Canon PowerShot SX600 HS Handleiding

Type
Handleiding
1
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
© CANON INC. 2014 CEL-SV1BA281
Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s
te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan,
klikt u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vanuit de pagina’s met een hoofdstuktitel kunt u naar
onderwerpen gaan door op de titels ervan te klikken.
Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
“Veiligheidsmaatregelen” (=
6), voordat u de camera
in gebruik neemt.
Door deze handleiding te lezen, leert u de camera
correct te gebruiken.
Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de
toekomst kunt raadplegen.
2
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera Batterij
NB-6LH
Batterijlader
CB-2LY/CB-2LYE
Polsriem Introductiehandleiding Canon
garantiesysteemboekje
•Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=
2).
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen,
ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
• SD-geheugenkaarten*
• SDHC-geheugenkaarten*
• SDXC-geheugenkaarten*
* Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking
in deze camera geverieerd.
Opmerkingen vooraf en
wettelijke informatie
• Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet
aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige
fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten,
die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan
worden gelezen door apparaten.
•
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een
overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname
gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het
auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of
tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
• Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de
garantie-informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor
de Canon Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
• Hoewel de LCD-monitor onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed
op de opgenomen beelden.
• Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
• De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
3
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Namen van onderdelen en conventies
die in deze handleiding worden gebruikt
Lens
Microfoon
Luidspreker
Zoomknop
Opnamen maken: <i (telelens)> /
<j (groothoek)>
Afspelen: <k (vergroten)> /
<g (index)>
Ontspanknop
Lampje
ON/OFF-knop
Antenne voor Wi-Fi
Flitser
<h (Flitser omhoog) >-schakelaar
(N-markering)*
Aansluiting statief
Klepje gelijkstroomkoppeling
Klepje van geheugenkaart/
batterijhouder
* Gebruikt bij NFC-functies (=
92).
• Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
•
: Wat u beslist moet weten
•
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
• =xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor
een paginanummer)
• De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
• Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
• De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor
foto’s, lms of voor beide.
Foto’s
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het nemen
of bekijken van foto’s.
Films
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het maken
of bekijken van lms.
Scherm (LCD-monitor)
Riembevestigingspunt
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
HDMI
TM
-aansluiting
Modusschakelaar
Knop <1 (afspeelknop)>
Knop <b
(Belichtingscompensatie)> /
<
(Wi-Fi)> / Omhoog
Knop <e (Macro)> / Links
Indicator
Knop <{ (Mobiele
apparaatverbinding)>
Filmknop
FUNC./SET-knop
Knop <h (Flitser)> / Rechts
Knop <l (Weergave)> /
Omlaag
Knop <n>
• In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en bedieningselementen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
• De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met
de volgende pictogrammen aangeduid:
<o> Knop omhoog
aan de achterkant
<q> Knop links aan de achterkant
<r> Knop rechts aan de achterkant
<p> Knop omlaag aan de achterkant
4
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Afspeelmodus............................66
Bekijken .......................................... 67
Door beelden bladeren en
beelden lteren ............................... 70
Opties voor het weergeven
van foto’s
........................................ 72
Beelden beveiligen ......................... 74
Beelden wissen .............................. 77
Beelden roteren .............................. 79
Beelden markeren als favoriet ....... 80
Foto’s bewerken ............................. 81
Films bewerken .............................. 84
Wi-Fi-functies.............................86
Wat u kunt doen met Wi-Fi ............. 87
Webservices registreren ................ 89
CameraWindow installeren
op een
Smartphone........................ 92
Voorbereidingen voor het
registreren van een computer ........ 93
Het Wi-Fi-menu openen ................. 95
Verbinding maken via een
toegangspunt.................................. 96
Verbinding maken zonder
een toegangspunt ........................ 101
Verbinding maken met een
andere camera ............................. 103
Beelden verzenden ...................... 104
Beelden opslaan op
een computer
............................... 106
Gebruik van de knop <{> ............ 107
Beelden automatisch verzenden
(beeldsynchronisatie) ................... 109
Beelden op de camera
geotaggen
.................................... 110
Opnamen maken op afstand ........111
Wi-Fi-instellingen bewerken
of wissen
...................................... 112
MenuInstellingen....................114
Basisfuncties van de camera
aanpassen .................................... 115
Accessoires.............................121
Systeemoverzicht ......................... 122
Optionele accessoires .................. 123
Optionele accessoires
gebruiken
...................................... 124
De software gebruiken ................. 128
Beelden afdrukken ....................... 130
Bijlage.......................................138
Problemen oplossen .................... 139
Berichten op het scherm .............. 142
Informatie op het scherm ............. 145
Functies en menutabellen ............ 147
Voorzorgsmaatregelen ................. 154
Specicaties ................................. 155
Index ............................................. 159
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN) ........................... 161
Inhoudsopgave
Inhoud van de verpakking ................ 2
Compatibele geheugenkaarten ........ 2
Opmerkingen vooraf en
wettelijke informatie .......................... 2
Namen van onderdelen en
conventies die in deze handleiding
worden gebruikt ................................ 3
Inhoudsopgave ................................. 4
Algemene bediening camera ........... 5
Veiligheidsmaatregelen .................... 6
Basishandleiding.............. 9
Voordat u begint ............................. 10
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen
.................... 14
De camera testen ........................... 15
Handleiding voor
gevorderden ................... 18
Basishandelingen
vandecamera............................18
Aan/Uit ............................................ 19
Ontspanknop .................................. 20
Opties opnameweergave ............... 20
Het menu FUNC. gebruiken........... 21
Menu’s gebruiken ........................... 22
Toetsenbord op het scherm ........... 23
Indicatorweergave .......................... 23
Klok ................................................. 24
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch.................25
Opnamen maken met door de
camera bepaalde instellingen
........ 26
Algemene, handige functies ........... 31
Functies voor de
beeldaanpassing
............................ 35
Handige opnamefuncties ............... 37
De camerabewerkingen
aanpassen
...................................... 38
Andereopnamemodi.................41
Specieke scènes .......................... 42
Speciale effecten toepassen .......... 43
Speciale modi voor andere
doeleinden
...................................... 48
P-modus.....................................52
Opnamen maken met programma
automatische belichting
([P]-modus)
..................................... 53
Helderheid van het beeld
(Belichting)
..................................... 53
Beeldkleuren .................................. 56
Opnamebereik en scherpstellen .... 58
Flitser .............................................. 62
Overige instellingen ........................ 64
5
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Algemene bediening camera
4 Opnamenmaken
Door de camera bepaalde instellingen gebruiken
(Auto-modus, modus Hybride automatisch) ................................... 26, 28
Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke
opname met behulp van door de camera bepaalde instellingen
(modus Creatieve opname) ................................................................. 44
Goede opnamen van mensen maken
I P
Portretten
(=
42)
In de sneeuw
(=
42)
Specieke scènes afstemmen
t
Nachtscènes
(=
42)
Weinig licht
(=
42)
Vuurwerk
(=
43)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
43)
Poster-effect
(=
43)
Fisheye-effect
(=
45)
Miniatuureffect
(=
46)
Speels effect
(=
47)
Monochroom
(=
47)
Scherpstellen op gezichten ...................................................... 26, 42, 59
Zonder gebruik van de itser (Flitser Uit) ............................................. 27
Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner) ........................... 32, 49
Een datumstempel toevoegen ............................................................. 33
Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis) ..................................... 28
1 Weergeven
Beelden bekijken (afspeelmodus) ........................................................ 67
Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ................................................ 72
Op een tv............................................................................................ 124
Op een computer ............................................................................... 128
Snel door beelden bladeren ................................................................. 70
Beelden wissen .................................................................................... 77
E Filmsopnemen/bekijken
Films opnemen..................................................................................... 26
Films bekijken (afspeelmodus) ............................................................ 67
c Print
Foto’s afdrukken ................................................................................. 130
Opslaan
Beelden opslaan op een computer via een kabel .............................. 129
Wi-Fi-functiesgebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden ........................................... 88
Beelden online delen ........................................................................... 89
Beelden naar een computer verzenden ............................................. 109
6
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Veiligheidsmaatregelen
• Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
• De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om
letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen
te voorkomen.
• Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
• Gebruikdeitsernietdichtbijdeogenvanmensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de itser kan het gezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneer u de itser gebruikt.
• Bergdeapparatuuropbuitenhetbereikvankinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking.
Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar
wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt.
•
Gebruikalleendeaanbevolenenergiebronnenvoorstroomvoorziening.
• Demonteer,wijzigofverwarmhetproductniet.
• Laathetproductnietvallenenvoorkomhardeschokkenofstoten.
• Raakomletseltevoorkomendebinnenkantvanhetproductnietaan
alshetkapotis,bijvoorbeeldwanneerhetisgevallen.
• Stoponmiddellijkmethetgebruikvanhetproductalsditrookofeen
vreemdegeurafgeeftofanderevreemdeverschijnselenvertoont.
• Gebruikgeenorganischeoplosmiddelenzoalsalcohol,wasbenzine
ofthinneromhetproductschoontemaken.
• Voorkomcontactmetvloeistoffenenlaatgeenvloeistoffen
ofvreemdeobjectenindecamerabinnendringen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als het product nat wordt of als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen
in de camera komen, verwijdert u meteen de batterij/batterijen of haalt
u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
• Kijknietdoordezoeker(alsuwmodeleenzoekerheeft)naareen
sterkelichtbron,zoalsdezonopeenhelderedagofeensterke
kunstmatigelichtbron.
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
• Raakhetproductnietaantijdensonweeralsdestekkerinhet
stopcontactzit.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het
gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product.
• Gebruikalleendeaanbevolenbatterij/batterijen.
• Plaatsdebatterij/batterijennietindebuurtvanofinopenvuur.
Dit kan ervoor zorgen dat de batterij/batterijen exploderen of lekken, wat
kan leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid
of kleding met lekkende batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze
onmiddellijk afspoelen met water.
7
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Alshetproducteenbatterijladergebruikt,dientudevolgende
voorzorgsmaatregeleninachttenemen.
-Verwijderhetnetsnoerregelmatigenveeghetstofenvuildatzich
heeftopgehooptopdestekker,debuitenkantvanhetstopcontact
enhetgebiederomheenwegmeteendrogedoek.
-Steekoftrekdestekkernietinofuithetstopcontactmet
nattehanden.
-Gebruikdeapparatuurnietopeenmanierwaarbijdenominale
capaciteitvanhetstopcontactofdekabelaccessoireswordt
overschreden.Gebruikdeapparatuurnietalsdestekkerbeschadigd
isofalsdezenietvollediginhetstopcontactisgestoken.
-Zorgervoordatstofofmetalenobjecten(zoalsspeldenofsleutels)
nietincontactkomenmetdecontactpuntenofstekker.
-Snijd,beschadigofwijzighetnetsnoernietalsuwproducteen
netsnoergebruikt.Plaatsgeenzwarevoorwerpenophetnetsnoer.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
• Zetdecamerauitopplaatsenwaarhetgebruikvaneencameraniet
istoegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat
u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
• Laatdecameranietlangdurigincontactkomenmetdehuid.
Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads
verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren.
Gebruik een statief op warme plekken, of als u een slechte bloedsomloop
of ongevoelige huid hebt.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Zorgdathetproductniettegenvoorwerpenstoot,wordtblootgesteld
aanschokkenenstotenofachtervoorwerpenblijfthakenwanneer
uhetaandepolsriemdraagt.
• Zorgdatuniettegendelensstootofdrukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
• Zorgdathetschermnietaanschokkenwordtblootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
• Zorgdatudeitsernietperongelukmetuwvingersofeen
kledingstukbedektwanneerueenfotomaakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de itser tot gevolg hebben.
• Gebruik,plaatsofbewaarhetproductnietopdevolgendeplaatsen:
-plaatsendieaandirectzonlichtblootstaan;
-plaatsendieaantemperaturenboven40°Cblootstaan;
-vochtigeofstofgeplaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/
batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
Oververhitting en schade kunnen leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
• Doorlangdurignaarovergangenvoordiavoorstellingtekijken,
kuntuzichonprettiggaanvoelen.
• Wanneeruoptionelelenzen,lensltersoflteradapters(indienvan
toepassing)gebruikt,dientuervoortezorgendatdezeaccessoires
goedvastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de
glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
•
Leterbijproductendieautomatischdeitserin-enopklappenopdat
uwvingernietbekneldraaktdoordeitseralsdezewordtingeklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
8
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Laatbatterijenvoorhetproductnietindebuurtvanhuisdierenliggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting
of een explosie, met schade aan het product of brand als gevolg.
• Alsuwproductmeerderebatterijengebruikt,dientugeencombinatie
vanbatterijentegebruikenmetverschillendespanningsniveaus.
Gebruikverdergeenoudeennieuwebatterijensamen.Leterbijhet
plaatsenvandebatterijenopdatude+en–polennietverwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Ganietzittenterwijludecamerainuwbroekzakhebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
• Leteropdathardevoorwerpennietincontactkomenmethetscherm
alsudecamerainuwtasstopt.Doeookhetschermdicht(zodathet
naardecamerabodyisgericht),alsuwproducteenschermheeftdat
ingeklaptkanworden.
• Bevestiggeenhardevoorwerpenaanhetproduct.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade
aan eigendommen.
• Richtdecameranietopsterkelichtbronnen,zoalsdezonopeen
helderedagofeensterkekunstmatigelichtbron.
Als ui dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan de beeldsensor of andere
interne onderdelen.
• Alsudecameragebruiktopeenzandstrandofopeenwinderige
plek,moetueroplettendatergeenzandofstofinhetapparaat
terechtkomt.
• Drukdeitsernietomlaagenforceerdezenietopenbijproducten
dieautomatischdeitserin-enopklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Veegeventueelstof,vuilofanderevreemdeobjectendieopdeitser
zittenwegmeteenwattenstaafjeofdoek.
De warmte die de itser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet
op de itser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product
verstoord raken.
• Verwijderdebatterij/batterijenenbergdezeopwanneeruhet
productnietgebruikt.
Als de batterij lekt kan het product beschadigd worden.
• Breng,voordatudebatterij/batterijenweggooit,tapeofander
isolatiemateriaalaanoverdepolenvandebatterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
• Haaleenbatterijladerdieuvoorhetproductgebruikt,uithet
stopcontactwanneerdezenietgebruiktwordt.Bedekdeladerniet
meteendoekofanderevoorwerpenwanneerdezegebruiktwordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan
deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
9
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen
Voordatubegint............................................... 10
De riem bevestigen ............................................... 10
De camera vasthouden ......................................... 10
De batterij opladen ................................................ 10
De batterij en geheugenkaart plaatsen ................. 11
De datum en tijd instellen ...................................... 12
Weergavetaal ........................................................13
Deinterneoplaadbarelithiumbatterij
recyclen........................................................... 14
Decameratesten............................................. 15
Opnamen maken (Smart Auto) ............................. 15
Bekijken .................................................................16
10
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Steek het uiteinde van de riem door de
opening van de riem (
) en haal het
andere uiteinde van de riem door het oog
aan het draadeinde (
).
De camera vasthouden
Doe de riem om uw pols.
Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
op de uitgeklapte itser rusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de
batterij eerst oplaadt.
1 Plaatsdebatterij.
Zorg eerst dat de markering op de
batterij overeenkomt met die op de
oplader en plaats dan de batterij door
deze naar binnen ( ) en naar beneden
( ) te drukken.
2 Laaddebatterijop.
CB-2LY: Kantel de stekker naar
buiten (
) en steek de oplader in een
stopcontact (
).
CB-2LYE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid,
wordt het lampje groen.
3 Verwijderdebatterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen (
) en omhoog
(
) te drukken.
• Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
• Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag
u de lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
• Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
156) voor meer informatie
over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig
opgeladen batterij.
•
Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden
gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor.
• De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van
100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een
geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
CB-2LYE
CB-2LY
11
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
118).
1 Openhetklepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
2 Plaatsdebatterij.
Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst en
wordt vergrendeld.
Aansluitpunten Batterij-
vergrendeling
3 Controleerhetlipjevoor
schrijfbeveiligingvandekaart
enplaatsdegeheugenkaart.
Bij geheugenkaarten met een lipje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het lipje is ingesteld
op vergrendeld. Schuif het lipje in de
ontgrendelde positie.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en
is vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
4 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
• Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
156) voor richtlijnen over
hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
Etiket
12
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Debatterijengeheugenkaartverwijderen
Verwijderdebatterij.
Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting
van de pijl.
De batterij wipt nu omhoog.
Verwijderdegeheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de
camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in
de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het
beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto’s toevoegen (=
33).
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Steldedatumentijdin.
Druk op de knoppen <q><r> om
een optie te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om
de datum en tijd op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de
knop <m>.
3 Geefuwthuistijdzoneop.
Druk op de knoppen <q><r> om
de tijdzone thuis te selecteren.
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Als u klaar bent, drukt u op
de knop <m>. Nadat een
bevestigingsbericht is weergegeven,
wordt het instellingenscherm niet meer
weergegeven.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
• Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
• Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2 en
vervolgens kiest u [
] door op de knoppen <o><p> te drukken.
13
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Dedatumentijdwijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1 Openhetcameramenu.
Druk op de knop <n>.
2 Kies[Datum/Tijd].
Beweeg de zoomhendel om het tabblad
[3] te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Datum/Tijd] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Wijzigdedatumentijd.
Volg stap 2 bij “Datum en tijd instellen”
(=
12) om de instellingen aan
te passen.
Druk op de knop <n> om het menu
te sluiten.
• Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de
datum- en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij
is verwijderd.
• De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een
opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een
voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
123), zelfs als de camera
is uitgeschakeld.
• Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als
u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij
“De datum en tijd instellen” (=
12).
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
2 Openhetinstellingenscherm.
Houd de knop <m> ingedrukt en druk
direct op de knop <n>.
3
SteldetaalvanhetLCD-schermin.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
• De huidige tijd verschijnt als u in stap 2, nadat u op de knop <m> hebt
gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop <n> drukt. Druk in dat geval
op <m> om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2.
• U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop <n> te drukken
en [Taal
] te selecteren op het tabblad [3].
14
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Verwijderdebovensteafdekking.
Schroef de schroeven los.
Verwijder de bovenste afdekking.
5 Verwijderdeprintplaat.
Schroef de schroef los en verwijder
de printplaat.
6 Verwijderdeoplaadbare
lithiumbatterij.
Verwijder de camerabehuizing alleen om de interne oplaadbare lithiumbatterij
te verwijderen voor recycling voordat u de camera weggooit.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Als u uw camera afdankt, verwijdert u eerst de interne oplaadbare
lithiumbatterij in overeenstemming met plaatselijke voorschriften.
1 Schroefdeschroevenvan
debehuizinglos.
Schroef de schroeven van de behuizing
los aan de zijkanten en de onderkant.
2 Verwijderdevoorsteen
achtersteafdekking.
3 Verwijderdeafdekkingenaan
dezijkant.
15
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
De camera testen
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of lmopnamen te
maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op [4].
Druk op de knop <m>, druk op de knoppen
<o><p> om [
] te selecteren en druk
nogmaals op de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden
rechtsboven in het scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
<h> om de itser uit te klappen.
De itser itst wanneer u een opname
maakt. Als u liever geen itser gebruikt,
drukt u de itser met uw vinger omlaag.
16
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de itser, als u deze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar
het opnamescherm.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Druk op de lmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [
REC] en
de verstreken tijd op het scherm.
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen,
haalt u uw vinger van de lmknop.
Voltooideopname.
Druk nogmaals op de lmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
Verstreken tijd
Bekijken
Na het maken van foto’s of het opnemen van lms kunt u deze,
zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Om het vorige beeld te bekijken, drukt u
op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk in
deze modus op de knoppen <q><r> om
door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
17
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u lms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
Het afspelen begint en na de lm
verschijnt [
].
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knop <o><p>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Beeldenwissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
1 Selecteerhetbeelddatu
wiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [a] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <q><r> om [Annuleer]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
• U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (=
77).
18
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
Aan/Uit............................................................... 19
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) ................... 19
Ontspanknop.................................................... 20
Optiesopnameweergave................................. 20
HetmenuFUNC.gebruiken............................. 21
Menu’sgebruiken............................................. 22
Toetsenbordophetscherm............................ 23
Indicatorweergave............................................ 23
Klok................................................................... 24
19
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Aan/Uit
Opnamemodus
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om
de camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
Druk op de knop <1> om de camera in
te schakelen en uw foto’s te bekijken.
Om de camera uit te schakelen drukt
u opnieuw op de knop <1>.
• Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de
knop <1>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (=
20).
• Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop <1> te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstandindeopnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half
in te drukken (=
20).
Spaarstandindeafspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
• U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display uit
aanpassen (=
117).
• De spaarstand is niet actief wanneer de camera via Wi-Fi op andere apparaten
is aangesloten (=
86) of als deze is aangesloten op een computer (=
129).
20
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd
eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop
helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
1 Drukhalfin.(Lichtindrukken
omscherptestellen.)
Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2 Drukhelemaalin.(Druk,vanaf
depositiehalverwege,helemaal
inomdeopnametemaken.)
De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
• De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
• Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Opties opnameweergave
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm
of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (=
145)
voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Informatie wordt
weergegeven
Geen informatie
weergegeven
• Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met de
nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd.
Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren.
Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw
foto’s niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige
bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
• Zie “Schakelen tussen weergavemodi” (=
68) voor weergaveopties.
21
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Het menu FUNC. gebruiken
Congureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (=
148149)
of afspeelmodus (=
154).
1 OpenhetMenuFUNC.
Druk op de knop <m>.
2 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> om een
menu-item te selecteren en druk dan
op de knop <m> of <r>.
Afhankelijk van het menu-item
kunnen functies eenvoudig worden
opgegeven door op de knop <m> of
<r> te drukken, of er wordt een ander
scherm weergegeven om de functie
te congureren.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren.
Opties met het pictogram [ ] kunnen
worden gecongureerd door op de knop
<n> te drukken.
Druk op de knop <q> om terug te gaan
naar de menu-items.
Opties
Menu-items
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <m>.
Het scherm voordat u in stap 1 op de
knop <m> drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
gecongureerd.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
120).
22
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Menu’s gebruiken
Congureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen
maken [4], afspelen [1] enzovoort. De beschikbare menu-items
verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelstand
(=
150153).
1 Openhetmenu.
Druk op de knop <n>.
2 Selecteereentabblad.
Beweeg de zoomknop om een tabblad
te selecteren.
Nadat u eerst op de knoppen <o><p>
hebt gedrukt om een tabblad te
selecteren, kunt u met de knoppen
<q><r> schakelen tussen tabbladen.
3 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> om
een menu-item te selecteren.
Bij menu-items met opties die niet
worden weergegeven, drukt u eerst op
de knop <m> of <r> om van scherm
te wisselen en daarna drukt u op de
knoppen <o><p> om het menu-item
te selecteren.
Druk op de knop <n> om terug
te keren naar het vorige scherm.
4 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om
een optie te selecteren.
5 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n> om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u in stap 1
op de knop <n> drukte.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
120).
23
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Toetsenbord op het scherm
Gebruik het toetsenbord op het scherm om informatie in te voeren voor
Wi-Fi-verbindingen (=
95). De lengte en het soort informatie dat u in
kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt.
Tekensinvoeren
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een karakter te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m> om het in
te voeren.
De hoeveelheid informatie die u in
kunt voeren hangt af van de functie
die u gebruikt.
Cursorverplaatsen
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de
knop <m>.
Tekensverwijderen
Selecteer [ ] en druk op de knop <m>.
Het vorige karakter wordt gewist.
Invoerbevestigenenterugkeren
naarhetvorigescherm
Druk op de knop <n>.
Aantal beschikbare tekens
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (=
3) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur
Indicator-
status
Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (=
129) of het scherm
is uitgeschakeld (=
19, 116, 117)
Knippert
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/verzenden van
beelden, het maken van opnamen met lange sluitertijd
(=
50) of verbonden met/verzenden via Wi-Fi
• Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
24
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Klok
U kunt kijken hoe laat het is.
Houd de knop <m> ingedrukt.
De huidige tijd verschijnt.
Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen <q><r> om de
weergavekleur aan te passen.
Druk nogmaals op <m> om de
klokweergave te annuleren.
• Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop <m> ingedrukt en drukt u op
de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
25
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen
Opnamenmakenmetdoordecamera
bepaaldeinstellingen..................................... 26
Opnamen maken (Smart Auto) ............................. 26
Opnamen maken in de modus
Hybride automatisch ............................................. 28
Compositiepictogrammen ..................................... 30
Pictogrammen voor beeldstabilisatie .................... 30
Kaders op het scherm ........................................... 31
Algemene,handigefuncties........................... 31
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ......................................................31
De zelfontspanner gebruiken ................................ 32
Een datumstempel toevoegen .............................. 33
Continu-opnamen maken ...................................... 34
Functiesvoordebeeldaanpassing................ 35
De verhouding wijzigen ......................................... 35
De beeldresolutie wijzigen (grootte) ...................... 35
Rode-ogencorrectie ............................................... 36
Beeldkwaliteit van lms wijzigen ........................... 36
Handigeopnamefuncties................................ 37
Raster weergeven ................................................. 37
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten ............................................................... 37
Controleren op gesloten ogen ............................... 38
Decamerabewerkingenaanpassen............... 38
Het AF-hulplicht uitschakelen ................................38
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen ..........................................................39
De weergavestijl van het beeld
na opnamen wijzigen ............................................ 39
26
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied
is scherpgesteld, worden meerdere
AF-kaders weergegeven.
Zoombalk
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op [4].
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te
selecteren en druk nogmaals op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden,
worden rechtsboven in het scherm
weergegeven (=
30).
27
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
<h> om de itser uit te klappen. De itser
itst wanneer u een opname maakt.
Als u liever geen itser gebruikt,
drukt u de itser met uw vinger omlaag.
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de itser, als u deze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar
het opnamescherm.
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Druk op de lmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [
REC] en
de verstreken tijd op het scherm.
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
Verstreken tijd
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop
is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen,
haalt u uw vinger van de lmknop.
Pasdegroottevanhet
onderwerpaanenwijzigzonodig
decompositievandeopname.
Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in
stap 3 (=
26).
Denk er echter wel aan dat het geluid
van de camerabewerkingen ook wordt
opgenomen. Houd er rekening mee
dat lms die worden opgenomen
met zoomfactoren die blauw worden
weergegeven, er korrelig uit zullen zien.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooideopname.
Druk nogmaals op de lmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart
vol raakt.
28
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus
Hybride automatisch
U kunt eenvoudig een korte lm van de dag maken door foto’s te maken.
De camera neemt voor elke opname clips van 2–4 seconden op van
scènes, die later worden gecombineerd in een digest-lm.
1 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op [ ].
2 Kiesdecompositie.
Volg stap 3–4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
26) om de compositie
te kiezen en scherp te stellen.
Voor indrukwekkendere digest-lms richt
u de camera ongeveer vier seconden op
onderwerpen voordat u foto’s maakt.
3 Maakdeopname.
Volg stap 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
26) om een foto
te maken.
De camera maakt zowel een foto als
een lmclip. De clip, die wordt beëindigd
met de foto en een sluitergeluid, is één
hoofdstuk in de digest-lm.
• De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de
modus [ ], omdat er voor iedere opname digest-lms
worden opgenomen.
• Een digest-lm wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto maakt
direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus [ ] hebt
geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
• Geluid en trillingen veroorzaakt door de bediening van de camera
worden opgenomen in digest-lms.
• De kwaliteit van digest-lms is [ ] en kan niet worden gewijzigd.
• Er worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt
of de zelfontspanner instelt (=
115).
• In de volgende gevallen worden digest-lms opgeslagen als aparte
lmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt met de modus [
].
- Het digest-lmbestand is ongeveer 4 GB groot of er is in totaal ongeveer
29 minuten en 59 seconden lang opgenomen.
- De digest-lm is beveiligd (=
74).
- De instellingen voor zomertijd (=
12) of tijdzone (=
116) worden gewijzigd.
- Er wordt een nieuwe map gemaakt (=
119).
• Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of gewist.
• Als u liever digest-lms opneemt zonder foto’s, kunt u de instelling van
tevoren aanpassen. Kies MENU (=
22) ► tabblad [4] ► [Digest-type] ►
[Geen foto’s].
• De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (=
85).
Digest-lmafspelen
Geef een foto weer in de modus [ ] om een digest-lm af te spelen of geef
de datum op van de digest-lm die u wilt afspelen (=
69).
29
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s/lms
• Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop <p> wordt
ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft geluiden
opnieuw weer door op de knop <n> te drukken en [mute]
te kiezen op het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knoppen
<q><r> om [Uit] kiezen.
Foto’s
• Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat
geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden.
• Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geitst, ga dan dichter
naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (=
157) voor meer
informatie over het itsbereik.
• Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie “Opnamebereik” (=
157) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
• Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen
in een omgeving met weinig licht.
• Als een knipperend [h]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een
opname kunt maken als de itser klaar is met opladen. U kunt weer
opnemen zodra de itser gereed is. U kunt nu de ontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de
ontspanknop opnieuw in.
• Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het opnamescherm
wordt weergegeven, worden de gebruikte focus, helderheid en
kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname.
• U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na opnamen (=
39).
Films
• De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk
gedurende langere tijd lms opneemt. Dit is geen teken van
beschadiging.
• Klap met uw vinger de itser op
voordat u een lm opneemt. Let erop
dat u tijdens een lmopname de
microfoon niet aanraakt. Wanneer u de
itser opgeklapt laat of de microfoon
blokkeert, wordt audio mogelijk niet
opgenomen of klinkt het opgenomen
geluid gedempt.
• Vermijd tijdens het opnemen van een lm om andere
camerabediening dan de lmknoppen aan te raken, omdat de
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
• Zodra de lmopname begint, wijzigt het beeldgebied dat wordt
weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze manier
worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan
door een sterk bewegende camera. Als u onderwerpen wilt lmen
met hetzelfde formaat als waarop ze vóór het lmen worden
weergegeven, wijzigt u de instelling voor beeldstabilisatie (=
65).
• Het geluid wordt in mono opgenomen.
Microfoon
30
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Compositiepictogrammen
In de standen [ ] en [ ] wordt de door de camera vastgestelde
compositie aangeduid met een pictogram op het scherm. De bijbehorende
instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het
onderwerp worden automatisch geselecteerd.
Onderwerp
Achtergrond
Mensen Overigeonderwerpen
Achter-
grondkleur
pictogram
In
beweging*
1
Schaduwen
opgezicht*
1
In
beweging*
1
Dichtbij
Helder
Grijs
Tegenlicht
Metblauwe
lucht
Lichtblauw
Tegenlicht
Zonsondergangen
Oranje
Spotlights
Donker-
blauw
Donker
Met
statief
*
2
*
2
*1 Wordt niet voor lms weergegeven.
*2 Wordt weergegeven bij donkere composities, als de camera wordt stilgehouden alsof
deze op een statief staat.
• Probeer op te nemen in de modus [G] (=
52) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de
door u verwachte effecten, kleuren of helderheid.
Foto’s Films
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de standen [ ]
en [ ] de volgende pictogrammen weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s
(Normaal)
Beeldstabilisatie voor lms,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals wanneer
u lopend opneemt (Dynamisch).
Beeldstabilisatie voor foto’s tijdens
pannen* (Pan)
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij
het opnemen van lms met de
telelens (Powered)
Beeldstabilisatie voor
macro-opnamen (Hybrid IS).
Tijdens lmopname wordt
[
] weergegeven en
wordt beeldstabilisatie voor
macrolmopname gebruikt.
Geen beeldstabilisatie, omdat de
camera op een statief is bevestigd
of op een andere manier stil
wordt gehouden.
Tijdens lmopname wordt
[
] echter weergegeven en
wordt beeldstabilisatie gebruikt
om trillingen door wind of andere
oorzaken tegen te gaan. (Statief IS)
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
• Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (=
64).
In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
• In de modus [
] wordt geen pictogram [ ] weergegeven.
31
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Kaders op het scherm
Zodra de camera in de modus [ ] onderwerpen waarneemt waarop
u de camera richt, worden verschillende kaders weergegeven.
• Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen
het witte kader op het scherm staan.
• Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en
worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
• Probeer in de modus [G] (=
52) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of soortgelijke gebieden.
Algemene, handige functies
Foto’s Films
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom)
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, dan gebruikt u de digitale zoom om tot 72x te vergroten.
1 Duwdezoomknopnaar<i>.
Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat
het beeld merkbaar korrelig wordt).
Dit wordt weergegeven op het scherm.
2 Duwdezoomknopnogmaals
naar<i>.
De camera zoomt nog verder in op
het onderwerp.
Zoomfactor
32
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de
zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik.
- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar
korrelig wordt (ZoomPlus).
- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen
(=
35) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
• Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, kiest u MENU (=
22) ►
tabblad [4] ► [Digitale Zoom] ► [Uit].
Foto’s Films
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies daarna de optie []]
(=
21).
Als de instelling is voltooid, wordt []]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Voor foto’s: druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen op het onderwerp en druk
de knop daarna helemaal naar beneden.
Voor lms: Druk op de lmknop.
Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(In het geval dat de itser afgaat,
blijft de lamp branden.)
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op
de knop <n>.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling,
selecteert u [ ] bij stap 1.
Foto’s Films
Camerabewegingvermijdenmetdezelfontspanner
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
32) en kies [[].
Als de instelling is voltooid, wordt [[]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
32) om de opname
te maken.
33
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Dezelfontspanneraanpassen
U kunt de vertraging (0–30 seconden) en het aantal opnamen
(1–10 opnamen) aangeven.
1 Selecteer[$].
Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
32), kies [$] en druk
daarna op de knop <n>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Vertraging] of [Beelden] te selecteren.
Druk op de knoppen <q><r> om een
waarde te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [$]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
32) om de opname
te maken.
• Voor lms die worden opgenomen met behulp van de
zelfontspanner, geeft [Vertraging] de vertraging aan voordat het
opnemen begint, maar de instelling van [Beelden] heeft geen effect.
•
Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans
bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig
als de itser afgaat of als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt maken.
De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt.
• Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid
en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname.
(In het geval dat de itser afgaat, blijft de lamp branden.)
Foto’s
Een datumstempel toevoegen
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in
het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er
dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (=
12).
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Datumstemp.
] op tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
22).
Zodra de instelling is voltooid,
wordt [
] weergegeven.
2 Maakdeopname.
Wanneer u opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling,
selecteert u [Uit] in stap 1.
• Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
34
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met
stempel worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze informatie
zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (=
130)
-
Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (=
134) van uw camera om af te drukken
- Om af te drukken gebruikt u de software die kan worden gedownload van de
Canon-website (=
128)
Foto’s
Continu-opnamen maken
Houd in de stand [ ] de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-
opnamen te maken.
Zie “Snelheid continu-opnamen” (=
157) voor meer informatie over de
snelheid van continu-opnamen.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens [W] (=
21).
Als de instelling is voltooid,
wordt [W] weergegeven.
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
• Tijdens continu-opnamen zijn de focus en belichting vergrendeld
op de positie/het niveau die/dat wordt vastgesteld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
• Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
32).
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
• Als u itst, kan de opnamesnelheid afnemen.
35
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Functies voor de beeldaanpassing
Foto’s
De verhouding wijzigen
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld hdtv’s of vergelijkbare
weergaveapparatuur.
Dezelfde verhouding als 35 mm-lm, die wordt gebruikt voor het afdrukken van
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor de
weergave op standaard-tv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur, of voor het
afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
• Niet beschikbaar in de modus [
].
Foto’s
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen
per geheugenkaart” (=
156) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij
elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Richtlijnenvoorhetkiezenvanderesolutieopbasis
vanhetpapierformaat(voor4:3-beelden)
[ ]: Voor het verzenden van beelden
per e-mail.
• Niet beschikbaar in de modus [ ].
A2 (420 x 594 mm)
A3–A5 (297 x 420–
148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
36
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Rode-ogencorrectie
Rode ogen op beelden die met de itser zijn gemaakt, kunnen als volgt
automatisch worden gecorrigeerd.
1 Openhetscherm
[FlitsInstellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4]
en druk op de knop <m> (=
22).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens
[Aan] (=
22).
Als de instelling is voltooid,
wordt [R] weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen
worden toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up
voor pupillen aanziet).
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
83).
• U kunt het scherm ook in stap 2 openen als de itser is uitgeklapt.
Daartoe drukt u op de knop <r> en drukt u direct op de knop <n>.
Films
Beeldkwaliteit van lms wijzigen
Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per
geheugenkaart” (=
157) voor richtlijnen voor de maximale lmlengte die
bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (=
21).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Beeld-
kwaliteit
Resolutie Framesnelheid Details
1920 x 1080 30 fps Voor opnamen in Full-HD-kwaliteit
1280 x 720 30 fps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit
• In de standen [
] en [ ] geven zwarte balken aan de boven- en onderkant
van het scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd.
37
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Handige opnamefuncties
Foto’s Films
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
Druk op de knop <n>, kies [Raster]
op het tabblad [4] en kies [Aan] (=
22).
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in
het AF-kader wordt vergroot.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
22).
2 Controleerdescherpstelling.
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling,
selecteert u [Uit] in stap 1.
• Het gebied dat is scherpgesteld wordt in de volgende gevallen niet vergroot
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
- Als er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon zich te dicht op de
camera bevindt en zijn of haar gezicht te groot is voor het scherm, of als de
camera een bewegend object waarneemt.
- Digitale Zoom (=
31): wordt niet vergroot met deze functie.
- AF Tracking (=
59): wordt niet vergroot met deze functie.
- Als een tv als scherm wordt gebruikt (=
124)
• Niet beschikbaar in de modus [
].
38
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Controleren op gesloten ogen
[ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad [4] en
selecteer daarna [Aan] (=
22).
2 Maakdeopname.
[ ] knippert wanneer de camera iemand
waarneemt die zijn/haar ogen dicht heeft.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling,
selecteert u [Uit] in stap 1.
• Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [$], dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
• Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd bij
[Weergavetijd] (=
39) worden personen van wie de ogen zijn gesloten in
een kader weergegeven.
• Deze functie is niet beschikbaar in de modus voor continue opnamen (=
34).
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad MENU [4].
Zie “Menu’s gebruiken” (=
22) voor instructies over menufuncties.
Foto’s
Het AF-hulplicht uitschakelen
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat
branden als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met
weinig licht.
Druk op de knop <n>, kies
[AF-hulplicht] op het tabblad [4] en kies
[Uit] (=
22).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
39
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer
u opnamen maakt met de itser in een omgeving met weinig licht.
1 Openhetscherm
[FlitsInstellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
22).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit]
(=
22).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Foto’s
De weergavestijl van het beeld na
opnamen wijzigen
U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en
welke informatie wordt weergegeven.
Deweergaveduurvanhetbeeldnaopnamenwijzigen
1 Openhetscherm[Afbeelding
directbekijken].
Druk op de knop <n>, kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [4] en druk op de knop <m>
(=
22).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Weergavetijd] te selecteren. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
te kiezen.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Snel Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt fotograferen.
2 sec., 4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven.
Zelfs wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de ontspanknop
al half indrukken om een volgende foto te maken.
Vastzetten Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
40
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Hetweergegevenschermnadeopnamewijzigen
Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname
worden weergegeven.
1 Stel[Weergavetijd]inop
[2sec.],[4sec.],[8sec.]
of[Vastzetten](=
3 9 ).
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Scherminfo] te selecteren. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
te kiezen.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details
Geeft details van de opname weer (=
146).
• Wanneer [Weergavetijd] (=
39) is ingesteld op [Uit] of [Snel], is
[Scherminfo] ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd.
• U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop <p> te drukken
terwijl na de opname een beeld wordt weergegeven. De instellingen van
[Scherminfo] worden niet gewijzigd. U kunt de volgende handelingen uitvoeren
door op de knop <m> te drukken.
- Beveilig (=
74)
- Favorieten (=
80)
- Wissen (=
77)
41
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten
of vastgelegd met speciale functies
Speciekescènes............................................ 42
Specialeeffectentoepassen........................... 43
Genieten van diverse beelden van elke
opname (Creatieve opname) ................................ 44
Opnamen maken met het effect van
een visooglens (Fisheye-effect) ............................45
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect) ....................................................46
Opnamen maken met een
speelgoedcamera-effect (Speels effect) ...............47
Opnamen maken in monochroom ......................... 47
Specialemodivooranderedoeleinden......... 48
Automatisch opnamen maken na
gezichtsdetectie (Smart Shutter) ........................... 48
Opnamen met lange sluitertijd maken
(Lange sluiter) .......................................................50
Snel na elkaar continu opnamen maken
(Snel na elkaar) .....................................................51
42
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Specieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1 Opendemodus[4].
Stel de modusschakelaar in op [4].
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop
<m>
, kies [ ] in
het menu en kies een opnamemodus
(=
21).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
IPortretopnamenmaken(Portret)
Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Foto’s
Avondcomposities
makenzonderstatief
(Nachtscenehandm)
Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat
u de camera heel stil hoeft te houden
(zoals met een statief).
Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto’s te combineren,
waardoor camerabeweging en beeldruis
worden verminderd.
Foto’s
Opnamenmakenbijweiniglicht
(Weiniglicht)
Opnamen maken met minimale beweging
van de camera en het onderwerp, zelfs in
omstandigheden met weinig licht.
Foto’s Films
POpnamenmakenin
sneeuwlandschappen(Sneeuw)
Heldere foto’s met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
43
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
t
Vuurwerkfotograferen(Vuurwerk)
Levendige foto’s van vuurwerk.
• Onderwerpen lijken in de stand [
] groter dan in andere standen.
• In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-waarde (=
55) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
• Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [ ]
continu-opnamen maakt.
• In de modus [ ] kunnen overmatige onscherpte door beweging of
bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk niet
het verwachte resultaat verkrijgt.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [t]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (=
64).
• Wanneer u een statief gebruikt voor avondscènes, krijgt u betere resultaten als
u opnamen maakt in de modus [
] in plaats van de modus [ ] (=
26).
•
De resolutie in de modus [ ] is [ ] (2304 x 1728) en kan niet worden gewijzigd.
• In de modus [t] wordt de optimale scherpstelling bepaald, hoewel er geen
kaders worden weergegeven als u de ontspanknop half indrukt.
Speciale effecten toepassen
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Selecteereenopnamemodus.
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit om een
opnamemodus te kiezen.
2 Maakdeopname.
Foto’s Films
Opnamenmakeninlevendige
kleuren(Extralevendig)
Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Foto’s Films
Foto’smetpostereffect
(Poster-effect)
Foto’s die lijken op oude posters
of illustraties.
• In de modi [
] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken
om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen.
44
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Genieten van diverse beelden van elke
opname (Creatieve opname)
De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Daarbij worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie
van de opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke
opnamen worden zes foto’s opgeslagen. U kunt meerdere foto’s met
effecten vastleggen met door de camera bepaalde instellingen.
1 Opendemodus[ ].
Stel de modusschakelaar in op [ ].
2 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. Terwijl u de opname maakt,
hoort u driemaal het sluitergeluid.
Nadat de zes beelden achter elkaar zijn
weergegeven, worden ze gedurende
circa twee seconden tegelijkertijd
weergegeven.
Om de beelden weergegeven te houden
totdat u de ontspanknop half indrukt,
drukt u op de knop <m>. Om als
volledig scherm weer te geven in deze
staat, kiest u een beeld door op de
knoppen <o><p><q><r> te drukken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het oorspronkelijke scherm.
• Opnamen maken kan even duren als de itser wordt geactiveerd, maar houd
de camera stevig totdat het sluitergeluid drie keer wordt afgespeeld.
Beeldenweergeventijdenshetafspelen
De zes beelden van elke opname worden beheerd als één groep en tijdens
het afspelen wordt alleen het eerste beeld van de serie weergegeven.
Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep, wordt [ ]
weergegeven linksboven in het scherm.
• Als u een gegroepeerd beeld wist (=
77), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
• Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (=
71) en niet-gegroepeerd
(=
71) worden afgespeeld.
• Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (=
74), worden alle beelden in
de groep beveiligd.
• Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (=
70) of
Smart Shufe (=
73), kunnen beelden afzonderlijk worden bekeken.
In dit geval worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
• De volgende acties zijn niet beschikbaar voor gegroepeerde beelden:
vergroten (=
72), draaien (=
79), markeren als favoriet (=
80),
bewerken (=
8184) afdrukken (=
130), toevoegen aan de afdruklijst
(=
134) of toevoegen aan een fotoboek (=
136). Speel de gegroepeerde
beelden afzonderlijk af (=
71) of annuleer de groepering (=
71) om deze
bewerkingen uit te voeren.
• Gelijktijdige weergave, zoals getoond bij stap 2, is alleen direct na de
opname beschikbaar.
45
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Effectenkiezen
U kunt effecten kiezen voor beelden die zijn vastgelegd in de stand [ ].
Nadat u de stand [ ] gekozen hebt,
drukt u op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om het
effect te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
Automatisch Alle effecten
Retro Beelden die lijken op oude foto’s
Monochroom Beelden die in één kleur zijn gegenereerd
Speciaal Stoere beelden met een bijzondere uitstraling
Natuurlijk Ingetogen beelden met een natuurlijke uitstraling
Foto’s
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
2 Kieseeneffectniveau.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een effectniveau
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
46
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
U kunt ook lms maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de
afspeelsnelheid te kiezen voordat de lm wordt opgenomen. Mensen en
onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen.
Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
Op het scherm verschijnt een wit kader
dat het beeldgebied aangeeft dat
scherp blijft.
2 Kieshetgebiedwaaropuwilt
scherpstellen.
Druk op de knop <p>.
Beweeg de zoomknop om de afmeting
van het kader te wijzigen en druk op
de knoppen <o><p> om het kader
te verplaatsen.
3 Selecteervoorlmsde
afspeelsnelheidvandelm.
Druk op de knop <n> en druk op
de knoppen <q><r> om de snelheid
te kiezen.
4
Gaterugnaarhetopnamescherm
enmaakdeopname.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
Afspeelsnelheidengeschatteafspeeltijd
(voorclipsvanéénminuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
• De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van lms.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Als u in stap 2 op de knoppen <q><r> drukt, verandert u de richting van het
kader naar verticaal. Om de richting van het kader weer horizontaal te zetten,
drukt u op de knoppen <o><p>.
• Als u het kader wilt verplaatsen terwijl het in de horizontale richting staat,
drukt u op de knoppen <o><p>, en als u het kader wilt verplaatsen wanneer
het in de verticale richting staat, drukt u op de knoppen <q><r>.
• Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
• De beeldkwaliteit van lms is [
] bij een verhouding van [ ] en [ ] bij
een verhouding van [
] (=
35). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet
worden gewijzigd.
47
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Opnamen maken met een speelgoedcamera-
effect (Speels effect)
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s Films
Opnamen maken in monochroom
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
48
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Speciale modi voor andere doeleinden
Foto’s
Automatisch opnamen maken na
gezichtsdetectie (Smart Shutter)
Automatischopnemennaglimlachdetectie
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Lachdetectie aan].
2 Richtdecameraopeenpersoon.
Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een foto gemaakt.
Druk op de knop <q> om de lachdetectie
te pauzeren. Druk nogmaals op de knop
<q> om de detectie te hervatten.
• Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de
camera opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
• U kunt ook foto’s maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in
te drukken.
• Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is
gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p>
nadat u [
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
38) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
Foto’s
Deknipoogdetectiegebruiken
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Kiesdecompositieendruk
deontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
49
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in de stand-bystand
voor opname en op het scherm verschijnt
[Glimlach voor foto].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Kijknaardecameraenknipoog.
Ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd, maakt de
camera een foto van de persoon wiens
gezicht in het kader valt.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam
en opzettelijk.
• Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren,
een hoed of een bril.
• Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook
gedetecteerd als een knipoog.
• Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer
15 seconden later een foto.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p>
nadat u [
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
38) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
• Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een
persoon in het opnamegebied komt en knipoogt.
Foto’s
Degezicht-zelfontspannergebruiken
Ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon
(zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt, maakt de camera een
foto (=
59). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een
vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
Druk daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Kiesdecompositieendruk
deontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-bystand voor
de opname en op het scherm verschijnt
[Kijk recht naar camera om aftellen
te starten].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
50
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Gabijdeanderenstaaninhet
opnamegebiedenkijknaar
decamera.
Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneer de itser afgaat, blijft de lamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
• Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p>
nadat u [
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
38) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
Foto’s
Opnamen met lange sluitertijd maken
(Lange sluiter)
Geef een sluitertijd van 1–15 seconden op om opnamen met een lange
sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen.
1 Selecteer[N].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [N].
2 Selecteerdesluitertijd.
Druk op de knop <o>, druk op de
knoppen <q><r> om de sluitertijd
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Controleerdebelichting.
Druk de ontspanknop half in om de
belichting voor de door u geselecteerde
sluitertijd te bekijken.
4 Maakdeopname.
51
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van
het scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt.
• Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto
kunt maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis
te voorkomen.
• Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief
of een andere manier om de camera stil te houden (=
64).
• Als de itser afgaat, kan uw foto overbelicht raken. Als dit gebeurt, stelt u de
itser in op [!] en maakt u een nieuwe opname (=
62).
Foto’s
Snel na elkaar continu opnamen maken
(Snel na elkaar)
U kunt een serie opnamen maken die elkaar snel opvolgen door de
ontspanknop volledig in te drukken. Zie “Snelheid continu-opnamen”
(=
157) voor meer informatie over de snelheid van continu-opnamen.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [ ].
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
Elke set met doorlopende beelden wordt
behandeld als één groep, en alleen het
eerste beeld dat is opgenomen in de
groep wordt weergegeven (=
44).
• De resolutie is [ ] (2304 x 1728) en kan niet worden gewijzigd.
• Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld.
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
52
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de modus [G] en dat de modusschakelaar ingesteld is op [4].
• [G]: Programma automatische belichting; Automatische belichting: Automatische belichting
• Controleer voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan [G] of de functie in die modus beschikbaar is (=
147152).
Opnamenmakenmetprogramma
automatischebelichting([P]-modus)........... 53
Helderheidvanhetbeeld(Belichting)............ 53
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ...................................... 53
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE lock) .......................................... 54
De meetmethode wijzigen ..................................... 54
De ISO-waarde wijzigen ........................................ 55
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................... 55
Beeldkleuren..................................................... 56
De witbalans aanpassen ....................................... 56
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) ............................................................57
Opnamebereikenscherpstellen..................... 58
Close-ups maken (macro) ..................................... 58
Opnamen maken van onderwerpen
op grote afstand (Oneindig) .................................. 58
Digitale telelens ..................................................... 58
De modus AF Frame wijzigen ............................... 59
De focusinstelling veranderen ............................... 61
Opnamen maken met AF lock ............................... 62
Flitser................................................................ 62
Flitsermodus wijzigen ............................................ 62
Opnamen maken met FE-lock .............................. 63
Overigeinstellingen......................................... 64
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit) ......................................................64
Instellingen van de IS-modus wijzigen .................. 64
53
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Opendemodus[G].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (=
42) uit en kies [G].
2 Pasdeinstellingennaarwens
aan(=
5 3 65)enmaak
eenopname.
• Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
55) of de itser te activeren (bij donkere onderwerpen, =
62) om zo
de juiste belichting te verkrijgen.
• U kunt ook lms opnemen in de modus [G] door op de lmknop te drukken.
Sommige FUNC.- (=
21) en MENU-instellingen (=
22) kunnen echter
automatisch worden aangepast voor lmopnamen.
• Zie “Opnamebereik” (=
157) voor meer informatie over het opnamebereik
in de modus [G].
Helderheid van het beeld (Belichting)
Foto’s Films
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Druk op de knop <o>. Kijk naar het
scherm en druk op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Wanneer u lms opneemt, moet de
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
Wanneer u foto’s maakt, drukt u op
de knop <m> om de ingestelde
belichtingscompensatie weer te geven
en maakt u de opname.
• U kunt ook foto’s maken met de belichtingscompensatiebalk weergegeven.
• Wanneer u een lm maakt, wordt [&] weergegeven en wordt de
belichting vergrendeld.
54
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE lock)
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Vergrendeldebelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk
op de knop <o>.
[&] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
Om AE te ontgrendelen, laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [&] niet
meer weergegeven.
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
• AE: Automatische belichting
Foto’s
De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die
van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied.
Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als
het belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het [
] (spotmetingpuntkader) dat
wordt weergegeven in het midden van het scherm.
55
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
AUTO
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast
aan de opnamemodus en –omstandigheden.
100, 200
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
400, 800
Voor opnamen bij bewolkt weer of in
de schemering.
1600, 3200
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in
donkere kamers.
• Druk de ontspanknop half in als u de automatisch bepaalde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de ISO-waarde is ingesteld op [AUTO].
• Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden neemt de kans op een onscherp
onderwerp en bewogen beelden toe.
• De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen,
wat onscherpe en bewogen onderwerpen vermindert en het itserbereik
vergroot. Foto’s kunnen er echter wel korrelig uitzien.
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden
gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen.
Druk op de knop <n>, kies
[i-Contrast] op het tabblad [4] en kies
[Automatisch] (=
22).
Als de instelling is voltooid, wordt [@]
weergegeven.
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
83).
56
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beeldkleuren
Foto’s Films
De witbalans aanpassen
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
Auto
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld
voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in
de schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en
dezelfde kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit (of dezelfde kleur) of koelwit
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans
(=
56).
Foto’s Films
Aangepastewitbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Voer de stappen in “De witbalans
aanpassen” (=
56) uit om [ ]
te selecteren.
Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop <n>.
De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
• Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
57
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging
afgevlakt, voor zachte beelden.
Sepia
Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit
Hiermee maakt u zwart-witfoto’s
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint
Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint
Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groene onderwerpen, zoals bergen en ora, levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden
rode onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (=
57).
• U kunt de witbalans (=
56) niet instellen in de modi [ ] en [ ].
• Met de modi [ ] en [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan
huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet
het verwachte resultaat met sommige huidtinten.
Foto’s Films
CustomKleur
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1–5.
1 Openhetinstellingenscherm.
Voer de stappen bij “De kleurtoon van
een beeld wijzigen (My Colors)” (=
57)
uit om [
] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <n>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en geef de waarde op
door te drukken op de knoppen <q><r>.
Pas de waarde naar rechts aan voor
sterkere/intensere effecten (of donkerdere
huidtinten), en pas de waarde naar links
aan voor zwakkere/lichtere effecten
(of lichtere huidtinten).
Druk op de knop <n> om de
instelling te voltooien.
58
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamebereik en scherpstellen
Foto’s
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
157) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [e] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid,
wordt [e] weergegeven.
• Als u itst, kan vignetvorming optreden.
• In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [e]
grijs en de camera stelt niet scherp.
• Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[] (=
32).
Foto’s
Opnamen maken van onderwerpen op grote
afstand (Oneindig)
Stel de camera in op [u] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich veraf bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
157) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [u] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid,
wordt [u] weergegeven.
Foto’s Films
Digitale telelens
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,6x
of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger
is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in
dezelfde zoomfactor.
Druk op de knop <n>, kies [Digitale
Zoom] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
22).
Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
• De digitale telelens kan niet worden gebruikt met digitale zoom
(=
31) of AF-puntzoom (=
37).
59
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale telelensinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in “Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (=
31).
Foto’s Films
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
Druk op de knop <n>, kies
[AF Frame] op het tabblad [4] en kies
de gewenste optie (=
22).
Foto’s Films
Gezichts-AiAf
• Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen,
en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
• Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
• Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
• Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
• Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF
(=
61) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
• Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichten en prol, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
•
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identiceren als gezichten.
• Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Foto’s
Onderwerpenselecterenomopscherptestellen(AFTracking)
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1 Selecteer[AFTracking].
Voer de stappen bij “De modus AF Frame
wijzigen” (=
59) uit om [AF Tracking]
te selecteren.
[ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kieseenonderwerpwaarop
uwiltscherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op
de knop <q>.
60
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
De camera piept en [ ] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
[ ] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
Druk nogmaals op de knop <q> als u het
volgen wilt stoppen.
3 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat het
onderwerp volgt terwijl de scherpstelling
en belichting worden aangepast
(Servo AF) (=
61).
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Zelfs nadat de opname is gemaakt,
wordt [
] nog steeds weergegeven en
blijft de camera het onderwerp volgen.
•
[Servo AF] (=
61) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden gewijzigd.
• Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• [e] en [u] zijn niet beschikbaar.
• De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half
ingedrukt houdt zonder op de knop <q> te drukken. Nadat u de opname hebt
gemaakt, wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
Foto’s Films
Centrum
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar
scherpstellen.
• Een geel AF-kader wordt weergegeven met [
] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Druk op de knop <n> en stel [AF kader afm.] op het tabblad [4] in op
[Klein] (=
22) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
• De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de
digitale zoom (=
31) of de digitale telelens (=
58) gebruikt.
• Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
• De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de ontspanknop half
indrukt en [AF-Punt Zoom] (=
37) is ingesteld op [Aan].
61
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
OpnamenmakenmetServoAF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Servo AF] op het tabblad [4] en kies
[Aan] (=
22).
2 Stelscherp.
De focus en belichting blijven behouden als
het blauwe AF-kader wordt weergegeven
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk
niet scherpstellen.
• In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
• Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden
de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
• Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
32).
Foto’s
De focusinstelling veranderen
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer
de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera
beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop
half indrukt.
Druk op de knop <n>, kies [Continu]
op het tabblad [4] en kies [Uit] (=
22).
Aan
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist, doordat de camera
continu scherpstelt op onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit De camera stelt niet continu scherp, zodat de batterij minder snel leeg is.
62
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1 Vergrendeldefocus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop <q>.
De focus is nu vergrendeld en [%]
wordt weergegeven.
Om de focus te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <q>. In dit geval wordt [%] niet
meer weergegeven.
2 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
Flitser
Foto’s
Flitsermodus wijzigen
U kunt de itsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie “Flitsbereik” (=
157) voor meer informatie over het itsbereik.
1 Klapdeitseruit.
Verschuif de schakelaar <h>.
2 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om een itsmodus
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
• Als de itser is ingeklapt, kan het instellingenscherm niet worden
geopend door op de knop <r> te drukken. Verschuif de schakelaar
<h> om de itser uit te klappen en congureer de instelling.
[ ]Auto
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geitst.
[h]Aan
Er wordt bij elke opname geitst.
[Z]Slowsync
Er wordt geitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het itsbereik verlicht wordt.
63
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [Z]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (=
64).
• In de modus [Z] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt, zelfs nadat de itser geitst heeft.
[!]Uit
Voor het maken van opnamen zonder itser.
• Als bij omstandigheden die ervoor zorgen dat de camera bewogen
wordt of bij situaties met weinig licht een knipperend pictogram
[
] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden.
Foto’s
Opnamen maken met FE-lock
Net als met de AE lock (=
54) kunt u de belichting vergrendelen voor het
maken van opnamen met de itser.
1 Klapdeitseruitensteldeze
inop[h](=
6 2 ).
2 Vergrendeldeitsbelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op
de knop <o>.
De itser gaat af en wanneer [(] wordt
weergegeven, blijf het itsuitvoerniveau
behouden.
Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [(] niet
meer weergegeven.
3 Kiesdecompositieenmaak
eenopname.
• FE: Flitsbelichting
64
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Overige instellingen
Foto’s
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen, [ ] (Superjn)
en [ ] (Fijn): Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
156) voor
richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een
geheugenkaart passen.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
Foto’s Films
Instellingen van de IS-modus wijzigen
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
[IS-instellingen] op het tabblad [4]
en druk vervolgens op de knop
<m>
(=
22).
2 Congureerdeinstelling.
Kies [IS modus] en kies vervolgens de
gewenste optie (=
22).
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS) (=
30).
Opname* Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname.
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
* De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor lmopnamen.
• Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
65
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Films
Filmenmetonderwerpenophetzelfdeformaatals
waaropzevoorhetlmenwordenweergegeven
Zodra de lmopname begint, wijzigt normaal gesproken het beeldgebied dat
wordt weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze manier
worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan door een sterk
bewegende camera. Als u onderwerpen wilt lmen op hetzelfde formaat als
waarop ze voor het lmen worden weergegeven, kunt u ervoor kiezen om
sterke camerabeweging niet te corrigeren.
Voer de stappen bij “Instellingen van de
IS-modus wijzigen” (=
64) uit om het
scherm [IS-instellingen] te openen.
Kies [Dynamic IS] en kies [2] (=
22).
• U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op hetzelfde formaat
worden opgenomen als waarop ze voor het lmen worden weergegeven.
66
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt,
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Bekijken............................................................ 67
Schakelen tussen weergavemodi ......................... 68
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij
het maken van foto’s (digest-lms) .......................69
Doorbeeldenbladerenenbeeldenlteren... 70
Bladeren door beelden in een index ..................... 70
Beelden zoeken die voldoen aan
opgegeven voorwaarden ....................................... 70
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven .... 71
Optiesvoorhetweergevenvanfoto’s........... 72
Beelden vergroten .................................................72
Diavoorstellingen bekijken .................................... 72
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shufe) ...................................................... 73
Beeldenbeveiligen........................................... 74
Via het menu .........................................................75
Afzonderlijke beelden selecteren .......................... 75
Een reeks selecteren ............................................ 75
Alle beelden in één keer opgeven ......................... 76
Beeldenwissen................................................ 77
Meerdere beelden tegelijk wissen ......................... 77
Beeldenroteren................................................ 79
Via het menu .........................................................79
Automatisch draaien uitschakelen ........................ 79
Beeldenmarkerenalsfavoriet........................ 80
Foto’sbewerken............................................... 81
Het formaat van beelden wijzigen ......................... 81
Bijsnijden ...............................................................82
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) ............................................................82
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................... 83
Rode ogen corrigeren ........................................... 83
Filmsbewerken................................................ 84
Digest-lms bewerken ........................................... 85
67
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Bekijken
Na het maken van foto’s of het opnemen van lms kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Om het vorige beeld te bekijken, drukt u
op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk in
deze modus op de knoppen <q><r> om
door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Druk in de modus Beeld scrollen op de
knoppen <o><p> om door beelden
te bladeren in de groepen van elke
opnamedatum.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u lms
wilt afspelen.
3 Filmsafspelen
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk vervolgens nogmaals op de knop
<m> om het afspelen te starten.
4 Pashetvolumeaan.
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
Om het volume aan te passen wanneer
de volumeaanduiding niet langer
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen <o><p>.
5 Onderbreekhetafspelen.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
Na de lm verschijnt [ ].
Volume-indicator
68
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
• Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (=
22) ► tabblad [1]
► [Beeld scrollen] ► [Uit].
• Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de afspeelmodus
geopend wordt, kiest u MENU (=
22) ► tabblad [1] ► [Ga verder] ►
[Laatste f.].
• Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent u MENU
(=
22) en vervolgens kiest u het door u gewenste effect op het tabblad [1]
► [Overgang].
Foto’s Films
Schakelen tussen weergavemodi
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm of
om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide informatieweergave)”
(=
146) voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Geen
informatieweergave
Beknopte
informatieweergave
Uitgebreide
informatieweergave
Foto’s Films
Overbelichtingswaarschuwing(voorhighlightsvanbeelden)
In de uitgebreide informatieweergave (=
68) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Foto’s Films
Histogram
De graek die verschijnt in de uitgebreide
informatieweergave (=
68) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk gedeelte van
het beeld zich op elk helderheidsniveau
bevindt. Het histogram bekijken is een
manier om de belichting te controleren.
Foto’s Films
GPS-informatieweergave
Met een smartphone die via Wi-Fi is
verbonden met de camera kunt u beelden
op de camera geotaggen en informatie
toevoegen, zoals breedtegraad,
lengtegraad en hoogte (=
110).
Beelden met geotag worden gelabeld
met een pictogram [
] in de uitgebreide
informatieweergave. Druk op de knop
<o> om de vastgelegde informatie weer
te geven.
Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en –tijd) getoond.
Druk nogmaals op de knop <o> om
terug te keren naar de uitgebreide
informatieweergave.
Hoog
Donker
Laag
Helder
GPS-informatie
69
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden
waarvoor deze informatie ontbreekt.
• [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor
items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die
niet juist zijn vastgelegd.
• UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met
Greenwich Mean Time.
Films
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij
het maken van foto’s (digest-lms)
U kunt als volgt een lmsynopsis bekijken met digest-lms die automatisch
zijn opgenomen in de modus [ ] (=
28) op een dag waarop u foto’s
hebt gemaakt.
1 Selecteereenbeeld.
Foto’s die zijn gemaakt in de modus
[
] worden aangeduid met een
[
]-pictogram.
2 Speeldelmaf.
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
21).
De lm die automatisch is opgenomen op
de dag dat de foto’s zijn gemaakt, wordt
vanaf het begin afgespeeld.
• Na een kort moment wordt [ ] niet meer weergegeven wanneer u de
camera gebruikt met uitgeschakelde informatieweergave (=
68).
Opdatumweergeven
Digest-lms kunnen op datum worden bekeken.
1 Selecteereenlm.
Druk op de knop <n>, kies
[Digest-lms weerg./afsp.] op het tabblad
[1] en kies een datum (=
22).
2 Speeldelmaf.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt starten.
70
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door
de beeldweergave te lteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt
deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (=
74) of verwijderen
(=
77).
Mensen
Hiermee worden beelden weergegeven met
gedetecteerde gezichten.
Opnamedatum
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum
zijn opgenomen.
Favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als
favoriet (=
80).
Foto/lm
Geeft foto’s, lms of lms die zijn opgenomen in
de modus [
] weer (=
28).
1 Kieseenzoekvoorwaarde.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies een voorwaarde (=
21).
Wanneer u [ ] of [ ] hebt geselecteerd,
kiest u de voorwaarde door op de
knoppen <o><p><q><r> op het
weergegeven scherm te drukken.
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Bekijkdegelterdebeelden.
Beelden die voldoen aan uw
voorwaarden, worden in gele kaders
weergegeven. Druk op de knoppen
<q><r> om alleen deze beelden
te bekijken.
Kies [ ] in stap 1 om gelterd afspelen
te stoppen.
Door beelden bladeren en
beelden lteren
Foto’s Films
Bladeren door beelden in een index
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1 Geefbeeldenweerineenindex.
Verschuif de zoomknop naar <g> als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
Verschuif de zoomknop naar <k> om
minder beelden weer te geven. Het aantal
beelden neemt elke keer af wanneer u de
zoomknop verschuift.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk op de knop <m> om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
71
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
•
Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende
beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar.
• Als u informatie wilt weergeven of verbergen, drukt u bij stap 2 op de knop <p>.
• Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn “Bladeren
door beelden in een index” (=
70), “Beelden vergroten” (=
72) en
“Diavoorstellingen bekijken” (=
72). U kunt ook alle gevonden beelden
beveiligen, wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoalbum door
[Alle beelden zoekopdr. sel.] te selecteren in “Beelden beveiligen” (=
74),
“Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
77), “Beelden toevoegen aan
de printlijst (DPOF)” (=
134) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek”
(=
136).
• Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (=
8185) wordt een
bericht weergegeven en worden de gevonden beelden niet meer weergegeven.
Foto’s
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
Beelden die in de modus [ ] of [ ] zijn gemaakt (=
44, 51) zijn
gegroepeerd voor weergave. Deze gegroepeerde beelden kunnen ook
afzonderlijk worden weergegeven.
1 Kieseengegroepeerdbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om
een beeld met de aanduiding [
]
te selecteren.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
21).
3 Geefdebeeldenindegroep
afzonderlijkweer.
Als u op de knoppen <q><r> drukt,
worden alleen de beelden in de groep
weergegeven.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en druk nogmaals op de knop
<m> om te stoppen met afspelen in een
groep (=
21).
• Bij groep afspelen (stap 3) kunt u de functies van het functiemenu gebruiken
door op de knop <m> te drukken. U kunt ook snel door beelden bladeren
“Bladeren door beelden in een index” (=
70) en deze vergroten “Beelden
vergroten” (=
72). Door [Alle beelden groeperen] voor “Beelden beveiligen”
(=
74), “Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
77), “Beelden toevoegen
aan de printlijst (DPOF)” (=
134) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek”
(=
136) te selecteren, kunnen alle beelden in de groep in één keer
worden bewerkt.
• Als u de groepering voor beelden wilt opheffen zodat ze worden weergegeven
als losse foto’s, kiest u MENU (=
22) ► tabblad [1] ► [Beelden groep.] ►
[Uit]. Het groeperen van gegroepeerde beelden kan echter tijdens het afspelen
van afzonderlijke beelden niet worden opgeheven.
• Gelijktijdige weergave in modus [
] zoals beschreven bij stap 2 van
“Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname)”
(=
44) wordt alleen direct na de opname weergegeven.
72
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opties voor het weergeven van foto’s
Foto’s
Beelden vergroten
1 Vergrooteenbeeld.
Verschuif de zoomknop naar <k> als
u wilt inzoomen op het beeld en het
beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop
vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot
een factor van 10x.
Verschuif de zoomknop naar <g>
om uit te zoomen. Als u de zoomknop
vasthoudt, keert u terug naar de
enkelvoudige weergave.
2 Verschuifdeweergavelocatie
enschakelindiennodig
tussenbeelden.
Als u de weergavepositie wilt aanpassen,
drukt u op de knoppen <o><p><q><r>.
Zelfs wanneer [ ] nog op het
scherm staat, kunt u al schakelen
naar [
] door op de knop <m> te
drukken. Druk tijdens het in- of uitzoomen
op de knoppen <q><r> om tussen de
beelden te schakelen. Druk nogmaals op
de knop <m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke instelling.
• U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige weergave gaan
door op de knop <n> te drukken.
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
Foto’s Films
Diavoorstellingen bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
Druk op de knop <m> en kies [.] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
21).
De diavoorstelling begint nadat
[Laden van beeld] enkele seconden
wordt weergegeven.
Druk op de knop <n> om de
diavoorstelling te beëindigen.
• De spaarstandfuncties van de camera (=
19) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
• Druk op de knop <m> als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
• U kunt naar andere beelden schakelen tijdens het afspelen als u op de
knoppen <q><r> drukt. Houd voor vooruitspoelen of achteruitspoelen
de knoppen <q><r> ingedrukt.
• In de modus voor beeld zoeken (=
70) worden alleen beelden afgespeeld
die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
73
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Instellingenvoordiavoorstellingenwijzigen
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen
tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [1] (=
22).
2 Congureerdeinstellingen.
Kies het menu-item dat u wilt congureren
en kies de gewenste optie (=
22).
Selecteer [Start] en druk op <m> als u
de diavoorstelling volgens uw instellingen
wilt starten.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect].
Foto’s
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shufe)
Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die u
wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd,
worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden
in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als
u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
1 SelecteerSmartShufe.
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
21).
Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om te selecteren welk beeld u vervolgens
wilt weergeven.
Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door de
volgende vier mogelijke beelden.
Als u op de knop <m> drukt, verschijnt
het middelste beeld op volledige
grootte. Druk nogmaals op de knop
<m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke weergave.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar de enkelvoudige weergave.
74
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• U kunt in Smart Shufe alleen foto’s afspelen die met deze camera
zijn gemaakt.
• Smart Shufe is niet beschikbaar in de volgende situaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven
- Beelden worden weergegeven in gelterde weergave (=
70)
- Tijdens groep afspelen (=
71)
Foto’s Films
Beelden beveiligen
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (=
77).
Druk op de knop <m> en kies [:] in
het menu (=
21). [Beveiligd] wordt
weergegeven.
Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en selecteert
u [:] nogmaals. Druk vervolgens op de
knop <m>.
• Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (=
118).
•
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera.
Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
75
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Via het menu
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [1] (=
22).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
optie (=
22).
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
75),
kies [Selectie] en druk op de knop
<m>
.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m>
als u de selectie wilt opheffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilighetbeeld.
Druk op de knop <n>.
Er verschijnt een bevestigingsbericht op
het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
Een reeks selecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
75),
kies [Select. reeks] en druk op de
knop <m>.
2 Selecteerheteerstebeeld.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
76
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Selecteerhetlaatstebeeld.
Druk op de knop <r>, kies [Laatste
beeld] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
4 Beveiligdebeelden.
Druk op de knop <p>, kies [Beveilig] en
druk op de knop <m>.
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
75),
kies [Sel. alle beelden] en druk op de
knop <m>.
2 Beveiligdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Beveilig] te kiezen. Druk vervolgens
op de knop <m>.
• U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig. uit] te
selecteren in stap 4 van “Een reeks selecteren” of in stap 2 van “Alle beelden
in één keer opgeven”.
77
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen
niet worden hersteld. Beveiligde beelden (=
74) kunnen echter niet
worden gewist.
1 Selecteerhetbeelddat
uwiltwissen.
Druk op de knoppen <q><r> om
een beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <m> en kies
vervolgens [a] in het menu (=
21).
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <q><r> om [Annuleer]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
Meerdere beelden tegelijk wissen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
74) kunnen echter niet worden gewist.
Eenselectiemethodeselecteren
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Wissen] op het tabblad [1]
(=
22).
2 Selecteereenselectiemethode.
Druk op de knoppen <o><p> om
een selectiemethode te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Druk op <n> om terug te keren
naar het menuscherm.
78
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Afzonderlijkebeeldenselecteren
1 Selecteer[Selectie].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
77) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2
in “Afzonderlijke beelden selecteren”
(=
75), wordt [ ] weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Wishetbeeld.
Druk op de knop <n>.
Er verschijnt een bevestigingsbericht op
het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Eenreeksselecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
77) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
7576) uit om
beelden op te geven.
3 Wisdebeelden.
Druk op de knop <p> om [Wissen]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Allebeeldeninéénkeeropgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit in “Een selectiemethode
selecteren” (=
77), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
2 Wisdebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
79
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer[\].
Druk op de knop <m> en kies [\] in het
menu (=
21).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knop <q> of <r>, afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop <m> om de
instelling te voltooien.
Via het menu
1 Selecteer[Roteren].
Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [1] (=
22).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt 90° geroteerd.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
79).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit] (=
22).
•
Beelden kunnen niet worden geroteerd (=
79) als u [Autom. draaien]
instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde beelden ook in hun
oorspronkelijke richting weergegeven.
•
In de modus Smart Shufe (=
73) worden beelden die verticaal zijn
gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is ingesteld
op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide stand.
80
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s Films
Beelden markeren als favoriet
U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u een
categorie kiest in gelterd afspelen kunt u de volgende handelingen
beperken tot die beelden.
• Bekijken (=
67), Diavoorstellingen bekijken (=
72), Beelden beveiligen
(=
74), Beelden wissen (=
77), Beelden toevoegen aan de printlijst
(DPOF) (=
134), Beelden toevoegen aan een fotoboek (=
136)
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
21).
[Gemarkeerd als favoriet] wordt
weergegeven.
Als u de markering van het beeld wilt
opheffen, herhaalt u deze procedure
en selecteert u [
] nogmaals.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Viahetmenu
1 Selecteer[Favorieten].
Druk op de knop <n> en kies
[Favorieten] op het tabblad [1]
(=
22).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
3 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n>.
Er verschijnt een bevestigingsbericht op
het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
• Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden
overdraagt naar de computer, wordt aan deze beelden een waardering van
drie sterren (
) toegewezen. (Geldt niet voor lms.)
81
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s bewerken
• Beeldbewerking (=
8184) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Foto’s
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1 Selecteer[Veranderen].
Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
(=
22).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteereenbeeldformaat.
Druk op de knoppen <q><r> om het
formaat te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
[Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
4 Slahetnieuwebeeldop.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
5 Bekijkhetnieuwebeeld.
Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
• Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [
] (=
35) of
die in stap 3 zijn opgeslagen als [ ], kunnen niet worden bewerkt.
• Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
82
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer[Trimmen].
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [1]
(=
22).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Pashetbijsnijgebiedaan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld wordt rechtsboven weergegeven.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <m>.
Druk op de knop <n>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
81) uit.
Resolutie na bijsnijden
Voorbeeld van beeld na bijsnijden
Bijsnijgebied
• Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] (=
35)
of waarvan het formaat is gewijzigd in [ ] (=
81), kunnen niet
worden bewerkt.
• Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
• Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden.
Foto’s
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld
opslaan als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)” (=
57) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer[MyColors].
Druk op de knop <n> en kies
[My Colors] op het tabblad [1] (=
22).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4-5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
81) uit.
83
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
• De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (=
57).
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan
de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast
heeft, kan dat voor het maken van opnamen ook automatisch
worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier
correctieniveaus, en sla het beeld vervolgens op als een apart bestand.
1 Selecteer[i-Contrast].
Druk op de knop <n> en kies
[i-Contrast] op het tabblad [1] (=
22).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
81) uit.
• Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
• Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
• Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt,
probeert u de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
Foto’s
Rode ogen corrigeren
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer[Rode-OgenCorr.].
Druk op de knop <n> en kies
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [1]
(=
22).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
3 Corrigeerhetbeeld.
Druk op de knop <m>.
Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Volg de stappen in “Beelden
vergroten” (=
72).
84
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Voer stap 5 in “Het formaat van beelden
wijzigen” (=
81) uit.
• Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld.
Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
• Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
Films
Films bewerken
U kunt lms inkorten door onnodige delen aan het begin en eind te verwijderen.
1 Selecteer[*].
Volg stap 1–5 bij “Bekijken” (=
67),
kies [*] en druk op de knop <m>.
Het lmbewerkingspaneel en de
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
2 Geefaanwelkedelenueruit
wiltknippen.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
of [
] te kiezen.
Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen <q><r>
om [
] te verschuiven. Snijd het begin
van de lm af (vanaf [
]) door [ ] te
selecteren en snijd het einde van de lm
af met behulp van [
].
Als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [
], wordt bij [ ] alleen
het gedeelte voor het dichtstbijzijnde
[
] aan de linkerzijde afgesneden en
wordt bij [
] alleen het gedeelte na het
dichtstbijzijnde [
] aan de rechterzijde
afgesneden.
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalk voor lms
85
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Bekijkdebewerktelm.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>. De bewerkte lm wordt
nu afgespeeld.
Herhaal stap 2 als u de lm nog een keer
wilt bewerken.
Als u de bewerking wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <o><p> om [
]
te selecteren. Druk op de knop <m>,
druk op de knoppen <q><r> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens nogmaals
op de knop <m>.
4 Sladebewerktelmop.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
De lm wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
lm overschreven door de ingekorte lm. De oorspronkelijke lm
wordt dan gewist.
• Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen
[Overschrijven] beschikbaar.
• Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt worden lms
mogelijk niet opgeslagen.
• Gebruik tijdens het bewerken van lms een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
123).
Films
Digest-lms bewerken
Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (=
28) die zijn opgenomen in de
modus [ ] kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het
wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld.
1
Selecteerdeclipdieuwiltwissen.
Voer de stappen 1–2 bij “Korte lms
bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
van foto’s (digest-lms)” (=
69) uit om
een lm te selecteren die is gemaakt in
de modus [ ] en druk vervolgens op de
knop <m> om het lmbedieningspaneel
te openen.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ] of
[ ] te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
De geselecteerde clip wordt meerdere
malen afgespeeld.
3 Bevestighetwissen.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
De clip wordt gewist en de korte lm
wordt overschreven.
• [ ] wordt niet weergegeven als u een hoofdstuk selecteert wanneer de
camera is aangesloten op een printer.
86
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Wi-Fi-functies
U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en de camera gebruiken
met webservices
WatukuntdoenmetWi-Fi.............................. 87
Beelden uploaden naar webservices .................... 87
Beelden naar een smartphone verzenden ............ 88
Beelden verzenden naar een computer ................ 88
Beelden draadloos afdrukken ............................... 88
Beelden naar een andere camera verzenden ....... 89
Webservicesregistreren................................. 89
CANON iMAGE GATEWAY registreren ................ 90
Andere webservices registreren ............................ 92
CameraWindowinstalleren
opeenSmartphone........................................ 92
Voorbereidingenvoorhetregistreren
vaneencomputer........................................... 93
De computeromgeving controleren ....................... 93
De software installeren .......................................... 94
De computer congureren voor een
Wi-Fi-verbinding (alleen Windows) ....................... 94
HetWi-Fi-menuopenen................................... 95
Eerste verbinding via Wi-Fi ................................... 95
Na de eerste Wi-Fi-verbinding .............................. 95
Verbindingmakenviaeentoegangspunt...... 96
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
... 96
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten ....................................................97
Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst ..............................................................100
Verbindingmakenzondereen
toegangspunt................................................ 101
Eerdere toegangspunten ..................................... 102
Verbindingmakenmeteen
anderecamera.............................................. 103
Beeldenverzenden........................................ 104
Opmerkingen toevoegen ..................................... 105
Beeldenopslaanopeencomputer............... 106
Gebruikvandeknop<{>.............................. 107
Een smartphone registreren
onder de knop
<{> .............................................. 107
Beeldsynchronisatie registreren
onder de knop <{> ............................................. 108
Geregistreerde bestemmingen verwijderen ........ 108
Beeldenautomatischverzenden
(beeldsynchronisatie)................................... 109
Voordat u begint .................................................. 109
Beelden verzenden ............................................. 110
Beeldenopdecamerageotaggen................ 110
Opnamenmakenopafstand..........................111
Wi-Fi-instellingenbewerkenofwissen........ 112
Verbindingsinformatie bewerken ......................... 112
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen ... 113
87
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden uploaden naar webservices
Beelden kunnen naar sociale netwerken of andere webservices worden
verzonden via CANON iMAGE GATEWAY*. Niet-verzonden beelden op de
camera kunnen ook automatisch naar een computer of webservice worden
verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
* CANON iMAGE GATEWAY is een online fotoservice die beschikbaar is voor mensen
die dit product hebben gekocht.
Stappenbijhetverzendenvanbeelden
Social media,
sites om video’s
te delen, e-mail
Toegangspunt
Camera
Browsers op smartphone
of computer
CANON iMAGE
GATEWAY
Registreer webservices (=
89)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
96)
Verzend de beelden (=
104)*
* U kunt beelden verzenden naar een computer of webservice.
Wat u kunt doen met Wi-Fi
Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi
®
-product. U kunt draadloos
verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten
en diensten.
In dit hoofdstuk kunnen naast Wi-Fi ook andere draadloze LAN-functies
worden aangeduid met Wi-Fi.
Om beelden te verzenden via Wi-Fi is wat voorbereiding nodig op de
camera en doelapparaten. De voorbereidingen en verzendmethodes
verschillen afhankelijk van de bestemming.
Voordat u Wi-Fi (=
95) gebruikt, dient u een bijnaam voor de camera te
registreren op de camera.
• Lees “Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)” (=
161) en
“Veiligheidsmaatregelen” (=
162) voordat u Wi-Fi gebruikt.
• Wi-Fi is een merknaam die duidt op het compatibiliteitscerticaat van
draadloze LAN-apparaten.
88
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden naar een smartphone verzenden
Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met Wi-Fi-
functionaliteit. Met een smartphone of tablet kunt u ook op afstand
opnamen maken of uw opnamen geotaggen.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets
en andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de
term “smartphones”.
Stappen bij het verzenden van beelden
App Store/
Google Play
Smartphone
Tablet
Toegangspunt
Camera
CameraWindow
Installeer CameraWindow op een smartphone (=
92)
Maak rechtstreeks verbinding (=
101) of via een toegangspunt
(=
96)
Verzend de beelden (=
104)
Beelden verzenden naar een computer
Gebruik de software om beelden draadloos van de camera naar een
computer te verzenden.
Stappen bij het verzenden van beelden
Camera
Computer
Toegangspunt
Internet
CameraWindow
Controleer uw computeromgeving (=
93)
Download en installeer de software (=
94)
CongureerdecomputervooreenWi-Fi-verbinding
(alleen Windows, =
94)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
96)
Sla beelden op de computer op (=
106)
Beelden draadloos afdrukken
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-compatibele
printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af te drukken.
Stappen bij het afdrukken van beelden
Camera
Printer
Toegangspunt
Maak rechtstreeks verbinding (=
101) of via een toegangspunt (=
96)
Druk de beelden af (=
130)
89
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden naar een andere camera verzenden
Gebruik de Wi-Fi-functie om beelden te verzenden van en naar digitale
camera’s van Canon.
Stappenbijhetverzendenvanbeelden
Camera Camera
Maak verbinding met een andere camera (=
103)
Verzend de beelden (=
104)
Webservices registreren
Gebruik een smartphone of computer om de camera toe te voegen aan
webservices die u wilt gebruiken.
• Een smartphone of computer met browser en internettoegang is nodig
om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere
webservices in te voeren.
• Raadpleeg de CANON iMAGE GATEWAY-website voor meer informatie
over de browservereisten (Microsoft Internet Explorer, enzovoort),
inclusief instellingen en versiegegevens.
• Voor informatie over landen en regio’s waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, raadpleegt u de website van Canon
(http://www.canon.com/cig/).
• U moet een account hebben bij andere webservices dan CANON iMAGE
GATEWAY als u deze wilt gebruiken. Voor meer informatie gaat u naar
de website van elke webservice die u wilt registreren.
• Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een internetverbinding
en het gebruik van een toegangspunt.
90
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
5 Maakverbindingmet
eentoegangspunt.
Druk op de knoppen <q><r> om
[Veriëren] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
6 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> om
een netwerk (toegangspunt) te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
7 Voerhetwachtwoordinvoor
hettoegangspunt.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
96).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
CANON iMAGE GATEWAY registreren
Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt u
CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de camera.
1 MelduaanbijCANONiMAGE
GATEWAYenopendepagina
metcamera-instellingen.
Ga op een computer of smartphone naar
http://www.canon.com/cig/ en ga naar
de CANON iMAGE GATEWAY-site voor
uw regio.
Wanneer het aanmeldscherm wordt
weergegeven, voert u uw gebruikersnaam
en wachtwoord in om u aan te melden.
Als u nog geen CANON iMAGE
GATEWAY-account hebt, volgt u de
instructies om de lidmaatschapsregistratie
te voltooien (gratis).
Open de pagina met camera-instellingen.
2 Kiesuwcameramodel.
Op dit cameramodel wordt [ ]
weergegeven in het Wi-Fi-menu.
Wanneer u een model hebt geselecteerd,
wordt een pagina weergegeven waar
u de vericatiecode kunt invoeren.
Op deze pagina in stap 9 voert u de
vericatiecode in die wordt weergegeven
op de camera na stap 3–8.
3 OpenhetWi-Fi-menu.
Open op de camera het Wi-Fi-menu
(=
95).
91
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
8 Kies[Auto]enmaakverbinding.
Druk op de knoppen <o><p> om [Auto]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Zodra de camera is verbonden met
CANON iMAGE GATEWAY via het
toegangspunt, wordt een vericatiecode
weergegeven.
9 Voerdeauthenticatiecodein.
Voer op de smartphone of computer de
vericatiecode in die wordt weergegeven
op de camera en ga verder met de
volgende stap.
Er verschijnt een zescijferig
bevestigingsnummer op het scherm.
10
Controleerde
bevestigingsnummersomhet
instellingsprocestevoltooien.
Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer
op de camera overeenkomt met het
nummer op de smartphone of computer.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Voltooi het instelproces op de
smartphone of computer.
[ ] (=
109) en CANON iMAGE
GATEWAY zijn nu toegevoegd als
bestemmingen en het pictogram [
]
wordt gewijzigd in [
].
Er wordt een bericht weergegeven op de
smartphone of computer om aan te geven
dat dit proces is voltooid. Om andere
webservices toe te voegen, doorloopt u
de procedure bij “Andere webservices
registreren” (=
92) vanaf stap 2.
• U kunt verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten door
[WPS-verbinding] te selecteren bij stap 6. Zie stap 5–7 bij “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten” (=
98) voor meer informatie.
92
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Andere webservices registreren
U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY
toevoegen aan de camera. CANON iMAGE GATEWAY dient eerst te
worden geregistreerd op de camera (=
90).
1 Openhetschermwaarmee
uinstellingenvoor
webservicesinvoert.
Volg stap 1 bij “CANON iMAGE
GATEWAY registreren” (=
90) om in
te loggen bij CANON iMAGE GATEWAY
en open vervolgens het scherm voor
instellingen van webservices.
2 Steldewebserviceindie
uwiltgebruiken.
Volg de instructies die op de computer of
smartphone worden weergegeven om de
webservice te congureren.
3 Selecteer[ ].
Open het Wi-Fi-menu (=
95), druk op
de knoppen <o><p><q><r> om [
]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>).
De instellingen voor de webservice zijn
nu bijgewerkt.
• Als gecongureerde instellingen worden gewijzigd, voert u deze stappen
nogmaals uit om de camera-instellingen bij te werken.
CameraWindow installeren op
een Smartphone
Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis
toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren.
1 Verbinddesmartphonemet
eennetwerk.
2 InstalleerCameraWindow.
Bij een Android-smartphone die NFC
ondersteunt (OS versie 4.0 of hoger),
wordt Google Play op de smartphone
geopend als u NFC activeert en de
smartphone tegen de N-markering
(
) van de camera houdt. Zodra de
downloadpagina van CameraWindow
wordt weergegeven, downloadt en
installeert u de app.
Voor andere Android-smartphones vindt
u CameraWindow in Google Play en
downloadt en installeert u de app.
Voor een iPhone, iPad of iPod touch vindt
u CameraWindow in de App Store en
downloadt en installeert u de app.
Gebruik de camera na de installatie om
verbinding te maken met de smartphone
(=
96, 101).
93
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt.
- Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar
slaat. Dit kan de apparaten beschadigen.
- Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de
apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval de
apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden.
- Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en smartphone.
Let er ook op dat camera- of smartphonehoezen of gelijksoortige
accessoires de communicatie kunnen blokkeren.
• Raadpleeg de website van Canon voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
• Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een N-markering (
).
Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
Voorbereidingen voor het registreren
van een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer. Als u beelden
draadloos op de computer wilt opslaan, dient u CameraWindow te installeren.
De computeromgeving controleren
De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de volgende
besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en
compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen,
gaat u naar de website van Canon.
Besturings-
systeem
Windows MacOS
Windows 8/8.1
Windows 7 SP1
Mac OS X 10.9
Mac OS X 10.8.2 of later
Mac OS X 10.7
•
De basisedities Windows 7 Starter en Home worden niet ondersteund.
• Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse versie)
is een afzonderlijke download en installatie van Windows Media
Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
94
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
1 Downloaddesoftware.
Ga met een computer met
internetverbinding naar
http://www.canon.com/icpd/.
Ga naar de site voor uw land of regio.
Download de software.
2 Installeerdebestanden.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met
de installatie.
De installatie kan enige tijd duren,
afhankelijk van de prestaties van de
computer en de internetverbinding.
Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/
Herstarten] op het scherm dat na de
installatie wordt getoond.
De computer congureren voor een
Wi-Fi-verbinding (alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
congureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de computer.
1 Controleerofdecomputer
verbondenismeteen
toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Congureerdeinstelling.
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu
[Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
Congureer in de toepassing die wordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
• Wanneer u het hulpprogramma bij stap 2 uitvoert, worden de volgende
Windows-instellingen gecongureerd.
- Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien (vinden).
- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen detecteren.
• Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier beschreven instellingen
invoert. Controleer de instellingen van uw beveiligingssoftware.
95
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Het Wi-Fi-menu openen
Eerste verbinding via Wi-Fi
Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera.
Deze bijnaam wordt op het scherm van doelapparaten weergegeven als de
camera via Wi-Fi op andere toestellen wordt aangesloten.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Druk op de knop <o>.
2 Voereenbijnaamin.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de bijnaam in (=
23).
Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Druk op de knoppen <o><p> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het Wi-Fi-menu wordt weergegeven.
• Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan een
computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst. Daarnaast
moet de geheugenkaart beelden bevatten voordat u toegang kunt krijgen tot
webservices of draadloos verbinding wilt maken met een printer.
• Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u MENU (=
22) ►
tabblad [3] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Bijnaam apparaat veranderen].
• Als het Wi-Fi-menu niet wordt weergegeven, maar alleen de informatie wijzigt
wanneer u op de knop <o> drukt, moet u eerst op de knop <p> drukken om
de uitgebreide informatieweergave te wijzigen (=
68).
• Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u bij stap 2 probeert in te
voeren met een symbool of spatie begint. Druk op de knop <m> en voer een
andere bijnaam in.
Na de eerste Wi-Fi-verbinding
• Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via Wi-Fi worden
recente doelen het eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent
door op de knop <o> te drukken. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding
maken door op de knoppen <o><p> te drukken om de apparaatnaam
te kiezen en vervolgens op de knop <m> te drukken.
• Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor
apparaatselectie door op de knoppen <q><r> te drukken en vervolgens
de instelling te congureren.
• Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u MENU
(=
22) ► tabblad [3] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Doelhistorie] ► [Uit].
96
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Verbinding maken via een toegangspunt
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de
Wi-Fi-normen op “Wi-Fi” (=
155).
Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het
controleren van de netwerkinstellingen.
• Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
• Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Controlelijst
Netwerknaam(SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Dit wordt ook wel de “naam van het toegangspunt” of de
“netwerknaam” genoemd.
Netwerkvericatie/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens
draadloze verzending.
○ Geen
WEP (open
systeemvericatie)
○ WPA-PSK (TKIP)
○ WPA-PSK (AES)
○ WPA2-PSK (TKIP)
○ WPA2-PSK (AES)
Wachtwoord(versleutelingscode/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze
verzending. Ook wel “versleutelingscode” of
“netwerksleutel” genoemd.
Sleutelindex(verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkvericatie/gegevenscodering.
○ 1
Verbindingsmethoden verschillen afhankelijk van of het toegangspunt
al dan niet WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Raadpleeg de
gebruikshandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om te zien of WPS
wordt ondersteund.
• Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router” genoemd.
• In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
“toegangspunten” genoemd.
• Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt
als u MAC-adressen ltert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres
van uw camera controleren door MENU (=
22) ► tabblad [3] ►
[Instellingen Wi-Fi] ► [MAC-adres controleren] te kiezen.
97
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten
Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via
Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button conguratiemethode gebruiken
of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt.
1 Controleerofhetdoelapparaat
verbondenismethet
toegangspunt.
Deze stap is niet nodig wanneer
u verbinding maakt met webservices.
Raadpleeg de gebruikshandleidingen
van het toegangspunt en het apparaat
voor instructies om de verbinding
te controleren.
2 OpenhetWi-Fi-menu(=
9 5 ).
3 Kieshetdoelapparaat.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het doelapparaat te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [{].
Om verbinding te maken met een
computer kiest u [
].
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
Om verbinding te maken met een
webservice kiest u het servicepictogram.
Als meerdere ontvangers voor opties
om te delen worden gebruikt met een
webservice, kiest u het gewenste item op
het scherm [Ontvanger selecteren] door
op de knoppen <o><p> te drukken
en door vervolgens op de knop <m>
te drukken.
4 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone of printer drukt u, wanneer
het scherm [Wachten op verbinding] wordt
weergegeven (=
101), op de knoppen
<q><r> om [Ander netwerk] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
Er wordt een lijst met waargenomen
toegangspunten weergegeven.
98
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
5 Kies[WPS-verbinding].
Druk op de knoppen <o><p> om
[WPS-verbinding] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
6 Kies[PBC-methode].
Druk op de knoppen <o><p> om
[PBC-methode] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
7 Brengdeverbindingtotstand.
Houd op het toegangspunt de
WPS-verbindingsknop enkele
seconden ingedrukt.
Druk op de camera op de knop <m>
om naar de volgende stap te gaan.
De camera maakt verbinding met het
toegangspunt.
Als u [
{
], [2] of [ ] hebt geselecteerd
bij stap 3 worden de apparaten die
met het toegangspunt zijn verbonden
opgesomd op het scherm [Apparaat
selecteren] dat daarna wordt getoond.
Als u bij stap 3 een webservice hebt
geselecteerd, gaat u naar stap 12.
8 Voorverbindingmet
eensmartphone:
OpenCameraWindow.
Bij een Android-smartphone die NFC
ondersteunt (OS versie 4.0 of hoger),
wordt CameraWindow op de smartphone
geopend als u NFC activeert en de
smartphone tegen de N-markering
(
, =
92) van de camera houdt.
Bij andere smartphones opent u
CameraWindow op de smartphone.
De eerste keer dat CameraWindow wordt
geopend, dient u voor de smartphone
een bijnaam te registreren om weer te
geven op de camera.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm
op de camera weergegeven.
9 Omverbindingtemaken
meteensmartphone,printer
ofcomputer:
Kieshetdoelapparaat.
Druk op de knoppen <o><p> om de
naam van het doelapparaat te kiezen en
druk vervolgens op de knop <m>.
Als u een smartphone hebt geselecteerd,
gaat u naar stap 11.
Als u een smartphone, printer of
Macintosh-computer hebt geselecteerd,
gaat u naar stap 12.
99
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
10
Alsubijstap9voorheteerst
eencomputerhebtgeselecteerd
waaropWindowsdraait:
Installeereenstuurprogramma.
Wanneer het scherm links wordt
weergegeven op de camera, klikt u
op het menu Start op de computer,
vervolgens op [Conguratiescherm] en
op [Een apparaat toevoegen].
Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt
het AutoPlay-scherm weergegeven.
Er wordt niets weergegeven op
het camerascherm.
11
Voorverbindingmet
eensmartphone:
Pasdeprivacy-instellingaan.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken
om door beelden op de camera te
bladeren, om beelden te importeren of te
geotaggen (=
110) of om op afstand
opnamen te maken (=
111).
12
Verzenddebeeldenofdrukzeaf.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone of webservice, wordt
een scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven.
Zie “Beelden verzenden” (=
104) voor
instructies over beelden verzenden.
Wanneer de camera verbonden is met
een computer is het camerascherm leeg.
Volg de stappen in “Beelden opslaan op
een computer” (=
106) om beelden op
de computer op te slaan.
Wanneer de camera is aangesloten op
een printer, kunt u afdrukken door dezelfde
stappen te doorlopen als bij afdrukken via
USB. Zie “Beelden afdrukken” (=
130)
voor uitgebreide informatie.
• Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 11. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 11.
•
Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te passen,
moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen wilt wijzigen
bij [Apparaat bewerken] in stap 4 en daarna [Instell. tonen] kiezen.
• Als u [PIN-methode] kiest bij stap 6 wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat
in het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikershandleiding die is meegeleverd met uw toegangspunt.
• Om meerdere bestemmingen toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf
de eerste stap.
100
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Eerderetoegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere
toegangspunten door stap 4 bij “Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
97) te volgen.
• Om opnieuw verbinding te maken met het toegangspunt controleert u of
het doelapparaat al is aangesloten en volgt u de procedure vanaf stap 9.
Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
• Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure vanaf stap 5.
Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst
1 Bekijkdelijstmet
toegangspunten.
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven in stap 1–4 van “Verbinding
maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
97).
2 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> om
een netwerk (toegangspunt) te kiezen.
Druk vervolgens op de knop <m>.
3 Voerhetwachtwoordinvoor
hettoegangspunt.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
96).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Kies[Auto].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Automatisch] te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
Als u [{], [2] of [ ] als doelapparaat
geselecteerd hebt, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 9 (=
98).
Als u een webservice als toegangspunt
hebt geselecteerd, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 12 (=
99).
• Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als u het
wachtwoord van het toegangspunt wilt vaststellen.
• Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven.
Kies [Handmatige instellingen] in stap 2 om een toegangspunt handmatig in te
stellen als er geen toegangspunten zijn gedetecteerd. Volg de instructies op
het scherm en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in.
• Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent gebruikt om
verbinding te kunnen maken met een ander apparaat, wordt [*] weergegeven
voor het wachtwoord bij stap 3. Druk om hetzelfde wachtwoord te gebruiken
op de knoppen <o><p> om [Volgende] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
101
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Verbinding maken zonder een
toegangspunt
Wanneer u via Wi-Fi verbinding maakt met een smartphone of printer
kunt u of de camera als een toegangspunt (modus Cameratoegangspunt)
gebruiken in plaats van een ander toegangspunt te gebruiken.
Op vergelijkbare wijze wordt er geen toegangspunt gebruikt voor
verbindingen van camera naar camera (=
103).
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
9 5 ).
2 Kieshetdoelapparaat.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het doelapparaat te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [{].
Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
De SSID van de camera wordt
weergegeven.
4 Verbindhetdoelapparaatmet
hetnetwerk.
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de smartphone of printer de SSID
(netwerknaam) die op de camera wordt
weergegeven om er verbinding mee
te maken.
5 Voorverbindingmet
eensmartphone:
OpenCameraWindow.
Bij een Android-smartphone die NFC
ondersteunt (OS versie 4.0 of hoger),
wordt CameraWindow op de smartphone
geopend als u NFC activeert en de
smartphone tegen de N-markering
( , =
92) van de camera houdt.
Bij andere smartphones opent u
CameraWindow op de smartphone.
De eerste keer dat CameraWindow wordt
geopend, dient u voor de smartphone
een bijnaam te registreren om weer te
geven op de camera.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm
op de camera weergegeven.
102
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
6 Kieshetdoelapparaat.
Druk op de knoppen <o><p> om de
naam van het doelapparaat te kiezen en
druk vervolgens op de knop <m>.
7 Voorverbindingmet
eensmartphone:
Pasdeprivacy-instellingaan.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken
om door beelden op de camera te
bladeren, om beelden te importeren of
te geotaggen (=
110) of om op afstand
opnamen te maken (=
111).
8
Verzenddebeeldenofdrukzeaf.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone wordt een scherm voor
de beeldoverdracht weergegeven.
Zie “Beelden verzenden” (=
104) voor
instructies over beelden verzenden.
Wanneer de camera is aangesloten
op een printer, kunt u afdrukken door
dezelfde stappen te doorlopen als
bij afdrukken via USB. Zie “Beelden
afdrukken” (=
130) voor
uitgebreide informatie.
• Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 7.
• Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te
passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen
wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 3 en daarna [Instell.
tonen] kiezen.
• Om meerdere apparaten toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
• Voor betere beveiliging kunt u instellen dat een wachtwoord wordt ingevoerd
op het scherm in stap 3 door MENU (=
22) te openen en tabblad [3] ►
[Instellingen Wi-Fi] ► [Wachtwoord] ► [Aan] te selecteren. Voer in dit geval,
in het wachtwoordveld op het apparaat bij stap 4, het wachtwoord in dat wordt
weergegeven op de camera.
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere toegangspunten
door stap 3 bij “Verbinding maken zonder een toegangspunt” (=
101)
te volgen.
• Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander
netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot
stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus].
• Wanneer u opnieuw verbinding maakt met een eerder toegangspunt sluit
u bij stap 4 het doelapparaat aan op het toegangspunt.
• Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand
wordt gebracht en volgt u de procedure bij “Verbinding maken met
WPS-compatibele toegangspunten” vanaf stap 5 (=
98).
103
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Verbinding maken met een
andere camera
U kunt als volgt twee camera’s via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera’s verzenden.
• Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera’s
van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt
worden met Canon-camera’s die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen
Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met
DIGITAL IXUS WIRELESS-camera’s.
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
9 5 ).
2 Kiescamera.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [4] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
Volg stap 1–3 ook op de doelcamera.
Er wordt informatie over de verbinding
met de camera toegevoegd als
[Verbinding op doel- camera starten]
wordt weergegeven op beide
cameraschermen.
Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga verder
met “Beelden verzenden” (=
104).
• Om meerdere camera’s toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
• Nadat een camera is toegevoegd, wordt de cameranaam weergegeven op het
scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met een camera, kiest u
de naam in de lijst.
104
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden verzenden
U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn
geregistreerd op de camera.
Houd er rekening mee dat wanneer beelden worden verzonden naar een
computer, de computer wordt gebruikt in plaats van de camera (=
106).
1 Kies[Select.enverz.].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Select. en verz.] te kiezen en druk op
de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als
u de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop <n>.
3 Verzenddebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>. Druk op de knoppen
<o><p> om de resolutie (grootte) van
beelden te kiezen die u wilt verzenden en
druk vervolgens op de knop <n>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Verzenden] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u
de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord]
en drukt u op de knop <m>.
De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens
het overbrengen van beelden wordt het
scherm donker.
Nadat beelden zijn geüpload naar een
webservice, wordt [OK] weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het afspeelscherm.
Nadat u beelden naar een camera of
smartphone hebt verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en keert
het scherm terug naar het scherm voor
de beeldoverdracht.
105
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opmerkingen toevoegen
U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u
naar e-mailadressen, sociale netwerkservices en dergelijke verzendt.
Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, is afhankelijk van de webservice.
1 Openhetschermom
opmerkingentoetevoegen.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
2
Voegeenopmerkingtoe(=
2 3 ).
3 Verzendhetbeeld.
Voer de stappen in “Beelden verzenden”
(=
104) uit om het beeld te verzenden.
• Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de opmerking
verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld.
• Raak het Wi-Fi-antennegebied (=
3) niet aan met uw vingers of met andere
voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertraagd worden.
• Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het
lang duren om lms te verzenden. Houd het batterijniveau van de camera
in het oog.
• Houd er rekening mee dat wanneer u lms verzendt naar smartphones,
de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk van de smartphone.
Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
• Als u de verbinding met de camera wilt verbreken, drukt u op de knop
<n>. Druk op de knoppen <q><r> om [OK] te selecteren in het
bevestigingsscherm en druk daarna op de knop <m>. U kunt ook de
smartphone gebruiken om de verbinding te verbreken.
• Er kunnen maximaal 50 beelden tegelijk worden verzonden. U kunt lms
samen verzenden mits de totale afspeelduur minder is dan twee minuten.
Webservices kunnen het aantal beelden dat of de lengte van lms die u kunt
versturen echter beperken. Raadpleeg voor meer informatie de webservice
die u gebruikt.
• Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met
de volgende pictogrammen.
[
] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
• Alleen voor beelden die groter zijn dan de resolutie die u in stap 3 hebt
geselecteerd, wordt de grootte aangepast.
• De grootte van lms kan niet worden aangepast.
•
Als u maar één van de weergegeven beelden wilt verzenden, kiest u [Veranderen]
op het scherm in stap 1, wijzigt u de grootte en kiest u [Dit beeld verz.].
• Afbeeldingen verzenden naar webservices kost minder tijd wanneer
u beelden opnieuw verzendt die al eerder zijn verzonden en die nog op
de CANON iMAGE GATEWAY-server staan.
106
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Het duurt langer om lms te importeren omdat dit grotere bestanden zijn
dan foto’s.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde
beelden wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen.
Zie “Softwarehandleiding” (=
128) voor meer informatie.
• Windows 7: als het scherm bij stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het
pictogram [
] in de taakbalk.
• Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram
[CameraWindow] in het dock.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-
Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerken van lms.
Beelden opslaan op een computer
Gebruik een computer en niet de camera wanneer u beelden naar een
computer verzendt.
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 GeefCameraWindowweer.
Open CameraWindow in Windows door
op [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] te klikken.
In Mac OS wordt CameraWindow
automatisch weergegeven als er een
Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht
tussen de camera en de computer.
2 Importeerafbeeldingen.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden
afbeeldingen importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid. Raadpleeg
“Softwarehandleiding” (=
128) voor
instructies over het bekijken van beelden
op de computer.
107
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Nadat een verbinding met de smartphone
tot stand is gebracht, wordt de bijnaam
van de smartphone weergegeven op de
camera. (Dit scherm sluit na ongeveer
een minuut.)
U kunt nu de smartphone gebruiken om
beelden van de camera te importeren.
(De camera kan niet worden gebruikt
om beelden naar de smartphone
te verzenden.)
Gebruik de smartphone om de verbinding
te verbreken. De camera wordt
automatisch uitgeschakeld.
Voortaan kunt u eenvoudig op de knop
<{> drukken om verbinding te maken
met de geregistreerde smartphone.
• Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gemaakt, maakt de camera er in
stap 2 automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt
wilt kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en
voert u stap 5–9 bij “Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
98) uit.
• Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone. Houd er rekening mee dat [Instell. tonen]
(=
112) niet beschikbaar is als u de knop <{> hebt toegewezen.
• Er kan één smartphone worden toegewezen aan de knop <{>. Als u een
andere smartphone wilt registreren, wist u eerst de smartphone die momenteel
is toegewezen (=
108).
Gebruik van de knop <{>
Zodra u een smartphone of beeldsynchronisatie (=
109) hebt
geregistreerd onder de knop <{>, kunt u verbinding maken met de
geregistreerde bestemming door gewoon op de knop <{> te drukken.
Een smartphone registreren onder de knop
<{>
Nadat u de eerste keer via Wi-Fi verbinding hebt gemaakt met een
smartphone door op de knop <{> te drukken, kunt u daarna gewoon weer
op de knop <{> drukken om camerabeelden te bekijken en op te slaan op
verbonden apparaten.
1 Drukopdeknop<{>.
2 Kiesdebestemming.
Druk op de knoppen <q><r> om [{]
te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Brengdeverbindingtotstand.
Maak verbinding met de smartphone,
zoals uitgelegd in stap 5–9 bij “Verbinding
maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
98) of stap 4–6
bij “Verbinding maken zonder een
toegangspunt” (=
101102).
108
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Geregistreerde bestemmingen verwijderen
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Mobiele apparaatverbinding]
op het tabblad [3] (=
22).
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Nadat een bevestigingsbericht is
weergegeven, drukt u op de knop <m>.
• Geregistreerde bestemmingen worden ook verwijderd als u Wi-Fi-instellingen
reset (=
113).
Beeldsynchronisatie registreren onder
de knop <{>
Door beeldsynchronisatie te registreren onder de knop <{>, kunt u gewoon
op de knop <{> drukken om eventuele beelden op de geheugenkaart die
nog niet verstuurd zijn, naar een computer te verzenden via CANON iMAGE
GATEWAY. Zie “Beelden automatisch verzenden (beeldsynchronisatie)”
(=
109) voor meer informatie over beeldsynchronisatie.
