Canon IXUS 255 HS Handleiding

Type
Handleiding
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
• Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze
handleiding door, met name het gedeelte
“Veiligheidsmaatregelen”.
• Door deze handleiding te lezen, leert u de camera
correct te gebruiken.
• Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de
toekomst kunt raadplegen.
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
© CANON INC. 2013 CEL-ST7EA280
• Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s
te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
• Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan,
klikt u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vanuit de pagina’s met een hoofdstuktitel kunt u naar
onderwerpen gaan door op de titels ervan te klikken.
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking
de onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera
Batterij
NB-4L
Batterijlader
CB-2LV/CB-2LVE
Interfacekabel
IFC-400PCU
Polsriem
WS-DC11
DIGITAL CAMERA
Solution Disk*
(CD-ROM)
Introductiehandleiding Canon
garantiesysteemboekje
* Bevat software (=
20).
•Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=
2).
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
• SD-geheugenkaarten*
• SDHC-geheugenkaarten*
• SDXC-geheugenkaarten*
* Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking
indezecamerageverieerd.
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
• Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet
aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige
fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die
ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden
gelezen door apparaten.
• De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen
dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook
al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen
in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op
bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële
omstandigheden.
• Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de garantie-
informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor de Canon
Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
• Hoewel het LCD-scherm onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixelsvoldoetaandeontwerpspecicaties,kunnenpixelsinzeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed
op de opgenomen beelden.
• Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
• De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Namen van onderdelen en conventies die
in deze handleiding worden gebruikt
Lens
Microfoon
Luidspreker
Zoomknop
Opnamen maken: <i (telefoto)> /
<j
(groothoek)>
Afspelen: <k (vergroten)> /
<g (index)>
Ontspanknop
ON/OFF-knop
Antenne voor Wi-Fi
Flitser
Lampje
Aansluiting statief
Geheugenkaart-/batterijklepje
Klepje gelijkstroomkoppeling
Riembevestigingspunt
• In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en bedieningselementen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
• Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
•
: Wat u beslist moet weten
•
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
• =xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor
een paginanummer)
• De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
• Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
Scherm (LCD-monitor)
Knop <1 (afspeelknop)>
Filmknop
Modusschakelaar
HDMI
TM
-aansluiting
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
Indicator
Knop <n>
Knop <b (Belichtingscompen-
satie)> / <
(Wi-Fi)> / Omhoog
Knop <e (macro)> / Links
FUNC./SET-knop
Knop <h (Flitser)> / Rechts
Knop <l (Weergave)> /
Omlaag
• De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met
de volgende pictogrammen aangeduid:
<o> Knop omhoog
aan de achterkant
<q> Knop links aan de achterkant
<r> Knop rechts aan de achterkant
<p> Knop omlaag aan de achterkant
• De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor
foto’s,lmsofvoorbeide.
Foto’s
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
nemen of bekijken van foto’s.
Films
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
makenofbekijkenvanlms.
5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoud van de verpakking ................ 2
Compatibele geheugenkaarten ........ 2
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie .......................................... 3
Namen van onderdelen en
conventies die in deze handleiding
worden gebruikt ................................ 4
Inhoudsopgave ................................. 5
Inhoudsopgave: basishandelingen .. 6
Veiligheidsmaatregelen .................... 7
Basishandleiding............ 10
Voordat u begint ..............................11
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen
.................... 16
De camera testen ........................... 17
De software gebruiken ................... 20
Systeemoverzicht ........................... 24
Handleiding voor
gevorderden ................... 26
1 Basishandelingenvan
decamera.............................26
Aan/Uit ............................................ 27
Ontspanknop .................................. 28
Opties opnameweergave ............... 28
Menu FUNC. .................................. 29
Menu MENU ................................... 30
Indicatorweergave .......................... 31
Klok ................................................. 31
2 Auto-modus/Hybride
automatisch.........................32
Opnamen maken met door
de camera bepaalde instellingen
... 33
Algemene, handige functies ........... 39
Gezichts-ID gebruiken.................... 43
Functies voor de
beeldaanpassing
............................ 48
Handige opnamefuncties ............... 51
De camerabewerkingen
aanpassen
...................................... 52
3 Andereopnamemodi...........55
Speciekescènes .......................... 56
Speciale effecten toepassen .......... 58
Speciale modi voor andere
doeleinden
...................................... 63
Superslow-motionlms
opnemen
........................................ 68
4 P-modus...............................69
Opnamen maken in de modus
Programma automatische
belichting ([P]-modus) .................... 70
Helderheid van het beeld
(Belichtingscompensatie) ............... 70
Kleur- en continu-opnamen
maken
............................................. 73
Inhoudsopgave
Opnamebereik en scherpstellen .... 75
Flitser .............................................. 81
Overige instellingen ........................ 82
5 Afspeelmodus......................84
Bekijken .......................................... 85
Door beelden bladeren en
beelden
lteren ............................... 88
Gezichts-ID-gegevens bewerken ... 91
Opties voor het weergeven
van foto’s
........................................ 92
Beelden beveiligen ......................... 94
Beelden wissen .............................. 97
Beelden roteren .............................. 99
Beeldcategorieën ......................... 100
Foto’s bewerken ........................... 101
Films bewerken ............................ 105
6 Wi-Fi-functies.....................107
Wat u kunt doen met Wi-Fi ........... 108
Wi-Fi gebruiken om beelden
vanaf de camera te verzenden
.... 109
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN) ........................... 109
Veiligheidsmaatregelen ................ 110
Woordenlijst ...................................111
Een bijnaam voor de camera
registreren (alleen eerste keer) .... 112
Verbinding maken met
Webservices
................................. 113
Verbinding maken met
een smartphone ........................... 116
Verbinding maken met een
andere camera ............................. 118
Verbinding maken met
een computer
............................... 119
Verbinding maken met
een printer
.................................... 125
Beelden verzenden ...................... 127
Beelden naar een computer
verzenden via CANON
iMAGE
GATEWAY ....................... 129
Beelden op de camera
geotaggen
.................................... 130
Wi-Fi-instellingen bewerken
of wissen
...................................... 130
7 MenuInstellingen..............133
Basisfuncties van de camera
aanpassen .................................... 134
8 Accessoires.......................141
Optionele accessoires .................. 142
Optionele accessoires
gebruiken
...................................... 143
Beelden afdrukken ....................... 147
9 Bijlage.................................156
Problemen oplossen .................... 157
Berichten op het scherm .............. 160
Informatie op het scherm ............. 163
Functies en menutabellen ............ 165
Voorzorgsmaatregelen ................. 171
Specicaties ................................. 172
Index ............................................. 175
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Inhoudsopgave: basishandelingen
4 Opnamenmaken
Gebruik de door de camera bepaalde instellingen
(Auto-modus, Hybride automatisch) .............................................. 33, 35
Goede opnamen van mensen maken
I
Portretten
(=
56)
P
In de sneeuw
(=
56)
Egale huid
(=
57)
Speciekescènesafstemmen
Nachtscènes
(=
56)
t
Vuurwerk
(=
56)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
58)
Poster-effect
(=
58)
Fisheye-effect
(=
58)
Miniatuureffect
(=
59)
Speels effect
(=
60)
Soft focus
(=
60)
Monochroom
(=
61)
Scherpstellen op gezichten ................................................ 33, 56, 77, 78
Zondergebruikvandeitser(FlitserUit) ............................................. 41
Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner) ........................... 40, 65
Een datumstempel toevoegen ............................................................. 42
Gezichts-ID gebruiken ................................................................... 43, 88
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Inhoudsopgave:
basishandelingen
1 Weergeven
Beelden bekijken (afspeelmodus) ........................................................ 85
Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ................................................ 92
Op een tv............................................................................................ 143
Op een computer ................................................................................. 21
Snel door beelden bladeren ................................................................. 88
Beelden wissen .................................................................................... 97
E Filmsopnemen/bekijken
Films opnemen............................................................................... 33, 68
Films bekijken (afspeelmodus) ............................................................ 85
Snel bewegende onderwerpen, afspelen in slow motion ..................... 68
c Print
Foto’s afdrukken ................................................................................. 147
Opslaan
Beelden via een kabel opslaan op een computer ................................ 21
Wi-Fi-functiesgebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden .......................................... 116
Beelden online delen .......................................................................... 113
Beelden naar een computer verzenden .............................................. 119
Veiligheidsmaatregelen
• Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product
gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
• De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina’s zijn bedoeld om
letsel bij uzelf of bij andere personen of schade aan de apparatuur
te voorkomen.
• Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
• Gebruikdeitsernietdichtbijdeogenvanmensen.
Blootstellingaanhetsterkelichtvandeitserkanhetgezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneerudeitsergebruikt.
• Bergdeapparatuuropbuitenhetbereikvankinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden
tot verstikking.
• Gebruikalleendeaanbevolenenergiebronnenvoorstroomvoorziening.
• Probeerhetproductniettedemonteren,wijzigenofoptewarmen.
• Laathetproductnietvallenenvoorkomhardeschokkenofstoten.
• Raakomletseltevoorkomendebinnenkantvanhetproductnietaan
alsditisgevallenofopeenanderewijzeisbeschadigd.
• Stoponmiddellijkmethetgebruikvanhetproductalsditrookofeen
vreemdegeurafgeeftofanderevreemdeverschijnselenvertoont.
• Gebruikgeenorganischeoplosmiddelenzoalsalcohol,wasbenzine
ofthinneromhetproductschoontemaken.
• Laathetproductnietincontactkomenmetwater(bijvoorbeeld
zeewater)ofanderevloeistoffen,behalveinhetgevalvan
waterdichtemodellen.
• Voorkomdatvloeistoffenofvreemdeobjectenindecamerakomen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij.
Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het
stopcontact en neemt u contact op met de leverancier of een helpdesk
van Canon Klantenservice.
• Gebruikalleendeaanbevolenbatterij.
• Plaatsdebatterijnietindebuurtvanofinopenvuur.
• Maakhetnetsnoerregelmatiglosenveeghetstofenvuildatzich
heeftopgehooptopdestekker,debuitenkantvanhetstopcontact
enhetgebiederomheenwegmeteendrogedoek.
• Raakhetnetsnoernietaanmetnattehanden.
• Gebruikdeapparatuurnietopeenmanierwaarbijdenominale
capaciteitvanhetstopcontactofdekabelaccessoireswordt
overschreden.Gebruikdeapparatuurnietalshetnetsnoerofdestekker
isbeschadigdofalsdezenietvollediginhetstopcontactisgeplaatst.
• Zorgervoordatstofofmetalenobjecten(zoalsspeldenofsleutels)
nietincontactkomenmetdecontactpuntenofstekker.
De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een
elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de
omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond,
huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze
onmiddellijk afspoelen met water.
• Zetdecamerauitopplaatsenwaarhetgebruikvaneencameraniet
istoegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat
u de camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
• Speeldemeegeleverdecd-rom(s)metgegevensalleenafineen
cd-spelerdiehiervoorgeschiktis.
Uw gehoor kan beschadigd raken als u een koptelefoon draagt terwijl u de
harde geluiden van een cd-rom via een cd-speler voor muziek-cd’s afspeelt
(muziekspeler). Dit kan ook de luidsprekers beschadigen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Zorgdatdecameraniettegenvoorwerpenstoot,wordtblootgesteld
aanschokkenenstotenofachtervoorwerpenblijfthakenwanneer
udezeaandepolsriemdraagt.
• Zorgdatuniettegendelensstootofdrukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
• Zorgdathetschermnietaanschokkenwordtblootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
• Zorgdatudeitsernietperongelukmetuwvingersofeen
kledingstukbedektwanneerueenfotomaakt.
Ditkanbrandwondenofschadeaandeitsertotgevolghebben.
• Gebruik,plaatsofbewaarhetproductnietopdevolgendeplaatsen:
-plaatsendieaandirectzonlichtblootstaan;
-plaatsendieblootstaanaantemperaturenboven40°C;
-vochtigeofstofgeplaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan de batterij ontploffen,
wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
Bij hoge temperaturen kan de behuizing van de camera of de batterijlader
vervormd raken.
• Doorlangdurignaarovergangenvoordiavoorstellingtekijken,kunt
uzichonprettiggaanvoelen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade
aan de apparatuur.
• Richtdecameranietdirectopeensterkelichtbron(zoalsdezon
opeenhelderedag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
• Alsudecameragebruiktopeenstrandofopeenwinderigeplek,moet
ueroplettendatergeenzandofstofinhetapparaatterechtkomt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Inhoudsopgave:
basishandelingen
• Bijnormaalgebruikkanersomseenbeetjerookuitdeitserkomen.
Ditkomtdoordehogeintensiteitvandeitser,waardoorerstofdeeltjes
verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een
wattenstaafjeomvuil,stofofandermateriaalvandeitserteverwijderen.
Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
• Verwijderdebatterijenbergdezeopwanneerudecameranietgebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
• Brengvoordatudebatterijweggooit,tapeofanderisolatiemateriaal
aanoverdepolenvandebatterij.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
• Alsdebatterijisopgeladenenalsudebatterijladernietgebruikt,
haaltudezeuithetstopcontact.
• Dekdebatterijladertijdenshetopladenvaneenbatterijnietafmet
voorwerpen,zoalseenstuktextiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat,
kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
• Plaatsdebatterijnietindebuurtvanhuisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage,
oververhitting of een explosie, wat kan leiden tot brand of schade.
• Ganietzittenterwijludecamerainuwzakhebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
• Leteropdathardevoorwerpennietincontactkomenmethetscherm
alsudecamerainuwtasstopt.
• Bevestiggeenhardevoorwerpenaandecamera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Basishandleiding
Hierin staan de basisinstructies, van de eerste
voorbereidingen voor het maken van foto’s tot afspelen
en opslaan op een computer
Voordatubegint.......................11
Deinterneoplaadbare
lithiumbatterijrecyclen..........16
Decameratesten.....................17
Desoftwaregebruiken.............20
Systeemoverzicht.....................24
4
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Steek het uiteinde van de riem door de
opening van de riem (
) en haal het
andere uiteinde van de riem door het oog
aan het draadeinde (
).
De camera vasthouden
Doe de riem om uw pols.
Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
opdeitserrusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er dus voor dat u de
batterij eerst oplaadt.
1 Plaatsdebatterij.
Zorg eerst dat de markering o op de
batterij overeenkomt met die op de
oplader en plaats de batterij door deze
naar binnen (
) en naar beneden ( )
te drukken.
2 Laaddebatterijop.
CB-2LV: Kantel de stekker naar buiten ( )
en steek de oplader in een stopcontact (
).
CB-2LVE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid,
wordt het lampje groen.
3 Verwijderdebatterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen (
) en omhoog ( )
te drukken.
CB-2LV
CB-2LVE
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
• Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
• Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan
defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
• Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
172) voor meer informatie
over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnameduur met een volledig
opgeladen batterij.
• Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet
worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op,
of vlak daarvoor.
• De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van
100–240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een
geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
137).
1 Controleerhetschuifjevoor
schrijfbeveiligingvandekaart.
Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld (omlaag).
Duw het schuifje omhoog totdat het
op niet vergrendeld staat.
2 Openhetklepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
3 Plaatsdebatterij.
Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst en
wordt vergrendeld.
Aansluitpunten Batterij-
vergrendeling
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
4 Plaatsdegeheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en
is vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting is geplaatst. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
5 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
• Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
173) voor richtlijnen voor
het aantal opnamen of de opnameduur die kan worden opgeslagen op een
geheugenkaart.
Aansluitpunten
Debatterijengeheugenkaartverwijderen
Verwijderdebatterij.
Open het klepje en duw de batterij-
vergrendeling in de richting van de pijl.
De batterij wipt nu omhoog.
Verwijderdegeheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de
camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen
in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij
het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto’s toevoegen
(=
42).
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Steldedatumentijdin.
Druk op de knoppen <q><r> om
een optie te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om
de datum en tijd op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de
knop <m>.
3 Steldetijdzonethuisin.
Druk op de knoppen <q><r> om
de tijdzone thuis te selecteren.
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Als u klaar bent, drukt u op
de knop <m>. Nadat een
bevestigingsbericht is weergegeven,
wordt het instellingenscherm niet meer
weergegeven.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
• Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
• Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2
en vervolgens kiest u [
] door op de knoppen <o><p> te drukken.
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Dedatumentijdwijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1 Openhetcameramenu.
Druk op de knop <n>.
2 Kies[Datum/Tijd].
Druk op de zoomknop om het tabblad
[3] te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Datum/Tijd] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Wijzigdedatumentijd.
Volg stap 2 op =
14 om de instellingen
te wijzigen.
Druk op de knop <n> om het menu
te sluiten.
• De datum- en tijdinstellingen kunnen ongeveer 3 weken behouden blijven
nadat de batterij is verwijderd, dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij
(reservebatterij).
• De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een
opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een
voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
142), zelfs als de camera
is uitgeschakeld.
• Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als
u de camera inschakelt. Volg de stappen op =
14 om de datum en tijd in
te stellen.
Taal van LCD-scherm
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
2 Openhetinstellingenscherm.
Houd de knop <m> ingedrukt en druk
direct op de knop <n>.
3
SteldetaalvanhetLCD-schermin.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
• De huidige tijd verschijnt als u in stap 2, nadat u op de knop <m> hebt gedrukt,
te lang wacht voordat u op de knop <n> drukt. Druk in dat geval op <m>
om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2.
• U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op de knop <n>
te drukken en [Taal
] te kiezen op het tabblad [3].
16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Draaideschroevenvan
debehuizinglos.
Open het klepje van de aansluitingen
en draai de schroeven van de behuizing
aan de zijkanten en onderzijde los.
2 Verwijderdeklepvan
deachterkant.
Verwijder de klep van de achterkant
door deze onderaan op te tillen.
3 Verwijderdezijklep.
Verwijder de zijklep.
4 Draaideschroevenvande
behuizinglosenverwijder
deklepvandevoorkant.
Draai de schroeven van de behuizing
aan de zijkant los en verwijder de klep
van de voorkant.
Raak het gemarkeerde gebied
nooit aan. Dit kan leiden tot een
zware elektrische schok.
5 Verwijderdebatterij.
Verwijder de camerabehuizing nooit om een andere reden dan om de
interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling wanneer
u de camera afdankt.
Raak dit gedeelte nooit aan!
Raak dit gedeelte nooit aan!
17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Foto’s Films
De camera testen
Volgdezeinstructiesomdecamerainteschakelen,foto-oflmopnamen
te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
speciekecomposities.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op <4>.
Druk op de knop <m>, druk op
de knoppen <o><p> om [
]
te selecteren en druk nogmaals op
de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden
rechtsboven in het scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telefoto) en om uit te zoomen duwt
u de knop naar <j> (groothoek).
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weiniglichtis,gaatdeitserautomatischaf.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
De opname wordt pas weergegeven
wanneer de camera gereed is voor de
volgende opname.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Drukopdelmknop.Zodradecamera
metdelmopnamebegint,hoortuéén
pieptoon en verschijnen [
REC] en de
verstreken tijd op het scherm.
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant op het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen,
haaltuuwvingervandelmknop.
Voltooideopname.
Druknogmaalsopdelmknopomhet
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
Verstreken tijd
• Ukunteenkortelmvaneendag(digest-lm)makendoorfoto’stemaken.
Wanneer de keuzeschakelaar op [
] is ingesteld, neemt de camera vlak voor
elkeopnameautomatischeenlmclipuitdescèneop(Hybrideautomatisch
(=
35)).
Bekijken
Nahetmakenvanfoto’sofhetopnemenvanlmskuntudeze,
zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Om het vorige beeld te bekijken, drukt u
op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk in
deze modus op de knoppen <q><r> om
door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
].Ganaarstap3alsulms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
Hetafspelenbegintennadelm
verschijnt [
].
Om het volume aan te passen, drukt u
op de knop <o><p>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Beeldenwissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [a] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <q><r> om [Annuleer]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
• U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (=
97).
20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
De software gebruiken
De software op de meegeleverde DIGITAL CAMERA Solution Disk (cd-rom)
(=
2) komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en
de opslag van beelden op een computer.
Software
Nadat u de software op de cd-rom hebt geïnstalleerd, kunt u het volgende
op uw computer doen.
CameraWindow
Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowserEX
Beheer beelden : bekijk, zoek en orden
Druk beelden af en bewerk ze
Defunctievoorautomatischbijwerken
U kunt de meegeleverde software gebruiken om de software naar de
nieuwste versie bij te werken en nieuwe functies te downloaden via internet
(bepaalde software uitgesloten). Voordat u deze functie kunt gebruiken,
moet u de software op een computer met een internetverbinding installeren.
• Voor deze functie is internettoegang vereist. Eventuele providerkosten
en kosten voor internettoegang moeten apart worden betaald.
PDF-handleidingen
U kunt van de onderstaande URL PDF-handleidingen downloaden.
http://www.canon.com/icpd/
Gebruikershandleiding
Raadpleeg deze handleiding voor nog grondigere kennis van de
bediening van uw camera.
Softwarehandleiding
Raadpleeg deze gids bij gebruik van de meegeleverde software. U opent
de handleiding via het Help-systeem van de bijgeleverde software
(met uitzondering van sommige software).
21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Systeemvereisten
De meegeleverde software kan men op de volgende computers gebruikt worden.
Besturings-
systeem
*1
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.6
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8*
2
Computer
Computers die gebruikmaken van bovengenoemde
besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) met een ingebouwde
USB-poort en een internetverbinding
Processor
Foto’s: 1,6 GHz of hoger, Films:
Core 2 Duo 2,6 GHz of hoger
Foto’s
Mac OS X 10.7–10.8: Core 2
Duo of hoger,
Mac OS X 10.6: Core Duo
1,83 GHz of hoger
Films
Core 2 Duo 2,6 GHz of hoger
RAM
Foto’s
Windows 8 (64 bits), Windows 7
(64 bits): 2 GB of meer
Windows 8 (32 bits), Windows 7
(32 bits), Windows Vista: 1 GB
of meer
Windows XP: 512 MB of meer
Films
2 GB of meer
Foto’s
Mac OS X 10.7–10.8: 2 GB of
meer,
Mac OS X 10.6: 1 GB of meer
Films
2 GB of meer
Interfaces USB en Wi-Fi
Vrijeruimteop
devasteschijf
440 MB of meer*
3
550 MB of meer*
3
Scherm Resolutie van 1.024 x 768 of hoger
*1 Voor het overzetten van beelden via Wi-Fi op een computer is Windows 8, Windows 7
SP1, Mac OS X 10.6.8, Mac OS X 10.7 of Mac OS X 10.8.2 of hoger vereist.
*2 Informatie over computermodellen die compatibel zijn met Mac OS X 10.8 is
beschikbaar op de website van Apple.
*3 Inclusief Silverlight 5.1 (max. 100 MB). Verder moet voor Windows XP Microsoft
.NET Framework 3.0 of hoger (max. 500 MB) zijn geïnstalleerd. De installatie kan
enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de computer.
• Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste systeemvereisten,
inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
U kunt de functie voor automatisch bijwerken gebruiken om de software
naar de nieuwste versie bij te werken en nieuwe functies te downloaden via
internet (bepaalde software uitgesloten). Zorg er voor dat u de software op
een computer met internetverbinding installeert.
Uhebthetvolgendenodig:
Computer
Interfacekabel (=
2)
Meegeleverde cd-rom (DIGITAL CAMERA Solution Disk) (=
2)
1 Plaatsdecd-rominhetcd-rom-
stationvandecomputer.
Plaats de meegeleverde cd-rom (DIGITAL
CAMERA Solution Disk) (=
2) in het
cd-rom-station van de computer.
Op een Macintosh-computer plaatst u de
cd en dubbelklikt u op het cd-pictogram
op het bureaublad om naar de cd te
gaan. Daarna dubbelklikt u op het
pictogram [ ] dat verschijnt.
2 Startdeinstallatie.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met
de installatie.
22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
3 Wanneerereenberichtwordt
weergevenmethetverzoekom
decameraaantesluiten,sluitu
dezeaanopeencomputer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de meegeleverde
interfacekabel (=
2) in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
Steek de grote stekker van de
interfacekabel in de USB-poort
van de computer. Raadpleeg de
computerhandleiding voor meer informatie
over USB-aansluitingen op de computer.
4 Installeerdebestanden.
Schakel de camera in volg de instructies
op het scherm om de installatie
te voltooien.
