Documenttranscriptie
Inhoud
Welkom! ....................................................................... 4
Aan de slag
Een spanningsbron klaarmaken ............................... 6
Droge batterijen .................................................... 6
Netstroom ............................................................ 11
Bediening
Een cassette afspelen ................................................ 12
Een 4-sporencassette afspelen .......................... 12
Een 2-sporencassette afspelen .......................... 16
De weergavesnelheid regelen (DPC Functie) ....... 17
Opnemen .................................................................... 20
Cue Marks opnemen ................................................ 26
Opnemen van verschillende geluidsbronnen ...... 28
Opnemen met een externe microfoon ............. 28
Opnemen van andere apparatuur.................... 29
2NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................................. 30
Onderhoud ................................................................ 32
Verhelpen van storingen ......................................... 33
Technische gegevens ................................................ 36
Plaats van onderdelen en bedieningselementen .. 38
Index ........................................................................... 40
NL
3NL
Welkom!
Dank u voor uw aankoop van deze Sony CassetteCorder.
Deze Cassette-Corder werd door Sony speciaal
ontwikkeld voor visueel gehandicapten. U kunt
een cassette afspelen met 4 sporen opgenomen
met een bandsnelheid van 2,4 cm/s.
Enkele kenmerken van dit toestel zijn:
•U kunt zowel een 4-sporencassette als een
gewone 2-sporencassette afspelen.
•U kunt afspelen en opnemen met twee
bandsnelheden (4,8 cm/s en 2,4 cm/s).
•Met DPC (Digital Pitch Control) kunt u de
weergavesnelheid verhogen of verlagen (pagina
17). Bij het wijzigen van de bandsnelheid wordt
de toonhoogte automatisch geregeld.
•Met de CUE MARKER functie kunt u een
bepaald punt in een opname zoeken (pagina 26).
•Ingebouwde vlakke microfoon voor een
duidelijke opname van stemgeluid.
4NL
•Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, weerklinkt
een pieptoon (pagina 9).
•De BATT/REC lampjes geven de resterende
batterijcapaciteit aan in twee stappen. Er
weerklinkt een pieptoon en het i lampje geeft
aan wanneer de batterijen moeten worden
vervangen (pagina 9).
•Automatische uitschakeling aan het eind van de
cassette (alleen in de opname-/weergavestand).
•Stop-pauze-ontgrendelfunctie —De
pauzeschakelaar wordt automatisch ontgrendeld
wanneer de p STOP toets wordt ingedrukt,
zodat u geen opnamegelegenheid mist (pagina’s
15, 22).
Opmerkingen
•Opnemen gebeurt met 2 snelheden op slechts 2
sporen. Merk op dat niet op 4 sporen kan
worden opgenomen.
•Een cassette opgenomen in stereo kan niet
goed worden afgespeeld.
•Een cassette die met dit toestel werd
opgenomen met een bandsnelheid van 2,4 cm/
s kan niet met een gewone cassetterecorder
worden afgespeeld.
5NL
z Aan de slag
Een spanningsbron
klaarmaken
Kies één van de volgende spanningsbronnen:
droge batterijen (zie hieronder) of netstroom (zie
pagina 11).
Droge batterijen
Controleer of niets is aangesloten op DC IN 3V.
}
]
}
]
DC IN 3V
aansluiting
1
Open het deksel van de batterijhouder.
2
Plaats twee R6 (maat AA) batterijen (niet
meegeleverd) met de juiste polariteit en sluit
het deksel.
6NL
Opmerkingen
• Laad geen droge batterijen op.
• Gebruik geen nieuwe batterijen samen met oude.
• Gebruik geen verschillende batterijtypes samen.
• Wanneer de recorder langere tijd niet gebruikt gaat
worden, verwijder dan de batterijen om beschadiging
door lekkage en corrosie te voorkomen.
• Droge batterijen leveren geen stroom wanneer een
andere spanningsbron is aangesloten.
