Salter BLOEDDRUKMETER SA BPA-9201 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

BPA-9201-EU
AUTOMATIC ARM BLOOD PRESSURE MONITOR
Instructions and Guarantee
E
2 I NL
Symbool voor “NEEM DE
GEBRUIKSAANWIJZING IN ACHT”
Symbool voor “ONDERDELEN VAN HET
TYPE BF”
Symbool voor “VOLDOET AAN DE
EISEN VAN MDD 93/42/EEG”
Symbool voor “MILIEUBESCHERMING”
- Afgedankte elektrische apparaten
mogen niet met het huishoudelijk afval
worden afgevoerd. Volg de plaatselijke
richtlijnen.
Symbool voor “FABRIKANT”
Symbool voor “SERIENUMMER”
Bevoegd vertegenwoordiger in de
Europese Gemeenschap
Symbool voor “GELIJKSTROOM” Symbool voor “Recyclen”
Symbool voor “PRODUCTIEDATUM”
De Groene Punt is het licentiesymbool
van een Europees netwerk van door de
branche gefinancierde systemen voor
het recyclen van verpakkingsmaterialen
van consumptiegoederen.
Waarschuwing: neem deze
aanwijzingen in acht om schade aan
het apparaat te voorkomen.
INTRODUCTIE
Algemene beschrijving
Bedankt dat u voor de bovenarmbloeddrukmeter BPA-9201-EU van Salter hebt gekozen. Het apparaat biedt
bloeddrukmeting, hartslagmeting en opslag van resultaten. Het ontwerp biedt u twee jaar betrouwbare werking.
Meetresultaten van de BPA-9201-EU zijn vergelijkbaar met de resultaten die worden verkregen door opgeleid
personeel dat de auscultatiemethode met manchet en stethoscoop hanteert.
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheids- en onderhoudsinformatie en geeft stapsgewijze instructies
voor het gebruik van het product. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voor gebruik van het product.
Specificaties:
• Lcd-scherm van 60 mm . 40,5 mm
• Maximaal 60 opgeslagen meetresultaten
• Meting tijdens het oppompen
Indicaties voor gebruik
De Salter-bloeddrukmeter is een digitale meter voor het meten van de bloeddruk en de hartslag bij een armomtrek
van 22 tot 42 cm. Uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis door volwassenen.
Contra-indicaties
1. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik bij zwangere vrouwen of vrouwen die denken zwanger te zijn.
2. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik bij patiënten met geïmplanteerde, elektrische apparaten, zoals
pacemakers en defibrillatoren.
Meetmethode
Dit product maakt gebruik van de oscillometrische meetmethode voor het detecteren van de bloeddruk. Voor elke
meting stelt het apparaat een “nuldruk” vast die gelijk is aan de luchtdruk. Daarna wordt de armmanchet opgepompt.
Het apparaat detecteert hierbij drukwisselingen die worden veroorzaakt door slag-op-slag-pulsatie, op basis
waarvan de systolische en diastolische bloeddruk evenals de hartslag worden bepaald.
Veiligheidsinformatie
In de gebruiksaanwijzing, op de labels en op andere onderdelen kunnen de volgende symbolen worden gebruikt. Dit
zijn de standaard- en gebruiksvereisten.
0123
3 I NL
WAARSCHUWING
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik
binnenshuis door volwassenen.
• Het apparaat is niet geschikt voor gebruik bij
neonatale patiënten, zwangere vrouwen, patiënten met
geïmplanteerde, elektronische apparaten, patiënten
met pre-eclampsie, premature ventriculaire contractie,
atriumfibrillatie, perifere, arteriële aandoeningen en
patiënten die een intravasculaire therapie ondergaan,
een arterio-veneuze shunt hebben of mensen die een
mastectomie hebben ondergaan. Raadpleeg voordat u
het apparaat gebruikt uw arts, als u een of meerdere
aandoeningen hebt.
• Het apparaat is niet geschikt om de bloeddruk van
kinderen te meten. Raadpleeg uw arts voordat u het
apparaat bij oudere kinderen gebruikt.
• Het apparaat is niet bedoeld tijdens ziekenvervoer buiten
een zorginstelling.
• Het apparaat is niet bedoeld voor professioneel gebruik.
• Het apparaat is bedoeld voor het niet-invasief meten en
controleren van de arteriële bloeddruk. Het is niet bedoeld
voor gebruik op andere ledematen dan de pols of voor
andere doeleinden dan het meten van de bloeddruk.
• Verwar zelfcontrole niet met zelfdiagnose. Met dit
apparaat kunt u uw bloeddruk controleren. Begin of
beëindig geen medische behandeling zonder een arts te
raadplegen.
• Indien u medicijnen neemt, raadpleeg dan uw arts om te
bepalen wat de beste tijd van de dag is om uw bloeddruk
te meten. Verander nooit de inname van voorgeschreven
medicijnen zonder eerst uw arts te raadplegen.
• Neem geen therapeutische maatregelen op basis van een
zelfmeting. Verander nooit de dosis van een door een arts
voorgeschreven medicijn. Raadpleeg uw arts als u vragen
hebt over uw bloeddruk.
• Als het apparaat gebruikt wordt voor het meten bij
patiënten met veelvoorkomende hartritmestoornissen,
zoals atriale of ventriculaire premature contractie of
atriumfibrillatie, kan het beste resultaat optreden met
afwijkingen. Raadpleeg uw arts over het resultaat.
• Let bij het gebruik van dit apparaat op de volgende
situatie die de bloedstroom kan onderbreken en
de bloedcirculatie van de patiënt kan beïnvloeden,
waardoor de patiënt schadelijk letsel kan oplopen: het te
frequent knikken van de verbindingsslang en meerdere
opeenvolgende metingen; het aanbrengen van de manchet
en het onder druk brengen ervan om een pols waar
intravasculaire toegang of therapie of een arterio-veneuze
(A-V) shunt aanwezig is; het oppompen van de manchet aan
de kant van een mastectomie.
• Waarschuwing: breng de manchet niet aan op een wond;
dit kan verder letsel veroorzaken.