Er wordt een verbinding met internet tot
stand gebracht om de software naar de
nieuwste versie bij te werken en nieuwe
functies te downloaden. De installatie
kan enige tijd duren, afhankelijk van
de prestaties van de computer en de
aansluiting met internet.
Op een Macintosh klikt u op [Finish/
Voltooien] of [Restart/Herstarten] in het
scherm dat wordt weergegeven nadat
de installatie is voltooid. Verwijder de
cd-rom wanneer het bureaublad wordt
weergegeven.
Schakel de camera uit en koppel de
kabel los.
• Wanneer er geen internetverbinding is, gelden de volgende beperkingen.
- Het scherm in stap 3 zal niet weergegeven worden.
- Bepaalde functies worden mogelijk niet geïnstalleerd
• Nadat u de camera voor het eerst op de computer hebt aangesloten, worden
er stuurprogramma’s geïnstalleerd. Daarom kan het enkele minuten duren
voordat u camerabeelden kunt openen.
• Als u over meerdere camera’s beschikt waarbij ImageBrowser EX op cd-rom
werd meegeleverd, gebruikt u elke camera met de meegeleverde cd-rom en
volgtudespeciekeinstallatie-instructiesophetschermvanelkecamera.
Hierdoor weet u zeker dat elke camera de juiste updates en nieuwe functies
ontvangt via de functie voor automatisch bijwerken.
23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
1 Sluitdecameraaanop
decomputer.
Volg stap 3 in “De software installeren”
(=
22) om de camera op de computer
aan te sluiten.
2 Zetdecameraaanom
CameraWindowteopenen.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow weergegeven als er een
verbinding tot stand is gebracht tussen de
camera en de computer.
Voor Windows volgt u de
onderstaande stappen.
In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [
] om het programma
te wijzigen.
Kies [Downloads Images From Canon
Camera using Canon CameraWindow/
Beelden van Canon-camera via Canon
CameraWindow downloaden] en klik
op [OK].
Dubbelklik op [ ].
3 Beeldenopslaanop
decomputer.
Klik op [Import Images from
Camera/Beelden importeren van
camera] en vervolgens op [Import
Untransferred Images/Niet-verzonden
afbeeldingen importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Wanneer de beelden zijn opgeslagen, sluit
u CameraWindow en drukt u op de knop
<1> om de camera uit te schakelen.
Koppel vervolgens de kabel los.
Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
20) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
• Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/Beelden van
Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] dat op het scherm
wordt weergegeven als u de camera bij stap 2 inschakelt. Als CameraWindow
niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
• Als na stap 2 CameraWindow niet op een Macintosh-computer verschijnt, klikt
u op het pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onder aan het bureaublad.
CameraWindow
24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal
opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Mogelijk zijn ook enkele functies in de software niet beschikbaar, zoals het
bewerkenvanlms.
Systeemoverzicht
* Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
Polsriem
WS-DC11
Batterij
NB-4L*
Batterijlader
CB-2LV/CB-2LVE*
DIGITAL
CAMERA
Solution Disk
Interfacekabel IFC-400PCU*
Geheugenkaart
Kaartlezer
Windows/
Macintosh-
computer
Tv-/
videosysteem
Voedingsadapterset
ACK-DC60
Meegeleverde
accessoires
Voeding
Kabels
HDMI-kabel HTC-100
Stereo AV-kabel
AVC-DC400ST
PictBridge-compatibeleprinters
vanCanon
Krachtigeitser
HF-DC2
Flitseenheid
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Voorblad
Basishandleiding
GebruikvanorigineleCanon-accessoireswordtaanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van
accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een
batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties
die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet
meer verkrijgbaar.
26
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
1
Basishandelingen
van de camera
Handleiding voor
gevorderden
4
Basishandelingen van
de camera
Praktische handleiding waarin andere basishandelingen
voor de camera worden geïntroduceerd en de opties
voor opnamen en afspelen worden beschreven
1
Handleiding voor gevorderden
Aan/Uit.......................................27
Ontspanknop............................28
Optiesopnameweergave.........28
MenuFUNC...............................29
MenuMENU..............................30
Indicatorweergave....................31
Klok...........................................31
27
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
1
Basishandelingen
van de camera
Handleiding voor
gevorderden
Aan/Uit
Opnamemodus
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
Druk op de knop <1> om de camera in
te schakelen en uw foto’s te bekijken.
Om de camera uit te schakelen drukt u
opnieuw op de knop <1>.
• Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de
knop <1>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (=
28).
• Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop <1> te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstandindeopnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in
te drukken (=
28).
Spaarstandindeafspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
• U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display uit
aanpassen (=
136).
• De spaarstand is niet actief wanneer de camera via de interfacekabel op een
computer is aangesloten (=
23) of wanneer de camera via Wi-Fi (=
107)
is verbonden met andere apparaten.
28
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
1
Basishandelingen
van de camera
Handleiding voor
gevorderden
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de sluiterknop altijd
eerst half ingedrukt, en zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de
knop helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding worden de handelingen van de ontspanknop
beschreven, zoals de knop half of helemaal indrukken.
1 Drukhalfin.(Lichtindrukken
omscherptestellen.)
Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2 Drukhelemaalin.(Druk,vanaf
depositiehalverwege,helemaal
inomdeopnametemaken.)
De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
• De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
• Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Opties opnameweergave
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm
of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (=
163)
voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Informatie wordt
weergegeven
Geen informatie
weergegeven
• Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt de helderheid
van het LCD-scherm met de nachtschermfunctie automatisch verhoogd, zodat
u de compositie van uw opnamen gemakkelijker kunt controleren. Mogelijk
komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto’s niet
overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen
van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
• Zie “Schakelen tussen weergavemodi” (=
86) voor weergaveopties.
29
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
1
Basishandelingen
van de camera
Handleiding voor
gevorderden
Menu FUNC.
CongureerveelgebruiktefunctiesalsvolgtviahetmenuFUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus
(=
166– 169) of afspeelmodus (=
171).
1 OpenhetMenuFUNC.
Druk op de knop <m>.
2 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> om een
menu-item te selecteren en druk dan
op de knop <m> of <r>.
Bij bepaalde menu-items kunnen functies
worden opgegeven door gewoon te
drukken op de knop <m> of <r>, of er
wordt een ander scherm weergegeven
omdefunctietecongureren.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <o><p> om
een optie te selecteren.
Opties met het pictogram [ ] kunnen
wordengecongureerddooropdeknop
<n> te drukken.
Druk op de knop <q> om terug te gaan
naar de menu-items.
Menu-items
Opties
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <m>.
Het scherm voordat u in stap 1 op de
knop <m> drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
gecongureerd.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
140).
30
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
1
Basishandelingen
van de camera
Handleiding voor
gevorderden
Menu MENU
Congureerverschillendecamerafunctiesalsvolgtviaoverigemenu’s.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen
maken [4], afspelen [1] enzovoort. De beschikbare instellingen
verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus
(=
168– 171).
1 Openhetmenu.
Druk op de knop <n>.
2 Selecteereentabblad.
Beweeg de zoomknop om een tabblad
te selecteren.
Nadat u eerst op de knoppen <o><p>
hebt gedrukt om een tabblad te
selecteren, kunt u met de knoppen
<q><r> schakelen tussen tabbladen.
3 Selecteereeninstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
instelling te selecteren.
Als u instellingen met niet weergegeven
opties wilt selecteren, drukt u eerst op
de knop <m> of <r> om van scherm
te wisselen en daarna drukt u op de
knoppen <o><p> om de instelling
te selecteren.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het vorige scherm.
4 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
5 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n> om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u in stap 1 op de
knop <n> drukte.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
140).
31
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
1
Basishandelingen
van de camera
Handleiding voor
gevorderden
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (=
4) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur
Indicator-
status
Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (=
23) of het scherm is
uitgeschakeld (=
27, 136)
Knippert
Bezig met opstarten, het opnemen/lezen/verzenden van
beelden of het maken van opnamen met lange sluitertijd
(=
66) of aangesloten/bezig met verzenden via Wi-Fi
• Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Klok
U kunt kijken hoe laat het is.
Houd de knop <m> ingedrukt.
De huidige tijd verschijnt.
Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen <q><r> om de
weergavekleur aan te passen.
Druk nogmaals op <m> om de
klokweergave te annuleren.
• Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop <m> ingedrukt en drukt u op
de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
32
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Auto-modus/Hybride
automatisch
Handige modus voor eenvoudige opnamen met
een betere controle bij het maken van opnamen
2
4
Opnamenmakenmet
doordecamerabepaalde
instellingen..............................33
Algemene,handigefuncties...39
Gezichts-IDgebruiken.............43
Functiesvoorde
beeldaanpassing.....................48
Handigeopnamefuncties........51
Decamerabewerkingen
aanpassen...............................52
33
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s Films
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodatdeoptimaleinstellingenvoorspeciekecompositiesvolledig
automatisch worden geselecteerd.
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op <4>.
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te
selecteren en druk nogmaals op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden,
worden rechtsboven in het scherm
weergegeven (=
37, 38).
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telefoto) en om uit te zoomen,
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied
is scherpgesteld, worden meerdere
AF-kaders weergegeven.
Zoombalk
34
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname
maakt, hoort u het sluitergeluid en
wanneererweiniglichtis,gaatdeitser
automatisch af.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
De opname wordt pas weergegeven
wanneer de camera gereed is voor de
volgende opname.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Drukopdelmknop.Zodradecamera
metdelmopnamebegint,hoortuéén
pieptoon en verschijnen [
REC] en de
verstreken tijd op het scherm.
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant op het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uwvingervandelmknop.
Verstreken tijd
Pasdegroottevanhetonderwerp
aanenwijzigzonodigde
compositievandeopname.
Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in
stap 3 (=
33).
Denk er echter wel aan dat het geluid
van de camerabewerkingen ook
wordt opgenomen.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooideopname.
Druknogmaalsopdelmknopomhet
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart
vol raakt.
• Wanneerdeitsertijdensdeopnameafgaat,geeftdataandatdecamera
automatisch heeft geprobeerd te zorgen voor optimale kleuren in het
hoofdonderwerp en de achtergrond (witbalans voor meerdere gebieden).
35
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch
U kunt een korte lm van een dag (digest-lm) maken. Vlak voor iedere
opname neemt de camera automatisch een lmclip uit de compositie op,
door foto’s te maken.
1 Open de modus [ ].
Stel de modusschakelaar in op [ ].
2 Maak de opname.
U maakt een foto door stap 3–4 in
“Opnamen maken (Smart Auto)”
(=
17) uit te voeren.
Een digest-lm wordt gemaakt door
automatisch vóór elke opname ongeveer
2–4 seconden van de compositie op
te nemen. Voor een fraaie digest-lm
hoeft u alleen de camera ongeveer vier
seconden op het onderwerp te richten
voordat u een foto maakt.
Enkele camerageluiden worden gedempt.
Er worden geen geluiden afgespeeld
wanneer u de ontspanknop half indrukt of
de zelfontspanner instelt (=
40).
• De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de modus
[ ], omdat er voor iedere opname digest-lms worden opgenomen.
• Een digest-lm wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto maakt
direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus [ ] hebt
geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
• Geluiden van de camerabewerkingen worden in digest-lms
ook opgenomen.
• Hoewel de digest-lms die op een bepaalde dag zijn opgenomen, één bestand
zijn, wordt van elke opname één clip (hoofdstuk) gemaakt. Deze clip kan
worden bewerkt (=
106).
• In de volgende gevallen worden digest-lms opgeslagen als aparte
lmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt met de modus [
].
- Als het digest-lmbestand ongeveer 4 GB groot is of als er in totaal ongeveer
29 minuten en 59 seconden lang is opgenomen
- Als de digest-lm beveiligd is (=
94)
- Als de instellingen voor zomertijd (=
14) of tijdzone (=
135) zijn gewijzigd
- Als een nieuwe map wordt gemaakt (=
138)
Digest-lmafspelen
U kunt digest-lms op twee manieren afspelen: door foto’s te bekijken die
op dezelfde dag als de lms zijn opgenomen in de modus [ ], of door de
datum van de af te spelen lms op te geven (=
87).
Foto’s/lms
• Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop <p> wordt
ingedrukt, maakt de camera geen geluid. U geeft geluiden opnieuw
weer door op de knop <n> te drukken en [mute] te kiezen op
het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knoppen <q><r> om een
[Uit] kiezen.
36
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s
• Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat
geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden.
• Zijnuwopnamentedonker,ondanksdaterisgeitst,gadandichter
naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (=
173) voor meer
informatieoverhetitsbereik.
• Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie “Opnamebereik” (=
174) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
• Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen
in een omgeving met weinig licht.
• Als een knipperend [h]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een
opnamekuntmakenalsdeitserklaarismetopladen.Ukuntweer
opnemenzodradeitsergereedis.Ukuntnudeontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de
ontspanknop opnieuw in.
• Het geluid van de sluiter is niet te horen wanneer de pictogrammen
voor Slapen en Baby’s (Slapen) (=
37) worden weergegeven.
• U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na de opname (=
53).
Films
• De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk
gedurendelangeretijdlmsopneemt.Ditisgeenteken
van beschadiging.
• Komtijdenshetopnemenvanlms
niet met uw vingers aan de microfoon.
Het blokkeren van de microfoon kan
verhinderen dat het geluid wordt
opgenomen of het opgenomen geluid
klinkt daardoor gedempt.
• Vermijdtijdenshetopnemenvaneenlmomandere
camerabedieningdandelmknoppenaanteraken,omdatde
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
• Het geluid wordt in stereo opgenomen.
Microfoon
37
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s Films
Compositiepictogrammen
In de modus [ ] en [ ] geeft de camera automatisch een pictogram
weer voor de vastgestelde compositie. Vervolgens worden automatisch
de bijbehorende instellingen geselecteerd voor optimale scherpstelling,
helderheid en kleur van het onderwerp. Afhankelijk van de compositie
worden er mogelijk continu beelden vastgelegd (=
38).
Achtergrond
Onderwerp
Normaal
Tegen-
licht
Donker*
Zonson-
dergan-
gen
Spotlights
Mensen
Inbeweging
Schaduwenopgezicht
Glimlach
Slapen
Baby’s
Glimlach
Slapen
Kinderen(Inbeweging)
Overigeonderwerpen
Inbeweging
Dichtbij
* Met statief
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is, donkerblauw wanneer de achtergrond donker is en grijs bij
alle overige achtergronden.
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is en grijs bij alle overige achtergronden.
•De achtergrondkleur van [ ], [ ], [ ], [ ], en [ ] is donkerblauw en de
achtergrondkleur van [
] is oranje.
•TijdenslmopnameswordenalleendepictogrammenPersonen,Overige
onderwerpen en Dichtbij weergegeven.
•Tijdens opnamen in de modus [
] worden alleen de pictogrammen Personen,
Schaduwen op gezicht, Overige onderwerpen en Dichtbij weergegeven.
•Tijdens opnames met de zelfontspanner worden de pictogrammen Personen
(In beweging), Glimlach, Slapen, Baby’s (Glimlach), Baby’s (Slapen), Kinderen,
Overige onderwerpen (In beweging) niet weergegeven.
•Wanneer de transportmodus is ingesteld op [
] (=
75) en wanneer [Hg lampcorr.]
is ingesteld op [Aan] en composities automatisch worden gecorrigeerd (=
49),
worden de pictogrammen Glimlach, Slapen, Baby’s (Glimlach), Baby’s (Slapen) en
Kinderen niet weergegeven.
•Alsdeitserisingesteldop[
], worden de Tegenlichtpictogrammen voor Glimlach
en Kinderen niet weergegeven.
•De pictogrammen Baby’s, Baby’s (Glimlach), Baby’s (Slapen) en Kinderen worden
weergegeven wanneer [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan] en het gezicht van een
geregistreerde baby (jonger dan twee jaar) of kind (van twee tot twaalf jaar) wordt
gedetecteerd (=
43). Controleer vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld
(=
14).
• Probeer op te nemen in de modus [G] (=
69) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met het
effect, de kleur of de helderheid die of dat u verwacht.
38
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Scènesvoorcontinu-opname
Als u een foto neemt wanneer de volgende compositiepictogrammen
worden weergegeven, neemt de camera continu-opnamen. Als u
de ontspanknop half indrukt wanneer een van de pictogrammen in
onderstaande tabel wordt weergegeven, wordt een van de volgende
pictogrammen weergegeven om u te laten weten dat de camera continu
beelden zal opnemen: [ ], [ ], of [W].
Glimlach (inclusief Baby’s)
: Opeenvolgende beelden worden vastgelegd, en de
camera analyseert details, zoals gezichtsexpressie,
om de beste foto op te kunnen slaan.
Slapen (inclusief Baby’s)
: Mooie opnamen van slapende gezichten doordat
opeenvolgende foto’s worden gecombineerd om
camerabeweging en beeldruis te verminderen.
HetAF-hulplichtgaatnietbranden,deitsergaat
niet af en het sluitergeluid klinkt niet.
Kinderen
W: De camera legt voor elke opname drie
opeenvolgende beelden vast, zodat u geen fraaie
foto van bewegende kinderen hoeft te missen.
• Insommigescèneswordendeverwachtebeeldenmogelijkniet
opgeslagen en kunnen beelden er anders uitzien dan verwacht.
• Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste
opname vastgesteld.
• Als u alleen losse foto’s wilt maken, drukt u op de knop <m>, selecteert u
[
] in het menu en selecteert u vervolgens [ ].
Foto’s Films
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus [ ]
en [ ] de volgende pictogrammen weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s
Beeldstabilisatievoorlms,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals
wanneer u lopend opneemt
(modus Dynamische
beeldstabilisatie).
Beeldstabilisatie voor foto’s
tijdens panning*
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij
hetopnemenvanlmsmetde
telelens (Powered IS)
Beeldstabilisatie voor macro-
opnamen (Hybrid IS)
Geen beeldstabilisatie omdat
de camera op een statief is
bevestigd of op een andere
manier stil wordt gehouden
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
• Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (=
83).
In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
• In de modus [
] wordt geen pictogram [ ] weergegeven.
39
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s Films
Kaders op het scherm
Zodra de camera in de modus [ ] onderwerpen waarop u de camera
richt, waarneemt, worden verschillende kaders weergegeven.
• Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen
het witte kader op het scherm staan.
• Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en
worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
• Probeer in de [G]-modus (=
69) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of dergelijke gebieden.
Algemene, handige functies
Foto’s Films
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom)
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, dan gebruikt u de digitale zoom om tot 40x te vergroten.
1 Duwdezoomknopnaar<i>.
Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat
het beeld merkbaar korrelig wordt).
Dit wordt weergegeven op het scherm.
2 Duwdezoomknopnogmaals
naar<i>.
De camera zoomt nog verder in op
het onderwerp.
• Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de
zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik.
- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar
korrelig wordt (ZoomPlus).
Zoomfactor
40
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen
(=
48) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
• Als de digitale en de optische zoom worden gecombineerd, is de
brandpuntsafstandalsvolgt(equivalentvan35mmlm).
24–960 mm (24–240 mm, alleen met optische zoom)
• Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>,
selecteert u [Digitale Zoom] op het tabblad [4] en daarna kiest u [Uit].
Foto’s Films
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies daarna de optie []]
(=
29).
Als de instelling is voltooid, wordt []]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Voor foto’s: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal
naar beneden.
Voorlms:Drukopdelmknop.
Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(Inhetgevaldatdeitserafgaat,blijftde
lamp branden.)
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[ ] in stap 1.
Foto’s Films
Camerabewegingvermijdenmetdezelfontspanner
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
Congureerdeinstelling.
Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
40) en kies [[].
Als de instelling is voltooid, wordt [[]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
40) om de opname
te maken.
41
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s Films
Dezelfontspanneraanpassen
U kunt de vertraging (0–30 seconden) en het aantal opnamen (1–10 opnamen)
aangeven.
1 Selecteer[$].
Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
40), kies [$] en druk
daarna op de knop <n>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Vertraging] of [Beelden] te selecteren.
Druk op de knoppen <q><r> om een
waarde te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [$]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
40) om de opname
te maken.
• Voorlmsdiewordenopgenomenmetbehulpvande
zelfontspanner, geeft [Vertraging] de vertraging aan voordat het
opnemen begint, maar de instelling van [Beelden] heeft geen effect.
• Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans
bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig als de
itserafgaatofalsuhebtopgegevendatuveelopnamenwiltmaken.Decamera
stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt.
• Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid
en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname. (In het
gevaldatdeitserafgaat,blijftdelampbranden.)
Foto’s
De itser uitschakelen
Bereiddecameraalsvolgtvooropopnemenzonderitser.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om [!] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [!]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
• Als bij omstandigheden met weinig licht een knipperend pictogram
[ ] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om hem stil te houden.
42
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s
Een datumstempel toevoegen
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in
het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er
dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (=
14).
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Datumstemp.
] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
30).
Als de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Wanneer u de opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
• Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met
stempel worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van
deze informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal
wordt afgedrukt.
- Gebruik de meegeleverde software om af te drukken. Raadpleeg de
Softwarehandleiding (=
20) voor meer informatie.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (=
147)
- Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (=
151) van uw camera om af
te drukken.
43
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Gezichts-ID gebruiken
Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij
het maken van foto’s het gezicht van die persoon detecteren en de
scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. In [ ]-
modus kan de camera baby’s en kinderen detecteren op basis van
geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de optimale instellingen
opnamen van hen maken.
Deze functie is ook nuttig wanneer u uit een groot aantal foto’s naar een
speciekegeregistreerdepersoonzoekt(=
89).
Persoonlijkegegevens
• Gegevens zoals beelden van een gezicht (gezichtsinfo) die middels
de gezichts-ID zijn geregistreerd en persoonlijke gegevens (naam,
verjaardag) worden op de camera opgeslagen. Wanneer er
geregistreerde personen worden gedetecteerd, worden hun namen
bovendien in de foto’s vastgelegd. Wees bij het gebruik van de functie
Gezichts-ID voorzichtig als u de camera of beelden met anderen deelt en
als u beelden online plaatst waar vele anderen ze kunnen bekijken.
• Wanneer u de camera afdankt of aan een andere persoon overdraagt
nadat u Gezichts-ID hebt gebruikt, zorg dan dat u alle gegevens
(geregistreerde gezichten, namen en verjaardagen) van de camera wist
(=
47).
Gezichts-ID-gegevens registreren
U kunt voor maximaal twaalf personen gegevens (gezichtsinfo, naam,
verjaardag) registreren voor gebruik met Gezichts-ID.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n>, kies [Inst.
gezichts-ID] op het tabblad [4] en druk
vervolgens op de knop <m> (=
30).
Druk op de knoppen <o><p> om [Toev.
regst.] te kiezen en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Nieuw gezicht toev.] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
2 Gezichtsgegevensregistreren.
Richt de camera zodanig dat het gezicht
van de persoon die u wilt registreren zich
binnen het grijze kader midden op het
scherm bevindt.
Een wit kader over het gezicht van
de persoon geeft aan dat het gezicht
is herkend. Zorg dat er een wit kader
rond het gezicht van de persoon wordt
weergegeven en maak een foto.
Als het gezicht niet wordt herkend, kunt u
geen gezichtsgegevens registreren.
Als [Registreren?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
Hetscherm[Proelbew.]wordt
weergegeven.
44
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
3 Registreerdenaamen
verjaardagvandepersoon.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een karakter te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m> om het in
te voeren.
Er kunnen tot 10 tekens worden gebruikt.
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de knop
<m> om de cursor te verplaatsen.
Selecteer [ ] en druk op de knop <m>.
Het vorige karakter wordt gewist.
Druk op de knop <n> om terug te
kerennaarhetscherm[Proelbew.].
Als u een verjaardag wilt registreren,
druktuinhetscherm[Proelbew.]op
de knoppen <o><p> om [Verjrdag]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
instelling te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om de
datum op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de
knop <m>.
4 Sladeinstellingenop.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Opslaan] te kiezen en druk op de
knop <m>.
Nadat een bericht wordt weergegeven,
drukt u op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
5 Gezichtsgegevensdoorlopend
registreren
Voor het registreren van maximaal
4 extra punten met gezichtsgegevens
(uitdrukkingen of hoeken) herhaalt
u stap 2.
Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
• Deitsergaatnietafwanneerustap2volgt.
• Als u in stap 3 geen verjaardag registreert, worden de
pictogrammen Baby’s of Kinderen (=
37) niet weergegeven in de
modus [ ].