1 Bereiddecameravoor.
Registreer [ ] als de bestemming
(=
90).
Installeer de software op de
doelcomputer en congureer de
instellingen van de camera (=
94).
2 Drukopdeknop<{>.
3 Kiesdebestemming.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
De camera maakt automatisch opnieuw
verbinding met eventuele eerdere
toegangspunten en verzendt de beelden
(=
109).
Voortaan kunt u eenvoudig op de knop
<{> drukken om beelden te verzenden.
109
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Kieshettypebeeldendatu
wiltverzenden(alleenwanneer
uooklmsverzendt).
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
22).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Beeldsync.] te selecteren en druk
vervolgens op de knoppen <q><r>
om [Foto’s/lms] te selecteren.
• Als u een webservice wilt selecteren als de bestemming, voert u de stappen
bij “Andere webservices registreren” (=
92) uit om de camera-instellingen
bij te werken.
Beelden automatisch verzenden
(beeldsynchronisatie)
Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet kunnen ook naar een
computer of webservices worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
Houd er rekening mee dat beelden niet alleen naar webservices kunnen
worden verzonden.
Voordat u begint
Installeer en congureer de software op de doelcomputer.
1 Installeerdesoftware.
Installeer de software op een computer
met internetverbinding (=
94).
2 Registreerdecamera.
Windows: klik met de rechtermuisknop in
de taakbalk op [
] en klik op [Add new
camera/Nieuwe camera toevoegen].
Mac OS: klik in de menubalk op [ ] en
klik vervolgens op [Add new camera/
Nieuwe camera toevoegen].
een lijst met camera’s die zijn gekoppeld
aan CANON iMAGE GATEWAY
(=
90) wordt weergegeven. Kies
de camera waar u beelden vandaan
wilt sturen.
Zodra de camera is geregistreerd en
de computer gereed is om beelden te
ontvangen, wordt het pictogram gewijzigd
in [
].
110
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden verzenden
Beelden die worden verzonden vanaf de camera, worden automatisch
opgeslagen op de computer.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server
opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er
daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat.
Voer de stappen in “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
(=
97) uit om [ ] te selecteren.
Zodra de verbinding tot stand is gebracht
worden de beelden verzonden.
Wanneer de beelden naar de CANON
iMAGE GATEWAY-server zijn verzonden,
wordt [ ] op het scherm weergegeven.
Beelden worden automatisch op
de computer opgeslagen wanneer
u deze aanzet.
Beelden worden automatisch verzonden
naar webservices vanaf de CANON iMAGE
GATEWAY-server, zelfs als de computer
is uitgeschakeld.
• Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
123).
• Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd,
worden alle beelden naar de computer verzonden die niet via CANON iMAGE
GATEWAY naar de computer zijn verzonden.
• Het verzenden wordt sneller uitgevoerd als de bestemming op een computer
is op hetzelfde netwerk als de camera, omdat beelden worden verzonden via
het toegangspunt in plaats van via CANON iMAGE GATEWAY. Beelden die
worden opgeslagen op de computer worden verzonden naar CANON iMAGE
GATEWAY, daarom dient de computer verbonden te zijn met internet.
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow (=
92), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
• Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum en
tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De datum en
tijd instellen” (=
12).) Geef daarnaast in [Tijdzone] (=
116)
eventuele opnamebestemmingen op die zich in andere
tijdzones bevinden.
• De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet toestemming
hebben om de beelden op de camera te bekijken (=
99, 102).
• Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s of
lms zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen of uw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
111
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamen maken op afstand
Terwijl u een opnamescherm bekijkt op uw smartphone, kunt u deze
gebruiken om op afstand een opname te maken.
1 Zetdecameravast.
Zodra er begonnen wordt met opnamen
maken op afstand wordt de lens van de
camera uitgeschoven. De camera kan ook
verplaatst worden door lensbewegingen
als gevolg van zoomen. Om de camera stil
te houden, plaatst u deze op een statief of
neemt u andere maatregelen.
2 Verbinddecameraende
smartphone(=
8 8 ).
Kies [Ja] in de privacy-instellingen
(=
99, 102).
3 Selecteeropnamenmaken
opafstand.
Selecteer opnamen maken op afstand
in CameraWindow (=
92) op de
smartphone.
De lens van de camera wordt
uitgeschoven. Druk niet in de buurt
van de lens en zorg ervoor dat er geen
voorwerpen in de weg van de lens zitten.
Zodra de camera klaar is voor opnamen
maken op afstand, wordt een livebeeld
van de camera weergegeven op
de smartphone.
Op dit moment wordt een bericht
weergegeven op de camera en zijn alle
bedieningsfuncties uitgeschakeld.
De ON/OFF-knop kan wel
worden ingedrukt.
4 Maakdeopname.
Gebruik de smartphone om een opname
te maken.
• De camera werkt in stand [G] wanneer er opnamen gemaakt worden
op afstand. Sommige FUNC.- en MENU-instellingen die u vooraf hebt
gecongureerd, kunnen echter automatisch worden aangepast.
• Filmopnamen maken is niet beschikbaar.
• De smartphone moet in de camera-instellingen toestemming
hebben om camerabeelden te bekijken (=
99, 102).
• Eventuele schokkerige bewegingen die op de smartphone worden getoond
en die het gevolg zijn van de verbindingsomgeving, hebben geen invloed op
vastgelegde beelden.
• Er worden geen AF-kaders weergegeven. Maak een testfoto om de
scherpstelling te controleren.
• Vastgelegde beelden worden niet overgebracht naar de smartphone.
Gebruik de smartphone om door beelden te bladeren en vanaf de camera
te importeren.
• Afstandsbediening is ook mogelijk vanaf de smartphone die is toegewezen
aan de knop <{> (=
107).
112
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
1 OpenhetWi-Fi-menu(=
9 5 ).
2 Kieseenapparaatom
tebewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het pictogram van het apparaat dat
u wilt bewerken te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Kies[Apparaatbewerken].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat bewerken] te kiezen en druk
op de knop <m>.
4 Kieseenapparaatom
tebewerken.
Druk op de knoppen <o><p> om
het apparaat te selecteren dat u wilt
bewerken en druk op de knop <m>.
5
Kieseenitemdatuwiltbewerken.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item om te bewerken te kiezen en druk
op de knop <m>.
Welke items u kunt wijzigen, hangt af van
het apparaat of de service waartoe de
camera toegang heeft.
Congureerbareitems
Verbinding
4 {
c
Web-
services
[Bijnaam apparaat veranderen] (=
112)
O O O O
[Instell. tonen] (=
99, 102)
O
[Verbindingsinfo wissen] (=
113)
O O O O
O
: Congureerbaar
: Niet congureerbaar
Debijnaamvaneenapparaatwijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
112), kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de
knop <m>.
Selecteer het invoerveld en druk op de
knop <m>. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te
voeren (=
23).
113
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Verbindingsinformatiewissen
U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt
gemaakt) als volgt wissen.
Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
112), kies [Verbindingsinfo
wissen] en druk op de knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
De verbindingsinformatie wordt gewist.
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
1 Kies[InstellingenWi-Fi].
Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
22).
2 Kies[Instellingenresetten].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Instellingen resetten] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
3 Hersteldestandaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu gereset.
• Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor
webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten dat
u alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten.
• Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi), kiest u [Reset alle]
op het tabblad [3] (=
120).
114
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak
Basisfunctiesvandecameraaanpassen.... 115
Camerageluiden dempen .................................... 115
Het volume aanpassen ....................................... 115
Hints en tips verbergen ....................................... 115
Datum en tijd ....................................................... 115
Wereldklok .......................................................... 116
Timing voor het intrekken van de lens ................ 116
Eco-modus gebruiken ......................................... 116
De spaarstand aanpassen .................................. 117
Schermhelderheid ............................................... 117
Het opstartscherm verbergen .............................. 117
Geheugenkaarten formatteren ............................ 118
Bestandsnummering ........................................... 119
Beelden opslaan op datum ................................. 119
Metrische/Niet-metrische weergave .................... 119
Certicatielogo’s controleren ............................... 120
Weergavetaal ......................................................120
Andere instellingen aanpassen ........................... 120
Standaardwaarden herstellen ............................. 120
115
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basisfuncties van de camera aanpassen
Functies van MENU (=
22) op het tabblad [3] kunnen worden ingesteld.
Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar
wens aanpassen.
Camerageluiden dempen
U dempt camerageluiden en lms als volgt.
Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan].
• U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop <p> ingedrukt te
houden terwijl u de camera inschakelt.
• Als u de camerageluiden dempt worden lms afgespeeld zonder geluid
(=
67). Om lms weer af te spelen met geluid, drukt u op de knop <o>.
Pas het volume naar wens aan met de knoppen <o><p>.
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
Selecteer [Volume] en druk op de
knop <m>.
Kies een item en druk vervolgens op de
knoppen <q><r> om het volume aan
te passen.
Hints en tips verbergen
Er verschijnen normaal gesproken hints en tips wanneer u items kiest in
FUNC. (=
21) of MENU (=
22). U kunt deze informatie desgewenst
uitschakelen.
Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit].
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knoppen <o><p> om de instelling
te wijzigen.
116
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Wereldklok
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en
datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en
naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig
om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis
instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen” (=
12).
1 Geefuwbestemmingop.
Selecteer [Tijdzone] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om de
bestemming te kiezen.
Om de zomertijd in te stellen (normale
tijd plus 1 uur), kiest u [
] door op
de knoppen <o><p> te drukken.
Kies vervolgens [
] door op de knoppen
<q><r> te drukken.
Druk op de knop <m>.
2 Schakelovernaardetijdzone
vanuwbestemming.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <n>.
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
145).
• Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (=
13), worden de datum en
tijd voor de optie [
Thuis] automatisch bijgewerkt.
Timing voor het intrekken van de lens
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut
nadat u op de knop <1> hebt gedrukt in een opnamemodus (=
19).
Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop <1>
drukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
Selecteer [Lens intrekken] en selecteer
dan [0 sec.].
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het
batterijverbruik te beperken.
1 Congureerdeinstelling.
Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan].
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
145).
Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer
twee seconden niet wordt gebruikt.
Daarna gaat het scherm na ongeveer
tien seconden uit. De camera wordt
na ongeveer drie minuten inactiviteit
uitgeschakeld.
117
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
2 Maakdeopname.
Als het scherm is uitgeschakeld maar de
lens nog niet is ingetrokken, kunt u het
scherm weer inschakelen en gereedmaken
voor het maken van opnamen door de
ontspanknop half in te drukken.
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (=
19).
Selecteer [Spaarstand] en druk op de
knop <m>.
Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen <q><r> om dit
item aan te passen.
• Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor
[Automatisch Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
• De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit]
instelt op [Uit].
• Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u Eco-modus
(=
116) op [Aan] hebt gezet.
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen <q><r> om
de helderheid aan te passen.
•
Houd voor maximale helderheid de knop <p> ten minste één seconde ingedrukt
wanneer het opnamescherm wordt weergegeven of in de enkelvoudige weergave.
(Hiermee vervangt u de instelling van [LCD Helderheid] op het tabblad [3].)
Druk nogmaals langer dan één seconde op de knop <p> of herstart de camera
om de oorspronkelijke helderheid van het scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
Selecteer [opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
118
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart
naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig.
1 Openhetscherm[Formatteren].
Selecteer [Formatteren] en druk op de
knop <m>.
2 Kies[OK].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Annuleer] te selecteren, druk op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Formatteerdegeheugenkaart.
Druk op de knoppen <o><p> om
het formatteren te starten en [OK] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop <m>.
• Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
• De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
LowLevelFormat
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-
opnamen gaat langzamer of het opnemen van een lm wordt plotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
Druk op het scherm in stap 2 van
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
118) op de knoppen <o><p>
om [Low Level Format] te kiezen.
Druk daarna op de knoppen <q><r> om
deze optie te kiezen. Het pictogram [
]
wordt weergegeven.
Voer de stappen 2–3 in
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
118) uit om door te gaan met
het formatteren.
• Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren”
(=
118), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
• U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de
geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
119
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Continu
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden
oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met
het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe map
maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001.
• Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(=
118)) geheugenkaart.
• Raadpleeg “Softwarehandleiding” (=
128) voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
Beelden opslaan op datum
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop
u opnamen maakt.
Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
Beelden worden nu opgeslagen in mappen
die op de opnamedatum worden gemaakt.
Metrische/Niet-metrische weergave
Desgewenst kunt u de maateenheden die in de hoogte-informatie voor
GPS-gegevens (=
110) en op andere plaatsen worden weergegeven,
wijzigen van m/cm in ft/in.
Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
120
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Certicatielogo’s controleren
Sommige logo’s voor certicatievereisten waaraan de camera voldoet,
kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certicatielogo’s staan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
Selecteer [Certicaatlogo weergeven] en
druk op de knop <m>.
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Selecteer [Taal ] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
• U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop <m>
ingedrukt te houden en meteen op de knop <n> te drukken.
Andere instellingen aanpassen
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
• [Video Systeem] (=
127)
• [Ctrl via HDMI] (=
125)
• [Instellingen Wi-Fi] (=
86)
• [Mobiele apparaatverbinding] (=
108)
Standaardwaarden herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
1 Openhetscherm[Resetalle].
Selecteer [Reset alle] en druk op de
knop <m>.
2 Herstelde
standaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
• De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- [3]-tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (=
115), [Tijdzone] (=
116),
[Taal
] (=
120) en [Video Systeem] (=
127)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd (=
56)
- Opnamemodus (=
42)
- Instellingen Wi-Fi (=
86)
121
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires
Systeemoverzicht........................................... 122
Optioneleaccessoires................................... 123
Voedingen ........................................................... 123
Flitseenheid .........................................................123
Overige accessoires ............................................ 123
Printers ................................................................124
Optioneleaccessoiresgebruiken................. 124
Afspelen op een tv ..............................................124
De camera voeden via het lichtnet ...................... 127
Desoftwaregebruiken................................... 128
Software .............................................................. 128
Verbinding maken met een computer
via een kabel ....................................................... 128
Beelden opslaan op een computer ..................... 129
Beeldenafdrukken......................................... 130
Eenvoudig afdrukken .......................................... 130
Afdrukinstellingen congureren ........................... 131
Filmscènes afdrukken .........................................134
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ....... 134
Beelden toevoegen aan een fotoboek ................ 136
122
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
GebruikvanorigineleCanon-accessoireswordtaanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van
accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een
batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties
die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet
meer verkrijgbaar.
Systeemoverzicht
Polsriem
Batterij
NB-6LH*
1
Batterijlader
CB-2LY/CB-2LYE*
1
USB-kabel (op het uiteinde voor de camera: mini-B)*
2
Geheugenkaart Kaartlezer
Computer
Tv-/
videosysteem
Voedingsadapterset
ACK-DC40
Meegeleverdeaccessoires
Voeding
Kabels
Flitseenheid
PictBridge-compatibele
printersvanCanon
Krachtige itser
HF-DC2
AV-kabel AVC-DC400
HDMI-kabel (op het uiteinde
voor de camera: type D)*
3
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel IFC-400PCU).
*3 Gebruik een in de winkel verkrijgbare kabel die niet langer is dan 2,5 m.
123
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid
varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
BatterijNB-6LH
Oplaadbare lithium-ionbatterij
BatterijladerCB-2LY/CB-2LYE
Lader voor batterij NB-6LH
• De batterij is voorzien van een handig klepje dat u kunt bevestigen om zo
de batterijstatus in een oogopslag te kunnen zien. Bevestig het klepje zo
dat zichtbaar is op een opgeladen batterij en niet zichtbaar is op een
niet-opgeladen batterij.
• Batterij NB-6L wordt ook ondersteund.
VoedingsadaptersetACK-DC40
Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken
of wanneer u de camera aansluit op
een printer of computer. U kunt op
deze manier niet de batterij in de
camera opladen.
• De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt
in gebieden met een wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz).
• Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Flitseenheid
KrachtigeitserHF-DC2
Externe itser voor de belichting van
onderwerpen die buiten het bereik van de
ingebouwde itser zijn.
Overige accessoires
InterfacekabelIFC-400PCU
Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
AV-kabelAVC-DC400
Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
124
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Printers
PictBridge-compatibeleprinters
vanCanon
U kunt zonder computer beelden
afdrukken als u uw camera aansluit op
een Canon PictBridge-compatibele printer.
Ga voor meer informatie naar een
Canon-verkoper bij u in de buurt.
Foto’s Films
Optionele accessoires gebruiken
Foto’s Films
Afspelen op een tv
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken
op een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (=
146).
Foto’s Films
AfspelenopeenHD-tv
U kunt uw opnamen op een tv bekijken door de camera aan te sluiten
op een HD-tv met behulp van een in de winkel verkrijgbare HDMI-kabel
(niet langer dan 2,5 m, met een type D-aansluiting aan het uiteinde voor
de camera). Films die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] of [ ]
kunnen in HD-kwaliteit worden bekeken.
1 Zorgdatdecameraendetv
zijnuitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
125
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Schakeldetvinensteldezein
opdevideo-ingang.
Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
• De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera
is aangesloten op een hdtv.
Foto’s Films
Decamerabedienenviadeafstandsbedieningvaneentv
Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u
de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of
diavoorstellingen te bekijken.
Afhankelijk van de tv dient u mogelijk bepaalde tv-instellingen te wijzigen.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie.
1 Congureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies [Ctrl via
HDMI] op het tabblad [3] en kies
vervolgens [Aan] (=
22).
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Voer de stappen 1–2 in “Afspelen op een
hdtv” (=
124) uit om de camera op de
tv aan te sluiten.
3 Geefbeeldenweer.
Zet de tv aan. Druk op de camera op
de knop <1>.
De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
126
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Bediendecameraviade
afstandsbedieningvandetv.
Druk op de afstandsbediening op de
knoppen <q><r> om te bladeren door
de beelden.
Druk op de knop OK/Selecteren om
het bedieningspaneel van de camera
weer te geven. Om opties op het
bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de
knoppen <q><r> en daarna nogmaals
op de knop OK/Selecteren.
Overzichtvandebedieningspaneeloptiesvandecamera
diewordenweergegevenopdetv
Terug Het menu wordt gesloten.
Groep afspelen
Geeft sets van beelden weer die zijn opgenomen in de
modus [
] of [ ] (=
44, 51). (Verschijnt alleen als
u een gegroepeerd beeld hebt geselecteerd.)
Film afspelen
De lm afspelen. (Verschijnt alleen als u een lm
hebt geselecteerd.)
.
Diavoorstelling
De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op de
knoppen <q><r> van de afstandsbediening om van beeld
te veranderen.
Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven.
l
Display wijzigen
Heen en weer schakelen tussen weergavemodi (=
68).
• Als u op knoppen drukt, bijvoorbeeld op de knop <n>, kunt u de camera
niet langer met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als
u bent teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• Als u de zoomhendel op de camera beweegt, kunt u de camera niet langer
met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als u bent
teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
• De camera reageert wellicht niet altijd correct, zelfs niet als u de
afstandsbediening van een HDMI CEC-compatibele tv gebruikt.
Foto’s Films
AfspelenopeenSD-tv
Met de afzonderlijk verkrijgbare AV-kabel AVC-DC400 kunt u de camera
aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter scherm
terwijl u de camera bedient.
1 Zorgdatdecameraendetv
zijnuitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig
in de video-ingangen van de tv,
zoals weergegeven.
Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
3 Geefbeeldenweer.
Voer de stappen 3–4 bij “Afspelen op een
HD-tv” (=
125) uit om beelden weer
te geven.
Zwart of wit
Geel
Geel
Zwart
127
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie.
Om het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op de knop
<n> en selecteert u [Video Systeem] op het tabblad [3].
• Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken
terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt
op dezelfde manier als via het camerascherm. AF-Punt Zoom (=
37) is
echter niet beschikbaar.
Foto’s Films
De camera voeden via het lichtnet
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC40, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorgdatdecamerais
uitgeschakeld.
2 Plaatsdekoppeling.
Voer stap 1 in “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
11) uit
om het klepje te openen.
Plaats de koppeling in de aangegeven
richting, net als een batterij (doorloop
stap 2 bij “De batterij en geheugenkaart
plaatsen” (=
11)).
Voer stap 4 bij “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
11) uit
om het klepje te sluiten.
Aansluitpunten
3 Sluitdeadapteraanopde
gelijkstroomkoppeling.
Open het klepje en steek de stekker van
de adapter helemaal in de koppeling.
4 Sluithetnetsnoeraan.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
Schakel de camera in en gebruik deze
zoals u wilt.
Als u klaar bent, schakelt u de
camera uit en haalt u het netsnoer uit
het stopcontact.
• Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog
is ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de
camera beschadigen.
•
Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
128
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
De software gebruiken
De software die als download beschikbaar is op de website van Canon
komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en het opslaan
van beelden op een computer.
Software
Nadat u de software vanaf de website van Canon hebt gedownload en
geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
CameraWindow
Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowserEX
Beheer beelden : bekijk, zoek en orden
Druk beelden af en bewerk ze
• Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en kosten
voor internettoegang moeten apart worden betaald.
Softwarehandleiding
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing wanneer u de software gebruikt.
De handleiding kan worden gedownload vanaf de volgende URL:
http://www.canon.com/icpd/
Verbinding maken met een computer
via een kabel
Decomputeromgevingcontroleren
De software kan op de volgende computers gebruikt worden.
Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit,
inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de
website van Canon.
Besturings-
systeem*
Windows MacOS
Windows 8/8.1
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.9
Mac OS X 10.8
Mac OS X 10.7
* Controleer de systeemvereisten bij “De computeromgeving controleren” (=
93)
wanneer u beelden naar een computer verzendt via Wi-Fi.
• Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste
systeemvereisten, inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
Desoftwareinstalleren
Zie “De software installeren” (=
94) voor instructies om de software
te installeren.
129
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 Sluit de camera aan op
de computer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld ( ). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera ( ).
Steek de grote steker van de USB-kabel
in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
2 Zet de camera aan om
CameraWindow te openen.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Mac OS: CameraWindow wordt
weergegeven als er een verbinding tot
stand is gebracht tussen de camera en
de computer.
Windows: volg de onderstaande stappen.
In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [ ] om het programma
te wijzigen.
Kies [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] en klik op [OK].
Dubbelklik op [ ].
3
Beelden opslaan op de computer.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Wanneer de beelden zijn opgeslagen,
sluit u CameraWindow en drukt u op de
knop <1> om de camera uit te schakelen.
Koppel vervolgens de kabel los.
Raadpleeg “Softwarehandleiding”
(=
128) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
CameraWindow
130
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Windows 7: als het scherm bij stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het
pictogram [
] in de taakbalk.
• Windows Vista of XP: om CameraWindow te openen, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden]
op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera bij stap 2
inschakelt. Als CameraWindow niet verschijnt, klik dan op het menu [Start]
en kies [Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
• Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven na stap 2, klikt u op het
pictogram [CameraWindow] in het dock.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-
Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerken van lms.
Foto’s Films
Beelden afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of
beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
Foto’s
Eenvoudig afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde USB-kabel.
1 Zorgdatdecameraende
printerzijnuitgeschakeld.
2
Sluitdecameraaanopdeprinter.
Open het klepje. Houd de kleinste
kabelstekker in de getoonde richting, en
steek de stekker volledig in de aansluiting
op de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over
de aansluiting.
131
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Schakeldeprinterin.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
5 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
6 Openhetafdrukscherm.
Druk op de knop <m>, kies [c] en druk
nogmaals op de knop <m>.
7 Drukhetbeeldaf.
Druk op de knoppen <o><p> om [Print]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het afdrukken start nu.
Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
• Zie “Printers” (=
124) voor PictBridge-compatibele printers van het merk
Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingen congureren
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in “Eenvoudig
afdrukken” (=
130131) uit om het
scherm links te openen.
2 Congureerdeinstellingen.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item te selecteren en druk vervolgens
op de knoppen <q><r> om een optie
te selecteren.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beide
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum
en een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken exemplaren.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (=
132).
papierinst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en
andere gegevens op (=
132).
132
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Beeldenbijsnijdenvóórhetafdrukken
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer[Trimmen].
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren” (=
131) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat
het af te drukken beeldgebied aanduidt.
2 Pashetkadernaarwensaan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Om het kader te draaien, drukt u op de
knop <m>.
Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Drukhetbeeldaf.
Voer stap 7 in “Eenvoudig afdrukken”
(=
131) uit om af te drukken.
• Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
• Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
Foto’s
Hetpapierformaatendeindelingselecterenvóór
hetafdrukken
1 Selecteer[papierinst.]
Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
congureren” (=
131) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [papier
inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenpapierformaat.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Selecteereenpapiersoort.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
133
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4 Selecteereenindeling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren.
Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u
op de knoppen <q><r> om het aantal
beelden per vel op te geven.
Druk op de knop <m>.
5 Drukhetbeeldaf.
Beschikbareindelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een
verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Kies uit 90 x 130 mm, briefkaart of brede afdrukken.
Foto’s
Id-foto’safdrukken
1 Selecteer[IDFoto]
Voer stap 1–4 in “Het papierformaat
en de indeling selecteren vóór het
afdrukken” (=
132133) uit, kies
[ID Foto] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdelengtevandelange
endekortezijde.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item te kiezen. Kies de lengte door te
drukken op de knoppen <q><r> en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteerhetafdrukgebied.
Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken” (=
132) uit om het
afdrukgebied te selecteren.
4 Drukhetbeeldaf.
134
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Films
Filmscènes afdrukken
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in “Eenvoudig
afdrukken” (=
130131) uit om een
lm te kiezen. Het scherm links wordt
weergegeven.
2 Selecteereenafdrukmethode.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ] te
kiezen en druk vervolgens op de knoppen
<q><r> om de afdrukmethode te kiezen.
3 Drukhetbeeldaf.
Afdrukoptiesvoorlms
Enkel Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto.
Reeks
Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval afgedrukt
op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u
ook het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het
kader afdrukken.
• Om een lopende afdruktaak te annuleren, drukt u op de knop <m>.
• [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridge-compatibele
printermodellen CP720/CP730 en ouder van het merk Canon.
Foto’s
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (=
136)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaart en congureer de nodige instellingen, zoals het aantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Foto’s
Afdrukinstellingencongureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum
of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [2].
Selecteer en congureer de gewenste
items (=
22).
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per vel af.
Beiden Hiermee worden zowel standaard- als indexformaten afgedrukt.
Datum
Aan Hiermee worden de beelden afgedrukt met de opnamedatum.
Uit
FileNo.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het bestandsnummer.
Uit
WisDPOF
data
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het afdrukken
verwijderd.
Uit
135
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn gecongureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
• Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
• Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele
printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
• De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [3] (=
12).
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorafzonderlijkebeelden
1 Selecteer[Sel.beeld&aantal].
Druk op de knop <n> en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [2].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [ ]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop <m>
om indexafdrukken te annuleren voor het
beeld. [ ] wordt niet meer weergegeven.
3 Geefhetaantalafdrukkenop.
Druk op de knoppen <o><p> om
het aantal afdrukken op te geven
(maximaal 99).
Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken
van andere beelden in te stellen en
het aantal afdrukken van elk beeld
op te geven.
Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen
via stap 2 de af te drukken beelden
selecteren.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Foto’s
Afdrukinstellingenvooreenreeksbeelden
Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
135) uit om
[Select. reeks] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
7576) uit om
beelden op te geven.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Opdracht] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
136
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorallebeelden
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
135) uit om
[Sel. alle beelden] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenindeprintlijstwissen
Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
135) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Beeldenafdrukkendiezijntoegevoegdaandeprintlijst(DPOF)
Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn
toegevoegd (=
134136), wordt het
scherm links weergegeven wanneer u
de camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer. Druk op de knoppen
<o><p> om [Print nu] te selecteren, en
druk vervolgens op de knop <m> om de
beelden in de afdruklijst af te drukken.
Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
Foto’s
Beelden toevoegen aan een fotoboek
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op
uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie
is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u
fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Eenselectiemethodeselecteren
Druk op de knop <n>, kies
[Fotoboek instellen] op het tabblad
[1] en bepaal hoe u de beelden
wilt selecteren.
137
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn gecongureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook
“Softwarehandleiding” (=
128) en de handleiding van de printer voor
meer informatie.
Foto’s
Afzonderlijkebeeldentoevoegen
1 Selecteer[Selectie].
Selecteer [Selectie] volgens de procedure
bij “Een selectiemethode selecteren”
(=
136) en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
[ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Foto’s
Allebeeldentoevoegenaaneenfotoboek
Volg de procedure bij “Een
selectiemethode selecteren” (=
136),
selecteer [Sel. alle beelden] en druk op
de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Allebeeldenverwijderenuiteenfotoboek
Volg de procedure bij “Een
selectiemethode selecteren” (=
136),
selecteer [Wis alle selecties] en druk op
de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
138
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
Problemenoplossen...................................... 139
Berichtenophetscherm............................... 142
Informatieophetscherm.............................. 145
Opname (informatieweergave) ............................ 145
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ......... 146
Functiesenmenutabellen............................. 147
Beschikbare functies per opnamemodus ............ 147
Menu FUNC. .......................................................148
4
Opnametabbladmenu .................................... 150
3 Tabbladmenu Instellen ................................... 153
1 Tabbladmenu Afspelen ..................................153
2 Tabbladmenu Print ......................................... 153
Afspeelmodus menu FUNC. ............................... 154
Voorzorgsmaatregelen.................................. 154
Specicaties................................................... 155
139
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
ErgebeurtnietsalsuopdeON/OFF-knopdrukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
10).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
11).
•
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (=
11).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Debatterijraaktsnelleeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Delenswordtnietingetrokken.
• Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
11).
Debatterijisopgezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op te
nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Weergave op een tv
Decamerabeeldenwordenvervormdofhelemaalnietweergegeven
opeentv(=
127).
Opnamen maken
Erkunnengeenopnamenwordengemaakt.
• Druk in de afspeelmodus (=
66) de ontspanknop half in (=
20).
Vreemdeweergaveophetschermbijweiniglicht(=
2 0 ).
Vreemdeweergaveophetschermbijopnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in lms worden opgenomen.
• Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm ikkeren en kan een
horizontale band verschijnen.
Erisgeendatumstempelaandebeeldentoegevoegd.
• Congureer de instelling [Datumstemp. ] (=
33). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, alleen maar omdat u de instelling [Datum/Tijd]
(=
12) hebt gecongureerd.
• Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamestanden (=
152) waarin deze
instelling niet kan worden gecongureerd (=
33).
[h]knippertophetschermwanneerdeontspanknopwordtingedrukt
enopnemenisnietmogelijk(=
2 9 ).
[ ]verschijntwanneerdeontspanknophalfwordtingedrukt(=
2 9 ).
• Stel [IS modus] in op [Continu] (=
64).
• Klap de itser op en stel de itsmodus in op [h] (=
62).
• Verhoog de ISO-waarde (=
55).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
64).
Deopnamenzijnnietscherp.
• Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
20).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
157).
• Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
38).
• Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
• Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (=
60, 62).
140
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
ErwordengeenAF-kadersweergegevenendecamerasteltniet
scherpwanneerdesluiterknophalfwordtindrukt.
• Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen
voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen
half in te drukken.
Deonderwerpenindeopnamenzijntedonker.
• Klap de itser op en stel de itsmodus in op [h] (=
62).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
53).
• Pas het contrast aan met i-Contrast (=
55, 83).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
54).
Deonderwerpenzijntehelder,dehighlightszijnvervaagd.
• Klap de itser in en stel de itsmodus in op [!] (=
27).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
53).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
54).
• Verminder de belichting van het onderwerp.
Deopnamenzijntedonker,ondanksdaterisgeitst(=
2 9 ).
• Maak de opname binnen het bereik van de its (=
157).
• Verhoog de ISO-waarde (=
55).
Deonderwerpeningeitstefoto’szijntehelder,dehighlights
zijnvervaagd.
• Maak de opname binnen het bereik van de its (=
157).
• Klap de itser in en stel de itsmodus in op [!] (=
27).
Erverschijnenwittestippenofanderebeeldartefactsin
geitsteopnamen.
• Dit komt doordat het licht van de itser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamenzienerkorreliguit.
• Verlaag de ISO-waarde (=
55).
• Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
(=
43).
Deonderwerpenhebbenrodeogen(=
3 6 ).
• Zet [Lamp Aan] op [Aan] (=
39) om het licht voor rode-ogenreductie (=
3)
te activeren in geitste foto’s. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het
licht voor rode-ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode
ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor
rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren
of dichter bij het onderwerp te gaan.
• Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (=
83).
Hetschrijvennaareengeheugenkaartduurttelangofhetmaken
vancontinu-opnamengaatlangzamer.
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
118).
InstellingenvooropnamenofvoorhetmenuFUNC.zijnnietbeschikbaar.
• Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnametabbladmenu” (=
147152).
Films opnemen
Deverstrekentijdwordtverkeerdweergegeven,ofdeopname
wordtonderbroken.
• Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de lms op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnametijd (=
118, 157).
[ ]verschijntendeopnamestoptautomatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
118).
• Verlaag de beeldkwaliteit (=
36).
• Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (=
157).
In-enuitzoomenisnietmogelijk.
• In- en uitzoomen is niet mogelijk als u lms opneemt in de modus [ ] (=
46).
Onderwerpenlijkenvervormd.
• Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen,
kunnen vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
141
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Afspelen
Afspelenisnietmogelijk.
• U kunt mogelijk geen beelden of lms afspelen als u de bestandsnaam of
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg “Softwarehandleiding”
(=
128) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Hetafspelenstoptofhetgeluidhapert.
• Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (=
118).
• Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u lms afspeelt die zijn gekopieerd naar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
• Als u lms afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er kaders
wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluidwordtnietweergegeventijdenslms.
• Pas het volume aan (=
67) als [mute] is geactiveerd (=
115) of als het geluid
van de lm zwak is.
• Bij lms die zijn opgenomen in de modus [
] (=
46) wordt geen geluid
weergegeven, omdat in deze modus geen geluid wordt opgenomen.
Geheugenkaart
Degeheugenkaartwordtnietherkend.
• Herstart de camera met de geheugenkaart erin (=
19).
Computer
Kangeenbeeldenoverdragennaareencomputer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtssnelheid te verlagen:
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop <n>
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen <o> en <m>. Druk in het volgende
scherm op de knoppen <q><r> om [B] te kiezen. Druk daarna op de knop <m>.
Wi-Fi
HetWi-Fi-menukannietwordengeopenddooropdeknop<o>
tedrukken.
• Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus
en probeer het opnieuw.
• In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden geopend tijdens gedetailleerde
informatieweergave, vergrote weergave of indexweergave. Schakel over naar de
enkelvoudige weergave en een andere weergavemodus dan de gedetailleerde
informatieweergave. Het Wi-Fi-menu kan ook niet worden geopend in de
groepsweergave of gelterde beeldweergave op basis van opgegeven voorwaarden.
Annuleer het gegroepeerd of gelterd afspelen van beelden.
• Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
Kangeenapparaat/bestemmingtoevoegen.
• Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (=
112).
• Gebruik een computer of smartphone om webservices te registreren (=
89).
• Om een smartphone toe te voegen, installeert u eerst de toepassing CameraWindow
op uw smartphone (=
92).
• Om een computer toe te voegen, installeert u eerst de software CameraWindow op
uw computer. Controleer ook de omgeving en instellingen van uw computer en Wi-Fi
(=
93, 96).
• Vermijd het gebruik van de camera op plaatsen waar het Wi-Fi-signaal verstoord
kan worden, zoals bijvoorbeeld in de buurt van magnetrons, Bluetooth-apparaten
en andere apparaten die op de 2,4 GHz-band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Kangeenverbindingmakenmethettoegangspunt.
• Controleer of het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat wordt ondersteund
door de camera (=
155). In plaats van automatisch kanaaltoewijzing kunt u het
beste handmatig een ondersteund kanaal toewijzen.
142
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Kangeenbeeldenverzenden.
• Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte
op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera
staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
• Beelden worden niet verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of andere
webservices als u beeldbestanden of mappen verplaatst of een andere naam
geeft op de computer waarop beelden zijn ontvangen die zijn verzonden met
beeldsynchronisatie via een toegangspunt (=
109). Voordat u deze beeldbestanden
of mappen verplaatst of hernoemt op de computer, dient u te controleren of de
beelden al zijn verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of andere webservices.
Kandebeeldgroottenietwijzigenvoorverzending.
• De afbeeldingsgrootte kan niet aangepast worden naar een hogere resolutie dan
de oorspronkelijke resolutie.
• De grootte van lms kan niet worden aangepast.
Hetverzendenvanbeeldenduurtlang./Dedraadlozeverbinding
isverbroken.
• Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen naar [
] of [ ] om het verzenden te versnellen (=
104).
• Het kan lang duren om lms te verzenden.
• Vermijd het gebruik van de camera op plaatsen waar het Wi-Fi-signaal verstoord
kan worden, zoals bijvoorbeeld in de buurt van magnetrons, Bluetooth-apparaten en
andere apparaten die op de 2,4 GHz-band werken. Het verzenden van beelden kan
lang duren, zelfs als [
] wordt weergegeven.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
WisdegegevensvandeWi-Fi-verbindingvoordatudecamera
weggooitofaaniemandandersgeeft.
• Reset de instellingen voor Wi-Fi (=
113).
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geengeheugenkaart
• Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (=
11).
Geheugenkaartopslot
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld.
Ontgrendel het schuifje voor de schrijfbeveiliging (=
11).
Kannietopnemen
• U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats een
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (=
11).
Geheugenkaartfout(=
1 1 8 )
• Als dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde geheugenkaart
(=
2) hebt geformatteerd en correct hebt geplaatst (=
11), neemt u contact op
met een helpdesk van Canon Klantenservice.
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken
(=
25, 41, 52) of beelden te bewerken (=
8184). Wis overbodige
beelden (=
77) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (=
11).
Laaddeaccuop(=
1 0 )
Geenbeeld.
• De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd!(=
7 4 )
Onbekendbeeld/IncompatibleJPEG/Beeldtegroot./
KangeenMOVafspelen/KangeenMP4afspelen
• Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
143
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Kannietvergroten!/KanditnietafspeleninSmartShufe/
Kannietroteren/Kanbeeldnietwijzigen/KanNietWijzigen/
KannietaanCat.toekennen/Nietselecteerbaarbeeld.
• De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die
met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een
sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor lms.
Vergroten* (=
72), Smart Shufe* (=
73), Roteren* (=
79), Favorieten
(=
80), Bewerken* (=
8184), Afdruklijst* (=
134) en Fotoboek instellen*
(=
136).
• Gegroepeerde beelden kunt u niet bewerken (=
44).
Ongeldigselectiebereik
• U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (=
75, 78, 135) en u probeerde
als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of omgekeerd.
Selectielimietbereikt
• U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (=
134) of
fotoboekinstellingen (=
136). Selecteer 998 beelden of minder.
• De instellingen voor de printlijst (=
134) of voor de fotoboekinstellingen (=
136)
konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden
en probeer het opnieuw .
• U probeerde 500 beelden of meer te kiezen bij Beveilig (=
74), Wissen (=
77),
Favorieten (=
80), Printlijst (=
134) of Fotoboek instellen (=
136).
Foutinbenaming.
• De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat
het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en het
maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig op
het tabblad [3] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (=
119) of formatteer de
geheugenkaart (=
118).
Lensfout
• Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de
camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafoutgedetecteerd(foutnummer)
• Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
bestandsfout
• Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (=
130), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Printfout
• Controleer de instelling voor het papierformaat (=
132). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekusseninktvol
• Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om
een vervangend inktabsorptiekussen.
Wi-Fi
Verbindingmislukt
• Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (=
96).
• Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
• Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om
verbinding te maken.
Kantoegangspuntnietbepalen
• De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt.
Probeer opnieuw verbinding te maken.
Geentoegangspuntengevonden
• Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
• Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met
een toegangspunt.
144
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Wachtwoordisonjuist/OnjuistebeveiligingsinstellingenWi-Fi
• Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (=
96).
IP-adresconict
• Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conict is met een ander IP-adres.
Verbindingverbroken/Bestand(en)nietontvangen/Bestand(en)
nietverzonden
• Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons,
Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz-band werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
Bestand(en)nietverzonden
Geheugenkaartfout
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien
dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart
correct hebt geplaatst.
Bestand(en)nietontvangen
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de doelcamera om beelden
te ontvangen. Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart of plaats
een geheugenkaart met voldoende ruimte.
Bestand(en)nietontvangen
Geheugenkaartopslot
• Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat
in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
Bestand(en)nietontvangen
Foutinbenaming.
• Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn
bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen.
Onvoldoenderuimteopserver
• Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
•
Sla de beelden die via Beeldsynchronisatie (=
109) zijn verzonden op uw computer op.
Controleernetwerkinstellingen
• Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken
met internet.
145
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Batterijniveau
(=
145)
Witbalans (=
56)
My Colors (=
57)
Transport mode
(=
34)
Eco-modus
(=
116)
Zelfontspanner
(=
32)
Waarschuwing:
camera beweegt
(=
29)
Meetmethode
(=
54)
Fotocompressie
(=
64),
Resolutie (=
35)
Aantal opnamen*
(=
156)
Filmkwaliteit
(=
36)
Resterende tijd
(=
157)
Digitale
zoomvergroting
(
=
31), Digitale
telelens (
=
58)
Scherpstelbereik
(=
58),
AF lock (=
62)
Opnamemo-
dus (=
147),
Compositie pictogram
(=
30)
Flits mode (=
62)
Rode-ogencorrectie
(=
36)
AF Frame (=
59)
Spotmetingpunt-
kader (=
54)
Datumstempel
(=
33)
ISO-waarde
(=
55)
Raster (=
37)
AE lock (=
54),
FE-lock (=
63)
Sluitertijd
Tijdzone (=
116)
Diafragmawaarde
Belichtings-
compensatieniveau
(=
53)
Beeldstabilisatie
(=
64)
i-Contrast (=
55)
Zoombalk (=
26)
Pictogram IS-modus
(=
30)
Knipperdetectie
(=
38)
Modus Hybride
automatisch
(=
28)
Belichtingscompen-
satiebalk (=
53)
* Geeft in de modus [ ] het aantal beschikbare opnamen aan.
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijna leeg; batterij moet worden opgeladen
[Laad de accu op] Leeg; batterij moet onmiddellijk worden opgeladen
146
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Films
(=
26, 67),
Snel na elkaar
(=
51), Display
wisselen (GPS-
informatie) (=
68)
Opnamemodus
(=
147)
ISO-waarde
(=
55),
Afspeelsnelheid
(=
46)
Belichtings-
compensatieniveau
(=
53)
Witbalans (=
56)
Histogram (=
68)
Groep afspelen
(=
71),
Beeld bewerken
(=
8184),
Digest-lms
(=
69)
Compressie
(beeldkwaliteit)
(=
64) /
Resolutie (=
35),
MP4 (lms)
Beeldsynchronisatie
(=
109)
Batterijniveau
(=
145)
Meetmethode
(=
54
)
Mapnummer –
bestandnummer
(=
119)
Nummer huidig
beeld / totaal aantal
beelden
Sluitertijd (foto’s),
Beeldkwaliteit/
Framesnelheid
(lms) (
=
36)
Diafragmawaarde
Flitser (=
62)
i-Contrast
(=
55, 83)
Scherpstelbereik
(=
58)
Bestandsgrootte
Foto’s: Resolutie
(=
156)
Films: Afspeeltijd
(=
157)
Beveiligen (=
74)
Favorieten (=
80)
My Colors
(=
57, 82),
Creatieve opname-
effect (=
45)
Rode-ogencorrectie
(=
36, 83)
Opnamedatum/-tijd
(=
12
)
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt
op een tv (=
124).
Overzichtvanlmbedieningspaneelin“Bekijken”(=
6 7 )
Afsluiten
Afspelen
Slow motion (Druk op de knoppen <q><r> om de afspeelsnelheid aan te
passen. Er wordt geen geluid afgespeeld.)
Achteruit springen* of Vorige clip (=
85) (Om verder terug te springen,
houdt u de knop
<m>
ingedrukt.)
Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vooruit springen* of Volgende clip (=
85) (Om verder vooruit te springen,
houdt u de knop
<m>
ingedrukt.)
*
Bewerken (=
84)
Clip wissen (verschijnt alleen wanneer u een digest-lm (=
85) hebt geselecteerd)
c
Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer
(=
130).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
• Tijdens het afspelen van lms kunt u vooruit of achteruit springen (of naar de
vorige of volgende clip) door op de knoppen <q><r> te drukken.
147
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
Functie
4
G I P t N
Belichtingscompensatie (=
53)
O O O O O O O O O O O O O
O O
Flitser (=
62)
O O O O O O O O
O O O O O O O O O
h
O O O O O
O
O O O O O O O
O
Z
*
1
*
1
O
*
1
!
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
AE lock/FE-lock (=
54, 63)*
2
O
AF lock (=
62)
O
O
Scherpstelbereik (=
58)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
e u
O O
O O O O O O O O O O
O
Onderwerp kiezen voor AF Tracking (=
59)
O O
O
O
O O O O
O
Schermweergave (=
20)
Geen informatieweergave
O
O O O
O O O
O O O O O
Informatieweergave
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*1 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [Z].
*2 FE-lock niet beschikbaar in de itsmodus [!].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
148
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Menu FUNC.
Opnamemodus
Functie
4
G I P t N
Meetmethode (=
54)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
My Colors (=
57)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
*
2
O
O O O
O
Witbalans (=
56)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
O O O O
O
O
ISO-waarde (=
55)
AUTO
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
100 / 200 / 400 / 800 / 1600 / 3200
O
Zelfontspanner (=
32)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
] [ $
O O O O O
O O O O O O O O O O O
Instellingen voor zelfontspanner (=
33)
Vertraging*
3
O O O O O
O O O O O O O O O O O
Beelden*
4
O O O
O O O O O O O O O O O
Transport mode (=
34)
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O
O
O O O O O O O O O
*1 Witbalans is niet beschikbaar.
*2 Instellen in een bereik van 1–5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen, blauw en
huidtinten.
*3 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in standen zonder selectie van het aantal opnamen.
*4 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het aantal opnamen.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
149
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamemodus
Functie
4
G I P t N
Hoogte/breedte foto (=
35)
O O O O O O
*
1
O O O O O O
Resolutie (=
35)
O O O O O O O O
O
O O O O O O O O O
O O O O O O
O O O
O
O
O O O O O O
O O O
Compressie (=
64)
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Filmkwaliteit (=
36)
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O
*
2
O O O O O O O
*1 Alleen [ ] en [ ] zijn beschikbaar.
*2 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch aangepast (=
46).
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
150
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4
Opnametabbladmenu
Opnamemodus
Functie
4
G I P t N
AF Frame (=
59)
Gezichts-AiAf*
1
O O O O O O O O O O O
O O O O O
O
AF Tracking
O O
O
O
O O O O
O
Centrum
O O
O
O O
O O O O O O O
AF kader afm. (=
60)*
2
Normaal
O O
O
O O
O O O O O
O
Klein
O O
O
O
O O O O O
O
Digitale zoom (=
31)
Standaard
O
O O O O O O
O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
1.6x/2.0x
O
AF-Punt Zoom (=
37)
Aan
O O O O O O O O
O
O O O O
O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Servo AF (=
61)
Aan
O O
O
O O O O
Uit*
3
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Continu (=
61)
Aan
O O O O O O O O O O
O O O O O O O
O
Uit
O O
O O O O O O O O O O O
*1 Werking wanneer er geen gezichten zijn gedetecteerd, verschilt per opnamemodus.
*2 Beschikbaar wanneer het AF-kader is ingesteld op [Centrum].
*3 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd in de modus [
].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
151
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamemodus
Functie
4
G I P t N
AF-hulplicht (=
38)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
Uit
O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O
Flits Instellingen (=
36, 39)
Rode-Ogen
Aan
O
O O O O O O
O O
O
O
Uit
O O O O O O O O
O O O O O O O O O
O
Lamp Aan Aan/Uit
O O O O O O O O
O O O O O O O O O
O
i-Contrast (=
55)
Auto
O
O O
O
O
Uit
O
O O O O O
O
O O O O O O O O O
Afbeelding direct bekijken (=
39)
Weergavetijd
Uit/Snel
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Scherminfo
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
details
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Knipperdetectie (=
38)
Aan
O
O O O O O O
O
O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Raster (=
37)
Aan/Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
IS-instellingen (=
64)
IS modus
Uit
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
Continu
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Opname
O O O O O O
O O O O O O O O O O
Dynamic IS
1
O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O
2
O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
152
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamemodus
Functie
4
G I P t N
Datumstempel
(=
33)
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Datum/Datum & Tijd
O
O O O O O O
O O O
Digest-type (=
28)
Met foto’s/Geen foto’s
O
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
153
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Tabbladmenu Instellen
Item Ziepagina
Item Ziepagina
mute
=
115
Bestandsnummering
=
119
Volume
=
115
Maak folder
=
119
Hints en tips
=
115
Maateenheden
=
119
Datum/Tijd
=
115
Video Systeem
=
127
Tijdzone
=
116
Ctrl via HDMI
=
125
Lens intrekken
=
116
Instellingen Wi-Fi
=
86
Eco-modus
=
116
Mobiele
apparaatverbinding
=
108
Spaarstand
=
19, 117
Certicaatlogo
weergeven
=
120
LCD Helderheid
=
117
Taal
=
120
opstart scherm
=
117
Reset alle
=
120
Formatteren
=
118
1 Tabbladmenu Afspelen
Item Ziepagina Item Ziepagina
Digest-lms weerg./afsp.
=
69
Trimmen
=
82
Diavoorstelling
=
72
Veranderen
=
81
Wissen
=
77
My Colors
=
82
Beveilig
=
75
Overgang
=
68
Roteren
=
79
Beeld scrollen
=
68
Favorieten
=
80
Beelden groep.
=
71
Fotoboek instellen
=
136
Autom. draaien
=
79
i-Contrast
=
83
Ga verder
=
68
Rode-ogencorrectie
=
83
2 Tabbladmenu Print
Item Ziepagina Item Ziepagina
Print
Sel. alle beelden
=
136
Sel. beeld & aantal
=
135
Wis alle selecties
=
136
Select. reeks
=
135
Print instellingen
=
134
154
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Afspeelmodus menu FUNC.
Item Ziepagina Item Ziepagina
Roteren
=
79
Film afspelen
=
67
Beveilig
=
74
Gekopp. Digest-lm afsp.
=
69
Favorieten
=
80
Smart Shufe
=
73
Wissen
=
77
Beeld zoeken
=
70
Print
=
131
Diavoorstelling
=
72
Groep afspelen
=
71
Voorzorgsmaatregelen
• De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
• Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan
leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
• Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm,
wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje.
Niet hard wrijven of hard drukken.
• Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten
om de camera of het scherm schoon te maken.
• Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk
van Canon Klantenservice.
• Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat
u de camera uit de tas haalt.
• Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht
tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
• Voordat u een batterij gedurende langere tijd gaat opbergen, moet u de
resterende lading opgebruiken, de batterij uit de camera halen en in
een plastic zak of vergelijkbare verpakking bewaren. Wanneer u een
gedeeltelijk opgeladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt,
kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
155
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Specicaties
Effectievepixelsin
decamera(max.)
Ongeveer 16 miljoen pixels
Focuslengtelens
18x zoom: 4.5 (G)–81.0 (T) mm
(equivalent aan 35 mm-lm: 25 (G)–450 (T) mm)
LCD-monitor
Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 inch)
Effectieve pixels: Circa 461.000 pixels.
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF
(versie 1.1)
Gegevenstype
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG)
Films: MP4 (video: MPEG-4 AVC/H.264, audio: MPEG-4
AAC-LC (mono))
Interface
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (mono)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
Stroombron
Batterij NB-6LH
Voedingsadapterset ACK-DC40
Afmetingen(gebaseerd
opCIPA-normen)
103,8 x 61,0 x 26,0 mm
Gewicht(gebaseerd
opCIPA-normen)
Circa 188 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 164 g (alleen camerabody)
Wi-Fi
Normen
IEEE 802.11b/g/n*
* Alleen 2,4 GHz-band
Verzendmethoden
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
Communicatiemodi
Infrastructuurmodus*
1
, Ad-hocmodus*
2
*1 Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
*2 Wi-Fi-gecerticeerde IBSS
Ondersteundekanalen
1–11 (PC2071/PC2074) of 1–13 (PC2050)
Modelnummers aangegeven tussen haakjes (=
161)
Beveiliging
WEP, WPA-PSK (AES/TKIP),
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Brandpuntsafstanddigitalezoom(equivalentaan35-mm)
DigitaleZoom[Aan]
25–1800 mm
(Vertegenwoordigt de gecombineerde brandpuntsafstand
van optische en digitale zoom).
Digitaletelelens1.6x 40,0–720,0 mm
Digitaletelelens2.0x 50,0–900,0 mm
156
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Aantalopnamen/opnametijd,afspeeltijd
Aantalopnamen Circa 290
Eco-modusaan Circa 430
Opnametijdlm*
1
Circa 1 uur
Continu-opnamen*
2
Circa 1 uur en 30 minuten
Afspeeltijd Circa 5 uur
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2 Beschikbare tijd voor herhaaldelijk opnemen van maximum lmlengte (tot opname
automatisch wordt gestopt).
•Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor
metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
•Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
•Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
Aantal4:3-opnamenpergeheugenkaart
Opnamepixels
Compressie-
verhouding
Aantalopnamenpergeheugenkaart
(aantalopnamenbijbenadering)
8GB 32GB
(Groot)
16M/4608x3456
1058 4272
1705 6883
(Medium 1)
8M/3264x2448
1996 8059
3069 12391
(Medium 2)
3M/2048x1536
4723 19064
8469 34184
(Klein)
0.3M/640x480
27291 110150
40937 165225
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op meetomstandigheden van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een beeldverhouding van 4:3. Het aantal
beschikbare opnamen varieert afhankelijk van de beeldverhouding (=
35).
157
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnametijdpergeheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijdpergeheugenkaart
8GB 32GB
34 min. 38 sec. 2 uur 19 min. 58 sec.
2 uur 00 min. 15 sec. 8 uur 05 min. 48 sec.
4 uur 15 min. 32 sec. 17 uur 12 min. 20 sec.
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op meetomstandigheden van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip 4 GB is of
wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en 59 seconden is bij opnemen in [
]
of [
], of na circa 1 uur opnemen in [ ].
•Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 4-geheugenkaarten
of hoger gebruiken.
Flitsbereik
Maximale groothoek (j)
50 cm–3,5 m
Maximale telelens (i)
1,0–2,0 m
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximalegroothoek
(j)
Maximaletelefoto
(i)
5 cm–oneindig 1 m–oneindig
Andere modi
5 cm–oneindig 1 m–oneindig
e*
5–50 cm
u*
3 m–oneindig 3 m–oneindig
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Snelheidcontinu-opnamen
Opnamemodus Snelheid
G
Circa 3,9 beelden/sec.
Circa 10,5 beelden/sec.
Sluitertijd
[ ]-modus, automatisch
ingesteld bereik
1–1/2000 sec.
Diafragma
f/nummer f/3.8 / f/11 (G)–f/6.9 / f/20 (T)
158
Vóórgebruik
Basishandleiding
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
Auto-modus/Modus
Hybrideautomatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
MenuInstellingen
Accessoires
Bijlage
Index
BatterijNB-6LH
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 3,7 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 1.060 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0–40 °C
Afmetingen: 34,4 x 41,8 x 6,9 mm
Gewicht: Circa 22 g
BatterijladerCB-2LY/CB-2LYE
Nominale invoer: 100–240 V wisselstroom (50/60 Hz),
0,085 A (100 V)–0,05 A (240 V)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,7 A
Oplaadduur: Circa 2 uur (bij gebruik van NB-6LH)
Oplaadlampje: Opladen: oranje / Volledig opgeladen: groen
(systeem met twee indicatielampjes)
Bedrijfstemperatuur: 0–40 °C
159
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
F
Favorieten............................................ 80
FE-lock ................................................ 63
Films
Beeldkwaliteit (resolutie/
framesnelheid) .............................. 36
Bewerken ...................................... 84
Opnameduur ............................... 157
Fisheye-effect (opnamemodus) ........... 45
Flitser
Aan ................................................ 62
De itser uitschakelen ................... 63
Slow sync ...................................... 62
Focusvergrendeling ............................. 60
Fotoboek instellen ............................. 136
Foutmeldingen ................................... 142
G
Geheugenkaarten .................................. 2
Opnameduur ............................... 157
Geluiden .............................................115
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) ........ 59
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) .................................. 49
Glimlach (opnamemodus) ................... 48
GPS-informatieweergave .................... 68
H
HDMI-kabel........................................ 124
Het formaat van beelden wijzigen ....... 81
Hybride automatisch
(opnamemodus) .................................. 28
Index
A
Aangepaste witbalans ......................... 56
Aansluiting ................. 125, 126, 127, 130
Accessoires ....................................... 123
AE lock ................................................ 54
Afdrukken .......................................... 130
AF-kaders ............................................ 59
AF lock................................................. 62
Afspelen
Bekijken
AF Tracking ......................................... 59
Auto-modus (opnamemodus) ........ 15, 26
AV-kabel .................................... 123, 126
B
Batterij
Eco-modus ...................................116
Level ............................................ 145
Opladen ......................................... 10
Spaarstand .................................... 19
Batterijen
Datum/tijd (datum/tijd-batterij)
Batterijlader ................................... 2, 123
Beelden
Afspelen
Bekijken
Beveiligen ...................................... 74
Weergaveduur ............................... 39
Wissen .......................................... 77
Beelden naar een andere camera
verzenden ............................................ 89
Beelden naar een smartphone
verzenden .................................... 88, 107
Beelden opslaan op
een computer............................. 106, 129
Beelden verzenden............................ 104
Beelden verzenden naar
een computer....................................... 88
Beelden verzenden naar een printer ... 88
Beelden verzenden
naar webservices................................. 87
Beeldkwaliteit
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
Beeldstabilisatie................................... 64
Beeldsynchronisatie .................. 108, 109
Bekijken ......................................... 16, 67
Beeld zoeken ................................ 70
Diavoorstelling ............................... 72
Enkelvoudige weergave .......... 16, 67
Indexweergave .............................. 70
Smart Shufe ................................ 73
Tv-weergave ............................... 124
Vergrote weergave ........................ 72
Belichting
AE lock .......................................... 54
Compensatie ................................. 53
FE-lock .......................................... 63
Bestandsnummering...........................119
Beveiligen ............................................ 74
Bewerken
Bijsnijden ....................................... 82
Het formaat van beelden
wijzigen ......................................... 81
i-Contrast ....................................... 83
My Colors ...................................... 82
Rode-ogencorrectie ....................... 83
C
Camera
Reset alle .................................... 120
CameraWindow (computer)......... 94, 128
CameraWindow (smartphone)............. 92
CANON iMAGE GATEWAY ........... 87, 89
Centrum (modus AF Frame) ................ 60
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)..................................... 64
Continu-opnamen maken .................... 34
Snel na elkaar (opnamemodus) .... 51
Creatieve lters (opnamemodus) ........ 43
Creatieve opname (opnamemodus) .... 44
D
Datum/tijd
Datumstempels toevoegen ........... 33
Datum/tijd-batterij .......................... 13
Instellingen .................................... 12
Wereldklok....................................116
Wijzigen ......................................... 13
DC-koppelstuk ........................... 123, 127
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen ............................................... 14
Diavoorstelling ..................................... 72
Digitale telelens ................................... 58
Digitale Zoom ...................................... 31
DPOF ................................................. 134
E
Eco-modus .........................................116
Extra levendig (opnamemodus)........... 43
160
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Scherpstellen
AF-kaders ...................................... 59
AF lock .......................................... 62
AF-Punt Zoom ............................... 37
Servo AF ....................................... 61
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Sepiakleurige beelden ......................... 57
Servo AF .............................................. 61
Smart Shufe ....................................... 73
Smart Shutter (opnamemodus) ........... 48
Sneeuw (opnamemodus) .................... 42
Snel na elkaar (opnamemodus) .......... 51
Software
Beelden opslaan op
een computer ...................... 106, 129
Installatie ....................................... 94
Spaarstand .......................................... 19
Speels effect (opnamemodus) ............. 47
Standaardwaarden
Reset alle
T
Taal van LCD-scherm .......................... 13
Transportmodus .................................. 34
Trimmen ...................................... 82, 132
Tv-weergave ...................................... 124
V
Verbinding maken via
een toegangspunt ................................ 96
Verbinding maken zonder
een toegangspunt .............................. 101
Verbindingsinformatie bewerken
of wissen.............................................112
O
Oneindig (scherpstelbereik)................. 58
Opnamen maken
Opnamedatum/-tijd
Datum/tijd
Opname-informatie ..................... 145
Opnamen maken op afstand .............. 111
P
PictBridge .................................. 124, 130
Polsriem
Riem
P (opnamemodus) ............................... 53
Portret (opnamemodus)....................... 42
Poster-effect (opnamemodus) ............. 43
Problemen oplossen .......................... 139
Programma automatische belichting ... 53
R
Raster .................................................. 37
Reizen met de camera .......................116
Reset alle........................................... 120
Resolutie (beeldgrootte) ...................... 35
Riem ................................................ 2, 10
Rode-ogencorrectie ....................... 36, 83
Roteren ................................................ 79
S
Scherm
FUNC.
Menu FUNC., Menu
Pictogrammen ..................... 145, 146
Taal van LCD-scherm .................... 13
Scherpstelbereik
Macro ............................................ 58
Oneindig ........................................ 58
I
i-Contrast ....................................... 55, 83
Indicator ............................................... 23
Inhoud van de verpakking ..................... 2
ISO-waarde ......................................... 55
K
Kleur (witbalans) .................................. 56
Klok...................................................... 24
Knipoogdetectie (opnamemodus)........ 48
Knipperdetectie.................................... 38
L
Lampje ........................................... 38, 39
Lange sluiter (opnamemodus) ............. 50
Lichtnet .............................................. 127
M
Macro (scherpstelbereik) ..................... 58
Meetmethode....................................... 54
Menu
Basishandelingen .......................... 22
Tabel ............................................ 147
Menu FUNC.
Basishandelingen .......................... 21
Tabel .................................... 148, 154
Miniatuureffect (opnamemodus) .......... 46
Modus Camera toegangspunt ........... 101
Monochroom (opnamemodus) ............ 47
My Colors ...................................... 57, 82
N
Nachtscene handm (opnamemodus)
... 42
Vergrote weergave .............................. 72
Verhouding .......................................... 35
Voeding.............................................. 123
Batterij
Voedingsadapterset
Voedingsadapterset ................... 123, 127
Vuurwerk (opnamemodus) .................. 43
W
Weinig licht (opnamemodus) ............... 42
Wereldklok ..........................................116
Wi-Fi-functies ....................................... 86
Wi-Fi-menu .......................................... 95
Wissen ................................................. 77
Witbalans (kleur).................................. 56
Z
Zelfontspanner..................................... 32
2 seconden-zelfontspanner ........... 32
De zelfontspanner aanpassen ...... 33
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ............................ 49
Knipoogdetectie
(opnamemodus) ............................ 48
Zoeken................................................. 70
Zoomen ................................... 15, 26, 31
Zwart-witfoto’s ..................................... 57
161
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen
kunnen worden gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het product,
de gevolgen van radiogolven of statische elektriciteit, of een ongeval
of fout. Noteer de draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel.
Houd er rekening mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor directe
of indirecte schade of verlies van inkomsten als gevolg van het
verslechteren of verdwijnen van inhoud.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
• Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal
van dit product.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van
ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit
product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen.
• Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
• Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze
apparaten beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(draadloos LAN)
• Het modelnummer van de camera is
PC2071/PC2074/PC2050 (inclusief WLAN-
module model WM223). Om uw model te
identiceren, bekijkt u op het label op de
onderzijde van de camera het nummer dat
begint met PC.
• Landen en regio’s waar WLAN-gebruik is toegestaan
- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s, en illegaal
gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften. Om te
voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN schendt,
controleert u op de website van Canon waar het gebruik is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN in
andere landen en regio’s.
• Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit juridische
gevolgen hebben:
- Het product wijzigen of aanpassen
- De certiceringslabels van het product verwijderen
• Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
• Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het
onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet
worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop
een VS-handelsembargo van toepassing is.
162
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
• Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot
uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in
andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis van
Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en gemak
wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
De camera kan via Wi-Fi afdrukken naar
PictBridge-compatibele printers. Dankzij de technische
PictBridge-normen kunnen digitale camera’s, printers en
andere apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar
verbinding maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS
over IP PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen
mogelijk. De camera is ook compatibel met deze norm.
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR
EEN ONJUIST TYPE.
HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE
VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Voorzorgsmaatregelen voor storing
van radiogolven
• Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die
radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver
mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten
niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecerticeerd volgens normen
die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden,
zijn er strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een
LAN-kabel gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
• Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten
op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming
hebt (onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven.
Als u probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze
probeert te gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden
beschouwd. Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer
geen verbinding te maken met andere onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
163
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vrijwaring
Onrechtmatige verveelvoudiging van deze handleiding is verboden.
Alle metingen zijn gebaseerd op teststandaarden van Canon.
Informatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd,
evenals productspecicaties en het uiterlijk.
De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
Niettegenstaande het bovenstaande kan Canon niet aansprakelijk
worden gehouden voor eventuele schade die ontstaat door het gebruik
van dit product.
Handelsmerken en licenties
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc.,
gedeponeerd in de U.S. en andere landen.
App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
HDMI, het HDMI-logo en High-Denition Multimedia Interface
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
Wi-Fi
®
, Wi-Fi Alliance
®
, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™ zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Het N-teken is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van
NFC Forum, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven
door Microsoft.
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the
AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video. No license is granted
or implied for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163

Canon PowerShot SX600 HS Handleiding

Type
Handleiding