken 121
beveiligingspagina 124
brochures afdrukken 107
C
configuratiepagina
afdrukken 119
weergeven met geïntegreerde webserver 124
configuratie van extra aansluiting 77
configureren
waarschuwingen 149
conformiteitsverklaring 271
D
diagnostiek, menu 54
DIMM's (Dual Inline Memory Modules)
installeren 239
draadloos afdrukken
802.11b-standaard 80
Bluetooth 80
dubbelzijdig afdrukken 104
duplexafdrukken 104
E
EIO (enhanced input/output)
configureren 78
e-mailwaarschuwingen 124
EMI-verklaring (Korea) 272
NLWW Index 281
enveloppen
laden in lade 1 91
storingen 216
F
FCC-voorschriften 267
flash-geheugenkaart
installeren 242
fouten
automatisch doorgaan 62
G
garantie
printcartridge 259
product 257
transfereenheid 260
gebruikspagina
afdrukken 120
omschrijving 45
geheugen
inschakelen 246
toevoegen 115, 237
geïntegreerde webserver
benodigdheden bestellen 251
gebruiken 123
gebruik voor waarschuwingen instellen 149
omschrijving 27
tonerniveau controleren 141
gekleurd papier
aanpassen 135
afdrukken in grijstinten 135
beheer 135
CMYK-inktsetemulatie 133
gebruiken 132
halftoonopties 135
HP ImageREt 3600 132
neutrale grijstinten 136
overeenstemmen met scherm 137
printer tegenover monitor 137
randinstelling 136
RGB 136
sRGB 133
vierkleurendruk 133
grijstinten afdrukken 135
H
HP fraude-hotline 140
HP Jetdirect afdrukservers
configureren 124
HP Jetdirect-printservers
installeren 247
HP Web Jetadmin
gebruik voor waarschuwingen instellen 149
tonerniveau controleren 142
hp werkset 27
HP werkset
gebruiken 126
I
informatiemenu 45
instellingen
geïntegreerde webserver 124
invoerladen
capaciteit 29
configureren 46, 58, 86
IP-adres
weergeven 57
J
Jetdirect afdrukservers
configureren 124
K
kabels
bestellen 253
kleurentoner is op
rapporteren 63
kleuropties
configureren 58
L
Lampjes 38
lettertypelijst
afdrukken 121
logbestand
bekijken 124
M
menu's
afdrukken 47
afdrukkwaliteit 48
apparaat onfigureren 47
diagnostiek 54
I/O (input/output) 52
informatie 45
papierverwerking 46
reset 53
systeeminstelling 49
taak ophalen 44
Menu I/O (input/output) 52
menustructuur
afdrukken 118
omschrijving 45
menu systeeminstellingen 49
milieuvoorzieningen 8
milieuvriendelijke producten 268
N
netwerken
administratieve hulpmiddelen 28
AppleTalk 79
configureren 68
282 Index NLWW
configureren met geïntegreerde webserver 125
DLC/LLC uitschakelen 73
I/O-interfaces 78
IP-adres 69
IPX/SPX uitschakelen 72
lokale en standaardgateway 71
Novell NetWare 79
Novell NetWare-frametype 68
protocollen uitschakelen 72
software 25
subnetmasker 70
syslog server 71
TCP/IP-parameters 69
time-out bij inactiviteit 73
UNIX/Linux 79
verbindingssnelheid 74
Windows 79
Nu bijwerken 13
O
onderdelen
locatie 11
onderhoud
overeenkomsten 261
P
pagina van papierbaantest
afdrukken 155
papierverwerking 9
Papierverwerking(menu) 46
parallelle configuratie 75
personality
instellen 61
PIN-code (Personal Identification Number)
privétaken 112
PowerSave
tijd 60
uitschakelen 61
veranderen, instellingen 60
printcartridge
beheer 140
echte onderdelen van HP 140
echtheidscontrole 140
levensduur 141
opslaan 141
tonerniveau controleren 141
van ander merk dan HP 140
vervangen 143
printer
accessoires 9
connectiviteit 9
lettertypen 9
personality's 8
prestaties 8
stuurprogramma 14
Printer 9
printerbenodigdheden bijna op
rapporteren 63
waarschuwingen instellen 149
printerinformatiepagina's
probleemoplossing 155
printerinstellingen 47
printerpersonality's 61
printserverkaart
installeren 247
privétaken
afdrukken 113
verwijderen 113
probleemoplossing
afdrukkwaliteit 227
bedieningspaneel 221
dubbelzijdig 217
kleuren afdrukken, problemen met 225
onjuiste printeruitvoer 222
printerreactie 218
problemen met de papierverwerking 212
programma's 224
storingen 193
transparanten 215, 227
Probleemoplossing
controlelijst 153
R
RAM (random access memory) 8
recycling
printcartridge 269
registratiepagina
afdrukken 155
reset, menu reset 53
S
servers
configureren 124
service
overeenkomsten 261
software
hulpprogramma's 26
installeren 19, 25
macintosh 18
netwerken 25
toepassingen 28
speciale situaties
andere eerste pagina 108
leeg achterblad 108
speciale papierformaten 108
specificaties
afmetingen 263
geluid 265
stroomvoorziening 264
temperatuur 266
vochtigheid 266
NLWW Index 283
status
e-mailwaarschuwingen 124
statuspagina printerbenodigdheden
afdrukken 119
omschrijving 45
storingen
enveloppen 216
herstel 193
locaties 193
veelvoorkomende oorzaken 195
waarschuwingen instellen 149
storingsherstel
instellen 64
subnetmasker 70
T
Taak ophalen, menu 44
taakopslaglimiet 56
taal
geïntegreerde webserver 125
wijzigen 65
taken opslaan
afdrukken 111
lezen en vasthouden, taken 111
opslaan 110
privétaken 112
snelkopieertaken 111
verwijderen 112
time-out taak vasthouden vasthouden 56
tweezijdig afdrukken 104
tweezijdig afdrukken (dubbelzijdig afdrukken)
bedieningspaneelinstellingen 105
bindopties 106
lege pagina's 106
U
USB-configuratie 76
V
VCCI-verklaring (Japan) 272
veiligheidsverklaringen
laserveiligheid 272
laserveiligheid voor Finland 273
vooraf configureren 13
W
waarschuwingen
configureren 149
e-mail 124
wachtwoorden
netwerk 124
wetgeving
FCC 267
wisbare waarschuwingen
instellen, tijd in display 62
284 Index NLWW
Q3668-90950
*Q3668-90950*
*Q3668-90950*
© 2004 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
www.hp.com

Documenttranscriptie

hp color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn, 4650hdn gebruiken hp color LaserJet 4650 series printer Gebruikershandleiding Auteursrecht en licentiebepalingen Handelsmerken © 2004 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Corel® en CorelDRAW™ zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Corel Corporation of Corel Corporation Limited. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Energy Star® en het logo® Energy Star zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency). De enige garantie voor producten en services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring. Onderdeelnummer: Q3668-90950 Edition 1: 9/2004 Microsoft® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten. Netscape Navigator is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Netscape Communications. Het is mogelijk dat geproduceerde PANTONE®-kleuren niet overeenkomen met normen van PANTONE. Raadpleeg recente publicaties van PANTONE voor nauwkeurige kleuren. PANTONE® en andere handelsmerken van Pantone, Inc. zijn het eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, inc., 2000. PostScript® is een handelsmerk van Adobe Systems. TrueType™ is een in de V.S. gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group. Windows®, MS Windows® en Windows NT® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. hp on line klantenondersteuning On line Services 24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding: World Wide Web-adres: Ga naar http://www.hp.com/support/clj4650 voor informatie over de HP Color LaserJet 4650 series printers en het ophalen van bijgewerkte printersoftware van HP, product- en ondersteuningsinformatie en printerstuurpgramma's in verschillende talen. (Deze websites zijn Engelstalig.) Ga naar http://www.hp.com/support/net_printing voor informatie over de externe printserver HP Jetdirect 4650. HP Instant Support Professional Edition (ISPE) is een suite met webhulpprogramma's voor probleemoplossing voor pc's en printers. Via ISPE kunt u snel computer- en printerproblemen vaststellen en oplossen. U kunt de ISPE-hulpprogramma's openen via http://instantsupport.hp.com. Telefonische ondersteuning HP biedt gedurende de garantieperiode kosteloze telefonische ondersteuning. Als u belt, wordt u doorverbonden met een team van medewerkers die klaar staan om u te helpen. Raadpleeg de brochure in de productverpakking voor het telefoonnummer voor uw land/ regio. U kunt ook naar http://www.hp.com/support/callcenters gaan. Zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt als u HP belt: productnaam, serienummer, datum van aankoop en een beschrijving van het probleem. U kunt voor ondersteuning ook terecht op http://www.hp.com. Klik op het vak support & drivers. Toepassingen, stuurprogramma's en elektronische informatie Ga naar: http://www.hp.com/go/clj4650_software voor de HP Color LaserJet 4650 series printer. De webpagina voor de stuurprogramma's kan Engelstalig zijn, maar u kunt de stuurprogramma's in verschillende talen downloaden. Bel: (zie de brochure in de productverpakking). Rechtstreeks bestellen van HP accessoires en benodigdheden In de Verenigde Staten kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/sbso/product/ supplies. In Canada kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.ca/catalog/supplies. In Europa kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/supplies. In Zuidoost-Azië en Australië kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/paper/. Accessoires kunnen worden besteld op http://www.hp.com/go/accessories. Bel: 1-800-538-8787 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3154 (Canada). HP service-informatie Voor de gegevens van geautoriseerde HP dealers kunt u bellen met 1-800-243-9816 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3867 (Canada). Neem voor service voor uw product contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio (zie de brochure in de productverpakking). Serviceovereenkomsten van HP Bel: 1-800-835-4747 (Verenigde Staten) of 1-800-268-1221 (Canada). Verlengde service: 1-800-446-0522 HP werkset NLWW iii Met de HP werkset kunt u de printerstatus en -instellingen controleren en probleemoplossingsinformatie en on line documentatie bekijken. U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd. Zie De hp werkset gebruiken. Ondersteuning en informatie van HP voor Macintosh-computers Ga naar: http://www.hp.com/go/macosx voor ondersteuningsinformatie voor Macintosh OS X en de service voor updates voor stuurprogramma's van HP. Ga naar: http://www.hp.com/go/mac-connect voor producten die speciaal voor de Macintoshgebruiker zijn ontworpen. iv NLWW Inhoudsopgave 1 Basisinformatie over de printer Snelle toegang tot printerinformatie .........................................................................................2 World Wide Web-koppelingen ........................................................................................... 2 Koppelingen naar handleiding ........................................................................................... 2 Als u meer informatie wilt ..................................................................................................2 Printerconfiguraties .................................................................................................................. 5 HP Color LaserJet 4650 (onderdeelnummer Q3668A) .....................................................5 HP Color LaserJet 4650n (onderdeelnummer Q3669A) ...................................................6 HP Color LaserJet 4650dn (onderdeelnummer Q3670A) .................................................6 HP Color LaserJet 4650dtn (onderdeelnummer Q3671A) ................................................6 HP Color LaserJet 4650hdn (onderdeelnummer Q3672A) ...............................................7 Printerfuncties .......................................................................................................................... 8 Overzicht ................................................................................................................................11 Printersoftware .......................................................................................................................13 Softwarefuncties ..............................................................................................................13 Printerstuurprogramma's .................................................................................................14 Software voor Macintosh-computers ...............................................................................18 De afdruksysteemsoftware installeren .............................................................................19 De installatie van de software ongedaan maken .............................................................25 Software voor netwerken .................................................................................................25 Hulpprogramma's ............................................................................................................26 Specificaties voor het afdrukmateriaal ...................................................................................29 Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal ...................................................29 2 Bedieningspaneel Inleiding ..................................................................................................................................34 Display .............................................................................................................................34 Toegang tot het bedieningspaneel via een computer ......................................................35 Knoppen op het bedieningspaneel ........................................................................................37 Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel ..............................................................38 Menu's van het bedieningspaneel ..........................................................................................39 Om te beginnen... ............................................................................................................ 39 Menuoverzicht ........................................................................................................................40 Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan ............................................................40 Menu Taak ophalen .........................................................................................................40 Menu Informatie ...............................................................................................................40 Menu Papierverwerking ...................................................................................................41 Menu Apparaat configureren ........................................................................................... 41 Menu diagnostiek ............................................................................................................42 Menu Taak ophalen ...............................................................................................................44 Menu Informatie ..................................................................................................................... 45 Menu Papierverwerking .........................................................................................................46 Menu Apparaat configureren .................................................................................................47 Afdrukmenu .....................................................................................................................47 Afdrukkwaliteitmenu ........................................................................................................48 NLWW v Menu Systeeminstellingen ...............................................................................................49 Menu I/O ..........................................................................................................................52 Menu Reset .....................................................................................................................53 Menu Diagnostiek ..................................................................................................................54 Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen .................................................56 Taakopslaglimiet ..............................................................................................................56 Time-out taak vasthouden ............................................................................................... 56 Adres weergeven .............................................................................................................57 Kleur/zwart .......................................................................................................................58 Opties voor ladegedrag ...................................................................................................58 PowerSave-tijd ................................................................................................................60 Personality .......................................................................................................................61 Wisbare waarschuwingen ................................................................................................62 Automatisch doorgaan .....................................................................................................62 Printerbenodigdheden bijna op ........................................................................................63 Kleurentoner is op ...........................................................................................................63 Storingsherstel .................................................................................................................64 Taal ..................................................................................................................................65 Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld ..............................................66 3 I/O-configuratie Netwerkconfiguratie ...............................................................................................................68 Parameters van Novell NetWare-frametype configureren ...............................................68 TCP/IP-parameters configureren .....................................................................................69 Parallelle configuratie .............................................................................................................75 USB-configuratie ....................................................................................................................76 Configuratie van extra aansluiting ..........................................................................................77 Enhanced I/O (EIO) configureren ..........................................................................................78 HP Jetdirect-printservers ................................................................................................. 78 Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O .....................................................................78 NetWare-netwerken .........................................................................................................79 Windows- en Windows NT-netwerken .............................................................................79 AppleTalk-netwerken .......................................................................................................79 UNIX/Linux-netwerken .....................................................................................................79 Draadloos afdrukken ..............................................................................................................80 IEEE 802.11b-standaard .................................................................................................80 Bluetooth .........................................................................................................................80 4 Afdruktaken Afdruktaken beheren ..............................................................................................................82 Bron ................................................................................................................................. 82 Soort en Formaat .............................................................................................................82 Prioriteiten van afdrukinstellingen ....................................................................................82 Afdrukmateriaal selecteren ....................................................................................................84 Afdrukmaterialen die u moet vermijden ...........................................................................84 Papier dat de printer kan beschadigen ............................................................................85 Invoerladen configureren .......................................................................................................86 Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd ..................................................86 Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier ....................................................87 Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak ...........................87 Laden configureren via het menu Papierverwerking .......................................................88 Lade 2, lade 3 of lade 4 configureren voor een speciaal papierformaat ..........................88 Afdrukken vanuit lade 1 (multifunctionele lade) ...............................................................90 Enveloppen afdrukken vanuit lade 1 ...............................................................................91 Afdrukken vanuit lade 2, lade 3 en lade 4 .......................................................................93 vi NLWW Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen ........................................................................................................................93 Niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen .............................................................................................................95 Afdrukmateriaal met speciaal formaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen ....................98 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ................................................................................100 Transparanten ...............................................................................................................100 Glanspapier ...................................................................................................................100 Gekleurd papier ............................................................................................................. 101 Afbeeldingen afdrukken .................................................................................................101 Enveloppen ....................................................................................................................101 Etiketten .........................................................................................................................102 Zwaar papier ..................................................................................................................102 HP LaserJet Tough paper .............................................................................................103 Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier ..............................................................103 Kringlooppapier .............................................................................................................103 Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ...........................................................................................104 Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig afdrukken .........105 Lege pagina's dubbelzijdig afdrukken ...........................................................................106 Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken ..................................................106 Handmatig dubbelzijdig afdrukken ................................................................................106 Brochures afdrukken .....................................................................................................107 Bijzondere afdruksituaties ....................................................................................................108 De eerste pagina anders afdrukken ..............................................................................108 Een leeg achterblad afdrukken ......................................................................................108 Afdrukken op speciaal papier ........................................................................................108 Een afdruktaak afbreken ...............................................................................................109 Taakopslagfuncties .............................................................................................................. 110 Een afdruktaak opslaan .................................................................................................110 Snelkopiëren ..................................................................................................................111 Proefafdrukfunctie .........................................................................................................111 Privétaken ......................................................................................................................112 Mopier-modus ................................................................................................................114 Geheugenbeheer ................................................................................................................. 115 5 Printerbeheer Pagina’s met printerinformatie .............................................................................................118 Menustructuur ................................................................................................................118 Configuratiepagina ........................................................................................................119 Statuspagina printerbenodigdheden ..............................................................................119 Gebruikspagina .............................................................................................................120 Demo ............................................................................................................................. 120 CMYK-voorbeelden afdrukken ......................................................................................120 RGB-voorbeelden afdrukken ......................................................................................... 121 Bestandsdirectory ..........................................................................................................121 PCL- of PS-lettertypeoverzicht ......................................................................................121 Logbestand ....................................................................................................................122 De geïntegreerde webserver gebruiken ...............................................................................123 U krijgt als volgt toegang tot de geïntegreerde webserver ............................................123 Tabblad Informatie .........................................................................................................124 Tabblad Instellingen ......................................................................................................124 Tabblad Netwerken .......................................................................................................125 Overige koppelingen ......................................................................................................125 De hp werkset gebruiken .....................................................................................................126 Ondersteunde besturingssystemen ...............................................................................126 NLWW vii Ondersteunde browsers ................................................................................................126 De hp werkset weergeven ............................................................................................. 126 Onderdelen van de HP werkset .....................................................................................127 Overige koppelingen ......................................................................................................127 Tabblad Status ..............................................................................................................127 Tabblad Problemen oplossen ........................................................................................127 Tabblad Waarschuwingen ............................................................................................. 128 Tabblad Documentatie ..................................................................................................128 Knop Apparaatinstellingen .............................................................................................128 HP werkset-koppelingen ................................................................................................129 6 Kleur Afdrukken in kleur ................................................................................................................132 HP ImageREt 3600 ........................................................................................................132 Beste afdrukkwaliteit ......................................................................................................132 Papierselectie ................................................................................................................132 Kleuropties .....................................................................................................................132 sRGB ............................................................................................................................. 133 Afdrukken in vier kleuren — CMYK ...............................................................................133 CMYK-inktsetemulatie (alleen PostScript) .....................................................................133 Kleuropties van de printer beheren ......................................................................................135 Afdrukken in grijstinten ..................................................................................................135 Automatische of handmatige kleuraanpassing ..............................................................135 Kleuren overeenstemmen ....................................................................................................137 PANTONE®-kleuraanpassing .......................................................................................137 Voorbeeldkaart kleuraanpassing ................................................................................... 137 Kleurvoorbeelden afdrukken ..........................................................................................138 Kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4550 .............................................................138 7 Onderhoud Printcartridges beheren ........................................................................................................140 Printcartridges van HP ...................................................................................................140 Printcartridges van andere merken ...............................................................................140 Echtheidscontrole van printcartridges ...........................................................................140 HP fraude-hotline ...........................................................................................................140 Printcartridges bewaren .................................................................................................141 Verwachte levensduur van printcartridge ......................................................................141 De levensduur van de printcartridge controleren ...........................................................141 Printcartridges vervangen .................................................................................................... 143 De printcartridge vervangen ..........................................................................................143 Printerbenodigdheden vervangen ........................................................................................147 Printerbenodigdheden zoeken .......................................................................................147 Richtlijnen voor vervanging ...........................................................................................147 Ruimte om de printer vrijmaken om benodigdheden te vervangen ...............................148 Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering) ..............................................148 Waarschuwingen configureren ............................................................................................149 8 Probleemoplossing Controlelijst voor het oplossen van problemen ....................................................................153 Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden ........................................................154 Informatiepagina's voor problemen oplossen ......................................................................155 Pagina van papierbaantest ............................................................................................155 Registratiepagina ...........................................................................................................155 Logbestand ....................................................................................................................156 viii NLWW Soorten berichten op het bedieningspaneel ........................................................................157 Statusberichten ..............................................................................................................157 Waarschuwingsberichten ..............................................................................................157 Foutberichten .................................................................................................................157 Kritieke-foutberichten .....................................................................................................157 Berichten van het bedieningspaneel ....................................................................................158 Papierstoringen ....................................................................................................................193 Herstel na papierstoringen ............................................................................................193 Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ................................................................195 Papierstoringen verhelpen ................................................................................................... 197 Papierstoring in lade 1 ...................................................................................................197 Storing in lade 2, lade 3 of lade 4 .................................................................................. 198 Papierstoringen in de bovenklep ...................................................................................199 Papierstoring in de papierbaan ......................................................................................202 Meerdere storingen in de papierbaan ............................................................................204 Papierstoring in de duplexbaan ..................................................................................... 206 Meerdere storingen in de duplexbaan ........................................................................... 209 Problemen met de papierverwerking ...................................................................................212 De printer voert meerdere vellen tegelijk in .........................................................................212 De printer voert een onjuist paginaformaat in ......................................................................212 De printer neemt papier op uit een verkeerde lade ..............................................................213 Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd ........................................................214 Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd ............................................214 Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd ..........................................................215 Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer ............................................216 De uitvoer is gekruld of gekreukt .........................................................................................216 Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed. .............................................217 Problemen met de manier waarop de printer reageert ........................................................218 Geen bericht in het display ..................................................................................................218 De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt ..............................................................218 Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens ......................................................219 Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk .............................................220 Problemen met het bedieningspaneel van de printer ..........................................................221 De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist .................................................221 Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd ...................................................................221 Onjuiste printeruitvoer ..........................................................................................................222 Onjuiste lettertypen worden afgedrukt .................................................................................222 Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken ............................................222 Dansende tekst tussen afdrukken ........................................................................................222 Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces ..............................................................222 Gedeeltelijke afdruk .............................................................................................................223 Richtlijnen voor afdrukken met verschillende lettertypen ..............................................223 Problemen met programma's ...............................................................................................224 Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software .............................224 Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren .........................................224 Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren ...................................................224 Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet ......................224 Problemen met het afdrukken van kleuren ..........................................................................225 Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur ........................................................................225 Verkeerde tint .......................................................................................................................225 Ontbrekende kleuren ...........................................................................................................225 Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge ..................................................226 De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm .......226 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ........................................................................227 Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door het afdrukmateriaal ...................................227 Problemen met transparanten ....................................................................................... 227 NLWW ix Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving .....................................228 Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door storingen ...................................................228 Pagina voor problemen oplossen .................................................................................. 228 Hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit ...................229 De printer kalibreren ...................................................................................................... 229 Schema voor problemen met de afdrukkwaliteit ............................................................230 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken Printergeheugen en lettertypen ............................................................................................237 Een configuratiepagina afdrukken ................................................................................. 238 Geheugen en lettertypen installeren ....................................................................................239 DDR DIMM's installeren ................................................................................................239 Een flash-geheugenkaart installeren ............................................................................. 242 Geheugen activeren ......................................................................................................246 Een HP Jetdirect-printserver installeren ..............................................................................247 Een HP Jetdirect-printserver installeren ........................................................................247 Bijlage B Benodigdheden en accessoires Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor printers met een netwerkverbinding) ...........................................................................................................251 Rechtstreeks bestellen via HP werkset ................................................................................252 Bijlage C Service en ondersteuning Beperkte garantie van Hewlett-Packard ..............................................................................257 Printcartridge Verklaring van beperkte garantie ...................................................................259 Fuser- en transfereenheid Verklaring van beperkte garantie ...............................................260 Onderhoudsovereenkomsten van HP ..................................................................................261 On-site servicecontracten ..............................................................................................261 Bijlage D Printerspecificaties Voedingsspecificaties ..........................................................................................................264 Geluidsniveau ......................................................................................................................265 Omgevingsspecificaties .......................................................................................................266 Bijlage E Overheidsinformatie FCC-voorschriften ................................................................................................................267 Programma voor milieuvriendelijke producten .....................................................................268 Milieubescherming .........................................................................................................268 Ozon-productie .............................................................................................................. 268 Energieverbruik .............................................................................................................268 Papierverbruik ...............................................................................................................268 Plastic onderdelen ......................................................................................................... 268 Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet ..................................................................269 Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns and Recycling Program ......................................................................................................................269 Kringlooppapier .............................................................................................................269 Materiaalbeperkingen .................................................................................................... 269 Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ........................................................270 Meer informatie ..............................................................................................................270 Conformiteitsverklaring ........................................................................................................271 Veiligheidsverklaringen ........................................................................................................ 272 Laserveiligheid ...............................................................................................................272 x NLWW Canadese DOC-voorschriften .......................................................................................272 EMI-verklaring voor Korea .............................................................................................272 VCCI-verklaring voor Japan ..........................................................................................272 Laserverklaring voor Finland .........................................................................................273 Woordenlijst Index NLWW xi xii NLWW Basisinformatie over de printer Dit hoofdstuk biedt informatie over het instellen van uw printer en de functies ervan. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Snelle toegang tot printerinformatie ● Printerconfiguraties ● Printerfuncties ● Overzicht ● Printersoftware ● Specificaties voor het afdrukmateriaal 1 Snelle toegang tot printerinformatie World Wide Web-koppelingen Printerstuurprogramma's, bijgewerkte HP-printersoftware, productinformatie en ondersteunende informatie kunt u vinden op de volgende URL's: ● http://www.hp.com/support/lj4650 Printerstuurprogramma's zijn te downloaden op de volgende sites: ● In China: ftp://www.hp.com.cn/support/lj4650 ● In Japan: ftp://www.jpn.hp.com/support/lj4650 ● In Korea: http://www.hp.co.kr/support/lj4650 ● In Taiwan: http://www.hp.com.tw/support/lj4650 of op de lokale website voor stuurprogramma's op: http://www.dds.com.tw Ga als volgt te werk om benodigdheden te bestellen: ● Verenigde Staten: http://www.hp.com/go/ljsupplies ● Rest van de wereld: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html Ga als volgt te werk om accessoires te bestellen: ● http://www.hp.com/go/accessories Koppelingen naar handleiding Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor de meest recente versie van de HP Color LaserJet 4650 series printer. Als u meer informatie wilt Voor deze printer zijn verschillende handleidingen beschikbaar. Ga naar http://www.hp.com/ support/lj4650. De printer gereedmaken Aan de slag Hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren en instellen van de printer. Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver Hierin vindt u instructies voor het configureren van de HP Jetdirect-printserver en het oplossen van problemen daarmee. 2 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW HP Driver Pre-Configuration Guide (Handleiding voor het vooraf configureren van stuurprogramma's van HP) Ga naar http://www.hp.com/go/hpdpc_sw voor meer informatie over het configureren van printerstuurprogramma's. HP Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers van HP) Informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver is beschikbaar op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Handleidingen voor accessoires en benodigdheden Hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren van de accessoires en verbruiksproducten voor de printer. Deze wordt geleverd bij de optionele accessoires en verbruiksproducten voor de printer. De printer gebruiken Gebruikershandleiding op cd-rom Hierin vindt u uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Help NLWW Snelle toegang tot printerinformatie 3 Hierin vindt u informatie over de printeropties die beschikbaar zijn in de printerstuurprogramma's. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van het printerstuurprogramma. 4 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Printerconfiguraties Dank u voor de aanschaf van de HP Color LaserJet 4650 series printer. Deze printer is verkrijgbaar in de hieronder beschreven configuraties. HP Color LaserJet 4650 (onderdeelnummer Q3668A) De HP Color LaserJet 4650 is een vier-kleurenlaserprinter met een snelheid van 22 pagina's per minuut (ppm) voor Letter-formaat en voor A4-formaat. ● Laden. De printer wordt geleverd met een multifunctionele lade (lade 1) voor maximaal 100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20 enveloppen en papierinvoer voor 500 vel (lade 2) met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, 8,5 x 13 inch, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat. De printer ondersteunt een optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) of een optionele papierinvoer voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4). Deze laden bieden ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat. ● Connectiviteit. De printer bevat een parallelle poort, een netwerkpoort en extra poorten als aansluitingsmogelijkheid. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/ Output), draadloze verbindingen, een extra poort, een USB-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (volgens IEEE-1284). ● Geheugen. 160 MB geheugen: 128 MB DDR (Dual Data-Rate) SDRAM (Synchronous Dynamic Random Access Memory), 32 MB geheugen op de formatter-kaart en een DIMM-sleuf (Dual Inline Memory Module). Opmerking De printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. De printer ondersteunt maximaal 544 MB geheugen: 512 MB geheugen plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. Daarnaast is er een optionele vaste schijf beschikbaar. Opmerking Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. NLWW Printerconfiguraties 5 HP Color LaserJet 4650n (onderdeelnummer Q3669A) De HP Color LaserJet 4650n bevat dezelfde functies als de 4650, plus een EIOnetwerkkaart voor de HP Jetdirect 620N-printserver. HP Color LaserJet 4650dn (onderdeelnummer Q3670A) De HP Color LaserJet 4650dn bevat dezelfde functies als de 4650n en een functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. HP Color LaserJet 4650dtn (onderdeelnummer Q3671A) De HP Color LaserJet 4650dtn bevat dezelfde functies als de 4650dn, een extra papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en een totaal van 288 MB SDRAM. 6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Opmerking 288 MB SDRAM: 256 MB DDR, 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf. Deze printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. HP Color LaserJet 4650hdn (onderdeelnummer Q3672A) De HP Color LaserJet 4650hdn bevat dezelfde functies als de 4650dn, plus een extra papierinvoer voor 2 x 500 vel (lade 3 en 4) en een optionele vaste schijf. Opmerking NLWW 288 MB SDRAM: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf. Deze printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Printerconfiguraties 7 Printerfuncties In deze printer wordt de kwaliteit en betrouwbaarheid van Hewlett-Packard gecombineerd met de onderstaande functies. Voor verdere informatie over functies van de printer gaat u naar de website van Hewlett-Packard op http://www.hp.com/support/lj4650. Functies Prestaties ● ● Geheugen ● ● ● ● Gebruikersinterface ● ● ● ● 8 22 pagina's per minuut (ppm) voor Letter-formaat en voor A4formaat. Drukt af op transparanten en glanspapier. 160 MB geheugen voor de HP Color LaserJet 4650, 4650n en 4650dn: 128 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DDR-sleuf. Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. 288 MB geheugen voor de HP Color LaserJet 4650dtn en 4650hdn: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DDR-sleuf. Kan worden uitgebreid tot 544 MB: 512 MB DDR-geheugen plus 32 MB geheugen op de formatter-kaart. Er kan een optionele vaste schijf worden toegevoegd via een EIOsleuf (die beschikbaar is op de HP Color LaserJet 4650hdn printer). Grafisch display op het bedieningspaneel. Verbeterde Help met animaties. Geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en bestelmogelijkheden voor printerbenodigdheden (printers die op een netwerk zijn aangesloten). HP werksetsoftware voor het weergeven van printerstatus en waarschuwingen, het configureren van de printerinstellingen, het bekijken van de documentatie en informatie over het oplossen van problemen en het afdrukken van interne printerinformatiepagina's. Ondersteunde printerpersonality's ● ● ● ● HP PCL 6. HP PCL 5c. PostScript 3-emulatie. PDF (Portable Document Format). Opslagfuncties ● ● ● Taakopslag. Zie Taakopslagfuncties voor meer informatie. Afdrukken met een PIN-code (Personal Identification Number) Lettertypen en formulieren. Milieuvoorzieningen ● ● ● ● PowerSave-instelling. Groot aantal onderdelen geschikt voor recycling. Voldoet aan Energy Star. Voldoet aan Blue Angel. Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Functies (vervolg) Lettertypen ● ● ● Papierverwerking ● ● ● ● ● ● ● ● ● Accessoires ● ● ● ● ● ● Connectiviteit ● ● ● ● ● ● NLWW 80 interne lettertypen beschikbaar voor de PCL-printertaal en voor PostScript-emulatie. 