• U kunt geregistreerde gezichtsgegevens overschrijven en later gezichtsgegevens
toevoegen als u nog niet alle 5 velden hebt ingevuld
(=
46).
45
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Opnamen maken
Als u een persoon van tevoren registreert, zal de camera bij het maken
van foto’s het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling,
helderheid en kleur voor die persoon instellen.
Als u de camera op een onderwerp richt,
worden de namen van maximaal drie
geregistreerde personen weergegeven
wanneer zij worden gedetecteerd.
Maak de opname.
De weergegeven namen worden in
de foto’s vastgelegd. Zelfs wanneer er
personen worden gedetecteerd maar
hun namen niet worden weergegeven,
worden de namen (maximaal vijf
personen) in de foto vastgelegd.
• Het is mogelijk dat andere dan de geregistreerde personen als de
geregistreerd persoon worden gedetecteerd indien zij vergelijkbare
gezichtskenmerken hebben.
• Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct gedetecteerd als het
vastgelegde beeld of de compositie aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde
gezichtsgegevens.
• Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of niet snel wordt
gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde gegevens met de nieuwe
gezichtsgegevens. Door voorafgaand aan het maken van foto’s de gezichtsinfo
te registreren, worden geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd.
• Als een persoon onterecht als een andere persoon wordt gedetecteerd en u
gaat door met het maken van foto’s, kunt u de in het beeld vastgelegde naam
tijdens het afspelen van het beeld wijzigen of wissen (=
91).
• Omdat gezichten van baby’s of kinderen snel veranderen naarmate ze
opgroeien, moet u hun gezichtsgegevens regelmatig bijwerken (=
46).
• Wanneer informatieweergave is uitgeschakeld (=
28), worden er geen
namen weergegeven maar worden de namen wel in het beeld vastgelegd.
• Als u geen namen in foto’s wilt vastleggen, selecteert u [Inst. gezichts-ID]
op het tabblad [4], selecteert u [Gezichts-ID] en vervolgens [Uit].
• U kunt de in de beelden vastgelegde namen controleren bij het afspelen
(korte informatieweergave) (=
85).
• In de modus [
] worden namen niet weergegeven op het opnamescherm,
maar wel op de foto’s vastgelegd.
46
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Geregistreerde gegevens controleren en bewerken
1
Openhetscherm[Infocntr./bew.].
Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
43), kies [Info cntr./
bew.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdepersoondieuwilt
controlerenofbewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om de persoon te kiezen die u wilt
controleren of bewerken. Druk vervolgens
op de knop <m>.
3
Controleerofbewerkdesgewenst
degeregistreerdegegevens.
Als u een naam of verjaardag wilt
controleren, gaat u naar het scherm
[Proelbew.]dooropdeknoppen
<o><p> te drukken en drukt u
vervolgens op de knop <m>. In het
weergegeven scherm kunt u namen
of verjaardagen bewerken zoals wordt
beschreven in stap 3 in “Gezichts-ID-
gegevens registreren” (=
44).
Als u gezichtsgegevens wilt controleren,
drukt u op de knoppen <o><p> om
[Gezicht info lijst] te kiezen en drukt
u daarna op de knop <m>. Als u
gezichtsgegevens wilt wissen, drukt u
op de knop <m> op het scherm, drukt
u op de knoppen <o><p><q><r>
om te kiezen welke gezichtsgegevens
moeten worden gewist en drukt u op de
knop <m>. Als [Wissen ?] verschijnt,
drukt u op de knoppen <q><r> om
[OK] te selecteren. Druk daarna op de
knop <m>.
• Zelfsalsunamenin[Proelbew.]wijzigt,blijvendenamendiein
eerdere opnames werden vastgelegd ongewijzigd.
• U kunt de meegeleverde software gebruiken om de geregistreerde namen
te bewerken. Mogelijk worden bepaalde tekens die met de meegeleverde
software zijn ingevoerd niet weergegeven. Deze worden echter wel correct in
de beelden vastgelegd.
Gezichtsgegevensoverschrijvenentoevoegen
U kunt bestaande gezichtsgegevens met nieuwe overschrijven.
Omdat gezichten van met name baby’s of kinderen snel veranderen
naarmate ze opgroeien, moet u gezichtsgegevens regelmatig bijwerken.
U kunt ook gezichtsgegevens toevoegen wanneer nog niet alle vijf
gezichtsinfovelden zijn ingevuld.
1 Openhetscherm[Gezichtsinfo
toevoegen].
Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
43), kies [Gezichtsinfo]
en druk op de knop <m>.
47
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
2
Selecteerdenaamvande
persoondieuwiltoverschrijven.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
en selecteer de naam van een persoon
die u wilt overschrijven, en druk
vervolgens op de knop <m>.
Er wordt een bericht weergegeven als
u al vijf gezichten hebt geregistreerd.
Druk in dat geval op de knoppen
<q><r> om [OK] te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
Als er minder dan vijf gezichten zijn
geregistreerd, voert u stap 4 uit op om
gezichtsgegevens toe te voegen.
3 Selecteerdeteoverschrijven
gezichtsinfo.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
en selecteer de te overschrijven
gezichtsinfo, en druk vervolgens op
de knop <m>.
4 Gezichtsgegevensregistreren.
Volg stap 2 in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
43) om foto’s te
maken en registreer daarna de nieuwe
gezichtsgegevens.
Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
• U kunt geen gezichtsgegevens toevoegen als alle vijf gezichtsinfovelden
zijn ingevuld. Volg de bovenstaande stappen om de gezichtsgegevens te
overschrijven.
• U kunt de bovenstaande stappen volgen om nieuwe gezichtsgegevens
te registeren wanneer er ten minste één veld ongebruikt is, maar u kunt
geen gezichtsgegevens overschrijven. In plaats van gezichtsinformatie te
overschrijven, wist u eerst de ongewenste bestaande informatie (=
47).
Vervolgens kunt u nieuwe gezichtsinformatie registreren (=
43).
Geregistreerdegegevenswissen
U kunt informatie (gezichtsinfo, naam, verjaardag) wissen die met Gezichts-
ID is vastgelegd. Namen die in eerder genomen beelden zijn vastgelegd,
worden echter niet gewist.
1 Openhetscherm[Infowissen].
Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
43) en kies [Info wissen].
2
Selecteerdenaamvandepersoon
wiensgegevensuwiltwissen.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
en selecteer de naam van een persoon
die u wilt wissen, en druk vervolgens op
de knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
• Als u de gegevens van een geregistreerde persoon wist, is het niet
mogelijk om hun naam weer te geven (=
28), hun gegevens te
overschrijven (=
91) of naar beelden van die personen te zoeken
(=
89).
48
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
• U kunt ook alleen namen in beeldgegevens wissen (=
91).
Functies voor de beeldaanpassing
Foto’s
De verhouding wijzigen
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld hdtv’s of vergelijkbare
weergaveapparatuur.
Dezelfdeverhoudingals35mm-lm,diewordtgebruiktvoorhetafdrukkenvan
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor de
weergave op standaard-tv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur, of voor het
afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
• Niet beschikbaar in de modus [ ].
Foto’s
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen
per geheugenkaart” (=
173) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij
elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Richtlijnenvoorhetkiezenvanderesolutieopbasisvan
hetpapierformaat(voor4:3-beelden)
[ ]: Voor het verzenden van beelden
per e-mail.
A2 (420 x 594 mm)
A3–A5(297x420−
148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
49
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s
Rode-ogencorrectie
Rodeogenopbeeldendiemetdeitserzijngemaakt,kunnenalsvolgt
automatisch worden gecorrigeerd.
1
Openhetscherm[FlitsInstellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
30).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens
[Aan] (=
30).
Als de instelling is voltooid, wordt [R]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen
worden toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up
voor pupillen aanziet).
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
104).
• U kunt het scherm ook openen in stap 2 door op de knop <r> te drukken en
vervolgens op de knop <n>.
Foto’s
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren
In de modus [ ] kunnen de onderwerpen of de achtergrond bij
opnamenvanavondscènesmetdiedoorkwiklampenwordenverlicht,een
groenige zweem vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden
gecorrigeerd door opnamen te maken met behulp van Witbalans voor
meerdere gebieden.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Hg lampcorr.] op het tabblad [4] en
kies vervolgens [Aan] (=
30).
Als de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Nadat u het opnemen onder kwiklampen hebt voltooid, moet u
[Hg lampcorr.] weer op [Uit] zetten. Anders worden groene tinten die
niet door kwiklampen zijn veroorzaakt, per vergissing gecorrigeerd.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van te zijn dat u
het gewenste resultaat verkrijgt.
50
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Films
Beeldkwaliteit van lms wijzigen
Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per
geheugenkaart” (=
173)voorrichtlijnenvoordemaximalelmlengtedie
bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Beeldkwaliteit Resolutie
Aantal
beelden
Details
1920 x 1080 24 fps Voor opnamen in Full-HD-kwaliteit
1280 x 720 30 fps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit
• In de modi [ ] en [ ] geven zwarte balken aan de boven- en onderkant op
het scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd.
Films
Het windlter gebruiken
De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden
beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van
deze optie echter onnatuurlijk gaan klinken.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Wind Filter] op het tabblad [4] en
kies vervolgens [Aan] (=
30).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
51
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Handige opnamefuncties
Foto’s Films
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies [Raster]
op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
30).
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in
het AF-kader wordt vergroot.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
30).
2 Controleerdescherpstelling.
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Het scherpgestelde gebied wordt niet vergroot als u de ontspanknop
half indrukt terwijl er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon
zich te dicht op de camera bevindt en zijn gezicht te groot is voor
het scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt.
• De weergave wordt niet vergroot bij gebruik van de digitale zoom (=
39) of
AF Tracking (=
78) of als u een tv als beeldscherm gebruikt (=
143).
• Niet beschikbaar in de modus [
].
52
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s
Controleren op gesloten ogen
[ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad [4] en
selecteer daarna [Aan] (=
30).
2 Maakdeopname.
[ ] knippert wanneer de camera iemand
detecteert die zijn/haar ogen dicht heeft.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [$], dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
• Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd bij
[Weergavetijd] (=
53) hebt geselecteerd, wordt een kader weergegeven
om personen van wie de ogen zijn gesloten.
• Deze functie is niet beschikbaar tijdens continue opname in de modus [
]
(=
38).
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [4] van het menu.
Zie “Menu MENU” (=
30) voor instructies over menufuncties.
Foto’s
Het AF-hulplicht uitschakelen
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden
als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[AF-hulplicht] op het tabblad [4] en
kies [Uit] (=
30).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
53
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Foto’s
Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u
opnamenmaaktmetdeitserineenomgevingmetweiniglicht.
1
Openhetscherm[FlitsInstellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
30).
2
Congureerdeinstelling.
Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit]
(=
30).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Foto’s
De weergavestijl van het beeld na de
opname wijzigen
U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en
welke informatie wordt weergegeven.
Deweergaveduurvanhetbeeldnadeopnamewijzigen
1 Openhetscherm[Afbeelding
directbekijken].
Druk op de knop <n>, kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [4] en druk op de knop
<n> (=
30).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Weergavetijd] te kiezen. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
te kiezen.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Snel Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt fotograferen.
2 sec., 4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven.
Zelfs wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de
ontspanknop al half indrukken om een volgende foto te maken.
Vastzetten
Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
54
1
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
2
Auto-modus/
Hybride automatisch
Hetweergegevenschermnadeopnamewijzigen
1 Stel[Weergavetijd]inop
[2sec.],[4sec.],[8sec.]of
[Vastzetten](=
53).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Scherminfo] te kiezen. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
te kiezen.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details
Weergave van opnamedetails (=
164).
• Wanneer [Weergavetijd] (=
53) is ingesteld op [Uit] of [Snel], is
[Scherminfo] ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd.
• U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop <p> te drukken
terwijl na de opname een beeld wordt weergegeven. De instellingen van
[Scherminfo] op het tabblad [4] kunnen niet worden gewijzigd. U kunt de
volgende handelingen uitvoeren door op de knop <m> te drukken.
- Beveiligen (=
94)
- Favorieten (=
100)
- Wissen (=
97)
55
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende composities
en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of
vastgelegd met speciale functies
3
4
Speciekescènes....................56
Specialeeffectentoepassen...58
Specialemodivoorandere
doeleinden...............................63
Superslow-motionlms
opnemen..................................68
56
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Specieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1 Opendemodus<4>.
Stel de modusschakelaar in op <4>.
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies een opnamemodus
(=
29).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
IPortretopnamenmaken(Portret)
Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Foto’s
Avondcompositiesmakenzonder
statief(Nachtscenehandm)
Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat u
de camera heel stil hoeft te houden
(zoals met een statief).
Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto’s te combineren,
waardoor camerabeweging en beeldruis
worden verminderd.
Foto’s Films
POpnamenmakenin
sneeuwlandschappen(Sneeuw)
Heldere foto’s met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
Foto’s Films
t Vuurwerkfotograferen
(Vuurwerk)
Levendige foto’s van vuurwerk.
57
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
• In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-waarde (=
72) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
• Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [
] continu-
opnamen maakt.
• In de modus [
] kunnen overmatige camerabeweging of bepaalde
opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk niet het
verwachte resultaat verkrijgt.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [t]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (=
83).
• Wanneerueenstatiefgebruiktvooravondscènes,krijgtubetereresultatenals
u opnamen maakt in de modus [
] in plaats van de modus [ ] (=
33).
Foto’s
Huid er egaler uit laten zien (Egale huid)
U kunt tijdens het fotograferen van personen een egalisatie-effect
toepassen. Het effectniveau en de kleur ([Lichtere huidtint],
[Donkerder huidtint]) kan als volgt worden geselecteerd.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
2 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <p>.
3 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren. Kies het niveau van
het effect door te drukken op de knoppen
<q><r> en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
4 Maakdeopname.
• Ook andere gebieden dan de menselijke huid kunnen
worden aangepast.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van
te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Het effect is sterker voor het gezicht van de persoon die als hoofdonderwerp
is gedetecteerd.
58
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Speciale effecten toepassen
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Selecteereenopnamemodus.
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit om een
opnamemodus te kiezen.
2 Maakdeopname.
Foto’s Films
Opnamenmakeninlevendige
kleuren(Extralevendig)
Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Foto’s Films
Foto’smetpostereffect
(Poster-effect)
Foto’s die lijken op oude posters of
illustraties.
• In de modi [ ] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken
om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen.
Foto’s
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
2 Kieseeneffectniveau.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een effectniveau
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
59
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Foto’s Films
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
Ukuntooklmsmakendielijkenopscènesinminiatuurmodellendoorde
afspeelsnelheidtekiezenvoordatdelmwordtopgenomen.Mensenen
onderwerpenindescènezullentijdenshetafspelensnelbewegen.
Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
Op het scherm verschijnt een wit kader dat
het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft.
2 Kieshetgebiedwaaropuwilt
scherpstellen.
Druk op de knop <p>.
Beweeg de zoomknop om de afmeting
van het kader te wijzigen en druk op
de knoppen <o><p> om het kader
te verplaatsen.
3 Selecteervoorlmsde
afspeelsnelheidvandelm.
Druk op de knop <n> en druk op
de knoppen <q><r> om de snelheid
te kiezen.
4
Gaterugnaarhetopnamescherm
enmaakdeopname.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
Afspeelsnelheidengeschatteafspeeltijd(voorclipsvan
éénminuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
• Dezoomfunctieisnietbeschikbaarvoorhetopnemenvanlms.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Als u in stap 2 op de knoppen <q><r> drukt, schakelt u naar de verticale
richting van het kader. Om het kader te verplaatsen drukt u nogmaals op de
knoppen <q><r>. Om de richting van het kader weer horizontaal te zetten,
drukt u op de knoppen <o><p>.
• Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
• Debeeldkwaliteitvanlmsis[
] bij een Aspect Ratio van [ ] en [ ] bij
een Aspect Ratio van [
] (=
48). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet
worden gewijzigd.
60
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Foto’s
Opnamen maken met een speels effect
(Speels effect)
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s
Opnamen met een Soft focus-effect
Metdezefunctiekuntuopnamenmakenalsofereensoft-focuslteropde
camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
2 Kieseeneffectniveau.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een effectniveau
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
61
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Foto’s Films
Opnamen maken in monochroom
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
Foto’s Films
Opnamen maken met Kleur Accent
Kies één kleur die u wilt behouden en wijzig de andere kleuren in zwart-wit.
1 Selecteer[T].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [T].
2 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <p>.
Het oorspronkelijke beeld en het beeld
waarop Kleur Accent is toegepast,
worden na elkaar weergegeven.
Standaard is groen de kleur die
behouden blijft.
3 Geefdekleurop.
Plaats het middelste kader over de kleur
die moet worden behouden en druk op de
knop <q>.
De opgegeven kleur wordt opgenomen.
4 Geefhetkleurengammaopdat
uwiltbehouden.
Druk op de knoppen <o><p> om het
gamma aan te passen.
Kies een grote negatieve waarde als u
alleen de opgegeven kleur wilt behouden.
Kies een grote positieve waarde als u ook
kleuren wilt behouden die gelijk zijn aan
de opgegeven kleur.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het opnamescherm.
Opgenomen kleur
62
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
5 Maakdeopname.
• Alsuindezemodusdeitsergebruikt,kandatonverwachte
resultaten opleveren.
• In sommige opnamemodi kunnen beelden korrelig lijken en kleuren
kunnen anders zijn dan verwacht.
Foto’s Films
Opnamen maken met Kleur Wissel
U kunt de ene beeldkleur vervangen door een andere voordat u een
opname maakt. U kunt slechts één kleur vervangen.
1 Selecteer[Y].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [Y].
2 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <p>.
Het oorspronkelijke beeld en het beeld
waarop Kleur Wissel is toegepast,
worden na elkaar weergegeven.
Groen wordt standaard vervangen
door grijs.
3 Geefdekleuropdieuwilt
vervangen.
Plaats het middelste kader over de
kleur die u wilt vervangen en druk op
de knop <q>.
De opgegeven kleur wordt opgenomen.
4 Geefdenieuwekleurop.
Plaats het middelste kader over de
nieuwe kleur en druk op de knop <r>.
De opgegeven kleur wordt opgenomen.
5 Geefhetkleurengammaopdat
uwiltvervangen.
Druk op de knoppen <o><p> om
het gamma aan te passen.
Kies een grote negatieve waarde
als u alleen de opgegeven kleur wilt
vervangen. Kies een grote positieve
waarde als u ook kleuren wilt vervangen
die gelijk zijn aan de opgegeven kleur.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het opnamescherm.
6 Maakdeopname.
• Alsuindezemodusdeitsergebruikt,kandatonverwachte
resultaten opleveren.
• In sommige opnamemodi kunnen beelden korrelig lijken en kleuren
kunnen anders zijn dan verwacht.
63
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Speciale modi voor andere doeleinden
Foto’s
Automatisch opnemen na gezichtsdetectie
(Smart Shutter)
Automatischopnemennaglimlachdetectie
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Lachdetectie aan].
2
Richtdecameraopeenpersoon.
Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een foto gemaakt.
Druk op de knop <q> om de lachdetectie
te pauzeren. Druk nogmaals op de knop
<q> om de detectie te hervatten.
• Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de
camera opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
• U kunt ook foto’s maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in
te drukken.
• Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is
gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] hebt gekozen in stap 1. [Knipperdetectie] (=
52) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
64
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Foto’s
Deknipoogdetectiegebruiken
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Kiesdecompositieendruk
deontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Glimlach voor foto].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Kijknaardecameraenknipoog.
De camera maakt de foto ongeveer
twee seconden nadat een knipoog wordt
gedetecteerd van de persoon van wie het
gezicht in het kader valt.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam
en opzettelijk.
• Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren,
een hoed of een bril.
• Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook
gedetecteerd als een knipoog.
• Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer
15 seconden later een foto.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] hebt gekozen in stap 1. [Knipperdetectie] (=
52) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
• Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een
persoon in het opnamegebied komt en knipoogt.
65
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Foto’s
Degezicht-zelfontspannergebruiken
De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht
van een andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt
(=
77). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een
vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Kiesdecompositieendrukde
ontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-by voor de
opname en op het scherm verschijnt [Kijk
recht naar camera om aftellen te starten].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Gabijdeanderenstaaninhet
opnamegebiedenkijknaar
decamera.
Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneerdeitserafgaat,blijftdelamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] hebt gekozen in stap 1. [Knipperdetectie] (=
52) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
66
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Foto’s
Opnamen met lange sluitertijd maken
(Lange sluiter)
Geef een sluitertijd van 1–15 seconden op om opnamen met een lange
sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen.
1 Selecteer[N].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [N].
2 Selecteerdesluitertijd.
Druk op de knop <o>, druk op de
knoppen <q><r> om de sluitertijd
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Controleerdebelichting.
Druk de ontspanknop half in om de
belichting voor de door u geselecteerde
sluitertijd te bekijken.
4 Maakdeopname.
• De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van het
scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt.
• Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt
maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis te voorkomen.
• Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of
een andere manier om de camera stil te houden (=
83).
• Alsdeitserafgaat,kanuwfotooverbelichtraken.Alsditgebeurt,steltude
itserinop[!] en maakt u een nieuwe opname (=
41).
Foto’s
Snel na elkaar continu-opnamen maken
(Snel na elkaar)
U kunt een serie opnamen maken die elkaar snel opvolgen door de
ontspanknop volledig in te drukken. Zie “Snelheid continu-opnamen”
(=
174) voor meer informatie over de snelheid van continu-opnamen.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
• De resolutie is [ ] (1984 x 1488) en kan niet worden gewijzigd.
• Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld.
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
67
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
Beeldenweergeventijdenshetafspelen
Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep, en
alleen het eerste beeld dat is opgenomen in de groep wordt weergegeven.
Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep, wordt [ ]
weergegeven linksboven in het scherm.
• Als u een gegroepeerd beeld wist (=
97), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
• Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (=
90) en niet-gegroepeerd
(=
90) worden afgespeeld.
• Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (=
94), worden alle beelden in de
groep beveiligd.
• Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (=
89) of Smart
Shufe(=
93), kunnen beelden afzonderlijk worden bekeken. In dit geval
worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
• Het is niet mogelijk om gegroepeerde beelden als favoriet te markeren
(=
100), te bewerken (=
99– 104), af te drukken (=
147), in te stellen
voor afzonderlijk afdrukken (=
152) of toe te voegen aan een Fotoboek
(=
154). Gezichts-ID-gegevens kunnen niet worden bewerkt (=
91).
Speel de gegroepeerde beelden afzonderlijk af (=
90) of annuleer de
groepering (=
90) om deze bewerkingen uit te voeren.
Foto’s
Opnamen maken met Stitch Hulp
Maak een opname van een groot onderwerp door verschillende opnamen
te maken vanuit verschillende posities en gebruik daarna de software
(=
20) om de opnamen te combineren tot een panoramafoto.
1 Selecteer[x]of[v].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [x] of [v].
2 Maakdeeersteopname.
De eerste opname bepaalt de belichting
en de witbalans.
3 Maakextrafoto’s.
Bepaal de compositie voor de tweede
opname zo dat het beeldgebied van de
eerste opname gedeeltelijk wordt overlapt.
Kleine verschillen in uitlijning van de
overlappende delen worden automatisch
gecorrigeerd tijdens het samenvoegen
van de opnamen.
U kunt maximaal 26 foto’s maken, op
dezelfde manier als waarop u de tweede
foto maakte.
4 Voltooideopname.
Druk op de knop <m>.
68
1
2
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
3
Handleiding voor
gevorderden
Andere
opnamemodi
5
Gebruikdemeegeleverdesoftware
omdebeeldensamentevoegen.
Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
20) voor instructies over het
samenvoegen van beelden.
Films
Super slow-motion lms opnemen
U kunt een opname maken van snel bewegende objecten om deze af te
spelen in slow motion. Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [ ].
Zwarte balken aan de linker- en
rechterkant op het scherm geven aan
welke gebieden niet worden vastgelegd.
2 Selecteerhetaantalbeelden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies het gewenste aantal beelden
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
3 Maakdeopname.
Drukopdelmknop.
Een balk met de verstreken tijd wordt
weergegeven. De maximale cliplengte
is ongeveer 30 seconden.
Druknogmaalsopdelmknopomde
lmopnametestoppen.
Aantalbeelden Beeldkwaliteit
Afspeeltijd
(voor30seconden30sec.)
240 fps (320 x 240)
Circa 4 min.
120 fps (640 x 480)
Circa 2 min.
• Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer
u de zoomknop gebruikt.
• De focus, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u op de
lmknopdrukt.
• Wanneerudelmafspeelt(=
85), wordt deze afgespeeld in slow motion.
• Metbehulpvandemeegeleverdesoftwarekuntudeafspeelsnelheidvanlms
wijzigen. Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
20) voor meer informatie.
69
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
P-modus
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld
op de modus [G], met de modusschakelaar ingesteld op <4>.
• [G]:Programmaautomatischebelichting;Automatischebelichting:
Automatische belichting
• Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een
andere modus dan [G], moet u controleren of de functie in die modus
beschikbaar is (=
165– 169).
4
4
Opnamenmakenindemodus
Programmaautomatische
belichting([P]-modus)............70
Helderheidvanhetbeeld
(Belichtingscompensatie)......70
Kleur-encontinu-opnamen
maken......................................73
Opnamebereiken
scherpstellen...........................75
Flitser........................................81
Overigeinstellingen.................82
70
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus Programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt vele functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Opendemodus[G].
Voerdestappen1–2in“Specieke
scènes”(=
56) uit en kies [G].
2 Pasdeinstellingennaarwens
aan(=
70–83)enmaak
eenopname.
• Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
72)ofdeitserteactiveren(bijdonkereonderwerpen,=
81) om zo
de juiste belichting te verkrijgen.
• Ukuntooklmsopnemenindemodus[G]dooropdelmknoptedrukken.
Enkele <H>- en <n>-instellingen kunnen echter automatisch worden
aangepastvoorlmopnamen.
• Zie “Opnamebereik” (=
174) voor meer informatie over het opnamebereik in
de modus [G].
Helderheid van het beeld
(Belichtingscompensatie)
Foto’s Films
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Druk op de knop <o>. Kijk naar het
scherm en druk op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen. Druk
daarna op de knop <m>.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Wanneerulmsopneemt,moetde
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
Wanneer u foto’s maakt, drukt u op
de knop <m> om de ingestelde
belichtingscompensatie weer te geven en
maakt u de opname.
• U kunt ook foto’s nemen met de belichtingscompensatiebalk in het scherm.
• Wanneerueenlmmaakt,wordt[&] weergegeven en wordt de belichting
vergrendeld.
Belichtingscompensatiebalk
71
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
Belichting vergrendelen (AE lock)
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Schakeldeitseruit(=
41).
2 Vergrendeldebelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op
de knop <o>.
[&] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
Om AE te ontgrendelen, laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [&] niet
meer weergegeven.
3 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
• AE: Automatische belichting
Foto’s
De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die
van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied.
Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als
het belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het [
] (spotmetingpuntkader) dat
wordt weergegeven in het midden van het scherm.
72
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de
opnamemodus en -omstandigheden.
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering.
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere kamers.
• Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op [
].
• Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het onderwerp
onscherp is.
• De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen,
watonscherpeonderwerpenvermindertenhetitserbereikvergroot.
Foto’s kunnen er echter wel korrelig uitzien.
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden
gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen.
Druk op de knop <n>, kies
[i-Contrast] op het tabblad [4] en kies
[Auto] (=
30).
Als de instelling is voltooid, wordt [@]
weergegeven.
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
104).
73
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Kleur- en continu-opnamen maken
Foto’s Films
De witbalans aanpassen
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Auto
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld
voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in
de schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en dezelfde
kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit (of dezelfde kleur) of koelwit
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans
(=
73).
Foto’s Films
Aangepastewitbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Volg de stappen in “De witbalans
aanpassen” (=
73) en kies [ ].
Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop <n>.
De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
• Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
74
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging
afgevlakt, voor zachte beelden.
Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto’s
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groeneonderwerpen,zoalsbergenenora,levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden
rode onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (=
74).
• U kunt de witbalans (=
73) niet instellen in de modi [ ] en [ ].
• Met de modi [
] en [ ] kunnen ook andere kleuren dan huidtinten
worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het
verwachte resultaat met sommige huidtinten.
Foto’s Films
CustomKleur
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1–5.
1 Openhetinstellingenscherm.
Voer de stappen in “De kleurtoon van een
beeld wijzigen (My Colors)” (=
74) uit
om [
] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <n>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en geef de waarde op
door te drukken op de knoppen <q><r>.
Pas de waarde naar rechts aan
voor sterkere/intensere effecten (of
donkerdere huidtinten), en pas de waarde
naar links aan voor zwakkere/lichtere
effecten (of lichtere huidtinten).
Druk op de knop <n> om de
instelling te voltooien.
75
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
Continu-opnamen maken
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken.
Zie “Snelheid continu-opnamen” (=
174) voor meer informatie over de
snelheid van continu-opnamen.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens [W] (=
29).
Als de instelling is voltooid, wordt [W]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
• Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
40) of
[Knipperdetectie] (=
52).
• Tijdens continu-opnamen zijn de focus en belichting vergrendeld
op de positie/het niveau die/dat wordt vastgesteld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
• Alsuitst,kandeopnamesnelheidafnemen.
• Wanneer u Gezichts-ID (=
43) in [W] gebruikt, wordt de in het beeld
vastgelegde naam aan de locatie verbonden waar deze in de eerste opname
wordt weergegeven. Ook als het onderwerp beweegt, blijft de naam op
dezelfde positie vergrendeld bij eventuele latere opnames.
Opnamebereik en scherpstellen
Foto’s
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
174) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [e] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [e]
weergegeven.
• Alsuitst,kanvignetvormingoptreden.
• In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [e]
grijs en de camera stelt niet scherp.
• Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[] (=
40).
76
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
Opnamen maken van onderwerpen op grote
afstand (Oneindig)
Stel de camera in op [u] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich veraf bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
174) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [u] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [u]
weergegeven.
Foto’s Films
Digitale tele-converter
De brandpuntafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,5x
of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger
is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in
dezelfde zoomfactor.
Druk op de knop <n>, kies [Digitale
Zoom] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
30).
Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
• De digitale tele-converter kan niet worden gebruikt met digitale
zoom (=
39) en AF-puntzoom (=
51).
• De respectieve brandpuntsafstanden bij het gebruik van [1.5x] en [2.0x] zijn
36,0–360,0mmen48,0–480,0mm(equivalentvan35mm-lm).
• De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale teleconverterinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in “Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (=
39).
77
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
Druk op de knop <n>, kies
[AF Frame] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
30).
Foto’s Films
Gezichts-AiAf
• Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen,
en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
• Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
• Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
• Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
• Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF
(=
79) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
• Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichtenenprol,vanuiteenhoekofgedeeltelijkverborgen
• Decamerakanniet-menselijkeonderwerpenidenticeren
als gezichten.
• Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
78
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
Onderwerpenselecterenomopscherptestellen
(AFTracking)
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1 Selecteer[AFTracking].
Voer de stappen in “De modus AF Frame
wijzigen” (=
77) uit om [AF Tracking]
te selecteren.
[ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kieseenonderwerpwaaropu
wiltscherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op de
knop <q>.
De camera piept en [ ] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
[ ] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
Druk nogmaals op de knop <q> als u het
volgen wilt stoppen.
3 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat
het onderwerp volgt terwijl de focus en
belichting worden aangepast (Servo AF)
(=
79).
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt
[
] nog steeds weergegeven en blijft de
camera het onderwerp volgen.
• [Servo AF] (=
79) is ingesteld op [Aan] en kan niet
worden gewijzigd.
• Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• [e] en [u] zijn niet beschikbaar.
• De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half
ingedrukt houdt zonder op de knop <q> te drukken. Nadat u de opname hebt
gemaakt, wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
• Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet weergegeven
wanneer er geregistreerde personen worden gedetecteerd, maar de namen
worden wel in de foto’s vastgelegd (=
43). Als het onderwerp waarop wordt
scherpgesteld echter hetzelfde is als een persoon die is gedetecteerd met
Gezichts-ID, wordt er een naam weergegeven.
79
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
Centrum
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar
scherpstellen.
• Een geel AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Druk op de knop <n> en stel [AF kader afm.] op het tabblad [4] in op
[Klein] (=
30) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
• De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de
digitale zoom (=
39) of de digitale tele-converter (=
76) gebruikt.
• Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
• De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de ontspanknop half
indrukt en [AF-Punt Zoom] (=
51) is ingesteld op [Aan].
Foto’s
OpnamenmakenmetServoAF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Servo AF] op het tabblad [4] en
kies [Aan] (=
30).
2 Stelscherp.
De focus en belichting blijven behouden als
het blauwe AF-kader wordt weergegeven
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk
niet scherpstellen.
• In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
• Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden
de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
• Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
40).
80
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
De focusinstelling veranderen
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer
de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera
beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop
half indrukt.
Druk op de knop <n>, kies [Continu]
op het tabblad [4] en kies [Uit] (=
30).
Aan
Helpt te voorkomen dat u
onverwachte fotokansen mist,
doordat de camera continu
scherpstelt op onderwerpen totdat u
de ontspanknop half indrukt.
Uit
De camera stelt niet continu scherp,
zodat de batterij minder snel leeg is.
Foto’s Films
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1 Vergrendeldefocus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop <q>.
De focus is nu vergrendeld en [%] wordt
weergegeven.
Om de focus te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <q>. In dit geval wordt [%] niet
meer weergegeven.
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
81
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Flitser
Foto’s
De itser activeren
Ukuntdeitserzoinstellendatdezealtijditstalsueenopnamemaakt.
Zie “Flitsbereik” (=
173)voormeerinformatieoverhetitsbereik.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om [h] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [h]
weergegeven.
Foto’s
Opnamen maken met Slow sync
Metdezeoptiewordtgeitstomdehelderheidvanhethoofdonderwerp
(zoals mensen) te verbeteren terwijl de camera opnamen maakt met een
korte sluitertijd, zodat de helderheid wordt verbeterd van de achtergrond
buitenhetitsbereik.
Zie “Flitsbereik” (=
173)voormeerinformatieoverhetitsbereik.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om [Z] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [Z]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Ookalsudeitsergebruikt,maghet
hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen
om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen.
Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een
statief of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden
(=
83).
82
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
Opnamen maken met FE-vergrendeling
Net als met de AE lock (=
71) kunt u de belichting vergrendelen voor het
makenvanopnamenmetdeitser.
1 Steldeitserinop[h](=
81).
2 Vergrendeldeitsbelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op de
knop <o>.
Deitsergaatafenwanneer[(] wordt
weergegeven,blijfhetitsuitvoerniveau
behouden.
Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [(] niet
meer weergegeven.
3 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
• FE: Flitsbelichting
Overige instellingen
Foto’s
De compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen:
(Superjn), (Fijn). Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart”
(=
173) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke
compressieverhouding op een geheugenkaart passen.
Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
83
1
2
3
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Druk op de knop <n>, kies
[IS modus] op het tabblad [4] en kies
de gewenste optie (=
30).
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor
de opnameomstandigheden
wordt automatisch toegepast
(Intelligent IS) (=
38).
Opname*
Beeldstabilisatie is alleen actief
op het moment van de opname.
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
* Deinstellingwordtgewijzigdin[Continu]voorlmopnamen.
• Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
84
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze
op tal van manieren doorbladeren en bewerken.
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera
voor te bereiden op deze handelingen.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera
zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
5
4
Bekijken....................................85
Doorbeeldenbladerenen
beeldenlteren.......................88
Gezichts-ID-gegevens
bewerken.................................91
Optiesvoorhetweergeven
vanfoto’s.................................92
Beeldenbeveiligen...................94
Beeldenwissen........................97
Beeldenroteren........................99
Beeldcategorieën...................100
Foto’sbewerken.....................101
Filmsbewerken......................105
85
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s Films
Bekijken
Nahetmakenvanfoto’sofhetopnemenvanlmskuntudeze,zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Om het vorige beeld te bekijken, drukt u
op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk
in deze modus op de knoppen <q><r>
om door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Druk in de modus Beeld scrollen op de
knoppen <o><p> om door beelden
te bladeren in de groepen van elke
opnamedatum.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
].Ganaarstap3alsulms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen.
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk vervolgens nogmaals op de knop
<m> om het afspelen te starten.
4 Pashetvolumeaan.
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
U kunt het volume ook nadat de volume-
indicator verdwenen is, aanpassen door
op de knoppen <o><p> te drukken.
5 Onderbreekhetafspelen.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
Nadelmverschijnt[ ].
Volume-indicator
86
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
• Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>, kiest u
[Beeld scrollen] op het tabblad [1] en kiest u vervolgens [Uit].
• Als u de meest recente opname wilt weergeven bij het openen van de
afspeelmodus, drukt u op de knop <n>. Kies vervolgens [Ga verder] en
daarna [Laatste f.] op het tabblad [1].
• Voor het wijzigen van de weergegeven overgang tussen beelden drukt u op de
knop <n>. Kies vervolgens [Overgang] op het tabblad [1] en gebruik de
knoppen <q><r> om een overgangseffect te kiezen.
Foto’s Films
Schakelen tussen weergavemodi
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm of
om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide informatieweergave)”
(=
164) voor meer details over de weergegeven informatie.
Geen
informatieweergave
Korte
informatieweergave
Uitgebreide
informatieweergave
Foto’s Films
Overbelichtingswaarschuwing(voorhighlightsvanbeelden)
In de uitgebreide informatieweergave (=
86) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Foto’s Films
Histogram
Degraekdieverschijntindeuitgebreide
informatieweergave (=
86) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk gedeelte van
het beeld zich op elk helderheidsniveau
bevindt. Het histogram bekijken is een
manier om de belichting te controleren.
Foto’s Films
GPS-informatieweergave
Met een smartphone die via Wi-Fi
(=
116) is verbonden met de
camera, kunt u beelden op de camera
geotaggen en informatie toevoegen,
zoals breedtegraad, lengtegraad en
hoogte. Beelden met geotags worden
bij gedetailleerde informatieweergave
aangeduid met een [
]-pictogram.
Druk op de knop <o> om de vastgelegde
informatie weer te geven.
Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en -tijd) getoond.
Hoog
Donker
Laag
Helder
87
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
• In plaats van cijfers wordt [---] weergegeven voor items die niet
beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die niet juist
zijn vastgelegd.
• UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met
Greenwich Mean Time.
Films
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto’s (digest-lms)
Ukuntalsvolgtdigest-lmsbekijkendieautomatischzijnopgenomeninde
modus [ ] (=
35) op een dag waarop u foto’s hebt genomen.
1 Bladerdooruwbeelden.
[Digest-lmafspelenmetH]
wordt weergegeven in de foto’s die zijn
genomen in de modus [
].
2 Speeldedigest-lmaf.
Druk op de knop <m> en kies [r] in het
menu (=
29).
Dedigest-lmdieautomatischis
opgenomen op de dag dat de foto’s
zijn gemaakt, wordt vanaf het begin
afgespeeld.
• Evenlaterwordt[Digest-lmafspelenmetH] niet meer weergegeven.
Opdatumweergeven
Digest-lmskunnenopdatumwordenbekeken.
1 Selecteereenlm.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies de datum (=
29).
2 Speeldelmaf.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt starten.
88
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s
Personen controleren die met Gezichts-ID
zijn gedetecteerd
Als u de camera overschakelt naar de korte informatieweergave (=
86),
worden de namen weergegeven van maximaal vijf personen die zijn
geregistreerd in Gezichts-ID (=
43).
Schakeloveropkorteinformatie-
weergaveencontroleer.
Druk herhaaldelijk op de knop <p>
totdat de korte informatieweergave
is geactiveerd en druk vervolgens op
de knoppen <q><r> om een beeld
te kiezen.
De namen worden op gedetecteerde
personen weergegeven.
• Als u geen namen wilt weergeven in foto’s die met behulp van Gezichts-ID
zijn gemaakt, drukt u op de knop <n>, kiest u [Info gezichts-ID] op het
tabblad [1] en stelt u [Naam weerg.] in op [Uit].
Door beelden bladeren en beelden lteren
Foto’s Films
Bladeren door beelden in een index
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1 Geefbeeldenweerineenindex.
Verschuif de zoomknop naar <g> als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
Verschuif de zoomknop naar <k>
om minder beelden weer te geven.
Het aantal beelden neemt elke keer af
wanneer u de zoomknop verschuift.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk op de knop <m> om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
89
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s Films
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door
debeeldweergavetelterenopdedooruopgegevenvoorwaarden.Ukunt
deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (=
94) of verwijderen
(=
97).
Naam
Geeft beelden van een geregistreerde persoon weer (=
43).
Mensen Geeft beelden met gedetecteerde gezichten weer.
Opnamedatum
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen.
Favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet (=
100).
Foto/lm
Geeftfoto’s,lmsoflmsdiezijnopgenomenindemodus[
]
(=
35) weer.
1 Kieseenzoekvoorwaarde.
Druk op de knop
<m>
, kies
[ ] in het
menu en kies een voorwaarde (=
29).
Wanneer u [ ] of [ ] hebt geselecteerd,
kiest u de voorwaarde door op de
knoppen <o><p><q><r> op het
weergegeven scherm te drukken en
vervolgens drukt u op de knop <m>.
2 Bekijkdegelterdebeelden.
Beelden die voldoen aan uw voorwaarden,
worden in gele kaders weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> om alleen
deze beelden te bekijken.
Kies [ ]instap1omgelterdafspelen
te stoppen.
• Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende
beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar.
• Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn “Bladeren door
beelden in een index” (=
88), “Diavoorstellingen bekijken” (=
92) en
“Beelden vergroten” (=
92). U kunt ook alle gevonden beelden beveiligen,
wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoalbum door [Alle beelden
zoekopdr. sel.] te selecteren in “Beelden beveiligen” (=
94), “Alle beelden
wissen” (=
97), “Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (=
151) of
“Beelden toevoegen aan een fotoboek” (=
154).
• Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (=
102– 104),
wordt een bericht weergegeven en worden de gevonden beelden niet
meer weergegeven.
90
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
Gegroepeerde beelden die in de modus [ ] zijn gemaakt (=
66),
worden over het algemeen samen getoond, maar kunnen ook afzonderlijk
worden weergegeven.
1 Selecteereenbeeldgroep.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld met het label [
] te selecteren.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
29).
3 Geefdeafzonderlijkebeelden
indegroepweer.
Als u op de knoppen <q><r> drukt,
worden alleen de beelden in de groep
weergegeven.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en druk nogmaals op de knop
<m> om te stoppen met afspelen in een
groep (=
29).
• Bij groep afspelen (stap 3) kunt u de functies van het functiemenu gebruiken
door op de knop <m> te drukken. U kunt ook snel door beelden bladeren
“Bladeren door beelden in een index” (=
88) en deze vergroten “Beelden
vergroten” (=
92). U kunt ook alle gevonden beelden in een groep tegelijk
beveiligen, wissen of afdrukken of deze aan een fotoboek toevoegen door
[Alle beelden groeperen] te kiezen in “Beelden beveiligen” (=
94), “Alle
beelden wissen” (=
97), “Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)”
(=
151) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek” (=
154).
• Druk op de knop <n>, kies [Beelden groep.] op het tabblad [1] en kies
[Uit] (=
30) als u het groeperen van de beelden ongedaan wilt maken,
zodat u ze afzonderlijk kunt bekijken. Het groeperen van gegroepeerde
beelden kan echter tijdens het afspelen van afzonderlijke beelden niet
worden opgeheven.
91
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Gezichts-ID-gegevens bewerken
Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze
wijzigen of wissen.
U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door
Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven en voor
personen waarvan de naam is gewist.
Namenwijzigen
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[Info gezichts-ID] op het tabblad [1]
(=
30).
Druk op de knoppen <o><p> om
[ID-info bew.] te kiezen en druk op de
knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Volg de procedure in “Personen
controleren die met Gezichts-ID
zijn gedetecteerd” (=
88), kies een
beeld en druk op de knop <m>.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde gezicht weergegeven.
Wanneer meerdere namen in een beeld
worden weergegeven, drukt u op de
knoppen <q><r> om de naam te kiezen
die u wilt wijzigen en drukt u op de
knop <m>.
3
Kieshetitemdatuwiltbewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Overschrijven] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
4 Selecteerdenaamvan
depersoondieuwilt
overschrijven.
Voer stap 2 in “Gezichtsgegevens
overschrijven en toevoegen” (=
47)
uit en kies de naam van de persoon die
u wilt overschrijven.
Namenwissen
Voer stap 3 in “Namen wijzigen”
(=
91) uit, kies [Wissen] en druk op de
knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
92
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Opties voor het weergeven van foto’s
Foto’s
Beelden vergroten
1 Vergrooteenbeeld.
Verschuif de zoomknop naar <k> als
u wilt inzoomen op het beeld en het
beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop
vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot
een factor van 10x.
Verschuif de zoomknop naar <g>
om uit te zoomen. Als u de zoomknop
vasthoudt, keert u terug naar de
enkelvoudige weergave.
2 Verschuifdeweergavelocatie
enschakelindiennodig
tussenbeelden.
Als u de weergavepositie wilt
aanpassen, drukt u op de knoppen
<o><p><q><r>.
Zelfs wanneer [ ] nog op het scherm
staat, kunt u al schakelen naar [ ]
door op de knop <m> te drukken.
Druk tijdens het in- of uitzoomen op de
knoppen <q><r> om tussen de beelden
te schakelen. Druk nogmaals op de
knop <m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke instelling.
• U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige weergave gaan
door op de knop <n> te drukken.
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
Foto’s Films
Diavoorstellingen bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
Selecteereenovergangvoor
dediavoorstellingenstart
hetafspelen.
Druk op de knop <m> en kies [.] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
29).
De diavoorstelling begint enkele
seconden nadat [Laden van beeld] wordt
weergegeven.
Druk op de knop <n> om de
diavoorstelling te beëindigen.
• De spaarstandfuncties van de camera (=
27) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
• Druk op de knop <m> als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
• U kunt naar andere beelden schakelen tijdens het afspelen als u op de
knoppen <q><r> drukt. Houd voor vooruitspoelen of achteruitspoelen de
knoppen <q><r> ingedrukt.
• In de modus voor beeld zoeken (=
89) worden alleen beelden afgespeeld
die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
93
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Instellingenvoordiavoorstellingenwijzigen
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen
tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [1] (=
92).
2 Congureerdeinstellingen.
Kies het menu-item dat u wilt
congurerenenkiesdegewensteoptie
(=
30).
Selecteer [Start] en druk op <m> als u
de diavoorstelling volgens uw instellingen
wilt starten.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect].
Foto’s
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shufe)
Op basis van het huidige beeld staan op de camera vier vergelijkbare
beelden die u wellicht ook wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt
geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven,
zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze
functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
1 SelecteerSmartShufe.
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
29).
Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om te selecteren welk beeld u vervolgens
wilt weergeven.
Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door
de volgende vier mogelijke beelden.
Als u op de knop <m> drukt, verschijnt
het middelste beeld op volledige
grootte. Druk nogmaals op de knop
<m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke weergave.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar de enkelvoudige weergave.
94
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
• UkuntinSmartShufealleenfoto’safspelendiemetdezecamera
zijn gemaakt.
• SmartShufeisnietbeschikbaarindevolgendesituaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven
- Beeldenwordenweergegeveningelterdeweergave(=
89)
- Tijdens groep afspelen (=
90)
Foto’s Films
Beelden beveiligen
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (=
97).
Druk op de knop <m> en kies [:] in
het menu (=
29). [Beveiligd] wordt
weergegeven.
Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en selecteert
u [:] nogmaals. Druk vervolgens op de
knop <m>.
• Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (=
137, 138).
• Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera.
Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
95
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Via het menu
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [1] (=
30).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
instelling (=
30).
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
95),
kies [Selectie] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilighetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
Een reeks selecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
95),
kies [Select. reeks] en druk op de
knop <m>.
2 Selecteerheteerstebeeld.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
96
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
3 Selecteerhetlaatstebeeld.
Druk op de knop <r>, kies [Laatste
beeld] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
4 Beveiligdebeelden.
Druk op de knop <p>, kies [Beveilig] en
druk op de knop <m>.
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
95),
kies [Sel. alle beelden] en druk op de
knop <m>.
2 Beveiligdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Beveilig] te kiezen. Druk vervolgens op
de knop <m>.
• U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig. uit] te
selecteren in stap 4 van “Een reeks selecteren” of in stap 2 van “Alle beelden
in één keer opgeven”.
97
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s Films
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
94) kunnen echter niet worden gewist.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <m> en kies
vervolgens [a] in het menu (=
29).
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <q><r> om [Annuleer]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
Alle beelden wissen
U kunt alle beelden tegelijk wissen. Wees voorzichtig bij het wissen
van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden
(=
94) kunnen echter niet worden gewist.
Eenselectiemethodeselecteren
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Wissen] op het tabblad [1]
(=
30).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
instelling (=
30).
Druk op de knoppen <o><p> om
een selectiemethode te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
98
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Afzonderlijkebeeldenselecteren
1 Selecteer[Selectie].
Voer stap 2 uit in “Een selectiemethode
selecteren” (zie boven), kies [Selectie] en
druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2
in “Afzonderlijke beelden selecteren”
(=
95), wordt [ ] weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Wishetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Eenreeksselecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
97) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
95) uit om beelden
op te geven.
3 Wisdebeelden.
Druk op de knop <p> om [Wissen]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Allebeeldeninéénkeeropgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit in “Een selectiemethode
selecteren” (=
97), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
2 Wisdebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
99
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s Films
Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer[\].
Druk op de knop <m> en kies [\] in het
menu (=
29).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knop <q> of <r>, afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop <m> om de
instelling te voltooien.
Via het menu
1 Selecteer[Roteren].
Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [1] (=
30).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt 90° geroteerd.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• Films met een beeldkwaliteit van [ ] of [ ] kunnen niet
worden geroteerd.
• Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
100).
100
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien door de camera uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden die in verticale richting
zijn opgenomen automatisch verticaal weergegeven op de camera.
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit] (=
30).
• Beelden kunnen niet worden geroteerd (=
99) als u [Autom.
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
• IndemodusSmartShufe(=
93) worden beelden die verticaal zijn
gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is ingesteld
op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide stand.
Beeldcategorieën
U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u
eencategoriekiestingelterdafspelenkuntudevolgendehandelingen
beperken tot die beelden.
• Bekijken (=
85), Diavoorstellingen bekijken (=
92), Beelden
beveiligen (=
94), Beelden wissen (=
97), Beelden toevoegen
aan de printlijst (DPOF) (=
151), Beelden toevoegen aan een fotoboek
(=
154)
Foto’s Films
Beelden markeren als favoriet
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
29).
[Gemarkeerd als favoriet] wordt
weergegeven.
Als u de markering van het beeld wilt
opheffen, herhaalt u deze procedure
en selecteert u [
] nogmaals.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Viahetmenu
1 Selecteer[Favorieten].
Druk op de knop <n> en kies
[Favorieten] op het tabblad [1]
(=
30).
101
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
3 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
• Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden
overdraagt naar de computer, worden aan deze beelden drie sterren
(
)toegewezen.(Geldtnietvoorlms.)
Foto’s bewerken
• Beeldbewerking (=
101– 104) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Foto’s
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1 Selecteer[Veranderen].
Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
(=
30).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenbeeldformaat.
Druk op de knoppen <q><r> om het
formaat te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
[Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
102
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
4 Slahetnieuwebeeldop.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
5 Bekijkhetnieuwebeeld.
Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
• Beelden die in stap 3 zijn opgeslagen als [ ], kunnen niet
worden bewerkt.
• Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Foto’s
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer[Trimmen].
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [1]
(=
30).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Pashetbijsnijgebiedaan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld wordt rechtsboven weergegeven.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <m>.
Druk op de knop <n>.
Bijsnijgebied
Voorbeeld van beeld
na bijsnijden
Resolutie na bijsnijden
103
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
102) uit.
• Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] (=
48)
of waarvan het formaat is gewijzigd in [ ] (=
101), kunnen niet
worden bewerkt.
• Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
• Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden.
• Als u beelden wilt bijsnijden die zijn opgenomen met Gezichts-ID (=
43),
blijven alleen de namen van de personen die in het bijgesneden beeld
voorkomen, behouden.
Foto’s
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld
opslaan als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)” (=
74) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer[MyColors].
Druk op de knop <n> en kies
[My Colors] op het tabblad [1] (=
30).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
102) uit.
• Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
• De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors
(=
74).
104
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het
beeld vervolgens op als een apart bestand.
1 Selecteer[i-Contrast].
Druk op de knop <n> en kies
[i-Contrast] op het tabblad [1] (=
30).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
102) uit.
• Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
• Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
• Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u
de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
Foto’s
Rode ogen corrigeren
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer[Rode-OgenCorr.].
Druk op de knop <n> en kies
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [1]
(=
30).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
3 Corrigeerhetbeeld.
Druk op de knop <m>.
Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Voer de stappen in “Beelden
vergroten” (=
92) uit.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Voer stap 5 in “Het formaat van beelden
wijzigen” (=
102) uit.
105
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
• Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld.
Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
• Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
Films
Films bewerken
Ukuntlmsinkortendooronnodigedelenaanhetbegineneindte
verwijderen.
1 Selecteer[*].
Volg stap 1–5 in “Bekijken” (=
85),
kies [*] en druk op de knop <m>.
Hetlmbewerkingspaneelende
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
2 Geefaanwelkedelenueruit
wiltknippen.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ] of
[
] te kiezen.
Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen <q><r>
om [
] te verschuiven. Snijd het begin
vandelmaf(vanaf[
]) door [ ] te
selecterenensnijdheteindevandelm
af met behulp van [
].
Zelfs als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [
], wordt alleen het
gedeelte vanaf het dichtstbijzijnde [
]
aan de linkerzijde afgesneden wanneer
[
] wordt geselecteerd en alleen het
gedeelte vanaf het dichtstbijzijnde [
]
aan de rechterzijde wordt afgesneden
wanneer [
] wordt geselecteerd.
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalkvoorlms
106
1
2
3
4
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
5
Handleiding voor
gevorderden
Afspeelmodus
3 Bekijkdebewerktelm.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.Debewerktelmwordt
nu afgespeeld.
Herhaalstap2alsudelmnogeenkeer
wilt bewerken.
Als u de bewerking wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <o><p> om
[
]
te selecteren. Druk op de knop <m>,
druk op de knoppen <q><r> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens nogmaals
op de knop <m>.
4 Sladebewerktelmop.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Delmwordtnuopgeslagenalseen
nieuw bestand.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
lmoverschrevendoordeingekortelm.Deoorspronkelijkelm
wordt dan gewist.
• [Overschrijven] is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart niet
voldoende vrije ruimte is.
• Alsdebatterijhalverwegehetopslaanleegraakt,wordenlms
mogelijk niet opgeslagen.
• Gebruiktijdenshetbewerkenvanlmseenvolledigopgeladenbatterij
of een voedingsadapterset (
=
142
, afzonderlijk verkrijgbaar).
Films
Digest-lms bewerken
Afzonderlijke hoofdstukken (=
35) die zijn opgenomen in de modus [ ]
kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het wissen van
hoofdstukken, aangezien ze niet kunnen worden hersteld.
1 Selecteerhethoofdstukdatu
wiltwissen.
Voerdestappen1–2in“Kortelms
bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
vanfoto’s(digest-lms)”(=
87) uit om
eenlmteselecterendieisgemaaktin
de modus [ ] en druk vervolgens op de
knop <m>omhetlmbedieningspaneel
te openen.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ] of
[ ] te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het geselecteerde hoofdstuk wordt
meerdere malen afgespeeld.
3 Bevestighetwissen.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het hoofdstuk wordt gewist en de clip
wordt overschreven.
• [ ] wordt niet weergegeven als u een hoofdstuk selecteert wanneer de
camera is aangesloten op een printer.
107
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wi-Fi-functies
U kunt beelden via Wi-Fi-functies vanaf de camera naar
tal van compatibele apparaten verzenden en de camera
gebruiken met Webservices.
6
4
WatukuntdoenmetWi-Fi....108
Wi-Figebruikenombeelden
vanafdecamera
teverzenden..........................109
VoorzorgsmaatregelenWi-Fi
(draadloosLAN)....................109
Veiligheidsmaatregelen.........110
Woordenlijst........................... 111
Eenbijnaamvoor
decameraregistreren
(alleeneerstekeer)...............112
Verbindingmaken
metWebservices..................113
Verbindingmakenmet
eensmartphone....................116
Verbindingmakenmet
eenanderecamera...............118
Verbindingmakenmet
eencomputer........................119
Verbindingmakenmet
eenprinter.............................125
Beeldenverzenden................127
Beeldennaareencomputer
verzendenviaCANON
iMAGEGATEWAY.................129
Beeldenopdecamera
geotaggen..............................130
Wi-Fi-instellingenbewerken
ofwissen...............................130
108
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wat u kunt doen met Wi-Fi
Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi
®
* product. U kunt draadloos
verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten.
In dit hoofdstuk kunnen ook andere draadloze LAN-functies dan Wi-Fi
worden aangeduid met Wi-Fi.
* Wi-Fiiseenmerknaamdieduidtophetcompatibiliteitscerticaatvan
WiFi-apparaten.
VerbindingmakenmetWebservices
CANON iMAGE GATEWAY is een online fotoservice die
beschikbaar is voor mensen die dit product hebben gekocht.
Als u zich gratis als lid registreert, kunt u CANON iMAGE
GATEWAY gebruiken om toegang te krijgen tot verschillende
webservices, zoals sociale netwerkservices die op een
computer zijn ingesteld. Beelden op de camera kunnen
ook automatisch naar een computer worden verzonden
via CANON iMAGE GATEWAY.
Verbindingmakenmeteensmartphone
Afbeeldingen verzenden naar smartphones en tabletcomputers
die Wi-Fi-functies hebben. U kunt uw opnamen ook geotaggen
via een verbonden smartphone of tablet. De installatie van een
toegewezen toepassing op de smartphone of tablet is vereist.
Raadpleeg de Canon website voor details.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones en
tablets gezamenlijk aangeduid met de term smartphones.
Verbindingmakenmeteenanderecamera
Gebruik de Wi-Fi-functie om afbeeldingen te verzenden tussen
compacte digitale camera’s van Canon.
Verbindingmakenmeteencomputer
Gebruik de meegeleverde software om afbeeldingen
draadloos van de camera naar een computer te verzenden.
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor meer informatie.
Verbindingmakenmeteenprinter
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-
compatibele printer (die DPS via IP ondersteunt) om ze af
te drukken.
109
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wi-Fi gebruiken om beelden vanaf de
camera te verzenden
Apparaat
Bediening
Voorbereidingen
Een bijnaam voor de camera
registreren (=
112)
O O O O O
De meegeleverde software
installeren (=
20)
*1
O
O
Instellingen aanpassen voor
het gebruik van webservices
van CANON iMAGE GATEWAY
(=
113)
O
De speciale toepassing
installeren op de smartphone
(=
116)
O
Verbinding
Een verbinding met de camera
tot stand brengen
O
(=
113)
O
(=
116)
O
(=
118)
O
(=
119)
O
(=
125)
Verzenden/afdrukken/
importeren
Beelden verzenden (=
127)
O*
2
O O
Beelden overzetten naar een
computer (
=
124)
O
Beelden afdrukken (
=
125)*
3
O
*1 Instructies in deze handleiding zijn van toepassing wanneer de software correct is
geïnstalleerd vanaf de meegeleverde cd-rom (=
20).
*2 Beelden worden bij overdracht via een server automatisch verzonden (=
129).
*3 Zie “Beelden afdrukken” (=
147) voor gedetailleerde instructies voor afdrukken.
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN)
• Het modelnummer is PC1897 (inclusief WLAN-module model WM219).
• Landen en regio’s waarin WLAN-gebruik is toegestaan
- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s en illegaal
gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften. Om te
voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN schendt,
controleert u op de website van Canon waar het gebruik is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden gehouden
voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN in andere
landen en regio’s.
• Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit wettelijke
gevolgen hebben:
- Het product wijzigen of aanpassen
-Decerticeringslabelsvanhetproductverwijderen
• Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
• Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het
onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet
worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop
een VS-handelsembargo van toepassing is.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen, kunnen
worden gewist door een foutief gebruik van het product, de gevolgen van
radiogolven of statische elektriciteit, een ongeval of een fout. Noteer de
draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel. Houd er rekening
mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor het verslechteren van
inhoud, directe of indirecte schade of verlies van inkomsten door het
gebruik van dit product.
110
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
• Canon compenseert geen verloren of gestolen producten.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade door ongeoorloofde
toegang tot geregistreerde gegevens (bestemmingen van verzonden
afbeeldingen, enzovoort) indien het product is verloren of gestolen.
• Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
• Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze
apparaten beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregelen voor storing
van radiogolven
• Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die
radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver
mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten
niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan indien u een LAN-kabel gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
• Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten
op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt
(onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven. Als u
probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze probeert te
gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden beschouwd.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer geen
verbinding te maken met andere onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
• Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
• Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot
uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in
andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis
van Wi-Fi-beveiliging en houd een mooi evenwicht tussen risico en gemak
wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
111
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Woordenlijst
Termen die verwijzen naar Wi-Fi worden hier verklaard. Raadpleeg ook de
verklaring voor de termen in de respectievelijke delen van deze handleiding.
• Toegangspunt
Een apparaat dat radiogolven doorstuurt om een Wi-Fi-netwerk te
maken. Deze term verwijst ook naar een netwerk dat u kunt gebruiken
om via Wi-Fi verbinding te maken met internet.
• Firewall
Dit is een systeem dat netwerken beschermt tegen computervirussen,
externe ongeoorloofde toegang en beveiligingsbedreigingen. Dit wordt in
de Wi-Fi-router of computer ingesteld.
• SSID/ESSID
Voorgecongureerdecijfersenlettersdiewordengebruiktomeen
speciektoegangspuntaanteduiden.Ditwordtookwelde“naamvan
het toegangspunt” of de “netwerknaam” genoemd.
• Coderingssleutel
Dit is een sleutel die gebruikt wordt om gegevens te coderen voor
verzending van en naar een toegangspunt.
• IP-adres
Dit is een adres dat wordt gebruikt om een apparaat binnen een netwerk
teidenticeren.
• MAC-adres
Dit is een uniek adres dat vooraf aan een netwerkapparaat is toegekend.
Dit wordt ook wel “fysiek adres” genoemd.
De camera kan afdrukken naar PictBridge-compatibele
printers via Wi-Fi. Dankzij de technische PictBridge-
normen kunnen digitale camera’s, printers en andere
apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar verbinding
maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS over IP
PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen mogelijk.
De camera is ook compatibel met deze norm.
112
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Een bijnaam voor de camera
registreren (alleen eerste keer)
Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera.
Deze bijnaam wordt weergegeven op het scherm van doelapparaten als de
camera op andere toestellen wordt aangesloten via Wi-Fi.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Druk op de knop <o>.
2 Openhettoetsenbord.
Druk op de knop <m>.
3 Voereenbijnaamin.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een karakter te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m> om het in
te voeren.
Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de knop
<m> om de cursor te verplaatsen.
Selecteer [ ] en druk op de knop <m>.
Het vorige karakter wordt gewist.
4 Sladeinstellingenop.
Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
• Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan
een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst.
Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen tot
webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of printer.
• Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u [Instellingen Wi-Fi] op het
tabblad [3] en kiest u daarna [Bijnaam apparaat veranderen].
• Als het Wi-Fi-menu niet wordt weergegeven maar alleen de informatie
verandert wanneer u op de knop <o> drukt, druk dan eerst op de knop <p>
om over te schakelen van de gedetailleerde informatieweergave (=
86).
113
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Verbinding maken met Webservices
U kunt de camera als volgt instellen om verschillende webservices
te gebruiken.
Instellingen aanpassen voor het gebruik van
webservices van CANON iMAGE GATEWAY
Accountinstellingen aanpassen voor de webservices die u wilt gebruiken.
• Om Webservices in te stellen is een computer nodig. U moet eerst
CANON iMAGE GATEWAY instellen.
• Zorg dat u CameraWindow vooraf installeert vanaf de meegeleverde
cd-rom aangezien dit programma wordt gebruikt om instellingen
aan te passen (=
21). Zie “Systeemvereisten” (=
21) voor de
systeemvereisten voor serveroverdracht.
• Voor informatie over landen en regio’s waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, raadpleegt u de website van Canon (http://canon.com/cig).
1 Schrijfuinalslidvan
CANONiMAGEGATEWAY.
Ga naar http://canon.com/cig op een
computer of een ander apparaat dat is
verbonden met internet en ga naar de
CANON iMAGE GATEWAY-site voor
uw regio.
Volg de weergegeven instructies om de
registratie te voltooien (gratis).
U moet een account hebben bij andere
Webservices dan CANON iMAGE
GATEWAY als u deze wilt gebruiken.
Voor meer informatie gaat u naar de
website van elke webservice waarvoor
u zich wilt inschrijven.
2 Sluitdecamerametde
interfacekabelaanopeen
computer(=
22).
Op een computer met Windows hoeft u
de interfacekabel niet aan te sluiten als
u de instellingen van tevoren voltooit
(=
121). In dit geval kunt u via Wi-Fi
verbinding maken.
3 GeefCameraWindow(=
23)
weer.
4 Openhetaanmeldschermvan
CANONiMAGEGATEWAY.
Klik op [Camera Settings/Camera-
instellingen] en klik daarna op [Set Up
Web Services/Webservices instellen].
5 MelduaanbijCANONiMAGE
GATEWAY.
Voer uw aanmeldingsnaam en wachtwoord
voor CANON iMAGE GATEWAY in en klik
op [Login/Aanmelden].
114
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
6 SteleenWebserviceindieu
wiltgebruiken.
Volg de instructies op het scherm om
de instellingen te voltooien voor de
Webservices die u wilt gebruiken.
Nadat u klaar bent met het instellen van
de Webservice, klikt u onder aan het
scherm op [Finish/Voltooien] om deze af
te sluiten.
7 Webservice-instellingen
toepassenopdecamera.
Kies de naam van de Webservice die u
wilt instellen op de camera en klik op [
]
in het midden van de lijsten.
De naam van de Webservice die op de
camera wordt opgeslagen, wordt in de
lijst [Camera] weergegeven.
Klik op [o] of [p] om de volgorde van
de Webservices te wijzigen die in het
Wi-Fi-menu van de camera worden
weergegeven.
Sluit het venster nadat u de instellingen in
de [Camera]-lijst volgens uw wensen hebt
aangepast.
De instellingen van Webservices en voor
het overbrengen van beelden via de
server worden op de camera toegepast.
• Er is een internetverbinding vereist om toegang te krijgen tot
CANON iMAGE GATEWAY (er moet een internetbrowser op de
computer zijn geïnstalleerd, u moet een abonnement hebben bij een
internetprovider en er moet een actieve internetverbinding zijn).
• Controleer de website van CANON iMAGE GATEWAY voor
browserinstellingen (Microsoft Internet Explorer, enzovoort),
voorwaarden en versie-informatie wanneer u verbinding maakt met
CANON iMAGE GATEWAY.
• Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een
ISP-verbinding en het gebruik van een toegangspunt.
• Nadat u zich voor de tweede keer hebt aangemeld bij CANON iMAGE
GATEWAY in stap 5, wordt het scherm in stap 7 weergegeven. Klik op
[Edit Web Services/Webservices bewerken] om de instellingen te wijzigen
voor de Webservices die u gebruikt.
• Om Webservices toe te voegen of te wijzigen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 2.
115
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Een verbinding met Webservices tot stand brengen
Verbinding maken met Webservices die voor de camera geregistreerd zijn.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 KieseenWebservice.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het pictogram van de Webservice te
kiezen waarmee u verbinding wilt maken
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de Webservice meerdere ontvangers
heeft, selecteert u de gewenste
ontvanger in het scherm [Ontvanger
selecteren] en drukt u op de knop <m>.
3 Maakverbindingmeteen
toegangspunt.
Voer stap 4–6 in “Een computer
toevoegen” (=
122) uit bij een met WPS
compatibel toegangspunt om verbinding
te maken met het toegangspunt.
Voer stap 2–3 in “Verbinding maken met
toegangspunten in de lijst” (=
123)
uit bij een niet met WPS compatibel
toegangspunt om verbinding te maken
met het toegangspunt.
Nadat u verbinding met de Webservice
hebt gemaakt, wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga door
naar “Beelden verzenden” (=
127).
Wanneer [Verst. via server] is
geselecteerd, worden beelden echter
verzonden zodra er verbinding is
(=
129).
• Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gehad, maakt de camera er in stap 2
automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt wilt
kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en voert u
stap 4–5 in “Een computer toevoegen” (=
122) uit.
• Als u het Wi-Fi-menu eenmaal hebt geopend, kunt u het daarna weer openen
door op de knop <o> te drukken. Het recente doelapparaat wordt het eerst
vermeld, zodat u er gemakkelijk weer toegang toe kunt krijgen door op de
knoppen <o><p> te drukken om het te kiezen. Als u een nieuw apparaat
wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r>tedrukkenendeinstellingtecongureren.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
116
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Verbinding maken met een smartphone
Wanneer u een Wi-Fi-verbinding met een smartphone tot stand brengt, kunt
u de camera gebruiken als toegangspunt (modus Camera toegangspunt) of
een ander toegangspunt gebruiken.
Volg deze instructies wanneer u de camera gebruikt als toegangspunt.
Zie “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (=
123) wanneer u
een ander toegangspunt gebruikt.
CameraWindow op een smartphone installeren
Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis
toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren.
1 Verbinddesmartphonemet
eennetwerk.
2 InstalleerCameraWindow.
Voor een iPhone, iPad of iPod touch
moet u CameraWindow in de Mac App
Store downloaden en installeren.
Voor een Android-apparaat moet
u CameraWindow in Google Play
downloaden en installeren.
3 Registreerdenaamvan
desmartphone.
Start CameraWindow op de smartphone
en voer een naam in voor de smartphone
die op de camera wordt weergegeven.
• Raadpleeg de Canon website voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
Een verbinding met een smartphone tot
stand brengen
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseensmartphone.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te kiezen en druk op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
De SSID en versleutelingscode van
de camera worden weergegeven op
het scherm.
117
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
4 Gebruikdesmartphoneom
verbindingtemakenmethet
netwerkophetschermvan
decamera.
Kies de weergegeven SSID
(netwerknaam) in het menu met Wi-Fi-
instellingen van de smartphone.
Voer in het wachtwoordveld op de
smartphone de coderingssleutel in die op
het camerascherm wordt weergegeven.
5 StartCameraWindowop
desmartphone.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm op
de camera weergegeven.
6 Kieseensmartphoneom
verbindingmeetemaken.
Druk op de knoppen <o><p> om de
smartphone voor de verbinding te kiezen
en druk op de knop <m> (=
116).
7 Pasdeprivacy-instellingenaan.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken om
beelden te ontvangen die zijn verzonden
vanaf de camera of om beelden op de
camera te geotaggen (=
130).
Nadat de smartphone is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga door
naar “Beelden verzenden” (=
127).
• Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gehad, maakt de camera er in stap 3
automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt wilt
kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en voert u
stap 4–5 in “Een computer toevoegen” (=
122) uit.
• Alle camerabeelden kunnen worden bekeken op de verbonden
smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de camerabeelden
privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de
smartphone, kiest u [Nee] in stap 7.
118
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• U kunt verbinding maken met smartphones waarmee u al eerder verbinding
hebt gehad door deze in stap 3 op het scherm [Apparaat selecteren] te kiezen.
• Als u het Wi-Fi-menu eenmaal hebt geopend, kunt u het daarna weer openen
door op de knop <o> te drukken. Het recente doelapparaat wordt het eerst
vermeld, zodat u er gemakkelijk weer toegang toe kunt krijgen door op de
knoppen <o><p> te drukken om het te kiezen. Als u een nieuw apparaat
wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r>tedrukkenendeinstellingtecongureren.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
• Hetkwaliteitsniveauvanlmsdatkanverzondenworden,isafhankelijkvan
de smartphone. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij uw smartphone is
meegeleverd voor details.
• Om meerdere smartphones toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te passen, moet
u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen wilt wijzigen bij [Apparaat
bewerken] in stap 3 en daarna [Instell. tonen] kiezen.
Verbinding maken met een andere camera
U kunt als volgt twee camera’s via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera’s verzenden.
• Er kan alleen draadloos verbinding worden gemaakt met Canon-camera’s
met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt worden met
Canon-camera’s die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen Wi-Fi-functie
hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met DIGITAL IXUS
WIRELESS-camera’s.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseencamera.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [4] te kiezen en druk op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
Volg stappen 1–3 op de doelcamera.
Er wordt informatie over de verbinding met
de camera toegevoegd als [Verbinding op
doel- camera starten] wordt weergegeven
op beide cameraschermen.
Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga door
naar “Beelden verzenden” (=
127).
119
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Als u het Wi-Fi-menu eenmaal hebt geopend, kunt u het daarna weer openen
door op de knop <o> te drukken. Het recente doelapparaat wordt het eerst
vermeld, zodat u er gemakkelijk weer toegang toe kunt krijgen door op de
knoppen <o><p> te drukken om het te kiezen. Als u een nieuw apparaat
wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r>tedrukkenendeinstellingtecongureren.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
• Om meerdere camera’s toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Nadat een camera is toegevoegd, wordt de bijnaam van de camera
weergegeven op het scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met
een camera, kiest u de bijnaam in de lijst.
Verbinding maken met een computer
Ukuntalsvolgtcomputerinstellingenvoordeverbindingcongureren,
de computer als een verbindingsbestemming toevoegen en vervolgens
draadloos beelden overzetten naar de computer met de meegeleverde
software CameraWindow.
• Wanneer u verbonden bent met een computer, wordt de camera gebruikt om
de verbinding te maken en wordt daarna de computer (meegeleverde software
CameraWindow) gebruikt om afbeeldingen te verzenden.
Voorbereidingen voor het registreren van
een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer.
Decomputeromgevingcontroleren
Zie “Systeemvereisten” voor computeromgevingen waar Wi-Fi-verbinding
met een camera mogelijk is (=
21).
Verder moet de meegeleverde software, CameraWindow (=
21),
geïnstalleerd zijn.
• De basisedities Windows 7 Starter en Home worden niet ondersteund.
• Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van Windows
Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
120
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
DeWi-Fi-omgevingcontroleren
Voor gebruik van Wi-Fi is een Wi-Fi-basiseenheid (Wi-Fi-router, enzovoort)
als toegangspunt vereist die is verbonden met een computer. Gebruik een
Wi-Fi-basiseenheiddievoldoetaandeWi-Fi-normenop“Specicaties”
(=
172).
Als u al Wi-Fi gebruikt, bevestigt u de volgende punten en streept u ze af op
de controlelijst. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt
voor instructies voor het controleren van de netwerkinstellingen.
• Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
• Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Controlelijst
Netwerknaam(SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Netwerkcerticaat/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens verzending
via Wi-Fi.
O
Geen
O
WEP (open
systeemvericatie)
O
WPA-PSK (TKIP)
O
WPA-PSK (AES)
O
WPA2-PSK (TKIP)
O
WPA2-PSK (AES)
Coderingssleutel(netwerksleutel)
De coderingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te
coderen tijdens verzending via Wi-Fi.
Sleutelindex(verzondensleutel)
Desleuteldieisopgegevenalsnetwerkcerticaat/
gegevenscodering als u WEP gebruikt.
O 1
• Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router” genoemd.
• In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
“toegangspunten” genoemd.
• Zorg dat u het MAC-adres van de camera opgeeft op het toegangspunt
alsuMAC-adressenltertinuwWi-Fi-netwerk.UkunthetMAC-adres
van uw camera controleren door achtereenvolgens het tabblad [3],
[Instellingen Wi-Fi] en [MAC-adres controleren] te kiezen.
121
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
ComputerinstellingenvoorverbindingviaWi-Fi
(alleenWindows)
OpeencomputermetWindowsmoetudevolgendeinstellingencongureren
voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de computer.
1 Bevestigdatdecomputeris
verbondenmetWi-Fi.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Congureerdeinstelling.
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu
►[Alleprogramma’s]►[CanonUtilities]
►[CameraWindow]►[Wi-Fi-verbinding
instellen].
Congureerindetoepassingdiewordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
• Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de volgende
Windows-instellingengecongureerd.
- Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan vinden.
- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan vinden.
- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen detecteren.
• Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier beschreven instellingen
invoert. Controleer de instellingen van uw beveiligingssoftware.
Een computer toevoegen
Voeg een computer toe aan uw lijst met apparaten waarmee verbinding kan
worden gemaakt via Wi-Fi.
Volg deze instructies op als u een WPS-compatibel (Wi-Fi Protected Setup)
toegangspunt gebruikt om verbinding te maken door op een knop te drukken.
Als uw toegangspunt niet WPS-compatibel is, maakt u verbinding zoals
wordt beschreven in “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst”
(=
123).
• Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via
Wi-Fiverbindt.UkuntofweldePushButtonconguratiemethodegebruiken
of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om
te zien of WPS wordt ondersteund.
• Zorg dat u ook de gebruikershandleiding leest die is meegeleverd met
uw toegangspunt.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseencomputer.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [ ] te kiezen en druk op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
Er wordt een lijst met gedetecteerde
toegangspunten weergegeven in het
scherm [Netwerk selecteren].
122
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
4 Kies[WPS-verbinding].
Druk op de knoppen <o><p> om
[WPS-verbinding] te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
5 Kies[PBC-methode].
Druk op de knoppen <o><p> om
[PBC-methode] te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
6 Brengdeverbindingtotstand.
Houd op het toegangspunt de
WPS-verbindingsknop enkele
seconden ingedrukt.
Druk op de camera op de knop <m>.
De camera maakt verbinding met
het toegangspunt.
Er verschijnt een lijst met computers die
met het toegangspunt zijn verbonden in
het scherm [Apparaat selecteren].
7 Kieseencomputerom
verbindingmeetemaken.
Druk op de knoppen <o><p> om de
naam van de computer te kiezen en druk
op de knop <m>.
Zie “CameraWindow gebruiken
om beelden naar een computer
te verzenden” (=
124) als u een
Macintosh-computer gebruikt.
8 Installeereenstuurprogramma
(eerstalleenWindows-
verbinding).
Wanneer het scherm aan de linkerkant
wordt weergegeven, klikt u op het menu
Starten op de computer, vervolgens op
[Conguratiescherm]enop[Eenapparaat
toevoegen].
Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt het
AutoPlay-scherm weergegeven. Er wordt
niets weergegeven op het camerascherm.
Ga verder met “CameraWindow
gebruiken om beelden naar een
computer te verzenden” (=
124).
123
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gehad, maakt de camera er in stap
3 automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt
wilt kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en voert u
stap 4–5 in “Een computer toevoegen” (=
122) uit.
• U kunt verbinding maken met computers waarmee u al eerder verbinding hebt
gehad door deze in stap 3 op het scherm [Apparaat selecteren] te kiezen.
• Als u [PIN-methode] kiest in stap 5, wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat in
het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg de gebruikershandleiding die
is meegeleverd met uw toegangspunt voor meer informatie.
• Om meerdere computers toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• Als u het Wi-Fi-menu eenmaal hebt geopend, kunt u het daarna weer openen
door op de knop <o> te drukken. Het recente doelapparaat wordt het eerst
vermeld, zodat u er gemakkelijk weer toegang toe kunt krijgen door op de
knoppen <o><p> te drukken om het te kiezen. Als u een nieuw apparaat
wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r>tedrukkenendeinstellingtecongureren.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1
Bekijkdelijstmettoegangspunten.
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven in stap 1–3 in “Een computer
toevoegen” (=
121).
2 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> om een
netwerk (toegangspunt) te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Voerdecoderingssleutelvan
hettoegangspuntin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de coderingssleutel in
(=
112).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Kies[Auto].
Druk op de knoppen <o><p> om [Auto]
te kiezen en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een lijst met andere
apparaten die met het toegangspunt
zijn verbonden in het scherm
[Apparaat selecteren].
124
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
5 Kies een computer om
verbinding mee te maken.
Voer de stappen 7–8 in “Een computer
toevoegen” (=
122) uit om de computer
te selecteren waarmee u verbinding
wilt maken. De computer wordt nu
toegevoegd aan de lijst.
• Zie het toegangspunt zelf of de gebruikershandleiding ervan voor meer
informatie over de coderingssleutel van het toegangspunt.
• Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven.
Kies [Handmatige instellingen] in stap 2 om een toegangspunt handmatig in te
stellen als er geen toegangspunten zijn gedetecteerd. Volg de instructies op het
scherm en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een coderingssleutel in.
• Wanneer u een toegangspunt gebruikt waarmee u al verbonden bent om
verbinding te kunnen maken met een ander apparaat, wordt [*] weergegeven
voor de coderingssleutel in stap 3. Als u dezelfde coderingssleutel wilt
gebruiken, drukt u op de knoppen <o><p> om [Volgende] te kiezen, en drukt
u vervolgens op de knop <m>.
• Om meerdere computers toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
CameraWindow gebruiken om beelden naar
een computer te verzenden
Gebruik de computer (meegeleverde software CameraWindow) om
afbeeldingen van de camera naar de computer te verzenden.
• Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
20) voor informatie over het gebruik
van CameraWindow.
1 Geef CameraWindow weer.
Klik in Windows op [Downloads Images
From Canon Camera using Canon
CameraWindow/Beelden van Canon-
camera via Canon CameraWindow
downloaden].
CameraWindow verschijnt.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow automatisch
weergegeven als er een Wi-Fi-verbinding
tot stand is gebracht tussen de camera
en de computer.
2 Importeer afbeeldingen.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid.
125
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Als CameraWindow niet wordt weergegeven wanneer u een Macintosh-
computer gebruikt, klikt u op het CameraWindow-pictogram in het dock.
• Hetduurtlangeromlmsteimporterenomdatditgroterebestandenzijn
dan afbeeldingen.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde beelden
wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen. Raadpleeg de
Softwarehandleiding (=
20) voor meer informatie.
Verbinding maken met een printer
Verbind de camera als volgt met een printer via Wi-Fi.
Wanneer u een Wi-Fi-verbinding met een printer tot stand brengt, kunt u de
camera gebruiken als toegangspunt (modus Camera toegangspunt) of een
ander toegangspunt gebruiken.
Volg deze instructies wanneer u de camera gebruikt als toegangspunt.
Zie “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (=
123) in
“Een computer toevoegen” wanneer u een ander toegangspunt gebruikt.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseenprinter.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [2] te kiezen en druk op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
126
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
4 Gebruikdeprinterom
verbindingtemakenmethet
netwerkdatwordtweergegeven
ophetschermvandecamera.
Kies de weergegeven SSID
(netwerknaam) in het menu met Wi-Fi-
instellingen van de printer.
Voer in het wachtwoordveld op de
printer de coderingssleutel in die op het
camerascherm wordt weergegeven.
5 Selecteerdeprinter.
Zodra de printer klaar is voor de
verbinding, drukt u op de knop <m>
wanneer de printernaam wordt
weergegeven op de camera.
Wanneer de printer is toegevoegd, wordt
het afdrukscherm weergegeven.
6 Selecteereenbeeldomaf
tedrukken.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
Druk op de knop <m>, kies [c] in het
menu en druk nogmaals op de knop
<m> om het afdrukscherm te openen.
Druk op de knoppen <o><p> om [Print]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het afdrukken start nu.
Zie “Beelden afdrukken” (=
147) voor
gedetailleerde instructies voor afdrukken.
• Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gehad, maakt de camera er in stap 3
automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt wilt
kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en voert u
stap 4–5 in “Een computer toevoegen” (=
122) uit.
• U kunt verbinding maken met printers waarmee u al eerder verbinding hebt
gehad door deze in stap 3 op het scherm [Apparaat selecteren] te kiezen.
• Als u het Wi-Fi-menu eenmaal hebt geopend, kunt u het daarna weer openen
door op de knop <o> te drukken. Het recente doelapparaat wordt het eerst
vermeld, zodat u er gemakkelijk weer toegang toe kunt krijgen door op de
knoppen <o><p> te drukken om het te kiezen. Als u een nieuw apparaat
wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r>tedrukkenendeinstellingtecongureren.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, drukt u op de knop
<n> en kiest u op het tabblad [3] de opties [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
127
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Beelden verzenden
U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn
geregistreerd op de camera.
• Beelden kunnen worden geüpload naar sociale netwerkservices of worden
verzonden naar e-mailadressen via CANON iMAGE GATEWAY. Raadpleeg de
website van CANON iMAGE GATEWAY voor meer informatie.
• Erkunnenmaximaal50beeldentegelijkwordenverzonden.Ukuntlms
samen verzenden zolang de totale afspeelduur minder is dan twee minuten.
Alsdebestemmingeenwebserviceis,ishetaantallmsenafbeeldingen
dat verzonden kan worden mogelijk lager afhankelijk van de webservice.
Raadpleeg de gewenste webservice voor meer informatie.
• Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het
langdurenomlmsteverzenden.Houdhetbatterijniveauvandecamerain
het oog.
• Als u verbonden bent met een computer, worden beelden verzonden met
de computer (meegeleverde software CameraWindow) in plaats van met de
camera (=
124).
1 Kies[Select.enverz.].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Select. en verz.] te kiezen en druk op
de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop <n>.
3 Verzenddebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te kiezen en druk op de knop
<m>. Druk op de knoppen <o><p>
om de resolutie (grootte) van te
verzenden beelden te kiezen en druk
op de knop <n>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Verzenden] te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u
de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord]
en drukt u op de knop <m>.
De beeldoverdracht wordt gestart.
Tijdens het overbrengen van beelden
wordt het scherm donker.
128
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Nadat beelden zijn geüpload naar een
webservice, wordt [OK] weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het afspeelscherm.
Nadat u beelden naar een camera of
smartphone hebt verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en keert
het scherm terug naar het scherm voor
de beeldoverdracht.
• Raak de Wi-Fi-zender/ontvanger (=
4) niet aan met uw vingers of met
andere voorwerpen. Als deze wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertragen.
• Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met de
volgende pictogrammen.
[
] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
• Druk op de knop <n> om de verbinding met de camera te verbreken.
Druk na het bevestigingsbericht op de knoppen <q><r> om [OK] te kiezen en
druk op de knop <m>. U kunt ook de smartphone gebruiken om de verbinding
te verbreken.
• Alleen beelden die groter zijn dan de door u in stap 3 geselecteerde resolutie
worden vergroot of verkleind.
• Degroottevanlmskannietwordenaangepast.
• Als u maar een van de weergegeven beelden wilt verzenden, kiest u [Veranderen]
op het scherm in stap 1, wijzigt u het formaat en kiest u [Dit beeld verz.].
Opmerkingen toevoegen
U kunt op de camera opmerkingen (cijfers, letters en symbolen) toevoegen
aan beelden die u naar e-mailadressen, sociale netwerken en dergelijke
verzendt. Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, hangt van de
Webservice af.
1 Kies[ ].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te kiezen en druk op de
knop <m>.
2 Voegeenopmerkingtoe.
Voer stap 3 in “Een bijnaam voor de
camera registreren (alleen eerste keer)”
(=
112) uit om een opmerking toe
te voegen.
3 Verzenddebeelden.
Voer de stappen in “Beelden verzenden”
(=
127) uit om het beeld te verzenden.
• Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de opmerking
verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld.
129
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Beelden naar een computer verzenden
via CANON iMAGE GATEWAY
Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet, kunnen ook naar
een computer worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden, is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server
opgeslagen. Na een tijdje worden de beelden echter van de server
verwijderd. Start de computer, zodat de beelden kunnen worden opgeslagen.
1 Kieshettypebeeldendatuwilt
verzenden(alleenwanneeru
ooklmsverzendt).
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
30).
Druk op de knoppen <o><p> om [Verst.
via server] te kiezen, druk op de knoppen
<q><r>om[Foto’s/lms]tekiezenen
druk op de knop <n>.
Ga naar stap 2 wanneer u alleen
foto’s verzendt.
2 Verzenddebeelden.
Volg de stappen in “Een verbinding
met Webservices tot stand brengen”
(=
115) en kies [ ].
Zodra de verbinding tot stand is
gebracht, worden de beelden verzonden.
(Het scherm sluit na ongeveer
een minuut.)
Nadat de beelden zijn verzonden,
wordt [OK] weergegeven. Druk op de
knop <m> om terug te keren naar het
afspeelscherm.
Wanneer de beelden naar de CANON
iMAGE GATEWAY-server zijn verzonden,
wordt [
] op het scherm weergegeven.
3 Schakeldecomputerin.
Beelden worden automatisch op de
computer opgeslagen wanneer u
deze inschakelt.
• Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen batterij of
een voedingsadapterset (=
142, afzonderlijk verkrijgbaar).
• Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd,
worden alle beelden die niet via CANON iMAGE GATEWAY naar de computer
zijn verzonden, naar de computer verzonden.
130
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow (=
116), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
• Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum
en tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De
datum en tijd instellen” (=
14).) Geef daarnaast in [Tijdzone]
(=
135) eventuele opnamebestemmingen op die zich in andere
tijdzones bevinden.
• De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet zijn
geautoriseerd om de beelden op de camera te bekijken (=
117).
• Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s of
lmszijntoegevoegd,kunnenanderemensenuherkennenofuw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
Verbindingsinformatie bewerken die op de camera is opgeslagen. U kunt de
bijnamen (weergavenamen) wijzigen van de apparaten die op de camera
worden weergegeven en informatie over een verbinding verwijderen.
Hieronder staat de procedure voor wanneer het doelapparaat een computer is.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Als u op de knop <o> drukt, worden
recente doelapparaten weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> om het
Wi-Fi-menu te openen.
2 Kieseenapparaatom
tebewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het pictogram van het te bewerken
apparaat te kiezen en druk op de
knop <m>.
3 Kies[Apparaatbewerken].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat bewerken] te kiezen en druk
op de knop <m>.
131
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
4 Kieseenapparaatom
tebewerken.
Druk op de knoppen <o><p> om een te
bewerken apparaat te kiezen en druk op
de knop <m>.
5 Kieseenoptieomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te kiezen die u wilt bewerken en
druk vervolgens op de knop <m>.
Welke instellingen u kunt wijzigen, hangt
af van het apparaat of de service waartoe
de camera toegang heeft.
Congureerbareinstellingen
Verbinding
4
c
Web-
services
[Bijnaam apparaat veranderen]
(=
131)
O O O O
[Instell. tonen] (=
117)
O
[Verbindingsinfo wissen] (=
131)
O O O O
O
:Congureerbaar
:Nietcongureerbaar
Debijnaamvaneenapparaatwijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
131), kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de
knop <m>.
Selecteer het invoerveld en druk op de
knop <m>. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in
te voeren (=
112).
Verbindingsinformatiewissen
U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u een verbinding
hebt) als volgt wissen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
131), kies [Verbindingsinfo
wissen] en druk op de knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
De verbindingsinformatie wordt gewist.
132
1
2
3
4
5
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
1 Kies[InstellingenWi-Fi].
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
30).
2 Kies[Instellingenresetten].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Instellingen resetten] te kiezen en druk
op de knop <m>.
3
Hersteldestandaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu teruggezet.
• Wanneer u de standaardinstellingen van Wi-Fi terugzet, worden ook alle
Webservices die u met een computer hebt ingesteld ook verwijderd van de
camera. Vergeet niet u alle Wi-Fi-instellingen terug te zetten voordat u deze
optie gebruikt.
Als u de instellingen die zijn voltooid in “Beelden naar een computer
verzenden via CANON iMAGE GATEWAY” (=
129) wilt wissen, verbindt
u de camera met de computer en gebruikt u CameraWindow om de
verbindingsgegevens te wissen.
• Om andere standaardinstellingen terug te zetten (behalve Wi-Fi), kiest u
[Reset alle] op het tabblad [3].
133
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor
meer gebruiksgemak
7
4
Basisfunctiesvandecamera
aanpassen............................... 134
134
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen
Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad [3]. Voor meer
gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens
aanpassen (=
30).
Camerageluiden dempen
Udemptcamerageluidenenlmsalsvolgt.
Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan].
• U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop <p> ingedrukt te
houden terwijl u de camera inschakelt.
• Alsudecamerageluidendempt,wordenlmsafgespeeldzondergeluid
(=
85).Omlmsweeraftespelenmetgeluid,druktuopdeknop<o>.
Pas het volume naar wens aan met de knoppen <o><p>.
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
Selecteer [Volume] en druk op de
knop <m>.
Kies een item en druk vervolgens op de
knoppen <q><r> om het volume aan
te passen.
Hints en tips verbergen
Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in het menu FUNC. (
=
29)
of bij Menu (=
30). U kunt deze informatie desgewenst uitschakelen.
Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit].
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
item te selecteren en druk vervolgens op
de knoppen <o><p> om de instelling
te wijzigen.
135
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Wereldklok
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en
datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en
naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig
om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone
thuis instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen”
(=
14).
1 Geefuwbestemmingop.
Selecteer [Tijdzone] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om
de bestemming te kiezen.
Als u de zomertijd wilt instellen (normale
tijd plus één uur), drukt u op de knoppen
<o><p> om [
] te kiezen.
Druk op de knop <m>.
2 Schakelovernaardetijdzone
vanuwbestemming.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te kiezen en druk op de
knop <n>.
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
163).
• Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (=
14), worden de datum en
tijd voor de optie [
Thuis] automatisch bijgewerkt.
Timing voor het intrekken van de lens
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut
nadat u op de knop <1> hebt gedrukt in een opnamemodus (=
27).
Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop <1>
hebt gedrukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
Selecteer [Lens intrekken] en selecteer
dan [0 sec.].
136
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het
batterijverbruik te beperken.
1 Congureerdeinstelling.
Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan].
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
163).
Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer twee
seconden niet wordt gebruikt. Het scherm
gaat daarna na ongeveer tien seconden
uit. De camera wordt na ongeveer drie
minuten inactiviteit uitgeschakeld.
2 Maakdeopname.
Als het scherm is uitgeschakeld maar
de lens nog niet is ingetrokken, kunt
u het scherm weer inschakelen en
gereedmaken voor het maken van
opnamen door de ontspanknop half in
te drukken.
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (=
27).
Selecteer [Spaarstand] en druk op de
knop <m>.
Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen <q><r> om
dit item aan te passen.
• Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch
Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
• De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit]
instelt op [Uit].
• Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u Eco-modus
(=
136) op [Aan] hebt gezet.
137
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen.
• Houd voor maximale helderheid de knop <p> ten minste één seconde
ingedrukt wanneer het opnamescherm wordt weergegeven of in de
enkelvoudige weergave. (Hiermee vervangt u de instelling van [LCD Helderheid]
op het tabblad [3].) Druk nogmaals langer dan één seconde op de knop <p>
of herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van het scherm
te
herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
Selecteer [opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart
naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig.
1 Openhetscherm[Formateren].
Selecteer [Formateren] en druk op de
knop <m>.
2 Kies[OK].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Annuleer] te selecteren, druk op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Formatteerdegeheugenkaart.
Druk op de knoppen <o><p> om
het formatteren te starten en [OK] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop <m>.
• Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
138
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
• De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
LowLevelFormat
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart fout]
wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op de kaart
worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-opnamen gaat
langzamerofhetopnemenvaneenlmwordtplotselingafgebroken.Bijeen
Low Level Format worden alle gegevens op de geheugenkaart gewist.
Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert u eerst de beelden van
de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere
manier veilig.
Druk op het scherm in stap 2 van
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
137) op de knoppen <o><p>
om [Low Level Format] te kiezen.
Druk daarna op de knoppen <q><r> om
deze optie te kiezen. Het pictogram [
]
wordt weergegeven.
Voer de stappen 2–3 in
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
137) uit om door te gaan met
het formatteren.
• Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren”
(=
137), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
• U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de
geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Continu
Ook als u een andere
geheugenkaart gebruikt, worden
de beelden oplopend genummerd
totdat u een opname maakt en
opslaat met het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart
gebruikt of een nieuwe
map maakt, begint de
bestandsnummering weer
bij 0001.
• Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(=
137)) geheugenkaart.
• Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
20) voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
Beelden opslaan op datum
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u
opnamen maakt.
Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
Beelden worden nu opgeslagen in mappen
die op de opnamedatum worden gemaakt.
139
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Metrische/Niet-metrische weergave
Desgewenst kunt u de maateenheden die in de GPS-gegevens voor hoogte
(=
86) en elders worden weergegeven, wijzigen van m/cm in ft/in.
Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
Certicatielogo’s controleren
Sommigelogo’svoorcerticatievereistenwaaraandecameravoldoet,
kunnenophetschermwordenbekeken.Anderecerticatielogo’sstaan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
Selecteer[Certicaatlogoweergeven]en
druk op de knop <m>.
Taal van LCD-scherm
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Selecteer [Taal ] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
• U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop <m>
ingedrukt te houden en meteen op de knop <n> te drukken.
Andere instellingen aanpassen
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
• [Video Systeem] (=
145)
• [Ctrl via HDMI] (=
144)
• [Instellingen Wi-Fi] (=
107)
140
1
2
3
4
5
6
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Standaardwaarden herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
Selecteer [Reset alle] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
• De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- Informatie die met Gezichts-ID is vastgelegd (=
43)
- Opnamemodus (=
56)
- De kleuren die zijn gekozen bij Kleur Accent (=
61) of Kleur Wissel
(=
62)
- Filmmodus (=
68)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd
(=
73)
- [Instellingen Wi-Fi] (=
107)
- [3] tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (=
134), [Tijdzone] (=
135),
[Video Systeem] (=
145) en [Taal ] (=
139)
141
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires
en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires
8
4
Optioneleaccessoires...........142
Optioneleaccessoires
gebruiken...............................143
Beeldenafdrukken.................147
142
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid
varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
BatterijNB-4L
Oplaadbare lithium-ionbatterij
BatterijladerCB-2LV/CB-2LVE
Lader voor batterij NB-4L
• De batterij is voorzien van een handig klepje dat u kunt bevestigen om de
batterijstatus in een oogopslag te kunnen zien. Bevestig het klepje zo dat
o zichtbaar is op een opgeladen batterij en dat o niet zichtbaar is op een
niet-opgeladen batterij.
VoedingsadaptersetACK-DC60
Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken of
wanneer u de camera aansluit op een
printer of computer. U kunt op deze manier
niet de batterij in de camera opladen.
• U kunt ook de voedingsadapterset ACK-DC10 gebruiken.
• De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt
in gebieden met een wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz).
• Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Flitseenheid
KrachtigeitserHF-DC2
Externeitservoordebelichtingvan
onderwerpen die buiten het bereik van de
ingebouwdeitserzijn.
Overige accessoires
StereoAV-kabelAVC-DC400ST
Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
HDMI-kabelHTC-100
Om de camera aan te sluiten op een
HDMI-aansluiting van een hdtv.
143
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Printers
PictBridge-compatibeleprinters
vanCanon
U kunt zonder computer beelden
afdrukken als u uw camera aansluit op
een Canon PictBridge-compatibele printer.
Ga voor meer informatie naar een Canon-
dealer bij u in de buurt.
Foto’s Films
Optionele accessoires gebruiken
Foto’s Films
Afspelen op een tv
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken
op een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (=
164).
Foto’s Films
Afspelenopeenhdtv
Als u de camera op een hdtv aansluit met de HDMI-kabel HTC-100
(afzonderlijk verkrijgbaar), kunt u opnamen bekijken op het grotere
tv-scherm. Films die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] of [ ]
kunnen in HD-kwaliteit worden bekeken.
1 Zorgdatdecameraendetvzijn
uitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
144
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Schakeldetvinensteldeze
inopdevideo-ingang.
Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
• De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera
is aangesloten op een hdtv.
Foto’s Films
Decamerabedienenviadeafstandsbedieningvaneentv
Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u
de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of
diavoorstellingen te bekijken.
U moet in dat geval bepaalde tv-instellingen wijzigen. Raadpleeg de
handleiding van de tv voor meer informatie.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies [Ctrl
via HDMI] op het tabblad [3] en kies
vervolgens [Aan] (=
30).
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Voer de stappen 1–2 in “Afspelen op een
hdtv” (=
143) uit om de camera op de
tv aan te sluiten.
3 Geefbeeldenweer.
Zet de tv aan. Druk op de camera op
de knop <1>.
De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
145
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
4 Bediendecameraviade
afstandsbedieningvandetv.
Druk op de afstandsbediening op de
knoppen <q><r> om te bladeren door
de beelden.
Druk op de knop OK/Selecteren om
het bedieningspaneel van de camera
weer te geven. Om een item op het
bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de
knoppen <q><r> en daarna nogmaals
op de knop OK/Selecteren.
Overzichtvandebedieningspaneeloptiesvandecamera
diewordenweergegevenopdetv
Terug Het menu wordt gesloten.
Groep afspelen
Geeft sets van beelden weer die zijn opgenomen in
de modus [ ] (=
66). (Verschijnt alleen als u een
gegroepeerd beeld hebt geselecteerd.)
Film afspelen
Delmafspelen.(Verschijntalleenalsueenlmhebt
geselecteerd.)
.
Diavoorstelling
De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op de
knoppen <q><r> van de afstandsbediening om van beeld
te veranderen.
Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven.
l
Display wijzigen
Heen en weer schakelen tussen weergavemodi (=
28).
• Als u op de knop <n> op de camera drukt, kunt u de camera niet langer
met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als u bent
teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• Als u de zoomknop op de camera beweegt, kunt u de camera niet langer
met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als u bent
teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• De camera reageert wellicht niet altijd correct, zelfs niet als u de
afstandsbediening van een HDMI CEC-compatibele tv gebruikt.
Foto’s Films
AfspelenopeenSD-tv
Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de
camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter
scherm terwijl u de camera bedient.
1 Zorgdatdecameraendetvzijn
uitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in
de video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
Open het klepje van de camera-
aansluiting en steek de kabelstekker er
volledig in.
3 Geefbeeldenweer.
Voer de stappen 3–4 in “Afspelen op
een hdtv” (=
144) uit om beelden weer
te geven.
Rood
Rood
Wit
Geel
Geel
Wit
146
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
• Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie.
Om het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op de knop
<n> en selecteert u [Video Systeem] op het tabblad [3].
• Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken
terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt
op dezelfde manier als via het camerascherm.
• AF-Punt Zoom (=
51) en Stitch Hulp (=
67) zijn echter niet beschikbaar.
Foto’s Films
De camera voeden via het lichtnet
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC60, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorgdatdecamerais
uitgeschakeld.
2 Plaatsdekoppeling.
Voer stap 2 in “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
12) uit
om het klepje te openen.
Plaats de gelijkstroomkoppeling in
de aangegeven richting, net als een
batterij (voer stap 3 uit in “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
12)).
Voer stap 5 in “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
13) uit
om het klepje te sluiten.
3 Sluitdeadapteraanopde
gelijkstroomkoppeling.
Open het klepje en steek de stekker van
de adapter helemaal in de koppeling.
4 Sluithetnetsnoeraan.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
Aansluitpunten
147
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Schakel de camera in en gebruik deze
zoals u wilt.
Als u klaar bent, schakelt u de camera
uit en haalt u het netsnoer uit het
stopcontact.
• Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
• Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
• U kunt ook de voedingsadapterset ACK-DC10 (afzonderlijk verkrijgbaar)
gebruiken.
Foto’s Films
Beelden afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of
beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
Foto’s
Easy Print
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde interfacekabel (=
2).
1 Zorgdatdecameraende
printerzijnuitgeschakeld.
2
Sluitdecameraaanopdeprinter.
Open het klepje. Houd de kleinste
kabelstekker in de getoonde richting, en
steek de stekker volledig in de aansluiting
op de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over
de aansluiting.
148
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
3 Schakeldeprinterin.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
5 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
6 Openhetafdrukscherm.
Druk op de knop <m>, kies [c] en druk
nogmaals op de knop <m>.
7 Drukhetbeeldaf.
Druk op de knoppen <o><p> om [Print]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het afdrukken start nu.
Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
• Zie “Printers” (=
143) voor PictBridge-compatibele printers met het merk
Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingen congureren
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in “Easy Print”
(=
147– 148) uit om het scherm links
te openen.
2 Congureerdeinstellingen.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item te selecteren en druk vervolgens
op de knoppen <q><r> om een optie
te selecteren.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beiden
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum
en een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken exemplaren.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (=
149).
papierinst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en
andere gegevens op (=
149).
149
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Foto’s
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken (Trimmen)
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer [Trimmen].
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren” (=
148) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat
het af te drukken beeldgebied aanduidt.
2 Pas het kader naar wens aan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u
op de knoppen <o><p><q><r>.
Om het kader te draaien, drukt u op de
knop <m>.
Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Druk het beeld af.
Voer stap 7 in “Easy Print” (=
148) uit
om af te drukken.
• Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
• Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
Foto’s
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór
het afdrukken
1 Selecteer [papier inst.].
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren” (=
148) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [papier
inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteer een papierformaat.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteer een papiersoort.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
150
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
4 Selecteereenindeling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren.
Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u
op de knoppen <q><r> om het aantal
beelden per vel op te geven.
Druk op de knop <m>.
5 Drukhetbeeldaf.
Beschikbareindelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een
verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Kies uit 90 x 130 mm, briefkaart en brede afdrukken.
Foto’s
Id-foto’safdrukken
1 Selecteer[IDFoto].
Voer de stappen 1–4 in “Het
papierformaat en de indeling selecteren
vóór het afdrukken” (=
149– 150) uit,
kies [ID Foto] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdelengtevandelange
endekortezijde.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item te kiezen. Kies de lengte door te
drukken op de knoppen <q><r> en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteerhetafdrukgebied.
Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken (Trimmen)” (=
149) uit
om het afdrukgebied te selecteren.
4 Drukhetbeeldaf.
151
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Films
Filmscènes afdrukken
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in “Easy Print”
(=
147–148)uitomeenlmtekiezen.
Het scherm links wordt weergegeven.
2 Selecteereenafdrukmethode.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te kiezen en druk op de knoppen
<q><r> om de afdrukmethode te kiezen.
3 Drukhetbeeldaf.
Afdrukoptiesvoorlms
Enkel Hiermeewordtdehuidigescèneafgedruktalseenfoto.
Reeks
Hiermeewordteenreeksscènesmeteenbepaaldintervalafgedrukt
op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u
ook het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het
kader afdrukken.
• Om een lopende afdruktaak te annuleren, drukt u op de knop <m>.
• [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridge-compatibele
printermodellen met het merk Canon CP720/CP730 en ouder.
Foto’s
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (=
153)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaartencongureerdenodigeinstellingen,zoalshetaantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Foto’s
Afdrukinstellingencongureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum
of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [2].
Selecteerencongureerdegewenste
instellingen (=
30).
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per vel af.
Beide
Hiermee worden zowel standaard- als indexformaten
afgedrukt.
Datum
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
de opnamedatum.
Uit
FileNo.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het
bestandsnummer.
Uit
WisDPOF
data
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het afdrukken
verwijderd.
Uit
152
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
• Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
• [
] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaartafdrukinstellingenbevatdiezijngecongureerdop
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
• Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
• De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [3]. U opent dit tabblad door
te drukken op de knop <n> (=
14).
• Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele
printers met het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorafzonderlijkebeelden
1 Selecteer[Sel.beeld&aantal].
Druk op de knop <n> en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [2].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [
]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop
<m>
om indexafdrukken te annuleren
voor het beeld. [ ] wordt niet meer
weergegeven.
3 Geefhetaantalafdrukkenop.
Druk op de knoppen <o><p> om
het aantal afdrukken op te geven
(maximaal 99).
Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van
andere beelden in te stellen en het aantal
afdrukken van elk beeld op te geven.
Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen de af
te drukken beelden selecteren, via stap 2.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
153
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Foto’s
Afdrukinstellingenvooreenreeksbeelden
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
152) uit om
[Select. reeks] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
95) uit om beelden
op te geven.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Opdracht] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorallebeelden
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
152) uit om
[Sel. alle beelden] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenindeprintlijstwissen
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
152) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Beeldenafdrukkendiezijntoegevoegdaandeprintlijst
(DPOF)
Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn
toegevoegd (=
151– 153), wordt het
scherm links weergegeven wanneer u
de camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer. Druk op de knoppen
<o><p> om [Print nu] te selecteren, en
druk vervolgens op de knop <m> om de
beelden in de afdruklijst af te drukken.
Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
154
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Foto’s
Beelden toevoegen aan een fotoboek
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden
te selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de
meegeleverde software op uw computer, waar ze in een aparte map
worden opgeslagen. Deze functie is handig wanneer u online afgedrukte
fotoboeken bestelt of wanneer u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Eenselectiemethodeselecteren
Druk op de knop <n>, kies
[Fotoboek instellen] op het tabblad
[1] en bepaal hoe u de beelden
wilt selecteren.
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaartafdrukinstellingenbevatdiezijngecongureerdop
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook de
Softwarehandleiding (=
20) en de handleiding van de printer voor
meer informatie.
Foto’s
Afzonderlijkebeeldentoevoegen
1 Selecteer[Selectie].
Volg de stappen in “Een selectiemethode
selecteren” (=
154), kies [Selectie] en
druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
[ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om
het beeld te verwijderen uit het fotoboek.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
155
1
2
3
4
5
6
7
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
8
Accessoires
Foto’s
Allebeeldentoevoegenaaneenfotoboek
Volg de stappen in “Een selectiemethode
selecteren” (=
154), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenverwijderenuiteenfotoboek
Volg de stappen in “Een selectiemethode
selecteren” (=
154), kies [Wis alle
selecties] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
156
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
9
4
Problemenoplossen..............157
Berichtenophetscherm.......160
Informatieophetscherm......163
Functiesenmenutabellen.....165
Voorzorgsmaatregelen..........171
Specicaties...........................172
157
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
11).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
12).
• Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(=
13).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
De batterij is snel leeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
De lens wordt niet ingetrokken.
• Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
13).
De batterij is gezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact
opnemen met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Weergave op een tv
De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven
op een tv (=
146).
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
• Druk in de afspeelmodus (=
15) de ontspanknop half in (=
28).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (=
28).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in lms worden opgenomen.
• Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm ikkeren en kan een
horizontale band verschijnen.
Er is geen datumstempel aan de beelden toegevoegd.
• Congureer de instelling [Datumstemp. ] (=
134). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebt gecongureerd (=
42).
• Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamemodi (=
169) waarin deze
instelling niet kan worden gecongureerd (=
42).
[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
en opnemen is niet mogelijk (=
36).
[ ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
(=
41).
• Stel [IS modus] in op [Continu] (=
83).
• Stel de itsmodus in op [h] (=
81).
• Verhoog de ISO-waarde (=
72).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
83).
De opnamen zijn niet scherp.
• Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
28).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
174).
• Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
52).
• Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
• Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (
=
79, 80).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
• Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen
voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen
half in te drukken.
158
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
• Stel de itsmodus in op [h] (=
81).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
70).
• Pas het contrast aan met i-Contrast (=
72, 104).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
71).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
• Stel de itsmodus in op [!] (=
41).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
70).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
71).
• Verminder de belichting van het onderwerp.
Deopnamenzijntedonker,ondanksdaterisgeitst(=
36).
• Maak de opname binnen het bereik van de its (=
173).
• Verhoog de ISO-waarde (=
72).
Deonderwerpeningeitstefoto’szijntehelder,dehighlights
zijn vervaagd.
• Maak de opname binnen het bereik van de its (=
173).
• Stel de itsmodus in op [!] (=
41).
Er verschijnen witte stippen of andere beeldartefacts in
geitsteopnamen.
• Dit komt doordat het licht van de itser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
• Verlaag de ISO-waarde (=
72).
• Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
(=
57).
De onderwerpen hebben rode ogen (=
49).
• Zet [Lamp Aan] op [Aan] (=
53) om het licht voor rode-ogenreductie (=
4)
te activeren in geitste foto’s. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het
licht voor rode-ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode
ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor
rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of
dichter bij het onderwerp te gaan.
• Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (=
104).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continu-opnamen gaat langzamer.
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
138).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet
beschikbaar.
• Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnamemenu” (=
165– 168).
Hetpictogramvoorbaby’sofkinderenwordtnietweergegeven.
• De pictogrammen voor baby’s en kinderen worden niet weergegeven als de
verjaardag niet is ingesteld bij de gezichtsinformatie (=
43). Als de pictogrammen
ook niet worden weergegeven wanneer de verjaardag wel is opgegeven, registreert
u de gezichtsinformatie opnieuw (=
43) of controleert u of de datum/tijd correct is
ingesteld (=
134).
Films opnemen
De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname
wordt onderbroken.
• Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de lms op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnameduur (=
137, 173).
[ ] verschijnt en de opname stopt automatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
138).
• Verlaag de beeldkwaliteit (=
50).
• Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (=
173).
In- en uitzoomen is niet mogelijk.
• In- en uitzoomen is niet mogelijk als u lms opneemt in de modi [ ] (=
59) en
[
] (=
68).
Onderwerpen lijken vervormd.
• Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
159
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Afspelen
Afspelenisnietmogelijk.
• Ukuntmogelijkgeenbeeldenoflmsafspelenalsudebestandsnaamof
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
20) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Hetafspelenstoptofhetgeluidhapert.
• Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (=
138).
• Korteonderbrekingenzijnmogelijkalsulmsafspeeltdiezijngekopieerdnaar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
• Alsulmsafspeeltopeencomputermetonvoldoendecapaciteit,kunnenerkaders
wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluidwordtnietweergegeventijdenslms.
• Pas het volume aan (=
85) als [mute] is geactiveerd (=
134) of als het geluid
vandelmzwakis.
• Erwordtgeengeluidafgespeeldinlmsdiezijnopgenomenindemodus[
]
(=
59) of [ ] (=
68) omdat in deze modi geen geluid wordt opgenomen.
Geheugenkaart
Degeheugenkaartwordtnietherkend.
• Herstart de camera met de geheugenkaart erin (=
12).
Computer
Kangeenbeeldenoverdragennaareencomputer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtsnelheid te verlagen:
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop <n>
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen <o> en <m>. Druk in het volgende
scherm op de knoppen <q><r> om [B] te kiezen. Druk daarna op de knop
<m>
.
Wi-Fi
KanhetWi-Fi-menunietopenendooropdeknop<o>tedrukken.
• Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus
en probeer het opnieuw.
• In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden geopend in de gedetailleerde
informatieweergave, vergrote weergave of indexweergave. Schakel over naar de
enkelvoudige weergave en een andere weergavemodus dan de gedetailleerde
informatieweergave.HetWi-Fi-menukanooknietwordengeopendindegelterde
beeldweergave op basis van opgegeven voorwaarden. Annuleer de weergavestatus
van de afbeelding in de zoekmodus.
• Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
Kangeenapparaat/bestemmingtoevoegen.
• Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (=
130).
• Als u Webservices wilt toevoegen waarnaar u beelden wilt verzenden, installeert u
CameraWindow en voltooit u de instellingen in CameraWindow (=
113).
• Om een smartphone als een apparaat toe te voegen, installeert u eerst de toepassing
CameraWindow op uw smartphone.
• Om een computer als een apparaat toe te voegen, installeert u eerst de
meegeleverde CameraWindow-software op de computer. Controleer ook omgeving
en instellingen van uw computer en Wi-Fi (=
119, 121).
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op
de 2,4 GHz band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Kangeenbeeldenverzenden.
• Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte
op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera
staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
160
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Kandebeeldgroottenietwijzigenvoorverzending.
• De afbeeldingsgrootte kan niet aangepast worden naar een hogere resolutie dan de
oorspronkelijke resolutie.
• Degroottevanlmskannietwordenaangepast.
Hetverzendenvanbeeldenduurtlang./DeWi-Fi-verbindingisverbroken.
• Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen naar [
] of [ ] om het verzenden te versnellen (=
127).
• Hetkanlangdurenomlmsteverzenden.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op
de 2,4 GHz band werken. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als [
]
wordt weergegeven.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Als u afbeeldingen naar een computer verzendt vanaf een geheugenkaart met een
groot aantal afbeeldingen (ongeveer 1.000), kan de verbinding worden verbroken.
Importeer de noodzakelijke afbeeldingen naar een computer en verklein het aantal
afbeeldingen op de geheugenkaart door overbodige afbeeldingen te wissen.
WisdegegevensvandeWi-Fi-verbindingvoordatudecamera
weggooitofaaniemandandersgeeft.
• Reset de instellingen voor Wi-Fi (=
132).
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geengeheugenkaart
• Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (=
13).
Geheugenkaartopslot
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel
het lipje voor de schrijfbeveiliging (=
12).
Kannietopnemen
• U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (=
13).
Geheugenkaartfout(=
138)
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon
(=
13) als dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde
geheugenkaart (=
2) hebt geformatteerd en correct hebt geplaatst.
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken (=
32,
55, 69) of beelden te bewerken (=
101– 104). Wis de overbodige beelden
(=
97) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (=
12).
Laaddebatterijop(=
1 1 )
Geenbeeld.
• De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd!(=
94)
Onbekendbeeld/IncompatibleJPEG/Beeldtegroot./KangeenMOV
afspelen/KangeenMP4afspelen
• Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
161
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Kannietvergroten!/KanditnietafspeleninSmartShufe/Kanniet
roteren/Kanbeeldnietwijzigen/KanNietWijzigen/KannietaanCat.
toekennen/Nietselecteerbaarbeeld./GeenID-info
• De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met
een andere camera zijn gemaakt. Denk erom dat functies met een sterretje (*) niet
beschikbaarzijnvoorlms.
Vergroten* (=
92),SmartShufe*(=
93), Roteren (=
99), Bewerken*
(=
101– 104), Printlijst* (=
151), Fotoboek instellen* (=
154) en ID-info bew.*
(=
91).
• Gegroepeerde beelden kunt u niet bewerken (=
67).
Ongeldigselectiebereik
• U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (=
95, 98) en u probeerde als
eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of vice versa.
Selectielimietbereikt
• U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (=
151) of
fotoboekinstellingen (=
154). Selecteer 998 beelden of minder.
• De instellingen voor de printlijst (=
151) of voor de fotoboekinstellingen (=
154)
konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden
en probeer het opnieuw.
• U wilde 500 of meer beelden kiezen bij Beveilig (=
94), Wissen (=
97),
Favorieten (=
100), Printlijst (=
151) of Fotoboek instellen (=
154).
Communicatiefout
• Er konden geen beelden naar de computer worden overgedragen of worden afgedrukt
vanwege het te grote aantal beelden (ongeveer 1.000) dat is opgeslagen op de
geheugenkaart. Gebruik een USB-kaartlezer om de beelden te downloaden. Plaats de
geheugenkaart rechtstreeks in de kaartsleuf van de printer om af te drukken.
Foutinbenaming.
• De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat
het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en
het maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig in
het menu [3] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (=
138) of formatteer de
geheugenkaart (=
137).
Lensfout
• Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de
camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafoutgedetecteerd(foutnummer)
• Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
bestandsfout
• Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (=
147), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Printfout
• Controleer de instelling voor het papierformaat (=
149). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekusseninktvol
• Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om
een vervangend inktabsorptiekussen.
162
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Wi-Fi
Verbindingmislukt
• Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (=
121).
• Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
• Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om
verbinding te maken.
Kantoegangspuntnietbepalen
• De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt. Probeer
opnieuw verbinding te maken.
Geentoegangspuntengevonden
• Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
• Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met een
toegangspunt.
OnjuisteversleutelingscodeWi-Fi/OnjuistebeveiligingsinstellingenWi-Fi
• Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (=
120).
IP-adresconict
• StelhetIP-adresopnieuwinzodatergeenconictismeteenanderIP-adres.
Verbindingverbroken/Bestand(en)nietontvangen/Bestand(en)
nietverzonden
• Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons,
Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
Bestand(en)nietverzonden
Geheugenkaartfout
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien
dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart
correct hebt geplaatst.
Bestand(en)nietontvangen
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart om afbeeldingen te ontvangen.
Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart of plaats een
geheugenkaart met voldoende ruimte.
Bestand(en)nietontvangen
Geheugenkaartopslot
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat
in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
Bestand(en)nietontvangen
Foutinbenaming.
• Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn
bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen.
Onvoldoenderuimteopserver
• Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
• Sla de beelden die via een server (=
129) zijn verzonden, op uw computer op.
SSL-certicaatnietgeldig
Maakverbindingmeteenpcenresetmetdesoftware
• Controleer of de datum- en tijdsinstellingen van de camera correct zijn. Nadat u hebt
bevestigd dat de instellingen correct zijn, moet u de instructies op het scherm volgen
en de instellingen opnieuw aanpassen.
Controleernetwerkinstellingen
• Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken
met internet.
