Canon PowerShot SX510 HS Handleiding

Type
Handleiding
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
© CANON INC. 2013 CEL-SU6MA280
• Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s
te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
• Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan,
klikt u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vanuit de pagina’s met een hoofdstuktitel kunt u naar
onderwerpen gaan door op de titels ervan te klikken.
• Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
“Veiligheidsmaatregelen” (=
7) voordat u de camera
in gebruik neemt.
•
Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct
te gebruiken.
• Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de
toekomst kunt raadplegen.
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking
de onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera Batterij
NB-6LH
Batterijlader
CB-2LY/CB-2LYE
Draagriem Lensdop (met snoer) Introductiehandleiding
Canon garantiesysteemboekje
•Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=
2).
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
• SD-geheugenkaarten*
• SDHC-geheugenkaarten*
• SDXC-geheugenkaarten*
* Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking
indezecamerageverieerd.
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie
•
Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de beelden
goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en
andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor
welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van
een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname
niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
•
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een
overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname
gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het
auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of
tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
• Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de
garantie-informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor
de Canon Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
•
Hoewel het LCD-scherm onder productieomstandigheden voor uitzonderlijk
hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet
aandeontwerpspecicaties,kunnenpixelsinzeldzamegevallen
gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn. Dit is
geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op
de opgenomen beelden.
• Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
• De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Namen van onderdelen en conventies
die in deze handleiding worden gebruikt
Zoomknop
Opnamen maken: <i (telefoto)> /
<
j
(groothoek)>
Afspelen: <k (vergroten)> /
<g (index)>
Ontspanknop
Riembevestigingspunt
Programmakeuzewiel
ON/OFF-knop
Flitser
Antenne voor Wi-Fi
Lampje
Luidspreker
Knop < (Hulp bij kader –
Zoeken)>
Lens
Aansluiting statief
Klepje gelijkstroomkoppeling
Klepje van geheugenkaart/
batterijhouder
• Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
•
: Wat u beslist moet weten
•
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
• = xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx”
voor een paginanummer)
• De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
• Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
• De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt
voorfoto’s,lmsofvoorbeide.
Foto’s
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
nemen of bekijken van foto’s.
Films
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
makenofbekijkenvanlms.
4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Scherm (LCD-scherm)
Microfoon
Knop <1 (afspeelknop)>
Filmknop
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
HDMI
TM
-aansluiting
Knop <b (Belichtings-
compensatie)> /
<a (1 beeld wissen)>
Indicator
Knop <l (Weergave)>
Knop <n>
Knop < (ISO-waarde)> /
<
(Wi-Fi)> / Omhoog
Knop <e (Macro)> /
<f (Handmatige
scherpstelling)> / Links
Controleknop
FUNC./SET-knop
Knop <h (Flitser)> / Rechts
Knop <Q (Zelfontspanner)> /
Omlaag
Aan de controleknop draaien is één
van de mogelijkheden om verschillende
instellingen te kiezen, van beeld naar
beeld te gaan en andere handelingen
uit te voeren. Het merendeel van deze
handelingen kunt u ook uitvoeren met de
knoppen <o><p><q><r>.
• In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
• De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met
de volgende pictogrammen aangeduid:
<o> Knop omhoog
aan de achterkant
<q> Knop links aan de achterkant
<r> Knop rechts aan de achterkant
<p> Knop omlaag aan de achterkant
<5> Controleknop aan de achterkant
5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
5 Tv-,Av-enM-modus...........69
Speciekesluitertijden
(Modus [Tv])
.....................................70
Speciekediafragmawaarden
(Modus [Av]) .....................................70
Speciekesluitertijdenen
diafragmawaarden (Modus [M]) .......71
6 Afspeelmodus......................73
Bekijken ............................................74
Door beelden bladeren en
beeldenlteren .................................77
Opties voor het weergeven
van foto’s
..........................................79
Beelden beveiligen ...........................81
Beelden wissen ................................84
Beelden roteren ................................86
Beelden markeren als favoriet .........88
Foto’s bewerken ...............................89
Films bewerken ................................92
7 Wi-Fi-functies.......................94
Wat u kunt doen met Wi-Fi ..............95
Voorbereiden om via Wi-Fi
beelden te delen ...............................96
Webservices registreren ..................97
CameraWindow installeren
op een smartphone ........................100
Voorbereidingen voor het
registreren van een computer ........101
Het Wi-Fi-menu openen .................102
Verbinding maken via een
toegangspunt .................................103
Verbinding maken zonder
een toegangspunt ..........................107
Verbinding maken met een
andere camera ...............................109
Beelden verzenden ........................110
Beelden opslaan op
een computer
.................................112
Beelden automatisch verzenden
(Beeldsynchronisatie).....................113
Beelden op de camera
geotaggen
......................................115
Wi-Fi-instellingen bewerken
of wissen
........................................115
8 MenuInstellingen..............118
Basisfuncties van de camera
aanpassen ...................................... 119
9 Accessoires.......................125
Systeemoverzicht ...........................126
Optionele accessoires ....................127
Optionele accessoires gebruiken ...128
De software gebruiken ...................132
10 Bijlage.................................143
Problemen oplossen ......................144
Berichten op het scherm ................147
Informatie op het scherm ...............150
Functies en menutabellen ..............152
Voorzorgsmaatregelen ...................160
Specicaties ...................................160
Index ...............................................164
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN)
.............................166
Inhoudsopgave
Inhoud van de verpakking ..................2
Compatibele geheugenkaarten ..........2
Opmerkingen vooraf en
wettelijke informatie ............................2
Namen van onderdelen en
conventies die in deze handleiding
worden gebruikt
..................................3
Inhoudsopgave ...................................5
Algemene bediening camera .............6
Veiligheidsmaatregelen ......................7
Basishandleiding............ 10
Voordat u begint ............................... 11
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen
......................16
De camera testen .............................17
Handleiding voor
gevorderden ................... 20
1 Basishandelingen
vandecamera.....................20
Aan/Uit ..............................................21
Ontspanknop ....................................22
Opnamemodi ....................................22
Opties opnameweergave .................23
Het menu FUNC. gebruiken ............23
Menu’s gebruiken .............................24
Toetsenbord op het scherm .............25
Indicatorweergave ............................26
Klok...................................................26
2 Auto-modus.........................27
Opnamen maken met door de
camera bepaalde instellingen ..........28
Algemene, handige functies.............32
Functies voor de beeldaanpassing...37
Handige opnamefuncties .................39
De camerabewerkingen
aanpassen
........................................41
3 Andereopnamemodi...........43
Modus Discreet ................................44
Automatisch opnemen van clips
(Filmsynopsis) ..................................44
Helderheid/kleur aanpassen
(Directe effecten) ..............................45
Speciekescènes ............................46
Beeldeffecten(Creatievelters) .......47
Speciale modi voor andere
doeleinden
........................................50
Verschillendelmsopnemen ...........52
4 P-modus...............................54
Opnamen maken met programma
automatische belichting
([P]-modus).......................................55
Helderheid van het beeld
(Belichting)
.......................................55
Kleur- en continu-opnamen
maken
...............................................57
Opnamebereik en scherpstellen ......60
Flitser ................................................66
Overige instellingen ..........................67
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Algemene bediening camera
4 Opnamenmaken
Gebruik de door de camera bepaalde instellingen
(Auto-modus, Modus Filmsynopsis) ............................................... 28, 44
Goede opnamen van mensen maken
I
Portretten
(=
46)
P
In de sneeuw
(=
46)
Speciekescènesafstemmen
Weinig licht
(=
46)
t
Vuurwerk
(=
46)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
47)
Poster-effect
(=
47)
Fisheye-effect
(=
47)
Miniatuureffect
(=
48)
Speels effect
(=
49)
Monochroom
(=
49)
Waargeluidenitsernietzijntoegestaan(ModusDiscreet) ............... 44
Beeldinstellingen aanpassen tijdens het maken van opnamen
(Directe effecten) .................................................................................. 45
Scherpstellen op gezichten ................................................ 28, 46, 62, 63
Zondergebruikvandeitser(FlitserUit) ............................................. 28
Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner) ........................... 35, 50
Een datumstempel toevoegen ............................................................. 36
Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis) ..................................... 44
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
1 Weergeven
Beelden bekijken (afspeelmodus) ........................................................ 74
Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ................................................ 79
Op een tv............................................................................................ 128
Op een computer ............................................................................... 132
Snel door beelden bladeren ................................................................. 77
Beelden wissen .................................................................................... 84
E Filmsopnemen/bekijken
Films opnemen............................................................................... 28, 52
Films bekijken (afspeelmodus) ............................................................ 74
Snel bewegende onderwerpen, afspelen in slow motion ..................... 52
c Print
Foto’s afdrukken ................................................................................. 134
Opslaan
Beelden opslaan op een computer via een kabel .............................. 133
Beelden opslaan op een computer .................................................... 133
Wi-Fi-functiesgebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden ........................................... 96
Beelden online delen ........................................................................... 97
Beelden naar een computer verzenden ..............................................113
Veiligheidsmaatregelen
• Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
• De veiligheidsmaatregelen op de volgende pagina’s zijn bedoeld om
letsel bij uzelf of bij andere personen of schade aan de apparatuur
te voorkomen.
• Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
• Gebruikdeitsernietdichtbijdeogenvanmensen.
Blootstellingaanhetsterkelichtvandeitserkanhetgezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneerudeitsergebruikt.
• Bergdeapparatuuropbuitenhetbereikvankinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden
tot verstikking.
Datum/tijd-batterij (mits verwijderbaar): gevaarlijk als deze wordt ingeslikt.
Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
• Gebruikalleendeaanbevolenenergiebronnenvoor
stroomvoorziening.
• Probeerhetproductniettedemonteren,wijzigenofoptewarmen.
• Laathetproductnietvallenenvoorkomhardeschokkenofstoten.
• Raakomletseltevoorkomendebinnenkantvanhetproductnietaan
alsditisgevallenofopeenanderewijzeisbeschadigd.
• Stoponmiddellijkmethetgebruikvanhetproductalsditrookofeen
vreemdegeurafgeeftofanderevreemdeverschijnselenvertoont.
• Gebruikgeenorganischeoplosmiddelenzoalsalcohol,wasbenzine
ofthinneromhetproductschoontemaken.
•
Laathetproductnietincontactkomenmetwater(bijvoorbeeldzeewater)
ofanderevloeistoffen.
8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Voorkomdatvloeistoffenofvreemdeobjectenindecamerakomen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, schakelt u
de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij/batterijen.
Als de batterijlader (bij camera’s met een batterijlader) nat is geworden,
haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met de
leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
• Kijknietdoordezoeker(alsuwmodeleenzoekerheeft)naareen
sterkelichtbron,zoalsdezonopeenhelderedag.
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
• Gebruikalleendeaanbevolenbatterij/batterijen.
• Plaatsdebatterij/batterijennietindebuurtvanofinopenvuur.
• Alsuwcameraeenbatterijladergebruikt,dientudevolgende
voorzorgsmaatregeleninachttenemen.
-Maakhetnetsnoerregelmatiglosenveeghetstofenvuildatzich
heeftopgehooptopdestekker,debuitenkantvanhetstopcontact
enhetgebiederomheenwegmeteendrogedoek.
-Raakhetnetsnoernietaanmetnattehanden.
-
Gebruikdeapparatuurnietopeenmanierwaarbijdenominale
capaciteitvanhetstopcontactofdekabelaccessoireswordt
overschreden.Gebruikdeapparatuurnietalshetnetsnoerofdestekker
isbeschadigdofalsdezenietvollediginhetstopcontactisgeplaatst.
-Zorgervoordatstofofmetalenobjecten(zoalsspeldenofsleutels)
nietincontactkomenmetdecontactpuntenofstekker.
De batterij/batterijen kan/kunnen exploderen of gaan lekken, wat kan leiden
tot een elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de
omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond,
huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze
onmiddellijk afspoelen met water.
• Zetdecamerauitopplaatsenwaarhetgebruikvaneencameraniet
istoegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat
u de camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Zorgdatdecameraniettegenvoorwerpenstoot,wordtblootgesteld
aanschokkenenstotenofachtervoorwerpenblijfthakenwanneeru
dezeaandepolsriemdraagt.
• Zorgdatuniettegendelensstootofdrukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
• Zorgdathetschermnietaanschokkenwordtblootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
• Zorgdatudeitsernietperongelukmetuwvingersofeen
kledingstukbedektwanneerueenfotomaakt.
Ditkanbrandwondenofschadeaandeitsertotgevolghebben.
• Gebruik,plaatsofbewaarhetproductnietopdevolgendeplaatsen:
-plaatsendieaandirectzonlichtblootstaan;
-plaatsendieaantemperaturenboven40°Cblootstaan;
-vochtigeofstofgeplaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/
batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
Het product kan vervormen door hoge temperaturen.
• Doorlangdurignaarovergangenvoordiavoorstellingtekijken,
kuntuzichonprettiggaanvoelen.
• Wanneeruoptionelelenzen,lensltersoflteradapters(indienvan
toepassing)gebruikt,dientuervoortezorgendatdezeaccessoires
goedvastzitten.
Als de lens losraakt en valt, kan deze barsten waarna de glassplinters
snijwonden kunnen veroorzaken.
• Leterbijcamera’sdieautomatischdeitserin-enopklappenopdat
uwvingernietindewegzitwanneerdeitserwordtingeklapt,omte
voorkomendatuuwvingerbeknelt.
Dit kan letsel veroorzaken.
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade
aan de apparatuur.
• Richtdecameranietdirectopeensterkelichtbron(zoalsdezon
opeenhelderedag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
•
Alsudecameragebruiktopeenstrandofopeenwinderigeplek,
moetueroplettendatergeenzandofstofinhetapparaatterechtkomt.
• Drukdeitsernietomlaagenforceerdezenietopenbijcamera’sdie
automatischdeitserin-enopklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Bijnormaalgebruikkanersomseenbeetjerookuitdeitserkomen.
Ditkomtdoordehogeintensiteitvandeitser,waardoorerstofdeeltjes
verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een
wattenstaafjeomvuil,stofofandermateriaalvandeitserteverwijderen.
Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
• Verwijderdebatterij/batterijenenbergdezeopwanneerudecamera
nietgebruikt.
Als de batterij of batterijen in de camera worden gelaten, kunnen deze gaan
lekken en schade veroorzaken.
• Breng,voordatudebatterij/batterijenweggooit,tapeofander
isolatiemateriaalaanoverdepolenvandebatterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
• Alsuwcameragebruikmaaktvaneenbatterijlader,haaltudelader
uithetstopcontactwanneerdezenietgebruiktwordt.Wanneeru
debatterijoplaadt,dientudebatterijnietmeteendoekofandere
voorwerpentebedekken.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat,
kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
• Laatdebatterijnietindebuurtvanhuisdierenliggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage,
oververhitting of een explosie, met brand of schade als gevolg.
• Alsuwcamerameerderebatterijengebruikt,dientugeencombinatie
vanbatterijentegebruikenmetverschillendespanningsniveaus.
Gebruikverdergeenoudeennieuwebatterijensamenenplaats
debatterijennietmetde+en-polenverkeerdom.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Ganietzittenterwijludecamerainuwzakhebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
• Leteropdathardevoorwerpennietincontactkomenmethetscherm
alsudecamerainuwtasstopt.Doeookhetschermdicht(zodathet
naardecamerabodyisgericht),alsuwcameraeenschermheeftdat
ingeklaptkanworden.
• Bevestiggeenhardevoorwerpenaandecamera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Basishandleiding
Basisinformatie en -instructies, van de eerste voorbereidingen tot het maken
van foto’s en afspelen
Voordatubegint............................................... 11
De accessoires bevestigen ................................... 11
De camera vasthouden ......................................... 11
De batterij opladen ................................................ 11
De batterij en geheugenkaart plaatsen ................. 12
De datum en tijd instellen ...................................... 14
Taal van LCD-scherm ............................................ 15
Deinterneoplaadbarelithiumbatterij
recyclen........................................................... 16
Decameratesten............................................. 17
Opnamen maken (Smart Auto) ............................. 17
Bekijken .................................................................18
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De accessoires bevestigen
1 Bevestigderiem.
Bevestig de meegeleverde riem aan
de camera (zie afbeelding).
Bevestig de riem op dezelfde wijze aan
de andere kant van de camera.
2
Bevestigdelensdopaanderiem.
Haal de lensdop van de lens en bevestig
het lensdopkoordje aan de riem.
Verwijder altijd eerst de lensdop voordat
u de camera inschakelt.
Zorg dat de lensdop op de camera zit als
de camera niet in gebruik is.
De camera vasthouden
Doe de riem om uw nek.
Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
opdeuitgeklapteitserrusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de
batterij eerst oplaadt.
1 Plaatsdebatterij.
Zorgeerstdatdemarkering▲opde
batterij overeenkomt met die op de
oplader en plaats dan de batterij door
deze naar binnen (
) en naar beneden
(
) te drukken.
2 Laaddebatterijop.
CB-2LY: Kantel de stekker naar buiten ( )
en steek de oplader in een stopcontact (
).
CB-2LYE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid,
wordt het lampje groen.
CB-2LY
CB-2LYE
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Verwijderdebatterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen (
) en omhoog
(
) te drukken.
• Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
•
Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de lader
of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of
schade aan het product tot gevolg hebben.
• Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
161) voor meer informatie
over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig
opgeladen batterij.
•
Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden
gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor.
• De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van
100–240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een
geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
122).
1 Controleerhetschuifjevoor
schrijfbeveiligingvandekaart.
Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld (omlaag).
Duw het schuifje omhoog totdat het
op niet vergrendeld staat.
2 Openhetklepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
3 Plaatsdebatterij.
Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst
en wordt vergrendeld.
Aansluitpunten Batterij-
vergrendeling
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Plaatsdegeheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en
is vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
5 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
• Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
161) voor richtlijnen over
hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
Etiket
Debatterijengeheugenkaartverwijderen
Verwijderdebatterij.
Open het klepje en duw de batterij-
vergrendeling in de richting van de pijl.
De batterij wipt nu omhoog.
Verwijderdegeheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen tot u
een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de
camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen
in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij
het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto’s toevoegen
(=
36).
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Steldedatumentijdin.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om de datum en tijd
op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop <m>.
3 Steldetijdzonethuisin.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om de tijdzone thuis
te selecteren.
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <m> om de instelling
te voltooien. Het instellingenscherm wordt
niet meer weergegeven.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
• Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
• Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2 en
kiest u vervolgens [
] door op de knoppen <o><p> te drukken of aan de
knop <5> te draaien.
Dedatumentijdwijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1 Openhetcameramenu.
Druk op de knop <n>.
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
2 Openhetinstellingenscherm.
Houd de knop <m> ingedrukt en druk
direct op de knop <n>.
3
SteldetaalvanhetLCD-schermin.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om een taal
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
•
De huidige tijd verschijnt als u in stap 2, nadat u op de knop <m> hebt gedrukt,
te lang wacht voordat u op de knop <n> drukt. Druk in dat geval op <m>
om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2.
• U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop <n> te drukken en
[Taal
] te selecteren op het tabblad [3].
2 Kies[Datum/Tijd].
Beweeg de zoomhendel om het tabblad
[3] te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [Datum/Tijd] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Wijzigdedatumentijd.
Volg stap 2 bij “Datum en tijd instellen”
(=
14
) om de instellingen aan te passen.
Druk op de knop <n> om het menu
te sluiten.
• Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datum-
en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij
is verwijderd.
• De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een
opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een
voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
127), zelfs als de camera
is uitgeschakeld.
• Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als
u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij
“De datum en tijd instellen” (=
14).
Taal van LCD-scherm
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Draaideschroevenvande
behuizinglos.
Draai de schroeven van de behuizing op
de zijkanten en de onderkant los.
Klapdeitseruitendraaideschroeflos
(zie afbeelding).
2 Verwijderdeklepjes.
Verwijder de klep van de achterkant.
Til de zijkant op (zie afbeelding) om de
voorkant van de behuizing te verwijderen.
3 Draaideschroevenvande
behuizinglos.
Draai de schroeven van de behuizing
op de zijkant en de voorkant los
(zie afbeelding).
Knip de lintkabel van het scherm door
(zie afbeelding).
Til het klepje van de bovenkant op.
4 Verwijderdebatterij.
Raak het gemarkeerde gebied nooit
aan. Dit kan leiden tot een zware
elektrische schok.
Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan om de interne
oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling, wanneer u de
camera afdankt.
Raak dit gedeelte nooit aan!
17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
De camera testen
Volgdezeinstructiesomdecamerainteschakelen,foto-oflmopnamen
te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
speciekecomposities.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden
rechtsboven in het scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp
te vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer [Flitser Opklappen] wordt
getoond,klaptudeitsermetuwvinger
uit zodat deze klaar is voor gebruik. Als u
lievergeenitsergebruikt,druktude
itsermetuwvingeromlaag.
18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weiniglichtis,gaatdeitser,alsudeze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
Nadat uw opname is getoond, keert de
camera terug naar het opnamescherm.
Zelfs wanneer de foto nog op het scherm
staat, kunt u al op de ontspanknop
drukken om een volgende foto te maken.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Drukopdelmknop.Zodradecamera
met opnemen begint, hoort u één pieptoon
en verschijnen [
REC] en de verstreken
tijd op het scherm.
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uwvingervandelmknop.
Verstreken tijd
Voltooideopname.
Druknogmaalsopdelmknopomhet
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
Bekijken
Nahetmakenvanfoto’sofhetopnemenvanlmskuntudeze,zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop <q> of draait u de knop
<5> naar links. Om het vorige beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r> of
draait u de knop <5> naar links.
Houd de knoppen <q><r> ingedrukt om
snel door de beelden te bladeren. Het
beeld wordt daarbij onzuiver of korrelig
weergegeven.
19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
U kunt ook snel aan de knop <5>
draaien om de modus Beeld scrollen
te openen. Draai in deze modus aan
de knop <5> om door uw beelden
te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
].Ganaarstap3alsulms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m>, kies [ ] (druk op
de knoppen <o><p> of draai aan de
knop <5>) en druk vervolgens opnieuw
op de knop <m>.
Hetafspelenbegintennadelm
verschijnt [
].
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knop <o><p>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Beeldenwissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om een beeld
te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <a>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> of draait u aan de
knop <5> om [Wissen] te selecteren en
vervolgens drukt u op de knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Om het wissen te annuleren, drukt u op
de knoppen <q><r> of u draait aan
de knop <5> om [Annuleer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (=
85).
20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van de camera
Praktische handleiding waarin andere basishandelingen voor de camera worden geïntroduceerd
en de opties voor opnamen en afspelen worden beschreven
Aan/Uit............................................................... 21
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) ................... 21
Ontspanknop.................................................... 22
Opnamemodi.................................................... 22
Optiesopnameweergave................................. 23
HetmenuFUNC.gebruiken............................. 23
Menu’sgebruiken............................................. 24
Toetsenbordophetscherm............................ 25
Indicatorweergave............................................ 26
Klok................................................................... 26
21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Aan/Uit
Opnamemodus
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
Druk op de knop <1> om de camera in
te schakelen en uw foto’s te bekijken.
Om de camera uit te schakelen drukt u
opnieuw op de knop <1>.
• Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de
knop <1>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (=
22).
• Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop <1> te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstandindeopnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in
te drukken (=
22).
Spaarstandindeafspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
• U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display uit
aanpassen (=
121).
• De spaarstand is niet actief wanneer de camera via USB op een computer
is aangesloten (=
133) of wanneer de camera draadloos is verbonden met
andere apparaten via Wi-Fi (=
94).
22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd
eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop
helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
1 Drukhalfin.(Lichtindrukken
omscherptestellen.)
Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2 Drukhelemaalin.(Druk,vanaf
depositiehalverwege,helemaal
inomdeopnametemaken.)
De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
• De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
• Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Opnamemodi
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen.
P-,Tv-,Av-enM-modus
Verschillende soorten
opnamen maken met behulp
van uw voorkeursinstellingen
(=
54, 69).
Filmmodus
Voor het maken van
lms(=
52).
Alsuopdelmknop
drukt, kunt u ook een
lmmakenzonder
het programma-
keuzewiel in te
stellen op de
lmmodus.
Auto-modus
Volledig automatische opnamen met
door de camera bepaalde instellingen
(=
17, 28).
Modusvoorcomposities
Opnamen maken met de optimale instellingen
voordespeciekescènes(=
46).
Modusvoorcreatievelters
Diverse effecten toevoegen aan
uw opnamen (=
47).
ModusDiscreet
Opnamen maken zonder
itserofcamerageluiden
(=
44).
ModusFilmsynopsis
U kunt van een dag eenvoudig een korte
lmmakendoorfoto’stemaken(=
44).
Modusvoordirecteeffecten
De helderheid en kleuren van het
beeld aanpassen tijdens het maken
van opnamen (=
45).
• U kunt aan het programmakeuzewiel draaien om van de afspeelmodus naar
de opnamemodus te gaan.
23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Opties opnameweergave
Druk op de knop <l> om andere informatie weer te geven op het
scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm”
(=
150) voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Informatie wordt
weergegeven
Geen informatie
weergegeven
• Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt de helderheid
van het LCD-scherm met de nachtschermfunctie automatisch verhoogd.
Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren.
Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw
foto’s niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige
bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
• Zie “Schakelen tussen weergavemodi” (=
75) voor weergaveopties.
Het menu FUNC. gebruiken
Congureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (=
154155)
of afspeelmodus (=
159).
1 Open het Menu FUNC.
Druk op de knop <m>.
2 Selecteer een menu-item.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om een menu-item
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m> of <r>.
Afhankelijk van het menu-item
kunnen functies eenvoudig worden
opgegeven door op de knop<m> of
<r> te drukken, of er wordt een ander
scherm weergegeven om de functie
te congureren.
3 Selecteer een optie.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om een optie
te selecteren.
Druk op de knop <q> om terug te gaan
naar de menu-items.
Opties
Menu-items
24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <m>.
Het scherm voordat u in stap 1 op de
knop <m> drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
gecongureerd.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
124).
Menu’s gebruiken
Congureerverschillendecamerafunctiesalsvolgtviaoverigemenu’s.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen
maken ([4]), afspelen [1] enzovoort. De beschikbare menu-items
verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelstand
(=
156159).
1 Openhetmenu.
Druk op de knop <n>.
2 Selecteereentabblad.
Beweeg de zoomknop om een tabblad
te selecteren.
Nadat u eerst op de knoppen <o><p>
hebt gedrukt om een tabblad te
selecteren, kunt u met de knoppen
<q><r> schakelen tussen tabbladen.
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om een menu-item
te selecteren.
Bij menu-items met opties die niet worden
weergegeven, drukt u eerst op de knop
<m> of <r> om van scherm te wisselen
en daarna drukt u op de knoppen
<o><p> of draait u aan de knop <5>
om het menu-item te selecteren.
Druk op de knop <n> om terug
te keren naar het vorige scherm.
4 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
5 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n> om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u in stap 1 op
de knop <n> drukte.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
124).
Toetsenbord op het scherm
Het toetsenbord wordt weergegeven wanneer u informatie in dient te voeren,
zoals een cameranaam voor Wi-Fi-verbindingen. De lengte en het soort
informatie dat u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt.
Tekensinvoeren
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om een teken
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m> om het in te voeren.
Cursorverplaatsen
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de
knop <m>.
Tekensverwijderen
Als u het vorige teken wilt verwijderen,
drukt u op de knop <a> of kiest u [
]
en drukt u op de knop <m>.
Invoerbevestigenenterugkeren
naarhetvorigescherm
Druk op de knop <n>.
Aantal beschikbare tekens
26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (=
4) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur
Indicator-
status
Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (=
133) of het scherm
is uitgeschakeld (=
21, 120)
Knippert
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/verzenden van
beelden, het maken van opnamen met lange sluitertijd
(=
70, 71) of verbinden/verzenden via Wi-Fi
• Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Klok
U kunt kijken hoe laat het is.
Houd de knop <m> ingedrukt.
De huidige tijd verschijnt.
Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
de knop <5> om de weergavekleur
te wijzigen.
Druk nogmaals op <m> om de
klokweergave te annuleren.
• Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop <m> ingedrukt en drukt u op
de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
27
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Auto-modus
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen
2
Opnamenmakenmetdoordecamera
bepaaldeinstellingen..................................... 28
Opnamen maken (Smart Auto) ............................. 28
Compositiepictogrammen ..................................... 31
Pictogrammen voor beeldstabilisatie .................... 31
Kaders op het scherm ........................................... 32
Algemene,handigefuncties........................... 32
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ......................................................32
Terughalen van onderwerpen die na het zoomen
zijn verdwenen (Hulp bij kader – Zoeken) ............. 33
Gezichten constant met hetzelfde
formaat weergeven ............................................... 34
De zelfontspanner gebruiken ................................ 35
Een datumstempel toevoegen .............................. 36
Functiesvoordebeeldaanpassing................ 37
De verhouding wijzigen ......................................... 37
De beeldresolutie wijzigen (grootte) ...................... 38
Rode-ogencorrectie ............................................... 38
Beeldkwaliteitvanlmswijzigen ........................... 39
Handigeopnamefuncties................................ 39
Raster weergeven ................................................. 39
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten ............................................................... 40
Controleren op gesloten ogen ............................... 40
Decamerabewerkingenaanpassen............... 41
Het AF-hulplicht uitschakelen ................................ 41
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen ..........................................................41
De weergavestijl van het beeld na de
opname wijzigen ................................................... 41
28
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
Om snel in of uit te zoomen beweegt u de
zoomknop helemaal naar <i> (telelens)
of <j> (groothoek) en om langzaam in
of uit te zoomen, beweegt u de zoomknop
een beetje in de gewenste richting.
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied
is scherpgesteld, worden meerdere
AF-kaders weergegeven.
Wanneer [Flitser Opklappen] wordt
getoond,klaptudeitsermetuwvinger
uit zodat deze klaar is voor gebruik. Als u
lievergeenitsergebruikt,druktude
itsermetuwvingeromlaag.
Zoombalk
Scherpstelbereik (bij benadering)
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
speciekecomposities.
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden,
worden rechtsboven in het scherm
weergegeven (=
31).
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
29
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weiniglichtis,gaatdeitser,alsudeze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
Nadat uw opname is getoond, keert de
camera terug naar het opnamescherm.
Zelfs wanneer de foto nog op het scherm
staat, kunt u al op de ontspanknop
drukken om een volgende foto te maken.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Drukopdelmknop.Zodradecamera
met opnemen begint, hoort u één pieptoon
en verschijnen [
REC] en de verstreken
tijd op het scherm.
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uwvingervandelmknop.
Verstreken tijd
Pasdegroottevanhet
onderwerpaanenwijzigzonodig
decompositievandeopname.
Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in
stap 3 (=
28).
Het geluid van de camerahandelingen
wordtechteropgenomenenlmsdie
worden opgenomen met de zoomfactor
in blauw zien er korrelig uit.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooideopname.
Druknogmaalsopdelmknopomhet
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
De camera stopt automatisch met opnemen
zodra de geheugenkaart vol raakt.
Foto’s/lms
• Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop <l> wordt
ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft geluiden
opnieuw weer door op de knop <n> te drukken en [mute]
te kiezen op het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knoppen
<q><r> om [Uit] kiezen.
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
• Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat
geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden.
• Zijnuwopnamentedonker,ondanksdaterisgeitst,gadandichter
naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (=
162) voor meer
informatieoverhetitsbereik.
• Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie “Opnamebereik” (=
162) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
• Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen
in een omgeving met weinig licht.
• Als een knipperend [h]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een
opnamekuntmakenalsdeitserklaarismetopladen.Ukuntweer
opnemenzodradeitsergereedis.Ukuntnudeontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de
ontspanknop opnieuw in.
• Hoewel u voordat het opnamescherm wordt weergegeven weer
opnamen kunt maken, kan het zijn dat uw vorige opname de
scherpsstelling, helderheid en gebruikte kleuren bepaalt.
• U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na opnamen (=
41).
Films
• Klapmetuwvingerdeitserop
voordatueenlmopneemt.Leterop
datutijdenseenlmopnamede
microfoon niet aanraakt. Wanneer u de
itseropgeklaptlaatofdemicrofoon
blokkeert, wordt audio mogelijk niet
opgenomen of klinkt het opgenomen
geluid gedempt.
• Vermijdtijdenshetopnemenvaneenlmomandere
camerabedieningdandelmknoppenaanteraken,omdatde
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
• Wanneerdelmopnamebegint,wordteenkleinerbeeldgebied
weergegeven, waarbij het onderwerp vergroot is. Dit komt door
degedraaidebeeldstabilisatie.Alsuonderwerpenwiltlmen
methetzelfdeformaatalswaaropzevóórhetlmenworden
weergegeven, wijzigt u de instelling voor beeldstabilisatie (=
68).
• Het geluid wordt in stereo opgenomen.
• De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden
beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze
optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Als er geen harde wind staat, druk op
de knop <n>, kies [Wind Filter] op het tabblad [4] en kies vervolgens
[Uit] (=
24).
Microfoon
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Compositiepictogrammen
In de modus [ ] geeft de camera een pictogram weer voor de vastgestelde
compositie. De bijbehorende instellingen voor optimale scherpstelling,
helderheid en kleur van het onderwerp worden automatisch geselecteerd.
Onderwerp
Achtergrond
Mensen Overigeonderwerpen
Achter-
grondkleur
pictogram
Inbewe-
ging*
1
Schadu-
wen
op
gezicht*
1
Inbewe-
ging*
1
Dichtbij
Helder
Grijs
Tegen-
licht
Metblauwe
lucht
Lichtblauw
Tegen-
licht
Zonson-
dergangen
Oranje
Spotlights
Donker-
blauw
Donker
Met
statief
*
2
*
2
*1Wordtnietvoorlmsweergegeven.
*2 Wordt weergegeven bij donkere composities, als de camera wordt stilgehouden alsof
deze op een statief staat.
• Probeer op te nemen in de modus [G] (=
54) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de
door u verwachte effecten, kleuren of helderheid.
Foto’s Films
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch
toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus [ ] de volgende
pictogrammen weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s
Beeldstabilisatievoorlms,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals
wanneer u lopend opneemt
(modus Dynamische
beeldstabilisatie).
Beeldstabilisatie voor foto’s
tijdens pannen*
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij
hetopnemenvanlmsmet
de telelens (Powered IS).
Beeldstabilisatie voor macro-
opnamen (Hybrid IS)
Geen beeldstabilisatie,
omdat de camera op een
statief is bevestigd of op
een andere manier stil wordt
gehouden. In bepaalde
opname-omstandigheden
kan echter beeldstabilisatie
worden toegepast.
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
• Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (=
68).
In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Kaders op het scherm
Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt,
worden verschillende kaders weergegeven.
• Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen
het witte kader op het scherm staan.
• Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en
worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
• Probeer in de modus [G] (=
54) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of soortgelijke gebieden.
Algemene, handige functies
Foto’s Films
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom)
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom
te vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 120x te vergroten.
1 Duwdezoomknopnaar<i>.
Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat
het beeld merkbaar korrelig wordt).
Dit wordt weergegeven op het scherm.
2 Duwdezoomknopnogmaals
naar<i>.
De camera zoomt nog verder in op
het onderwerp.
Zoomfactor
33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de
zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik.
- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar
korrelig wordt (ZoomPlus).
- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen
(=
38) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
• Als de digitale en de optische zoom worden gecombineerd, is de
brandpuntsafstandalsvolgt(equivalentvan35mmlm).
24–2880 mm (24–720 mm, alleen met optische zoom)
• Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>,
selecteert u [Digitale Zoom] op het tabblad [4] en daarna kiest u [Uit].
Foto’s Films
Terughalen van onderwerpen die na het zoomen
zijn verdwenen (Hulp bij kader – Zoeken)
Als u een onderwerp tijdens het inzoomen uit het oog verliest, kunt u het
gemakkelijker terugvinden door even uit te zoomen.
1 Kijkwaarhetverdwenen
onderwerpzichbevindt.
Houd de knop < > ingedrukt.
De camera zoomt uit en er verschijnt
een wit kader om het gebied dat hiervoor
werd weergegeven (voordat u op de
knop <
> drukte).
2 Haalhetonderwerpweerterug.
Richt de camera zo dat het onderwerp
binnen het witte kader valt en druk
daarna op de knop <
>.
De eerdere vergroting wordt nu hersteld,
zodat het met wit omrande gebied het
scherm weer vult.
• Bepaalde opname-informatie verschijnt niet op het scherm als de
camera is uitgezoomd.
•
Tijdenshetopnemenvanlmswordthetwittekadernietweergegeven
als u op de knop < > drukt. Denk er aan dat het geluid van de
camerabewerkingen, zoals zoomen, ook wordt opgenomen.
34
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Als u er de voorkeur aan geeft op te nemen met de zoomfactor van het scherm
in stap 1, druk de ontspanknop dan helemaal in.
• U kunt de zoomfactor aanpassen die wordt ingesteld nadat u Hulp bij
zoomkader hebt gebruikt (wanneer u de knop <
> loslaat) door de
zoomknop te duwen terwijl u de knop <
> indrukt om het formaat van het
witte kader te wijzigen.
• Om aan te passen hoeveel de camera uitzoomt wanneer u op de knop <
>
drukt, drukt u op de knop <n> en kiest u één van de drie niveaus
in [
Beeldgebied] op het tabblad [4].
• De zoomfactor kan niet met de knop <
> worden gewijzigd nadat u de
ontspanknop helemaal hebt ingedrukt in de zelfontspanmodus (=
35).
Foto’s Films
Gezichten constant met hetzelfde
formaat weergeven
Wanneer het gezicht van een persoon wordt waargenomen, probeert de
camera het formaat van gezichten in verhouding tot het scherm even groot
te houden. Als de persoon dichterbij komt, zoomt de camera automatisch
uit. Omgekeerd geldt hetzelfde.
Open Auto-modus.
Richt de camera op het gezicht van de
persoon. Druk op de knop < > en laat
deze snel weer los.
Nadat [ Auto: aan] wordt weergegeven,
verschijnt er een kader [ ] rond het
gezicht dat wordt gedetecteerd als
hoofdonderwerp. De camera blijft dit
gezicht in hetzelfde formaat weergeven.
Om de grootte van het gezicht in
verhouding tot het scherm aan te passen,
beweegt u de zoomhendel. De camera
volgt nu met het nieuwe formaat het
gezicht van het onderwerp.
Om weergave van gezichten in
een constant formaat te annuleren,
drukt u nogmaals op de knop < >.
[ Auto: Uit] wordt weergegeven.
• Gezichten worden mogelijk niet met een constant formaat
weergegeven wanneer het onderwerp het hoofd schuin houdt of niet
recht naar de camera kijkt.
• Ook bij sommige zoomfactoren kan het gebeuren dat er geen
constant gezichtsformaat kan worden getoond.
• Deze functie wordt zelfs niet geactiveerd wanneer u op de knop
<
> drukt als u [ Automatisch] hebt uitgeschakeld (door op de
knop <n> te drukken en tabblad [4] > [ Automatisch] >
[Uit] te kiezen (=
24)).
• Sommige opname-informatie wordt niet weergegeven in modus
Automatisch en sommige opname-instellingen kunnen niet
worden ingesteld.
• Tijdenslmopnamewordtookhetgeluidvancamerabewerkingen
zoals zoomen opgenomen.
• Open [W] om continu opnamen te maken. Houd er rekening mee
dat continue opname niet beschikbaar is als u [ ] kiest.
• Als de persoon dichterbij de rand van het scherm komt, zoomt de camera
automatisch uit om de persoon in beeld te houden.
• Wanneer er meerdere gezichten worden gedetecteerd, kunt u door op de
knop <b> te drukken overschakelen naar een ander gezicht om te volgen.
[
]wordtweergegevenrondhetnieuweonderwerp.Tijdenslmopnameis
het echter niet mogelijk om het [
]-frame te wijzigen met de knop <b>.
• De zoomfactor blijft gelijk nadat u de ontspanknop helemaal naar beneden
hebt gedrukt in de zelfontspannermodus (=
35), zelfs als de relatieve
grootte van het gezicht wijzigt.
• [AF Frame] is ingesteld op [Gezichts-AiAf] en kan niet worden gewijzigd.
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <p>, selecteer
[]] (druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <5>) en druk
vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid,
wordt []] weergegeven.
2 Maakdeopname.
Voor foto’s: druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen op het onderwerp en druk
de knop daarna helemaal naar beneden.
Voorlms:Drukopdelmknop.
Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Twee seconden voor de opname versnellen
het knipperen en het geluid. (In het geval
datdeitserafgaat,blijftdelampbranden.)
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[ ] bij stap 1.
Foto’s Films
Camerabewegingvermijdenmetdezelfontspanner
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
35) en kies [[].
Als de instelling is voltooid,
wordt [[] weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
35) om de opname
te maken.
36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Dezelfontspanneraanpassen
U kunt de vertraging (0–30 seconden) en het aantal opnamen
(1–10 opnamen) aangeven.
1 Selecteer[$].
Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
35), kies [$] en druk
daarna direct op de knop <n>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Vertraging] of [Beelden] te selecteren.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een waarde te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [$]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
35) om de opname
te maken.
•
Voorlmsdiewordenopgenomenmetbehulpvandezelfontspanner,
geeft [Vertraging] de vertraging aan voordat het opnemen begint,
maar de instelling van [Beelden] heeft geen effect.
•
Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans
bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig als de
itserafgaatofalsuhebtopgegevendatuveelopnamenwiltmaken.Decamera
stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt.
• Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het
geluid en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname.
(Inhetgevaldatdeitserafgaat,blijftdelampbranden.)
Foto’s
Een datumstempel toevoegen
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in
het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er
dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (=
14).
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Datumstemp.
] op het tabblad [4]
en kies de gewenste optie (=
24).
Zodra de instelling is voltooid,
wordt [
] weergegeven.
2 Maakdeopname.
Wanneer u opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
37
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met
stempel worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze
informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (=
134)
-
Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (=
138) van uw camera om af te drukken.
- Om af te drukken, gebruikt u de software die kan worden gedownload van de
Canon-website (=
132).
Functies voor de beeldaanpassing
Foto’s
De verhouding wijzigen
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld hdtv’s of vergelijkbare
weergaveapparatuur.
Dezelfdeverhoudingals35mm-lm,diewordtgebruiktvoorhetafdrukkenvan
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor de
weergave op standaard-tv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur, of voor het
afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
38
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen
per geheugenkaart” (=
161) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij
elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Richtlijnenvoorhetkiezenvanderesolutieopbasisvan
hetpapierformaat(voor4:3-beelden)
[ ]: Voor het verzenden van beelden
per e-mail.
A2 (420 x 594 mm)
A3–A5 (297 x 420–
148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
Foto’s
Rode-ogencorrectie
Rodeogenopbeeldendiemetdeitserzijngemaakt,kunnenalsvolgt
automatisch worden gecorrigeerd.
1 Openhetscherm
[FlitsInstellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4]
en druk op de knop <m> (=
24).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens
[Aan] (=
25).
Als de instelling is voltooid, wordt [R]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen
worden toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up
voor pupillen aanziet).
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
91).
• Ukunthetschermookinstap2openenalsdeitserisuitgeklapt.Daartoe
drukt u op de knop <r> en drukt u direct op de knop <n>.
39
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Films
Beeldkwaliteit van lms wijzigen
Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per
geheugenkaart” (=
162)voorrichtlijnenvoordemaximalelmlengtedie
bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (=
23).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Beeldkwaliteit Resolutie
Aantal
beelden
Details
1920 x 1080 24 fps Voor opnamen in Full-HD-kwaliteit
1280 x 720 30 fps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit
• In de modi [
] en [ ] geven zwarte balken aan de boven- en onderkant
van het scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd.
Handige opnamefuncties
Foto’s Films
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
Druk op de knop <n>, kies [Raster]
op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
24).
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
40
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken,
waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in het
AF-kader wordt vergroot.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
24).
2 Controleerdescherpstelling.
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Het scherpgestelde gebied wordt niet vergroot als u de ontspanknop
half indrukt terwijl er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon
zich te dicht op de camera bevindt en zijn gezicht te groot is voor
het scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt.
• Het scherm wordt niet vergroot als u de digitale zoomfunctie (=
32) of
AF Tracking (=
63) gebruikt.
Foto’s
Controleren op gesloten ogen
[ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad [4] en
selecteer daarna [Aan] (=
24).
2 Maakdeopname.
[ ] knippert wanneer de camera iemand
waarneemt die zijn/haar ogen dicht heeft.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [$], dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
• Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd bij
[Weergavetijd] (=
41) worden personen van wie de ogen zijn gesloten in
een kader weergegeven.
41
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad MENU [4].
Zie “Menu’s gebruiken” (=
24) voor instructies over menufuncties.
Foto’s
Het AF-hulplicht uitschakelen
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden
als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht.
Druk op de knop <n>, kies
[AF-hulplicht] op het tabblad [4]
en kies [Uit] (=
24).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Foto’s
Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u
opnamenmaaktmetdeitserineenomgevingmetweiniglicht.
1
Openhetscherm[FlitsInstellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4]
en druk op de knop <m> (=
24).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit]
(=
25).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Foto’s
De weergavestijl van het beeld na de
opname wijzigen
U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en
welke informatie wordt weergegeven.
1 Openhetscherm[Afbeelding
directbekijken].
Druk op de knop <n>, kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [4] en druk op de knop <m>
(=
24).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Weergavetijd] en kies vervolgens
de gewenste optie.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Snel Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt fotograferen.
2 sec.,
4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven.
Zelfs wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de ontspanknop
al half indrukken om een volgende foto te maken.
Vast zetten Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Hetweergegevenschermnadeopnamewijzigen
Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven.
1 Stel[Weergavetijd]inop
[2sec.],[4sec.],[8sec.]
of[Vastzetten](
=
4 1
).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Scherminfo] en kies vervolgens
de gewenste optie.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details
Geeft details van de opname weer (=
151).
• Wanneer [Weergavetijd] (=
41) is ingesteld op [Uit] of [Snel], is [Scherminfo]
ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd.
• U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop <p> te drukken
terwijl na de opname een beeld wordt weergegeven. De instellingen van
[Scherminfo] op het tabblad [4] worden niet gewijzigd. U kunt ook beelden
wissen door op de knop <a> te drukken, of beelden beschermen (=
81) of
als favoriet markeren (=
88) door op de knop <m> te drukken.
43
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke
beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies
3
ModusDiscreet................................................ 44
Automatischopnemenvanclips
(Filmsynopsis)................................................ 44
Helderheid/kleuraanpassen
(Directeeffecten)............................................ 45
Speciekescènes............................................ 46
Beeldeffecten(Creatievelters)..................... 47
Opnamen maken met het effect van
een visooglens (Fisheye-effect) ............................47
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect) ....................................................48
Opnamen maken met een speels effect
(Speelgoedcamera-effect) .....................................49
Opnamen maken in monochroom ......................... 49
Specialemodivooranderedoeleinden......... 50
De gezicht-zelfontspanner gebruiken .................... 50
Snel na elkaar continue opnamen maken
(Snel na elkaar) .....................................................51
Verschillendelmsopnemen.......................... 52
Films maken in de modus [E] .............................. 52
Superslow-motionlmsopnemen ........................ 52
44
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Modus Discreet
U kunt op de volgende manier opnamen maken zonder camerageluiden,
itseroflampjeteactiveren.Gebruikdezemodusalscamerageluiden,
itsenenlampjesnietzijntoegestaan.
1 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Maakdeopname.
• In de modus [ ] worden zelfs afspeelgeluiden gedempt. Geluiden van de
camerabedieningenlmgeluidenwordenookgedempt.
Foto’s Films
Automatisch opnemen van clips
(Filmsynopsis)
Ukunteenkortelmvaneendagmakendoorfoto’stemaken.
Vooriedereopnameneemtdecameraautomatischeenlmclipuitdescène
op. Van alle clips die op die dag zijn opgenomen, wordt één bestand gemaakt.
1 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om een foto te maken.
Voordat u de opname maakt, neemt de
camera automatisch een clip op van
ongeveer 2–4 seconden.
• Clips worden mogelijk niet opgenomen als u een foto maakt
direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus [
] hebt
geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
• De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de
modus [ ], omdat voor iedere opname clips worden opgenomen.
• Alsudecamerabedientterwijlereenlmwordtopgenomen,
wordendegeluidenvandecameraopgenomenindelm.
45
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Films die u hebt gemaakt in de modus [ ], kunt u op datum (=
93) bekijken.
• Delmkwaliteitindemodus[
] is [ ] en kan niet worden gewijzigd.
• Hoewel de clips die op een bepaalde dag zijn opgenomen, in één bestand
worden gecombineerd, kunnen afzonderlijke clips (hoofdstukken) wel worden
bewerkt (=
93).
• Indevolgendegevallenwordenclipsopgeslagenalsapartelmbestanden,
zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt met de modus [
].
-
Hetlmbestandis4GBgrootoferisintotaalongeveer1uurlangopgenomen.
- Eenlmisbeveiligd(=
81).
-
De instellingen voor zomertijd (=
14)
of tijdzone
(=
120)
worden gewijzigd.
- Er wordt een nieuwe map gemaakt (=
123).
• Sommige camerageluiden worden gedempt. Er worden geen geluiden
afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt, camerabediening gebruikt
of de zelfontspanner instelt (=
119).
Foto’s Films
Helderheid/kleur aanpassen
(Directe effecten)
U kunt de beeldhelderheid en -kleuren eenvoudig op de volgende manier
tijdens het opnemen aanpassen.
1 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> om het
instellingenscherm te openen. Druk op
de knoppen <o><p> om een
instellingsoptie te selecteren en druk
vervolgens op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <
5
> om de
waarde op het scherm aan te passen.
Druk op de knop <m>.
3 Maakdeopname.
Helderheid
Pas het niveau aan naar rechts voor helderder beelden en naar links
voor donkerder beelden.
Kleur
Pas het niveau aan naar rechts voor levendiger beelden en naar links
voor meer ingetogen beelden.
Tint
Pas het niveau aan naar rechts voor een warme, rode kleur en naar
links voor een koele, blauwe kleur.
• Films worden opgenomen met een optimale beeldhelderheid,
ongeacht hoe de helderheid in deze instelling wordt aangepast.
46
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Specieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1 Opendemodus[K].
Stel het programmakeuzewiel in op [K].
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop <m>, selecteer [I] in
het menu en selecteer vervolgens een
opnamemodus (=
23).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
IPortretopnamenmaken(Portret)
Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Foto’s
Opnamenmakenbijweiniglicht
(Weiniglicht)
Opnamen maken met minimale
camerabeweging en onderwerpsvervaging,
zelfs in omstandigheden met weinig licht.
Foto’s Films
POpnamenmakenin
sneeuwlandschappen(Sneeuw)
Heldere foto’s met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
Foto’s Films
t
Vuurwerkfotograferen(Vuurwerk)
Levendige foto’s van vuurwerk.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [t]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel om de camera stil te
houden (=
68).
•
De resolutie in de modus [ ] is [ ] (1984 x 1488) en kan niet worden gewijzigd.
•
In modus [t] wordt de optimale scherpstelling nog steeds gedetecteerd, ook al
worden er geen frames weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt.
47
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Beeldeffecten (Creatieve lters)
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies een opnamemodus
(=
23).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
Opnamenmakeninlevendige
kleuren(Extralevendig)
Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Foto’s Films
Foto’smetpostereffect
(Poster-effect)
Foto’s die lijken op oude posters
of illustraties.
• In de modi [ ] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken
om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen.
Foto’s
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
47) uit en
kies [
].
2 Kieseeneffectniveau.
Druk op de knop <l>, kies een
effectniveau (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <5>) en
druk nogmaals op de knop <l>.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
48
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
Ukuntooklmsmakendielijkenopscènesinminiatuurmodellendoor
deafspeelsnelheidtekiezenvoordatdelmwordtopgenomen.Mensen
enonderwerpenindescènezullentijdenshetafspelensnelbewegen.
Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
47) uit en
kies [
].
Op het scherm verschijnt een wit kader
dat het beeldgebied aangeeft dat
scherp blijft.
2 Kieshetgebiedwaaropu
wiltscherpstellen.
Druk op de knop <l>.
Beweeg de zoomknop om de afmeting
van het kader te wijzigen en druk op
de knoppen <o><p> om het kader
te verplaatsen.
3 Selecteervoorlmsde
afspeelsnelheidvandelm.
Druk op de knop <n> en kies de
snelheid door op de knoppen <q><r>
te drukken of door aan de knop <5>
te draaien.
4
Gaterugnaarhetopnamescherm
enmaakdeopname.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
Afspeelsnelheidengeschatteafspeeltijd(voorclipsvan
éénminuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
• Dezoomfunctieisnietbeschikbaarvoorhetopnemenvanlms.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Als u in stap 2 op de knop <m> drukt, verandert u de richting van het kader
(van horizontaal naar verticaal of vice versa). U kunt het kader in verticale
richting verplaatsen door op de knoppen <q><r> te drukken.
• Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
• Debeeldkwaliteitvanlmsis[
] bij een verhouding van [ ] en [ ] bij
een verhouding van [
] (=
37). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet
worden gewijzigd.
• De zoomfactor kan niet worden gewijzigd met de knop <
> op de schermen
instap2en3oftijdenshetmakenvanlmopnamen.
49
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Opnamen maken met een speels effect
(Speelgoedcamera-effect)
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
47) uit en
kies [
].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <l>, kies een
kleurtoon (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <5>) en druk
nogmaals op de knop <l>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s Films
Opnamen maken in monochroom
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
47) uit en
kies [
].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <l>, kies een
kleurtoon (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <5>) en druk
nogmaals op de knop <l>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
50
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Speciale modi voor andere doeleinden
Foto’s
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
Ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon
(bijvoorbeeld de fotograaf) het opnamegebied betreedt, maakt de camera
een foto (=
63). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of
een vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
46) uit en kies [ ].
2 Kiesdecompositieendrukde
ontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-bystand voor
de opname en op het scherm verschijnt
[Kijk recht naar camera om aftellen
te starten].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Gabijdeanderenstaaninhet
opnamegebiedenkijknaar
decamera.
Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneerdeitserafgaat,blijftdelamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
• Als u het aantal opnamen wilt wijzigen nadat u [
] hebt geselecteerd in stap 1,
drukt u op de knop <l>. Kies het aantal opnamen (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <5>) en druk nogmaals op de knop <l>.
[Knipperdetectie] (=
40) is alleen beschikbaar voor de laatste opname.
• U kunt de zoomfactor niet wijzigen met de knop <
> nadat u de ontspanknop
helemaal naar beneden hebt gedrukt.
51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Snel na elkaar continue opnamen maken
(Snel na elkaar)
U kunt een serie opnamen maken die elkaar snel opvolgen door de
ontspanknop volledig in te drukken. Zie “Snelheid continu-opnamen”
(=
162) voor meer informatie over de snelheid van continu-opnamen.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
46) uit en kies [ ].
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
• De resolutie is [ ] (1984 x 1488) en kan niet worden gewijzigd.
• Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld.
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
Beeldenweergeventijdenshetafspelen
Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep, en
alleen het eerste beeld dat is opgenomen in de groep wordt weergegeven.
Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep, wordt [ ]
weergegeven linksboven in het scherm.
• Als u een gegroepeerd beeld wist (=
84), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
• Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (=
78) en niet-gegroepeerd
(=
78) worden afgespeeld.
• Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (=
81), worden alle beelden in de
groep beveiligd.
• Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (=
77) of Smart
Shufe(=
80), kunnen beelden afzonderlijk worden bekeken. In dit geval
worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
• Deze acties zijn niet beschikbaar voor gegroepeerde beelden: vergroten
(=
79), als favoriet markeren (=
88), bewerken (=
8991),
afdrukken (=
134), afzonderlijk beelden afdrukken instellen (=
139) of
aan een fotoboek toevoegen (=
141). Speel de gegroepeerde beelden
afzonderlijk af (=
78) of annuleer de groepering (=
78) om deze
bewerkingen uit te voeren.
52
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Films
Verschillende lms opnemen
Films
Films maken in de modus [E]
1 Opendemodus[E].
Stel het programmakeuzewiel in op [E].
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
2 Congureerdeinstellingen
zodatzepassenbijdelm
(=
152158).
3 Maakdeopname.
Drukopdelmknop.
Druknogmaalsopdelmknopomde
lmopnametestoppen.
Films
Belichtingvergrendelenofwijzigenvoordatueen
opnamemaakt
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen of wijzigen
met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
1 Vergrendeldebelichting.
Druk op de knop <o> om de belichting
te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk
wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <o> om de
belichting te ontgrendelen.
2 Pasdebelichtingaan.
Kijk naar het scherm en draai aan
de knop <5> om de belichting aan
te passen.
3 Maakdeopname(=
5 2 ).
Films
Super slow-motion lms opnemen
U kunt een opname maken van snel bewegende objecten om deze af te
spelen in slow motion. Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [E].
Druk op de knop <m>, selecteer [E] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
23).
2 Selecteerhetaantalbeelden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in
het menu. Kies het gewenste aantal
beelden (=
23).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
3 Maakdeopname(=
5 2 ).
53
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Aantalbeelden Beeldkwaliteit
Afspeeltijd
(vooreenclipvan30sec.)
240 fps (320 x 240)
Circa 4 min.
120 fps (640 x 480)
Circa 2 min.
• Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer
u de zoomknop gebruikt.
• De focus, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u op de
lmknopdrukt.
• Wanneerudelmafspeelt(=
74), wordt deze afgespeeld in slow motion.
• Ukuntdeafspeelsnelheidvanlmswijzigenmetbehulpvandesoftware
(=
132).
54
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Controleer voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt
in een andere modus dan [G] of de functie in die modus beschikbaar is
(=
152158).
P-modus
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
4
Opnamenmakenmetprogramma
automatischebelichting([P]-modus)........... 55
Helderheidvanhetbeeld(Belichting)............ 55
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ...................................... 55
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling) ................................................ 55
De meetmethode wijzigen ..................................... 56
De ISO-waarde wijzigen ........................................ 56
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................... 57
Kleur-encontinu-opnamenmaken................ 57
De Wit balans aanpassen ..................................... 57
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) ............................................................58
Continu-opnamen maken ...................................... 59
Opnamebereikenscherpstellen..................... 60
Close-ups maken (macro) ..................................... 60
Opnamen maken in de modus
Handmatig scherpstellen ....................................... 61
Digitale telelens ..................................................... 62
De modus AF Frame wijzigen ............................... 62
De focusinstelling veranderen ............................... 65
Opnamen maken met AF lock ............................... 65
Flitser................................................................ 66
Flitsermodus wijzigen ............................................ 66
Deitsbelichtingscompensatieaanpassen ........... 66
Opnamen maken met FE-vergrendeling ............... 67
Overigeinstellingen......................................... 67
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit) ......................................................67
Instellingen van de IS-modus wijzigen .................. 68
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is
ingesteld op de modus [G].
• [G]: Programma automatische belichting; Automatische belichting:
Automatische belichting
55
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Opendemodus[G].
Stel het programmakeuzewiel in op [G].
2 Pasdeinstellingennaarwens
aan(=
5 5 68)enmaak
eenopname.
• Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
56)ofdeitserteactiveren(bijdonkereonderwerpen,=
66) om zo
de juiste belichting te verkrijgen.
• Ukuntooklmsopnemenindemodus[G]dooropdelmknoptedrukken.
Sommige instellingen voor FUNC. (=
23) en MENU (=
24) kunnen
echterautomatischwordenaangepastvoorlmopnamen.
• Zie “Opnamebereik” (=
162) voor meer informatie over het opnamebereik
in de modus [G].
Helderheid van het beeld (Belichting)
Foto’s
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Druk op de knop <b>. Kijk naar het
scherm en draai aan de knop <5>
om de helderheid aan te passen.
Druk nogmaals op de knop <b>
wanneer u klaar bent.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Foto’s
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE-vergrendeling)
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Vergrendeldebelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u een
opname wilt maken. Houd de ontspanknop
half ingedrukt en druk op de knop <b>.
[ ] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
Om AE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <b>. In dit geval wordt [
] niet
meer weergegeven.
56
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
Na één opname wordt AE ontgrendeld en
wordt [
] niet langer weergegeven.
• AE: Automatische belichting
• Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde wijzigen door aan de knop <5> te draaien (Program Shift).
Foto’s
De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die
van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied.
Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als
het belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het [
] (spotmetingpuntkader) dat
wordt weergegeven in het midden van het scherm.
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
Druk op de knop <o>, kies een optie
(druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5>) en druk
vervolgens op de knop <m>.
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de
opnamemodus en –omstandigheden.
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering.
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere kamers.
• Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op [
].
• Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het onderwerp
onscherp is.
•
De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat onscherpe
onderwerpenvermindertenhetitserbereikvergroot.Foto’skunnenerechterwel
korrelig uitzien.
57
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden
(zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch
worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet
genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen.
Druk op de knop <n>, kies
[i-Contrast] op het tabblad [4] en
kies [Auto] (=
24).
Als de instelling is voltooid,
wordt [@] weergegeven.
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
91).
Kleur- en continu-opnamen maken
Foto’s Films
De Wit balans aanpassen
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Auto
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld
voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in
de schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en dezelfde
kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit (of dezelfde kleur) of koelwit
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans
(=
58).
58
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
AangepasteWitbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Volg de stappen in “De Wit balans
aanpassen” (=
57) en kies [ ].
Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop <l>.
De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
• Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Foto’s Films
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt,
voor zachte beelden.
Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto’s.
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint
Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groeneonderwerpen,zoalsbergenenora,levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden
rode onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (=
59).
• U kunt de Wit balans (=
57) niet instellen in de modi [ ] en [ ].
• Met de modi [ ] en [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan
huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet
het verwachte resultaat met sommige huidtinten.
59
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
CustomKleur
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1–5.
1 Openhetinstellingenscherm.
Voer de stappen in “De kleurtoon van een
beeld wijzigen (My Colors)” (=
58) uit
om [
] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <l>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en geef de waarde op
door te drukken op de knoppen <q><r>
of te draaien aan de knop <5>.
Pas de waarde naar rechts aan voor
sterkere of intensere effecten, en pas de
waarde naar links aan voor zwakkere of
lichtere effecten.
Druk op de knop <l> om de
instelling te voltooien.
Foto’s
Continu-opnamen maken
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken.
Zie “Snelheid continu-opnamen” (=
162) voor meer informatie over de
snelheid van continu-opnamen.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
Modus Beschrijving
W
Continu
Continu-opnamen maken, met de focus en belichting vastgesteld
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Continue
opname AF*
Continu-opnamen maken en scherpstellen.
[AF Frame] is ingesteld op [Centrum] en kan niet worden gewijzigd.
* In de modus [t] (=
46), handmatig scherpstellen (=
61) of wanneer AF is
vergrendeld (=
65), wordt [ ] gewijzigd in [ ].
60
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
35) of
[Knipperdetectie] (=
40).
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
• Alsuitst,kandeopnamesnelheidafnemen.
• Continu-opnamen maken gaat sneller in de modus [ ] (=
46).
Opnamebereik en scherpstellen
Foto’s
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
162) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, kies [e]
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
>) en druk vervolgens
op de knop
<m>
.
Als de instelling is voltooid,
wordt [e] weergegeven.
• Alsuitst,kanvignetvormingoptreden.
• Zorg dat u de lens niet beschadigt.
• In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [e]
grijs en de camera stelt niet scherp.
• Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[] (=
35).
61
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus
Handmatig scherpstellen
Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen niet
mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven en dan de ontspanknop
half indrukken om de camera de optimale scherpstelpositie te laten vastleggen
die het dichtst bij de door u opgegeven positie ligt. Zie “Opnamebereik”
(
=
162) voor meer informatie over het scherpstelbereik.
1 Selecteer[f].
Druk op de knop <q>, selecteer [f]
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
>) en druk vervolgens
op de knop
<m>
.
[f] en de MF-indicator worden
weergegeven.
2
Geefdealgemenefocuspositieop.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om de algemene
focuspositie op te geven, waarbij u let
op de MF-indicatorbalk op het scherm
(die de afstand en de focuspositie
aangeeft) en het vergrote beeldgebied.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Pasdefocusverderaan.
Druk de ontspanknop half in om de
camera de focuspositie verder te laten
afstellen (Veiligheids MF).
MF-indicator
• Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF Frame (=
62)
ingesteld op [Centrum] en de afmeting van het AF-kader op
[Normaal]. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
• Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (=
32) of de
digitale telelens (=
62), of bij gebruik van een tv als beeldscherm
(=
131), maar de vergrote weergave zal niet verschijnen.
• U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en
nauwkeuriger scherp te stellen.
• Druk op de knop <n> en stel [MF-Punt Zoom] op het tabblad [4] in
op [Uit] (=
24) om het vergrote beeldgebied te verbergen.
• Druk op de knop <n> en stel [Veiligheids MF] op het tabblad [4] in
op [Uit] (=
24) om automatisch scherpstellen verder afstellen wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt uit te schakelen.
62
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Digitale telelens
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,5x
of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger
is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in
dezelfde zoomfactor.
Druk op de knop <n>, kies [Digitale
Zoom] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
24).
Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
• De digitale telelens kan niet worden gebruikt met digitale zoom
(=
32) of AF-puntzoom (=
40).
• De respectieve brandpuntsafstanden bij het gebruik van [1.5x] en [2.0x] zijn
36–1152mmen48–1440mm(equivalentvan35mm-lm).
• De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale telelensinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in “Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (=
32).
Foto’s Films
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
Druk op de knop <n>, kies
[AF Frame] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
24).
Foto’s Films
Centrum
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar
scherpstellen.
• Een geel AF-kader wordt weergegeven met [
] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Druk op de knop <n> en stel [AF kader afm.] op het tabblad [4] in op
[Klein] (=
24) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
• De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de
digitale zoom (=
32) of de digitale telelens (=
62) gebruikt, en in de
modus voor handmatig scherpstellen (=
61).
• Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
• De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de ontspanknop half
indrukt en [AF-Punt Zoom] (=
40) is ingesteld op [Aan].
63
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Gezichts-AiAf
• Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen,
en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
• Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
• Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
• Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
• Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF
(=
64) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
• Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichtenenprol,vanuiteenhoekofgedeeltelijkverborgen
•
Decamerakanniet-menselijkeonderwerpenidenticerenalsgezichten.
• Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Foto’s
Onderwerpenselecterenomopscherptestellen
(AFTracking)
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1 Selecteer[AFTracking].
Voer de stappen in “De modus AF Frame
wijzigen” (=
62) uit om [AF Tracking]
te selecteren.
[ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kieseenonderwerpwaaropu
wiltscherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op
de knop <q>.
De camera piept en [ ] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
[ ] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
Druk nogmaals op de knop <q> als u het
volgen wilt stoppen.
64
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat het
onderwerp volgt terwijl de scherpstelling
en belichting worden aangepast
(Servo AF) (=
64).
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt
[
] nog steeds weergegeven en blijft de
camera het onderwerp volgen.
•
[Servo AF] (
=
64
) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden gewijzigd.
• Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• [e] is niet beschikbaar.
• De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half
ingedrukt houdt zonder op de knop <q> te drukken. Nadat u de opname hebt
gemaakt, wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
• Als u opnamen maakt in de modus [f] (=
61), houdt u de knop <q>
ten minste één seconde ingedrukt.
Foto’s
OpnamenmakenmetServoAF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Servo AF] op het tabblad [4] en
kies [Aan] (=
24).
2 Stelscherp.
De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
• In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk
niet scherpstellen.
• In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
• Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden
de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
• Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
35).
65
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
De focusinstelling veranderen
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer de
ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera beperken
tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop half indrukt.
Druk op de knop <n>, kies [Continu]
op het tabblad [4] en kies [Uit] (=
24).
Aan
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist, doordat de camera
continu scherpstelt op onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit De camera stelt niet continu scherp, zodat de batterij minder snel leeg is.
Foto’s Films
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1 Vergrendeldefocus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop <q>.
De scherpstelling is nu vergrendeld en
[f] en de MF-indicator verschijnen op
het scherm.
Als u de focus wilt ontgrendelen nadat u
de ontspanknop hebt losgelaten, drukt
u opnieuw op de knop <q> en drukt
u op de knoppen <q><r> om [
]
te selecteren.
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
66
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Flitser
Foto’s
Flitsermodus wijzigen
Ukuntdeitsermoduswijzigenenaanpassenaandeopnamecompositie.
Zie “Flitsbereik” (=
162)voormeerinformatieoverhetitsbereik.
1 Klapdeitseruit.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>,kieseenitsstand
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan knop <5>) en druk vervolgens
op de knop <m>.
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
[ ]Auto
Alserweiniglichtis,wordterautomatischgeitst.
[h]Aan
Erwordtbijelkeopnamegeitst.
[Z]Slowsync
Erwordtgeitstomdehelderheidvanhethoofdonderwerp(zoalsmensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd,zodatdeachtergrondbuitenhetitsbereikverlichtwordt.
• Alsdeitserisingeklapt,kanhetinstellingenschermnietworden
geopend door op de knop <r> te drukken. Klap eerst met uw vinger
deitseruit.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [Z]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel om de camera stil te
houden (=
68).
• Zorg er in modus [Z]voordatzelfsnadatdeitseritst,
het hoofdonderwerp niet beweegt totdat het geluid van de
ontspanknop stopt.
Foto’s
De itsbelichtingscompensatie aanpassen
Net als bij de normale belichtingscompensatie (=
55) kunt u de
itsbelichtingaanpassenmetstappenvan1/3ineenbereikvan–2tot+2.
Druk op de knop <m>, kies [X] in het
menu en pas de instelling aan door op de
knoppen <o><p> te drukken of aan de
knop <5> te draaien (=
23).
Als de instelling is voltooid,
wordt [X] weergegeven.
• Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera tijdens het
itsenautomatischdesluitertijdofdiafragmawaardeaanomvervaagde
highlights te verminderen en opnamen te maken met een optimale belichting.
U kunt automatische aanpassing van sluitertijd of diafragmawaarde
echter uitschakelen door MENU (=
24) te openen en tabblad [4] >
[Flits Instellingen] > [Veiligheids FE] > [Uit] te kiezen.
• UkuntdeitsbelichtingscompensatieookinstellendoorMENU(=
24)
te openen en tabblad [4] > [Flits Instellingen] > [Flitsbel. comp.] te kiezen.
•
UkunthetMENU-scherm[FlitsInstellingen]ookopenenalsdeitserisopgeklapt,
door op de knop <r> en direct daarna op de knop <n> te drukken.
67
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Opnamen maken met FE-vergrendeling
Net als met de AE lock (=
55) kunt u de belichting vergrendelen voor het
makenvanopnamenmetdeitser.
1 Klapdeitseruitensteldeze
inop[h](=
6 6 ).
2 Vergrendeldeitsbelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op
de knop <b>.
Deitsergaatafenwanneer[ ] wordt
weergegeven,blijfhetitsuitvoerniveau
behouden.
Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <b>. In dit geval wordt [
] niet
meer weergegeven.
3 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
Na één opname wordt FE ontgrendeld en
wordt [
] niet meer weergegeven.
• FE: Flitsbelichting
Overige instellingen
Foto’s
De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen, [ ](Superjn)
en [ ] (Fijn): Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
161) voor
richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een
geheugenkaart passen.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
68
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Instellingen van de IS-modus wijzigen
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[IS-instellingen] op het tabblad [4]
en druk vervolgens op de knop <m>
(=
24).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [IS modus] en kies vervolgens
de gewenste optie (=
24).
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS) (=
31).
Opname* Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname.
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
* Deinstellingwordtgewijzigdin[Continu]voorlmopnamen.
• Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
Films
Filmenmetonderwerpenophetzelfdeformaatals
waaropzevoorhetlmenwordenweergegeven
Wanneerdelmopnamebegint,wordtnormaalgesprokeneenkleiner
beeldgebied weergegeven, waarbij het onderwerp enigszins vergroot is
doorderotatiebeeldstabilisatie.Alsuonderwerpenwiltlmenophetzelfde
formaatalswaaropzevoorhetlmenwordenweergegeven,kuntudeze
beeldstabilisatie uitschakelen.
Voer de stappen in “Instellingen van de
IS-modus wijzigen” (=
68) uit om het
scherm [IS-instellingen] te openen.
Kies [Dynamic IS] en kies [2] (=
31).
• U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op
hetzelfdeformaatwordenopgenomenalswaaropzevoorhetlmen
worden weergegeven.
69
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Tv-, Av- en M-modus
Maakslimmergerafneerdeopnamen
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de betreffende modus.
5
Speciekesluitertijden(Modus[Tv])............. 70
Speciekediafragmawaarden
(Modus[Av]).................................................... 70
Speciekesluitertijdenen
diafragmawaarden(Modus[M])..................... 71
Deitsoutputaanpassen ....................................... 72
70
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Specieke sluitertijden (Modus [Tv])
Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de
camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de
ingestelde sluitertijd.
Zie “Sluitertijd” (=
163) voor informatie over de beschikbare sluitertijden.
1 Opendemodus[M].
Stel het programmakeuzewiel in op [M].
2 Steldesluitertijdin.
Draai aan de knop <5> om de sluitertijd
in te stellen.
• Bij sluitertijden van 1,3 seconde of langere sluitertijden treedt een
vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt maken, aangezien de
beelden worden verwerkt om ruis te verwijderen.
• Stel [IS modus] in op [Uit] wanneer u een langere sluitertijd gebruikt
en opnamen maakt met een statief (=
68).
•
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd gebruikt,
is de ISO-waarde [ ]. Deze waarde kan niet worden gewijzigd.
•
Als de instellingen anders zijn dan de standaard belichtingsinstellingen
wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de diafragmawaarden
oranje weergegeven. Pas de sluitertijd aan totdat de diafragmawaarde
wit wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken (
=
70).
• [M]: tijdwaarde
Foto’s
Specieke diafragmawaarden (Modus [Av])
Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen.
Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de ingestelde
diafragmawaarde.
Zie “Diafragma” (=
163) voor informatie over de beschikbare
diafragmawaarden.
1 Opendemodus[B].
Stel het programmakeuzewiel in op [B].
2 Steldediafragmawaardein.
Draai aan de knop <5> om de
diafragmawaarde in te stellen.
•
Als de instellingen anders zijn dan de standaard belichtingsinstellingen
wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijden oranje
weergegeven. Pas de diafragmawaarde aan totdat de sluitertijd wit
wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken (zie hieronder).
• [B]: diafragmawaarde (de grootte van de irisopening in de lens)
• Om belichtingsproblemen in de modus [M] en [B] te voorkomen kan de
sluitertijd of diafragmawaarde van de camera automatisch worden aangepast,
zelfs wanneer de standaardbelichting niet op een andere manier kan worden
verkregen. Druk op de knop <n> en stel [Safety Shift] op het tabblad [4]
in op [Aan] (=
24).
SafetyShiftisechteruitgeschakeldwanneerdeitseritst.
71
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Specieke sluitertijden en
diafragmawaarden (Modus [M])
Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen
van de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste
belichting krijgt.
Zie “Sluitertijd” (=
163) en “Diafragma” (=
163) voor informatie over
beschikbare sluitertijden en diafragmawaarden.
1 Opendemodus[D].
Stel het programmakeuzewiel in op [D].
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <b>, selecteer dat u
de sluitertijd of diafragmawaarde wilt
aanpassen en draai aan de knop <5>
om een waarde op te geven.
Het belichtingsniveauteken, gebaseerd
op de door u opgegeven waarde, wordt
weergegeven op de indicator van het
belichtingsniveau ter vergelijking met het
standaard belichtingsniveau.
Als het verschil ten opzichte van het
standaard belichtingsniveau groter is dan
2 stops, wordt het belichtingsniveauteken
oranje weergegeven. Als u de
ontspanknop half indrukt, wordt [–2] of
[+2] rechtsonder oranje weergegeven.
Diafragma-
waarde
Sluitertijd
Standaard
belichtingsniveau
Belichtingsniveau-
teken
Indicator
belichtingsniveau
• Na het instellen van de sluiterijd en diafragmawaarde kan het
belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe
compositie voor de opname maakt.
• Afhankelijk van de ingestelde sluitertijd of diafragmawaarde, wordt
de helderheid van het scherm mogelijk aangepast. De helderheid
vanhetschermwijzigtechternietalsdeitserisuitgeklaptende
modus [h] is ingesteld.
•
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd gebruikt,
is de ISO-waarde [ ]. Deze waarde kan niet worden gewijzigd.
• Alsudezeinstellingdieuniethebtgecongureerdinstap2
(sluitertijd of diafragmawaarde), automatisch wilt laten aanpassen
aan de standaardbelichting, drukt u op de knop <b> terwijl u
de ontspanknop half ingedrukt houdt. Standaardbelichting is in
combinatie met bepaalde instellingen niet mogelijk.
• [D]: Handmatig
• De standaardbelichting wordt berekend op basis van de opgegeven
meetmethode (=
56).
72
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Foto’s
De itsoutput aanpassen
Maak een keuze uit de drie itsniveaus in modus [D].
1 Open de modus [D].
Stel het programmakeuzewiel in op [D].
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [X] in het
menu en pas de instelling aan door op de
knoppen <o><p> te drukken of aan de
knop <
5
> te draaien (=
23).
Als de instelling is voltooid,
wordt [X] weergegeven.
• U kunt de itsuitvoer ook instellen door [X] te kiezen in het menu
FUNC. (=
23) of door MENU (=
24) te openen en tabblad [4] >
[Flits Instellingen] > [Flits output] te kiezen.
• In de modus [M] of [B] kunt u het itsniveau instellen door MENU
(=
24) te openen en tabblad [4] > [Flits Instellingen] > [Flits mode] >
[Handmatig] te kiezen.
• U kunt het MENU-scherm [Flits Instellingen] ook openen door op de knop <r>
en vervolgens op de knop <n> te drukken.
73
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren
en bewerken
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een
andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
6
Bekijken............................................................ 74
Schakelen tussen weergavemodi ......................... 75
Kortelmsbekijkendiezijngemaaktbij
hetnemenvanfoto’s(digest-lms) .......................76
Doorbeeldenbladerenenbeeldenlteren... 77
Bladeren door beelden in een index ..................... 77
Beelden zoeken die voldoen aan
opgegeven voorwaarden ....................................... 77
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven .... 78
Optiesvoorhetweergevenvanfoto’s........... 79
Beelden vergroten .................................................79
Diavoorstellingen bekijken .................................... 79
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(SmartShufe) ...................................................... 80
Beeldenbeveiligen........................................... 81
Via het menu .........................................................82
Afzonderlijke beelden selecteren .......................... 82
Een reeks selecteren ............................................ 83
Alle beelden in één keer opgeven ......................... 84
Beeldenwissen................................................ 84
Meerdere beelden tegelijk wissen ......................... 85
Beeldenroteren................................................ 86
Via het menu .........................................................87
Automatisch draaien uitschakelen ........................ 87
Beeldenmarkerenalsfavoriet........................ 88
Foto’sbewerken............................................... 89
Het formaat van beelden wijzigen ......................... 89
Bijsnijden ...............................................................89
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) ............................................................90
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................... 91
Rode ogen corrigeren ........................................... 91
Filmsbewerken................................................ 92
Digest-lmsbewerken ........................................... 93
74
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Bekijken
Nahetmakenvanfoto’sofhetopnemenvanlmskuntudeze,zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Als u het vorige beeld wilt bekijken,
drukt u op de knop <q> of draait u de
knop <
5
> naar links. Om het vorige
beeld te bekijken, drukt u op de knop
<r> of draait u de knop <
5
> naar links.
Houd de knoppen <q><r> ingedrukt
om snel door de beelden te bladeren.
Het beeld wordt daarbij onzuiver of
korrelig weergegeven.
U kunt ook snel aan de knop <5>
draaien om de modus Beeld scrollen te
openen. Draai in deze modus aan de knop
<5> om door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Druk in de modus Beeld scrollen
op de knoppen <o><p> om door
beelden te bladeren in de groepen
van elke opnamedatum.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
].Ganaarstap3alsulms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m>, selecteer [ ]
(druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5>) en druk vervolgens
nogmaals op de knop <m> om het
afspelen te starten.
4 Pashetvolumeaan.
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
Om het volume aan te passen wanneer
de volumeaanduiding niet langer
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen <o><p>.
5 Onderbreekhetafspelen.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
Nadelmverschijnt[ ].
Volume-indicator
75
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
• Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>, kiest u
[Beeld scrollen] op het tabblad [1] en kiest u vervolgens [Uit].
• Als u de meest recente opname wilt weergeven bij het openen van de
afspeelmodus, drukt u op de knop <n>. Kies vervolgens [Ga verder] en
daarna [Laatste f.] op het tabblad [1].
• Als u de overgang wilt wijzigen die tussen beelden wordt weergegeven, drukt
u op de knop <n>, selecteert u [Overgang] op het tabblad [1] en kiest u
het gewenste effect.
Foto’s Films
Schakelen tussen weergavemodi
Druk op de knop <l> om andere informatie weer te geven op het scherm of
om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide informatieweergave)”
(
=
151
) voor meer details over de weergegeven informatie.
Geen informatie-
weergave
Beknopte
informatie-
weergave
Uitgebreide
informatie-
weergave
Foto’s Films
Overbelichtingswaarschuwing(voorhighlightsvanbeelden)
In de uitgebreide informatieweergave (=
75) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Foto’s Films
Histogram
Degraekdieverschijntindeuitgebreide
informatieweergave (=
75) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk gedeelte van
het beeld zich op elk helderheidsniveau
bevindt. Het histogram bekijken is een
manier om de belichting te controleren.
Foto’s Films
GPS-informatieweergave
Met een smartphone die via Wi-Fi is
verbonden met de camera kunt u beelden
op de camera geotaggen en informatie
toevoegen, zoals breedtegraad, lengtegraad
en hoogte (=
115). Beelden met geotag
worden gelabeld met een pictogram [ ] in
de uitgebreide informatieweergave. Druk op
de knop <o> om de vastgelegde informatie
weer te geven.
Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en -tijd) getoond.
Druk nogmaals op de knop <o> om
terug te keren naar de uitgebreide
informatieweergave.
• [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor
items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die
niet juist zijn vastgelegd.
Hoog
Donker
Laag
Helder
76
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met
Greenwich Mean Time.
Films
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto’s (digest-lms)
Ukuntalsvolgteenlmsynopsisbekijkenmetdigest-lmsdieautomatisch
zijn opgenomen in de modus [ ] (=
44) op een dag waarop u foto’s
hebt genomen.
1 Selecteereenbeeld.
Foto’s die zijn opgenomen in de modus
[
] worden aangemerkt met een
[
]-pictogram.
2 Speeldelmaf.
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
23).
Delmdieautomatischisopgenomenop
de dag dat de foto’s zijn gemaakt, wordt
vanaf het begin afgespeeld.
• Na een kort moment wordt [ ] niet langer weergegeven wanneer u de
camera gebruikt terwijl de informatieweergave is uitgeschakeld (=
75).
Opdatumweergeven
Digest-lmskunnenopdatumwordenbekeken.
1 Selecteereenlm.
Druk op de knop <n>, kies [Digest-
lmsweerg./afsp.]ophettabblad[1] en
kies vervolgens een datum (=
24).
2 Speeldelmaf.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt starten.
77
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de
beeldweergavetelterenopdedooruopgegevenvoorwaarden.Ukuntdeze
beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (=
81) of verwijderen (=
84).
Mensen
Hiermee worden beelden weergegeven met
gedetecteerde gezichten.
Opnamedatum
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum
zijn opgenomen.
Favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als
favoriet (=
88).
Foto/lm
Geeftfoto’s,lmsoflmsdiezijnopgenomeninde
modus [
] weer (=
44).
1 Kieseenzoekvoorwaarde.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies een voorwaarde (=
23).
Wanneer u [ ] of [ ] hebt geselecteerd,
kunt u de voorwaarde kiezen op het
weergegeven scherm.
2 Bekijkdegelterdebeelden.
Beelden die voldoen aan uw voorwaarden,
worden in gele kaders weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> om alleen
deze beelden te bekijken.
Kies [ ]instap1omgelterdafspelen
te stoppen.
•
Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende
beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar.
Door beelden bladeren en beelden lteren
Foto’s Films
Bladeren door beelden in een index
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1 Geefbeeldenweerineenindex.
Verschuif de zoomknop naar <g> als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
Verschuif de zoomknop naar <k>
om minder beelden weer te geven.
Het aantal beelden neemt elke keer af
wanneer u de zoomknop verschuift.
2 Selecteereenbeeld.
Draai aan de knop <5> om door
de beelden te bladeren.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk op de knop <m> om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
78
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
•
Druk op de knop <l> in stap 2 om informatie weer te geven of te verbergen.
• Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn “Bladeren
door beelden in een index” (=
77), “Beelden vergroten” (=
79) en
“Diavoorstellingen bekijken” (=
79). U kunt ook alle gevonden beelden
beveiligen, wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoalbum door
[Alle beelden zoekopdr. sel.] te selecteren in “Beelden beveiligen” (=
81),
“Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
85), “Beelden toevoegen aan
de printlijst (DPOF)” (=
138) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek”
(=
141).
• Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (=
8991) wordt een
bericht weergegeven en worden de gevonden beelden niet meer weergegeven.
Foto’s
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
Beelden die in de modus [ ] zijn gemaakt (=
51) zijn gegroepeerd
voor weergave. Deze gegroepeerde beelden kunnen ook afzonderlijk
worden weergegeven.
1 Kieseengegroepeerdbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om een beeld met de
aanduiding [
] te selecteren.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
23).
3 Geefbeeldenindegroep
afzonderlijkweer.
Als u op de knoppen <q><r> drukt of
aan de knop <5> draait, worden alleen
de beelden in de groep weergegeven.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en druk nogmaals op de knop
<m> om te stoppen met afspelen in een
groep (=
23).
• Bij groep afspelen (stap 3) kunt u de functies van het functiemenu gebruiken
door op de knop <m> te drukken. U kunt ook snel door beelden bladeren
“Bladeren door beelden in een index” (=
77) en deze vergroten “Beelden
vergroten” (=
79). Door [Alle beelden groeperen] te kiezen voor “Beelden
beveiligen” (=
81), “Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
85), “Beelden
toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (=
138) of “Beelden toevoegen aan een
fotoboek” (=
141) kunnen alle beelden in de groep tegelijk worden bewerkt.
• Druk op de knop <n>, kies [Beelden groep.] op het tabblad [1] en kies
[Uit] (=
24) als u het groeperen van de beelden ongedaan wilt maken,
zodat ze alleen als afzonderlijke foto’s worden weergegeven. Het groeperen
van gegroepeerde beelden kan echter tijdens het afspelen van afzonderlijke
beelden niet worden opgeheven.
79
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Opties voor het weergeven van foto’s
Foto’s
Beelden vergroten
1 Vergrooteenbeeld.
Verschuif de zoomknop naar <k> als
u wilt inzoomen op het beeld en het
beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop
vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot
een factor van 10x.
Verschuif de zoomknop naar <g>
om uit te zoomen. Als u de zoomknop
vasthoudt, keert u terug naar de
enkelvoudige weergave.
2 Verschuifdeweergavelocatie
enschakelindiennodig
tussenbeelden.
Als u de weergavepositie wilt
aanpassen, drukt u op de knoppen
<o><p><q><r>.
Draai tijdens het inzoomen aan de
knop <5> als u tussen beelden
wilt schakelen.
• U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige weergave gaan
door op de knop <n> te drukken.
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
Foto’s Films
Diavoorstellingen bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
Selecteereenovergangvoorde
diavoorstellingenstarthetafspelen.
Druk op de knop <m> en kies [.] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
23).
De diavoorstelling begint nadat
[Laden van beeld] enkele seconden
wordt weergegeven.
Druk op de knop <n> om de
diavoorstelling te beëindigen.
• De spaarstandfuncties van de camera (=
21) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
• Druk op de knop <m> als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
• Tijdens het afspelen kunt u schakelen naar andere beelden als u op
de knoppen <q><r> drukt of aan de knop <5> draait. Houd voor
vooruitspoelen of achteruitspoelen de knoppen <q><r> ingedrukt.
• In de modus voor beeld zoeken (=
77) worden alleen beelden afgespeeld
die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
80
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Instellingenvoordiavoorstellingenwijzigen
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen
tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [1] (=
24).
2 Congureerdeinstellingen.
Kieshetmenu-itemdatuwiltcongureren
en kies de gewenste optie (=
24).
Selecteer [Start] en druk op <m> als u
de diavoorstelling volgens uw instellingen
wilt starten.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
•
U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect].
Foto’s
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shufe)
Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die u
wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd,
worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden
in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als u
veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
1 SelecteerSmartShufe.
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
23).
Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om te selecteren welk beeld u vervolgens
wilt weergeven.
Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door de
volgende vier mogelijke beelden.
Als u op de knop <m> drukt, verschijnt
het middelste beeld op volledige grootte.
Druk nogmaals op de knop <m> om terug
te keren naar de oorspronkelijke weergave.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar de enkelvoudige weergave.
81
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• UkuntinSmartShufealleenfoto’safspelendiemetdezecamera
zijn gemaakt.
• SmartShufeisnietbeschikbaarindevolgendesituaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven
- Beeldenwordenweergegeveningelterdeweergave(=
77)
- Tijdens groep afspelen (=
78)
Foto’s Films
Beelden beveiligen
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (=
84).
Druk op de knop <m> en kies [:] in
het menu (=
23). [Beveiligd] wordt
weergegeven.
Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en selecteert
u [:] nogmaals. Druk vervolgens op de
knop <m>.
• Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (=
122).
•
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera.
Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
82
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Via het menu
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [1] (=
24).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
optie (=
24).
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
82),
kies [Selectie] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilighetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
83
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Een reeks selecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
82),
kies [Select. reeks] en druk op de
knop <m>.
2 Selecteerheteerstebeeld.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteerhetlaatstebeeld.
Druk op de knop <r>, kies [Laatste beeld]
en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
4 Beveiligdebeelden.
Druk op de knop <p>, kies [Beveilig] en
druk op de knop <m>.
• U kunt ook het eerste of het laatste beeld kiezen door aan de knop <5> te
draaien terwijl het bovenste scherm in stap 2 en 3 wordt weergegeven.
84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
82),
kies [Sel. alle beelden] en druk op de
knop <m>.
2 Beveiligdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [Beveilig] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig. uit] te
selecteren in stap 4 van “Een reeks selecteren” of in stap 2 van “Alle beelden
in één keer opgeven”.
Foto’s Films
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
81) kunnen echter niet worden gewist.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <a>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> of draait u aan de
knop <5> om [Wissen] te selecteren en
vervolgens drukt u op de knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Om het wissen te annuleren, drukt u op
de knoppen <q><r> of u draait aan
de knop <5> om [Annuleer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
85
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Meerdere beelden tegelijk wissen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
81) kunnen echter niet worden gewist.
Eenselectiemethodeselecteren
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Wissen] op het tabblad [1]
(=
24).
2 Selecteereenselectiemethode.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om een
selectiemethode te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Afzonderlijkebeeldenselecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
85) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2
in “Afzonderlijke beelden selecteren”
(=
82), wordt [ ] weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Wishetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
86
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Eenreeksselecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
85) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
83) uit om beelden
op te geven.
3 Wisdebeelden.
Druk op de knop <p> om [Wissen]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Allebeeldeninéénkeeropgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit in “Een selectiemethode
selecteren” (=
85), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
2 Wisdebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto’s Films
Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer[\].
Druk op de knop <m> en kies [\] in het
menu (=
23).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knop <q> of <r>, afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop <m> om de
instelling te voltooien.
87
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Via het menu
1 Selecteer[Roteren].
Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [1] (=
24).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Het beeld wordt telkens als u op de
knop <m> drukt 90° geroteerd.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• Films met een beeldkwaliteit van [
] of [ ] kunnen niet
worden geroteerd.
• Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
87).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit] (=
24).
•
Beelden kunnen niet worden geroteerd (=
86) als u [Autom. draaien]
instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde beelden ook in hun
oorspronkelijke richting weergegeven.
•
IndemodusSmartShufe(=
80) worden beelden die verticaal zijn
gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is ingesteld
op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide stand.
88
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s Films
Beelden markeren als favoriet
U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u
eencategoriekiestingelterdafspelenkuntudevolgendehandelingen
beperken tot die beelden.
•
Bekijken (=
74), Diavoorstellingen bekijken (=
79), Beelden beveiligen
(=
81), Beelden wissen (=
84), Beelden toevoegen aan de printlijst
(DPOF) (=
138), Beelden toevoegen aan een fotoboek (=
141)
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
23).
[Gemarkeerd als favoriet] wordt
weergegeven.
Als u de markering van het beeld wilt
opheffen, herhaalt u deze procedure
en selecteert u [
] nogmaals.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Viahetmenu
1 Selecteer[Favorieten].
Druk op de knop <n> en kies
[Favorieten] op het tabblad [1]
(=
24).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
3 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
• Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden
overdraagt naar de computer, wordt aan deze beelden een waardering van
drie sterren (
)toegewezen.(Geldtnietvoorlms.)
89
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s bewerken
• Beeldbewerking (=
8992) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Foto’s
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1 Selecteer[Veranderen].
Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
(=
24).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteereenbeeldformaat.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om het formaat te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
[Nieuw beeld opslaan?] wordt weergegeven.
4 Slahetnieuwebeeldop.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
5 Bekijkhetnieuwebeeld.
Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
• Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [
] (=
38) of
die in stap 3 zijn opgeslagen als [ ], kunnen niet worden bewerkt.
• Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Foto’s
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer[Trimmen].
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [1]
(=
24).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
90
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Pashetbijsnijgebiedaan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld wordt rechtsboven weergegeven.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <l>.
Gezichten die op het beeld zijn
gedetecteerd, worden weergegeven in
grijze kaders in het beeld linksboven.
Om het beeld uit dit kader bij te snijden,
draait u aan de knop <5> om naar het
andere kader te gaan.
Druk op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
89) uit.
• Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [
] (=
38)
of waarvan het formaat is gewijzigd in [ ] (=
89), kunnen niet
worden bewerkt.
• Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
•
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden.
Resolutie na bijsnijden
Voorbeeld van
beeld na bijsnijden
Bijsnijgebied
Foto’s
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld
opslaan als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)” (=
58) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer[MyColors].
Druk op de knop <n> en kies
[My Colors] op het tabblad [1] (=
24).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
89) uit.
• Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
• De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (=
58).
91
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het
beeld vervolgens op als een apart bestand.
1 Selecteer[i-Contrast].
Druk op de knop <n> en kies
[i-Contrast] op het tabblad [1] (=
24).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
89) uit.
• Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
• Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
• Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u
de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
Foto’s
Rode ogen corrigeren
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer[Rode-OgenCorr.].
Druk op de knop <n> en kies
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [1]
(=
24).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om een beeld
te selecteren.
3 Corrigeerhetbeeld.
Druk op de knop <m>.
Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Volg de stappen in “Beelden
vergroten” (=
79).
92
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om [Nieuw
bestand] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Voer stap 5 in “Het formaat van beelden
wijzigen” (=
89) uit.
• Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
•
Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke
beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het oorspronkelijke
beeld wordt dan gewist.
• Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
Films
Films bewerken
Ukuntlmsinkortendooronnodigedelenaanhetbegineneindteverwijderen.
1 Selecteer[*].
Volg stap 1–5 bij “Bekijken” (=
74),
kies [*] en druk op de knop <m>.
Hetlmbewerkingspaneelende
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
2 Geefaanwelkedelenueruit
wiltknippen.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
of [
] te kiezen.
Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen <q><r>
of draait u aan de knop <5> om [
] te
verschuiven.Snijdhetbeginvandelm
af (vanaf [
]) door [ ] te selecteren en
snijdheteindevandelmafmetbehulp
van [
].
Als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [
], wordt bij [ ] alleen
het gedeelte voor het dichtstbijzijnde
[
] aan de linkerzijde afgesneden en
wordt bij [
] alleen het gedeelte na het
dichtstbijzijnde [
] aan de rechterzijde
afgesneden.
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalkvoorlms
93
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Bekijkdebewerktelm.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.Debewerktelmwordt
nu afgespeeld.
Herhaalstap2alsudelmnogeenkeer
wilt bewerken.
Als u de bewerking wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren. Druk op de knop <m>,
kies [OK] (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <5>) en druk
vervolgens nogmaals op de knop <m>.
4 Sladebewerktelmop.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om [Nieuw
bestand] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Delmwordtnuopgeslagenalseen
nieuw bestand.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
lmoverschrevendoordeingekortelm.Deoorspronkelijkelm
wordt dan gewist.
• Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen
[Overschrijven] beschikbaar.
• Alsdebatterijhalverwegehetopslaanleegraaktwordenlms
mogelijk niet opgeslagen.
• Gebruiktijdenshetbewerkenvanlmseenvolledigopgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
127).
Films
Digest-lms bewerken
Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (=
44) die zijn opgenomen in de
modus [ ] kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het
wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld.
1
Selecteerdeclipdieuwiltwissen.
Voerdestappen1–2bij“Kortelms
bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
vanfoto’s(digest-lms)”(=
76) uit om
eenlmteselecterendieisgemaaktin
de modus [ ] en druk vervolgens op de
knop <m>omhetlmbedieningspaneel
te openen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om [ ] of [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De geselecteerde clip wordt meerdere
malen afgespeeld.
3 Bevestighetwissen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Declipwordtgewistendekortelm
wordt overschreven.
• [ ] wordt niet weergegeven als u een clip selecteert wanneer de camera is
aangesloten op een printer.
94
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Wi-Fi-functies
U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en
de camera gebruiken met webservices
7
WatukuntdoenmetWi-Fi.............................. 95
VoorbereidenomviaWi-Fibeelden
tedelen............................................................ 96
Beelden uploaden naar webservices .................... 96
Beelden naar een smartphone verzenden ............ 96
Beelden naar een andere camera verzenden ....... 96
Beelden verzenden naar een computer ................ 97
Beelden draadloos afdrukken ............................... 97
Webservicesregistreren................................. 97
CANON iMAGE GATEWAY registreren ................ 98
Andere webservices registreren .......................... 100
CameraWindowinstallerenop
eensmartphone............................................ 100
Voorbereidingenvoorhetregistreren
vaneencomputer......................................... 101
De computeromgeving controleren ..................... 101
De software installeren ........................................ 101
Decomputercongurerenvooreen
Wi-Fi-verbinding (alleen Windows) ..................... 102
HetWi-Fi-menuopenen................................. 102
Eerste verbinding via Wi-Fi ................................. 102
Na de eerste Wi-Fi-verbinding ............................ 103
Verbindingmakenviaeentoegangspunt.... 103
Compatibiliteit van het toegangspunt
vaststellen ...........................................................103
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten ..................................................104
Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst ..............................................................106
Verbindingmakenzonder
eentoegangspunt......................................... 107
Eerdere toegangspunten ..................................... 109
Verbindingmakenmeteen
anderecamera.............................................. 109
Beeldenverzenden........................................ 110
Afzonderlijke beelden verzenden ........................ 110
Meerdere beelden verzenden ..............................111
Opmerkingen toevoegen ..................................... 112
Beeldenopslaanopeencomputer............... 112
Beeldenautomatischverzenden
(Beeldsynchronisatie).................................. 113
Voordat u begint .................................................. 113
Beelden verzenden ............................................. 114
Beeldenopdecamerageotaggen................ 115
Wi-Fi-instellingenbewerkenofwissen........ 115
Verbindingsinformatie bewerken ......................... 115
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen ... 117
95
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Verbindingmakenmeteencomputer
Gebruik de software om beelden draadloos van de camera
naar een computer te verzenden.
Verbindingmakenmeteenprinter
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-
compatibele printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af
te drukken.
• Lees “Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)” (=
166) en
“Veiligheidsmaatregelen” (=
167) voordat u Wi-Fi gebruikt.
Wat u kunt doen met Wi-Fi
Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi
®
*-product. U kunt draadloos
verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten
en diensten.
In dit hoofdstuk kunnen naast Wi-Fi ook andere draadloze LAN-functies
worden aangeduid met Wi-Fi.
* Wi-Fiiseenmerknaamdieduidtophetcompatibiliteitscerticaatvandraadloze
LAN-apparaten.
VerbindingmakenmetWebservices
Beelden kunnen naar sociale netwerken of andere webservices
worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY*.
Niet-verzonden beelden op de camera kunnen ook automatisch
naar een computer of webservice worden verzonden via
CANON iMAGE GATEWAY.
* CANON iMAGE GATEWAY is een online fotoservice die beschikbaar
is voor mensen die dit product hebben gekocht.
Verbindingmakenmeteensmartphone
Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met
Wi-Fi-functionaliteit. U kunt uw opnamen ook geotaggen via
een verbonden smartphone of tablet.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones,
tablets en andere compatibele apparaten gezamenlijk
aangeduid met de term “smartphones”.
Verbindingmakenmeteenanderecamera
Gebruik de Wi-Fi-functie om beelden te verzenden van en naar
compacte digitale camera’s van Canon.
96
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Voorbereiden om via Wi-Fi beelden
te delen
Om beelden te verzenden via Wi-Fi is wat voorbereiding nodig op de
camera en doelapparaten. De voorbereidingen en verzendmethodes
verschillen afhankelijk van de bestemming.
Houd er rekening mee dat u eerst een naam voor de camera dient te
registreren, voordat u Wi-Fi kunt gebruiken (=
102).
Beelden uploaden naar webservices
Social media,
sites om video’s te
delen, e-mail
Toegangspunt
Camera
Browsers op smartphone
of computer
CANON iMAGE GATEWAY
Webservices registreren (=
97)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
103)
Verzend de beelden (=
110)*
* U kunt beelden naar een computer of webservice versturen (=
113).
Beelden naar een smartphone verzenden
Internet
Smartphone
Tablet
Toegangspunt
Camera
CameraWindow
CameraWindow op een smartphone installeren (=
100)
Maak rechtstreeks verbinding (=
107) of via een toegangspunt (=
103)
Verzend de beelden (=
110)
Beelden naar een andere camera verzenden
Camera Camera
Maak verbinding met een andere camera (=
109)
Verzend de beelden (=
110)
97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Beelden verzenden naar een computer
Camera
Computer
Toegangspunt
Internet
CameraWindow
Controleer uw computeromgeving (=
101)
Installeer CameraWindow op een computer (=
101)
CongureerdecomputervooreenWi-Fi-verbinding
(alleen Windows, =
102)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
103)
Sla de beelden op een computer op (=
112)
Beelden draadloos afdrukken
Camera
Printer
Toegangspunt
Maak rechtstreeks verbinding (=
107) of via een toegangspunt (=
103)
Druk beelden af (=
134)
Webservices registreren
Gebruik een smartphone of computer om webservices die u wilt gebruiken
toe te voegen aan de camera.
• Een smartphone of computer met browser en internetverbinding is nodig
om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere
webservices in te voeren.
• Kijk op de website van CANON iMAGE GATEWAY voor informatie over
browservereisten (Microsoft Internet Explorer, enz.), inclusief instellingen
en versie-informatie.
• Voor informatie over landen en regio’s waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, gaat u naar de website van Canon
(http://www.canon.com/cig/).
• U moet een account hebben bij andere webservices dan CANON iMAGE
GATEWAY als u deze wilt gebruiken. Voor meer informatie gaat u naar
de website van elke webservice die u wilt registreren.
• Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een internetverbinding
en het gebruik van een toegangspunt.
98
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om [
]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
5 Brengeenverbindingtotstand
methettoegangspunt.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5>om[Veriëren]te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
6 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
7 Voerhetwachtwoordvanhet
toegangspuntin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
104).
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [Volgende] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
CANON iMAGE GATEWAY registreren
Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY gekoppeld hebt, voegt u
CANON iMAGE GATEWAY op de camera toe als webservice van bestemming.
1 LoginbijCANONiMAGE
GATEWAYenopendepagina
metcamera-instellingen.
Ga met een computer of smartphone
naar http://www.canon.com/cig/ en ga
naar de website van CANON iMAGE
GATEWAY voor uw regio.
Open het scherm met camera-instellingen.
Zodra het inlogscherm wordt weergegeven,
voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord
in om in te loggen. Als u geen CANON
iMAGE GATEWAY-account hebt, volgt u
de instructies om u te registreren (gratis).
2 Kiesuwcameramodel.
Bij dit cameramodel wordt [ ]
weergegeven in het Wi-Fi-menu.
Zodra u een model kiest, wordt
er een pagina weergegeven om
devericatiecodeintevoeren.
Op deze pagina bij stap 9 voert u de
vericatiecodedienastap3–8opde
camera wordt weergegeven.
3 OpenhetWi-Fi-menu.
Open op de camera het Wi-Fi-menu
(=
102).
99
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
8 Selecteer[Automatisch]en
brengdeverbindingtotstand.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [Auto] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Zodra de camera via het toegangspunt
verbonden is met CANON iMAGE
GATEWAYwordtereenvericatiecode
weergegeven.
9 Voerdevericatiecodein.
Voer op de computer of smartphone de
vericatiecodeindieopdecamerawordt
weergegeven en ga naar de volgende stap.
Er verschijnt een zescijferig
bevestigingsnummer op het scherm.
10
Controleerde
bevestigingsnummersen
voltooihetinstellingsproces.
Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer
op de camera overeenkomt met het
nummer op de smartphone of computer.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Voltooi het instellingsproces op de
smartphone of computer.
[ ] (=
113) en CANON iMAGE
GATEWAY zijn nu toegevoegd als
bestemmingen en het [
]-pictogram
verandert in [
].
Er wordt een bericht weergegeven op de
smartphone of computer om aan te geven
dat dit proces is afgerond. Om andere
webservices toe te voegen, volgt u de
procedure bij “Andere webservices
registreren” (=
100) vanaf stap 2.
• U kunt verbinding maken met toegangspunten die WPS ondersteunen door
bij stap 6 [WPS-verbinding] te kiezen. Voor meer informatie, zie stap 6–8 bij
“Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten” (=
104).
100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Andere webservices registreren
U kunt ook webservices anders dan CANON iMAGE GATEWAY aan de
camera toevoegen. Houd er rekening mee dat eerst CANON iMAGE
GATEWAY op de camera geregistreerd dient te worden (=
98).
1 Openhetschermwaarmeeu
instellingenvoorwebservices
invoert.
Volg stap 1 bij “CANON iMAGE
GATEWAY registreren” (=
98) om in
te loggen bij CANON iMAGE GATEWAY
en open vervolgens het scherm voor
instellingen van webservices.
2 SteldeWebserviceindieu
wiltgebruiken.
Volg de instructies die op de computer
of smartphone worden getoond om de
webservicetecongureren.
3 Selecteer[ ].
Open het Wi-Fi-menu (=
102), kies [ ]
(druk op de knoppen <o><p><q><r> of
draai aan de knop <5>) en druk daarna
op de knop <m>.
De instellingen voor de webservice zijn
nu bijgewerkt.
• Alseenvandegecongureerdeinstellingenwijzigt,doorlooptudezestappen
opnieuw om de camera-instellingen bij te werken.
CameraWindow installeren op
een smartphone
Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis
toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren.
1 Verbinddesmartphonemet
eennetwerk.
2 InstalleerCameraWindow.
Voor een iPhone, iPad of iPod touch
moet u CameraWindow in de App Store
downloaden en installeren.
Voor een Android-apparaat moet
u CameraWindow in Google Play
downloaden en installeren.
Gebruik na de installatie de camera om
een verbinding met de smartphone tot
stand te brengen (= 103, 107).
• Raadpleeg de website van Canon voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
101
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Voorbereidingen voor het registreren
van een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer. Om draadloos
beelden op de computer op te slaan, dient u CameraWindow te installeren.
De computeromgeving controleren
De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de volgende
besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en
compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen,
gaat u naar de website van Canon.
Besturings-
systeem
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Mac OS X 10.6.8
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8.2 of later
•
De basisedities Windows 7 Starter en Home worden niet ondersteund.
• Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van Windows
Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
1 Downloaddesoftware.
Ga met een computer met internetverbinding
naar http://www.canon.com/icpd/.
Ga naar de site voor uw land of regio.
Download de software.
2 Installeerdesoftware.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met
de installatie.
De installatie kan enige tijd duren,
afhankelijk van de prestaties van de
computer en de internetverbinding.
Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/
Herstarten] op het scherm dat na de
installatie wordt getoond.
•
U kunt de software gebruiken om naar de nieuwste versie bij te werken en nieuwe
functies te downloaden via internet (met uitzondering van sommige software).
• Nadat u de camera voor het eerst op de computer hebt aangesloten, worden
er stuurprogramma’s geïnstalleerd. Daarom kan het enkele minuten duren
voordat u camerabeelden kunt openen.
102
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
De computer congureren voor een
Wi-Fi-verbinding (alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
congurerenvoordatudecameradraadlooskuntverbindenmetdecomputer.
1 Controleerofdecomputer
verbondenismethet
toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Congureerdeinstelling.
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu
[Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
Congureerindetoepassingdiewordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
• Wanneer u het hulpprogramma bij stap 2 uitvoert worden de volgende
Windows-instellingengecongureerd.
- Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien (vinden).
- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen detecteren.
• Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier beschreven instellingen
invoert. Controleer de instellingen van uw beveiligingssoftware.
Het Wi-Fi-menu openen
Eerste verbinding via Wi-Fi
Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera.
Deze bijnaam wordt op het scherm van doelapparaten weergegeven als de
camera via Wi-Fi op andere toestellen wordt aangesloten.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Druk op de knop <o>.
2 Voereenbijnaamin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de bijnaam in (=
25).
Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het Wi-Fi-menu wordt weergegeven.
103
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
•
Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan
een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst.
Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen tot
webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of printer.
• Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u [Instellingen Wi-Fi] op het
tabblad [3] en kiest u daarna [Bijnaam apparaat veranderen].
• Als het Wi-Fi-menu niet wordt weergegeven, maar alleen de informatie wijzigt
wanneer u op de knop <o> drukt, moet u eerst op de knop <p> drukken om
de uitgebreide informatieweergave te wijzigen (=
75).
• Namen die beginnen met een spatie kunnen bij stap 2 niet worden ingevoerd.
Als u dit wel probeert en op de knop <n> op het toetsenbordscherm
drukt, wordt er een bericht getoond. Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer een nieuwe naam in.
Na de eerste Wi-Fi-verbinding
• Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via Wi-Fi worden
recente doelen het eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent
door op de knop <o> te drukken. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding
maken door op de knoppen <o><p> te drukken om de apparaatnaam
te kiezen en vervolgens op de knop <m> te drukken.
• Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor
apparaatselectie door op de knoppen <q><r> te drukken en vervolgens
deinstellingtecongureren.
• Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
Verbinding maken via een toegangspunt
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-normen
op“Specicaties”(=
160).
Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het
controleren van de netwerkinstellingen.
• Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
• Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
104
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Controlelijst
Netwerknaam(SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Dit wordt ook wel de “naam van het toegangspunt” of de
“netwerknaam” genoemd.
Netwerkvericatie/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens
draadloze verzending.
○Geen
○WEP(open
systeemvericatie)
○WPA-PSK(TKIP)
○WPA-PSK(AES)
○WPA2-PSK(TKIP)
○WPA2-PSK(AES)
Wachtwoord(coderingssleutel/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending.
Ook wel de “coderingssleutel” of “netwerksleutel” genoemd.
Sleutelindex(verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkvericatie/gegevenscodering.
○1
Verbindingsmethoden verschillen afhankelijk van of het toegangspunt
al dan niet WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Raadpleeg de
gebruikshandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om te zien of WPS
wordt ondersteund.
• Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router” genoemd.
• In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
“toegangspunten” genoemd.
• Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt
alsuMAC-adressenltertinuwWi-Fi-netwerk.UkunthetMAC-adres
van uw camera controleren door achtereenvolgens het tabblad [3],
[Instellingen Wi-Fi] en [MAC-adres controleren] te kiezen.
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten
Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via
Wi-Fiverbindt.UkuntofweldePushButtonconguratiemethodegebruiken
of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt.
1
Controleerofhetdoelapparaat
verbondenismethettoegangspunt.
Deze stap is niet nodig wanneer u
verbinding maakt met webservices.
Raadpleeg de gebruikshandleidingen van
het toegangspunt en het apparaat voor
instructies om de verbinding te controleren.
2 OpenhetWi-Fi-menu(=
102).
3 Kieshetdoelapparaat.
Kies het doelapparaat (druk op de knoppen
<o><p><q><r> of draai aan de knop
<5>) en druk daarna op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [ ].
Om verbinding te maken met een
computer kiest u [ ].
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
Om verbinding te maken met een
webservice kiest u het servicepictogram.
Als meerdere ontvangers voor opties om te
delen worden gebruikt met een webservice,
kiest u het gewenste item op het scherm
[Ontvanger selecteren] (druk op de knoppen
<o><p> of draai aan de knop <
5
>) en
vervolgens drukt u op de knop
<
m
>
.
105
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <5> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
5 Omverbindingtemakenmet
eensmartphoneofprinter:
Selecteer[Andernetwerk].
Wanneer het scherm [Wachten op
verbinding] wordt weergegeven (=
107),
kiest u [Ander netwerk] (druk op de
knoppen <q><r> of draait u aan de knop
<5>). Druk daarna op de knop <m>.
6 Kies[WPS-verbinding].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [WPS-verbinding]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
7 Kies[PBC-methode].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [PBC-methode]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
8 Brengdeverbindingtotstand.
Houd op het toegangspunt de WPS-
verbindingsknop enkele seconden
ingedrukt.
Druk op de camera op de knop <m>.
De camera maakt verbinding met
het toegangspunt.
Als u [ ], [2] of [ ] hebt geselecteerd
bij stap 3 worden de apparaten die
met het toegangspunt zijn verbonden
opgesomd op het scherm [Apparaat
selecteren] dat daarna wordt getoond.
Als u bij stap 3 een webservice hebt
geselecteerd, gaat u naar stap 11.
9
Omverbindingtemakenmeteen
smartphone,printerofcomputer:
Kieshetdoelapparaat.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <
5
> om de computernaam
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Als u een smartphone, printer of
Macintosh-computer hebt geselecteerd,
gaat u naar stap 11.
10
Alsubijstap9voorheteerst
eencomputerhebtgeselecteerd
waaropWindowsdraait:
Installeereenstuurprogramma.
Wanneer het scherm links wordt
weergegeven op de camera, klikt u
op het menu Start op de computer,
vervolgensop[Conguratiescherm]en
op [Een apparaat toevoegen].
106
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt
het AutoPlay-scherm weergegeven.
Er wordt niets weergegeven op het
camerascherm.
11
Verzenddebeeldenofdrukzeaf.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone of webservice, wordt
een scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven.
Zie “Beelden verzenden” (=
110) voor
instructies over beelden verzenden.
Wanneer de camera verbonden is met
een computer is het camerascherm leeg.
Volg de stappen in “Beelden opslaan op
een computer” (=
112) om beelden op
de computer op te slaan.
Als de camera is verbonden met een
printer kunt u afdrukken door dezelfde
stappen te doorlopen als bij afdrukken via
USB. Zie “Beelden afdrukken” (=
134)
voor uitgebreide informatie.
• Als u [PIN-methode] kiest bij stap 7 wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat
in het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikershandleiding die is meegeleverd met uw toegangspunt.
• Om meerdere bestemmingen toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf
de eerste stap.
Eerderetoegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere toegangspunten
door stap 4 bij “Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten”
(=
105) te volgen.
• Om opnieuw verbinding te maken met het toegangspunt controleert u of
het doelapparaat al is aangesloten en volgt u de procedure vanaf stap 9.
Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
• Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure vanaf stap 6.
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1
Bekijkdelijstmettoegangspunten.
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven in stap 1–5 van “Verbinding
maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
104105).
2 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <
5
> om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
107
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Voerhetwachtwoordvanhet
toegangspuntin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
104).
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <
5
> om [Volgende]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
4 Kies[Auto].
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om [Auto]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Als u [ ], [2] of [ ] als doelapparaat
geselecteerd hebt, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 9 (=
105).
Als u een webservice als bestemming
hebt geselecteerd, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 11 (=
106).
• Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als u het
wachtwoord van het toegangspunt wilt achterhalen.
•
Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven.
Kies [Handmatige instellingen] in stap 2 om een toegangspunt handmatig in te
stellen als er geen toegangspunten zijn gedetecteerd. Volg de instructies op het
scherm en voer een SSID, de beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in.
• Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent, gebruikt om
verbinding te maken met een ander apparaat, wordt [*] weergegeven voor het
wachtwoord bij stap 3. Als u hetzelfde wachtwoord wilt gebruiken, selecteert
u [Volgende] (druk op de knoppen <o><p> of draai aan de knop <5>) en
drukt u op de knop <m>.
Verbinding maken zonder een toegangspunt
Wanneer u via Wi-Fi verbinding maakt met een smartphone of printer
kunt u of de camera als een toegangspunt (modus Cameratoegangspunt)
gebruiken in plaats van een ander toegangspunt te gebruiken.
Op vergelijkbare wijze wordt er geen toegangspunt gebruikt voor
verbindingen van camera naar camera (=
109).
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
102).
2 Kieshetdoelapparaat.
Kies het doelapparaat (druk op de
knoppen <o><p><q><r> of draai aan
de knop <5>) en druk daarna op de
knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [ ].
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <5> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De SSID van de camera wordt
weergegeven op het scherm.
108
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4
Maakophetdoelapparaat
verbindingmethetnetwerkdat
opdecamerawordtaangegeven.
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de smartphone of printer de SSID
(netwerknaam) die op de camera
wordt weergegeven.
5
Voorverbindingmeteen
smartphone:StartCameraWindow
opdesmartphone.
De eerste keer dat CameraWindow opstart,
registreert u een naam voor de smartphone
om weer te geven op de camera.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm op
de camera weergegeven.
6 Kieshetdoelapparaat.
Kies de naam van het doelapparaat
(druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5>) en druk daarna
op de knop <m>.
7 Voorverbindingmeteen
smartphone:Pasdeprivacy-
instellingaan.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken om
beelden te ontvangen die zijn verzonden
vanaf de camera of om beelden op de
camera te geotaggen (=
115).
8
Verzenddebeeldenofdrukzeaf.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone wordt een scherm voor
de beeldoverdracht weergegeven.
Zie “Beelden verzenden” (=
110) voor
instructies over beelden verzenden.
Als de camera is verbonden met een
printer kunt u afdrukken door dezelfde
stappen te doorlopen als bij afdrukken via
USB. Zie “Beelden afdrukken” (=
134)
voor uitgebreide informatie.
• Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 7.
• Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te
passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen
wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 3 en daarna [Instell.
tonen] kiezen.
• Om meerdere apparaten toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
•
Voor betere veiligheid kunt u instellen dat er een wachtwoord op het scherm
wordt getoond bij stap 3. Dit doet u door MENU te openen en het tabblad [3] >
[Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord] > [Aan] te kiezen. In dit geval voert u het
wachtwoord dat op de camera wordt weergegeven in het wachtwoordveld op
het apparaat in bij stap 4.
109
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere toegangspunten
door stap 3 bij “Verbinding maken zonder een toegangspunt” (=
107)
te volgen.
•
Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht. Kies vervolgens [Camera toegangspunt maken].
• Wanneer u opnieuw verbinding maakt met een eerder toegangspunt sluit
u bij stap 4 het doelapparaat aan op het toegangspunt.
• Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand
wordt gebracht en volgt u de procedure bij “Verbinding maken met
WPS-compatibele toegangspunten” vanaf stap 6 (=
105).
Verbinding maken met een andere camera
U kunt als volgt twee camera’s via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera’s verzenden.
• Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera’s
van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt
worden met Canon-camera’s die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen
Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met
DIGITAL IXUS WIRELESS-camera’s.
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
102).
2 Kiescamera.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om [4]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <5> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Volg stap 1–3 ook op de doelcamera.
Er wordt informatie over de verbinding
met de camera toegevoegd als
[Verbinding op doel- camera starten]
wordt weergegeven op beide
cameraschermen.
110
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven. Ga verder naar
“Afbeeldingen verzenden” (=
110).
• Om meerdere camera’s toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Nadat een camera is toegevoegd, wordt de cameranaam weergegeven op het
scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met een camera, kiest u
de naam in de lijst.
Beelden verzenden
U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn
geregistreerd op de camera.
Houd er rekening mee dat wanneer beelden worden verzonden naar een
computer, de computer wordt gebruikt in plaats van de camera (=
112).
Afzonderlijke beelden verzenden
1 Selecteereenbeeld.
Draai aan de knop <5> om een beeld te
selecteren dat u wilt verzenden.
2 Verzendhetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om
[Dit beeld verz.] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u
de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord]
en drukt u op de knop <m>.
De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens
het overbrengen van beelden wordt het
scherm donker.
Nadat beelden zijn geüpload naar een
webservice, wordt [OK] weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het afspeelscherm.
Nadat u beelden naar een camera of
smartphone hebt verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en keert
het scherm terug naar het scherm voor
de beeldoverdracht.
111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Raak het Wi-Fi-antennegebied (=
3) niet aan met uw vingers of met andere
voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertraagd worden.
• Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het
langdurenomlmsteverzenden.Houdhetbatterijniveauvandecamerain
het oog.
• Houderrekeningmeedatwanneerulmsverzendtnaarsmartphones,
de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk van de smartphone.
Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
• Als u de verbinding met de camera wilt verbreken, drukt u op de knop
<n>. Selecteer op het bevestigingsscherm [OK] (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <5>) en druk daarna op de knop <m>.
U kunt ook de smartphone gebruiken om de verbinding te verbreken.
• Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met de
volgende pictogrammen.
[
] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
• Beelden verzenden naar webservices gaat sneller als u opnieuw beelden
verstuurt die al eens verstuurd zijn en die nog steeds op de server van
CANON iMAGE GATEWAY aanwezig zijn.
Debeeldresolutieselecteren(Formaat)
Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen <o><p>
te drukken en daarna op de knop <m> te drukken. Kies op het volgende
scherm de resolutie door op de knoppen <o><p> te drukken en daarna
op de knop <m> te drukken.
• Als u beelden met het oorspronkelijke formaat wilt verzenden, selecteert
u [Nee] als optie voor het wijzigen van het formaat.
• Als u [ ] of [ ] selecteert, wordt het formaat van beelden die groter zijn
dan het geselecteerde formaat, gewijzigd voordat ze worden verzonden.
• Degroottevanlmskannietwordenaangepast.
Meerdere beelden verzenden
1 Kies[Select.enverz.].
Druk op de knoppen <q><r> om
[Select. en verz.] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop <n>.
3 Verzenddebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [Verzenden]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
112
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
• Er kunnen maximaal 50 beelden tegelijk worden verzonden. U kunt lms
samen verzenden mits de totale afspeelduur minder is dan twee minuten.
• Webservices kunnen het aantal beelden dat u kunt versturen beperken.
Raadpleeg voor meer informatie de webservice die u gebruikt.
• U kunt ook beelden in stap 2 selecteren door de zoomhendel twee keer naar
<k> te bewegen om de enkelvoudige weergave te openen en vervolgens op
de knoppen <q><r> te drukken of aan de knop <5> te draaien.
• Bij stap 3 kunt u de gewenste resolutie (grootte) van uw beelden selecteren
voordat ze worden verzonden (=
3 8 ).
Opmerkingen toevoegen
U kunt met de camera opmerkingen (cijfers, letters en symbolen) toevoegen
aan beelden die u naar e-mailadressen, sociale netwerken en dergelijke
verzendt. Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, hangt van de
webservice af.
1 Open het scherm om
opmerkingen toe te voegen.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
2 Voeg een opmerking toe
(=
25).
3 Verzend het beeld.
Voer de stappen in “Afzonderlijke beelden
verzenden” (=
110) uit om het beeld
te verzenden.
• Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de opmerking
verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld.
Beelden opslaan op een computer
Gebruik een computer en niet de camera wanneer u beelden naar een
computer verzendt.
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 Geef CameraWindow weer.
Open CameraWindow in Windows door
op [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] te klikken.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow automatisch
weergegeven als er een Wi-Fi-verbinding
tot stand is gebracht tussen de camera
en de computer.
2 Importeer afbeeldingen.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid. Raadpleeg de
“Softwarehandleiding” (=
132) voor
instructies over het bekijken van beelden
op de computer.
113
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Beelden automatisch verzenden
(Beeldsynchronisatie)
Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet, kunnen ook naar een
computer of webservices worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
Beelden kunnen niet uitsluitend naar webservices worden verzonden.
Voordat u begint
Installeer en congureer de software op de computer die de bestemming vormt.
1 Installeer de software.
Installeer de software op een computer
die verbonden is met internet (=
101).
2 Registreer de camera.
Windows: Rechtsklik in de taakbalk op
[
] en klik vervolgens op [Add new
camera/Nieuwe camera toevoegen].
Macintosh: Klik in de menubalk
op [
] en klik vervolgens op [Add new
camera/Nieuwe camera toevoegen].
Kies een broncamera uit een van de
vermelde camera’s die gekoppeld zijn aan
CANON iMAGE GATEWAY (=
98).
Zodra de camera geregistreerd is en
klaar is om beelden te ontvangen,
verandert het pictogram in [
].
• Het duurt langer om lms te importeren omdat dit grotere bestanden zijn
dan foto’s.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde beelden
wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen. Raadpleeg de
“Softwarehandleiding” (=
132) voor meer informatie.
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
• Als op een Macintosh-computer CameraWindow niet verschijnt, klikt u op het
pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onderaan het bureaublad.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-
Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de
gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerken van lms.
114
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Wanneer de beelden naar de CANON
iMAGE GATEWAY-server zijn verzonden,
wordt [
] op het scherm weergegeven.
Beelden worden automatisch op de
computer opgeslagen wanneer u
deze aanzet.
Beelden worden automatisch naar
webservices gestuurd vanaf de server
van CANON iMAGE GATEWAY, zelfs als
de computer uit is.
• Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
127).
• Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd,
worden alle beelden naar de computer verzonden die niet via CANON iMAGE
GATEWAY naar de computer zijn verzonden.
•
Versturen is sneller als de bestemming een computer is die op hetzelfde netwerk
zit als de camera, omdat de beelden via het toegangspunt worden verstuurd in
plaats van via de CANON iMAGE GATEWAY. Houd er rekening mee dat beelden
die op de computer worden opgeslagen naar CANON iMAGE GATEWAY worden
verzonden. De computer dient daarom met internet verbonden te zijn.
3 Kieshettypebeeldendatuwilt
verzenden(alleenwanneeru
ooklmsverzendt).
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
24).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Beeldsync.] te selecteren. Druk vervolgens
op de knoppen <q><r>om[Foto’s/lms]
te selecteren.
• Om een webservice als bestemming te kiezen, doorloopt u de stappen
bij “Andere webservices registreren” (=
100) opnieuw om de camera-
instellingen bij te werken.
Beelden verzenden
Beelden die vanaf de camera worden verzonden, worden automatisch
op de computer opgeslagen.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server
opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er
daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat.
Voer de stappen in “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
(=
104) uit om [ ] te selecteren.
Zodra de verbinding tot stand is gebracht
worden de beelden verzonden.
115
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
102).
2
Kieseenapparaatomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om het
pictogram te selecteren van het apparaat
dat u wilt bewerken. Druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Kies[Apparaatbewerken].
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om [Apparaat
bewerken] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <m>.
4
Kieseenapparaatomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <
5
> om het apparaat
te selecteren dat u wilt bewerken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow (=
100), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
•
Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum en
tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De datum en tijd
instellen” (=
14).) Geef daarnaast in [Tijdzone] (=
120) eventuele
opnamebestemmingen op die zich in andere tijdzones bevinden.
• De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet zijn
geautoriseerd om de beelden op de camera te bekijken (=
108).
• Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s of
lmszijntoegevoegd,kunnenanderemensenuherkennenofuw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
116
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Verbindingsinformatiewissen
U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt
gemaakt) als volgt wissen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
116), kies [Verbindingsinfo
wissen] en druk op de knop <m>.
Wanneer [Wissen ?] verschijnt, drukt u
op de knoppen <q><r> of draait u aan
de knop <
5
> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De verbindingsinformatie wordt gewist.
5
Kieseenitemdatuwiltbewerken.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om een
item te selecteren om te bewerken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Welke items u kunt wijzigen, hangt af van
het apparaat of de service waartoe de
camera toegang heeft.
Congureerbareitems
Verbinding
4
c
Web-
services
[Bijnaam apparaat veranderen]
(=
116)
O O O O
[Instell. tonen] (=
108)
O
[Verbindingsinfo wissen] (=
116)
O O O O
O
:Congureerbaar
:Nietcongureerbaar
Debijnaamvaneenapparaatwijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
116), kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de
knop <m>.
Selecteer het invoerveld en druk op de
knop <m>. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te
voeren (=
25).
117
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
1 Kies[InstellingenWi-Fi].
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
24).
2 Kies[Instellingenresetten].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [Instellingen
resetten] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <m>.
3
Hersteldestandaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu gereset.
• Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor
webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten dat u
alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten.
• Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi), kiest u
[Reset alle] op het tabblad [3] (=
124).
118
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak
8
Basisfunctiesvandecameraaanpassen.... 119
Camerageluiden dempen .................................... 119
Het volume aanpassen ....................................... 119
Hints en tips verbergen ....................................... 119
Datum en tijd ....................................................... 119
Wereldklok ..........................................................120
Timing voor het intrekken van de lens ................ 120
Eco-modus gebruiken ......................................... 120
De spaarstand aanpassen .................................. 121
Schermhelderheid ............................................... 121
Het opstartscherm verbergen .............................. 121
Geheugenkaarten formatteren ............................ 122
Bestandsnummering ...........................................123
Beelden opslaan op datum ................................. 123
Metrische/Niet-metrische weergave .................... 123
Certicatielogo’scontroleren ............................... 124
Taal van LCD-scherm .......................................... 124
Andere instellingen aanpassen ........................... 124
Standaardwaarden herstellen ............................. 124
119
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Basisfuncties van de camera aanpassen
Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad [3]. Voor meer
gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens
aanpassen (=
24).
Camerageluiden dempen
Udemptcamerageluidenenlmsalsvolgt.
Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan].
• U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop <l> ingedrukt te
houden terwijl u de camera inschakelt.
• Alsudecamerageluidendemptwordenlmsafgespeeldzondergeluid
(=
74).Omlmsweeraftespelenmetgeluid,druktuopdeknop<o>.
Pas het volume naar wens aan met de knoppen <o><p>.
• U kunt de geluidsinstellingen niet wijzigen in de modus [
] (=
44).
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
Selecteer [Volume] en druk op de
knop <m>.
Kies een item en druk vervolgens op de
knoppen <q><r> om het volume aan
te passen.
Hints en tips verbergen
Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in het menu FUNC.
(=
23) of bij MENU (=
24). U kunt deze informatie desgewenst
uitschakelen.
Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit].
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te kiezen en wijzig vervolgens de
instelling door op de knoppen <o><p> te
drukken of aan de knop <5> te draaien.
120
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Wereldklok
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en
datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en
naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig
om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis
instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen” (=
14).
1 Geefuwbestemmingop.
Selecteer [Tijdzone] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <5> om [ Wereld] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om de bestemming
te kiezen.
Als u de zomertijd wilt instellen (één uur
vooruit) drukt u op de knoppen <o><p>
om [ ] te kiezen.
Druk op de knop <m>.
2 Schakelovernaardetijdzone
vanuwbestemming.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <
5
> om [ Wereld]
te kiezen. Druk vervolgens op de
knop <n>.
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
150).
• Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (=
14), worden de datum en
tijd voor de optie [
Thuis] automatisch bijgewerkt.
Timing voor het intrekken van de lens
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut
nadat u op de knop <1> hebt gedrukt in een opnamemodus (=
21).
Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop <1>
drukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
Selecteer [Lens intrekken] en selecteer
dan [0 sec.].
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het
batterijverbruik te beperken.
1 Congureerdeinstelling.
Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan].
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
150).
Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer
twee seconden niet wordt gebruikt.
Daarna gaat het scherm na ongeveer
tien seconden uit. De camera wordt
na ongeveer drie minuten inactiviteit
uitgeschakeld.
121
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
2 Maakdeopname.
Als het scherm is uitgeschakeld maar de
lens nog niet is ingetrokken, kunt u het
scherm weer inschakelen en gereedmaken
voor het maken van opnamen door de
ontspanknop half in te drukken.
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (=
21).
Selecteer [Spaarstand] en druk op de
knop <m>.
Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen <q><r> om dit
item aan te passen.
• Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch
Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
• De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit]
instelt op [Uit].
• Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u Eco-modus
(=
120) op [Aan] hebt gezet.
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen.
•
Houd voor maximale helderheid de knop <l> ten minste één seconde
ingedrukt wanneer het opnamescherm wordt weergegeven of in de
enkelvoudige weergave. (Hiermee vervangt u de instelling van [LCD Helderheid]
op het tabblad [3].) Druk nogmaals langer dan één seconde op de knop
<l> of herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van het
scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
Selecteer [opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
122
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart
naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig.
1 Openhetscherm[Formatteren].
Selecteer [Formatteren] en druk op de
knop <m>.
2 Kies[OK].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Annuleer] te selecteren, selecteer
[OK] (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <5>) en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Formatteerdegeheugenkaart.
Om het formatteren te starten, drukt u
op de knoppen <o><p> of draait u aan
de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop <m>.
• Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
• De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
LowLevelFormat
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-
opnamengaatlangzamerofhetopnemenvaneenlmwordtplotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
Druk op het scherm in stap 1 van
“Geheugenkaarten formatteren” (=
122)
op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <5> om [Low Level Format]
te kiezen. Druk daarna op de knoppen
<q><r> om deze optie te kiezen. Het
pictogram [
] wordt weergegeven.
Voer de stappen 2–3 in “Geheugenkaarten
formatteren” (=
122) uit om door te gaan
met het formatteren.
• Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren”
(=
122), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
• U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de
geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
123
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Continu
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden
oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met
het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe map
maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001.
• Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(=
122)) geheugenkaart.
• Raadpleeg de “Softwarehandleiding” (=
132) voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
Beelden opslaan op datum
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u
opnamen maakt.
Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
Beelden worden nu opgeslagen in mappen
die op de opnamedatum worden gemaakt.
Metrische/Niet-metrische weergave
Desgewenst kunt u de maateenheid, die wordt getoond bij de hoogte-
informatie voor GPS (=
115), de zoombalk (=
28), de MF-indicator
(=
61) en andere plaatsen, wijzigen van m/cm naar ft/in.
Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
124
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Certicatielogo’s controleren
Sommigelogo’svoorcerticatievereistenwaaraandecameravoldoet,
kunnenophetschermwordenbekeken.Anderecerticatielogo’sstaan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
Selecteer[Certicaatlogoweergeven]en
druk op de knop <m>.
Taal van LCD-scherm
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Selecteer [Taal ] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <5> om een taal
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
• U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop <m>
ingedrukt te houden en meteen op de knop <n> te drukken.
Andere instellingen aanpassen
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
• [Video Systeem] (=
130)
• [Ctrl via HDMI] (=
129)
• [Instellingen Wi-Fi] (=
94)
Standaardwaarden herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen
van de camera herstellen.
1 Openhetscherm[Resetalle].
Selecteer [Reset alle] en druk op de
knop <m>.
2 Herstelde
standaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <
5
> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
• De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- [3] tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (=
119), [Taal ] (=
124),
[Tijdzone] (=
120) en [Video Systeem] (=
130)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd (=
58)
- De opnamemodus die is geselecteerd in de modus [K] (=
46) of [ ]
(=
47)
- Instellingen Wi-Fi (=
94)
125
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare,
compatibele accessoires
9
Systeemoverzicht........................................... 126
Optioneleaccessoires................................... 127
Voedingen ........................................................... 127
Flitseenheid .........................................................127
Overige accessoires ............................................ 127
Printers ................................................................128
Optioneleaccessoiresgebruiken................. 128
Afspelen op een tv ..............................................128
De camera voeden via het lichtnet ...................... 131
Desoftwaregebruiken................................... 132
Software .............................................................. 132
Verbinding maken met een computer
via een kabel ....................................................... 132
Beelden opslaan op een computer ..................... 133
Beeldenafdrukken......................................... 134
Easy Print ............................................................134
Afdrukinstellingencongureren ........................... 135
Filmscènesafdrukken .........................................138
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ....... 138
Beelden toevoegen aan een fotoboek ................ 141
126
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Systeemoverzicht
Draagriem Batterij
NB-6LH*
1
Batterijlader
CB-2LY/
CB-2LYE*
1
Lensdop
(met snoer)
USB-kabel (op de camera: Mini-B)*
2
Geheugenkaart Kaartlezer
Windows/
Macintosh-
computer
Tv-/
videosysteem
Voedings-
adapterset
ACK-DC40
Meegeleverdeaccessoires
Voeding
Kabels
HDMI-kabel HTC-100
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
Flitseenheid
PictBridge-compatibele
printersvanCanon
Krachtigeitser
HF-DC2
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel IFC-400PCU).
GebruikvanorigineleCanon-accessoireswordtaanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van
accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een
batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties
die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet
meer verkrijgbaar.
127
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid
varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
BatterijNB-6LH
Oplaadbare lithium-ionbatterij
BatterijladerCB-2LY/CB-2LYE
Lader voor batterij NB-6LH
• De batterij is voorzien van een handig klepje dat u kunt bevestigen om zo
de batterijstatus in een oogopslag te kunnen zien. Bevestig het klepje zo
dat▲zichtbaarisopeenopgeladenbatterijen▲nietzichtbaarisopeen
niet-opgeladen batterij.
• Batterij NB-6L wordt ook ondersteund.
VoedingsadaptersetACK-DC40
Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken of
wanneer u de camera aansluit op een
printer of computer. U kunt op deze manier
niet de batterij in de camera opladen.
• De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt
in gebieden met een wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz).
• Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Flitseenheid
KrachtigeitserHF-DC2
Externeitservoordebelichtingvan
onderwerpen die buiten het bereik van de
ingebouwdeitserzijn.
Overige accessoires
InterfacekabelIFC-400PCU
Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
StereoAV-kabelAVC-DC400ST
Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
HDMI-kabelHTC-100
Om de camera aan te sluiten op een
HDMI-aansluiting van een hdtv.
128
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Printers
PictBridge-compatibeleprinters
vanCanon
U kunt zonder computer beelden
afdrukken als u uw camera aansluit op
een Canon PictBridge-compatibele printer.
Ga voor meer informatie naar een
Canon-verkoper bij u in de buurt.
Foto’s Films
Optionele accessoires gebruiken
Foto’s Films
Afspelen op een tv
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken
op een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (=
151).
Foto’s Films
Afspelenopeenhdtv
Als u de camera op een hdtv aansluit met de HDMI-kabel HTC-100
(afzonderlijk verkrijgbaar), kunt u opnamen bekijken op het grotere
tv-scherm. Films die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] of [ ]
kunnen in HD-kwaliteit worden bekeken.
1 Zorgdatdecameraendetv
zijnuitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
129
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Schakeldetvinensteldezein
opdevideo-ingang.
Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
De camerabeelden worden nu weergegeven
op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.)
Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
• De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera
is aangesloten op een hdtv.
Foto’s Films
Decamerabedienenviadeafstandsbedieningvaneentv
Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u
de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of
diavoorstellingen te bekijken.
Afhankelijk van de tv dient u mogelijk bepaalde tv-instellingen te wijzigen.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Ctrl via HDMI] op het tabblad [3] en
kies vervolgens [Aan] (=
24).
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Voer de stappen 1–2 in “Afspelen op een
hdtv” (=
128) uit om de camera op de
tv aan te sluiten.
3 Geefbeeldenweer.
Zet de tv aan. Druk op de camera op
de knop <1>.
De camerabeelden worden nu weergegeven
op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.)
130
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Bediendecameraviade
afstandsbedieningvandetv.
Druk op de afstandsbediening op de
knoppen <q><r> om te bladeren door
de beelden.
Druk op de knop OK/Selecteren om
het bedieningspaneel van de camera
weer te geven. Om opties op het
bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de
knoppen <q><r> en daarna nogmaals
op de knop OK/Selecteren.
Overzichtvandebedieningspaneeloptiesvandecamera
diewordenweergegevenopdetv
Terug Het menu wordt gesloten.
Groep afspelen
Geeft sets van beelden weer die zijn opgenomen in
de modus [ ] (=
51). (Verschijnt alleen als u een
gegroepeerd beeld hebt geselecteerd.)
Film afspelen
Delmafspelen.(Verschijntalleenalsueenlmhebt
geselecteerd.)
.
Diavoorstelling
De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op
de knoppen <q><r> van de afstandsbediening om van
beeld te veranderen.
Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven.
l
Display wijzigen
Heen en weer schakelen tussen weergavemodi (=
23).
• Als u op knoppen drukt, bijvoorbeeld op de knop <n>, kunt u de camera
niet langer met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als
u bent teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• Als u de zoomhendel op de camera beweegt, kunt u de camera niet langer
met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als u bent
teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• De camera reageert wellicht niet altijd correct, zelfs niet als u de
afstandsbediening van een HDMI CEC-compatibele tv gebruikt.
Foto’s Films
AfspelenopeenSD-tv
Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de
camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter
scherm terwijl u de camera bedient.
1 Zorgdatdecameraendetv
zijnuitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in
de video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Geefbeeldenweer.
Voer de stappen 3–4 bij “Afspelen op een
HD-tv” (=
129) uit om beelden weer
te geven.
Rood
Rood
Wit
Geel
Geel
Wit
131
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
•
Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling van
de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie. Om het
video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op de knop <n> en
selecteert u [Video Systeem] op het tabblad [3].
• Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken
terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt
op dezelfde manier als via het camerascherm. AF-Punt Zoom (=
40) en
MF-Punt Zoom (=
61) zijn echter niet beschikbaar.
Foto’s Films
De camera voeden via het lichtnet
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC40, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorgdatdecamerais
uitgeschakeld.
2 Plaatsdekoppeling.
Voer stap 2 bij “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
12) uit
om het klepje te openen.
Plaats de koppeling in de aangegeven
richting, net als een batterij (voer stap 3
uit bij “De batterij en geheugenkaart
plaatsen” (=
12)).
Voer stap 5 bij “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
13) uit
om het klepje te sluiten.
Aansluitpunten
3 Sluitdeadapteraanopde
gelijkstroomkoppeling.
Open het klepje en steek de stekker van
de adapter helemaal in de koppeling.
4 Sluithetnetsnoeraan.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
Schakel de camera in en gebruik deze
zoals u wilt.
Als u klaar bent, schakelt u de
camera uit en haalt u het netsnoer uit
het stopcontact.
• Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog
is ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de
camera beschadigen.
•
Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
132
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
De software gebruiken
De software die als download beschikbaar is op de website van Canon
komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en het opslaan
van beelden op een computer.
Software
Nadat u de software vanaf de website van Canon hebt gedownload en
geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
CameraWindow
Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowser EX
Beheer beelden: bekijk, zoek en orden
Druk beelden af en bewerk ze
• Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en kosten
voor internettoegang moeten apart worden betaald.
Softwarehandleiding
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing wanneer u de software gebruikt. U kunt
de handleiding downloaden vanaf de volgende URL:
http://www.canon.com/icpd/
Verbinding maken met een computer via
een kabel
De computeromgeving controleren
De software kan op de volgende computers gebruikt worden. Voor uitgebreide
informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning
door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon.
Besturings-
systeem*
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.6
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8
* Controleer de systeemvereisten bij “De computeromgeving controleren” (=
101)
wanneer u beelden naar een computer verzendt via Wi-Fi.
• Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste
systeemvereisten, inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
De software installeren
Zie “De software installeren” (=
101) voor instructies om de software
te installeren.
133
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 Sluit de camera aan op
de computer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
Steek de grote steker van de USB-kabel
in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
2 Zet de camera aan om
CameraWindow te openen.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow weergegeven als er een
verbinding tot stand is gebracht tussen de
camera en de computer.
Voor Windows volgt u de onderstaande
stappen.
In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [ ] om het programma
te wijzigen.
Kies [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] en klik op [OK].
Dubbelklik op [ ].
3
Beelden opslaan op de computer.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Wanneer de beelden zijn opgeslagen,
sluit u CameraWindow en drukt u op de
knop <1> om de camera uit te schakelen.
Koppel vervolgens de kabel los.
Raadpleeg de “Softwarehandleiding”
(=
132) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
CameraWindow
134
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
•
Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] op het
scherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera bij stap 2 inschakelt.
Als CameraWindow niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies
[Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
• Als op een Macintosh-computer na stap 2 CameraWindow niet verschijnt, klikt
u op het pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onderaan het bureaublad.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-
Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerkenvanlms.
Foto’s Films
Beelden afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of
beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
Foto’s
Easy Print
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde USB-kabel.
1 Zorgdatdecameraende
printerzijnuitgeschakeld.
2
Sluitdecameraaanopdeprinter.
Open het klepje. Houd de kleinste
kabelstekker in de getoonde richting, en
steek de stekker volledig in de aansluiting
op de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over
de aansluiting.
135
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Schakeldeprinterin.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
5 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop
<5>
om een beeld
te selecteren.
6 Openhetafdrukscherm.
Druk op de knop <m>, kies [c] en druk
nogmaals op de knop <m>.
7 Drukhetbeeldaf.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <
5
> om [Print] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het afdrukken start nu.
Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
• Zie “Printers” (=
128) voor PictBridge-compatibele printers van Canon
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingen congureren
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in “Easy Print”
(=
134135) uit om het scherm links
te openen.
2 Congureerdeinstellingen.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <
5
> om een item te kiezen
en kies vervolgens een optie door te
drukken op de knoppen <q><r>.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beide
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum en
een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken exemplaren.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (=
136).
papierinst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en andere
gegevens op (=
136).
136
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Beeldenbijsnijdenvóórhetafdrukken
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer[Trimmen].
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren”(=
135) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat
het af te drukken beeldgebied aanduidt.
2 Pashetkadernaarwensaan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop of draait u aan
de knop <5>.
Om het kader te verplaatsen drukt u
op de knoppen <o><p><q><r>.
Om het kader te draaien, drukt u op
de knop <l>.
Als u klaar bent, drukt u op de
knop <m>.
3 Drukhetbeeldaf.
Voer stap 7 in “Easy Print” (=
135)
uit om af te drukken.
• Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
• Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
Foto’s
Hetpapierformaatendeindelingselecterenvóór
hetafdrukken
1 Selecteer[papierinst.]
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren”(=
135) uit om
het afdrukscherm te openen, kies
[papier inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenpapierformaat.
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <5> om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteereenpapiersoort.
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <5> om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
137
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4 Selecteereenindeling.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om een optie
te selecteren.
Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u
op de knoppen <q><r> om het aantal
beelden per vel op te geven.
Druk op de knop <m>.
5 Drukhetbeeldaf.
Beschikbareindelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een
verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Kies uit 90 x 130 mm, briefkaart of brede afdrukken.
Foto’s
Id-foto’safdrukken
1 Selecteer[IDFoto]
Voer stap 1–4 in “Het papierformaat
en de indeling selecteren vóór het
afdrukken” (=
136137) uit, kies
[ID Foto] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdelengtevandelange
endekortezijde.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om een item
te selecteren. Kies de lengte door te
drukken op de knoppen <q><r> en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteerhetafdrukgebied.
Voer stap 2 bij “Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken” (=
136) uit om het
afdrukgebied te selecteren.
4 Drukhetbeeldaf.
138
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Films
Filmscènes afdrukken
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in “Easy Print”
(=
134135)uitomeenlmtekiezen.
Het scherm links wordt weergegeven.
2 Selecteereenafdrukmethode.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <5> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knoppen <q><r>
om de afdrukmethode te selecteren.
3 Drukhetbeeldaf.
Afdrukoptiesvoorlms
Enkel Hiermeewordtdehuidigescèneafgedruktalseenfoto.
Reeks
Hiermeewordteenreeksscènesmeteenbepaaldintervalafgedruktop
een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u ook het
mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het kader afdrukken.
• Om een lopende afdruktaak te annuleren, drukt u op de knop <m>.
• [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridge-compatibele
printermodellen CP720/CP730 en ouder van het merk Canon.
Foto’s
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (=
140)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaartencongureerdenodigeinstellingen,zoalshetaantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Foto’s
Afdrukinstellingencongureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum
of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [2].
Selecteerencongureerdegewenste
items (=
24).
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per vel af.
Beiden
Hiermee worden zowel standaard- als indexformaten afgedrukt.
Datum
Aan Hiermee worden de beelden afgedrukt met de opnamedatum.
Uit
FileNo.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het bestandsnummer.
Uit
WisDPOF
data
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het afdrukken
verwijderd.
Uit
139
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
• Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaartafdrukinstellingenbevatdiezijngecongureerdop
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
• Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
• De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [3]. U opent dit tabblad door
te drukken op de knop <n> (=
14).
• Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele
printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorafzonderlijkebeelden
1 Selecteer[Sel.beeld&aantal].
Druk op de knop <n> en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [2].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [
]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop
<m> om indexafdrukken te annuleren
voor het beeld. [
] wordt niet meer
weergegeven.
3 Geefhetaantalafdrukkenop.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <5> om het aantal
afdrukken op te geven (maximaal 99).
Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van
andere beelden in te stellen en het aantal
afdrukken van elk beeld op te geven.
Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen via
stap 2 de af te drukken beelden selecteren.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
140
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Afdrukinstellingenvooreenreeksbeelden
Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
139) uit om
[Select. reeks] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
83) uit om beelden
op te geven.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Opdracht] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorallebeelden
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
139) uit om
[Sel. alle beelden] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenindeprintlijstwissen
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
139) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Beeldenafdrukkendiezijntoegevoegdaandeprintlijst
(DPOF)
Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn
toegevoegd (=
138140), wordt het
scherm links weergegeven wanneer u
de camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer. Druk op de knoppen
<o><p> om [Print nu] te selecteren, en
druk vervolgens op de knop <m> om de
beelden in de afdruklijst af te drukken.
Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
141
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Beelden toevoegen aan een fotoboek
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op
uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie
is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u
fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Eenselectiemethodeselecteren
Druk op de knop <n>, kies
[Fotoboek instellen] op het tabblad [1] en
bepaal hoe u de beelden wilt selecteren.
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaartafdrukinstellingenbevatdiezijngecongureerdop
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook de
“Softwarehandleiding” (=
132) en de handleiding van de printer voor
meer informatie.
Foto’s
Afzonderlijkebeeldentoevoegen
1 Selecteer[Selectie].
Volg de stappen in “Een selectiemethode
selecteren” (=
141), kies [Selectie] en
druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
[ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
142
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Foto’s
Allebeeldentoevoegenaaneenfotoboek
Volg de stappen in “Een selectiemethode
selecteren” (=
141), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenverwijderenuiteenfotoboek
Volg de stappen in “Een selectiemethode
selecteren” (=
141), kies [Wis alle
selecties] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <5> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
143
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
10
Problemenoplossen...................................... 144
Berichtenophetscherm............................... 147
Informatieophetscherm.............................. 150
Opname (informatieweergave) ............................ 150
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ......... 151
Functiesenmenutabellen............................. 152
Beschikbare functies per opnamemodus ............ 152
Menu FUNC. .......................................................154
4 Opnametabbladmenu .................................... 156
3 Tabbladmenu Instellen ................................... 159
1 Tabbladmenu Afspelen .................................. 159
2 Tabbladmenu Print ......................................... 159
Afspeelmodus menu FUNC. ............................... 159
Voorzorgsmaatregelen.................................. 160
Specicaties................................................... 160
144
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
ErgebeurtnietsalsuopdeON/OFF-knopdrukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
11).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
12).
• Controleer of het klepje van geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (=
13).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Debatterijraaktsnelleeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
Delenswordtnietingetrokken.
• Open het klepje van geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
13).
Debatterijisgezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op te
nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Weergave op een tv
Decamerabeeldenwordenvervormdofhelemaalnietweergegevenop
eentv(=
131).
Opnamen maken
Erkunnengeenopnamenwordengemaakt.
• Druk in de afspeelmodus (=
73) de ontspanknop half in (=
22).
Vreemdeweergaveophetschermbijweiniglicht(=
2 3 ).
Vreemdeweergaveophetschermbijopnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd,maarwelinlmswordenopgenomen.
• BijTL-ofLED-verlichtingkanhetschermikkeren.
Erisgeendatumstempelaandebeeldentoegevoegd.
• Congureerdeinstelling[Datumstemp. ] (=
14). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebtgecongureerd(=
36).
• Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamestanden (=
158) waarin deze
instellingnietkanwordengecongureerd(=
36).
[h]knippertophetschermwanneerdeontspanknopwordtingedrukt
enopnemenisnietmogelijk(=
3 0 ).
[ ]verschijntwanneerdeontspanknophalfwordtingedrukt(=
3 0 ).
• Stel [IS modus] in op [Continu] (=
68).
• Klapdeitseropensteldeitsmodusinop[h] (=
66).
• Verhoog de ISO-waarde (=
56).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil
te houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
68).
Deopnamenzijnnietscherp.
• Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
22).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
162).
• Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
41).
• Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
• Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (=
62, 65).
145
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
ErwordengeenAF-kadersweergegevenendecamerasteltniet
scherpwanneerdesluiterknophalfwordtindrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u
de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u de
ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te drukken.
Deonderwerpenindeopnamenzijntedonker.
• Klapdeitseropensteldeitsmodusinop[h] (=
66).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
55).
• Pas het contrast aan met i-Contrast (=
57, 91).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
55, 56).
Deonderwerpenzijntehelder,dehighlightszijnvervaagd.
• Klapdeitserinensteldeitsmodusinop[!] (=
28).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
55).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
55, 56).
• Verminder de belichting van het onderwerp.
Deopnamenzijntedonker,ondanksdaterisgeitst(=
3 0 ).
• Maakdeopnamebinnenhetbereikvandeits(=
162).
• Pasdehelderheidaanmetbehulpvanitsbelichtingscompensatieofdoorhet
itsuitvoerniveautewijzigen(=
66, 67).
• Verhoog de ISO-waarde (=
56).
Deonderwerpeningeitstefoto’szijntehelder,dehighlights
zijnvervaagd.
• Maakdeopnamebinnenhetbereikvandeits(=
162).
• Klapdeitserinensteldeitsmodusinop[!] (=
28).
• Pasdehelderheidaanmetbehulpvanitsbelichtingscompensatieofdoorhet
itsuitvoerniveautewijzigen(=
66, 72).
Erverschijnenwittestippenofanderebeeldartefactsin
geitsteopnamen.
• Ditkomtdoordathetlichtvandeitserwordtweerspiegelddoorstof-ofandere
deeltjes in de lucht.
Opnamenzienerkorreliguit.
• Verlaag de ISO-waarde (=
56).
Deonderwerpenhebbenrodeogen(=
3 8 ).
• Zet [Lamp Aan] op [Aan] (=
41) om het licht voor rode-ogenreductie (=
3)
teactivereningeitstefoto’s.Denkeromdatugeenopnamekuntmakenterwijlhet
licht voor rode-ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode
ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor
rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of
dichter bij het onderwerp te gaan.
• Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (=
91).
Hetschrijvennaareengeheugenkaartduurttelangofhetmakenvan
continu-opnamengaatlangzamer.
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
122).
InstellingenvooropnamenofvoorhetmenuFUNC.zijnnietbeschikbaar.
• Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnametabbladmenu” (=
152158).
Films opnemen
Deverstrekentijdwordtverkeerdweergegeven,ofdeopname
wordtonderbroken.
• Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijdverkeerdwordtweergegeven,delengtevandelmsopdegeheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnametijd (=
122, 162).
[ ]verschijntendeopnamestoptautomatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
122).
• Verlaag de beeldkwaliteit (=
39).
• Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (=
162).
In-enuitzoomenisnietmogelijk.
• In-enuitzoomenisnietmogelijkalsulmsopneemtindemodi[ ] (=
48) en
[
] (=
52).
Onderwerpenlijkenvervormd.
• Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen,
kunnen vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
146
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Afspelen
Afspelenisnietmogelijk.
• Ukuntmogelijkgeenbeeldenoflmsafspelenalsudebestandsnaamof
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg de “Softwarehandleiding”
(=
132) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Hetafspelenstoptofhetgeluidhapert.
• Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (=
122).
• Korteonderbrekingenzijnmogelijkalsulmsafspeeltdiezijngekopieerdnaar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
• Alsulmsafspeeltopeencomputermetonvoldoendecapaciteit,kunnenerkaders
wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluidwordtnietweergegeventijdenslms.
• Pas het volume aan (=
74) als [mute] is geactiveerd (=
119) of als het geluid
vandelmzwakis.
• Erwordtgeengeluidafgespeeldinlmsdiezijnopgenomenindemodus[
]
(=
48) of [ ] (=
52) omdat in deze modi geen geluid wordt opgenomen.
Geheugenkaart
Degeheugenkaartwordtnietherkend.
• Herstart de camera met de geheugenkaart erin (=
21).
Computer
Kangeenbeeldenoverdragennaareencomputer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtssnelheid te verlagen:
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop <n>
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen <o> en <m>. Druk in het volgende
scherm op de knoppen <q><r> om [B] te kiezen. Druk daarna op de knop <m>.
Wi-Fi
HetWi-Fi-menukannietwordengeopenddooropdeknop<o>tedrukken.
• Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus
en probeer het opnieuw.
• In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden geopend tijdens gedetailleerde
informatieweergave, vergrote weergave of indexweergave. Schakel over naar de
enkelvoudige weergave en een andere weergavemodus dan de gedetailleerde
informatieweergave. Het Wi-Fi-menu kan ook niet worden geopend tijdens
gegroepeerdafspelenofindegelterdebeeldweergaveopbasisvanopgegeven
voorwaarden.Annuleerafspelenineengroepofgelterdafspelen.
• Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
Kangeenapparaat/bestemmingtoevoegen.
• Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (=
115).
• Gebruik een computer of smartphone om webservices te registreren (=
97).
• Om een smartphone toe te voegen, installeert u eerst de toepassing CameraWindow
op uw smartphone (=
100).
• Om een computer toe te voegen, installeert u eerst de toepassing CameraWindow op
uw computer. Controleer ook de omgeving en instellingen van uw computer en Wi-Fi
(=
101, 103).
•
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van storingsbronnen,
zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz
band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Erkangeenverbindingmethettoegangspuntwordengemaakt.
• Controleer of het kanaal van het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat de
camera ondersteunt (=
161). In plaats van kanalen automatisch toe te laten wijzen,
wordt aangeraden om handmatig een ondersteund kanaal aan te geven.
147
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Kangeenbeeldenverzenden.
• Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte
op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera
staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
Kandebeeldgroottenietwijzigenvoorverzending.
• De afbeeldingsgrootte kan niet aangepast worden naar een hogere resolutie dan
de oorspronkelijke resolutie.
• Degroottevanlmskannietwordenaangepast.
Hetverzendenvanbeeldenduurtlang./Dedraadlozeverbinding
isverbroken.
• Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen naar [
] of [ ] om het verzenden te versnellen (=
111).
• Hetkanlangdurenomlmsteverzenden.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op
de 2,4 GHz band werken. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als [
]
wordt weergegeven.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Als u afbeeldingen naar een computer verzendt vanaf een geheugenkaart met een
groot aantal afbeeldingen (ongeveer 1.000), kan de verbinding worden verbroken.
Importeer de noodzakelijke afbeeldingen naar een computer en verklein het aantal
afbeeldingen op de geheugenkaart door overbodige afbeeldingen te wissen.
WisdegegevensvandeWi-Fi-verbindingvoordatudecamera
weggooitofaaniemandandersgeeft.
• Reset de instellingen voor Wi-Fi (=
117).
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geengeheugenkaart
• Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (=
13).
Geheugenkaartopslot
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld.
Ontgrendel het schuifje voor de schrijfbeveiliging (=
12).
Kannietopnemen
• U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (=
13).
Geheugenkaartfout(=
122)
• Als dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde geheugenkaart
(=
2) hebt geformatteerd en correct hebt geplaatst, neemt u contact op met een
helpdesk van Canon Klantenservice (=
13).
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart op opnamen te maken
(=
28, 43, 54, 69) of beelden te bewerken (=
8991). Wis overbodige
beelden (=
84) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (=
12).
Laaddeaccuop(=
1 1 )
Geenbeeld.
• De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd!(=
8 1 )
Onbekendbeeld/IncompatibleJPEG/Beeldtegroot./KangeenMOV
afspelen/KangeenMP4afspelen.
• Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
148
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Kannietvergroten!/KanditnietafspeleninSmartShufe/Kanniet
roteren/Kanbeeldnietwijzigen/Kannietwijzigen/KannietaanCat.
toekennen/Nietselecteerbaarbeeld.
• De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met
een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een
sterretje(*)nietbeschikbaarzijnvoorlms.
Vergroten* (
=
79),SmartShufe*(
=
80), Roteren (
=
86), Favorieten (
=
88),
Bewerken* (
=
8992), Printlijst* (
=
138) en Fotoboek instellen* (
=
141).
• Gegroepeerde beelden kunt u niet bewerken (
=
51).
Ongeldigselectiebereik
• U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (=
83, 86, 140) en u probeerde
als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of omgekeerd.
Selectielimietbereikt
• U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (=
138) of
fotoboekinstellingen (=
141). Selecteer 998 beelden of minder.
• De instellingen voor de printlijst (=
138) of voor de fotoboekinstellingen (=
141)
konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden
en probeer het opnieuw.
• U probeerde 500 beelden of meer te kiezen bij Beveilig (=
81), Wissen (=
84),
Favorieten (=
88), Printlijst (=
138) of Fotoboek instellen (=
141).
Communicatiefout
•
Er konden geen beelden naar de computer worden overgedragen of worden afgedrukt
vanwege het te grote aantal beelden (ongeveer 1.000) dat is opgeslagen op de
geheugenkaart. Gebruik een USB-kaartlezer om de beelden te downloaden. Plaats de
geheugenkaart rechtstreeks in de kaartsleuf van de printer om af te drukken.
Foutinbenaming.
• De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat
het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en
het maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig
op het tabblad [3] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (=
123) of formatteer de
geheugenkaart (=
122).
Lensfout
• Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de
camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafoutgedetecteerd(foutnummer)
• Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
bestandsfout
• Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (=
134), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Printfout
• Controleer de instelling voor het papierformaat (=
136). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekusseninktvol
• Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om
een vervangend inktabsorptiekussen.
Wi-Fi
Verbindingmislukt
• Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (=
103).
• Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
• Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om
verbinding te maken.
149
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Kantoegangspuntnietbepalen
• De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt.
Probeer opnieuw verbinding te maken.
Geentoegangspuntengevonden
• Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
• Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met
een toegangspunt.
Wachtwoordisonjuist/OnjuistebeveiligingsinstellingenWi-Fi
• Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (=
103).
IP-adresconict
• StelhetIP-adresopnieuwinzodatergeenconictismeteenanderIP-adres.
Verbindingverbroken/Bestand(en)nietontvangen/Bestand(en)
nietverzonden
• Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons,
Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
Bestand(en)nietverzonden
Geheugenkaartfout
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien
dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart
correct hebt geplaatst.
Bestand(en)nietontvangen
Teweinigkaartruimte
•
Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de camera die de bestemming
is om beelden te ontvangen. Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart
of plaats een geheugenkaart met voldoende ruimte.
Bestand(en)nietontvangen
Geheugenkaartopslot
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat
in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
Bestand(en)nietontvangen
Foutinbenaming!
• Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn
bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen.
Onvoldoenderuimteopserver
• Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
•
Sla de beelden die via Beeldsynchronisatie (
=
113)
zijn verzonden op uw computer op.
Controleernetwerkinstellingen
• Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken
met internet.
150
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Batterijniveau
(=
150)
Wit balans (=
57)
My Colors (=
58)
Transport mode
(=
59)
Eco-modus
(=
120)
Zelfontspanner
(=
35)
Waarschuwing:
camera beweegt
(=
30)
Meetmethode
(=
56)
Fotocompressie
(=
67),
Resolutie (=
38)
Foto’s: Aantal
opnamen (=
161)
Filmresolutie
(=
39)
Films: Resterende
tijd (=
162)
Digitale
zoomvergroting
(=
32), Digitale
telelens (=
62)
AF Frame (=
62),
Spotmeting-
puntkader (=
56)
Scherpstelbereik
(=
60, 61),
AF lock (=
65),
IS-moduspictogram
(=
31)
Opnamemodus
(=
152),
Compositie pictogram
(=
31)
Flitsermodus
(=
66)
Rode-ogencorrectie
(=
38)
itsbelichtings-
compensatie /
itsuitvoerniveau
(=
66, 72)
Datumstempel
(=
36)
ISO-waarde
(=
56)
i-Contrast (=
57)
Belichtingscompen-
satiebalk (=
55)
AE lock (=
55),
FE-vergrendeling
(=
67)
Sluitertijd
(=
70, 71)
Diafragmawaarde
(=
70, 71)
Belichtings-
compensatieniveau
(=
55)
Raster (=
39)
Zoombalk (=
28)
Knipperdetectie
(=
40)
Automatisch
(=
33)
MF-indicator
(=
61)
Belichtingsschuifbalk
Windlter
Tijdzone (=
120)
Beeldstabilisatie
(=
68)
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijna leeg; batterij moet worden opgeladen
[Laad de accu op] Leeg; batterij moet onmiddellijk worden opgeladen
151
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Films
(=
28, 74),
High-speedburst HQ
(=
51)
Opnamemodus
(=
152)
ISO-waarde
(=
56),
Afspeelsnelheid
(=
48, 52)
Belichtings-
compensatieniveau
(=
55) /
Belichtingsniveau
(=
52)
Wit balans (=
57)
Histogram (=
75)
Groep afspelen
(=
78)
Compressie
(beeldkwaliteit)
(=
67) /
Resolutie (=
38),
MOV(lms)
Beeldsynchronisatie
(=
113)
Batterijniveau
(=
150)
Meetmethode
(=
56)
Mapnummer –
bestandnummer
(=
123)
Nummer huidig
beeld / totaal aantal
beelden
Sluitertijd (foto’s)
(=
70),
Beeldkwaliteit /
aantal beelden
(lms)(=
39)
Diafragmawaarde
(=
70, 71)
Flitsbelichtings-
compensatie
(=
66),
Flitser (=
66)
Scherpstelbereik
(=
60, 61)
Bestandsgrootte
Foto’s: Resolutie
(=
161)
Films: Afspeeltijd
(=
162)
Beeld bewerken
(=
8991)
Favorieten (=
88)
Beveiligen (=
81)
My Colors
(=
58, 90)
Rode-ogencorrectie
(=
38, 91)
Opnamedatum/-tijd
(=
14)
i-Contrast
(=
57, 91)
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt
op een tv (=
128).
Overzichtvanlmbedieningspaneelin“Bekijken”
(=
7 4 )
Afsluiten
Afspelen
Slow motion (Om de afspeelsnelheid aan te passen, druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop
<5>
. Er wordt geen geluid afgespeeld.)
Achteruit springen* of Vorige clip (=
93) (Om verder terug te springen,
houdt u de knop
<m>
ingedrukt.)
Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vooruit springen* of Volgende clip (=
93) (Om verder vooruit te springen,
houdt u de knop
<m>
ingedrukt.)
*
Bewerken (=
92)
Clipwissen(verschijntalleenwanneerueendigest-lm(=
93) hebt
geselecteerd)
c
Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer
(=
134).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
• Tijdenshetafspelenvanlmskuntuvooruitofachteruitspringen(ofnaarde
vorige of volgende clip) door op de knoppen <q><r> te drukken.
152
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
Belichtingscompensatie (=
55)
O O O
*1
O O O O O O O O O O O O
O
ISO-waarde (=
56)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O O
O
Zelfontspanner (=
35)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
] [ $
O O O O O O O O
O O O O O O O O O
O O
Instellingen voor zelfontspanner (=
36)
Vertraging*
2
O O O O O O O O
O O O O O O O O O
O O
Beelden*
3
O O O O O O
O
O O O O O O O O O
Flitser (=
66)
O O O O O O
O O
O O O O O O
h
O O O O O
O O O
O
O O O O O O
Z
O
O O
*4
O
!
O
O
O O O
Av/tv-instellingen (=
70)
Diafragmawaarde
O O
Sluitertijd
O
O
*1 Instellingen [Donker - Licht] (=
45).
*2 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in standen zonder selectie van het
aantal opnamen.
*3 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het
aantal opnamen.
*4 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [Z].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
153
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
Program Shift (=
56)
O O O
O
AE Lock/FE Lock*
1
(=
55, 67)
O O O
O
AElock(lm)/Belichting(=
52)
O
Scherpstelbereik (=
60, 61, 65)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
e f
O O O O O
O O
O O O
O O O O O O O O O
AF Tracking (=
63)
O O O O O
O
O O O
O O O O
Schermweergave (=
23)
Informatieweergave/Geen informatieweergave
O O O O O O O O
O O O O
O O O O O
*1FE-vergrendelingnietbeschikbaarindeitsmodus[!].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
154
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Menu FUNC.
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
Wit balans (=
57)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O O
O
O O O
O O
My Colors (=
58)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
*
2
O O O O
O
O
O O
Transport mode (=
59)
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O
O O O O
O
O O O O O O O O O O O
*
3
O O O O
O O O O O O O O O O
Flitsbelichtingscompensatie (=
66)
O O O
O
Flitsuitvoerniveau (=
72)
O O O
Meetmethode (=
56)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O O
O
O O O O
O
Hoogte/breedte foto (=
37)
O O O O
O
O O
O O
*4
O O O O
*1 Wit balans is niet beschikbaar.
*2 Instellen in een bereik van 1–5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen, blauw
en huidtinten.
*3 [
] wordt ingesteld bij [f], AF lock of [t].
*4 Alleen [
] en [ ] zijn beschikbaar.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
155
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
Resolutie (=
38)
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O
O O O O
O O
O O O
O O
O O O O
O O O O
O O
O O O
Compressie (=
67)
O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Filmkwaliteit (=
39)
O O O O O O O O O O O O O O
O O O O O O
O O O O
O O O O O O O O O
*1
O O O O O O
O O O O
O O O O O O O O O
*1
O O O O O O
O
*1 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch aangepast (=
48).
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
156
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
4
Opnametabbladmenu
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
AF Frame (=
62)
Gezichts-AiAf
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
AF Tracking
O O O O O
O
O O O
O O O O
Centrum
O O O O O
O O
O O O O O
O O O O O O O
AF Frame-formaat*
1
(=
62)
Normaal
O O O O O
O O
O O O
O
O O O O O O O
Klein
O O O O O
O O
O O O
O O O O O O O
Digitale zoom (=
32)
Standaard
O O O O O O
O O
O O
O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
1,5x/2,0x
O O O O O
AF-Punt Zoom (=
40)
Aan
O O O O O O
O O O O O
O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Servo AF (=
64)
Aan
O O O O O
O
O O
O O O O
Uit*
2
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Continu (=
65)
Aan
O O O O O O O O O O
O
O O O O O O O O O
Uit
O O O O O
O
O O O O O O O O O O
AF-hulplicht (=
41)
Aan
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O
O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
MF-Punt Zoom (=
40)
Aan
O O O O O
O
O O O
O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*1 Beschikbaar wanneer het AF-kader is ingesteld op [Centrum].
*2 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd in de modus [
].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
157
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
Veiligheids MF (=
61)
Aan
O O O O O
O O
O O O
O O O O O O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Flits Instellingen (=
38, 41, 66, 67, 72)
Flitsermodus
Auto
O O O O O O O O
O O
O O O O O O
Handmatig
O O O
Rode-Ogen
Aan
O O O O
O O O O
O O
Uit
O O O O O O O O O
O O
O O O O O O
Lamp Aan Aan/Uit
O O O O O O O O O
O O
O O O O O O
Flitsbel. comp.
O O O
O
Flits output
O O O
Veiligheids FE
Aan
O O O O O O O O
O O
O O O O O O
Uit
O O O O O
O
i-Contrast (=
57)
Auto
O O O O
O O
O O
Uit
O O O O O
O O O
O O O O O O O O O O O
Safety Shift (=
70)
Aan
O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Windlter
Aan/Uit
O O O O O O O O O O O O O O
O O O O O O
Afbeelding direct bekijken (=
41)
Weergavetijd
Uit/Snel/2 sec./4 sec./
8 sec./Vastzetten
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Scherminfo Uit/details
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
158
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
P t E
Knipperdetectie (=
40)
Aan
O O O O O O O O O
O O
O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Raster (=
39)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
IS-instellingen (=
68)
IS modus
Uit/Continu
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Opname
O O O O O
O O O O O O O O O O O O O
Dynamic IS
1
O O O O O O O O O O O O O O
O O O O O O
2
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Beeldgebied (=
33)
Groot/Medium/Klein
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Automatisch (=
34)
Uit/Aan
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O
Datumstempel (=
36)
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Datum / Datum & Tijd
O O O O O O O O O
O O
O
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
159
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
3 Tabbladmenu Instellen
Item Ziepagina
Item Ziepagina
mute
=
119
Formatteren
=
122
Volume
=
119
Bestandsnummering
=
123
Hints en tips
=
119
Maak folder
=
123
Datum/Tijd
=
14
Maateenheden
=
123
Tijdzone
=
120
Video Systeem
=
131
Lens intrekken
=
120
Ctrl via HDMI
=
129
Eco-modus
=
120
Instellingen Wi-Fi
=
94
Spaarstand
=
21, 121
Certicaatlogo
weergeven
=
124
LCD Helderheid
=
121
Taal
=
15
opstart scherm
=
121
Reset alle
=
124
1 Tabbladmenu Afspelen
Item Ziepagina Item Ziepagina
Digest-lmsweerg./afsp.
=
76
Roteren
=
86
Diavoorstelling
=
79
Favorieten
=
88
Wissen
=
84
Fotoboek instellen
=
141
Beveilig
=
81
i-Contrast
=
91
Rode-Ogen Corr.
=
91
Beelden groep.
=
78
Trimmen
=
89
Autom. draaien
=
87
Veranderen
=
89
Ga verder
=
75
My Colors
=
90
Overgang
=
75
Beeld scrollen
=
75
2 Tabbladmenu Print
Item Ziepagina Item Ziepagina
Print
Sel. alle beelden
=
140
Sel. beeld & aantal
=
139
Wis alle selecties
=
140
Select. reeks
=
140
Print instellingen
=
138
Afspeelmodus menu FUNC.
Item Ziepagina Item Ziepagina
Roteren
=
86
Gekopp.Digest-lmafsp.
=
76
Beveilig
=
81
Groep afspelen
=
78
Favorieten
=
88
SmartShufe
=
80
Print
=
134
Beeld zoeken
=
77
Film afspelen
=
74
Diavoorstelling
=
79
160
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Voorzorgsmaatregelen
• De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
• Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan
leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
• Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft
u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje. Niet hard
wrijven of hard drukken.
• Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten
om de camera of het scherm schoon te maken.
• Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk
van Canon Klantenservice.
• Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u
de camera uit de tas haalt.
• Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht
tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
• Voordat u een batterij gedurende langere tijd gaat opbergen, moet u
de resterende lading opgebruiken, de batterij uit de camera halen en
in een plastic zak of vergelijkbare verpakking bewaren. Wanneer u een
gedeeltelijk opgeladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt,
kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
Specicaties
Effectievepixelsin
decamera(max.)
Ongeveer 12,1 miljoen pixels
Focuslengtelens
30x zoom: 4.3 (G)–129.0 (T) mm
(equivalentaan35mm-lm:24(G)–720(T)mm)
LCD-monitor
Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in)
Effectieve pixels: Circa 461.000 pixels
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF
(versie 1.1)
Gegevenstype
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG)
Films: MOV (video: H.264; audio: Linear PCM (stereo))
Interface
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (stereo)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
Stroombron
Batterij NB-6LH
Voedingsadapterset ACK-DC40
Afmetingen(gebaseerd
opCIPA-normen)
104,0 x 69,5 x 80,2 mm
Gewicht(gebaseerd
opCIPA-normen)
Circa 349 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 316 g (alleen camerabehuizing)
161
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Wi-Fi-functies
Standaard
IEEE802.11b/g/n*
* Enkel 2,4 GHz band
Verzendmethoden
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
Communicatiemodi
Infrastructuurmodus*
1
, Ad hoc-modus*
2
*1 Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
*2 Wi-Fi CERTIFIED IBSS
Ondersteunde
kanalen
1–11 (PC2009/PC2060) of 1–13 (PC2008)
Modelnummers aangegeven tussen haakjes (=
166)
Beveiliging
WEP, WPA-PSK (AES/TKIP),
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd
Aantal opnamen Circa 250
Eco-modus aan Circa 330
Opnametijd lm*
1
Ongeveer 50 minuten
Continu-opnamen*
2
Ongeveer 1 uur en 30 minuten
Afspeeltijd Circa 5 uur
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2Beschikbaretijdvoorherhaaldelijkopnemenvanmaximumlmlengte(totopname
automatisch wordt gestopt).
•Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor
metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
•Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
•Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart
Opnamepixels
Compressie-
verhouding
Aantal opnamen per geheugenkaart
(aantal opnamen bij benadering)
8 GB 32 GB
(Groot)
12M/4000x3000
1497 6044
2505 10115
(Medium 1)
6M/2816x2112
2855 11526
4723 19064
(Medium 2)
2M/1600x1200
7442 30040
12927 52176
(Klein)
0.3M/640x480
27291 110150
40937 165225
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een beeldverhouding van 4:3. Als de
verhouding is gewijzigd (=
37), kunnen er meer opnamen worden gemaakt, omdat
per opname minder gegevens worden gebruikt dan bij opnamen van 4:3. Aangezien
[
] 16:9-beelden echter een resolutie hebben van 1920 x 1080 pixels, zijn hiervoor
meer gegevens nodig dan voor 4:3-beelden.
162
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
Opnametijdpergeheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijdpergeheugenkaart
8GB 32GB
29 min. 37 sec. 1 uur 59 min. 41 sec.
42 min. 09 sec. 2 uur 50 min. 17 sec.
1 uur 28 min. 53 sec. 5 uur 59 min. 05 sec.
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip 4 GB is, of
wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en 59 seconden is bij opnemen in [
]
of [
], of na circa 1 uur opnemen in [ ].
•Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 6-geheugenkaarten of
hoger gebruiken.
Flitsbereik
Maximale groothoek (j)
50 cm–5,0 m
Maximale telelens (i)
50 cm–3,0 m
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximalegroothoek
(j)
Maximaletelefoto
(i)
0 cm–oneindig 1,4 m–oneindig
Andere modi
5 cm–oneindig 1,4 m–oneindig
e
*
0 cm–50 cm
f
*
0 cm–oneindig 1,4 m–oneindig
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Snelheidcontinu-opnamen
Opnamemodus ModusContinueOpname Snelheid
G
W
Circa 3,8 beelden/sec.
Circa 1,0 beelden/sec.
Circa 1,0 beelden/sec.
Circa 10,5 beelden/sec.
163
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
BatterijNB-6LH
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 3,7 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 1060 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0–40°C
Afmetingen: 34,4 x 41,8 x 6,9 mm
Gewicht: Circa 22 g
BatterijladerCB-2LY/CB-2LYE
Nominale invoer: 100–240 V wisselstroom (50/60 Hz), 0,085 A (100 V)–0,05 A
(240 V)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,7 A
Oplaadduur: Circa 2 uur (bij gebruik van NB-6LH)
Oplaadlampje: Opladen: oranje/
Volledig opgeladen: groen (systeem met twee indicatielampjes)
Bedrijfstemperatuur: 0–40°C
Sluitertijd
[ ]-modus, automatisch ingesteld
bereik
15–1/1600 sec.
Beschikbare waarden in modus [M]
(sec.)
15, 13, 10, 8, 6, 5, 4, 3.2, 2.5, 2, 1.6, 1.3, 1,
0.8, 0.6, 0.5, 0.4, 0.3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/8, 1/10,
1/13, 1/15, 1/20, 1/25, 1/30, 1/40, 1/50, 1/60,
1/80, 1/100, 1/125, 1/160, 1/200, 1/250, 1/320,
1/400, 1/500, 1/640, 1/800, 1/1000, 1/1250,
1/1600
Diafragma
f/nummer f/3.4 / f/8.0 (G)–f/5.8 / f/8.0 (T)
Beschikbare waarden in modus [B]*
f/3.4, f/4.0, f/4.5, f/5.0, f/5.6, f/5.8, f/6.3, f/7.1,
f/8.0
* Afhankelijk van de zoompositie zijn mogelijk niet alle diafragmawaarden beschikbaar.
164
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
E
Eco-modus ..........................................120
Extra levendig (opnamemodus).............47
F
FE-vergrendeling ...................................67
Films
Beeldkwaliteit (resolutie/aantal
beelden) ..........................................39
Bewerken ........................................92
Opnameduur .................................162
Filmsynopsis (opnamemodus)...............44
Fisheye-effect (opnamemodus) ............. 47
Flitser
Aan .................................................. 66
Flitsbelichtingscompensatie ............66
Focusvergrendeling ............................... 62
Fotoboek instellen ...............................141
Foutmeldingen ..................................... 147
G
Geheugenkaarten .................................... 2
Opnameduur .................................162
Geluiden .............................................. 119
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) .......... 63
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus)
....................................50
GPS .......................................................75
A
Aangepaste witbalans ...........................58
Aansluiting ...................129, 130, 131, 134
Accessoires .........................................127
AE lock ..................................................55
Afdrukken ............................................134
AF-kaders ..............................................62
AF lock...................................................65
Afspelen
Bekijken
AF Tracking ...........................................63
AUTO-modus
(opnamemodus)
........................17, 22, 28
AV-kabel ..............................................130
Av (opnamemodus) ...............................70
B
Batterij
Eco-modus ....................................120
Level..............................................150
Opladen........................................... 11
Spaarstand ...................................... 21
Batterijlader .....................................2, 127
Beelden
Afspelen
Bekijken
Beveiligen........................................81
Weergaveduur ................................. 41
Wissen ............................................84
Beelden naar een andere
camera verzenden ................................. 96
Beelden naar een smartphone
verzenden
.............................................. 96
Beelden opslaan op een computer ...... 112
Beelden verzenden.............................. 110
Beelden verzenden naar
een computer.........................................97
Beelden verzenden naar een printer
.....97
Beelden verzenden naar webservices...96
Beeldkwaliteit
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
Beeldsynchronisatie ............................ 113
Bekijken .................................................18
Beeld zoeken ..................................77
Diavoorstelling.................................79
Enkelvoudige weergave .................. 18
Indexweergave ................................ 77
SmartShufe ..................................80
Tv-weergave .................................128
Vergrote weergave .......................... 79
Belichting
AE lock ............................................55
Compensatie ................................... 55
FE-vergrendeling.............................67
Bestandsnummering............................123
Beveiligen ..............................................81
Bewerken
Bijsnijden ......................................... 89
Het formaat van beelden wijzigen ... 89
i-Contrast.........................................91
My Colors ........................................90
Rode-ogencorrectie.........................91
Breedbeeld (resolutie) ...........................38
Index
C
Camera
Reset alle ......................................124
Camerabeweging ..................................68
CameraWindow (computer).................101
CameraWindow (smartphone).............100
CANON iMAGE GATEWAY ................... 95
Centrum (modus AF Frame) .................. 62
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit).......................................67
Continu-opnamen maken
......................59
Snel na elkaar (opnamemodus) ...... 51
Creatievelters(opnamemodus) ..........47
D
Datum/tijd
Datumstempels toevoegen .............36
Datum/tijd-batterij ............................ 15
Instellingen ...................................... 14
Wereldklok ....................................120
Wijzigen...........................................14
DC-koppelstuk .....................................131
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen .................................................16
Diavoorstelling .......................................79
Digitale telelens .....................................62
Digitale Zoom ........................................32
Directe effecten (opnamemodus) ..........45
DPOF ...................................................138
Draagriem
Riem
165
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-,Av-en
M-modus
V
Verbinding maken via
een toegangspunt
................................ 103
Verbinding maken zonder
een toegangspunt ................................ 107
Verbindingsinformatie bewerken
of wissen.............................................. 11
5
Vergrote weergave
................................79
Verhouding ............................................37
Voeding................................................127
Batterij
Voedingsadapterset
Voedingsadapterset .....................127, 131
Vuurwerk (opnamemodus) ....................46
W
Weinig licht (opnamemodus) .................46
Wereldklok ........................................... 120
Wi-Fi
Verbinden en beelden verzenden ...96
Wi-Fi-functies .........................................94
Wi-Fi-menu ..........................................102
Wissen ................................................... 84
Wit balans (kleur)...................................57
Z
Zelfontspanner.......................................35
2 seconden-zelfontspanner ............. 35
De zelfontspanner aanpassen ........36
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) .............................. 50
Zoeken...................................................77
Zoomen .....................................17, 28, 32
Zwart-witfoto’s .......................................58
Scherpstelbereik
Handmatig scherpstellen.................61
macro ..............................................60
Scherpstellen
AF-kaders........................................62
AF lock ............................................65
AF-Punt Zoom ................................. 40
Servo AF .........................................64
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Sepiakleurige beelden ........................... 58
Servo AF ................................................ 64
SmartShufe ......................................... 80
Sneeuw (opnamemodus) ......................46
Snel na elkaar (opnamemodus) ............51
Software
Beelden opslaan op
een computer
................................133
Spaarstand ............................................21
Speels effect (opnamemodus) ...............49
Standaardwaarden
Reset alle
Stereo AV-kabel ...................................128
Superslow-motionlm(lmmodus) ......52
T
Taal van LCD-scherm ............................ 15
Transportmodus ....................................59
Trimmen ........................................89, 136
Tv (opnamemodus) ...............................70
Tv-weergave ........................................ 128
Modus Camera toegangspunt .............107
Modus Discreet (opnamemodus) ..........44
Monochroom (opnamemodus) ..............49
My Colors ........................................58, 90
O
Opnamen maken
Opnamedatum/-tijd
Datum/tijd
Opname-informatie .......................150
P
P (opnamemodus) .................................55
PictBridge ....................................128, 134
Polsriem
Riem
Portret (opnamemodus).........................46
Poster-effect (opnamemodus) ...............47
Problemen oplossen ............................ 144
Programma automatische belichting .....55
R
Raster ....................................................39
Reizen met de camera ........................120
Reset alle.............................................124
Resolutie (beeldgrootte) ........................38
Riem .................................................. 2, 11
Rode-ogencorrectie ......................... 38, 91
Roteren .................................................. 86
S
Scherm
Menu
Menu FUNC., Menu
Pictogrammen .......................150, 151
Taal van LCD-scherm......................15
H
Handmatig scherpstellen
(scherpstelmodus) .................................61
HDMI-kabel..........................................127
Het formaat van beelden wijzigen .........89
Hulp bij zoomkader ................................ 33
I
i-Contrast .........................................57, 91
Indicator ................................................. 26
Inhoud van de verpakking .......................2
ISO-waarde ...........................................56
K
Kleur (witbalans) .................................... 57
Klok........................................................26
Knipperdetectie......................................40
L
Lampje ................................................... 41
Lichtnet ................................................131
M
M (opnamemodus) ................................71
Macro (scherpstelmodus) ...................... 60
Meetmethode.........................................56
Menu
Basishandelingen ............................ 24
Tabel..............................................152
Menu FUNC.
Basishandelingen ............................ 23
Tabel......................................154, 159
Miniatuureffect (opnamemodus) ............ 48
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
166
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN)
• Het modelnummer van de camera is
PC2009/PC2060/PC2008 (inclusief WLAN-
module model WM219). Om uw model te
identiceren,controleertuhetnummerdat
begint met PC op het label op de onderzijde
van de camera.
• Landen en regio’s waarin WLAN-gebruik is toegestaan
Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s en illegaal
gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften. Om te
voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN schendt,
controleert u op de website van Canon waar het gebruik is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN in
andere landen en regio’s.
• Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit wettelijke
gevolgen hebben:
- Het product wijzigen of aanpassen
- Decerticeringslabelsvanhetproductverwijderen
• Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
• Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het
onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet
worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop
een VS-handelsembargo van toepassing is.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen kunnen
worden gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het product, de
gevolgen van radiogolven of statische elektriciteit, of een ongeval of fout.
Noteer de draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel. Houd er
rekening mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor directe of indirecte
schade of verlies van inkomsten als gevolg van het verslechteren of
verdwijnen van inhoud.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
• Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal
van dit product.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van
ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit
product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen.
• Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
• Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze
apparaten beïnvloeden.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
167
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
Voorzorgsmaatregelen voor storing
van radiogolven
•
Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die radiogolven
uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver mogelijk
van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten niet op
hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
DitproductisgeïnstalleerdmetdeWLAN-moduledieisgecerticeerdvolgensnormen
die zijn ingesteld door IDA Singapore
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
• Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten
op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt
(onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven. Als u
probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze probeert te
gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden beschouwd.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer geen
verbinding te maken met andere onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
• Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
• Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot
uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in
andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis van
Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en gemak
wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
De camera kan via Wi-Fi afdrukken naar PictBridge-
compatibele printers. Dankzij de technische PictBridge-
normen kunnen digitale camera’s, printers en andere
apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar verbinding
maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS over
IP PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen
mogelijk. De camera is ook compatibel met deze norm.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
168
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR
EEN ONJUIST TYPE.
HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE
VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Informatie over handelsmerken
•
Windows en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep
van bedrijven.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd
in de VS en andere landen.
• App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc.
• Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
•
HDMI, het HDMI-logo en High-Denition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Wi-Fi
®
, Wi-Fi Alliance
®
, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™ zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
• Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaren.
• Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven
door Microsoft.
• This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the
AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video. No license is granted
or implied for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
Vrijwaring
• Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden
gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard
zonder toestemming van Canon.
• Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding
te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
• De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
• Ongeacht de bovenstaande mededelingen is Canon niet aansprakelijk
voor schade die voortvloeit uit verkeerd gebruik van de producten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168

Canon PowerShot SX510 HS Handleiding

Type
Handleiding