Marantec Control 70 Erweiterung de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Uitbreidingseenheid Control 70
Instructie inbedrijfstelling
Door de auteurswet beschermd.
Gehele of gedeeltelijke nadruk is zonder onze toestemming niet toegestaan.
Technische wijzigingen voorbehouden.
1 - NL 360102 - M - 0.5 - 1197
Uitgave: 10.2006
#8 009 534
31
Aantekeningen
2
Bedieningselementen en display :
1. Display voor functie- en foutberichten
2. Toets PROGRAMMERING
3. Toets PLUS
4. Toets MIN
Steekverbindingen:
5. X20 Externe fotocel
(doorrit-fotocel)
6. X20a Intrekbeveiliging
7. X20b Elektronische antenne
8. X31 Ongevalbeveiliging
9. X5E Printkaart aansluiting
toetsen
10. X8c Verkeersregelingsbesturing,
relaisprintkaart 2
Varianten:
art.nr. 48 077 Uitbreidingseenheid voor SKS
art.nr. 48 079 Uitbreidingseenheid voor SKS en intrekbeveiliging (uitbreidingseenheid)
O
5
O
8
O
4
O
3
O
2
O
1
O
9
O
10
O
7
O
6
Afbeelding uitbreidingseenheid Control 70
Betekenis van de gebruikte symbolen
Symbolen voor het gebruik van deze handleiding:
WAARSCHUWING Belangrijke waarschuwingen om lichamelijk letsel of
materiële schade te voorkomen. Nauwkeurig opvolgen!
Beschrijving van Handleiding bij de mechanische of elektrische aansluiting.
handeling
Programmeer- De besturing moet na het aansluiten van de functie- of
instructie bedieningselementen geprogrammeerd worden.
Functiecontrole Na het aansluiten en programmeren van de functie- en
bedieningselementen moet gecontroleerd worden of de
besturing correct functioneert.
Schakel- en bedradingsschema’s
1. Inhoud
3
Hoofdstuk Blz.
Afbeelding uitbreidingseenheid Control 70 2
Betekenis van de gebruikte symbolen 2
1. Inhoud 3
2. Belangrijk! Voor aanvang van de werkzaamheden zorgvuldig lezen! 4
3. Inbedrijfstelling van de uitbreidingseenheid Control 70
3.1 Aansluiting van de uitbreidingseenheid Control 70 5
3.2 Aansluiting van de ongevalbeveiliging (SKS) 6
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
4.1 Afstandsbediening met systeemstekker 8
4.2 Afstandsbediening zonder systeemstekker 8
4.3 Externe fotocel 8
4.4 Intrekbeveiliging (Alleen uitbreidingseenheid) 10
4.5 Printkaart aansluiting toetsen 12
4.6 Verkeersregelingsbesturing Control 313 13
5. Programmering van de uitbreidingseenheid Control 70
5.1 Algemene informatie 15
5.2 Weergave van statusberichten 16
5.3 Weergave van foutcodes 17
5.4 Menu 1: Programmering van de afstandsbediening 18
5.5 Menu 2: Modi ‘Zelfhoudend OPEN/DICHT’ 19
5.6 Menu 3: Modi ‘Toetsfuncties’ 19
5.7 Menu 4: Automatisch sluiten ‘OPEN-TIJD’ 20
Menu 5: Automatisch sluiten ‘WAARSCHUWINGSTIJD’ 20
5.8 Menu 6: Aanloopwaarschuwing 21
5.9 Menu 7: Sluiten na verlaten externe fotocel 21
5.10 Menu 8: Reactie na activering externe fotocel 22
5.11 Menu 9: Reactie na activering ongevalbeveiliging 22
5.12 Menu 10: Signaallampen 23
5.13 Menu 11: Rijwegregeling AAN/UIT 23
5.14 Menu 12: Speciale functies 24
5.15 Menu 13: Weergave bewegingsteller 25
6. Appendix
6.1 Overzicht programmeermenu’s 26
6.2 Bedradingsschema van de uitbreidingseenheid Control 70 28
6.3 Testinstructies 30
30
6.3 Testinstructie
6. Appendix
Fout
Geen reactie na
impuls.
Deur kan alleen
geopend worden.
Deur kan alleen
gesloten worden.
Deur kan alleen in
dodemansbesturing
gesloten worden.
Geen reactie bij
afstandsbediening.
Bericht
Balkje “foutbericht” knippert.
Foutbericht 0
Balkje “foutbericht” knippert.
Foutbericht 15
Balkje “foutbericht” knippert.
Foutbericht 15
Balkje “foutbericht” knippert.
Foutbericht 13
Geen
Oorzaak
Besturing is afgesloten (rode markering)
Ruststroomkring (bedieningselementen)
onderbroken.
Ruststroomkring (deurblad)
onderbroken.
Externe fotocel geprogrammeerd, maar
niet aangesloten
Intrekbeveiliging
Ongevalbeveiliging
Elektronische antenne niet ingestoken
Ontvanger niet aangesloten.
Verkeerde codering handzender
geprogrammeerd.
Batterij van handzender leeg.
