Alaris® GP volumetrische pomp en Alaris® GP Guardrails® volumetrische pomp
Secundaire (zij)-infusies
1000DF00553 Uitgave 5
23/50
Secundaire (zij)-infusies
De secundaire (of zij-) infusiemodus is alleen beschikbaar indien deze is gecongureerd.
De toepassing van secundaire infusies moet beperkt blijven tot de intermitterende therapie met geneesmiddelen die niet gevoelig zijn
voor de totale tijd die vereist is om een infusie te voltooien.
A
• Juist antibiotica kunnen via een secundaire infusie worden geïnfundeerd, terwijl de primaire infusie uitsluitend
wordt gebruikt voor de toediening van vloeistoffen. Als u van plan bent een secundaire infusievoorziening te
gebruiken, moet de primaire infusie uitsluitend worden gebruikt voor toediening van vloeistof en is deze niet
aangewezen voor geneesmiddelentherapie.
• Het gebruik van secundaire infusies voor de toediening van cruciale medicijnen, in het bijzonder die met een
korte halfwaardetijd, is NIET aangewezen voor gebruik. Deze medicijnen moeten via een daarvoor bestemd
pomp worden toegediend.
• Afhankelijk van factoren zoals de viscositeit van de vloeistof, de secundaire infusiesnelheid, de hoogte tussen
de bovenkanten van de secundaire en primaire vloeistofcontainers en het gebruik van klemmen, kan de stroom
tijdens een secundaire infusie uit de primaire vloeistofcontainer komen. Dit kan ertoe leiden dat er medicatie in de
zak achterblijft aan het einde van de secundaire infusie. Hierdoor kan de toediening, afhankelijk van de primaire
infusiesnelheid, worden vertraagd. Een secundaire infusie van bijvoorbeeld 250 ml bij 300 ml/u kan resulteren in
33 ml resterend, zodat 25 minuten extra nodig zijn om de toediening te voltooien, uitgaande van een primaire
infusiesnelheid van 80 ml/u (en het gebruik van secundaire 72213N-0006-infusieset en bijgeleverde verlenghaak. U
wordt daarom aangeraden druppelsensors (indien gebruikt) tijdens secundaire infusies los te koppelen van de pomp.
• Regelmatige monitoring op onverwachte primaire stromen wordt aanbevolen. Als een stroom uit de primaire
vloeistofcontainer tijdens een secundaire infusie niet gewenst is en/of de patiënt gevoelig is voor de vloeistofbalans, moet
de klem op de primaire infusieset worden gesloten. Controleer of er geen druppels in de primaire druppelkamer vallen.
• Als de primaire infusie voltooid is, gaat de pomp verder op de Keep Vein Open (KVO)-snelheid.
Een secundaire infusie instellen
1. Controleer of de primaire infusie is ingesteld op ml/u (snelheid >
0 ml/u).
2. Druk op
h om de pomp op PAUZE te zetten.
3. Druk op
d om het scherm OPTIES te openen.
4. Selecteer SECUNDAIRE INSTELLING en druk op OK om te bevestigen.
5. Selecteer ofwel ml/u of MED. AZ. Druk op OK om de
betreende selectie te bevestigen.
6. Voer de secundaire SNELHEID in met de
f-toetsen.
7. Druk op OK om te bevestigen.
8. Stel TIV in met behulp van de
f-toetsen (raadpleeg
de sectie 'Een TIV instellen').
9. Druk op OK om te bevestigen.
10. Controleer het instellingenoverzicht PRIMAIR/SECUNDAIR.
11. Als dit correct is, drukt u op OK om verder te gaan, of anders
op TERUG om de TIV of SNELHEID van de SECUNDAIRE
modus aan te passen.
12. Druk op
b om de infusie in de secundaire modus te starten.
Het scherm ADVIES wordt weergegeven - ZORG DAT DE
SECUNDAIRE INFUSIESET OPEN STAAT.
13. Druk op OK om de infusie op de weergegeven snelheid te starten.
Een volgende secundaire infusie instellen:
Na voltooiing van het secundaire TIV, schakelt de pomp
automatisch over op de primaire infusie. U hoort een pieptoon.
1. Druk op de
h toets om de primaire infusie op PAUZE te zetten.
2. Volg de instructies 3 tot en met 13 van 'Een secundaire infusie
instellen'.
Gebruikelijke secundaire infusies
GP
Alaris®
1
2
Secundaire vloeistof-container
Gewoonlijk een kleinere container, bijv.
50 ml, 100 ml, 200 ml of 250 ml.
Secundaire infuusset
bijv. 72213N-0006. Gewoonlijk een
kortere leiding om het Y-gedeelte op de
primaire infuusset te bereiken.
Inline klem bijv.een rolklem.
Y-stuk bovenaan (SmartSite®-
naaldvrije klep) op primaire
infusieset.
Verlenghaak (ca. 26 cm)
Normaal gesproken wordt deze met de secundaire
infuusset meegeleverd. De primaire vloeistofcontainer
moet lager hangen zodat de secundaire infusie kan
lopen en de primaire infusie weer kan starten als de
secundaire infusie klaar is.
Primaire vloeistofcontainer
Primaire infuusset
bijv. 63420E met een Y-verbindingstuk bovenaan
(SmartSite®-naaldvrije klep).
IV-statief
Keerklep
Voorkomt dat secundaire infusies terug omhoog
vloeien in de primaire infuusset in plaats van naar de
patiënt.
Lijnklem
A
Overtuig u ervan dat de
primaire set een keerklep
heeft boven het Y-stuk.
A
De secundaire set is
aangesloten op het bovenste
Y-verbindingsstuk op de
primaire infusieset.