Marantec Control 145 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Control 145 FU-S
Besturing voor industriedeuren en industriële schuifhekken
Ingebruikname en schakelschema’s
FULL-SERVICE
OPERATOR SYSTEMS
FOR GARAGE DOORS
OPERATOR SYSTEMS
FOR SECTIONAL DOORS
OPERATOR SYSTEMS
FOR SLIDING GATES
OPERATOR SYSTEMS
FOR HINGED GATES
OPERATOR SYSTEMS
FOR ROLLER SHUTTERS
PARK BARRIER
SYSTEMS
ELECTRONIC
CONTROL UNITS
PRODUCT SERVICE
ACCESSORIES
NL
Nederlands / Blz. 2
1. Inhoudopgave
Nederlands / Blz. 3
NL
Hoofdstuk Blz.
1. Inhoudopgave .........................................................................................3
2. Verklaring van de symbolen ..................................................................4
3. Symbolen van de besturing Control 145 FU-S.......................................6
4. Belangrijke veiligheidsinstructies...........................................................8
5. Inbedrijfsname van de besturing Control 145 FU-S............................10
5.1 Verbinding besturing aandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
5.2 Ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
5.3 Referentiepuntinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5.3.1 Sectionaaldeuraandrijving Dynamic 3-113-118 FU .............................14
5.3.2 Schuifhekaandrijving Dynamic 720 ....................................................14
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar ..........15
6.1 Algemene werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
6.2 Instelling van de frequentieregelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden ...........................22
7.1 Overzicht van de displayweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
7.2 Basisfuncties van de besturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
7.3 Uitgebreide programmeerfuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
8. Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden.....56
8.1 Radiografische besturing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
8.2 Externe bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
8.2.1 Aansluiting van externe bedieningselementen met systeemstekker ....57
8.2.2 Aansluiting van externe bedieningselementen zonder systeemstekker ..58
8.3 Aansluiting fotocel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
8.4 Aansluiting van uitbreidingseenheden voor besturingsingangen . . . . . . . . . 63
8.5 Aansluiting van de uitbreidingen voor besturingsuitgangen . . . . . . . . . . . . 65
8.5.1 Eindpositiemelding (relais) (Art. nr. 153 044)......................................66
8.5.2 Aansluiting signaallampen voor sluitfunctie ......................................67
8.5.3 Aansluiting van signaallampen voor functieverkeersregeling
(Art.nr. 8 055 610).............................................................................68
8.5.4 Verlichting (Relais met bijzondere functie)..........................................69
9. Bijlage ....................................................................................................70
9.1 Schakelschema sectionaaldeurbesturing Control 145 FU-S
(in combinatie met de aandrijving Dynamic 3-113 - 3-118 FU) . . . . . . . . . 70
9.2 Schakelschema schuifhekbesturing Control 145 FU-S
(met aandrijving Control 720) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
9.3 Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
9.4 Storingshandleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
9.5 Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Nederlands / Blz. 4
2. Verklaring van de symbolen
Voorzichtig! Gevaar voor lichamelijk letsel!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die absoluut
nageleefd moeten worden om letsel aan personen te vermijden!
Opgelet! Gevaar voor materiële schade!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die absoluut
nageleefd moeten worden om materiële schade te vermijden!
Functiecontrole:
Na aansluiting en programmering van de meeste bedienings-
onderdelen kan de besturing op zijn functioneren worden getest.
Dit is zinvol om een fout onmiddellijk te herkennen en om bij het
zoeken naar fouten tijd uit te sparen.
Opmerking / Tip
2. Verklaring van de symbolen
Nederlands / Blz. 5
NL
In bedrijf, netspanning
Na impuls
Storing
Eindpositie OPEN
Eindpositie DICHT
Krachtbegrenzing
Stop
Extern bedieningselement
Elektronische antenne
Externe fotocel
Zender
(Opto-sensor, fotocel)
Ontvanger
(Opto-sensor, fotocel)
Veiligheidscontactlijst
Toerentalsensor
Voor de besturing
Slappekabelschakelaar
Verbindingsleiding
Loopdeurcontact
Automatisch sluiten
Verlichting
Symbolen van besturing, aandrijving enz.:
Nederlands / Blz. 6
3. Symbolen van de besturing Control 145 FU-S
Afb. 2: Besturingsoverzicht
Afb. 1: folieschakelaar en sleutelschakelaar
Sleutelschakelaar:
0 rood UIT
I blauw AAN
Controlelampen:
1. Fotocel(len)
2. Eindpositie OPEN
3. Automatische sluittijden
4. Eindpositie DICHT
5. Reverentiepunt
6. Storingsmelding
7. Impulsweergave
8. Bedrijfsspanning
15. Sluitkantbeveiliging
Bedieningselementen:
10. Drukknop PROGRAMMERING
11. Drukknop OPEN
12. Drukknop DICHT
13. Drukknop STOP
16. Programmeerdrukknop +
17. Programmeerdrukknop -
P
O
8
O
1
O
2
O
3
O
16
O
10
O
7
O
6
O
5
O
4
O
17
3
1
15
2
12
11
13
0
I
48!5 2
!
2 !3 !1
3. Symbolen van de besturing Control 145 FU-S
Nederlands / Blz. 7
NL
Opsteekaansluitingen:
25. X30 Ruststroomcircuit
26. X20a elektronische antenne
27. X10 externe bedieningselementen
28. X20 fotocel
29. X40 toerentalsensor
30. X31 Veiligheidscontactlijst
OPEN/DICHT
31. X5 dekseltoetsenbord
32. X8b signaallampen-relais
33. X8a eindpositie-relais
34. X8c verkeersregeling
35. X8d relais met bijzondere functie
38. X5E Externe drukknoppen
aansluitprint
Aansluitklemmen:
39. X2c externe drukknoppen
42. X2 Netspanning toevoerleiding
43. X3 Aarde
Programmeerschakelaar:
36. S20 Fotocelfunctie
37. S20a Fotocelfunctie
Zekeringen:
40. F1 Zekering aandrijving (max. 6,3 A)
41. F2 Zekering besturing
(max. 125 mA)
Afb. 3: Aansluitingen op de besturing
P
X32
X10
X20
X20a
X30
X40
5
12 13 20 21 1415 1617
C
D
ON
OFF
O
38
O
32
O
40
O
41
O
42
O
43
O
34
O
30
O
36
O
37
O
33
O
32
O
35
O
31
O
39
O
25
O
29
O
27
O
28
O
26
Nederlands / Blz. 8
4. Belangrijke veiligheidsinstructies
Alleen gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel mag deze besturing aansluiten
en in bedrijf stellen! Gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel in deze
beschrijving zijn personen die door scholing voldoende opgeleid zijn of
gecontroleerd worden en hierdoor in staat zijn gevaren te herkennen die door
elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendien moeten ze beschikken over
de kwalificaties die overeenkomen met hun activiteit, in het bijzonder
Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften,
Opleiding in gebruik en verzorging van de juiste veiligheidsuitrusting
Voorzichtig!
Voor bekabelingwerkzaamheden moet de besturing
Voor tenminste 90 sec spanningsloos zijn.
Pas na minimaal 90 sec is de aandrijving spanningsloos!
Houd rekening met de plaatselijke veiligheidsbepalingen!
Leg de net- en besturingsleidingen absoluut gescheiden!
De stuurspanning is 24V DC.
Voorzichtig!
Voor de inbedrijfstelling van de besturing moet men er zeker
van zijn dat zich niets of niemand in het gevarenbereik van de
deur bevindt, omdat bij enkele instellingen de deur bewogen
wordt!
Alle aanwezige Noodstop commandogevers moeten voor inbedrijfstelling
gecontroleerd worden.
Opmerking:
De eigenaar en diegene die het hek gaan bedienen moeten voor
ingebruikname van de installatie worden geïnstrueerd betreffende
het gebruik en de veiligheid.
4. Belangrijke veiligheidsinstructies
Nederlands / Blz. 9
NL
Voorzichtig!
Bij het negeren van de waarschuwingsinstructies kan
lichamelijk letsel en materiële schade optreden.
Voer geen kabels aan de bovenkant van de behuizing(en) in!
Door technische redenen kan het hek de eerste keer na stroomuitval alleen
geheel geopend worden (na het geven van een impuls signaal)
Voorzichtig!
Let op dat er bij plaatsing en installatie wordt gelet op de voor-
waarden die gesteld worden aan de IP 65 beschermingsgraad.
Na installatie bij ingebruikname moet de netstekker-aansluiting
worden vervangen door een vaste aansluiting. Deze aansluiting
dient te zijn voorzien van een dubbelpolige schakelaar.
Nederlands / Blz. 10
5.1 Verbinding besturing aandrijving
Aanwijzing:
Sluit de leiding met de markering (53) aan op de besturing en lei-
ding (57) aan op aandrijving op de systeembus voor het stuursignaal.
Aanwijzing:
Om de draairichting van
de motor te veranderen
dienen twee van de drie
fasen (U,V,W) op
de aansluitstekker
motorspanning (59)
verwisselt te worden.
Aansluitingen op de frequentiere-
gelaar in de aandrijving:
54. Aarde
55. Bedrading naar de aandrijving
56. Toerentalsensor
57. Stuursignaal
58. Zekering (max. 6,3 A)
59. Aansluitstekker motorspanning
Draairichting veranderen:
Afb. 4: Aansluitingen in de aandrijving met de
frequentieregelaar
O
58
O
55
O
56
O
57
O
59
O
54
5. Inbedrijfsname van de besturing Control 145 FU-S
5. Inbedrijfsname van de besturing Control 145 FU-S
Nederlands / Blz. 11
NL
Legenda Aansluitschema:
ST1 Besturing
A1 Aandrijving
* Systeemstekker verbindingsblokje
Aansluitklemmen:
X3 Spanningsleiding naar de aandrijving
X3a Motor
Systeembus aansluitingen:
X40 Toerentalsensor
X41 Toerentalsensor
X44 Stuursignalen
Afb. 6: Aansluitschema
Aanwijzing:
De besturing Control 145 FU-S is met een ruststroomcircuit
uitgerust. Het ruststroomcircuit is aanwezig op de systeemstekker-
bussen X10, X30 en X31.
Indien er geen uitbreidingen worden aangesloten, moet er een
kortsluitstekker worden geplaatst.
Afb. 5: Aansluitingen in de besturingskast op de
besturing Control 145 FU-S
Aansluitingen in de besturing:
49. Netspanningsleiding
50. Aarde
51. Spanningsleiding naar de aandrijving
52. Toerentalsensor
53. Stuursignaal
O
51
O
49
O
53
O
50
O
52
Nederlands / Blz. 12
5. Inbedrijfsname van de besturing Control 145 FU-S
Open het schuifhek met de hand tot de halfopen stand.
Schakel de netspanning in.
- De controle led BEDRIJSSPANNING moet branden.
-> indien deze niet brandt, zie de storingshandleiding 'geen spanning'
Druk op de drukknop hek OPEN.
- Het hek moet openen.
-> indien het hek niet beweegt, zie de storingshandleiding 'geen reactie na
impulssignaal'
5.2 Ingebruikname
Let op dat de aangelegde spanning gelijk is aan die vermeld op het type
plaatje. Let bij het aansluiten op de geldende voorschiften.
Bij een vaste aansluiting van de netspanning moet een dubbelpolige-veilig-
heidsschakelaar worden geïnstalleerd
Functiecontrole
Netspanningaansluiting en bekabeling:
Let op!
Dat het schuifhek nooit geheel open of geheel dicht loopt.
Stop het schuifhek minstens 50 cm voor het bereiken van de
mechanische eindposities. Gebruik hiervoor de STOP knop.
5. Inbedrijfsname van de besturing Control 145 FU-S
Nederlands / Blz. 13
NL
Functiecontrole
Veiligheidscircuit:
Test elke beveiliging apart op zijn werking.
- De aandrijving mag na het aanspreken niet meer zelfhoudend lopen.
-> indien wel, test de aansluitingen van het betreffende veiligheidssysteem.
Schakel de netspanning uit.
5.3 Referentiepuntinstelling
Aanwijzing:
De besturing laat zich alleen bij een geldig referentiepunt
programmeren. Hiervoor dient men, voordat er geprogrammeerd
kan worden, de aandrijving eerst een maal OPEN en DICHT te
sturen.
Nederlands / Blz. 14
5. Inbedrijfsname van de besturing Control 145 FU-S
Afb. 7: Referentiepuntinstelling bij een sectionaaldeur
5.3.1 Sectionaaldeuraandrijving Dynamic 3-113-118 FU
Open de deur met de hand tot in de mechanische eindpositie deur-OPEN.
Verwijder nu de aandrijvingsdeksel van de aandrijving.
Draai nu de borgschroef (J) van schakelnok (B) los.
Stel nok (B) nu zo af dat de referentiepuntschakelaar (G) zoals aangegeven in
afb. 7 (H) bekrachtigd wordt (ca. 2 mm verder draaien vanaf het punt dat de
schakelaar schakelt).
Borg nu schakelnok (B) door de boegschroef (J) weer vast te draaien.
Monteer vervolgens de aandrijvingsdeksel.
Schakel nu de netspanning in en druk nu op de knop, op het besturingsdeksel,
deur-DICHT. (afb.1: 12)
De deur gaat nu dicht naar de affabriek geprogrammeerde eindpositie
deur-DICHT
H
C
5.3.2 Schuifhekaandrijving Dynamic 720
Aanwijzing:
De referentiepuntinstelling voor de schuifhekaandrijving wordt in
de handleiding van de Dynamic 720 beschreven.
Nederlands / Blz. 15
NL
6.1 Algemene werking
Door de frequentieregelaar kan de loopsnelheid in richting OPEN- en DICHT
apart variabel worden ingesteld. De geleidelijke versnelling en vertraging
zorgen voor een soft-start en soft-stop in de eindposities en beschermen
daardoor de mechanische constructie van het hek.
De frequentie van de regelaar is bepalend voor de snelheid van de aandrijving.
De volgende afbeeldingen (fig. 8 + 9) tonen de bewegingscurven in richting
OPEN- en DICHT
f [Hz]
t
b OPEN
t
v OPEN
Versnelling OPEN
t[s]
Richting OPEN
Afb. 8: Richting OPEN
In OPEN-richting versnelt de frequetieregelaar vanuit zijn basisfrequentie
in de tijd tb tot op zijn bewegingsfrequentie. De het bereiken van de
geprogrammeerde soft-start positie OPEN (niveau 2, menu 2) wordt de soft-stop
ingezet.
In de tijd t
v open
vertraagt de snelheid tot op zijn basissnelheid. Met deze
snelheid loopt het hek in de eindpositie OPEN.
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
Nederlands / Blz. 16
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
Afb. 9: Richting DICHT
f [Hz]
t
v DICHT
t
b DICHT
Versnelling DICHT
t[s]
Richting DICHT
In de DICHT-richting versnelt de frequentieregelaar vanuit zijn basisfrequentie
in de tijd t
b dicht
tot op zijn bewegingsnelheid. Bij het bereiken van de
geprogrammeerde soft-stop functie (programmering niveau 2, menu 4) wordt
de vertragingssnelheid geactiveerd.
De aandrijving loopt met de tijd t
v-dicht
naar de eindsnelheid. Met deze snelheid
loopt het hek tot de eindpositie DICHT.
Afb. 10: HEX-schakelaar
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
Nederlands / Blz. 17
NL
6.2 Instelling van de frequentieregelaar
HEX 2
HEX
1
De volgende tabel toont voorbeelden van hoe men de instelling van de
HEX-schakelaar voor verschillende deurbeslagen doet (onafhankelijk van de
fabrikant). Er wordt een onderscheid gemaakt volgens het soort beslag,
de vorm en de diameter van de kabeltrommels.
Nederlands / Blz. 18
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
Afb. 11: kabeltrommeltypes
Handleiding:
Bepaal maat d zoals weergegeven in afb 11 voor de verschillende
kabeltrommeltypes.
Daarvoor moet de deur gesloten zijn. Maat d komt dan overeen met de
diameter van de kabeltrommel van de eerste vrije winding, gezien vanuit
de opgewikkelde kabel. Deze maat is beslissend voor de instelling van de
toe-loopsnelheid en daardoor voor het in acht nemen van de sluitkrachten,
die in de Europese normen voor automatische deuren zijn vastgelegd.
Bepaal de instelling van de HEX-schakelaar uit de volgende tabel, met behulp
van maat d, het soort beslag en de vorm van de kabeltrommel.
Zorg ervoor dat de aandrijving spanningsvrij is
Open het deksel van de behuizing aan de aandrijving.
Stel de zonet bepaalde posities van de HEX-schakelaar in op de print van de
frequentieregelaar (zie afb. 10).
Na de inschakeling van de netspanning loopt de aandrijving met de snelheid
die voor het beslag voorzien was.
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
Nederlands / Blz. 19
NL
Aanwijzing / Tip!
- Brandsnelheid betekent dat de aandrijving in opwaarts-richting
loopt met een snelheid, die voldoet aan de norm voor
branddeuren.
- Snel-loop is de snelheid die overeenkomt met de maximale
snelheid van de aandrijving. Deze mag alleen worden ingesteld
als de deur geschikt is voor snel-loop (ev. tandem-looprollen
noodzakelijk).
Mocht de instelling van de HEX-schakelaar niet tot een bevredigende deurbeweging
leiden, kan men de loopfrequenties onder de HEX-schakelaar-instelling 0/0 met
een extern programmeerapparaat vrij instellen. Daartoe moet de aandrijving
eerst spanningsvrij worden geschakeld, voor de instelling van de HEX-schakelaar
0/0 wordt gedaan.
Gelieve daarbij de Europese norm voor automatische deuren in acht te nemen.
Aanwijzing!
- Let er bij veranderingen aan de instellingen van de
HEX-schakelaar absoluut op, dat de aandrijving spanningsvrij is
(gedoofde rode LED op de print van de FR), omdat veranderde
parameters anders niet worden overgenomen.
- Het wordt aanbevolen, de ingestelde waarden van de
HEX-schakelaar in het afnameprotocol te documenteren.
Tabel: Instelling van de HEX-schakelaar op de sectionaaldeuraandrijving
Dynamic 3-113-118
Nederlands / Blz. 20
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
Snel-loop Brandsnelheid
Positie
HEX 1
8
8
8
8
8
8
8
8
8
8
8
8
8
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
Positie
HEX 2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
Soort beslag
Normaal
Normaal
Normaal
Normaal
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Verticaal
Verticaal
Verticaal
Verticaal
Normaal
Normaal
Normaal
Normaal
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Hoogtegeleiding
Verticaal
Verticaal
Verticaal
Verticaal
Vorm van de
kabelrol
cilindrisch
cilindrisch
cilindrisch
cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch
conisch
conisch
conisch
cilindrisch
cilindrisch
cilindrisch
cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch-cilindrisch
conisch
conisch
conisch
conisch
Maat d
[mm]
- 110
111 - 140
141 - 180
181 - 250
- 200
201 - 250
251 - 280
281 - 300
301 - 340
- 220
221 - 270
271 - 290
291 - 360
- 110
111 - 140
141 - 180
181 - 250
- 200
201 - 250
251 - 280
281 - 300
301 - 340
- 220
221 - 270
271 - 290
291 - 360
Tabel: Instelling van de HEX-schakelaar op de schuifhekaandrijving Dynamic 720
Positie
HEX 1
Positie
HEX 2
Soort beslag Vorm van de
kabelrol
Maat d
[mm]
Affabriek op het te bedienen schuifhek voorgeprogrammeerd
Nederlands / Blz. 21
NL
6. Aanwijzingen m.b.t. het instellen van de frequentieregelaar
OPEN
[Hz]
100
90
70
57
68
68
60
55
47
68
72
65
47
100
100
100
100
100
100
100
100
90
100
100
100
90
SL OPEN
[Hz]
20
20
20
20
20
20
20
20
18
25
25
25
20
20
20
20
20
20
20
20
20
18
25
25
25
20
TOE
[Hz]
60
46
40
32
40
40
35
32
27
40
40
35
28
60
40
40
32
40
40
35
32
27
40
40
35
28
SL TOE
[Hz]
20
20
20
20
20
20
20
20
17
20
20
18
16
20
20
20
20
20
20
20
20
17
20
20
18
16
OPEN
[Hz]
75
SL OPEN
[Hz]
20
TOE
[Hz]
75
SL TOE
[Hz]
20
7.1 Overzicht van de displayweergaven
Verklaring van de symbolen :
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert snel
Nederlands / Blz. 22
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Weergavefuncties
Na de inschakeling van de netspanning
voert de besturing een zelftest uit
(gedurende ca. 2 seconden branden alle
controleleds).
Zie ook Deursituaties, pagina 24.
Continu bediening van de exterene
bedieningselementen
Als de controleled STORING (6)
brandt, wordt na korte bediening van de
toets (10) de besturing in de modus
Foutmelding geschakeld (Led 7
knippert onregelmatig).
Zie ook Statusweergave, pagina 25.
'Inbedrijf' worden op het display het volgende weergegeven:
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 23
NL
Foutmeldingen
Als de controleled STORING (6)
knippert, wordt na korte bediening
van de toets (10) het bijhorende
foutnummer weergegeven (de LED's
knipperen onregelmatig - voorbeeld.:
Fout 7).
Foutengeheugen
Het foutengeheugen toont de laatste 5
foutmeldingen van de besturing.
Druk kort op de toets .
Alle LED's gaan na elkaar van 1-8 aan.
De besturing toont de actuele fout.
Druk op de toets (12) om oudere
fouten te tonen.
Druk op de toets (11) om de actuele
fout te tonen.
Druk op de toets om de weergave
van het foutgeheugen te beëindigen.
Alle LED's doven in de volgorde 8 - 1.
Opmerking:
Het foutnummer wordt door het optellen van de
onregelmatig knipperende LED's aangegeven.
Zie ook 9.3 foutnummers.
Nederlands / Blz. 24
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Weergave van de deursituaties:
Deur in eindpositie OPEN
Deur in tussenpositie OPEN
Signaallamp brandt
Signaallamp knippert
Deur in eindpositie DICHT
Deur in tussenpositie DICHT
Deur passeert het referentiepunt
Continubediening van een commandogever
Storing, actuele foutmelding
Radiografische besturing wordt bediend
Netspanningsindicatie
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 25
NL
Statusweergaven:
Drukknop IMPULS bedient
Schakelaar OPEN bedient
Veiligheidscontactlijst OPEN bedient
Schakelaar DICHT bedient
Veiligheidscontactlijst DICHT bedient
FOTOCEL(LEN) bedient
Ruststroomkring onderbroken
Nederlands / Blz. 26
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
7.2 Basisfuncties van de besturing
Programmeerverloop:
Bedien de -toets gedurende ca. 2
seconden en laat deze dan los.
De besturing gaat van bedrijfsstand naar
programmeerstand van de basisfuncties.
LED 2 knippert en alle andere branden.
Druk op de of toets om de
actuele instelling van het menu weer
te geven.
Door nogmaals op de of toets te
drukken kan het programmeermenu
gewijzigd worden.
Met toets worden de actuele waarden
opgeslagen. De besturing gaat hierna
naar het volgende programmeermenu.
Als de -toets bediend wordt zonder
dat er een verandering met de of
toets is gemaakt, wordt het
programmeermenu overgeslagen,
de instellingen blijven ongewijzigd.
Na het laatste programmeermenu is de
programmering van de basisfuncties van
de aandrijving klaar, herkenbaar aan het
uitgaan van alle LED's in de volgorde
van 8 - 1.
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 27
NL
Algemene opmerkingen over de programmering van de besturing
Weergave van het referentiepunt
De aandrijving bevindt zich tussen het referentiepunt
en de eindpositie OPEN:
LED 5 knippert.
De aandrijving bevindt zich tussen het referentiepunt
en de eindpositie DICHT:
LED 5 brandt.
Opmerking:
De besturing kan alleen bij een geldig referentiepunt
geprogrammeerd worden. Om dit referentiepunt te
initialiseren moet de aandrijving voor de programmeren
eenmaal OPEN en weer DICHT worden gestuurd.
Aanwijzingen over de programmering:
Als de besturing zich in programmeermodus bevindt
en geen van de drie programmeertoetsen (, , )
wordt binnen de 120 seconden bediend, wordt de
programmering afgebroken en springt het programma
terug naar de bedrijfstoestand.
Nederlands / Blz. 28
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Breng het schuifhek met de of
toets in de gewenste positie.
LED 7 brandt.
Aanduiding van de fijnafstelling
Druk kort op de toets of , om de
positie van het schuifhek fijn af te
stellen.
