25 NL/BE
Het is niet toegestaan, onder de opgetilde
last te werken zolang deze niet met behulp
van geschikte middelen beveiligd is.
Laat de hydraulische krik niet door ongekwa-
lificeerde en onervaren personen gebruiken.
Beveilig de auto vóór gebruik van de hydrau-
lische krik tegen wegrollen. Trek de handrem
aan, zet de auto in een versnelling (bij auto-
maat “P”) en beveilig de auto door middel
van wielkeggen.
Wees ondanks getroffen veiligheidsmaatre-
gelen steeds oplettend en let tijdens de gehele
werkzaamheden aan de auto erop, of de
draagschotel
3
vast op de kriksteun zit.
Zorg ervoor, dat bij het optillen van de
auto geen benzine, accuvloeistof of andere
gevaarlijke substanties kunnen lekken.
Verzeker u ervan, dat zich geen personen
of hindernissen onder de auto bevinden,
wanneer u de auto neerlaat.
Laat de auto slechts langzaam zakken.
Controleer of alle onderdelen op de voor-
geschreven wijze gemonteerd zijn en in
optimale staat verkeren.
Controleer vóór ieder gebruik of de hydrau-
lische krik optimaal functioneert. Controleer
de hydraulische krik vooral op lekkende
hydrauliekolie en correcte montage van alle
schroeven en ventielen.
Gebruik de hydraulische krik nooit om een
auto te transporteren of te beladen. Til nooit
de complete auto op.
Het is niet toegestaan, personen met een
hydraulische krik op te tillen en u dient erop te
letten, dat personen die zich in de buurt be-
vinden, voldoende afstand houden tot het
voertuig, als de hydraulische krik in gebruik is.
Verstel nooit het ontlastingsventiel
8
. Het
ventiel werd in de fabriek ingesteld en mag
niet worden bijgesteld. Als de instelling van
het veiligheidsventiel wordt veranderd, mag
het product niet meer worden gebruikt.
De gebruiker dient vóór gebruik van de krik
door een ervaren persoon met het apparaat
vertrouwd te worden gemaakt. De pomp- en
overbrengingskrachten bedragen ongeveer
380 N.
Als de markeringen op het product zodanig
beschadigd zijn dat ze niet meer leesbaar
zijn, wordt van verder gebruik van de krik
afgeraden totdat de markeringen zijn hersteld.
Voer geen veranderingen uit aan de hy-
draulische garagekrik. Iedere constructieve
verandering aan het apparaat heeft uitwer-
kingen op de veiligheid en de overeenstem-
ming van het apparaat met de norm
EN 1494 / A1:2008.
Bij het gebruik van de krik moet de toege-
paste kracht lager zijn dan 380 N. Dit komt
overeen met een kracht van ongeveer 38 kg
aan de hendel.
De gebruikstemperatuur van de hydraulische
olie van dit apparaat ligt bij -20 °C tot +40 °C.
Gebruik het apparaat alleen voor het optil-
len en neerlaten van de auto, niet om het in
opgetilde positie vast te houden. Beweeg het
niet tijden het optillen of neerlaten.
Breng na gebruik alle onderdelen weer in
de oorspronkelijke positie. Laat de hydrauli-
sche olie of de oliepomp door een vakkun-
dig persoon vervangen, als onderdelen
van het apparaat niet meer versteld kunnen
worden.
Mocht u een olielekkage vaststellen, dient u
de werkzaamheden te beëindigen en de
verontreiniging met een doekje te verwijde-
ren. Laat het product door een vakman
repareren.
Voor de ingebruikname
Draaggreep monteren
De draaggreep
4
kan in twee verschillende
posities worden aangebracht, zie afbeelding
1 en 2.
Maak allereerst de ene kant van de draag-
greep vast aan de moer van de krik.
Plaats vervolgens de andere kant van de
draaggreep zodanig dat u deze eveneens
met de moer aan de andere kant van de
krik vast kunt maken.