De batterijen verwijderen
}
] }
]
Het deksel van de batterijhouder
bevestigen wanneer het per ongeluk is
losgeraakt.
Bevestig het zoals de afbeelding laat zien.
vervolg
7NL
Een spanningsbron klaarmaken (vervolg)
Levensduur batterijen (bij benadering in uur) (EIAJ*)
Sony Alkaline
LR6(SG)
Sony
R6P(SR)
Opname (4,8cm/s)
6,5
1,0
Opname (2,4cm/s)
7,0
1,5
Weergave (4,8cm/s)
6,5
1,0
Weergave (2,4cm/s)
7,0
1,5
* Meetwaarde conform de EIAJ (Electronic Industries
Association of Japan) norm (met een Sony HF
cassette).
Wij raden aan alkalinebatterijen met lange
levensduur te gebruiken.
Opmerking
De batterijen kunnen minder lang meegaan afhankelijk
van de manier waarop het toestel wordt gebruikt.
8NL
Wanneer de batterijen vervangen
Wanneer batterijen bijna leeg zijn, weerklinkt een
pieptoon, doven de BATT/REC lampjes en
knippert het i lampje. Vervang dan alle batterijen
door nieuwe.
De BATT/REC lampjes veranderen zoals de
afbeelding laat zien.
branden
brandt
knippwer
(Er weerklinkt een
pieptoon.)
Nieuwe
batterijen
Verzwakte
batterijen
Batterijen
vervangen
vervolg
9NL
Een spanningsbron klaarmaken (vervolg)
Opmerkingen
• Tijdens het opnemen hoort u een pieptoon via de
oortelefoon. Tijdens het afspelen hoort u een pieptoon
via de oortelefoon en de luidspreker.
• Tijdens FF (CUE) of REW (REVIEW) kan het i
lampje knipperen, samen met een pieptoon. Vervang
de batterijen wanneer de band niet correct wordt
getransporteerd.
• Bij gebruik van oplaadbare batterijen kan het BATT/
REC lampje eventueel oplichten, ook al zijn de
batterijen volledig opgeladen.
• Als de batterijen een tijdje in gebruik zijn, kunnen de
BATT/REC lampjes knipperen met het
weergavegeluid wanneer u het volume hoger zet. Dit
betekent echter niet dat ze aan vervanging toe zijn.
• De weergave gaat normaal door, zelfs nadat het i
lampje knippert met een pieptoon. Vervang de
batterijen dan echter zo snel mogelijk. Als u dat niet
doet, kan een luide ruis hoorbaar zijn via de
ingebouwde luidspreker of kan de opname niet
correct gebeuren.
• Aan het begin of einde van de cassette kan het i
lampje even oplichten terwijl een korte pieptoon
weerklinkt. Als het lampje dooft, moeten de batterijen
niet worden vervangen.
10NL
Netstroom
een stopcontact
DC IN 3V
Netstroomadaptor
(niet bijgeleverd)
Sluit de netspanningsadapter aan op DC IN 3V en
een stopcontact. Gebruik een in de handel
verkrijgbare netspanningsadapter (nominale
uitgangsvoltage/uitgangsstroom: 3 V DC/700
mA). Gebruik geen andere netspanningsadapter.
Polariteit van de stekker
Opmerkingen
• De bedrijfsspanning van de netspanningsadapter kan
verschillen, afhankelijk van het land van aankoop.
Daarom is het aanbevolen de netspanningsadapter slechts
te kopen in het land waarin u het product gaat gebruiken.
• Afhankelijk van de netspanningsadapter is het
mogelijk dat u geluid hoort tijdens het gebruik van het
toestel. U vindt hierover meer informatie in de
gebruiksaanwijzing van de netspanningsadapter.
11NL
z Bediening
Een cassette afspelen
Een 4-sporencassette afspelen
Open het deksel van de cassettehouder.
2
Plaats een cassette met de kant die u wilt
afspelen naar het deksel toe gericht.
3
Sluit het deksel van de cassettehouder.
;yy;y;y;
y;y;y;y;
1
TAPE TRACK
TAPE SPEED
( PLAY
4
Zet TAPE SPEED op 2.4 (cm/s).
12NL
5
Zet TAPE TRACK op 1-2 of 3-4 en start de
weergave.
Om de cassette vanaf het begin af te spelen,
volgt u de onderstaande procedure. Controleer
of kant A naar het deksel toe is gericht.
1 Zet TAPE TRACK op 1-2 en druk op
( PLAY.
Spoor 1 wordt afgespeeld. De weergave stopt
automatisch aan het eind van de cassette.
2 Neem de cassette uit en plaats ze terug met
kant B naar het deksel toe gericht.
3 Laat TAPE TRACK op 1-2 staan en druk op
( PLAY. Spoor 2 wordt afgespeeld.
4 Neem de cassette uit en plaats ze terug met
kant A naar het deksel toe gericht.
5 Zet TAPE TRACK op 3-4 en druk op
( PLAY. Spoor 3 wordt afgespeeld.
6 Neem de cassette uit en plaats ze terug met
kant B naar het deksel toe gericht.
7 Laat TAPE TRACK op 3-4 staan en druk op
( PLAY. Spoor 4 wordt afgespeeld.
Wanneer de cassette ten einde is
De weergave stopt en het toestel schakelt automatisch
uit (automatische uitschakeling).
Druk na snel vooruit of achteruit spoelen op p STOP;
het toestel schakelt aan het eind van de cassette immers
niet automatisch over naar de stopstand.
vervolg
13NL
y;y;y;y;
y;y;y;y;
Een cassette afspelen (vervolg)
TAPE TRACK
TAPE SPEED
PAUSE c
) FF/CUE
EAR aansluiting
0 REW/
REVIEW
VOL
( PLAY
p STOP
Om
Handeling
Het volume te regelen
Draai aan VOL.
De weergave/het snel
vooruit of achteruit
spoelen te stoppen
Druk op p STOP.
Over te schakelen naar Verschuif PAUSE c.
de weergavepauzestand Ontgrendel PAUSE c om
de weergavepauzestand te
verlaten*.
Snel vooruit te spoelen** Druk op ) FF/CUE in de
stopstand.
Achteruit te spoelen**
14NL
Druk op 0 REW/REVIEW
in de stopstand.
* PAUSE c wordt ook automatisch ontgrendeld
wanneer u op p STOP drukt (stop-pauzeontgrendelfunctie).
**Als u het toestel na het snel vooruit of achteruit
spoelen laat staan, is ruis hoorbaar. Druk altijd op
p STOP, zoniet raken de batterijen snel uitgeput.
Om
Handeling
Vooruit te zoeken met
geluid (CUE)
Hou ) FF/CUE ingedrukt
tot u het gewenste punt
bereikt.
Achteruit te zoeken met
geluid (REVIEW)
Hou 0 REW/REVIEW
ingedrukt tot u het gewenste
punt bereikt.
Een cassette uit te nemen Druk op p STOP en open de
cassettehouder met de hand.
Luisteren via de oortelefoon
Sluit de meegeleverde oortelefoon aan op EAR.
vervolg
15NL
Een cassette afspelen (vervolg)
Een 2-sporencassette afspelen
1
Volg stap 1 tot 3 op pagina 12.
2
Zet TAPE SPEED op 2.4 (cm/s) of 4.8 (cm/s)
afhankelijk van de bandsnelheid waarmee
werd opgenomen.
3
Zet TAPE TRACK op 1-2.
4
Druk op ( PLAY.
Andere handelingen zijn dezelfde als die voor het
afspelen van een 4-sporencassette zoals beschreven
op pagina’s 14 en 15.
Opmerking
Bij een opname in stereo gebeurt de weergave alleen via
het linkerkanaal.
16NL
De weergavesnelheid
regelen (DPC Functie)
Met de DPC (Digital Pitch Control) functie kan de
weergavesnelheid worden verhoogd of verlaagd.
