Laserliner DampCheck de handleiding

Type
de handleiding
12
a
c
b
d
e
f
g
Algemene veiligheidsaanwzingen
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven
specicaties.
De meetapparaten en het toebehoren zn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
– De bouwwze van het apparaat mag niet worden veranderd!
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme
temperaturen, vocht of sterke trillingen.
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere
functies uitvallen of de batterlading zwak is.
– De meetpunt mag niet met externe spanning worden gebruikt.
Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale
instantiesvoor het veilige en deskundige gebruik van het apparaat
in acht.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn
2014/30/EU.
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vlieg-
tuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een
pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect
op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk.
Bij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektro-
magnetische wisselvelden kan de meetnauwkeurigheid negatief
worden beïnvloed.
NL
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie-
en aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie
en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van
deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven
aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze
door als u het apparaat doorgeeft.
!
Functie / toepassing
Het onderhavige materiaalvocht-meettoestel bepaalt het
Zvochtgehalte van hout en bouwmaterialen volgens de methode
van de weerstandsmeting. De weergegeven waarde geeft het
vochtgehalte in % aan en heeft betrekking op de droge massa.
Voorbeeld: 100% materiaalvocht bij 1 kg nat hout = 500 g
water. Het toestel kan bovendien worden gebruikt om de
omgevingstemperatuur te meten.
Meetwaardeweergave
Hold-functie
Batterijlading
Meetmodus hout
Meeteenheid °C / °F
Meeteenheid %
Meetmodus bouwmaterialen
a
b
c
d
e
f
g
DampCheck
13
6
DampCheck
1
2
3
4
5
NL
2
ON HOLD OFF
DampCheck DampCheck
1 sec 1 sec
Het apparaat
schakelt automatisch
uit na 15 seconden
inactiviteit.
Beschermkappen
Meetelektroden
LC-display
Led nat-/droogindicator:
groen = droog
geel = vochtig
rood = nat
Aan-schakelaar;
Omschakeling meetmodus /
temperatuureenheid;
Hold-functie
Batterijvak (achterzijde)
1
2
3
4
5
6
1.
2.
3.
1
Batterij plaatsen
Open het batterijvakje
en plaats de batterijen
overeenkomstig de
installatiesymbolen.
Let daarbij op de juiste
polariteit.
Bij geringe batterijlading verschijnt het symbool ‚Batterijlading‘
(c) op het display.
!
14
NL
DampCheck
Hout
De te meten plek dient onbehandeld
en vrij van takken, verontreinigingen of
hars te zijn.Er dient géén meting aan
de kopse zijden te worden uitgevoerd
omdat het hout hier bijzonder snel
droogt, hetgeen zou leiden tot vervalste
meetresultaten.
Meetbereik houtvocht
< 6% alle leds uit
≥ 6% tot < 16% groene led knippert
≥ 16% tot < 20% gele led knippert
≥ 20% rode led knippert
4
Materiaalvocht meten
Nat-/droogindicator
De leds (groen, geel en rood) geven naast de numerieke vochtwaarde
een grove inschatting of het materiaal als droog (groen), vochtig (geel)
of nat (rood) moet worden beschouwd.
De volgende houtsoorten van de groep A kunnen direct worden
afgelezen: beuk, linde, wilg, ebbenhout en teak. Bij de meting van
houtsoorten van de groep B moet een correctiefactor van 2 - 3%
erbij worden opgeteld (steeleik, ahorn, els, spar, berk).
Opmerkingen over het meetproces:
Waarborg dat zich op de te meten plek geen verzorgings-
leidingen (elektrische leidingen, waterleidingen…) bevinden
of een metalen ondergrond voorhanden is. Steek de meet-
elektroden zo ver mogelijk in het te meten product, sla ze
echter nooit met geweld in het te meten product. Hierdoor
zou het toestel kunnen worden beschadigd. Verwijder het
meettoestel altijd door links-rechts-bewegingen. Voer
vergelijkbare metingen uit op verschillende plaatsen
om meetfouten te minimaliseren. Gevaar voor letsel door
de spitse meetelektroden. Monteer altijd de beschermkap
wanneer u het toestel transporteert of niet gebruikt.
!
Het apparaat start met de als laatste ingestelde meetmodus.
Druk 3 seconden lang op de Set-toets om de modus in te
stellen of wacht even totdat het symbool niet meer knippert.
!
3
1 sec 3 sec 1 sec 1 sec 1 sec
1x 1x 1x 1x 1x
Meetmodus omschakelen
Toestel aan
Symbolen knipperen
DampCheck
15
DampCheck
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het
gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de
batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet
gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
NL
Tip: vochtmeettoestellen die volgens de weerstandsmethode werken,
kunnen steeds worden gebruikt om meetpunten te vergelijken –
hierbij is de numerieke waarde slechts bedoeld als indexwaarde.
Voer daarbij proefmetingen uit op een droge plaats van hetzelfde
materiaal, noteer de waarde en vergelijk de waarde met het te meten
oppervlak. Hoe hoger de waarde, hoe vochtiger het materiaal.
Op deze wijze kunnen onafhankelijk van materiaal of materiaalcom-
binaties (bijv. pleister met behang) vochtverlopen in het materiaal
worden gedetecteerd.
5
Temperatuurmeting
De geïntegreerde karakteristiek voor bouwmateriaal is
afgestemd op gipspleister. De meetbereiken bij bouwmaterialen
zijn uiterst verschillend en variëren bovendien nog van fabrikant
tot fabrikant. De geïntegreerde karakteristiek kan dus niet
van toepassing zijn voor alle bouwmaterialen. Zo nodig moeten
de waarden met andere meetmethoden, zoals bijv. de
Darr-methode, worden vergeleken.
!
Schakel het apparaat voor de meting van de omgevingstemperatuur
om naar °C of °F.
Bij grote temperatuurschommelingen kan de sensor langer
nodig hebben voor de afstelling.
!
Minerale bouwmaterialen
Let op dat de meetresultaten kunnen
worden vervalst bij wanden (opper-
vlakken) met verschillende materialen of
verschillen in de materiaalsamenstelling.
Voer meerdere vergelijkende
metingen uit.
Meetbereik bouwvocht
< 0,2% alle leds uit
≥ 0,2% tot < 0,7% groene led knippert
≥ 0,7% tot < 0,9% gele led knippert
≥ 0,9% rode led knippert
Hout met een waarde van meer dan 20% relatief materiaal-
vocht dient niet te worden gebruikt voor verbranding. Optimale
verbrandingswaarde van hout wordt bereikt bij < 15%.
!
16
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd
worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen
waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren.
NL
Algemene opmerkingen
De functie en de bedrijfsveiligheid kunnen alléén worden
gewaarborgd wanneer het meettoestel binnen de aangegeven
klimatische voorwaarden gebruikt en alléén doelmatig toegepast
wordt. Voor de beoordeling van de meetresultaten en de daaruit
resulterende maatregelen is de gebruiker zelf verantwoordelijk.
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet
volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische
en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies
onder: http://laserliner.com/info?an=ABQ
Technische veranderingen voorbehouden. 20W03
Technische gegevens
Meeteenheid
Materiaalvochtgehalte
(weerstandsmeting)
Omgevingstemperatuur
Modus
Hout (1 groep)
Bouwmaterialen (1 materiaal)
Meetbereik hout
Houtgroep A: 6% … 60%
Nauwkeurigheid (absoluut) hout
± 2%
Resolutie hout
1%
Meetbereik bouwmaterialen
0,2% ... 2,9%
Nauwkeurigheid (absoluut)
bouwmaterialen
± 0,3%
Resolutie bouwmaterialen
0,1%
Meetbereik
omgevingstemperatuur
0°C … 40°C
Nauwkeurigheid
omgevingstemperatuur
± 2°C
Resolutie omgevingstemperatuur
1°C
Stroomvoorziejning
4 x 1,5V LR44 (AG13)
Bedrijfsduur ca. 55 uur
Werkomstandigheden
0°C … 40°C, luchtvochtigheid
max. 85% rH, niet-condenserend,
werkhoogte max. 2000 m boven
NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden
-10°C … 50°C, luchtvochtigheid
max. 85% rH
Afmetingen (B x H x D)
46 x 85 x 16 mm
Gewicht
41 g (incl. batterijen)

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantieen aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing Het onderhavige materiaalvocht-meettoestel bepaalt het Zvochtgehalte van hout en bouwmaterialen volgens de methode van de weerstandsmeting. De weergegeven waarde geeft het vochtgehalte in % aan en heeft betrekking op de droge massa. Voorbeeld: 100% materiaalvocht bij 1 kg nat hout = 500 g water. Het toestel kan bovendien worden gebruikt om de omgevingstemperatuur te meten. Algemene veiligheidsaanwijzingen –G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. –D  e meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. – De bouwwijze van het apparaat mag niet worden veranderd! – S tel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen. –H  et apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. – De meetpunt mag niet met externe spanning worden gebruikt. –N  eem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instantiesvoor het veilige en deskundige gebruik van het apparaat in acht. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling –H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU. – P laatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. –B  ij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektromagnetische wisselvelden kan de meetnauwkeurigheid negatief worden beïnvloed. b c a d e g 12 NL f a b c d e f g Meetwaardeweergave Hold-functie Batterijlading Meetmodus hout Meeteenheid °C / °F Meeteenheid % Meetmodus bouwmaterialen DampCheck 1 2 3 4 Beschermkappen Meetelektroden LC-display Led nat-/droogindicator: groen = droog geel = vochtig rood = nat 5 Aan-schakelaar; Omschakeling meetmodus / temperatuureenheid; Hold-functie 6 Batterijvak (achterzijde) 1 2 3 4 5 DampCheck 6 1 Batterij plaatsen Open het batterijvakje en plaats de batterijen overeenkomstig de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit. 2. 3. 1. ! Bij geringe batterijlading verschijnt het symbool ‚Batterijlading‘ (c) op het display. 2 ON HOLD OFF Het apparaat schakelt automatisch uit na 15 seconden inactiviteit. 1 sec DampCheck 1 sec DampCheck NL 13 3 Meetmodus omschakelen Toestel aan 1x 1x 1x 1x 1x 1 sec 3 sec 1 sec 1 sec 1 sec Symbolen knipperen ! Het apparaat start met de als laatste ingestelde meetmodus. Druk 3 seconden lang op de Set-toets om de modus in te stellen of wacht even totdat het symbool niet meer knippert. ! Opmerkingen over het meetproces: Waarborg dat zich op de te meten plek geen verzorgingsleidingen (elektrische leidingen, waterleidingen…) bevinden of een metalen ondergrond voorhanden is. Steek de meetelektroden zo ver mogelijk in het te meten product, sla ze echter nooit met geweld in het te meten product. Hierdoor zou het toestel kunnen worden beschadigd. Verwijder het meettoestel altijd door links-rechts-bewegingen. Voer vergelijkbare metingen uit op verschillende plaatsen om meetfouten te minimaliseren. Gevaar voor letsel door de spitse meetelektroden. Monteer altijd de beschermkap wanneer u het toestel transporteert of niet gebruikt. 4 Materiaalvocht meten Nat-/droogindicator De leds (groen, geel en rood) geven naast de numerieke vochtwaarde een grove inschatting of het materiaal als droog (groen), vochtig (geel) of nat (rood) moet worden beschouwd. Hout De te meten plek dient onbehandeld en vrij van takken, verontreinigingen of hars te zijn.Er dient géén meting aan de kopse zijden te worden uitgevoerd omdat het hout hier bijzonder snel droogt, hetgeen zou leiden tot vervalste meetresultaten. Meetbereik houtvocht < 6% alle leds uit ≥ 6% tot < 16% groene led knippert ≥ 16% tot < 20% gele led knippert ≥ 20% rode led knippert ck he mpC Da De volgende houtsoorten van de groep A kunnen direct worden afgelezen: beuk, linde, wilg, ebbenhout en teak. Bij de meting van houtsoorten van de groep B moet een correctiefactor van 2 - 3 % erbij worden opgeteld (steeleik, ahorn, els, spar, berk). 14 NL DampCheck ! Hout met een waarde van meer dan 20 % relatief materiaalvocht dient niet te worden gebruikt voor verbranding. Optimale verbrandingswaarde van hout wordt bereikt bij < 15 %. Minerale bouwmaterialen Let op dat de meetresultaten kunnen worden vervalst bij wanden (oppervlakken) met verschillende materialen of verschillen in de materiaalsamenstelling. Voer meerdere vergelijkende metingen uit. eck Ch mp Da Meetbereik bouwvocht < 0,2% alle leds uit ≥ 0,2% tot < 0,7% groene led knippert ≥ 0,7% tot < 0,9% gele led knippert ≥ 0,9% rode led knippert ! De geïntegreerde karakteristiek voor bouwmateriaal is afgestemd op gipspleister. De meetbereiken bij bouwmaterialen zijn uiterst verschillend en variëren bovendien nog van fabrikant tot fabrikant. De geïntegreerde karakteristiek kan dus niet van toepassing zijn voor alle bouwmaterialen. Zo nodig moeten de waarden met andere meetmethoden, zoals bijv. de Darr-methode, worden vergeleken. Tip: vochtmeettoestellen die volgens de weerstandsmethode werken, kunnen steeds worden gebruikt om meetpunten te vergelijken – hierbij is de numerieke waarde slechts bedoeld als indexwaarde. Voer daarbij proefmetingen uit op een droge plaats van hetzelfde materiaal, noteer de waarde en vergelijk de waarde met het te meten oppervlak. Hoe hoger de waarde, hoe vochtiger het materiaal. Op deze wijze kunnen onafhankelijk van materiaal of materiaalcombinaties (bijv. pleister met behang) vochtverlopen in het materiaal worden gedetecteerd. 5 Temperatuurmeting Schakel het apparaat voor de meting van de omgevingstemperatuur om naar °C of °F. ! Bij grote temperatuurschommelingen kan de sensor langer nodig hebben voor de afstelling. Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. NL 15 Kalibratie Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. Technische gegevens Meeteenheid Modus Meetbereik hout Nauwkeurigheid (absoluut) hout Resolutie hout Meetbereik bouwmaterialen Nauwkeurigheid (absoluut) bouwmaterialen Resolutie bouwmaterialen Meetbereik omgevingstemperatuur Nauwkeurigheid omgevingstemperatuur Resolutie omgevingstemperatuur Stroomvoorziejning Bedrijfsduur Werkomstandigheden Opslagvoorwaarden Afmetingen (B x H x D) Gewicht Materiaalvochtgehalte (weerstandsmeting) Omgevingstemperatuur Hout (1 groep) Bouwmaterialen (1 materiaal) Houtgroep A: 6% … 60% ± 2% 1% 0,2% ... 2,9% ± 0,3% 0,1% 0°C … 40°C ± 2°C 1°C 4 x 1,5V LR44 (AG13) ca. 55 uur 0°C … 40°C, luchtvochtigheid max. 85% rH, niet-condenserend, werkhoogte max. 2000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) -10°C … 50°C, luchtvochtigheid max. 85% rH 46 x 85 x 16 mm 41 g (incl. batterijen) Technische veranderingen voorbehouden. 20W03 Algemene opmerkingen De functie en de bedrijfsveiligheid kunnen alléén worden gewaarborgd wanneer het meettoestel binnen de aangegeven klimatische voorwaarden gebruikt en alléén doelmatig toegepast wordt. Voor de beoordeling van de meetresultaten en de daaruit resulterende maatregelen is de gebruiker zelf verantwoordelijk. EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=ABQ 16 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Laserliner DampCheck de handleiding

Type
de handleiding