80 schermlettertypen in TrueType™-formaat geleverd bij de software. Ondersteunt formulieren en lettertypen op schijf bij gebruik van HP Web Jetadmin. Drukt af op afdrukmateriaal van 77 mm bij 127 mm tot maximaal Legal-formaat. Drukt af op afdrukmateriaal met een gewicht van 60 g/m2 tot 200 g/m2. Drukt af op een verscheidenheid van afdrukmateriaal waaronder glanspapier, etiketten, transparanten en enveloppen. Meerdere glansniveaus. Een papierinvoer (lade 2) voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, 8,5 bij 13 inch, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat. Een optionele papierinvoer (lade 3) voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650dtn. Een optionele papierinvoer (lade 3 en 4) voor 2 x 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, Executive (JIS), 16K, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650hdn. Dubbelzijdig afdrukken voor de HP Color LaserJet 4650dn, 4650dtn en 4650hdn printers. Uitvoerbak voor 250 vel met afdrukkant naar beneden. Vaste schijf voor de printer voor opslag van lettertypen en macro's en extra functies voor de opslag van taken; standaard op de HP Color LaserJet 4600hdn. DIMM-modules (Dual Inline Memory Modules). CompactFlash-sleuven voor extra lettertypen en upgrades van firmware. Voetstuk voor de printer. Een optionele papierinvoer (lade 3) voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, A4 en A5; standaard op de HP Color LaserJet 4650dtn. Een optionele papierinvoer (lade 3 en 4) voor 2 x 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het formaat Letter, Legal, Executive, JIS B5, A4 en A5 en voor afdrukmateriaal van speciaal formaat; standaard op de HP Color LaserJet 4650hdn. Optionele EIO-netwerkkaart (Enhanced Input/Output); standaard op de HP Color LaserJet 4650n, 4650dn, 4650dtn en 4650hdn printers. USB 1.1-verbinding. HP Web Jetadmin-software. Standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C). Extra connector. USB-verbindingen en parallelle verbindingen worden ondersteund, maar kunnen niet tegelijk worden gebruikt. Printerfuncties 9 Functies (vervolg) Benodigdheden ● ● ● ● 10 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer De statuspagina biedt informatie over het niveau van de toner, het aantal afgedrukte pagina's en het geschatte aantal resterende pagina's. Printcartridges hoeven niet te worden geschud. Printer controleert of nieuw geïnstalleerde printcartridges van HP zijn. Bestellen van printerbenodigdheden via internet (via de geïntegreerde webserver of HP werksetsoftware). NLWW Overzicht De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de belangrijkste onderdelen van de printer. Vooraanzicht (afgebeeld met invoerlade voor 2 x 500 vel) 1 2 3 4 5 6 7 8 NLWW uitvoerbak printerbedieningspaneel bovenklep Lade 1 Lade 2 toegang tot printcartridges, transfer- en fusereenheid aan/uit-schakelaar Lade 3 en lade 4 (optioneel) Overzicht 11 Opmerking De optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4) kunnen niet tegelijk worden gebruikt op de printer. Zij- en achteraanzicht (afgebeeld met invoerlade voor 2 x 500 vel) 1 2 3 4 5 6 7 8 Opmerking 12 uitvoerbak extra connector parallelle verbinding aan/uit-schakelaar EIO-aansluiting (aantal: 3) geheugentoegang USB-verbinding Lade 3 en lade 4 (optioneel) De optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4) kunnen niet tegelijk worden gebruikt op de printer. Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Printersoftware Bij de printer hebt u een cd-rom gekregen met de afdruksysteemsoftware. De softwareonderdelen en printerstuurprogramma's op deze cd-rom maken het mogelijk ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden van de printer. Instructies voor het installeren van deze software vindt u in de handleiding Aan de slag. Opmerking De meest recente informatie over de verschillende componenten van de afdruksysteemsoftware vindt u in het Leesmij-bestand op het web op http://www.hp.com/ support/lj4650. Informatie over het installeren van de printersoftware vindt u in de installatieopmerkingen op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de software op de cd-rom. Het afdruksysteem omvat software voor eindgebruikers en netwerkbeheerders van de volgende besturingssystemen: ● Microsoft Windows 98, ME ● Microsoft Windows NT 4.0, 2000, XP (32-bits) en Server 2003 (32-bits) ● Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x en Apple Mac OS versie 10.1 en later Opmerking Zie Netwerkconfiguratie voor een overzicht van alle netwerkomgevingen die door de netwerkbeheersoftware worden ondersteund. Opmerking Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor een lijst van printerstuurprogramma's, bijgewerkte HP-printersoftware en informatie over productondersteuning. Softwarefuncties Er zijn functies voor automatisch configureren, nu bijwerken en vooraf configureren beschikbaar op de HP Color LaserJet 4650 series printer. Stuurprogramma automatisch configureren Met de HP LaserJet PCL 6- en PCL 5c-stuurprogramma's voor Windows en de PSstuurprogramma's voor Windows 2000 en Windows XP worden printeraccessoires automatisch herkend en worden stuurprogramma's automatisch geconfigureerd tijdens de installatie. Voorbeelden van accessoires die door de automatische stuurprogrammaconfiguratie worden ondersteund, zijn de duplexeenheid, de optionele papierladen en DIMM's. Als de omgeving bidirectionele communicatie ondersteunt, wordt de automatische stuurprogrammaconfiguratie standaard in het installatieprogramma aangeboden als te installeren onderdeel bij een standaardinstallatie en bij een aangepaste installatie. Nu bijwerken Als u de configuratie van de HP Color LaserJet 4650 hebt gewijzigd na de installatie, kan het stuurprogramma automatisch worden bijgewerkt met de nieuwe configuratie in omgevingen die bidirectionele communicatie ondersteunen. Klik op de knop Nu bijwerken om de nieuwe configuratie in het stuurprogramma automatisch weer te geven. Opmerking NLWW De functie Nu bijwerken wordt niet ondersteund in omgevingen waarbij gedeelde Windows NT 4.0-, Windows 2000- of Windows XP-clients zijn verbonden met Windows NT 4.0-, Windows 2000- of Windows XP-hosts. Printersoftware 13 HP-stuurprogramma's vooraf configureren Met de functie voor het vooraf configureren van HP-stuurprogramma's beschikt u over een softwarearchitectuur en een set hulpprogramma's waarmee HP-software kan worden aangepast en gedistribueerd in beheerde bedrijfsafdrukomgevingen. Met de functie voor het vooraf configureren van HP-stuurprogramma's kunnen IT-beheerders de standaardafdrukinstellingen en de standaardapparaatinstellingen voor HPprinterstuurprogramma's vooraf configureren voordat ze de stuurprogramma's in de netwerkomgeving installeren. Raadpleeg de HP Driver Preconfiguration Support Guide die beschikbaar is op http://www.hp.com/support/lj4650. Printerstuurprogramma's Via de printerstuurprogramma's hebt u toegang tot de printerfuncties en kan de computer communiceren met de printer (via een printertaal). Controleer de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de cd-rom van de printer voor extra software en talen. De volgende printerstuurprogramma's worden bij de printer geleverd. De meest recente stuurprogramma's zijn verkrijgbaar op http://www.hp.com/support/lj4650. Afhankelijk van de configuratie van Windows-computers, wordt de computer automatisch via het installatieprogramma voor de printersoftware gecontroleerd op internettoegang om de meest recente stuurprogramma's op te halen. Besturingssysteem1 PCL 6 PCL 5c Windows 98, ME alleen web Windows NT 4.0 alleen web Windows 2000 alleen web Windows XP alleen web Windows Server 2003 alleen web PS PPD2 Macintosh OS 1 Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle stuurprogramma's of besturingssystemen. Raadpleeg de Help bij het stuurprogramma voor de beschikbare functies. 2 PPD-bestanden (PostScript Printer Description). Opmerking Als het systeem tijdens het installeren van de software niet automatisch op internet heeft gezocht naar de meest recente stuurprogramma's, kunt u deze downloaden vanaf http://www.hp.com/support/lj4650. Klik als u hier bent op Downloads and Drivers om het gewenste stuurprogramma op te zoeken. U kunt modelscripts voor UNIX® en Linux downloaden van internet of door deze aan te vragen bij een HP-erkende servicevertegenwoordiger of klantenondersteuning. Raadpleeg de ondersteuningsbrochure in de productverpakking. OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden geleverd met OS/2. 14 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Opmerking Als het gewenste printerstuurprogramma zich niet op de cd-rom bij de printer bevindt of hier niet wordt genoemd, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden om te zien of het printerstuurprogramma wordt ondersteund. Als dit niet wordt ondersteund, neemt u contact op met de fabrikant of distributeur van het programma dat u gebruikt en vraagt u een stuurprogramma aan voor de printer. Extra stuurprogramma's De volgende stuurprogramma's staan niet op de cd-rom, maar zijn wel beschikbaar op internet of te bestellen bij de HP Klantenondersteuning. Opmerking ● PCL 5c-printerstuurprogramma's voor Windows 98, ME, NT 4.0, 2000, XP en Server 2003. ● OS/2 PCL 5c/6-printerstuurprogramma. ● OS/2 PS-printerstuurprogramma. ● UNIX-modelscripts. ● Linux-stuurprogramma's. ● HP OpenVMS-stuurprogramma's. De OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze stuurprogramma's zijn niet beschikbaar voor de talen Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans en Japans. Het gewenste printerstuurprogramma selecteren Selecteer een printerstuurprogramma op basis van het gebruik van de printer. Bepaalde printerfuncties zijn alleen beschikbaar in de PCL 6-stuurprogramma's. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma voor de beschikbare functies. Opmerking ● Gebruik het PCL 6-stuurprogramma om volledig gebruik te maken van de printerfuncties. Voor algemeen gebruik op kantoor wordt het PCL 6-stuurprogramma aanbevolen voor optimale prestaties en afdrukkwaliteit. ● Gebruik het PCL 5c-stuurprogramma (alleen beschikbaar op het web) als neerwaartse compatibiliteit met de vorige PCL-printerstuurprogramma's of oudere printers nodig is. ● Gebruik het PS-stuurprogramma als u hoofdzakelijk afdrukt vanuit PostScript-specifieke programma's, zoals Adobe en Corel, voor compatibiliteit met PostScript 3-gebruik of voor DIMM-ondersteuning van PS-lettertypen. De printer schakelt automatisch tussen PS- en PCL-printertalen. Help bij het printerstuurprogramma Elk printerstuurprogramma heeft Help-schermen die kunnen worden geactiveerd met de knop Help, F1 op het toetsenbord van de computer of een vraagteken rechtsboven in het printerstuurprogramma (afhankelijk van het gebruikte Windows-besturingssysteem). Deze Help-schermen bevatten gedetailleerde informatie over het specifieke stuurprogramma. De Help bij het printerstuurprogramma maakt geen onderdeel uit van de programma-Help. De printerstuurprogramma's openen Gebruik een van de volgende methoden om de printerstuurprogramma's te openen vanaf de computer: NLWW Printersoftware 15 Besturingssysteem 16 Instellingen wijzigen voor alle directe afdruktaken (totdat de toepassing wordt afgesloten) Standaardinstellingen voor afdruktaken wijzigen Windows 98, NT 4.0 en ME Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. Selecteer de printer en klik op Eigenschappen. (De werkelijke procedure kan verschillen; dit is de meestvoorkomende procedure.) Klik op Start en kies Instellingen en Printers. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen (Windows 98 en ME) of Standaardwaarden document (NT 4.0). Klik op Start en kies Instellingen en Printers. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Selecteer het tabblad Configureren. Windows 2000 en XP Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. Selecteer de printer en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. (De werkelijke procedure kan verschillen; dit is de meestvoorkomende procedure.) Klik op Start en kies Instellingen en Printers of Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik op Start en kies Instellingen en Printers of Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. Macintosh OS 9.1 Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's. Kies Print in het menu Archief. Als u de instellingen hebt gewijzigd in het popupmenu, klikt u op Bewaar instellingen. Klik op het printerpictogram op het Bureaublad. Klik op Instellingen wijzigen in het menu Print. Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer (Schakel bijvoorbeeld Afdrukken op beide zijden standaard in.) Configuratieinstellingen wijzigen (Voeg bijvoorbeeld een fysieke optie, zoals een lade, toe of schakel een stuurprogrammafunctie, zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan, in of uit.) NLWW Besturingssysteem Macintosh OS X.1 Macintosh OS X.2 NLWW Instellingen wijzigen voor alle directe afdruktaken (totdat de toepassing wordt afgesloten) Standaardinstellingen voor afdruktaken wijzigen Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's. Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's en klik op Bewaar speciale instellingen in het hoofdpop-upmenu. Deze instellingen worden opgeslagen als de optie Speciaal. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de optie Speciaal selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken. Verwijder de printer en installeer deze opnieuw. Het stuurprogramma wordt automatisch geconfigureerd met de nieuwe opties wanneer de printer opnieuw is geïnstalleerd. (Alleen AppleTalkverbindingen) Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's en klik in het pop-upmenu Instellingen op Bewaar als en voer een naam in voor de standaardinstelling. Deze instellingen worden opgeslagen in het menu Instellingen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen instelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken. Open Afdrukbeheer. (Selecteer de vaste schijf, klik op Programma's, klik op Hulpprogramma's en dubbelklik op Afdrukbeheer.) Klik op de afdrukwachtrij. Klik op Toon info in het menu Printers. Selecteer het menu Installatiemogelijkheden. Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's. (Schakel bijvoorbeeld Afdrukken op beide zijden standaard in.) Configuratieinstellingen wijzigen (Voeg bijvoorbeeld een fysieke optie, zoals een lade, toe of schakel een stuurprogrammafunctie, zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan, in of uit.) Opmerking Configuratieinstellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in de Classic-omgeving. Opmerking Configuratieinstellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in de Classic-omgeving. Printersoftware 17 Besturingssysteem Macintosh OS X.3 Instellingen wijzigen voor alle directe afdruktaken (totdat de toepassing wordt afgesloten) Standaardinstellingen voor afdruktaken wijzigen Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's. Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's, klik in het pop-upmenu Instellingen op Bewaar als en voer een naam in voor de standaardinstelling. Deze instellingen worden opgeslagen in het menu Instellingen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen instelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken. (Schakel bijvoorbeeld Afdrukken op beide zijden standaard in.) Configuratieinstellingen wijzigen (Voeg bijvoorbeeld een fysieke optie, zoals een lade, toe of schakel een stuurprogrammafunctie, zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan, in of uit.) Open Afdrukbeheer. (Selecteer de vaste schijf, klik op Programma's, klik op Hulpprogramma's en dubbelklik op Afdrukbeheer.) Klik op de afdrukwachtrij. Klik op Toon info in het menu Printers. Selecteer het menu Installatiemogelijkheden. Opmerking Configuratieinstellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in de Classic-omgeving. Software voor Macintosh-computers Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript Printer Description), PDE's (Printer Dialog Extensions) en het HP LaserJet-hulpprogramma voor gebruik op Macintosh-computers. De geïntegreerde webserver kan worden gebruikt op Macintosh-computers als de printer is aangesloten op een netwerk. PPD's Met PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-stuurprogramma's, kunt u de printerfuncties gebruiken en kan de computer met de printer communiceren. Er is een installatieprogramma voor de PPD's, PDE's en andere software beschikbaar op de cd-rom. Gebruik het juiste PS-stuurprogramma dat bij het besturingssysteem is geleverd. 18 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW HP LaserJet-hulpprogramma Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om functies uit te voeren die niet beschikbaar zijn in het stuurprogramma. Met de afbeeldingen is het selecteren van printerfuncties eenvoudiger dan ooit. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma voor de volgende taken: Opmerking ● de naam van de printer opgeven, deze toewijzen aan een zone op het netwerk en bestanden en lettertypen downloaden. ● de printer configureren en instellen voor het afdrukken via IP (Internet Protocol). Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt wel ondersteund voor de Classic-omgeving. De afdruksysteemsoftware installeren De volgende gedeelten bevatten instructies voor het installeren van de afdruksysteemsoftware. De printer wordt geleverd met de afdruksysteemsoftware en printerstuurprogramma's op een cd-rom. De afdruksysteemsoftware op de cd-rom moet worden geïnstalleerd om optimaal gebruik te kunnen maken van de printerfuncties. Als u geen toegang hebt tot een cd-rom-station, kunt u de afdruksysteemsoftware downloaden van internet op http://www.hp.com/support/lj4650. Opmerking Voorbeeldmodelscripts voor netwerken met UNIX® (HP-UX®, Sun Solaris) en Linux kunnen worden gedownload op http://www.hp.com/support. U kunt de meest recente software gratis downloaden op http://www.hp.com/support/lj4650. De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse verbindingen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de afdruksysteemsoftware voor Microsoft Windows 98, Windows ME, Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP kunt installeren. Wanneer u de afdruksoftware installeert in een omgeving met rechtstreekse verbindingen, moet u de software altijd installeren voordat u de parallelle kabel of USB-kabel aansluit. Zie De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten als u de parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd. Voor de directe verbinding kunt u een parallelle kabel of USB-kabel gebruiken. U kunt parallelle kabels en USB-kabels echter niet tegelijk aansluiten. Gebruik een kabel die voldoet aan IEEE 1284 of een standaard-USB-kabel van 2 meter. Opmerking NLWW NT 4.0 ondersteunt geen USB-kabelverbindingen. Printersoftware 19 De afdruksysteemsoftware installeren 1. Sluit alle geopende of actieve programma's af. 2. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station. Als het welkomstvenster niet wordt geopend, voert u de volgende procedure uit om het venster te openen: ● Kies Uitvoeren in het menu Start. ● Typ het volgende: X:\setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is). ● Klik op OK. 3. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op het scherm. 4. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid. 5. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten. 6. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd. Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie. De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken De software op de printer-cd-rom ondersteunt netwerkinstallaties met een Microsoft-netwerk. Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor netwerkinstallaties op andere besturingssystemen. De HP Jetdirect-printserver die wordt geleverd bij de HP LaserJet 4650n, HP LaserJet 4650dn of HP LaserJet 4650dtn, heeft een 10/100 Base-TX-netwerkpoort. Als u een HP Jetdirect-printserver met een ander type netwerkpoort nodig hebt, raadpleegt u Benodigdheden en accessoires of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650. Het installatieprogramma biedt geen ondersteuning voor printerinstallaties of het maken van printerobjecten op Novell-servers. Alleen netwerkinstallaties met directmodus tussen Windows-computers en een printer worden ondersteund. Als u de printer wilt installeren en objecten wilt maken op een Novell-server, kunt u een HP-hulpprogramma (zoals HP Web Jetadmin of de wizard HP-netwerkprinter) installeren of een Novell-hulpprogramma (zoals NWadmin) gebruiken. De afdruksysteemsoftware installeren 1. Als u de software installeert op Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP, moet u controleren of u over beheerdersrechten beschikt. 2. Controleer of de HP Jetdirect-printserver juist is geconfigureerd voor het netwerk door een configuratiepagina af te drukken (zie Pagina’s met printerinformatie). Zoek op de tweede pagina het IP-adres van de printer op. Mogelijk hebt u dit adres nodig voor de voltooiing van de netwerkinstallatie. 3. Sluit alle geopende of actieve programma's af. 20 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW 4. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station. Als het welkomstvenster niet wordt geopend, voert u de volgende procedure uit om het venster te openen: ● Kies Uitvoeren in het menu Start. ● Typ het volgende: X:\setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is). ● Klik op OK. 5. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op het scherm. 6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid. 7. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten. 8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd. Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie. Een Windows-computer instellen voor gebruik van de netwerkprinter via Windows-printerdeling Als de printer rechtstreeks is aangesloten op een computer via een parallelle kabel, kunt u de printer delen op het netwerk, zodat andere netwerkgebruikers de printer ook kunnen gebruiken. Raadpleeg de Windows-documentatie als u Windows-printerdeling wilt inschakelen. Wanneer de printer is gedeeld, installeert u de printersoftware op alle computers waardoor de printer wordt gedeeld. De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Macintosh-afdruksysteemsoftware kunt installeren. De afdruksysteemsoftware ondersteunt Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x en Apple Mac OS versie 10.1 en later. NLWW Printersoftware 21 De afdruksysteemsoftware bestaat uit de volgende onderdelen: ● PPD-bestanden (PostScript® Printer Description) Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerstuurprogramma's, kunt u de printerfuncties gebruiken. Er is een installatieprogramma voor de PPD's en andere software beschikbaar op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Gebruik het Apple LaserWriter 8-printerstuurprogramma dat bij de computer is geleverd. ● HP LaserJet-hulpprogramma Met het HP LaserJet-hulpprogramma kunt u functies uitvoeren die niet beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. Gebruik de afbeeldingen om de printerfuncties te selecteren en voer de volgende taken uit voor de printer: Opmerking ● Geef de naam van de printer op. ● Wijs de printer toe aan een zone op het netwerk. ● Wijs een IP toe aan de printer. ● Download de bestanden en lettertypen. ● Configureer de printer en stel deze in voor het afdrukken via IP of AppleTalk. Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt wel ondersteund voor de Classic-omgeving. Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2 1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort. 2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rompictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse printersoftware.) 3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm. 4. Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters. Dit programma bevindt zich in {opstartschijf}: Programma's: Hulpprogramma's. 5. Dubbelklik op Printer (AppleTalk). 6. Klik naast de AppleTalk-printerselectie op Wijzig. 7. Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan. 8. Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken. Opmerking 22 Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma. Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 10.1 en later 1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort. 2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rompictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse printersoftware.) 3. Dubbelklik op de map HP LaserJet Installers. 4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm. 5. Dubbelklik op het installatieprogrammapictogram voor de gewenste taal. 6. Dubbelklik op de vaste schijf van de computer op Programma's, Hulpprogramma's en dubbelklik op Afdrukbeheer. 7. Klik op Voeg printer toe. 8. Selecteer het verbindingstype AppleTalk voor OS X 10.1 en selecteer het verbindingstype Rendezvous voor OS X 10.2. 9. Selecteer de naam van de printer. 10. Klik op Voeg printer toe. 11. Sluit Afdrukbeheer door te klikken op de sluitknop in de linkerbovenhoek. Opmerking Macintosh-computers kunnen niet rechtstreeks op de printer worden aangesloten via een parallelle poort. De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse verbindingen (USB) Opmerking Macintosh-computers ondersteunen geen verbindingen via de parallelle poort. In dit gedeelte wordt beschreven hoe de afdruksysteemsoftware voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2.x en Mac OS X en later kan worden geïnstalleerd. Het Apple LaserWriter-stuurprogramma moet worden geïnstalleerd om de PPD-bestanden te kunnen gebruiken. Gebruik het Apple LaserWriter 8-stuurprogramma dat bij de Macintoshcomputer is geleverd. De afdruksysteemsoftware installeren 1. Sluit een USB-kabel aan op de USB-poort van de printer en de USB-poort van de computer. Gebruik een standaard-USB-kabel van twee meter. 2. Sluit alle geopende of actieve programma's af. 3. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station en voer het installatieprogramma uit. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom-pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). 4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm. 5. Start de computer opnieuw op. NLWW Printersoftware 23 6. Voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2.x: ● Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters vanuit HD/Programma's/ Hulpprogramma's. ● Dubbelklik op Printer (USB). ● Klik naast de Selectie USB-printer op Wijzig. ● Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan. ● Klik op het printerpictogram dat zojuist is gemaakt. ● Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken. Voor Mac OS X: Start Afdrukbeheer via HD/Programma's/Hulpprogramma's/ Afdrukbeheer. Als de printer niet automatisch wordt geconfigureerd, gaat u als volgt te werk: ● Klik op Voeg printer toe. ● Selecteer in de printerlijst USB als verbindingstype. ● Selecteer de printer en klik in de linkerbenedenhoek op Voeg toe. 7. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd. Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie. Opmerking Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma. De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten Als u al een parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten op een Windows-computer, wordt het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden weergegeven wanneer u de computer opstart. De software installeren voor Windows 98 of Windows ME 1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Cd-rom-station doorzoeken. 2. Klik op Volgende. 3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm. 4. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd. Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie. 24 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW De software installeren voor Windows 2000 of Windows XP 1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Zoeken. 2. Schakel in het scherm Stuurprogrammabestanden zoeken het selectievakje Een locatie opgeven in, schakel alle andere selectievakjes uit en klik op Volgende. 3. Typ de letter van de hoofdmap. Typ bijvoorbeeld X:\ (waarbij X:\ de letter is van de hoofdmap van het cd-rom-station). 4. Klik op Volgende. 5. Volg de aanwijzingen op het computerscherm. 6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid. 7. Selecteer een taal en volg de instructies op het computerscherm. 8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd. Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor hulp of meer informatie. De installatie van de software ongedaan maken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de installatie van de afdruksysteemsoftware ongedaan kunt maken. Software verwijderen uit Windows-besturingssystemen Gebruik de uninstaller in de programmagroep HP LaserJet 4650/Tools om een of alle componenten van het Windows HP-afdruksysteem te selecteren en te verwijderen. 1. Klik op Start en kies Programma's. 2. Wijs HP LaserJet 4650 aan en klik op Tools. 3. Klik op Uninstaller. 4. Klik op Volgende. 5. Selecteer de componenten van het HP-afdruksysteem die u wilt verwijderen. 6. Klik op OK. 7. Volg de instructies op het computerscherm om het verwijderen van de componenten te voltooien. Software verwijderen uit Macintosh-besturingssystemen Sleep de map HP LaserJet en de PPD's naar de prullenbak. Software voor netwerken Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor een overzicht van verkrijgbare HP-software voor netwerkinstallatie en configuratie. Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd. NLWW Printersoftware 25 HP Web Jetadmin Met HP Web Jetadmin kunt u printers die zijn verbonden met HP Jetdirect, binnen uw intranet beheren met een browser. HP Web Jetadmin is een beheerhulpmiddel op basis van browsertechnologie en moet alleen worden geïnstalleerd op één server voor netwerkbeheer. Dit programma kan worden geïnstalleerd en uitgevoerd op de systemen Red Hat Linux, Suse Linux, Windows NT 4.0 Server en Workstation, Windows 2000 Professional, Server en Advanced Server en Windows XP Professional Service Pack 1. Ga naar de on line HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente versie van HP Web Jetadmin of een recente lijst met ondersteunde hostsystemen. Wanneer HP Web Jetadmin is geïnstalleerd op een hostserver, kan dit programma worden geopend op alle clients via een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer 5.5 en 6.0 of Netscape Navigator 7.0). HP Web Jetadmin bevat de volgende functies: ● De taakgeoriënteerde gebruikersinterface biedt configureerbare weergaven, waardoor netwerkbeheerders veel tijd kunnen besparen. ● Met de aanpasbare gebruikersprofielen kunnen netwerkbeheerders ervoor zorgen dat alleen de bekeken of gebruikte functie wordt opgenomen. ● Onmiddellijke waarschuwingen per e-mail voor apparatuurdefecten, benodigdheden die bijna op zijn en overige printerproblemen worden nu naar verschillende personen verzonden. ● Installatie-op-afstand en beheer-vanaf-waar-dan-ook met behulp van een standaard webbrowser. ● Geavanceerde auto-detectie zoekt naar randapparatuur in het netwerk zonder dat elke printer handmatig in de database ingevoerd moet worden. ● Eenvoudige integratie in beheertoepassingen voor de onderneming. ● Snel zoeken naar randapparatuur gebaseerd op parameters, zoals het IP-adres, de kleurcapaciteit of de naam van het model. ● Eenvoudig organiseren van randapparatuur in logische groepen, met virtuele kantoorplattegronden voor gemakkelijke navigatie. ● Meerdere printers tegelijk beheren en configureren. Ga naar http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente informatie over HP Web Jetadmin. UNIX Het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX is een eenvoudig hulpprogramma voor het installeren van printers op HP-UX- en Solaris-netwerken. U kunt deze software downloaden via de on line HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/ net_printing. Hulpprogramma's De HP Color LaserJet 4650 series printer is voorzien van verschillende hulpprogramma's, waarmee een netwerkprinter eenvoudig kan worden beheerd. 26 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Geïntegreerde webserver Deze printer is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie over de printer- en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webtoepassingen kunnen worden uitgevoerd op dezelfde manier als waarop een besturingssysteem, zoals Windows, een omgeving biedt waarin programma's op de computer kunnen worden uitgevoerd. De resultaten van deze toepassingen kunnen vervolgens worden weergegeven door een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer of Netscape Navigator. Wanneer een webserver "geïntegreerd" is, wil dit zeggen dat deze zich op een hardwareapparaat (zoals een printer) of in de firmware bevindt en niet uit software bestaat die op een netwerkserver is geladen. Het voordeel van een geïntegreerde webserver is dat deze een interface voor de printer biedt die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software die geïnstalleerd en geconfigureerd moet worden. Meer informatie over de geïntegreerde webserver van HP vindt u in de Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers van HP). Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd. Functies De geïntegreerde webserver van HP dient voor het bekijken van de status van de printer en de netwerkkaart en voor het beheren van de afdrukfuncties via uw computer. U kunt met de geïntegreerde webserver van HP het volgende doen: ● informatie over de printerstatus bekijken ● de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen ● de configuratie van laden bekijken en wijzigen ● de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen ● interne pagina's bekijken en afdrukken ● berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen ● koppelingen naar andere websites maken en aanpassen ● de taal selecteren waarin de pagina's van de geïntegreerde webserver moeten worden weergegeven ● de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor een volledig overzicht van de functies van de geïntegreerde webserver. hp werkset De HP werkset is een toepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken: ● de printerstatus controleren ● informatie over het oplossen van problemen bekijken ● on line documentatie bekijken ● interne printerpagina's afdrukken U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd. NLWW Printersoftware 27 Overige componenten en hulpprogramma's Voor gebruikers van Windows en Macintosh-computers en voor netwerkbeheerders zijn diverse programma's beschikbaar. Een kort overzicht van deze programma's volgt hieronder. 28 Windows Macintosh OS Netwerkbeheerder ● Een programma voor het automatisch installeren van het afdruksysteem ● ● ● On line webregistratie ● HP werkset PPD-bestanden (PostScript Printer Description) voor gebruik met de Apple PostScriptstuurprogramma's die geleverd worden met het besturingssysteem van de Macintosh (Mac OS) HP Web Jetadmin: een op browsertechnologie gebaseerd hulpmiddel voor systeembeheer. Ga naar http://www.hp.com/go/ webjetadmin voor de meest recente software voor HP Web Jetadmin ● HP LaserJethulpprogramma (beschikbaar op internet): een hulpprogramma voor printerbeheer voor Mac OS-gebruikers ● HP Jetdirect Printer Installer voor UNIX: beschikbaar voor downloaden van http://www.hp.com / support /net_printing ● HP werkset (voor Mac OS X v10.2 en later) Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal Voor optimale resultaten gebruikt u fotokopieerpapier van 75 g/m2. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, knikken, vouwen of omkrullende randen. ● Ga naar http://www.hp.com/go/ljsupplies voor het bestellen van benodigdheden in de Verenigde Staten. ● Ga naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html voor het bestellen van benodigdheden in de rest van de wereld. ● Ga naar http://www.hp.com/go/accessories als u accessoires wilt bestellen. ● Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide voor meer informatie over ondersteunde gewichten en formaten van het afdrukmateriaal. Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal Formaten van afdrukmateriaal voor lade 1 Lade 1 Afmetingen Standaardformaat papier/kaarten (Letter/ A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) Capaciteit 60 tot 200 g/m2 100 vellen (75 g/m2) Minimumformaat papier/kaarten 76,2 bij 127 mm 164 tot 200 g/m2 100 vellen (75 g/m2) Maximumformaat papier/kaarten 216 bij 356 mm 164 tot 200 g/m2 100 vellen (75 g/m2) 75 tot 105 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Standaardformaat glanzend papier (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) Minimumformaat glanzend papier 76,2 bij 127 mm 75 tot 200 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Maximumformaat glanzend papier 216 bij 356 mm 75 tot 200 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Zwaarglanzend papier 216 bij 356 mm 106 tot 120 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Standaardformaat transparanten (Letter/ A4) 0,13 tot 0,13 mm dik 60 vellen Standaardformaat HP Tough-papier (Letter/ A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm Minimumformaat HP Tough-papier NLWW Gewicht of dikte 76,2 bij 127 mm Specificaties voor het afdrukmateriaal 29 Formaten van afdrukmateriaal voor lade 1 (vervolg) Lade 1 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit Maximumformaat HP Tough-papier 216 bij 356 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm Minimumformaat HP hoogglanzend laserpapier 216 bij 279 mm 120 tot 120 g/m2 200 vellen Maximumformaat HP hoogglanzend laserpapier 279 bij 432 mm 120 tot 120 g/m2 200 vellen Envelop (Com 10, Monarch, C5, DL, B5) 105 tot 105 g/m2 20 enveloppen Standaardformaat etiketten (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) 60 tot 163 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Minimumformaat etiketten 76,2 bij 127 mm 60 tot 163 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Maximumformaat etiketten 216 bij 356 mm 60 tot 163 g/m2 Maximale stapelhoogte: 10 mm Formaten voor afdrukmateriaal voor lade 2 en de optionele lade 3 en 41 Lade 2, optionele lade 3 en lade 4 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit Standaardformaat brieven (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) 60 tot 105 g/m2 500 vellen (75 g/m2) Minimumformaat papier 148 bij 210 mm 60 tot 105 g/m2 500 vellen (75 g/m2) Maximumformaat papier 60 tot 105 g/m2 500 vellen (75 g/m2) 75 tot 120 g/m2 200 vellen 216 bij 356 mm Standaardformaat glanzend papier (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) Minimumformaat glanzend papier 182 bij 210 mm 75 tot 120 g/m2 200 vellen Maximumformaat glanzend papier 216 bij 356 mm 75 tot 120 g/m2 200 vellen 60 tot 105 g/m2 Maximale stapelhoogte: 50 mm 75 tot 120 g/m2 Maximale stapelhoogte: 50 mm Standaardformaat etiketten (Letter/A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) Minimumformaat etiketten 30 182 bij 210 mm Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Formaten voor afdrukmateriaal voor lade 2 en de optionele lade 3 en 41 (vervolg) Lade 2, optionele lade 3 en lade 4 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit Maximumformaat etiketten 216 bij 356 mm 75 tot 120 g/m2 Maximale stapelhoogte: 50 mm Transparanten (Letter, A4) 0,13 tot 0,13 mm dik 100 vellen (0,13 mm dik) Standaardformaat HP Tough-papier (Letter/ A4, Legal, Executive, JIS B5, A5) 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm 0,13 tot 0,13 mm dik Maximale stapelhoogte: 10 mm Minimumformaat HP Tough-papier 76,2 bij 127 mm 1 Voor laden 2, 3 en 4 wordt, met name voor B5 ISO, een aangepast formaat gebruikt. U kunt in lade 2, 3 en 4 niet dezelfde aangepaste formaten gebruiken als in lade 1. Automatisch dubbelzijdig afdrukken Automatisch dubbelzijdig afdrukken Standaardformaat afdrukmateriaal (A4/ Letter, Legal, Executive, JIS B5) NLWW Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit 60 tot 105 g/m2 200 vellen Specificaties voor het afdrukmateriaal 31 32 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel van de printer, waaronder de printerfuncties en gegevens over de printer en de afdruktaken. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Inleiding ● Knoppen op het bedieningspaneel ● Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel ● Menu's van het bedieningspaneel ● Menuoverzicht ● Menu Taak ophalen ● Menu Informatie ● Menu Papierverwerking ● Menu Apparaat configureren ● Menu Diagnostiek ● Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen ● Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld 33 Inleiding Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft informatie weer over de printer en over afdruktaken. Het display biedt grafische informatie over de printer en de status van de printerbenodigdheden zodat u gemakkelijker problemen kunt opsporen en oplossen. Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 MENU (knop) STOP (knop) KLAAR (lampje) GEGEVENS (lampje) ATTENTIE (lampje) HELP ( ) (knop) TERUG/SLUITEN ( ) (knop) OMLAAG ( ) (knop) SELECTEREN ( ) (knop) OMHOOG ( ) (knop) Display De printer biedt informatie via het display en de lampjes links onder het bedieningspaneel. De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de staat van de printer en waarschuwen u voor afdrukproblemen. Het display biedt verdere statusinformatie samen met menu's, Help-informatie, animaties en foutberichten. Display Het display van de printer biedt prompt volledige informatie over de printer en de afdruktaken. Het niveau van de printerbenodigdheden, locaties van eventuele papierstoringen en de status van de afdruktaken worden aan de hand van symbolen en afbeeldingen weergegeven. De menu's bieden toegang tot de printerfuncties en tot gedetailleerde informatie. 34 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Het hoofdscherm van het display heeft drie gebieden: Display van de printer 1 2 3 Berichtengebied Berichtengebied Promptgebied Display van de printer 1 2 3 Berichtengebied Meter voor de benodigdheden De kleur van de printcartridges van links naar rechts: zwart, magenta, geel en cyaan Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u weten hoe u verder moet handelen. De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de printcardridges (zwart, magenta, geel en cyaan). Wanneer het inktniveau niet bekend is, wordt in plaats van het niveau een vraagteken (?) weergegeven. Dit voorkomen als: ● cartridges ontbreken; ● cartridges onjuist zijn geplaatst; ● cartridges fouten bevatten; ● cartridges van een ander merk dan HP zijn geplaatst. De meter voor benodigdheden wordt weergegeven wanneer op de printer de status Gereed wordt weergegeven zonder waarschuwingen. De meter wordt ook weergegeven wanneer er een waarschuwing of foutbericht over een printcartridge of meerdere benodigdheden wordt weergegeven. Toegang tot het bedieningspaneel via een computer U hebt ook toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer wanneer u de instellingspagina van de geïntegreerde webserver gebruikt. NLWW Inleiding 35 De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Verder kunt u via de computer een aantal functies van het bedieningspaneel uitvoeren, zoals het controleren van de printerbenodigdheden, bekijken van berichten en het veranderen van de configuratie van de laden. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 36 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Knoppen op het bedieningspaneel U kunt de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken om printerfuncties uit te voeren of om de menu's en berichten in het display te doorlopen. Knop SELECTEREN Hiermee kunt u selecteren en het afdrukken hervatten nadat een storing is opgelost. PIJL OMHOOG Hiermee doorloopt u de menu's en tekst en wijzigt u de numerieke opties in het display. PIJL OMLAAG TERUG/SLUITEN Hiermee gaat u terug in de menu's of beëindigt u het menu of de Help. MENU Opent en sluit de menu's. STOP Hiermee onderbreekt u de huidige taak en geeft u opties voor het doorgaan met afdrukken of het annuleren van de huidige taak. HELP NLWW Functie Biedt geanimeerde afbeeldingen en gedetailleerde informatie over printerberichten of menu's. Knoppen op het bedieningspaneel 37 Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel Lampjes op het bedieningspaneel 1 2 3 KLAAR GEGEVENS ATTENTIE Lampje Aan Uit Knippert KLAAR Printer is on line (klaar om gegevens te ontvangen en af te drukken) Printer is off line of is uitgeschakeld. Printer probeert het afdrukken te beëindigen en off line te gaan. Er zijn verwerkte gegevens in de printer aanwezig, maar er zijn nog meer gegevens nodig om de afdruktaak te kunnen voltooien. Printer kan geen gegevens verwerken of ontvangen. Printer verwerkt of ontvangt gegevens. Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan. De printer heeft aandacht nodig. Er zijn geen omstandigheden meer aanwezig die aandacht vragen. Er heeft zich een fout voorgedaan. De printer heeft aandacht nodig. (groen) GEGEVENS (groen) ATTENTIE (geel) 38 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menu's van het bedieningspaneel U kunt de meeste gangbare afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het stuurprogramma of de software van de printer. Dit is de eenvoudigste manier om de printer te bedienen. Op deze manier worden de instellingen van het bedieningspaneel genegeerd. Zie de bijbehorende Help-bestanden van de software of raadpleeg Printersoftware voor meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma. U kunt de printer eveneens bedienen door de instellingen in het bedieningspaneel van de printer te wijzigen. Via het bedieningspaneel kunt u toegang krijgen tot printerfuncties die niet worden ondersteund door het stuurprogramma en de software. U gebruikt het bedieningspaneel voor het configureren van de laden voor bepaalde soorten afdrukmateriaal en formaten. Om te beginnen... NLWW ● Ga naar de menu's en activeer de gewenste selectie door op MENU te drukken. ● ) om de menu's te doorlopen. Naast het Gebruik de pijl Omhoog en Omlaag ( doorlopen van de menu's kunt u de pijl Omhoog en Omlaag gebruiken om de numerieke waarden te wijzigen. Houd de pijl Omhoog of Omlaag ingedrukt om de opties sneller te doorlopen. ● Met de knop Terug ( ) kunt u terugspringen in de menuopties en numerieke waarden selecteren tijdens het configureren van de printer. ● U kunt alle menu's afsluiten door op MENU te drukken. ● Als er gedurende 60 seconden geen toets wordt ingedrukt, verspringt de printer naar de status Gereed. ● Als er naast een menuoptie een vergrendelingssymbool wordt weergegeven, wil dit zeggen dat er voor de betreffende optie een PIN-code nodig is. Over het algemeen is deze code verkrijgbaar bij de netwerkbeheerder. Menu's van het bedieningspaneel 39 Menuoverzicht In de volgende tabellen vindt u een overzicht van ieder menu. Ga als volgt te werk om naar de menu's te gaan Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. Druk op of om naar het overzicht te gaan. Druk op om de gewenste optie te selecteren. MENU'S TAAK OPHALEN Informatie PAPIERVERWERKING Apparaat configureren DIAGNOSTIEK SERVICE Menu Taak ophalen Zie Menu Taak ophalen voor meer informatie. TAAK OPHALEN OVERZICHT VAN OPGESLAGEN TAKEN AFDRUKKEN Er verschijnt een lijst met opgeslagen taken GEEN OPGESL. TAKEN Menu Informatie Zie Menu Informatie voor meer informatie. 40 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Informatie MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN CONFIGURATIE AFDRUKKEN STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. STAT. BENODIGDHDN GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN DEMO AFDRUKKEN RGB-MONSTERS AFDRUKKEN CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK. Menu Papierverwerking Zie Menu Papierverwerking voor meer informatie. PAPIERVERWERKING LADE 1 FORMAAT LADE 1 TYPE Lade <N> Formaat N = 2, 3 of 4 Lade <N> Type N = 2, 3 of 4 Menu Apparaat configureren Zie Menu Apparaat configureren en Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie. Apparaat configureren AFDRUKKEN AANTAL Standaard papierformaat: STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT DUBBELZIJDIG DUPLEX BINDEN A4/LETTER VERVANGEN HANDMATIG INVOEREN LETTERTYPE COURIER BREDE A4 PS-FOUTEN AFDRUKKEN PCL NLWW Menuoverzicht 41 AFDRUKKWALITEIT KLEUR AANPASSEN KALIBRATIE INSTELLEN AFDRUKMODI OPTIMALISEREN NU SNEL KALIBREREN NU VOLLEDIG KALIBREREN KLEUR RET SYSTEEM- INSTELLINGEN MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN TIME-OUT TAAKOPSLAG ADRES WEERGEVEN OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN GEDRAG VAN LADE POWERSAVE-TIJD PERSONALITY VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN AUTOM. DOORGAAN BENDIGDH. BIJNA OP KLEURBENODIGDH. OP HERSTEL PAPIERSTORING RAMDISK Taal I/O I/O TIME-OUT PARALLELLE INVOER EIO X JETDIRECT (waarbij X= 1, 2 of 3.) HERSTEL FABRIEKSINST. HERSTELLEN POWERSAVE RESET BENODIGDHDN Menu diagnostiek Zie Menu Diagnostiek voor meer informatie. 42 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW DIAGNOSTIEK GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN PQ PROBLEEMOPLOSSING CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN SENSOREN PAPIERBAAN PAPIERBAANTEST HANDMATIGE SENSORTEST ONDERDELENTEST TEST AFDRUKKEN/STOPPEN NLWW Menuoverzicht 43 Menu Taak ophalen Het menu Taak ophalen geeft u een overzicht van alle opgeslagen afdruktaken. 44 Menuoptie Omschrijving OVERZICHT VAN OPGESLAGEN TAKEN AFDRUKKEN Er wordt een pagina afgedrukt met alle taken die op de printer zijn opgeslagen. Er wordt een lijst weergegeven met de opgeslagen taken voor elke gebruiker. Elke persoon die taken heeft opgeslagen op de printer wordt weergegeven. Het getal tussen haakjes geeft aan hoeveel taken de desbetreffende persoon heeft opgeslagen. GEEN OPGESL. TAKEN Als er geen taken opgeslagen zijn, wordt in plaats van de lijst dit bericht weergegeven. Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menu Informatie U kunt het menu Informatie gebruiken voor toegang tot bepaalde printerinformatie en het afdrukken ervan. NLWW Menuoptie Omschrijving MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN Drukt een overzicht af van het menu van het bedieningspaneel waarop u de lay-out en de instelling van de diverse opties van het menu van het bedieningspaneel kunt zien. Zie Pagina’s met printerinformatie. CONFIGURATIE AFDRUKKEN Hiermee drukt u de configuratiepagina van de printer af. STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. Maakt een afdruk van de resterende levensduur van de benodigdheden en rapporteert gegevens over het totaal aantal afgedrukte pagina's en de verwerkte taken, de vervaardigingsdatum van de printcartridges, het serienummer, het aantal afgedrukte pagina's en onderhoudsinformatie. STAT. BENODIGDHDN Toont de status van de benodigdheden in een lijst. GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN Maakt een afdruk van alle papierformaten die door de printer gevoerd zijn; toont of de afdrukken enkelzijdig, dubbelzijdig, zwart-wit of in kleur waren en rapporteert het aantal pagina's. DEMO AFDRUKKEN Drukt een voorbeeldpagina af. RGB-MONSTERS AFDRUKKEN Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende RGB-waarden. De voorbeelden dienen als richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color LaserJet 4650. CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN Drukt kleurvoorbeelden af voor verschillende CMYK-waarden. De voorbeelden dienen als richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color LaserJet 4650. BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN Maakt een afdruk van de naam en de directory van de bestanden die op de vaste schijf in de printer zijn opgeslagen. PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PCLlettertypen. PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PSlettertypen (PostScript-emulatie). Menu Informatie 45 Menu Papierverwerking Via het menu Papierverwerking kunt u de invoerladen configureren volgens soort en formaat afdrukmateriaal. Het is belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren alvorens u voor het eerst afdrukt. Opmerking Als u andere HP LaserJet-printermodellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cartridgemodus. Op printers van de HP Color LaserJet 4650 series is het instellen van het formaat en soort voor lade 1 op ELK FORM gelijk aan Eerste modus. Het configureren van het formaat of soort voor lade 1 op een andere instelling dan ELK FORM is gelijk aan Cartridgemodus. Menuoptie Waarde Omschrijving LADE 1 FORMAAT Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven. Dient voor het configureren van het formaat afdrukmateriaal voor lade 1. De standaardinstelling is ELK FORMAAT. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een volledig overzicht van de beschikbare formaten. LADE 1 TYPE Er wordt een lijst met de beschikbare typen weergegeven. Dient voor het configureren van het soort afdrukmateriaal voor lade 1. De standaardinstelling is ELK SOORT. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een volledig overzicht van de beschikbare soorten. Lade <N> Formaat Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven. Dient voor het configureren van het formaat afdrukmateriaal voor lade 2, lade 3 of lade 4. De standaardinstelling is het formaat dat wordt gedetecteerd door de ladegeleiders. Als u een speciaal formaat wilt gebruiken, verplaatst u de schakelaar in de lade naar SPECIAAL. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een volledig overzicht van de beschikbare formaten. Er wordt een lijst met de beschikbare typen weergegeven. Dient voor het configureren van het soort afdrukmateriaal voor lade 2, lade 3 of lade 4. De standaardinstelling is GEWOON. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor een volledig overzicht van de beschikbare soorten. N = 2, 3 of 4 Lade <N> Type N = 2, 3 of 4 46 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menu Apparaat configureren Met behulp van het menu voor het configureren van het apparaat kunt u de standaard afdrukinstellingen wijzigen, de afdrukkwaliteit aanpassen, de configuratie van het systeem en de I/O-opties wijzigen en de standaard instellingen van de printer opnieuw instellen. Afdrukmenu Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen. Voor de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de instellingen in dit menu tenietgedaan. Dit menu kan tevens worden gebruikt voor het instellen van het standaard soort en formaat afdrukmateriaal. Menuoptie Waarden Omschrijving AANTAL 1-32000 Dient voor instelling van het standaard aantal exemplaren. Het standaardaantal is 1. Standaard papierformaat: Een lijst van de beschikbare formaten wordt weergegeven. Dient voor instelling van het standaard formaat van het afdrukmateriaal. STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT MAATEENHEID Dient voor instelling van de standaard afmetingen voor taken zonder formaat. X-GROOTTE Y-GROOTTE DUBBELZIJDIG UIT AAN DUPLEX BINDEN LANGE RAND KORTE RAND A4/LETTER VERVANGEN NEE JA HANDMATIG INVOEREN UIT AAN NLWW Dient voor in- en uitschakelen van de functie voor het dubbelzijdig afdrukken voor printers met de betreffende functie. De standaardwaarde is UIT. Dit item wordt alleen weergegeven als de printer is voorzien van een duplexmodule en als DUBBELZIJDIG is ingesteld op AAN. Hiermee kunt u de rand van het papier kiezen dat wordt gebruikt voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken. Dient voor het afdrukken van een A4-taak op papier van Letter-formaat als er geen A4papier in de printer is. De standaardwaarde is NEE. Dient voor het handmatig invoeren van afdrukmateriaal. De standaardwaarde is UIT. Menu Apparaat configureren 47 Menuoptie Waarden Omschrijving LETTERTYPE COURIER NORMAAL Dient voor het selecteren van een van de beschikbare versies van het lettertype Courier. De standaardwaarde is NORMAAL. DONKER BREDE A4 NEE JA PS-FOUTEN AFDRUKKEN UIT AAN PDF-FOUTEN AFDRUKKEN UIT AAN PCL PAGINALENGTE AFDRUKSTAND Dient voor het veranderen van het afdrukgebied van het A4formaat zodat 80 tekens met een corpsgrootte van 10 op een enkele regel passen. De standaardwaarde is NEE. Dient voor het in- of uitschakelen van pagina's met PS-fouten. De standaardwaarde is UIT. Dient voor het in- of uitschakelen van pagina's met PDF-fouten. De standaardwaarde is UIT. Dient voor het configureren van de instellingen voor de printertaal. LETTERTYPEBRON GROOTTE LETTERTYPE PITCH LETTERTYPE SYMBOLENSET CR AAN LF TOEVOEGEN BLANCO PAGINA'S ONDERDRUKKEN Afdrukkwaliteitmenu Dit menu dient voor het aanpassen van alle aspecten van de afdrukkwaliteit, waaronder instellingen voor de kalibratie, registratie en de kleurhalftonen. Menuoptie Waarden Omschrijving KLEUR AANPASSEN LICHTE DELEN Dient voor het aanpassen van de halftooninstellingen voor iedere kleur apart. De standaardwaarde voor elke kleur is 0. HALFTONEN DONKERE DELEN STANDAARDWAARDEN HERSTELLEN 48 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menuoptie Waarden Omschrijving KALIBRATIE INSTELLEN TESTPAGINA AFDRUKKEN Dient voor het uitlijnen van de afbeelding voor enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. De standaardwaarde voor de Bron is LADE 2. De standaardwaarde voor de subitems LADE 1, LADE 2, LADE 3 en LADE 4 is 0. Bron LADE 1 LADE 2 LADE 3 LADE 4 AFDRUKMODI Er wordt een lijst met de Dient voor het associëren van beschikbare modi weergegeven. een bepaalde soort afdrukmateriaal met een specifieke afdrukmodus. OPTIMALISEREN ACHTERGR. VERKL. OVERDRACHT OPTIMALISATIE OPNIEUW INSTELLEN NU SNEL KALIBREREN Hiermee kunt u bepaalde parameters optimaliseren voor alle taken in plaats van optimaliseren voor bepaalde papiersoorten. De standaardwaarde voor elke optie is UIT. Hiermee worden gedeeltelijke printerkalibraties uitgevoerd. Zie De printer kalibreren voor meer informatie. NU VOLLEDIG KALIBREREN Hiermee worden alle printerkalibraties uitgevoerd. Zie De printer kalibreren voor meer informatie. KLEUR RET UIT Met de menuoptie KLEUR RET kan de gebruiker de instelling RET (Resolution Enhancement Technology) van een kleurenprinter in- of uitschakelen. De standaardwaarde is AAN. AAN Menu Systeeminstellingen Het menu voor de systeeminstelling dient voor het aanbrengen van verandering in de standaard instellingen voor de algemene printerconfiguratie, zoals de PowerSave-tijd, de printerpersonality (printertaal) en het herstel na een storing. Zie Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie. NLWW Menuoptie Waarden Omschrijving MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN 1-100 Dient voor het instellen van het maximaal aantal taken dat op de vaste schijf van de printer opgeslagen kan worden. De standaardwaarde is 32. Menu Apparaat configureren 49 Menuoptie Waarden Omschrijving TIME-OUT TAAKOPSLAG UIT Dient voor instelling van de tijdperiode dat bestanden in de taakopslag worden bewaard alvorens ze uit de wachtrij worden verwijderd. De standaardwaarde is UIT. 1 UUR 4 UUR 1 DAG 1 WEEK ADRES WEERGEVEN AUTO UIT OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN AUTO MEESTAL KLEURENPAG MEESTAL ZWARTE PAG Met dit item wordt bepaald of het IPadres van de printer op het display wordt weergegeven met het bericht Gereed. Als er meer dan één EIOkaart is geïnstalleerd, wordt het IPadres van de kaart in de eerste sleuf weergegeven. De standaardwaarde is UIT. Deze menuoptie bepaalt hoe de printer overschakelt van afdrukken in kleur naar monochroom (zwart-wit) afdrukken zodat maximale prestaties en een maximale gebruiksduur van de printcartridges worden verkregen. Met AUTO worden de standaardinstellingen van de printer hersteld. De standaardwaarde is AUTO. Selecteer MEESTAL KLEURENPAG als u bijna al uw taken afdrukt in kleur met een hoge paginadekking. Selecteer MEESTAL ZWARTE PAG als u meestal monochrome taken of een combinatie van kleurentaken en monochrome taken afdrukt. 50 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menuoptie Waarden Omschrijving GEDRAG VAN LADE GEBRUIK GEWENSTE LADE Dient voor het opgeven van instellingen voor de ladeselectie. (Met deze instelling kunt u de laden zo configureren dat deze hetzelfde werken als laden in een aantal eerdere HP-printers en kunt u de instellingen voor het dubbelzijdig afdrukken op voorbedrukt papier configureren.) PROMPT HANDINVOER PS OF AFDRUKMATERI AAL De standaardwaarde voor GEBRUIK GEWENSTE LADE is EXCLUSIEF. De standaardwaarde voor PROMPT HANDINVOER is ALTIJD. PS OF AFDRUKMATERIAAL bepaalt hoe papier wordt verwerkt wanneer u afdrukt vanuit een Adobe PS-printerstuurprogramma. Bij INGESCHAKELD wordt de papierverwerking van HP gebruikt. Bij Niet mogelijk wordt de papierverwerking van Adobe PS gebruikt. De standaardwaarde is INGESCHAKELD. Zie Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie. POWERSAVE-TIJD 1 MINUUT 15 MINUTEN 30 MINUTEN 60 MINUTEN Vermindert het energieverbruik wanneer de printer inactief is geweest gedurende de periode die is opgegeven voor dit item. De standaardwaarde is 30 MINUTEN. 90 MINUTEN 2 UUR 4 UUR PERSONALITY AUTO PDF PCL PS Dient voor het instellen van de standaardpersonality op PCL, PDF of PostScript-emulatie of op automatisch schakelen. De standaardwaarde is AUTO. MIME VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN AAN AUTOM. DOORGAAN UIT TAAK AAN NLWW Dient voor instelling van het al dan niet wissen van waarschuwingen op het bedieningspaneel of wanneer een volgende taak verzonden wordt. De standaardwaarde is TAAK. Bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. De standaardwaarde is AAN. Menu Apparaat configureren 51 Menuoptie Waarden Omschrijving BENDIGDH. BIJNA OP STOP Dient voor instelling van de opties die gevolgd kunnen worden wanneer de benodigdheden bijna op zijn. De standaardwaarde is VERDER. VERDER KLEURBENODIGDH. OP AUTO DOORG. ZWART STOP HERSTEL PAPIERSTORING AUTO UIT AAN RAMDISK AUTO UIT Taal Een lijst van de beschikbare talen wordt weergegeven. Stelt het printergedrag voor KLEURBENODIGDH. OP in. Wanneer een kleurencartridge leeg is en de printer is ingesteld op AUTO DOORG. ZWART, wordt er verder afgedrukt met alleen zwarte toner. Bepaalt of de printer na een papierstoring zal proberen om overgeslagen pagina's opnieuw af te drukken. De standaardwaarde is AUTO. Dient voor het opgeven van de configuratie van de RAM-schijf. Wanneer deze is ingesteld op AUTO, wordt de optimale grootte van de RAM-schijf bepaald op basis van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. De standaardwaarde is AUTO. Dit bericht wordt weergegeven op modellen waarin een vaste schijf is geïnstalleerd. Dient voor instelling van de standaardtaal. Menu I/O Met dit menu kunt u de I/O-opties van de printer configureren. Zie Netwerkconfiguratie. Menuoptie Waarden Omschrijving I/O TIME-OUT 15 SECONDEN Dient voor het selecteren van de I/O-time-out in seconden. Ber.:5 - 300 Druk daarna op 52 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menuoptie Waarden Omschrijving PARALLELLE INVOER HOGE SNELHEID Dient voor het selecteren van de snelheid waarmee de parallelle poort communiceert met de host en voor het in- en uitschakelen van de bidirectionele parallelle communicatie. GEAVANCEERDE FUNCTIES De standaardwaarde voor HOGE SNELHEID is JA. De standaardwaarde voor GEAVANCEERDE FUNCTIES is AAN. EIO X (waarbij X= 1, 2 of 3.) De waarden kunnen variëren. Mogelijke waarden zijn: NOVELL Dient voor het configureren van de EIO-apparaten die in sleuf 1, 2 of 3 zijn geïnstalleerd. DLC/LLC IPX/SPX TCP/IP APPLETALK Menu Reset Het menu Reset dient voor het herstellen van de fabrieksinstellingen, het in- en uitschakelen van de PowerSave-functie en het bijwerken van de printer na installatie van nieuwe printerbenodigdheden. Menuoptie Waarden Omschrijving FABRIEKSINST. HERSTELLEN Geen. Dient voor het wissen van de paginabuffer, verwijderen van alle veranderbare personalitygegevens, het activeren van de herstelfunctie voor de afdrukomgeving en het herstellen van alle fabriekswaarden. POWERSAVE UIT Dient voor het in- en uitschakelen van de PowerSave-functie. De standaardwaarde is AAN. AAN RESET BENODIGDHDN NWE. TRANSFERKIT NIEUWE FUSERKIT NLWW Hiermee geeft aan de printer door dat er een nieuwe transferkit of fuserkit is geïnstalleerd. Menu Apparaat configureren 53 Menu Diagnostiek Met behulp van het menu Diagnostiek kunt u tests uitvoeren voor het vaststellen en oplossen van problemen met de printer. 54 Menuoptie Omschrijving GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN Met deze optie kunt u een lijst afdrukken van de laatste 50 vermeldingen in het afdruklogboek, te beginnen met het meest recente bericht. GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN Deze optie toont de laatste 50 gebeurtenissen van het bedieningspaneel, te beginnen met de meest recente gebeurtenis. CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN Met deze optie kunt u een printcartridge verwijderen om te bepalen welke printcartridge de oorzaak van het probleem is. Papierbaan HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item wordt een test uitgevoerd op alle sensoren om te bepalen of deze correct functioneren en wordt de status van elke sensor weergegeven. PAPIERBAANTEST Deze optie komt van pas voor het testen van de functies voor de papierverwerking zoals de configuratie van de laden. HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item wordt een test uitgevoerd om te bepalen of de papierbaansensoren correct functioneren. ONDERDELENTEST Met deze optie kunt u aparte onderdelen onafhankelijk activeren om geluiden, lekkages en andere problemen te isoleren. Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Menuoptie Omschrijving TEST AFDRUKKEN/STOPPEN Met dit item worden problemen met de afdrukkwaliteit nauwkeuriger geïsoleerd door de printer tijdens het afdrukken te onderbreken. Als u de printer midden in de afdrukcyclus uitschakelt, kunt u controleren waar de afdrukkwaliteit van afbeelding begint te verslechteren. Als u de printer tijdens het afdrukken onderbreekt, heeft dit wellicht een papierstoring tot gevolg die handmatig moet worden opgelost. Een servicemedewerker moet deze test uitvoeren. KLEURBANDTEST Gebruik deze optie om een kleurbandtestpagina af te drukken die wordt gebruikt om piekspanning in de hoogspanningsvoeding op te sporen. (Voor HP Color LaserJet 4650 modellen) NLWW Menu Diagnostiek 55 Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen Met behulp van het bedieningspaneel van de printer kunt u de standaardinstellingen van de printerconfiguratie wijzigen, zoals het formaat en het soort afdrukmateriaal van een lade, de tijd voor de PowerSave-functie, de personality van de printer (de printertaal) en de methode van storingsherstel. U hebt tevens toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer als u de instellingspagina van de geïntegreerde webserver gebruikt. De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. VOORZICHTIG De configuratie-instellingen hoeven maar zelden te worden gewijzigd. Hewlett-Packard raadt u aan de configuratie-instellingen uitsluitend door de systeembeheerder te laten wijzigen. Taakopslaglimiet Deze optie dient voor het instellen van het maximaal aantal taken dat op de vaste schijf van de printer opgeslagen kan worden. Het maximaal toegestane aantal is 100 en de standaard instelling is 32. Ga als volgt te werk om de limiet voor het aantal opgeslagen taken in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN te selecteren. 7. Druk op of 8. Druk op om de waarde op te slaan. om de waarde te wijzigen. 9. Druk op MENU. Time-out taak vasthouden Deze optie dient voor instelling van de periode dat bestanden in de taakopslag worden bewaard alvorens ze uit de wachtrij worden verwijderd. De standaardinstelling voor deze optie is UIT. De andere beschikbare instellingen zijn 1 UUR, 4 UUR, 1 DAG en 1 WEEK. 56 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Ga als volgt te werk om de functie Time-out taak vasthouden in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om TIME-OUT TAAKOPSLAG te markeren. 7. Druk op om TIME-OUT TAAKOPSLAG te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de tijd in te stellen. om de gewenste tijd te selecteren. 10. Druk op MENU. Adres weergeven Met dit item wordt bepaald of het IP-adres van de printer op het display wordt weergegeven met het bericht Gereed. Als er meer dan één EIO-kaart is geïnstalleerd, wordt het IP-adres van de kaart in de eerste sleuf weergegeven. Het IP-adres weergeven 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om ADRES WEERGEVEN te markeren. 7. Druk op om ADRES WEERGEVEN te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de optie te selecteren. om de gewenste optie te selecteren. 10. Druk op MENU. NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 57 Kleur/zwart Met dit item kunt u de printerinstellingen configureren om de prestaties van de printer en cartridges te optimaliseren voor de afdrukomgeving. Als de printer voornamelijk wordt gebruikt voor afdrukken in zwart (meer dan tweederde van de pagina's is zwart), wijzigt u de instellingen in MEESTAL ZWARTE PAG. Als de printer voornamelijk wordt gebruikt voor afdrukken in kleur, wijzigt u de printerinstellingen in MEESTAL KLEURENPAG. Als de printer wordt gebruikt voor het afdrukken in kleur en zwart, wordt u aangeraden de standaardinstelling AUTO te gebruiken. Als u het percentage kleurenpagina's wilt bepalen, drukt u een configuratiepagina af. Zie Pagina’s met printerinformatie voor meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina. Op de configuratiepagina wordt het totale aantal pagina's en het aantal kleurenpagina's weergegeven. Als u het percentage van de afgedrukte kleurenpagina's wilt bepalen, deelt u het aantal kleurenpagina's door het totale aantal pagina's. Kleur/zwart instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN te markeren. 7. Druk op om OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de optie te selecteren. om de gewenste optie te selecteren. 10. Druk op MENU. Opties voor ladegedrag De acties die door laden uitgevoerd worden, omvatten drie opties die door de gebruiker ingesteld kunnen worden: 58 ● GEBRUIK GEWENSTE LADE. Als u EXCLUSIEF selecteert, wordt niet automatisch een andere lade geselecteerd wanneer u aangeeft dat een bepaalde lade moet worden gebruikt. Wanneer u EERSTE selecteert, wordt een tweede lade gebruikt wanneer de opgegeven lade leeg is of niet overeenkomt met de instellingen die zijn opgegeven voor de afdruktaak. EXCLUSIEF is de standaardinstelling. ● Handmatig laden. Als u ALTIJD (de standaardinstelling) selecteert, geeft het systeem altijd eerst een melding voordat papier uit lade 1 (de multifunctionele lade) wordt opgenomen. Als u TENZIJ GELADEN selecteert, geeft het systeem alleen een melding als lade 1 (de multifunctionele lade) leeg is. ● PS OF AFDRUKMATERIAAL. Deze instelling is van invloed op de werking van niet-HP PostScript-stuurprogramma's met het apparaat. U hoeft deze instelling niet te wijzigen als u de stuurprogramma's gebruikt die door HP zijn geleverd. Als deze is ingesteld op INGESCHAKELD, wordt voor de niet-HP PostScript-stuurprogramma's de HP ladeselectiemethode gebruikt, net als voor de stuurprogramma's van HP. Als deze is ingesteld op Niet mogelijk, wordt voor een aantal niet-HP PostScript-stuurprogramma's de PostScript-ladeselectiemethode gebruikt in plaats van de HP-methode. Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW De printer instellen op het gebruik van de gewenste lade 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om GEDRAG VAN LADE te markeren. 7. Druk op om GEDRAG VAN LADE te selecteren. 8. Druk op om GEBRUIK GEWENSTE LADE te selecteren. 9. Druk op of 10. Druk op om het gedrag van de lade in te stellen. om EXCLUSIEF of EERSTE te selecteren. 11. Druk op MENU. Ga als volgt te werk om de prompt voor handinvoer in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om GEDRAG VAN LADE te markeren. 7. Druk op om GEDRAG VAN LADE te selecteren. 8. Druk op om PROMPT HANDINVOER te markeren. 9. Druk op om PROMPT HANDINVOER te selecteren. 10. Druk op of 11. Druk op om het gedrag van de lade in te stellen. om ALTIJD of TENZIJ GELADEN te selecteren. 12. Druk op MENU. NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 59 De standaardinstelling van de printer instellen voor PS OF AFDRUKMATERIAAL 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om GEDRAG VAN LADE te markeren. 7. Druk op om GEDRAG VAN LADE te selecteren. 8. Druk op om PS OF AFDRUKMATERIAAL te selecteren. 9. Druk op of selecteer INGESCHAKELD of Niet mogelijk. 10. Druk op om het gedrag van de lade in te stellen. 11. Druk op MENU. PowerSave-tijd Met de instelbare PowerSave-functie kunt u het energieverbruik beperken wanneer de printer enige tijd niet actief is geweest. De tijd die verstrijkt voordat de PowerSave-stand van de printer wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld op 1 MINUUT, 15 MINUTEN, 30 MINUTEN, 60 MINUTEN, 90 MINUTEN, 2 UUR of 4 UUR. De standaardinstelling is 30 MINUTEN. Opmerking Het display van de printer wordt gedempt wanneer de printer naar de PowerSave-stand schakelt. De PowerSave-stand heeft geen invloed op de tijd van het warm worden van de printer. Ga als volgt te werk om de tijd voor de PowerSave-stand in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om POWERSAVE-TIJD te markeren. 7. Druk op om POWERSAVE-TIJD te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de tijd in te stellen. om de gewenste tijd te selecteren. 10. Druk op MENU. 60 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Ga als volgt te werk om PowerSave in of uit te schakelen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om HERSTEL te markeren. 5. Druk op om HERSTEL te selecteren. 6. Druk op om POWERSAVE te markeren. 7. Druk op om POWERSAVE te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om AAN of UIT te selecteren. 10. Druk op MENU. Personality Deze printer schakelt automatisch naar de juiste personality (printertaal). AUTO is de standaardwaarde. ● AUTO stelt de printer in staat om automatisch de aard van de afdruktaak te detecteren en de personality voor de betreffende taak in te stellen. ● PDF stelt de printer in op het afdrukken van PDF-bestanden. ● PCL stelt de printer in voor gebruik van de printertaal PCL (Printer Control Language). ● PS stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus. ● MIME stelt de printer in voor gebruik met draagbare apparaten, zoals mobiele telefoons en PDA's (Personal Digital Assistants). Ga als volgt te werk om de personality in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om PERSONALITY te markeren. 7. Druk op om PERSONALITY te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de personality in te stellen. om de juiste personality te selecteren (AUTO, PCL, PDF, PS, MIME). 10. Druk op MENU. NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 61 Wisbare waarschuwingen Met deze optie bepaalt u de tijd dat wisbare waarschuwingen worden weergegeven door AAN of TAAK te selecteren. De standaardwaarde is TAAK. ● AAN geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat u op ● TAAK geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat de taak waardoor het bericht is veroorzaakt, is beëindigd. drukt. Ga als volgt te werk om de wisbare waarschuwingen in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te markeren. 7. Druk op om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om de gewenste instelling te selecteren. 10. Druk op MENU. Automatisch doorgaan U bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. AAN is de standaardinstelling. ● AAN toont gedurende tien seconden een foutbericht alvorens automatisch door te gaan met afdrukken. ● UIT zet het afdrukken tijdelijk stil wanneer er een fout is opgetreden tot u op drukt. Ga als volgt te werk om de printer in te stellen op automatisch doorgaan 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om AUTOM. DOORGAAN te markeren. 7. Druk op om AUTOM. DOORGAAN te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om de gewenste instelling te selecteren. 10. Druk op MENU. 62 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Printerbenodigdheden bijna op De printer biedt twee opties voor het rapporteren dat de benodigdheden bijna op zijn; VERDER is de standaardwaarde. ● VERDER stelt de printer in staat om verder af te drukken terwijl een waarschuwing wordt weergegeven tot de benodigdheden zijn vervangen. ● Met STOP houdt de printer op met afdrukken totdat de benodigdheden zijn vervangen of totdat u op drukt waardoor de printer verder afdrukt terwijl de waarschuwing zichtbaar blijft. Ga als volgt te werk om de waarschuwing voor de printerbenodigdheden in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om BENDIGDH. BIJNA OP te markeren. 7. Druk op om BENDIGDH. BIJNA OP te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om de gewenste instelling te selecteren. 10. Druk op MENU. Kleurentoner is op Er zijn twee opties voor deze menuoptie. NLWW ● AUTO DOORG. ZWART stelt de printer in staat om verder af te drukken met alleen zwarte toner wanneer de kleurencartridge leeg is. Op het bedieningspaneel wordt een waarschuwingsbericht weergegeven wanneer deze printermodus is geactiveerd. In deze modus kunt u alleen een specifiek aantal pagina's afdrukken. Hierna wordt het afdrukken onderbroken totdat u de lege kleurencartridge hebt vervangen. ● Met STOP wordt het afdrukken gestopt totdat de lege kleurencartridge is vervangen. Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 63 Reactie instellen voor lege kleurencartridge 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om KLEURBENODIGDH. OP te markeren. 7. Druk op om KLEURBENODIGDH. OP te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om de gewenste instelling te selecteren. 10. Druk op MENU. Storingsherstel Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, waaronder de manier waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardwaarde. ● AUTO — wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is, wordt de functie voor storingsherstel automatisch door de printer ingeschakeld. ● AAN — de pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt. Er wordt extra geheugen toegewezen voor het opslaan van de laatste paar afgedrukte pagina's waardoor de algemene afdrukprestaties iets slechter worden. ● UIT — pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden niet opnieuw afgedrukt. Aangezien er geen geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van de laatst afgedrukte pagina's, is het mogelijk dat de prestaties optimaal zijn. Ga als volgt te werk om de reactie van de printer op een papierstoring in te stellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om HERSTEL PAPIERSTORING te markeren. 7. Druk op om HERSTEL PAPIERSTORING te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om de gewenste instelling te selecteren. 10. Druk op MENU. 64 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW Taal Bij een aantal producten wordt de optie voor het instellen van de standaardtaal weergegeven wanneer de printer voor het eerst wordt geïnitialiseerd. Gebruik de pijl of om door de beschikbare opties te bladeren. Wanneer de gewenste taal wordt gemarkeerd, drukt u op om de standaardtaal in te stellen. U kunt de taal elk moment wijzigen door de onderstaande stappen uit te voeren: Ga als volgt te werk om de taal te selecteren 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om Taal te markeren. 7. Druk op om Taal te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de waarde in te stellen. om de gewenste taal te selecteren. 10. Druk op MENU. Ga als volgt te werk om de taal te selecteren als het display wordt weergegeven in een taal die u niet begrijpt 1. Schakel de printer uit. 2. Houd ingedrukt terwijl u de printer aanzet, totdat de drie lampjes blijven branden. 3. Druk nogmaals op . NLWW 4. Druk op of om door de beschikbare talen te bladeren. 5. Druk op om de gewenste taal op te slaan als de nieuwe standaardinstelling. Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen 65 Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld Als gebruik van de printer met anderen gedeeld wordt, volgt u de onderstaande richtlijnen: Opmerking 66 ● Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het bedieningspaneel wijzigt. Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan gevolgen hebben voor andere afdruktaken. ● Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer wijzigt of software-lettertypen downloadt. Een goede coördinatie bespaart printergeheugen en voorkomt onverwachte afdrukresultaten. ● Houd er rekening mee dat overschakeling op een andere printerpersonality, zoals geëmuleerde PostScript of PCL, van invloed is op de afdrukresultaten van andere gebruikers. Het is mogelijk dat het netwerkbesturingssysteem dat u gebruikt, automatisch de afdruktaak van iedere gebruiker beschermt tegen consequenties van andere afdruktaken. Raadpleeg uw systeembeheerder voor meer informatie. Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW I/O-configuratie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bepaalde netwerkparameters configureert op de printer. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Netwerkconfiguratie ● Parallelle configuratie ● USB-configuratie ● Configuratie van extra aansluiting ● Enhanced I/O (EIO) configureren ● Draadloos afdrukken 67 Netwerkconfiguratie Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren. U kunt deze parameters configureren via het bedieningspaneel op de printer, de geïntegreerde webserver of op de meeste netwerken via de HP Web Jetadmin-software (of het HP LaserJet-hulpprogramma voor Macintosh). Opmerking Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver. Zie De hp werkset gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de HP-werkset. Een volledige lijst van ondersteunde netwerken en instructies voor het configureren van netwerkparameters vanuit software vindt u in de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd. Dit gedeelte bevat de volgende instructies voor het configureren van netwerkparameters vanaf het bedieningspaneel van de printer: ● TCP/IP-parameters configureren ● ongebruikte netwerkparameters uitschakelen ● parameters van Novell NetWare-frametype configureren Parameters van Novell NetWare-frametype configureren De HP Jetdirect-printserver selecteert automatisch een NetWare-frametype. Selecteer een frametype alleen handmatig als de printserver een onjuist frametype selecteert. Als u wilt weten welke frametypen de HP Jetdirect-printserver heeft gekozen, kunt u een configuratiepagina van de printer afdrukken. Zie Pagina’s met printerinformatie. Novell NetWare-parameters configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om IPX/SPX te markeren. 9. Druk op om IPX/SPX te selecteren. 10. Druk op om FRAMETYPE te markeren. 11. Druk op om het gewenste frametype te markeren. 12. Druk op om het frametype te selecteren. 13. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. 68 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW TCP/IP-parameters configureren Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de volgende TCP/IP-parameters configureren: ● gebruik het bestand BOOTP voor configuratieparameters (het bestand BOOTP wordt standaard gebruikt) ● IP-adres (4 bytes) ● subnetmasker (4 bytes) ● standaardgateway (4 bytes) ● time-out voor niet-actieve TCP-verbinding (in seconden) Automatisch TCP/IP-parameters via het bedieningspaneel van de printer configureren 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om TCP/IP te markeren. 9. Druk op om TCP/IP te selecteren. 10. Druk op om CONFIG.METHODE te selecteren. 11. Druk op om AUTOM. IP te markeren. 12. Druk op om AUTOM. IP te selecteren. 13. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. Handmatig TCP/IP-parameters configureren via het bedieningspaneel van de printer Gebruik de handmatige configuratie voor het instellen van een IP-adres, het subnetmasker en de lokale en de standaardgateway. Een IP-adres instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. NLWW 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op om EIO X te selecteren. 7. Druk op om TCP/IP te markeren. Netwerkconfiguratie 69 Opmerking 8. Druk op om TCP/IP te selecteren. 9. Druk op om HANDM. INST. te markeren. 10. Druk op om HANDM. INST. te selecteren. 11. Druk op om HANDMATIG te markeren. 12. Druk op om IP-adres: te markeren. 13. Druk op om IP-adres: te selecteren. De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd. Als een getal niet is gemarkeerd, wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven. 14. Druk op of 15. Druk op om naar de volgende serie getallen te gaan. om een hoger of lager getal op te geven en het IP-adres te configureren. 16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste IP-adres is opgegeven. 17. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. Het subnetmasker instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. Opmerking 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om TCP/IP te markeren. 9. Druk op om TCP/IP te selecteren. 10. Druk op om HANDM. INST. te markeren. 11. Druk op om HANDM. INST. te selecteren. 12. Druk op om SUBNETMASKER te markeren. 13. Druk op om SUBNETMASKER te selecteren. De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd. 14. Druk op of configureren. 15. Druk op om een hoger of lager getal op te geven en het subnetmasker te om naar de volgende serie getallen te gaan. 16. Herhaal stap 14 en 15 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven. 17. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. 70 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW De syslog server instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. Opmerking 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om TCP/IP te markeren. 9. Druk op om HANDM. INST. te markeren. 10. Druk op om HANDM. INST. te selecteren. 11. Druk op om SYSLOG-SERVER te markeren. 12. Druk op om SYSLOG-SERVER te selecteren. De eerste serie van vier series getallen geeft de standaardinstellingen weer. Elke serie getallen vertegenwoordigt één byte informatie en ligt tussen 0 en 255. 13. Druk op of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de standaardgateway. 14. Druk op om naar de volgende serie getallen te gaan. Druk op serie getallen te gaan. om naar de vorige 15. Herhaal stap 13 en 14 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven. 16. Druk op om de syslog server op te slaan. 17. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. De lokale en de standaardgateway instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. NLWW 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om TCP/IP te markeren. 9. Druk op om TCP/IP te selecteren. 10. Druk op om HANDM. INST. te markeren. 11. Druk op om HANDM. INST. te selecteren. 12. Druk op tot LOKALE GATEWAY of STANDAARDGATEWAY verschijnt. Netwerkconfiguratie 71 13. Druk op Opmerking om LOKALE GATEWAY of STANDAARDGATEWAY te selecteren. De eerste serie van drie series getallen geeft de standaardinstellingen weer. Als er geen getal gemarkeerd is, wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven. 14. Druk op of om een hoger of lager getal op te geven en LOKAAL of STANDAARDGATEWAY te configureren. 15. Druk op om naar de volgende serie getallen te gaan. 16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven. 17. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel) Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn standaard ingeschakeld. Het uitschakelen van de ongebruikte protocollen heeft het voordeel dat: Opmerking ● de printer minder netwerkverkeer genereert; ● onbevoegde gebruikers niet kunnen afdrukken op de printer; ● er alleen toepasselijke informatie op de configuratiepagina wordt weergegeven; ● het bedieningspaneel van de printer protocolspecifieke foutberichten en waarschuwingen kan weergeven. De TCP/IP-configuratie van de HP Color LaserJet 5550 series printer kan niet worden uitgeschakeld. IPX/SPX uitschakelen Opmerking Schakel dit protocol niet uit als Windows 95/98, Windows NT, ME, 2000 en Windows XP wordt gebruikt om op de printer af te drukken. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om IPX/SPX te markeren. 9. Druk op om IPX/SPX te selecteren. 10. Druk op om INSCHAKELEN te markeren. 11. Druk op om INSCHAKELEN te selecteren. 12. Druk op tot AAN of UIT verschijnt. 13. Druk op om AAN of UIT te selecteren. 14. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. 72 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW DLC/LLC uitschakelen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om DLC/LLC te markeren. 9. Druk op om DLC/LLC te selecteren. 10. Druk op om INSCHAKELEN te markeren. 11. Druk op om INSCHAKELEN te selecteren. 12. Druk op tot AAN of UIT verschijnt. 13. Druk op om AAN of UIT te selecteren. 14. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. De time-out bij inactiviteit instellen 1. Druk op om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om TCP/IP te markeren. 9. Druk op om HANDM. INST. te markeren. 10. Druk op om HANDM. INST. te selecteren. 11. Druk op om INACTIV.TIME-OUT te markeren. 12. Druk op om INACTIV.TIME-OUT te selecteren. 13. Druk op of op bij inactiviteit. 14. Druk op om het aantal seconden te verhogen of te verlagen voor de time-out om de time-out bij inactiviteit op te slaan. 15. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. NLWW Netwerkconfiguratie 73 De verbindingssnelheid instellen De verbindingssnelheid is standaard ingesteld op AUTO. Voer de volgende procedure uit om een bepaalde snelheid in te stellen: 1. Druk op om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om I/O te markeren. 5. Druk op om I/O te selecteren. 6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3). 7. Druk op om EIO X te selecteren. 8. Druk op om LINK-SNELH te markeren. 9. Druk op om LINK-SNELH te selecteren. 10. Druk op om de gewenste verbindingssnelheid te markeren. 11. Druk op om de gewenste verbindingssnelheid te selecteren. 12. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. 74 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW Parallelle configuratie De HP Color LaserJet 4650 biedt ondersteuning voor een parallelle en een netwerkverbinding tegelijk. Een parallelle verbinding wordt aangebracht door de printer op een computer aan te sluiten met behulp van een bidirectionele parallelle kabel (die voldoet aan IEEE-1284-C) waarbij de c-connector op de parallelle poort van de printer wordt aangesloten. De kabel mag maximaal 10 m lang zijn. Wanneer de term bidirectioneel wordt gebruikt om de parallelle interface te beschrijven, wordt met de term bidirectioneel bedoeld dat de printer via de parallelle poort zowel gegevens van de computer kan ontvangen als gegevens naar de computer kan terugsturen. Verbinding voor de parallelle poort 1 2 c-connector parallelle poort Opmerking Voor gebruik van de geavanceerde mogelijkheden van de bidirectionele parallelle interface, zoals de bidirectionele communicatie tussen de computer en de printer, snellere gegevensoverdracht en automatische configuratie van printerstuurprogramma's, dient u te zorgen dat de meest recente printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Zie Printerstuurprogramma's voor meer informatie. Opmerking De fabrieksinstellingen bieden ondersteuning voor automatisch schakelen tussen de parallelle poort en een of meer netwerkverbindingen van de printer. Als zich problemen voordoen, raadpleegt u Netwerkconfiguratie. NLWW Parallelle configuratie 75 USB-configuratie Deze printer ondersteunt een USB 1.1-verbinding. De poort bevindt zich aan de achterkant van de printer, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding. U moet een USB-kabel gebruiken van het type A-naar-B. Opmerking USB-ondersteuning is niet beschikbaar voor computers met Windows 95 of Windows NT 4.0. USB-verbinding 1 2 76 USB-aansluiting USB-poort Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW Configuratie van extra aansluiting Deze printer heeft een extra aansluiting voor invoerapparaten voor papierverwerking. De poort bevindt zich aan de achterkant van de printer, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding. Extra aansluiting 1 NLWW Extra verbindingspoort Configuratie van extra aansluiting 77 Enhanced I/O (EIO) configureren De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output). De drie sleuven dienen voor het installeren van compatibele, externe apparaten, zoals een HP Jetdirect-printserver of andere apparaten. Door een EIO-netwerkkaart in een van de sleuven te installeren, verhoogt u het aantal netwerkinterfaces dat voor de printer beschikbaar is. EIO-netwerkkaarten kunnen de prestaties van de printer maximaliseren, wanneer u afdrukt via een netwerk. Daarnaast beschikt u op deze manier over de mogelijkheid om de printer overal in het netwerk te plaatsen. Hierdoor is het niet nodig om de printer rechtstreeks op een server of een werkstation aan te sluiten en kunt u de printer dichter bij de gebruikers van het netwerk plaatsen. Als de printer is voorzien van een EIO-netwerkkaart, kunt u deze kaart configureren via het menu Configureren op het bedieningspaneel. HP Jetdirect-printservers HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) kunnen worden geïnstalleerd in een van de EIOsleuven van de printer. Deze kaarten ondersteunen diverse netwerkprotocollen en besturingssystemen. HP Jetdirect-printservers vergemakkelijken het netwerkbeheer doordat u de mogelijkheid hebt een printer op iedere locatie rechtstreeks aan te sluiten op uw netwerk. HP Jetdirect-printservers ondersteunen ook SNMP (Simple Network Management Protocol), waarmee netwerkbeheerders printers op afstand kunnen beheren en problemen via de HP Web Jetadmin-software kunnen oplossen. Opmerking Installatie van deze kaarten en de netwerkconfiguratie moet worden uitgevoerd door een netwerkbeheerder. U kunt de kaart configureren via het bedieningspaneel of met het programma HP Web Jetadmin. Opmerking Raadpleeg de documentatie bij de HP Jetdirect printserver voor informatie over welke externe apparaten of EIO-netwerkkaarten worden ondersteund. Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) bieden oplossingen voor: ● Novell NetWare ● Microsoft Windows- en Windows NT-netwerken ● Apple Mac OS (LocalTalk) ● UNIX (HP-UX en Solaris) ● Linux (Red Hat en SuSE) ● Afdrukken via internet Voor een overzicht van beschikbare netwerkoplossingen raadpleegt u de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver of bezoekt u HP Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/net_printing. 78 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW NetWare-netwerken Als u Novell NetWare samen met een HP Jetdirect-printserver gebruikt, biedt de wachtrijserver-modus betere afdrukprestaties dan de afstandsprinter-modus. De HP Jetdirect-printserver biedt ondersteuning voor NDS (Novell Directory Services) en de binderymodus. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor meer informatie. Gebruik voor computers met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP heeft de wizard voor het installeren van een nieuwe printer om de printer voor een NetWare-netwerk in te stellen. Windows- en Windows NT-netwerken Gebruik voor computers met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP de wizard voor het installeren van een nieuwe printer om de printer voor een Microsoft Windows-netwerk in te stellen. Het hulpprogramma kan worden gebruikt om printers in te stellen voor een peer-topeernetwerk of voor een client-servernetwerk. AppleTalk-netwerken Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om de printer in te stellen voor een EtherTalk- of een LocalTalk-netwerk. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirectprintserver voor meer informatie. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd. UNIX/Linux-netwerken Gebruik het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX om de printer voor een HPUX- of Sun Solaris-netwerk in te stellen. Gebruik HP Web Jetadmin om printers voor een UNIX- of Linux-netwerk in te stellen en te beheren. Als u software van HP wilt aanschaffen voor UNIX/Linux-netwerken, bezoekt u de HP Klantenondersteuning op: http://www.hp.com/support/net_printing. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor overige installatieopties die door de HP Jetdirect-printserver worden ondersteund. Deze handleiding wordt geleverd bij printers met een HP Jetdirect-printserver. NLWW Enhanced I/O (EIO) configureren 79 Draadloos afdrukken Draadloze netwerken zijn een veilig en kostenbesparend alternatief voor traditionele bekabelde netwerkverbindingen. Zie Benodigdheden en accessoires voor een lijst met beschikbare draadloze printservers. IEEE 802.11b-standaard Met de draadloze HP Jetdirect 802.11b externe printserver kan HP-randapparatuur overal op kantoor of thuis worden geplaatst en worden verbonden met een draadloos netwerk dat wordt uitgevoerd onder de netwerkbesturingssystemen Microsoft, Apple, Netware, UNIX of Linux. Via de draadloze technologie kunt u materiaal afdrukken van hoge kwaliteit, zonder de beperkingen van bedrading. Randapparatuur kan overal in een kantoor of thuis eenvoudig worden geplaatst en kan eenvoudig worden verplaatst zonder dat netwerkkabels hoeft te verleggen. De wizard HP-netwerkprinter maakt de installatie eenvoudig. Er zijn HP Jetdirect 802.11b-printservers beschikbaar voor USB-verbindingen en parallelle verbindingen. Bluetooth De draadloze technologie van Bluetooth is een kortegolf-radiotechnologie waarmee computers, printers, PDA's (Personal Digital Assistants), mobiele telefoons en andere apparaten draadloos kunnen worden verbonden. In tegenstelling tot de infraroodtechnologie, worden bij Bluetooth radiosignalen gebruikt voor de communicatie, waardoor apparaten zich niet in dezelfde kamer of hetzelfde kantoor hoeven te bevinden, omdat de verbonden apparaten niet worden gehinderd door obstakels. Door de draadloze technologie neemt de mobiliteit en efficiëntie met betrekking tot bedrijfsnetwerktoepassingen toe. Voor de HP Color LaserJet 4650 series printer is een Bluetooth-adapter (hp bt1300) nodig om gebruik te kunnen maken van de draadloze technologie van Bluetooth. De adapter is beschikbaar voor USB-verbindingen of parallelle verbindingen. De adapter heeft een ontvangstbereik van 10 meter op de 2,5 GHz ISM-band en een gegevensoverdrachtsnelheid tot 723 Kbps. Het apparaat ondersteunt de volgende Bluetooth-profielen: 80 ● HCRP (Hardcopy Cable Replacement Profile) ● SPP (Serial Port Profile) ● OPP (Object Push Profile) ● BIP (Basic Imaging Profile) ● BPP (Basic Printing Profile) met XHTML-afdruk Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW Afdruktaken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u eenvoudige afdruktaken uitvoert. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Afdruktaken beheren ● Afdrukmateriaal selecteren ● Invoerladen configureren ● Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ● Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ● Bijzondere afdruksituaties ● Taakopslagfuncties ● Geheugenbeheer 81 Afdruktaken beheren Als u het besturingssysteem Microsoft Windows gebruikt en een taak wilt afdrukken, wordt door drie instellingen bepaald waar het printerstuurprogramma probeert papier op te nemen. De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert, selecteert de printer automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen. Bron Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het papier moet opnemen. De printer probeert uit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht het soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade kiest die is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt de printer niet automatisch af. In plaats daarvan zal de printer wachten tot u in de opgegeven lade papier van het juiste soort en het juiste formaat voor de afdruktaak plaatst. Nadat u dit hebt gedaan hebt, begint de printer met afdrukken. Als u op drukt, worden er opties weergegeven waarmee u het afdrukken uit een andere lade kunt instellen. Soort en Formaat Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier of afdrukmateriaal zal opnemen uit de lade die afdrukmateriaal van het juiste soort en het juiste formaat bevat. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort in plaats van bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van laden en zorgt dat speciaal afdrukmateriaal niet per ongeluk gebruikt wordt. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier geconfigureerd is en u in het printerstuurprogramma opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer geen papier uit de lade met briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier opgenomen uit een lade die normaal papier bevat en die via het bedieningspaneel voor normaal papier geconfigureerd is. Selectie van afdrukmateriaal volgens soort en formaat leidt tot aanmerkelijk verbeterde afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanzend papier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten of transparanten. Druk enveloppen, indien mogelijk, af volgens Formaat. ● Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat, selecteert u het gewenste soort of formaat in het dialoogvenster Pagina-instelling, het dialoogvenster Afdrukken of het dialoogvenster Afdrukeigenschappen, afhankelijk van het programma. ● Als u vaak op een bepaald soort of een bepaald formaat afdrukmateriaal afdrukt, kunt u (voor een lokale printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade voor het betreffende soort of het betreffende formaat papier configureren. Als u daarna dat soort of dat formaat kiest als afdruktaak, zal de printer afdrukmateriaal opnemen uit de lade die voor het betreffende soort of het betreffende formaat is geconfigureerd. Prioriteiten van afdrukinstellingen Veranderingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, krijgen als volgt voorrang afhankelijk van waar de wijzigingen zijn gemaakt: 82 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Opmerking Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. ● Het dialoogvenster Pagina-instelling. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders tenietgedaan. ● Het dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken, Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Paginainstelling niet teniet. ● Het dialoogvenster Printereigenschappen (printerstuurprogramma). Het printerstuurprogramma wordt geopend wanneer u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die veranderd worden in het dialoogvenster Printereigenschappen kunnen geen instellingen tenietdoen die elders gekozen zijn. ● Standaard printerinstellingen. Standaard printerinstellingen zijn de instellingen die voor alle afdruktaken gebruikt worden, tenzij de instellingen veranderd worden in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Printereigenschappen, zoals hierboven omschreven. Er zijn twee manieren om de standaard printerinstellingen te veranderen: 1. Klik op Start, Instellingen en Printers. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. 2. Klik op Start, Configuratiescherm en selecteer de map Printers. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. VOORZICHTIG NLWW Als u afdruktaken van andere gebruikers onveranderd wilt laten, is het verstandig om veranderingen in de instelling aan te brengen via het programma of het printerstuurprogramma. Wijzigingen van de printerinstellingen via het bedieningspaneel van de printer worden de standaardinstellingen voor alle volgende afdruktaken. Wijzigingen die via een toepassing of het printerstuurprogramma worden aangebracht, hebben alleen gevolgen voor de betreffende afdruktaak. Afdruktaken beheren 83 Afdrukmateriaal selecteren Met deze printer kunt u op verschillende soorten papier en andere afdrukmaterialen afdrukken. In dit gedeelte worden richtlijnen en specificaties voor de keuze en het gebruik van verschillende afdrukmaterialen gegeven. Zie Specificaties voor het afdrukmateriaal voor informatie over ondersteunde afdrukmaterialen. Ga voordat u tot aanschaf van afdrukmaterialen of speciale formulieren in grotere hoeveelheden overgaat eerst na of uw papierleverancier weet welke eisen worden gesteld aan afdrukmaterialen die op uw printer gebruikt mogen worden. Deze eisen worden beschreven in de HP LaserJet Family Print Media Guide. Zie Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie over de HP LaserJet Family Print Media Guide. Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide om een exemplaar van de HP LaserJet Family Print Media Guide te downloaden. Het blijft altijd mogelijk dat afdrukmaterialen voldoen aan alle in dit hoofdstuk genoemde richtlijnen en toch niet tot bevredigende afdrukresultaten leiden. Dit kan te wijten zijn aan abnormale omstandigheden in de ruimte waar wordt afgedrukt of aan andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen controle heeft (bijvoorbeeld een extreem hoge of lage temperatuur of luchtvochtigheid). Hewlett-Packard adviseert afdrukmaterialen eerst uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. VOORZICHTIG Het gebruik van afdrukmaterialen die niet voldoen aan de hier of in de papierspecificatiehandleiding beschreven eisen, kan problemen veroorzaken waarvoor reparaties nodig zijn die niet door de garantie- of serviceovereenkomst van Hewlett-Packard worden gedekt. Afdrukmaterialen die u moet vermijden Voor deze printer kunnen verschillen soorten afdrukmateriaal worden gebruikt. Gebruik van afdrukmateriaal dat niet aan de specificaties voldoet, leidt tot verslechterde afdrukkwaliteit en verhoogde kans op papierstoringen. 84 ● Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. ● Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor standaardringbanden. ● Gebruik geen meerdelige formulieren. ● Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd. ● Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of patronen. Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Papier dat de printer kan beschadigen In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de printer door het papier wordt beschadigd. Gebruik niet het volgende papier, ter voorkoming van mogelijke schade aan de printer: ● Gebruik geen papier met nietjes. ● Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor inkjetprinters of voor andere printers met lage temperaturen of transparanten die bestemd zijn voor zwart-wit afdrukken. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP Color LaserJet printers. ● Gebruik geen fotopapier dat bestemd is voor inkjetprinters. ● Gebruik geen gebosseleerd of gecoat papier dat niet bestemd is voor de temperatuur van de fusereenheid. Kies afdrukmateriaal dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen een temperatuur van 190° C. ● Gebruik geen briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is afgedrukt. Voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn gedrukt met inkt die bestand is tegen een temperatuur van 190° C gedurende 0,1 seconde. ● Gebruik geen afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten, vervormen of verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur van 190° C gedurende 0,1 seconde. Als u in de V.S. benodigdheden voor HP Color LaserJet-printers wilt bestellen, gaat u naar http://www.hp.com/go/ljsupplies. Ga ander naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html. NLWW Afdrukmateriaal selecteren 85 Invoerladen configureren U kunt de invoerladen configureren volgens soort en formaat. U kunt verschillende soorten afdrukmateriaal in de invoerladen van de printer plaatsen en het afdrukmateriaal vervolgens via het bedieningspaneel opvragen afhankelijk van het soort of het formaat. Opmerking Als u andere HP LaserJet-printermodellen hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cartridgemodus. Op printers van de HP Color LaserJet 4650 series is het instellen van het formaat en soort voor lade 1 op ELK FORM gelijk aan Eerste modus. Het configureren van het formaat of soort voor lade 1 op een andere instelling dan ELK FORM is gelijk aan Cartridgemodus. Opmerking Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, dient u te zorgen dat het afdrukmateriaal voldoet aan de specificaties voor duplexafdrukken. (Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal.) Opmerking De onderstaande instructies dienen voor het configureren van de laden met behulp van het bedieningspaneel. Het is tevens mogelijk om de laden via de computer te configureren met behulp van de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken. Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat: ● wanneer u papier in de lade plaatst; ● wanneer u een bepaalde lade of een bepaald afdrukmateriaal opgeeft voor een afdruktaak, terwijl de instellingen van het printerstuurprogramma of een programma en de lade niet overeenkomen met de instellingen voor de afdruktaak. Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: VUL LADE XX: [SOORT] [FORMAAT], Druk op om type te wijzigen. In de instructies hierna wordt beschreven hoe u de lade kunt configureren wanneer u hierom wordt gevraagd. Opmerking 86 De prompt wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en als lade 1 is geconfigureerd volgens ELK FORMAAT en ELK SOORT. Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier 1. Plaats papier in de lade. (Sluit de lade als u lade 2, 3 of 4 gebruikt.) 2. Het bericht voor de ladeconfiguratie LADE X Voor wijzigen van formaat of soort druk op wordt weergegeven. 3. Druk op om het menu LADE X FORMAAT= weer te geven. of 4. Als u het formaat wilt wijzigen, drukt u op 5. Druk op om het juiste formaat te markeren. om het formaat te selecteren. Afhankelijk van de formaatinstelling, wordt u mogelijk gevraagd de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD van lade 2, lade 3 of lade 4 om te zetten naar de andere positie. Volg de instructies en sluit vervolgens de lade. Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en u wordt vervolgens gevraagd de papiersoort te configureren. 6. Als u het soort wilt wijzigen, drukt u op 7. Druk op of om het juiste soort papier te markeren. om de papiersoort te selecteren. Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en vervolgens worden de huidige instellingen voor het soort en formaat weergegeven. 8. Als het soort en formaat nu juist zijn, drukt u op om het bericht te wissen. Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak 1. Geef in de software de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op. 2. Stuur de taak naar de printer. Als de lade moet worden geconfigureerd, wordt het bericht VUL LADE X: weergegeven. 3. Plaats het juiste papier in de lade. Wanneer de lade is gesloten, wordt het bericht LADE X FORMAAT= weergegeven. 4. Als het gemarkeerde formaat niet juist is, drukt u op markeren. 5. Druk op of om het juiste formaat te om het juiste formaat te selecteren. Afhankelijk van de formaatinstelling, wordt u mogelijk gevraagd de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD van lade 2, lade 3 of lade 4 om te zetten naar de andere positie. Volg de instructies en sluit vervolgens de lade. Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en u wordt vervolgens gevraagd de papiersoort te configureren. 6. Als het gemarkeerde soort papier niet juist is, drukt u op te markeren. 7. Druk op of om het gewenste soort om de papiersoort te selecteren. Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en vervolgens worden de huidige instellingen voor het soort en formaat weergegeven. NLWW Invoerladen configureren 87 Laden configureren via het menu Papierverwerking U kunt het soort en formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt. Gebruik het menu Papierverwerking om de laden als volgt te configureren. Het papierformaat configureren 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om PAPIERVERWERKING te markeren. 3. Druk op om PAPIERVERWERKING te selecteren. 4. Druk op om Lade <N> Formaat te markeren. (N duidt het nummer aan van de lade die u configureert.) 5. Druk op om Lade <N> Formaat te selecteren. 6. Druk op of 7. Druk op om het juiste formaat te selecteren. om het gewenste formaat te markeren. Afhankelijk van de lade die u configureert en het geselecteerde formaat, wordt u mogelijk gevraagd de ladegeleiders aan te passen of de schakelaar SPECIAAL/ STANDAARD van de lade om te zetten naar de andere positie. Volg de instructies en sluit vervolgens de lade. De papiersoort configureren 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om PAPIERVERWERKING te markeren. 3. Druk op om PAPIERVERWERKING te selecteren. 4. Druk op om Lade <N> Type te markeren. (N duidt het nummer aan van de lade die u configureert.) 5. Druk op om Lade <N> Type te selecteren. 6. Druk op of 7. Druk op om de juiste papiersoort te selecteren. om de juiste papiersoort te markeren. Het bericht Instelling opgesl. wordt weergegeven en vervolgens worden de huidige instellingen voor het soort en formaat weergegeven. Lade 2, lade 3 of lade 4 configureren voor een speciaal papierformaat Veel papierformaten worden automatisch gedetecteerd, maar u kunt ook laden configureren voor speciale papierformaten. U moet de volgende parameters opgeven: 88 ● Maateenheid (millimeters of inches) ● X-afmeting (de breedte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd) ● Y-afmeting (de lengte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd) Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Daarnaast moet u de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD van de lade op de positie SPECIAAL zetten. 1 2 3 Schakelaar voor SPECIAAL/STANDAARD Paginabreedte (X-afmeting) Paginalengte (Y-afmeting) Gebruik de volgende procedure om een lade te configureren voor een speciaal formaat. Wanneer een speciaal formaat eenmaal voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden tot de schakelaar van de lade op STANDAARD wordt teruggezet. Een speciaal formaat instellen voor lade 2, lade 3 of lade 4 1. Open de lade en zet de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD op de positie SPECIAAL. Sluit de lade. 2. Wanneer het bericht voor de ladeconfiguratie wordt weergegeven, drukt u op . 3. Druk op om ELK AANGEPAST te wijzigen in AANGEP.. 4. Druk op om AANGEP. te selecteren. 5. Druk op of 6. Druk op om de waarde te selecteren. om de juiste maateenheid te markeren (millimeters of inches). Wanneer u de maateenheid hebt ingesteld, kunt u als volgt de X-afmeting instellen: 7. Druk op of om de gewenste instelling te markeren. 8. Druk op om de waarde te selecteren. Als de opgegeven instelling buiten het geldige bereik valt, wordt gedurende twee seconden Ongeldige waarde weergegeven. U wordt door het display gevraagd om een andere instelling op te geven. Wanneer de X-afmeting is ingesteld, kunt u als volgt de Y-afmeting instellen: 9. Druk op of om de gewenste instelling te markeren. 10. Druk op om de waarde te selecteren. Als de opgegeven instelling buiten het geldige bereik valt, wordt gedurende twee seconden Ongeldige waarde weergegeven. U wordt door het display gevraagd om een andere instelling op te geven. Er wordt een bericht weergegeven waarin de afmetingen voor het speciale formaat worden aangegeven. NLWW Invoerladen configureren 89 Afdrukken vanuit lade 1 (multifunctionele lade) Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel papier of 20 enveloppen kan bevatten. Deze lade biedt een gemakkelijke manier voor het afdrukken van enveloppen, transparanten, papier met een speciaal formaat, afdrukmateriaal dat zwaarder is dan 15 kg en andere soorten afdrukmateriaal zonder dat u papier moet verwijderen uit andere laden. Opmerking Lade 1 is niet voorzien van een SPECIAAL/STANDAARD-schakelaar, waardoor alle papierformaten voor lade 1 niet kunnen worden gedetecteerd. Papier plaatsen in lade 1 VOORZICHTIG Als u papierstoringen wilt vermijden, mag u nooit papier toevoegen aan of verwijderen uit lade 1 tijdens het afdrukken. 1. Open lade 1. 2. Stel de zijgeleiders in op de gewenste breedte. 3. Breng het papier met de afdrukkant naar beneden in de lade aan. Opmerking Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst, worden mogelijk meerdere vellen in één keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van 75 g/m2 gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 75 g/m2, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt opgenomen door de printer. Opmerking Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken. 90 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW 4. Stel de zijgeleiders zo in dat deze de stapel papier licht raken maar dat het papier hierdoor niet buigt. Opmerking Zorg dat het papier onder de lipjes op de geleiders past en niet boven de indicatoren voor het papierniveau uitkomt. Enveloppen afdrukken vanuit lade 1 U kunt vanuit lade 1 verschillende soorten enveloppen afdrukken. Er kunnen maximaal 20 enveloppen in de lade worden geplaatst. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de soort envelop. In de software stelt u de marges in op minimaal 15 mm van de rand van de envelop. VOORZICHTIG Enveloppen met klemmetjes, vensters, binnenvoering, niet-bedekt plakmiddel of andere synthetische materialen kunnen de printer zwaar beschadigen. Probeer nooit op beide zijden van een envelop af te drukken om storingen en mogelijke beschadiging van de printer te vermijden. Alvorens enveloppen te laden dient u te zorgen dat ze vlak en onbeschadigd zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de kleefstroken onder druk vastkleven. Ga als volgt te werk om enveloppen in lade 1 aan te brengen VOORZICHTIG Verwijder geen enveloppen uit de lade of vul de lade niet bij tijdens het afdrukken, omdat u hiermee papierstoringen kunt veroorzaken. 1. Open lade 1. NLWW Invoerladen configureren 91 2. Breng maximaal 20 enveloppen aan in het midden van lade 1 met de afdrukkant naar beneden met het uiteinde van de postzegel naar de printer gekeerd. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te forceren. 3. Schuif de geleiders tegen de stapel enveloppen, zonder dat deze echter opbollen. De enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen. Enveloppen afdrukken 1. Geef lade 1 op of selecteer in het printerstuurprogramma de bron van het afdrukmateriaal volgens het formaat. 2. Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw toepassing of in het printerstuurprogramma de afdrukstand Liggend opgeven. Neem bij het instellen van de marges voor het adres van de afzender en de ontvanger op Commercial #10- of DL-enveloppen de volgende richtlijnen in acht. Opmerking Adrestype Linkermarge Bovenmarge Afzender 15 mm 15 mm Bestemming 102 mm 51 mm Kies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met dit formaat overeenkomt. 3. Selecteer in de toepassing of in het printerstuurprogramma de opdracht Afdrukken. 92 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Afdrukken vanuit lade 2, lade 3 en lade 4 Lade 2 en de optionele lade 3 en 4 kunnen 500 vel normaal papier bevatten of een stapel etiketten van 50,8 mm. Lade 2 wordt boven lade 3 geplaatst en lade 4 is beschikbaar wanneer de optionele papierinvoer voor 2 x 500 vel is geïnstalleerd. Wanneer lade 3 en 4 juist zijn geïnstalleerd, worden deze door de printer gedetecteerd en worden ze in het menu Apparaat configureren van het bedieniningspaneel aangegeven als opties. Lade 2, lade 3 en lade 4 kunnen worden ingesteld op detecteerbare formaten afdrukmateriaal (Letter, Legal, A4, A5, JIS B5 en Executive) en niet-detecteerbare formaten afdrukmateriaal: 8,5 bij 13 en Executive (JIS), dubbele Japanse briefkaart en speciaal. Het formaat van het afdrukmateriaal in deze laden wordt automatisch door de printer gedetecteerd op basis van de stand van de papiergeleider van de laden. (Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal.) Opmerking Wanneer u niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met een standaardformaat gebruikt, zet u de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD in de positie SPECIAAL. VOORZICHTIG De papierbaan voor lade 3 loopt door lade 2. Als lade 2 gedeeltelijk is uitgetrokken of helemaal is verwijderd, kan het papier uit lade 3 de printer niet bereiken. Als dit gebeurt, zal de printer stoppen en wordt een bericht weergegeven dat lade 2 moet worden geïnstalleerd. Op dezelfde manier moeten lade 2 en 3 worden gesloten wanneer papier uit lade 4 wordt gebruikt. Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen Detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat wordt door de printer gedetecteerd wanneer de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD is ingesteld op de positie STANDAARD, maar kan ook handmatig worden ingesteld wanneer de schakelaar op de positie SPECIAAL staat. Detecteerbare formaten zijn in de lade gemarkeerd. Het volgende detecteerbare afdrukmateriaal met standaaardformaat wordt ondersteund in laden 2, 3 en 4: Letter, Legal, Executive, A4, A5 en (JIS) B5. VOORZICHTIG Gebruik voor lade 2, 3 of 4 geen kaarten, enveloppen, zwaar of extra zwaar papier of nietondersteunde formaten afdrukmateriaal. Druk deze soorten afdrukmateriaal alleen af via lade 1. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade en open de lade niet tijdens een afdruktaak. Als dit gebeurt, kan dit tot papierstoring leiden in de printer. 1. Verwijder de lade uit de printer. Zet de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD in de positie STANDAARD. NLWW Invoerladen configureren 93 2. Verplaats aan de achterkant van de lade de papiergeleider voor de lengte door de vergrendeling in te drukken en de achterkant van de lade voor de gewenste lengte van het afdrukmateriaal te verschuiven. 3. Duw de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal naar beneden tot deze vergrendeld is. 4. Schuif de papiergeleiders voor de breedte open naar het gewenste papierformaat. 94 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW 5. Breng het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar boven in de lade aan en zorg dat de hoeken van het afdrukmateriaal onder de lipjes aan de voorkant van de lade vallen. Opmerking Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst, worden mogelijk meerdere vellen in een keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van 75 g/m2 gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 75 g/m2, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt opgenomen door de printer. Opmerking Als de lade niet correct wordt aangebracht, is het mogelijk dat de printer een foutbericht te zien geeft of dat het afdrukmateriaal in de printer vastloopt. Opmerking Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken. 6. Schuif de lade in de printer. Het soort en formaat afdrukmateriaal in de lade wordt weergegeven. Als de configuratie niet juist is, drukt u op wanneer u wordt gevraagd het soort en formaat te configureren voor de lade. (Zie Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier voor meer informatie.) 7. Als de configuratie juist is, drukt u op om het bericht te wissen. Niet-detecteerbaar afdrukmateriaal met standaardformaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen Niet-detecteerbare standaardformaten worden niet in de lade gemarkeerd. Deze worden aangegeven in het menu Formaat van de lade. Het volgende niet-detecteerbare afdrukmateriaal met standaaardformaat wordt ondersteund in laden 2, 3 en 4: Executive (JIS), 8,5 bij 13, dubbele Japanse briefkaart en 16K. NLWW Invoerladen configureren 95 VOORZICHTIG Gebruik voor lade 2, 3 of 4 geen kaarten, enveloppen of niet-ondersteunde formaten afdrukmateriaal. Druk deze soorten afdrukmateriaal alleen af via lade 1. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade en open de lade niet tijdens een afdruktaak. Dit kan papierstoringen veroorzaken. 1. Verwijder de lade uit de printer. Zet de schakelaar SPECIAAL/STANDAARD in de positie SPECIAAL. 2. Verplaats aan de achterkant van de lade de papiergeleider voor de lengte door de vergrendeling in te drukken en de achterkant van de lade voor de gewenste lengte van het afdrukmateriaal te verschuiven. 3. Duw de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal naar beneden tot deze vergrendeld is. 96 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW 4. Schuif de papiergeleiders voor de breedte open naar het gewenste papierformaat. 5. Breng het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar boven in de lade aan en zorg dat de hoeken van het afdrukmateriaal onder de lipjes aan de voorkant van de lade vallen. Opmerking Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst, worden mogelijk meerdere vellen in een keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van 75 g/m2 gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 75 g/m2, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt opgenomen door de printer. Opmerking Als de lade niet correct wordt aangebracht, is het mogelijk dat de printer een foutbericht te zien geeft of dat het afdrukmateriaal in de printer vastloopt. Opmerking Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken. 6. Schuif de lade in de printer. Het soort en formaat afdrukmateriaal in de lade wordt weergegeven. Als de configuratie niet juist is, drukt u op wanneer u wordt gevraagd het soort en formaat te configureren voor de lade. (Zie Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier voor meer informatie.) 7. Als de configuratie juist is, drukt u op NLWW om het bericht te wissen. Invoerladen configureren 97 Afdrukmateriaal met speciaal formaat in lade 2, lade 3 en lade 4 plaatsen Het menu Speciaal afdrukmateriaal wordt weergegeven wanneer de schakelaar van lade 2, lade 3 of lade 4 in de stand voor Speciaal formaat is geplaatst. U moet ook de formaatinstelling op het bedieningspaneel wijzigen in AANGEP. en de maateenheid, Xafmeting en Y-afmeting opgeven. Zie Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak voor meer informatie. 1. Verwijder de lade uit de printer. 2. Schuif de schakelaar van de lade naar de stand voor SPECIAAL formaat. Wanneer een speciaal formaat eenmaal voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden tot de schakelaar in de lade op STANDAARD wordt teruggezet of tot u de configuratie handmatig wijzigt. 3. Schuif de papiergeleiders voor de breedte helemaal open en verstel de geleiders voor de lengte voor de gewenste lengte van het papier. 98 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW 4. Duw de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal naar beneden tot deze vergrendeld is. 5. Breng het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar boven in de lade aan en zorg dat de hoeken van het afdrukmateriaal onder de lipjes aan de voorkant van de lade vallen. Opmerking Plaats het gehele pak papier in de lade voor het beste resultaat. Als u het pak splitst, worden mogelijk meerdere vellen in een keer ingevoerd waardoor een papierstoring kan optreden. De capaciteit van de papierlade kan variëren. Als u bijvoorbeeld papier van 75 g/m2 gebruikt, bevat de lade een heel pak van 500 vel. Als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 75 g/m2, kan er geen heel pak in de lade en moet u dus het aantal vellen verminderen. Plaats niet te veel papier in de lade omdat het papier mogelijk niet wordt opgenomen door de printer. Opmerking Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken. 6. Verschuif de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig tegen de stapel papier. Schuif de lade in de printer. 7. Schuif de lade in de printer. De configuratie van het soort en formaat afdrukmateriaal in de lade wordt weergegeven. Als u specifieke speciale afmetingen wilt opgeven of als het soort niet juist is, druk op wanneer u wordt gevraagd Voor wijzigen van formaat of soort druk op . Zie Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak voor het opgeven van specifieke afmetingen of het wijzigen van de formaatselectie van ELK AANGEPAST in AANGEP.. 8. Als de configuratie juist is, drukt u op NLWW om het bericht te wissen. Invoerladen configureren 99 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Ga bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal te werk volgens onderstaande richtlijnen. Opmerking Speciaal afdrukmateriaal, zoals enveloppen, transparanten, papier met speciaal formaat of zwaar afdrukmateriaal van meer dan 120 g/m2 wordt via lade 1 afgedrukt. Als u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk: 1. Plaats het afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Wanneer u wordt gevraagd het papiersoort op te geven, selecteert u het juiste soort afdrukmateriaal voor het papier dat in de lade is geplaatst. Selecteer bijvoorbeeld HOOGGLNZ. AFBEELD. wanneer u HP hoogglanzend laserpapier plaatst. 3. Stel in het programma of het printerstuurprogramma het soort afdrukmateriaal in op het soort dat in de papierlade is geplaatst. Opmerking Controleer voor de beste afdrukkwaliteit altijd of het soort afdrukmateriaal dat is geselecteerd op het bedieningspaneel van de printer en het soort dat is geselecteerd in het programma of het printerstuurprogramma overeenkomen met het soort afdrukmateriaal in de lade. Transparanten Neem bij het afdrukken op transparanten het volgende in acht: ● Pak transparanten altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op een transparant kunnen de afdrukkwaliteit aantasten. ● Gebruik alleen transparanten die voor gebruik in deze printer worden aanbevolen. Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet-transparanten aan. HP producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen. ● Selecteer TRANSPARANT als afdrukmateriaalsoort in het programma of het stuurprogramma of druk af uit een lade die is geconfigureerd voor transparanten. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. VOORZICHTIG Transparanten die niet zijn ontwikkeld voor afdrukken in een LaserJet printer smelten in de printer, waardoor de printer wordt beschadigd. Glanspapier 100 ● Selecteer in het programma of het stuurprogramma GLANZEND, ZWAAR of HOOGGLNZ. AFBEELD. als soort afdrukmateriaal of druk af uit een lade die is geconfigureerd voor glanzend papier. ● Gebruik het bedieningspaneel om het soort afdrukmateriaal in te stellen op GLANZEND voor de invoerlade die wordt gebruikt. ● Aangezien dit voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na uitvoering van uw afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Zie Invoerladen configureren voor meer informatie. Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Opmerking Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet Soft Gloss paper aan. HP producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen. Als in deze printer geen HP Color LaserJet Soft Gloss paper wordt gebruikt, kan de afdrukkwaliteit verminderen. Gekleurd papier ● Gekleurd papier moet van dezelfde hoge kwaliteit zijn als wit fotokopieerpapier. ● De kleurpigmenten op het papier moeten ten minste 0,1 seconde de hoge smelttemperatuur van 190° C kunnen doorstaan zonder dat de kwaliteit van de kleuren wordt aangetast. ● Gebruik geen papier met een gekleurde coating die na fabricage van het papier is aangebracht. ● De printer produceert kleuren door patronen puntjes – overlappend en met variërende spatiëring – af te drukken. De tint of de kleur van het gebruikte papier kan de tinten van de afgedrukte kleuren beïnvloeden. Afbeeldingen afdrukken Voor de beste afdrukkwaliteit bij het afdrukken van afbeeldingen gebruikt u HP hoogglanzend laserpapier (Q2420A) met de instelling HP hoogglanzend (afbeeldingen) voor het soort afdrukmateriaal. ● Selecteer in het programma of in het stuurprogramma de optie HOOGGLNZ. AFBEELD. als het soort afdrukmateriaal of druk af vanuit een lade die voor glanspapier is geconfigureerd. ● U kunt de printer ook configureren met de instellingen op het bedieningspaneel. Zie Invoerladen configureren voor meer informatie. Enveloppen Opmerking U kunt enveloppen alleen afdrukken vanuit lade 1. Stel het formaat voor de lade in op het specifieke envelopformaat. Zie Enveloppen afdrukken vanuit lade 1. Neem bij het afdrukken op enveloppen het volgende in acht om afdrukproblemen en papierstoringen te voorkomen. NLWW ● Laad niet meer dan 20 enveloppen tegelijk in lade 1. ● Het gewicht van de enveloppen mag niet hoger zijn dan 105 g/m2. ● Enveloppen moeten plat zijn. ● Gebruik geen vensterenveloppen of enveloppen met sluithaakjes. ● Enveloppen mogen niet verkreukeld, geknikt of gevouwen of anderszins beschadigd zijn. ● Zelfklevende enveloppen moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en de druk van het smeltproces van de printer. ● De enveloppen moeten worden geladen met de afdrukkant naar beneden en met het uiteinde van de postzegel naar de printer. Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 101 Etiketten Opmerking Voor het afdrukken van etiketten stelt u in het bedieningspaneel van de printer het soort afdrukmateriaal van de lade in op ETIKETTEN. Zie Invoerladen configureren. Neem bij het afdrukken op etiketten het volgende in acht: ● Ga na of de kleeflaag op de etiketten bestand is tegen een temperatuur van 190° C gedurende 0,1 seconde. ● Zorg ervoor dat de kleeflaag tussen de etiketten nergens blootligt. Op plaatsen waar de kleeflaag blootligt, kunnen de etiketten loslaten, waardoor de printer kan vastlopen. Een blootliggende kleeflaag kan ook onderdelen van de printer beschadigen. ● Laad een vel etiketten niet meer dan een keer in de printer. ● Zorg dat de etiketten goed vlak liggen. ● Gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere beschadigingen. Zwaar papier De volgende soorten zwaar papier kunnen worden gebruikt op de HP Color LaserJet 4650 series printer. Papiersoort Papiergewicht Zwaar 105-119 g/m2 Extra zwaar 120-163 g/m2 Kaarten 164-200 g/m2 Gemiddeld 90-104 g/m2 Tough-papier 5 mil Neem bij het afdrukken op zware papiersoorten het volgende in acht: VOORZICHTIG 102 ● Gebruik lade 1 voor papier dat zwaarder is dan 120 g/m2 tot 200 g/m2. ● Bij het afdrukken op zwaar papier bereikt u de beste resultaten door het bedieningspaneel van de printer te gebruiken om het soort afdrukmateriaal voor deze lade in te stellen op ZWAAR. ● Selecteer in het programma of in het stuurprogramma de optie Zwaar als het soort afdrukmateriaal of druk af vanuit een lade die voor zwaar papier is geconfigureerd. ● Aangezien deze instelling voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na uitvoering van uw afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Zie Invoerladen configureren. Gebruik over het algemeen geen papier dat zwaarder is dan het afdrukmateriaal dat voor deze printer wordt aanbevolen. Gebruik van te zwaar papier kan tot transportproblemen, papierstoringen, verminderde afdrukkwaliteit of tot overmatige slijtage van de printermechanismen leiden. Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW HP LaserJet Tough paper Volg onderstaande richtlijnen wanneer u op HP LaserJet Tough paper afdrukt: ● Pak het papier altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op het papier kunnen de afdrukkwaliteit aantasten. ● Gebruik alleen HP LaserJet Tough paper voor deze printer. HP producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen. ● Selecteer TOUGH-PAPIER als materiaalsoort in het programma of het printerstuurprogramma of druk af vanuit een lade die is geconfigureerd voor HP LaserJet Tough-papier. Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier De beste resultaten met voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier bereikt u wanneer u de volgende richtlijnen in acht neemt: ● Formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn bedrukt met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke emissies produceert wanneer deze gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de smelttemperatuur van de printer, ongeveer 190° C. ● De inkt op het papier mag niet brandbaar zijn en de rollen in de printer niet aantasten. ● Formulieren en briefhoofdpapier moeten in een vochtbestendige verpakking worden bewaard om veranderingen in het materiaal tegen te gaan. ● Controleer voordat u voorgedrukte formulieren of briefhoofdpapier in de printer laadt, eerst of de inkt goed droog is. Natte inkt op voorgedrukt papier kan tijdens het smeltproces loslaten. ● Tijdens dubbelzijdig afdrukken laadt u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier in lade 2 en 3 met de afdrukkant van de pagina naar beneden en de bovenrand van de pagina naar de achterkant van de printer gekeerd. Als u voorbedrukte formulieren of briefhoofdpapier in lade 1 wilt aanbrengen, laadt u het papier met de afdrukkant naar boven en de onderrand naar de printer gekeerd. Kringlooppapier U kunt op uw printer ook kringlooppapier gebruiken. Kringlooppapier moet aan dezelfde eisen voldoen als normaal papier. Raadpleeg de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide voor meer informatie. Hewlett-Packard beveelt aan om kringlooppapier te gebruiken dat niet meer dan 5 procent houtpulp bevat. NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 103 Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Met sommige printermodellen kunt u dubbelzijdig afdrukken (duplexafdrukken). Als u wilt controleren welke modellen de mogelijkheid bieden voor automatisch dubbelzijdig afdrukken, raadpleegt u Printerconfiguraties. Alle printermodellen ondersteunen handmatig dubbelzijdig afdrukken. Opmerking Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, dient u dit aan te geven in de software die u gebruikt of in het printerstuurprogramma. Als deze optie niet zichtbaar is in het programma of het printerstuurprogramma, gebruikt u de volgende informatie om de opties voor dubbelzijdig afdrukken beschikbaar te maken. Ga als volgt te werk om dubbelzijdig af te drukken: 104 ● Controleer of het printerstuurprogramma zo is geconfigureerd dat de opties voor dubbelzijdig afdrukken worden weergegeven: automatisch en/of handmatig. Raadpleeg de Help voor het printerstuurprogramma of zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over de toegang tot printerstuurprogramma's. ● Wanneer de optie voor dubbelzijdig afdrukken wordt weergegeven, selecteert u de gewenste opties voor dubbelzijdig afdrukken in de software van het printerstuurprogramma. U moet onder andere opties instellen voor de afdrukstand van de pagina en het binden. Zie Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken voor meer informatie over de opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken. ● Automatisch dubbelzijdig afdrukken wordt voor een aantal soorten afdrukmateriaal niet ondersteund, waaronder transparanten, enveloppen, etiketten, zwaar en extra zwaar papier, kaarten en Tough-papier. (Het maximale papiergewicht voor automatisch dubbelzijdig afdrukken is 105 g/m2 bankpostpapier.) ● Voor automatisch dubbelzijdig afdrukken worden alleen de papierformaten Letter, Legal en A4 ondersteund. ● Voor handmatig dubbelzijdig afdrukken kunnen alle formaten en bijna alle soorten afdrukmateriaal worden gebruikt. (Transparanten, enveloppen en etiketten worden niet ondersteund.) ● Als zowel automatisch als handmatig dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, wordt er automatisch dubbelzijdig afgedrukt als het formaat en soort worden ondersteund door de duplexeenheid. Als dit niet het geval is, wordt handmatig dubbelzijdig afgedrukt. Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW ● Voor de beste resultaten kunt u het dubbelzijdig afdrukken het beste vermijden bij gebruik van ruw en zwaar afdrukmateriaal. ● Wanneer u speciaal afdrukmateriaal gebruikt, zoals briefhoofdpapier en formulieren, plaatst u het afdrukmateriaal met de afdrukkant naar beneden in lade 2, 3 of 4. Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1 met de afdrukkant omhoog. (Dit is anders dan voor enkelzijdig afdrukken.) Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig afdrukken In veel programma's kunt u de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken zelf wijzigen. Als u de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken niet in uw programma of printerstuurprogramma kunt wijzigen, kunt u dit doen via het bedieningspaneel van de printer. De fabrieksinstelling is UIT. VOORZICHTIG Dubbelzijdig afdrukken mag niet worden gebruikt voor het afdrukken op etiketten. De printer kan hierdoor ernstig beschadigd worden. Dubbelzijdig afdrukken in- of uitschakelen via het bedieningspaneel Opmerking Het wijzigen van de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken heeft gevolgen voor alle afdruktaken. Wijzig deze instellingen indien mogelijk daarom altijd via uw software of het printerstuurprogramma. Opmerking Wijzigingen die worden aangebracht via het printerstuurprogramma vervangen de instellingen die zijn aangebracht via het bedieningspaneel van de printer. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. NLWW 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. Dubbelzijdig afdrukken (duplex) 105 4. Druk op om AFDRUKKEN te selecteren. 5. Druk op om DUBBELZIJDIG te markeren. 6. Druk op om DUBBELZIJDIG te selecteren. 7. Druk op of om AAN te selecteren om automatisch dubbelzijdig afdrukken in te schakelen of UIT om dubbelzijdig afdrukken uit te schakelen. 8. Druk op om de waarde op te slaan. 9. Druk op MENU. 10. Selecteer, indien mogelijk, dubbelzijdig afdrukken in het programma dat u gebruikt of in het printerstuurprogramma. Opmerking Als u dubbelzijdig afdrukken in het printerstuurprogramma wilt selecteren, moet eerst het stuurprogramma juist worden geconfigureerd. (Zie voor instructies de Help voor het printerstuurprogramma of zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over de toegang tot printerstuurprogramma's.) Lege pagina's dubbelzijdig afdrukken Als u een bron of soort in de software selecteert, wordt er niet op de lege tweede zijde van een dubbelzijdig afgedrukte pagina afgedrukt, waardoor de printer sneller wordt. Als de papiersoort echter is ingesteld op ELK SOORT, BRIEFPAPIER, VOORBEDRUKT of GEPERFOREERD, wordt op de lege tweede zijde afgedrukt om te voorkomen dat er tekst op de verkeerde zijde van de pagina wordt afgedrukt. Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken Voordat u een dubbelzijdig document afdrukt, kiest u via het printerstuurprogramma de rand waarlangs het voltooide document moet worden gebonden. Over de lengte van het papier (boekbinden) is de bindmethode die voor boeken wordt gebruikt. Over de breedte van het papier is de bindmethode die voor kalenders gebruikt wordt. Opmerking De standaard bindmethode is voor het binden langs de lange zijde waarbij de pagina is ingesteld voor de staande afdrukstand. Als u langs de lange zijde wilt binden, schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in. Handmatig dubbelzijdig afdrukken Als u dubbelzijdig wilt afdrukken op papier waarvan het formaat of gewicht niet wordt ondersteund (bijvoorbeeld papier dat zwaarder is dan 120 g/m2 of heel dun papier) of als de printer geen automatisch dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, moet u het papier handmatig opnieuw in de printer plaatsen nadat de eerste zijde is afgedrukt. Opmerking Gebruik geen beschadigd of eerder bedrukt papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken. Opmerking Handmatig dubbelzijdig afdrukken wordt niet ondersteund op Windows 98- en NT 4.0systemen waarop het PS-stuurprogramma wordt gebruikt. Handmatig dubbelzijdig afdrukken 1. Controleer of het printerstuurprogramma zo is geconfigureerd dat handmatig dubbelzijdig afdrukken mogelijk is. Selecteer Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan in het printerstuurprogramma. Zie De printerstuurprogramma's openen. 106 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW 2. Open het printerstuurprogramma vanuit de software. 3. Selecteer het juiste formaat en type. 4. Klik op het tabblad Afwerken op Afdrukken op beide zijden of Dubbelzijdig afdrukken (handmatig). 5. De bindoptie is standaard ingesteld op binden langs de lange zijde, waarbij de pagina is ingesteld op de staande afdrukstand. Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Afwerken en schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in. 6. Klik op OK. De instructies voor Afdrukken op beide zijden worden weergegeven. Volg de instructies om het afdrukken van het document te voltooien. Opmerking Als het totaal aantal vellen de capaciteit van lade 1 voor handmatige dubbelzijdige taken overschrijdt, voert u de bovenste 100 vellen in en drukt u op . Wanneer u hierom wordt gevraagd, plaatst u de volgende 100 vellen en drukt u op . Herhaal dit indien nodig tot alle vellen van de uitvoerstapel in lade 1 zijn geplaatst. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Brochures afdrukken Met een aantal versies van het printerstuurprogramma kunt u opties instellen voor het dubbelzijdig afdrukken van brochures. U kunt opties instellen voor het binden aan de linkerof rechterkant van papier met het formaat Letter, Legal of A4. Windows 2000 en XP ondersteunen het afdrukken van brochures op alle papierformaten. Zie de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de functie voor het afdrukken van brochures. NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplex) 107 Bijzondere afdruksituaties Ga bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal te werk volgens onderstaande richtlijnen. De eerste pagina anders afdrukken Volg onderstaande procedure wanneer u de eerste pagina van een document op een ander materiaal wilt afdrukken dan de rest van het document, bijvoorbeeld de eerste pagina van een document op briefhoofdpapier en de rest op gewoon papier. 1. Geef vanuit uw toepassing of het printerstuurprogramma een lade op voor de eerste pagina en een andere lade voor de overige pagina's. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. 2. Plaats het speciale afdrukmateriaal in de lade die u in stap 1 hebt opgegeven. 3. Leg het afdrukmateriaal voor de overige pagina’s van het document in een andere lade. U kunt ook op ander afdrukmateriaal afdrukken door via het bedieningspaneel of vanuit het printerstuurprogramma de soorten afdrukmateriaal in de laden in te stellen en vervolgens voor de eerste pagina en de resterende pagina's de gewenste papiersoort te selecteren. Een leeg achterblad afdrukken Voer de volgende procedure uit om een leeg achterblad af te drukken. U kunt ook een andere papierbron selecteren of het blad afdrukken op een ander soort afdrukmateriaal dan de rest van het document. 1. Selecteer Gebruik ander papier op het tabblad Papier van het printerstuurprogramma, selecteer vervolgens Achterblad in de vervolgkeuzelijst, selecteer Leeg achterblad toevoegen en klik op OK. 2. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. U kunt ook een andere papierbron selecteren of het lege achterblad afdrukken op een ander soort afdrukmateriaal dan de rest van het document. Selecteer desgewenst een andere bron en een ander soort in de vervolgkeuzelijst. Afdrukken op speciaal papier U kunt met deze printer ook afdrukken op materialen van afwijkend formaat. Dit kan alleen enkelzijdig. Lade 1 ondersteunt afdrukmateriaalformaten van 76 bij 127 mm tot 216 bij 356 mm. Lade 2 en de optionele lade 3 en lade 4 ondersteunen afdrukmateriaalformaten van 182 bij 210 mm tot 216 bij 356 mm. Als tijdens het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal lade 1 via het bedieningspaneel van de printer is geconfigureerd als LADE X TYPE= ELK SOORT en LADE X FORMAAT= ELK FORM, zal de printer afdrukken op het afdrukmateriaal in de lade, ongeacht de papiersoort. Tijdens afdrukken op speciale formaten vanuit lade 2, 3 of 4 kunt u de schakelaar op de lade omzetten naar de stand AANGEP. en kunt u via het bedieningspaneel het formaat en de papiersoort instellen op AANGEP. of ELK AANGEPAST. 108 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW In sommige programma's en printerstuurprogramma's kunt u zelf speciale papierformaten opgeven. U kunt speciale papierformaten configureren via het tabblad Papier van het printerstuurprogramma of via het tabblad Formulieren (Windows 2000 en XP). Let er in dat geval op dat u het papierformaat correct instelt, zowel in het dialoogvenster Pagina-instelling als in het dialoogvenster Afdrukken. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Wanneer u in uw programma ook zelf de marges voor een speciaal papierformaat moet berekenen, raadpleeg dan Help van de toepassing. Een afdruktaak afbreken U kunt een afdruktaak afbreken vanaf het bedieningspaneel of vanuit de toepassing. Voor het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk raadpleegt u de Help voor het desbetreffende netwerkbesturingssysteem. Opmerking Nadat een afdruktaak is geannuleerd kan het even duren voordat alle afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd. Zo breekt u een afdruktaak af vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op STOP op het bedieningspaneel van de printer om de taak die momenteel wordt afgedrukt, te onderbreken. Het menu van het bedieningspaneel bevat de optie voor het doorgaan met afdrukken of het annuleren van de huidige taak. 2. Druk op MENU om het menu te sluiten en door te gaan met afdrukken. 3. Druk op om de taak te annuleren. Het indrukken van STOP heeft geen gevolgen voor alle volgende afdruktaken die zich op dat moment in het printergeheugen bevinden. Zo breekt u een afdruktaak af vanuit uw software Er verschijnt kort een dialoogvenster op het display van het bedieningspaneel waarin u de afdruktaak kunt annuleren. Wanneer u meerdere afdruktaken vanuit een toepassing naar de printer hebt gestuurd, is het mogelijk dat deze nog in de wachtrij staan (bijvoorbeeld in Afdrukbeheer van Windows). Raadpleeg de documentatie bij de toepassing om te weten te komen hoe u een afdruktaak vanaf de computer kunt afbreken. Als een afdruktaak in een afdrukwachtrij (computergeheugen) of afdrukspooler (Windows 98, 2000, XP of ME) is geplaatst, verwijdert u de afdruktaak daar. Voor Windows 98, 2000, XP of ME gaat u naar Start en kiest u Instellingen en Printers. Dubbelklik op het pictogram van de HP Color LaserJet 4650- of 3700-printer om de afdrukspooler te openen. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en druk op Delete. Als de afdruktaak niet wordt geannuleerd, moet u de computer wellicht uitschakelen en opnieuw opstarten. NLWW Bijzondere afdruksituaties 109 Taakopslagfuncties U kunt met de HP Color LaserJet 4650 series printer taken in het geheugen van de printer opslaan om deze later af te drukken. Voor de taakopslagfuncties wordt geheugen van de vaste schijf en het RAM-geheugen (Random Access Memory) gebruikt. Deze functies voor de opslag van taken wordt hieronder beschreven. U wordt aangeraden extra geheugen te installeren voor de taakopslagfuncties voor ingewikkelde taken of als u vaak ingewikkelde afbeeldingen afdrukt, PostScript-documenten (PS) afdrukt of veel gedownloade lettertypen gebruikt. Extra geheugen zorgt ook voor meer flexibiliteit in de ondersteuning van taakopslagfuncties zoals snel kopiëren. Opmerking Voor de functies Privétaak en Vasthouden moet u over minimaal 192 MB geheugen beschikken: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. Als u de functies voor snel kopiëren en opgeslagen taken wilt gebruiken, moet u een extra vast schijf op de printer installeren (modellen HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn) en de stuurprogramma's configureren. VOORZICHTIG Zorg dat u de afdruktaak in het printerstuurprogramma een eigen naam geeft. Het gebruik van standaard namen kan tot gevolg hebben dat eerdere afdruktaken met dezelfde standaard naam worden overschreven of gewist. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Een afdruktaak opslaan U kunt een afdruktaak naar de printer downloaden zonder dat u de taak afdrukt. Deze afdruktaak kan dan op ieder gewenst moment via het bedieningspaneel van de printer worden afgedrukt. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een personeelsformulier, een kalender of een formulier voor het verantwoorden van uren of kosten op de printer opslaan, zodat dat andere gebruikers deze documenten kunnen afdrukken. Als u een afdruktaak permanent wilt opslaan, moet u bij het afdrukken van de taak de optie Opgeslagen taak in het stuurprogramma selecteren. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd. 3. Druk op om TAAK OPHALEN te selecteren. 4. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren. 5. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren. 6. Druk op om een TAAKNAAM te markeren. 7. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren. Afdrukken wordt gemarkeerd. 8. Druk op om Afdrukken te selecteren. 9. Druk op of 10. Druk op om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje. om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren. 11. Herhaal stap 10 en 11 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code. 12. Druk op 110 Hoofdstuk 4 Afdruktaken wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code. NLWW 13. Druk op of om het benodigde aantal exemplaren te selecteren. 14. Druk op om de taak af te drukken. Snelkopiëren Met Snelkopie wordt een kopie van een afgedrukte taak op de vaste schijf opgeslagen en kunt u via het bedieningspaneel extra kopieën van een afdruktaak afdrukken. U kunt het aantal snelkopietaken dat op de printer kan worden opgeslagen, instellen via het bedieningspaneel. U kunt deze functie via het stuurprogramma in- en uitschakelen. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd. 3. Druk op om TAAK OPHALEN te selecteren. 4. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren. 5. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren. 6. Druk op om een TAAKNAAM te markeren. 7. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren. Afdrukken wordt gemarkeerd. 8. Druk op om Afdrukken te selecteren. 9. Druk op of 10. Druk op om de taak af te drukken. om het aantal exemplaren te selecteren. Proefafdrukfunctie De functie Lezen en vasthouden is een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar van een taak af te drukken en te proeflezen en vervolgens de overige exemplaren af te drukken. Met deze optie wordt de afdruktaak opgeslagen op de vaste schijf of in het RAMgeheugen van de printer en wordt alleen het eerste exemplaar van de taak afgedrukt, zodat u het eerste exemplaar kunt controleren. Als het document juist is afgedrukt, kunt u de resterende exemplaren van de afdruktaak afdrukken via het bedieningspaneel. U kunt het aantal afdruktaken met de functie Lezen en vasthouden dat op de printer kan worden opgeslagen, instellen via het bedieningspaneel. Als u een taak permanent wilt opslaan en de taak niet door de printer gewist mag worden, selecteert u in het stuurprogramma de optie Opgeslagen taak. Opgeslagen taken afdrukken 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd. NLWW 2. Druk op om TAAK OPHALEN te selecteren. 3. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren. 4. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren. 5. Druk op om een TAAKNAAM te markeren. Taakopslagfuncties 111 6. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren. Afdrukken wordt gemarkeerd. 7. Druk op om Afdrukken te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om de taak af te drukken. om het aantal exemplaren te selecteren. Opgeslagen taken verwijderen Als u een opgeslagen taak naar de printer stuurt, worden reeds op de printer aanwezige taken met dezelfde gebruiker en dezelfde taaknaam overschreven. Is er nog geen taak met dezelfde gebruikers- en taaknaam opgeslagen en de printer heeft meer ruimte nodig, dan kunnen reeds opgeslagen taken worden gewist, te beginnen met de oudste. Het standaardaantal taken dat kan worden opgeslagen is 32. U kunt het aantal taken dat kan worden opgeslagen, wijzigen via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor verdere informatie over het instellen van de taakopslaglimiet Menu Apparaat configureren. Taken kunnen worden verwijderd via het bedieningspaneel, vanuit de geïntegreerde webserver of vanuit HP Web Jetadmin. Ga als volgt te werk om via het bedieningspaneel een taak te verwijderen: 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd. 2. Druk op om TAAK OPHALEN te selecteren. 3. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren. 4. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren. 5. Druk op om een TAAKNAAM te markeren. 6. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren. 7. Druk op om VERWIJDER X te markeren. 8. Druk op om VERWIJDER X te selecteren. 9. Druk op om de taak te verwijderen. Privétaken Met deze optie kunt u een privétaak rechtstreeks naar het geheugen van de printer verzenden. Wanneer Privétaak wordt geselecteerd, wordt het PIN-veld geactiveerd. De afdruktaak kan pas worden afgedrukt wanneer u een PIN-code typt op het bedieningspaneel van de printer. Nadat de taak is afgedrukt, wordt deze uit het geheugen verwijderd. Deze functie is handig wanneer u gevoelige of vertrouwelijke documenten afdrukt die u na het afdrukken niet in een uitvoerbak wilt laten liggen. Met Privétaak wordt de afdruktaak opgeslagen op de vaste schijf of in het RAM-geheugen van de printer. Nadat de taak is vrijgegeven voor afdrukken, wordt de privétaak meteen van de printer verwijderd. Als u meer exemplaren nodig hebt, moet u de taak opnieuw afdrukken vanuit het programma. Als u een tweede privétaak naar de printer verzendt met dezelfde gebruikersnaam en taaknaam als een bestaande privétaak (en u de oorspronkelijke taak niet hebt vrijgegeven voor afdrukken), wordt de bestaande taak overschreven, ongeacht de PIN-code. Privétaken worden verwijderd als de printer wordt uitgeschakeld. Opmerking 112 Het symbool van een hangslot naast de naam van de taak duidt erop dat een bepaalde taak een privétaak is. Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Vanuit het stuurprogramma opgeven dat een taak privé is. Selecteer de optie Privétaak en typ een PIN-code van vier cijfers. Als u wilt vermijden dat taken met dezelfde naam overschreven worden, geeft u tevens een gebruikersnaam en een naam voor de taak op. Een privétaak afdrukken 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd. 2. Druk op om TAAK OPHALEN te selecteren. 3. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren. 4. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren. 5. Druk op om een TAAKNAAM te markeren. 6. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren. Afdrukken wordt gemarkeerd. 7. Druk op om Afdrukken te selecteren. 8. Druk op of 9. Druk op om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje. om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren. 10. Herhaal stap 8 en 9 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code. 11. Druk op wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code. 12. Druk op of 13. Druk op om de taak af te drukken. om het aantal exemplaren te selecteren. Een privétaak wissen Een privétaak kan vanuit het bedieningspaneel van de printer worden gewist. U kunt een taak verwijderen zonder deze af te drukken of DE TAAK WORDT AUTOMATISCH VERWIJDERD nadat deze is afgedrukt. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd. 2. Druk op om TAAK OPHALEN te selecteren. 3. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren. 4. Druk op om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren. 5. Druk op om een TAAKNAAM te markeren. 6. Druk op om de TAAKNAAM te selecteren. 7. Druk op om VERWIJDER X te markeren. 8. Druk op om VERWIJDER X te selecteren. 9. Druk op of 10. Druk op om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje. om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren. 11. Herhaal stap 9 en 10 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code. NLWW 12. Druk op wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code. 13. Druk op om de taak te verwijderen. Taakopslagfuncties 113 Mopier-modus Wanneer de modus Mopier is ingeschakeld, worden meerdere gesorteerde exemplaren van één afdruktaak afgedrukt. Door het maken van meerdere originele afdrukken (mopying) nemen de prestaties van de printer toe en wordt het netwerkverkeer verminderd, omdat de taak één keer naar de printer wordt verzonden en deze vervolgens in het RAM-geheugen van de printer wordt opgeslagen. De resterende exemplaren worden op de hoogste snelheid afgedrukt. Alle documenten kunnen worden gemaakt, ingesteld, beheerd en voltooid vanaf de computer, waardoor u geen kopieerapparaat hoeft te gebruiken. De HP Color LaserJet 4650 series printers ondersteunen de Mopier-functie als deze over voldoende geheugen beschikken (minimaal 192 MB totaal geheugen: 160 MB DDR plus 32 MB op de formatter-kaart) en de Mopier-functie wordt standaard ingeschakeld als de instelling Mopier-modus is Ingeschakeld op het tabblad Apparaatinstellingen. 114 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Geheugenbeheer Deze printer ondersteunt maximaal 544 MB geheugen: 512 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. U kunt extra geheugen toevoegen door DDR-geheugen (Dual Data-Rate) te installeren. De printer heeft twee DDR-sleuven waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Zie Geheugenkaarten en printservers gebruiken voor meer informatie over het installeren van geheugen. Opmerking Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. De printer is uitgerust met Memory Enhancement Technology (MEt), die de afdrukgegevens automatisch comprimeert voor optimale benutting van het printergeheugen. Voor de printer wordt DDR SODIMM gebruikt. EDO-DIMM’s (Extended Data Output) worden niet ondersteund. Opmerking NLWW Als zich bij het afdrukken van complexe grafische afbeeldingen geheugenproblemen voordoen, kunt u meer geheugen vrijmaken door gedownloade lettertypen, opmaakmodellen en macro's uit het printergeheugen te verwijderen. Problemen met het printergeheugen kunnen mede worden voorkomen door de complexiteit van een afdruktaak vanuit een toepassing te verkleinen. Geheugenbeheer 115 116 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW Printerbeheer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de printer omgaat. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Pagina’s met printerinformatie ● De geïntegreerde webserver gebruiken ● De hp werkset gebruiken 117 Pagina’s met printerinformatie Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken die informatie geven over de printer en de huidige configuratie. Hieronder wordt omschreven hoe u de volgende informatiepagina's kunt afdrukken: ● menustructuur ● configuratiepagina ● statuspagina printerbenodigdheden ● gebruikspagina ● demopagina ● RGB-voorbeelden afdrukken ● CMYK-voorbeelden afdrukken ● bestandsdirectory ● PCL- of PS-lettertypeoverzicht ● logbestand Menustructuur Als u de huidige instellingen wilt bekijken voor alle menu's en opties die op het bedieningspaneel kunnen verschijnen, drukt u een menustructuur van het bedieningspaneel af. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Als MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN niet is gemarkeerd, drukt u op de optie is gemarkeerd. 5. Druk op of op totdat om MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... MENUOV. verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de menustructuur. Na het afdrukken van de menustructuur keert de printer terug naar Gereed. U kunt de menustructuur desgewenst bij de printer leggen, zodat u de structuur als referentie kunt gebruiken. De inhoud van de menustructuur varieert, afhankelijk van de opties die in de printer zijn geïnstalleerd. (Veel van deze instellingen worden genegeerd als er vanuit het printerstuurprogramma of het programma een andere instelling wordt gekozen.) Raadpleeg voor een complete lijst van de bedieningspaneelopties en mogelijke waarden Menuoverzicht. 118 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW Configuratiepagina Gebruik de configuratiepagina om uw huidige printerinstellingen te bekijken, voor hulp bij het oplossen van printerproblemen of voor het controleren van de installatie of optionele accessoires zoals geheugen (DIMM's), papierladen en printertalen. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... CONFIGURATIE verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de configuratiepagina. Na het afdrukken van de configuratiepagina keert de printer terug naar Gereed. Opmerking Als de printer is voorzien van EIO-kaarten (zoals een HP Jetdirect printserver) of een optionele vaste schijf, wordt er nog een extra pagina afgedrukt met informatie over de configuratie van de interface. Statuspagina printerbenodigdheden Op de statuspagina met benodigdheden kunt u zien hoe lang de volgende benodigdheden en kits nog meegaan: ● printcartridges (alle kleuren) ● transfereenheid ● fuser Zo drukt u de statuspagina voor de benodigdheden af: 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. te markeren. 5. Druk op om STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. te selecteren. Het bericht Afdrukken... STATUS BENODIGDHEDEN verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de statuspagina voor de benodigdheden. Na het afdrukken van de statuspagina voor de benodigdheden keert de printer terug naar Gereed. Opmerking NLWW Als u benodigdheden gebruikt die niet van HP zijn, wordt de resterende levensduur van deze benodigdheden niet op de pagina voor de benodigdhedenstatus aangegeven. Zie Printcartridges van andere merken voor meer informatie. Pagina’s met printerinformatie 119 Gebruikspagina De gebruikspagina bevat een overzicht van het aantal pagina’s dat voor elk afdrukformaat door de printer is gegaan. Voor elk afdrukformaat wordt het totaal aantal pagina’s vermeld dat aan één zijde, aan beide zijden (met de duplexeenheid) en met beide methoden is afgedrukt. Bovendien wordt het gemiddelde paginadekkingspercentage voor elke kleur vermeld. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... GEBRUIKSPAGINA wordt weergegeven op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de gebruikspagina. Na het afdrukken van de gebruikspagina keert de printer terug naar Gereed. Demo Een voorbeeldpagina is een kleurenfoto aan de hand waarvan de afdrukkwaliteit wordt getoond. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om DEMO AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om DEMO AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht DEMOPAGINA afdrukken... verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de voorbeeldpagina. Na het afdrukken van de voorbeeldpagina keert de printer terug naar Gereed. CMYK-voorbeelden afdrukken Gebruik de pagina CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN om CMYK-kleurvoorbeelden af te drukken die overeenkomen met de kleurwaarden in de toepassing. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... CMYK-monsters verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de voorbeeldpagina. Na het afdrukken van de voorbeeldpagina keert de printer terug naar Gereed. 120 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW RGB-voorbeelden afdrukken Gebruik de pagina RGB-MONSTERS AFDRUKKEN om RGB-kleurvoorbeelden af te drukken die overeenkomen met de kleurwaarden in de toepassing. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om RGB-MONSTERS AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om RGB-MONSTERS AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... RGB-monsters verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de voorbeeldpagina. Na het afdrukken van de voorbeeldpagina keert de printer terug naar Gereed. Bestandsdirectory In de bestandsdirectory wordt informatie weergegeven voor alle geïnstalleerde apparaten voor massaopslag. Deze optie wordt niet weergegeven als er geen apparaten voor massaopslag zijn geïnstalleerd. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... BESTANDSDIRECTORY verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de bestandsdirectorypagina. Na het afdrukken van de bestandsdirectorypagina keert de printer terug naar Gereed. PCL- of PS-lettertypeoverzicht Gebruik de lettertypenoverzichten om te bekijken welke lettertypen in de printer zijn geïnstalleerd. (De lettertypenoverzichten bevatten ook de lettertypen die op een optionele vaste schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.) 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op tot PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. of PS-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK. verschijnt. 5. Druk op om PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. of PS-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK. te selecteren. Het bericht LETTERTYPENLIJST WORDT AFGEDRUKT... verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van de lettertypepagina. Na het afdrukken van de lettertypepagina keert de printer terug naar Gereed. NLWW Pagina’s met printerinformatie 121 Logbestand Het logbestand geeft een overzicht van alles wat er met de printer is gebeurd, zoals papierstoringen, servicefouten en andere omstandigheden. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om DIAGNOSTIEK te markeren. 3. Druk op om DIAGNOSTIEK te selecteren. 4. Druk op om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... GEBEURT.LOG verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van het logbestand. Na het afdrukken van het logbestand keert de printer terug naar Gereed. 122 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW De geïntegreerde webserver gebruiken Wanneer de printer rechtstreeks op een computer is aangesloten, wordt de geïntegreerde webserver ondersteund voor Windows 95 en hoger. Als u de geïntegreerde webserver met een rechtstreekse aansluiting wilt gebruiken, kiest u tijdens het installeren van het printerstuurprogramma de optie Aangepaste installatie. Selecteer de optie voor het laden van Printerstatus en waarschuwingen. De proxyserver wordt geïnstalleerd als onderdeel van Printerstatus en waarschuwingen. Als de printer via een netwerk is aangesloten, is de geïntegreerde webserver automatisch beschikbaar. De geïntegreerde webserver is toegankelijk via Windows 95 en later. Met de geïntegreerde webserver kunt u de status van de printer en het netwerk bekijken en de afdrukfuncties beheren vanaf uw computer in plaats van via het bedieningspaneel van de printer. Hieronder ziet u enkele voorbeelden van wat u zoal met de geïntegreerde webserver kunt doen. ● statusinformatie over de printer bekijken ● de papiersoort in elke papierlade instellen ● de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen ● de configuratie van laden bekijken en wijzigen ● de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen ● interne pagina's bekijken en afdrukken ● berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen ● de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen De geïntegreerde webserver is te gebruiken met Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger of Netscape Navigator 6.2 of hoger. De geïntegreerde webserver werkt wanneer de printer is aangesloten op een netwerk dat op IP is gebaseerd. De geïntegreerde webbrowser biedt geen ondersteuning voor IPX-printeraansluitingen. Om de geïntegreerde webserver te kunnen openen en gebruiken hoeft u geen toegang tot internet te hebben. Meer informatie over de geïntegreerde webserver van HP vindt u in de HP Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers van HP). Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd. U krijgt als volgt toegang tot de geïntegreerde webserver Ga naar de webbrowser van uw computer en typ het IP-adres van de printer. (Als u het IPadres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Zie Pagina’s met printerinformatie voor meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.) Opmerking Nadat u de URL hebt geopend, kunt u er een bladwijzer voor maken, zodat u er voortaan snel naartoe kunt gaan. 1. De geïntegreerde webserver heeft drie tabbladen met instellingen en informatie over de printer: het tabblad Informatie, het tabblad Instellingen en het tabblad Netwerk. Klik op het gewenste tabblad. 2. Zie de volgende secties voor meer informatie over elk tabblad. NLWW De geïntegreerde webserver gebruiken 123 Tabblad Informatie Dit tabblad bevat de volgende pagina's: ● Apparaatstatus. Op deze pagina worden de printerstatus en de resterende levensduur van HP weergegeven, waarbij 0 procent betekent dat een artikel op of leeg is. Op deze pagina worden tevens het type en formaat van de ingestelde afdrukmaterialen voor elke lade weergegeven. Klik op Instellingen wijzigen om de standaardinstellingen te wijzigen. ● Configuratiepagina. Op deze pagina wordt de informatie van de configuratiepagina van de printer weergegeven. ● Status benodigdheden. Op deze pagina wordt de resterende levensduur van HPbenodigdheden weergegeven, waarbij 0 procent betekent dat een artikel op of leeg is. Op deze pagina worden tevens artikelnummers vermeld. Klik op Benodigdheden bestellen in het gedeelte Overige koppelingen aan de linkerzijde van het venster. U moet toegang tot internet hebben om een website te kunnen bezoeken. ● Logbestand. Op deze pagina worden alle gebeurtenissen en fouten van de printer weergegeven. ● Gebruikspagina. Op deze pagina wordt een overzicht weergegeven van het aantal pagina's dat door de printer is afgedrukt, gegroepeerd naar grootte en type. ● Apparaatgegevens. Op deze pagina worden de naam, het adres en de modelgegevens van de printer weergegeven. Klik op Apparaatgegevens op het tabblad Instellingen om deze items te wijzigen. ● Bedieningspaneel. Op deze pagina ziet u een afbeelding van de tekst die momenteel op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. Tabblad Instellingen Met dit tabblad kunt u de printer via uw computer configureren. Het tabblad Instellingen kan worden beveiligd met een wachtwoord. Als de printer op een netwerk is aangesloten, moet u altijd met de printerbeheerder overleg plegen voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt. Het tabblad Instellingen bevat de volgende pagina's. 124 ● Apparaat configureren. Alle printerinstellingen worden via deze pagina geconfigureerd. Deze pagina bevat de gangbare menu's van printers die u opent met een bedieningspaneeldisplay. Deze menu's zijn Informatie, Papierverwerking en Apparaat configureren. ● Waarschuwingen. Alleen netwerk. Instellen om e-mailwaarschuwingen te ontvangen voor diverse printergebeurtenissen. Waarschuwingen kunnen ook naar een URL worden verzonden. ● E-mail. Alleen netwerk. Wordt samen met de waarschuwingenpagina gebruikt om binnenkomende en uitgaande e-mail in te stellen, alsmede e-mailwaarschuwingen. ● Beveiliging. Een wachtwoord instellen voor toegang tot de tabbladen Instellingen en Netwerk. Bepaalde functies van de geïntegreerde webserver in- en uitschakelen. ● Overige koppelingen. Een koppeling naar een andere website toevoegen of aanpassen. Deze koppeling wordt weergegeven onder Overige koppelingen op alle pagina's van de geïntegreerde webserver. Deze permanente koppelingen verschijnen altijd onder Overige koppelingen: HP instant ondersteuning™, Benodigdheden bestellen en Productondersteuning. Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW ● Apparaatgegevens. De printer een naam geven en een nummer toekennen. Voer de naam en het e-mailadres in voor de eerste contactpersoon die informatie over de printer ontvangt. ● Taal. De taal bepalen waarin de informatie van de geïntegreerde webserver verschijnt. ● Tijdservices. De tijdinstellingen van de printer configureren. Tabblad Netwerken Met dit tabblad kan de netwerkbeheerder netwerkinstellingen voor de printer regelen wanneer deze op een IP-netwerk is aangesloten. Dit tabblad verschijnt niet als de printer rechtstreeks op een computer is aangesloten of als de printer op een netwerk is aangesloten waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een HP Jetdirect printserver. Overige koppelingen Dit gedeelte bevat koppelingen naar internet voor het bestellen van benodigdheden of productondersteuning. U hebt toegang tot internet nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en nog geen verbinding hebt wanneer u de geïntegreerde webserver opent, moet u eerst verbinding maken voordat u de websites kunt bezoeken. Het kan nodig zijn de geïntegreerde webserver te sluiten en opnieuw te openen. NLWW ● HP instant ondersteuning™. Hiermee gaat u naar de website van HP waar u oplossingen kunt vinden voor mogelijke vragen en problemen. Deze service analyseert het foutlogbestand en de configuratiegegevens van uw printer voor specifieke diagnostische informatie en ondersteuningsinformatie voor uw printer. ● Benodigdheden bestellen. Klik op deze koppeling om naar de website van HP te gaan en artikelen van HP te bestellen, zoals printcartridges en papier. ● Productondersteuning. Hiermee gaat u naar de ondersteuningssite voor de HP Color LaserJet 4650 printer. Vervolgens kunt u naar hulp zoeken over algemene onderwerpen. De geïntegreerde webserver gebruiken 125 De hp werkset gebruiken De HP werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken: ● De printerstatus controleren. ● De printerinstellingen configureren (webpagina-instellingen voor het apparaat openen). ● Informatie over probleemoplossing bekijken. ● On line documentatie bekijken. ● Interne printerinformatiepagina's afdrukken. ● Pop-upstatusberichten ontvangen. U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. (De HP werksetsoftware wordt automatisch geïnstalleerd als onderdeel van de standaardinstallatie.) Opmerking U hebt geen toegang tot internet nodig om de HP werkset te openen en te gebruiken. Als u echter op een koppeling in het gedeelte Overige koppelingen klikt, hebt u toegang tot internet nodig om naar de betreffende website te gaan. Zie Overige koppelingen voor meer informatie. Ondersteunde besturingssystemen HP werkset wordt ondersteund voor de volgende besturingssystemen: ● Windows 98, 2000, ME en XP ● Macintosh OS 10.2 of hoger Ondersteunde browsers U kunt de HP werkset gebruiken met de volgende browsers: ● Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger (Internet Explorer 5.2 of hoger voor Macintosh) ● Netscape Navigator 7.0 of hoger (Netscape Navigator 7.0 of hoger voor Macintosh) ● Opera Software ASA Opera™ 7.0 voor Windows ● Safari 1.0-software voor Macintosh Alle pagina's kunnen worden afgedrukt vanuit de browser. De hp werkset weergeven Selecteer Programma's in het menu Start, selecteer HP Color LaserJet 4650 en selecteer vervolgens HP LaserJet-werkset. Opmerking U kunt de HP werkset ook weergeven door op het pictogram rechts op het menu Start van Windows of op het bureaubladpictogram te klikken. De HP werkset wordt in de webbrowser geopend. Opmerking 126 Nadat u de URL hebt geopend, kunt u er een bladwijzer voor maken, zodat u er voortaan snel naartoe kunt gaan. Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW Onderdelen van de HP werkset De HP werkset bevat de volgende onderdelen: ● Tabblad Status ● Tabblad Problemen oplossen ● Tabblad Waarschuwingen ● Tabblad Documentatie ● Knop Apparaatinstellingen Overige koppelingen Elke pagina van de HP werkset bevat koppelingen naar de website van HP voor de volgende informatie: ● Product registration ● Product support ● Ordering supplies ● HP Instant support™ U hebt toegang tot internet nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen verbinding hebt gemaakt voordat u de HP werkset opende, moet u eerst verbinding maken alvorens u deze websites kunt bezoeken. Tabblad Status Het tabblad Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's: ● Apparaatstatus. De printerstatusinformatie bekijken. Op deze pagina worden de printeromstandigheden, zoals een papierstoring of een lege lade, weergegeven. Gebruik de virtuele knoppen op het bedieningspaneel van deze pagina om de printerinstellingen te wijzigen. Nadat u een printerprobleem hebt opgelost, klikt u op Vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken. ● Status benodigdheden. Op deze pagina worden gedetailleerde gegevens weergegeven, zoals het percentage overgebleven toner in de cartridge en het aantal pagina's dat is afgedrukt met de huidige cartridge. De pagina bevat ook koppelingen voor het bestellen van benodigdheden en informatie over het recyclen van afval. ● Infopagina's afdrukken. De configuratiepagina en diverse andere infopagina's afdrukken die beschikbaar zijn op de printer, zoals de pagina Status benodigdheden, de demopagina en de menustructuur. Tabblad Problemen oplossen Het tabblad Problemen oplossen biedt koppelingen naar informatie over het oplossen van diverse printerproblemen, zoals het verhelpen van een papierstoring, het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit, het oplossen van andere interne problemen met de printer en het afdrukken van een aantal printerpagina's. NLWW De hp werkset gebruiken 127 Tabblad Waarschuwingen Op het tabblad Waarschuwingen kunt u instellen welke printerwaarschuwingen moeten worden weergegeven. Het tabblad Waarschuwingen bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's: ● Statuswaarschuwingen instellen ● Beheerdersinstellingen Pagina Statuswaarschuwingen instellen Op de pagina Statuswaarschuwingen instellen kunt u waarschuwingen in- of uitschakelen en kiezen uit twee typen waarschuwingen: ● een pop-upbericht ● een pictogram in de taakbalk Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan. Pagina Beheerdersinstellingen Op de pagina Beheerdersinstellingen kunt u instellen hoe vaak de HP werkset op printerwaarschuwingen moet controleren. De beschikbare instellingen zijn: ● een keer per minuut (elke 60 seconden) ● twee keer per minuut (elke 30 seconden) ● twintig keer per minuut (elke 3 seconden) Als u het I/O-netwerk minder wilt belasten, vermindert u het aantal keren dat naar waarschuwingen wordt gekeken. Tabblad Documentatie Het tabblad Documentatie bevat koppelingen naar de volgende informatiebronnen: ● Gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik van de printer, de garantieverklaring, de specificaties en de ondersteuning. De gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-indeling. ● Installatieopmerkingen. Bevat informatie over de printerinstallatie. Knop Apparaatinstellingen Als u op de knop Apparaatinstellingen klikt, wordt er verbinding gemaakt met de geïntegreerde webserver van de printer. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 128 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW HP werkset-koppelingen De HP werkset-koppelingen aan de linkerzijde van het scherm leiden naar de volgende opties: NLWW ● Selecteer een apparaat. Selecteer een apparaat uit alle apparaten die zijn ingeschakeld voor de HP werkset. ● Huidige waarschuwingen bekijken. De huidige waarschuwingen voor alle geïnstalleerde printers weergeven. (Er moet een taak worden afgedrukt als u de waarschuwingen wilt weergegeven.) ● Pagina Alleen tekst. HP werkset weergeven als een overzicht met koppelingen naar pagina's met alleen tekst. De hp werkset gebruiken 129 130 Hoofdstuk 5 Printerbeheer NLWW Kleur In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de HP Color LaserJet 4650 series printer prachtige afdrukken in kleur levert. Tevens wordt hier omschreven hoe u de best mogelijke kleurafdrukken kunt maken. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Afdrukken in kleur ● Kleuropties van de printer beheren ● Kleuren overeenstemmen 131 Afdrukken in kleur De HP Color LaserJet 4650 series printer biedt afdrukken met fantastische kleuren onmiddellijk na het instellen van de printer. De printer biedt een combinatie van automatische kleurfuncties voor levering van prachtige kleuren voor algemeen gebruik op kantoor, en biedt daarnaast geavanceerde hulpmiddelen voor professionele gebruikers met ervaring op gebied afdrukken in kleur. De HP Color LaserJet 4650 series printer biedt zorgvuldig samengestelde en geteste kleurtabellen voor het gelijkmatig en nauwkeurig afdrukken van alle kleuren. HP ImageREt 3600 HP ImageREt 3600-afdruktechnologie is een systeem met geavanceerde technologieën dat exclusief door HP is ontwikkeld voor optimale afdrukkwaliteit. Het HP ImageREt-systeem onderscheidt zich op de markt door de integratie van technologische ontwikkelingen en de optimalisatie van alle onderdelen van het afdruksysteem. Er zijn verschillende HP ImageREtcategorieën ontwikkeld voor diverse gebruikersbehoeften. De basis van het systeem bestaat uit belangrijke technologieën voor kleurenlasers, waaronder verbeterde afbeeldingen, handige benodigdheden en de verwerking van materiaal met hoge resoluties. Bij de hogere niveaus of categorieën van ImageREt zijn de kerntechnologieën afgestemd op een geavanceerder gebruik van het systeem en zijn aanvullende technologieën geïntegreerd. De HP ImageREt 3600 is een complete afdrukoplossing van HP die voor het eerst is ontwikkeld en geïmplementeerd in de HP Color LaserJet 4650 series printer. HP biedt nu een optimale afbeeldingskwaliteit voor documenten en bijbehorend marketingmateriaal voor algemeen gebruik op kantoor. De HP Image REt 3600 levert optimale prestaties in verschillende omgevingsomstandigheden en met divers afdrukmateriaal. De beeldmodus van dit afdruksysteem is geoptimaliseerd voor het afdrukken op HP hoogglanzend laserpapier. Beste afdrukkwaliteit Voor de beste afdrukkwaliteit van de HP Color LaserJet 4650 series printer gebruikt u HP hoogglanzend laserpapier in de speciale beeldmodus. Als u de beeldmodus wilt selecteren, stelt u het soort afdrukmateriaal in op HP hoogglanzend (afbeeldingen). Zie Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal voor meer informatie. Papierselectie Voor de beste kleuren en afbeeldingskwaliteit is het van belang om in het printermenu of via het bedieningspaneel het juiste afdrukmateriaal te selecteren. Zie Afdrukmateriaal selecteren. Kleuropties De kleuropties maken automatisch optimale kleurafdrukken mogelijk voor diverse soorten documenten. 132 Hoofdstuk 6 Kleur NLWW De kleuropties maken gebruik van het zogenaamde "object tagging"; dit is een methode om voor de verschillende objecten op een pagina (tekst, illustraties en foto’s) de best mogelijke kleur- en halftooninstellingen te gebruiken. Het printerstuurprogramma onderzoekt welke objecten de pagina bevat en bepaalt vervolgens de halftoon- en kleurinstellingen die voor elk object op de pagina de beste afdrukkwaliteit geven. In combinatie met de reeds optimale standaardinstellingen produceert ‘object tagging’ zo de fraaiste kleurenresultaten. Onder Windows zijn de kleuropties Automatisch en Handmatig op het tabblad Kleur van het printerstuurprogramma ondergebracht. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. sRGB sRGB (standard red-green-blue) is een wereldwijde kleurstandaard origineel ontwikkeld door HP en Microsoft als gemeenschappelijk kleursysteem voor monitors, invoerapparaten (scanners, digitale camera's) en uitvoerapparaten (printers, plotters). Dit is het standaardkleursysteem dat wordt gebruikt voor producten van HP, besturingssystemen van Microsoft, het web en de meeste kantoorsoftware die tegenwoordig wordt verkocht. sRGB is het meestgebruikte kleursysteem voor monitors van Windows-computers en voor de nieuwe zogenaamde 'high-definition television'. Opmerking Factoren, zoals het type monitor dat u gebruikt of de lichtval in de kamer, beïnvloeden de weergave van de kleuren op het scherm. Zie Kleuren overeenstemmen voor meer informatie. Voor de laatste versies van Adobe PhotoShop, CorelDRAW™, Microsoft Office en veel andere toepassingen wordt sRGB gebruikt voor het weergeven van kleuren. sRGB is als standaardkleursysteem in besturingssystemen van Microsoft nu wijd verbreid als middel voor het uitwisselen van kleurgegevens tussen toepassingen en apparaten door een gemeenschappelijke definitie die zorgt voor meer consistentie in het gebruik van kleuren. sRGB verruimt de mogelijkheden van gebruikers om de kleuren van printer, monitor en andere invoerapparaten (scanners, digitale camera's) beter op elkaar af te stemmen, ook als zij geen expert zijn op het gebied van kleur. Afdrukken in vier kleuren — CMYK Cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK) zijn de inktkleuren die worden gebruikt door een drukpers. Het proces wordt vaak vierkleurendruk genoemd. CMYK-gegevensbestanden worden gewoonlijk gebruikt door de grafische sector, zoals drukkerijen en uitgeverijen. De printer accepteert CMYK-kleuren via het PS-printerstuurprogramma. De CMYKkleurenweergave van de printer is ontwikkeld om rijke, intensieve kleuren te leveren voor tekst en afbeeldingen. CMYK-inktsetemulatie (alleen PostScript) De CMYK-kleurenweergave van de printer kan worden ingesteld om verschillende standaardinktsets voor offsetdruk te emuleren. NLWW ● Standaardinstelling. Deze modus is handig voor het afdrukken van CMYK-gegevens voor algemeen gebruik. Met de modus is het mogelijk foto's goed af te drukken, terwijl tegelijkertijd tekst en afbeeldingen met rijke intensieve kleuren worden afgedrukt. ● SWOP (Specification for Web Offset Publications). Algemene inktstandaarden in de Verenigde Staten en andere landen/regio's. Afdrukken in kleur 133 134 ● Euroscale. Algemene inktstandaard in Europa en andere landen/regio's. ● DIC (Dainippon Ink and Chemical). Algemene inktstandaard in Japan en andere landen/regio's. ● Apparaat. Emulatie is uitgeschakeld. Voor het correct afdrukken van foto's in deze modus moet u de kleuren van de afbeelding in de toepassing of in het besturingssysteem regelen. Hoofdstuk 6 Kleur NLWW Kleuropties van de printer beheren Instelling van de kleuropties op Automatisch levert over het algemeen de beste afdrukkwaliteit voor documenten in kleur. Er kunnen echter situaties optreden wanneer u een kleurdocument in grijsschaal (zwart-wit) wilt afdrukken of wanneer u een van de kleuropties van de printer wilt veranderen. ● In Windows kunt u in grijstinten afdrukken of kleuropties veranderen met instellingen op het tabblad Kleur van het printerstuurprogramma. ● Als u een Macintosh-computer hebt, kunt u in grijstinten afdrukken of kleuropties veranderen via het pop-upmenu Kleuraanpassing in het dialoogvenster Print. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Afdrukken in grijstinten Als u de optie Afdrukken in grijstinten in het printerstuurprogramma kiest, wordt uw document in zwart-wit afgedrukt. Deze optie is praktisch als u proefexemplaren van dia's wilt bekijken, een kladversie wilt afdrukken of als u kleurendocumenten wilt afdrukken die gefotokopieerd of gefaxt moeten worden. Automatische of handmatige kleuraanpassing De kleuraanpassingsoptie Automatisch dient voor het optimaliseren van neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen in de verschillende elementen van een document. Meer informatie vindt u in de Help van het printerstuurprogramma. Opmerking Automatisch is de standaard instelling en wordt aanbevolen voor het afdrukken van alle kleurendocumenten. Met de kleuraanpassingsoptie Handmatig kunt u zelf neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen. Als u via het tabblad Kleur naar de handmatige kleuropties wilt gaan, selecteert u Handmatig en vervolgens Instellingen. Handmatige kleuropties Met de handmatige kleuraanpassing kunt u de opties Kleur (of Kleurafstemming) en Halftoon apart veranderen voor tekst, illustraties en foto's. Halftoonopties Halftoon-opties beïnvloeden de resolutie en helderheid van uw gekleurde documenten. U kunt instellingen voor halftonen onafhankelijk van elkaar selecteren voor tekst, afbeeldingen en foto's. Er zijn twee halftoonopties, namelijk Gelijkmatig en Gedetailleerd. NLWW ● De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken. Ook foto’s worden verbeterd door het geleidelijke overgaan van fijne kleurnuances. Kies deze optie als het gelijkmatig vullen van gekleurde vlakken het belangrijkst is. ● De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details. Kies deze optie als scherpe randen en details het belangrijkst zijn. Kleuropties van de printer beheren 135 Opmerking Door sommige toepassingen worden tekst en illustraties in rasterafbeeldingen omgezet. In deze gevallen hebben de instellingen van Foto's ook invloed op tekst en illustraties. Neutrale grijstinten De instelling Neutrale grijstinten bepaalt de methode die wordt toegepast voor het samenstellen van grijze kleuren in tekst, afbeeldingen en foto's. Er zijn twee instellingen beschikbaar voor de optie Neutrale grijstinten: Opmerking ● Alleen zwart levert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met behulp van uitsluitend zwarte toner. Op deze manier worden neutrale kleuren verzekerd. ● 4-Kleur levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door combinatie de vier tonerkleuren. Deze methode levert beter in elkaar overlopende kleuren en kleurovergangen voor nietneutrale kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart. Door sommige toepassingen worden tekst en illustraties in rasterafbeeldingen omgezet. In deze gevallen hebben de instellingen van Foto's ook invloed op tekst en illustraties. Randinstelling De optie Randinstelling bepaalt hoe randen worden afgedrukt. De randinstelling bestaat uit drie componenten: aangepaste halftonen, REt en 'trapping'. Aangepaste halftonen bieden scherpere randen. 'Trapping' vermindert het effect van verkeerd geplaatste kleuren door de randen van het naastgelegen onderwerp enigszins te overlappen. De REt-kleuroptie verhoogt de schijnbare resolutie door elke stip te plaatsen voor de meest gelijkmatige randen. Er zijn voor de randinstelling vier niveaus beschikbaar: ● Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. De instellingen voor aangepaste halftonen en REt-kleuren zijn ingeschakeld. ● Normaal is de standaardinstelling voor trapping. 'Trapping' wordt ingesteld op gemiddeld. De instellingen voor aangepaste halftonen en REt-kleuren zijn ingeschakeld. ● Licht stelt trapping in op het laagste niveau. De instellingen voor aangepaste halftonen en REt-kleuren zijn ingeschakeld. ● Uit dient voor het uitschakelen van trapping, aangepaste halftonen en REt-kleuren. RGB-kleur Er zijn drie instellingen beschikbaar voor de optie RGB-kleur: Opmerking 136 ● Met Standaard kan de printer RGB-kleuren interpreteren als sRGB. sRGB is de geaccepteerde standaard van Microsoft en het World Wide Web. ● Met Levendig wordt de kleurverzadiging in de middentonen verhoogd, zodat voor gekleurde voorwerpen meer kleuren worden weergegeven. De afgedrukte kleuren blauw en groen worden waarschijnlijk donkerder weergegeven dan op de monitor. Deze optie is geschikt voor bedrijfsgrafieken en voor het maken van kleuren die overeenkomen met de HP Color LaserJet 4550. ● Apparaat laat de printer weten dat RGB-gegevens in de apparaatmodus "raw" moeten worden afgedrukt. Voor het correct afdrukken van foto's in deze modus moet u de kleuren van de afbeelding in het programma of in het besturingssysteem instellen. De kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4650 series kan worden geopend via de Snelinstellingen afdruktaak van het printerstuurprogramma. Hoofdstuk 6 Kleur NLWW Kleuren overeenstemmen Het laten overeenkomen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is een heel ingewikkeld proces, omdat printers en computermonitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels met gebruikmaking van een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers drukken kleuren af met gebruikmaking van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart). Diverse factoren kunnen de aanpassing van afgedrukte kleuren aan kleuren op de monitor beïnvloeden. Deze factoren zijn onder andere: ● afdrukmateriaal ● printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten en toners) ● het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, kleurendrukpers- of lasertechnologie) ● de verlichting in de ruimte ● persoonlijke verschillen in de kleurenperceptie ● programma's ● printerstuurprogramma's ● besturingssysteem van de computer ● monitoren ● videokaarten en stuurprogramma's ● omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad) Houd bovengenoemde factoren in gedachten als de kleuren op uw scherm niet volmaakt overeenkomen met de afgedrukte kleuren. De beste methode om de kleuren op uw scherm te laten overeenkomen met die van uw printer, is uw documenten af te drukken in sRGB-kleuren. PANTONE®-kleuraanpassing PANTONE® biedt diverse kleuraanpassingssystemen. Het PMS-systeem (PANTONE® Matching System) wordt veel gebruikt en gebruikt solide inkten voor levering van een uitgebreid aantal kleurtinten. Zie http://www.hp.com/support/lj4650 voor bijzonderheden over het gebruik van het PANTONE® Matching System met deze printer. Voorbeeldkaart kleuraanpassing Het proces voor het overeenstemmen van printerkleuren met bestaande standaardvoorbeeldkaarten is complex. Over het algemeen kunt u treffende kleuren vinden als de standaardkleuren waarmee u wilt overeenstemmen, zijn samengesteld met cyaan, magenta, gele en zwarte inkten. Dit worden meestal procesvoorbeeldkaarten genoemd. Sommige voorbeeldkaarten gebruiken steunkleuren. Dit zijn specifiek samengestelde kleuren. Veel van deze kleuren liggen buiten het bereik van deze printer. De meeste steunkleurvoorbeeldkaarten worden vergezeld van voorbeeldkaarten met CMYKbenaderingen van de steunkleur. NLWW Kleuren overeenstemmen 137 De meeste voorbeeldkaarten met proceskleuren geven de processen weer die zijn gebruikt voor het afdrukken van de voorbeeldkaart. In de meeste gevallen betreft het hier SWOP, EURO of DIC. Als u optimale kleurovereenstemming zoekt met een voorbeeldkaart met proceskleuren, selecteert u de overeenkomstige inktemulatie in het menu van de printer. Als u de methode van het standaardproces niet kent, gebruikt u de inktemulatie SWOP. Kleurvoorbeelden afdrukken Als u de kleurvoorbeelden wilt gebruiken, selecteert u het kleurvoorbeeld dat het meest overeenkomt met de gewenste kleur. Gebruik de kleurwaarde van het voorbeeld in de toepassing om het object te beschrijven dat u wilt aanpassen. Kleuren kunnen verschillen afhankelijk van de papiersoort en het gebruikte programma. Ga naar http://www.hp.com/ support/lj4650 voor meer informatie over het gebruik van de kleurvoorbeelden. Voer de volgende procedure uit om kleurvoorbeelden af te drukken via het bedieningspaneel: 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op tot CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN of RGB-MONSTERS AFDRUKKEN verschijnt. 5. Druk op om CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN of RGB-MONSTERS AFDRUKKEN te selecteren. Kleuremulatie van de HP Color LaserJet 4550 De printerstuurprogramma's van de PCL, PS en HP Color LaserJet 4650 series zijn voorzien van de optie Snelinstellingen afdruktaak, ook wel HP Color LaserJet 4550-kleuremulatie genoemd. Met Snelinstellingen afdruktaak kunt u de printer eenvoudig instellen voor de emulatie van de kleuren van de HP Color LaserJet 4550. Over het algemeen geven de emulatiekleuren een hoger contrast en worden ze donkerder weergegeven. Deze emulatie is handig voor documenten met afbeeldingen. 138 Hoofdstuk 6 Kleur NLWW Onderhoud In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de printer beschreven. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Printcartridges beheren ● Printcartridges vervangen ● Printerbenodigdheden vervangen ● Waarschuwingen configureren 139 Printcartridges beheren Zorg dat u echte printcartridges van HP gebruikt voor de beste afdrukresultaten. Dit gedeelte bevat informatie over het juiste gebruik en de opslag van printcartridges van HP. Er wordt bovendien informatie gegeven over het gebruik van niet-HP printcartridges. Printcartridges van HP Wanneer u echte printcartridges van HP gebruikt (onderdeelnr. C9720A, C9721A, C9722A, C9723A), kunt u over de benodigdheden de volgende informatie ophalen: ● resterend percentage van de benodigdheden ● geschat aantal resterende pagina's ● aantal afgedrukte pagina's Printcartridges van andere merken Hewlett-Packard Company kan het gebruik van tonercartridges die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld), niet aanbevelen. Aangezien dit geen echte HP producten zijn, heeft HP ook geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit ervan. Reparaties aan de printer als gevolg van het gebruik van een tonercartridge die niet van HP is, worden niet gedekt door de garantie op de printer. Bij gebruik van printcartridges die niet van HP zijn, zullen bepaalde functies zoals de resterende hoeveelheid toner wellicht niet beschikbaar zijn. Als de niet-HP printcartridge aan u is verkocht als een echt product van HP, raadpleegt u HP fraude-hotline. Echtheidscontrole van printcartridges Printcartridges worden automatisch door de HP LaserJet 4650 series printer gecontroleerd nadat deze in de printer zijn geïnstalleerd. Na de controle laat de printer u weten of de printcartridge echt van HP is of niet. Als het bericht op het bedieningspaneel te zien geeft dat de printcartridge niet van HP is en als u meende dat dit wel het geval was, belt u de fraude-hotline van HP. Als u het foutbericht over een printcartridge die niet van HP is, teniet wilt doen, drukt u op . HP fraude-hotline Bel de fraude-hotline van HP (1-877-219-3183, gratis in Noord-Amerika) wanneer u een HP LaserJet-printcartridge installeert en de printer een bericht te zien geeft dat de cartridge niet van HP is. HP helpt u te bepalen of het betreffende product een echt HP product is en onderneemt stappen om het probleem op te lossen. In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een printcartridge die niet van HP is: 140 ● U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge. ● De printcartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (bijvoorbeeld het oranje treklipje ontbreekt en de doos is anders). Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW Printcartridges bewaren Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken. VOORZICHTIG Om beschadiging van de printcartridge te voorkomen, mag deze niet meer dan enkele minuten lang aan licht worden blootgesteld. Verwachte levensduur van printcartridge De levensduur van de printcartridge hangt af van het gebruikspatroon en de hoeveelheid toner die voor uw afdruktaken nodig is. Een HP kleurenprintcartridge heeft een levensduur van gemiddeld 8.000 pagina's en een zwarte HP printcartridge heeft een levensduur van gemiddeld 9.000 pagina's bij het afdrukken op Letter- of A4-formaat papier met vijf procent dekking voor elke printcartridge. Resultaten kunnen variëren als gevolg van de gebruiksomstandigheden en afdrukgewoonten. U kunt de verwachte levensduur te allen tijde via het tonerniveau controleren zoals hieronder beschreven. De levensduur van de printcartridge controleren U kunt het tonerniveau controleren in het bedieningspaneel van de printer, via de geïntegreerde webserver, de printersoftware of via HP Web Jetadmin. Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. te markeren. 5. Druk op om de statuspagina van de benodigdheden af te drukken. De geïntegreerde webserver gebruiken 1. Voer in uw browser het IP-adres van de homepage van de printer in. U komt nu in de statuspagina van de printer. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken. 2. Klik links op het scherm op Status benodigdheden. U komt nu op de statuspagina van de printerbenodigdheden, waar u informatie over de printcartridges kunt vinden. Gebruik van de printersoftware Voor deze functie moet u de software voor de HP werkset op de computer installeren. Deze software wordt automatisch geïnstalleerd als onderdeel van de gewone installatieprocedure. Daarnaast moet u toegang hebben tot het World Wide Web. 1. Klik op Start, kies Programma's en klik op HP werkset. De HP werkset wordt in de webbrowser geopend. 2. Klik links in het venster op het tabblad Status en klik vervolgens op Status benodigdheden. NLWW Printcartridges beheren 141 Opmerking Indien uw benodigdheden wenst te bestellen, klik dan op Order Supplies (Benodigdheden bestellen). Nu wordt een browser geopend met een URL voor het kopen van benodigdheden. Selecteer de benodigdheden die u wenst te bestellen en volg de betreffende instructies. HP Web Jetadmin gebruiken Selecteer de printer in HP Web Jetadmin. Op de statuspagina van de printer vindt u informatie over de printcartridges. 142 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW Printcartridges vervangen Wanneer een printcartridge bijna leeg is, wordt op het bedieningspaneel een bericht weergegeven waarmee aangeraden wordt om een nieuwe printcartridge te bestellen. U kunt de printer verder blijven gebruiken totdat op het bedieningspaneel een bericht wordt weergegeven dat zegt dat de printcartridge moet worden vervangen. De printer gebruikt vier basiskleuren en beschikt voor iedere kleur over een printcartridge: zwart (K), magenta (M), cyaan (C) en geel (Y). Vervang de printcartridge wanneer op het bedieningspaneel het bericht <KLEUR> CARTR. VERVANGEN wordt weergegeven. Daarnaast wordt op het bedieningspaneel aangegeven welke kleur moet worden vervangen (tenzij er geen echte cartridge van HP wordt gebruikt). VOORZICHTIG Als de toner op uw kleding komt, veegt u dit af met een droge doek en wast u de kleding in koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen. Opmerking Zie Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns and Recycling Program of bezoek de website van HP LaserJet Supplies op het adres http://www.hp.com/go/recycle voor meer informatie over het recyclen van gebruikte printcartridges. De printcartridge vervangen 1. Open de bovenklep van de printer. VOORZICHTIG NLWW De fusereenheid kan heet zijn. Printcartridges vervangen 143 2. Trek de voorklep en de transfereenheid naar beneden. VOORZICHTIG Leg niks op de transfereenheid terwijl deze geopend is. Als de transfereenheid beschadigd wordt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden. 3. Verwijder de verbruikte printcartridge uit de printer. 4. Haal de nieuwe printcartridge uit de zak. Plaats de verbruikte printcartridge in de zak voor recycling. 144 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW 5. Houd de cartridge vast aan beide uiteinden en schud deze voorzichtig heen en weer om de toner te verspreiden 6. Verwijder de oranje transportvergrendeling van de nieuwe printcartridge. Gooi de vergrendeling weg. 7. Verwijder de interne beveiligingstape door aan het uiteinde van de nieuwe printcartridge het oranje lipje vast te pakken en de tape volledig naar buiten te trekken. Gooi de tape weg. NLWW Printcartridges vervangen 145 8. Breng de printcartridge in lijn met de geleiders in de printer en duw de printcartridge in de printer tot deze volledig op zijn plaats zit. Opmerking Als een cartridge in de verkeerde sleuf wordt aangebracht, wordt op het bedieningspaneel het bericht ONJUISTE PATROON weergegeven. 9. Sluit de voorklep en vervolgens de bovenklep. Na enige tijd wordt op het bedieningspaneel het bericht Gereed weergegeven. 10. De installatie is nu voltooid. Plaats de verbruikte printcartridge in de zak waarin de nieuwe printcartridge is geleverd. Raadpleeg de bijgesloten recyclinggids voor instructies over recycling. 11. Als u een printcartridge gebruikt die niet van HP is, controleert u het bedieningspaneel voor verdere instructies. Voor verdere hulp gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650. 146 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW Printerbenodigdheden vervangen Wanneer u echte HP-benodigdheden gebruikt, ontvangt u automatisch een melding wanneer de benodigdheden bijna op zijn. Door de melding voor het bestellen van benodigdheden hebt u ruim de tijd om nieuwe benodigdheden te bestellen voordat deze moeten worden vervangen. Printerbenodigdheden zoeken De printerbenodigdheden zijn te herkennen aan de blauwe etiketten en de blauwe plastic hendels. De volgende afbeelding toont de plaats van de benodigdheden. Locatie van de benodigdheden 1 2 3 fuser printcartridges transfereenheid Richtlijnen voor vervanging Neem de volgende richtlijnen in acht bij het opstellen van de printer om benodigdheden eenvoudig te kunnen vervangen. ● Er moet voldoende ruimte zijn boven en aan de voorkant van de printer om benodigdheden te kunnen verwijderen. ● De printer moet op een vlak, stevig oppervlak worden geplaatst. Voor instructies voor het installeren van de benodigdheden raadpleegt u de installatiehandleiding die bij het artikel geleverd is of gaat u voor verdere informatie naar URL: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Een probleem oplossen zodra u verbinding hebt. VOORZICHTIG NLWW Hewlett-Packard adviseert echte HP-producten te gebruiken in deze printer. Het gebruik van niet door HP vervaardigde producten kan problemen veroorzaken waarvoor reparaties nodig zijn die niet door de garantie- of serviceovereenkomst van Hewlett-Packard worden gedekt. Printerbenodigdheden vervangen 147 Ruimte om de printer vrijmaken om benodigdheden te vervangen De volgende afbeelding toont de benodigde vrije ruimte boven, voor en naast de printer voor het vervangen van benodigdheden. Overzicht van de benodigde ruimte voor het vervangen van benodigdheden 1 2 3 530 mm 1294 mm 804 mm Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering) De volgende tabel vermeldt de geschatte tijdsintervallen waarna de onderdelen moeten worden vervangen en de berichten die op het bedieningspaneel verschijnen om u daarop attent te maken. Resultaten kunnen variëren als gevolg van de gebruiksomstandigheden en afdrukgewoonten. Artikel Printerbericht Aantal pagina's Tijdsperiode (bij benadering)2 Zwarte printcartridges ZWART CARTR. VERVANGEN 9000 pagina's1 3 maanden Kleurencartridges <KLEUR> CARTR. VERVANGEN 8000 pagina's1 2,7 maanden Transferkit TRANSFER KIT VERVANGEN 120.000 pagina's 41 maanden Fuserkit FUSERKIT VERVANGEN 150.000 pagina's 50 maanden 1 De gemiddelde paginatelling bij benadering van A4-/Letter-formaat is gebaseerd op een dekking van 5 procent van de afzonderlijke kleuren. 2 De geschatte levensduur is gebaseerd op 3000 pagina’s per maand. U kunt benodigdheden bestellen via de HP werksetsoftware of de geïntegreerde webserver. Zie De hp werkset gebruiken of De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 148 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW Waarschuwingen configureren U kunt HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken om uw systeem in stellen voor het geven van waarschuwingen in geval van problemen met de printer. De waarschuwingen worden gegeven in de vorm van een e-mailbericht aan het door u opgegeven e-mailadres. U kunt het volgende instellen: ● de printer(s) die u wilt bewaken ● welke waarschuwingen u wilt ontvangen (bijvoorbeeld voor papierstoringen, papier op, status van de benodigdheden en klep open). ● het e-mailadres waarnaar waarschuwingen moeten worden verzonden. Software Informatiebron HP Web Jetadmin Zie HP Web Jetadmin voor algemene informatie over HP Web Jetadmin Raadpleeg de Help van HP Web Jetadmin voor meer informatie over waarschuwingen en het instellen ervan. Geïntegreerde webserver Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor algemene informatie over de geïntegreerde webserver Raadpleeg de Help van HP Web Jetadmin voor meer informatie over waarschuwingen en het instellen ervan. U kunt ook waarschuwingen ontvangen via de HP werksetsoftware. Deze waarschuwingen worden weergegeven als een pop-upvenster of een geanimeerd pictogram op de taakbalk. U ontvangt met de HP werksetsoftware geen waarschuwingen via een e-mailbericht. U kunt de HP werksetsoftware zo configureren dat u alleen de gewenste waarschuwingen ontvangt. U kunt bovendien opgeven hoe vaak de status van de printer moet worden gecontroleerd door de software. Zie De hp werkset gebruiken voor meer informatie. NLWW Waarschuwingen configureren 149 150 Hoofdstuk 7 Onderhoud NLWW Probleemoplossing In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen wanneer er een probleem is met uw printer. De volgende onderwerpen komen aan bod: NLWW ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden ● Informatiepagina's voor problemen oplossen ● Soorten berichten op het bedieningspaneel ● Berichten van het bedieningspaneel ● Papierstoringen ● Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ● Papierstoringen verhelpen ● Problemen met de papierverwerking ● De printer voert meerdere vellen tegelijk in ● De printer voert een onjuist paginaformaat in ● De printer neemt papier op uit een verkeerde lade ● Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd ● Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd ● Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd ● Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer ● De uitvoer is gekruld of gekreukt ● Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed. ● Problemen met de manier waarop de printer reageert ● Geen bericht in het display ● De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt ● Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens ● Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk ● Problemen met het bedieningspaneel van de printer ● De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist ● Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd ● Onjuiste printeruitvoer ● Onjuiste lettertypen worden afgedrukt ● Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken 151 152 ● Dansende tekst tussen afdrukken ● Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces ● Gedeeltelijke afdruk ● Problemen met programma's ● Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software ● Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren ● Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren ● Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet ● Problemen met het afdrukken van kleuren ● Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur ● Verkeerde tint ● Ontbrekende kleuren ● Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge ● De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm ● Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Controlelijst voor het oplossen van problemen Als u problemen ervaart met de printer, kan deze lijst uitkomst bieden bij het zoeken naar de oorzaak. ● Is de printer aangesloten op het elektriciteitsnet? ● Is de printer Gereed om af te drukken? ● Zijn alle benodigde snoeren aangesloten? ● Worden er berichten weergegeven op het bedieningspaneel? ● Worden echte benodigdheden van HP gebruikt? ● Zijn eventueel recentelijk vervangen printcardridges correct geïnstalleerd? Is de verzegelingssticker op de cartridge verwijderd? ● Zijn eventueel recentelijk vervangen benodigdheden (fuserkit, transferkit) correct geïnstalleerd? ● Is de aan/uit-schakelaar ingeschakeld? Als u in deze handleiding geen oplossing vindt voor het probleem dat zich voordoet, gaat u naar http://www.hp.com/supplies/lj4650. Zie de beknopte handleiding van deze printer voor meer informatie over de installatie van de printer. NLWW Controlelijst voor het oplossen van problemen 153 Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden De tijd die nodig is om een taak af te drukken is van verschillende factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de maximale afdruksnelheid, uitgedrukt in aantal pagina's per minuut (ppm). Andere factoren die de afdruksnelheid beïnvloeden, zijn onder meer het gebruik van speciaal afdrukmateriaal (zoals transparanten, glanspapier, zwaar afdrukmateriaal of speciale papierformaten), de printerverwerkingstijd en de downloadtijd. De tijd die nodig is voor het downloaden van een afdruktaak van de computer en de verwerking ervan is afhankelijk van de volgende factoren: Opmerking 154 ● de complexiteit en de grootte van afbeeldingen; ● configuratie van de I/O van de printer (netwerk in vergelijking met parallel); ● de snelheid van de gebruikte computer; ● de hoeveelheid printergeheugen; ● het netwerkbesturingssysteem en de configuratie daarvan (indien van toepassing); ● de printerpersonality (PCL- of PostScript 3-emulatie). Door het geheugen van de printer uit te breiden kunt u geheugenproblemen oplossen, de verwerking van complexe grafische elementen verbeteren en de downloadtijd verkorten; de maximale snelheid van de printer (het aantal pagina's per minuut) zal niet per sé verbeterd worden. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Informatiepagina's voor problemen oplossen Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken voor het vaststellen en oplossen van printerproblemen. Hieronder wordt omschreven hoe u de volgende informatiepagina's kunt afdrukken: ● pagina van papierbaantest ● registratiepagina ● logbestand Pagina van papierbaantest U kunt de pagina van de papierbaantest gebruiken voor het testen van de papierverwerkingsfuncties van de printer. U kunt de papierbaan opgeven die u wilt testen door de bron, de bestemming en andere beschikbare functies op de printer te selecteren. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om DIAGNOSTIEK te markeren. 3. Druk op om DIAGNOSTIEK te selecteren. 4. Druk op om PAPIERBAANTEST te markeren. 5. Druk op om PAPIERBAANTEST te selecteren. Het bericht Uitvoeren... PAPIERBAANTEST wordt weergegeven op het display totdat de printer klaar is met het testen van de papierbaan. Na het afdrukken van de pagina van de papierbaantest keert de printer terug naar Gereed. Registratiepagina Op de registratiepagina worden een horizontale en verticale pijl afgedrukt. De pijlen geven aan hoe ver van het midden een afbeelding kan worden afgedrukt op de pagina. U kunt de registratiewaarden voor een lade instellen zodat afbeeldingen op de achterzijde en voorzijde van een pagina worden gecentreerd. Als u de registratiewaarden opgeeft, kunt u ook het afdrukken tot aan de randen instellen op ongeveer 2 mm vanaf de randen van het papier. De plaatsing van de afbeelding verschilt per lade. Voer de registratieprocedure uit voor elke lade. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. Opmerking 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om AFDRUKKWALITEIT te markeren. 5. Druk op om AFDRUKKWALITEIT te selecteren. 6. Druk op om KALIBRATIE INSTELLEN te markeren. 7. Druk op om KALIBRATIE INSTELLEN te selecteren. U kunt een lade selecteren door een Bron op te geven. De Bron is standaard lade 2. Als u de registratie voor lade 2 instelt, gaat u naar stap 12. Als dit niet mogelijk is, gaat u naar de volgende stap. 8. Druk op NLWW om Bron te markeren. Informatiepagina's voor problemen oplossen 155 9. Druk op om Bron te selecteren. 10. Druk op of 11. Druk op om de lade te selecteren. om een lade te markeren. Nadat u de lade hebt geselecteerd, keert het bedieningspaneel van de printer terug naar het menu KALIBRATIE INSTELLEN. 12. Druk op om TESTPAGINA AFDRUKKEN te markeren. 13. Druk op om TESTPAGINA AFDRUKKEN te selecteren. 14. Volg de instructies op de afgedrukte pagina. Logbestand Het logbestand geeft een overzicht van alles wat er met de printer is gebeurd, zoals papierstoringen, servicefouten en andere voorvallen. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om DIAGNOSTIEK te markeren. 3. Druk op om DIAGNOSTIEK te selecteren. 4. Druk op om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om GEBEURTENIS- LOGBOEK AFDRUKKEN te selecteren. Het bericht Afdrukken... GEBEURT.LOG verschijnt op het display totdat de printer klaar is met het afdrukken van het logbestand. Na het afdrukken van het logbestand keert de printer terug naar Gereed. 156 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Soorten berichten op het bedieningspaneel De berichten op het bedieningspaneel zijn onderverdeeld in drie typen, afhankelijk van de ernst van het bericht. ● statusberichten ● waarschuwingsberichten ● foutberichten Binnen de categorie foutberichten wordt een aantal berichten aangeduid als ernstigefoutberichten. In dit gedeelte worden de verschillen tussen de typen berichten op het bedieningspaneel beschreven. Statusberichten Statusberichten geven de actuele toestand van de printer weer. De berichten bieden informatie over de normale werking van de printer en er zijn geen handelingen van de gebruiker nodig om ze te wissen. Ze veranderen als de toestand van de printer verandert. Wanneer de printer klaar is en geen taken uitvoert en er geen af te handelen waarschuwingsberichten zijn, wordt het statusbericht Gereed weergegeven als de printer on line staat. Waarschuwingsberichten Waarschuwingen stellen u op de hoogte van gegevens- en afdrukfouten. Deze berichten worden doorgaans afgewisseld met het bericht Gereed of Status en blijven staan totdat u op drukt. Als in het configuratiemenu van de printer VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN is ingesteld voor TAAK, worden deze berichten door de volgende afdruktaak gewist. Foutberichten Foutberichten melden dat er een handeling moet worden verricht, zoals papier toevoegen of een papierstoring verhelpen. Na het verschijnen van sommige foutberichten kan de printer automatisch verdergaan. Als AUTOM. DOORGAAN=AAN is ingesteld, zal de printer gewoon verder werken nadat gedurende 10 seconden een verwijderbare fout is weergegeven. Opmerking Als gedurende 10 seconden op een knop wordt gedrukt, wordt de functie voor het automatisch doorgaan stilgezet en wordt de functie van de knop uitgevoerd. Als u bijvoorbeeld op MENU drukt, wordt het hoofdmenu weergegeven. Kritieke-foutberichten Kritieke-foutberichten attenderen u op een defect in het apparaat. Sommige van deze berichten kunnen opgelost worden door de printer uit en weer aan te zetten. Deze berichten worden niet beïnvloed door de instelling AUTOM. DOORGAAN. Als een kritieke fout aanhoudt, is service noodzakelijk. De volgende tabel biedt een omschrijving van de diverse berichten op het bedieningspaneel, alfabetisch weergegeven. NLWW Soorten berichten op het bedieningspaneel 157 Berichten van het bedieningspaneel Berichten van het bedieningspaneel Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie <KLEUR> De aangegeven printcartridge is bijna aan het einde van de levensduur. De printer is klaar en het aangegeven aantal resterende pagina's kan verder worden afgedrukt. Het geschatte aantal resterende pagina's is gebaseerd op het historisch gebruik van deze printer. 1. Druk op om de Help bij het bericht weer te geven. 2. Zoek het onderdeelnummer op voor de aangegeven printcartridge. 3. Bestel een printcartridge. CARTR. BESTELLEN Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. wordt afgewisseld met Gereed Het afdrukken wordt voortgezet totdat er een onderdeel moet worden vervangen. Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. <KLEUR> CARTR. VERVANGEN Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. De aangegeven printcartridge is bijna aan het eind van de levensduur en de instelling BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld op STOP. wordt afgewisseld met Opmerking Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 1. Bestel de aangegeven printcartridge. 2. Als u wilt verdergaan met afdrukken, drukt u op . 3. Voer de volgende stappen uit om de cartridge te vervangen: ● Doorgaan: druk op Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. 158 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing Open de bovenklep en de transfereenheid. VOORZICHTIG De transfereenheid is zeer gevoelig voor beschadigingen. ● Verwijder de aangegeven printcartridge. ● Installeer een nieuwe printcartridge. ● Sluit de boven- en voorkleppen. ● Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie <KLEUR> De aangegeven printcartridge heeft het einde van de levensduur bereikt en de instelling KLEURBENODIGDH. OP in SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld op STOP. Het afdrukken kan pas verdergaan wanneer de cartridge vervangen is. 1. CARTR. VERVANGEN Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. wordt afgewisseld met Druk op 10.X.X ONDERDEEL GEHEUGENFOUT wordt afgewisseld met Druk op VOORZICHTIG De transfereenheid is zeer gevoelig voor beschadigingen. 2. Verwijder de aangegeven printcartridge. 3. Installeer een nieuwe printcartridge. 4. Sluit de boven- en voorkleppen. 5. Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Druk op 3. Als deze fout zich blijft voordoen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. voor hulp Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. voor hulp Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. De printer kan niet lezen of schrijven naar ten minste één printcartridgegeheugenlabel of er ontbreekt ten minste één printcartridgegeheugenlabel. Open de bovenklep en de transfereenheid. De volgende berichten op het bedieningspaneel komen overeen met de kleur van de printcartridge: voor meer informatie. 10.00.00 = zwarte printcartridge 10.00.01 = cyaan printcartridge 10.00.02 = magenta printcartridge 10.00.03 = gele printcartridge 13.12.00 STORING IN DUPLEXBAAN Druk op voor hulp 13.XX.Y2 STORINGEN IN DUPLEXBAAN Druk op NLWW Er is een storing opgetreden in de duplexbaan. voor hulp Er is een storing opgetreden in de duplexbaan. Berichten van het bedieningspaneel 159 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 13.XX.Y2 STORINGEN Er zijn meerdere storingen in de papierbaan. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. IN PAPIERBAAN Druk op voor hulp 13.XX.YY STORING IN BOVENKLEPGEBIED Druk op voor hulp 13.XX.YY STORING IN LADE X Druk op PAPIERBAAN 160 Er is een pagina vastgelopen in lade 2, lade 3, lade 4 of meerdere laden. voor hulp 13.XX.YY STORING IN Druk op Er is een storing in het gedeelte rond de bovenklep. Er is een storing opgetreden in de papierbaan. voor hulp Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 13.XX.YY STORING IN Er is een pagina vastgelopen in de multifunctionele lade. 1. Druk op voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van storingen. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Als dit bericht blijft verschijnen na het verwijderen van alle pagina's, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op PAPIERBAAN Verhelp de storing en druk op wordt afgewisseld met 13.XX.YY STORING IN PAPIERBAAN Druk op voor hulp 20: Onvoldoende geheugen Druk op voor hulp De printer ontvangt meer gegevens van de computer dan in het beschikbare geheugen passen. om verder te gaan. Opmerking wordt afgewisseld met Er zullen gegevens verloren gaan. 20: Onvoldoende geheugen 2. Maak de afdruktaak minder complex om deze fout in de toekomst te vermijden. 3. Als u extra geheugen in de printer installeert, is het mogelijk dat het afdrukken van meer complexe pagina's zonder problemen verloopt. 1. Druk op Doorgaan: druk op 22 EIO X BUFFER OVERFLOW De I/O-buffer van de EIO-kaart in sleuf X van de printer is vol terwijl de printer bezig is. Doorgaan: druk op 22 OVERLOOP SERIËLE I/O-BUFFER Doorgaan: druk op Opmerking Er zullen gegevens verloren gaan. De seriële buffer van de printer is vol terwijl de printer bezig is. 2. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op om verder te gaan. Opmerking Er zullen gegevens verloren gaan. 2. NLWW om verder te gaan. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. Berichten van het bedieningspaneel 161 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 22 PARALLELLE I/O De parallelle buffer van de printer is vol terwijl de printer bezig is. 1. BUFFER OVERFLOW Druk op Druk op om door te gaan met afdrukken. Opmerking voor hulp wordt afgewisseld met Er zullen gegevens verloren gaan. 22 PARALLELLE I/O 2. Als het bericht blijft verschijnen, maakt u de parallelle kabel aan beide zijden los en sluit u deze weer aan. 3. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op BUFFER OVERFLOW Doorgaan: druk op 22 USB I/O BUFFEROVERLOOP De USB-buffer van de printer is vol terwijl de printer bezig is. Opmerking Doorgaan: druk op 40 EIO X SLECHTE TRANSMISSIE Er zullen gegevens verloren gaan. Er is een verbinding abnormaal verbroken met de kaart in EIO-sleuf X. Doorgaan: druk op 40 FOUT IN SERIËLE TRANSMISSIE Doorgaan: druk op 41.3 ONVERW. FORMAAT IN LADE X Druk op om verder te gaan. 2. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op om verder te gaan. Opmerking Er zullen gegevens verloren gaan. Er is een fout opgetreden in de seriële gegevens (pariteit, framing of regeloverloop) terwijl de printer bezig was met het ontvangen van gegevens. Het geplaatste afdrukmateriaal is langer of korter dan het formaat waarvoor de lade geconfigureerd is. 2. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op Opmerking Er zullen gegevens verloren gaan. 2. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Als het verkeerde formaat geselecteerd is, annuleert u de taak of drukt u op om naar de Help te gaan. voor hulp OF wordt afgewisseld met VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op Start voor om verder te gaan. 2. Druk op om een andere lade te selecteren. 3. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. een andere lade 162 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 41.5 ONVERWACHTE De printer detecteert een ander soort afdrukmateriaal in de papierbaan dan geconfigureerd is in de lade. 1. SOORT IN LADE X Druk op voor hulp Als het verkeerde formaat geselecteerd is, annuleert u de taak of drukt u op om naar de Help te gaan. OF wordt afgewisseld met 2. Druk op om een andere lade te selecteren. 3. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 1. Druk op druk op 2. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. Er heeft zich een kritieke firmwarefout voorgedaan. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. Er is een fuserfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan. De volgende fouten zijn specifieke fuserfouten: 2. Als dit bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op Start voor een andere lade 41.X Er is een printerfout opgetreden. PRINTERFOUT Druk op voor hulp wordt afgewisseld met 41.X PRINTERFOUT om verder te gaan of voor meer informatie. Doorgaan: druk op 49.XXXX PRINTERFOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 50.X FUSERFOUT Druk op voor hulp 50.1 - Er is een fout opgetreden in de hoofdthermistor door een lage temperatuur in de fuser. 50.2 - Er is een fout opgetreden in de opwarmservice van de fuser. 50.3 - Er is een fout opgetreden in de hoofdthermistor door een hoge temperatuur in de fuser. 50.4 - Er is een fout opgetreden door een defecte fuser. 50.8 - Er is een fout opgetreden in de subthermistor door een lage temperatuur in de fuser. 50.9 - Er is een fout opgetreden in de subthermistor door een hoge temperatuur in de fuser. Deze fouten kunnen ontstaan door een tekort aan stroom, onjuiste netspanning of een probleem met de fuser. NLWW Berichten van het bedieningspaneel 163 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 51.2Y De fout wordt gevonden via straaldetectie of er is een laserfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. PRINTERFOUT Druk op voor hulp De waarden voor Y zijn: wordt afgewisseld met Y Omschrijving 51.2Y 0 - Zwart PRINTERFOUT 1 - Cyaan Voor doorgaan 2 - Magenta uit- en aanzetten 3 - Geel 53.XY.ZZ RAM DIMM- Er is een fout opgetreden in het geheugen van de printer. X Apparaatlocatie Druk op om door te gaan wanneer dit wordt gevraagd. De printer moet de status Gereed hebben. De printer zal echter niet optimaal gebruikmaken van het volledige geïnstalleerde geheugen. 1 Sleuf 1 Anders: 2 Sleuf 2 1. Zet de printer uit. Y Banknummer 2. Controleer of het DDR SDRAM aan de specificaties voldoet en juist is geïnstalleerd. 2 Banknummer 2 3. Zet de printer aan. 3 Banknummer 3 4. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Het afdrukken kan niet worden voortgezet. De sensor voor de omgevingsvochtigheid geeft abnormale waarden. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Voor doorgaan Het afdrukken kan niet worden voortgezet. Er is een fout opgetreden in de sensor voor de resterende hoeveelheid toner. uit- en aanzetten De waarden voor X zijn: Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. SLEUF CONTROLEREN X Waarden van X, Y en ZZ zijn: 1 Banknummer 1 4 Banknummer 4 ZZ Foutnummer 01 Niet-ondersteund geheugen 02 Niet-herkend geheugen 03 Onder minimale geheugenlimiet 04 Maximale geheugenlimiet overschreden 05. RAM-test mislukt 54.01 PRINTER FOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 54.X PRINTER FOUT 15 - Geel 16 - Magenta 17 - Cyaan 18 - Zwart 164 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 55.0X.YY DC Er is een printeropdrachtfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. CONTROLLERFOUT Druk op voor hulp wordt afgewisseld met 55.0X.YY PRINTERFOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 56.XX Er is een printerfout opgetreden. PRINTERFOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 57.0X Er is een printerventilatorfout opgetreden. 1. PRINTERFOUT 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Er is een fout gedetecteerd met een geheugenlabel. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Er is een fout met de printermotor opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Voor doorgaan uit- en aanzetten 58.0X PRINTERFOUT Druk op Zet de printer uit en weer aan. voor hulp wordt afgewisseld met 58.0X PRINTERFOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 59.XY PRINTERFOUT Druk op voor hulp wordt afgewisseld met Opmerking: Dit bericht kan eveneens verschijnen wanneer de transfereenheid ontbreekt of verkeerd geïnstalleerd is. Zorg dat de transfereenheid goed geïnstalleerd is. 59.XY PRINTERFOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 62 NO SYSTEM Voor doorgaan uit- en aanzetten NLWW Het systeem is onvindbaar. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Berichten van het bedieningspaneel 165 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 68.X OPSLAGFOUT Een of meer printerinstellingen die in het apparaat met het niet-vluchtig geheugen zijn opgeslagen, zijn ongeldig en zijn teruggezet op de fabrieksinstellingen. Als u op drukt, moet het bericht verdwijnen. Het afdrukken kan verdergaan, maar er kan zich onverwacht gedrag voordoen. 1. Druk op 2. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Het apparaat met het niet-vluchtige geheugen is vol. Als u op drukt, moet het bericht verdwijnen. Het afdrukken kan verdergaan, maar er kan zich onverwacht gedrag voordoen. 1. Druk op 2. Voor 68.0-fouten zet u de printer uit en weer aan. 3. Als een 68.0-fout blijft aanhouden, neemt u contact op met de ondersteuning van HP. 4. Voor 68.1-fouten gebruikt u HP Web Jetadmin om bestanden van de schijf te verwijderen. 5. Als een 68.1-fout blijft aanhouden, neemt u contact op met de ondersteuning van HP. 1. Druk op 2. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Er heeft zich in de apparatuur een kritieke fout voorgedaan. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. Er is een kritieke fout opgetreden in EIOkaart in sleuf X. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/ support/lj4650. INSTELL. GEWIJZIGD Druk op voor hulp wordt afgewisseld met 68.X OPSLAGFOUT INSTELL. GEWIJZIGD om verder te gaan. Doorgaan: druk op 68.X PERMANENT GEHEUGEN VOL Druk op voor hulp wordt afgewisseld met 68.X PERMANENT GEHEUGEN VOL Doorgaan: druk op 68.X SCHRIJFFOUT PERMANENT GEHEUGEN Doorgaan: druk op X Omschrijving 0 voor NVRAM in de printer 1 voor verwijderbare schijf (flash-schijf of vaste schijf) Het apparaat met het niet-vluchtige geheugen is vol. Als u op drukt, moet het bericht verdwijnen. Het afdrukken kan verdergaan, maar er kan zich onverwacht gedrag voordoen. X Omschrijving 0 voor NVRAM in de printer om verder te gaan. om verder te gaan. 1 voor verwijderbare schijf (flash-schijf of vaste schijf) 79.XXXX PRINTERFOUT Voor doorgaan uit- en aanzetten 8X.YYYY EIO X FOUT X Omschrijving 1: fout in sleuf 1 2: fout in sleuf 2 Afdrukken... BESTANDSDIRECTORY 166 De printer is bezig met het afdrukken van de directory-pagina voor de massaopslag. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing Geen handeling vereist. NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Afdrukken... Dit bericht wordt weergegeven wanneer er een CMYK-voorbeeldpagina wordt gegenereerd. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het afdrukken van een configuratiepagina. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het afdrukken van een pagina met het logbestand. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het afdrukken van een pagina met informatie over het gebruik van de printer. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het samenstellen van een overzicht van de menu's van de printer. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het samenstellen van een aantal pagina's met informatie over het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit. Als de pagina's zijn afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Volg de instructies op de afgedrukte pagina's. Dit bericht wordt weergegeven wanneer er een RGB-voorbeeldpagina wordt gegenereerd. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het afdrukken van een pagina met informatie over de status van de benodigdheden. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het afdrukken van een registratiepagina. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar het menu KALIBRATIE INSTELLEN. Volg de instructies op de afgedrukte pagina's. Dit bericht wordt weergegeven als een Afdruk/Stop-test wordt uitgevoerd en de tijd verstrijkt. Druk op De printer is bezig een taak te annuleren. Het bericht blijft weergegeven tot de taak is gestopt, de papierbaan is vrijgemaakt en tot alle gegevens die over het actieve gegevenskanaal binnenkomen, zijn ontvangen en verwijderd. Geen handeling vereist. CMYK-monsters Afdrukken... CONFIGURATIE Afdrukken... GEBEURT.LOG Afdrukken... Gebruikspagina Afdrukken... MENUOV. Afdrukken... PQ PROBLEEMOPLOSSING Afdrukken... RGB-monsters Afdrukken... STAT. BENODIGDHDN AFDRUKKEN... REGISTRATIEPAGINA AFDRUKKEN GESTOPT Doorgaan: druk op Annuleren... NLWW om verder te gaan. Berichten van het bedieningspaneel 167 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie BENODIGDH. Meer dan een van de benodigdheden zijn bijna op. 1. Druk op MENU om de menu's te openen. Het afdrukken wordt voortgezet totdat er een onderdeel moet worden vervangen. 2. Druk op of om Informatie te markeren en druk vervolgens op . voor hulp 3. Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. Druk op of om STAT. BENODIGDHDN te markeren en druk vervolgens op . 4. Druk op of om een onderdeel te markeren dat moet worden besteld. 5. Druk op om de Help bij dit onderdeel te openen. 6. Zoek een onderdeelnummer op in de Help. 7. Bestel het onderdeel. 8. Herhaal de vorige stappen voor elk onderdeel dat moet worden besteld. 9. Informatie voor het bestellen van afdrukbenodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. wordt afgewisseld met Gereed Druk op BENODIGDH. Alleen zwart gebr. Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. wordt afgewisseld met Minimaal één kleurencartridge heeft het einde van de levensduur bereikt en de instelling KLEURBENODIGDH. OP in SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld op AUTO DOORG. ZWART. Het afdrukken wordt voortgezet met alleen zwarte toner. Druk op om te controleren welke benodigdheden vervangen moeten worden. Vervang de aangegeven benodigdheden om het afdrukken in kleur voort te zetten. Gereed Druk op voor hulp Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. 168 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie BENODIGDH. Meerdere benodigdheden hebben het einde van de levensduur bereikt en de instelling BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEM- INSTELLINGEN is ingesteld op STOP. 1. Druk op om het menu STAT. BENODIGDHDN te openen. 2. Druk op en om het onderdeel te markeren waarbij een fout is opgetreden. 3. Druk op om de Help bij dit onderdeel weer te geven. 4. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 5. Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 1. Druk op om het menu STAT. BENODIGDHDN te openen. 2. Druk op en om het onderdeel te markeren waarbij een fout is opgetreden. 3. Druk op om de Help bij dit onderdeel weer te geven. 4. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 5. Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. 1. Druk op om het menu STAT. BENODIGDHDN te openen. 2. Druk op en om het onderdeel te markeren waarbij een fout is opgetreden. 3. Druk op om de Help bij dit onderdeel weer te geven. 4. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. Doorgaan: druk op Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. BENODIGDH. Voor status druk Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. Benodigdheden installeren Voor status druk Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. NLWW Meerdere benodigdheden hebben het einde van de levensduur bereikt. Als de desbetreffende benodigdheden alleen uit cartridges bestaan, is het afdrukken stopgezet, omdat de instelling KLEURBENODIGDH. OP in SYSTEEMINSTELLINGEN is ingesteld op STOP. Als het de fuser- of transferkit betreft, wordt het afdrukken altijd stopgezet. Er is ten minste één accessoire verkeerd in de printer geïnstalleerd of ontbreekt en een andere accessoire ontbreekt, is verkeerd geïnstalleerd, is leeg of bijna leeg. Installeer de accessoire opnieuw en zorg dat deze juist is aangebracht. Berichten van het bedieningspaneel 169 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie BESTEL FUSERKIT De fuser is aan het einde van de levensduur. De printer is klaar en het aangegeven aantal resterende pagina's kan verder afgedrukt worden. 1. Druk op om de Help bij het bericht weer te geven. 2. Zoek het onderdeelnummer op voor de fuserkit. 3. Bestel een fuserkit. XXX PAGINA'S OVER Druk op voor hulp wordt afgewisseld met Gereed Het afdrukken wordt voortgezet totdat er een onderdeel moet worden vervangen. Opmerking Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. BESTEL TRANSFERKIT X PAGINA'S OVER Druk op voor hulp wordt afgewisseld met De transfereenheid is aan het einde van de levensduur. 1. Druk op om de Help bij het bericht weer te geven. Het afdrukken kan verdergaan tot het einde van de levensduur van de transfereenheid wordt bereikt. 2. Zoek het onderdeelnummer van de transferkit op in de Help. 3. Bestel een transferkit. Gereed Opmerking Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. Bezig met initialiseren... Dit bericht wordt weergegeven wanneer de printer wordt ingeschakeld, zodra wordt begonnen met het initialiseren van de aparte taken. Geen handeling vereist. Bezig met opwarmen De printer heeft de PowerSave-modus beëindigd. Het afdrukken zal verdergaan zodra de printer warm is. Geen handeling vereist. Data ontvangen De printer heeft gegevens ontvangen en wacht op doorvoer. Wanneer de printer het volgende bestand ontvangt, verdwijnt het bericht. Druk op De printer is bezig met het afdrukken van een voorbeeldpagina. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. De uitvoerbak is vol en moet worden geleegd alvorens het afdrukken verder kan gaan. Verwijder het afdrukmateriaal uit de uitvoerbak. Laatste pagina afdruk.: druk op wordt afgewisseld met om verder te gaan. Gereed Laatste pagina afdruk.: druk op DEMOPAGINA afdrukken... De uitvoerbak is vol. Verwijder alle pap. uit bak 170 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie DISK Er is een defect opgetreden in de aangegeven schijf. Het afdrukken kan verdergaan voor taken waarvoor gebruik van de schijf niet nodig is. 1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 2. Als het bericht blijft verschijnen, verwijdert u de EIO-schijf en installeert u deze opnieuw. 3. Zet de printer opnieuw aan. 4. Als dit bericht blijft verschijnen, vervangt u de EIO-schijf. 1. Gebruik de HP Web Jetadminsoftware om bestanden van de EIOschijf te verwijderen of verwijder de opgeslagen taak via het bedieningspaneel van de printer. 2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 3. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. De printer heeft een PJL-opdracht ontvangen die tot een onlogische bewerking zou leiden (bijvoorbeeld het downloaden van een bestand naar een directory die niet bestaat). Het is mogelijk dat het afdrukken verdergaat. 1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 2. Als het blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als het bericht weer verschijnt, is er wellicht een probleem met de software. Er kunnen geen nieuwe bestanden naar het DIMM-geheugen worden geschreven, omdat het apparaat met het schijfsysteem beveiligd is. 1. Als u het schrijven naar de schijf wilt activeren, dient u de schrijfbeveiliging uit te schakelen met HP Web Jetadmin. 2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 3. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. APPARAAT- STORING Voor wissen druk op wordt afgewisseld met Gereed DISK BESTANDSSYST. IS VOL Voor wissen druk op wordt afgewisseld met De printer heeft een PJL-opdracht ontvangen waardoor iets in het bestandssysteem opgeslagen moest worden maar de bewerking is niet gelukt omdat het systeem vol is. Gereed DISK BEST. BEWERKING MISLUKT Voor wissen druk op wordt afgewisseld met Gereed DISK TEGEN SCHRIJVEN BESCHERMD Voor wissen druk op wordt afgewisseld met Gereed Dubbelzijdige Tijdens het afdrukken van een duplextaak wordt het papier tijdelijk in de papierbak geplaatst. Laat het papier in de bak liggen tot de taak is voltooid. Pak het papier niet vast wanneer het tijdelijk in de papierbak ligt. Het bericht verdwijnt wanneer de taak is voltooid. Een ogenblik De printer is bezig met het wissen van gegevens. Geen handeling vereist. EIO SCHIJF X De EIO-schijf in sleuf X werkt niet goed. 1. Zet de printer uit. 2. Verwijder de EIO-schijf uit de aangegeven sleuf en vervang deze door een nieuwe EIO-schijf. taak wordt verwerkt Pak papier pas als taak is voltooid NIET-FUNCTIONEEL Druk op voor hulp EIO X schijf initialiseren NLWW Het EIO-apparaat in sleuf X wordt geïnitialiseerd. Geen handeling vereist. Berichten van het bedieningspaneel 171 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie EIO X schijf Het EIO-apparaat in sleuf X is bezig met opstarten. Geen handeling vereist. Er is een defect opgetreden in de aangegeven schijf. Het afdrukken kan verdergaan voor taken waarvoor gebruik van de flash-DIMM niet nodig is. 1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 2. Als het bericht blijf verschijnen, verwijdert u de EIO-schijf en installeert u deze opnieuw. 3. Zet de printer opnieuw aan. 4. Als het bericht blijft verschijnen, vervangt u de flash-DIMM. 1. Gebruik HP Web Jetadmin om bestanden van de flash-DIMM te wissen en probeer opnieuw. 2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 3. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 2. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als het bericht weer verschijnt, is er wellicht een probleem met de software. 1. Als u het schrijven naar het flashgeheugen wilt activeren, dient u de schrijfbeveiliging uit te schakelen met HP Web Jetadmin. 2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 3. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. wordt opgestart FLASH APPARAAT- STORING Voor wissen druk op wordt afgewisseld met Gereed FLASH BESTANDSSYST. IS VOL Voor wissen druk op wordt afgewisseld met De printer heeft een PJL-opdracht ontvangen waardoor iets in het bestandssysteem opgeslagen moest worden maar de bewerking is niet gelukt omdat het systeem vol is. Gereed FLASH BEST. BEWERKING MISLUKT Voor wissen druk op wordt afgewisseld met De printer heeft een PJL-opdracht ontvangen die tot een onlogische bewerking zou leiden (bijvoorbeeld het downloaden van een bestand naar een directory die niet bestaat). Gereed FLASH TEGEN SCHRIJVEN BESCHERMD Voor wissen druk op Er kunnen geen nieuwe bestanden naar het DIMM-geheugen worden geschreven, omdat het apparaat met het schijfsysteem beveiligd is. wordt afgewisseld met Gereed 172 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie FUSERKIT VERVANGEN De fuserkit heeft het einde van de levensduur bereikt. Het afdrukken wordt weer voortgezet wanneer de fuser is vervangen. 1. Open de bovenklep. 2. Draai de blauwe vleugelmoeren los. 3. Verwijder de oude fusereenheid. 4. Installeer een nieuwe fusereenheid en bevestig deze met vleugelmoeren. 5. Sluit de bovenklep. 6. Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. Druk op voor hulp Opmerking Als u na het bericht over het einde van de levensduur verder wilt gaan met afdrukken, moet u via het bedieningspaneel van de printer de fuserkittelling opnieuw instellen. Het bericht over het einde van de levensduur is een service aan de klanten. Als u hierna toch doorgaat met afdrukken is het mogelijk dat de afdrukkwaliteit binnenkort afneemt. Als na het bericht over het einde van de levensduur de fuserkittelling opnieuw is ingesteld, is de feedback over de resterende levensduur van de kit onjuist totdat de kit wordt vervangen en de telling weer opnieuw wordt ingesteld. NLWW Berichten van het bedieningspaneel 173 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie FUSERKIT VERVANGEN De fuserkit heeft het einde van de levensduur bereikt. Het afdrukken wordt weer voortgezet wanneer de fuser is vervangen. Vervolg Druk op voor hulp De fusertelling opnieuw instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op en om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op en markeren. 5. Druk op om HERSTEL te selecteren. 6. Druk op en om RESET BENODIGDHDN te markeren. 7. Druk op om RESET BENODIGDHDN te selecteren. 8. Druk op en om NIEUWE FUSERKIT te markeren. 9. Druk op om NIEUWE FUSERKIT te selecteren. om HERSTEL te 10. Druk op en 11. Druk op om JA te selecteren. om JA te markeren. De fusertelling is opnieuw ingesteld en de printer is klaar voor gebruik. 174 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie FUSERKIT VERVANGEN De fuser is bijna aan het eind van de levensduur en de instelling BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEMINSTELLINGEN is ingesteld op STOP. 1. Bestel een fuserkit. 2. Als u wilt verdergaan met afdrukken, drukt u op . 3. Voer de volgende stappen uit om de fuserkit te vervangen: Druk op voor hulp wordt afgewisseld met FUSERKIT VERVANGEN Doorgaan: druk op ● Open de bovenklep. ● Draai de blauwe vleugelmoeren los. ● Verwijder de oude fusereenheid. ● Installeer een nieuwe fusereenheid en bevestig deze met vleugelmoeren. ● Sluit de bovenklep. ● Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. Opmerking Als u na het bericht over het einde van de levensduur verder wilt gaan met afdrukken, moet u via het bedieningspaneel van de printer de fuserkittelling opnieuw instellen. Het bericht over het einde van de levensduur is een service aan de klanten. Als u hierna toch doorgaat met afdrukken is het mogelijk dat de afdrukkwaliteit binnenkort afneemt. Als na het bericht over het einde van de levensduur de fuserkittelling opnieuw is ingesteld, is de feedback over de resterende levensduur van de kit onjuist totdat de kit wordt vervangen en de telling weer opnieuw wordt ingesteld. NLWW Berichten van het bedieningspaneel 175 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie FUSERKIT VERVANGEN De fuser is bijna aan het eind van de levensduur en de instelling BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEMINSTELLINGEN is ingesteld op STOP. Vervolg Druk op voor hulp wordt afgewisseld met De fusertelling opnieuw instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op en om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op en markeren. 5. Druk op om HERSTEL te selecteren. 6. Druk op en om RESET BENODIGDHDN te markeren. 7. Druk op om RESET BENODIGDHDN te selecteren. 8. Druk op en om NIEUWE FUSERKIT te markeren. 9. Druk op om NIEUWE FUSERKIT te selecteren. FUSERKIT VERVANGEN Doorgaan: druk op om HERSTEL te 10. Druk op en 11. Druk op om JA te selecteren. om JA te markeren. De fusertelling is opnieuw ingesteld en de printer is klaar voor gebruik. Gebeurtenislogboek leeg Op het bedieningspaneel is LOGBESTAND TONEN geselecteerd en het logbestand is leeg. Geen handeling vereist. Gebeurtenislogboek wissen Dit bericht wordt weergegeven tijdens het wissen van het gebeurtenislogboek. De MENU'S worden afgesloten wanneer het gebeurtenislogboek is gewist. Geen handeling vereist. GEBR. LADE XX De printer biedt alternatieve soorten afdrukmateriaal voor gebruik voor deze afdruktaak. 1. Bekijk de configuratie van de laden (soort en formaat) met en . 2. Druk op om de gewenste lade te selecteren. [SOORT] [FORMAAT] Wijzigen: / Doorgaan: 176 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie GEEN HP-ONDERDEEL Er is een cartridge geïnstalleerd die niet van HP is. Dit bericht wordt weergegeven tot de cartridge van HP is geïnstalleerd of tot er op wordt gedrukt. Als u in de veronderstelling bent dat u een cartridge van HP hebt aangeschaft, belt u de fraude-hotline van HP (1-877-219-3183, gratis in NoordAmerika). AANGETROFFEN Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. VOORZICHTIG Reparaties aan de printer als gevolg van het gebruik van een niet-HP-cartridge worden niet gedekt door de garantie van HP. Als u wilt verdergaan met afdrukken, drukt u op . GEEN OPGESL. TAKEN Geen opgeslagen taken op de EIOschijf. Dit bericht wordt weergegeven wanneer de gebruiker het menu TAAK OPHALEN opent en er geen taken zijn die kunnen worden opgehaald. Geen handeling vereist. Geen papier in lade? Er is een taak verzonden waarvoor HANDMATIG INVOEREN is opgegeven en lade 1 is leeg. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in lade 1. Handmatig laden <SOORT> <TYPE> Druk op OF Als u afdrukmateriaal uit een andere lade wilt gebruiken, drukt u op en selecteert u de gewenste lade in de lijst. voor hulp wordt afgewisseld met Handmatig laden <SOORT> <TYPE> Druk op Start voor een andere lade GEKOZEN PERSONALITY NIET BESCHIKBAAR Als u wilt verdergaan, drukt u op PJL heeft een verzoek ontvangen voor een personality die niet in de printer bestaat. De taak wordt afgebroken en er worden geen pagina's afgedrukt. wordt afgewisseld met 1. Druk op voor gedetailleerde informatie. 2. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 3. Druk opnieuw af met het juiste stuurprogramma voor het apparaat. GEKOZEN PERSONALITY NIET BESCHIKBAAR Druk op voor hulp Gereed Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. Gereed Diagnosemodus Druk op TOETS NLWW om af te sluiten. STOP- De printer is on line en klaar voor gegevens. Op het bedieningspaneel worden geen statusberichten weergegeven. Geen handeling vereist. De printer is ingesteld op een speciale diagnostische modus. Druk op STOP om de speciale diagnostische modus af te sluiten. OF Er is geen handeling vereist. Berichten van het bedieningspaneel 177 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie HANDMATIGE INVOER De even pagina's van een handmatig dubbelzijdig document zijn afgedrukt en de printer wacht tot de uitgevoerde stapel opnieuw wordt geplaatst voor het afdrukken van de oneven pagina's. Volg de aanwijzingen in het dialoogvenster Afdrukken op beide zijden op de computer. UITVOERSTAPEL OF Druk op Handmatig laden <SOORT> <TYPE> Druk op voor hulp Handmatig laden <SOORT> <TYPE> Druk op Er is een taak verzonden waarvoor HANDMATIG INVOEREN is opgegeven en lade 1 is leeg. voor de Help bij de printer. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in lade 1. Er is geen andere lade beschikbaar. Er is een taak verzonden waarvoor Handmatig laden is opgegeven. Er bevindt zich al papier in lade 1. voor hulp Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in lade 1. OF Als lade 1 het juiste papier bevat, drukt u op om af te drukken. wordt afgewisseld met Handmatig laden Als u afdrukmateriaal uit een andere lade wilt gebruiken, verwijdert u het afdrukmateriaal uit lade 1 en drukt u vervolgens op . <SOORT> <TYPE> Doorgaan: druk op Herstellen... De printer is bezig met het herstellen van de instellingen. Geen handeling vereist. Herstellen... De printer is bezig met het herstellen van de fabrieksinstellingen. Geen handeling vereist. Wordt weergegeven wanneer de printer wordt ingeschakeld om aan te duiden dat de permanente opslag wordt geïnitialiseerd. Geen handeling vereist. Instelling opgesl. Er is een menuoptie ingesteld en opgeslagen. Geen handeling vereist. KAARTSLEUF X De flash-kaart in sleuf X werkt niet goed. 1. Zet de printer uit. 2. Verwijder de kaart uit de aangegeven sleuf en vervang deze door een nieuwe kaart. fabrieksinstellingen Initialiseren permanent geheugen NIET FUNCTIONEEL Kalibreren... De printer is bezig met het kalibreren. Geen handeling vereist. Kit telling herstellen In het menu Benodigdheden herstellen is JA geselecteerd voor het op nul instellen van benodigdheden die niet als nieuw gedetecteerd kunnen worden. Geen handeling vereist. Laden U kunt programma's en lettertypen in het bestandssysteem van de printer laden en in het RAM-geheugen laden wanneer de printer wordt ingeschakeld. Het nummer XX is een volgnummer dat aangeeft dat het huidige programma wordt geladen. Geen handeling vereist. Schakel de printer niet uit. programmaX NIET UITSCHAKELEN 178 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Lade X Op de printer wordt de huidige configuratie van lade x gerapporteerd. De schakelaar van de lade staat op de positie STANDAARD. 1. Als de configuratie van het formaat en het soort juist is, drukt u op om het bericht te wissen. 2. Als u het formaat of het soort afdrukmateriaal wilt veranderen, drukt u op . [SOORT] [FORMAAT] Formaat aangetr. door lade wordt afgewisseld met Lade X Gebruik en om het formaat en het soort papier te markeren en druk op om uw selectie te maken. [SOORT] [FORMAAT] Voor wijzigen van formaat of soort druk op Lade X [SOORT] [FORMAAT] Formaat gespec. door gebruiker Op de printer wordt de huidige configuratie van lade x gerapporteerd. De schakelaar van de lade staat op de positie SPECIAAL. 3. Als er een handeling is vereist om het formaat te wijzigen, wordt na de selectie een bericht met instructies weergegeven. 1. Als de configuratie van het formaat en het soort juist is, drukt u op om het bericht te wissen. 2. Als u het formaat of het soort afdrukmateriaal wilt veranderen, drukt u op . wordt afgewisseld met LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Gebruik en om het formaat en het soort papier te markeren en druk op om uw selectie te maken. Voor wijzigen van formaat of soort druk op LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Inst. niet opgesl. wordt afgewisseld met LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Wijzigen: wijzig schakel. in lade X NLWW Er is een detecteerbaar formaat voor het afdrukmateriaal in het menu geselecteerd, maar de sensoren van de ladegeleider detecteren een ander formaat. Het formaat dat via het menu is geselecteerd, komt niet overeen met het formaat dat door de lade gedetecteerd is. Het formaat wordt gedetecteerd wanneer de schakelaar van de lade in de positie STANDAARD staat. De schakelaar van de lade staat al in de juiste positie voor het geselecteerde formaat. 3. Als er een handeling is vereist om het formaat te wijzigen, wordt na de selectie een bericht met instructies weergegeven. 4. Zie Invoerladen configureren voor verdere bijzonderheden. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het gebruikte afdrukmateriaal A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of Legal is, moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op STANDAARD. Voor overige formaten stelt u de schakelaar in op SPECIAAL. De schakelaar van de lade moet ingesteld zijn alvorens het formaat via het bedieningspaneel geselecteerd kan worden. 3. Stel, indien nodig, het papierformaat opnieuw in. Berichten van het bedieningspaneel 179 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Er is via het menu een nietdetecteerbaar formaat geselecteerd en de schakelaar van de lade is ingesteld op STANDAARD. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het gebruikte afdrukmateriaal A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of Legal is, moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op STANDAARD. Voor overige formaten stelt u de schakelaar in op SPECIAAL. De schakelaar van de lade moet ingesteld zijn alvorens het formaat via het bedieningspaneel geselecteerd kan worden. 3. Stel het papierformaat in via het menu voor de papierverwerking of het pop-upmenu voor het ladeformaat. Inst. niet opgesl. wordt afgewisseld met LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Zet ladeschakelaar op AANGEPAST LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Instelling opgesl. LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Instelling opgesl. wordt afgewisseld met LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Zet ladeschakelaar op STANDAARD (advies). Sluit vervolgens lade LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Verpl.ladegeleiders voor wijzigen form. wordt afgewisseld met LADE X FORMAAT= <FORMAAT> sluit daarna lade 180 Als u het ladeformaat wilt wijzigen in het geselecteerde formaat, moet u de schakelaar van de lade in de positie AANGEP. zetten. Het formaat dat in het menu is geselecteerd, is opgeslagen. Er is geen handeling vereist. Er is via het menu een detecteerbaar formaat geselecteerd en de schakelaar van de lade is ingesteld op SPECIAAL. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het gebruikte afdrukmateriaal A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of Legal is, moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op STANDAARD. Voor overige formaten stelt u de schakelaar in op SPECIAAL. De schakelaar van de lade moet ingesteld zijn alvorens het formaat via het bedieningspaneel geselecteerd kan worden. 3. Stel het papierformaat in via het menu voor de papierverwerking of het pop-upmenu voor het ladeformaat. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het gebruikte afdrukmateriaal A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of Legal is, moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op STANDAARD. Voor overige formaten stelt u de schakelaar in op SPECIAAL. De schakelaar van de lade moet ingesteld zijn alvorens het formaat via het bedieningspaneel geselecteerd kan worden. 3. Sluit de lade. Hoewel dit niet is vereist, kan het geselecteerde formaat automatisch worden gedetecteerd wanneer de schakelaar van de lade is ingesteld op STANDAARD. Er is in het menu een niet-detecteerbaar formaat afdrukmateriaal geselecteerd en de lade is open. Voor het geselecteerde formaat moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op SPECIAAL. Als dit niet gebeurt, wordt het ladeformaat gewijzigd wanneer de lade wordt gesloten. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie LADE X FORMAAT= <FORMAAT> Er is in het menu een detecteerbaar formaat afdrukmateriaal geselecteerd en de lade is open. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het gebruikte afdrukmateriaal A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of Legal is, moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op STANDAARD. Voor overige formaten stelt u de schakelaar in op SPECIAAL. De schakelaar van de lade moet ingesteld zijn alvorens het formaat via het bedieningspaneel geselecteerd kan worden. Zet ladeschakelaar op STANDAARD (advies). Sluit vervolgens lade wordt afgewisseld met LADE X FORMAAT= <FORMAAT> sluit daarna lade LADE X LEEG [SOORT] [FORMAAT] Hoewel dit niet is vereist, kan het geselecteerde formaat automatisch worden gedetecteerd wanneer de schakelaar van de lade is ingesteld op STANDAARD. De opgegeven lade is leeg en deze lade is momenteel niet nodig voor de huidige afdruktaak. Vul de lade wanneer u tijd hebt. De genoemde lade is open of niet volledig gesloten. Sluit de lade. De printer is bezig met het samenstellen van een lijst van de PCL- of de PSlettertypen. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Gereed. Geen handeling vereist. Er is een mopy-taak die niet verwerkt kan worden vanwege een probleem met het geheugen, de schijf of de configuratie. Er wordt slechts één exemplaar afgedrukt. Installeer extra geheugen of een vaste schijf in de printer. Er wordt een test uitgevoerd en de geselecteerde component is de cartridgemotor voor de <kleur>. Druk op STOP wanneer u deze test wilt stoppen. De printer voert een test van een van de componenten uit en de geselecteerde component is een motor. Druk op STOP wanneer u deze test wilt stoppen. wordt afgewisseld met Gereed LADE X OPEN Druk op voor hulp wordt afgewisseld met Gereed LETTERTYPENLIJST WORDT AFGEDRUKT... Mopy van taak mislukt wordt afgewisseld met Verwerken... Motor draaien Druk op om af te sluiten. STOP Motor draaien Druk op om af te sluiten. STOP NLWW Berichten van het bedieningspaneel 181 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie ONDERDEEL IN GEBRUIK De printer heeft bemerkt dat er een cartridge wordt gebruikt die niet van HP is. Wanneer u in de veronderstelling bent dat u een cartridge van HP hebt aangeschaft, belt u de HP fraude-hotline. DAT NIET VAN HP IS wordt afgewisseld met VOORZICHTIG Gereed Reparaties aan de printer als gevolg van het gebruik van een niet-HP-cartridge worden niet gedekt door de garantie van HP. Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. Het niveau van nagevulde cartridges wordt echter niet weergegeven. ONJUISTE <KLEUR> PATROON De cartridge is niet geïnstalleerd of is verkeerd geïnstalleerd in de printer. De transfereenheid is zeer gevoelig voor beschadigingen. voor hulp Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. Onjuiste benodigheden Voor status druk Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. ONJUISTE PATROON wordt afgewisseld met Druk op Er is ten minste één accessoire verkeerd in de printer geïnstalleerd en een andere accessoire ontbreekt, is verkeerd geïnstalleerd, is leeg of bijna leeg. Er is een cartridge in de verkeerde sleuf geïnstalleerd en de klep is gesloten. Plaats de printcartridge en controleer of deze juist is geïnstalleerd. 3. Sluit de voorklep. 4. Als deze fout zich blijft voordoen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP via http://www.hp.com/support/lj4650. 1. Druk op om het menu STAT. BENODIGDHDN te openen. 2. Druk op en om het onderdeel te markeren waarbij een fout is opgetreden. 3. Druk op om de Help bij dit onderdeel weer te geven. 4. Druk op en om stapsgewijs de instructies te doorlopen. 1. Open de bovenklep en de transfereenheid. De transfereenheid is zeer gevoelig voor beschadigingen. Op de meter voor benodigdheden wordt het inktniveau van de printcartridges weergegeven. 182 2. VOORZICHTIG voor hulp Onjuiste PIN Open de bovenklep en de transfereenheid. VOORZICHTIG wordt afgewisseld met Druk op 1. Er is een verkeerde PIN-code ingevoerd. Als de PIN-code drie keer verkeerd wordt ingevoerd, keert de printer terug naar Gereed. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing 2. Verwijder de onjuiste printcartridge. 3. Installeer de juiste printcartridge. 4. Sluit de voorklep. Toets de juiste PIN-code in. NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie ONJUIST FORMAAT De lade bevat afdrukmateriaal dat langer of korter is dan het formaat waarvoor de lade is geconfigureerd. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het gebruikte afdrukmateriaal A4, Letter, Executive, B5 JIS, A5 of Legal is, moet de schakelaar van de lade zijn ingesteld op STANDAARD. Voor overige formaten stelt u de schakelaar in op SPECIAAL. De schakelaar van de lade moet ingesteld zijn alvorens het formaat via het bedieningspaneel geselecteerd kan worden. 3. Druk indien nodig op nadat de lade is gesloten om het papierformaat of de papiersoort opnieuw in te stellen. 1. Als u het apparaat wilt gebruiken zonder de gegevens, drukt u op . 2. Als u het probleem wilt oplossen, moet u geheugen toevoegen aan het apparaat. DDR SDRAMgeheugen: 128 MB (Q2630A) of 256 MB (Q2631A). LADE X= Druk op voor hulp wordt afgewisseld met Gereed ONVOLD. GEH. OM LETTERTYPEN/GEGEVENS TE LADEN Druk op voor hulp wordt afgewisseld met Apparaat Doorgaan: druk op Het apparaat beschikt niet over voldoende geheugen om de gegevens, zoals lettertypen of macro's, te laden vanaf de opgegeven locatie. Apparaat kan een van de volgende apparaten zijn: INTERN = ROM direct op de formatterkaart KAARTSLEUF X = lettertypekaart in sleuf X DIMM'S EIO 3100 ICP-SCHIJF = verwijderbare vaste schijf in EIO-sleuf X Orig. HP benodigdh. geïnstalleerd Er is een nieuwe cartridge van HP geïnstalleerd. De printer keert terug naar Gereed na ongeveer 10 seconden. Geen handeling vereist. Papierbaan vrijmaken De printer is vastgelopen of heeft tijdens het inschakelen verkeerd geplaatst papier gevonden. De printer probeert automatisch om de vastgelopen pagina's uit te werpen. Geen handeling vereist. Papierbaan wordt gecontroleerd Het apparaat draait de rollen om te controleren of er een papierstoring is. Geen handeling vereist. Pauze De printer is in de pauzestand geplaatst en er zijn geen foutberichten die niet zijn afgehandeld. De I/O ontvangt verdere gegevens tot het geheugen vol is. Druk op STOP. Lade XX moet geïnstalleerd en gesloten worden alvorens de huidige taak kan worden afgedrukt. Sluit de aangegeven lade. Terug naar Klaar: druk op STOP PLAATS OF SLUIT LADE X Druk op NLWW voor hulp Berichten van het bedieningspaneel 183 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Powersave aan De printer staat in de PowerSavemodus. Het bericht verdwijnt als u op een knop drukt, als er een foutconditie optreedt of wanneer er afdrukgegevens worden ontvangen. Geen handeling vereist. Printercontrole Het apparaat voert een interne test uit. Geen handeling vereist. RAMDISK Er is een defect opgetreden in de aangegeven schijf. 1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 2. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als dit bericht daarna blijft verschijnen, neemt u contact op met de ondersteuning van HP. ● Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . ● Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. APPARAAT- STORING Voor wissen druk op wordt afgewisseld met Gereed RAMDISK BESTANDSSYST. IS VOL Voor wissen druk op wordt afgewisseld met De printer heeft een PJL-opdracht ontvangen waardoor iets in het bestandssysteem opgeslagen moest worden maar de bewerking is niet gelukt omdat het systeem vol is. Opmerking Gereed RAMDISK BEST. BEWERKING MISLUKT Voor wissen druk op wordt afgewisseld met Gereed RAMDISK TEGEN SCHRIJVEN BESCHERMD Voor wissen druk op Tevens worden hierdoor eventuele bestanden in het RAM-geheugen gewist. De printer heeft een PJL-opdracht ontvangen die tot een onlogische bewerking zou leiden (bijvoorbeeld het downloaden van een bestand naar een directory die niet bestaat). Het is mogelijk dat het afdrukken verdergaat. Er kunnen geen nieuwe bestanden naar het DIMM-geheugen worden geschreven, omdat het apparaat met het schijfsysteem beveiligd is. wordt afgewisseld met Gereed 184 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing 1. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 2. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. 3. Als het bericht weer verschijnt, is er wellicht een probleem met de software. 1. Als u het schrijven naar de RAMschijf wilt activeren, dient u de schrijfbeveiliging uit te schakelen met HP Web Jetadmin. 2. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op . 3. Als het bericht blijft verschijnen, zet u de printer uit en weer aan. NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie SLECHTE AANSL. M. De invoerlade voor 500 vel is niet juist in de printer geplaatst. 1. Controleer of de printer zich op een vlak oppervlak bevindt. 2. Zet de printer uit. 3. Installeer de invoerlade voor 500 vel opnieuw op de printer. 4. Als de printer op de optionele printerstandaard is geplaatst, controleert u of de ondersteuningsbanden aan de achterkant van de standaard en de printer zijn bevestigd. 5. Schakel de printer in nadat u de invoerlade voor 500 vel opnieuw hebt geïnstalleerd. OPTIONELE LADE Sluit de klep. Druk op De kleppen moeten worden gesloten. Sluit de voorkleppen. voor hulp Opmerking Dit bericht kan eveneens verschijnen wanneer de fuser ontbreekt of verkeerd is geïnstalleerd. Zorg dat de fuser goed is geïnstalleerd. Solenoïde verplaatsen Druk op om af te sluiten. De printer voert een test van een van de componenten uit en de geselecteerde component is een solenoïde. Geen handeling vereist. Er is een taak die niet opgeslagen kan worden vanwege een probleem met het geheugen, de schijf of de configuratie. Installeer extra geheugen of installeer een vaste schijf in de printer. Is er een vaste schijf geïnstalleerd, wis dan eerder opgeslagen afdruktaken. Iemand heeft geprobeerd om een menuoptie aan te passen terwijl het bedieningspaneel door de printerbeheerder vergrendeld is. Na korte tijd verdwijnt het bericht en keert de printer terug naar de status Gereed of BEZET. Neem contact op met de beheerder van de printer om instellingen te veranderen. STOP-TOETS Taak kan niet worden opgeslagen wordt afgewisseld met Verwerken... Toegang geweigerd MENU'S GEBLOKKEERD NLWW Berichten van het bedieningspaneel 185 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie TRANSFER KIT VERVANGEN De transfereenheid is aan het einde van de levensduur. Het afdrukken wordt weer voortgezet wanneer de transferkit is vervangen. 1. Open de boven- en voorkleppen. 2. Verwijder de oude eenheid door op de blauwe knoppen aan beide zijden van de eenheid te drukken. 3. Schuif de oude eenheid uit de printer. 4. Installeer een nieuwe transfereenheid. 5. Sluit de voor- en bovenkleppen. 6. Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. Druk op voor hulp Opmerking Als de oude transfereenheid niet aan het einde van de levensduur was toen deze werd vervangen (als deze bijvoorbeeld was beschadigd) of als u na het bericht over het einde van de levensduur verder wilt gaan met afdrukken, moet u via het bedieningspaneel van de printer de telling voor de transfereenheid opnieuw instellen. Het bericht over het einde van de levensduur is een service aan de klanten. Als u hierna toch doorgaat met afdrukken is het mogelijk dat de afdrukkwaliteit binnenkort afneemt. Als na het bericht over het einde van de levensduur de transferkittelling opnieuw is ingesteld, is de feedback over de resterende levensduur van de kit onjuist totdat de kit wordt vervangen en de telling weer opnieuw wordt ingesteld. 186 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie TRANSFER KIT VERVANGEN De transfereenheid is aan het einde van de levensduur. Het afdrukken wordt weer voortgezet wanneer de transferkit is vervangen. Vervolg Druk op voor hulp De telling van de transfereenheid opnieuw instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op en om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op en markeren. 5. Druk op om HERSTEL te selecteren. 6. Druk op en om RESET BENODIGDHDN te markeren. 7. Druk op om RESET BENODIGDHDN te selecteren. 8. Druk op en om NWE. TRANSFERKIT te markeren. 9. Druk op om NWE. TRANSFERKIT te selecteren. om HERSTEL te 10. Druk op en om JA te markeren. 11. Druk op om JA te selecteren. De telling voor de transfereenheid is opnieuw ingesteld en de printer is klaar voor gebruik. NLWW Berichten van het bedieningspaneel 187 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie TRANSFER KIT VERVANGEN De transfereenheid is bijna aan het eind van de levensduur en de instelling BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEMINSTELLINGEN is ingesteld op STOP. 1. Bestel een transferkit. 2. Als u wilt verdergaan met afdrukken, drukt u op . 3. Voer de volgende stappen uit om de transferkit te vervangen: Druk op voor hulp wordt afgewisseld met TRANSFER KIT VERVANGEN Doorgaan: druk op ● Open de boven- en voorkleppen. ● Verwijder de oude eenheid door op de blauwe knoppen aan beide zijden van de eenheid te drukken. ● Schuif de oude eenheid uit de printer. ● Installeer een nieuwe transfereenheid. ● Sluit de voor- en bovenkleppen. ● Informatie voor het bestellen van benodigdheden is tevens beschikbaar via de geïntegreerde webserver. Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie. Opmerking Als de oude transfereenheid niet aan het einde van de levensduur was toen deze werd vervangen (als deze bijvoorbeeld was beschadigd) of als u na het bericht over het einde van de levensduur verder wilt gaan met afdrukken, moet u via het bedieningspaneel van de printer de telling voor de transfereenheid opnieuw instellen. Het bericht over het einde van de levensduur is een service aan de klanten. Als u hierna toch doorgaat met afdrukken is het mogelijk dat de afdrukkwaliteit binnenkort afneemt. Als na het bericht over het einde van de levensduur de transferkittelling opnieuw is ingesteld, is de feedback over de resterende levensduur van de kit onjuist totdat de kit wordt vervangen en de telling weer opnieuw wordt ingesteld. 188 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie TRANSFER KIT VERVANGEN De transfereenheid is bijna aan het einde van de levensduur en de instelling BENDIGDH. BIJNA OP in SYSTEEMINSTELLINGEN is ingesteld op STOP. Vervolg Druk op voor hulp wordt afgewisseld met TRANSFER KIT VERVANGEN Doorgaan: druk op De telling van de transfereenheid opnieuw instellen 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op en om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op en markeren. 5. Druk op om HERSTEL te selecteren. 6. Druk op en om RESET BENODIGDHDN te markeren. 7. Druk op om RESET BENODIGDHDN te selecteren. 8. Druk op en om NWE. TRANSFERKIT te markeren. 9. Druk op om NWE. TRANSFERKIT te selecteren. om HERSTEL te 10. Druk op en om JA te markeren. 11. Druk op om JA te selecteren. De telling voor de transfereenheid is opnieuw ingesteld en de printer is klaar voor gebruik. TYPE NIET CORRECT LADE XX Druk op voor hulp Het soort afdrukmateriaal dat in de lade is geplaatst, komt niet overeen met het soort afdrukmateriaal dat is geconfigureerd voor de lade. 1. Stel de papiergeleiders in tegen het afdrukmateriaal. 2. Als het om een detecteerbaar formaat gaat, stelt u de schakelaar van de lade in op STANDAARD. Als dit niet het geval is, stelt u de schakelaar van de lade in op SPECIAAL. 3. Druk indien nodig op nadat de lade is gesloten om het papierformaat of de papiersoort te wijzigen. wordt afgewisseld met Gereed Uitvoeren TEST AFDRUKKEN/STOPPEN Uitvoeren... PAPIERBAANTEST Upgrade ophalen NLWW De printer is bezig met een Afdruk/Stoptest. Geen handeling vereist. De printer is bezig met een test van de papierbaan. Geen handeling vereist. Er wordt een upgrade van de firmware uitgevoerd. Schakel de printer niet uit totdat deze terugkeert naar de status Gereed. Berichten van het bedieningspaneel 189 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Upgrade De firmware-upgrade is niet correct voltooid. Probeer de upgrade opnieuw. Er wordt een upgrade van de firmware uitgevoerd. Schakel de printer niet uit totdat deze terugkeert naar de status Gereed. Verwerken... De printer is bezig met het verwerken van een taak maar heeft nog geen papier opgenomen. Wanneer het papier wordt opgenomen, wordt dit bericht vervangen door een ander bericht dat aangeeft welke lade voor de taak gebruikt wordt. Geen handeling vereist. Verwerken... De printer is momenteel bezig met het verwerken of afdrukken van gesorteerde exemplaren. Het bericht geeft aan dat momenteel exemplaar X van een totaal aantal van Y exemplaren wordt verwerkt. Geen handeling vereist. De printer is bezig met het verwerken van een taak uit de aangegeven lade. Geen handeling vereist. De printer voert een test van een van de componenten uit en de geselecteerde component is Alleen riem. Verwijder alle printcartridges. Verwijderen... De printer is bezig met het verwijderen van de opgeslagen taak. Geen handeling vereist. Verwijderten minste De printer is bezig met het uitvoeren van een cartridgeuitschakelingscontrole of een componententest waarbij de geselecteerde component de cartridgemotor is. Verwijder een printcartridge. De printer heeft een verzoek geaccepteerd voor het afdrukken van een interne pagina, maar eerst moet de huidige taak nog worden voltooid. Geen handeling vereist. Lade 1 is gevuld met en ingesteld voor een ander soort en formaat dan is opgegeven voor de taak. 1. Als het juiste papier is geplaatst, drukt u op . 2. Als dat niet het geval is, verwijdert u het onjuiste papier en plaatst u het opgegeven papier in lade 1. 3. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 4. Controleer of de schakelaar van de lade in de juiste positie staat. 5. Als u een andere lade wilt gebruiken, verwijdert u het papier uit lade 1 en drukt u vervolgens op . opnieuw verzenden Upgrade uitvoeren kopie <X> of <Y> Verwerken... uit lade xx VERWIJDER ALLE INKTCARTRIDGES Druk op TOETS om af te sluiten. STOP- één cartridge Druk op TOETS om af te sluiten. STOP- Verzoek geaccepteerd even wachten VUL LADE 1: <SOORT> <TYPE> Druk op voor hulp wordt afgewisseld met VUL LADE 1: <SOORT> <TYPE> Doorgaan: druk op 190 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie VUL LADE XX Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. Er is geen andere lade beschikbaar. 1. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 3. Controleer of de schakelaar van de lade in de juiste positie staat. 1. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 3. Controleer of de schakelaar van de lade in de juiste positie staat. 4. Als u een andere lade wilt gebruiken, drukt u op . 1. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 3. Controleer of de schakelaar van de lade in de positie AANGEP. staat. 4. Als u een andere lade wilt gebruiken, drukt u op . 1. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 3. Controleer of de schakelaar van de lade in de positie AANGEP. staat. 1. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 3. Controleer of de schakelaar van de lade zich in de positie STANDARD bevindt, zodat het formaat automatisch wordt gedetecteerd. [SOORT] [FORMAAT] Druk op voor hulp VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. voor hulp wordt afgewisseld met VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op Start voor een andere lade VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Stel ladeschakelaar in op AANGEPAST. wordt afgewisseld met Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. Voor het formaat dat is opgegeven voor de taak moet de schakelaar van de lade in de positie AANGEP. staan. VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op Start voor een andere lade VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Stel ladeschakelaar in op AANGEPAST. wordt afgewisseld met VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op voor hulp VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Zet ladeschakelaar op STANDAARD (advies). Sluit vervolgens lade wordt afgewisseld met VUL LADE XX Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. Voor het formaat dat is opgegeven voor de taak moet de schakelaar van de lade in de positie AANGEP. staan. Er is geen andere lade beschikbaar. Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. Het formaat dat is opgegeven voor de taak is detecteerbaar. [SOORT] [FORMAAT] Druk op Start voor een andere lade NLWW Berichten van het bedieningspaneel 191 Berichten van het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie VUL LADE XX Lade XX is leeg of is geconfigureerd voor een ander soort of een ander formaat dan nodig is voor de afdruktaak. Het formaat dat is opgegeven voor de taak is detecteerbaar. 1. Plaats het opgegeven afdrukmateriaal in de papierlade. 2. Controleer of de papiergeleiders juist zijn geplaatst. 3. Controleer of de schakelaar van de lade zich in de positie STANDARD bevindt, zodat het formaat automatisch wordt gedetecteerd. [SOORT] [FORMAAT] Zet ladeschakelaar op STANDAARD (advies). Sluit vervolgens lade Er is geen andere lade beschikbaar. wordt afgewisseld met VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT] Druk op voor hulp Wacht op printer om opn te initialiseren 192 De instellingen voor de RAM-schijf zijn gewijzigd voordat de printer automatisch opnieuw is gestart, de modus van een extern apparaat is gewijzigd of de diagnostische modus is beëindigd waardoor de printer automatisch opnieuw wordt gestart. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing Geen handeling vereist. NLWW Papierstoringen Gebruik deze afbeelding om papierstoringen in de printer te verhelpen. Zie Papierstoringen verhelpen voor instructies bij het verhelpen van papierstoringen. Plaatsen waar het papier kan vastlopen 1 2 3 4 5 bij de bovenklep duplexbaan papierbaan invoerbaan laden Herstel na papierstoringen Deze printer is voorzien van een functie voor herstel na een papierstoring, een functie waarmee u kunt bepalen of de printer nadat er papier is vastgelopen, automatisch moet proberen om vastgelopen pagina's opnieuw af te drukken. De opties zijn: Opmerking NLWW ● AUTO — De printer probeert vastgelopen pagina’s opnieuw af te drukken. ● UIT — Er wordt niet geprobeerd om vastgelopen pagina’s opnieuw af te drukken. Tijdens het herstelproces drukt de printer mogelijk enkele pagina’s af die vóór de papierstoring wel goed zijn afgedrukt. Verwijder dubbele pagina’s. Papierstoringen 193 Ga als volgt te werk om herstel na een papierstoring uit te schakelen: 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. 4. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op om HERSTEL PAPIERSTORING te markeren. 7. Druk op om HERSTEL PAPIERSTORING te selecteren. 8. Druk op om UIT te markeren. 9. Druk op om UIT te selecteren. 10. Druk op MENU om terug te keren naar de status Gereed. Om de afdruksnelheid te verhogen en geheugen te besparen kunt u herstel na papierstoring eventueel uitschakelen. Als herstel na papierstoring is uitgeschakeld, worden de bij een storing betrokken pagina’s niet opnieuw afgedrukt. 194 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen De volgende tabel geeft veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen en suggesties om ze te verhelpen. NLWW Oorzaak Oplossing Afdrukmateriaal voldoet niet aan de door HP aanbevolen specificaties. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. Een van de benodigdheden is niet correct geïnstalleerd, wat herhaaldelijk storingen veroorzaakt. Zorg dat alle printcartridges, de transfer- en de fusereenheid juist zijn geïnstalleerd. U plaatst papier dat al eerder door een printer of kopieerapparaat is gebruikt. Gebruik geen papier waarop al eerder afgedrukt of gekopieerd is. Een invoerlade is niet correct gevuld. Verwijder overbodig afdrukmateriaal uit de invoerlade. Druk het afdrukmateriaal in de invoerlade omlaag zodat het onder de lipjes past. Zie Invoerladen configureren. Afdrukmateriaal is scheef. De geleiders van de invoerlade zijn niet correct ingesteld. Stel de geleiders af op het formaat van het papier zonder deze te buigen. Als afdrukmateriaal dat zwaarder is dan 105 g/m2 in lade 2 of lade 3 wordt geplaatst, kan het scheeftrekken. Het afdrukmateriaal is gebogen of plakt aan elkaar. Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het 180 graden of keer het om. Leg het afdrukmateriaal opnieuw in de invoerlade. Waaier het afdrukmateriaal niet uit. Afdrukmateriaal wordt verwijderd alvorens het in de uitvoerbak valt. Stel de printer opnieuw in. Wacht tot de pagina volledig in de uitvoerbak ligt alvorens deze te verwijderen. Tijdens duplexafdrukken wordt het afdrukmateriaal verwijderd alvorens de achterkant van de pagina's van het document worden afgedrukt. Voer de reset-functie van de printer uit en druk het document opnieuw af. Wacht tot de pagina volledig in de uitvoerbak ligt alvorens deze te verwijderen. Het afdrukmateriaal is in slechte staat. Vervang het afdrukmateriaal. Het afdrukmateriaal wordt niet opgenomen door de interne rollen van lade 2 of 3. Verwijder het bovenste vel van het afdrukmateriaal. Als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 105 g/m2, is het mogelijk dat het niet uit de lade wordt opgenomen. Het afdrukmateriaal heeft ruwe of gekartelde randen. Vervang het materiaal. Het afdrukmateriaal is geperforeerd of gebosseleerd. De vellen van het afdrukmateriaal zijn niet gemakkelijk van elkaar te scheiden. Wellicht is het nodig om enkele vellen in te voeren via lade 1. Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen 195 Oorzaak Oplossing De vervaldatum van een van de benodigdheden in de printer is verstreken. Controleer of het bedieningspaneel van de printer een bericht weergeeft over het vervangen van benodigdheden of druk een statuspagina af om de resterende levensduur van de printerbenodigdheden te controleren. Zie Printerbenodigdheden vervangen voor meer informatie. Het afdrukmateriaal is niet correct opgeslagen. Vervang het afdrukmateriaal. Afdrukmateriaal moet in de oorspronkelijke verpakking en onder de juiste omstandigheden worden bewaard. Opmerking Als de printer blijft vastlopen, neemt u contact op met HP Klantenondersteuning of met een door HP erkende servicevertegenwoordiger. Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor meer informatie. 196 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Papierstoringen verhelpen De onderstaande gedeelten corresponderen met berichten die op het bedieningspaneel kunnen worden weergegeven. Gebruik deze procedures om de storingen te verhelpen. Papierstoring in lade 1 1. Open lade 1. 2. Verwijder het vastgelopen papier uit lade 1. 3. Plaats het papier opnieuw in lade 1 en controleer of het afdrukmateriaal juist is geplaatst. Opmerking Plaats het afdrukmateriaal niet boven de lipjes. 4. Controleer of de geleiders juist zijn geplaatst. 5. Sluit lade 1. 6. Als u wilt verdergaan met afdrukken, drukt u op NLWW en drukt u vervolgens op . Papierstoringen verhelpen 197 Storing in lade 2, lade 3 of lade 4 1. Trek de aangegeven lade naar buiten en leg deze op een vlak oppervlak. Controleer of de papiergeleiders goed zijn ingesteld. 2. Verwijder eventueel gedeeltelijk ingevoerd afdrukmateriaal. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag. Opmerking Gebruik lade 1 om papierstoringen met zwaarder papier te voorkomen. 3. Controleer de papierbaan om te zorgen dat deze vrij is. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. 4. Wanneer papierstoringen optreden in lade 3 of lade 4, controleert u de laden daarboven ook op storingen. Als de storing bijvoorbeeld in lade 4 optreedt, moet u ook lade 2 en lade 3 openen en vastgelopen papier verwijderen. 5. Zorg dat het afdrukmateriaal goed in de lade ligt en onder de lipjes aan de voorkant van de lade valt. Schuif de lade in de printer. Zorg dat alle laden volledig zijn gesloten. 198 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Papierstoringen in de bovenklep Papierstoringen in de bovenklep doen zich voor in de gebieden die in de onderstaande figuren zijn aangegeven. Gebruik de procedures in dit gedeelte om dit type storingen te verhelpen. 1 2 Vastgelopen papier Opgepropt papier in de fusereenheid Een storing in het gedeelte rond de bovenklep verhelpen WAARSCHUWING Raak de fuser niet aan. De fuser is heet en kan brandwonden veroorzaken! De bedrijfstemperatuur van de fuser is 190°C. Laat de fuser eerst 10 minuten afkoelen voordat u deze aanraakt. 1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep. NLWW Papierstoringen verhelpen 199 2. Trek de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omhoog om de fuser los te maken van de fuserrollen. 3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan om het te verwijderen. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid voordat deze afgekoeld is. 4. Pak de groene hendels op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. De voorklep wordt geopend terwijl u de transfereenheid naar beneden trekt. VOORZICHTIG 200 Leg niets op de transfereenheid terwijl deze is geopend. Als de transfereenheid beschadigd wordt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW 5. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag. Als het afdrukmateriaal in de fusereenheid opgepropt is, gaat u naar stap zes. 6. Open de fuserklep en verwijder het afdrukmateriaal dat in de fusereenheid opgepropt is. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid voordat deze is afgekoeld. 7. Druk de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omlaag om de fuser weer in de fuserrollen vast te zetten. NLWW Papierstoringen verhelpen 201 8. Sluit de transfereenheid en de bovenklep. 9. Sluit de bovenklep. Papierstoring in de papierbaan 1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep. 202 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW 2. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. De voorklep wordt geopend terwijl u de transfereenheid naar beneden trekt. VOORZICHTIG Leg niets op de transfereenheid terwijl deze is geopend. Als de transfereenheid beschadigd raakt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden. 3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog. 4. Controleer de papierbaan om te zorgen dat deze vrij is. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. 5. Sluit de transfereenheid en de bovenklep. NLWW Papierstoringen verhelpen 203 6. Sluit de bovenklep. Meerdere storingen in de papierbaan 1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep. 2. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. De voorklep wordt geopend terwijl u de transfereenheid naar beneden trekt. VOORZICHTIG 204 Leg niets op de transfereenheid terwijl deze is geopend. Als de transfereenheid beschadigd raakt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW 3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog. 4. Controleer de papierbaan om te zorgen dat deze vrij is. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. 5. Trek de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omhoog om de fuser los te maken van de fuserrollen. 6. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan om het te verwijderen. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid voordat deze afgekoeld is. 7. Druk de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omlaag om de fuser weer in de fuserrollen vast te zetten. NLWW Papierstoringen verhelpen 205 8. Sluit de transfereenheid en de bovenklep. 9. Sluit de bovenklep. Papierstoring in de duplexbaan 1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep. 206 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW 2. Open de voorklep. 3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. 4. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. 5. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog. NLWW Papierstoringen verhelpen 207 6. Als u op deze manier niet bij het afdrukmateriaal kunt, sluit u de transfereenheid. 7. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan. 8. Sluit de voorklep. 9. Sluit de bovenklep. 208 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Meerdere storingen in de duplexbaan 1. Gebruik de zijhendels en open de bovenklep. 2. Open de voorklep. 3. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omlaag. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. 4. Pak de groene hendel op de transfereenheid vast en trek deze naar beneden. NLWW Papierstoringen verhelpen 209 5. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek het omhoog. 6. Trek de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omhoog om de fuser los te maken van de fuserrollen. 7. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan om het te verwijderen. Opmerking Als het afdrukmateriaal scheurt, dient u te zorgen dat alle delen uit de papierbaan worden verwijderd alvorens u met afdrukken verdergaat. Steek uw hand niet in de fusereenheid voordat deze is afgekoeld. 8. Druk de twee groene hendels aan beide zijden van de fusereenheid stevig omlaag om de fuser weer in de fuserrollen vast te zetten. 210 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW 9. Als u op deze manier niet bij het afdrukmateriaal kunt, sluit u de transfereenheid. 10. Pak het afdrukmateriaal bij beide hoeken vast en trek eraan. 11. Sluit de voorklep. 12. Sluit de bovenklep. NLWW Papierstoringen verhelpen 211 Problemen met de papierverwerking Gebruik alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties in de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide. Zie Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal voor de papierspecificaties voor deze printer. De printer voert meerdere vellen tegelijk in Oorzaak Oplossing De invoerlade is te vol. Verwijder het overtollige afdrukmateriaal uit de invoerlade. Het afdrukmateriaal zit niet onder de lipjes in de invoerlade (lade 2, lade 3 en lade 4). Open de invoerlade en controleer of het afdrukmateriaal onder de metalen lipjes zit. Het afdrukmateriaal plakt aan elkaar. Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het 180 graden of keer het om en plaats het opnieuw in de lade. Opmerking Waaier het afdrukmateriaal niet uit. Uitwaaieren kan statische elektriciteit veroorzaken, wat tot gevolg kan hebben dat het afdrukmateriaal aan elkaar plakt. Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties voor deze printer. Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat voldoet aan de specificaties voor deze printer. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. De plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal is niet vergrendeld voordat de lade is teruggeplaatst in de printer. Vergrendel de plaat voor het omhoog brengen van het afdrukmateriaal voordat u de lade terugplaatst in de printer. De laden zijn niet correct aangebracht. Controleer of de lengte van het gebruikte afdrukmateriaal is aangegeven op de papiergeleider voor de lengte aan de achterkant. De printer voert een onjuist paginaformaat in 212 Oorzaak Oplossing Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is in de invoerlade geplaatst. Plaats het juiste formaat afdrukmateriaal in de invoerlade. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW De printer voert een onjuist paginaformaat in (vervolg) Oorzaak Oplossing Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is geselecteerd in het programma of in het printerstuurprogramma. Controleer of de instellingen in het programma en het printerstuurprogramma juist zijn, aangezien de instellingen van het printerstuurprogramma en het bedieningspaneel teniet worden gedaan door de instellingen van de toepassing en de instellingen van het bedieningspaneel teniet worden gedaan door het printerstuurprogramma. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. In het bedieningspaneel van de printer is het verkeerde formaat afdrukmateriaal geselecteerd voor lade 1. Ga naar het bedieningspaneel en selecteer het juiste formaat voor lade 1. Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is geconfigureerd voor de invoerlade. Druk een configuratiepagina af of gebruik het bedieningspaneel om na te gaan welk formaat geconfigureerd is voor de diverse laden. De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen het papier. Controleer of de papiergeleiders voor de achterkant en de breedte het afdrukmateriaal raken. De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade staat niet in de juiste positie. Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat voor het formaat van het afdrukmateriaal. De printer neemt papier op uit een verkeerde lade NLWW Oorzaak Oplossing U gebruikt een stuurprogramma voor een andere printer. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Gebruik het stuurpogramma voor deze printer. De opgegeven lade is leeg. Plaats afdrukmateriaal in de opgegeven lade. In het submenu Systeeminstellingen van het menu Apparaat configureren is het ladegedrag voor de desbetreffende lade ingesteld op EERSTE. Wijzig de instelling in EXCLUSIEF. Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is geconfigureerd voor de invoerlade. Druk een configuratiepagina af of gebruik het bedieningspaneel om na te gaan welk formaat geconfigureerd is voor de diverse laden. De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen het papier. Zorg dat de geleiders tegen het papier liggen. De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade staat niet in de juiste positie. Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat voor het formaat van het afdrukmateriaal. Problemen met de papierverwerking 213 Het afdrukmateriaal wordt niet automatisch ingevoerd Oorzaak Oplossing In het programma is handinvoer geselecteerd. Plaats afdrukmateriaal in lade 1 of druk op er al afdrukmateriaal is geplaatst. Het juiste formaat afdrukmateriaal is niet geplaatst. Plaats het juiste formaat afdrukmateriaal. De invoerlade is leeg. Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade. Het afdrukmateriaal van een eerdere storing is niet geheel verwijderd. Open de printer en verwijder het afdrukmateriaal uit de papierbaan. Kijk het fusergedeelte zorgvuldig na op vastgelopen afdrukmateriaal. Zie Papierstoringen. Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is geconfigureerd voor de invoerlade. Druk een configuratiepagina af of gebruik het bedieningspaneel om na te gaan welk formaat geconfigureerd is voor de diverse laden. De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen het papier. Controleer of de papiergeleiders voor de achterkant en de breedte het afdrukmateriaal raken. De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade staat niet in de juiste positie. Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat voor het formaat van het afdrukmateriaal. als Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd 214 Oorzaak Oplossing In het programma is handinvoer geselecteerd. Plaats afdrukmateriaal in lade 1 of druk op er al afdrukmateriaal is geplaatst. Het juiste formaat afdrukmateriaal is niet geplaatst. Plaats het juiste formaat afdrukmateriaal. De invoerlade is leeg. Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade. Het correcte soort afdrukmateriaal voor de invoerlade is niet geselecteerd op het bedieningspaneel. Selecteer op het bedieningspaneel het juiste soort afdrukmateriaal voor de invoerlade. Het afdrukmateriaal van een eerdere storing is niet geheel verwijderd. Open de printer en verwijder het afdrukmateriaal uit de papierbaan. Kijk het fusergedeelte zorgvuldig na op vastgelopen afdrukmateriaal. Zie Papierstoringen. Lade 3 of lade 4 wordt niet als optie voor invoerlade weergegeven. Lade 3 en lade 4 worden alleen weergegeven als optie als deze zijn geïnstalleerd. Controleer of lade 3 en 4 juist zijn geïnstalleerd. Controleer of het printerstuurprogramma zo is geconfigureerd dat lade 3 en 4 worden herkend. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing als NLWW Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd (vervolg) Oorzaak Oplossing Lade 3 of lade 4 is niet juist geïnstalleerd. Druk een configuratiepagina af om te controleren of lade 3 of lade 4 juist is geïnstalleerd. Als dit niet het geval is, controleert u of de optioneel geïnstalleerde papierinvoer voor 500 vel of voor 2 x 500 vel correct op de printer is bevestigd. Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is geconfigureerd voor de invoerlade. Druk een configuratiepagina af of gebruik het bedieningspaneel om na te gaan welk formaat geconfigureerd is voor de diverse laden. De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen het papier. Zorg dat de geleiders tegen het papier liggen. De schakelaar Speciaal/Standaard van de lade staat niet in de juiste positie. Zorg dat de schakelaar in de juiste stand staat voor het formaat van het afdrukmateriaal. Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd NLWW Oorzaak Oplossing Het juiste soort afdrukmateriaal is niet geselecteerd in de software of het printerstuurprogramma. Zorg dat in de software of in het printerstuurprogramma het juiste soort afdrukmateriaal geselecteerd is. De invoerlade is te vol. Verwijder het overtollige afdrukmateriaal uit de invoerlade. Plaats niet meer dan 200 vellen glanspapier of glansfilm en niet meer dan 100 transparanten in lade 2, lade 3 of lade 4. Controleer of de maximale hoogte voor stapels in lade 1 niet wordt overschreden. Afdrukmateriaal in een andere invoerlade heeft hetzelfde formaat als de transparanten en de printer is standaard ingesteld op de andere lade. Zorg dat de invoerlade met de transparanten of het glanspapier is geselecteerd in de software of in het printerstuurprogramma. Gebruik het bedieningspaneel van de printer om de lade te configureren voor het soort afdrukmateriaal dat is geplaatst. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. De lade met de transparanten of het glanspapier is niet juist geconfigureerd voor het soort afdrukmateriaal. Zorg dat de invoerlade met de transparanten of het glanspapier is geselecteerd in de software of in het printerstuurprogramma. Gebruik het bedieningspaneel van de printer om de lade te configureren voor het soort afdrukmateriaal dat is geplaatst. Zie Invoerladen configureren. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Transparanten of glanspapier voldoen mogelijk niet aan de ondersteunde specificaties voor afdrukmateriaal. Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat voldoet aan de specificaties voor deze printer. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. Problemen met de papierverwerking 215 Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer Oorzaak Oplossing Enveloppen zijn in een niet-ondersteunde lade geplaatst. Voor enveloppen mag alleen lade 1 gebruikt worden. Plaats de enveloppen in lade 1. De enveloppen zijn gekruld of beschadigd. Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving. De enveloppen zijn dichtgeplakt omdat het vochtigheidsgehalte te hoog is. Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving. De afdrukstand van de envelop is onjuist. Controleer of de enveloppen goed zijn geplaatst. Zie Invoerladen configureren. Deze printer biedt geen ondersteuning voor de gebruikte enveloppen. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal of de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide. Lade 1 is geconfigureerd voor een ander formaat dan enveloppen. Configureer het formaat van lade 1 voor enveloppen. De uitvoer is gekruld of gekreukt 216 Oorzaak Oplossing Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties voor deze printer. Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat voldoet aan de specificaties voor deze printer. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. Het afdrukmateriaal is beschadigd of in slechte staat. Verwijder het afdrukmateriaal uit de invoerlade en plaats afdrukmateriaal dat in goede staat is. De printer werkt in een uitzonderlijk vochtige omgeving. Controleer of de afdrukomgeving binnen de vochtigheidspecificaties valt. Zie Printerspecificaties. Er worden grote effen partijen afgedrukt. Grote effen partijen kunnen uitzonderlijke krulling veroorzaken. Probeer een ander patroon te gebruiken. Het gebruikte afdrukmateriaal is niet juist bewaard en is mogelijk vochtig. Verwijder het afdrukmateriaal en vervang het door afdrukmateriaal uit een nieuw, ongeopend pak. Het afdrukmateriaal heeft slecht afgesneden randen. Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het 180 graden of keer het om, en plaats het opnieuw in de invoerlade. Waaier het afdrukmateriaal niet uit. Als het probleem aanhoudt, vervang dan het afdrukmateriaal. Het specifieke soort afdrukmateriaal is niet geconfigureerd voor de lade of is niet in de software geselecteerd. Configureer de software voor het afdrukmateriaal (zie de documentatie van de software). Configureer de lade voor het afdrukmateriaal. Zie Invoerladen configureren. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed. NLWW Oorzaak Oplossing U wilt dubbelzijdig afdrukken op afdrukmateriaal dat daarvoor niet ondersteund wordt. Controleer of het afdrukmateriaal wordt ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. Het printerstuurprogramma is niet ingesteld voor duplexafdrukken. Stel het printerstuurprogramma in om duplexafdrukken te activeren. De eerste pagina wordt afgedrukt op de achterkant van een voorbedrukt formulier of een vel met briefhoofd. Plaats de voorbedrukte formulieren of het briefhoofdpapier in lade 1 met de bedrukte zijde naar boven en met de onderkant van de pagina gericht naar de printerinvoer. In lade 2, lade 3 of lade 4 plaatst u dit afdrukmateriaal met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenkant van de pagina gericht naar de achterkant van de printer. Problemen met de papierverwerking 217 Problemen met de manier waarop de printer reageert Geen bericht in het display Oorzaak Oplossing De aan/uit-knop van de printer is in de standbystand. Controleer of de printer is ingeschakeld. Ventilatoren kunnen draaien terwijl de printer in de standby-stand staat (uit). De geheugen-DIMM's van de printer zijn defect of verkeerd geïnstalleerd. Controleer of de geheugen-DIMM's van de printer correct geïnstalleerd en niet-defect zijn. Het netsnoer zit niet stevig in de printer en het stopcontact. Zet de printer uit, maak het netsnoer los en sluit het weer aan. Zet de printer opnieuw aan. De netspanning is onjuist voor de stroomconfiguratie van de printer. Sluit de printer aan op een stroombron met de juiste netspanning, zoals gespecificeerd op de voltagesticker op de achterkant van de printer. Het netsnoer is beschadigd of uitzonderlijk versleten. Vervang het netsnoer. Het stopcontact werkt niet goed. Sluit de printer aan op een ander stopcontact. De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt 218 Oorzaak Oplossing De Gereed-indicator van de printer brandt niet. Druk op STOP om de printer naar de status Gereed te laten terugkeren. De bovenklep is niet goed gesloten. Sluit de bovenklep stevig. De Gegevens-indicator knippert. De printer ontvangt waarschijnlijk nog gegevens. Wacht tot de Gegevens-indicator niet meer knippert. <KLEUR> CARTR. VERVANGEN verschijnt op het display van de printer. Vervang de printcartridge die op het display wordt aangegeven. Een ander printerbericht dan Gereed verschijnt op het bedieningspaneel van de printer. Zie Berichten van het bedieningspaneel. Wellicht is er een DOS-time-out voor de parallelle poort opgetreden. Voeg een modusopdracht toe aan het bestand AUTOEXEC.BAT. Raadpleeg de handleiding van DOS voor meer informatie. De PS-personality (PostScript-emulatie) is niet geselecteerd. Selecteer PS of AUTO als de printertaal. Ga naar Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie. In uw programma of printerstuurprogramma is niet het juiste printerstuurprogramma geselecteerd. Selecteer in het programma of in het printerstuurprogramma voor deze printer het stuurprogramma voor PostScript-emulatie. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt (vervolg) Oorzaak Oplossing De printer is niet goed geconfigureerd. Zie Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen. De computerpoort is niet geconfigureerd of werkt niet goed. Sluit een ander randapparaat aan op deze poort om te controleren of de poort goed werkt. De printer heeft een verkeerde naam gekregen voor het netwerk of voor een Macintoshcomputer. Gebruik het juiste hulpprogramma om de printer te benoemen op het netwerk. Voor Macintosh OS 9.x-computers selecteert u de printer vanuit de Kiezer. Voor Macintosh OS X.1 en later opent u de toepassing Afdrukbeheer, selecteert u het verbindingstype en selecteert u vervolgens de printer. Printer is ingeschakeld, maar ontvangt geen gegevens NLWW Oorzaak Oplossing De Gereed-indicator van de printer brandt niet. Druk op STOP om de printer naar de status Gereed te laten terugkeren. De bovenklep is niet goed gesloten. Sluit de bovenklep stevig. Een ander printerbericht dan Gereed verschijnt op het bedieningspaneel van de printer. Zie Berichten van het bedieningspaneel. De interfacekabel is niet juist voor deze configuratie. Selecteer de juiste interfacekabel voor deze configuratie. Raadpleeg Parallelle configuratie, Enhanced I/O (EIO) configureren of USBconfiguratie voor meer informatie. De interfacekabel is niet stevig aangesloten op de printer en de computer. Maak de interfacekabel los en sluit deze weer aan. De printer is niet juist geconfigureerd. Zie Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen voor configuratieinformatie. De interfaceconfiguraties op de configuratiepagina van de printer komen niet overeen met de configuraties van de hostcomputer. Configureer de printer zodanig dat deze overeenkomt met de configuratie van de computer. De computer werkt niet naar behoren. Gebruik een programma waarvan u weet dat het werkt om de computer te controleren of ga naar DOS en typ Dir>Prn achter de DOS-prompt. De computerpoort waarop de printer is aangesloten, is niet geconfigureerd of werkt niet goed. Sluit een ander randapparaat aan op deze poort om te controleren of de poort goed werkt. De printer heeft een verkeerde naam gekregen voor het netwerk of voor een Macintoshcomputer. Gebruik het juiste hulpprogramma om de printer te benoemen op het netwerk. Voor Macintosh OS 9.x-computers selecteert u de printer vanuit de Kiezer. Voor Macintosh OS X.1 en later opent u de toepassing Afdrukbeheer, selecteert u het verbindingstype en selecteert u vervolgens de printer. Problemen met de manier waarop de printer reageert 219 Selecteren van de printer vanaf de computer is niet mogelijk 220 Oorzaak Oplossing Als u een schakeldoos gebruikt, is misschien niet de juiste printer geselecteerd voor de computer. Selecteer de juiste printer op de schakeldoos. De Gereed-indicator van de printer brandt niet. Druk op STOP om de printer naar de status Gereed te laten terugkeren. Een ander printerbericht dan Gereed verschijnt op het bedieningspaneel van de printer. Zie Berichten van het bedieningspaneel. Op de computer is niet het juiste printerstuurprogramma geïnstalleerd. Installeer het juiste printerstuurprogramma. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Op uw computer zijn niet de juiste printer en poort geselecteerd. Selecteer de juiste printer en poort. Uw netwerk is niet goed geconfigureerd voor deze printer. Gebruik uw netwerksoftware om de netwerkconfiguratie van de printer te controleren of raadpleeg uw netwerkbeheerder. Het stopcontact werkt niet goed. Sluit de printer aan op een ander stopcontact. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Problemen met het bedieningspaneel van de printer De instellingen van het bedieningspaneel werken niet juist Oorzaak Oplossing Het display op het bedieningspaneel van de printer is leeg of is niet verlicht wanneer de ventilator draait. Ventilatoren kunnen draaien terwijl de printer in de standby-stand staat (uit). Druk op de aan/uitknop van de printer om de printer in te schakelen. Printerinstellingen in de software of het printerstuurprogramma verschillen van de instellingen in het bedieningspaneel. Controleer of de instellingen in het programma en het printerstuurprogramma juist zijn, aangezien de instellingen van het printerstuurprogramma en het bedieningspaneel teniet worden gedaan door de instellingen van de toepassing en de instellingen van het bedieningspaneel teniet worden gedaan door het printerstuurprogramma. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. De instellingen van het bedieningspaneel waren niet juist opgeslagen nadat deze waren veranderd. Selecteer de instellingen in het bedieningspaneel opnieuw en druk vervolgens op . Er moet een sterretje (*) rechts van de instelling verschijnen. De Gegevens-indicator brandt, maar er worden geen pagina's afgedrukt. Er zitten gebufferde gegevens in de printer. Druk op om de gegevens in de buffer af te drukken met de instellingen van het bedieningspaneel en om de nieuwe instellingen van het bedieningspaneel te activeren. Als de printer op een netwerk is aangesloten, is het mogelijk dat de instellingen van het bedieningspaneel door een andere gebruiker zijn veranderd. Raadpleeg de netwerkbeheerder om verandering in de instellingen van het bedieningspaneel te coördineren. Lade 3 of lade 4 kan niet worden geselecteerd NLWW Oorzaak Oplossing Lade 3 wordt niet als invoerladeoptie weergegeven op de configuratiepagina of op het bedieningspaneel. Lade 3 verschijnt alleen als een optie als deze is geïnstalleerd. Controleer of lade 3 op de juiste wijze is geïnstalleerd. Lade 3 of lade 4 wordt niet als optie weergegeven in het printerstuurprogramma. Controleer of het printerstuurprogramma zo is geconfigureerd dat lade 3 of 4 wordt herkend. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Problemen met het bedieningspaneel van de printer 221 Onjuiste printeruitvoer Onjuiste lettertypen worden afgedrukt Oorzaak Oplossing Het lettertype is onjuist geselecteerd in het programma. Selecteer het lettertype opnieuw in het programma. Het lettertype is niet beschikbaar voor de printer. Download het lettertype naar de printer of gebruik een ander lettertype. (In Windows doet het stuurprogramma dit automatisch.) Het juiste printerstuurprogramma is niet geselecteerd. Selecteer het juiste printerstuurprogramma. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Niet in staat om alle tekens in een symbolenset af te drukken Oorzaak Oplossing Het juiste lettertype is niet geselecteerd. Selecteer het juiste lettertype. De juiste symbolenset is niet geselecteerd. Selecteer de juiste symbolenset. Het geselecteerde teken of symbool wordt niet ondersteund door het programma. Gebruik een lettertype dat ondersteuning biedt voor het geselecteerde teken of symbool. Dansende tekst tussen afdrukken Oorzaak Oplossing Uw programma stelt de printer niet opnieuw in op de bovenkant van de pagina. Raadpleeg de documentatie voor de software of het PCL/PJL Technical Reference Package voor specifieke informatie. Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces Oorzaak Oplossing De interfacekabel is van slechte kwaliteit. Probeer een andere kabel van hogere kwaliteit die aan de IEEE-norm voldoet. Parallelle kabel mag niet langer zijn dan 10 meter. De interfacekabel is los. Maak de interfacekabel los en sluit deze weer aan. De interfacekabel is beschadigd of defect. Probeer een andere interfacekabel. Het netsnoer is los. Maak het netsnoer los en sluit het weer aan. U probeert een PCL-taak af te drukken, terwijl de Selecteer de juiste printerpersonality op het printer is geconfigureerd voor PostScript-emulatie. bedieningspaneel van de printer en verzend de afdruktaak nogmaals. 222 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Ontbrekende tekens of onderbroken afdrukproces (vervolg) Oorzaak Oplossing U probeert een PostScript-taak af te drukken terwijl de printer is geconfigureerd voor PCL. Selecteer de juiste printerpersonality op het bedieningspaneel van de printer en verzend de afdruktaak nogmaals. Gedeeltelijke afdruk Oorzaak Oplossing Er verschijnt een geheugenfoutbericht op het bedieningspaneel van de printer. 1. Maak printergeheugen vrij door onnodige gedownloade lettertypen, opmaakmodellen en macro’s uit het printergeheugen te wissen; 2. Voeg meer geheugen toe aan de printer. Het bestand dat u afdrukt, bevat fouten. Controleer de software om te zorgen dat het bestand geen fouten bevat. Ga als volgt te werk: 1. Druk vanuit hetzelfde programma een ander bestand af waarvan u weet dat het geen fouten bevat; 2. druk het bestand af vanuit een ander programma. Richtlijnen voor afdrukken met verschillende lettertypen ● De 80 interne lettertypen zijn beschikbaar in de modus PostScript-emulatie (PS) en PCL. ● Download alleen de benodigde lettertypen om printergeheugen te besparen. ● Als u diverse gedownloade lettertypen nodig hebt, kunt u overwegen extra printergeheugen te installeren. Enkele programma’s downloaden automatisch lettertypen bij het begin van elke afdruktaak. Het is misschien mogelijk om die programma’s te configureren om alleen lettertypen te downloaden die niet al in de printer aanwezig zijn. NLWW Onjuiste printeruitvoer 223 Problemen met programma's Niet in staat om systeemselecties te wijzigen door middel van software Oorzaak Oplossing Systeemwijzigingen via software zijn geblokkeerd door het bedieningspaneel van de printer. Raadpleeg uw netwerkbeheerder. Het programma ondersteunt geen systeemwijzigingen. Raadpleeg de documentatie bij de software. Het juiste printerstuurprogramma is niet geladen. Laad het juiste printerstuurprogramma. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Het juiste stuurprogramma voor de toepassing is niet geladen. Laad het juiste stuurprogramma voor de toepassing. Niet in staat om vanuit de software een lettertype te selecteren Oorzaak Oplossing Het lettertype is niet beschikbaar voor het programma. Raadpleeg de documentatie bij de software. Niet in staat om vanuit de software kleuren te selecteren Oorzaak Oplossing Het programma ondersteunt geen kleuren. Zie de documentatie bij het programma. De modus Kleur is niet geselecteerd in uw programma of in het printerstuurprogramma. Selecteer de modus Kleur in plaats van grijstint of zwart-wit. Het juiste printerstuurprogramma is niet geladen. Laad het juiste printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma herkent lade 3, lade 4 of de duplexeenheid niet 224 Oorzaak Oplossing Het printerstuurprogramma is niet geconfigureerd om lade 3, lade 4 of de duplexeenheid te herkennen. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor instructies voor het configureren van het stuurprogramma om printeraccessoires te herkennen. Zie De printerstuurprogramma's openen voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's. De accessoire is mogelijk niet geïnstalleerd. Controleer of de accessoire goed is geïnstalleerd. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Problemen met het afdrukken van kleuren Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur Oorzaak Oplossing De modus Kleur is niet geselecteerd in uw programma of in het printerstuurprogramma. Selecteer in de software of in het printerstuurprogramma de kleur-modus in plaats van grijsschaal of zwart-wit. Zie Pagina’s met printerinformatie voor informatie over het afdrukken van een configuratiepagina. In uw programma is niet het juiste printerstuurprogramma geselecteerd. Selecteer het juiste printerstuurprogramma. Er verschijnt geen kleur op de configuratiepagina. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. Verkeerde tint Oorzaak Oplossing De beveiligingstape is niet van de printcartridge verwijderd. Verwijder de beveiligingstape van de printcartridge met de kleur die ontbreekt. Zie Printcartridges vervangen. Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties voor deze printer. Raadpleeg de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide voor meer informatie. Ga naar http://www.hp.com/ support/lj4650 voor informatie over het bestellen van de HP LaserJet Family Paper Specification Guide. Wanneer u verbinding hebt, kiest u Manuals (Handleidingen). U kunt ook naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide gaan om de handleiding in PDF-indeling te downloaden. U laat de printer werken in uitzonderlijk vochtige omstandigheden. Controleer of de omgeving waarin de printer zich bevindt, binnen de vochtigheidspecificaties valt. Zie Omgevingsspecificaties. Opmerking Voor meer informatie over het oplossen van problemen met kleuren raadpleegt u Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Ontbrekende kleuren NLWW Oorzaak Oplossing Defecte printcartridge van HP. Vervang de cartridge. Wellicht is er een cartridge geïnstalleerd die niet van HP is. Gebruik printcartridges van HP. Problemen met het afdrukken van kleuren 225 Inconsistente kleuren na installatie van een printcartridge Oorzaak Oplossing De beveiligingstape is niet van de printcartridge verwijderd. Verwijder de beveiligingstape van de printcartridge met de kleur die ontbreekt. Zie Printcartridges vervangen. Wellicht is er nog een printcartridge die bijna leeg is. Controleer de meter voor benodigdheden op het bedieningspaneel of druk voor de benodigdheden een statuspagina af. Zie Pagina’s met printerinformatie. Wellicht zijn er printcartridges verkeerd geïnstalleerd. Zorg dat alle printcartridges correct geïnstalleerd zijn. Wellicht is er een cartridge geïnstalleerd die niet van HP is. Gebruik printcartridges van HP. De kleuren die worden afgedrukt, komen niet overeen met de kleuren op het scherm Oorzaak Oplossing Uitzonderlijk lichte schermkleuren worden niet afgedrukt. Het is mogelijk dat uiterst lichte kleuren door de software als wit worden geïnterpreteerd. Als dat zo is, vermijdt u uitzonderlijk lichte kleuren. Uitzonderlijk donkere schermkleuren worden zwart afgedrukt. Het is mogelijk dat uiterst donkere kleuren door de software als zwart worden geïnterpreteerd. Als dat zo is, vermijdt u uitzonderlijk donkere kleuren. De kleuren op het scherm van de computer zijn anders dan de afgedrukte kleuren van de printer. Selecteer op het tabblad Kleurregeling van het printerstuurprogramma de optie Schermovereenkomst. Opmerking Het overeenstemmen van de afgedrukte kleuren met de kleuren op het scherm wordt beïnvloed door diverse factoren. Deze factoren zijn o.a. het afdrukmateriaal, licht van boven, programma’s, besturingssysteempaletten, de monitor en de videokaarten en de stuurprogramma's. 226 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Wanneer er af en toe problemen optreden met de afdrukkwaliteit, kunt u het probleem oplossen aan de hand van de informatie in dit gedeelte. Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door het afdrukmateriaal Bepaalde problemen met de afdrukkwaliteit zijn het gevolg van gebruik van verkeerd afdrukmateriaal. ● Gebruik papier dat voldoet aan de papierspecificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. ● Het oppervlak van het afdrukmateriaal is te glad. Gebruik afdrukmateriaal dat voldoet aan de papierspecificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. ● Het stuurprogramma is niet goed ingesteld. Wijzig de instelling voor de papiersoort in glans voor lade 2, 3 of 4 of in zwaar of zwaarglanzend voor lade 1. ● Het afdrukmateriaal dat u gebruikt, is te zwaar voor de printer en de toner hecht niet aan het afdrukmateriaal. ● De transparanten die u gebruikt, zijn niet ontwikkeld voor het vereiste hechten van de toner. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn ontwikkeld voor HP Color LaserJet printers. ● Het vochtigheidsgehalte van het papier is ongelijkmatig, te hoog of te laag. Gebruik papier uit een andere bron of open een nieuw pak papier. ● Delen van het papier nemen geen toner op. Gebruik papier uit een andere bron of open een nieuw pak papier. ● Het door u gebruikte briefhoofd wordt afgedrukt op ruw papier. Gebruik gladder kopieerpapier. Als het probleem hierdoor opgelost wordt, neemt u contact op met de drukker van uw briefhoofdpapier om te controleren of het gebruikte papier voldoet aan de specificaties voor deze printer. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. ● Het papier is te ruw. Gebruik gladder kopieerpapier. Problemen met transparanten Transparanten kunnen dezelfde kwaliteitsproblemen te zien geven als ander afdrukmateriaal en daarnaast een aantal problemen specifiek aan het afdrukken van transparanten. Omdat transparanten bovendien plooibaar zijn in het afdruktraject, laten de papierverwerkingscomponenten er gemakkelijk sporen op na. NLWW Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 227 Opmerking Laat transparanten minstens 30 seconden afkoelen voordat u ze oppakt. ● Ga naar het tabblad Papier van het printerstuurprogramma en selecteer Transparant als het soort afdrukmateriaal. Zorg tevens dat de lade juist is geconfigureerd voor transparanten. ● Zorg ervoor dat de transparanten voldoen aan de specificaties voor deze printer. Zie Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal. Raadpleeg HP LaserJet Family Print Media Guide voor meer informatie. Zie http://www.hp.com/support/lj4650 voor bestelinformatie over de HP LaserJet Family Print Media Guide. Voor handleidingen die u kunt downloaden, gaat u naar http://www.hp.com/support/ lj4650. Wanneer u verbinding hebt, kiest u Manuals (Handleidingen). U kunt ook naar http://www.hp.com/supportljpaperguide gaan om de handleiding in PDF-indeling te downloaden. ● Pak transparanten altijd bij de randen vast. Vet afkomstig van de huid op het oppervlak van de transparanten kan vlekken en vegen veroorzaken. ● Kleine, verspreide donkere plekken op de onderrand van pagina's die vaste kleuren bevatten, kunnen veroorzaakt worden door transparanten die samenkleven in de uitvoerbak. Probeer een kleiner aantal transparanten af te drukken. ● De geselecteerde kleuren zien er na afdrukken niet uit zoals verwacht. Selecteer andere kleuren in de software of in het printerstuurprogramma. ● Als u een reflectieprojector gebruikt, dient u in plaats daarvan een gewone overheadprojector te gebruiken. Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving De printer werkt in uitzonderlijk vochtige of droge omstandigheden. Controleer of de afdrukomgeving binnen de specificaties valt. Zie Omgevingsspecificaties. Afdrukkwaliteitproblemen veroorzaakt door storingen ● Zorg ervoor dat al het afdrukmateriaal uit de papierbaan is verwijderd. Zie Herstel na papierstoringen. ● De printer is kort geleden vastgelopen. Druk twee of drie pagina's af om de printer te reinigen. ● Het afdrukmateriaal wordt niet door de fusereenheid gevoerd wat tot problemen leidt op navolgende documenten. Druk twee of drie pagina's af om de printer te reinigen. Als het probleem echter aanhoudt, raadpleegt u het volgende gedeelte. Pagina voor problemen oplossen De pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit bieden informatie over aspecten van de afdrukkwaliteit. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 228 2. Druk op om DIAGNOSTIEK te markeren. 3. Druk op om DIAGNOSTIEK te selecteren. 4. Druk op om PQ PROBLEEMOPLOSSING te markeren. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW 5. Druk op om PQ PROBLEEMOPLOSSING te selecteren. Het bericht Afdrukken... PQ probleemoplos. wordt weergegeven in het bedieningspaneel tot de printer klaar is met het afdrukken van de pagina. De printer keert terug naar de status Gereed na het afdrukken van de informatie voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit. De informatie voor de probleemoplossing bestaat uit een aparte pagina voor iedere kleur (cyaan, magenta, geel en zwart), printergegevens over de afdrukkwaliteit, instructies voor het interpreteren van de informatie en procedures voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit. Als het volgen van deze procedures geen verbetering biedt in de afdrukkwaliteit, gaat u naar http://www.hp.com/support/lj4650. Hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit Met het hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit kunt u voor de HP Color LaserJet 4650 problemen met de afdrukkwaliteit opsporen en verhelpen. Het hulpprogramma bevat standaardafbeeldingen waarmee op toegankelijke wijze voor veel afdrukkwaliteitsproblemen een oplossing wordt gegeven. Hierbij wordt gebruikgemaakt van eenvoudige, stapsgewijze aanwijzingen voor het afdrukken van pagina's met informatie over het oplossen van problemen die vervolgens kunnen worden gebruikt om afdrukkwaliteitsproblemen te isoleren en mogelijke oplossingen te bieden. Ga voor het hulpprogramma voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit naar de volgende URL: http://www.hp.com/go/printquality/clj4650 De printer kalibreren De HP Color LaserJet 4650 wordt regelmatig automatisch gekalibreerd en gereinigd om de hoogste afdrukkwaliteit te behouden. De gebruiker kan ook via het bedieningspaneel instellen dat de printer moet worden gekalibreerd met NU SNEL KALIBREREN of NU VOLLEDIG KALIBREREN in het menu KALIBRATIE en AFDRUKKWALITEIT. NU SNEL KALIBREREN wordt gebruikt voor de kalibratie van de kleurtonen (D-Max & D-Half) en duurt ongeveer 86 seconden. Als de kleurdichtheid of -toon niet juist lijkt, kunt u een snelle kalibratie uitvoeren. Volledige kalibratie omvat de routines van Snelle kalibratie, Drumfasekalibratie en Registratie van kleurvlakken (CPR). Dit duurt ongeveer 3 minuten en 15 seconden. Als de kleurlagen (cyaan, magenta, geel, zwart) op de afgedrukte pagina verschoven lijken ten opzichte van elkaar, moet u Volledige kalibratie uitvoeren. De HP Color LaserJet 4650 is voorzien van een nieuwe functie waarmee de kalibratie desgewenst kan worden overgeslagen, zodat de printer sneller beschikbaar is. Als de printer bijvoorbeeld wordt uitgeschakeld en snel weer ingeschakeld (binnen 20 seconden), is kalibratie niet nodig en wordt overgeslagen. Hierdoor is de printer één minuut eerder beschikbaar. Wanneer de printer wordt gekalibreerd en gereinigd, wordt het afdrukken stopgezet totdat de printer klaar is met het kalibratie- en reinigingsproces. Voor de meeste kalibraties en reinigingen wordt een afdruktaak niet onderbroken, maar wordt eerst de taak voltooid voordat de kalibratie of reiniging wordt gestart. 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. NLWW 2. Druk op om Apparaat configureren te markeren. 3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 229 4. Druk op om AFDRUKKWALITEIT te markeren. 5. Druk op om AFDRUKKWALITEIT te selecteren. 6. Druk op om NU SNEL KALIBREREN te markeren. 7. Druk op om NU SNEL KALIBREREN te selecteren. OF Gebruik voor een volledige kalibratie NU VOLLEDIG KALIBREREN in plaats van NU SNEL KALIBREREN in stappen 6 en 7. Schema voor problemen met de afdrukkwaliteit Gebruik de voorbeelden in het schema voor problemen met de afdrukkwaliteit om te bepalen welk probleem is opgetreden en raadpleeg vervolgens de bijbehorende pagina's voor informatie over het oplossen van het probleem. Ga naar http://www.hp.com/support/lj4650 voor de meest recente informatie en procedures voor de oplossing van problemen. Opmerking In het schema voor problemen met de afdrukkwaliteit wordt verondersteld dat afdrukmateriaal met Letter- of A4-formaat wordt gebruikt dat met de korte zijde naar voren door de printer is verplaatst (staande afdrukstand). Een afbeelding zonder fouten 230 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Horizontale lijnen of strepen Onjuist uitgelijnde kleuren ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● ● Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. Verticale lijnen ● NLWW Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. Kalibreer de printer. Terugkerende problemen ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 231 232 Kleurverbleking in alle kleuren Kleurverbleking in één kleur ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Kalibreer de printer. ● Kalibreer de printer. ● Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Vingerafdrukken en deukjes in het afdrukmateriaal ● Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. ● Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal geen kreukels of deukjes heeft van het oppakken en dat het afdrukmateriaal niet is bevlekt met zichtbare vingerafdrukken of andere substanties. ● NLWW Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. Losse toner ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. ● Controleer of het soort en formaat afdrukmateriaal voor de lade juist zijn ingesteld op het bedieningspaneel voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. ● Controleer of het afdrukmateriaal juist is geplaatst, de geleiders aan de zijkant de randen van de stapel afdrukmateriaal raken en dat de schakelaar voor de lade juist is ingesteld. Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal geen kreukels of deukjes heeft van het oppakken en dat het afdrukmateriaal niet is bevlekt met zichtbare vingerafdrukken of andere substanties. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 233 Tonervlekken ● 234 Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing Witte gebieden op de pagina ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. ● Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal geen kreukels of deukjes heeft van het oppakken en dat het afdrukmateriaal niet is bevlekt met zichtbare vingerafdrukken of andere substanties. ● Controleer of het soort en formaat afdrukmateriaal voor de lade juist zijn ingesteld op het bedieningspaneel voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. ● Kalibreer de printer. ● Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. NLWW Beschadigd afdrukmateriaal (kreukels, krullingen, vouwen, scheuren) ● ● Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. ● Controleer of het afdrukmateriaal juist is geplaatst. ● Controleer of het soort en formaat afdrukmateriaal voor de lade juist zijn ingesteld op het bedieningspaneel voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. ● Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal geen kreukels of deukjes heeft van het oppakken en dat het afdrukmateriaal niet is bevlekt met zichtbare vingerafdrukken of andere substanties. ● Controleer of de volgende benodigdheden juist zijn geïnstalleerd: ● NLWW Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● fuser ● transportriem Spikkels of verspreide toner ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. ● Controleer of het soort en formaat afdrukmateriaal voor de lade juist zijn ingesteld op het bedieningspaneel voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. ● Kalibreer de printer. ● Druk de pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit af (zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen) en voer de diagnostische procedure uit die op de eerste pagina wordt beschreven om te bepalen in welke component het probleem is opgetreden. Controleer de storinggebieden en verwijder vastgelopen of gescheurd afdrukmateriaal. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 235 Scheve, uitgerekte of onjuist uitgelijnde pagina ● Controleer of er aan de vereisten met betrekking tot de werking en de locatie van de printer is voldaan. ● Gebruik ondersteund afdrukmateriaal. ● Controleer of het afdrukmateriaal juist is geplaatst. ● Als de pagina scheef is, draait u de stapel afdrukmateriaal om en draait u de stapel 180 graden. ● Controleer of de volgende benodigdheden juist zijn geïnstalleerd: ● 236 ● fuser ● transportriem Controleer de storinggebieden en verwijder vastgelopen of gescheurd afdrukmateriaal. Hoofdstuk 8 Probleemoplossing NLWW Geheugenkaarten en printservers gebruiken Printergeheugen en lettertypen De printer heeft twee 200-pins DDR SDRAM-sleuven. Er is één sleuf beschikbaar voor het toevoegen van geheugen aan de printer. DDR SDRAM-geheugen is beschikbaar in geheugenmodules van 128 en 256 MB. Opmerking Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 4650 series printers maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Daarnaast heeft de printer drie flash-geheugenkaartsleuven voor printerfirmware, lettertypen en andere oplossingen. ● Opmerking De eerste flash-geheugenkaart is bedoeld voor printerfirmware. Gebruik de eerste flash-geheugenkaartsleuf alleen voor firmware. De sleuf wordt aangeduid met 'Firmware Slot'. ● Via de twee extra flash-geheugenkaartsleuven kan de gebruiker lettertypen en oplossingen van derden toevoegen, zoals handtekeningen en personality's. De sleuven worden aangeduid met 'Slot 2' en 'Slot 3'. Ga naar http://www.hp.com/go/gsc voor meer informatie over de beschikbare oplossingen. Opmerking Flash-geheugenkaarten voldoen aan de specificaties en het formaat van Compact Flash. VOORZICHTIG Plaats geen flash-geheugenkaart die bedoeld is voor de aansluiting van een digitale camera op de printer. Het rechtstreeks afdrukken van foto's via een flash-geheugenkaart wordt niet ondersteund door de printer. Als u een flash-geheugenkaart voor camera's installeert, wordt er een bericht op het bedieningspaneel weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de flashgeheugenkaart opnieuw wilt formatteren. Als u de kaart opnieuw wilt formatteren, gaan alle gegevens op de kaart verloren. U kunt meer geheugen aan de printer toevoegen als u regelmatig complexe illustraties of PSdocumenten afdrukt of veel gedownloade lettertypen gebruikt. Extra geheugen stelt de printer tevens in staat om meerdere, gesorteerde exemplaren op maximale snelheid af te drukken. Opmerking De SIMM’s (Single In-line Memory Modules) / DIMM's (Dual In-line Memory Modules) die bij eerdere HP LaserJet printers zijn gebruikt, zijn niet compatibel met deze printer. Opmerking Zie Benodigdheden en accessoires voor het bestellen van DDR SDRAM. Voordat u extra geheugen bestelt, is het verstandig een configuratiepagina af te drukken en te controleren hoeveel geheugen er is geïnstalleerd. NLWW Printergeheugen en lettertypen 237 Een configuratiepagina afdrukken 1. Druk op MENU om naar MENU'S te gaan. 238 2. Druk op om Informatie te markeren. 3. Druk op om Informatie te selecteren. 4. Druk op om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te markeren. 5. Druk op om de configuratiepagina af te drukken. Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW Geheugen en lettertypen installeren U kunt extra geheugen voor de printer installeren. Daarnaast kunt u een lettertypekaart installeren voor het afdrukken van bijvoorbeeld Chinese tekens of het Cyrillisch alfabet. VOORZICHTIG DIMM's kunnen door statische elektriciteit worden beschadigd. Draag bij het hanteren van DIMM's een antistatische polsband of raak regelmatig de antistatische verpakking van de DIMM aan en raak vervolgens blank metaal op de printer aan. DDR DIMM's installeren 1. Zet de printer uit. 2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels. 3. Zoek naar de formatter-kaart in de achterkant van de printer. NLWW Geheugen en lettertypen installeren 239 4. Verwijder met een kruiskopschroevendraaier de acht schroeven waarmee de kaart is vastgezet en bewaar deze. 5. Schuif de formatter-kaart uit de printer en leg deze op een schoon, vlak, geaard oppervlak. 6. Als u een geïnstalleerde DDR DIMM wilt vervangen, opent u de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM-sleuf, tilt u de DDR DIMM schuin omhoog en trekt u deze eruit. 7. Haal de nieuwe DIMM uit de antistatische verpakking. Zoek naar de inkeping in de onderrand van de DIMM. 240 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW 8. Houd de DIMM bij de randen vast, lijn de inkeping van de DIMM schuin uit op de streep van de DIMM-sleuf en duw de DIMM stevig in de sleuf totdat deze goed vastzit. Wanneer de DIMM juist is geïnstalleerd, zijn de metalen contactpunten niet zichtbaar. 9. Druk de DIMM omlaag totdat de DIMM vastklikt in de twee vergrendelingen. Opmerking NLWW Als u problemen hebt met het aanbrengen van de DIMM, moet u ervoor zorgen dat de inkeping in de onderrand van de DIMM is uitgelijnd met de streep van de sleuf. Als de DIMM nog steeds niet kan worden geplaatst, controleert u of u het juiste type DIMM probeert te installeren. Geheugen en lettertypen installeren 241 10. Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de boven- en onderkant van de sleuf en schuif de kaart terug in de printer. Draai de acht schroeven die in stap 4 zijn verwijderd, weer vast. 11. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en schakel de printer in. 12. Als u een geheugen-DIMM hebt geïnstalleerd, gaat u naar Geheugen activeren. Een flash-geheugenkaart installeren 242 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW VOORZICHTIG Installeer geen flash-geheugenkaart die bedoeld is voor de aansluiting van een digitale camera in de printer. Het rechtstreeks afdrukken van foto's via een flash-geheugenkaart wordt niet ondersteund door de printer. Als u een flash-geheugenkaart voor camera's installeert, wordt er een bericht op het bedieningspaneel weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de flash-geheugenkaart opnieuw wilt formatteren. Als u de kaart opnieuw wilt formatteren, gaan alle gegevens op de kaart verloren. 1. Zet de printer uit. 2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels. 3. Zoek naar de formatter-kaart in de achterkant van de printer. NLWW Geheugen en lettertypen installeren 243 4. Verwijder met een kruiskopschroevendraaier de acht schroeven waarmee de kaart is vastgezet en bewaar deze. 5. Schuif de formatter-kaart uit de printer en leg deze op een schoon, vlak, geaard oppervlak. 244 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW 6. Lijn de groef aan de zijkant van de flash-geheugenkaart uit op de inkepingen in de connector en duw de kaart in de sleuf totdat deze goed vastzit. VOORZICHTIG Plaats de flash-geheugenkaart niet schuin in de sleuf. Opmerking De eerste flash-geheugensleuf die wordt aangeduid met 'Firmware Slot' is alleen bedoeld voor firmware. Sleuf 2 en 3 moeten worden gebruikt voor alle andere oplossingen. 7. Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de boven- en onderkant van de sleuf en schuif de kaart terug in de printer. Draai de acht schroeven die in stap 4 zijn verwijderd, weer vast. NLWW Geheugen en lettertypen installeren 245 8. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en schakel de printer in. Geheugen activeren Als u een geheugen-DIMM hebt geïnstalleerd, moet het printerstuurprogramma zo ingesteld worden dat het extra geheugen gedetecteerd wordt. Geheugen activeren voor Windows 98, ME en NT 1. Klik in het menu Start op de optie Instellingen en klik op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Configureren op Meer. 4. Typ of selecteer in het veld Totaal geheugen de totale grootte van het geheugen dat nu is geïnstalleerd. 5. Klik op OK. Geheugen activeren voor Windows 2000 en XP 1. Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en klik op Printers of Printers en faxen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen op Printergeheugen (in het gedeelte Installeerbare opties). 4. Selecteer de totale hoeveelheid geheugen die nu is geïnstalleerd. 5. Klik op OK. 246 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW Een HP Jetdirect-printserver installeren Het basismodel van de printer beschikt over een EIO-sleuf waarin een HP Jetdirectprintserver kan worden geïnstalleerd. Een HP Jetdirect-printserver installeren 1. Zet de printer uit. 2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels. 3. Zoek naar een lege EIO-sleuf. Verwijder de twee schroeven waarmee het dekplaatje van de EIO-sleuf op de printer is vastgezet en verwijder het dekplaatje. Deze schroeven en het klepje hebt u later nodig. NLWW Een HP Jetdirect-printserver installeren 247 4. Steek de HP JetDirect-printserver stevig in de EIO-sleuf. Breng de bij de printserver geleverde schroeven aan en draai ze vast 5. Sluit de netwerkkabel aan. 6. Sluit het netsnoer opnieuw aan en schakel de printer in. 248 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW 7. Druk een configuratiepagina af (zie Configuratiepagina). Naast een configuratiepagina voor de printer en de pagina met de status voor benodigdheden, wordt er voor de HP Jetdirect-printserver een configuratiepagina afgedrukt met informatie over de configuratie en de status van het netwerk. Als deze pagina niet wordt afgedrukt, moet u de printserver verwijderen en opnieuw installeren om ervoor te zorgen dat deze goed in de sleuf is aangebracht. 8. Voer een van de volgende stappen uit: NLWW ● Kies de juiste poort. Raadpleeg de documentatie van de computer of het besturingssysteem voor instructies. ● Installeer de software opnieuw en kies deze keer de optie voor netwerkinstallatie. Een HP Jetdirect-printserver installeren 249 250 Bijlage A Geheugenkaarten en printservers gebruiken NLWW Benodigdheden en accessoires Als u benodigdheden in de Verenigde Staten wilt bestellen, gaat u naar: http://www.hp.com/ go/ljsupplies. Ga anders naar: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html. Als u accessoires wilt bestellen, gaat u naar http://www.hp.com/go/accessories. Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor printers met een netwerkverbinding) Voer de volgende stappen uit om de printerbenodigdheden rechtstreeks via de geïntegreerde webserver te bestellen, zie De geïntegreerde webserver gebruiken. 1. Ga naar de webbrowser van uw computer en typ het IP-adres van de printer. Het venster met de printerstatus wordt weergegeven. Of ga naar de URL die u in een waarschuwingse-mail hebt ontvangen. 2. Klik op Overige koppelingen. 3. Klik op Benodigdheden bestellen. De browser opent een pagina waarop u kunt kiezen of u gegevens over de printer naar HP wilt verzenden. Daarnaast beschikt u over de optie om benodigdheden te bestellen zonder de printergegevens naar HP te verzenden. 4. Selecteer de onderdeelnummers die u wilt bestellen en volg de instructies op het scherm. NLWW Rechtstreeks bestellen via de geïntegreerde webserver (voor printers met een netwerkverbinding) 251 Rechtstreeks bestellen via HP werkset Via HP werkset kunt u benodigdheden rechtstreeks via de computer bestellen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u aan de volgende twee eisen voldoen: ● De HP werkset moet zijn geïnstalleerd op de computer. (De software wordt automatisch geïnstalleerd als onderdeel van de standaardinstallatie.) ● U dient toegang te hebben tot het web 1. Klik op het pictogram HP werkset rechtsonder in het scherm (rechts op de startbalk van Windows). De software wordt geopend in de webbrowser. (Of kies Programma's en HP werkset in het menu Start.) 2. Klik links op het scherm op Overige koppelingen. 3. Klik op Benodigdheden bestellen. De pagina voor het aanschaffen van benodigdheden wordt in de browser geopend. 4. Selecteer de benodigdheden die u wilt bestellen. Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers Artikel Onderdeelnummer Type/grootte Geheugen J6073A Vaste schijf van de printer C4287A Flash-DIMM (4 MB) Q2635AC DIMM-32 MB flash-geheugenkaart Q2630A DIMM-128 MB DDR 200-pins SDRAM Q2631A DIMM-256 MB DDR 200-pins SDRAM J7934A HPJetdirect 620n Fast Ethernetprintserver C9667A Printerkast Q3673A Optionele papierinvoer voor 500 vel (lade 3) Q3674A Optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 3 en lade 4) C9720A Zwarte printcartridge C9721A Cyaan printcartridge C9722A Gele printcartridge C9723A Magenta printcartridge Q3675A Transferkit Q3676A Fuserkit (110 V) Q3677A Fuserkit (220 V) Accessoires Printerbenodigdheden 252 Bijlage B Benodigdheden en accessoires NLWW Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers (vervolg) Artikel Onderdeelnummer Type/grootte Kabels C2946A Een parallelle kabel die voldoet aan IEEE-1284-C met een lengte van 3 meter en met een 25-pins male/micro 36-pins male stekker ('C'-grootte) 92215S Macintosh DIN-8-printerkabel C2947A Parallelle kabel van 10 meter 92215N HP LocalTalk-kabelkit C2934A HP Color LaserJet Transparanten (Letter) Afdrukmateriaal 50 vel C2936A HP Color LaserJet-transparanten (A4) 50 vel C4179A HP LaserJet Soft Gloss-papier (Letter) 200 vel C4179B HP LaserJet Soft Gloss-papier (A4) 200 vel Documentatie Q1298A HP LaserJet Tough-papier (Letter) Q1298B HP LaserJet Tough-papier(A4) HPU1132 HP Premium Choice LaserJet-papier (Letter) CHP410 HP Premium Choice LaserJet-papier (A4) HPJ1124 HP LaserJet-papier (Letter) CHP310 HP LaserJet-papier (A4) Q2413A HP premium Cover-papier van Letterformaat (8,5 bij 11 inch), 100 vel Q2420A HP High Gloss-laserpapier 5963-7863 HP LaserJet Printer Family Print Media Guide 5021-0337 PCL/PJL Technical Reference Package U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. NLWW Rechtstreeks bestellen via HP werkset 253 Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers (vervolg) Artikel Onderdeelnummer Type/grootte Q3668-90909 Gebruikershandleiding HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Q3668-90902 Beknopte installatiehandleiding HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Q3673-90901 Installatiehandleiding voor de invoerlade voor 500 vel van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Q3674-90901 Installatiehandleiding voor de invoerlade voor 2 x 500 vel van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Installatiehandleiding voor de printcartridge van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Q3675-90901 Installatiehandleiding voor de transferkit van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. 254 Bijlage B Benodigdheden en accessoires NLWW Benodigdheden, accessoires en onderdeelnummers (vervolg) Artikel Onderdeelnummer Type/grootte Q3676-90901 Installatiehandleiding voor de fuserkit van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Installatiehandleiding voor de printerkast van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. Technische naslaggids voor software van de HP Color LaserJet 4650 series U kunt een versie van deze handleiding ook downloaden via: http://www.hp.com/support/lj4650. Kies Manuals (Handleidingen) wanneer u verbinding hebt. NLWW Rechtstreeks bestellen via HP werkset 255 256 Bijlage B Benodigdheden en accessoires NLWW Service en ondersteuning Beperkte garantie van Hewlett-Packard HP-PRODUCT HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn en 4650hdn printer DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE Eén jaar HP geeft u, de eindgebruiker-afnemer, de garantie dat na de aankoopdatum, gedurende de bovengenoemde periode, haar computerhardware en accessoires vrij zijn van defecten in materiaal en vakmanschap. Als HP in kennis wordt gesteld van voornoemde defecten gedurende de garantieperiode, zal HP, naar eigen goeddunken, producten die defect blijken, repareren of vervangen. Vervangende producten kunnen nieuw dan wel zo goed als nieuw zijn. HP garandeert dat de software van HP, indien deze op de juiste wijze wordt geïnstalleerd en gebruikt, gedurende de hierboven gemelde periode geen defecten zal vertonen bij het uitvoeren van de programmeringsinstructies als gevolg van materiaal- en constructiefouten. Als HP in kennis wordt gesteld van voornoemde defecten gedurende de garantieperiode, zal HP de softwareproducten die de programma-instructies niet naar behoren uitvoeren als gevolg van voornoemde defecten, vervangen. HP garandeert niet dat de werking van HP-producten storing- of foutvrij zal zijn. Mocht HP niet in staat zijn het product binnen redelijke termijn te repareren of te vervangen, dan zal de aankoopprijs worden terugbetaald nadat het product is geretourneerd. HP-producten bevatten wellicht herstelde of incidenteel gebruikte onderdelen die qua werking gelijk zijn aan nieuwe onderdelen. De garantie heeft geen betrekking op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende onderhoud of kalibreren, (b) niet door HP geleverde software, interfacing, onderdelen of benodigdheden, (c) onbevoegde aanpassingen of verkeerd gebruik, (d) gebruik buiten de beschreven omgevingsspecificaties voor het product of (e) onjuiste voorbereiding of slecht onderhoud van de locatie. De beperkte garantie van HP is geldig in elk land/elke regio of elke locatie waar HP ondersteuningsdiensten voor dit product heeft en waar HP dit product heeft uitgebracht. Het niveau van garantieservice dat u ontvangt kan variëren door lokale bepalingen. Vorm, geschiktheid of functies zullen door HP niet worden aangepast om het product te laten werken in een land/regio waar het product conform de wet of voorschriften niet voor is bedoeld. GENOEMDE GARANTIES ZIJN EXCLUSIEF, VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR TOEPASSELIJKE WETGEVING, EN ER WORDEN GEEN ANDERE SCHRIFTELIJKE NOCH MONDELINGE DANWEL IMPLICIETE GARANTIES VERSTREKT. HP AANVAARDT MET NAME GEEN IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID, AANVAARDBARE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Sommige landen/regio's, staten en provincies staan geen beperkingen toe van de lengte van stilzwijgende garantiebepalingen, zodat het mogelijk is dat de bovengenoemde beperking of uitsluiting niet op u van toepassing is. Deze garantie biedt u specifieke wettelijke rechten en het is mogelijk dat u nog andere rechten geniet die van land/regio tot land/regio, staat tot staat of van provincie tot provincie kunnen verschillen. NLWW Beperkte garantie van Hewlett-Packard 257 VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR LOKALE WETGEVING, ZIJN DE RECHTSMIDDELEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN EXCLUSIEVE RECHTSMIDDELEN. BEHALVE ZOALS HIERBOVEN OMSCHREVEN, ZAL HP IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VERLIES VAN GEGEVENS OF VOOR DIRECTE, UITZONDERLIJKE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING) OF ANDERE SCHADE, ONGEACHT HET FEIT OF DEZE SCHADE BERUST OP CONTRACT, BENADELING OF ANDERSZIJDS. In sommige landen/regio's, staten en provincies is de uitsluiting van of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet geldig, zodat het mogelijk is dat de voorgaande beperking of uitsluiting niet op u van toepassing is. DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT, MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP. 258 Bijlage C Service en ondersteuning NLWW Printcartridge Verklaring van beperkte garantie Deze printcartridge van HP is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap. De garantie heeft geen betrekking op printcartridges die (a) zijn bijgevuld, gereviseerd, hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik, onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of (c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik. Als u gedurende de garantieperiode service nodig hebt, wordt u verzocht het product terug te brengen naar de winkel waar het product is aangeschaft (met een schriftelijke omschrijving van het probleem en afdrukvoorbeelden) of contact op te nemen met de klantenondersteuning van HP. HP zal, naar eigen goeddunken, producten die defect blijken, vervangen of de aankoopprijs hiervan vergoeden. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING IS DE BOVENSTAANDE GARANTIE EXCLUSIEF EN WORDT GEEN ANDERE GARANTIE OF VOORWAARDE, SCHRIFTELIJK OF MONDELING, UITGEDRUKT OF GEÏMPLICEERD. HP WIJST MET NAME ALLE IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING ZIJN HP OF ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN VERLIES VAN WINST OF GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, ONTSTAAN DOOR CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT, MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP. NLWW Printcartridge Verklaring van beperkte garantie 259 Fuser- en transfereenheid Verklaring van beperkte garantie Dit product van HP is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap tot op het bedieningspaneel van de printer wordt aangegeven dat de levensduur verstreken is. Deze garantie heeft geen betrekking op producten die (a) zijn gereviseerd, hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik, onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of (c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik. Als u gedurende de garantieperiode service nodig hebt, wordt u verzocht het product terug te brengen naar de winkel waar het product is aangeschaft (met een schriftelijke omschrijving van het probleem) of contact op te nemen met de klantenondersteuning van HP. HP zal, naar eigen goeddunken, producten die defect blijken, vervangen of de aankoopprijs hiervan vergoeden. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING IS DE BOVENSTAANDE GARANTIE EXCLUSIEF EN WORDT GEEN ANDERE GARANTIE OF VOORWAARDE, SCHRIFTELIJK OF MONDELING, UITGEDRUKT OF GEÏMPLICEERD. HP WIJST MET NAME ALLE IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING ZIJN HP OF ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN VERLIES VAN WINST OF GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, ONTSTAAN DOOR CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT, MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP. 260 Bijlage C Service en ondersteuning NLWW Onderhoudsovereenkomsten van HP HP heeft diverse soorten onderhoudsovereenkomsten die aan de behoefte aan verschillende soorten ondersteuning tegemoetkomen. Onderhoudsovereenkomsten behoren niet tot de standaardgarantie. Ondersteunde services kunnen per land/regio verschillen. Vraag uw plaatselijke HP dealer welke services voor u beschikbaar zijn. On-site servicecontracten Om u de ondersteuning te geven die het beste overeenkomt met uw behoeften, heeft HP overeenkomsten voor on-site-service met drie responstijden: Voorrangsservice ter locatie van de klant ("on-site"-service) Met deze overeenkomst verleent HP binnen 4 uur service bij de klant wanneer het verzoek binnen de normale werktijden van HP is gedaan. Service de volgende dag ter locatie van de klant ("next-day on-site"service) Deze overeenkomst biedt ondersteuning op de werkdag na de dag waarop een verzoek om service is ontvangen. Service buiten normale uren en het normale servicegebied van HP is verkrijgbaar voor de meeste overeenkomsten (tegen extra kosten). Wekelijkse service ter locatie van de klant (volumeservice) Volgens deze overeenkomst worden organisaties met veel HP-producten wekelijks bezocht voor service. Deze overeenkomst is bedoeld voor vestigingen waar 25 of meer werkstationproducten, zoals printers, plotters, computers en schijfstations worden gebruikt. NLWW Onderhoudsovereenkomsten van HP 261 262 Bijlage C Service en ondersteuning NLWW Printerspecificaties Afmetingen NLWW Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht HP Color LaserJet 4650 566 mm 480 mm 456 mm 36,3 kg HP Color 654 mm LaserJet 4650 met optioneel verkrijgbare lade 3 480 mm 456 mm 43,8 kg HP Color LaserJet 4650 met optionele invoerlade voor 2 x 500 vel 645 mm 460 mm 65,8 kg 1035 mm 263 Voedingsspecificaties Voedingsvereisten Modellen op 110 V Modellen op 220 V 110-127 V (+/- 10 procent) 220-240 V (+/- 10 procent) 50/60 Hz (+/- 2 Hz) 50/60 Hz (+/- 2 Hz) Stroomverbruik (gemiddeld, in watt) Stroomverbruik (gemiddeld, in watt) Opmerking Productmodel Actief (22 ppm Letter) Inactiviteit PowerSave Uit Warmteafgifte bij inactiviteit (BTU/uur) HP Color LaserJet 4650 560 38 26 0,3 130 HP Color LaserJet 4650n 560 38 26 0,3 130 HP Color LaserJet 4650dn 560 38 26 0,3 130 HP Color LaserJet 4650dtn 560 38 26 0,3 130 HP Color LaserJet 4650hdn 560 40 31 0,3 137 De waarden zijn onder voorbehoud van wijzigingen. Ga naar http://www.hp.com/support/ lj4650 voor recente informatie. Standaard activeringstijd voor PowerSave is 30 minuten. 264 Bijlage D Printerspecificaties NLWW Geluidsniveau Opmerking NLWW Geluidsniveau Volgens ISO 9296 Actief (22 ppm Letter) LWAd=6,5 bels (A) [65 dB (A)] Inactiviteit LWAd=5,0 bels (A) [50 dB (A)] SPL - positie van omstanders Volgens ISO 9296 Actief (22 ppm Letter) LpAm=51 dB (A) Inactiviteit LpAm=34 dB (A) De waarden zijn onder voorbehoud van wijzigingen. Ga naar http://www.hp.com/support/ lj4650 voor recente informatie. Geluidsniveau 265 Omgevingsspecificaties 266 Specificatie Aanbevolen Temperatuur 17 tot 25 °C Vochtigheid 30 tot 70 procent relatieve vochtigheid (RH) Hoogte 0 tot 2600 m Bijlage D Printerspecificaties NLWW Overheidsinformatie FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisie-ontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur in en uit te schakelen, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op een of meer van de volgende manieren: Opmerking ● de ontvangstantenne verplaatsen of anders richten; ● de afstand tussen het apparaat en de ontvanger vergroten; ● de apparatuur aansluiten op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop het ontvangstapparaat is aangesloten; ● de dealer of een ervaren RTV-monteur raadplegen. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om met deze apparatuur te werken, tenietdoen. Om te voldoen aan de limieten voor apparaten uit de klasse B zoals gesteld in Deel 15 van de FCC-voorschriften, is het gebruik van een afgeschermde interfacekabel verplicht. NLWW FCC-voorschriften 267 Programma voor milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op het milieu beperken. Ozon-productie Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O3) voort. Energieverbruik Het energieverbruik daalt aanzienlijk in de PowerSave-modus (laag energieverbruik). Dat betekent niet alleen een besparing van natuurlijke hulpbronnen, maar ook van geld, zonder dat de hoge prestaties van deze printer worden beïnvloed. Dit product voldoet aan de vereisten van het ENERGY STAR®-programma (versie 3.0). Dit is een vrijwillig programma voor ontwikkeling van kantoorproducten met efficiënt energieverbruik. ENERGY STAR® is een in de Verenigde Staten gedeponeerd servicemerk van de Amerikaanse Environmental Protection Agency. Als partner van ENERGY STAR® heeft Hewlett-Packard Company bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR® voor efficiënt energieverbruik. Ga naar http://www.energystar.gov/ voor meer informatie. Papierverbruik De optionele functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (zie Dubbelzijdig afdrukken (duplex)) en de functie n-per-vel (meerdere pagina's afgedrukt op één pagina) van dit product vermindert het papierverbruik en de daarmee samenhangende belasting van natuurlijke hulpbronnen. Plastic onderdelen Kunststof onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens internationale normen gemarkeerd voor materiaalidentificatie, waardoor men aan het einde van de levensduur van het product beter in staat is de juiste afvoermethode voor de kunststoffen te bepalen. 268 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet In een groot aantal landen/regio's kunnen de printerbenodigdheden voor dit product (printcartridges, de fuser- en de transfereenheid) in het kader van het programma "HP Printing Supplies Returns and Recycling Program" naar HP worden geretourneerd. Dit gemakkelijke, gratis retourneringsprogramma is beschikbaar in meer dan 48 landen/regio's. Meer informatie en instructies in verschillende talen vindt u in elke nieuwe verpakking van printcartridges en andere afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet. Informatie over het programma HP Printing Supplies Returns and Recycling Program Sinds 1990 zijn in het kader van het programma van HP voor het recyclen van printcartridges miljoenen gebruikte printcartridges voor de LaserJet ingezameld die anders op vuilnisbelten of afvalstortplaatsen zouden zijn beland. De printcartridges en andere benodigdheden voor de HP LaserJet worden verzameld en verzonden naar partners van HP die de cartridges demonteren. Na een grondige kwaliteitscontrole worden specifieke onderdelen herwonnen en in nieuwe cartridges gebruikt. De overgebleven materialen worden gescheiden en omgezet in grondstoffen waarvan in andere bedrijfstakken een groot aantal nuttige producten wordt gemaakt. ● In de V.S.—Om gebruikte cartridges en andere benodigdheden in te zamelen op een manier die het milieu zo weinig mogelijk belast, wordt u gevraagd om deze materialen in grotere hoeveelheden terug te zenden. Verpak twee of meer cartridges bij elkaar en gebruik het vooruitbetaalde, geadresseerde UPS-etiket dat in de doos is meegeleverd. Bel voor meer informatie over inlevering in de Verenigde Staten (800) 340 2445 of ga naar de website van HP LaserJet Supplies: http://www.hp.com/go/recycle. ● Buiten de V.S.—Klanten buiten de V.S. kunnen contact opnemen met het plaatselijk verkoopkantoor van HP of kunnen de website http://www.hp.com/go/recycle bezoeken voor verdere informatie over het programma HP Supplies Returns and Recycling Program. Kringlooppapier Deze printer is geschikt voor kringlooppapier wanneer het papier voldoet aan de richtlijnen die worden vermeld in de HP LaserJet Family Print Media Guide. Zie Benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie. Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan de norm EN 12281:2002. Materiaalbeperkingen Dit product bevat geen batterijen. Dit product bevat geen extra toegevoegd geheugen. Dit product bevat lood in soldeersel, waarvoor mogelijk speciale verwerking is vereist aan het eind van de gebruiksduur. Ga naar http://www.hp.com/go/recycle, neem contact op met de plaatselijke overheid of ga naar de website van de Electronics Industries Alliance http://www.eiae.org voor meer informatie over het recyclen van materialen. NLWW Programma voor milieuvriendelijke producten 269 Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) U kunt een Material Safety Data Sheets (MSDS of zogenaamde chemiekaart) verkrijgen via de website voor HP LaserJet Supplies op URL: http://www.hp.com/hpinfo/community/ environment/productinfo/safety.htm. Meer informatie Over milieuprogramma's van HP, inclusief: ● een milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP; ● de inzet van HP voor het milieu; ● het milieubeheersysteem van HP; ● het retournerings- en recycleprogramma van HP voor opgebruikte producten; ● Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart). Ga naar http://www.hp.com/go/environment of http://www.hp.com/hpinfo/community/ environment voor meer informatie. 270 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN45014 Naam fabrikant: Adres fabrikant: Hewlett-Packard Development Company 11311 Chinden Boulevard Boise, Idaho 83714-1021, V.S. verklaart dat het product Naam product: Wettelijk modelnummer4: Productopties: HP Color LaserJet 4650/4650n/4650dn/4650dtn/4650hdn BOISB-0304-00 Bevat Q3673A - optionele invoerlade voor 500 vel Q3674A - optionele invoerlade voor 2 x 500 vel Alle voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950:2000 IEC 60825-1:1993 +A1:1997 +A2:2001 / EN60825-1:1994 +A11:1996 +A2:2001 (Class 1 Laser/LED Product) GB4943-2001 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC): CISPR 22:1997 / EN 55022:1998 Class B1, 3 EN 61000-3-2:1995 / A14 EN 61000-3-3:1995 / A1 EN 55024:1998 FCC Title 47 CFR, Part 15 Class B2 / ICES-003, Issue 3 GB9254-1998, GB17625.1-1998 Aanvullende informatie: Het product voldoet hierbij aan de eisen van de volgende EMC-richtlijn 89/336/EEC en de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-aanduiding: 1 Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem. 2 Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen die het ontvangt accepteren, inclusief storingen die ongewenste effecten hebben op de werking. 3 Het product is voorzien van LAN-opties (Local Area Network). Wanneer de interfacekabel is aangesloten op LAN-connectors, voldoet het product aan de vereisten van EN55022 Class A en geldt het volgende: 'Waarschuwing: dit is een klasse A-product. In huis kan dit product radiostoring veroorzaken. Als dit het geval is, moet de gebruiker mogelijk doeltreffende maatregelen nemen'. 4 Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen. Dit nummer moet niet worden verward met de productnaam of het productnummer. Boise, Idaho 83714-1021, V.S. 29.01.04 Alleen voor vragen over de overheidsvoorschriften: Australië: Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Australia, Ltd. 31-41 Joseph Street Blackburn, Victoria 3130, Australië Contactadres in Europa: Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard Gmbh, Department HQ-TRE/ Standards Europe Herrenberger Straße 140 Böblingen, D-71034, Böblingen (FAX: +49-7031-14-3143) Contactadres in de V.S.: Product Relations Manager, Hewlett-Packard Company PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho 83707-0015, V.S. (Telefoon: 208-396-6000) NLWW Conformiteitsverklaring 271 Veiligheidsverklaringen Laserveiligheid Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de Verenigde Staten. Deze printer is goedgekeurd als een laserproduct "Klasse 1" volgens de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services) conform de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien de straling die binnen de printer tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft, kan de laserstraal tijdens geen enkele fase van de normale bediening ontsnappen. WAARSCHUWING Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het uitvoeren van andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Canadese DOC-voorschriften Deze printer voldoet aan de Canadese eisen voor elektromagnetische straling (EMC) voor apparaten van Klasse B. « Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. « CEM ». » EMI-verklaring voor Korea VCCI-verklaring voor Japan 272 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn, 4650hdn laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (1994) mukaisesti. VAROITUS! Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle. VARNING! Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1. HUOLTO HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn, 4650hdn -kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja. VARO! Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömällelasersäteilylle laitteen ollessa toiminnassa. Älä katso säteeseen. VARNING! Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för osynlig laserstrålning. Betrakta ej strålen. Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm Teho 5 m W Luokan 3B laser NLWW Veiligheidsverklaringen 273 274 Bijlage E Overheidsinformatie NLWW Woordenlijst afdrukmateriaal Het papier, de etiketten, de transparanten of ander materiaal waarop door de printer een afbeelding wordt afgedrukt. bak Een opvangplaats voor afgedrukte pagina's. bedieningspaneel Het gedeelte van de printer met de knoppen en het display. Het bedieningspaneel wordt gebruikt voor het opgeven van de printerinstellingen en het bekijken van de status van de printer. benodigdheden Materiaal dat door de printer wordt opgebruikt en na verloop van tijd moet worden vervangen. Afdrukbenodigdheden voor de HP Color LaserJet 4650 printer zijn vier printcartridges, de transportriem en de fuser. bidirectionele communicatie Gegevensoverdracht in twee richtingen. BOOTP Afkorting voor Bootstrap Protocol; een internetprotocol waarmee een computer het eigen IP-adres kan vinden. CMYK Een acroniem voor de kleuren cyan (cyaan), magenta, yellow (geel) en black (zwart). DDR Acroniem voor Double Data-Rate. DHCP Een acroniem voor Dynamic Host Configuration Protocol. DHCP wordt gebruikt door afzonderlijke computers en randapparaten in een netwerk voor het zoeken naar de eigen configuratie-informatie, inclusief het IP-adres. DIMM Een acroniem voor Dual In-line Memory Module. Een kleine elektronische kaart met geheugenchips. dubbelzijdig Een functie voor het dubbelzijdig afdrukken van papier. EIO Een acroniem voor Enhanced Input/Output. Een hardware-interface die wordt gebruikt voor het toevoegen van een interne printserver, een netwerkadapter, een vaste schijf of een ander plug-inapparaat voor een printer van HP. NLWW Woordenlijst 275 Emulated PostScript Software voor het emuleren van Adobe PostScript, een programmeertaal voor beschrijving van een afgedrukte pagina. firmware Programmeringsinstructies die zijn opgeslagen in een alleen-lezen geheugeneenheid in de printer. Flash-geheugenkaart Een kleine, verwijderbare geheugenkaart met hoge kwaliteit. fuser Het gedeelte van de printer dat hitte gebruikt voor het vastsmelten van de toner op het papier of ander afdrukmateriaal. geheugenlabel Een geheugenpartitie met een specifiek adres. geïntegreerde webserver Een server die volledig is geïntegreerd in een apparaat. Geïntegreerde webservers bevatten beheerinformatie over het apparaat. Met deze servers kunt u eenvoudig afzonderlijke apparaten in een klein netwerk beheren. Netwerkgebruikers hebben toegang tot de webserver via een webbrowser en kunnen statusupdates voor de netwerkprinter weergegeven, eenvoudige bewerkingen voor probleemoplossing uitvoeren, de configuratie-instellingen van een apparaat wijzigen en verbinding maken met de on line klantenondersteuning. Wanneer u veel netwerkapparaten moet beheren, kunt u beter gebruikmaken van een geïntegreerd beheerhulpprogramma voor de webserver, zoals HP Web Jetadmin. grijswaarden Diverse grijstinten. halftoonpatroon Een halftoonpatroon gebruikt inktstippen van diverse grootte voor levering van een gelijkmatige afbeelding, zoals een foto. HP Jetdirect Een product van HP voor het afdrukken via een netwerk. HP Web Jetadmin Door handelsmerk beschermde software van HP waarmee een gebruiker een computer kan gebruiken voor beheer van randapparaten die op een HP Jetdirect-printserver zijn aangesloten. I/O Een acroniem voor Input/Output en verwijst naar instelling van de computerpoort. IP-adres Een uniek nummer dat wordt toegewezen aan een computer die deel uitmaakt van een netwerk. IPX/SPX Een acroniem voor Internetwork Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. 276 Woordenlijst NLWW Kiezer Een hulpprogramma op de Macintosh waarmee u een apparaat kunt selecteren. kopieerpapier Algemene term voor papier dat bestemd is voor gebruik in kopieerapparaten en printers. lade Een bewaarplaats voor afdrukmateriaal dat klaar is om afgedrukt te worden. lettertype Een volledige serie letters, cijfers en symbolen. macro Een enkele toetscombinatie of opdracht die een serie acties of instructies veroorzaakt. monochroom Zwart-wit. Zonder kleur. mopy Een term van HP voor het maken van "multiple original prints" (het maken van meerdere originele afdrukken). netwerk Een systeem van computers die met elkaar verbonden zijn via telefoonlijnen of op een andere manier voor het delen van informatie. netwerkbeheerder De persoon die toezicht houdt op een netwerk. paginabuffer Tijdelijk printergeheugen dat gebruikt wordt voor het bewaren van de paginagegevens terwijl de printer bezig is met het samenstellen van de afbeelding van de pagina. parallelle kabel Een type computerkabel die vaak gebruikt wordt om een printer rechtstreeks op een computer aan te sluiten in plaats van het netwerk. parallelle poort Een aansluitpunt voor een apparaat dat via een parallelle kabel aangesloten wordt. PCL Een acroniem voor Printer Control Language. personality Karakteristieke kenmerken van een printer of een printertaal. pixel Afkorting voor "picture element"; het kleinste onderdeel is van een afbeelding op de monitor. PJL Een acroniem voor Printer Job Language. NLWW Woordenlijst 277 PostScript Een door een handelsmerk beschermde taal voor het beschrijven van een pagina. PPD Een acroniem voor PostScript Printer Description. printerstuurprogramma Een hulpprogramma dat door de computer wordt gebruikt voor het activeren van printerfuncties. RAM Een acroniem voor Random Access Memory. Dit is een bepaald type computergeheugen dat wordt gebruikt voor opslag van gegevens die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd. randapparaat Een secundair apparaat, zoals een printer, modem of een opslagsysteem, dat samenwerkt met een computer. RARP Een acroniem voor Reverse Address Resolution Protocol: een protocol waarmee een computer of een randapparaat zelf het IP-adres kan bepalen. rasterafbeelding Een afbeelding die uit stippen is opgebouwd. renderen Het proces van het creëren van tekst of afbeeldingen. RGB Een acroniem voor de kleuren Rood, Groen en Blauw. ROM Een acroniem voor Read-Only Memory. Dit is een bepaald type computergeheugen dat wordt gebruikt voor opslag van gegevens die door de gebruiker niet mogen worden gewijzigd. Snelinstellingen afdruktaak Een functie van het printerstuurprogramma waarmee u de huidige instellingen van het printerstuurprogramma kunt opslaan (bijvoorbeeld afdrukstand, dubbelzijdig afdrukken en papierbronnen) en deze opnieuw kunt gebruiken. standaardinstelling De normale instelling voor de apparatuur of de software. TCP/IP Een internetprotocol (ontwikkeld door het Amerikaanse Departement van Defensie) dat zich heeft ontwikkeld tot de wereldwijde standaard voor communicatie. toner Uiterst fijn zwart of gekleurd poeder waarmee de afbeelding op een afgedrukte pagina wordt opgebouwd. 278 Woordenlijst NLWW transfereenheid De zwarte plastic riem waardoor het afdrukmateriaal in de printer voortbewogen wordt en waarmee de toner uit de printcartridges op het afdrukmateriaal overgebracht wordt. NLWW Woordenlijst 279 280 Woordenlijst NLWW Index A accessoires artikelnummers 252 bestellen 251 vaste schijf 9 afbeeldingen afdrukken 101 afbreken, een afdruktaak 109 afdrukken brochures 107 afdrukkwaliteitmenu 48 afdrukmateriaal bestellen 253 briefhoofdpapier 103 enveloppen 101 etiketten 102 formaat 29 gekleurd papier 101 gewicht 9, 29 glanspapier 100 kringlooppapier 103 laden in lade 1 90 lettertype 9 maximaal formaat 9 plaatsen in lade 2, lade 3, lade 4 93, 95 selecteren 84 tough-papier 103 transparanten 100 type 29 voorgedrukte formulieren 103 zwaar papier 102 afdrukmenu 47 afdrukservers configureren 124 afdruktaken beheren 82 apparaat configureren, menu 47 Apparaat configureren, menu 41 automatisch doorgaan 62 automatische stuurprogrammaconfiguratie 13 B bedieningspaneel berichten 158 configureren 56 display 34 gebruik delen met anderen knoppen 34, 37 NLWW 66 lampjes 34, 38 lege display 218 menu's 39, 40 overzicht 33, 34 printerpersonality's 61 problemen 221 benodigdheden bestellen 251 onderdeelnummers 252 status 124 statuspagina 124 tijdsintervallen vervanging 148 benodigdheden op waarschuwingen instellen 149 berichten fout 157 status 157 waarschuwing 157 bestandsdirectorypagina afdrukken 121 beveiligingspagina 124 brochures afdrukken 107 C configuratiepagina afdrukken 119 weergeven met geïntegreerde webserver 124 configuratie van extra aansluiting 77 configureren waarschuwingen 149 conformiteitsverklaring 271 D diagnostiek, menu 54 DIMM's (Dual Inline Memory Modules) installeren 239 draadloos afdrukken 802.11b-standaard 80 Bluetooth 80 dubbelzijdig afdrukken 104 duplexafdrukken 104 E EIO (enhanced input/output) configureren 78 e-mailwaarschuwingen 124 EMI-verklaring (Korea) 272 Index 281 enveloppen laden in lade 1 91 storingen 216 F FCC-voorschriften 267 flash-geheugenkaart installeren 242 fouten automatisch doorgaan 62 G garantie printcartridge 259 product 257 transfereenheid 260 gebruikspagina afdrukken 120 omschrijving 45 geheugen inschakelen 246 toevoegen 115, 237 geïntegreerde webserver benodigdheden bestellen 251 gebruiken 123 gebruik voor waarschuwingen instellen 149 omschrijving 27 tonerniveau controleren 141 gekleurd papier aanpassen 135 afdrukken in grijstinten 135 beheer 135 CMYK-inktsetemulatie 133 gebruiken 132 halftoonopties 135 HP ImageREt 3600 132 neutrale grijstinten 136 overeenstemmen met scherm 137 printer tegenover monitor 137 randinstelling 136 RGB 136 sRGB 133 vierkleurendruk 133 grijstinten afdrukken 135 H HP fraude-hotline 140 HP Jetdirect afdrukservers configureren 124 HP Jetdirect-printservers installeren 247 HP Web Jetadmin gebruik voor waarschuwingen instellen 149 tonerniveau controleren 142 hp werkset 27 282 Index HP werkset gebruiken 126 I informatiemenu 45 instellingen geïntegreerde webserver 124 invoerladen capaciteit 29 configureren 46, 58, 86 IP-adres weergeven 57 J Jetdirect afdrukservers configureren 124 K kabels bestellen 253 kleurentoner is op rapporteren 63 kleuropties configureren 58 L Lampjes 38 lettertypelijst afdrukken 121 logbestand bekijken 124 M menu's afdrukken 47 afdrukkwaliteit 48 apparaat onfigureren 47 diagnostiek 54 I/O (input/output) 52 informatie 45 papierverwerking 46 reset 53 systeeminstelling 49 taak ophalen 44 Menu I/O (input/output) 52 menustructuur afdrukken 118 omschrijving 45 menu systeeminstellingen 49 milieuvoorzieningen 8 milieuvriendelijke producten 268 N netwerken administratieve hulpmiddelen 28 AppleTalk 79 configureren 68 NLWW configureren met geïntegreerde webserver 125 DLC/LLC uitschakelen 73 I/O-interfaces 78 IP-adres 69 IPX/SPX uitschakelen 72 lokale en standaardgateway 71 Novell NetWare 79 Novell NetWare-frametype 68 protocollen uitschakelen 72 software 25 subnetmasker 70 syslog server 71 TCP/IP-parameters 69 time-out bij inactiviteit 73 UNIX/Linux 79 verbindingssnelheid 74 Windows 79 Nu bijwerken 13 O onderdelen locatie 11 onderhoud overeenkomsten 261 P pagina van papierbaantest afdrukken 155 papierverwerking 9 Papierverwerking(menu) 46 parallelle configuratie 75 personality instellen 61 PIN-code (Personal Identification Number) privétaken 112 PowerSave tijd 60 uitschakelen 61 veranderen, instellingen 60 printcartridge beheer 140 echte onderdelen van HP 140 echtheidscontrole 140 levensduur 141 opslaan 141 tonerniveau controleren 141 van ander merk dan HP 140 vervangen 143 printer accessoires 9 connectiviteit 9 lettertypen 9 personality's 8 prestaties 8 stuurprogramma 14 Printer 9 NLWW printerbenodigdheden bijna op rapporteren 63 waarschuwingen instellen 149 printerinformatiepagina's probleemoplossing 155 printerinstellingen 47 printerpersonality's 61 printserverkaart installeren 247 privétaken afdrukken 113 verwijderen 113 probleemoplossing afdrukkwaliteit 227 bedieningspaneel 221 dubbelzijdig 217 kleuren afdrukken, problemen met 225 onjuiste printeruitvoer 222 printerreactie 218 problemen met de papierverwerking 212 programma's 224 storingen 193 transparanten 215, 227 Probleemoplossing controlelijst 153 R RAM (random access memory) 8 recycling printcartridge 269 registratiepagina afdrukken 155 reset, menu reset 53 S servers configureren 124 service overeenkomsten 261 software hulpprogramma's 26 installeren 19, 25 macintosh 18 netwerken 25 toepassingen 28 speciale situaties andere eerste pagina 108 leeg achterblad 108 speciale papierformaten 108 specificaties afmetingen 263 geluid 265 stroomvoorziening 264 temperatuur 266 vochtigheid 266 Index 283 status e-mailwaarschuwingen 124 statuspagina printerbenodigdheden afdrukken 119 omschrijving 45 storingen enveloppen 216 herstel 193 locaties 193 veelvoorkomende oorzaken 195 waarschuwingen instellen 149 storingsherstel instellen 64 subnetmasker 70 T Taak ophalen, menu 44 taakopslaglimiet 56 taal geïntegreerde webserver 125 wijzigen 65 taken opslaan afdrukken 111 lezen en vasthouden, taken 111 opslaan 110 privétaken 112 snelkopieertaken 111 verwijderen 112 284 Index time-out taak vasthouden vasthouden 56 tweezijdig afdrukken 104 tweezijdig afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) bedieningspaneelinstellingen 105 bindopties 106 lege pagina's 106 U USB-configuratie 76 V VCCI-verklaring (Japan) 272 veiligheidsverklaringen laserveiligheid 272 laserveiligheid voor Finland 273 vooraf configureren 13 W waarschuwingen configureren 149 e-mail 124 wachtwoorden netwerk 124 wetgeving FCC 267 wisbare waarschuwingen instellen, tijd in display 62 NLWW © 2004 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.com *Q3668-90950* *Q3668-90950* Q3668-90950
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300

HP Color LaserJet 4650 Printer series Gebruikershandleiding

Categorie
Laser- / led-printers
Type
Gebruikershandleiding