Oplossing
Besturing aansluiten (blauwe markering)
Zie handleiding
‘Besturing Control 70’
Ruststroomkring ongevalbeveiliging controleren.
Fotocel aansluiten en richten of programmering fotocel
controleren (menu 7/menu 8).
Intrekbeveiliging aansluiten, aansluiting controleren.
Richting en juiste plaatsing (juiste kant) van zender en
ontvanger controleren.
Zender en ontvanger richten zodat de LEDs H1 tot H3 van de
LS-Expander (zie hoofdstuk 4.3) oplichten wanneer de deur
niet in de eindstand ‘deur DICHT’ staat.
Geen visueel contact tussen zender- en ontvangerstop.
Deurafsluitprofiel defect.
Ongevalbeveiliging defect/verkeerd gemonteerd.
Antenne/ontvanger aansluiten (zie hoofdstuk 4.1/4.2).
Afstandsbediening programmeren (zie hoofdstuk 5.4 of
documentatie bij afstandsbediening).
Nieuwe batterij inbrengen. (9V, IEC 6F22 of 12V, A23)
Legenda:
Toetsen
S2P Toets Plus
S3P Toets Programma
S4P Toets Min
Steekverbindingen
X20 Externe fotocel, looprichting dicht
X20a Intrekbeveiliging
X20b Elektronische antenne
X31 Ongevalbeveiliging (SKS)
X5 Basisprintkaart
X5E Printkaart toetsaansluiting
X8c Verkeersregelingsbesturing - relaisprintkaart 2
Varianten
art.nr. 48 077 Uitbreidingseenheid voor SKS
art.nr. 48 079 Uitbreidingseenheid voor SKS en intrekbeveiliging (uitbreidingseenheid)
29
6. Appendix
4
2. Belangrijk! Lees deze handleiding aandachtig!
Sluit deze besturing alleen aan, wanneer u
een elektrotechnisch vakman
bent of wanneer u
door een elektrotechnisch vakman geïnstrueerd bent en u
het gevaar dat door elektriciteit veroorzaakt kan worden kunt onderkennen
de geldende elektrotechnische voorschriften kent
veiligheidsuitrustingen kunt gebruiken en onderhouden
weet hoe u eerste hulp moet verstrekken.
Schakel de besturing spanningsvrij voor u werken aan de elektrische installatie van de
deur uitvoert!
Neem de plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht!
Leg voedings- en stuurstroomkabels altijd gescheiden!
Voer kabels nooit bovenlangs in de besturing!
Druk nooit op meerdere besturingstoetsen tegelijk!
Vooraleer u de deur voor instellingswerken beweegt, dient u er zich van te
overtuigen dat er zich geen personen of voorwerpen in de gevarenzone van
de deur bevinden.
Bij installatie in gevarenklasse IP 65:
Uiterlijk na de inbedrijfstelling moet de steekbare netaansluiting door een
vaste bedrading vervangen worden.
Zorg ervoor dat er een met alle polen uitschakelbare inrichting voorhanden
is!
De deur alleen in dodemansmodus besturen, wanneer u vanuit alle
bedieningselementen het gehele deurbereik kunt overzien.
Functie ‘ZELFHOUDEND OPEN’ alleen activeren wanneer:
de deur bij het openen zonder gevaar bewogen kan worden.
(dit is het geval wanneer geen personen of voorwerpen gegrepen,
meegenomen en/of naar binnen getrokken kunnen worden!)
of wanneer:
u een geschikte intrekbeveiliging geïnstalleerd en geactiveerd heeft.
Bij rolhekken absoluut noodzakelijk!
Na inbedrijfstelling van de deur:
Alle noodvoorzieningen controleren.
De gebruiker of diens plaatsvervanger opleiden in de bediening van de deur.
Bij niet-naleving van deze waarschuwingen bent u aansprakelijk
voor eventueel daaruit voortvloeiende lichamelijke letsels of
materiële schade!
5
3. Inbedrijfstelling van de uitbreidingseenheid Control 70
3.1 Aansluiting van de uitbreidingseenheid Control 70
Algemeen
De uitbreidingseenheid vergroot de functionaliteit van de basisbesturing A70R
vario dodeman. Ze biedt de volgende prestatiekenmerken:
Testen van de veiligheids- en functie-elementen vóór elke deurbeweging
Sluiten van de deur, ook in zelfhouding (ongevalbeveiliging vereist)
Controle van het intrekbereik tijdens de deurbeweging DEUR-OPEN, b.v.
bij rolhekken (intrekbeveiliging vereist)
Controle van de doorrit tijdens de deurbeweging DEUR-DICHT
(externe fotocel vereist)
Speciale functies, b.v. automatisch sluiten met programmeerbare open- en
waarschuwingstijden
Geïntegreerde rijwegregeling (verkeersregelingsbesturing Control 313
vereist)
Eenvoudige instelling van alle werkingsparameters met behulp van
programmeermenu’s
Bediening van deur met afstandsbesturing (elektronische antenne vereist)
Inbedrijfstelling
1. Zorg ervoor dat de besturing spanningsvrij is.
2. Sluit de uitbreidingseenheid met de bandkabel op contact X5 van de
basisbesturing aan. Let daarbij op de polariteit van de stekker!
3. Plaats de uitbreidingseenheid in de printkaartdrager van de basisbesturing.
4. Sluit nu de functie- en bedieningselementen, zoals hieronder beschreven,
aan.
Tip:
De uitbreidingseenheid Control 70 is uitgerust met een ruststroomkring.
Wanneer de ruststroomkring onderbroken wordt, kan de deur niet
meer elektrisch bewogen worden.
Elementen in die ruststroomkring omvatten de ruststroomkring op het deurblad
en alle STOP-toetsen en veiligheidsschakelaars.
6.2 Bedradingsschema van de uitbreidingseenheid Control 70
6. Appendix
28
Toelichting
niet actief
2 s
5 s
10 s
15 s
20 s
25 s
30 s
35 s
40 s
45 s
50 s
55 s
60 s
65 s
70 s
0 s
1 s
2 s
3 s
4 s
5 s
6 s
7 s
Nee
Ja
Stop
Kort omkeren
Lang omkeren
Geen fotocel
Automatisch sluiten zonder fotocel
Stop
Kort omkeren
Lang omkeren
Constant branden
Knipperen
Rijwegregeling niet actief
Rijwegregeling actief
Geen speciale functie
Modus centrale besturing
Modus commandoschakelaar
Cijfers 1 - 5
27
6. Appendix
Menu
(constant
oplichten)
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Functie
(snel knipperen)
Automatisch sluiten
WAARSCHUWINGSTIJD
Aanloopwaarschuwing
(knipperen voor deur-
beweging)
Sluiten na verlaten externe
fotocel
Reactie na activering
externe fotocel
Reactie na activering
ongevalbeveiliging
Signaallampen
Rijwegregeling
Speciale functies
Weergave bewegingsteller
Waarde
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
0*
1
2
3
4
5
6
7
0*
1
0
1
2
3*
4
0
1*
2
0
1
0*
1
0*
1
2
3.2 Aansluiting van de ongevalbeveiliging (SKS)
SKS, aansluiting rechts, art.nr. 47 016
SKS, aansluiting links, art.nr. 47 017
Functie: De ongevalbeveiliging (SKS) controleert het deurafsluitprofiel.
Wanneer de deur bij het sluiten op een hindernis stoot, stopt de
SKS de deur en geeft de hindernis opnieuw vrij door vervolgens
de deur te openen.
Sluit de SKS aan op contact X31 (blz. 2, pos. 8) van de besturing.
Vergeet niet de schroef (M) op het afsluitprofiel te monteren (aarding).
Legenda:
X7C Aansluiting spiraalkabel (naar besturing)
X72 Optosensor - ontvanger
X73 Optosensor - zender
M Schroef
3. Inbedrijfstelling van de uitbreidingseenheid Control 70
6
H1
H2
8
9
X72
H3
X73
X71B
X71A
X7C
X7H
O
M
Weergave op de optosensor-printkaart:
H 1 LED GROEN: Bedrijfsspanning aan
H 2 LED GEEL : Ruststroomkring gesloten (gaat uit wanneer
zender niet is aangesloten)
H 3 LED ROOD : Functieweergave optosensor
(gaat uit bij onderbreking van de lichtstraal of
storing van zender of ontvanger)
Functiecontrole ongevalbeveiliging:
Netspanning inschakelen.
Deur tot ca. 2 m. hoogte openen
Druk op de toets DEUR DICHT.
De deur moet zelfhoudend sluiten.
— Indien dit niet het geval is, optosensor controleren
(zie hoofdstuk 6.3, testinstructies)
Druk tijdens het sluiten het deurafsluitprofiel samen.
De deur moet stoppen en opnieuw kort openen.
— Indien dit niet het geval is, optosensor controleren
(zie hoofdstuk 6.3, testinstructies)
Netspanning uitschakelen.
Testinstructies optosensoren
1. Onderbreek de lichtstraal in het deurafsluitprofiel aan de sluitkant
door:
het deurafsluitprofiel dicht te drukken
de zender- of ontvangerstop te verwijderen
De deur sluit niet meer zelfhoudend.
2. Geef de lichtstraal opnieuw vrij of monteer de zender-/ontvangerstop
opnieuw.
De deur sluit opnieuw zelfhoudend
De werking van de ongevalbeveiliging moet minstens één keer per jaar
op de operationele deur gecontroleerd worden.
3. Inbedrijfstelling van de uitbreidingseenheid Control 70
726
Waarde
0
5
6
7
11
13
15
0*
1
0
1
2
3*
0
1
2
3*
0*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
6. Appendix
6.1 Overzicht programmeermenu’s
Toelichting
Ruststroomkring onderbroken
SKS geactiveerd
Fotocel/intrekbeveiliging geactiveerd
Programmeermodus afgebroken
Looptijdbeperking
Fout bij test SKS
Fout bij test intrekbeveiliging/
externe fotocel
Code inrit P< 2 sec. => VERLATEN
Code uitrit P> 2 sec. => LEREN
P> 5 sec. => WISSEN
Richting OPEN Richting DICHT
Dodeman Dodeman
Zelfhoudend Dodeman
Dodeman Zelfhoudend
Zelfhoudend Zelfhoudend
Richtingtoetsen Impulstoetsen
stoppen
stoppen
stoppen
stoppen
niet niet
xx
xx
xx
xx
niet actief
5 s
10 s
15 s
20 s
25 s
30 s
35 s
40 s
50 s
80 s
100 s
120 s
150 s
180 s
250 s
Menu
(constant
oplichten)
Status-
weergave
1
2
3
4
Functie
(snel knipperen)
Weergave foutcodes
Afstandsbediening
Zelfhoudend OPEN/DICHT
Toetsfuncties
Automatisch sluiten:
OPEN-TIJD
*vooraf ingesteld in de fabriek
25
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.15 Menu 13: Weergave bewegingsteller
Wanneer u dit menu geselecteerd heeft, verschijnt de stand van de
bewegingsteller (5 cijfers). De bewegingsteller telt hoeveel keer de
deurinstallatie sluit.
De vijf cijfers verschijnen snel knipperend na elkaar, gescheiden door een korte
pauze.
Voorbeeld:
De installatie geeft 32.614 sluitingen weer:
1. Knipperfrequentie: 10.000-tallen Weergave op display: 3
Pauze
2. Knipperfrequentie: 1.000-tallen Weergave op display: 2
Pauze
3. Knipperfrequentie: 100-tallen Weergave op display: 6
Pauze
4. Knipperfrequentie: 10-tallen Weergave op display: 1
Pauze
5 Knipperfrequentie: 1-heden Weergave op display: 4
Wanneer het volledige getal op het display is verschenen, begint de cyclus na
een pauze van twee seconden opnieuw.
8
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
4.1 Afstansbediening met systeemstekker
Aansluiten van de elektronische antenne
Digital 162, art.nr. 151 198
1. Sluit de elektronische antenne aan op contact X20b (blz. 2, pos. 7) in de
besturing.
2. Richt de antenne zo dat een optimale ontvangst verzekerd is.
(opmerking: metaaldeeltjes hebben een sterk afschermende werking).
Aanpassen van de besturing aan een handzender
Volg de instructie bij menu 1: programmering van de afstandsbediening.
(hoofdstuk 5.4)
Opmerking:
U kunt uw Marantec-handzender individueel coderen. De instelling gebeurt via
de codeerschakelaars in de Marantec-handzender.
Functiecontrole:
Activeer de handzender vanaf een afstand van ongeveer 15 m.
De deur moet nu open- of dichtgaan.
Indien dit niet het geval is: programmering van de besturing herha-
len.
4.2 Afstandsbediening zonder systeemstekker
Sluit de ontvanger aan op de contactstrip X2c van de basisbesturing.
Meer details vindt u in de documentatie bij de betreffende afstandsbediening.
4.3 Externe fotocel
Functie: De externe fotocel controleert de doorritzone van de deur.
Indien er tijdens het sluiten een hindernis in de doorrit staat,
wordt de deur weer geopend. Wanneer ‘automatisch sluiten’
is aangeschakeld, wordt de OPEN-TIJD gestopt en na vrijgave
van de fotocel opnieuw gestart.
Wanneer de deur gesloten is, worden alle fotocellen uitgeschakeld.
Om de fotocel af te stellen, dient u de deur geheel of gedeeltelijk te
openen.
Aansluiting van de fotocel Special 613, art.nr. 153 550
Special 614, art.nr. 152 675
Special 615, art.nr. 152 703
Sluit de fotocel aan op contact X20 (blz. 2, pos. 5) van de besturing. Voor de bedrading
van de fotocel, zie onderstaande afbeelding.
Meer details vindt u in de montagehandleiding van de fotocel.
Voor de programmering van de externe fotocel, zie hoofdstuk 5.9, menu 7 en
hoofdstuk 5.10, menu 8.
Bedradingsschema externe fotocel
Functiecontrole:
Beweeg de deur in de richting DEUR DICHT.
Onderbreek de lichtstraal van de fotocel.
De deur moet nu stoppen en daarna weer opengaan.
(functie hangt van de geprogrammeerde modus af)
Indien dit niet het geval is: zie testinstructies in de documentatie
bij de externe fotocel.
9
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
24
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.14 Menu 12: Speciale functies
Met dit menu kunt u de volgende speciale functies activeren:
Centrale besturing
De functie ‘centrale besturing’ is een optionele speciale functie. Ze moet
door de fabriek op maat van de klant geprogrammeerd worden en is in de
standaarduitvoering van de uitbreidingseenheid niet voorzien.
Toepassingsvoorbeeld:
Besturen van meerdere deuren via een centrale commandogever, b.v.
brandmelder.
Commandoschakelaar
In de modus ‘commandoschakelaar’ kan de deur alleen nog via een
commandoschakelaar in de niet meer gecontroleerde richting bewogen
worden, wanneer een veiligheidselement (ongevalbeveiliging,
intrekbeveiliging) uitvalt (zie hoofdstuk 4.5, printkaart toetsaansluiting).
Toepassingsvoorbeeld:
Publieke deuren, vermijden van veiligheidsrisico’s bij het uitvallen van
veiligheidselementen. De deur kan alleen nog door bevoegde personen,
b.v. via een sleutelschakelaar, geactiveerd worden.
De functie wordt, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
- geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
Weergave
0*
1
2
Functie
Geen speciale functie
Modus centrale besturing
Modus commandoschakelaar
5.12 Menu 10: Signaallampen
Voor de modus van de signaallampen kunt u kiezen tussen Knipperen en
Constant Oplichten.
De functie wordt, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
5.13 Menu 11: Rijwegregeling AAN/UIT
Dit menu activeert of deactiveert de rijwegregeling.
Tip:
De functie rijwegregeling kan alleen samen met de verkeersregelingsbesturing
Control 313, art.nr. 48 078 (zie hoofdstuk 4.6, verkeersregelingsbesturing)
gebruikt worden.
De functie wordt, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
Weergave
0
1*
Functie
Constant oplichten
Knipperen
23
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
Weergave
0*
1
Functie
Rijwegregeling niet actief
Rijwegregeling actief
10
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
4.4 Intrekbeveiliging (Alleen uitbreidingseenheid) art.nr. 47 381
Functie: De intrekbeveiliging controleert het lateibereik van de deur.
Wanneer bij het openen een hindernis in het controlebereik
staat, stopt de deur.
Bij besturingen voor rolhekken is de intrekbeveiliging
altijd geprogrammeerd!
Wanneer de deur gesloten is, worden alle fotocellen
uitgeschakeld. Om de intrekbeveiliging af te stellen, dient
u de deur geheel of gedeeltelijk te openen.
Aansluiten van de intrekbeveiliging:
Sluit de intrekbeveiliging aan op contact X20a (blz. 2, pos. 6) van de besturing.
Voor de bedrading van de intrekbeveiliging, zie onderstaande afbeelding.
Vergeet niet de aardingskabel (onderstaande afbeelding, pos. 6) met de
geleidingsrail te verbinden.
Bedradingsschema intrekbeveiliging:
X71A
X73
X30
X20
X72
X72
X20B
X20C
X20A
X71A
X73
X30
X20
X73
X72 (I)
X72 (II)
X20A
X72 (I)
X72 (II)
X73
X20A
H1
(I)
(II)
H3
H2
H1
H2
H3
H1
H2
H3
(I)
(II)
I
II
I
II
O
1
O
2
O
7
O
3
O
4
O
6
O
8
O
5b
O
5a
O
6
O
8
O
5
O
11
O
9
O
12
O
10
O
12
11
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Legenda (kast elektronische componenten)
1. Printkaart elektronische componenten (I)
X72 Aansluitingscontact ontvanger
H1 LED - groen: bedrijfsspanning
H2 LED - geel : functiedisplay ruststroomkring (indien aanwezig)
H3 LED - rood : functiedisplay, brandt wanneer lichtstraal vrij is (I)
2. Printkaart basis norm (I)
X73 Aansluitingscontact zender (I)
X71A Aansluitingscontact voor ruststroomkring (indien aanwezig)
X27 Aansluitingscontact uitgang
3. Printkaart elektronische componenten (II)
X72 Aansluitingscontact ontvanger
H1 LED - groen: bedrijfsspanning
H2 LED - geel : functiedisplay ruststroomkring (indien aanwezig)
H3 LED - rood : functiedisplay, brandt wanneer lichtstraal vrij is (II)
4. Printkaart basis norm (II)
X73 Aansluitingscontact zender (I)
X71A Aansluitingscontact voor ruststroomkring (indien aanwezig)
X27 Aansluitingscontact uitgang
5. Adapter voor zender (I) en (II) (art.nr. 8 007 928)
5a. Verbindingskabel (systeemkabel) voor zender (I)
5b. Verbindingskabel (systeemkabel) voor zender (II)
6. Aardingskabel naar geleidingsrail (deurkozijn)
7. Printkaart LS - Expander
H1 LED rood - Functiedisplay ingang (I)
H2 LED rood - Functiedisplay ingang (II)
H3 LED rood - Functiedisplay uitgang
X20A Uitgang LS - Expander
X20B Ingang (I) LS - Expander
X20C Ingang (II) LS - Expander
8. Verbindingskabel naar besturing
Legenda (kast zender)
9. Adapter voor zender (I) en (II)
10. Zender I
11. Zender II
12. Verbindingskabel kast elektronische componenten - kast zender
Functiecontrole:
Beweeg de deur in de richting DEUR OPEN.
Onderbreek de lichtstraal van de fotocel
De deur moet stoppen.
Indien dit niet het geval is:
zie testinstructies in de documentatie bij de intrekbeveiliging.
22
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.10 Menu 8: Reactie na activering van de externe fotocel
Wanneer de externe doorrit-fotocel aangesprongen is, zijn vier reacties
mogelijk:
a) STOP, de deur wordt gestopt.
b) KORT OMKEREN, de deur stopt en beweegt zich vervolgens gedurende ca.
2 seconden in de richting DEUR OPEN.
c) LANG OMKEREN, de deur stopt en beweegt zich vervolgens tot aan de
eindstand DEUR OPEN.
d) Geen fotocel aanwezig, geen reactie,.
De functie wordt, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
Tip:
De waarde 4, automatisch sluiten zonder fotocel, kan alleen via de toets
O
+
geselecteerd worden.
*vooraf ingesteld in de fabriek
5.11 Menu 9: Reactie na activering van de ongevalbeveiliging
Wanneer de ongevalbeveiliging aangesprongen is, zijn drie reacties mogelijk:
a) STOP, de deur wordt gestopt.
b) KORT OMKEREN, de deur stopt en geeft de hindernis weer vrij door
opnieuw open te gaan - looptijd ca. 2 seconden.
c) LANG OMKEREN, de deur stopt en geeft de hindernis opnieuw vrij door
opnieuw open te gaan tot aan de eindstand DEUR OPEN.
De functie wordt, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
Weergave
0
1
2
3*
4
Functie
Stop
Kort omkeren
Lang omkeren
Geen fotocel aanwezig
Automatisch sluiten zonder fotocel
Weergave
0
1*
2
Functie
Stop
Kort omkeren
Lang omkeren
21
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.8 Menu 6: Aanloopwaarschuwing
Wanneer de aanloopwaarschuwing geactiveerd is, knipperen de signaallampen
gedurende de ingestelde tijd, voordat de deur zich in beweging zet.
De tijden worden, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
5.9 Menu 7: Sluiten na verlaten van externe fotocel
Wanneer deze functie is geactiveerd en de functie ‘automatisch sluiten’
ingeschakeld is, sluit de geopende deur ofwel na verloop van de ingestelde
OPEN-TIJD ofwel vroeger, nadat de lichtstraal van de fotocel doorbroken is.
De functie wordt, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
Weergave
0*
1
2
3
4
5
6
7
Aanloopwaarschu-
wing in seconden
0
1
2
3
4
5
6
7
Weergave
0*
1
Sluiten na verlaten
externe fotocel
Nee
Ja
12
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
4.5 Printkaart aansluiting toetsen art.nr. 153 126
Met de printkaart voor de aansluiting van de toetsen, kunt u speciale functies
activeren. Daartoe kunnen verschillende toetsen en schakelaars aangesloten
worden.
Gedetailleerd schakelschema printkaart toetsaansluiting
Tip:
U zult eventueel de kast van de besturing met een kleine systeemkast met
printkaartdrager (art.nr. 153 220) moeten uitbreiden.
De impuls zonder richtingtoewijzing (printkaart toetsaansluiting klem X5b,
basisprintkaart klem X2c) activeert de volgende reacties, afhankelijk van de
positie van de deur:
De deur staat niet in de eindstand DEUR-OPEN:
De deur beweegt zich in de richting DEUR-OPEN.
De deur staat in de eindstand DEUR-OPEN:
De deur beweegt zich in de richting DEUR-DICHT.
Legenda:
Steekverbindingen:
X5E Printkaart aansluiting toetsen
(uitbreidingseenheid)
X5e Toetsuitbreiding
(extra printkaart toetsaansluiting)
X5f Printkaart toetsaansluiting
Klemmen:
X5a Automatisch AAN/UIT - Uitscha-
kelen van de functie ‘automa-
tisch sluiten’ b.v. in combinatie
met programmaklok.
X5b Impuls zonder richtingtoewijzing
X5c Impuls-OPEN/Commandoschake-
laar OPEN
X5d Impuls-DICHT/Commandoscha-
kelaar DICHT
Schakelaars:
S2a Impuls-OPEN/ Commandoscha-
kelaar OPEN
S4a Impuls-DICHT/Commandoscha-
kelaar DICHT
S30 Impuls
S32 Automatisch AAN/UIT
----- Bedrading door opdrachtgever
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
4.6 Verkeersregelingsbesturing Control 313 art.nr. 48 078
De verkeersregelingsbesturing Control 313 regelt met behulp van rode en
groene lichten het in- en uitrijverkeer.
De open- en waarschuwingstijden worden via de menu’s 4 en 5, hoofdstuk 5.7
ingesteld.
Aansluiten van de verkeersregelingsbesturing
Verbind de besturing met de bij de verkeersregelingsbesturing meegeleverde
printkaarten en bandkabels:
Relais-printkaart 1
(art.nr. 153 112) Steekverbinding X4b
Besturing Steekverbinding X8b
Relais-printkaart 2
(art.nr. 152 116) Steekverbinding X4
Besturing Steekverbinding X8c
Printkaart toetsaansluiting Steekverbinding X5f
Besturing Steekverbinding X5E
Bandkabelstekkers steeds dusdanig verbinden dat de kabel in de
richting van de printkaartrand wijst.
Gedetailleerd schakelschema verkeersregelingsbesturing
Legenda:
D1 Controlelampje UITRIT
D2 Controlelampje INRIT
D40 Controlelampje SIGNAALLAMPEN
F5 Netzekering (max. 4A)
H41 Signaallampje UITRIT (rood)
H42 Signaallampje UITRIT (groen)
H43 Signaallampje INRIT (rood)
H44 Signaallampje INRIT (groen)
K1 Relais UITRIT
K2 Relais INRIT
K40 Relais SIGNAALLAMPEN
Steekverbindingen
X4 Relaisaansturing
X4a Relaisaansturing
X4b Relaisaansturing
X8b Relais signaallampen
(in de besturing)
X8c Relais rijwegregeling
(uitbreidingseenheid)
- - - - - Bedrading door opdrachtgever
13
5.7 Menu 4: Automatisch sluiten ‘OPEN-TIJD’
Menu 5: Automatisch sluiten ‘WAARSCHUWINGSTIJD’
Wanneer de functie ‘automatisch sluiten’ is ingeschakeld, wordt een geopende
deur gedurende de ‘OPEN-TIJD’ open gehouden en na afloop van de
‘WAARSCHUWINGSTIJD’ automatisch gesloten.
De functie ‘AUTOMATISCH SLUITEN’ kan alleen gebruikt worden,
wanneer:
een externe fotocel op de besturing is aangesloten om de doorrit te
controleren (zie hoofdstuk 4.3)
of
in menu 8 de functie “automatisch sluiten zonder fotocel”
geactiveerd is.
GOEDE RAAD:
Gebruik de functie ‘automatisch sluiten’ wegens het kleine
veiligheidsrisico samen met een externe fotocel.
De tijden worden, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
Tip: De functie ‘automatisch sluiten’ is uitgeschakeld wanneer de
OPEN-TIJD en de WAARSCHUWINGSTIJD op waarde 0 zijn inge-
steld!
* vooraf ingesteld in de fabriek
20
Weergave
0*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
MENU 4
OPEN-TIJD
IN SECONDEN
niet actief*
5
10
15
20
25
30
35
40
50
80
100
120
150
180
250
MENU 5
WAARSCHUWINGS-
TIJD
IN SECONDEN
niet actief*
2
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.5 Menu 2: Modi ‘Zelfhoudend OPEN/DICHT’
Voor elke looprichting van de deur kan de modus ‘DODEMAN’ of
‘ZELFHOUDEND’ geselecteerd worden.
De modi worden, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
5.6 Menu 3: Modi ‘Toetsfuncties’
Selectie van de stop-functie voor de bedieningselementen. De functie kan
afzonderlijk voor de impuls- en richtingtoetsen geselecteerd worden.
Wanneer de stop-functie geactiveerd is, wordt een bewegende deur
gestopt door op het bedieningselement te drukken.
De modi worden, zoals u in onderstaande tabel ziet, met de toetsen
O
+
en
O
-
geselecteerd en met
O
P opgeslagen.
*vooraf ingesteld in de fabriek
19
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
Weergave
0
1
2
3*
Richting OPEN
Dodeman
Zelfhoudend
Dodeman
Zelfhoudend
Weergave
0*
1
2
3
Richtingtoetsen
stoppen niet stoppen
X
X
X
X
Impulstoetsen
stoppen niet stoppen
X
X
X
X
Richting DICHT
Dodeman
Dodeman
Zelfhoudend
Zelfhoudend
14
4. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Gedetailleerd schakelschema printkaart toetsaansluiting
verkeersregelingsbesturing.
Legenda
Steekverbindingen:
X5E Printkaart toetsaansluiting (uitbreidingseenheid)
X5e Toetsuitbreiding (extra printkaart toetsaansluiting)
X5f Printkaart toetsaansluiting
Klemmen:
X5a Automatisch AAN/UIT - Uitschakelen van de functie ‘automatisch
sluiten’ b.v. in combinatie met programmaklok.
X5b Impuls UITRIT
X5c Impuls-OPEN/Commandoschakelaar OPEN
X5d Impuls-DICHT/Commandoschakelaar DICHT
Schakelaars:
S2a Impuls-OPEN/ Commandoschakelaar OPEN
S4a Impuls-DICHT/Commandoschakelaar DICHT
S30 Impuls UITRIT
S31 Impuls INRIT
S32 Automatisch AAN/UIT
----- Bedrading door opdrachtgever
15
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.1 Algemene informatie
De uitbreidingseenheid Control 70 beschikt over een display waarop status- en
foutberichten, menunummers en menu-inhouden van de programmeermenu’s
weergegeven worden.
Met behulp van de programmeermenu’s kunt u:
prestatiekenmerken van de besturing A70R vario programmeren.
• gedetailleerde foutcodes oproepen.
De programmeerfuncties worden via de toetsen
O
+
,
O
- en
O
P gestuurd.
De selectie van het menunummer gebeurt met de toetsen
O
+
(volgend menu)
en
O
- (vorig menu). Het menunummer wordt in het display continu
oplichtend weergegeven.
Met de toets
O
P opent u het geselecteerde menu.
De ingestelde waarden of parameters worden knipperend weergegeven.
De waarden kunnen met de toetsen
O
+
en
O
- gewijzigd worden. Met de toets
O
P wordt de weergegeven waarde opgeslagen en het menu opnieuw gesloten.
Het programmeermenu verlaat u door menu 0 te selecteren. U komt in menu
0 terecht wanneer een statusbericht (zie hoofdstuk 5.2) op het display ver-
schijnt. De besturing staat dan in normale modus.
Programmeerprincipe:
Wanneer u tijdens het programmeren gedurende 60 seconden op geen
enkele toets drukt, dan
wordt het programmeren afgebroken
schakelt de besturing over op bedrijfsmodus
verschijnt een foutbericht op het display (foutcode 7)
Druk op toets
O
P om het foutbericht te verwijderen.
Daarna kunt u opnieuw beginnen met het programmeren.
Weergave menunummer Weergave
waarde/parameter
(continu optlichtend) (knipperend)
O
+
volgend menu
O
P menu openen
O
+
volgende waarde
O
- vorig menu
O
P menu sluiten en
O
- vorige waarde
opslaan
18
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.4 Menu 1: Zendcodering opslaan / afstandsbediening met
systeemstekker
Tip:
Menu 1 kan alleen in combinatie met de elektronische antenne Digital 162,
art.nr. 562 291 en de handzenders Digital 101 - Digital 104 of Digital 121 -
Digital 124 gebruikt worden!
In menu 1 kunt u de zendcoderingen van handzenders:
inlezen
opslaan
wissen
Wanneer de verkeersregelingsbesturing (menu 11) geactiveerd is, kunnen twee
handzendercoderingen ingelezen worden:
geheugenplaats 0: zendcode voor het radiosignaal INRIT
geheugenplaats 1: zendcode voor het radiosignaal UITRIT
Wanneer de stoplichtbesturing niet geactiveerd is, kan alleen geheugenplaats 0
gebruikt worden.
1. Kies met behulp van de toetsen
O
+
of
O
- menu 1.
2. Druk op toets
O
P om het programma te openen:
Op het display verschijnt het cijfer 0:
snel knipperend = geen zendcodering opgeslagen
traag knipperend = zendcodering opgeslagen
3. Laat toets
O
P opnieuw los en voer één van de volgende handelingen uit.
Zendcodering inlezen en opslaan:
• Houd toets
O
P langer dan twee en korter dan vijf seconden
ingedrukt. Het display knippert traag.
• Laat toets
O
P weer los.
Druk op de overeenkomstige toets op de handzender tot het
display snel knippert.
De zendcode is nu opgeslagen
Zendcodering wissen:
Houd toets
O
P langer dan 5 seconden ingedrukt. Het display
knippert eerst traag en dan snel.
De zendcode is nu gewist.
Menu verlaten:
Houd toets
O
P korter dan twee seconden ingedrukt. Het display
licht op, zolang toets
O
P ingedrukt is.
17
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.3 Weergave van de foutcodes
In dit menu worden de fouten die zich hebben voorgedaan weergegeven.
Wanneer er meerdere fouten opgetreden zijn, kunt u die met behulp van de
toetsen
O
+
en
O
- één voor één opvragen.
Lijst foutcodes
Foutcode
0
5
6
7
11
13
15
Fout
De ruststroomkring van de besturing is onderbroken
- Besturing afgesloten (sleutelschakelaar)
- Ruststroomkring deurblad onderbroken (optosensor)
- STOP-knop ingedrukt *
- STOP-knop, klem X2c onderbroken of brug niet geplaatst
- Geen bedieningselement of kortsluitstekker in contact X10*
* Basisprintkaart
Ongevalbeveiliging geactiveerd.
- Ongevalbeveiliging tijdens het sluiten geactiveerd.
Fotocel geactiveerd (afhankelijk van de looprichting van de
aandrijving)
- Externe fotocel
- Intrekbeveiliging
Programmeermodus afgebroken:
- Programmering van de besturing afgebroken door dode tijd van
langer dan 60 seconden.
Looptijdbeperking:
- Uitschakeling van de deuraandrijving door looptijdbeperking
(70 seconden).
Fout bij testen van ongevalbeveiliging
- geen visueel contact tussen zender- en ontvangerstop
- deurafsluitprofiel defect
- ongevalbeveiliging defect/verkeerd gemonteerd
Fout bij testen van externe fotocel of intrekbeveiliging
- geen visueel contact tussen zender en ontvanger van de fotocel of
reflector niet uitgelijnd.
- fotocel defect/verkeerd gemonteerd
16
5. Programmeren van de uitbreidingseenheid Control 70
5.2 Weergave van statusberichten
Tijdens de normale werking van de deur verschijnen op het display de volgende
statusberichten:
Betekenis van de symbolen:
- LED uit
- LED brandt
- LED knippert
Voorstelling van de statusberichten
Deur in eindstand DICHT
Deur tussen de eindstanden
Deur in eindstand OPEN
Waarschuwingstijd ‘automatisch sluiten’
Foutbericht: blijft staan tot bij het testen van de besturing
(vóór elke deurbeweging) geen fout meer wordt vastgesteld.
Geen fouten vastgesteld bij testen
(verschijnt wanneer u op toets
O
P drukt)
Uitbreidingseenheid defect
P
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Marantec Control 70 Erweiterung de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor