Canon PowerShot G16 Handleiding

Type
Handleiding
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
© CANON INC. 2013 CEL-SU7ZA280
• Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s
te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
• Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan,
klikt u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vanuit de pagina’s met een hoofdstuktitel kunt u naar
onderwerpen gaan door op de titels ervan te klikken.
• Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
“Veiligheidsmaatregelen” (=
8) voordat u de camera
in gebruik neemt.
• Door deze handleiding te lezen, leert u de camera
correct te gebruiken.
• Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de
toekomst kunt raadplegen.
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera Batterij
NB-10L
(met aansluitingenklepje)
Batterijlader
CB-2LC/CB-2LCE
Draagriem Introductiehandleiding Canon
garantiesysteemboekje
•Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=
2).
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
• SD-geheugenkaarten*
1
• SDHC-geheugenkaarten*
1
*
2
• SDXC-geheugenkaarten*
1
*
2
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werkingindezecamerageverieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
• Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet
aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige
fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die
ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden
gelezen door apparaten.
•
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een
overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname
gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het
auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of
tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
• Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de garantie-
informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor de Canon
Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
• Hoewel het LCD-scherm en de zoeker onder productieomstandigheden
voor uitzonderlijk hoge precisie zijn vervaardigd, en meer dan 99,99%
vandepixelsvoldoetaandeontwerpspecicaties,kunnenpixelsin
zeldzame gevallen gebreken vertonen of als rode en zwarte punten
zichtbaar zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en
heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
• Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
• De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Namen van onderdelen en conventies
die in deze handleiding worden gebruikt
Knop voorkant
Lampje
Lens
Zoomknop
Opnamen maken: <i (telefoto)> /
<j (groothoek)>
Afspelen: <k (vergroten)> /
<g (index)>
Riembevestigingspunt
Ontspanknop
ON/OFF-knop/lampje
Programmakeuzewiel
Flitsschoentje
< (Flitser omhoog)>-schakelaar
Flitser
Luidspreker
Vergrendelknop ring
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Klepje van geheugenkaart/
batterijhouder
Aansluiting statief
• Opnamemodi en pictogrammen of tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
•
: Wat u beslist moet weten
•
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
• =xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor
een paginanummer)
• De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
• Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
• De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor
foto’s,lmsofvoorbeide.
Foto’s
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
nemen of bekijken van foto’s.
Films
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
makenofbekijkenvanlms.
4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Antenne voor Wi-Fi
Knop < (Snelkies)>
Knop <+ (AE lock/FE-lock)> /
<
(Beeldweergavelteren)>
Knop < (ISO-waarde)> /
<a (1 beeld wissen)>
Scherm (LCD-scherm)
Dioptrie-instelknop
Zoeker
Microfoon
Indicator
Belichtingscompensatieknop
Knop <1 (Afspeel)>
Filmknop
Externe aansluiting
AV OUT (Audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
HDMI
TM
-aansluiting
Knop <n>
Knop < (AF Frame)> /
<
(Wi-Fi)>
Knop <f (Handmatig
scherpstellen)> / Omhoog
Knop <e (Macro)> / Links
Controleknop
FUNC./SET-knop
Knop <h (Flitser)> / Rechts
Knop <l (Weergave)> /
Omlaag
Aan de controleknop draaien is één
van de mogelijkheden om verschillende
instellingen te kiezen, van beeld naar
beeld te gaan en andere handelingen
uit te voeren. Het merendeel van deze
handelingen kunt u ook uitvoeren met de
knoppen <o><p><q><r>.
• In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en controleknoppen aan te duiden waarop de
pictogrammen zijn afgebeeld of waar ze op lijken.
• De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met
de volgende pictogrammen aangeduid:
<7> Controleknop
aan
de achterkant
<q> Knop links aan
de achterkant
<z> Knop
aan
de voorkant
<r> Knop rechts aan
de achterkant
<o> Knop omhoog
aan
de achterkant
<p> Knop omlaag aan
de achterkant
5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Helderheid van het beeld
(Belichting)
.......................................68
Kleur- en continu-opnamen
maken
...............................................74
Opnamebereik en scherpstellen ......77
Flitser ................................................85
RAW-beelden opnemen ...................88
Overige instellingen ..........................89
5 Tv-,Av-,M-,C1-en
C2-modus
...............................91
Speciekesluitertijden
(Modus [Tv])
.....................................92
Speciekediafragmawaarden
(Modus [Av]) .....................................93
Speciekesluitertijdenen
diafragmawaarden (Modus [M]) .......93
Aanpassing voor opnamestijlen .......95
Het menu FUNC. aanpassen
(Lay-out FUNC.-menu) ....................98
6 Afspeelmodus......................101
Bekijken ..........................................102
Door beelden bladeren
en
beeldenlteren ..........................105
Gezichts-ID-gegevens bewerken...108
Opties voor het weergeven
van foto’s
........................................109
Beelden beveiligen ......................... 111
Beelden wissen ..............................114
Beelden roteren ..............................116
Beelden markeren als favoriet .......117
Handige bediening met behulp
van de
knop < > ........................118
Foto’s bewerken ............................. 118
Films bewerken ..............................122
7 Wi-Fi-functies.......................124
Wat u kunt doen met Wi-Fi ............125
Voorbereiden om via Wi-Fi
beelden te
delen .............................126
Webservices registreren ................127
CameraWindow installeren op
een Smartphone.............................130
Voorbereidingen voor het
registreren van een computer
........131
Het Wi-Fi-menu openen .................133
Verbinding maken via een
toegangspunt .................................134
Verbinding maken zonder
een toegangspunt ..........................139
Verbinding maken met een
andere camera
...............................141
Beelden verzenden ........................142
Beelden opslaan op
een computer
.................................144
Beelden automatisch verzenden
(Beeldsynchronisatie).....................145
Beelden op de camera
geotaggen
......................................146
Wi-Fi-instellingen bewerken
of wissen
........................................147
Inhoudsopgave
Inhoud van de verpakking ..................2
Compatibele geheugenkaarten ..........2
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie ............................................2
Namen van onderdelen en
conventies die in deze handleiding
worden gebruikt
..................................3
Inhoudsopgave ...................................5
Algemene bediening camera .............7
Veiligheidsmaatregelen ......................8
Basishandleiding............ 11
Voordat u begint ...............................12
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen
......................16
De camera testen .............................17
Handleiding voor
gevorderden ................... 20
1 Basishandelingenvan
decamera...............................20
Aan/Uit ..............................................21
Ontspanknop ....................................22
Optische zoeker ...............................22
Opnamemodi ....................................23
Opties opnameweergave .................23
Het menu FUNC. gebruiken ............24
Menu’s gebruiken .............................25
Toetsenbord op het scherm .............26
Indicatorweergave ............................27
Klok...................................................27
2 Auto-modus/ModusHybride
automatisch...........................28
Opnamen maken met door
de camera bepaalde instellingen
.....29
Algemene, handige functies.............35
Gezichts-ID gebruiken .....................39
Functies voor de beeldaanpassing
...44
Handige opnamefuncties .................47
De camerabewerkingen
aanpassen
........................................48
3 Andereopnamemodi.............51
Speciekescènes ............................52
Beeldeffecten(Creatievelters) .......54
Speciale modi voor andere
doeleinden
........................................60
Verschillendelmsopnemen ...........65
4 P-modus.................................67
Opnamen maken met programma
automatische belichting
([P]-modus).......................................68
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
8 MenuInstellingen................149
Basisfuncties van de camera
aanpassen ......................................150
9 Accessoires.........................158
Systeemoverzicht ...........................159
Optionele accessoires ....................160
Optionele accessoires gebruiken ...163
De software gebruiken ...................173
Beelden afdrukken .........................176
10 Bijlage...................................184
Problemen oplossen ......................185
Berichten op het scherm ................188
Informatie op het scherm ...............191
Functies en menutabellen ..............193
Voorzorgsmaatregelen ...................203
Specicaties ...................................203
Index ...............................................207
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN)
.............................210
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Algemene bediening camera
4 Opnamenmaken
Gebruik de door de camera bepaalde instellingen
(Auto-modus, Modus Hybride automatisch) ................................... 29, 31
Goede opnamen van mensen maken
I
Portretten
(=
52)
P
In de sneeuw
(=
52)
Speciekescènesafstemmen
Nachtscènes
(=
52)
S
Onderwater
(=
52)
t
Vuurwerk
(=
53)
Sterrenhemels
(=
62)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
54)
Poster-effect
(=
55)
“Ouder gemaakte” foto’s
(=
56)
Fisheye-effect
(=
56)
Miniatuureffect
(=
57)
Speels effect
(=
58)
Achtergrondvervaging
(=
58)
Soft focus
(=
59)
Monochroom
(=
59)
Scherpstellen op gezichten ................................................ 29, 52, 82, 84
Zondergebruikvandeitser(FlitserUit) ....................................... 29, 86
Een foto maken met uzelf erbij (Zelfontspanner) ........................... 36, 61
Een datumstempel toevoegen ............................................................. 38
Gezichts-ID gebruiken ................................................................. 39, 105
Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis) ..................................... 31
8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
1 Weergeven
Beelden bekijken (Afspeelstand) ....................................................... 102
Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ...............................................110
Op een tv............................................................................................ 163
Op een computer ............................................................................... 174
Snel door beelden bladeren ............................................................... 105
Beelden wissen ...................................................................................114
E Filmsopnemen/bekijken
Films opnemen............................................................................... 29, 65
Films bekijken (Afspeelmodus) .......................................................... 102
Snel bewegende onderwerpen, afspelen in slow motion ..................... 66
c Print
Foto’s afdrukken ................................................................................. 176
Opslaan
Beelden opslaan op een computer via een kabel .............................. 174
Wi-Fi-functiesgebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden ......................................... 126
Beelden online delen ......................................................................... 127
Beelden naar een computer verzenden ............................................. 145
Veiligheidsmaatregelen
• Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
• De veiligheidsmaatregelen op de volgende pagina’s zijn bedoeld om
letsel bij uzelf of bij andere personen of schade aan de apparatuur
te voorkomen.
• Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
• Gebruikdeitsernietdichtbijdeogenvanmensen.
Blootstellingaanhetsterkelichtvandeitserkanhetgezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneerudeitsergebruikt.
• Bergdeapparatuuropbuitenhetbereikvankinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden
tot verstikking.
Datum/tijd-batterij (mits verwijderbaar): gevaarlijk als deze wordt ingeslikt.
Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
•
Gebruikalleendeaanbevolenenergiebronnenvoorstroomvoorziening.
• Probeerhetproductniettedemonteren,wijzigenofoptewarmen.
• Laathetproductnietvallenenvoorkomhardeschokkenofstoten.
• Raakomletseltevoorkomendebinnenkantvanhetproductnietaan
alsditisgevallenofopeenanderewijzeisbeschadigd.
• Stoponmiddellijkmethetgebruikvanhetproductalsditrookofeen
vreemdegeurafgeeftofanderevreemdeverschijnselenvertoont.
• Gebruikgeenorganischeoplosmiddelenzoalsalcohol,wasbenzine
ofthinneromhetproductschoontemaken.
• Laathetproductnietincontactkomenmetwater(bijvoorbeeld
zeewater)ofanderevloeistoffen.
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Voorkomdatvloeistoffenofvreemdeobjectenindecamerakomen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, schakelt u
de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij/batterijen.
Als de batterijlader (bij camera’s met een batterijlader) nat is geworden,
haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met de
leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
• Kijknietdoordezoeker(alsuwmodeleenzoekerheeft)naareen
sterkelichtbron,zoalsdezonopeenhelderedag.
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
• Gebruikalleendeaanbevolenbatterij/batterijen.
• Plaatsdebatterij/batterijennietindebuurtvanofinopenvuur.
• Alsuwcameraeenbatterijladergebruikt,dientudevolgende
voorzorgsmaatregeleninachttenemen.
-Maakhetnetsnoerregelmatiglosenveeghetstofenvuildatzich
heeftopgehooptopdestekker,debuitenkantvanhetstopcontact
enhetgebiederomheenwegmeteendrogedoek.
-Raakhetnetsnoernietaanmetnattehanden.
-
Gebruikdeapparatuurnietopeenmanierwaarbijdenominale
capaciteitvanhetstopcontactofdekabelaccessoireswordt
overschreden.Gebruikdeapparatuurnietalshetnetsnoerofdestekker
isbeschadigdofalsdezenietvollediginhetstopcontactisgeplaatst.
-Zorgervoordatstofofmetalenobjecten(zoalsspeldenofsleutels)
nietincontactkomenmetdecontactpuntenofstekker.
De batterij/batterijen kan/kunnen exploderen of gaan lekken, wat kan leiden
tot een elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan
de omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen,
mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u
deze onmiddellijk afspoelen met water.
• Zetdecamerauitopplaatsenwaarhetgebruikvaneencameraniet
istoegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat
u de camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Zorgdatdecameraniettegenvoorwerpenstoot,wordtblootgesteld
aanschokkenenstotenofachtervoorwerpenblijfthakenwanneeru
dezeaandepolsriemdraagt.
• Zorgdatuniettegendelensstootofdrukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
• Zorgdathetschermnietaanschokkenwordtblootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
• Zorgdatudeitsernietperongelukmetuwvingersofeen
kledingstukbedektwanneerueenfotomaakt.
Ditkanbrandwondenofschadeaandeitsertotgevolghebben.
• Gebruik,plaatsofbewaarhetproductnietopdevolgendeplaatsen:
-plaatsendieaandirectzonlichtblootstaan;
-plaatsendieaantemperaturenboven40°Cblootstaan;
-vochtigeofstofgeplaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/
batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
Het product kan vervormen door hoge temperaturen.
• Doorlangdurignaarovergangenvoordiavoorstellingtekijken,
kuntuzichonprettiggaanvoelen.
• Wanneeruoptionelelenzen,lensltersoflteradapters(indienvan
toepassing)gebruikt,dientuervoortezorgendatdezeaccessoires
goedvastzitten.
Als de lens losraakt en valt, kan deze barsten waarna de glassplinters
snijwonden kunnen veroorzaken.
• Leterbijcamera’sdieautomatischdeitserin-enopklappenopdat
uwvingernietindewegzitwanneerdeitserwordtingeklapt,omte
voorkomendatuuwvingerbeknelt.
Dit kan letsel veroorzaken.
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade
aan de apparatuur.
• Richtdecameranietdirectopeensterkelichtbron(zoalsdezon
opeenhelderedag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
•
Alsudecameragebruiktopeenstrandofopeenwinderigeplek,
moetueroplettendatergeenzandofstofinhetapparaatterechtkomt.
• Drukdeitsernietomlaagenforceerdezenietopenbijcamera’s
dieautomatischdeitserin-enopklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Bijnormaalgebruikkanersomseenbeetjerookuitdeitserkomen.
Ditkomtdoordehogeintensiteitvandeitser,waardoorerstofdeeltjes
verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een
wattenstaafjeomvuil,stofofandermateriaalvandeitserteverwijderen.
Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
• Verwijderdebatterij/batterijenenbergdezeopwanneerudecamera
nietgebruikt.
Als de batterij of batterijen in de camera worden gelaten, kunnen deze gaan
lekken en schade veroorzaken.
• Breng,voordatudebatterij/batterijenweggooit,tapeofander
isolatiemateriaalaanoverdepolenvandebatterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
• Alsuwcameragebruikmaaktvaneenbatterijlader,haaltudelader
uithetstopcontactwanneerdezenietgebruiktwordt.Wanneeru
debatterijoplaadt,dientudebatterijnietmeteendoekofandere
voorwerpentebedekken.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat,
kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
• Laatdebatterijnietindebuurtvanhuisdierenliggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage,
oververhitting of een explosie, met brand of schade als gevolg.
• Alsuwcamerameerderebatterijengebruikt,dientugeencombinatie
vanbatterijentegebruikenmetverschillendespanningsniveaus.
Gebruikverdergeenoudeennieuwebatterijensamenenplaats
debatterijennietmetde+en–polenverkeerdom.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Ganietzittenterwijludecamerainuwzakhebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
• Leteropdathardevoorwerpennietincontactkomenmethetscherm
alsudecamerainuwtasstopt.Doeookhetschermdicht(zodathet
naardecamerabodyisgericht),alsuwcameraeenschermheeftdat
ingeklaptkanworden.
• Bevestiggeenhardevoorwerpenaandecamera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Basishandleiding
Basisinformatie en -instructies, van de eerste voorbereidingen tot foto’s maken
en afspelen
Voordatubegint............................................... 12
De riem bevestigen ............................................... 12
De camera vasthouden ......................................... 12
De batterij opladen ................................................ 12
De batterij en geheugenkaart plaatsen ................. 13
De datum en tijd instellen ...................................... 14
Weergavetaal ........................................................16
Deinterneoplaadbarelithiumbatterij
recyclen........................................................... 16
Decameratesten............................................. 17
Opnamen maken (Smart Auto) ............................. 17
Bekijken .................................................................18
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Bevestig de meegeleverde riem aan de
camera (zie afbeelding).
Bevestig de riem op dezelfde wijze aan
de andere kant van de camera.
De camera vasthouden
Doe de riem om uw nek.
Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
opdeuitgeklapteitserrusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de
batterij eerst oplaadt.
1 Plaatsdebatterij.
Verwijder het batterijklepje en zorg
dat de -markeringen op de batterij
overeenkomen met die op de oplader.
Plaats vervolgens de batterij door deze
naar binnen (
) en naar beneden ( )
te drukken.
2 Laaddebatterijop.
CB-2LC: Kantel de stekker naar
buiten (
) en steek de oplader in een
stopcontact (
).
CB-2LCE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid,
wordt het lampje groen.
3 Verwijderdebatterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen (
) en omhoog
(
) te drukken.
CB-2LC
CB-2LCE
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
• Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan
defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
• Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
204) voor meer informatie
over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig
opgeladen batterij.
• Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden
gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak
daarvoor. Als visueel geheugensteuntje kunt u het batterijklepje zo plaatsen
dat zichtbaar is bij een opgeladen batterij en niet zichtbaar is bij een
niet-opgeladen batterij.
• De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van
100–240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een
geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
153).
1 Controleerhetschuifjevoor
schrijfbeveiligingvandekaart.
Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld (omlaag).
Duw het schuifje omhoog totdat het
op niet vergrendeld staat.
2 Openhetklepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
3 Plaatsdebatterij.
Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst en
wordt vergrendeld.
4 Plaatsdegeheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en
is vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
Aansluitpunten
Batterij-
vergrendeling
Etiket
14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
5 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
• Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
204) voor richtlijnen over
hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
Debatterijengeheugenkaartverwijderen
Verwijderdebatterij.
Open het klepje en duw de batterij-
vergrendeling in de richting van de pijl.
De batterij wipt nu omhoog.
Verwijderdegeheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen tot u
een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de
camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen
in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij
het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto’s toevoegen (
=
38).
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Steldedatumentijdin.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om de datum en tijd in
te voeren.
Als u klaar bent, drukt u op de knop <m>.
3 Steldetijdzonethuisin.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om de tijdzone thuis
te selecteren.
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<m>. Nadat een bevestigingsbericht is
weergegeven, wordt het instellingenscherm
niet meer weergegeven.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
• Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
• Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2 en
kiest u vervolgens [
] door op de knoppen <o><p> te drukken of aan de
knop <7> te draaien.
Dedatumentijdwijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1 Openhetcameramenu.
Druk op de knop <n>.
2 Kies[Datum/Tijd].
Beweeg de zoomknop om het tabblad
[3] te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Datum/Tijd] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Wijzigdedatumentijd.
Volg stap 2 bij “Datum en tijd instellen”
(=
14) om de instellingen aan
te passen.
Druk op de knop <n> om het menu
te sluiten.
• Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datum-
en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij
is verwijderd.
• De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een
opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een
voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
160), zelfs als de camera
is uitgeschakeld.
• Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als
u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij
“De datum en tijd instellen” (=
14).
16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Als u uw camera weggooit, dient u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
te verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Drukopdevergrendelknopvan
deringenhouddezeingedrukt
terwijluderinginderichting
vandepijldraaiteneraftilt.
2 Schroefdeschroeven(9)vande
behuizingaandeachterkant,de
zijkantenendeonderkantlos.
3 Verwijderdevoorkantvande
behuizingzoalsindeafbeelding
isweergegeven.
4 Snijddelintkabeldooren
verwijderdeinterneoplaadbare
lithiumdatum/tijd-batterij.
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
2 Openhetinstellingenscherm.
Houd de knop <m> ingedrukt en druk
direct op de knop <n>.
3
SteldetaalvanhetLCD-schermin.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om een taal
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
• De huidige tijd verschijnt als u in stap 2, nadat u op de knop <m> hebt
gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop <n> drukt. Druk in dat geval
op <m> om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2.
• U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop <n> te drukken en
[Taal
] te selecteren op het tabblad [3].
17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
De camera testen
Volgdezeinstructiesomdecamerainteschakelen,foto-oflmopnamente
maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
speciekecomposities.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden worden linksboven in het
scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld, hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
<
>omdeitseruitteklappen.
Deitseritstwanneerueenopname
maakt.Alsulievergeenitsergebruikt,
druktudeitsermetuwvingeromlaag.
18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid. Wanneer er
weiniglichtis,gaatdeitserautomatisch
af als u deze hebt uitgeklapt.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
Nadat uw opname is getoond, keert de
camera terug naar het opnamescherm.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Drukopdelmknop.Zodradecamera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [
REC] en de
verstreken tijd op het scherm.
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
Deze gebieden worden niet opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uwvingervandelmknop.
Voltooideopname.
Druknogmaalsopdelmknopomhet
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
Verstreken tijd
• Ukunteenvoudigeenkortelmvandedag(digest-lm)makendoorfoto’s
te maken. Wanneer het programmakeuzewiel op [
] is ingesteld, neemt
decameravlakvoorelkeopnameautomatischeenlmclipvandescèneop
(Modus Hybride automatisch (=
31)).
Bekijken
Nahetmakenvanfoto’sofhetopnemenvanlmskuntudeze,zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop <q> of draait u de knop
<7> naar links. Om het vorige beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r> of
draait u de knop <7> naar links.
Houd de knoppen <q><r> ingedrukt om
snel door de beelden te bladeren.
19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
U kunt ook snel aan de knop <7> draaien
om de modus Beeld scrollen te openen.
Draai in deze modus aan de knop <7>
om door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
].Ganaarstap3alsulms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m> om naar
hetlmbedieningspaneeltegaan.
Selecteer [
] (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <7>) en
druk daarna nogmaals op de knop <m>.
Hetafspelenbegintennadelm
verschijnt [
].
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Volume
Beeldenwissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld
te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <a>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> of draait u aan de
knop <7> om [Wissen] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Om het wissen te annuleren, drukt u op
de knoppen <q><r> of u draait aan
de knop <7> om [Annuleer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (=
114).
20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van de camera
Praktische handleiding waarin andere basishandelingen voor de camera worden geïntroduceerd
en de opties voor opnamen en afspelen worden beschreven
Aan/Uit............................................................... 21
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) ................... 21
Ontspanknop.................................................... 22
Optischezoeker............................................... 22
Opnamemodi.................................................... 23
Optiesopnameweergave................................. 23
HetmenuFUNC.gebruiken............................. 24
Menu’sgebruiken............................................. 25
Toetsenbordophetscherm............................ 26
Indicatorweergave............................................ 27
Klok................................................................... 27
21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Aan/Uit
Opnamemodus
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
Druk op de knop <1> om de camera in
te schakelen en uw foto’s te bekijken.
Om de camera uit te schakelen drukt u
opnieuw op de knop <1>.
• Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de
knop <1>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (=
22).
• Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop <1> te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstandindeopnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in
te drukken (=
22).
Spaarstandindeafspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
• U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display uit
aanpassen (=
152).
• De spaarstand is niet actief wanneer de camera draadloos met andere
apparaten is verbonden via Wi-Fi (=
124) of wanneer de camera op een
computer is aangesloten (=
174).
22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd
eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop
helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
1 Drukhalfin.(Lichtindrukken
omscherptestellen.)
Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2 Drukhelemaalin.(Druk,vanaf
depositiehalverwege,helemaal
inomdeopnametemaken.)
De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
• De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
• Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Optische zoeker
Als u de batterij tijdens het maken van opnamen wilt sparen, kunt u in plaats
van het scherm de optische zoeker gebruiken. Maak de opnamen op dezelfde
manier als bij gebruik van het scherm.
1 Schakelhetschermuit.
Druk meerdere malen op de knop <p>
om het scherm uit te schakelen (=
23).
2 Steldedioptriein.
Wanneer u door de optische zoeker
kijkt, draait u de knop naar de ene of
de andere kant, zodat de beelden er
scherp uitzien.
• Het beeldgebied dat in de optische zoeker te zien is, kan enigszins
verschillen van het beeldgebied in uw opnamen.
• Bij andere verhoudingen dan 4:3 verschilt het beeldgebied dat in
de optische zoeker te zien is van het beeldgebied in uw opnamen.
Controleer de instellingen voordat u de opname maakt.
• Mogelijk ziet u in bepaalde zoomposities een deel van de lens door de
optische zoeker.
•
Hoewel de camera automatisch scherpstelt op onderwerpen, zijn gezichtsdetectie
en scherpstellen op gezichten niet mogelijk.
•
Continue opname wordt niet ondersteund in de modus [ ], omdat de camera
de compositie niet bepaalt.
23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodi
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen.
P-,Tv-,Av-,M-,C1-
enC2-modus
Verschillende
soorten opnamen
maken met behulp
van uw voorkeurs-
instellingen
(=
67, 91).
Filmmodus
Voorhetmakenvanlms
(=
65).
Alsuopdelmknop
drukt, kunt u ook een
lmmakenzonderhet
programmakeuzewiel
in te stellen op
delmmodus.
Auto-modus/
ModusHybrideautomatisch
Volledig automatische opnamen
met door de camera bepaalde
instellingen (=
17, 29, 31).
Modusvoorspecialecomposities
Opnamen maken met de optimale
instellingenvoordespecieke
scènes(=
52).
Modusvoorcreatievelters
Diverse effecten toevoegen aan uw
opnamen (=
54).
Opties opnameweergave
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm
of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (=
191)
voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Weergave 1 Weergave 2 Scherm uit
• Zelfs als het scherm is uitgeschakeld, wordt het ingeschakeld zodra
ueenlmbegintoptenemen.
• Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt de helderheid
van het LCD-scherm met de nachtschermfunctie automatisch verhoogd,
zodat u de compositie van uw opnamen gemakkelijker kunt controleren.
Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw
foto’s niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige
bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
• Zie “Wisselen van weergavemodus” (=
103) voor weergaveopties.
24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Het menu FUNC. gebruiken
CongureerveelgebruikteopnamefunctiesalsvolgtviahetmenuFUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (=
195197).
1 OpenhetMenuFUNC.
Druk op de knop <m>.
2 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> om een
menu-item te selecteren.
De beschikbare opties worden onder aan
het scherm weergegeven.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <7> om een optie te selecteren.
Opties met het pictogram [ ] kunnen
wordengecongureerddooropdeknop
<n> te drukken.
Opties met het pictogram [ ] kunnen
wordengecongureerddooropdeknop
<
> te drukken.
Opties met het pictogram [ ] kunnen
wordengecongureerddooropdeknop
<
> te drukken.
Menu-items
Opties
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <m>.
Het scherm voordat u bij stap 1 op
de knop <m> drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
gecongureerd.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
157).
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Menu’s gebruiken
Congureerverschillendecamerafunctiesalsvolgtviaoverigemenu’s.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen
maken [4], afspelen [1] enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen
afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelstand (=
198202).
1 Openhetmenu.
Druk op de knop <n>.
2 Selecteereentabblad.
Beweeg de zoomknop om een tabblad
te selecteren.
Nadat u op de knoppen <o><p>
hebt gedrukt of aan de knop <7> hebt
gedraaid om een tabblad te kiezen, kunt
u tussen tabbladen overschakelen met de
knoppen <q><r>.
3 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om een menu-item
te selecteren.
Bij menu-items met opties die niet
worden weergegeven, drukt u eerst op
de knop <m> of <r> om van scherm te
wisselen. Daarna drukt u op de knoppen
<o><p> of draait u aan de knop <7>
om het menu-item te selecteren.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het vorige scherm.
4 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
5 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n> om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u bij stap 1 op de
knop <n> drukte.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
157).
26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Toetsenbord op het scherm
Gebruik het toetsenbord op het scherm om informatie in te voeren voor
Gezichts-ID (=
40), Wi-Fi-verbindingen (=
133) enzovoort. De lengte en
het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt.
Tekensinvoeren
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om een teken
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m> om het in te voeren.
De hoeveelheid informatie die u in
kunt voeren hangt af van de functie die
u gebruikt.
Cursorverplaatsen
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de knop
<m>. In plaats daarvan kunt u aan knop
<7> draaien.
Regeleindesinvoeren
Selecteer [ ] en druk op de knop <m>.
Vaninvoerstandwisselen
Om over te schakelen naar getallen of
symbolen kiest u [
] en drukt u op de
knop <m>.
Om te wisselen tussen hoofdletters en
kleine letters kiest u [
] en drukt u op de
knop <m>.
De beschikbare invoermethodes zijn
afhankelijk van de functie die u gebruikt.
Aantal beschikbare tekens
Tekensverwijderen
Als u het vorige teken wilt verwijderen,
tikt u op [
] en drukt u op de knop
<m>. In plaats daarvan kunt u op de
knop <a> drukken.
Als u de knop <a> ingedrukt houdt
worden er vijf tekens tegelijk verwijderd.
Invoerbevestigenenterugkeren
naarhetvorigescherm
Druk op de knop <n>.
27
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Indicatorweergave
De indicator op de camera (= 3, 4) brandt of knippert afhankelijk
van de status van de camera.
Indicator Kleur
Indicator-
status
Camerastatus
Aan/uit-lampje Groen Aan Camera ingeschakeld
Indicator
Groen
Aan
Gereed voor maken van opnamen (wanneer de
itserisuitgeschakeld)
Knippert
Opnemen/lezen/verzenden van beelden,
het maken van opnamen met lange sluitertijd
(=
92, 93), afstandswaarschuwing
(=
185),kannietscherpstellen(itseris
niet ingeschakeld) (=
185), of verbinden/
verzenden via Wi-Fi.
Oranje
Aan
Gereed voor maken van opnamen (wanneer de
itserisingeschakeld)
Knippert
Afstandswaarschuwing (=
185) of de camera
kannietscherpstellen(deitserisingeschakeld)
(=
185)
• Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Klok
U kunt kijken hoe laat het is.
Houd de knop <m> ingedrukt.
De huidige tijd verschijnt.
Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
de knop <7> om de weergavekleur
te wijzigen.
Druk nogmaals op <m> om de
klokweergave te annuleren.
• Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop <m> ingedrukt en drukt u op
de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
28
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen
2
Opnamenmakenmetdoordecamera
bepaaldeinstellingen..................................... 29
Opnamen maken (Smart Auto) ............................. 29
Opnamen maken in de modus
Hybride automatisch ............................................. 31
Compositiepictogrammen ..................................... 33
Pictogrammen voor beeldstabilisatie .................... 34
Kaders op het scherm ........................................... 35
Algemene,handigefuncties........................... 35
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ......................................................35
De zelfontspanner gebruiken ................................ 36
Een datumstempel toevoegen .............................. 38
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen
(AF Tracking) ......................................................... 38
Gezichts-IDgebruiken..................................... 39
Gezichts-ID-gegevens registreren ........................ 39
Opnamen maken ...................................................41
Geregistreerde gegevens controleren
en bewerken ..........................................................42
Functiesvoordebeeldaanpassing................ 44
De verhouding wijzigen ......................................... 44
De beeldresolutie wijzigen (grootte) ...................... 45
Rode-ogencorrectie ............................................... 45
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren .............................................................. 46
Beeldkwaliteitvanlmswijzigen ........................... 46
Handigeopnamefuncties................................ 47
De digitale horizon met twee assen gebruiken ..... 47
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten ............................................................... 47
Controleren op gesloten ogen ............................... 48
Decamerabewerkingenaanpassen............... 48
Het AF-hulplicht uitschakelen ................................ 48
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen ..........................................................49
De weergavestijl van het beeld na de
opname wijzigen ................................................... 49
29
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied
is scherpgesteld worden meerdere
AF-kaders weergegeven.
Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
<
>omdeitseruitteklappen.
Deitseritstwanneerueenopname
maakt.Alsulievergeenitsergebruikt,
druktudeitsermetuwvingeromlaag.
Zoombalk
Scherpstelbereik (bij benadering)
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
speciekecomposities.
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden worden linksboven in het
scherm weergegeven (=
33, 34).
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid. Wanneer er
weiniglichtis,gaatdeitserautomatisch
af als u deze hebt uitgeklapt.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
Nadat uw opname is getoond, keert de
camera terug naar het opnamescherm.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Drukopdelmknop.Zodradecamera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [
REC] en de
verstreken tijd op het scherm.
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
Deze gebieden worden niet opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uwvingervandelmknop.
Verstreken tijd
Pasdegroottevanhet
onderwerpaanenwijzigzonodig
decompositievandeopname.
Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in
stap 3 (=
29).
Denk er echter wel aan dat het geluid
van de camerabewerkingen ook
wordt opgenomen.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooideopname.
Druknogmaalsopdelmknopomhet
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart
vol raakt.
• Wanneerdeitsertijdensdeopnameafgaat,geeftdataandatdecamera
automatisch heeft geprobeerd te zorgen voor optimale kleuren in het
hoofdonderwerp en de achtergrond (Wit balans voor meerdere gebieden).
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus
Hybride automatisch
Ukunteenvoudigeenkortelmvandedagmakendoorfoto’stemaken.
Decameraneemtvoorelkefotolmclipsvan2–4secondenopvande
composities.Dezewordenlatergecombineerdtoteendigest-lm,ookwel
lmsynopsisgenoemd.
1 Opendemodus[ ].
Volg stap 2 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
29) en kies [ ]
2 Kiesdecompositie.
U kiest de compositie en scherpstelling
door stap 3–4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
29) te doorlopen.
Voorindrukwekkenderedigest-lmsricht
u circa vier seconden voordat u foto’s
maakt de camera op uw onderwerp.
3 Maakdeopname.
U maakt een foto door stap 4 bij
“Opnamen maken (Smart Auto)”
(=
29) uit te voeren.
De camera legt zowel een foto als een
lmclipvast.Declipdieeindigtmeteen
foto en een sluitergeluid vormt één uniek
hoofdstukindedigest-lm.
• De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de
modus [ ],omdatervooriedereopnamedigest-lms
worden opgenomen.
• Eendigest-lmwordtmogelijknietopgenomenalsueenfotomaakt
direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus [ ] hebt
geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
• Geluidenvandecamerabewerkingenwordenindigest-lms
ook opgenomen.
• Delmkwaliteitvandigest-lmsis[ ] en kan niet worden gewijzigd.
• Sommige camerageluiden worden gedempt. Er worden geen geluiden
afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt of de zelfontspanner instelt
(=
150).
• Indevolgendegevallenwordendigest-lmsopgeslagenalsaparte
lmbestanden,zelfsalszeopdezelfdedagzijngemaaktmetdemodus[
].
- Hetdigest-lmbestandisongeveer4GBgrootoferisintotaalongeveer
13 minuten en 20 seconden lang opgenomen.
- Dedigest-lmisbeveiligd(=
111).
- De instellingen voor zomertijd (=
15) of tijdzone (=
151) worden gewijzigd.
- Er wordt een nieuwe map gemaakt (=
155).
• Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of gewist.
• Pasdeinstellingvoorafaanalsulieverdigest-lmsopneemtzonderfoto’s.
Druk op de knop <n> en stel op het tabblad [4] [Digest-type] in op
[Geen foto’s] (=
25).
• Afzonderlijke hoofdstukken kunnen worden bewerkt (=
123).
Digest-lmafspelen
Geef een foto weer die is opgenomen in modus [ ]omeendigest-lm
aftespelenofgeefdedatumaanvandedigest-lmdieuwiltafspelen
(=
104).
32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s/lms
•
Als u het scherm wilt inschakelen wanneer de camera ingeschakeld is,
maar het scherm leeg is in de modus [ ], drukt u op de knop <p>.
• Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop <p> wordt
ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft geluiden
opnieuw weer door op de knop <n> te drukken en [mute]
te kiezen op het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knoppen
<q><r> om [Uit] kiezen.
Foto’s
• Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat
geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden.
• Zijnuwopnamentedonker,ondanksdaterisgeitst,gadandichter
naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (=
205) voor meer
informatieoverhetitsbereik.
• Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie “Opnamebereik” (=
205) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
• Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen
in een omgeving met weinig licht.
• Als een knipperend [h]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een
opnamekuntmakenalsdeitserklaarismetopladen.Ukuntweer
opnemenzodradeitsergereedis.Ukuntnudeontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de
ontspanknop opnieuw in.
• Het geluid van de sluiter is niet te horen wanneer de pictogrammen
voor Slapen en Baby’s (Slapen) (=
33) worden weergegeven.
• Hoewel u voordat het opnamescherm wordt weergegeven weer
opnamen kunt maken, kan het zijn dat uw vorige opname de
scherpstelling, helderheid en gebruikte kleuren bepaalt.
• U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na opnamen (=
49).
Films
• Komtijdenshetopnemenvanlms
niet met uw vingers aan de microfoon.
Het blokkeren van de microfoon kan
verhinderen dat het geluid wordt
opgenomen of het opgenomen geluid
klinkt daardoor gedempt.
• Vermijd het aanraken van bedieningselementen van de camera
andersdandelmknopwanneerulmsopneemt.Degeluidenvan
de camera worden namelijk ook opgenomen.
• Zodradelmopnamebegint,wordteenkleinerbeeldgebied
weergegeven en wordt het onderwerp uitvergroot. Op deze manier
worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan
dooreenbewegendecamera.Alsuonderwerpenwiltlmen
methetzelfdeformaatalswaaropzevóórhetlmenworden
weergegeven, wijzigt u de instelling voor beeldstabilisatie (=
89).
• Het geluid wordt in stereo opgenomen.
• De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden
beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze
optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Als er geen harde wind staat, druk op
de knop <n>, kies [Wind Filter] op het tabblad [4] en kies vervolgens
[Uit] (=
25).
Microfoon
33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Compositiepictogrammen
In de standen [ ] en [ ] wordt de door de camera vastgestelde
compositie aangeduid met een pictogram op het scherm. De bijbehorende
instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het
onderwerp worden automatisch geselecteerd. Afhankelijk van de compositie
worden er mogelijk continu beelden vastgelegd (=
34).
Achtergrond
Onderwerp
Normaal
Tegen-
licht
Donker*
Zonson-
dergangen
Spotlights
Mensen
Inbeweging
Schaduwenopgezicht
Glimlach
Slapen
Baby’s
Glimlach
Slapen
Kinderen(Inbeweging)
Overigeonderwerpen
Inbeweging
Dichtbij
* Met statief
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is, donkerblauw wanneer de achtergrond donker is en grijs bij
alle overige achtergronden.
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is en grijs bij alle overige achtergronden.
•De achtergrondkleur van [ ], [ ], [ ], [ ], en [ ] is donkerblauw en de
achtergrondkleur van [
] is oranje.
•TijdenslmopnameswordenalleendepictogrammenPersonen,Overige
onderwerpen en Dichtbij weergegeven.
•Tijdens opnemen in de modus [
] worden alleen de pictogrammen Personen,
Schaduwen op gezicht, Overige onderwerpen en Dichtbij weergegeven.
•Tijdens opnames met de zelfontspanner worden de pictogrammen Personen
(In beweging), Glimlach, Slapen, Baby’s (Glimlach), Baby’s (Slapen), Kinderen,
Overige onderwerpen (In beweging) niet weergegeven.
•Wanneer de transportmodus is ingesteld op [
] (=
34) en wanneer [Hg lampcorr.]
is ingesteld op [Aan] en composities automatisch worden gecorrigeerd (=
46),
worden de pictogrammen Glimlach, Slapen, Baby’s (Glimlach), Baby’s (Slapen) en
Kinderen niet weergegeven.
•Alsdeitserisingesteldop[
], worden de Tegenlichtpictogrammen voor Glimlach
en Kinderen niet weergegeven.
•De pictogrammen Baby’s, Baby’s (Glimlach), Baby’s (Slapen) en Kinderen worden
weergegeven wanneer [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan] en het gezicht van een
geregistreerde baby (jonger dan twee jaar) of kind (van twee tot twaalf jaar) wordt
gedetecteerd (=
39). Controleer vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld
(=
14).
• Probeer op te nemen in de modus [G] (=
67) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de
door u verwachte effecten, kleuren of helderheid.
34
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Scènesvoorcontinu-opname
Als u een foto neemt wanneer de volgende compositiepictogrammen
worden weergegeven, neemt de camera continu-opnamen. Als u
de ontspanknop half indrukt wanneer een van de pictogrammen in
onderstaande tabel wordt weergegeven, wordt een van de volgende
pictogrammen weergegeven om u te laten weten dat de camera continu
beelden zal opnemen: [ ], [ ], of [W].
Glimlach (inclusief Baby’s)
: Opeenvolgende beelden worden vastgelegd, en de
camera analyseert details, zoals gezichtsexpressie,
om de beste foto op te kunnen slaan.
Slapen (inclusief Baby’s)
: Mooie opnamen van slapende gezichten doordat
opeenvolgende foto’s worden gecombineerd om
camerabeweging en beeldruis te verminderen.
HetAF-hulplichtgaatnietbranden,deitsergaat
niet af en het sluitergeluid wordt niet afgespeeld.
Kinderen
W: De camera legt voor elke opname drie
opeenvolgende beelden vast, zodat u geen fraaie
foto van bewegende kinderen hoeft te missen.
• Insommigescèneswordendeverwachtebeeldenmogelijkniet
opgeslagen en kunnen beelden er anders uitzien dan verwacht.
• Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste
opname vastgesteld.
• Als u alleen losse foto’s wilt maken, drukt u op de knop <m>, selecteert u
[
] in het menu en selecteert u vervolgens [ ].
Foto’s Films
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de standen [ ]
en [ ] de volgende pictogrammen weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s
Beeldstabilisatievoorlms,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals
wanneer u lopend opneemt
(modus Dynamische
beeldstabilisatie)
Beeldstabilisatie voor foto’s
tijdens pannen*
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij
hetopnemenvanlmsmetde
telelens (Powered IS)
Beeldstabilisatie voor macro-
opnamen (Hybrid IS)
Geen beeldstabilisatie omdat
de camera op een statief is
bevestigd of op een andere
manier stil wordt gehouden
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
• Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (=
89).
In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
• In de modus [
] wordt geen pictogram [ ] weergegeven.
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Kaders op het scherm
Zodra de camera in de modus [ ] onderwerpen waarneemt waarop u
de camera richt, worden verschillende kaders weergegeven.
• Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen
het witte kader op het scherm staan.
• Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en
worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
• Probeer in de modus [G] (=
67) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of soortgelijke gebieden.
Algemene, handige functies
Foto’s Films
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom)
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 20x te vergroten.
1 Duwdezoomknopnaar<i>.
Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat
het beeld merkbaar korrelig wordt).
Dit wordt weergegeven op het scherm.
2 Duwdezoomknopnogmaals
naar<i>.
De camera zoomt nog verder in op
het onderwerp.
Zoomfactor
36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de
zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik.
- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar
korrelig wordt (ZoomPlus).
- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen
(=
45) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
• Als de digitale en de optische zoom worden gecombineerd, is de
brandpuntsafstandalsvolgt(equivalentvan35mmlm).
28–560 mm (28–140 mm, alleen met optische zoom)
• Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>,
selecteert u [Digitale Zoom] op het tabblad [4] en daarna kiest u [Uit].
Foto’s Films
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies daarna de optie []]
(=
24).
Als de instelling is voltooid, wordt []]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Voor foto’s: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal
naar beneden.
Voorlms:Drukopdelmknop.
37
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(Inhetgevaldatdeitserafgaat,blijftde
lamp branden.)
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[
] bij stap 1.
Foto’s Films
Camerabewegingvermijdenmetdezelfontspanner
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
Voer stap 1 uit bij “De zelfontspanner
gebruiken” (=
36) en kies [[].
Als de instelling is voltooid, wordt [[]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
36) om de opname
te maken.
Foto’s Films
Dezelfontspanneraanpassen
U kunt de vertraging (0–30 seconden) en het aantal opnamen (1–10 opnamen)
aangeven.
1 Selecteer[$].
Voer stap 1 uit bij “De zelfontspanner
gebruiken” (=
36), kies [$] en druk
daarna op de knop < >.
2 Congureerdeinstelling.
Draai aan de knop <z> om de tijd voor
[Vertraging] te selecteren. Druk vervolgens
op de knoppen <q><r> of draai aan de
knop <7> om het aantal [Beelden] te
kiezen. Druk daarna op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [$]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
36) om de opname
te maken.
• Voorlmsdiewordenopgenomenmetbehulpvande
zelfontspanner geeft [Vertraging] de vertraging aan voordat het
opnemen begint, maar de instelling [Beelden] heeft geen effect.
•
Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans
bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig
alsdeitserafgaatofalsuhebtopgegevendatuveelopnamenwiltmaken.
De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt.
• Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid
en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname. (In het
gevaldatdeitserafgaat,blijftdelampbranden.)
38
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Een datumstempel toevoegen
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in
het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er
dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (=
14).
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Datumstemp.
] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
25).
Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Wanneer u opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
• Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met
stempel worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze
informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (=
176)
-
Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (=
180) van uw camera om af te drukken.
- Om af te drukken, gebruikt u de software die kan worden gedownload van de
Canon-website (=
173).
Foto’s Films
Onderwerpen selecteren om op scherp
te stellen (AF Tracking)
Maak als volgt een opname in modus [AUTO] nadat u het onderwerp hebt
gekozen waarop moet worden scherpgesteld.
1 GeefAFTrackingop.
Druk op de knop <o>.
[ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kieseenonderwerpwaaropu
wiltscherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp staat en druk de
ontspanknop half in.
Er verschijnt een blauw kader en de
camera blijft scherpstellen op het
onderwerp en blijft de helderheid
aanpassen (Servo AF).
39
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Druk op de knop <
o
> om AF Tracking
te stoppen.
•
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein is, te snel
beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te klein is.
Gezichts-ID gebruiken
Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij
het maken van foto’s het gezicht van die persoon detecteren en de
scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. In modus
[ ] kan de camera baby’s en kinderen waarnemen op basis van
geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de optimale instellingen
opnamen van hen maken.
Deze functie is ook nuttig wanneer u in een groot aantal foto’s naar een
speciekegeregistreerdepersoonzoekt(=
106).
Persoonlijkegegevens
• Gegevens zoals beelden van een gezicht (gezichtsinfo) die
middels de gezichts-ID zijn geregistreerd en persoonlijke gegevens
(naam, verjaardag) worden op de camera opgeslagen. Wanneer er
geregistreerde personen worden gedetecteerd, worden hun namen
bovendien in de foto’s vastgelegd. Wees bij het gebruik van de functie
Gezichts-ID voorzichtig als u de camera of beelden met anderen deelt en
als u beelden online plaatst waar vele anderen ze kunnen bekijken.
• Wanneer u de camera afdankt of aan een andere persoon overdraagt nadat
u Gezichts-ID hebt gebruikt, zorg dan dat u alle gegevens (geregistreerde
gezichten, namen en verjaardagen) van de camera wist (=
44).
Gezichts-ID-gegevens registreren
U kunt voor maximaal twaalf personen gegevens (gezichtsinfo, namen,
verjaardagen) registreren voor gebruik met Gezichts-ID.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies [Inst.
gezichts-ID] op het tabblad [4] en druk
vervolgens op de knop <m> (=
25).
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Toev. regst.] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Nieuw gezicht
toev.] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
40
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
2 Gezichtsgegevensregistreren.
Richt de camera zodanig dat het gezicht
van de persoon die u wilt registreren zich
binnen het grijze kader midden op het
scherm bevindt.
Een wit kader over het gezicht van
de persoon geeft aan dat het gezicht
is herkend. Zorg dat er een wit kader
rond het gezicht van de persoon wordt
weergegeven en maak een foto.
Als het gezicht niet wordt herkend, kunt u
geen gezichtsgegevens registreren.
Wanneer [Registreren?] verschijnt, drukt
u op de knoppen <q><r> of draait u
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Hetscherm[Proelbew.]wordt
weergegeven.
3 Registreerdenaamen
verjaardagvandepersoon.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de naam in (=
26).
Als u een verjaardag wilt registreren,
kiestu[Verjrdag]inhetscherm[Proel
bew.] (druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <7>) en drukt u
vervolgens nogmaals op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <7> om de datum op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop <m>.
4 Sladeinstellingenop.
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <7> om [Opslaan] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Nadat er een bericht wordt weergegeven,
drukt u op de knoppen <q><r> of draait
u aan de knop <7> om [Ja] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop <m>.
5 Gezichtsgegevensdoorlopend
registreren.
Voor het registreren van maximaal vier
extra punten met gezichtsinformatie
(uitdrukkingen of hoeken) herhaalt u stap 2.
Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
41
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Deitsergaatnietafwanneerustap2volgt.
• Als u bij stap 3 geen verjaardag registreert, worden de
pictogrammen Baby’s of Kinderen (=
33) niet weergegeven in de
modus [ ].
• U kunt geregistreerde gezichtsinformatie overschrijven of deze later toevoegen
als u nog niet alle 5 velden met gezichtsinfo hebt ingevuld (=
43).
Opnamen maken
Als u een persoon van tevoren registreert, zal de camera bij het maken
van foto’s het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling,
helderheid en kleur voor die persoon instellen.
Als u de camera op een onderwerp richt,
worden de namen van maximaal drie
geregistreerde personen weergegeven
wanneer zij worden gedetecteerd.
Maak de opname.
De weergegeven namen worden in
de foto’s vastgelegd. Zelfs wanneer er
personen worden gedetecteerd maar
hun namen niet worden weergegeven,
worden de namen (maximaal vijf
personen) in de foto vastgelegd.
• Het is mogelijk dat andere dan de geregistreerde personen als de
geregistreerd persoon worden gedetecteerd indien zij vergelijkbare
gezichtskenmerken hebben.
• Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct gedetecteerd als het
vastgelegde beeld of de compositie aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde
gezichtsgegevens.
• Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of niet snel wordt
gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde gegevens met de nieuwe
gezichtsgegevens. Door voorafgaand aan het maken van foto’s de gezichtsinfo
te registreren, worden geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd.
• Als een persoon onterecht als een andere persoon wordt gedetecteerd en u
gaat door met het maken van foto’s, kunt u de in het beeld vastgelegde naam
tijdens het afspelen van het beeld wijzigen of wissen (=
108).
• Omdat gezichten van baby’s of kinderen snel veranderen naarmate ze
opgroeien, moet u hun gezichtsgegevens regelmatig bijwerken (=
43).
• Als het scherm is uitgeschakeld (=
23) worden namen voor gedetecteerde
gezichten niet weergegeven, maar ze worden wel in de foto’s vastgelegd.
• Namen worden altijd bij beelden opgeslagen, zelfs als u het selectievakje
[Opname Info] uitschakelt bij [Custom Display] (=
95) op het tabblad [4]
om de namen niet weer te geven.
• Als u geen namen in foto’s wilt vastleggen, selecteert u [Inst. gezichts-ID] op
het tabblad [4], selecteert u [Gezichts-ID] en vervolgens [Uit].
• U kunt de in de beelden vastgelegde namen controleren bij het afspelen
(korte informatieweergave) (=
103).
• In de modus [
] worden namen niet weergegeven op het opnamescherm,
maar wel op de foto’s vastgelegd.
42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Geregistreerde gegevens controleren
en bewerken
1
Openhetscherm[Infocntr./bew.].
Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
39), kies [Info cntr./
bew.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdepersoondieuwilt
controlerenofbewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r> of
draai aan de knop <7> om de persoon te
kiezen die u wilt controleren of bewerken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3
Controleerofbewerkdesgewenst
degeregistreerdegegevens.
Als u een naam of verjaardag wilt
controleren, gaat u naar het scherm
[Proelbew.]dooropdeknoppen
<o><p> te drukken of aan de knop
<7> te draaien en vervolgens op
de knop <m> te drukken. In het
weergegeven scherm kunt u namen
of verjaardagen bewerken zoals wordt
beschreven in stap 3 in “Gezichts-ID-
gegevens registreren” (=
40).
Als u gezichtsgegevens wilt controleren,
kiest u [Gezicht info lijst] (druk op de
knoppen <o><p> of draai aan de knop
<7>) en drukt u vervolgens op de knop
<m>. Druk op de knop <m> die op
het scherm wordt weergegeven. Kies
de gezichtsinformatie die u wilt wissen
door op de knoppen <o><p><q><r>
te drukken of door aan de knop <7> en
vervolgens aan de knop <m> te draaien.
Wanneer [Wissen ?] verschijnt, kiest
u [OK] (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <7>) en drukt u
vervolgens op de knop <m>.
• Zelfsalsunamenin[Proelbew.]wijzigt,blijvendenamendiein
eerdere opnames werden vastgelegd ongewijzigd.
• U kunt de software gebruiken om de geregistreerde namen te bewerken.
Mogelijk worden bepaalde tekens die met de software zijn ingevoerd niet
weergegeven. Deze worden echter wel correct in de beelden vastgelegd.
43
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Gezichtsgegevensoverschrijvenentoevoegen
U kunt bestaande gezichtsgegevens met nieuwe overschrijven.
Omdat gezichten van met name baby’s of kinderen snel veranderen
naarmate ze opgroeien, moet u gezichtsgegevens regelmatig bijwerken.
U kunt ook gezichtsgegevens toevoegen wanneer nog niet alle vijf
gezichtsinfovelden zijn ingevuld.
1 Openhetscherm[Gezichtsinfo
toevoegen].
Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
39), kies [Gezichtsinfo
toevoegen] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdenaamvande
persoonwiensgezichtsinfo
uwiltoverschrijven.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om de
naam van een persoon te kiezen wiens
gezichtsinformatie u wilt overschrijven en
druk op de knop <m>.
Wanneer u al gezichtsgegevens voor vijf
personen hebt geregistreerd, wordt er
een bericht weergegeven. Selecteer [OK]
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7>). Druk vervolgens
op de knop <m>.
Als er minder dan vijf items met
gezichtsinfo zijn geregistreerd, voert u stap
4 uit om gezichtsinformatie toe te voegen.
3 Selecteerdeteoverschrijven
gezichtsinfo.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om de
gezichtsgegevens te selecteren die u wilt
overschrijven en druk vervolgens op de
knop <m>.
4 Gezichtsgegevensregistreren.
Volg stap 2 in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
40) om foto’s te
maken en registreer daarna de nieuwe
gezichtsgegevens.
Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
• U kunt geen gezichtsgegevens toevoegen als alle vijf gezichtsinfovelden
zijn ingevuld. Volg de bovenstaande stappen om de gezichtsgegevens
te overschrijven.
• U kunt de bovenstaande stappen volgen om nieuwe gezichtsgegevens
te registeren wanneer er ten minste één veld ongebruikt is, maar u kunt
geen gezichtsgegevens overschrijven. In plaats van gezichtsinformatie te
overschrijven, wist u eerst de ongewenste bestaande informatie (=
42).
Vervolgens kunt u nieuwe gezichtsinformatie registreren (=
39).
44
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Geregistreerdegegevenswissen
U kunt informatie (gezichtsinfo, namen, verjaardagen) wissen die met
Gezichts-ID is vastgelegd. Namen die in eerder genomen beelden zijn
vastgelegd, worden echter niet gewist.
1 Openhetscherm[Infowissen].
Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
39) en kies [Info wissen].
2
Selecteerdenaamvandepersoon
wiensgegevensuwiltwissen.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om de naam te
kiezen van de persoon die u wilt wissen
en druk vervolgens op de knop <m>.
Wanneer [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> of draait u aan de
knop <7> om [OK] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
• Als u de gegevens van een geregistreerde persoon wist, is het niet
mogelijk om hun naam weer te geven (=
105), hun gegevens te
overschrijven (=
108) of naar beelden van die personen te zoeken
(=
107).
• U kunt ook alleen namen in beeldgegevens wissen (=
109).
Functies voor de beeldaanpassing
Foto’s
De verhouding wijzigen
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld hdtv’s of vergelijkbare
weergaveapparatuur.
Dezelfdeverhoudingals35mm-lm,diewordtgebruiktvoorhetafdrukkenvan
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor de
weergave op standaard-tv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur, of voor het
afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
De verhouding die veel wordt gebruikt voor portretten.
• Niet beschikbaar in de modus [
].
45
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen
per geheugenkaart” (=
204) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij
elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Richtlijnenvoorhetkiezenvanderesolutieopbasisvan
hetpapierformaat(voor4:3-beelden)
[ ]: Voor het verzenden van beelden per
e-mail.
• Niet beschikbaar in de modus [ ].
A2 (420 x 594 mm)
A3–A5 (297 x 420–
148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
Foto’s
Rode-ogencorrectie
Rodeogenopbeeldendiemetdeitserzijngemaakt,kunnenalsvolgt
automatisch worden gecorrigeerd.
1 Openhetscherm[Func.inst.
interneitser].
Druk op de knop <n>, kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens
[Aan] (=
25).
Als de instelling is voltooid, wordt [R]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen
worden toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up
voor pupillen aanziet).
46
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
121).
• U kunt het scherm bij stap 2 ook openen door minstens één seconde op de
knop <r> te drukken.
• Ukunthetschermbijstap2ookopenenalsdeitserisuitgeklapt.Daartoe
drukt u op de knop <r> en direct daarna op de knop <n>.
Foto’s
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren
In de modus [ ] kunnen de onderwerpen of de achtergrond bij opnamen
vanavondscènesdiedoorkwiklampenwordenverlichteengroenigezweem
vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden gecorrigeerd door
opnamen te maken met behulp van Wit balans voor meerdere gebieden.
Druk op de knop <n>, kies
[Hg lampcorr.] op het tabblad [4] en
kies vervolgens [Aan] (=
25).
Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Nadat u het opnemen onder kwiklampen hebt voltooid, moet u [Hg
lampcorr.] weer op [Uit] zetten. Anders worden groene tinten die niet
door kwiklampen zijn veroorzaakt, per vergissing gecorrigeerd.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van te zijn dat u
het gewenste resultaat verkrijgt.
Films
Beeldkwaliteit van lms wijzigen
Er zijn 4 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per
geheugenkaart” (=
205)voorrichtlijnenvoordemaximalelmlengtedie
bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Beeld-
kwaliteit
Resolutie Aantalbeelden Details
1920 x 1080* 60 fps
Voor opnamen in Full-HD-
kwaliteit [
]maaktlms
met vloeiendere beweging
mogelijk
1920 x 1080* 30 fps
1280 x 720 30 fps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit
* Fine Detail Movie Processing (Deze functie verwerkt in korte tijd een grote hoeveelheid
gegevens,zodatzelfsdejneredetailsinlmskunnenwordenvastgelegd.)
•
In de standen [ ], [ ] en [ ] geven zwarte balken aan de boven-
en onderkant van het scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd.
47
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Handige opnamefuncties
Foto’s Films
De digitale horizon met twee assen gebruiken
U kunt de digitale horizon, die op het scherm verschijnt, als richtlijn
gebruiken om te bepalen of de camera van voor naar achter en van links
naar rechts waterpas staat.
1 Geefdedigitalehorizonweer.
Druk meerdere keren op de knop <p>
om de digitale horizon weer te geven.
2 Houddecamerarecht.
Als de camera is gekanteld, beweegt
u deze zodanig dat de rode lijn
groen wordt.
• Als de digitale horizon niet in stap 1 verschijnt, drukt u op de knop <n>
en kiest u [Custom Display] op het tabblad [4]. Voeg een [
] toe aan [ ] of
[
] om de digitale horizon te selecteren.
• Dedigitalehorizonwordtnietgetoondtijdenshetopnemenvaneenlm.
• Wanneer u de camera verticaal houdt, wordt de stand van de digitale horizon
automatisch in overeenstemming gebracht met de stand van de camera.
• Kalibreer de digitale horizon als het lijkt alsof deze niet helpt om waterpas
opnamen te maken (=
155).
Terug of
Vooruit
Links of
Rechts
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in
het AF-kader wordt vergroot.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
25).
2 Controleerdescherpstelling.
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Het scherpgestelde gebied wordt niet vergroot als u de ontspanknop
half indrukt terwijl er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon
zich te dicht op de camera bevindt en zijn gezicht te groot is voor
het scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt.
48
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• De weergave wordt niet vergroot bij gebruik van de digitale zoom (=
35) of
AF Tracking (=
82) of als u een tv als beeldscherm gebruikt (=
163).
• Niet beschikbaar in de modus [
].
Foto’s
Controleren op gesloten ogen
[ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad [4] en
selecteer daarna [Aan] (=
25).
2 Maakdeopname.
[ ] knippert wanneer de camera iemand
waarneemt die zijn/haar ogen dicht heeft.
Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
• Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [$], dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
• Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd bij
[Weergavetijd] (=
49) worden personen van wie de ogen zijn gesloten in
een kader weergegeven.
• Deze functie is niet beschikbaar tijdens continue opname in de modus [
]
(=
76).
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad MENU [4].
Zie “Menu’s gebruiken” (=
25) voor instructies over menufuncties.
Foto’s
Het AF-hulplicht uitschakelen
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden
als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht.
Druk op de knop <n>, kies
[AF-hulplicht] op het tabblad [4] en
kies vervolgens [Uit] (=
25).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
49
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
De weergavestijl van het beeld na de
opname wijzigen
U kunt instellen hoe lang beelden na de opname worden weergegeven en
welke informatie wordt weergegeven.
Deweergaveduurvanhetbeeldnadeopnamewijzigen
1 Openhetscherm[Afbeelding
directbekijken].
Druk op de knop <n>, kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [4] en druk op de knop <m>
(=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Weergavetijd] te
selecteren. Druk op de knoppen <q><r>
om de gewenste optie te kiezen.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Snel Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt fotograferen.
2 sec., 4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven.
Zelfs wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de ontspanknop
al half indrukken om een volgende foto te maken.
Vastzetten Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
Foto’s
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u
opnamenmaaktmetdeitserineenomgevingmetweiniglicht.
1 Openhetscherm[Func.inst.
interneitser].
Druk op de knop <n>, kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit]
(=
25).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
50
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Hetweergegevenschermnadeopnamewijzigen
Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden
weergegeven.
1 Stel[Weergavetijd]inop
[2sec.],[4sec.],[8sec.]of
[Vastzetten](=
4 9 ).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Scherminfo] te
selecteren. Druk op de knoppen <q><r>
om de gewenste optie te kiezen.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details
Geeft details van de opname weer (=
192).
• Wanneer [Weergavetijd] (=
49) is ingesteld op [Uit] of [Snel], is
[Scherminfo] ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd.
• U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop <p> te drukken terwijl
na de opname een beeld wordt weergegeven. Houd er rekening mee dat de
instellingen van [Scherminfo] niet worden gewijzigd. U kunt het beeld ook
verwijderen door op de knop <a> te drukken.
51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke
beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies.
3
Speciekescènes............................................ 52
Beeldeffecten(Creatievelters)..................... 54
Opnamen met veel contrast maken
(High Dynamic Range) .......................................... 55
Opnamen maken met verbleekte kleuren
(Nostalgisch) .........................................................56
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect) ...................................56
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect) ....................................................57
Opnamen maken met een speels effect
(Speelgoedcamera-effect) .....................................58
Onderwerpen eruit laten springen
(Achtergrondvervaging) ......................................... 58
Opnamen met een soft-focuseffect ....................... 59
Opnamen maken in monochroom ......................... 59
Specialemodivooranderedoeleinden......... 60
Automatisch opnemen na gezichtsdetectie
(Smart Shutter) ......................................................60
Opnamen maken van sterrenhemels (Ster) .......... 62
Verschillendelmsopnemen.......................... 65
Films maken in de modus [E] .............................. 65
Superslow-motionlmsopnemen ........................ 66
52
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Specieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1 Opendemodus[K].
Stel het programmakeuzewiel in op [K].
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop <m>, selecteer [I] in
het menu en selecteer vervolgens een
opnamemodus (=
24).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
IPortretopnamenmaken(Portret)
Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Foto’s
Avondcompositiesmakenzonder
statief(Nachtscenehandmatig)
Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat u
de camera heel stil hoeft te houden
(zoals met een statief).
Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto’s te combineren,
waardoor camerabeweging en beeldruis
worden verminderd.
Foto’s Films
S Onderwateropnamenmaken
(Onderwater)
Foto’s met natuurlijke kleuren van
onderwaterleven en -landschappen
wanneer u gebruikmaakt van een
optionele waterdichte behuizing (=
162).
Deze modus kan de witbalans corrigeren
en kan overeenkomen met het effect dat
u zou krijgen bij gebruik van een in de
winkelverkrijgbaarkleurcompensatielter
(=
74).
Foto’s Films
POpnamenmakenin
sneeuwlandschappen(Sneeuw)
Heldere foto’s met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
53
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
t
Vuurwerkfotograferen(Vuurwerk)
Levendige foto’s van vuurwerk.
• Onderwerpen lijken in de modus [
] groter dan in andere modi.
• In de modi [ ] en [S] kunnen de beelden korrelig lijken
omdat de ISO-waarde (=
70) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
• Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [ ] continu-
opnamen maakt.
• In de modus [ ] kunnen overmatige camerabeweging of bepaalde
opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk niet het
verwachte resultaat verkrijgt.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [t]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel om de camera stil te
houden (=
89).
• Wanneerueenstatiefgebruiktvooravondscènes,krijgtubetereresultatenals
u opnamen maakt in de modus [
] in plaats van de modus [ ] (=
29).
• In modus [t] wordt de optimale scherpstelling nog steeds gedetecteerd,
ook al worden er geen frames weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
Foto’s
Onderwateropnamenmakenmeteenscherpstelbereik
Als scherpstellen in de modus [S] (=
52) moeilijk is met een
scherpstelbereik van [ ], kan het gebruik van een scherpstelbereik
dat is ontworpen voor onderwateropnamen, zorgen voor optimale
onderwateropnamen.
1 Congureerdeinstelling.
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [S].
Druk op de knop <q>, kies het gewenste
scherpstelbereik (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <7>) en
druk vervolgens op de knop <m>.
2 Maakdeopname.
Scherpstelbereik Beschrijving
Onderwater
Macro
Maak close-upopnamen van onderwaterleven, waarbij de digitale
zoom wordt gebruikt voor opnamen van nog dichterbij.
8
Snel
Voorkom dat u onverwachte opnamemogelijkheden onderwater
mist wanneer u onderwerpen op enige afstand opneemt. Vooral
effectief voor bewegende onderwerpen.
Zie “Opnamebereik” (=
205) voor meer informatie over het bereik van
elk scherpstelbereik.
54
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• In de modus [ ] is de optische zoom ingesteld op groothoek.
• In de modus [ ] kan het gebruik van de digitale zoom ervoor
zorgen dat beelden korrelig lijken bij bepaalde resoluties (=
45).
• In de modus [8] zijn onderwerpen die erg dichtbij zijn, mogelijk
niet scherp. In dat geval probeert u het scherpstelbereik in te stellen
op [ ].
• [ ] en [8] zijn niet beschikbaar in de AF framemodus [AF Tracking]
(=
38).
Beeldeffecten (Creatieve lters)
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Opendemodus[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies een opnamemodus
(=
24).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
Opnamenmakeninlevendige
kleuren(Extralevendig)
Opnamen met rijke, levendige kleuren.
55
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Foto’smetpostereffect
(Poster-effect)
Foto’s die lijken op oude posters
of illustraties.
• In de modi [
] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken
om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen.
Foto’s
Opnamen met veel contrast maken
(High Dynamic Range)
Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden
met verschillende helderheidsniveaus gemaakt, en de camera combineert
vervolgens de beeldgebieden met optimale helderheid tot één beeld.
Deze modus vermindert de vervaagde highlights en het verlies van details
in schaduwgebieden die vaak voorkomen bij opnamen met veel contrast.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Maakdeopname.
Houd de camera stil terwijl u de opname
maakt. De camera neemt drie opnamen
en combineert deze wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt.
• Overmatige camerabeweging of bepaalde opnameomstandigheden
kunnen ervoor zorgen dat u niet het verwachte resultaat verkrijgt.
• Als opnamen maken bemoeilijkt wordt door overmatige camerabeweging,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen om de
camera stil te houden. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel om de camera stil te houden
(=
89).
• Elke beweging van het onderwerp veroorzaakt wazige foto’s.
• Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt maken,
omdat de camera de foto’s verwerkt en combineert.
Artistiekeeffectentoevoegen
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
Druk op de knop < >, kies een effect
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7>) en druk nogmaals
op de knop <
>.
Natuurlijk Beelden zijn natuurlijk en organisch.
Kunst Beelden lijken op schilderijen, met een verzacht contrast.
Kunst helder Beelden lijken op levendige illustraties.
Kunst oliev. Beelden lijken op olieverfschilderijen, met eruit springende randen.
Kunst emb.
Beelden lijken op oude foto’s, met eruit springende randen en een
donkere sfeer.
56
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Opnamen maken met verbleekte kleuren
(Nostalgisch)
Met dit effect lijkt uw opname op een verweerde, oude foto met verbleekte
kleuren. Kies uit vijf effectniveaus.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Kieseeneffectniveau.
Draai aan de knop <z> om een
effectniveau te selecteren.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Het opnamescherm laat wel de verbleekte kleuren zien, maar niet het
verouderingseffect. Controleer het beeld in de afspeelmodus om het effect
te bekijken (=
102).
• Hetbeeldverouderingseffectwordtnietweergegeveninlms.
Foto’s
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Kieseeneffectniveau.
Draai aan de knop <z> om een
effectniveau te selecteren.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
57
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
Ukuntooklmsmakendielijkenopscènesinminiatuurmodellendoor
deafspeelsnelheidtekiezenvoordatdelmwordtopgenomen.Mensen
enonderwerpenindescènezullentijdenshetafspelensnelbewegen.
Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [ ].
Op het scherm verschijnt een wit kader dat
het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft.
2 Kieshetgebiedwaaropuwilt
scherpstellen.
Druk op de knop < >.
Verschuif de zoomknop om de grootte
van het kader te wijzigen en draai aan de
knop <7> om deze te verschuiven.
3 Selecteervoorlmsde
afspeelsnelheidvandelm.
Draai aan de knop <z> om de snelheid
te kiezen.
4
Gaterugnaarhetopnamescherm
enmaakdeopname.
Druk op de knop < > om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
Afspeelsnelheidengeschatteafspeeltijd
(voorclipsvanéénminuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
• Dezoomfunctieisnietbeschikbaarvoorhetopnemenvanlms.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Als u in stap 2 op de knoppen <q><r> drukt, schakelt u naar de verticale
richting van het kader. Om de richting van het kader weer horizontaal te zetten,
drukt u op de knoppen <o><p>.
• Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
• Debeeldkwaliteitvanlmsis[
] bij een verhouding van [ ] en [ ] bij
een verhouding van [
] (=
44). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet
worden gewijzigd.
58
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Opnamen maken met een speels effect
(Speelgoedcamera-effect)
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Selecteereenkleurtoon.
Draai aan de knop <z> om een
kleurtoon te kiezen.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s
Onderwerpen eruit laten springen
(Achtergrondvervaging)
Bij elke opname die u maakt worden er twee opeenvolgende beelden
vastgelegd. Deze worden verwerkt tot één enkel beeld, zodat het
onderwerp afgezet wordt tegen een vervaagde achtergrond.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Maakdeopname.
Houd de camera stil terwijl u de
opname maakt. Wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt, maakt de
camera twee opnamen en worden de
beelden verwerkt.
Een knipperend [ ]-pictogram geeft
aan dat de beelden niet verwerkt
konden worden.
• Overmatige camerabeweging of bepaalde opnameomstandigheden
kunnen ervoor zorgen dat u niet het verwachte resultaat verkrijgt.
•
Voor de beste resultaten met dit effect maakt u opnamen dichtbij het onderwerp.
Zorg ervoor dat er voldoende afstand zit tussen het onderwerp en de achtergrond.
• Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt maken,
omdat de camera de foto’s verwerkt.
• Om het effectniveau aan te passen, draait u aan de knop <z>.
59
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Opnamen met een soft-focuseffect
Metdezefunctiekuntuopnamenmakenalsofereensoft-focuslteropde
camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Kieseeneffectniveau.
Draai aan de knop <z> om een
effectniveau te selecteren.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s Films
Opnamen maken in monochroom
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer[ ].
Voer stap 1–2 bij “Beeldeffecten
(Creatievelters)”(=
54) uit en
kies [
].
2 Selecteereenkleurtoon.
Draai aan de knop <z> om een
kleurtoon te kiezen.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
60
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Speciale modi voor andere doeleinden
Foto’s
Automatisch opnemen na gezichtsdetectie
(Smart Shutter)
Automatischopnemennaglimlachdetectie
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <
>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <
>.
De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Lachdetectie aan].
2
Richtdecameraopeenpersoon.
Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een foto gemaakt.
Druk op de knop <p> om de lachdetectie
te pauzeren. Druk nogmaals op de knop
<p> om de detectie te hervatten.
• Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de
camera opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
• U kunt ook foto’s maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in
te drukken.
• Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is
gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
48) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
Foto’s
Deknipoogdetectiegebruiken
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop < >.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop < >.
2 Kiesdecompositieendrukde
ontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in de stand-bystand
voor opname en op het scherm verschijnt
[Glimlach voor foto].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
61
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Kijknaardecameraenknipoog.
Ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd, maakt de
camera een foto van de persoon wiens
gezicht in het kader valt.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam
en opzettelijk.
• Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren,
een hoed of een bril.
• Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook
gedetecteerd als een knipoog.
• Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer
15 seconden later een foto.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
48) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
• Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een
persoon in het opnamegebied komt en knipoogt.
Foto’s
Degezicht-zelfontspannergebruiken
Ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon
(bijvoorbeeld de fotograaf) het opnamegebied betreedt, maakt de camera
een foto (=
82). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of
een vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <
>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <
>.
2 Kiesdecompositieendrukde
ontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-bystand voor
de opname en op het scherm verschijnt
[Kijk recht naar camera om aftellen
te starten].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Gabijdeanderenstaaninhet
opnamegebiedenkijknaar
decamera.
Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneerdeitserafgaat,blijftdelamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
48) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
62
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamen maken van sterrenhemels (Ster)
Foto’s
Opnamenmakenvannachtscènesondersterrenhemels
(Sterrenhemel)
Legindrukwekkendebeeldenvastvansterrenhemelsbovennachtscènes.
Het sterrenlicht in de beelden wordt automatisch versterkt, waardoor
sterrenhemels prachtig lijken op foto’s.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <
>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
2
Zorgdatdecameranietbeweegt.
Plaats de camera op een statief of neem
andere maatregelen om de camera
stil te houden en camerabeweging te
voorkomen.
3 Maakdeopname.
• Optische zoom wordt ingesteld op maximale groothoek en kan niet
worden aangepast.
• Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt maken,
omdat de camera de foto’s verwerkt en combineert.
• Om de beeldverwerking die sterren duidelijker maakt uit te schakelen,
kiestuMENU►tabblad[4]►[Sterhelderder]►[Uit].
• Stel [Nachtdisplay] in op [Aan] (=
90) in deze modus.
• Schakel over naar de modus voor handmatige scherpstelling (=
78) om
de scherpstelpositie nauwkeuriger aan te geven voor opname.
• Deze modus kan de witbalans corrigeren en kan overeenkomen met
het effect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel verkrijgbaar
kleurcompensatielter(=
74).
Foto’s
Opnamenmakenvansterrenbanen(Sterrenbanen)
Strepen die worden veroorzaakt door de beweging van sterren in de
nachthemel worden in één beeld opgeslagen. Nadat de sluitertijd en het
aantal opnamen is vastgesteld, maakt de camera voortdurend opnamen.
Elke opnamesessie kan maximaal circa twee uur duren. Controleer van
tevoren het batterijniveau.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <
>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Geefdelengtevande
opnamesessieaan.
Draai aan de knop <z> om de
opnameperiode te selecteren.
3
Zorgdatdecameranietbeweegt.
Plaats de camera op een statief of neem
andere maatregelen om de camera stil
te houden.
63
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. [Bezig] wordt kort weergegeven
en vervolgens begint de opname.
Raak de camera niet aan tijdens opname.
Druk de ontspanknop weer helemaal naar
beneden om de opname te annuleren.
• Als de batterij van de camera leeg raakt, stopt de opname en wordt
er een samengesteld beeld gemaakt aan de hand van de beelden
die tot dat moment zijn opgeslagen.
• Optische zoom wordt ingesteld op maximale groothoek en kan niet
worden aangepast.
• Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt maken,
omdat de camera de foto’s verwerkt en combineert.
• Stel [Nachtdisplay] in op [Aan] (=
90) in deze modus.
• Schakel over naar de modus voor handmatige scherpstelling (=
78) om
de scherpstelpositie nauwkeuriger aan te geven voor opname.
• Deze modus kan de witbalans corrigeren en kan overeenkomen met
het effect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel verkrijgbaar
kleurcompensatielter(=
74).
Films
Filmsmakenvansterrenbeweging(Time-lapselmsterren)
Gedurende de aangegeven tijd worden er voortdurend foto’s gemaakt, die
wordengecombineerdomeenlmtemaken.Decameramaakteenmaal
per minuut een opname en er wordt geen geluid opgenomen.
Sterren bewegen snel tijdens het afspelen, zodat u in een korte tijd kunt
zien hoe ze bewegen. Elke opnamesessie kan maximaal circa twee uur
duren en er worden veel opnamen gemaakt. Controleer van tevoren het
batterijniveau en de vrije ruimte op de geheugenkaart.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
52) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <
>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Geefdelengtevande
opnamesessieaan.
Draai aan de knop <z> om de
opnameperiode te selecteren.
3
Zorgdatdecameranietbeweegt.
Plaats de camera op een statief of neem
andere maatregelen om de camera stil
te houden.
64
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Controleerdehelderheid.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om één enkele foto te maken.
Ga naar de afspeelmodus (=
101) en
controleer de helderheid van het beeld.
Om de helderheid aan te passen, draait
u aan de belichtingscompensatieknop
en wijzigt u het belichtingsniveau.
Controleer de helderheid opnieuw door
nog een opname te maken.
5 Maakdeopname.
Drukopdelmknop.[Bezig]wordtkort
weergegeven en vervolgens begint
de opname.
De indicator knippert tijdens de gehele
opnamesessie.
Raak de camera niet aan tijdens opname.
Druknogmaalsopdelmknopomde
opname te annuleren.
De camera staat tijdens opname in de
Eco-modus (=
152).
Geschatteopname-enafspeeltijden
Sessietijd Afspeeltijd
[120'] Circa 8 sec.
[90'] Circa 6 sec.
[60'] Circa 4 sec.
• Als de batterij van de camera leeg raakt of als er niet genoeg
ruimte op de geheugenkaart is, stopt de opname en wordt er een
lmgemaaktaandehandvandebeeldendietotdatmoment
zijn opgeslagen.
• De maximale opnametijd die beschikbaar is, hangt af van de
hoeveelheid vrije ruimte op de geheugenkaart.
• Optische zoom wordt ingesteld op maximale groothoek en kan niet
worden aangepast.
• Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt maken,
omdat de camera de foto’s verwerkt.
• Omelkefotoopteslaandiewordtgemaaktvoordatdelmwordtgemaakt,
kiestuMENU►tabblad[4]►[
fotoopsl]►[Aan].Houderrekeningmee
dat deze afzonderlijke beelden als een enkele groep worden beheerd. Tijdens
afspelen wordt alleen het eerste beeld weergegeven. Om aan te geven dat het
beeld onderdeel is van een groep, wordt [
] weergegeven linksboven in
het scherm. Als u een gegroepeerd beeld wist (=
114), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
• Stel [Nachtdisplay] in op [Aan] (=
90) in deze modus.
• Schakel over naar de modus voor handmatige scherpstelling (=
78) om
de scherpstelpositie nauwkeuriger aan te geven voor opname.
• Deze modus kan de witbalans corrigeren en kan overeenkomen met
het effect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel verkrijgbaar
kleurcompensatielter(=
74).
65
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Films
Verschillende lms opnemen
Films maken in de modus [E]
1 Opendemodus[E].
Stel het programmakeuzewiel in op [E].
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
Deze gebieden worden niet opgenomen.
2 Congureerdeinstellingen
zodatzepassenbijdelm
(=
193201).
3 Maakdeopname.
Drukopdelmknop.
Druknogmaalsopdelmknopomde
lmopnametestoppen.
Films
Belichtingvergrendelenofwijzigenvoordatueen
opnamemaakt
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen of wijzigen
met stappen van 1/3 in een bereik van –3 tot +3.
1 Vergrendeldebelichting.
Druk op de knop < > om de belichting
te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk
wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop < > om de
belichting te ontgrendelen.
2 Pasdebelichtingaan.
Kijk naar het scherm en draai aan
de knop <7> om de belichting aan
te passen.
3 Maakdeopname(=
6 5 ).
66
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Films
Super slow-motion lms opnemen
U kunt een opname maken van snel bewegende objecten om deze af te
spelen in slow motion. Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Stel het programmakeuzewiel in op [E].
Druk op de knop <m>, selecteer [E] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
24).
2 Selecteerhetaantalbeelden.
Druk op de knop <m> en kies
[
] in het menu. Kies de gewenste
beeldsnelheid (=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
3 Maakdeopname(=
6 5 ).
Een balk met de verstreken tijd wordt
weergegeven. De maximale cliplengte is
ongeveer 30 seconden.
Aantalbeelden Beeldkwaliteit
Afspeeltijd
(vooreenclipvan30sec.)
240 fps
(320 x 240)
Circa 4 min.
120 fps
(640 x 480)
Circa 2 min.
• Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer
u de zoomknop gebruikt.
• De scherpstelling, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u
opdelmknopdrukt.
• Wanneerudelmafspeelt(=
102), wordt deze afgespeeld in slow motion.
• Ukuntdeafspeelsnelheidvanlmswijzigenmetbehulpvandesoftware
(=
173).
67
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
P-modus
Foto’s met meer onderscheid in de opnamestijl van uw voorkeur
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op de modus [G].
• [G]: Programma automatische belichting; Automatische belichting: Automatische belichting
• Controleer voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan [G] of de functie in die modus
beschikbaar is (=
193201).
4
Opnamenmakenmetprogramma
automatischebelichting([P]-modus)........... 68
Helderheidvanhetbeeld(Belichting)............ 68
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ...................................... 68
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling) ................................................ 69
De meetmethode wijzigen ..................................... 69
De ISO-waarde wijzigen ........................................ 70
Het niveau van ruisreductie wijzigen
(Hoog ISO-nummer) ..............................................71
Auto Exposure-bracketing (AEB-opname) ............ 72
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................... 72
HetND-ltergebruiken .......................................... 73
Kleur-encontinu-opnamenmaken................ 74
De Wit balans aanpassen ..................................... 74
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
... 75
Continu-opnamen maken ...................................... 76
Opnamebereikenscherpstellen..................... 77
Opnemen met vooraf ingestelde
brandpuntsafstanden (Trapsgewijs zoomen) ........ 77
Close-ups maken (macro) ..................................... 78
Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen ......................................................... 78
Digitale telelens ..................................................... 80
De modus AF Frame wijzigen ............................... 81
De focusinstelling veranderen ............................... 84
Een persoon selecteren op wie u wilt
scherpstellen (Gezichtsselectie) ........................... 84
Opnamen maken met AF lock ............................... 85
Flitser................................................................ 85
Flitsermodus wijzigen ............................................ 85
Deitsbelichtingscompensatieaanpassen ........... 86
Opnamen maken met FE-vergrendeling ............... 87
Deitstimingwijzigen ............................................ 87
RAW-beeldenopnemen................................... 88
Overigeinstellingen......................................... 89
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit) ......................................................89
Instellingen van de IS-modus wijzigen .................. 89
De kleur wijzigen van informatie in het
opnamescherm .....................................................90
68
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Opendemodus[G].
Stel het programmakeuzewiel in op [G].
2 Pasdeinstellingennaarwens
aan(=
6 8 90)enmaak
eenopname.
• Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
70)ofdeitserteactiveren(bijdonkereonderwerpen,=
85) om zo
de juiste belichting te verkrijgen.
• Ukuntooklmsopnemenindemodus[G]dooropdelmknoptedrukken.
Sommige instellingen voor FUNC. (=
24) en MENU (=
25) kunnen
echterautomatischwordenaangepastvoorlmopnamen.
• Zie “Opnamebereik” (=
205) voor meer informatie over het opnamebereik in
de modus [G].
Helderheid van het beeld (Belichting)
Foto’s
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –3 tot +3.
Kijk naar het scherm en draai aan de
belichtingscompensatieknop om de
helderheid aan te passen.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
69
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE-vergrendeling)
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Vergrendeldebelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u
een opname wilt maken en druk op de
knop <
>.
[ ] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
Na één opname wordt AE ontgrendeld en
wordt [
] niet langer weergegeven.
• AE: Automatische belichting
• Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde wijzigen door aan de knop <7> te draaien (Program Shift).
Foto’s
De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die
van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied.
Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als
het belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het [
] (spotmetingpuntkader). U kunt
het spotmetingpuntkader ook koppelen aan het AF-kader
(=
70).
70
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
HetspotmetingpuntkaderaanhetAF-kaderkoppelen
1 Steldemeetmethodeinop[ ].
Voer de stappen in “De meetmethode
wijzigen” (=
69) uit om [ ]
te selecteren.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n> en kies
[Spotmetingpunt] op het tabblad [4].
Kies vervolgens [AF-Punt] (=
25).
Het spotmetingpuntkader wordt nu
gekoppeld aan de verplaatsing van het
AF-kader (=
81).
•
Niet beschikbaar wanneer [AF Frame] is ingesteld op [Gezichts-AiAf]
(=
82) of [AF Tracking] (=
82).
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
Druk op de knop < >, draai aan
de knop <7> om de ISO-waarde te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
AUTO
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch
aangepast aan de opnamemodus en –
omstandigheden.
80, 100, 125, 160, 200
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
250, 320, 400, 500, 640, 800
Voor opnamen bij bewolkt weer of in
de schemering.
1000, 1250, 1600, 2000, 2500,
3200, 4000, 5000, 6400, 8000,
10000, 12800
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in
donkere kamers.
• Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op [AUTO].
• Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het onderwerp
onscherp is.
•
De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat onscherpe
onderwerpenvermindertenhetitserbereikvergroot.Foto’skunnenerechterwel
korrelig uitzien.
71
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
AanpassenvanautomatischeinstellingenvoorISO
Wanneer de camera is ingesteld op [AUTO] kan de maximale ISO-waarde
worden opgegeven in een bereik van [400]–[12800] en kan de gevoeligheid
worden opgegeven in een bereik van drie niveaus.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[ISO autom. inst.] op het tabblad [4].
Druk vervolgens op de knop <m>
(=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kieshetmenu-itemdatuwiltcongureren
en kies de gewenste optie
(=
25).
• U kunt het scherm [ISO autom. inst.] ook openen als het instellingenscherm
voor de ISO-waarde (=
70) wordt weergegeven door op de knop <n>
te drukken.
Het niveau van ruisreductie wijzigen
(Hoog ISO-nummer)
U kunt uit 3 niveaus van ruisreductie kiezen: [Standaard], [Hoog], [Laag].
Deze functie is met name effectief bij het maken van opnamen met hoge
ISO-waarden.
Druk op de knop <n>, kies [Hoog
ISO nr.] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
25).
• Niet beschikbaar bij [ ] of [ ] (=
88).
72
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Auto Exposure-bracketing (AEB-opname)
Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden
opgeslagen met verschillende belichtingsniveaus (standaardbelichting,
onderbelichting en overbelichting). U kunt de mate van onder- of
overbelichting aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2
(ten opzichte van standaardbelichting).
1 Selecteer[ ].
Druk op de knop <m>, selecteer [ ] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
24).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop < > en pas de
instelling aan door op de knoppen
<q><r> te drukken of door aan de knop
<7> te draaien.
• AEB-opname is alleen beschikbaar in de modus [!] (=
86).
• Continu-opnamen maken (=
76) is niet mogelijk in deze modus.
• Wanneer belichtingscompensatie al in gebruik is (=
68), wordt de opgegeven
waarde voor deze functie behandeld als het standaard belichtingsniveau voor
deze functie.
• U kunt het instellingenscherm van stap 2 ook openen door te drukken op de
knop <n> wanneer het belichtingscompensatiescherm (=
68) wordt
weergegeven.
• Er worden drie opnamen gemaakt, ongeacht het aantal dat is opgegeven in
[$] (=
37).
• In de modus [Knipperdetectie] (=
48) is deze functie alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid.
Geef DR-correctie op om vervaagde highlights te vermijden.
Geef schaduwcorrectie op om beelddetails in schaduwen te behouden.
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
120).
• U kunt de camera ook zo instellen dat u door te draaien aan de knop <z> of
<7> de instellingen voor DR-correctie of schaduwcorrectie aanpast (=
96).
73
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
DR-correctie(DynamicRange-correctie)
Verzacht heldere gebieden, die er anders vervaagd uit zouden kunnen zien,
als volgt.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24
).
Optie Details
BeschikbareISO-waarde
(=
7 0 )
Automatische aanpassing om vervaagde
highlights te voorkomen
AUTO, 80–12800
Zwak highlights af met ongeveer 200% ten
opzichte van de helderheid van [
].
AUTO, 160–3200
Zwak highlights af met ongeveer 400% ten
opzichte van de helderheid van [
].
AUTO, 320–3200
• De ISO-waarde (=
70) wordt aangepast aan een waarde binnen
het ondersteunde bereik als u een waarde hebt opgegeven die
buiten het hier weergegeven ondersteunde bereik valt.
Foto’s
Schaduwcorrectie
Behoud als volgt automatisch beelddetails in schaduwen.
Druk op de knop <m>, selecteer [ ] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
24).
Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
Het ND-lter gebruiken
HetND-lterreduceertdelichtintensiteittot1/8(gelijkaan3stops)vanhet
werkelijke niveau, zodat u opnamen met langere sluitertijden en kleinere
diafragmawaarden kunt maken.
Druk op de knop <m>, selecteer [ ] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
24).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen. Stel
daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een
statief of een ander middel om de camera stil te houden (=
89).
• ND:NeutralDensity,oftewelgrijslter
74
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Kleur- en continu-opnamen maken
Foto’s Films
De Wit balans aanpassen
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Auto
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld
voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in
de schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en
dezelfde kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit (of dezelfde kleur) of koelwit
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
h
Flitser Voorhetmakenvanopnamenmetdeitser.
S
Onderwater
Hiermee stelt u de optimale witbalans in voor opnamen onder
water. Vermindert het blauw voor natuurlijke ogende kleuren.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans
(=
74).
Foto’s Films
AangepasteWitbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Volg de stappen in “De Wit balans
aanpassen” (=
74) en kies [ ] of [ ].
Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop < >.
De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
• Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Foto’s Films
DeWitbalanshandmatigcorrigeren
U kunt de Wit balans handmatig aanpassen. Deze aanpassing kan
overeenkomen met effect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel
verkrijgbaarkleurtemperatuurconversielterofkleurcompensatielter.
1 Congureerdeinstelling.
Voer de stappen in “De Wit balans
aanpassen” (=
74) uit om de
witbalansoptie te kiezen.
Draai aan de knop <z> en pas het
correctieniveau voor B en A aan.
Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
75
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
2 Congureergeavanceerde
instellingen.
Als u geavanceerde instellingen wilt
congureren,druktuopdeknop
<n> en draait u aan de knop <z>
of <7> om het correctieniveau aan
te passen.
Druk op de knop < > om het
correctieniveau te herstellen.
Druk op de knop <n> om de
instelling te voltooien.
• De camera blijft de witbalanscorrectieniveaus behouden, zelfs
wanneer u omschakelt naar een andere witbalansoptie in stap 1,
maar de correctieniveaus worden hersteld wanneer u aangepaste
witbalansgegevens vastlegt.
• B: blauw; A: geel; M: magenta; G: groen
•
Eén niveau van de blauw/amber-correctie staat gelijk aan ongeveer zeven mireds
vaneenkleurtemperatuurconversielter.(Mired:eenheidvoorkleurtemperatuur
diededensiteitvaneenkleurtemperatuurconversielterweergeeft.)
• U kunt de camera zo instellen dat het aanpassingenscherm voor B en A kan
worden geopend door aan de knop <z> te draaien (=
96).
Foto’s Films
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging
afgevlakt, voor zachte beelden.
Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto’s.
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groeneonderwerpen,zoalsbergenenora,levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden
rode onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (=
76).
76
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• U kunt de Wit balans (=
74) niet instellen in de modi [ ] en [ ].
• Met de modi [ ] en [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan
huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet
het verwachte resultaat met sommige huidtinten.
Foto’s Films
CustomKleur
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1–5.
1 Openhetinstellingenscherm.
Voer de stappen in “De kleurtoon van een
beeld wijzigen (My Colors)” (=
75) uit
om [
] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <
l>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en geef de waarde op
door te drukken op de knoppen <q><r>
of te draaien aan de knop <7>.
Pas de waarde naar rechts aan voor
sterkere/intensere effecten (of donkerdere
huidtinten), en pas de waarde naar links
aan voor zwakkere/lichtere effecten
(of lichtere huidtinten).
Druk op de knop < > om de instelling
te voltooien.
Foto’s
Continu-opnamen maken
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken.
Zie “Snelheid continu-opnamen” (=
205) voor meer informatie over de
snelheid van continu-opnamen.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
Modus Beschrijving
W
Continu
Continu-opnamen maken, met de focus en belichting vastgesteld
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Continue
opname AF*
Continu opnamen maken en scherpstellen.
[AF Frame] is ingesteld op [Centrum] en kan niet worden gewijzigd.
* In de modus [t] (=
53), handmatig scherpstellen (=
78) of wanneer AF is
vergrendeld (=
85), wordt [ ] gewijzigd in [ ].
• Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
36) of
[Knipperdetectie] (=
48).
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continue opname kan
langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
• Alsuitst,kandeopnamesnelheidafnemen.
77
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Wanneer u Gezichts-ID (=
39) gebruikt, wordt bij de eerste opname de
locatie bepaald waar in het beeld de naam wordt vastgelegd. Deze naam
wordt in volgende foto’s op dezelfde plaats vastgelegd.
Beeldenweergeventijdenshetafspelen
Elke set met doorlopende beelden die is opgenomen in modus [
G
], [
M
],
[
B
] of [
D
] wordt behandeld als één groep. Alleen het eerste beeld dat
is opgenomen in de groep wordt weergegeven. Om aan te geven dat het
beeld onderdeel is van een groep, wordt [ ] weergegeven linksboven
in het scherm.
• Als u een gegroepeerd beeld wist (=
114), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
• Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (=
108) en niet-gegroepeerd
(=
108) worden afgespeeld.
• Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (=
111), worden alle beelden in de
groep beveiligd.
• Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (=
106) of Smart
Shufe(=
110), kunnen beelden afzonderlijk worden bekeken. In dit geval
worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
• Deze acties zijn niet beschikbaar voor gegroepeerde beelden: vergroten
(=
109), gezichts-ID-informatie bewerken (=
108), als favoriet markeren
(=
117), bewerken (=
118121), afdrukken (=
176), afzonderlijk
beelden afdrukken instellen (=
181) of aan een fotoboek toevoegen
(=
182). Speel de gegroepeerde beelden afzonderlijk af (=
108) of
annuleer de groepering (=
108) om deze bewerkingen uit te voeren.
Opnamebereik en scherpstellen
Foto’s Films
Opnemen met vooraf ingestelde
brandpuntsafstanden (Trapsgewijs zoomen)
U kunt opnemen met vooraf ingestelde brandpuntsafstanden van 28, 35,
50,85,100of140mm(equivalentvan35mm-lm).Ditishandigalsumet
de beeldhoek van deze brandpuntafstanden wilt opnemen.
1 Wijs[ ]toeaandeknop
<z>(=
9 6 ).
2 Kieseenbrandpuntsafstand.
Draai de knop <z> rechtsom tot
deze klikt, om de brandpuntsafstand
te wijzigen van 28 mm in 35 mm.
Blijf aan de knop <z> draaien om
de brandpuntsafstand bij elke klik te
vergroten naar respectievelijk 50 mm,
85 mm, 100 mm en 140 mm.
• Tijdenshetopnemenvanlmsistrapsgewijszoomenniet
beschikbaar, zelfs niet als u aan de knop <z> draait.
• Als u bij het gebruik van de digitale zoom (=
35) de knop <z> rechtsom
draait, heeft dit geen invloed op de zoomfactor. Als u de knop <z> echter
linksom draait, wordt de brandpuntsafstand ingesteld op 140 mm.
78
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
205) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, kies [e] (druk op
de knoppen <q><r> of draai aan de
knop <7>) en druk vervolgens op de
knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [e]
weergegeven.
• Alsuitst,kanvignetvormingoptreden.
• Zorg dat u de lens niet beschadigt.
• Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
maakt u opnamen met de camera ingesteld op [[] (=
37).
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen
Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen niet
mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven en dan de ontspanknop
half indrukken om de camera de optimale scherpstelpositie te laten vastleggen
die het dichtst bij de door u opgegeven positie ligt. Zie “Opnamebereik”
(=
205) voor meer informatie over het scherpstelbereik.
1 Selecteer[f].
Druk op de knop <o> en druk vervolgens
op de knop <m>.
[f] en de MF-indicator worden
weergegeven.
2
Geefdealgemenefocuspositieop.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om de algemene
focuspositie op te geven, waarbij u let
op de MF-indicatorbalk op het scherm
(die de afstand en de focuspositie
aangeeft) en het vergrote beeldgebied.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Om de vergroting aan te passen, drukt u
op de knop <r>.
Verplaats het scherpstelkader naar wens
(=
81).
MF-indicator
79
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Pasdefocusverderaan.
Druk de ontspanknop half in om de
camera de focuspositie verder te laten
afstellen (Veiligheids MF).
Druk nogmaals op de knop <q> om
handmatig scherpstellen te annuleren.
• Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF-kader (=
81)
ingesteld op [FlexiZone] en de afmeting van het AF-kader (=
81)
op [Normaal]. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
• Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (=
35)
of de digitale telelens (=
80), of bij gebruik van een tv
als beeldscherm (=
165), maar de vergrote weergave zal
niet verschijnen.
• U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en
nauwkeuriger scherp te stellen.
• Druk op de knop <n> en stel [MF-Punt Zoom] op het tabblad [4] naar
wens in om het vergrote beeldgebied te verbergen of te vergroten (=
25).
• Druk op de knop <n> en stel [Veiligheids MF] op het tabblad [4] in op
[Uit] (=
25) om automatisch scherpstellen verder afstellen wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt uit te schakelen.
Foto’s
Hetscherpstelgebiedgemakkelijkherkennen(MFPeaking)
Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld worden in kleur
weergegeven om handmatig scherpstellen gemakkelijker te maken. U kunt de
kleuren en de gevoeligheid (niveau) van randdetectie naar wens aanpassen.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, selecteer
[MF-peaking-instellingen] op het tabblad
[4] en selecteer vervolgens [Aan]
(=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kieshetmenu-itemdatuwiltcongureren
en kies de gewenste optie
(=
25).
• Kleuren die worden weergegeven voor MF-peaking worden niet in uw foto’s
vastgelegd.
80
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Focusbracketing(modusBKT-Focus)
Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden
opgeslagen, waarbij het eerste beeld wordt genomen met de brandpuntsafstand
die u handmatig hebt ingesteld en de andere met brandpuntsafstanden die
verder weg en dichter bij liggen, die vooraf zijn ingesteld. De afstand van de
opgegeven focus kan worden ingesteld in drie niveaus.
1 Selecteer[ ].
Druk op de knop <m>, selecteer [ ] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
24).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop < > en pas de
instelling aan door op de knoppen
<q><r> te drukken of door aan de
knop <7> te draaien.
• Focusbracketing is alleen beschikbaar in de modus [!] (=
86).
• Continu-opnamen maken (=
76) is niet mogelijk in deze modus.
• U kunt ook het instellingenscherm in stap 2 openen door op de knop
<n> te drukken in stap 2 in “Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen” (=
78).
• Er worden drie opnamen gemaakt, ongeacht het aantal dat is opgegeven in
[$] (=
37).
• In de modus [Knipperdetectie] (=
48) is deze functie alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
Foto’s Films
Digitale telelens
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,5x
of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd korter
is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in
dezelfde zoomfactor.
Druk op de knop <n>, kies [Digitale
Zoom] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
25).
Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
• De digitale telelens kan niet worden gebruikt met digitale zoom
(=
35) of AF-puntzoom (=
47).
• De respectieve brandpuntsafstanden bij het gebruik van [1.5x] en [2.0x] zijn
42,0–210,0mmen56,0–280,0mm(equivalentvan35mm-lm).
• De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale telelensinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in “Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (=
35).
81
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
Druk op de knop <n>, kies
[AF Frame] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
25).
Foto’s
FlexiZone/Centrum
Eén AF-kader wordt weergegeven. Effectief voor betrouwbaar scherpstellen.
Met [FlexiZone] kunt u de positie en grootte van het AF-kader wijzigen
(=
81).
• Een geel AF-kader wordt weergegeven met [
] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
Foto’s
PositieenafmetingvanAF-kaderswijzigen(FlexiZone)
Wanneer u de positie of afmeting van het AF-kader wilt wijzigen, stelt u de
modus AF Frame in op [FlexiZone] (=
81).
1 BereiduvooromhetAF-kader
teverplaatsen.
Druk op de knop < >. Het AF-kader
wordt oranje.
2 Wijzigdepositieenafmeting
vanhetAF-kader.
Draai aan de knop <7> om het AF-kader
te verplaatsen, of druk op de knoppen
<o><p><q><r> om het kader over
een kleinere afstand te verplaatsen.
Als u de knop < > ingedrukt houdt,
keert het AF-kader terug naar de
oorspronkelijke positie in het midden.
Druk op de kop <n> om de
afmeting van het AF-kader te verkleinen.
Druk opnieuw op de knop om terug te
keren naar de oorspronkelijke afmeting
3 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop < >.
82
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Gezichts-AiAf
• Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen,
en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
• Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
• Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
• Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
• Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF
(=
83) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
• Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichtenenprol,vanuiteenhoekofgedeeltelijkverborgen
• Decamerakanniet-menselijkeonderwerpenidenticeren
als gezichten.
• Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Foto’s Films
Onderwerpenselecterenomopscherptestellen
(AFTracking)
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1 Selecteer[AFTracking].
Voer de stappen in “De modus AF Frame
wijzigen” (=
81) uit om [AF Tracking]
te selecteren.
[ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kieseenonderwerpwaaropu
wiltscherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op de
knop <
>.
De camera piept en [ ] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
[ ] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
Druk nogmaals op de knop < > om het
volgen te stoppen.
83
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat het
onderwerp volgt terwijl de scherpstelling
en belichting worden aangepast
(Servo AF) (=
83).
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt
[
] nog steeds weergegeven en blijft de
camera het onderwerp volgen.
• [Servo AF] (=
83) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden
gewijzigd.
• Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• [e] is niet beschikbaar.
• De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half
ingedrukt houdt zonder op de knop <
> te drukken. Nadat u de opname
hebt gemaakt, wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
• Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet weergegeven
wanneer er geregistreerde personen worden gedetecteerd, maar de namen
worden wel in de foto’s vastgelegd (=
39). Als het onderwerp waarop wordt
scherpgesteld echter hetzelfde is als een persoon die is gedetecteerd met
Gezichts-ID, wordt er een naam weergegeven.
Foto’s
OpnamenmakenmetServoAF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Servo AF] op het tabblad [4] en
kies [Aan] (=
25).
2 Stelscherp.
De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
• In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk
niet scherpstellen.
• In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
• Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden
de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
• Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
36).
84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
De focusinstelling veranderen
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer
de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera
beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop
half indrukt.
Druk op de knop <n>, kies [Continu]
op het tabblad [4] en kies vervolgens
[Uit] (=
25).
Aan
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist, doordat de camera
continu scherpstelt op onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit De camera stelt niet continu scherp, zodat de batterij minder snel leeg is.
Foto’s
Een persoon selecteren op wie u wilt
scherpstellen (Gezichtsselectie)
U kunt een opname maken nadat u een bepaald gezicht hebt geselecteerd
waarop moet worden scherpgesteld.
1 Bereiddecameravoorop
Gezichtsselectie.
Stel het AF-kader in op [Gezichts-AiAf]
(=
82).
2
OpendemodusGezichtsselectie.
Richt de camera op het gezicht en druk
op de knop <
>.
Nadat [Gezichtsselectie: aan] wordt
weergegeven, verschijnt er een
gezichtskader [ ] rond het gezicht dat
wordt gedetecteerd als hoofdonderwerp.
Zelfs als het onderwerp beweegt, volgt
het gezichtskader [ ] het onderwerp
binnen een bepaald bereik.
Als er geen gezicht wordt gedetecteerd,
verschijnt [ ] niet.
3 Selecteerhetgezichtwaaropu
wiltscherpstellen.
Druk op de knop < > als u het
gezichtskader [ ] wilt verplaatsen naar
een ander gedetecteerd gezicht.
Nadat u het gezichtskader verplaatst
hebt naar alle gedetecteerde gezichten,
wordt [Gezichtsselectie: uit] weergegeven
en wordt het scherm van de gekozen
AF-kadermodus opnieuw weergegeven.
85
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop half in. Nadat de
camera heeft scherpgesteld, verandert
[
] in [ ].
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
• Wanneer [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen van geregistreerde
personen die worden gedetecteerd, niet weergegeven wanneer u een ander,
niet-geregistreerd gezicht hebt geselecteerd waarop u wilt scherpstellen.
Hun namen worden echter nog steeds vastgelegd in de foto’s (=
39).
Foto’s Films
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1 Vergrendeldefocus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop <o>.
De scherpstelling is nu vergrendeld en
[f] en de MF-indicator verschijnen op
het scherm.
Om de focus te ontgrendelen, houdt u
de ontspanknop half ingedrukt en drukt u
opnieuw op de knop <o>.
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
Flitser
Foto’s
Flitsermodus wijzigen
Ukuntdeitsermoduswijzigenenaanpassenaandeopnamecompositie.
Zie “Flitsbereik” (=
205)voormeerinformatieoverhetitsbereik.
1 Klapdeitseruit.
Verschuif de schakelaar < >.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>,kieseenitsstand
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan knop <7>) en druk vervolgens op
de knop <m>.
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
• Alsdeitserisingeklapt,kanhetinstellingenschermnietworden
geopend door op de knop <r> te drukken. Verschuif de schakelaar
<
>omdeitseruitteklappenencongureerdeinstelling.
[ ]Auto
Alserweiniglichtis,wordterautomatischgeitst.
[h]Aan
Erwordtbijelkeopnamegeitst.
[Z]Slowsync
Erwordtgeitstomdehelderheidvanhethoofdonderwerp(zoalsmensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd,zodatdeachtergrondbuitenhetitsbereikverlichtwordt.
86
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [Z]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel om de camera stil te
houden (=
89).
• Zorg er in modus [Z]voordatzelfsnadatdeitseritst
het hoofdonderwerp niet beweegt totdat het geluid van de
ontspanknop stopt.
[!]Uit
Voorhetmakenvanopnamenzonderitser.
• Als bij omstandigheden met weinig licht een knipperend pictogram
[
] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden.
Foto’s
De itsbelichtingscompensatie aanpassen
Net als bij de normale belichtingscompensatie (=
68) kunt u de
itsbelichtingaanpassenmetstappenvan1/3ineenbereikvan–2tot+2.
Klapdeitseruit,drukopdeknop<r>
en draai onmiddellijk aan de knop <z>
om het compensatieniveau te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
• Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera tijdens het
itsenautomatischdesluitertijdofdiafragmawaardeaanomvervaagde
highlights te verminderen en opnamen te maken met een optimale belichting.
U kunt automatische aanpassing van sluitertijd of diafragmawaarde
echter uitschakelen door MENU (=
25) te openen en tabblad [4]►
[Flitsbesturing]►[VeiligheidsFE]►[Uit]tekiezen.
• Ukuntdeitsbelichtingscompensatieookcongurerendoor[X] te kiezen in
het menu FUNC. (=
24
), of door MENU te openen (=
25
) en tabblad
[4]►[Flitsbesturing]►[Flitsbel.comp.]tekiezen.
• UkunthetMENU-scherm[Func.inst.interneitser](=
25) ook als volgt
openen(behalvewanneereenoptioneleexterneitserisgeplaatst).
- Houd de knop <r> minimaal één seconde ingedrukt.
- Wanneerdeitserisuitgeklapt,druktuopdeknop<r> en direct daarna
op de knop <n>.
87
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Opnamen maken met FE-vergrendeling
Net als met de AE lock (=
69) kunt u de belichting vergrendelen voor het
makenvanopnamenmetdeitser.
1 Klapdeitseruitensteldezein
op[h](=
8 5 ).
2 Vergrendeldeitsbelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u
een opname wilt maken en druk op de
knop <
>.
Deitsergaatafenwanneer[ ] wordt
weergegeven,blijfhetitsuitvoerniveau
behouden.
3 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
Na één opname wordt FE ontgrendeld en
wordt [
] niet meer weergegeven.
• FE: Flitsbelichting
Foto’s
De itstiming wijzigen
Wijzigdetimingvandeitserendesluiteralsvolgt.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Sluiter sync.] en kies vervolgens de
gewenste optie (=
25).
1e gordijn Deitseritstdirectnadatdesluiteropengaat.
2e gordijn Deitseritstdirectvoordatdesluiterdichtgaat.
88
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
RAW-beelden opnemen
RAW-beelden bestaan uit onbewerkte gegevens die zijn opgenomen met zo
goed als geen verlies aan beeldkwaliteit door interne beeldverwerking van
de camera. Gebruik Digital Photo Professional (=
173) om RAW-beelden
naar wens aan te passen met minimaal kwaliteitsverlies.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
Hiermee neemt u JPEG-beelden op. JPEG-beelden worden in de camera
verwerkt voor optimale beeldkwaliteit en gecomprimeerd om de bestandsgrootte
te verkleinen. Dit compressieproces is echter onomkeerbaar en beelden kunnen
niet kunnen worden teruggebracht naar de oorspronkelijke, onbewerkte staat.
Beeldbewerking kan ook een klein verlies aan beeldkwaliteit veroorzaken.
Hiermee neemt u RAW-beelden op. RAW-beelden bestaan uit onbewerkte
gegevens die zijn opgenomen met zo goed als geen verlies aan beeldkwaliteit
door beeldverwerking van de camera. De gegevens kunnen in deze indeling
niet worden bekeken via een computer of worden afgedrukt. Gebruikt eerst de
software (Digital Photo Professional) om beelden te converteren naar normale
JPEG- of TIFF-bestanden. Beelden kunnen worden aangepast met een minimaal
verlies aan beeldkwaliteit.
Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
204) voor informatie over
resolutie en het aantal foto’s dat op een kaart past.
Bij elke opname worden er twee beelden vastgelegd: een RAW-beeld en een
JPEG-beeld.
Het JPEG-beeld kunt u bekijken via een computer of afdrukken zonder de
software te gebruiken.
• Gebruik altijd de daarvoor bedoelde software (=
173) voor de
overdracht van RAW-beelden (of RAW- en JPEG-beelden samen)
naar een computer.
• Digitale zoom (=
35), datumstempels (=
38) en rode-
ogencorrectie (=
45) zijn ingesteld op [Uit] in de modi [ ] en
[ ]. Daarnaast kunnen ruisreductieniveau (=
71), i-Contrast
(=
72) en My Colors (=
75) niet worden ingesteld.
• De bestandsextensie voor JPEG-beelden is .JPG en de extensie
voor RAW-beelden is .CR2.
89
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Overige instellingen
Foto’s
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen, [ ](Superjn)
en [ ] (Fijn): Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
204) voor
richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een
geheugenkaart passen.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
Foto’s Films
Instellingen van de IS-modus wijzigen
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[IS-instellingen] op het tabblad [4]
en druk vervolgens op de knop <m>
(=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [IS modus] en kies vervolgens de
gewenste optie (=
25).
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS) (=
34).
Opname* Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname.
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
* Deinstellingwordtgewijzigdin[Continu]voorlmopnamen.
• Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
90
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
De kleur wijzigen van informatie in het
opnamescherm
Informatie die wordt weergegeven in het opnamescherm en -menu’s kan
worden gewijzigd in een kleur die geschikt is voor opnamen bij weinig licht.
Deze instelling inschakelen is handig bij standen zoals [ ] (=
62).
Druk op de knop <n>, selecteer
[Nachtdisplay] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
25).
• De kleur wordt niet aangepast in de Afspeelstand.
Films
Filmenmetonderwerpenophetzelfdeformaatals
waaropzevoorhetlmenwordenweergegeven
Tijdensdelmopnamewordteenkleinerbeeldgebiedweergegevenenwordt
het onderwerp uitvergroot. Op deze manier worden overige vervormingen
gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan door een bewegende camera. Als u
onderwerpenwiltlmenophetzelfdeformaatalswaaropzevoorhetlmen
worden weergegeven, kunt u deze beeldstabilisatie uitschakelen.
Voer de stappen in “Instellingen van de
IS-modus wijzigen” (=
89) uit om het
scherm [IS-instellingen] te openen.
Kies [Dynamic IS] en kies [2] (=
34).
• U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op
hetzelfdeformaatwordenopgenomenalswaaropzevoorhetlmen
worden weergegeven.
91
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Maakslimmergerafneerdeopnamenenpasdecameraaanuwfavorieteopnamestijlaan
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de betreffende modus.
5
Speciekesluitertijden(Modus[Tv])
............... 92
Speciekediafragmawaarden(Modus[Av])
... 93
Speciekesluitertijdenendiafragmawaarden
(Modus[M])
...................................................... 93
Deitsoutputaanpassen ....................................... 94
Aanpassingvooropnamestijlen..................... 95
Weergegeven informatie wijzigen .........................95
Functies toewijzen aan de controleknop
en de knop op de voorkant .................................... 96
Handige bediening met behulp van <
> of
delmknop ............................................................97
HetmenuFUNC.aanpassen
(Lay-outFUNC.-menu).................................... 98
Items kiezen om in het menu te gebruiken ........... 98
Opname-instellingen opslaan ................................ 99
Veelgebruikte menu-items voor opname opslaan
(My Menu) ........................................................... 100
92
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Specieke sluitertijden (Modus [Tv])
Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de
camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de
ingestelde sluitertijd.
Zie “Sluitertijd” (=
206) voor informatie over de beschikbare sluitertijden.
1 Opendemodus[M].
Stel het programmakeuzewiel in op [M].
2 Steldesluitertijdin.
Draai aan de knop <z> om de sluitertijd
in te stellen.
Sluitertijd(sec.)
BeschikbareISO-waarde(=
7 0 )
15–1,3 AUTO, 80–3200
1–1/4000 AUTO, 80–12800
• Bij sluitertijden van 1,3 seconde of langer treedt een vertraging op
voordat u opnieuw een foto kunt maken, aangezien de beelden
worden verwerkt om ruis te verwijderen.
• Stel [IS modus] in op [Uit] wanneer u een langere sluitertijd gebruikt
en opnamen maakt met een statief (=
89).
• Dekortstesluitertijdvoorhetmakenvanopnamenmeteenitser
is 1/2.000 seconde. Als u een kortere sluitertijd selecteert, wordt de
sluitertijd voordat u opnamen kunt maken automatisch ingesteld op
1/2.000 seconde.
• Als de instellingen anders zijn dan de standaard
belichtingsinstellingen wanneer u de ontspanknop half indrukt,
worden de diafragmawaarden oranje weergegeven. Pas de
sluitertijd aan totdat de diafragmawaarde wit wordt weergegeven.
U kunt ook Safety Shift gebruiken (=
93).
• Opnamen die gemaakt zijn met hoge ISO-waarden kunnen
korrelig lijken.
• [M]: tijdwaarde
• U kunt de camera ook zo instellen dat u door aan de knop <7> te draaien de
sluitertijd wijzigt (=
96).
93
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Specieke diafragmawaarden
(Modus [Av])
Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen.
Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de ingestelde
diafragmawaarde.
Zie “Diafragma” (=
206) voor informatie over de beschikbare
diafragmawaarden.
1 Opendemodus[B].
Stel het programmakeuzewiel in op [B].
2 Steldediafragmawaardein.
Draai aan de knop <z> om de
diafragmawaarde in te stellen.
•
Als de instellingen anders zijn dan de standaard belichtingsinstellingen
wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijden oranje
weergegeven. Pas de diafragmawaarde aan totdat de sluitertijd wit
wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken (zie hieronder).
• [B]: diafragmawaarde (de grootte van de irisopening in de lens)
• Om belichtingsproblemen in de modus [M] en [B] te voorkomen kan de
sluitertijd of diafragmawaarde van de camera automatisch worden aangepast,
zelfs wanneer de standaardbelichting niet op een andere manier kan worden
verkregen. Druk op de knop <n> en stel [Safety Shift] op het tabblad [4]
in op [Aan] (=
25).
SafetyShiftisechteruitgeschakeldwanneerdeitseritst.
• U kunt de camera ook zo instellen dat u door de knop <7> te draaien de
diafragmawaarde wijzigt (=
96).
Foto’s
Specieke sluitertijden en
diafragmawaarden (Modus [M])
Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen
van de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste
belichting krijgt.
Zie “Sluitertijd” (=
206) en “Diafragma” (=
206) voor informatie over
beschikbare sluitertijden en diafragmawaarden.
1 Opendemodus[D].
Stel het programmakeuzewiel in op [D].
2 Congureerdeinstelling.
Draai aan de knop <z> om de sluitertijd
in te stellen en draai aan de knop <7>
om de diafragmawaarde in te stellen.
Het belichtingsniveauteken, gebaseerd
op de door u opgegeven waarde, wordt
weergegeven op de indicator van het
belichtingsniveau ter vergelijking met het
standaard belichtingsniveau.
Als het verschil ten opzichte van het
standaard belichtingsniveau groter is dan
2 stops, wordt het belichtingsniveauteken
oranje weergegeven.
Sluitertijd(sec.)
BeschikbareISO-waarde(=
7 0 )
250–40 80
30–1,3 80–3200
1–1/4000 80–12800
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Standaard
belichtingsniveau
Belichtings-
niveauteken
Indicator
belichtings-
niveau
94
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Na het instellen van de sluiterijd en diafragmawaarde kan het
belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe
compositie voor de opname maakt.
• Afhankelijk van de ingestelde sluitertijd of diafragmawaarde, wordt
de helderheid van het scherm mogelijk aangepast. De helderheid
vanhetschermwijzigtechternietalsdeitserisuitgeklaptende
modus [h] is ingesteld.
• Als u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde automatisch
wilt laten aanpassen aan de standaardbelichting drukt u op
de knop < > terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Standaardbelichting is in combinatie met bepaalde instellingen niet
mogelijk.
• Opnamen die gemaakt zijn met hoge ISO-waarden kunnen
korrelig lijken.
• [D]: Handmatig
• De standaardbelichting wordt berekend op basis van de opgegeven
meetmethode (=
69).
• U kunt de camera ook zo instellen dat u de sluitertijd wijzigt door aan de knop
<7> te draaien en de diafragmawaarde wijzigt door aan de knop <z> te
draaien (=
96).
Foto’s
De itsoutput aanpassen
Maakeenkeuzeuitdedrieitsniveausinmodus[D].
1 Opendemodus[D].
Stel het programmakeuzewiel in op [D].
2 Congureerdeinstelling.
Klapdeitserop,drukopdeknop
<r> en draai onmiddellijk aan de knop
<z>omhetitsniveautekiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt het
itsuitvoerniveauweergegeven.
[
]: laag, [ ]: medium, [ ]: hoog
• Ukuntdeitsuitvoerookinstellendoor[X] te kiezen in het menu
FUNC. (=
24), of door MENU (=
25) te openen en tabblad [4]►
[Flitsbesturing]►[Flitsoutput]tekiezen.
• In de modus [M] of [B]kuntuhetitsniveauinstellendoorMENU
(=
25) te openen en tabblad [4]►[Flitsbesturing]►[Flitsmode]►
[Handmatig] te kiezen.
• UkunthetMENU-scherm[Func.inst.interneitser]ookalsvolgtopenen
(behalvewanneereenoptioneleexterneitserisgeplaatst).
- Houd de knop <r> minimaal één seconde ingedrukt.
- Wanneerdeitserisuitgeklapt,druktuopdeknop<r> en direct daarna
op de knop <n>.
95
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Aanpassing voor opnamestijlen
Foto’s Films
Weergegeven informatie wijzigen
Stel het aantal aangepaste weergaven in (=
23) en de informatie die in
elke weergave wordt weergegeven wanneer in het opnamescherm op de
knop <p> wordt gedrukt.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies [Custom
Display] op het tabblad [4] en druk
vervolgens op de knop <m> (=
25).
2 Kies[LCD/Zoeker].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> en druk
op de knop <m> om de aangepaste
weergaven [
], [ ] of [ ] te
congureren.Dezewordenweergegeven
wanneer op de knop <p> wordt gedrukt.
Druk op de knop <m> om [ ]
([
], [ ] of [ ]) toe te voegen aan
gepersonaliseerde schermen (custom
displays) zodat ze niet worden
weergegeven wanneer de knop <p>
wordt ingedrukt.
[ ] kan niet worden toegepast op de
aangepaste weergave [LCD/Zoeker] die
momenteel in gebruik is.
3 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om een item
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>. Geselecteerde weergave-
items worden voorzien van [
].
De geselecteerde items (voorzien van
[
]) worden opgenomen in de weergave.
Opname Info
Weergave van opname-informatie (=
191).
Raster Weergave van een referentieraster.
Digitale
horizon
Weergave van de digitale horizon (=
47).
Histogram
Weergave van een histogram (=
103) in de standen [G], [M], [B]
en [D].
• De instellingen worden niet opgeslagen als u de ontspanknop half
indrukt en teruggaat naar het opnamescherm vanaf het scherm met
instellingen voor aangepaste weergaven.
• U kunt ook grijs weergegeven items opgeven. Mogelijk worden deze
echter niet weergegeven in bepaalde opnamemodi.
• Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
96
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Functies toewijzen aan de controleknop en
de knop op de voorkant
U kunt voor elke opnamemodus veelgebruikte functies toewijzen aan de
controleknop en de knop aan de voorkant.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies
[Func. z7 inst.] op het tabblad [4].
Druk vervolgens op de knop <
m
>
(=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <q><r> om een
item te kiezen.
Voorhetcongurerenvandeinstellingen
drukt u op de knoppen <o><p>
en selecteert u een item (druk op de
knoppen <o><p><q><r> of draai aan
de knop <7>). Draai vervolgens aan de
knop <z> om de functie te wijzigen.
Toewijsbarefuncties
De functies die u kunt toewijzen aan de controleknop en de knop
aan de voorkant variëren afhankelijk van de opnamemodus. In het
instellingenscherm kunt u schakelen tussen verhoudingen (=
44),
ISO-waarde (=
70), DR-correctie (=
73) schaduwcorrectie (=
73),
witbalanscorrectie (=
74), trapsgewijs zoomen (=
77) of handmatig
scherpstellen (=
78) toewijzen aan standen die met worden
aangeduid in de onderstaande tabel.
Item
Opnamemodus
D B M G
Knop 1 voorkant
z M B M
7
B,
Knop 2 voorkant
z B B M
7
M,
Knop 3 voorkant
z B, M B M
7
Controleknop
z
7 B, M B M
•[B]: diafragmawaarde (=
93), [M]: sluitertijd (=
92)
• Als er meerdere functies zijn toegewezen aan de knop <7>, drukt u op de
knop <
> om tussen de functies te schakelen.
• Als u [Knop 3 voorkant] selecteert, kunt u Program Shift (=
69),
ISO-waarde (=
70) en Handmatige scherpstelling (=
78) aanpassen op
de desbetreffende instellingenschermen met behulp van de <z>-knop.
97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Handige bediening met behulp van < > of
de lmknop
U kunt snel en gemakkelijk functies activeren die u toewijst aan de knop
< >ofdelmknop.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[Snelkiesknop] of [Instellen
knop] op
het tabblad [4]. Druk vervolgens op de
knop <m> (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om een functie
te selecteren die u wilt toewijzen en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Gebruikdetoegewezenfunctie
naarbehoefte.
Om de toegewezen functie in te
schakelen, drukt u op de knop waaraan u
de functie hebt toegewezen.
• Om de standaardinstellingen te herstellen, kiest u [ ] bij [Snelkiesknop] of
[
] bij [Instellen knop].
• Als er pictogrammen worden weergegeven met [
] is deze functie
niet beschikbaar in de huidige opnamemodus of onder de huidige
functieomstandigheden.
• Met [
] of [ ] worden telkens wanneer u op de toegewezen knop drukt
gegevens over de witbalans (=
74) weergegeven en worden de instellingen
voor de witbalans gewijzigd in [
] of [ ].
• Met [%] wordt bij elke druk op de toegewezen knop de scherpstelling
aangepast en vergrendeld. [%] wordt dan weergegeven.
• Met [
] wordt de weergave van het scherm uitgeschakeld als u op de
toegewezen knop drukt. Probeer een van de volgende oplossingen om de
weergave te herstellen:
- Druk op een willekeurige knop (behalve de ON/OFF-knop).
- Houd de camera in een andere stand.
- Klapdeitseromhoogofomlaag.
• Ukuntnogsteedslmsopnemeninmodus[
], [E] of [ ], zelfs als u een
functietoewijstaandelmknop.
98
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Het menu FUNC. aanpassen
(Lay-out FUNC.-menu)
De weergave van de onderdelen van het menu FUNC. kan naar wens
worden aangepast, Functies die niet in dit menu worden getoond zijn
beschikbaar op het tabblad [4] van het menuscherm.
Foto’s Films
Items kiezen om in het menu te gebruiken
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies [Lay-out
FUNC.-menu] op het tabblad [4] en druk
vervolgens op de knop <m> (=
25).
2 Kiespictogrammenominhet
menutegebruiken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7>.
Druk vervolgens op de knop <m>
om pictogrammen te kiezen die u
wilt gebruiken in het menu FUNC.
Geselecteerde pictogrammen worden
aangeduid met een [
].
De geselecteerde items (voorzien van
[
]) worden opgenomen in de weergave.
Items zonder een [ ] zijn beschikbaar op
het tabblad [4] van het menuscherm.
3 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies [OK]
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7>) en druk vervolgens
op de knop <m>.
• Het scherm bij stap 2 kan ook geopend worden door de knop <m> ingedrukt
te houden wanneer het menu FUNC. wordt weergegeven.
• Items die u verwijdert uit het menu FUNC., toevoegt aan My Menu (=
100)
en vervolgens weer toevoegt aan het menu FUNC. worden verwijderd uit
My Menu.
Menu-itemsherschikken
1 Openhetinstellingenscherm.
Op het scherm bij stap 2 van “Items
kiezen om in het menu te gebruiken”
(=
98) drukt u op de knop < >.
Druk op de knop <m> of <r> om
een pictogram te kiezen dat u wilt
verplaatsen. Druk op de knoppen
<o><p> of draai aan de knop <7> om
de nieuwe positie te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m> of <q>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies [OK]
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7>) en druk vervolgens
op de knop <m>.
99
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Opname-instellingen opslaan
Slaopnamemodienuwgecongureerdefunctie-instellingendieuveel
gebruikt, op zodat u ze kunt hergebruiken. Om opgeslagen instellingen
later eenvoudig te openen, zet u gewoon het programmakeuzewiel op [ ]
of [ ]. Zelfs als u van opnamemodus wisselt of de camera uitschakelt,
worden instellingen die normaal gesproken worden gewist (zelfontspanner,
enzovoort), opgeslagen.
Instellingendiekunnenwordenopgeslagen
• Opnamestanden ([G], [M], [B] en [D])
• Items die zijn ingesteld in de modus [G], [M], [B] of [D] (=
6894)
• Instellingen in het opnamemenu
• Zoomposities
• Handmatige scherpstelposities (=
78)
• My Menu inst. (=
100)
1 Selecteerdeopnamemodusmet
instellingendieuwiltopslaan
enwijzigdeinstellingen
naarwens.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Opslaan] op het tabblad [4].
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Sladeinstellingenop.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om de bestemming
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
• Als u opgeslagen instellingen (met uitzondering van de
opnamemodus) wilt bewerken, kiest u [
] of [ ] en brengt u de
wijzigingen aan. Herhaal vervolgens stap 2 en 3. Deze instellingen
worden niet doorgevoerd in andere opnamemodi.
• Als u informatie die u hebt opgeslagen in [ ] of [ ] wilt wissen en de
standaardwaarden wilt herstellen, draait u het programmakeuzewiel naar [
]
of [
] en kiest u [Reset alle] (=
157).
100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Herschikindiengewenstde
volgordevandemenu-items.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Sorteer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Kies een menu-item dat u wilt verplaatsen
(druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7>) en druk vervolgens
opnieuw op de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om de volgorde te
veranderen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knop <n>.
• U kunt ook grijs weergegeven items in stap 2 opgeven. Mogelijk zijn
deze echter niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
• Druk op de knop <n> in de opnamemodus, kies [Standrd wrgave] en
druk op de knoppen <q><r> om [Ja] te kiezen als u wilt dat My Menu direct
toegankelijk is.
Foto’s Films
Veelgebruikte menu-items voor opname
opslaan (My Menu)
U kunt op het tabblad [ ] maximaal vijf menu-items opslaan die veel
worden gebruikt voor opname. Door het tabblad [ ] naar wens aan te
passen, heeft u snel toegang tot deze items via één enkel scherm.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies
[My Menu inst.] op het tabblad [
] en
druk op de knop <m> (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Select.Items] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Kies tot vijf menu-items die u op wilt
slaan (druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <7>) en druk
vervolgens opnieuw op de knop <m>.
[ ] wordt weergegeven.
Druk op de knop <m> als u niet
wilt opslaan. [
] wordt niet meer
weergegeven.
Druk op de knop <n>.
101
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren
en bewerken
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een
andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
6
Bekijken.......................................................... 102
Wisselen van weergavemodus ........................... 103
Kortelmsbekijkendiezijngemaaktbijhet
nemenvanfoto’s(digest-lms) ...........................104
Personen controleren die met Gezichts-ID
zijn gedetecteerd .................................................105
Doorbeeldenbladerenenbeeldenlteren
... 105
Bladeren door beelden in een index ................... 105
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden .......................................................106
Deknopaandevoorkantgebruikenomtelteren
op [
] of [ ], of te springen met [ ] of [ ]
...... 107
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
.... 108
Gezichts-ID-gegevensbewerken.................. 108
Optiesvoorhetweergevenvanfoto’s......... 109
Beelden vergroten ...............................................109
Diavoorstellingen bekijken .................................. 110
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(SmartShufe) .................................................... 110
Beeldenbeveiligen..........................................111
Een selectiemethode selecteren ..........................111
Afzonderlijke beelden selecteren ........................ 112
Een reeks selecteren .......................................... 112
Alle beelden in één keer opgeven ....................... 113
Beeldenwissen.............................................. 114
Meerdere beelden tegelijk wissen ....................... 114
Beeldenroteren.............................................. 116
Automatisch draaien uitschakelen ...................... 116
Beeldenmarkerenalsfavoriet...................... 117
Handigebedieningmetbehulpvan
deknop
<
>
................................................ 118
Foto’sbewerken............................................. 118
Het formaat van beelden wijzigen ....................... 118
Bijsnijden ............................................................. 119
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) ..........................................................120
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................. 120
Rode ogen corrigeren ......................................... 121
Filmsbewerken.............................................. 122
Bestanden kleiner maken .................................... 123
Digest-lmsbewerken ......................................... 123
102
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Bekijken
Nahetmakenvanfoto’sofhetopnemenvanlmskuntudeze,zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop <q> of draait u de knop
<7> naar links. Om het vorige beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r> of
draait u de knop <7> naar links.
Houd de knoppen <q><r> ingedrukt om
snel door de beelden te bladeren.
U kunt ook snel aan de knop <7> draaien
om de modus Beeld scrollen te openen.
Draai in deze modus aan de knop <7>
om door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Druk in de modus Beeld scrollen op de
knoppen <o><p> om door beelden
te bladeren, die zijn gegroepeerd per
opnamedatum.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
].Ganaarstap3alsulms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m> om naar het
lmbedieningspaneeltegaan,selecteer
[
] (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <7>) en druk
vervolgens nogmaals op de knop <m>
om het afspelen te starten.
4 Pashetvolumeaan.
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
Om het volume aan te passen wanneer
de volumeaanduiding niet langer
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen <o><p>.
5 Onderbreekhetafspelen.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
Zodradelmisafgelopen,
verschijnt [
].
Volume-indicator
103
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
• Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>, kiest u
[Beeld scrollen] op het tabblad [1] en kiest u vervolgens [Uit].
• Als u de meest recente opname wilt weergeven bij het openen van de
afspeelmodus, drukt u op de knop <n>. Kies vervolgens [Ga verder] en
daarna [Laatste f.] op het tabblad [1].
• Als u de overgang wilt wijzigen die tussen beelden wordt weergegeven, drukt
u op de knop <n> en selecteert u [Overgangseff.] op het tabblad [1].
Kies vervolgens het gewenste effect.
Foto’s Films
Wisselen van weergavemodus
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm of
om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide informatieweergave)”
(=
192) voor meer details over de weergegeven informatie.
Geen informatie-
weergave
Beknopte
informatie-
weergave
Uitgebreide
informatie-
weergave
RGB-histogram,
GPS-informatie-
weergave
Foto’s Films
Overbelichtingswaarschuwing(voorhighlightsvanbeelden)
In de uitgebreide informatieweergave (=
103) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Foto’s Films
Histogram
Degraekdieverschijntindeuitgebreide
informatieweergave (=
103) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk gedeelte van
het beeld zich op elk helderheidsniveau
bevindt. Het histogram bekijken is een
manier om de belichting te controleren.
U kunt het histogram ook openen tijdens
het maken van opnamen (=
95, 191).
Hoog
Donker
Laag
Helder
104
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
RGB-histogram,GPS-informatieweergave
Het RGB-histogram toont de distributie
van de tinten rood, groen en blauw in
een beeld. De horizontale as toont de
helderheidsgraad van R, G of B en de
verticale as geeft aan welk gedeelte van
het beeld zich op dat helderheidsniveau
bevindt. Dankzij dit histogram kunt u de
kleurkenmerken van het beeld controleren.
Met een smartphone die via Wi-Fi is
verbonden met de camera kunt u beelden
op de camera geotaggen en informatie
toevoegen, zoals breedtegraad,
lengtegraad en hoogte (=
146).
U kunt deze informatie controleren in de
GPS-informatieweergave.
Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en -tijd) getoond.
• [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor
items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die
niet juist zijn vastgelegd.
• UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met
Greenwich Mean Time.
• De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden waarvoor deze
informatie ontbreekt.
Films
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto’s (digest-lms)
Ukuntalsvolgteenlmsynopsisbekijkenmetdigest-lmsdieautomatisch
zijn opgenomen in de modus [ ] (=
31) op een dag waarop u foto’s
hebt genomen.
1 Selecteereenbeeld.
Kies een foto met de aanduiding [ ]
en druk op de knop <m>.
2 Speeldelmaf.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Delmdieautomatischisopgenomenop
de dag dat de foto’s zijn gemaakt, wordt
vanaf het begin afgespeeld.
• Na een kort moment wordt [ ] niet langer weergegeven wanneer u de
camera gebruikt terwijl de informatieweergave is uitgeschakeld (=
103).
105
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Door beelden bladeren en beelden lteren
Foto’s Films
Bladeren door beelden in een index
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1 Geefbeeldenweerineenindex.
Verschuif de zoomknop naar <g> als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
Verschuif de zoomknop naar <k>
om minder beelden weer te geven.
Het aantal beelden neemt elke keer af
wanneer u de zoomknop verschuift.
2 Selecteereenbeeld.
Draai aan de knop <7> om door de
beelden te bladeren.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk op de knop <m> om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
• Om het 3D-weergave-effect uit te schakelen (dat wordt getoond als u de
knoppen <o><p> ingedrukt houdt of snel aan de knop <7> draait), drukt u
op de knop <n> en stelt u op het tabblad [1] [Indexeffect] in op [Uit].
Opdatumweergeven
Digest-lmskunnenopdatumwordenbekeken.
1 Selecteereenlm.
Druk op de knop <n>, kies [Digest-
lmsweerg./afsp.]ophettabblad[1] en
kies vervolgens een datum (=
25).
2 Speeldelmaf.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt starten.
Foto’s
Personen controleren die met Gezichts-ID
zijn gedetecteerd
Als u de camera overschakelt naar de korte informatieweergave (=
103),
worden de namen weergegeven van maximaal vijf personen die zijn
geregistreerd in Gezichts-ID (=
39).
Druk herhaaldelijk op de knop <p>
totdat de korte informatieweergave wordt
geactiveerd. Druk vervolgens op de
knoppen <q><r> of draai aan de knop
<7> om een beeld te kiezen.
De namen worden op gedetecteerde
personen weergegeven.
• Als u geen namen wilt weergeven in foto’s die met behulp van Gezichts-ID
zijn gemaakt, drukt u op de knop <n>, kiest u [Info gezichts-ID] op het
tabblad [1] en stelt u [Naam weerg.] in op [Uit].
106
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de
beeldweergavetelterenopdedooruopgegevenvoorwaarden.Ukuntdeze
beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (=
111) of verwijderen (=
114).
Favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet (=
117).
Opnamedatum
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen.
Mensen
Hiermee worden beelden weergegeven met gedetecteerde
gezichten.
Foto/lm
Geeftfoto’s,lmsoflmsdiezijnopgenomenindemodus[ ]
weer (=
31).
Naam
Geeft beelden van een geregistreerde persoon weer (=
39).
Foto’s Films
Weergavelterenop[ ],[ ],[ ]of[ ]
1
Selecteerdeeerstevoorwaarde
voorbeeldweergaveofbladeren.
Druk in de enkelvoudige weergave
op de knop < > en druk vervolgens
op de knoppen <o><p> om een
weergaveltertekiezen.
Als u [ ] of [ ] selecteert, kunt u
alleen beelden bekijken die aan deze
voorwaarde voldoen door op de knoppen
<q><r> te drukken of aan de knop <7>
te draaien. Om voor al deze beelden
samen een handeling uit te voeren, drukt
u op de knop <m> en gaat u naar stap 3.
2
Selecteerdetweedevoorwaardeen
controleerdegevondenbeelden.
Druk op de knoppen <q><r> om een
andere voorwaarde te selecteren.
Zodra u aan de knop <7> draait, kunt
u de beelden aan de hand van uw
voorwaarden bekijken.
Druk op de knop <n> om deze
modus te stoppen.
Omnaardeweergavemetgelterde
beelden te gaan, drukt u op de knop
<m> en gaat u naar stap 3.
3 Bekijkdegelterdebeelden.
Beelden die voldoen aan uw
voorwaarden, worden in gele kaders
weergegeven. Druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <7> om
alleen deze beelden te bekijken.
Druk op de knop < >omgelterde
weergave te annuleren.
•
Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende
beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar.
• Druk op de knop <p> bij stap 3 om informatie weer te geven of te verbergen.
• Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 3) zijn “Bladeren
door beelden in een index” (=
105), “Beelden vergroten” (=
109) en
“Diavoorstellingen bekijken” (=
110). U kunt ook alle gevonden beelden
beveiligen, wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoalbum door
[Alle beelden zoekopdr. sel.] te selecteren in “Beelden beveiligen” (=
111),
“Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
114), “Beelden toevoegen aan
de printlijst (DPOF)” (=
180) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek”
(=
182).
• Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (=
118121) wordt een
bericht weergegeven en worden de gevonden beelden niet meer weergegeven.
107
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Weergavelterenop[ ]
1 Selecteer[ ].
Doorloopstap1bij“Weergavelteren
op [
], [ ], [ ] of [ ]” (=
106),
kies [
] en druk op de knop <m>.
2 Kieseenpersoon.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een persoon te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Bekijkdegelterdebeelden.
Volgstap3in“Weergavelterenop
[
], [ ], [ ] of [ ]” (=
106) om de
beelden weer te geven.
• [
] is alleen beschikbaar als personen zijn geregistreerd (=
39).
De knop aan de voorkant gebruiken om te lteren
op [
] of [ ], of te springen met [ ] of [ ]
Naar favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet
(=
117).
Ga naar datum
Springt naar het eerste beeld in de groep beelden die
op dezelfde datum zijn genomen.
Volgende 10 Springt met 10 beelden tegelijk.
Volgende 100 Springt met 100 beelden tegelijk.
1 Selecteereenvoorwaarde.
Selecteer een voorwaarde (of
springmethode) in de enkelvoudige
weergave door te draaien aan de knop
<z>. Druk vervolgens op de knoppen
<o><p>.
2
Bekijkdebeeldendie
overeenkomenmetdedooru
opgegevenvoorwaarde,ofspring
methetopgegevenaantal.
Draai aan de knop <z> om alleen
beelden te bekijken die overeenkomen
met de voorwaarde, of om met het
opgegeven aantal beelden vooruit of
achteruit te springen.
• Als u aan de knop <z> draait terwijl u door beelden bladert in de
indexweergave, wordt het vorige of volgende beeld weergegeven volgens de
springmethode die in de enkelvoudige weergave is geselecteerd. Als u echter
[
] of [ ] hebt geselecteerd, schakelt de springmethode over op [ ].
108
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
Gegroepeerde beelden (ofwel door continue opname (=
76) in modus [
G
],
[
M
], [
B
] of [
D
] (=
67, 92 of 93) ofwel afzonderlijke foto’s die zijn
opgeslagen als brongegevens in modus [
] (=
63)) worden doorgaans
samen weergegeven, maar ze kunnen ook afzonderlijk worden bekeken.
1 Kieseengegroepeerdbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren dat gemarkeerd is met [ ].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Geefbeeldenindegroep
afzonderlijkweer.
Als u op de knoppen <q><r> drukt of
aan de knop <7> draait, worden alleen
de beelden in de groep weergegeven.
Als u op de knop < > drukt, wordt
[Toon alle beelden] weergegeven.
Druk op de knop <m> om afspelen in
een groep te annuleren.
• Bij afspelen in een groep (stap 2) kunt u snel door beelden bladeren “Bladeren
door beelden in een index” (=
105) en deze vergroten “Beelden vergroten”
(=
109). Door [Alle beelden groeperen] te kiezen voor “Beelden beveiligen”
(=
111), “Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
114), “Beelden toevoegen
aan de printlijst (DPOF)” (=
180) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek”
(=
182) kunnen alle beelden in de groep tegelijk worden bewerkt.
• Als u het groeperen van de beelden ongedaan wilt maken, zodat ze alleen
als afzonderlijke foto’s worden weergegeven, drukt u op de knop <n>.
Kies [Beelden groep.] op het tabblad [1] en kies vervolgens [Uit] (=
25).
Het groeperen van gegroepeerde beelden kan echter tijdens het afspelen van
afzonderlijke beelden niet worden opgeheven.
Gezichts-ID-gegevens bewerken
Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze
wijzigen of wissen.
U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door
Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven en voor
personen waarvan de naam is gewist.
Namenwijzigen
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[Info gezichts-ID] op het tabblad [1]
(=
25).
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [ID-info bew.]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Volg de procedure in “Personen
controleren die met Gezichts-ID zijn
gedetecteerd” (=
105), kies een beeld
en druk op de knop <m>.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde gezicht weergegeven.
Wanneer er meerdere namen in een
beeld worden weergegeven, drukt u op
de knoppen <q><r> of draait u aan
de knop <7> om de te wijzigen naam
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
109
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Kiesdeoptieomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om
[Overschrijven] te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
4 Selecteerdenaamvan
depersoondieuwilt
overschrijven.
Voer stap 2 in “Gezichtsgegevens
overschrijven en toevoegen” (=
43)
uit en kies de naam van de persoon die u
wilt overschrijven.
Namenwissen
Voer stap 3 bij “Namen wijzigen”
(=
109) uit, kies [Wissen] en druk op de
knop <m>.
Wanneer [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> of draait u aan de
knop <7> om [OK] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
Opties voor het weergeven van foto’s
Foto’s
Beelden vergroten
1 Vergrooteenbeeld.
Verschuif de zoomknop naar <k> als
u wilt inzoomen op het beeld en het
beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop
vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot
een factor van 10x.
Verschuif de zoomknop naar <g>
om uit te zoomen. Als u de zoomknop
vasthoudt, keert u terug naar de
enkelvoudige weergave.
2 Verschuifdeweergavelocatie
enschakelindiennodig
tussenbeelden.
Als u de weergavepositie wilt aanpassen,
drukt u op de knoppen <o><p><q><r>.
Draai tijdens het inzoomen aan de knop
<7> als u tussen beelden wilt schakelen.
• U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige weergave gaan
door op de knop <n> te drukken.
• U kunt de scherpstelling controleren als [
] wordt weergegeven, door
de knop <m> in te drukken om de positie van het AF-kader te vergroten
(Focus check). Druk meerdere malen op de knop <m> om eventuele andere
AF-kaders die worden weergegeven te vergroten.
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
110
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Diavoorstellingen bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [1] (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Kieshetmenu-itemdatuwiltcongureren
en kies de gewenste optie
(=
25).
3 Starthetautomatischafspelen.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Start] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De diavoorstelling begint nadat
[Laden van beeld] enkele seconden
wordt weergegeven.
Druk op de knop <n> om de
diavoorstelling te beëindigen.
• De spaarstandfuncties van de camera (=
21) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
• Druk op de knop <m> als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
• Tijdens het afspelen kunt u schakelen naar andere beelden als u op de
knoppen <q><r> drukt of aan de knop <7> draait. Houd voor vooruitspoelen
of achteruitspoelen de knoppen <q><r> ingedrukt.
Foto’s
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shufe)
Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die u
wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd,
worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden
in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als u
veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
1 SelecteerSmartShufe.
Druk op de knop <n>, kies [Smart
Shufe]ophettabblad[1] en druk
vervolgens op de knop
<m>
(=
25).
Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om te selecteren welk beeld u vervolgens
wilt weergeven.
Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door de
volgende vier mogelijke beelden.
Als u op de knop <m> drukt, verschijnt
het middelste beeld op volledige
grootte. Druk nogmaals op de knop
<m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke weergave.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar de enkelvoudige weergave.
111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• UkuntinSmartShufealleenfoto’safspelendiemetdezecamera
zijn gemaakt.
• SmartShufeisnietbeschikbaarindevolgendesituaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven
- Beeldenwordenweergegeveningelterdeweergave(=
106)
- Tijdens groep afspelen (=
108)
Foto’s Films
Beelden beveiligen
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (=
114).
Een selectiemethode selecteren
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [1] (=
25).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
optie (=
25).
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (=
153, 154).
•
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera.
Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
112
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
111) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilighetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
Een reeks selecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
111) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteerheteerstebeeld.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteerhetlaatstebeeld.
Druk op de knop <r>, kies [Laatste
beeld] en druk op de knop <m>.
113
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
4 Beveiligdebeelden.
Druk op de knop <p>, kies [Beveilig] en
druk op de knop <m>.
• U kunt ook het eerste of het laatste beeld kiezen door aan de knop <7> te
draaien terwijl het bovenste scherm in stap 2 en 3 wordt weergegeven.
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit bij “Een selectiemethode
selecteren” (=
111), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
2 Beveiligdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Beveilig] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop
<m>
.
• U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig. uit] te
selecteren bij stap 4 van “Een reeks selecteren” of bij stap 2 van “Alle beelden
in één keer opgeven”.
114
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
111) kunnen echter niet worden gewist.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld
te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <a>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> of draait u aan de
knop <7> om [Wissen] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Om het wissen te annuleren, drukt u op
de knoppen <q><r> of u draait aan
de knop <7> om [Annuleer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• Als u op de knop <a> drukt terwijl [ ] beelden worden weergegeven,
kunt u kiezen uit [Wissen
], [Wissen JPEG] en [Wissen +JPEG] om
te verwijderen.
Meerdere beelden tegelijk wissen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
111) kunnen echter niet worden gewist.
Eenselectiemethodeselecteren
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Wissen] op het tabblad [1]
(=
25).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
optie (=
25).
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
115
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Afzonderlijkebeeldenselecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
114) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2
van “Afzonderlijke beelden selecteren”
(=
112), wordt [ ] weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Wishetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Eenreeksselecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
114) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
112) uit om beelden op
te geven.
3 Wisdebeelden.
Druk op de knop <p> om [Wissen]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Allebeeldeninéénkeeropgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit bij “Een selectiemethode
selecteren” (=
114), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
2 Wisdebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
116
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer[Roteren].
Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [1] (=
25).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld
te selecteren.
Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt 90° geroteerd.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• Films met een beeldkwaliteit van [
], [ ] of [ ] kunnen
niet worden gedraaid.
• Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
116).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te schakelen.
Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk van de
huidige oriëntatie van de camera.
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit] (=
25).
• Beelden kunnen niet worden geroteerd (=
116) als u [Autom.
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
• IndemodusSmartShufe(=
110) worden beelden die verticaal
zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien]
is ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de
gedraaide stand.
117
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Beelden markeren als favoriet
U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u
eencategoriekiestingelterdafspelenkuntudevolgendehandelingen
beperken tot die beelden.
• Bekijken (=
102), Diavoorstellingen bekijken (=
110), Beelden
beveiligen (=
111), Beelden wissen (=
114), Beelden toevoegen
aan de printlijst (DPOF) (=
180), Beelden toevoegen aan een fotoboek
(=
182)
1 Selecteer[Favorieten].
Druk op de knop <n> en kies
[Favorieten] op het tabblad [1]
(=
25).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u nog meer
beelden wilt selecteren.
3 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
•
Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden
overdraagt naar de computer, wordt aan deze beelden een waardering van drie
sterren (
)toegewezen.(GeldtnietvoorlmsofRAW-beelden.)
118
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Handige bediening met behulp van
de knop <
>
U kunt snel en gemakkelijk functies activeren die u toewijst aan de knop < >.
1 Kies[Snelkiesknop].
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Snelkiesknop] op het tabblad
[1] (=
25).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <p><r> of draai
aan de knop <7> om een toe te wijzen
functie te kiezen. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Gebruikdetoegewezenfunctie
naarbehoefte.
Druk op de knop < > om de
toegewezen functie in te schakelen.
• Selecteer [ ] als u de standaardinstellingen wilt terugzetten.
• Als [2] is toegewezen en u op de knop <
> drukt wanneer de camera
niet op de printer is aangesloten, wordt het beeld gemarkeerd om te printen.
Het beeld wordt afgedrukt zodra de printer is aangesloten.
Foto’s bewerken
• Beeldbewerking (=
118121) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Foto’s
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1 Selecteer[Veranderen].
Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
(=
25).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenbeeldformaat.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om het formaat te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
[Nieuw beeld opslaan?] wordt weergegeven.
4 Slahetnieuwebeeldop.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
119
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
5 Bekijkhetnieuwebeeld.
Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
•
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] (
=
45) of
die in stap 3 zijn opgeslagen als [ ], kunnen niet worden bewerkt.
• RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
• Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Foto’s
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer[Trimmen].
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [1]
(=
25).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Pashetbijsnijgebiedaan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld wordt rechtsboven weergegeven.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <m>.
Gezichten die op het beeld zijn
gedetecteerd, worden weergegeven in
grijze kaders in het beeld linksboven.
Om het beeld uit dit kader bij te snijden,
draait u aan de knop <7> om naar het
andere kader te gaan.
Druk op de knop <n>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer stap 4–5 bij “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
118119) uit.
•
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] (
=
45)
of waarvan het formaat is gewijzigd in [
] (
=
118), kunnen niet
worden bewerkt.
• RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
• Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
•
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden.
• Als u beelden die zijn opgenomen met Gezichts-ID (=
39) bijsnijdt,
blijven alleen de namen behouden van de personen die nog steeds in het
bijgesneden beeld voorkomen.
Resolutie na bijsnijden
Voorbeeld van beeld
na bijsnijden
Bijsnijgebied
120
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld
opslaan als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)” (=
75) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer[MyColors].
Druk op de knop <n> en kies
[My Colors] op het tabblad [1] (=
25).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een optie te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer stap 4–5 bij “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
118119) uit.
• Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
• De kleuren van RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
• De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (=
75).
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het
beeld vervolgens op als een apart bestand.
1 Selecteer[i-Contrast].
Druk op de knop <n> en kies
[i-Contrast] op het tabblad [1] (=
25).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een optie te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer stap 4–5 bij “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
118119) uit.
• Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
• Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
• RAW-beelden kunnen niet op deze manier worden bewerkt.
121
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u
de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
Foto’s
Rode ogen corrigeren
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer[Rode-OgenCorr.].
Druk op de knop <n> en kies
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [1]
(=
25).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld
te selecteren.
3 Corrigeerhetbeeld.
Druk op de knop <m>.
Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Volg de stappen in “Beelden
vergroten” (=
109).
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om [Nieuw
bestand] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Voer stap 5 in “Het formaat van beelden
wijzigen” (=
119) uit.
• Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld.
Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
• Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
• RAW-beelden kunnen niet op deze manier worden bewerkt.
• Rode-ogencorrectie kan worden toegepast op JPEG-beelden
opgenomen in [
], maar het oorspronkelijke beeld kan niet
worden overschreven.
122
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Films
Films bewerken
Ukuntlmsinkortendooronnodigedelenaanhetbegineneindteverwijderen.
1 Selecteer[*].
Volg stap 1–5 bij “Bekijken” (=
102),
kies [*] en druk op de knop <m>.
Hetlmbewerkingspaneelende
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
2 Geefaanwelkedelenueruit
wiltknippen.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ] of
[
] te kiezen.
Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen <q><r>
of draait u aan de knop <7> om [
] te
verschuiven.Snijdhetbeginvandelm
af (vanaf [
]) door [ ] te selecteren en
snijdheteindevandelmafmetbehulp
van [
].
Als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [
], wordt bij [ ] alleen
het gedeelte voor het dichtstbijzijnde
[
] aan de linkerzijde afgesneden en
wordt bij [
] alleen het gedeelte na het
dichtstbijzijnde [
] aan de rechterzijde
afgesneden.
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalkvoorlms
3 Bekijkdebewerktelm.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.Debewerktelmwordt
nu afgespeeld.
Herhaalstap2alsudelmnogeenkeer
wilt bewerken.
Als u de bewerking wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <o><p> om [
]
te selecteren. Druk op de knop <m>,
kies [OK] (druk op de knoppen <q><r>
of draai aan de knop <7>) en druk
vervolgens nogmaals op de knop <m>.
4 Sladebewerktelmop.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om [Nieuw
bestand] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Delmwordtnuopgeslagenalseen
nieuw bestand.
Selecteer [Opsl. -compr.] en druk
vervolgens op de knop <m>.
123
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Films
Digest-lms bewerken
Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (=
31) die zijn opgenomen in de
modus [
] kunnen indien nodig worden gewist. Wees voorzichtig bij het
wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld.
1
Selecteerdeclipdieuwiltwissen.
Voerdestappen1–2bij“Kortelms
bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
vanfoto’s(digest-lms)”(=
104) uit om
eenlmteselecterendieisgemaaktin
de modus [
] en druk vervolgens op de
knop <m>omhetlmbedieningspaneel
te openen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <7> om [
] of [ ] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De geselecteerde clip wordt meerdere
malen afgespeeld.
3 Bevestighetwissen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Declipwordtgewistendekortelm
wordt overschreven.
• [ ] wordt niet weergegeven als u een clip selecteert wanneer de camera is
aangesloten op een printer.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
lmoverschrevendoordeingekortelm.Deoorspronkelijkelm
wordt dan gewist.
• Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen
[Overschrijven] beschikbaar.
• Alsdebatterijhalverwegehetopslaanleegraaktwordenlms
mogelijk niet opgeslagen.
• Gebruiktijdenshetbewerkenvanlmseenvolledigopgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
160).
Bestanden kleiner maken
Filmbestandenkunnenkleinerwordengemaaktdoorlmsalsvolgt
te comprimeren.
Op het scherm bij stap 2 van “Films
bewerken” kiest u [
]. Selecteer [Nieuw
bestand] en druk vervolgens op de
knop <m>.
Selecteer [Compr. & Opsl.] en druk
vervolgens op de knop
<m>
.
• Gecomprimeerdelmswordenopgeslagenin[ ]-formaat.
• [
]-lmskunnennietwordengecomprimeerd.
• Bewerktelmskunnennietingecomprimeerdformaatwordenopgeslagen
als u [Overschrijven] kiest.
• Ukuntbewerktelmsechterwelcomprimerenenopslaanalsnieuwe
bestanden door [Compr. & Opsl.] te kiezen.
124
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Wi-Fi-functies
U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en
de camera gebruiken met webservices
7
WatukuntdoenmetWi-Fi............................ 125
VoorbereidenomviaWi-Fibeelden
tedelen.......................................................... 126
Beelden uploaden naar webservices .................. 126
Beelden naar een smartphone verzenden .......... 126
Beelden naar een andere camera verzenden ..... 126
Beelden verzenden naar een computer .............. 127
Beelden draadloos afdrukken ............................. 127
Webservicesregistreren............................... 127
CANON iMAGE GATEWAY registreren .............. 128
Andere webservices registreren .......................... 130
CameraWindowinstallerenop
eenSmartphone............................................ 130
Voorbereidingenvoorhetregistreren
vaneencomputer......................................... 131
De computeromgeving controleren ..................... 131
De software installeren ........................................ 131
Decomputercongurerenvooreen
Wi-Fi-verbinding (alleen Windows) ..................... 133
HetWi-Fi-menuopenen................................. 133
Eerste verbinding via Wi-Fi ................................. 133
Na de eerste Wi-Fi-verbinding ............................ 134
Verbindingmakenviaeentoegangspunt.... 134
Compatibiliteit van het toegangspunt
vaststellen ...........................................................134
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten ..................................................135
Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst ..............................................................138
Verbindingmakenzonder
eentoegangspunt......................................... 139
Eerdere toegangspunten ..................................... 140
Verbindingmakenmeteen
anderecamera.............................................. 141
Beeldenverzenden........................................ 142
Afzonderlijke beelden verzenden ........................ 142
Meerdere beelden verzenden ............................. 143
Opmerkingen toevoegen ..................................... 143
Beeldenopslaanopeencomputer............... 144
Beeldenautomatischverzenden
(Beeldsynchronisatie).................................. 145
Voordat u begint .................................................. 145
Beelden verzenden ............................................. 146
Beeldenopdecamerageotaggen................ 146
Wi-Fi-instellingenbewerkenofwissen........ 147
Verbindingsinformatie bewerken ......................... 147
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen ... 148
125
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Verbindingmakenmeteencomputer
Gebruik de software om beelden draadloos van de camera
naar een computer te verzenden.
Verbindingmakenmeteenprinter
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-
compatibele printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af
te drukken.
• Lees “Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)” (=
210) en
“Veiligheidsmaatregelen” (=
211) voordat u Wi-Fi gebruikt.
Wat u kunt doen met Wi-Fi
Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi
®
*-product. U kunt draadloos
verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten
en diensten.
In dit hoofdstuk kunnen naast Wi-Fi ook andere draadloze LAN-functies
worden aangeduid met Wi-Fi.
* Wi-Fiiseenmerknaamdieduidtophetcompatibiliteitscerticaatvandraadloze
LAN-apparaten.
VerbindingmakenmetWebservices
Beelden kunnen naar sociale netwerken of andere
webservices worden verzonden via CANON iMAGE
GATEWAY*. Niet-verzonden beelden op de camera kunnen
ook automatisch naar een computer of webservice worden
verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
* CANON iMAGE GATEWAY is een online fotoservice die beschikbaar
is voor mensen die dit product hebben gekocht.
Verbindingmakenmeteensmartphone
Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met
Wi-Fi-functionaliteit. U kunt uw opnamen ook geotaggen via
een verbonden smartphone of tablet.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones,
tablets en andere compatibele apparaten gezamenlijk
aangeduid met de term “smartphones”.
Verbindingmakenmeteenanderecamera
Gebruik de Wi-Fi-functie om beelden te verzenden van en naar
compacte digitale camera’s van Canon.
126
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorbereiden om via Wi-Fi beelden
te delen
Om beelden te verzenden via Wi-Fi is wat voorbereiding nodig op de
camera en doelapparaten. De voorbereidingen en verzendmethodes
verschillen afhankelijk van de bestemming.
Houd er rekening mee dat u eerst een naam voor de camera dient te
registreren, voordat u Wi-Fi kunt gebruiken (=
133).
Beelden uploaden naar webservices
Social media,
sites om video’s
te delen, e-mail
Toegangspunt
Camera
Browsers op smartphone
of computer
CANON iMAGE
GATEWAY
Webservices registreren (=
127)
Verbinden via een toegangspunt (=
134)
Beelden verzenden (=
142)*
* U kunt beelden naar een computer of webservice versturen (=
145).
Beelden naar een smartphone verzenden
Internet
Smartphone
Tablet
Toegangspunt
Camera
CameraWindow
Installeer CameraWindow op een smartphone (=
130)
Maak rechtstreeks verbinding (=
139) of via een toegangspunt (=
134)
Verzend de beelden (=
142)
Beelden naar een andere camera verzenden
Camera Camera
Maak verbinding met een andere camera (=
141)
Verzend de beelden (=
142)
127
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Beelden verzenden naar een computer
Camera
Computer
Toegangspunt
Internet
CameraWindow
Controleer uw computeromgeving (=
131)
Installeer CameraWindow op een computer (=
131)
CongureerdecomputervooreenWi-Fi-verbinding
(alleen Windows, =
133)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
134)
Sla de beelden op een computer op (=
144)
Beelden draadloos afdrukken
Camera
Printer
Toegangspunt
Maak rechtstreeks verbinding (=
139) of via een toegangspunt (=
134)
Druk beelden af (=
176)
Webservices registreren
Gebruik een smartphone of computer om webservices die u wilt gebruiken
toe te voegen aan de camera.
• Een smartphone of computer met browser en internetverbinding is nodig
om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere
webservices in te voeren.
• Kijk op de website van CANON iMAGE GATEWAY voor informatie over
browservereisten (Microsoft Internet Explorer, enz.), inclusief instellingen
en versie-informatie.
•
Voor informatie over landen en regio’s waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, gaat u naar de website van Canon (http://www.canon.com/cig/).
• U moet een account hebben bij andere webservices dan CANON iMAGE
GATEWAY als u deze wilt gebruiken. Voor meer informatie gaat u naar
de website van elke webservice die u wilt registreren.
• Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een internetverbinding
en het gebruik van een toegangspunt.
128
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om [
]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
5 Brengeenverbindingtotstand
methettoegangspunt.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7>om[Veriëren]te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
6 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
CANON iMAGE GATEWAY registreren
Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY gekoppeld hebt, voegt u
CANON iMAGE GATEWAY op de camera toe als webservice van bestemming.
1 LoginbijCANONiMAGE
GATEWAYenopendepagina
metcamera-instellingen.
Ga met een computer of smartphone
naar http://www.canon.com/cig/ en ga
naar de website van CANON iMAGE
GATEWAY voor uw regio.
Open het scherm met camera-instellingen.
Zodra het inlogscherm wordt
weergegeven, voert u uw
gebruikersnaam en wachtwoord in om
in te loggen. Als u geen CANON iMAGE
GATEWAY-account hebt, volgt u de
instructies om u te registreren (gratis).
2 Kiesuwcameramodel.
Bij dit cameramodel wordt [ ]
weergegeven in het Wi-Fi-menu.
Zodra u een model kiest, wordt er
een pagina weergegeven om de
vericatiecodeintevoeren.Op
deze pagina bij stap 9 voert u de
vericatiecodeindienastap3–8op
de camera wordt weergegeven.
3 OpenhetWi-Fi-menu.
Open op de camera het Wi-Fi-menu
(=
133).
129
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
7 Voerhetwachtwoordvanhet
toegangspuntin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
135).
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Volgende] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
8 Selecteer[Auto]enbrengde
verbindingtotstand.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om [Auto] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Zodra de camera via het toegangspunt
verbonden is met CANON iMAGE
GATEWAYwordtereenvericatiecode
weergegeven.
9 Voerdevericatiecodein.
Voer op de computer of smartphone de
vericatiecodeindieopdecamerawordt
weergegeven en ga naar de volgende stap.
Er verschijnt een zescijferig
bevestigingsnummer op het scherm.
10
Controleerde
bevestigingsnummersen
voltooihetinstellingsproces.
Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer
op de camera overeenkomt met het
nummer op de smartphone of computer.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Voltooi het instellingsproces op de
smartphone of computer.
[ ] (=
145) en CANON iMAGE
GATEWAY zijn nu toegevoegd als
bestemmingen en het [
]-pictogram
verandert in [
].
Er wordt een bericht weergegeven op de
smartphone of computer om aan te geven
dat dit proces is afgerond. Om andere
webservices toe te voegen, kiest u
[Webservice toevoegen] en herhaalt u
de procedure bij “Andere webservices
registreren” (=
130) vanaf stap 2.
• U kunt verbinding maken met toegangspunten die WPS ondersteunen door
bij stap 6 [WPS-verbinding] te kiezen. Voor meer informatie, zie stap 6–8 bij
“Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten” (=
136).
130
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Andere webservices registreren
U kunt ook webservices anders dan CANON iMAGE GATEWAY aan de
camera toevoegen. Houd er rekening mee dat eerst CANON iMAGE
GATEWAY op de camera geregistreerd dient te worden (=
128).
1 Openhetschermwaarmee
uinstellingenvoor
webservicesinvoert.
Volg stap 1 bij “CANON iMAGE
GATEWAY registreren” (=
128) om in
te loggen bij CANON iMAGE GATEWAY
en open vervolgens het scherm voor
instellingen van webservices.
2 Steldewebserviceindieu
wiltgebruiken.
Volg de instructies die op de computer
of smartphone worden getoond om de
webservicetecongureren.
3 Selecteer[ ].
Open het Wi-Fi-menu (=
133),
kies [
] (druk op de knoppen
<o><p><q><r> of draai aan de knop
<7>) en druk daarna op de knop <m>.
De instellingen voor de webservice zijn
nu bijgewerkt.
• Alseenvandegecongureerdeinstellingenwijzigt,doorlooptudezestappen
opnieuw om de camera-instellingen bij te werken.
CameraWindow installeren op
een Smartphone
Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis
toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren.
1 Verbinddesmartphonemet
eennetwerk.
2 InstalleerCameraWindow.
Voor een iPhone, iPad of iPod touch
moet u CameraWindow in de App Store
downloaden en installeren.
Voor een Android-apparaat moet
u CameraWindow in Google Play
downloaden en installeren.
Gebruik na de installatie de camera om
een verbinding met de smartphone tot
stand te brengen (=
134, 139).
• Raadpleeg de website van Canon voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
131
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorbereidingen voor het registreren
van een computer
Bereid de registratie van een computer voor. Om draadloos beelden op de
computer op te slaan, dient u CameraWindow te installeren.
De computeromgeving controleren
De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de volgende
besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en
compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen,
gaat u naar de website van Canon.
Besturings-
systeem
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Mac OS X 10.6.8
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8.2 of later
•
De basisedities Windows 7 Starter en Home worden niet ondersteund.
•
Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse versie)
is een afzonderlijke download en installatie van Windows Media
Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Uhebthetvolgendenodig:
Computer
USB-kabel (op de camera: Mini-B)*
* Een USB-kabel is niet bijgesloten. Hoewel u de software kunt installeren zonder een
kabel te gebruiken, worden sommige functies niet toegevoegd.
1 Downloaddesoftware.
Ga met een computer met internetverbinding
naar http://www.canon.com/icpd/.
Ga naar de site voor uw land of regio.
Download de software.
2 Startdeinstallatie.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met
de installatie.
132
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Wanneerereenberichtwordt
weergevenmethetverzoekom
decameraaantesluiten,kiestu
ofudezealdannietaansluit.
Wanneerdecamerametde
computerwordtverbonden
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
Steek de grote steker van de USB-
kabel in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
Schakel de camera in volg de instructies
op het scherm om de installatie
te voltooien.
Zonderdecameraaantesluiten
Selecteer [Install without connecting the
device/Installeren zonder het apparaat
aan te sluiten] en volg de instructies op
het scherm om de installatie te voltooien.
4 Installeerdebestanden.
De installatie kan enige tijd duren,
afhankelijk van de prestaties van de
computer en de internetverbinding.
Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/
Herstarten] op het scherm dat na de
installatie wordt getoond.
Als de camera na de installatie verbonden
is met de computer, schakelt u de camera
uit voordat u de kabel verwijdert.
• U kunt de software gebruiken om naar de nieuwste versie bij te werken
en nieuwe functies te downloaden via internet (met uitzondering van
sommige software).
• Nadat u de camera voor het eerst op de computer hebt aangesloten, worden
er stuurprogramma’s geïnstalleerd. Daarom kan het enkele minuten duren
voordat u camerabeelden kunt openen.
• Wanneer u over meer dan één camera beschikt, dient u elke camera
afzonderlijk te gebruiken om de software ervan bij te werken naar de meest
recente versie. De inhoud en functionaliteit van de software kan namelijk
verschillen afhankelijk van het type camera.
133
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
De computer congureren voor een
Wi-Fi-verbinding (alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
congurerenvoordatudecameradraadlooskuntverbindenmetdecomputer.
1 Controleerofdecomputer
verbondenismethet
toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Congureerdeinstelling.
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu
[Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
Congureerindetoepassingdiewordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
• Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de volgende
Windows-instellingengecongureerd.
- Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien (vinden).
- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen detecteren.
• Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier beschreven instellingen
invoert. Controleer de instellingen van uw beveiligingssoftware.
Het Wi-Fi-menu openen
Eerste verbinding via Wi-Fi
Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera.
Deze bijnaam wordt op het scherm van doelapparaten weergegeven als de
camera via Wi-Fi op andere toestellen wordt aangesloten.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Druk op de knop < >.
2 Voereenbijnaamin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de bijnaam in (=
26).
Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Het Wi-Fi-menu wordt weergegeven.
134
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
•
Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan
een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst.
Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen tot
webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of printer.
• Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u [Instellingen Wi-Fi] op het
tabblad [3] en kiest u daarna [Bijnaam apparaat veranderen].
• Namen die beginnen met een spatie kunnen bij stap 2 niet worden ingevoerd.
Als u dit wel probeert en op de knop <n> op het toetsenbordscherm
drukt, wordt er een bericht getoond. Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer een nieuwe naam in.
Na de eerste Wi-Fi-verbinding
• Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via Wi-Fi worden
recente doelen het eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent
door op de knop <
> te drukken. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding
maken door op de knoppen <o><p> te drukken om de apparaatnaam
te kiezen en vervolgens op de knop <m> te drukken.
• Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor
apparaatselectie door op de knoppen <q><r> te drukken en vervolgens
deinstellingtecongureren.
• Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3]deopties[InstellingenWi-Fi]►
[Doelhistorie]►[Uit].
Verbinding maken via een toegangspunt
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de
Wi-Fi-normenop“Specicaties”(=
203).
Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het
controleren van de netwerkinstellingen.
• Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
• Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
135
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Controlelijst
Netwerknaam(SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Dit wordt ook wel de “naam van het toegangspunt” of de
“netwerknaam” genoemd.
Netwerkvericatie/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens
draadloze verzending.
○Geen
○WEP(open
systeemvericatie)
○WPA-PSK(TKIP)
○WPA-PSK(AES)
○WPA2-PSK(TKIP)
○WPA2-PSK(AES)
Wachtwoord(coderingssleutel/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze
verzending. Ook wel de “coderingssleutel” of
“netwerksleutel” genoemd.
Sleutelindex(verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkvericatie/gegevenscodering.
○1
Verbindingsmethoden verschillen afhankelijk van of het toegangspunt
al dan niet WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Raadpleeg de
gebruikshandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om te zien of WPS
wordt ondersteund.
• Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router” genoemd.
• In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
“toegangspunten” genoemd.
• Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt
alsuMAC-adressenltertinuwWi-Fi-netwerk.UkunthetMAC-adres
van uw camera controleren door achtereenvolgens het tabblad [3],
[Instellingen Wi-Fi] en [MAC-adres controleren] te kiezen.
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten
Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via
Wi-Fiverbindt.UkuntofweldePushButtonconguratiemethodegebruiken
of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt.
1
Controleerofhetdoelapparaat
verbondenismethettoegangspunt.
Deze stap is niet nodig wanneer u
verbinding maakt met webservices.
Raadpleeg de gebruikshandleidingen van
het toegangspunt en het apparaat voor
instructies om de verbinding te controleren.
2 OpenhetWi-Fi-menu(=
133).
3 Kieshetdoelapparaat.
Kies het doelapparaat (druk op de knoppen
<o><p><q><r> of draai aan de knop
<7>) en druk daarna op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [
].
Om verbinding te maken met een
computer kiest u [
].
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
Om verbinding te maken met een
webservice kiest u het servicepictogram.
Als meerdere ontvangers voor opties om te
delen worden gebruikt met een webservice,
kiest u het gewenste item op het scherm
[Ontvanger selecteren] (druk op de knoppen
<o><p> of draai aan de knop <7>) en
vervolgens drukt u op de knop
<m>
.
136
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om [Apparaat
toevoegen] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
5 Omverbindingtemakenmet
eensmartphoneofprinter:
Selecteer[Andernetwerk].
Wanneer het scherm [Wachten op
verbinding] wordt weergegeven (=
139),
kiest u [Ander netwerk] (druk op de
knoppen <q><r> of draai aan de knop
<7>). Druk daarna op de knop <m>.
6 Kies[WPS-verbinding].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [WPS-verbinding]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
7 Kies[PBC-methode].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [PBC-methode]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
8 Brengdeverbindingtotstand.
Houd op het toegangspunt de
WPS-verbindingsknop enkele
seconden ingedrukt.
Druk op de camera op de knop <m>.
De camera maakt verbinding met het
toegangspunt.
Als u [ ], [2] of [ ] hebt geselecteerd
bij stap 3 worden de apparaten die
met het toegangspunt zijn verbonden
opgesomd op het scherm [Apparaat
selecteren] dat daarna wordt getoond.
Als u bij stap 3 een webservice hebt
geselecteerd, gaat u naar stap 11.
9 Omverbindingtemaken
meteensmartphone,printer
ofcomputer:
Kieshetdoelapparaat.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om de computernaam
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Als u een smartphone, printer of
Macintosh-computer hebt geselecteerd,
gaat u naar stap 11.
137
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
10
Alsubijstap9voorheteerst
eencomputerhebtgeselecteerd
waaropWindowsdraait:
Installeereenstuurprogramma.
Wanneer het scherm links wordt
weergegeven op de camera, klikt u
op het menu Start op de computer,
vervolgensop[Conguratiescherm]enop
[Een apparaat toevoegen].
Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt
het AutoPlay-scherm weergegeven.
Er wordt niets weergegeven op het
camerascherm.
11
Verzenddebeeldenofdrukzeaf.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone of webservice, wordt
een scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven. Zie “Beelden verzenden”
(=
142) voor instructies over beelden
verzenden.
Wanneer de camera verbonden is met
een computer is het camerascherm leeg.
Volg de stappen in “Beelden opslaan op
een computer” (=
144) om beelden op
de computer op te slaan.
Als de camera is verbonden met een
printer kunt u afdrukken door dezelfde
stappen te doorlopen als bij afdrukken via
USB. Zie “Beelden afdrukken” (=
176)
voor uitgebreide informatie.
• Als u [PIN-methode] kiest bij stap 7 wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat
in het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikershandleiding die is meegeleverd met uw toegangspunt.
• Om meerdere bestemmingen toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf
de eerste stap.
138
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Eerderetoegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere
toegangspunten door stap 4 bij “Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
136) te volgen.
• Om opnieuw verbinding te maken met het toegangspunt controleert u of
het doelapparaat al is aangesloten en volgt u de procedure vanaf stap 9.
Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
• Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure vanaf stap 6.
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1 Bekijkdelijstmet
toegangspunten.
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven in stap 1–5 van “Verbinding
maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
135136).
2 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Voerhetwachtwoordvanhet
toegangspuntin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
135).
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <7> om [Volgende] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
4 Kies[Auto].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Auto] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Als u [ ], [2] of [ ] als doelapparaat
geselecteerd hebt, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 9 (=
136).
Als u een webservice als bestemming
hebt geselecteerd, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 11 (=
137).
• Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als u het
wachtwoord van het toegangspunt wilt achterhalen.
•
Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven.
Kies [Handmatige instellingen] in stap 2 om een toegangspunt handmatig in te
stellen als er geen toegangspunten zijn gedetecteerd. Volg de instructies op het
scherm en voer een SSID, de beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in.
• Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent, gebruikt om
verbinding te maken met een ander apparaat, wordt [*] weergegeven voor het
wachtwoord bij stap 3. Als u hetzelfde wachtwoord wilt gebruiken, selecteert
u [Volgende] (druk op de knoppen <o><p> of draai aan de knop <7>) en
drukt u op de knop <m>.
139
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Verbinding maken zonder een toegangspunt
Wanneer u via Wi-Fi verbinding maakt met een smartphone of printer
kunt u of de camera als een toegangspunt (modus Cameratoegangspunt)
gebruiken in plaats van een ander toegangspunt te gebruiken.
Op vergelijkbare wijze wordt er geen toegangspunt gebruikt voor
verbindingen van camera naar camera (=
141).
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
133).
2 Kieshetdoelapparaat.
Kies het doelapparaat (druk op de knoppen
<o><p><q><r> of draai aan de knop
<7>) en druk daarna op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [
].
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <7> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De SSID van de camera wordt
weergegeven op het scherm.
4 Maakophetdoelapparaat
verbindingmethetnetwerk
datopdecamerawordt
aangegeven.
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de smartphone of printer de SSID
(netwerknaam) die op de camera
wordt weergegeven.
5 Voorverbindingmet
eensmartphone:
StartCameraWindowop
desmartphone.
De eerste keer dat CameraWindow
opstart, registreert u een naam voor
de smartphone om weer te geven op
de camera.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm
op de camera weergegeven.
6 Kieshetdoelapparaat.
Kies de naam van het doelapparaat
(druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7>) en druk daarna
op de knop <m>.
140
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
7 Voorverbindingmeteen
smartphone:Pasdeprivacy-
instellingaan.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken om
beelden te ontvangen die zijn verzonden
vanaf de camera of om beelden op de
camera te geotaggen (=
146).
8
Verzenddebeeldenofdrukzeaf.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone wordt een scherm
voor de beeldoverdracht weergegeven.
Zie “Beelden verzenden” (=
142) voor
instructies over beelden verzenden.
Als de camera is verbonden met een
printer kunt u afdrukken door dezelfde
stappen te doorlopen als bij afdrukken via
USB. Zie “Beelden afdrukken” (=
176)
voor uitgebreide informatie.
• Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 7.
• Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te
passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen
wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 3 en daarna
[Instell. tonen] kiezen.
• Om meerdere apparaten toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
• Voor betere veiligheid kunt u instellen dat er een wachtwoord op het scherm
ingevoerd dient te worden bij stap 3. Dit doet u door MENU te openen en
het tabblad [3]►[InstellingenWi-Fi]►[Wachtwoord]►[Aan]tekiezen.
In dit geval voert u bij stap 4, in het wachtwoordveld op het apparaat,
het wachtwoord in dat op de camera wordt weergegeven.
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere toegangspunten
door stap 3 bij “Verbinding maken zonder een toegangspunt” (=
139)
te volgen.
• Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander
netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot
stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera toegangspunt maken].
• Wanneer u opnieuw verbinding maakt met een eerder toegangspunt sluit
u bij stap 4 het doelapparaat aan op het toegangspunt.
• Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand
wordt gebracht en volgt u de procedure bij “Verbinding maken met
WPS-compatibele toegangspunten” vanaf stap 6 (=
136).
141
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Verbinding maken met een andere camera
U kunt als volgt twee camera’s via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera’s verzenden.
• Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera’s
van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt
worden met Canon-camera’s die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen
Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met
DIGITAL IXUS WIRELESS-camera’s.
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
133).
2 Kiescamera.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om [4]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p>
of draai aan de knop <7> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Doorloop stap 1–3 ook op de
doelcamera.
Er wordt informatie over de verbinding
met de camera toegevoegd als
[Verbinding op doel- camera starten]
wordt weergegeven op beide
cameraschermen.
Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven. Ga verder naar
“Afbeeldingen verzenden” (=
142).
• Om meerdere camera’s toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Nadat een camera is toegevoegd, wordt de cameranaam weergegeven op het
scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met een camera, kiest u
de naam in de lijst.
142
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Beelden verzenden
U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn
geregistreerd op de camera.
Houd er rekening mee dat wanneer beelden worden verzonden naar een
computer, de computer wordt gebruikt in plaats van de camera (=
144).
Afzonderlijke beelden verzenden
1 Selecteereenbeeld.
Draai aan de knop <7> om een beeld
te selecteren dat u wilt verzenden.
2 Verzendhetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om
[Dit beeld verz.] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u
de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord]
en drukt u op de knop <m>.
De beeldoverdracht wordt gestart.
Tijdens het overbrengen van beelden
wordt het scherm donker.
Nadat beelden zijn geüpload naar een
webservice, wordt [OK] weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het afspeelscherm.
Nadat u beelden naar een camera of
smartphone hebt verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en keert
het scherm terug naar het scherm voor
de beeldoverdracht.
• Bijlmsdieunietcomprimeert(=
123) wordt er een apart,
gecomprimeerd bestand verzonden in plaats van het originele
bestand. Houd er rekening mee dat dit het verzenden kan vertragen
en dat het bestand alleen wordt verzonden wanneer er genoeg
ruimte voor is op de geheugenkaart.
• Raak het Wi-Fi-antennegebied (=
4) niet aan met uw vingers of met andere
voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertraagd worden.
• Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het
langdurenomlmsteverzenden.Houdhetbatterijniveauvandecamera
in het oog.
• Houderrekeningmeedatwanneerulmsverzendtnaarsmartphones,
de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk van de smartphone.
Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
• Als u de verbinding met de camera wilt verbreken, drukt u op de knop
<n>. Selecteer op het bevestigingsscherm [OK] (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <7>) en druk daarna op de knop <m>.
U kunt ook de smartphone gebruiken om de verbinding te verbreken.
• Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met
de volgende pictogrammen.
[ ] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
• Beelden verzenden naar webservices gaat sneller als u opnieuw beelden
verstuurt die al eens verstuurd zijn en die nog steeds op de server van
CANON iMAGE GATEWAY aanwezig zijn.
Debeeldresolutieselecteren(Formaat)
Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen
<o><p> te drukken en daarna op de knop <m> te drukken. Kies op het
volgende scherm de resolutie door op de knoppen <o><p> te drukken
en daarna op de knop <m> te drukken.
• Als u beelden met het oorspronkelijke formaat wilt verzenden,
selecteert u [Nee] als optie voor het wijzigen van het formaat.
• Als u [
] of [ ] selecteert, wordt het formaat van beelden die groter zijn
dan het geselecteerde formaat, gewijzigd voordat ze worden verzonden.
• Degroottevanlmskannietwordenaangepast.
143
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Er kunnen maximaal 50 beelden tegelijk worden verzonden. Er kan slechts
eenlmwordenverstuurd.
• Erkunnenlmsverstuurdwordenvanmaximaalvijfminuten(of13minutenbij
digest-lms).
• Webservices kunnen het aantal beelden dat u kunt versturen beperken.
Raadpleeg voor meer informatie de webservice die u gebruikt.
• U kunt ook beelden in stap 2 selecteren door de zoomknop twee keer naar
<k> te bewegen om de enkelvoudige weergave te openen en vervolgens
op de knoppen <q><r> te drukken of aan de knop <7> te draaien.
• Bij stap 3 kunt u de gewenste resolutie (grootte) van uw beelden selecteren
voordat ze worden verzonden (=
45).
Opmerkingen toevoegen
U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u naar
e-mailadressen, sociale netwerken en dergelijke verzendt. Hoeveel ruimte u
voor uw opmerkingen hebt, hangt van de webservice af.
1 Openhetschermom
opmerkingentoetevoegen.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
2
Voegeenopmerkingtoe(=
2 6 ).
3 Verzendhetbeeld.
Voer de stappen in “Afzonderlijke beelden
verzenden” (=
142) uit om het beeld
te verzenden.
• Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de opmerking
verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld.
Meerdere beelden verzenden
1 Kies[Select.enverz.].
Druk op de knoppen <q><r> om
[Select. en verz.] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop <n>.
3 Verzenddebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [Verzenden]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
144
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Hetduurtlangeromlmsteimporterenomdatditgroterebestandenzijn
dan foto’s.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde beelden
wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen. Raadpleeg de
“Softwarehandleiding” (=
173) voor meer informatie.
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op
het pictogram [
] op de taakbalk.
• Als CameraWindow niet wordt weergegeven wanneer u een Macintosh-
computer gebruikt, klikt u op het [CameraWindow]-pictogram in het dock.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-
Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen.
- RAW-beelden (of JPEG-beelden die tegelijk met RAW-beelden zijn
opgenomen) worden wellicht niet opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerkenvanlms.
Beelden opslaan op een computer
Gebruik een computer en niet de camera wanneer u beelden naar een
computer verzendt.
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 GeefCameraWindowweer.
Open CameraWindow in Windows door
op [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] te klikken.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow automatisch
weergegeven als er een Wi-Fi-verbinding
tot stand is gebracht tussen de camera
en de computer.
2 Importeerafbeeldingen.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid. Raadpleeg de
“Softwarehandleiding” (=
173) voor
instructies over het bekijken van beelden
op de computer.
145
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Kieshettypebeeldendatuwilt
verzenden(alleenwanneeru
ooklmsverzendt).
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
25).
Druk op de knoppen <o><p>
om [Beeldsync.] te selecteren.
Druk vervolgens op de knoppen <q><r>
om[Foto’s/lms]teselecteren.
• Om een webservice als bestemming te kiezen, doorloopt u de stappen bij
“Andere webservices registreren” (=
130) om de camera-instellingen bij
te werken.
Beelden automatisch verzenden
(Beeldsynchronisatie)
Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet, kunnen ook naar een
computer of webservices worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
Beelden kunnen niet uitsluitend naar webservices worden verzonden.
Voordat u begint
Installeerencongureerdesoftwareopdecomputerdiedebestemmingvormt.
1 Installeerdesoftware.
Installeer de software op een computer
die verbonden is met internet (=
131).
2 Registreerdecamera.
Windows: Rechtsklik in de taakbalk op
[
] en klik vervolgens op [Add new
camera/Nieuwe camera toevoegen].
Macintosh: Klik in de menubalk op [ ]
en klik vervolgens op [Add new camera/
Nieuwe camera toevoegen].
Kies een broncamera uit een van de
vermelde camera’s die gekoppeld
zijn aan CANON iMAGE GATEWAY
(=
128).
Zodra de camera geregistreerd is en
klaar is om beelden te ontvangen,
verandert het pictogram in [
].
146
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow (=
130), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
• Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum
en tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De datum
en tijd instellen” (=
14).) Geef daarnaast in [Tijdzone]
(=
151) eventuele opnamebestemmingen op die zich in andere
tijdzones bevinden.
• De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet zijn
geautoriseerd om de beelden op de camera te bekijken (=
140).
• Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s of
lmszijntoegevoegd,kunnenanderemensenuherkennenofuw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
Beelden verzenden
Beelden die vanaf de camera worden verzonden, worden automatisch
op de computer opgeslagen.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server
opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er
daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat.
Voer de stappen in “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
(=
135) uit om [ ] te selecteren.
Zodra de verbinding tot stand is gebracht
worden de beelden verzonden.
Wanneer de beelden naar de CANON
iMAGE GATEWAY-server zijn verzonden,
wordt [
] op het scherm weergegeven.
Beelden worden automatisch op de
computer opgeslagen wanneer u
deze aanzet.
Beelden worden automatisch naar
webservices gestuurd vanaf de server
van CANON iMAGE GATEWAY, zelfs als
de computer uit is.
• Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
160).
• Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd,
worden alle beelden naar de computer verzonden die niet via CANON iMAGE
GATEWAY naar de computer zijn verzonden.
• Versturen is sneller als de bestemming een computer is die op hetzelfde
netwerk zit als de camera, omdat de beelden via het toegangspunt worden
verstuurd in plaats van via CANON iMAGE GATEWAY. Houd er rekening mee
dat beelden die op de computer worden opgeslagen naar CANON iMAGE
GATEWAY worden verzonden. De computer dient daarom met internet
verbonden te zijn.
147
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
5
Kieseenitemdatuwiltbewerken.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om een
item te selecteren om te bewerken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Welke items u kunt wijzigen, hangt af van
het apparaat of de service waartoe de
camera toegang heeft.
Congureerbareitems
Verbinding
4
c
Web-
services
[Bijnaam apparaat veranderen] (=
147)
O O O O
[Instell. tonen] (=
140)
O
[Verbindingsinfo wissen] (=
148)
O O O O
O
:Congureerbaar
:Nietcongureerbaar
Debijnaamvaneenapparaatwijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
Voer stap 5 uit bij “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
147), kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de
knop <m>.
Selecteer het invoerveld en druk op de
knop <m>. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in
te voeren (=
26).
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
133).
2
Kieseenapparaatomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om het
pictogram te selecteren van het apparaat
dat u wilt bewerken. Druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Kies[Apparaatbewerken].
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om [Apparaat
bewerken] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <m>.
4
Kieseenapparaatomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om het apparaat
te selecteren dat u wilt bewerken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
148
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
1 Kies[InstellingenWi-Fi].
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
25).
2 Kies[Instellingenresetten].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Instellingen
resetten] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <m>.
3
Hersteldestandaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu gereset.
• Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor
webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten dat u
alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten.
• Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi), kiest u [Reset alle]
op het tabblad [3] (=
157).
Verbindingsinformatiewissen
U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt
gemaakt) als volgt wissen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
147), kies [Verbindingsinfo
wissen] en druk op de knop <m>.
Wanneer [Wissen ?] verschijnt, drukt u
op de knoppen <q><r> of draait u aan
de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De verbindingsinformatie wordt gewist.
149
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak
8
Basisfunctiesvandecameraaanpassen.... 150
Camerageluiden dempen .................................... 150
Het volume aanpassen ....................................... 150
Geluiden aanpassen ........................................... 150
Hints en tips verbergen ....................................... 151
Datum en tijd ....................................................... 151
Wereldklok ..........................................................151
Timing voor het intrekken van de lens ................ 152
Eco-modus gebruiken ......................................... 152
De spaarstand aanpassen .................................. 152
Schermhelderheid ............................................... 153
Opstartscherm .....................................................153
Geheugenkaarten formatteren ............................ 153
Bestandsnummering ...........................................154
Beelden opslaan op datum ................................. 155
Metrische/Niet-metrische weergave .................... 155
De digitale horizon kalibreren .............................. 155
Auteursrechtinformatie instellen die in
beelden moet worden opgenomen...................... 156
Certicatielogo’scontroleren ............................... 156
Weergavetaal ......................................................157
Andere instellingen aanpassen ........................... 157
Standaardwaarden herstellen ............................. 157
150
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Basisfuncties van de camera aanpassen
Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad [3]. Voor meer
gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens
aanpassen (=
25).
Camerageluiden dempen
Udemptcamerageluidenenlmsalsvolgt.
Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan].
• U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop <p> ingedrukt te
houden terwijl u de camera inschakelt.
• Alsudecamerageluidendemptwordenlmsafgespeeldzondergeluid
(=
102).Omlmsweeraftespelenmetgeluid,druktuopdeknop<o>.
Pas het volume naar wens aan met de knoppen <o><p>.
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
Selecteer [Volume] en druk op de
knop <m>.
Kies een item en druk vervolgens op de
knoppen <q><r> om het volume aan
te passen.
Geluiden aanpassen
U past bedieningsgeluiden van de camera als volgt aan.
Kies [Geluidsopties] en druk op de
knop <m>.
Selecteer een item en druk vervolgens
op de knoppen <q><r> om een optie
te selecteren.
• Hetsluitergeluidbijdigest-lmsopgenomeninmodus[ ] (=
31) kan niet
worden gewijzigd.
151
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Hints en tips verbergen
Er verschijnen normaliter hints en tips wanneer u items kiest in het
menu FUNC. (=
24) of bij MENU (=
25). U kunt deze informatie
desgewenst uitschakelen.
Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit].
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te kiezen en wijzig vervolgens de
instelling door op de knoppen <o><p>
te drukken of aan de knop <7>
te draaien.
Wereldklok
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en
datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en
naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig
om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis
instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen” (=
14).
1 Geefuwbestemmingop.
Selecteer [Tijdzone] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [
Wereld] te
kiezen. Druk vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om de bestemming
te kiezen.
Als u de zomertijd wilt instellen (één uur
vooruit) drukt u op de knoppen <o><p>
om [
] te kiezen.
Druk op de knop <m>.
2 Schakelovernaardetijdzone
vanuwbestemming.
Druk op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <7> om [
Wereld] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <n>.
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
191).
• Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (=
15), worden de datum en
tijd voor de optie [
Thuis] automatisch bijgewerkt.
152
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Timing voor het intrekken van de lens
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut
nadat u op de knop <1> hebt gedrukt in een opnamemodus (=
21).
Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop <1>
hebt gedrukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
Selecteer [Lens intrekken] en selecteer
dan [0 sec.].
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het
batterijverbruik te beperken.
1 Congureerdeinstelling.
Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan].
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
191).
Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer
twee seconden niet wordt gebruikt.
Daarna gaat het scherm na ongeveer
tien seconden uit. De camera wordt
na ongeveer drie minuten inactiviteit
uitgeschakeld.
2 Maakdeopname.
Als het scherm is uitgeschakeld maar
de lens nog niet is ingetrokken, kunt
u het scherm weer inschakelen en
gereedmaken voor het maken van
opnamen door de ontspanknop half in
te drukken.
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (=
21).
Selecteer [Spaarstand] en druk op de
knop <m>.
Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen <q><r> om dit
item aan te passen.
• Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch
Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
• De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit]
instelt op [Uit].
• Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u Eco-modus
(=
152) op [Aan] hebt gezet.
153
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen.
•
Houd voor maximale helderheid de knop <p> ten minste één seconde ingedrukt
wanneer het opnamescherm wordt weergegeven of in de enkelvoudige
weergave. (Hiermee vervangt u de instelling van [LCD Helderheid] op het tabblad
[3].) Druk nogmaals langer dan één seconde op de knop <p> of herstart de
camera om de oorspronkelijke helderheid van het scherm te herstellen.
Opstartscherm
Pas het weergegeven opstartscherm wanneer u de camera inschakelt als
volgt aan.
Kies [opstart scherm] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of
draai aan de knop <7> om een optie
te selecteren.
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart
naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig.
1 Openhetscherm[Formatteren].
Selecteer [Formatteren] en druk op de
knop <m>.
2 Kies[OK].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Annuleer] te selecteren, selecteer [OK]
(druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7>) en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Formatteerdegeheugenkaart.
Om het formatteren te starten, drukt u
op de knoppen <o><p> of draait u aan
de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop <m>.
• Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
154
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
LowLevelFormat
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-
opnamengaatlangzamerofhetopnemenvaneenlmwordtplotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
Druk op het scherm in stap 1 van
“Geheugenkaarten formatteren” (=
153)
op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <7> om [Low Level Format]
te kiezen. Druk daarna op de knoppen
<q><r> om deze optie te kiezen. Het
pictogram [
] wordt weergegeven.
Voer de stappen 2–3 bij
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
153) uit om door te gaan met
het formatteren.
• Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren”
(=
153), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
• U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de
geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten.
U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Continu
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden
oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met
het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe map
maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001.
• Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(=
153)) geheugenkaart.
• Raadpleeg de “Softwarehandleiding” (=
173) voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
155
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Beelden opslaan op datum
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u
opnamen maakt.
Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
Beelden worden nu opgeslagen in mappen
die op de opnamedatum worden gemaakt.
Metrische/Niet-metrische weergave
Wijzig desgewenst de maateenheden die onder andere worden getoond in de
zoombalk (=
29), de MF-indicator (=
78) en de GPS-hoogte-informatie
(=
146) van m/cm naar ft/in.
Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
De digitale horizon kalibreren
Kalibreer de digitale horizon als het lijkt alsof deze niet helpt om waterpas
opnamen te maken.
1
Zorgdatdecamerawaterpasstaat.
Plaats de camera op een vlakke
ondergrond, bijvoorbeeld een tafel.
2 Kalibreerdedigitalehorizon.
Selecteer [Digitale horizon] en druk
vervolgens op de knop <m>.
Om links/rechts kantelen te corrigeren,
kiest u [Kalibratie horizontale rol] en om
vooruit/achteruit kantelen te corrigeren,
kiest u [Kalibratie verticale pitch], gevolgd
door de knop <m>. Er verschijnt een
bevestigingsbericht op het scherm.
Kies [OK] en druk op de knop <m>.
Dedigitalehorizonherstellen
Herstel de oorspronkelijke toestand van de digitale horizon als volgt.
Dit is alleen mogelijk als u de digitale horizon hebt gekalibreerd.
Selecteer [Digitale horizon] en druk
vervolgens op de knop <m>.
Kies [Reset] en druk vervolgens op
de knop <m>.
Zodra de digitale horizon is hersteld,
wordt het menuscherm opnieuw
weergegeven.
156
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Auteursrechtinformatie instellen die in
beelden moet worden opgenomen
Als u de naam van de maker en auteursrechtdetails in beelden wilt
opnemen, stelt u deze informatie als volgt op voorhand in.
Kies [Copyrightinformatie] en druk
vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Voer naam van
auteur in] of [Voer copyrightdetails in] te
kiezen. Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer de naam
in (=
26).
Druk op de knop <n>.
Als [Wijzigingen accepteren?] verschijnt,
kiest u [Ja] (druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <7>).
Druk vervolgens op de knop <m>.
De hier ingestelde informatie wordt nu
in beelden opgenomen.
• Als u de ingevoerde informatie wilt controleren, kiest u [Geef copyrightinfo
weer] op het bovenstaande scherm. Druk vervolgens op de knop <m>.
• U kunt ook de software (=
173) gebruiken om copyrightinformatie in te
voeren, te wijzigen of te verwijderen. Mogelijk worden bepaalde tekens die met
de software zijn ingevoerd niet weergegeven. Deze worden echter wel correct
in de beelden vastgelegd.
• U kunt copyrightinformatie die in beelden is opgeslagen controleren met
behulp van de software, zodra u de beelden op een computer opslaat.
Allecopyrightinformatieverwijderen
Ga als volgt te werk als u tegelijkertijd de naam van de maker en de
copyrightdetails wilt verwijderen.
Doorloop de stappen bij
“Auteursrechtinformatie instellen die
in beelden moet worden opgenomen”
(=
156) en kies [Verwijder copyrightinfo].
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• De copyrightinfo die al in beelden is opgenomen, wordt niet verwijderd.
Certicatielogo’s controleren
Sommigelogo’svoorcerticatievereistenwaaraandecameravoldoet,
kunnenophetschermwordenbekeken.Anderecerticatielogo’sstaan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
Selecteer[Certicaatlogoweergeven]en
druk op de knop <m>.
157
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Selecteer [Taal ] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om een taal
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
• U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop <m>
ingedrukt te houden en meteen op de knop <n> te drukken.
Andere instellingen aanpassen
U kunt de volgende instellingen ook aanpassen op het tabblad [3].
• [Video Systeem] (=
165)
• [Ctrl via HDMI] (=
164)
• [Instellingen Wi-Fi] (=
124)
Standaardwaarden herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen
van de camera herstellen.
1 Openhetscherm[Resetalle].
Selecteer [Reset alle] en druk op de
knop <m>.
2
Hersteldestandaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
• De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- Informatie die met Gezichts-ID is vastgelegd (=
39)
- [3] tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (=
151), [Tijdzone] (=
151), [Taal ]
(=
157) en [Video Systeem] (=
165)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd (=
74)
- De opnamemodus die is geselecteerd in de modus [K] (=
52) of [ ]
(=
54)
- Belichtingscompensatie-instelling (=
68)
- Filmmodus (=
65)
- Instellingen Wi-Fi (=
124)
- Gekalibreerde waarde voor de digitale horizon (=
155)
- Copyrightinformatie (=
156)
158
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare,
compatibele accessoires
9
Systeemoverzicht........................................... 159
Optioneleaccessoires................................... 160
Voedingen ........................................................... 160
Flitseenheden ......................................................161
Overige accessoires ............................................ 162
Printers ................................................................162
Optioneleaccessoiresgebruiken................. 163
Afspelen op een tv ..............................................163
De camera voeden via het lichtnet ...................... 165
Een telelens gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) .................................... 166
Een lenskap gebruiken ........................................ 167
Lensltersgebruiken(afzonderlijkverkrijgbaar)
... 167
Een afstandsschakelaar gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) .................................... 168
Eenexterneitsergebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) .................................... 169
Desoftwaregebruiken................................... 173
Software .............................................................. 173
Verbinding maken met een computer
via een kabel ....................................................... 174
Beelden opslaan op een computer ..................... 174
Beeldenafdrukken......................................... 176
Easy Print ............................................................176
Afdrukinstellingencongureren ........................... 177
Filmscènesafdrukken .........................................179
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ....... 180
Beelden toevoegen aan een fotoboek ................ 182
159
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Systeemoverzicht
Draagriem
Batterij
NB-10L*
1
(met aansluitingenklepje)
Batterijlader
CB-2LC/CB-2LCE*
1
USB-kabel (op de camera: Mini-B)*
2
Geheugenkaart Kaartlezer Windows/
Macintosh-
computer
Tv-/
videosysteem
Voedingsadapterset
ACK-DC80
Meegeleverdeaccessoires
Voeding
Kabels
HDMI-kabel HTC-100
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
Flitseenheden
Lensaccessoires
PictBridge-compatibeleprintersvanCanon
Speedlite*
4
600EX-RT, 600EX,
580EX II, 430EX II,
320EX, 270EX II
Krachtige
itser
HF-DC2*
3
Macro Twin Lite
MT-24EX*
5
*
6
Macro Ring Lite
MR-14EX*
6
Canon-lenslter
(58 mm dia.)*
7
Telelens
TC-DC58E*
6
Afstandsschakelaar RS-60E3
Overigeaccessoires
Behuizingen
Zachte hoes
SC-DC85
Waterdichte behuizing
WP-DC52
160
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid
varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
BatterijNB-10L
Oplaadbare lithium-ionbatterij
BatterijladerCB-2LC/CB-2LCE
Lader voor batterij NB-10L
VoedingsadaptersetACK-DC80
Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken of
wanneer u de camera aansluit op een
printer of computer. U kunt op deze manier
niet de batterij in de camera opladen.
• De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt
in gebieden met een wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz).
• Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel IFC-400PCU).
*3KrachtigeitserHF-DC1wordtookondersteund.
*4 De volgende accessoires worden eveneens ondersteund: Speedlite 580EX, 430EX,
270EX en 220EX, Speedlite-zender ST-E2, Speedlite-beugel SB-E2 en kabel voor
losseitsschoenOC-E3.
*5VereistbeugelBKT-DC1enkabelvoorlosseitsschoenOC-E3.
*6 Vereist lensadapter LA-DC58L.
*7VereistlteradapterFA-DC58D.
GebruikvanorigineleCanon-accessoireswordtaanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van
accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een
batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties
die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied en sommige accessoires zijn mogelijk niet
meer verkrijgbaar.
161
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Flitseenheden
KrachtigeitserHF-DC2
Externeitservoordebelichtingvan
onderwerpen die buiten het bereik van de
ingebouwdeitserzijn.
UkuntookdekrachtigeitserHF-DC1
gebruiken.
Speedlite600EX-RT,600EX,
580EXII,430EXII,320EX,270EXII
Flitseenheidmetitsschoenbevestiging
dievelesoortengeitstefoto’s
mogelijk maakt.
De Speedlite 580EX, 430EX, 270EX en
220EX worden eveneens ondersteund.
Speedlite-beugelSB-E2
Voorkomt dat er onnatuurlijke schaduwen
naast de onderwerpen verschijnen
bij opnamen vanuit een verticale
positie. Inclusief een kabel voor losse
itsschoenOC-E3.
SpeedliteTransmitterST-E2
Hiermee kunnen externe Speedlite-
itseenhedendraadlooswordenbediend
(behalve de Speedlite 220EX/270EX).
MacroTwinLiteMT-24EX
MacroRingLiteMR-14EX
Externemacroitserdievelesoorten
geitstemacrofoto’smogelijkmaakt.
De lensadapter LA-DC58L, de kabel voor
losse
itsschoenOC-E3endebeugel
BKT-DC1 (allen afzonderlijk verkrijgbaar)
zijn vereist voor bevestiging op de camera.
De conversielensadapter LA-DC58L
(afzonderlijk verkrijgbaar) is vereist voor
bevestiging op de camera.
KabelvoorlosseitsschoenOC-E3
Wordt gebruikt om een Macro Twin Lite-
itseraandecameratebevestigen.
BeugelBKT-DC1
Wordt gebruikt om een Macro Twin Lite-
itseraandecameratebevestigen.
162
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Overige accessoires
ZachtehoesSC-DC85
Beschermt de camera tegen stof
en krassen.
Wees voorzichtig met de hoes om
verkleuring van het leer te voorkomen.
WaterdichtebehuizingWP-DC52
Voor onderwaterfoto’s tot een diepte van
40 meter. Ook bruikbaar voor foto’s in de
regen, op het strand en op skipistes.
InterfacekabelIFC-400PCU
Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
StereoAV-kabelAVC-DC400ST
Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
HDMI-kabelHTC-100
Om de camera aan te sluiten op een
HDMI-aansluiting van een hdtv.
TelelensTC-DC58E
Optionele lens die op de camera wordt
bevestigd om de brandpuntsafstand
te vergroten met een factor van
ongeveer 1,4x.
LensadapterLA-DC58L
Deze adapter is vereist om de Telelens of
MacroRingLite-/MacroTwinLite-itser
op de camera te bevestigen.
AfstandsschakelaarRS-60E3
Maakt afstandsbediening van de
ontspanknop mogelijk (de ontspanknop
wordt half of helemaal ingedrukt).
FilteradapterFA-DC58D
Deze adapter hebt u nodig om een
58mm-ltertebevestigen.
Canon-lenslter(58mm-dia.)
Hiermee beschermt u de lens en kunt u
opnamen maken met diverse effecten.
Printers
PictBridge-compatibeleprinters
vanCanon
U kunt zonder computer beelden
afdrukken als u uw camera aansluit op een
Canon PictBridge-compatibele printer.
Ga voor meer informatie naar een
Canon-verkoper bij u in de buurt.
163
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Optionele accessoires gebruiken
Foto’s Films
Afspelen op een tv
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken
op een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (=
192).
Foto’s Films
Afspelenopeenhdtv
Als u de camera op een hdtv aansluit met de HDMI-kabel HTC-100
(afzonderlijk verkrijgbaar), kunt u opnamen bekijken op het grotere tv-
scherm. Films die zijn opgenomen met een resolutie van [ ], [ ]
of [ ] kunnen in HD-kwaliteit worden bekeken.
1 Zorgdatdecameraendetvzijn
uitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Schakeldetvinensteldezein
opdevideo-ingang.
Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
De camerabeelden worden nu
weergegeven op de tv. (Het
camerascherm blijft leeg.)
Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
• De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera
is aangesloten op een hdtv.
164
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Decamerabedienenviadeafstandsbedieningvaneentv
Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u
de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of
diavoorstellingen te bekijken.
Afhankelijk van de tv dient u mogelijk bepaalde tv-instellingen te wijzigen.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Ctrl via HDMI] op het tabblad [3] en
kies vervolgens [Aan] (=
25).
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Voer de stappen 1–2 in “Afspelen op een
hdtv” (=
163) uit om de camera op de
tv aan te sluiten.
3 Geefbeeldenweer.
Zet de tv aan. Druk op de camera op
de knop <1>.
De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
4 Bediendecameraviade
afstandsbedieningvandetv.
Druk op de afstandsbediening op de
knoppen <q><r> om te bladeren door
de beelden.
Druk op de knop OK/Selecteren om
het bedieningspaneel van de camera
weer te geven. Om opties op het
bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de
knoppen <q><r> en daarna nogmaals
op de knop OK/Selecteren.
Overzichtvandebedieningspaneeloptiesvandecamera
diewordenweergegevenopdetv
Terug Het menu wordt gesloten.
Groep afspelen
Toont groepen beelden (ofwel opgenomen met continue
opname (=
76) in modus [
G
], [
M
], [
B
] of [
D
]
(=
67, 92 of 93) ofwel afzonderlijke foto’s die zijn
opgeslagen als brongegevens in modus [
] (=
63).
(Verschijnt alleen als u een gegroepeerd beeld
hebt geselecteerd.)
Film afspelen
Delmafspelen.(Verschijntalleenalsueenlmhebt
geselecteerd.)
.
Diavoorstelling
De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op de
knoppen <q><r> van de afstandsbediening om van beeld
te veranderen.
Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven.
l
Display wijzigen
Heen en weer schakelen tussen weergavemodi (=
103).
• Als u op knoppen drukt, bijvoorbeeld op de knop <n>, kunt u de camera
niet langer met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als
u bent teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• De camera reageert wellicht niet altijd correct, zelfs niet als u de
afstandsbediening van een HDMI CEC-compatibele tv gebruikt.
165
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
AfspelenopeenSD-tv
Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de
camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter
scherm terwijl u de camera bedient.
1 Zorgdatdecameraendetvzijn
uitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in
de video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Geefbeeldenweer.
Voer de stappen 3–4 bij “Afspelen op een
HD-tv” (=
163) uit om beelden weer
te geven.
Rood
Rood
Wit
Geel
Geel
Wit
• Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie.
Om het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op de knop
<n> en selecteert u [Video Systeem] op het tabblad [3].
• Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken
terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt
op dezelfde manier als via het camerascherm. AF-Punt Zoom (=
47),
MF-Punt Zoom (=
79), MF Peaking (=
79) en Nachtdisplay (=
90)
zijn echter niet beschikbaar.
Foto’s Films
De camera voeden via het lichtnet
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC80, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorgdatdecamerais
uitgeschakeld.
2 Sluitdeadapteraanopde
gelijkstroomkoppeling.
Steek de adapterstekker volledig in
de koppeling.
3 Plaatsdekoppeling.
Voer stap 2 uit bij “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
13) om
het klepje te openen en plaats vervolgens
de koppeling op de afgebeelde wijze tot
deze vastklikt.
166
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Sluit het klepje ( ). Zorg hierbij dat de
koppelingskabel in de kabelpoort past (
).
Schuif het klepje ( ) totdat het vastklikt.
4 Sluithetnetsnoeraan.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
Schakel de camera in en gebruik deze
zoals u wilt.
Als u klaar bent, schakelt u de
camera uit en haalt u het netsnoer uit
het stopcontact.
• Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
•
Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Foto’s Films
Een telelens gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
Als u telelens TC-DC58E en lensadapter LA-DC58L monteert (beide apart
verkrijgbaar), kunt u een brandpuntsafstand van 1,4x gebruiken.
1 Verwijderdering.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Houd de vergrendelknop van de ring ( )
ingedrukt en draai de ring in de richting
van de pijl (
).
Lijn de markering
op de ring uit met de
markering
op de camera en verwijder
vervolgens de ring.
2 Bevestigdelensadapter.
Lijn de markering
op de
conversielensadapter uit met de
markering
op de camera en draai
vervolgens de adapter in de richting van
de pijlen totdat deze vastklikt.
Om de adapter te verwijderen, houdt
u de vergrendelknop van de ring
ingedrukt en draait u de adapter in de
tegenovergestelde richting.
167
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
3 Bevestigdetelelens.
Draai de lens in de richting van de pijl
totdat deze goed vastzit aan de camera.
4 Geefdeconverter(telelens)op
indecamera-instellingen.
Schakel de camera in.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Converter] op het tabblad [4]. Druk op
de knoppen <q><r> om [TC-DC58E]
te selecteren.
Als [IS modus] op [Uit] is ingesteld, is
het niet nodig om de telelensinstellingen
te wijzigen.
Iedere keer als u de telelens van de
camera haalt, moet u de telelensinstelling
terugzetten op [Geen].
• Er kan vignetvorming optreden (vooral rechtsonder) als u de
ingebouwdeitsergebruikt.
• Als u de telelens gebruikt, stelt u de camera in op de maximale
telelens. Bij andere zoomposities kan vignetvorming optreden.
• Gebruik het LCD-scherm om de compositie van de opname te
bepalen. Het beeld in de zoeker kan gedeeltelijk worden verstoord
door vignetvorming.
• Voordat u de telelens gebruikt, verwijdert u alle stof en vuil met
behulp van een lensblazer.
Foto’s Films
Een lenskap gebruiken
Als u de lenskap gebruikt die bij telelens TC-DC58E hoort (apart verkrijgbaar),
kan dit het effect van de hoeveelheid licht die buiten de beeldhoek van de lens
in beeld komt beperken wanneer u met tegenlicht fotografeert, of wanneer de
camera op een lichtbron is gericht.
Pas de lenskap op de telelens
(zie afbeelding) en zet deze stevig vast.
Wanneer u de lenskap niet gaat
gebruiken, bevestigt u deze omgekeerd.
• Erkanvignetvormingoptredenalsudeingebouwdeitsergebruikt
terwijl de lenskap is bevestigd.
Foto’s Films
Lenslters gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
Dooreenlenslteropdecameratebevestigen,beschermtudelens
en kunt u opnamen maken met diverse effecten. U hebt Filter Adapter
FA-DC58D(afzonderlijkverkrijgbaar)nodigomeenlensltertebevestigen.
1 Verwijderdering.
Volg stap 1 bij “Een telelens gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar)” (=
166) om
de ring te verwijderen.
168
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
2 Bevestigdelteradapter.
Lijn de markering
opdelteradapter
uit met de markering
op de camera en
draai de adapter vervolgens in de richting
van de pijlen totdat deze vastklikt.
Om de adapter te verwijderen, schakelt u
de camera uit, houdt u de vergrendelknop
van de ring ingedrukt en draait u de
adapter in de tegenovergestelde richting.
3 Bevestigeenlter.
Bevestigdelteropdecamerainde
richting van de pijl.
• WeadviserenhetgebruikvaneenCanon-lters(58mm-dia.).
• Wanneer u bij het maken van opnamen geen gebruik maakt
van automatisch scherpstellen, stelt u de optie voor handmatig
scherpstellen [Veiligheids MF] in op [Aan].
• Alsudeingebouwdeitsergebruiktterwijldelteradapteris
bevestigd, kunnen delen van het beeld donkerder lijken.
• Wanneerudelteradaptergebruikt,moetueroplettendatumaar
éénltertegelijkgebruikt.Debevestigingvanmeerdereltersof
accessoires zoals een zware lens kan tot gevolg hebben dat de
accessoires van de camera af vallen en worden beschadigd.
• Pakdelteradapternietstevigbeet.
• Verwijderdelteradapterwanneerugeenltergebruikt.
• Delteradaptereneenlenskapkunnenniettegelijkertijdopdecamera
worden bevestigd.
Foto’s
Een afstandsschakelaar gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar)
U kunt een optionele afstandsschakelaar RS-60E3 gebruiken om de
camerabeweging te vermijden die kan ontstaan als u rechtstreeks op de
ontspanknop drukt. Dit optionele accessoire is handig bij opnamen met
lange sluitertijden.
1 Bevestigdeafstandsschakelaar.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Open het klepje van de aansluitingen
en plaats de stekker van de
afstandsschakelaar.
2 Maakdeopname.
Druk op de knop van de afstandsschakelaar
om de opname te maken.
•
Opnamen maken met een zeer lange belichting wordt niet ondersteund.
169
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Een externe itser gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar)
MeteenoptioneleitservandeSpeedliteEX-seriezijnmeergerafneerde
itsopnamenmogelijk.Voorlmopnamenbijledverlichtingisdeoptionele
Speedlite320EX-itserverkrijgbaar.
•
Sommige functies van de Speedlite EX-serie worden niet ondersteund
door deze camera.
•
Draadloze werking van de Speedlite 600EX-RT wordt niet ondersteund.
• AlsuandereCanon-itsersgebruiktdanmodellenuitdeEX-serie,
gaatdeitsersomswellichtnietgoedofhelemaalnietaf.
• Hetgebruikvanniet-Canon-itseenheden(vooralitseenhedenmet
hogespanning)ofniet-Canon-itseraccessoireskandenormale
camerawerking verstoren of de camera beschadigen.
•
Lees ook de handleiding van de Speedlite EX-serie voor aanvullende informatie.
Foto’s Films
SpeedliteEX-serie
Dezeoptioneleitseenhedengevenhelderlichtenvoldoenaanallerlei
vereistenvooritsfotograe.
1 Bevestigdeitser.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld en
bevestigdeitseenheidophetitsschoentje.
2 Schakeldeitserinenschakel
vervolgensdecamerain.
Er verschijnt nu een rood pictogram [h].
Alsdeitserklaarisvoorgebruik,gaat
het controlelampje branden.
3 Kiesdeopnamemodus[G],
[M],[B]of[D].
Flitsinstellingen kunnen alleen worden
gewijzigd in deze modi. In andere modi
wordtdeitserautomatischaangepasten
geactiveerd, indien nodig.
4 Steldewitbalansinop[h]
(=
7 4 ).
5 Steldeexterneitserin.
Druk op de knop <n>, kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m>.
Optiesdiealopdeitserzelfzijn
ingesteld, worden weergegeven.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om een item
te selecteren en wijzig vervolgens
de instelling door te drukken op de
knoppen <q><r>.
De beschikbare items zijn afhankelijk
van de opnamemodus en de bevestigde
itser(=
172).
• IndienueenitservandeSpeedliteEX-seriehebtbevestigd,kuntu
geeninstellingencongurerenvoordeingebouwdeitseromdatdat
instellingenscherm dan niet beschikbaar is.
• U kunt het instellingenscherm ook openen door minstens één seconde te
drukken op de knop <r>.
• Flitsinstellingen in de opnamemodus [
] kunnen op dezelfde manier worden
gecongureerdalsindemodus[G].
• Alleen600EX-RT/580EXII:alsdeexterneitserisingesteldopstroboscopisch
itsen,is[Flitsbesturing]nietbeschikbaar.
• Alleen 320EX: automatische ledverlichting is alleen beschikbaar bij
lmopnamenmetweinigomgevingslichtofindelmmodus.Indatgeval
verschijnt het pictogram [
].
170
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
DeSpeedlite-beugelSB-E2(afzonderlijkverkrijgbaar)
gebruiken
Met de optionele Speedlite-beugel SB-E2
kunt u voorkomen dat er onnatuurlijke
schaduwen naast de onderwerpen
verschijnen bij opnamen vanuit een
verticale positie.
Foto’s
MacroRingLiteMR-14EX
Metdezeoptioneleitseenheidzijnvelesoortengeitstemacrofoto’s
mogelijk. De lensadapter LA-DC58L (afzonderlijk verkrijgbaar) is vereist
voor bevestiging op de camera.
1 Maakdelensadapterklaar
voorgebruik.
Draai de lensadapter in de richting van de
pijl om het voorste en achterste deel van
elkaar te halen.
U gebruikt alleen het achterste deel
om de Macro Ring Lite MR-14EX of de
Macro Twin Lite MT-24EX te bevestigen.
Bevestig aan camera
Achterste
deel
Voorste
deel
Beves-
tigen
Los-
maken
2 Verwijderdering.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Houd de vergrendelknop van de ring ( )
ingedrukt en draai de ring in de richting
van de pijl (
).
Lijn de markering
op de ring uit met de
markering
op de camera en verwijder
vervolgens de ring.
3 Bevestighetachterstedeelvan
delensadapter.
Lijn de markering
op het achterste deel
uit met de markering
op de camera en
draai vervolgens de adapter in de richting
van de pijlen totdat deze vastklikt.
Om de adapter te verwijderen, houdt
u de vergrendelknop van de ring
ingedrukt en draait u de adapter in de
tegenovergestelde richting.
4 Bevestigdebesturingop
decamera.
Bevestig het besturingsonderdeel van
deMacroRingLiteophetitsschoentje
boven op de camera.
171
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
5 Bevestigdeitseenheidop
delensadapter.
houd de vergrendelknoppen aan beide
zijden van de Macro Ring Lite ingedrukt
terwijl u deze op de lensadapter plaatst.
6 Kiesdeopnamemodus[G],
[M],[B]of[D].
Flitsinstellingen kunnen alleen worden
gewijzigd in deze modi. In andere modi
wordtdeitserautomatischaangepasten
geactiveerd, indien nodig.
7 Steldewitbalansinop[h]
(=
7 4 ).
8 Opendemodus[e](=
7 8 ).
9 Stel[NDlter]inop[Aan]
(=
7 3 ).
10
Steldeexterneitserin.
Voer stap 5 bij “Speedlite EX-serie”
(=
169) uit om de instellingen
te wijzigen.
• Houd de kabels (van de Macro Ring Lite of de kabel voor de losse
itsschoen)uitdebuurtvandeitsers.
• Als u opnamen maakt met een statief, plaatst u de poten van het
statiefzodatdeitsersnietincontactkomenmetdepoten.
• Gebruik het scherm om opnamen te maken, aangezien de zoeker
niet kan worden gebruikt als deze accessoires zijn bevestigd.
MacroTwinLiteMT-24EX
Metdezeoptioneleitseenheidzijnvelesoortengeitstemacrofoto’s
mogelijk.DelensadapterLA-DC58L,dekabelvoorlosseitsschoenOC-E3
en de beugel BKT-DC1 (allen afzonderlijk verkrijgbaar) zijn vereist voor
bevestiging op de camera.
1 Verwijderderingenbevestig
hetachterstedeelvande
conversielensadapter.
Volg stap 1–3 bij “Macro Ring Lite
MR-14EX” (=
170) om de ring te
verwijderen en bevestig vervolgens het
achterste deel van de lensadapter.
2 Bevestigdekabelvoordelosse
itsschoenaandebeugel.
Schuif de beugelschroef naar het uiteinde
van de beugel. Lijn de beugelschroef
uit met de statiefaansluiting op de kabel
voordelosseitsschoen,endraaide
schroef vast.
3 Bevestigdebeugelop
decamera.
Schuif de andere beugelschroef
naar het uiteinde van de beugel.
Lijn de beugelschroef uit met de
statiefaansluiting aan de onderkant van
de camera, en draai de schroef vast.
172
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4 Bevestigdekabelvoordelosse
itsschoenaandecamera.
Bevestig het cameragedeelte van de
kabelvoorhetlosseitsschoentjeboven
op de camera.
5 Bevestigdebesturingaande
kabelvoordelosseitsschoen.
Bevestig de besturing voor de Macro
TwinLiteaanhetitsergedeeltevande
kabelvoordelosseitsschoen.
6 Bevestigdeitseenheidop
delensadapter.
Plaatselkeitserinhetovereenkomstige
bevestigingspunt (
). Houd de
vergrendelknop bovenop de ring
ingedrukt terwijl u deze op de lensadapter
plaatst (
).
7 Congureerdeexterneitseren
instellingenopdecamera.
Voer stap 6–10 in “Macro Ring Lite
MR-14EX” (=
171) uit om de
instellingentecongureren.
• Houd de kabels (van de Macro Twin Lite of de kabel voor de losse
itsschoen)uitdebuurtvandeitsers.
•
Als u opnamen maakt met een statief, plaatst u de poten van het statief
zodatdeitsersnietincontactkomenmetdepotenofdebeugel.
• Gebruik het scherm om opnamen te maken, aangezien de zoeker
niet kan worden gebruikt als deze accessoires zijn bevestigd.
Foto’s
Beschikbarecamera-instellingenbijgebruikvaneen
externeitser(afzonderlijkverkrijgbaar)
De volgende items zijn beschikbaar in de modus [G], [M], [B] of
[D]. In andere opnamemodi kunt u alleen [Rode-Ogen] en [Lamp Aan]
congureren.(Metautomatischeitsbesturingwordtdeitseraltijd
gebruikt.)Externeitserswordenechternietgebruiktinmodiwaarbijde
ingebouwdeitsernietwordtgebruikt(=
193).
Item Opties
Opnamemodus
G M B D
Flits mode
Auto*
1
O O O
Handmatig*
2
O O O O
Flitsbel. comp.*
3
–3 tot +3
O O O
Flits output*
4
1/128*
5
tot 1/1 (in stappen van 1/3)
O O O O
Sluiter sync. 1e gordijn/2e gordijn/Hi-speed
O O O O
Slow sync
Aan
O O O O
Uit
O
O
Draadloze func*
6
Aan/Uit
O O O O
Rode-Ogen Aan/Uit
O O O O
Lamp Aan Aan/Uit
O O O O
Veiligheids FE*
7
Aan
O O O
Uit
O O O O
Wis Speedlite inst.*
8
O O O O
173
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
*1DemodusE-TTLwordtgebruiktvoordeitser.
*2DemodusMwordtgebruiktvoordeitser.
In de opnamemodus [D]isdemodusE-TTLookbeschikbaarvoordeitser.
Wanneerindatgevaldeitserafgaat,wordtdeitsbelichtingscompensatiedieopde
itserisingesteld,toegepastophetitsuitvoerniveaudatisingesteldopdecamera.
*3Kanalleenwordengecongureerdindien[Flitsmode]isingesteldop[Auto]
endeitsbelichtingscompensatieopdeitserisingesteldop[+0].Alsude
itsbelichtingscompensatieop600EX-RT,600EX,580EXIIof430EXIISpeedlites
aanpast, wordt de cameraweergave bijgewerkt.
*4Kanwordengecongureerdindien[Flitsmode]isingesteldop[Handmatig].
Isgekoppeldaaninstellingenopdeitseenheid.
*5 1/64 voor Speedlite 430EX II/430EX/320EX/270EX II/270EX, Macro Ring Lite
MR-14EX en Macro Twin Lite MT-24EX.
*6VoorandereoptiesdanAan/Uitcongureertudeinstellingopdeitseenheidzelf.
Niet beschikbaar voor Speedlite 430EX II/320EX/270EX II/270EX, Macro Ring Lite
MR-14EX of Macro Twin Lite MT-24EX. Indien dit item is ingesteld op [Aan] kan
[Sluiter sync.] niet worden ingesteld op [2e gordijn]. (Indien [Sluiter sync.] is ingesteld
op [2e gordijn], verandert dit in [1e gordijn].)
*7Kanalleenwordengecongureerdindien[Flitsmode]isingesteldop[Auto].
*8 Alle standaardinstellingen worden hersteld. U kunt de standaardinstellingen van
[Slow sync], [Veiligheids FE], [Rode-Ogen] en [Lamp Aan] ook herstellen met behulp
van [Reset alle] op het tabblad [3] van de camera (=
157).
• Flitsinstellingen in de opnamemodus [
] kunnen op dezelfde manier worden
gecongureerdalsindemodus[G].
• In opnamemodus [
] worden pictogrammen voor de opnamecomposities
Glimlach, Slapen, Baby (Glimlach), Baby (Slapen) en Kinderen die door de
camera worden bepaald niet weergegeven en maakt de camera geen continue
opnamen (=
34).
De software gebruiken
De software die als download beschikbaar is op de website van Canon
komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en het opslaan
van beelden op een computer.
Software
Nadat u de software vanaf de website van Canon hebt gedownload en
geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
CameraWindow
Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowserEX
Beheer beelden: bekijk, zoek en orden
Druk beelden af en bewerk ze
DigitalPhotoProfessional
Door RAW-beelden bladeren, deze verwerken en bewerken
• Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en kosten
voor internettoegang moeten apart worden betaald.
Softwarehandleiding
DigitalPhotoProfessionalInstructiehandleiding
Raadpleeg deze handleidingen wanneer u de bijbehorende software
gebruikt. U kunt de handleidingen downloaden vanaf de volgende URL:
http://www.canon.com/icpd/
174
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Verbinding maken met een computer via
een kabel
Decomputeromgevingcontroleren
De software kan op de volgende computers gebruikt worden. Voor uitgebreide
informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning
door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon.
Besturings-
systeem*
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.6
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8
* Controleer de systeemvereisten bij “De computeromgeving controleren” (=
131)
wanneer u beelden naar een computer verzendt via Wi-Fi.
• Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste
systeemvereisten, inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
Desoftwareinstalleren
Zie “De software installeren” (=
131) voor instructies om de software
te installeren.
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 Sluitdecameraaanop
decomputer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
Steek de grote steker van de USB-
kabel in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
2 Zetdecameraaanom
CameraWindowteopenen.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow weergegeven als er een
verbinding tot stand is gebracht tussen de
camera en de computer.
175
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voor Windows volgt u de onderstaande
stappen.
In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [ ] om het programma
te wijzigen.
Kies [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] en klik op [OK].
Dubbelklik op [ ].
3
Beeldenopslaanopdecomputer.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Wanneer de beelden zijn opgeslagen, sluit
u CameraWindow en drukt u op de knop
<1> om de camera uit te schakelen.
Koppel vervolgens de kabel los.
Raadpleeg de “Softwarehandleiding”
(=
173) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
CameraWindow
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
• Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] op het
scherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera bij stap 2 inschakelt.
Als CameraWindow niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle
programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
• Als op een Macintosh-computer na stap 2 CameraWindow niet verschijnt, klikt
u op het pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onderaan het bureaublad.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-
Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen.
- RAW-beelden (of JPEG-beelden die tegelijk met RAW-beelden zijn
opgenomen) worden wellicht niet opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerkenvanlms.
176
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s Films
Beelden afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of
beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
Foto’s
Easy Print
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde USB-kabel.
1 Zorgdatdecameraende
printerzijnuitgeschakeld.
2
Sluitdecameraaanopdeprinter.
Open het klepje. Houd de kleinste
kabelstekker in de getoonde richting en
steek de stekker volledig in de aansluiting
op de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over de
aansluiting.
3 Schakeldeprinterin.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
5 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om een beeld
te selecteren.
6 Openhetafdrukscherm.
Druk op de knop <m>.
7 Drukhetbeeldaf.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om [Print] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Het afdrukken start nu.
Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
• Zie “Printers” (=
162) voor PictBridge-compatibele printers van het merk
Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
• U kunt geen RAW-beelden afdrukken.
177
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Afdrukinstellingen congureren
1 Openhetafdrukscherm.
Voer stap 1–6 bij “Eenvoudig afdrukken”
(=
176) uit om het scherm links
te openen.
2 Congureerdeinstellingen.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om een item te kiezen
en kies vervolgens een optie door te
drukken op de knoppen <q><r>.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beide
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum
en een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken
exemplaren.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (=
177).
papierinst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en
andere gegevens op (=
178).
Foto’s
Beeldenbijsnijdenvóórhetafdrukken
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer[Trimmen].
Voer eerst stap 1 bij “Afdrukinstellingen
congureren”(=
177) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden
dat het af te drukken beeldgebied
aanduidt.
2 Pashetkadernaarwensaan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Om het kader te draaien, draait u aan
de knop <7>.
Als u klaar bent, drukt u op de knop <m>.
3 Drukhetbeeldaf.
Voer stap 7 in “Easy Print” (=
176) uit
om af te drukken.
• Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
• Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
178
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Hetpapierformaatendeindelingselecterenvóór
hetafdrukken
1 Selecteer[papierinst.]
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren”(=
177) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [papier
inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenpapierformaat.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om een optie
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenpapiersoort.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om een optie
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
4 Selecteereenindeling.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om een optie
te selecteren.
Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u
op de knoppen <q><r> om het aantal
beelden per vel op te geven.
Druk op de knop <m>.
5 Drukhetbeeldaf.
Beschikbareindelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een
verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Kies uit 90 x 130 mm, briefkaart of brede afdrukken.
179
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Id-foto’safdrukken
1 Selecteer[IDFoto]
Voer stap 1–4 bij “Het papierformaat
en de indeling selecteren vóór het
afdrukken” (=
178) uit, kies [ID Foto] en
druk op de knop <m>.
2 Selecteerdelengtevandelange
endekortezijde.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om een item
te selecteren. Kies de lengte door te
drukken op de knoppen <q><r> en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteerhetafdrukgebied.
Voer stap 2 bij “Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken” (=
177) uit om het
afdrukgebied te selecteren.
4 Drukhetbeeldaf.
Films
Filmscènes afdrukken
1 Openhetafdrukscherm.
Voer stap 1–6 bij “Eenvoudig afdrukken”
(=
176)uitomeenlmtekiezen.
Het scherm links wordt weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [c] te selecteren.
Druk vervolgens op knop <m>.
Het scherm links wordt weergegeven.
2 Selecteereenafdrukmethode.
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [
] te selecteren.
Druk vervolgens op de knoppen <q><r>
om de afdrukmethode te selecteren.
3 Drukhetbeeldaf.
Afdrukoptiesvoorlms
Enkel Hiermeewordtdehuidigescèneafgedruktalseenfoto.
Reeks
Hiermeewordteenreeksscènesmeteenbepaaldintervalafgedrukt
op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u
ook het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het
kader afdrukken.
• Om een lopende afdruktaak te annuleren, drukt u op de knop <m>.
• [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridge-compatibele
printermodellen CP720/CP730 en ouder van het merk Canon.
180
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (=
182)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaartencongureerdenodigeinstellingen,zoalshetaantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
• U kunt geen RAW-beelden opnemen in een afdruklijst.
Foto’s
Afdrukinstellingencongureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum
of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [2].
Selecteerencongureerdegewenste
items (=
25).
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per vel af.
Beiden Hiermee worden zowel standaard- als indexformaten afgedrukt.
Datum
Aan Hiermee worden de beelden afgedrukt met de opnamedatum.
Uit
FileNo.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het bestandsnummer.
Uit
WisDPOF
data
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het afdrukken
verwijderd.
Uit
• Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaartafdrukinstellingenbevatdiezijngecongureerdop
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
• Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
• Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele
printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
• De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [3] (=
14).
181
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorafzonderlijkebeelden
1 Selecteer[Sel.beeld&aantal].
Druk op de knop <n> en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [2].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <7> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [
]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop
<m>
om indexafdrukken te annuleren
voor het beeld. [ ] wordt niet meer
weergegeven.
3 Geefhetaantalafdrukkenop.
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om het aantal
afdrukken op te geven (maximaal 99).
Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van
andere beelden in te stellen en het aantal
afdrukken van elk beeld op te geven.
Voor indexafdrukken kunt u het
aantal afdrukken niet instellen. U kunt
alleen via stap 2 de af te drukken
beelden selecteren.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Foto’s
Afdrukinstellingenvooreenreeksbeelden
Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
181) uit om
[Select. reeks] te selecteren en druk op
de knop <m>.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
112) uit om beelden op
te geven.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Opdracht] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorallebeelden
Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
181) uit om
[Sel. alle beelden] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
182
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Allebeeldenindeprintlijstwissen
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
181) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Beeldenafdrukkendiezijntoegevoegdaandeprintlijst
(DPOF)
Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn
toegevoegd (=
180181), wordt het
scherm links weergegeven wanneer u
de camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer. Druk op de knoppen
<o><p> om [Print nu] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m> om de
beelden in de afdruklijst af te drukken.
Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
Foto’s
Beelden toevoegen aan een fotoboek
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op
uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie
is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u
fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Eenselectiemethodeselecteren
Druk op de knop <n>, kies
[Fotoboek instellen] op het tabblad
[1] en bepaal hoe u de beelden
wilt selecteren.
• [
] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaartafdrukinstellingenbevatdiezijngecongureerdop
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook de
“Softwarehandleiding” (=
173) en de handleiding van de printer voor
meer informatie.
183
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Foto’s
Afzonderlijkebeeldentoevoegen
1 Selecteer[Selectie].
Volg de procedure bij “Een selectiemethode
selecteren” (=
182), selecteer [Selectie]
en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <7> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
[ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Foto’s
Allebeeldentoevoegenaaneenfotoboek
Volg de procedure bij “Een selectiemethode
selecteren” (=
182), selecteer [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenverwijderenuiteenfotoboek
Volg de procedure bij “Een selectiemethode
selecteren” (=
182), selecteer [Wis alle
selecties] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
184
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
10
Problemenoplossen...................................... 185
Berichtenophetscherm............................... 188
Informatieophetscherm.............................. 191
Opname (informatieweergave) ............................ 191
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ......... 192
Functiesenmenutabellen............................. 193
Beschikbare functies per opnamemodus ............ 193
Menu FUNC. .......................................................195
4 Opnametabbladmenu .................................... 198
3 Tabbladmenu Instellen ................................... 202
Tabbladmenu My Menu .................................202
1
Tabbladmenu Afspelen .................................. 202
2
Tabbladmenu Print ......................................... 202
Voorzorgsmaatregelen.................................. 203
Specicaties................................................... 203
185
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
ErgebeurtnietsalsuopdeON/OFF-knopdrukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
12).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
13).
•
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (
=
14).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Debatterijraaktsnelleeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
Delenswordtnietingetrokken.
• Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje, en zet de camera aan en daarna weer uit (=
14).
Debatterijisgezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op te
nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Weergave op een tv
Decamerabeeldenwordenvervormdofhelemaalnietweergegeven
opeentv(=
165).
Opnamen maken
Erkunnengeenopnamenwordengemaakt.
• Druk in de afspeelmodus (=
101) de ontspanknop half in (=
22).
Erwordtnietsweergegeven(=
3 2 ).
Vreemdeweergaveophetschermbijweiniglicht(=
2 3 ).
Vreemdeweergaveophetschermbijopnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd,maarwelinlmswordenopgenomen.
• AlsuopnamenmaaktbijTL-ofLED-verlichtingkanhetschermikkerenenkaneen
horizontale band verschijnen.
Erisgeendatumstempelaandebeeldentoegevoegd.
• Congureerdeinstelling[Datumstemp. ] (=
38). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebtgecongureerd(=
14).
• Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamestanden (=
201) waarin deze
instellingnietkanwordengecongureerd(=
38).
[h]knippertophetschermwanneerdeontspanknopwordtingedrukt
enopnemenisnietmogelijk(=
3 2 ).
[ ]verschijntwanneerdeontspanknophalfwordtingedrukt(=
3 2 ).
• Stel [IS modus] in op [Continu] (=
89).
• Klapdeitseropensteldeitsmodusinop[h] (=
85).
• Verhoog de ISO-waarde (=
70).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
89).
Deopnamenzijnnietscherp.
• Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
22).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
205).
• Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
48).
• Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
• Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (=
81, 85).
186
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u
de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u de
ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
• Klap de itser op en stel de itsmodus in op [h] (=
85).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
68).
• Pas het contrast aan met i-Contrast (=
72, 120).
• Gebruik AE-vergrendeling of spotmeting (=
69).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
• Klap de itser in en stel de itsmodus in op [!] (=
29).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
68).
• Gebruik AE-vergrendeling of spotmeting (=
69).
• Verminder de belichting van het onderwerp.
Deopnamenzijntedonker,ondanksdaterisgeitst(=
32).
• Maak de opname binnen het bereik van de its (=
205).
• Pas de helderheid aan met behulp van itsbelichtingscompensatie of door het
itsuitvoerniveau te wijzigen (=
86, 94).
• Verhoog de ISO-waarde (=
70).
Deonderwerpeningeitstefoto’szijntehelder,dehighlights
zijn vervaagd.
• Maak de opname binnen het bereik van de its (=
205).
• Klap de itser in en stel de itsmodus in op [!] (=
29).
• Pas de helderheid aan met behulp van itsbelichtingscompensatie of door het
itsuitvoerniveau te wijzigen (=
86, 94).
Erverschijnenwittestippenofanderebeeldartefactsingeitste
opnamen.
• Dit komt doordat het licht van de itser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
• Verlaag de ISO-waarde (=
70).
• Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
(=
53).
Deonderwerpenhebbenrodeogen(=
45).
• Zet [Lamp Aan] op [Aan] (=
49) om het licht voor rode-ogenreductie (=
3) te
activeren in geitste foto’s. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het
licht voor rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te
verbeteren of dichter bij het onderwerp te gaan.
• Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (=
121).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continu-opnamen gaat langzamer.
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
154).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar.
• Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnametabbladmenu” (=
193201).
Hetpictogramvoorbaby’sofkinderenwordtnietweergegeven.
• De pictogrammen voor baby’s en kinderen worden niet weergegeven als de
verjaardag niet is ingesteld bij de gezichtsinformatie (=
39). Als de pictogrammen
ook niet worden weergegeven wanneer de verjaardag wel is opgegeven, registreert
u de gezichtsinformatie opnieuw (=
39) of controleert u of de datum/tijd correct is
ingesteld (=
151).
Planetariumsterren kunnen niet goed worden vastgelegd in modus [ ].
• Maak in plaats daarvan opnamen van sterrenhemels.
Films opnemen
De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname
wordt onderbroken.
• Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de lms op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnametijd (=
153, 205).
[ ] verschijnt en de opname stopt automatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
154).
• Verlaag de beeldkwaliteit (=
46).
• Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (=
205).
187
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
In-enuitzoomenisnietmogelijk.
• In- en uitzoomen is niet mogelijk in modus [ ] (=
62).
• In-enuitzoomenisnietmogelijkalsulmsopneemtindemodi[
] (=
57) en
[
] (=
66).
Onderwerpenlijkenvervormd.
• Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
Afspelen
Afspelenisnietmogelijk.
• Ukuntmogelijkgeenbeeldenoflmsafspelenalsudebestandsnaamof
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg de “Softwarehandleiding”
(=
173) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Hetafspelenstoptofhetgeluidhapert.
• Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (=
154).
• Korteonderbrekingenzijnmogelijkalsulmsafspeeltdiezijngekopieerdnaar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
• Alsulmsafspeeltopeencomputermetonvoldoendecapaciteitkunnenerbeelden
wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluidwordtnietweergegeventijdenslms.
• Pas het volume aan (=
102) als [mute] is geactiveerd (=
150) of als het geluid
vandelmzwakis.
• Erwordtgeengeluidafgespeeldinlmsdiezijnopgenomenindemodus[
]
(=
57), [ ] (=
63) of [ ] (=
66) omdat in deze standen geen geluid
wordt opgenomen.
Geheugenkaart
Degeheugenkaartwordtnietherkend.
• Herstart de camera met de geheugenkaart erin (=
21).
Computer
Kangeenbeeldenoverdragennaareencomputer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtssnelheid te verlagen:
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop <n>
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen <o> en <m>. Druk in het volgende
scherm op de knoppen <q><r> om [B] te kiezen. Druk daarna op de knop <m>.
Wi-Fi
HetWi-Fi-menukannietwordengeopenddooropdeknop< >tedrukken.
• Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus
en probeer het opnieuw.
• Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend tijdens gegroepeerd afspelen of in de
gelterdebeeldweergaveopbasisvanopgegevenvoorwaarden.Annuleerafspelen
ineengroepofgelterdafspelen.
• Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
Kangeenapparaat/bestemmingtoevoegen.
• Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (=
147).
• Gebruik een computer of smartphone om webservices te registreren (=
127).
• Om een smartphone toe te voegen, installeert u eerst de toepassing CameraWindow
op uw smartphone (
=
130
).
• Om een computer toe te voegen, installeert u eerst de toepassing CameraWindow op
uw computer. Controleer ook de omgeving en instellingen van uw computer en Wi-Fi
(=
131, 133, 134).
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op
de 2,4 GHz-band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Erkangeenverbindingmethettoegangspuntwordengemaakt.
• Controleer of het kanaal van het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat de
camera ondersteunt (=
204). In plaats van kanalen automatisch toe te laten wijzen,
wordt aangeraden om handmatig een ondersteund kanaal aan te geven.
188
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Kangeenbeeldenverzenden.
• Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte
op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera
staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
• RAW-beelden kunnen niet worden verzonden. In de modus [
] worden alleen de
JPEG-beelden verzonden.
• Beelden kunnen niet naar CANON iMAGE GATEWAY of andere webservices worden
verstuurd, als u bestanden of mappen verplaatst of een andere naam geeft op de
computer die beelden ontvangen heeft die met behulp van Image Sync via een
toegangspunt zijn verstuurd (=
145). Zorg ervoor dat beelden al verstuurd zijn naar
CANON iMAGE GATEWAY of andere webservices voordat u bestanden of mappen
verplaatst of een andere naam geeft op de computer.
Kandebeeldgroottenietwijzigenvoorverzending.
• De afbeeldingsgrootte kan niet aangepast worden naar een hogere resolutie dan de
oorspronkelijke resolutie.
• Degroottevanlmskannietwordenaangepast.
Hetverzendenvanbeeldenduurtlang./Dedraadlozeverbinding
isverbroken.
• Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen naar [
] of [ ] om het verzenden te versnellen (=
142).
• Hetkanlangdurenomlmsteverzenden.
•
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van storingsbronnen,
zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band
werken. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als [
] wordt weergegeven.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Als u afbeeldingen naar een computer verzendt vanaf een geheugenkaart met een
groot aantal afbeeldingen (ongeveer 1.000), kan de verbinding worden verbroken.
Importeer de noodzakelijke afbeeldingen naar een computer en verklein het aantal
afbeeldingen op de geheugenkaart door overbodige afbeeldingen te wissen.
WisdegegevensvandeWi-Fi-verbindingvoordatudecamera
weggooitofaaniemandandersgeeft.
• Reset de instellingen voor Wi-Fi (=
148).
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geengeheugenkaart
• Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (=
13).
Geheugenkaartopslot
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld.
Ontgrendel het schuifje voor de schrijfbeveiliging (=
13).
Kannietopnemen
• U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats een
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (=
13).
Geheugenkaartfout(=
154)
• Als dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde geheugenkaart
(=
2) hebt geformatteerd en correct hebt geplaatst, neemt u contact op met een
helpdesk van Canon Klantenservice (=
13).
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken
(=
29, 51, 67, 91) of beelden te bewerken (=
118121). Wis overbodige
beelden (=
114) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (=
13).
Laaddeaccuop(=
1 2 )
Geenbeeld.
• De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd!(=
111)
Onbekendbeeld/IncompatibleJPEG/Beeldtegroot./Kangeen
MOVafspelen
• Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
189
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Kannietvergroten!/KanditnietafspeleninSmartShufe/Kanniet
roteren/Kanbeeldnietwijzigen/KanNietWijzigen/Kannietaan
Cat.toekennen/Nietselecteerbaarbeeld./GeenID-info
• De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die
met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een
sterretje(*)nietbeschikbaarzijnvoorlms.
ID-info bew.* (=
108109), Vergroten* (=
109),SmartShufe*(=
110),
Roteren (=
116), Favorieten (=
117), Bewerken* (=
118121),
Printlijst* (=
180) en Fotoboek instellen* (=
182).
• Gegroepeerde beelden kunnen niet bewerkt worden (=
77).
Ongeldigselectiebereik
• U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (=
112, 115, 181) en u probeerde
als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of omgekeerd.
Selectielimietbereikt
• U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (=
180) of
fotoboekinstellingen (=
182). Selecteer 998 beelden of minder.
• De instellingen voor de printlijst (=
180) of voor de fotoboekinstellingen (=
182)
konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden
en probeer het opnieuw.
• U probeerde 500 beelden of meer te kiezen bij Beveilig (=
111), Wissen (=
114),
Favorieten (=
117), Printlijst (=
180) of Fotoboek instellen (=
182).
Communicatiefout
•
Er konden geen beelden naar de computer worden overgedragen of worden afgedrukt
vanwege het te grote aantal beelden (ongeveer 1.000) dat is opgeslagen op de
geheugenkaart. Gebruik een USB-kaartlezer om de beelden te downloaden. Plaats de
geheugenkaart rechtstreeks in de kaartsleuf van de printer om af te drukken.
Foutinbenaming.
• De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat
het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en het
maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig op
het tabblad [3] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (=
154) of formatteer de
geheugenkaart (=
153).
Lensfout
• Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u
de camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafoutgedetecteerd(foutnummer)
• Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
bestandsfout
• Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (=
176), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Printfout
• Controleer de instelling voor het papierformaat (=
178). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekusseninktvol
• Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om
een vervangend inktabsorptiekussen.
Wi-Fi
Verbindingmislukt
• Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (=
134).
• Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
• Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om
verbinding te maken.
190
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Kantoegangspuntnietbepalen
• De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt. Probeer
opnieuw verbinding te maken.
Geentoegangspuntengevonden
• Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
• Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met een
toegangspunt.
Wachtwoordisonjuist/OnjuistebeveiligingsinstellingenWi-Fi
• Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (=
134).
IP-adresconict
• StelhetIP-adresopnieuwinzodatergeenconictismeteenanderIP-adres.
Verbindingverbroken/Bestand(en)nietontvangen/Bestand(en)
nietverzonden
• Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons,
Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
Bestand(en)nietverzonden
Geheugenkaartfout
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenservice van Canon indien dezelfde
foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart correct hebt
geplaatst.
Bestand(en)nietontvangen
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de camera die de
bestemming is om beelden te ontvangen. Wis beelden om ruimte vrij te maken op de
geheugenkaart of plaats een geheugenkaart met voldoende ruimte.
Bestand(en)nietontvangen
Geheugenkaartopslot
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat
in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
Bestand(en)nietontvangen
Foutinbenaming!
• Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn
bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen.
Onvoldoenderuimteopserver
• Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
•
Sla de beelden die via Beeldsynchronisatie (=
145) zijn verzonden op uw computer op.
Controleernetwerkinstellingen
• Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken
met internet.
191
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Opnamemodus
(=
193),
Compositie
pictogram
(=
33)
Flitsermodus
(=
85),
Ledlamp (=
169)
Rode-ogencorrectie
(=
45)
Flitsbelichtings-
compensatie /
its
uitvoerniveau
(=
86, 94)
Meetmethode
(=
69),
NDlter(=
73),
Schaduwcorrectie
(=
73)
Transport mode
(=
76), AEB-
opname (=
72),
Focusbracketing
(=
80)
Witbalans (=
74),
Kwiklampcorrectie
(=
46)
My Colors (=
75)
Eco-modus (=
152)
Waarschuwing:
camera beweegt
(=
32)
Zelfontspanner
(=
36)
Pictogram IS modus
(=
34)
Batterijniveau
(=
191)
Fotocompressie
(=
89), Resolutie
(=
45)
Aantal opnamen
(=
204)
Filmresolutie
(=
46)
Digitale
zoomvergroting
(=
35), Digitale
telelens (=
80)
Resterende tijd
(=
205)
Histogram (=
103)
Scherpstelbereik
(=
53, 78),
Handmatige
scherpstelling
(=
78), AF lock
(=
85)
Knipperdetectie
(=
48)
AF Frame (=
81),
Spotmetingpuntkader
(=
69)
Datumstempel
(=
38)
DR-correctie
(=
73)
AE lock (=
69),
FE-vergrendeling
(=
87)
Sluitertijd
(=
92, 93)
Digitale horizon
(=
47)
Diafragmawaarde
(=
93)
Belichtingscompen-
satieniveau (=
68)
ISO-waarde
(=
70)
Raster (=
95)
Modus Hybride
automatisch
(=
31)
Zoombalk (=
29)
Windlter(=
32)
Tijdzone (=
151)
Beeldstabilisatie
(=
89)
MF-indicator
(=
78)
Belichtingsschuifbalk
(=
65)
Belichtingsniveau
(=
93)
Belichtingscompen-
satiebalk (=
68)
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijna leeg; batterij moet worden opgeladen
[Laad de accu op] Leeg; batterij moet onmiddellijk worden opgeladen
192
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Films (
=
29
,
102
)
Nummer huidig
beeld / totaal aantal
beelden
Histogram (=
103)
Batterijniveau
(=
191)
Wi-Fi-signaalsterkte
(=
142)
Beeldsynchronisatie
(=
145)
Beeldbewerking
(=
118121),
Filmcompressie
(=
123)
Favorieten (=
117)
Beveiligen (=
111)
Mapnummer –
bestandnummer
(=
154)
Opnamedatum/-tijd
(=
14)
Opnamemodus
(=
193)
Sluitertijd
(=
92, 93)
Diafragmawaarde
(=
93)
Belichtingscompensa-
tieniveau (=
68) /
Belichtingsniveau
(=
65)
ISO-waarde
(=
70),
Afspeelsnelheid
(=
57)
Meetmethode
(=
69
)
Flitsuitvoerniveau
(=
94), Flitsbe-
lichtingscompensatie
(=
86)
Wit balans (=
74)
Witbalanscorrectie
(=
74),
Kwiklampcorrectie
(=
46)
My Colors
(=
75, 120)
Scherpstelbereik
(
=
53
, 78),
Handmatige
scherpstelling
(=
78)
ND-lter(=
73)
Rode-ogencorrectie
(=
45, 121)
Hoog ISO nr.
(=
71)
DR-correctie
(=
73)
Schaduwcorrectie
(=
73)
Groep afspelen
(=
108),
Beeldkwaliteit /
Aantalbeelden(lms)
(=
46, 66)
Compressie
(beeldkwaliteit)
(=
89) / Resolutie
(=
45), Digest-
lms(=
104),
RAW (=
88),
MP4(lms)
Foto’s: Resolutie
(=
204)
Films: Afspeeltijd
(=
205)
Bestandsgrootte
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt
op een tv (=
163).
Overzichtvanlmbedieningspaneelin“Bekijken”(=
102)
Afsluiten
Afspelen
Slow motion (Om de afspeelsnelheid aan te passen, druk op de knoppen
<q><r> of draai aan de knop <7>. Er wordt geen geluid afgespeeld.)
Achteruit springen* of Vorige clip (=
123) (Om verder terug te springen,
houdt u de knop <
m
> ingedrukt.)
Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vooruit springen* of Volgende clip (=
123) (Om verder vooruit te springen,
houdt u de knop <
m
> ingedrukt.)
*
Bewerken (=
122)
Clipwissen(verschijntalleenwanneerueendigest-lm(=
123) hebt
geselecteerd)
c
Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer
(=
176).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
• Tijdenshetafspelenvanlmskuntuvooruitofachteruitspringen(ofnaarde
vorige of volgende clip) door op de knoppen <q><r> te drukken.
193
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
Belichtingscompensatie (=
68)
*
1
*
1
O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
ISO-waarde (=
70)
AUTO *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
80–12800 *
1
*
1
O O O O
Flitser (=
85)
*
1
*
1
O O O O O O O
O O O
O O O O
O O O O
h
*
1
*
1
O O O O
O O O O
O O O
O O O O
O O O O
Z
*
1
*
1
O
O
*
2
*
2
*
2
!
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Sluitertijd (=
92, 93)
*
1
*
1
O
O
Diafragmawaarde (=
93)
*
1
*
1
O O
Program Shift (=
69)
O O
O O O
AE lock (=
69)/FE-lock (=
87)*
3
O O
O O O
AElock(lm)/Belichting(=
65)*
4
O
AF lock (indien toegewezen aan de knop
<
>
of
delmknop)(=
85)
O O O O O O
O
O O O O O O
O O O O O O O O O O O O
Scherpstelbereik (=
53, 78)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
e
*
1
*
1
O O O O
O
O
O
O O O O O O O O O O O O
8
O
Handmatige scherpstelling (=
78)
*
1
*
1
O O O O
O
O O O O O O
O O O O O
O O O O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
*2 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [Z].
*3FE-locknietbeschikbaarindeitsmodus[!].
*4 In standen anders dan [E] zijn AE lock en Belichting alleen beschikbaar tijdens
lmopname.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
194
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
AF-kader verplaatsen (=
81)
*
1
*
1
O O O O
O O O
AF-kader veranderen (=
81)
*
1
*
1
O O O O
O
O O
O
O
O O O O O O
Gezichtsselectie (=
84)
O O O O O O O O O O O O
O
O O
O O O O O O O O
Stel onderwerp in voor AF Tracking (=
82)
O O O O O O
O O
O O
O
O O O O
Schermweergave (=
23)
Scherm uit *
1
*
1
O O O O
O O
O O O
O O
Weergave 1 *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Weergave 2 *
1
*
1
O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
195
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Menu FUNC.
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t
E
DR-correctie (=
73)
*
1
*
1
O O O O
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O O
O
*
1
*
1
O O O O
Schaduwcorrectie (=
73)
*
1
*
1
O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O O O
Wit balans (=
74)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
S
*
1
*
1
O O O O
O O O
O
h
*
1
*
1
O O O O
O O O
*
2
*
2
*
1
*
1
O O O O
O O O
O
O
Witbalanscorrectie (=
74)
*
1
*
1
O O O O
*
2
*
2
*
2
*
2
My Colors (=
75)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
3
*
3
*
4
*
1
*
1
O O O O
O O O
O
Bracketing (=
72, 80)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
O O O
*
1
*
1
O O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
*2 Geavanceerde instellingen niet beschikbaar.
*3 Witbalans is niet beschikbaar.
*4 Instellen in een bereik van 1–5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen,
blauw en huidtinten.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
196
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
Transport mode (=
76)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
*
2
*
1
*
1
O O O O
O
O O O
O O O O
O O O O
*
2
*
1
*
1
O O O O
O O O
O O O O
O O O O
Zelfontspanner (=
36)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
] [ $
*
1
*
1
O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Instellingen voor zelfontspanner (=
37)
Vertraging*
3
*
1
*
1
O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Beelden*
4
*
1
*
1
O O O O
O O
O O O O O O O O O O O O O O
Flitsbelichtingscompensatie (=
86)
*
1
*
1
O O O
Flitsuitvoerniveau (=
94)
*
1
*
1
O O O
Meetmethode (=
69)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O
ND-lter(=
73)
*
1
*
1
O O O O
O O
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Hoogte/breedte foto (=
44)
*
1
*
1
O O O O
O O O O O O O O
O O O
O
O O O
*
1
*
1
O O O O
O O O O O O O
O O O
O O O
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O
O O O O O O O
O O O
O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
*2 [
] wordt ingesteld bij [f], AF lock of [t].
*3 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in standen zonder selectie van het
aantal opnamen.
*4 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het
aantal opnamen.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
197
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
Beeldtype (=
88)
*
1
*
1
O O O O
Resolutie (=
45)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O
O O O O O
O O O
O O
Compressie (=
89)
*
1
*
1
O O O O
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Filmkwaliteit (=
46, 66)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
*
2
O O O O O O O
O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
*2 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch aangepast
(=
57).
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
198
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
4
Opnametabbladmenu
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
AF Frame (=
81)
Gezichts-AiAf *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O
O
O O
O O O O O O O O
AF Tracking *
1
*
1
O O O O
*
2
O
O O
O
O O O O
FlexiZone/Centrum*
3
*
1
*
1
O O O O
O
O O O
O O O
O O
O
O O O O O O
Digitale zoom (=
35)
Standaard *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O
O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
1.5/2.0x *
1
*
1
O O O O
AF-Punt Zoom (=
47)
Aan *
1
*
1
O O O O
O O O O O
O O
O
O O O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Servo AF (=
83)
Aan *
1
*
1
O O O O
O
O O
O
O O O
Uit *
1
*
1
O O O O O
*
4
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Continu (=
84)
Aan *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O
O O O O O O O O O O O O
Uit *
1
*
1
O O O O
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O
AF-hulplicht (=
48)
Aan *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O
O
O O O O O O O O O O O O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
MF-Punt Zoom (=
79)
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
2x/4x *
1
*
1
O O O O
O
O O O
O O
O
O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
*2 Alleen beschikbaar door op de knop <o> te drukken (=
38).
*3 [FlexiZone] in de modus [G], [M], [B] en [D], anders [Centrum].
*4 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
199
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
Veiligheids MF (=
79)
Aan *
1
*
1
O O O O
O
O O O O O O
O O O O O
O O O O O O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
MF-peaking-instellingen (=
79)
Peaking Aan/Uit *
1
*
1
O O O O
O
O O O O O O
O O O O O
O O O O O O
Level Hoog/Laag *
1
*
1
O O O O
O
O O O O O O
O O O O O
O O O O O O
Kleur Rood/Blauw/Geel *
1
*
1
O O O O
O
O O O O O O
O O O O O
O O O O O O
Flitsbesturing (=
45, 49, 86, 87, 94)
Flitsermodus
Auto *
1
*
1
O O O O O O O O O
O O O
O O O O
O O O O
Handmatig *
1
*
1
O O O
Flitsbel. comp. *
1
*
1
O O O
Flits output *
1
*
1
O O O
Sluiter sync.
1e gordijn *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O
O O O O
O O O O
2e gordijn *
1
*
1
O O O O
Rode-Ogen
Aan *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O
O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O
O O O O
O O O O
Lamp Aan Aan/Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O
O
O O O O
O O O O
Veiligheids FE
Aan *
1
*
1
O O O O O O O O O
O O O
O O O O
O O O O
Uit *
1
*
1
O O O O
ISO autom. inst. (=
71)
Max ISO-waarde *
1
*
1
O O O
Snelheid inst. *
1
*
1
O
O
Hoog ISO nr. (=
71)
Laag/Standaard/Hoog *
1
*
1
O O O O
Hg lampcorr. (=
46)
Aan/Uit
O
Spotmetingpunt (=
69)
Centrum/AF-Punt *
1
*
1
O O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
200
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
Safety Shift (=
93)
Aan *
1
*
1
O O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Windlter(=
32)
Auto/Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
O O O O O O O
Afbeelding direct bekijken (=
49)
Weergavetijd
Uit/Snel *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
2 sec./4 sec./8 sec. *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Vastzetten *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
Scherminfo Uit/details *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Knipperdetectie (=
48)
Aan *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O
O
O O
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Custom Display (=
95)
Opname Info/Raster/Digitale horizon/Histogram *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Nachtdisplay (=
90)
Aan/Uit *
1
*
1
O O O O
O O O
Lay-out FUNC.-menu (=
98)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
IS-instellingen (=
89)
IS modus
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O
Continu *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O
Opname *
1
*
1
O O O O
O O O O
O O O O O O O O O O O O O
Dynamic IS
1 *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O O O O O
O O O O O O O
2 *
1
*
1
O O O O
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
201
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamemodus
Functie
D B M G
K
E
I
S P t E
Converter (=
166)
Geen/TC-DC58E *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O
Datumstemp. (=
38)
Uit *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Datum/Datum & Tijd *
1
*
1
O O O O O O O O O O
O O O
Digest-type (=
31)
Met foto’s/Geen foto’s
O
foto opsl (=
64)
Aan/Uit
O
Ster helderder (=
62)
Aan/Uit
O
Inst. gezichts-ID (=
39)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Func. z7 inst. (=
96)
*
1
*
1
O O O O
Snelkiesknop (=
97)
*
1
*
1
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Instellen knop (=
97) *
1
*
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
Opslaan (=
99)
O O O O O O
*1 Opties zijn afhankelijk van de toegewezen opnamemodus.
- Namen van mensen in foto’s die zijn gemaakt met gebruik van Gezichts-ID
(=
39) worden mogelijk niet weergegeven in sommige standen of met sommige
instellingen, maar ze worden wel in de foto’s vastgelegd.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
202
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
1
Tabbladmenu Afspelen
Item Ziepagina Item Ziepagina
Digest-lmsweerg./afsp.
=
105
Veranderen
=
118
SmartShufe
=
110
My Colors
=
120
Diavoorstelling
=
110
Info gezichts-ID
=
105
Wissen
=
114
Overgangseff.
=
103
Beveilig
=
111
Indexeffect
=
105
Roteren
=
116
Beeld scrollen
=
103
Favorieten
=
117
Beelden groep.
=
108
Fotoboek instellen
=
182
Autom. draaien
=
116
i-Contrast
=
120
Ga verder
=
103
Rode-Ogen Corr.
=
121
Snelkiesknop
=
118
Trimmen
=
119
2
Tabbladmenu Print
Item Ziepagina Item Ziepagina
Print
Sel. alle beelden
=
181
Sel. beeld & aantal
=
181
Wis alle selecties
=
182
Select. reeks
=
181
Print instellingen
=
180
3 Tabbladmenu Instellen
Item Ziepagina
Item Ziepagina
mute
=
150
Bestandsnummering
=
154
Volume
=
150
Maak folder
=
155
Geluidsopties
=
150
Maateenheden
=
155
Hints en tips
=
151
Digitale horizon
=
155
Datum/Tijd
=
14
Video Systeem
=
165
Tijdzone
=
151
Ctrl via HDMI
=
164
Lens intrekken
=
152
Instellingen Wi-Fi
=
124
Eco-modus
=
152
Copyrightinformatie
=
156
Spaarstand
=
21, 152
Certicaatlogo
weergeven
=
156
LCD Helderheid
=
153
Taal
=
16
opstart scherm
=
153
Reset alle
=
157
Formatteren
=
153, 154
Tabbladmenu My Menu
Item Ziepagina
My Menu inst.
=
100
203
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Specicaties
Effectievepixelsin
decamera(max.)
Ongeveer 12,1 miljoen pixels
Focuslengtelens
5x zoom: 6.1 (G)–30.5 (T) mm
(equivalentaan35mm-lm:28(G)–140(T)mm)
Zoeker
Zoeker met optische zoomfunctie voor echt beeld
Dioptrisch aanpassingsbereik: –3,0 tot +1,0 m
-1
(dpt)
Bereik: Circa 80%
LCD-monitor
Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in)
Effectieve pixels: Circa 922.000 pixels
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF
(versie 1.1)
Gegevenstype
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG), RAW (CR2 (Canon Original))
Films: MP4 (video: H.264; audio: MPEG-2 AAC LC (stereo))
Interface
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (stereo)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
Stroombron
Batterij NB-10L
Voedingsadapterset ACK-DC80
Afmetingen(gebaseerd
opCIPA-normen)
108,8 x 75,9 x 40,3 mm
Gewicht(gebaseerd
opCIPA-normen)
Circa 356 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 314 g (alleen camerabehuizing)
Voorzorgsmaatregelen
• De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
• Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan
leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
• Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft
u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje. Niet hard
wrijven of hard drukken.
• Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten
om de camera of het scherm schoon te maken.
• Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk
van Canon Klantenservice.
• Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u
de camera uit de tas haalt.
• Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht
tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
• Voordat u een batterij gedurende langere tijd gaat opbergen, moet u
de resterende lading opgebruiken, de batterij uit de camera halen en
in een plastic zak of vergelijkbare verpakking bewaren. Wanneer u een
gedeeltelijk opgeladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt,
kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
204
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Aantal4:3-opnamenpergeheugenkaart
Opnamepixels
Compressie-
verhouding
Aantalopnamenpergeheugenkaart
(aantalopnamenbijbenadering)
8GB 32GB
(Groot)
12M/4000x3000
1379 5568
2192 8850
(Medium 1)
6M/2816x2112
2431 9814
3721 15020
(Medium 2)
2M/1600x1200
7442 30040
12927 52176
(Klein)
0.3M/640x480
27291 110150
40937 165225
RAW-beelden
4000x3000
446 1804
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een beeldverhouding van 4:3. Als de
verhouding is gewijzigd (=
44) kunnen er meer opnamen worden gemaakt, omdat
per opname minder gegevens worden gebruikt dan bij opnamen van 4:3. Aangezien
[
] 16:9-beelden echter een resolutie hebben van 1920 x 1080 pixels, zijn hiervoor
meer gegevens nodig dan voor 4:3-beelden.
Wi-Fi-functies
Normen
IEEE802.11b/g/n*
*Alleen 2,4 GHz-band
Verzendmethoden
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
Communicatiemodi
Infrastructuurmodus*
1
, Ad hoc-modus*
2
*1 Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
*2Wi-FiCertiedIBSS
Ondersteunde
kanalen
1–11 (PC2035/PC2059) of 1–13 (PC2010)
Modelnummers aangegeven tussen haakjes (=
210)
Beveiliging
WEP, WPA-PSK (AES/TKIP),
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Aantalopnamen/opnametijd,afspeeltijd
Aantalopnamen
Schermingeschakeld Circa 360
Schermuitgeschakeld Circa 770
Eco-modusaan Circa 480
Opnametijdlm*
1
Schermingeschakeld Circa 1 uur
Continu-
opnamen*
2
Schermingeschakeld Circa 1 uur en 40 minuten
Afspeeltijd Circa 7 uur
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2Beschikbaretijdvoorherhaaldelijkopnemenvanmaximumlmlengte(totopname
automatisch wordt gestopt).
•Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor
metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
•Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
•Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
205
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximalegroothoek
(j)
Maximaletelefoto
(i)
1 cm–oneindig 40 cm–oneindig
Andere modi
5 cm–oneindig 40 cm–oneindig
e*
1–50 cm
f*
1 cm–oneindig 40 cm–oneindig
1–50 cm
8
1,5–20 m 1,5–20 m
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Snelheidcontinu-opnamen
ModusContinueOpname Snelheid
W
Circa 12,2 beelden/sec.
Circa 9,3 beelden/sec.*
Circa 5,7 beelden/sec.
Circa 5,9 beelden/sec.
* Vanaf de zesde opname.
•
Op basis van testnormen van Canon, met gebruik van een 8GB UHS-I-geheugenkaart.
Houd er rekening mee dat het aantal opnamen kan variëren afhankelijk van
onderwerpen, het merk geheugenkaart en andere factoren.
Opnametijdpergeheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijdpergeheugenkaart
8GB 32GB
30 min. 03 sec. 2 uur 01 min. 27 sec.
43 min. 29 sec. 2 uur 55 min. 43 sec.
2 uur 03 min. 55 sec. 8 uur 20 min. 32 sec.
5 uur 14 min. 34 sec. 21 uur 10 min. 33 sec.
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip 4 GB is, of
wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en 59 seconden is bij opnemen in
[
], [ ] of [ ], of na circa 1 uur opnemen in [ ].
•Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 6-geheugenkaarten of
hoger gebruiken.
Flitsbereik
Maximale groothoek (j)
50 cm–7,0 m
Maximale telelens (i)
50 cm–4,5 m
206
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
BatterijladerCB-2LC/CB-2LCE
Nominale invoer: 100–240 V wisselstroom (50/60 Hz) 16 VA (100 V)–22 VA
(240 V), 0,18 A (100 V)–0,12 A (240 V)
Nominale uitvoer: 8,4 V gelijkstroom, 0,7 A
Oplaadduur: Circa 1 uur 50 min. (bij gebruik van NB-10L)
Oplaadlampje:
Opladen: oranje / Volledig opgeladen: groen (twee indicatoren)
Bedrijfstemperatuur: 5–40°C
TelelensTC-DC58E(losverkrijgbaar)
Zoomfactor: 1,4x
Lenssamenstelling: 5 elementen in 3 groepen
Diameter schroefdraad: 58 mm*
Max.diameterxlengte: ɸ69,0x36,5mm
Gewicht: Circa 165 g
* Vereist lensadapter LA-DC58L.
LensadapterLA-DC58L(afzonderlijkverkrijgbaar)
Cameramontage: Bajonet
Diameter schroefdraad: 58 mm
Max.diameterxlengte: ɸ63,8x54,8mm
Gewicht: Circa 36 g
FilteradapterFA-DC58D(afzonderlijkverkrijgbaar)
Max.diameterxlengte: ɸ66,0x46,7mm
Gewicht: Circa 58 g
BeugelBKT-DC1(afzonderlijkverkrijgbaar)
Afmetingen (max.): 220,0 x 32,0 x 19,0 mm
Gewicht: Circa 90 g
• Alle gegevens zijn gebaseerd op tests door Canon.
• Decameraspecicatiesofhetuiterlijkkunnenzonderkennisgeving
worden gewijzigd.
Sluitertijd
[ ]-modus, automatisch ingesteld
bereik
1–1/4000 sec.
Beschikbare waarden in modus [M]
of [D] (sec.)*
250, 200, 160, 125, 100, 80, 60, 50, 40, 30, 25,
20, 15, 13, 10, 8, 6, 5, 4, 3.2, 2.5, 2, 1.6, 1.3, 1,
0.8, 0.6, 0.5, 0.4, 0.3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/8, 1/10,
1/13, 1/15, 1/20, 1/25, 1/30, 1/40, 1/50, 1/60,
1/80, 1/100, 1/125, 1/160, 1/200, 1/250, 1/320,
1/400, 1/500, 1/640, 1/800, 1/1000, 1/1250,
1/1600, 1/2000, 1/2500, 1/3200, 1/4000
* In modus [M] zijn sluitertijden van 20 seconden of langer niet beschikbaar.
Diafragma
f/nummer f/1.8–f/8.0 (G), f/2.8–f/8.0 (T)
Beschikbare waarden in modus [B]*
f/1.8, f/2.0, f/2.2, f/2.5, f/2.8, f/3.2, f/3.5, f/4.0,
f/4.5, f/5.0, f/5.6, f/6.3, f/7.1, f/8.0
* Afhankelijk van de zoompositie zijn mogelijk niet alle diafragmawaarden beschikbaar.
BatterijNB-10L
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 7,4 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 920 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0–40°C
Afmetingen: 32,5 x 45,4 x 15,1 mm
Gewicht: Circa 41 g
207
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Draagriem
Riem
DR-correctie ............................................ 73
E
Eco-modus ............................................ 152
Extra levendig (opnamemodus) .............. 54
F
Favorieten ............................................. 117
FE-vergrendeling..................................... 87
Films
Beeldkwaliteit
(resolutie/framerate)
................... 46, 66
Bewerken ........................................ 122
Opnameduur .................................. 205
Fisheye-effect (opnamemodus) .............. 56
FlexiZone (modus AF Frame) ................. 81
Flitser
Aan ................................................... 85
Deitseruitschakelen ...................... 86
Flitsbelichtingscompensatie ............. 86
Slow sync ......................................... 85
Focusbracketing ...................................... 80
Focus check .......................................... 109
Focusvergrendeling ................................ 81
Fotoboek instellen ................................. 182
Foutmeldingen ...................................... 188
G
Geheugenkaarten ..................................... 2
Opnameduur .................................. 205
Geluiden ................................................ 150
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) ........... 82
Gezichts-ID ............................................. 39
Index
A
Aangepaste witbalans ............................. 74
Aansluiting .............................163, 165, 176
Accessoires ........................................... 160
Achtergrondvervaging
(opnamemodus)
...................................... 58
AEB-opnamen ......................................... 72
AE lock .................................................... 69
Afdrukken .............................................. 176
AF-kaders ................................................ 81
AF lock .................................................... 85
Afspelen
Bekijken
AF Tracking ....................................... 38, 82
AUTO-modus
(opnamemodus)
.......................... 17, 23, 29
Av (opnamemodus) ................................. 93
B
Batterij
Eco-modus ..................................... 152
Level ............................................... 191
Opladen ............................................ 12
Spaarstand ....................................... 21
Batterijen
Datum/tijd (datum/tijd-batterij)
Batterijlader ....................................... 2, 160
Beelden
Afspelen
Bekijken
Beveiligen ........................................111
Weergaveduur .................................. 49
Wissen ............................................ 114
Beelden naar een andere camera
verzenden ............................................. 126
Beelden naar een smartphone
verzenden
............................................. 126
Beelden opslaan op een computer ....... 144
Beelden verzenden ............................... 142
Beelden verzenden naar
een computer
........................................ 127
Beelden verzenden naar een printer .... 127
Beelden verzenden naar webservices
... 126
Beeldkwaliteit
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
Bekijken ................................................... 18
Beeld zoeken .................................. 106
Diavoorstelling ................................ 110
Enkelvoudige weergave ................... 18
Indexweergave ............................... 105
SmartShufe .................................. 110
Tv-weergave ................................... 163
Vergrote weergave ......................... 109
Belichting
AE lock.............................................. 69
Compensatie .................................... 68
FE-vergrendeling .............................. 87
Bestandsnummering ............................. 154
Beveiligen ............................................... 111
Bewerken
Bijsnijden ........................................ 119
Het formaat van beelden wijzigen
... 118
i-Contrast ........................................ 120
My Colors ....................................... 120
Rode-ogencorrectie ........................ 121
C
C1/C2 (opnamemodus) .......................... 99
Camera
Reset alle ........................................ 157
Camerabeweging .................................... 89
CameraWindow (computer) .................. 131
CameraWindow (smartphone) .............. 130
CANON iMAGE
GATEWAY
............................. 125, 127, 128
Centrum (modus AF Frame) ................... 81
Compressieverhouding (beeldkwaliteit)
... 89
Continu-opnamen maken ....................... 76
Correctie kwiklampje ............................... 46
Creatievelters(opnamemodus)............ 54
D
Datum/tijd
Datumstempels toevoegen .............. 38
Datum/tijd-batterij ............................. 15
Instellingen ....................................... 14
Wereldklok ...................................... 151
Wijzigen ............................................ 15
DC-koppelstuk....................................... 165
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen ................................................... 16
De Wit balans voor meerdere gebieden
corrigeren ................................................ 46
Diavoorstelling ....................................... 110
Digitale horizon ....................................... 47
Digitale telelens ....................................... 80
Digitale Zoom .......................................... 35
DPOF .................................................... 180
208
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Sneeuw (opnamemodus) ........................ 52
Snel (scherpstelbereik) ........................... 53
Soft focus (opnamemodus) ..................... 59
Software
Beelden opslaan op
een computer.................................. 174
Installatie......................................... 131
Spaarstand
.............................................. 21
Speels effect (opnamemodus) ................ 58
Standaardwaarden
Reset alle
Ster (opnamemodus) .............................. 62
Sterrenbanen (opnamemodus) ........ 62
Sterrenhemel (opnamemodus) ........ 62
Time-lapselmsterren
(opnamemodus) ............................... 63
Stereo AV-kabel ..................................... 165
Superslow-motionlmp
(lmmodus)
............................................. 66
T
Taal van LCD-scherm ............................. 16
Transportmodus ...................................... 76
Trimmen ........................................ 119, 177
Tv (opnamemodus) ................................. 92
Tv-weergave ......................................... 163
V
Verbinding maken via een
toegangspunt
........................................ 134
Verbinding maken zonder een
toegangspunt ........................................ 139
Verbindingsinformatie wissen
of bewerken
........................................... 147
Vergrote weergave ................................ 109
Poster-effect (opnamemodus) ................ 55
Problemen oplossen ............................. 185
Programma automatische belichting ...... 68
R
RAW ........................................................ 88
Reizen met de camera .......................... 151
Reset alle .............................................. 157
Resolutie (beeldgrootte) .......................... 45
Riem .................................................... 2, 12
Rode-ogencorrectie ........................ 45, 121
Roteren.................................................. 116
S
Schaduwcorrectie ................................... 73
Scherm
Menu
Menu FUNC., Menu
Pictogrammen ........................ 191, 192
Taal van LCD-scherm ....................... 16
Scherpstelbereik
Macro ................................................ 78
Onderwater Macro ............................ 53
Snel ................................................... 53
Scherpstellen
AF-kaders ......................................... 81
AF lock .............................................. 85
AF-Punt Zoom .................................. 47
Gezichtsselectie ............................... 84
MF-peaking ....................................... 79
Servo AF ........................................... 83
Sepiakleurige beelden ............................ 75
Servo AF.................................................. 83
SmartShufe ........................................ 110
Smart Shutter (opnamemodus) .............. 60
M
M (opnamemodus) .................................. 93
Macro (scherpstelbereik) ........................ 78
Meetmethode .......................................... 69
Menu
Basishandelingen ............................. 25
Tabel ............................................... 193
Menu FUNC.
Basishandelingen ............................. 24
Tabel ............................................... 195
Miniatuureffect (opnamemodus) ............. 57
Modus Cameratoegangspunt ............... 139
Monochroom (opnamemodus) ............... 59
My Colors ........................................ 75, 120
N
Nachtscene handmatig
(opnamemodus)
...................................... 52
ND-lter ................................................... 73
Nostalgisch (opnamemodus) .................. 56
O
Onderwater (opnamemodus) .................. 52
Onderwater macro (scherpstelbereik) .... 53
Opnamen maken
Opnamedatum/-tijd
Datum/tijd
Opname-informatie ................... 95, 191
P
P (opnamemodus) .................................. 68
PictBridge ...................................... 162, 176
Portret (opnamemodus) .......................... 52
Gezichtsselectie ...................................... 84
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus)
...................................... 61
Glimlach (opnamemodus) ....................... 60
GPS-informatieweergave ...................... 103
H
Handmatig scherpstellen ........................ 78
HDMI-kabel ........................................... 162
Het formaat van beelden wijzigen......... 118
High dynamic range
(opnamemodus)
...................................... 55
Hybride automatisch (opnamemodus).... 31
I
i-Contrast ......................................... 72, 120
Indicator ................................................... 27
Inhoud van de verpakking ......................... 2
ISO-waarde ............................................. 70
K
Kleur (witbalans) ..................................... 74
Klok ......................................................... 27
Knipoogdetectie (opnamemodus) ........... 60
Knipperdetectie ....................................... 48
Knop voorkant ................................. 96, 107
L
Lampje............................................... 48, 49
Lay-out FUNC.-menu .............................. 98
Lichtnet .................................................. 165
209
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Verhouding .............................................. 44
Voeding ................................................. 160
Batterij
Batterijlader
Voedingsadapterset
Voedingsadapterset ...................... 160, 165
Vuurwerk (opnamemodus)...................... 53
W
Wereldklok............................................. 151
Wi-Fi
Verbinden en beelden
verzenden
....................................... 126
Wi-Fi-functies ........................................ 124
Wi-Fi-menu ............................................ 133
Wissen................................................... 114
Wit balans (kleur) .................................... 74
Z
Zelfontspanner ........................................ 36
2 seconden-zelfontspanner .............. 37
De zelfontspanner aanpassen ......... 37
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ............................... 61
Knipoogdetectie (opnamemodus) .... 60
Zoeken .................................................. 106
Zoeker ..................................................... 22
Zoomen ....................................... 17, 29, 35
Zwart-witfoto’s ......................................... 75
210
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
210
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
• Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het
onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet
worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop
een VS-handelsembargo van toepassing is.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen kunnen
worden gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het product, de
gevolgen van radiogolven of statische elektriciteit, of een ongeval of fout.
Noteer de draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel. Houd er
rekening mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor directe of indirecte
schade of verlies van inkomsten als gevolg van het verslechteren of
verdwijnen van inhoud.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
• Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal van
dit product.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van
ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit
product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen.
• Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
• Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze
apparaten beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN)
• Het modelnummer van de camera is
PC2035/PC2059/PC2010. Om uw model
teidenticeren,controleertuhetnummer
dat begint met PC op het label op de
onderzijde van de camera. Het model
van de ingebouwde WLAN-module staat
hieronder vermeld.
Land/regiovanaankoop ModelvanWLAN-module
VS, Canada, Taiwan WM222
Overige WM218
• Landen en regio’s waarin WLAN-gebruik is toegestaan
- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s en illegaal
gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften.
Om te voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN
schendt, controleert u op de website van Canon waar het gebruik
is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN
in andere landen en regio’s.
• Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit wettelijke
gevolgen hebben:
- Het product wijzigen of aanpassen
- Decerticeringslabelsvanhetproductverwijderen
• Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
Tv-,Av-,M-,C1-
enC2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
211
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
211
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
• Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot
uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in
andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis van
Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en gemak
wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
De camera kan via Wi-Fi afdrukken naar PictBridge-
compatibele printers. Dankzij de technische PictBridge-
normen kunnen digitale camera’s, printers en andere
apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar verbinding
maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS over IP
PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen mogelijk.
De camera is ook compatibel met deze norm.
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR
EEN ONJUIST TYPE.
HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE
VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Voorzorgsmaatregelen voor storing
van radiogolven
• Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die
radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver
mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten
niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
DitproductisgeïnstalleerdmetdeWLAN-moduledieisgecerticeerdvolgensnormen
die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
• Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten
op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt
(onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven. Als u
probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze probeert te
gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden beschouwd.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer geen
verbinding te maken met andere onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
• Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
Tv-,Av-,M-,C1-
enC2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
212
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voorblad
Voor gebruik
Algemene
bediening camera
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Tv-, Av-, M-, C1-
en C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
212
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Vrijwaring
• Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden
gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard
zonder toestemming van Canon.
• Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding
te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
• De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
• Ongeacht de bovenstaande mededelingen is Canon niet aansprakelijk
voor schade die voortvloeit uit verkeerd gebruik van de producten.
Handelsmerkenenlicenties
•
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd
in de VS en andere landen.
• App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc.
• Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
•
HDMI,hetHDMI-logoenHigh-DenitionMultimediaInterfacezijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Wi-Fi
®
, Wi-Fi Alliance
®
, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™ zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
•
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren.
• Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven
door Microsoft.
• This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the
AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video. No license is granted
or implied for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
Voorblad
Voorgebruik
Algemene
bedieningcamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
Tv-,Av-,M-,C1-
enC2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212

Canon PowerShot G16 Handleiding

Type
Handleiding