163
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Batterijniveau
(=
163)
Correctie kwiklampje
(=
49)
Witbalans (=
73)
My Colors (=
74)
Transport mode
(=
75)
Zelfontspanner
(=
40)
Eco-modus
(=
136)
Waarschuwing:
camera beweegt
(=
36)
Meetmethode
(=
71)
Compressieverhou-
ding (beeldkwaliteit)
(=
82) / Resolutie
(=
48)
Aantal opnamen
(=
173)
Filmresolutie
(=
50)
Resterende tijd
(=
173)
Digitale
zoomvergroting
(=
39), Digitale
tele-converter
(=
76)
Opnamemodus
(=
165), Com-
positiepictogram
(=
37)
Scherpstelbereik
(=
75), AF lock
(=
80)
Hybride automatisch
(=
35)
Flits mode
(=
41, 81)
Rode-ogencorrectie
(=
49)
AF-kader (=
77)
Spotmetingpuntka-
der (=
71)
Datumstempel
(=
42)
ISO-waarde
(=
72)
Raster (=
51)
Windlter(=
50)
AE lock (=
71),
FE-lock (=
82)
Sluitertijd
Tijdzone (=
135)
Diafragmawaarde
Belichtingscom-
pensatieniveau
(=
70)
Beeldstabilisatie
(=
83)
i-Contrast (=
72)
Zoombalk (=
33)
Pictogram IS modus
(=
38)
Knipperdetectie
(=
52)
Belichtingscompen-
satiebalk (=
70)
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijnaleeg;batterijmoetwordenopgeladen
[Laad de batterij op] Leeg;batterijmoetNUwordenopgeladen
164
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Films
(=
33, 85) /
Snel na elkaar
(=
66) / GPS
informatieweergave
(=
86)
Opnamemodus
(=
165)
ISO-waarde
(=
72),
Afspeelsnelheid
(=
59)
Belichtingscom-
pensatieniveau
(=
70)
Witbalans (=
73)
Histogram (=
86)
Compressie
(beeldkwaliteit)
(=
82) / Resolutie
(=
48, 50),
MOV(lms)
Beelden zijn
opgeslagen op een
computer (=
129)
Batterijniveau
(=
163)
Meetmethode
(=
71)
Mapnummer –
bestandnummer
(=
138)
Nummer huidig
beeld / totaal aantal
beelden
Sluitertijd (foto’s),
Beeldkwaliteit /
Aantal beelden
(lms)(=
50)
Diafragmawaarde
Flitser (=
81)
i-Contrast
(=
72, 104)
Scherpstelbereik
(=
75)
Bestandsgrootte
Foto’s: Resolutie
(=
173)
Films: Afspeeltijd
(=
173)
Groep afspelen
(=
90), Beeld
bewerken
(=
101– 104)
Beveiligen (=
94)
Favorieten (=
100)
My Colors (=
74,
103), Correctie
kwiklampje (=
49)
Rode-ogencorrectie
(=
49, 104)
Opnamedatum/-tijd
(=
14)
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt
op een tv (=
143).
Overzichtvanlmbedieningspaneelin“Bekijken”(
=
85)
Afsluiten
Afspelen
Slow motion (Druk op de knoppen <q><r> om de afspeelsnelheid aan te
passen. Er wordt geen geluid afgespeeld.)
Achteruit springen* of Vorige clip (=
35) (Om verder terug te springen,
houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vooruit springen* of Volgende clip (=
35) (Om verder vooruit te springen,
houdt u de knop <m> ingedrukt.)
*
Bewerken (=
105)
Clipwissen(verschijntalleenwanneerueendigest-lm(=
106) hebt
geselecteerd)
c
Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer
(=
147).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
• Tijdenshetafspelenvanlmskuntuvooruitofachteruitspringen(ofnaarhet
vorige of volgende hoofdstuk) door op de knoppen <q><r> te drukken.
165
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
Functie
4
G I
T
Y
P t N
x
v
Belichtingscompensatie (=
70)
O O O O O O O O O O O O O O
O O
O
Flitser (=
41, 81)
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
h
O O O O O O
O O O O O O O O O O
O O
Z
*1 *1
O
*1
O
!
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
AE lock/FE-lock (=
71, 82)*
2
O
AF lock (=
80)
O
O
Scherpstelbereik (=
75)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
e u
O O O
O O O O O O O O O O O
O O O
AF Tracking (=
78)
O O
O
O O O O O
O
Schermweergave (=
28)
Geen informatieweergave
O O O O
O O
O O
O O O
O
Informatieweergave
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*1 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [Z].
*2FE-locknietbeschikbaarindeitsmodus[!].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
166
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Menu FUNC.
Opnamemodus
Functie
4
G I
T
Y
P t N
x
v
Meetmethode (=
71)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
My Colors (=
74)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
*
2
O
O O O
O O
Witbalans (=
73)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
3
O
O O O O
O O
ISO-waarde (=
72)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
Zelfontspanner (=
40)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
] [ $
O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
Instellingen voor zelfontspanner (=
41)
Vertraging*
4
O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
Beelden*
5
O O O O
O O O O O O O O O O O O
*1 Witbalans is niet beschikbaar.
*2 Instellen in een bereik van 1–5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen,
blauw en huidtinten.
*3 Niet beschikbaar in [x] of [v].
*4 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in modi zonder selectie van het
aantal opnamen.
*5 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het
aantal opnamen.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
167
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Opnamemodus
Functie
4
G I
T
Y
P t N
x
v
Transportmodus (=
75)
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
O
O O O
O
O O O O O O O O O O
Hoogte/breedte foto (=
48)
O O O
O O O
*6
O O O O O O O
Resolutie (=
48)
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
O O O O
O O O
O O O O O
O
O O O O
O O O
O O O O O
Compressie (=
82)
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Filmkwaliteit (=
50)
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
*7
O O O O O O O O O O
O
*6 Alleen [ ] en [ ] zijn beschikbaar.
*7 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch aangepast
(=
59).
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
168
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
4 Opnamemenu
Opnamemodus
Functie
4
G I
T
Y
P t N
x
v
AF Frame (=
77)
Gezichts-AiAf*
1
O O O O O O O O O O
O O O O O O O
O
O
AF Tracking
O O
O
O O O O O
O
Centrum
O O
O
O
O O O O O O O O O O O
AF kader afm. (=
79)*
2
Normaal
O O
O
O
O O O O O O O O O O O
Klein
O O
O
O O O O O O O
O
O
Digitale Zoom (=
39)
Standaard
O O O O
O O O
O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
1,5x/2,0x
O
AF-Punt Zoom (=
51)
Aan
O O O
O O O O
O O O O O
O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Servo AF (=
79)
Aan
O O
O O O O O
Uit*
3
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Continu (=
80)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O
Uit
O O O
O O O O O O O O O O O O O
AF-hulplicht (=
52)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O
Uit
O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O O
Flits Instellingen (=
49, 53)
Rode-Ogen
Aan
O O O O
O O O
O
O
O
Uit
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
O O
Lamp Aan Aan/Uit
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
O O
*1 Werking wanneer er geen gezichten zijn gedetecteerd, verschilt per opnamemodus.
*2 Beschikbaar wanneer het AF-kader is ingesteld op [Centrum].
*3 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd in de modus [
].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
169
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Opnamemodus
Functie
4
G I
T
Y
P t N
x
v
i-Contrast (=
72)
Auto
O O O
O
Uit
O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
Hg lampcorr. (=
49)
Aan/Uit
O
Wind Filter (=
50)
Aan/Uit
O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
Afbeelding direct bekijken (=
53)
Weergavetijd Uit/Snel/2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Scherminfo
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
details
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Knipperdetectie (=
52)
Aan
O O O O O O O O
O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Raster (=
51)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
IS modus (=
83)
Uit
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O
Continu
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Opname
O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O
Datumstemp.
(=
42)
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Datum / Datum & Tijd
O O O O
O O O
O O O
Inst. gezichts-ID (=
43)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
•Bij gebruik van [Gezichts-ID] (=
43) voor opnamen worden namen niet
weergegeven in [
], [ ], [ ], [x] of [v], maar worden wel in de foto’s
vastgelegd.
•Instelling beschikbaar, maar bij gebruik van [Gezichts-ID] (=
43) voor opnamen
worden namen niet weergegeven in [
]enwordenzenietinlmsvastgelegd.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
170
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
3 Menu Instellen
Item Ziepagina Item Ziepagina
mute
=
134
Formatteren
=
137, 138
Volume
=
134
Bestandsnummering
=
138
Hints en tips
=
134
Maak folder
=
138
Datum/Tijd
=
14
Maateenheden
=
139
Tijdzone
=
135
Video Systeem
=
146
Lens intrekken
=
135
Ctrl via HDMI
=
144
Eco-modus
=
136
Instellingen Wi-Fi
=
107
Spaarstand
=
27, 136
Certicaatlogoweergeven
=
139
LCD Helderheid
=
137
Taal
=
15
opstart scherm
= 137
Reset alle
=
140
1 Menu Afspelen
Item Ziepagina Item Ziepagina
Diavoorstelling
=
92
Veranderen
=
101
Wissen
=
97
My Colors
=
103
Beveilig
=
94
Info gezichts-ID
=
88
Roteren
=
99
Beeld scrollen
=
86
Favorieten
=
100
Beelden groep.
=
90
Fotoboek instellen
=
154
Autom. draaien
=
100
i-Contrast
=
104
Ga verder
=
86
Rode-Ogen Corr.
=
104
Overgang
=
86
Trimmen
=
102
171
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
2 Menu Print
Item Ziepagina Item Ziepagina
Print
Sel. alle beelden
=
153
Sel. beeld & aantal
=
152
Wis alle selecties
=
153
Select. reeks
=
153
Afdrukinstellingen
=
151
Afspeelmodus menu FUNC.
Item Ziepagina Item Ziepagina
Roteren
=
99
Groep afspelen
=
90
Beveilig
=
94
Gekopp.Digest-lmafsp.
=
87
Favorieten
=
100
Digest-lmsweerg./afsp.
=
87
Wissen
=
97
SmartShufe
=
93
Print
=
147
Beeld zoeken
=
89
Film afspelen
=
85
Diavoorstelling
=
92
Voorzorgsmaatregelen
• De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
• Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan
leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
• Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft
u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje. Niet hard
wrijven of hard drukken.
• Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten
om de camera of het scherm schoon te maken.
• Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk
van Canon Klantenondersteuning.
• Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat
u de camera uit de tas haalt.
• Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht
tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
• Voordat u een batterij gedurende langere tijd gaat opbergen, moet u de
resterende lading opgebruiken, de batterij uit de camera halen en in een
plastic zak of vergelijkbare plaats bewaren. Wanneer u een gedeeltelijk
opgeladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit de
levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
172
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Specicaties
Effectievepixelsin
decamera(max.)
Ongeveer 12,1 miljoen pixels
Focuslengtelens
10x zoom: 4.3 (G)–43.0 (T) mm
(equivalentaan35mm-lm:24(G)–240(T)mm)
LCD-monitor
Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in)
Effectieve pixels: Circa 461.000 pixels
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF
(versie 1.1)
Gegevenstype
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG)
Films:MOV(beeldgegevens:H.264;audiogegevens:
Linear PCM (stereo))
Interface
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (stereo)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
W-Fi-standaarden
IEEE802.11b/g/n*
* Enkel 2,4 GHz band
Verzendmethoden
Wi-Fi
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
Communicatiemodi
Wi-Fi
Infrastructuurmodus*, Ad-hocmodus
* Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
Ondersteunde
Wi-Fi-kanalen
IXUS 255 HS: 1–13
BeveiligingWi-Fi
WEP, WPA-PSK (AES/TKIP),
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Stroombron
Batterij NB-4L
Voedingsadapterset ACK-DC60
Afmetingen
(gebaseerdop
CIPA-normen)
97,2 x 56,4 x 22,5 mm
Gewicht(gebaseerd
opCIPA-normen)
Circa 144 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 125 g (alleen camerabehuizing)
Aantalopnamen/opnametijd,afspeeltijd
Aantalopnamen Circa 220
InEco-modus
Circa 300
Opnameduurlm*
1
Circa
45 minuten
Continu-opnamen*
2
Ongeveer 1 uur en 20 minuten
Afspeeltijd Circa 4 uur
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2Beschikbaretijdvoorherhaaldelijkopnemenvanmaximumlmlengte(totopname
automatisch wordt gestopt).
•Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor
metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
•Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
•Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
173
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Aantal4:3-opnamenpergeheugenkaart
Opnamepixels
Compressie-
verhouding
Aantalopnamenpergeheugenkaart
(aantalopnamenbijbenadering)
8GB 32GB
(Groot)
12M/4000x3000
1379 5568
2192 8850
(Medium 1)
6M/2816x2112
2431 9814
3721 15020
(Medium 2)
2M/1600x1200
7442 30040
12927 52176
(Klein)
0.3M/640x480
27291 110150
40937 165225
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een beeldverhouding van 4:3. Als de
verhouding is gewijzigd (=
48), kunnen er meer opnamen worden gemaakt, omdat
per opname minder gegevens worden gebruikt dan bij opnamen van 4:3. Aangezien
[
] 16:9-beelden echter een resolutie hebben van 1920 x 1080 pixels, zijn hiervoor
meer gegevens nodig dan voor 4:3-beelden.
Opnametijdpergeheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijdpergeheugenkaart
8GB 32GB
29 min. 37 sec. 1 uur 59 min. 41 sec.
42 min. 09 sec. 2 uur 50 min. 17 sec.
1 uur 28 min. 53 sec. 5 uur 59 min. 05 sec.
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•Opnemen stopt automatisch wanneer de het clipbestand 4 GB bereikt of wanneer
de opnametijd 10 minuten bereikt bij opnemen in [
] of [ ], en ongeveer 1 uur bij
opnemen in [
].
•Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 6-geheugenkaarten of
hoger gebruiken.
Flitsbereik
Maximale groothoek (j)
50 cm–4,0 m
Maximale telelens (i)
1,0–2,0 m
174
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Handleiding voor
gevorderden
9
Bijlage
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximalegroothoek
(j)
Maximaletelelens
(i)
1 cm–oneindig 1 m–oneindig
Andere modi
5 cm–oneindig 1 m–oneindig
e
*
1 cm–50 cm
u
*
3 m–oneindig
3 m–oneindig
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Snelheidcontinu-opnamen
Opnamemodus Snelheid
G
Circa 2,4 beelden/sec.
Circa 6,2 beelden/sec.
Sluitertijd
Modus [ ], automatisch ingesteld
bereik
1–1/2000 sec.
Diafragma
f/nummer f/3.0 / f/9.0 (G), f/6.9 / f/20 (T)
BatterijNB-4L
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 3,7 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 760 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0–40 °C
Afmetingen: 35,4 x 40,3 x 5,9 mm
Gewicht: Circa 17 g
BatterijladerCB-2LV/CB-2LVE
Nominale invoer: 100–240 V wisselstroom (50/60 Hz), 0,1 A (100 V)–0,06 A
(240 V)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,65 A
Oplaadduur: Circa 1 uur 30 min. (bij gebruik van NB-4L)
Oplaadlampje: Opladen: oranje / Volledig opgeladen: groen
Bedrijfstemperatuur: 0–40 °C
• Alle gegevens zijn gebaseerd op tests door Canon.
• Decameraspecicatiesofhetuiterlijkkunnenzonderkennisgeving
worden gewijzigd.
175
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Index
A
Aangepaste witbalans ......................... 73
Aansluiting ................. 144, 145, 146, 147
Accessoires ....................................... 142
AE lock ................................................ 71
Afdrukken .......................................... 147
AF-kaders ............................................ 77
AF lock................................................. 80
Afspelen Bekijken
AF Tracking ......................................... 78
AUTO-modus (opnamemodus) ..... 17, 33
B
Batterij
Eco-modus .................................. 136
Level ............................................ 163
Opladen .......................................... 11
Spaarstand .................................... 27
Batterijen Datum/tijd (datum/tijd-batterij)
Batterijlader ................................... 2, 142
Beelden
Afspelen Bekijken
Beveiligen ...................................... 94
Wissen .......................................... 97
Beelden opslaan op een computer .... 124
Beelden verzenden............................ 127
Maximaal aantal afbeeldingen
dat in één keer verzonden
kan worden .................................. 127
Beeldkwaliteit Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
CANON iMAGE GATEWAY
Instellingen ...................................113
Centrum (modus AF Frame) ................ 79
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)..................................... 82
Computer
Doelapparaten toevoegen ........... 121
Omgeving ...................................... 21
Voordat u begint ...........................119
Continu-opnamen maken .................... 75
Snel na elkaar (opnamemodus) .... 66
Correctie kwiklampje ........................... 49
D
Datum/tijd
Datumstempels toevoegen ........... 42
Datum/tijd-batterij .......................... 15
Instellingen .................................... 14
Wereldklok................................... 135
Wijzigen ......................................... 15
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen ............................................... 16
De modus Hybride automatisch
(opnamemodus) .................................. 35
De witbalans voor meerdere
gebieden corrigeren............................. 49
Diavoorstelling ..................................... 92
DIGITAL CAMERA Solution Disk ........... 2
Digitale tele-converter.......................... 76
Digitale Zoom ...................................... 39
Doelapparaten toevoegen
Camera ........................................118
Computer .................................... 121
Printer .......................................... 125
Smartphone .................................. 116
Webservices .................................113
Bekijken ............................................... 18
Beeld zoeken ................................ 89
Diavoorstelling ............................... 92
Enkelvoudige weergave ................ 18
Indexweergave .............................. 88
SmartShufe ................................ 93
Tv-weergave ............................... 143
Vergrote weergave ........................ 92
Belichting
AE lock .......................................... 71
Compensatie ................................. 70
FE-lock .......................................... 82
Bestandsnummering.......................... 138
Beveiligen ............................................ 94
Bewerken
Bijsnijden ..................................... 102
Het formaat van beelden
wijzigen ....................................... 101
i-Contrast ..................................... 104
My Colors .................................... 103
Rode-Ogen Corr. ......................... 104
Bijnaam
Camera ........................................112
Verbinding ................................... 131
C
Camera
Bijnaam ........................................112
Doelapparaten toevoegen ............ 118
Reset alle .................................... 140
Camerabeweging ................................ 83
CameraWindow
Scherm ........................................ 124
DPOF ................................................. 151
E
Eco-modus ........................................ 136
Extra levendig (opnamemodus)........... 58
F
Favorieten.......................................... 100
FE-lock ................................................ 82
Films
Beeldkwaliteit
(resolutie/aantal beelden) .............. 50
Bewerken .................................... 105
Opnameduur ............................... 173
Fisheye-effect (opnamemodus) ........... 58
Flitser
Aan ................................................ 81
Deitseruitschakelen ................... 41
Slow sync ...................................... 81
Focusvergrendeling ............................. 79
Fotoboek instellen ............................. 154
Foutmeldingen ................................... 160
G
Geheugenkaarten ........................... 2, 112
Opnameduur ............................... 173
Gelijkstroomkoppeling ....................... 146
Geluiden ............................................ 134
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) ........ 77
Gezichts-ID .......................................... 43
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) .................................. 65
Glimlach (opnamemodus) ................... 63
GPS ..................................................... 86
Index
176
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Index
H
HDMI-kabel........................................ 143
Het formaat van beelden wijzigen ..... 101
I
i-Contrast ..................................... 72, 104
Indicator ............................................... 31
Inhoud van de verpakking ..................... 2
Instellingen voor Wi-Fi resetten ......... 132
Interfacekabel .................................. 2, 22
ISO-waarde ......................................... 72
K
Kleur Accent (opnamemodus) ............. 61
Kleur Wissel (opnamemodus) ............. 62
Kleur (witbalans) .................................. 73
Klok...................................................... 31
Knipoogdetectie (opnamemodus)........ 64
Knipperdetectie.............................. 52, 53
L
Lampje ........................................... 52, 53
Lange sluiter (opnamemodus) ............. 66
Lichtnet .............................................. 146
M
MAC-adres ........................................ 120
Macro (scherpstelmodus) .................... 75
Meetmethode....................................... 71
Menu
Basishandelingen .......................... 30
Tabel ............................................ 165
Roteren ................................................ 99
S
Scherm
FUNC. Menu FUNC., Menu
Pictogrammen ..................... 163, 164
Taal van LCD-scherm .................... 15
Scherpstelbereik
macro ............................................ 75
Oneindig ........................................ 76
Scherpstellen
AF-kaders ...................................... 77
AF lock .......................................... 80
AF-Punt Zoom ............................... 51
Servo AF ....................................... 79
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Sepiakleurige beelden ......................... 74
Servo AF .............................................. 79
Smartphone ........................................116
De privacy-instellingen wijzigen ...118
Doelapparaten toevoegen ............ 116
Privacy-instellingen ......................117
SmartShufe ....................................... 93
Smart Shutter (opnamemodus) ........... 63
Sneeuw (opnamemodus) .................... 56
Snel na elkaar (opnamemodus) .......... 66
Soft focus (opnamemodus) ................. 60
Software
Beelden opslaan op
een computer ................................ 21
DIGITAL CAMERA Solution Disk .... 2
Installatie ....................................... 21
Spaarstand .......................................... 27
Speels effect (opnamemodus) ............. 60
Menu FUNC.
Basishandelingen .......................... 29
Tabel .................................... 166, 171
Miniatuureffect (opnamemodus) .......... 59
Modus Camera toegangspunt ....116, 125
Monochroom (opnamemodus) ............ 61
My Colors .................................... 74, 103
N
Nachtscene handm (opnamemodus) .. 56
O
Oneindig (scherpstelmodus)................ 76
Opnamen maken
Opnamedatum/-tijd Datum/tijd
Opname-informatie ..................... 163
P
PictBridge .................................. 143, 147
Polsriem Riem
P (opnamemodus) ............................... 70
Portret (opnamemodus)....................... 56
Poster-effect (opnamemodus) ............. 58
Problemen oplossen .......................... 157
Programma automatische belichting ... 70
R
Raster .................................................. 51
Reizen met de camera ...................... 135
Reset alle........................................... 140
Resolutie (beeldgrootte) ...................... 48
Riem .................................................2, 11
Rode-Ogen Corr. ......................... 49, 104
Standaardwaarden Reset alle
Stereo AV-kabel ................................. 145
Stitch Hulp (opnamemodus) ................ 67
Superslow-motionlm(lmmodus) .... 68
T
Taal van LCD-scherm .......................... 15
Toegangspunt
Aantal weergave-items ................ 124
Handmatige instellingen .............. 124
Transportmodus .................................. 75
Trimmen ............................................ 102
Tv-weergave ...................................... 143
V
Verbinding
Webservices .................................115
Verbindingsgegevens
Bewerken .................................... 130
Bijnaam wijzigen ......................... 131
Wissen ........................................ 131
Vergrote weergave .............................. 92
Verhouding .......................................... 48
Voeding Batterij
Voedingsadapterset
Voedingsadapterset ................... 142, 146
Vuurwerk (opnamemodus) .................. 56
W
Webservices
Doelapparaten toevoegen ............ 113
Verbinding ....................................115
Weergavevolgorde .......................114
Wereldklok ......................................... 135
177
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Basishandleiding
P-modus
Voorblad
Index
Wi-Fi .......................................... 108, 120
Instellingen ...................................119
Toegangspunt .............................. 120
Windows
Instellingen .................................. 121
Weergave CameraWindow ......... 124
Wissen ................................................. 97
Witbalans (kleur).................................. 73
WPS
PBC-methode .............................. 122
PIN-methode ............................... 123
Z
Zelfontspanner..................................... 40
2 seconden-zelfontspanner ........... 40
De zelfontspanner aanpassen ...... 41
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ............................ 65
Knipoogdetectie
(opnamemodus) ............................ 64
Zoeken................................................. 89
Zoomen ................................... 17, 33, 39
Zwart-witfoto’s ..................................... 74
178
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
P-modus
178
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Auto-modus/
Hybride automatisch
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN
ONJUIST TYPE.
HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE
VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecerticeerd
volgens normen die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Informatie over handelsmerken
• Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
• Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven
door Microsoft.
• HDMI, het HDMI-logo en High-Denition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Wi-Fi®, Wi-Fi Alliance®, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™ zijn
handelsmerken [of geregistreerde handelsmerken] van de Wi-Fi Alliance.
Over MPEG-4-licenties
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T
patents to provide MPEG-4 compliant video.
No license is granted or implied for any other use for MPEG-4 standard.
Vrijwaring
• Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden
gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard
zonder toestemming van Canon.
• Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding
te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
• De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
• Ongeacht de bovenstaande mededelingen is Canon niet aansprakelijk
voor schade die voortvloeit uit het verkeerde gebruik van de producten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178

Canon IXUS 255 HS Handleiding

Type
Handleiding