Bij het afspelen van een cassette met een
bandsnelheid van 2,4 cm/s, zoals bijvoorbeeld een
4-sporencassette, is het weergavegeluid regelbaar
van ongeveer +100% tot 0%.
Bij het afspelen van een cassette met een
bandsnelheid van 4,8 cm/s is het weergavegeluid
regelbaar van ongeveer +100% tot –50%.
Bij het veranderen van de bandsnelheid wordt de
toonhoogte automatisch geregeld.
vervolg
17NL
De weergavesnelheid regelen (DPC Functie)
(vervolg)
yy
;;
;;
yy
;;
yy
DPC
Regel DPC als volgt:
Voor weergave
Zet DPC op
met hogere snelheid (2,4 cm/s cassette) FAST
(4,8 cm/s cassette) FAST
met normale snelheid
met lagere snelheid
Midden
(2,4 cm/s cassette ) Niet
beschikbaar
(4,8 cm/s cassette) SLOW
18NL
Opmerkingen
• Bij het afspelen van een cassette met een bandsnelheid
van 2,4 cm/s is het weergavegeluid normaal, ook al
staat DPC op SLOW.
• Zelfs met DPC kunt u niet dezelfde toonhoogte
bekomen als het originele geluid. De opname verschilt
altijd lichtjes van het origineel.
• Als de batterijen verzwakt zijn, kan de DPC ruis
produceren wanneer u het snel draait. Draai het dan
trager of vervang de batterijen.
• Wanneer u tijdens het afspelen aan DPC draait of het
volume regelt, kunnen de BATT/REC lampjes
knipperen.
19NL
Opnemen
U kunt makkelijk geluid opnemen met de
ingebouwde microfoon. Gebruik een normale
(TYPE I) cassette.
Controleer of niets is aangesloten op MIC.
1
Open het deksel van de cassettehouder.
2
Trek de band strak en plaats de cassette met
de kant waarop u wilt opnemen naar het
deksel toe gericht.
3
Sluit het deksel van de cassettehouder.
20NL
TAPE SPEED
y;y;y;y;
y;y;y;y;
Platte microfoon
REC lampje
PAUSE c
MIC
r REC
p STOP
4
Zet TAPE SPEED op de gewenste
bandsnelheid.
4.8 (cm/s) voor optimaal geluid (aanbevolen
voor normaal gebruik): een opname van 60
minuten is mogelijk door beide kanten van een
C-60 cassette te benutten.
2.4 (cm/s) voor een langdurige opname: een
opname van 120 minuten is mogelijk door beide
kanten van een C-60 cassette te benutten.
5
Druk op r REC.
De opname start.
Plaats het toestel op een stevige ondergrond
met de kant van de cassettehouder naar boven
zodat de vlakke microfoon efficiënt kan werken.
Wanneer de band loopt, brandt en knippert het
REC lampje volgens de sterkte van het geluid.
Het opnameniveau ligt vast.
vervolg
21NL
Opnemen (vervolg)
Wanneer de band ten einde is.
De opname stopt en het toestel schakelt
automatisch uit (automatische uitschakeling).
Opmerking
Opnemen kan alleen op 2 sporen. De stand van de
TAPE TRACK keuzeschakelaar heeft geen invloed op
de opname. Opnemen kan niet op 4 sporen.
Om
Druk op of verschuif
Te stoppen met opnemen
p STOP
De opname tijdelijk te
onderbreken
PAUSE c
Om de opnamepauzestand
te verlaten, ontgrendel
PAUSE c*.
Een cassette uit te nemen
Druk op p STOP en open
het deksel van de
cassettehouder met de
hand.
* PAUSE c wordt ook automatisch ontgrendeld
wanneer u op p STOP drukt (stop-pauzeontgrendelfunctie)
Opmerking
Gebruik geen CrO2 (TYPE II) of metal (TYPE IV)
cassette, zoniet wordt het geluid bij het afspelen
vervormd of wordt de vorige opname niet volledig
gewist.
22NL
Ongewenste opname voorkomen
Verwijder de wispreventienokjes. Om de cassette
weer geschikt te maken voor opname, bedekt u de
opening van de wispreventienokjes met kleefband.
Kant A
Nokje voor kant A
vervolg
23NL
Opnemen (vervolg)
EAR aansluiting
r REC
0 REW/
REVIEW
TAPE COUNTER
yy
;;
yy
;;
;;
yy
Gebruik van de bandteller
Druk voor het opnemen op tellerterugsteltoets om
de bandteller (TAPE COUNTER) op 000 te zetten.
Zo vindt u het begin van de opname makkelijker
terug.
Het opnamegeluid controleren
Sluit de meegeleverde oortelefoon goed aan op
EAR. Het geluid kan worden geregeld met VOL
maar het opnameniveau ligt vast.
24NL
De opname starten tijdens het afspelen
Druk tijdens het afspelen op r REC. De opname
start meteen. Dit is handig om een pas opgenomen
stuk weer op te nemen.
De opname beluisteren
Druk tijdens het opnemen op 0 REW/REVIEW.
Laat de toets los op het punt waar u de weergave
wilt starten.
25NL
Cue Marks opnemen
Tijdens de opname kunt u een speciaal signaal
opnemen om een bepaalde positie te markeren.
yy
;;
yy
;;
;;
yy
CUE MARKER
Op het gewenste punt drukt u op CUE MARKER
om een signaal op te nemen.
Het REC lampje dooft en er wordt een signaal
opgenomen op de cassette. Als u een langer
signaal wilt opnemen, houdt u CUE MARKER
zolang ingedrukt.
Bij het vooruit en achteruit spoelen met geluid,
hoort u een pieptoon in de gemarkeerde positie. Bij
het afspelen hoort u niet altijd een pieptoon in de
gemarkeerde positie en wanneer dat wel het geval
is, gebeurt het zeer stil.
26NL
Opmerkingen
• Wij raden aan Cue Marks op te nemen wanneer het
geluid wordt onderbroken.
• De pieptoon klinkt anders bij vooruit en achteruit
spoelen met geluid.
• De pieptoon klinkt verschillend afhankelijk van de
gemarkeerde positie omdat de wikkelsnelheid varieert
van het begin tot het einde van de cassette.
• Als u op CUE MARKER drukt om een signaal op te
nemen, dooft het REC lampje gedurende ongeveer 8
seconden maar gaat de opname door.
27NL
Opnemen van verschillende
geluidsbronnen
Opmerkingen (voor het opnemen)
• Steek de stekkers goed in.
• Maak een proefopname om te controleren of alle
aansluitingen correct zijn uitgevoerd en het volume
juist is ingesteld.
• In de volgende voorbeelden wordt gebruik gemaakt
van Sony apparatuur. Indien u problemen ondervindt
met andere apparatuur, raadpleeg dan de
gebruiksaanwijzing van die apparatuur.
Opnemen met een externe microfoon
Sluit een microfoon aan op MIC. De ingebouwde
microfoon wordt losgekoppeld en het geluid
wordt opgenomen via de externe microfoon.
Bij een microfoon met stekkervoeding wordt deze
microfoon door het toestel van stroom voorzien.
MIC
Microfoon met lage impedantie
(minder dan 3 kOhm zoals
bijvoorbeeld ECM-T115 (niet
meegeleverd)
TCM-4TR
Om op te nemen brengt u een cassette in en drukt
u op r REC.
28NL
Opnemen van andere apparatuur
Sluit andere apparatuur aan op MIC met behulp
van de RK-G64HG verbindingskabel (niet
meegeleverd).
MIC
RK-G64HG kabel
(niet meegeleverd)
Geluidsapparatuur
EAR, EARPHONE, @,
of REC OUT,†
TCM-4TR
1
Plaats een cassette.
2
Regel het geluid van de aangesloten
apparatuur.
3
Druk op r REC.
29NL
z Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Voeding
Laat het toestel uitsluitend werken op 3V
gelijkstroom. Voor gebruik op netstroom moet de
aanbevolen netspanningsadapter worden
aangesloten. Gebruik geen ander type adapter.
Voor gebruik op batterijen plaatst u twee R6 (maat
AA) batterijen.
Het toestel
•Stel het toestel niet bloot aan warmtebronnen,
directe zonnestraling, overmatig stof of
mechanische schokken.
•Mocht er vloeistof of een klein voorwerp in het
toestel terechtkomen, verwijder dan de batterijen
of verbreek dan de aansluiting op het stopcontact
en laat het toestel eerst door een deskundige
nakijken alvorens het weer in gebruik te nemen.
•Is het apparaat een tijdlang niet gebruikt, zet het
dan in de weergavestand en laat het zonder
cassette enkele minuten warmdraaien alvorens
het te gebruiken.
30NL
Hou credit cards met magneetstrook of horloges
met opwindmechanisme dan ook uit de buurt van
het toestel om beschadiging door de
luidsprekermagneet te voorkomen.
Cassettes van meer dan 90 minuten
Het gebruik van cassettes met een speelduur van
meer dan 90 minuten is niet aangeraden, tenzij
voor langdurige, ononderbroken opname of
weergave. Dergelijke cassettes hebben een zeer
dunne band die makkelijk uitrekt.
Mocht u vragen hebben of problemen met de
bediening, aarzel dan niet contact op te nemen met
de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
31NL
Onderhoud
Hendel
Aandrukrol
Capstan
Wiskop
Opname/
weergave-kop
r REC
Wattenstaafje
Reinigen van de koppen en het
bandloopwerk
Druk op r REC terwijl u de hendel ingedrukt
houdt.
Reinig de koppen, de aandrukrol en de capstan na
elke 10 gebruiksuren met een wattenstaafje dat
licht bevochtigd is met alcohol.
Reinigen van de behuizing
Reinig de behuizing met een zachte doek, licht
bevochtigd met water. Gebruik geen alcohol,
benzine of thinner.
32NL
Verhelpen van storingen
Mocht u na het verrichten van de onderstaande
controles nog problemen ondervinden, raadpleeg
dan de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Opnemen lukt niet.
m Er is geen cassette ingebracht.
m Het wispreventienokje van de cassette is
afgebroken. Plak de ontstane opening af met
kleefband.
m De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide
batterijen door nieuwe.
m De opname-/weergavekop is vuil.
Het toestel werkt niet.
m De batterijen zitten verkeerd.
m De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide
batterijen door nieuwe.
m PAUSE c is in de richting van het pijltje
geschoven.
m De stekker van de netspanningsadapter of de
autobatterijkabel is niet goed aangesloten.
m Er zitten batterijen in het toestel maar tegelijkertijd
is de netspanningsadapter aangesloten zonder dat
de stekker in het stopcontact zit.
Afspelen lukt niet.
m De band is ten einde. Spoel de band terug.
m De opname-/weergavekop is vuil.
vervolg
33NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Tijdens CUE/REVIEW stopt de band of loopt hij niet.
Snel vooruit of achteruit spoelen lukt niet.
m De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide
batterijen door nieuwe.
De luidspreker werkt niet.
m De oortelefoon is aangesloten.
m Het volume staat helemaal dicht.
m Zet de TAPE SPEED keuzeschakelaar goed in de
juiste stand.
Het geluid valt weg, de kwaliteit is slecht of er is
teveel ruis.
m De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide
batterijen door nieuwe.
m De opname-/weergavekop is vuil.
m Als de cassette zonder doosje op een luidspreker
werd gelegd, kan de geluidskwaliteit zijn
aangetast.
m U gebruikt een CrO2 (TYPE II) of metal (TYPE IV)
cassette.
Het geluid is onstabiel en verandert plots van
toonhoogte.
m DPC staat niet in het midden.
m De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide
batterijen door nieuwe.
m De capstan en aandrukrollen zijn vuil.
34NL
De opname kan niet volledig worden gewist.
m De wiskop is vuil.
m U gebruikt een CrO2 (TYPE II) of metal (TYPE IV)
cassette.
De bandsnelheid is te hoog of te laag bij weergave
m De TAPE SPEED schakelaar is niet juist ingesteld.
Zet hem op dezelfde snelheid als die waarmee de
cassette is opgenomen.
m DPC staat niet in het midden.
Er is ruis hoorbaar.
m De tellerterugsteltoets is verkeerd ingedrukt. Druk
er goed op om de teller op 000 te zetten.
Ruis is hoorbaar wanneer de band na snel vooruit of
achteruit spoelen ten einde is.
m Het toestel bevindt zich niet in de stopstand. Druk
op p STOP.
Het geluid is abnormaal bij het afspelen van een
andere cassette dan een 4-sporencassette.
m Zet TAPE TRACK op 1-2.
m Een cassette opgenomen in stereo kan met dit
toestel niet worden afgespeeld (zie pagina 16).
35NL
Technische gegevens
Opnamesysteem
2 sporen, 1 kanaal, mono
Weergavesysteem
4 sporen, 1 kanaal, mono
Frequentiebereik
250 Hz - 6.300 Hz
Luidspreker
Ong. 3,6 cm diam.
Uitgangsvermogen
270 mW (bij 10% harmonische vervorming)
Ingang
Microfoonaansluiting (mini-aansluiting) met een
gevoeligheid van 0,21 mV voor een microfoon met
een impedantie van maximum 3 kilohm
Uitgang
Oortelefoonaansluiting (mini-aansluiting) voor een
oortelefoon met een impedantie van 8 ohm tot 300
ohm
Bandsnelheidsregelbereik
van +100% tot –50% (bij een bandsnelheid van
4,8 cm/s)
van +100% tot 0% (bij een bandsnelheid van
2,4 cm/s)
Voeding
3V gelijkstroom
Twee R6 (maat AA) batterijen
Afmetingen (b/h/d) (incl. uitstekende onderdelen en
bedieningselementen)
Ong. 90,9 × 113 × 39,5 mm
36NL
Gewicht
Ong. 200 g zonder batterijen
Meegeleverde toebehoren
Oortelefoon (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
37NL
Plaats van onderdelen en
bedieningselementen
1
3
4
5
!¡
;
y
;
y
y;y;y;y;
y;y;y;y;y;y;
y; y;
2
!™
!£
!¢
6
!∞
7
!§
8
!¶
9
!•
!º
!ª
38NL
Index
A
M
Aansluiting
– van andere apparatuur .. 29
– van een externe
microfoon .................... 28
Achteruit
– spoelen ......................... 15
– zoeken .......................... 15
Afspelen
– een 2-sporencassette .. 16
– een 4-sporencassette .. 12
Automatische
uitschakeling ........... 13, 22
Microfoon
– ingebouwde (vlakke) . 21
– externe ......................... 28
B
N
Netstroom ...................... 11
Nokje ............................... 23
O
Opname .......................... 20
Opname tijdelijk
onderbreken ................... 22
Opnamegeluid
controleren ..................... 24
Bandsnelheid ........... 12, 21
Bandspoor ...................... 13
Bandteller ....................... 24
P, Q, R
C
S, T, U
Cue marks ...................... 26
D
Stop-pauzeontgrendelfunctie .... 15, 22
Snel vooruit spoelen ..... 14
DPC functie.................... 17
Droge batterijen ............... 6
V
E, F, G, H
Vlakke microfoon ......... 21
Vooruit zoeken .............. 14
Externe microfoon ........ 28
I, J, K, L
Ingebouwde microfoon .. 21
40NL
Pieptoon ........................... 9
W, X, Y, Z
Weergave tijdelijk
onderbreken ................... 14