•Pomp de manchet niet op om een ledemaat waar op
hetzelfde moment andere ME-controleapparatuur is
aangebracht. Dit kan namelijk tijdelijk functieverlies van de
gelijktijdig gebruikte ME-controleapparatuur veroorzaken.
• In het zeldzame geval van een storing waardoor de
manchet tijdens het meten volledig opgepompt blijft, dient
u de manchet onmiddellijk te openen. Langdurige hoge druk
(manchetdruk > 300 mmHg of constante druk > 15 mmHg
gedurende meer dan 3 minuten) op de pols kan leiden tot
ecchymose.
• Zorg dat het gebruik van het apparaat niet leidt tot een
langdurige aantasting van de bloedcirculatie van de patiënt.
• Zorg er tijdens het meten voor dat de verbindingsslang
niet wordt samengedrukt of belemmerd.
• Het apparaat mag niet tegelijkertijd met chirurgische
HF-apparatuur worden gebruikt.
• In het BEGELEIDENDE DOCUMENT is opgenomen dat de
BLOEDDRUKMETER klinisch onderzocht is volgens de eisen
van ISO 81060-2:2013.
• Neem contact op met de fabrikant om de kalibratie van de
GEAUTOMATISEERDE BLOEDDRUKMETER te verifiëren.
Het gebruik van dit apparaat wordt afgeraden bij vrouwen
die zwanger zijn of die mogelijk zwanger zijn. Afgezien
van de onnauwkeurige metingen, zijn de eecten van dit
apparaat op de foetus onbekend.
• Te vaak en te veel achtereenvolgend meten kan
verstoringen in de bloedsomloop en letsel veroorzaken.
• Dit apparaat is niet geschikt voor doorlopende controle
tijdens medische noodgevallen of operaties; anders kunnen
de pols en vingers van de patiënt verdoofd, opgezwollen en
zelfs blauw worden als gevolg van een tekort aan bloed.
• Bewaar het apparaat, na gebruik, in een droge ruimte
en bescherm het tegen extreem vocht, hitte, pluis, stof
en direct zonlicht. Plaats nooit zware voorwerpen op het
opbergdoosje.
• Dit apparaat mag alleen worden gebruikt voor het doel
dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
veroorzaakt door onjuist gebruik van het apparaat.
• Dit apparaat bestaat uit gevoelige onderdelen en
moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem
de in deze gebruiksaanwijzing beschreven opslag- en
gebruiksomstandigheden in acht.
• De maximumtemperatuur die het toegepaste onderdeel
kan bereiken is 42,5 ºC bij een omgevingstemperatuur
van 40 ºC.
• Dit apparaat is geen AP/APG-apparatuur en is niet
geschikt voor gebruik in aanwezigheid van een ontvlambaar
anesthesiemengsel met lucht, zuurstof of stikstofoxide.
4 I NL
• Waarschuwing: voer geen service/onderhoud uit terwijl de
ME-apparatuur in gebruik is.
• De patiënt is een beoogde gebruiker.
• De patiënt kan onder normale omstandigheden gegevens
meten, de batterijen vervangen en het apparaat en de
accessoires onderhouden volgens de gebruiksaanwijzing.
• Gebruik, om meetfouten te voorkomen, het apparaat
niet in een sterk elektromagnetisch veld dat een
interferentiesignaal of een elektrisch snel transiënt of
burstsignaal uitzendt.
• De bloeddrukmeter en manchet zijn geschikt voor gebruik
in de omgeving van de patiënt. Gebruik dit apparaat niet als
u allergisch bent voor polyester, nylon of plastic.
• Tijdens het gebruik zal de patiënt in contact komen met
de manchet. De materialen van de manchet zijn getest en
voldoen aan de eisen van ISO 10993-5:2009 en ISO
10993-10:2010. De manchet zal geen eventuele
sensibilisatie- of irritatiereactie veroorzaken.
• Als u tijdens het meten ongemak ervaart, zoals pijn in de
pols of andere klachten, druk dan op de START/STOP-knop
om de lucht onmiddellijk uit de manchet te laten lopen.
Maak de manchet los en verwijder deze van uw pols.
• Als de manchetdruk 40 kPa (300 mmHg) bereikt, loopt de
manchet automatisch leeg. Als de manchet niet leegloopt
wanneer de druk 40 kPa (300 mmHg) bereikt, maak dan de
manchet los van de pols en druk op de START/STOP-knop
om het oppompen te stoppen.
• Controleer voor gebruik of het apparaat veilig
functioneert en in goede staat verkeert. Controleer het
apparaat en gebruik het niet als het op enigerlei wijze
beschadigd is. Het continue gebruik van een beschadigd
apparaat kan letsel, onjuiste resultaten of ernstig gevaar
veroorzaken.
• Was de manchet niet in een wasmachine of vaatwasser!
• De levensduur van de manchet kan variëren
door de wasfrequentie, de huidconditie en de
opslagomstandigheden. De gebruikelijke levensduur is
10.000 keer.
• Het wordt aanbevolen om de prestaties om de 2 jaar
en na onderhoud en reparatie te controleren, door ten
minste de vereisten betreende de foutlimieten van de
manchetdrukindicatie en luchtlekkage opnieuw te testen
(testen bij ten minste 50 mmHg en 200 mmHg).
• Voer ACCESSOIRES, afneembare onderdelen en de ME-
APPARATUUR af volgens de plaatselijke richtlijnen.
• De fabrikant zal op verzoek schakelschema's,
onderdelenlijsten, beschrijvingen, kalibratie-instructies
enz. beschikbaar stellen om onderhoudsmedewerkers te
ondersteunen bij het repareren van onderdelen.
• De gebruiker mag de patiënt en de uitgang van de
batterijen niet tegelijkertijd aanraken.
• Reiniging: stofomgevingen kunnen de prestaties van
het
apparaat beïnvloeden. Gebruik een zachte doek om het
hele apparaat voor en na gebruik te reinigen. Gebruik geen
schurende of vluchtige reinigingsmiddelen.
• Het apparaat hoeft niet binnen twee jaar na betrouwbare
service te worden gekalibreerd.
• Als u problemen ondervindt met dit apparaat, bij het
instellen, het onderhoud of het gebruik, neem dan contact
op met het SERVICEPERSONEEL van Salter. Open of repareer
het apparaat niet zelf in geval van storingen. Het apparaat
mag alleen worden onderhouden, gerepareerd en geopend
door personen bij erkende verkoop-/servicecentra.
• Meld het aan Salter als er een onverwachte werking of
gebeurtenis plaatsvindt.
• Houd het apparaat buiten het bereik van zuigelingen,
jonge kinderen of huisdieren om inademing of het inslikken
van kleine onderdelen te voorkomen. Dit is gevaarlijk of
zelfs dodelijk.
• Wees alert op wurging door kabels en slangen, met name
door overmatige lengte.
• ME-apparatuur heeft minstens 30 minuten nodig om op
te warmen vanaf de minimale opslagtemperatuur tussen de
gebruikssessies tot de apparatuur klaar is voor het beoogde
gebruik. ME-apparatuur heeft minstens 30 minuten nodig
om af te koelen vanaf de maximale opslagtemperatuur
tussen de gebruikssessies tot de apparatuur klaar is voor
het beoogde gebruik.
• Deze apparatuur moet worden geïnstalleerd en in gebruik
worden genomen in overeenstemming met de informatie in
de BEGELEIDENDE DOCUMENTEN;
• Draadloze communicatieapparatuur zoals draadloze
thuisnetwerkapparaten, mobiele telefoons, draadloze
telefoons en hun basisstations, en portofoons kunnen dit
apparaat beïnvloeden en moeten op ten minste een afstand
d van het apparaat worden gehouden. De afstand d wordt
door de FABRIKANT berekend op basis van de kolom “80
MHz tot 5,8 Ghz” van tabel 4 en tabel 9 van IEC 60601-1-
2:2014, naargelang het geval.
• Gebruik ACCESSOIRES en afneembare onderdelen die
door de FABRIKANT zijn gespecificeerd/erkend; anders kan
dit schade aan het apparaat of gevaar voor de gebruiker/
patiënten veroorzaken.
• Er zijn geen luer-lockverbindingen gebruikt bij de
slangconstructie en er is daarom geen mogelijkheid dat
deze onbedoeld worden aangesloten op intravasculaire
vloeistofsystemen, waardoor lucht in een bloedvat kan
worden gepompt.
• Gebruik het apparaat onder omstandigheden zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing. Anders worden de
prestaties en de levensduur van het apparaat beïnvloed
en verminderd.
5 I NL
Melding Op Lcd-Scherm
SYMBOOL
BESCHRIJVING
Systolische bloeddruk Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Hartslag in slagen per minuut
Beweging kan leiden tot een onnauwkeurige meting.
De bloeddrukmeter detecteert een onregelmatige hartslag
tijdens de meting.
Geef aan dat het in de geheugenmodus staat en welke
geheugengroep het betreft.
Maand/dag/jaar, Uur : Minuten
Zeigt den Blutdruck an
De bloeddrukmeter detecteert een onregelmatige hartslag
tijdens de meting.
Start de meting voor Gebruiker1 / Gebruiker G / Gebruiker 2
Batterijen zijn bijna leeg en moeten worden vervangen
Meeteenheid van de bloeddruk
Meeteenheid van de bloeddruk
Diastolische bloeddruk
Weergave hartslag
Defl deflatie symbool deflatie
Te manchet loopt leeg
Bewegingsindicator
Unregelmäßiger Herzschlag
Bloeddrukniveau-indicator
Hartslag
Gebruiker1 / Gebruiker G /
Gebruiker 2
Batterijen bijna leeg
Geheugen
UITLEG
Huidige tijd
6 I NL
Onderdelen van de meter
De batterijen plaatsen en vervangen
• Open de batterijdeksel.
Plaats de batterijen zoals aangegeven in het batterijvakje.
(Gebruik altijd het juiste/aangegeven type batterijen: vier
AAA-batterijen.)
• Doe de batterijdeksel weer dicht.
Vervang de batterijen als een van de
onderstaande situaties optreedt:
verschijnt op het
lcd-scherm
• Het lcd-scherm wordt vaag
Het lcd-scherm licht niet op bij
het inschakelen van de meter.
WAARSCHUWING
• Gebruik geen nieuwe en gebruikte batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar.
• Werp nooit batterijen in een vuur. De batterijen kunnen exploderen of gaan lekken.
• Verwijder de batterijen als u het apparaat langere tijd niet gaat gebruiken.
Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Voer deze niet af met het
huishoudelijk afval.
Haal oude batterijen uit het apparaat en volg de plaatselijke richtlijnen voor
recycling.
MANCHET
LUCHTSLANG
LUCHT-
AANSLUITING
BATTERIJVAKJE
LCD-SCHERM
BATTERIJCOMPARTIMENT
START/STOP-
KNOP
Lijst met onderdelen
van de bloeddrukmeter
1 Manchet
2 Luchtslang
3 Printplaat
4 Pomp
5 Ventiel
Lijst
1. Automatische bovenarmbloeddrukmeter BPA-9201-EU
4. Gebruiksaanwijzing
2. Manchet (onderdeel van het type BF) (22-42 cm)
(Gebruik de door Salter
erkende manchet. De maat
van de meegeleverde
manchet is te vinden op
het label van de manchet.)
3. AAA-batterijen
INSTELKNOP
“SET”
GEHEUGENKNOP
“MEM”
7 I NL
5. Herhaal stap 2 en 3 om [HOUR] en [MINUTE] in
te stellen.
6. Herhaal stap 2 en 3 om [UNIT] in te stellen.
7. Als de eenheid is ingesteld, toont het lcd-scherm
eerst de melding “donE” en daarna alle
instellingen die u hebt uitgevoerd. Het scherm
schakelt zichzelf daarna uit.
DATUM, TIJD EN MEETEENHEID INSTELLEN
Het is belangrijk dat u voor het gebruik van de
bloeddrukmeter de klok instelt, zodat aan elk
meetresultaat dat in het geheugen wordt opgeslagen een
tijdstip kan worden gekoppeld. (Het instelbereik van het
jaar: 2018-2058, tijdsindeling: 12H/24H)
1. Terwijl de meter is
uitgeschakeld, houdt u de
“SET”-knop 3 seconden
ingedrukt om de modus
voor het instellen van het
jaar te openen.
Of druk, terwijl de meter
is uitgeschakeld, de
“SET”-knop kort in om de
tijd weer te geven. Houd
vervolgens de “SET”-knop
ingedrukt om de modus
voor het instellen van het
jaar te openen.
2. Druk op de “MEM”-knop
om [YEAR] te wijzigen.
Elke keer dat u drukt, gaat
het jaartal met één cijfer
omhoog, in een cyclus.
3. Als u het juiste jaartal hebt bereikt, drukt u op de
“SET”-knop om de selectie te bevestigen en gaat u naar
de volgende stap. Herhaal stap 2 en 3 om [MONTH] en
[DAY] in te stellen.
4. H
erhaal stap 2 en 3 om de tijdsindeling [12H] en [24H] te
bevestigen.
Onderdelen van de meter
2. Manchet (onderdeel van het type BF) (22-42 cm)
(Gebruik de door Salter
erkende manchet. De maat
van de meegeleverde
manchet is te vinden op
het label van de manchet.)
8 I NL
VOORDAT U BEGINT
Selecteer de gebruiker
1. Terwijl de meter is uitgeschakeld, houdt
u de “MEM”-knop ingedrukt om naar de
gebruikersinstellingen te gaan. De gebruikers-ID
knippert.
2. Druk nogmaals op de “MEM”-knop en selecteer
gebruikers-ID: gebruiker 1, gebruiker 2 of gebruiker G.
3. Nadat u de gewenste gebruikers-ID hebt geselecteerd,
drukt u ter bevestiging op de “SET”-knop. Het
lcd-scherm wordt uitgeschakeld.
METING
Bind de manchet om
1. Verwijder alle sieraden,
zoals horloges en armbanden,
van uw linkerarm. Let op:
gebruik uw rechterarm als
uw arts bij u een slechte
bloedsomloop in uw linkerarm
heeft vastgesteld.
2. Rol of stroop uw mouw op om de huid
bloot te leggen. Zorg dat uw mouw niet te
strak zit.
3. Houd uw arm met uw handpalm naar boven gericht
en bind de manchet om uw bovenarm. Draai de slang
vervolgens zijwaarts naar de binnenkant van de arm,
in één lijn met de pink. Of plaats de slagadermarkering
over de hoofdslagader (aan de binnenkant van uw
arm). Let op: u vindt de hoofdslagader door met 2
vingers ongeveer 2 cm boven de elleboogholte aan de
binnenkant van uw linkerarm te drukken. Bepaal waar
de hartslag het duidelijkst voelbaar is. Daar loopt de
hoofdslagader.
4. De manchet moet
nauw aansluiten,
maar mag niet te
strak zitten. Er moet
nog één vinger passen
tussen de manchet en uw arm.
5. Ga comfortabel zitten en leg de arm met de manchet op
een vlakke ondergrond. Plaats uw elleboog op een tafel
zodat de manchet zich ter hoogte van uw hart bevindt.
Houd uw handpalm naar boven gericht. Ga rechtop zitten
in een stoel en haal 5 tot 6 keer diep adem.
6. Nuttige tips voor patiënten, met name voor patiënten met
een hoge bloeddruk:
• Rust 5 minuten uit voor u de eerste meting uitvoert.
Wacht minstens 3 minuten tussen de metingen, zodat uw
bloedsomloop zich kan herstellen.
• Voer de meting uit in een stille ruimte.
De patiënt moet zich zoveel mogelijk ontspannen en niet
bewegen en praten tijdens de meting.
De manchet moet op dezelfde hoogte zijn geplaatst als de
rechterboezem van het hart.
Zorg dat u comfortabel zit. Sla uw benen niet over elkaar
en houd uw voeten plat op de grond.
Rust met uw rug tegen de
rugleuning van de stoel.
Probeer voor een zinvolle
vergelijking te meten
onder vergelijkbare
omstandigheden.
Voer bijvoorbeeld
dagelijkse metingen uit op ongeveer hetzelfde tijdstip,
om dezelfde arm of zoals voorgeschreven door een arts.
9 I NL
Start de meting
1.
Terwijl de meter is uitgeschakeld,
drukt u op “START/STOP” om de meter
in te schakelen en de meting uit te
voeren. (Neem bijvoorbeeld gebruiker 1)
GEGEVENSBEHEER
De opgeslagen meetresultaten bekijken
1. Terwijl de meter is uitgeschakeld, drukt u op de
“MEM”-knop om de gemiddelde waarde van de laatste drie
metingen weer te geven. Als er minder dan drie metingen
zijn, wordt eerst het laatste meetresultaat getoond.
2.
Druk op “MEM” of “SET” om het gewenste meetresultaat te
bekijken.
Pas de nul
aan.
Oppompen
en meten
Oppompen
en meten
2.
Druk op “START/STOP” om uit
te schakelen; anders wordt het
apparaat binnen 1 minuut vanzelf
uitgeschakeld.
Toon de
resultaten en
sla ze op.
De datum en
tijd van het
meetresultaat
worden
afwisselend
getoond
Het huidige
nummer is
nummer 2
De bijbe-
horende datum
is 1 januari
De bijbe-horende
tijd is 10.08 uur ‘s
avonds (PM)
WAARSCHUWING
Het meest recente meetresultaat (1) wordt als eerste getoond.
Elke nieuwe meting wordt beschouwd als het eerste
meetresultaat (1). De nummering van alle andere
meetresultaten gaat één cijfer omhoog (dus 2 wordt 3,
enzovoort) en het laatste meetresultaat (60) wordt verwijderd.
LCD-
scherm
10 I NL
De meetresultaten verwijderen
Als er geen correcte meting is, kunt u alle resultaten
verwijderen door onderstaande stappen te volgen.
1. Houd de “MEM”-knop 3 seconden ingedrukt terwijl de
meter in de geheugenoproepmodus staat. Het scherm
begint te knipperen.
2. Druk op “SET” om het verwijderen te bevestigen. De
meter wordt vervolgens uitgeschakeld.
3. Druk op “START/STOP” om het verwijderen te annuleren
als u de gegevens niet wilt verwijderen.
4. Als er geen meetresultaten zijn, wordt het
bovenstaande scherm weergegeven.
Binnen 1 uur na eten of
drinken
Binnen 20 minuten na het
nemen van een bad
In een zeer koude omgeving
Onmiddellijk na het roken, of het
drinken van thee of koe
Als u praat of uw vingers
beweegt
Bewaar op een droge plaats
en vermijd direct zonlicht
Vermijd hevig schudden en
stoten van het apparaat
Gebruik een vochtige doek
om vuil te verwijderen
Probeer de
herbruikbare manchet
niet met water
schoon te maken
en dompel de
manchet nooit in
water onder.
Vermijd een stoge omgeving en een
instabiele omgevingstemperatuur
Zorg dat het apparaat niet in
contact komt met water
Als u moet plassen
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Tips voor het meten
Metingen kunnen onnauwkeurig zijn als ze onder de
volgende omstandigheden worden uitgevoerd.
Onderhoud
Volg voor optimale prestaties onderstaande instructies op.
11 I NL
Probeer de
herbruikbare manchet
niet met water
schoon te maken
en dompel de
manchet nooit in
water onder.
Vermijd een stoge omgeving en een
instabiele omgevingstemperatuur
OVER BLOEDDRUK
Wat betekent systolische druk en diastolische druk?
Wanneer de hartkamers zich samentrekken en het bloed uit het hart
pompen, bereikt de bloeddruk zijn maximale waarde in de cyclus,
dit wordt systolische druk genoemd. Wanneer de hartkamers zich
ontspannen, bereikt de bloeddruk zijn minimale waarde in de cyclus,
dit wordt diastolische druk genoemd.
Wat is de standaard bloeddrukclassificatie?
The blood pressure classification published by World Health
Organization (WHO) and International Society of Hypertension
(ISH) in 1999 is as follows:
WAARSCHUWING
Alleen een arts kan uw normale BP-bereik vertellen. Neem
contact op met een arts als uw meetresultaat buiten het
bereik valt. Houd er rekening mee dat alleen een arts
kan vertellen of uw bloeddrukwaarde een gevaarlijk punt
heeft bereikt.
Detectie van onregelmatige hartslag
Het apparaat detecteert een onregelmatige hartslag als het hartslagritme schommelt tijdens de meting van de
systolische en diastolische bloeddruk. Tijdens elke meting registreert het apparaat alle hartslagintervallen en
berekent het gemiddelde. Als er twee of meer hartslagintervallen zijn, het verschil tussen elk interval en het
gemiddelde is meer dan de gemiddelde waarde van ±25%, of als er vier of meer hartslagintervallen zijn, het verschil
tussen elk interval en het gemiddelde is meer dan de gemiddelde waarde van ±15%, verschijnt het symbool voor
onregelmatige hartslag op het scherm wanneer de meetresultaten worden weergegeven.
Optimaal Normaal Hoog-normaal Mild Gemiddeld Ernstig
SYS <120 120–129 130–139 140–159 160–179 ≥180
DIA <80 80–84 85–89 90–99 100–109 ≥110
Niveau
Bloed-
druk (mmHg)
Systolische
druk op
kom tot rust
Diastolische
bloed lozen
slagader
bloed binnenkomt
ader
Graad 3 hypertensie (ernstig)
Systolische bloeddruk (mmHg)
Diastolische bloeddruk (mmHg)
Hoge normale bloeddruk
Normale bloeddruk
Optimaal
bloed druk
Graad 1 hypertensie (mild)
Subgroep: borderline
Graad 2 hypertensie (matig)
WAARSCHUWING
Het verschijnen van het IHB-pictogram geeft aan dat er tijdens de meting een onregelmatige hartslag
is gedetecteerd die overeenkomt met een onregelmatige hartslag. Meestal is dit GEEN reden tot
bezorgdheid. Als het symbool echter vaak verschijnt, raden we u aan medisch advies in te winnen. Houd
er rekening mee dat het apparaat geen hartonderzoek vervangt, maar dient om in een vroeg stadium
polsonregelmatigheden op te sporen.
12 I NL
Waarom schommelt mijn bloeddruk
gedurende de dag?
1. Uw bloeddruk schommelt meerdere malen
per dag. De meting wordt ook beïnvloed door
de manier waarop u uw manchet omdoet en
de meetpositie; voer de metingen dus onder
dezelfde omstandigheden uit.
2. Als u medicijnen gebruikt, zal de bloeddruk
meer variëren.
3. Wacht minimaal 3 minuten voor een nieuwe
meting.
Waarom krijg ik thuis een andere
bloeddruk dan in het ziekenhuis?
De bloeddruk varieert zelfs gedurende de dag
als gevolg van het weer, emoties, inspanning
enzovoort. Ook is er het "wittejasseneect",
wat inhoudt dat de bloeddruk meestal stijgt in
een klinische omgeving.
Is het resultaat hetzelfde als ik om de
rechterpols meet?
U kunt beide polsen meten, maar bij
verschillende mensen kunnen verschillende
resultaten optreden.
Wij adviseren u om steeds dezelfde pols te
meten.
Waarop u moet letten als u thuis uw bloeddruk
meet:
• Of de manchet goed omgebonden is.
• Of de manchet niet te strak of te los zit.
• Of de manchet om de pols is gebonden.
• Of u zich angstig voelt.
Het is beter om 2-3 keer diep adem te halen
voordat u met meten begint.
Advies: Ontspan u 4-5 minuten tot u gekalmeerd
bent.
13 I NL
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Dit gedeelte bevat een lijst met foutmeldingen en veelgestelde vragen bij problemen die u bij gebruik van uw
bloeddrukmeter kunt tegenkomen. Als het product niet werkt zoals u verwacht, controleer dan deze lijst voordat u
contact opneemt voor onderhoud.
PROBLEEM SYMPTOOM CONTROLEER DIT OPLOSSING
Geen stroom
Er is niets op het
scherm te zien.
Batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe batterijen.
Batterijen zijn onjuist geplaatst. Plaats de batterijen correct.
Batterijen bijna
leeg
Het scherm is zwak
of traag
Batterijen zijn bijna leeg. Plaats nieuwe batterijen.
Foutmelding
E 1 wordt getoond. De manchet is te strak of te los.
Stel de manchet opnieuw af, niet te
los of te strak en meet opnieuw.
E2 wordt getoond.
Het apparaat heeft tijdens de
meting beweging gedetecteerd.
Ontspan even en meet opnieuw.
E3 wordt getoond.
Tijdens het meten wordt geen
hartslag waargenomen.
Maak kleding rond uw pols los en
meet opnieuw.
E4 wordt getoond.
Het apparaat heeft tijdens de
meting beweging gedetecteerd.
De behandeling van de meting
is mislukt.
EExx wordt op het
scherm getoond.
Er is een kalibratiefout opgetreden.
Start de meting opnieuw. Als het
probleem zich blijft voordoen, neem
dan contact op met de verkoper
of met onze klantenservice voor
verdere hulp. Raadpleeg de
garantie voor contactinformatie en
instructies voor retourzending.
Waarschuwing-
smelding
“out” wordt getoond Buiten het meetbereik
Ontspan even en meet opnieuw.
Neem contact op met uw arts als
het probleem zich blijft voordoen.
14 I NL
SPECIFICATIONS
Stroomvoorziening 4 * AAA-batterijen 6V DC
Weergavemodus Lcd-scherm V.A. 60 mm . 40,5 mm
Meetmethode Oscillometrische meetmethode
Meetbereik
Nominale manchetdruk:
0 mmHg ~ 299 mmHg (0 kPa ~ 39,9 kPa)
Meetdruk:
SYS: 60 mmHg ~ 230 mmHg (8,0 kPa ~ 30,7 kPa)
DIA: 40 mmHg ~ 130 mmHg (5,3 kPa ~ 17,3 kPa)
Hartslag: (40-199) slagen/minuut
Nauwkeurigheid
Bloeddruk:
5 ºC - 40 ºC binnen ±0,4 kpa (3 mmHg)
Hartslag: ±5%
Normale gebruiksomstandigheden
Een temperatuurbereik van: +5 °C tot +40 °C
Een relatieve luchtvochtigheid van 15% tot 90%, niet-condenserend, maar
geen partiële waterdampdruk van meer dan 50 hPa vereist
Een luchtdrukbereik van: 700 hPa tot 1060 hPa
Opslag- en transportcondities
Temperatuur: -20 °C tot +60 °C
Een relatieve luchtvochtigheid van ≤ 93%, niet-condenserend, met een
waterdampdruk tot 50 hPa
Meetomtrek van de bovenarm Circa 22-42 cm
Nettogewicht Circa 169 g (zonder batterijen)
Buitenafmetingen Circa 110 mm . 110 mm . 41 mm
Meegeleverd 4 . AAA-batterijen, gebruiksaanwijzing
Werkingsmodus Continue werking
Mate van bescherming Onderdeel van het type BF
Bescherming tegen het binnendringen
van water
IP21 - dit betekent dat het apparaat beschermd is tegen vaste vreemde
voorwerpen van
12,5 mm en groter, evenals tegen verticaal vallende waterdruppels.
Classificatie apparaat Modus batterijvoeding: intern gevoede ME-apparatuur
Softwareversie A01
WAARSCHUWING: aanpassen van deze apparatuur is niet toegestaan.
15 I NL
LIJST VAN NAGELEEFDE NORMEN
Risicomanagement
EN ISO 14971:2012 / ISO 14971:2007 Medische apparaten - Toepassing van risicomanagement voor
medische apparaten
Etikettering
EN ISO 15223-1:2016 / ISO 15223-1:2016 Medische apparaten. Symbolen voor gebruik bij etikettering,
labels en informatie voor medische apparaten. Deel 1: Algemene eisen
Gebruiksaanwijzing EN 1041:2008 Informatie die door de fabrikant van medische apparaten wordt geleverd
Algemene
veiligheidseisen
EN 60601-1:2006+A1:2013/ IEC 60601-1:2005+A1:2012 Medische elektrische apparatuur - Deel 1:
Algemene eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties
EN 60601-1-11:2015/ IEC 60601-1-11:2015 Medische elektrische apparaten - Deel 1-11: Algemene
eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Secundaire norm: Eisen voor medische elektrische
apparatuur en medische elektrische systemen die gebruikt worden voor medische verzorging in de
thuisomgeving
Elektromagnetische
compatibiliteit
EN 60601-1-2:2015/ IEC 60601-1-2:2014 Medische elektrische apparatuur - Deel 1-2: Algemene eisen
voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Secundaire norm: Elektromagnetische storingen - Eisen
en tests
Prestatie-eisen
EN ISO 81060-1:2012 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 1: Eisen en testmethoden voor niet-
geautomatiseerd meettype
EN 1060-3:1997+A2:2009 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 3: Aanvullende eisen voor
elektromechanische bloeddrukmeetsystemen
IEC 80601-2-30:2009+A1:2013 Medische elektrische apparatuur - Deel 2-30: Bijzondere eisen voor de
basisveiligheid en essentiële prestaties van geautomatiseerde niet-invasieve bloeddrukmeters
Klinisch onderzoek
EN 1060-4:2004 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 4: Testprocedures voor het bepalen van de
algehele nauwkeurigheid van geautomatiseerde niet-invasieve bloeddrukmeters
ISO 81060-2:2013 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 2: Klinische validatie van geautomatiseerd
meettype
Bruikbaarheid
EN 60601-1-6:2010+A1:2015/IEC 60601-1-6:2010+A1:2013 Medische elektrische apparatuur - Deel
1-6: Algemene eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Secundaire norm: Bruikbaarheid IEC
62366-1:2015 Medische apparaten - Deel 1: Aanbrengen van bruikbaarheid-engineering aan medische
apparaten Processen in levenscyclus van software
Processen in
levenscyclus van
software
EN 62304:2006/AC: 2008 / IEC 62304: 2006+A1:2015 Software voor medische apparaten - Processen in
levenscyclus van software
Biocompatibiliteit
ISO 10993-1:2009 Biologische evaluatie van medische apparaten - Deel 1: Evaluatie en testen binnen een
risicomanagementproces
ISO 10993-5:2009 Biologische evaluatie van medische apparaten - Deel 5: Tests op in-vitrocytotoxiciteit
ISO 10993-10:2010 Biologische evaluatie van medische apparaten - Deel 10: Tests op irritatie en
sensibilisatie van de huid
CONTACTGEGEVENS
Ga voor meer informatie over onze producten naar www.salterhousewares.co.uk
Gemaakt door: Guangdong Transtek Medical Electronics Co., Ltd.
Zone A, No.105 ,Dongli Road, Torch Development District, Zhongshan, 528437, Guangdong, China
Erkende Europese vertegenwoordiger: Gedistribueerd door
MDSS - Medical Device Safety Service GmbH FKA Brands Ltd
Schigraben 41, Somerhill Business Park, Tonbridge, Kent TN11 0GP, UK
30175 Hannover, Customer Support: +44(0) 1732 360783
16 I NL
EMC-RICHTLIJNEN
1. Dit product vereist speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot EMC en moet worden geïnstalleerd en in gebruik
worden genomen in overeenstemming met de meegeleverde EMC-informatie. Dit apparaat kan worden beïnvloed door
draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur.
2. * Gebruik geen mobiele telefoon of andere apparaten die elektromagnetische velden uitzenden in de buurt van het
apparaat. Dit kan leiden tot een onjuiste werking van het apparaat.
3. Waarschuwing: Dit apparaat is uitvoerig getest en geïnspecteerd om de juiste werking en prestaties te garanderen!
4. * Waarschuwing: Dit apparaat mag niet naast of op andere apparatuur worden geplaatst. Indien naast elkaar of gestapeld
gebruik noodzakelijk is, dient het apparaat te worden geobserveerd om de normale werking te verifiëren in de
configuratie waarin deze zal worden gebruikt.
EMC GUIDANCE
Tabel 1
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissie
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Emissietest Naleving Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
RF-emissies
CISPR 11
Groep 1
Het apparaat gebruikt uitsluitend RF-energie voor de interne
functies. Bijgevolg zijn de RF-emissies erg laag en veroorzaken
ze wellicht geen storing in naburige elektronische apparatuur.
RF-emissies
CISPR 11
Klasse B
Het apparaat is geschikt voor gebruik in alle gebouwen, met
uitzondering van huishoudens en gebouwen die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare laagspanningsnet dat levert aan
gebouwen die voor huishoudelijke doeleinden worden gebruikt.
Harmonische emissies
IEC 61000-3-2
Klasse A
Spanningsschommelingen
/ flikkeremissies EC
61000-3-3
Voldoet
17 I NL
Tabel 2
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601 testniveau Nalevingsniveau
Elektromagnetische omgeving -
richtlijnen
Elektrostatische
ontlading (ESD)
IEC 61000-4-2
15 kV lucht
±8 kV contact
±15 kV lucht
±8 kV contact
Vloeren moeten uit hout, beton
of uit keramische tegels bestaan.
Als vloeren bedekt zijn met
synthetische materialen, moet de
relatieve vochtigheid ten minste
30% zijn.
Elektrisch snel transiënt
of burst
IEC 61000-4-4
in/uitgangsleidingen:
±1 kV
voedingsleidingen:
±2 kV
voedingsleidingen:
±2 kV
De kwaliteit van de netspanning
dient de gebruikelijke
kwaliteit van een bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving te zijn.
Piek
IEC 61000-4-5
100 kHz
herhalingsfrequentie
leiding(en) naar de
aarde: ±2 kV
leiding(en) op
leiding(en): ±1 kV
100 kHz
herhalingsfrequentie
leiding(en) op
leiding(en): ±1 kV
De kwaliteit van de netspanning
dient de gebruikelijke
kwaliteit van een bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving te zijn.
Spanningsdalingen,
korte onderbrekingen
en spanningsvariaties
bij stroomtoevoerkabels
IEC 61000-4-11
0% U
T
; 0,5 cyclus
Bij 0°, 45°, 90°, 135°,
180°, 225°, 270° en 315°
0% U
T
; 1 cyclus en
70% U
T
; 25/30 cycli
Enkelfasig: bij 0°
0% U
T
; 300 cycli
0% U
T
; 0,5 cyclus
Bij 0°, 45°, 90°, 135°,
180°, 225°, 270° en
315°
0% U
T
; 1 cyclus en
70% U
T
; 25/30 cycli
Enkelfasig: bij 0°
0% U
T
; 300 cycli
0% U
T
; 0,5 cyclus
Bij 0°, 45°, 90°, 135°,
180°, 225°, 270°
en 315°
0% U
T
; 1 cyclus en
70% U
T
; 25/30 cycli
Enkelfasig: bij 0°
0% U
T
; 300 cycli
De kwaliteit van de netspanning
dient de gebruikelijke
kwaliteit van een bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving te zijn.
Stroomfrequentie
(50Hz/60Hz)
magnetisch veld IEC
61000-4-8
30 A/m
50Hz/60Hz
30 A/m
50Hz/60Hz
Magnetische stroom-
frequentievelden moeten op een
niveau zitten dat kenmerkend
is voor een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving.
OPMERKING: U
T
is de netspanning vóór de toepassing van het testniveau.
18 I NL
Tabel 3
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Testniveau
IEC 60601
testniveau
Nalevingsniveau Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
Geleide RF IEC
61000-4-6
150 kHz tot
80 MHz:
3 Vrms
6 Vrms (in ISM-
en amateur-
radiobanden)
80% Am bij
1kHz
150 kHz tot
80 MHz:
3 Vrms
6 Vrms (in ISM-
en amateur-
radiobanden)
80% Am bij
1kHz
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag
niet worden gebruikt dichter bij enig onderdeel van het
apparaat, met inbegrip van kabels, dan de aanbevolen
scheidingsafstand die wordt berekend aan de hand van de
vergelijking die geldt voor de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand:
d = 0,35
P
d = 1,2
P
Uitgestraalde
RF IEC
61000-4-3
10V/m, 80% Am
bij 1kHz
10V/m, 80% Am
bij 1kHz
80 MHz tot 800
MHz: d=1,2
P
800 MHz tot 2,7
GHz: d=2,3
P
waarbij volgens de fabrikant van de
zender P staat voor het maximale
uitgangsvermogen van de zender in
watt (W) en d voor de aanbevolen
scheidingsafstand in meters (m).
De veldsterkten van vaste
RF-zenders, zoals bepaald
door een elektromagnetisch
locatieonderzoek, a moeten lager
zijn dan het nalevingsniveau in elk
frequentiebereik.
b
Interferentie kan optreden in de buurt
van apparatuur die gemarkeerd is met
het volgende symbool:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische overdracht wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie door gebouwen, voorwerpen en mensen.
a
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiel/draadloos), mobiele landradio’s,
amateurradio’s, AM- en FM-radiouitzendingen en tv-uitzendingen kunnen in theorie niet nauwkeurig worden
voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te bepalen, moet een
elektromagnetisch locatieondezoek worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar het apparaat
wordt gebruikt hoger is dan het eerder vermelde van toepassing zijnde RF-nalevingsniveau, dient u nauwlettend te
controleren of het apparaat normaal functioneert. Als abnormaal functioneren wordt waargenomen, kunnen extra
maatregelen nodig zijn, zoals het heroriënteren of verplaatsen van het apparaat.
b
Over het frequentiebereik 150 kHz tot 80 Mhz moeten de veldsterkten minder zijn dan 3V/m.
19 I NL
Tabel 4
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en het apparaat.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder
controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van het apparaat kan elektromagnetische interferentie helpen
voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur
(zenders) en het apparaat volgens de onderstaande aanbevelingen, al naar gelang het maximale uitgangsvermogen van
de communicatieapparatuur.
Gespecificeerd maximaal
uitgangsvermogen van
zender (W)
Scheidingsafstand volgens zenderfrequentie (m)
150 kHz tot 80 MHz
d = 3.5
P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1.2
P
800 MHz to 2.7 GHz
d = 2.3
P
0,01 0,12 0,12
0
,
23
0,1 0,38 0,38
0
,
73
1 1,2 1,2
2
,
3
10
3,8 3,8
7
,
3
100
12 12
23
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet wordt genoemd, kan de aanbevolen
scheidingsafstand d in meters
(m) worden geschat aan de hand van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P het
maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1: Bij 80MHz en 800MHz is de scheidingsafstand van het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische overdracht wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie door gebouwen, voorwerpen en mensen.
2 JAAR GARANTIE
FKA Brands Ltd geeft 2 jaar garantie op materiële en fabrieksfouten vanaf de aankoopdatum, met uitzondering
van het onderstaande. Deze productgarantie van FKA Brands Ltd is niet van toepassing op beschadigingen
veroorzaakt door verkeerd gebruik of misbruik; ongelukken; het bevestigen van niet-toegestane accessoires;
wijzigingen aan het product; en andere condities waar FKA Brands Ltd geen controle over heeft. Deze
garantie is alleen geldig wanneer het product aangeschaft en gebruikt wordt in het VK / de EU. Een product
dat gewijzigd of aangepast moet worden om gebruikt te kunnen worden in een land anders dan het land
waarvoor het was ontworpen, geproduceerd, goedgekeurd en/of geautoriseerd, of reparatie van producten die
beschadigd zijn door deze wijzigingen, valt niet onder deze garantie. FKA Brands Ltd is niet verantwoordelijk
voor eventuele indirecte, speciale of gevolgschade. Om garantieservice voor uw product te krijgen, dient
u het product gefrankeerd naar uw plaatselijke onderhoudscentrum te sturen, samen met de gedateerde
kassabon (als bewijs van aankoop). Na ontvangst zal FKA Brands Ltd uw product repareren of vervangen (waar
nodig) en deze gefrankeerd aan u retourneren. Garantie geldt enkel bij service door het Salter Service Centre.
De garantie komt te vervallen bij service aan dit product door iemand anders dan het Salter Service Centre.
Deze garantie laat uw wettelijke rechten onverlet.
Uw lokale Salter Service Centre is te vinden op www.salterhousewares.co.uk/servicecentres
Tabel 5
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Uitgestraalde
RF IEC61000-
4-3 (Test-
specificaties
voor IMMUNI-
TEIT VAN
BEHUIZING-
SPOORTEN bij
RF draadloze
communicatie-
apparatuur)
Band a)
(MHz)
Test
frequentie
(MHz)
IMMUNITEIT
STESTNIVEAU
(V/m)
Modulatie b) Modulatie b)
(W)
Afstand (m) Service a)
TETRA 400 Pulsmodulatie b)
FRS 460 FM c) ±
5kHz afwijking
1kHz sinus
Pulsmodulatie
b) 217Hz
Pulsmodulatie
b) 18Hz
Pulsmodulatie
b) 217Hz
Pulsmodulatie
b) 217Hz
Pulsmodulatie
b) 217Hz
430-470
5500
NOTA Se occorre raggiungere il LIVELLO TEST DI IMMUNITÀ, la distanza tra l’antenna trasmittente e
l’APPARECCHIO o il SISTEMA ELETTROMEDICALE può essere ridotto a 1 m. La distanza di prova di 1 m è ammessa
dalla norma CEI 61000-4-3.
a) Voor sommige services zijn alleen de uplinkfrequenties opgenomen.
b) De drager zal worden gemoduleerd met behulp van een blokgolfsignaal van 50% inschakelduur.
c) Als alternatief voor FM-modulatie kan 50% pulsmodulatie bij 18 Hz worden gebruikt, omdat, terwijl het
niet de werkelijke modulatie weergeeft, dit het ergste geval zou zijn.
RISICOMANAGEMENT, en hogere IMMUNITEITSTESTNIVEAUS te gebruiken die geschikt zijn voor de kleinere minimale
scheidingsafstand. Minimale scheidingsafstanden voor hogere IMMUNITEITSTESTNIVEAUS dienen teworden berekend
aan de hand van de volgende vergelijking: E = ⁄
d
P
Dove P è la potenza massima in W, d è la distanza di separazione minima in m, ed E è il LIVELLO DI TEST DI IMMUNITÀ
in V/m.
waarbij P het maximale vermogen in W is, d de minimale scheidingsafstand in m en E het IMMUNITEITSTESTNIVEAU in
V/m.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Salter BLOEDDRUKMETER SA BPA-9201 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor