Inleiding
Belangrijke veiligheidsinformatie
1. Ken uw meter
2. Voorbereiding
3. Gebruik van uw meter zonder een Smart-apparaat
4. Gebruik van uw meter met een Smart-apparaat
5. Gebruik van de geheugenfunctie
6. Overige instellingen
7. Foutmeldingen en problemen oplossen
8. Onderhoud
9. Specificaties
10. Beperkte garantie
11. Richtlijnen en Verklaring van de fabrikant
Dank u voor uw keuze voor de RS7 Intelli IT Automatische
polsbloeddrukmeter. U draagt deze bloeddrukmeter om de pols.
Deze bloeddrukmeter maakt gebruik van de oscillometrische
methode voor bloeddrukmeting. Wanneer de manchet wordt
opgepompt, detecteert de meter de drukpulsaties van de slagader
onder de manchet. Deze pulsen worden oscillometrische pulsen
genoemd. De elektronische druksensor geeft de bloeddruk
vervolgens digitaal weer.
Veiligheidsinstructies
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over de RS7
Intelli IT Automatische polsbloeddrukmeter. Voor een veilig en
correct gebruik van deze meter moet u alle veiligheids- en
bedieningsinstructies DOORLEZEN en BEGRIJPEN. Als u de
instructies niet begrijpt of als u vragen hebt, neemt u contact op met
de OMRON-verkoper of -distributeur voordat u de meter gaat
gebruiken. Vraag uw arts naar specifieke informatie over uw eigen
bloeddruk.
Beoogd gebruik
Dit apparaat is een digitale meter voor het meten van de bloeddruk
en de hartslag bij volwassen patiënten met een polsomtrek tussen
13,5 cm en 21,5 cm. De meter detecteert tijdens het meten
eventuele onregelmatige hartslagen en geeft in dat geval een
waarschuwingssignaal. Dit apparaat is hoofdzakelijk bedoeld voor
algemeen huishoudelijk gebruik.
Ontvangst en inspectie
Haal de meter uit de verpakking en controleer op beschadigingen.
Als de meter beschadigd is, mag u deze NIET GEBRUIKEN en
neemt u contact op met uw OMRON-verkoper of -distributeur.
Lees de Belangrijke veiligheidsinformatie in deze
gebruiksaanwijzing voordat u de meter gaat gebruiken.
Houd u zorgvuldig aan deze gebruiksaanwijzing voor uw eigen
veiligheid.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik. VRAAG
UW ARTS om specifieke informatie over uw eigen bloeddruk.
Waarschuwing
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, wanneer deze niet vermeden wordt, kan
leiden tot de dood of tot ernstig letsel.
• Gebruik deze meter NIET bij baby's, peuters, kinderen of
personen die zich niet kunnen uiten.
• Pas uw medicatie NIET aan op basis van meetresultaten van
deze bloeddrukmeter. Neem medicatie zoals voorgeschreven
door uw arts. ALLEEN een arts is gekwalificeerd om een hoge
bloeddruk vast te stellen en te behandelen.
• Gebruik het apparaat NIET met een wond op uw pols of als uw
pols medisch wordt behandeld.
• Breng de polsmanchet NIET aan op de pols wanneer een
intraveneus infuus is aangesloten of tijdens een
bloedtransfusie.
• Gebruik de meter NIET in ruimtes met chirurgische HF-
apparatuur (hoogfrequent), MRI-apparatuur (beeldvorming
door magnetische resonantie), CT-scanners
(computertomografie). Dit kan namelijk resulteren in een
onjuiste werking van de meter en/of in een onnauwkeurige
meetwaarde.
• Gebruik deze meter NIET in zuurstofrijke omgevingen of nabij
brandbaar gas.
• Raadpleeg uw arts voordat u de meter gebruikt als er sprake
is van een van de volgende aandoeningen: algemene
ritmestoornissen, zoals atriale of ventriculaire extrasystolen
of atriale fibrillatie, arteriële sclerose, slechte doorbloeding,
diabetes, zwangerschap, pre-eclampsie of nieraandoeningen.
MERK OP dat al deze aandoeningen, naast bewegen, trillen of
rillen van de patiënt, het meetresultaat nadelig kunnen
beïnvloeden.
• Bepaal NOOIT zelf een diagnose of behandeling op basis van
de meetresultaten. Raadpleeg ALTIJD uw arts.
• Dit product bevat kleine onderdelen die bij inslikken
verstikkingsgevaar kunnen opleveren voor baby's, peuters of
kinderen.
Gegevensoverdracht
• Dit product zendt radiofrequenties (RF) uit binnen de 2,4 GHz-
band. Gebruik dit product NIET op locaties waar het gebruik
van RF beperkt wordt, zoals in een vliegtuig of een
ziekenhuis. Schakel de functie Bluetooth in deze meter uit en
verwijder de batterijen als u zich in een RF-beperkt gebied
bevindt.
Batterijverwerking en -gebruik
• Houd batterijen buiten het bereik van baby's, peuters of
kinderen.
Automatische
polsbloeddrukmeter
RS7 Intelli IT (HEM-6232T-E)
Gebruiksaanwijzing
IM-HEM-6232T-E-NL-02-12/2018
3787098-0B
Inhoudsopgave
Inleiding
Belangrijke veiligheidsinformatie
Pas op
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die,
wanneer deze niet vermeden wordt, kan leiden tot licht
tot matig letsel bij de gebruiker of patiënt of tot schade
aan de apparatuur of aan andere eigendommen.
• Gebruik de meter niet meer en raadpleeg uw arts als u last
hebt van huidirritatie of ander ongemak.
• Overleg met uw arts voordat u deze meter gebruikt op een
pols met intravasculaire toegang of behandeling of een
arterioveneuze (AV) shunt, vanwege een tijdelijke storing in
de bloedsomloop die kan leiden tot letsel.
• Overleg met uw arts voordat u deze meter gebruikt als u een
borstamputatie hebt ondergaan.
• Overleg met uw arts voordat u deze meter gebruikt als u
ernstige bloedsomloopproblemen of bloedaandoeningen
hebt, aangezien het opblazen van de manchet kneuzingen
kan veroorzaken.
• Voer metingen NIET vaker uit dan noodzakelijk, aangezien
kneuzingen kunnen optreden als gevolg van verstoring in de
bloedsomloop.
• Pomp de polsmanchet ALLEEN op als deze om uw pols zit.
• Verwijder de polsmanchet als deze niet begint met ontluchten
tijdens de meting.
• Gebruik de meter UITSLUITEND voor het meten van de
bloeddruk.
• Zorg dat er tijdens een meting geen mobiel toestel of ander
elektrisch apparaat dat elektromagnetische velden uitstraalt,
binnen 30 cm van deze meter aanwezig is. Dit kan namelijk
resulteren in een onjuiste werking van de meter en/of in een
onnauwkeurige meetwaarde.
• Haal het apparaat of de componenten NIET los of uit elkaar en
probeer het apparaat niet zelf te repareren. Dit kan namelijk
een onnauwkeurig meetresultaat tot gevolg hebben.
• NIET gebruiken op een locatie waar sprake is van vocht of
een kans bestaat dat er waterspetters op de meter
terechtkomen. Dit kan de meter namelijk beschadigen.
• Gebruik deze meter NIET in een bewegend voertuig, zoals een
auto.
• Laat de meter NIET vallen en stel deze NIET bloot aan sterke
schokken of trillingen.
• Gebruik deze meter NIET op een locatie met hoge of lage
luchtvochtigheid of hoge of lage temperatuur. Zie
hoofdstuk 9.
• Controleer of de meter de bloedsomloop niet hindert door
tijdens de meting de pols te controleren.
• Gebruik de meter NIET in een drukke omgeving, zoals een
ziekenhuis of huisartsenpraktijk.
• Gebruik de meter NIET tegelijk met andere ME-apparatuur
(Medische Elektrisch). Dit kan namelijk resulteren in een
onjuiste werking van de meter en/of in een onnauwkeurige
meetwaarde.
• Vermijd het nemen van een bad, het drinken van alcohol,
roken, lichamelijke inspanning en eten gedurende ten minste
30 minuten voordat u een meting verricht.
• Rust minimaal 5 minuten voordat u de meting verricht.
• Verwijder strakzittende, dikke kleding en eventuele
accessoires van de pols tijdens een meting.
• Blijf stilzitten en praat NIET tijdens een meting.
• Gebruik deze meter ALLEEN bij personen met een
polsomtrek die binnen het aangegeven bereik voor de
manchet valt.
• Zorg voordat u een meting verricht dat deze meter is
geacclimatiseerd op kamertemperatuur. Het verrichten van
een meting na een extreme temperatuurverandering kan
leiden tot een onnauwkeurige meting. Nadat de meter op de
maximale of minimale opslagtemperatuur opgeslagen is
geweest en wanneer u de meter gaat gebruiken in een
omgeving met een temperatuur die als omstandigheden
tijdens bedrijf wordt gespecificeerd, beveelt OMRON u aan
ongeveer 2 uur te wachten totdat de meter is opgewarmd of
afgekoeld. Voor meer informatie over bedrijfs- en opslag-/
transporttemperatuur raadpleegt u hoofdstuk 9.
• Vouw de manchet NIET overmatig.
• Lees wanneer u het apparaat, gebruikte hulpstukken of
optionele onderdelen weggooit het gedeelte 'Correcte
verwijdering van dit product' in hoofdstuk 11 en volg de daar
gegeven aanwijzingen.
• Gebruik deze meter NIET nadat de gebruiksduur is geëindigd.
Zie hoofdstuk 9.
Gegevensoverdracht
• Vervang de batterijen NIET terwijl uw meetresultaat naar uw
Smart-apparaat wordt verzonden. Dit kan namelijk resulteren
in een onjuiste werking van de meter en het niet verzenden
van uw bloeddrukgegevens.
Batterijverwerking en -gebruik
• Plaats de batterijen met de polariteit in de JUISTE positie.
• Gebruik UITSLUITEND 2 'AAA'-alkalinebatterijen met deze
meter. Gebruik GEEN ander type batterijen. Gebruik GEEN
oude en nieuwe batterijen tegelijk. Gebruik GEEN
verschillende merken batterijen tegelijk.
• Verwijder de batterijen als de meter langere tijd niet zal
worden gebruikt.
• Als u batterijvloeistof in uw ogen krijgt, moet u direct spoelen
met veel schoon water. Raadpleeg onmiddellijk uw arts.
• Als u batterijvloeistof op uw huid of kleding krijgt, spoel de
huid dan direct met ruim schoon en lauw water. Als de
irritatie, het letsel of de pijn blijft aanhouden, moet u
overleggen met uw arts.
• Gebruik batterijen NIET na de uiterste houdbaarheidsdatum.
• Controleer de batterijen regelmatig om er zeker van te zijn dat
ze in goede conditie verkeren.
• Gebruik UITSLUITEND de voor deze meter gespecificeerde
batterijen. Het gebruik van niet-ondersteunde batterijen kan
leiden tot schade en/of kan gevaarlijk zijn voor deze meter.
1.1 Inhoud
Meter, 2 'AAA'-alkalinebatterijen, opbergetui, gebruiksaanwijzing,
configuratie-instructies
1. Ken uw meter
1.2 Meter
a. Polsmanchet
(Polsomtrek 13,5 cm tot 21,5 cm)
b. Scherm
c. Schakelaar [Gebruikerskeuze]
d. Knop [Geheugen]
e. Knop [Ochtendgemiddelde]
f. Knop [START/STOP]
g. Knop [Verbinding]
h. Batterijvak
1.3 Schermsymbolen
A
Datum- en tijdweergave
B
Symbool gemiddelde waarde
Verschijnt wanneer de gemiddelde waarde van de
afgelopen 2 of 3 metingen, uitgevoerd binnen een
tijdsbestek van 10 minuten, worden bekeken.
C
Geheugensymbool
Verschijnt wanneer resultaten uit het geheugen worden
bekeken.
D
Systolische bloeddrukwaarde
E
Diastolische bloeddrukwaarde
F
Hartslagweergave/geheugennummer
De hartslag verschijnt na de meting.
Wanneer op de knop wordt gedrukt, verschijnt het
geheugennummer ongeveer één seconde voordat de hartslag
op het scherm verschijnt.
G
Ontluchtingssymbool
Verschijnt nadat de manchet is ontlucht.
H
Hartslagsymbool
Knippert tijdens de meting.
I
SYNC-symbool
Knippert/verschijnt wanneer uw gegevens moeten
worden verzonden, omdat het opslaggeheugen bijna of
helemaal vol is. Zodra u de meter met een Smart-
apparaat koppelt, moet u de resultaten onmiddellijk
versturen voordat de meter de oudste resultaten
verwijdert. Er kunnen per gebruiker maximaal 100
resultaten in het interne geheugen worden opgeslagen.
J
Symbool OK
Knippert wanneer de meter is aangesloten op het
Smart-apparaat of wanneer de resultaten met succes
zijn verzonden.
K
Symbool ochtendgemiddelde
Verschijnt tijdens het bekijken van de wekelijkse
ochtendgemiddelden.
Op het scherm worden de wekelijkse gemiddelden voor
de ochtendmetingen binnen 4 weken weergegeven.
L
Gebruikerssymbool
Het gebruikers-ID verschijnt wanneer de gebruiker
wordt geselecteerd met de schakelaar
[Gebruikerskeuze].
M
Hypertensiesymbool
Verschijnt als de systolische bloeddruk 135 mmHg of
hoger is en/of de diastolische bloeddruk 85 mmHg of
hoger is.
Symbool ochtendhypertensie
Verschijnt wanneer het wekelijkse ochtendgemiddelde
135/85 mmHg of hoger is.
2013 ESH/ESC-richtlijnen* voor het beheer van arteriële
hypertensie
Definities van hypertensie bij bloeddrukmeting thuis of in een
gezondheidsinstelling
Deze marges zijn afgeleid van statistische waarden voor bloeddruk.
• Bepaal NOOIT zelf een diagnose of behandeling op basis van de
meetresultaten. Raadpleeg ALTIJD uw arts.
2.1 Batterijen installeren
1. Duw de haak van het kapje
van het batterijvak omlaag en
trek dit naar beneden.
2. Plaats 2 'AAA'-alkalinebatterijen
zoals aangegeven in het
batterijvak.
3. Sluit het kapje van het
batterijvak.
• Wanneer het symbool ' ' op het scherm knippert, wordt u
geadviseerd de batterijen te vervangen.
• Schakel voor het vervangen van de batterijen de meter uit en
verwijder alle batterijen. Plaats tegelijkertijd 2 nieuwe
alkalinebatterijen.
• Wanneer de batterijen correct zijn geïnstalleerd, knippert het
jaartal op de datum- en tijdweergave om de datum en tijd in te
stellen.
• Door het vervangen van de batterijen gaan er geen
meetresultaten verloren.
• De meegeleverde batterijen hebben mogelijk een kortere
levensduur dan nieuwe batterijen.
• Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de lokale
regelgeving worden afgevoerd.
N
Plaatsingsindicator
De meter is voorzien van een ingebouwde,
geavanceerde plaatsingssensor die fungeert als
hulpmiddel om te bepalen of de meter zich op de juiste
hoogte bevindt.
Het symbool ' ' brandt blauw als de meter zich tijdens
de meting in de juiste positie ten opzichte van uw hart
bevindt. Als de meter hoger of lager ten opzichte van
uw hart wordt gehouden, zal de hartstandlocatiebalk
boven of onder het symbool verschijnen om de juiste
polsstand aan te duiden.
O
Symbool onregelmatige hartslag
Verschijnt naast de
meetresultaten als er
tijdens een meting 2
keer of vaker een
onregelmatig ritme
wordt geconstateerd.
Een onregelmatige
hartslag is een
hartritme dat meer
dan 25% lager of
hoger is dan het gemiddelde hartritme tijdens het meten
van de bloeddruk door de meter. Als dit symbool blijft
verschijnen, adviseren we u contact op te nemen met
uw arts en zijn/haar advies op te volgen.
P
Symbool bewegingsfout
Verschijnt naast de meetresultaten als uw lichaam
tijdens een meting beweegt. Als dit symbool verschijnt,
moet u de polsmanchet afnemen en 2 tot 3 minuten
wachten. Blijf stil zitten en verricht een nieuwe meting.
Q
Symbool voor (on)juist aangebrachte
manchet (OK)
Verschijnt als de polsmanchet tijdens een meting
correct rondom de pols is aangebracht. Het verschijnt
ook tijdens het bekijken van eerdere meetresultaten.
Symbool voor (on)juist aangebrachte
manchet (te los)
Verschijnt als de polsmanchet tijdens een meting niet
correct rondom de pols is aangebracht. Het verschijnt
ook tijdens het bekijken van eerdere meetresultaten.
R
Batterijsymbool (bijna leeg)
Knippert wanneer de batterijen bijna leeg zijn.
Batterijsymbool (leeg)
Verschijnt wanneer de batterijen leeg zijn.
S
Symbool Bluetooth AAN
Verschijnt wanneer Bluetooth is ingeschakeld.
Symbool Bluetooth UIT
Verschijnt wanneer Bluetooth is uitgeschakeld.
Gezondheidsinstelling Thuis
Systolische
bloeddruk
≥ 140 mmHg ≥ 135 mmHg
Diastolische
bloeddruk
≥ 90 mmHg ≥ 85 mmHg
Onregelmatige hartslag
Normale hartslag
Hartslag
Bloeddruk
Bloeddruk
Kort
Lang
Hartslag
* European Society of Hypertension (ESH) en European Society of
Cardiology (ESC).
2. Voorbereiding
2
1
2.2 De datum en tijd instellen
• Stel de meter in op de juiste datum en tijd voordat u een eerste
meting uitvoert.
• Wanneer de batterijen correct zijn geïnstalleerd, knippert het
jaartal op het scherm van de meter.
• De datum en tijd worden automatisch ingesteld zodra de meter
wordt gekoppeld met de app 'OMRON connect. Zie paragraaf 4.1.
1. Druk eenmaal op de knop of om het jaartal
aan te passen.
Houd de knop ingedrukt om versneld vooruit door de
jaren te lopen.
Houd de knop ingedrukt om versneld achterwaarts door
de jaren te lopen.
2. Druk op de knop [START/STOP] om het jaartal te
bevestigen, waarna de maand gaat knipperen. Herhaal
dezelfde stappen om de maand, dag, uren en minuten
te wijzigen.
3. Druk op de knop [START/STOP] om de instelling op te
slaan.
Na 3 minuten wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
• Als u de datum en tijd moet resetten, vervang dan de batterijen of
houd de knop ingedrukt tot het jaartal gaat knipperen.
Daarna kunt u de datum en tijd instellen als hierboven
beschreven.
2.3 Bloeddrukmetingstips
Volg deze aanwijzingen om een accurate meting te verrichten:
• Stress verhoogt de bloeddruk. Verricht geen metingen op
momenten van stress.
• Metingen dienen op een rustige plek te worden verricht.
• Het is belangrijk om de metingen dagelijks op hetzelfde tijdstip uit
te voeren. Geadviseerd wordt de metingen 's morgens en 's
avonds uit te voeren.
• Vergeet niet voor uw arts een overzicht van uw bloeddruk- en
hartslagmetingen bij te houden. Een enkele meting is geen
accurate indicatie van uw werkelijke bloeddruk.
Gebruik het bloeddrukdagboek om de diverse metingen over een
bepaalde tijdsperiode te registreren. Om PDF-bestanden van het
dagboek te downloaden, gaat u naar www.omron-healthcare.com.
• Vermijd het nemen van een bad, het drinken van alcohol, roken,
lichamelijke inspanning en eten gedurende ten minste 30 minuten
voordat u een meting verricht.
• Rust minimaal 5 minuten voordat u de meting verricht.
2.4 De polsmanchet aanbrengen
• De volgende stappen beschrijven het aanbrengen van de
polsmanchet om de linkerpols. Als u een meting wilt verrichten op
de rechterpols, moet de manchet op dezelfde wijze worden
aangebracht als op de linkerpols.
• De bloeddruk in uw linkerarm kan verschillen van die in uw
rechterarm en de gemeten bloeddrukwaarden kunnen verschillen.
OMRON adviseert altijd dezelfde arm te gebruiken voor het meten
van de bloeddruk. Als de bloeddruk in beide armen substantieel
verschilt, vraagt u aan uw arts welke arm u voor uw metingen
moet gebruiken.
• Verwijder strakzittende, dikke kleding en eventuele accessoires
van de pols tijdens een meting.
1. Breng de polsmanchet aan om
de linkerpols.
Rol de mouw op. Let erop dat de
mouw niet te strak om de arm is
opgerold. Dit kan namelijk de
bloedsomloop in de arm afknellen.
2. Steek de pols door de manchetlus.
De handpalm en het meterscherm moeten
beide omhoog wijzen.
3. Positioneer de polsmanchet met
1 tot 2 cm ruimte tussen de
manchet en de onderkant van de
handpalm.
4. Wikkel de polsmanchet stevig rond uw pols. Breng de
manchet niet over kleding aan.
Controleer of er geen ruimte tussen de pols en de manchet
aanwezig is.
Jaar
Maand
Dag
Uren
Minuten
1 tot 2 cm
1 2
• Zorg ervoor dat de polsmanchet niet
het uitstekende deel van het
polsbeen aan de buitenkant van de
pols bedekt.
• Als de polsmanchet uit
de metalen ring schiet,
kunt u deze
terugschuiven zoals in
de afbeelding rechts
getoond.
2.5 Correcte plaatsing
Om een meting te kunnen
verrichten, moet u ontspannen en
comfortabel zitten bij een
aangename kamertemperatuur.
Plaats de elleboog op de tafel om
de arm te ondersteunen.
• Ga op een stoel zitten. Houd uw
benen niet over elkaar en zet
uw voeten plat op de grond.
• Ga zo zitten dat uw rug en arm
worden ondersteund.
• De manchet moet zich
ongeveer op dezelfde hoogte
bevinden als uw hart. Als de
meter zich te ver boven het hart
bevindt, zal de bloeddruk kunstmatig laag zijn. Als de meter zich te
ver onder het hart bevindt, zal de bloeddruk kunstmatig hoog zijn.
• Ontspan uw pols en hand. Buig de pols niet naar achteren of naar
voren en bal geen vuist.
2.6 Een gebruikers-ID selecteren
De meter is ontworpen voor het meten van de bloeddruk en in het
geheugen opslaan van de resultaten van 2 gebruikers met behulp
van de schakelaar [Gebruikerskeuze].
1. Selecteer de gebruikers-ID (1 of 2).
3.1 Een meting verrichten
U kunt de meter gebruiken zonder koppeling met een Smart-
apparaat. Raadpleeg paragraaf 4.1 om de meter te koppelen met
een smart-apparaat.
• Als u de meting wilt stoppen, druk dan eenmaal op de knop
[START/STOP] om de polsmanchet te ontluchten.
• Gebruik de meter NIET tegelijk met andere ME-apparatuur
(Medische Elektrisch). Dit kan namelijk resulteren in een onjuiste
werking van de meter en/of in een onnauwkeurige meetwaarde.
• Blijf stilzitten en praat NIET tijdens een meting.
1. Druk op de knop [START/STOP].
Voordat de meting wordt gestart, verschijnen alle symbolen op
het scherm.
2. Controleer de plaatsingsindicator.
De meter is voorzien van een ingebouwde, geavanceerde
plaatsingssensor die fungeert als hulpmiddel om te bepalen of
de meter zich op de juiste hoogte bevindt. De meter werkt voor
het merendeel van de mensen zodanig dat wanneer de pols de
juiste positie heeft ten opzichte van het hart, het symbool ' '
blauw brandt. Zodra de pols hoger of lager ten opzichte van het
hart wordt gehouden, verschijnt er een locatiebalk voor de
polsstand. Vanwege de verschillen in postuur en lichaamsbouw
is deze functie mogelijk niet in alle gevallen van nut en kunt u
de functie uitschakelen. Als u van mening bent dat de positie
van uw pols volgens de plaatsingsindicator NIET overeenkomt
met uw hartniveau, kunt u de functie uitschakelen en uw eigen
oordeel volgen. Raadpleeg paragraaf 6.1 om de functie uit te
schakelen.
3. Gebruik van uw meter zonder een Smart-
apparaat
Meterhoogte Plaatsingsindicator
Pols is te hoog
Er verschijnt een locatiebalk (-)
boven het symbool ' '.
Correcte positie
Het symbool ' ' brandt blauw.
Pols is te laag
Er verschijnt een locatiebalk (-)
onder het symbool ' '.
• De meter begint vijf seconden na het indrukken van de knop
[START/STOP] met de meting. De polsmanchet wordt
opgepompt, ook als de meter zich niet in de juiste positie
bevindt.
3. Blijf stilzitten en praat of beweeg niet tot de meting is
voltooid.
Tijdens het oppompen van de manchet bepaalt de meter
automatisch het ideale oppompniveau. Deze meter detecteert
tijdens het oppompen de bloeddruk en hartslag.
Het symbool ' ' knippert met elke hartslag.
• Het symbool ' ' verschijnt zodra de polsmanchet correct
om de pols is aangebracht.
• Wanneer het symbool ' ' verschijnt, is de polsmanchet niet
correct aangebracht. Druk op de knop [START/STOP] om de
meter uit te schakelen en breng daarna de polsmanchet
correct aan.
Nadat de meter de bloeddruk en hartslag heeft gedetecteerd,
wordt de manchet automatisch ontlucht. De bloeddruk en
hartslag worden weergegeven.
Als de systolische of diastolische waarde hoog is (zie paragraaf
1.3), verschijnt het symbool ' '.
4. Druk op de knop [START/STOP] om de meter uit te
schakelen.
• De meter schakelt na 2 minuten automatisch uit.
• Wacht 2-3 minuten tussen opeenvolgende metingen. Deze
wachttijd geeft de slagader de gelegenheid te ontspannen en
terug te keren tot de oorspronkelijke vorm van vóór de
meting. Afhankelijk van uw fysiologische kenmerken kan het
nodig zijn langer te wachten.
4.1 Uw meter koppelen aan een Smart-apparaat
De datum en tijd op de meter worden automatisch ingesteld zodra u
de meter koppelt met een Smart-apparaat.
Zie de lijst met compatibele Smart-apparaten op
www.omronconnect.com/devices/
1. Bluetooth inschakelen op het Smart-apparaat.
2. Download en installeer de gratis app 'OMRON connect'
op uw Smart-apparaat.
Als u de app 'OMRON connect' al heeft, open dan de app en
voeg uw nieuwe meter toe.
3. Open de app op het Smart-apparaat en volg de
instructies.
4. Controleer of de meter correct is
verbonden.
Zodra de meter correct is verbonden
met het Smart-apparaat, gaat het
symbool 'OK' knipperen.
• Als het symbool 'Err' verschijnt, volg
dan de instructies in de app 'OMRON
connect'.
• De meter schakelt automatisch uit na
10 seconden inactiviteit.
• Alle meetwaarden die op dat moment in
het geheugen van de meter zijn opgeslagen, worden
automatisch naar de app verzonden nadat het
koppelingsproces is voltooid.
• Vergeet niet dat OMRON niet verantwoordelijk is voor verlies
van gegevens en/of informatie in de app.
• "OMRON connect" is de enige app die we aanbevelen voor
gebruik met uw meter om de gegevens correct over te
brengen.
4.2 Een meting verrichten
Raadpleeg paragraaf 3.1 om een meting te starten. De
meetresultaten worden naar uw Smart-apparaat verzonden.
• Als uw profiel is geregistreerd, wordt uw verjaardag weergegeven
nadat u op de knop [START/STOP] hebt gedrukt en knippert het
gebruikerssymbool twee keer.
START
BEZIG MET OPPOMPEN VOLTOOID
4. Gebruik van uw meter met een Smart-apparaat