LED 7 knippert tijdens de duur van het
impulssignaal.
Posities instellen
Opmerking:
De besturing werkt
zonder zelfhoudend
contact!
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 29
NL
1. Programmering van de 'Eindpositie open'
• Druk gedurende 2 sec. op de -toets en
laat dan los.
LED 2 knippert en alle andere LED’s
branden.
Druk op de ofr toets om de
eindpositie in te stellen.
Bewaar de eindpositie met de een druk
op de -toets.
De besturing gaat automatisch naar de
programmeerstand van de 'tussenpositie
OPEN'.
Aanwijzing:
Stuur de, na het instellen
van het referentiepunt,
deur of het schuifhek
eenmaal elektrisch OPEN en
DICHT.
Nederlands / Blz. 30
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
2. Programmering van de 'tussenpositie
open'
LED's 2 en 3 knipperen en alle andere
branden:
Druk op de of toets om de
tussenpositie in te stellen.
Bewaar de tussenpositie door op de
-toets te drukken.
De besturing gaat automatisch naar de
programmering van de 'tussenpositie
DICHT'.
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 31
NL
3. Programmering van de 'tussenpositie
DICHT'
LED's 3 en 4 knipperen en alle andere
branden:
Druk op of toets om de
tussenpositie in te stellen.
Bewaar de tussenpositie door op de
-toets te drukken.
De besturing wisselt naar de
programmering van de 'eindpositie
DICHT'.
Nederlands / Blz. 32
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
4. Programmering van de 'eindpositie DICHT'
LED 4 knippert en alle andere branden:
Druk op of toets om de
eindpositie in te stellen.
Bewaar de eindpositie door op de
-toets te drukken.
De besturing gaat automatisch naar
de programmering van de
'krachtbegrenzing OPEN'.
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 33
NL
5. Programmering 'krachtbegrenzing open'
LED's 2 en 6 knipperen en alle andere
branden:
Druk op of toets om de actuele
instelling weer te geven.
Stel de krachtbegrenzing in stappen van
1 (gevoeligste waarde) tot en met 16 in
met de of toets.
Bewaar de ingestelde waarde door op
de -toets te drukken.
De besturing gaat automatisch naar
de programmering van de
'krachtbegrenzing DICHT'.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
...
Stap 16
LED 1 knippert
LED 1 brandt
LED 1 brandt,
LED 2 knippert
LED's 1 tot 8 branden
Opgelet!
De werking van de krachtbegrenzingen moet regelmatig
getest worden.
Opmerking:
Stel de krachtbegrenzingen zo gevoelig
mogelijk in.
Nederlands / Blz. 34
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
6. Programmering van de 'krachtbegrenzing dicht'
LED's 4 en 6 knipperen en alle andere
branden:
Druk op of toets om de actuele
instelling weer te geven.
Stel de krachtbegrenzing in stappen van
1 (gevoeligste waarde) tot en met 16 in
met de of toets.
Bewaar de ingestelde waarde door op
de -toets te drukken.
De besturing gaat automatisch naar
de programmering van de
'krachtbegrenzing DICHT'.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
...
Stap 16
LED 1 knippert
LED 1 brandt
LED 1 brandt,
LED 2 knippert
LED's 1 tot 8 branden
Opmerking:
Stel de krachtbegrenzingen zo gevoelig
mogelijk in.
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 35
NL
7. Programmering van de handzendercodering
Tabel: Functietoewijzing van de geheugenplaatsen
Aanwijzing:
Er kunnen 5 verschillende coderingen worden opgeslagen
Aanwijzing:
Fout geprogrammeerde coderingen moeten eerst worden
gewist voordat een nieuwe programmering wordt
uitgevoerd.
LED Tussen- Centrale- Master- Verkeers-
positie besturing functie regeling
1
Impuls Impuls Impuls Impuls-uitrit
2
Impuls half OPEN Impuls half OPEN Impuls half OPEN Impuls -inrit
3
Impuls Half DICHT
4
OPEN
5
DICHT
Nederlands / Blz. 36
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
LED 7 knippert en alle andere branden.
Druk op de of toets om de eerste
geheugenplaats te kiezen.
De LED's 7 en 1 knipperen, alle andere
branden.
Door meermaals op de toets te
drukken, kan men de gewenste
geheugenplaats kiezen.
LED 7 en de LED van de gekozen
geheugenplaats knipperen.
Radiografische besturing
programmeren
(voorbeeld geheugenplaats 1):
Druk op toets.
LED 7 knippert, LED 1 knippert
onregelmatig, alle andere LED’s
branden.
Bedien de overeenkomstige toets van
de handzender, tot LED 7 snel knippert.
De besturing heeft de code van de
handzender geleerd.
Druk op de -toets om de codering
van de handzender op te slaan.
De LED van de gekozen geheugenplaats
gaat uit. De besturing gaat naar de
volgende geheugenplaats.
LED's 7 en 2 knipperen.
...
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 37
NL
Programmering wissen:
(Voorbeeld geheugenplaats 1):
Druk op toets.
LED 7 knippert, LED 1 is uit, alle andere
LED’s knipperen.
Druk op de -toets om de codering van
de gekozen geheugenplaats te wissen.
De besturing gaat naar de volgende
geheugenplaats
LED's 7 en 2 knipperen.
...
Programmering radiografische
besturing beëindigen:
Druk op de -toets na weergave van
het programmeermenu voor de vijfde
geheugenplaats kan men de
programmering afsluiten.
De besturing gaat automatisch naar
de programmering 'RESET naar
fabrieksinstellingen'.
Nederlands / Blz. 38
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
8. Programmering 'RESET naar fabrieksinstellingen'
LED 8 knippert en alle andere LED’s
branden:
Druk op de of toets om de RESET
functie te selecteren.
LED 1 knippert snel, de functie 'geen
RESET' is geselecteerd.
Alle geprogrammeerde waarden blijven
behouden.
LED 1 brandt, de functie 'RESET' is
geselecteerd.
Alle geprogrammeerde waarden worden
met de fabrieksinstellingen overschreven.
Druk op de -toets om de RESET te
bevestigen.
Alle LED's gaan uit in de volgorde 8 - 1.
De programmering is beëindigd.
Bij geselecteerde RESET begint de
besturing met een herstart, herkenbaar
aan het branden van alle LED’s
gedurende 2 seconden.
De besturing bevindt zich in de
bedrijfstoestand (bij stroomuitval blijven
alle instellingen behouden).
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 39
NL
Programmeerverloop
Druk op 10 sec of langer op de -toets.
De LED’s tellen van 8 naar 1, waarbij
na elkaar alle LED's van 8 tot 1 aan
gaan.
Als alle 8 LED’s continu branden, laat u
-toets los.
U bevindt zich nu in het eerste niveau
van de uitgebreide programmeer-
functies, LED 3 knippert snel, alle
andere LED's branden.
Door -toets nogmaals te bedienen,
gaat u onmiddellijk naar het volgende
niveau van de uitgebreide program-
meerfuncties.
De LED van het gekozen niveau
knippert snel, alle andere LED's
branden.
7.3 Uitgebreide programmeerfuncties
Nederlands / Blz. 40
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Met de toetsen h of g gaat u in het
eerste menu van het gekozen niveau.
LED 1 knippert langzaam, alle andere
LED's branden.
Na opnieuw de toetsen h of g te
bedienen, wordt de actuele instelling
van het gekozen menu weergegeven.
Met de toetsen h of g kunnen in het
gekozen programmeermenu wijzigingen
aangebracht worden en met toets j
opgeslagen worden.
(Als toets j bediend wordt zonder
dat een verandering met de toetsen h
of g gedaan werd, blijft de instelling
onveranderd, de besturing toont
opnieuw het gekozen menu).
De besturing toont het laatste gekozen
menu.
De LED van het geselecteerde menu
knippert, alle andere LED's branden.
Met toets j wordt het volgende menu
van het actuele niveau geselecteerd.
De LED van het geselecteerde menu
knippert, alle andere LED's branden.
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 41
NL
Na het laatste programmeermenu
gaat de programmering terug naar
het gekozen niveau. De LED van het
gekozen niveau knippert snel en alle
andere LED’s branden.
Met de -toets wordt het volgende
programmeerniveau gekozen.
Na het laatste programmeerniveau
wordt de programmering afgesloten.
Herkenbaar aan het uitgaan van de
LED’s in de volgorde 8 -1.
Nederlands / Blz. 42
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmeerniveau
Niveau 2.
Softloop
Niveau 3.
Automatisch sluiten
Niveau 4.
Parameter
Niveau 6.
Omkeerbewegingen
Niveau 8.
Bedrijfssoorten
Functie
- Softloop Eindpositie OPEN
- Softloop tussenpositie
- Softloop eindpositie DICHT
- Schuifhek OPEN tijd
- Voorwaarschuwingstijd
- Aanrijwaarschuwingstijd
- Voortijdigsluiten na passeren fotocel(len)
- Signaallampen
- Looptijdbegrenzing DICHT
- Offset zelflerende krachtbegrenzing DICHT
- Aanspreekgevoeligheid zelflerende krachtbegrenzing
DICHT
- Krachtbegrenzing OPEN
- Krachtbegrenzing DICHT
- Fotocel(len) OPEN
- Fotocel(len) DICHT
- Veiligheidscontactlijst OPEN
- Veiligheidscontactlijst DICHT
- Zelfhoudend contact OPEN
- Zelfhoudend contact DICHT
- Impuls commando’s
- Richtingbesturingscommando’s (Drukknop OPEN / DICHT)
- Bijzondere functiemodus
Verklaring van de uitgebreide programmeerniveau:
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 43
NL
Verklaring
De startplaats van de softloop voor richting OPEN wordt door het lopen van de
aandrijving ingesteld op de plaats waar gestopt wordt.
De startplaatsen van de softloop bij de tussenpositie
De startplaats van de softloop voor richting DICHT wordt door het lopen van de
aandrijving ingesteld op de plaats waar gestopt wordt
De tijd waarin de deur openstaat, voor ze automatisch weer sluit.
De tijd waarin de signaallamp knippert, voor de deur automatisch weer sluit.
De tijd waarin de signaallamp knippert, voor de deur zich in beweging zet.
De deur sluit ofwel na de ingestelde openingstijd van de deur of voortijdig na het
doorrijden van de fotocel.
Met de functie signaallamp kan gekozen worden tussen knipperen en continu
licht.
De tijd na welke de aandrijving uitschakelt, zonder dat een eindpositie bereikt
wordt.
De geleerde krachtbegrenzing is in stappen van 1 - 16 instelbaar.
De aanspreekgevoeligheid van de krachtbegrenzing is in stappen van 1 - 16
instelbaar.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
Instelbaar of aandrijving stopt, kort of lang keert.
De aandrijving gaat na de start tot in de programmeerde positie.
De aandrijving gaat na de start tot in de programmeerde positie.
Activering van de impulstoets bij lopende aandrijving.
Activering van de richtingtoets bij lopende aandrijving.
Tussenposities, centrale besturing, Master-toets, verkeersregeling.
Fabrieksinstellingen
-
Stand 1
-
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
0 seconden
Neen
Knipperen
240 Seconden
Stand 4
Stand 13
Stopt
Stopt
Niet voorhanden
Lang omkeren
Niet voorhanden
Kort omkeren
aan
aan
uit
aan
Tussenposities
Attentie!
De veiligheidscontactlijst OPEN is affabriek niet geactiveerd. Indien er een
veiligheidscontactlijst OPEN aanwezig is dient deze te worden geactiveerd.
Indien dit niet wordt gedaan zal de veiligheidscontactlijst OPEN niet reageren
.
Nederlands / Blz. 44
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
h
g
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
j
h
g
j
g
h
j
>10 sek.
j
Verkorte programmeringhandleiding:
Niveau 2:
Softloop
Zie tabel:
Blz. 49
loslaten!
Menu 3: Softloop tussenpositie
Menu 2: Softloop eindpositie OPEN
Menu 4: Softloop eindpositie DICHT
sec.
Softloop
Softloop
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 45
NL
h
g
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
j
g
h
g
h
g
h
g
h
g
h
Niveau 3:
Automatisch
sluiten
Zie tabel:
Blz. 50 / 51
Menu 2: Voorwaarschuwingstijd
Menu 1: Tijdsduur hek OPEN
Menu 3: Aanrijwaarschuwingstijd
Menu 4: Voortijdigsluiten na passeren fotocel(len)
Menu 5: Signaallampen
Nederlands / Blz. 46
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
h
g
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
g
h
g
h
g
h
j
Niveau 4:
Parameter
Zie tabel:
Blz. 52 / 53
Menu 2: Offset zelflerende krachbegrenzing
Menu 1: Looptijdbegrenzing
Menu 3: Aanspreekgevoeligheid
zelflerende krachtbegrenzing
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED Knippert langzaam
LED Knippert snel
Verkorte programmeringhandleiding:
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 47
NL
h
g
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
g
h
g
h
g
h
g
h
g
h
j
h
g
j
j
h
g
j
g
h
j
Niveau 6:
Omkeer-
bewegingen
Zie tabel:
Blz. 54
Menu 2: Krachtbegrenzing DICHT
Menu 1: Krachtbegrenzing OPEN
Menu 3: Fotocel(len) OPEN
Menu 4: Fotocel(len) DICHT
Menu 5: Sluitkantbeveiliging OPEN
Menu 6: Sluitkantbeveiliging DICHT
Nederlands / Blz. 48
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
h
g
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
j
h
g
j
j
h
g
g
h
g
h
g
h
g
h
g
h
j
j
Niveau 8:
Bedrijfssoorten
Zie tabel:
Blz. 55
Menu 2: Zelfhoudend contact DICHT
Menu 1: Zelfhoudend contact OPEN
Menu 3: Impulscommando’s
Menu 4: Richting besturingscommando’s
Menu 5: Bijzondere functies
Verkorte programmeringhandleiding:
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 49
NL
Programmering van de uitgebreide programmeringmogelijkheden
Niveau 2: Softloop
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED Knippert langzaam
LED Knippert snel
Fabriekinstelling
Niet mogelijk
TOETS
TOETS
1234567
De Softloop in de OPEN richting wordt ingesteld door het schuifhek te
laten lopen en te stoppen op de gewenste plaats. Deze wordt dan in het
geheugen opgeslagen.
De Softloop in de DICHT richting wordt ingesteld door het schuifhek te
laten lopen en te stoppen op de gewenste plaats. Deze wordt dan in het
geheugen opgeslagen.
Menu 2: Softloop Eindpositie OPEN
Menu 3: Softloop Tussenpositie
Menu 4: Softloop Eindpositie DICHT
0 max.
Het bereik van de Softloop om de tussenpositie.
TOETS
Nederlands / Blz. 50
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering van de uitgebreide programmeringmogelijkheden
Niveau 3: Automatisch sluiten
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED Knippert langzaam
LED Knippert snel
Menu 1: Tijdsduur hek OPEN
Menu 4: Voortijdigsluiten na passeren Fotocel(len)
Menu 3: Aanrijwaarschuwingstijd
Menu 5: Signaallampen
Menu 2: Voorwaarschuwingstijd
TOETS
TOETS
1234567
DICHT/OPEN 5 1015202530
gedeactiveerd Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
DICHT/OPEN 2 5 10 15 20 25
gedeactiveerd Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
0123456
Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
NEE JA
branden knipperen
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 51
NL
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Aanwijzing:
Bij ingebruikname van de functie 'automatisch sluiten' moet een
fotocelbeveiliging aangesloten zijn. Zonder fotocelbeveiliging is
'automatisch sluiten' niet mogelijk.
8 9 10 11 12 13 14 15 16
35 40 50 80 100 120 150 180 255
Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
30 35 40 45 50 55 60 65 70
Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
7
Seconden
TOETS
Nederlands / Blz. 52
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering van de uitgebreide programmeerfuncties
Niveau 4: Parameter
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED Knippert langzaam
LED Knippert snel
Menu 1: Looptijdbegrenzing
Menu 3: Aanspreekgevoeligheid zelflerendekrachtbegrenzing
Menu 2: Offeset zelflerendekrachtbegrenzing
TOETS
TOETS
1234567
30 40 50 55 65 80 100
Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
1234567
1234567
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 53
NL
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
TOETS
8 9 10 11 12 13 14 15 16
120 140 160 180 190 200 210 220 240
Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden Seconden
8 9 10 11 12 13 14 15 16
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Nederlands / Blz. 54
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Programmering van de uitgebreide programmeerfuncties
Niveau 6: Omkeerbewegingen
Menu 1: Krachtbegrenzing richting OPEN
Menu 4: Fotocel(len) richting DICHT
Menu 5: Sluitkantbeveiliging richting OPEN
Menu 3: Fotocel(len) richting OPEN
Menu 6: Sluitkantbeveiliging richting DICHT
TOETS
TOETS
TOETS
1234567
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren beschikbaar
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren beschikbaar
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren beschikbaar
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren beschikbaar
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren beschikbaar
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren beschikbaar
Menu 2: Krachtbegrenzing richting DICHT
7. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Nederlands / Blz. 55
NL
Programmering van de uitgebreide programmeerfuncties
Niveau 8: Bedrijfssoorten
Menu 1 Zelfhoudend contact richting OPEN
Menu 4 OPEN/DICHT – commandogever actief bij een lopende aandrijving
Menu 5 Bijzondere functies
Menu 3 Impuls – commandogever actief bij een lopende aandrijving
Menu 2 Zelfhoudend contact richting DICHT
Fabriekinstelling
Niet mogelijk
TOETS
TOETS
TOETS
1234567
UIT AAN
UIT AAN
NEE JA
NEE JA
Tussen- Centrale- Master- Verkeers-
Positie besturing functie regeling
Nederlands / Blz. 56
8.1 Radiografische besturing
Aansluiting van de elektronische antenne
Sluit de elektronische antenne aan op systeembus X20a (26) in de besturing.
De code van de handzender in de besturing programmeren
Zie ook 7.2, stap 7. Programmering van de afstandbediening, pagina 35.
Bij een stroomuitval blijft de codering behouden.
Functiecontrole:
Bedien de handzender op een afstand van ca. 15 m.
- De deur moet zich nu in beweging zetten
-> indien niet, zie storingshandleiding 'radiografische afstandsbediening'.
Opmerking:
Let er bij de montage op dat de antenne zinvol uitgericht wordt
om een optimale ontvangst te garanderen (hou er rekening mee
dat metalen delen een afschermende werking hebben!).
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
8.2.1 Aansluiting van externe bedieningselementen met
systeemstekker
Voorbeelden voor externe bedieningselementen met systeemstekkers:
Drukschakelaar uit de Command-serie
Codetoetsenbord Command 201
Sleutelschakelaar Command 311 of 411
Aansluiting van de bedieningselementen:
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 57
NL
Opmerking:
Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp. codetoetsen-
borden is een verdeelstekker nodig voor systeemstekker aansluitin-
gen (serieschakeling, art.nr. 151 228) nodig. Aanwijzingen voor
de aansluiting van meerdere bedieningsonderdelen vindt u in het bijgevoegde
aansluitschema van de betreffende bedieningselementen.
Opgelet!
Voor de aansluiting van externe bedieningselementen moet
de kortsluitstekker uit bus X10 (27) uit de besturing verwijderd
worden.
8.2 Externe bedieningselementen
Externe bedieningselementen kunnen verschillende functies bedienen:
STOP: De aandrijving kan niet meer bewogen worden, een lopend
schuifhek wordt gestopt.
IMPULS: Het schuifhek wordt geopend (uitzondering: als de deur zich in
eindpositie OPEN bevindt, wordt ze gesloten).
OPEN: Het schuifhek wordt geopend. Indien automatisch sluiten is
geactiveerd wordt de ingestelde tijd opnieuw gezet.
DICHT: De deur wordt gesloten. Indien automatisch sluiten is geactiveerd
wordt de ingestelde tijd verkort.
Nederlands / Blz. 58
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Sluit nu de externe
bedieningselementen met
de systeemstekker aan op
systeembus X10.
Functiecontrole:
Bedien het externe bedieningselement.
-> De gewenste functie moet
uitgevoerd worden.
8.2.2 Aansluiting van externe bedieningselementen zonder
systeemstekker
Voorbeelden voor externe bedieningsonderdelen zonder systeemstekker:
Drukknopschakelaar Command 601 of 602
Codetoetsenbord Command 202
Aansluiting van de bedieningsonderdelen
Sluit de bedieningselementen aan op de aansluitklem X2c (39) aan.
Afb. 12: Aansluitschema externe
bedieningselementen
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 59
NL
Aansluitschema: De bedieningselementen S2 en S4 stoppen een lopende
aandrijving niet:
Op de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)
Contactsoort: STOP-functie (verbreekcontact)
Schakeling: Meerdere contacten kunnen in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21
Contactsoort: Maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 16 en 15
Contactsoort: Maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 16 en 17
Contactsoort: Maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
Afb. 13: Aansluitschema impulsgevers Afb. 14: Aansluitschema impulsgevers
Nederlands / Blz. 60
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Aansluitschema: De bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende
aandrijving.
Op de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)
Contactsoort: STOP-functie (verbreekcontact)
Schakeling: Meerdere contacten kunnen in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21
Contactsoort: Maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 14 en 15
Contactsoort: Maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 14 en 17
Contactsoort: Maakcontact
Schakeling: Meerdere contacten kunnen parallel geschakeld
worden!
Afb. 15: Aansluitschema impulsgevers Afb. 16: Aansluitschema impulsgevers
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 61
NL
Functiecontrole:
Bedien de externe commandogever
-> De gewenste functie moet uitgevoerd worden.
8.3 Aansluiting fotocel
Functie:
De fotocel bewaakt de dagmaat van het schuifhek. Als zich bij het sluiten een
hindernis tussen fotocel bevindt, wordt de deur weer opnieuw volledig geopend.
Bij ingeschakeld automatisch sluiten wordt de openingstijd van de deur door het
activeren van de fotocel langer.
Opgelet!
Bij gesloten schuifhek worden fotocellen uitgeschakeld.
Om de fotocel af te stellen, het schuifhek volledig of gedeeltelijk
openen.
Aansluiting van de fotocellen: Special 614, art.nr. 152 675
Special 615, art.nr. 152 703
Zet de programmeerschakelaar S20 (36) die zich op de besturingsprint bevindt
in stand OFF.
Sluit de fotocel aan bus X20 (28) in de besturing aan.
De bekabeling van de fotocel gebeurt zoals in afb. 24 afgebeeld.
Details vindt u in de handleiding van de fotocel.
Afb. 17: Aansluitschema fotocel(len)
Aansluitschema: fotocel(len):
Nederlands / Blz. 62
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Aansluiting van een tweede fotocel
Zet ook de andere programmeerschakelaar S20a (37) die zich op de besturings-
print bevindt in stand OFF.
De tweede fotocel wordt aan de antennesysteembus X20a (26) aangesloten.
Als zich reeds een antenne-eenheid op deze bus bevindt, moet men een adapter
(aftakking voor stekkersysteem, drievoudig, art.nr. 562 856) en een systeemkabel
(art. nr. 562 759) volgens het bovenstaande aansluitschema worden aangesloten.
Functiecontrole:
Breng het schuifhek in de richting DICHT.
Onderbreek de lichtstraal van de fotocel
- Het schuifhek moet stoppen en vervolgens opnieuw volledig openen.
-> Als dit niet gebeurt, moet u de stand van de codeerschakelaar S20/S20a
controleren.
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 63
NL
8.4 Aansluiting van uitbreidingseenheden voor
besturingsingangen
Opgelet!
De plattekabelstekker altijd zo opsteken dat de kabel naar de
buitenkant wijst.
Verbind de uitbreidingseenheden en de besturing met de bijgevoegde
plattekabel.
Opsteekaansluitingen in de besturing:
X5E commandogevers aansluitprint (38)
Schakelaaraansluit-print (Art.nr. 153 126)
Functie:
De aansluitprint ingangsimpulsen maakt het in werking zetten van speciale
functies mogelijk. Hiervoor kunnen verschillende knoppen en schakelaars
aangesloten worden.
Opmerking / Tip:
De keuze van de gewenste speciale functie-modus wordt in het
programmeerniveau 8, menu 5 gemaakt.
Nederlands / Blz. 64
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Detail
schakelschema
Schakelaar
Aansluitprint
Legenda:
Opsteekaansluitingen:
X5f commandogevers aansluitprint
Afb. 18: Aansluitschema commandogevers aans-
luitprint
Tabel: Functietoewijzing van de ingangen
Klem Tussen- Centrale Master- Verkeers-
Posisitie besturing functie regeling
X5A
Impuls _ OPEN Centraal OPEN Master OPEN Impuls inrit
S 41 S 2a S 2a S 31
X5B
Impuls _ DICHT Centraal DICHT Master DICHT Master DICHT
S 41a S 4a S 4a S 4a
X5C
Impuls Impuls Impuls Impuls uitrit
S 1 S 1 S 1 S 30
X5D
Automatisch sluiten AAN/UIT
S 32
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 65
NL
8.5 Aansluiting van de uitbreidingen voor
besturingsuitgangen
Opgelet!
De plattekabelstekker altijd zo opsteken dat de kabel naar de
buitenkant wijst.
Verbind de uitbreidingseenheden en de besturing met de bijgevoegde platte
verbindingskabel.
Opsteekaansluitingen in de besturing:
X8a Eindpositierelais (33)
X8b Signaallampenrelais (32)
X8c Verkeersregelingsrelais (34)
X8d Relais voor bijzondere functies (35)
Nederlands / Blz. 66
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Detailschakelschema
Eindpositie
meldingrelais
Legenda:
D1 Controleled Schuifhek DICHT
D2 Controleled Schuifhek OPEN
H1 Signaallamp Schuifhek DICHT
H2 Signaallamp Schuifhek OPEN
K1 Relais Schuifhek DICHT
K2 Relais Schuifhek OPEN
Opsteekaansluitingen:
X4 Relaisprintaansturing
Afb. 19: Aansluitschema eindpositiemelding
relaisprint
8.5.1 Eindpositiemelding (relais) (Art. nr. 153 044)
Functie:
Bij bereiken van de posities OPEN en DICHT schakelt het overeenkomstige relais.
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 67
NL
8.5.2 Aansluiting signaallampen voor sluitfunctie
(Control 220, Art. nr. 152 814)
Functie:
De signaallampen knipperen bij elektrische beweging van de aandrijving.
Bij automatisch sluiten knipperen de signaallampen inclusief de ingestelde
voorwaarschuwingstijd.
Programmering van de functie automatisch sluiten
Opmerking /Tip:
De programmering van het automatisch sluiten gebeurt in
niveau 3, menu 1 en 2.
Na afloop van de voorwaarschuwingstijd sluit het schuifhek automatisch na het
verstrijken van de geprogrammeerde tijd.
Detail
schakelschema
Signaallampenrelais:
Legenda:
D40 Controleled SIGNAALLAMPEN
F 5 Netzekering (max. 4A)
H41 Signaallamp UITRIT (oranje)
H43 Signaallamp INRIT (oranje)
K40 Relais SIGNAALLAMPEN
Opsteekaansluitingen:
X4a Relaisaansturing
X4b Relaisaansturing
Afb. 20: Aansluitschema signaallampen
relaisprint
Nederlands / Blz. 68
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
8.5.3 Aansluiting van signaallampen voor functie
verkeersregeling
(Art.nr. 8 055 610)
Functie:
De wegregeling regelt met behulp van rood-groen-lichten het in- en uitgaand
verkeer.
Programmering van het automatisch sluiten
Detailschakelschema
Verkeersregeling:
Legenda:
D1 Controleled UITRIT
D2 Controleled INRIT
D40 Controleled SIGNAALLAMPEN
F 5 Netzekering (max. 4A)
H41 Signaallamp UITRIT (rood)
H42 Signaallamp UITRIT (groen)
H43 Signaallamp INRIT (rood)
H44 Signaallamp INRIT (groen)
K1 Relais UITRIT
K2 Relais INRIT
K40 Relais SIGNAALLAMPEN
Opsteekaansluitingen:
X4 Relaisaansturing
X4a Relaisaansturing
X4b Relaisaansturing
Afb. 21: Aansluitschema verkeersregeling
Opmerking / Tip:
De programmering van de in- en uitrijtijd wordt in niveau 3,
menu 1 en menu 2 gedaan.
8.
Aansluiten en inbedrijfname van de uitbreidingsmogelijkheden
Nederlands / Blz. 69
NL
8.5.4 Verlichting (Relais met bijzondere functie)
Functie:
Bij het starten van de aandrijving wordt het relais kort ingeschakeld. (wisimpuls)
Aansluiting van de relais-uitgangsprint (Art.nr. 153 044)
Detail
schakelschema
Verlichting
(Relais voor
bijzondere functies):
Legenda:
K Lichtautomaat (aan de bouwkant)
K1 Relais AANDRIJVING LOOPT
(WISIMPULS)
K2 Relais AANDRIJVING LOOPT
(WISIMPULS)
Opsteekaansluitingen:
X4 Relaisprint aansluiting
Afb. 22: Aansluitschema wisimpuls relaisprint
Nederlands / Blz. 70
9.1 Schakelschema sectionaaldeurbesturing Control 145 FU-S
(in combinatie met de aandrijving Dynamic 3-113 - 3-118 FU)
Opgelet!
De plaatselijke veiligheidsrichtlijnen dienen te worden opgevolgd!
Net- en besturingsleidingen absoluut gescheiden Houden! Stuurspanning 24 V DC.
Afb. 23: Schakelschema sectionaaldeurbesturing
9. Bijlage
9. Bijlage
Nederlands / Blz. 71
NL
Opgelet Laagspanning!
Externe spanning aan de klemmen X2c, X5 tot X41 leidt tot beschadiging van de elektronica!
Legenda:
Controleled´s:
H1 BEDRIJFSSPANNING
H2 SCHUIFHEK OPEN
H3 VEILIGHEIDSCONTACTLIJST - TEST
H4 SCHUIFHEK DICHT
M1 Motor met thermische beveiliging
R1 Kortsluitbeveiliging
S z Hoofdschakelaar
S0 z Schakelaar STOP
S0H Schakelaar STOP
S0K Sleutelschakelaar
S1 z Schakelaar IMPULS
S2 z Schakelaar OPEN
S2A Schakelaar OPEN
S2P Testschakelaar OPEN
S3P Schakelaar PROGRAMMEREN
S4 z Schakelaar DICHT
S4P Testschakelaar DICHT
S4Z Schakelaar DICHT
S10 Schakelaar Noodhandbediening
S10a Schakelaar ONDERHOUDSONTKOPPELING
S20 Programmeerschakelaar FOTOCEL
S20a Programmeerschakelaar 2. FOTOCEL
S21 Toerentalsensor
S22 Referentiepuntsensor
T1 Transformator
X0 + Netaansluiting
X1 Nettoevoerleiding met stekker
Zekeringen:
F1 Zekeringen (max. 6,3A)
F2 Hoofdzekeringen (max. 125 mA)
Aansluitklemmen:
X2 Netvoedingskabel
X2c Commandogevers
X3 Bekabeling naar de aandrijving
X3a Voedingsspanning-aansluit-
stekker frequentieregelaar
X4 Voedingsspanning-aansluit-
stekker motor
X4a Primair ruststroomcircuit
X4b Aansluitklem motor
Opsteekaansluitingen:
X5a Folietoetsenbord
X5b Sleutelschakelaar
X5e Schakelaaraansluiting print
X8a Eindpositiemelding-relais
X8b Signaallampen relais
X8c Verkeersregeling-relais
X8d Relais met speciale functie
X10 Externe bedieningsonderdelen
X20 Fotocel
X20a Elektronische antenne
X30 Ruststroomcircuit
X31 Veiligheidscontactlijst
OPEN/DICHT
X40 Toerentalsensor
X41 Toerentalsensor
X42 Toerentalsensor
Aandrijving
X44 Stuursignaal
X46 Toerentalsensor
frequentieregelaar
Aansluitschema’s toebehoren
(detail):
Inp5a Schakelaaraansluiting
A Blz 61.
Rel8a Relais ENDPOSITIONEN
A Blz 64.
Rel8b Relais SIGNAALLAMPEN
A Blz 65.
SKS1 Veiligheidscontactlijst
(sluitkantbeveiliging)
A Blz 52.
V20 Fotocel(len)
A Blz 60.
W20 elektronische Antenne
XS10 externe bedienings-
elementen
A Blz 56.
+ aan de bouwkant
z indien voorhanden
Nederlands / Blz. 72
9. Bijlage
9.2 Schakelschema schuifhekbesturing Control 145 FU-S
(met aandrijving Control 720)
Opgelet!
De plaatselijke veiligheidsrichtlijnen dienen te worden opgevolgd!
Net- en besturingsleidingen absoluut gescheiden Houden! Stuurspanning 24 V DC.
Afb. 24: Schakelschema schuifhekbesturing
9. Bijlage
Nederlands / Blz. 73
NL
Opgelet Laagspanning!
Externe spanning aan de klemmen X2c, X5 tot X41 leidt tot beschadiging van de elektronica!
Legenda:
Controleled´s:
H1 BEDRIJFSSPANNING
H2 SCHUIFHEK OPEN
H3 VEILIGHEIDSCONTACTLIJST - TEST
H4 SCHUIFHEK DICHT
M1 Motor met thermische beveiliging
R1 Kortsluitbeveiliging
S z Hoofdschakelaar
S0 z Schakelaar STOP
S0H Schakelaar STOP
S0K Sleutelschakelaar
S1 z Schakelaar IMPULS
S2 z Schakelaar OPEN
S2A Schakelaar OPEN
S2P Testschakelaar OPEN
S3P Schakelaar PROGRAMMEREN
S4 z Schakelaar DICHT
S4P Testschakelaar DICHT
S4Z Schakelaar DICHT
S10a Schakelaar ONDERHOUDSONTKOPPELING
S20 Programmeerschakelaar FOTOCEL
S20a Programmeerschakelaar 2. FOTOCEL
S21 Toerentalsensor
S22 Referentiepuntsensor
T1 Transformator
X0 + Netaansluiting
X1 Nettoevoerleiding met stekker
Zekeringen:
F1 Zekeringen (max. 6,3A)
F2 Hoofdzekeringen (max. 125 mA)
Aansluitklemmen:
X2 Netvoedingskabel
X2c Commandogevers
X3 Bekabeling naar de aandrijving
X3a Voedingsspanning-aansluit-
stekker frequentieregelaar
X4 Voedingsspanning-aansluit-
stekker motor
X4a Primair ruststroomcircuit
X4b Aansluitklem motor
Opsteekaansluitingen:
X5a Folietoetsenbord
X5b Sleutelschakelaar
X5e Schakelaaraansluiting print
X8a Eindpositiemelding-relais
X8b Signaallampen relais
X8c Verkeersregeling-relais
X8d Relais met speciale functie
X10 Externe bedieningsonderdelen
X20 Fotocel
X20a Elektronische antenne
X30 Ruststroomcircuit
X31 Veiligheidscontactlijst
OPEN/DICHT
X40 Toerentalsensor
X41 Toerentalsensor
X44 Stuursignaal
X46 Toerentalsensor
frequentieregelaar
Aansluitschema’s toebehoren
(detail):
Inp5a Schakelaaraansluiting
A Blz 61.
Rel8a Relais ENDPOSITIONEN
A Blz 64.
Rel8b Relais SIGNAALLAMPEN
A Blz 65.
SKS1 Veiligheidscontactlijst
(sluitkantbeveiliging)
A Blz 52.
V20 Fotocel(len)
A Blz 60.
W20 elektronische Antenne
XS10 externe bedienings-
elementen
A Blz 56.
+ aan de bouwkant
z indien voorhanden
9.3 Foutmeldingen
Fout 7:
Programmering
afgebroken
Fout 8:
Referentiepunt niet OK
Fout 9:
Toerentalregistratie defect
Fout 10:
Krachtbegrenzing is
aangesproken
Fout 11:
Looptijdbegrenzing is
aangesproken
Fout 12:
Test SKS richting
OPEN niet OK
Fout 13:
Test SKS richting
DICHT niet OK
Fout 14:
Eindposities niet OK
Fout 15:
Test fotocel
niet OK
Fout 27:
Aanspreekgevoeligheid
krachtbegrenzing
Fout 28:
Offset geleerde
krachtbegrenzing
Fout 36:
Ruststroomcircuit
onderbroken
Nederlands / Blz. 74
9. Bijlage
9. Bijlage
Nederlands / Blz. 75
NL
9.4 Storingshandleiding
Nederlands / Blz. 76
9. Bijlage
Oorzaak van de fout
Spanning ontbreekt.
Aandrijving ontkoppeld.
Thermische bescherming in
de motor is aangesproken.
Ruststroomkring
(bedieningsonderdelen)
onderbroken.
Ruststroomkring (op schuifhek)
onderbroken.
Elektronische antenne niet
ingestoken.
Foute handzendercodering
geprogrammeerd.
Batterij leeg.
Het schuifhek loopt te zwaar.
Foutmelding
Controleled
BEDRIJFSSPANNING
brandt niet.
Controleled
STORING knippert.
Foutnummer 36.
Controleled
IMPULS knippert
niet bij een impuls
van de handzender.
Controleled
STORING knippert.
Foutmelding 10.
Fout
Geen spanning
Geen reactie na impuls
Radiografische
besturing
Krachtbegrenzing
9. Bijlage
Nederlands / Blz. 77
NL
Verhelpen van fouten
Spanning controleren.
De hoofdzekeringen in de Zekeringskast de zekering in de besturing en de
net-insteekverbinding testen.
Aandrijving met het schuifhek weer koppelen.
Motor laten afkoelen.
Kortsluitstekker of stekker van bedieningselement in steekcontact X10 en X30 steken.
Stopdrukknop aan de klemmen 12 en 13 aansluiten.
Ruststroomcircuit testen.
Antenne aansluiten (zie. Blz. 56).
Codering opnieuw programmeren (zie Blz. 36).
Nieuwe batterij plaatsen.
Onderhoud aan het schuifhek plegen.
* als de sluitkantbeveiliging aangesloten is
Nederlands / Blz. 78
9. Bijlage
Fout
Deur kan alleen
geopend worden.
Deur kan alleen met
'dodemans' bediening
gesloten worden.*
Aandrijving start maar
loopt slechts kort.
Geen functie.
geen programmering
van de deurposities
mogelijk.
Foutmelding
Controleled
STORINGLED knippert
Foutnummer 15.
Controleled (led 5)
REFERENTIEPUNT
brandt niet bij het
passeren van het
referentiepunt.
Controleled
STORINGLED knippert
Foutnummer 13.
Rood controlelampje
op opto-sensor-print
brandt niet.
Controleled
STORING knippert.
Foutnummer 9.
Controlelampjes
1 - 7 knipperen.
-
Oorzaak van de fout
Programmeerschakelaar S20 /
S20a op OFF, maar geen.
Fotocel(len) aangesloten.
Referentiepuntschakelaar fout
ingesteld.
Opto-sensor niet aangesloten.
Signaaloverdracht defect.
Opto-sensoren niet in profiel
of defect.
Afsluitprofiel is vervormd.
Toerentalsensor defect.
Fout in de besturingseenheid.
Het referentiepunt is niet
herkent.
9. Bijlage
Nederlands / Blz. 79
NL
Verhelpen van fouten
Programmeerschakelaar S20 / S20a omschakelen of fotocel(len) aansluiten.
Referentiepunt instellen en magneet testen en indien nodig afstellen (zie Blz. 27).
Opto-sensor aansluiten (zie Blz. 61).
Spiraalsnoer en aansluitingen controleren.
Montage van de opto-sensoren testen resp. vervangen.
Deurafsluitprofiel richten resp. vervangen.
Aandrijving laten testen.
Besturingseenheid laten testen.
Laat de deur of het schuifhek eenmaal elektrisch OPEN en DICHT lopen.
Controleer of led 5 oplicht bij het passeren van het referentiepunt.
9.5 Technische gegevens
Netspanning:
230V ~ 1 fase
Netfrequentie:
50 Hz
Vermogensopname:
0,75 kW
Stuurspanning:
24V DC
Beschermingsgraad
IP 65
Beschermingsklasse:
I
Afmetingen:
195 x 271 x 123mm
Gewicht:
2,9 kg
Temperatuurbereik:
-20 bis +60˚ C
Nederlands / Blz. 80
9. Bijlage
9. Bijlage
Nederlands / Blz. 81
NL
Nederlands / Blz. 82
Aantekeningen
Aantekeningen
Nederlands / Blz. 83
NL
NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere
wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Technische wijzigingen voorbehouden.
EN 55011
EN 50081
EN 50082
ETS 300220
Version: 01.2004
#68 086
1 - NL 360225 - M - 0.5 - 0104
www.marantec.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Marantec Control 145 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor