Marantec Control 24 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
en schakelschema’s
Besturing van industriedeuren
NL
Control 24 / 25
Gelieve zorgvuldig te bewaren.
Nederlands / Blz. 2
1. Inhoudsopgave
Hoofdstuk Blz.
1. Inhoudsopgave 2
2. Verklaring van de symbolen 3
3. Afbeeldingen van de besturing Control 24 / Control 25 5
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid 6
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 24/ Control 25
5.1 Aansluiting folietoetsenbord ‘Command 612' 8
5.2 Aansluiting besturing deurblad 9
5.3 Eerste functiecontrole 10
5.4 Instellen van het referentiepunt 12
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.1 Overzicht van de indicaties en programmeermogelijkheden 13
6.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving 16
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties 19
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst 25
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.1 Afstandsbesturing 27
8.2 Externe bedieningselementen (functiebeschrijving) 28
8.3 Aansluiting externe fotocel 29
8.4 Eindpositiemelding (relais) en aansluiting voor signaallampen 32
9. Foutmeldingsnummers 33
10. Aanhangsel
10.1 Schakelschema Control 24 34
10.2 Schakelschema Control 25 36
10.3 Storingshandleiding 38
Nederlands / Blz. 3
Opgelet! Gevaar voor lichamelijk letsel!
Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming van
lichamelijk letsel dienen deze tips dringend opgevolgd te worden!
Attentie! Gevaar voor materiële schade!
Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming van
materiële schade dienen deze tips dringend opgevolgd te worden!
2. Verklaring van de symbolen
Functiecontrole:
Na aansluiting en programmering van de bedieningsapparatuur
kan de besturing op haar functies gecontroleerd worden. Dit is
zinvol omdat een eventuele fout meteen herkend wordt en
bovendien tijd bespaard wordt bij het zoeken naar een fout achteraf.
Opmerking / tip
Nederlands / Blz. 4
2. Verklaring van de symbolen
in bedrijf, netspanning
impuls
storing
deur open
deur dicht
krachtbegrenzing
stop
extern bedieningselement
elektronische antenne
externe fotocel
zender
(optosensor, fotocel)
ontvanger
(optosensor, fotocel)
veiligheidscontactlijst
toerentalsensor
naar besturing
slappekabelschakelaar
verbindingskabel
loopdeurschakelaar
automatisch sluiten
verlichting
Symbolen voor besturing, aandrijving etc.:
Nederlands / Blz. 5
Afb. 2: Folietoetsenbord (links) en sleutelschakelaar (rechts)
Afb. 3: Bedieningspaneel van de besturing
Afb. 1: Overzicht van de deur en diverse componenten
3. Afbeeldingen van de besturing Control 24 / Control 25
Overzicht van de deur en diverse
componenten:
A toetsenbord met folietoetsen
B aansluitingen besturing in de
aandrijfmotor
C referentie-schakelaar
D wandcontactdoos
CEE-norm 16 A
E aansluiting aan het deurblad.
Sleutelschakelaar:
0 rood uit
I blauw aan
Controlelampjes:
1. fotocel
2. eindpositie 'DEUR OPEN'
3. sluittijden
4. eindpositie 'DEUR DICHT'
5. referentiepunt
6. storing
7. impulsgever
8. bedrijfsspanning
Bedieningselementen:
10. toets PROGRAMMERING
11. toets 'DEUR OPEN'
12. toets 'DEUR DICHT'
13. toets STOP
Aansluitingen voor diverse stekkers:
25. X31 veiligheidscontactlijst
27. X10 extern bedieningselement
28. X20 externe fotocel
29. X40 toerentalsensor
P
2
1
3
4
5
6
7
8
1
2
3
0
I
!1
!3
!2
2
8
4
Afb. 4: Aansluitingen in de besturing (detail)
O
29
O
28
O
27
O
25
O
1
O
2
O
8
O
3
O
7
O
11
O
10
O
4
O
12
O
5
O
6
Nederlands / Blz. 6
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid
Deze besturing mag uitsluitend aangesloten en in bedrijf gesteld worden door
gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel. Gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel in deze zin zijn personen die door elektrotechnisch geschoold
personeel voldoende onderricht of getraind zijn, zodat ze in staat zijn gevaren
te onderkennen die door elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendien
moeten ze beschikken over de vereiste kwalifikaties binnen hun vakgebied, in
het bijzonder:
Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften.
Opleiding genoten hebben in gebruik en onderhoud van de betreffende
veiligheidsvoorzieningen.
Opleiding in eerste hulp bij ongevallen.
Attentie!
Bij bekabelingswerkzaamheden moet de besturing absoluut
spanningsloos geschakeld zijn.
Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen!
Net - en stuurleidingen absoluut gescheiden leggen!
Stuurspanning 24 V DC.
Attentie!
Voor het in gebruik nemen van de besturing, moet
gecontroleerd worden of er zich geen personen of voorwerpen
in de gevarenzone van de deur bevinden, omdat bij bepaalde
instellingen de deur in beweging komt.
Alle voorhanden zijnde noodinrichtingen moeten nog voor de inbedrijfstelling
getest worden.
De aandrijving mag alleen bij gesloten deur gemonteerd worden!
Na inbedrijfstelling van de installatie moet de eigenaar of de gebruiker
geïnstrueerd worden in de juiste bediening van de installatie.
Er mogen geen kabels in de bovenzijde van de besturing ingevoerd worden.
Om technische redenen gaat de deur de eerste keer na het inschakelen van de
besturing altijd helemaal open
Nederlands / Blz. 7
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid
Attentie!
Attentie bij montage volgens de beveiligingswijze IP 65:
Uiterlijk na de inbedrijfstelling moet de netstekker vervangen
worden door een vaste kabelaansluiting! Daarbij moet tevens
een meerpolige werkschakelaar geplaatst worden.
Attentie!
Indien deze waarschuwingen genegeerd worden kan dit
lichamelijke letsels en materiële schade tot gevolg hebben.
Nederlands / Blz. 8
Functie:
Met het folietoetsenbord Command 612 (art.-nr.:153810) kan de deur in de
richting open of dicht bewogen worden, alsook een bewegende deur gestopt
worden. Met de geïntegreerde sleutelschakelaar kan de besturing uitgeschakeld
worden.
5.1 Aansluiting folietoetsenbord ‘Command 612’
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 24 / Control 25
Afb. 5: Aansluiting van het foelietoetsenbord
Aansluiting:
De vier schroeven in het bovendeel
van het omhulsel losmaken.
Het onderste deel van het omhulsel
aan de wand bevestigen op een
gemakkelijk toegankelijke plaats in
de nabijheid van de deur.
De meegeleverde systeemkabel
tussen het onderste deel van het
omhulsel en de wand leggen.
Het folietoetsenbord met de
besturing verbinden (zoals afgebeeld
in afb.5)
Het omhulsel van het folietoetsenbord
weer dichtdoen.
De sleutelschakelaar op 'aan'
schakelen (blauwe markering).
Nederlands / Blz. 9
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 24/ Control 25
5.2 Aansluiting besturing deurblad
Aansluiting:
De elektrische verbindingen uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 6.
Opgelet!
De besturing Control 24 / Control 25 bevat een ruststroomcircuit.
Indien het ruststroomcircuit onderbroken wordt, kan de deur
niet meer elektrisch in beweging worden gezet.
Elementen in dit ruststroomcircuit zijn bijvoorbeeld: slappekabel-, loopdeuren
vangbeveilingsschakelaar. Zijn deze elementen niet aanwezig, dan moet men
de meegeleverde kortsluitstekker in de aansluitbus X31 steken.
Opmerking!
Ook indien u een deurinstallatie met veiligheidscontactlijst in
gebruik wilt nemen, gelieve eerst volgens afb. 6 te werk te
gaan. De optische sensoren (zender en ontvanger) worden
pas later aangesloten.
Nederlands / Blz. 10
Legende:
Schakelaar (systeemstekker):
S5 loopdeur schakelaar
S6 schakelaar voor slappe kabel
S7 nachtvergrendeling
Schakelaars (klemschroeven):
S5a * loopdeur schakelaar
S6a * schakelaar voor slappe kabel
S6b z trekkabelbeveiliging
Steekverbindingen:
X31 sluitbeveiliging
(in de besturing)
X71A contact voor de loopdeur
X71B schakelaar voor slappe kabel
X71C nachtvergrendeling
X71D schakelaar voor slappe kabel
X73 verbindingskabel
X74 z optische sensor zender
Aansluitklemmen:
X2c ruststroomcircuit
(in de besturing)
X7C wendelsnoer
X7H ruststroomcircuit
X7L schakelaar voor slappe kabel
X7V z verbindingsklem
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 24 / Control 25
* Bij aansluiting moet de kortsluitbrug verwijderd worden.
z.Indien voorhanden
5.3 Eerste functiecontrole
Steek de netstekker van de besturing in de wandcontactdoos van het type
CEE-Norm 16 A.
Gelieve er op te letten dat de voedingsspanning uit de wandcontactdoos
overeenstemt met de aangegeven waarde van de besturing en dat de
beveiligingswijze voldoet aan de plaatselijke voorschriften.
Afb. 6: Aansluiting besturing deurblad
Nederlands / Blz. 11
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 24 / Control 25
Bij een vaste aansluiting van de besturing is een meerpolige hoofdschakelaar
vereist.
Let op: de Control 24 heeft een rechtsdraaiend draaiveld.
Functiecontrole netaansluiting en bekabeling
aan de aandrijving:
Beweeg de deur handmatig half open.
Schakel de netspanning aan.
- Het controlelampje BEDRIJFSSPANNING (8) moet branden.
-> indien niet, zie dan de storingshandleiding onder punt 'geen spanning'.
Druk op de toets 'deur open' (11).
- De deur moet open gaan.
-> Als de deur niet beweegt: zie storingshandleiding onder punt 'geen reactie
na het geven van een impuls'.
-> Als de deur dicht gaat:op de STOP-toets drukken en de fase omkeren.
Functiecontrole van het ruststroomcircuit:
Controleer alle aangesloten veiligheidselementen door ze één voor één te
bedienen.
- De deur kan nu niet meer elektrisch in beweging worden gebracht.
-> Mocht dit toch het geval zijn, controleer dan de elektrische aansluiting van
ieder veiligheidselement.
Schakel nu de netspanning uit.
Attentie!
Bij de volgende instellingen er absoluut op letten dat de deur
NOOIT helemaal open of dicht beweegt. Stop de deur op zijn
minst 50 cm voor het bereiken van de mechanische eindposities
door het indrukken van de STOP-toets (13).
Nederlands / Blz. 12
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 24 / Control 25
5.4 Instellen van het referentiepunt
Opmerking:
Voor de juiste instelling van de nokken heeft u een
zeskantsleutel nodig met een sleutelbreedte van 2,5 mm.
Afb. 7: Instelling van het referentiepunt
Zet de deur handmatig in de mechanische eindpositie DEUR-OPEN.
Draai met de madenschroef (J) de bevestiging (arrêt) van de schakelnok (B) los.
De schakelnok (B) zo instellen dat de referentiepuntschakelaar (G) bediend wordt
zoals in afb. 7 (stelling H) afgebeeld wordt (ca. 2 hoekgraden van het schakelpunt)
• Bevestig de schakelnok (B) opnieuw door het vastdraaien van de madenschroef (J).
Schakel de netspanning aan en druk op de toets DEUR-DICHT (12).
De deur beweegt zich nu in de reeds voorgeprogrammeerde eindpositie
DEUR-DICHT.
ABCDEF
B
J
H
G
Nederlands / Blz. 13
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.1 Overzicht van de indicaties en
programmeermogelijkheden
Indicatiefuncties
Na het inschakelen van de netspanning voert de besturing een zelftest uit
(alle controlelampjes branden ca. 2 seconden).
Zie ook afb. 3, bladzijde 5.
Foutmeldingen
Knippert het controlelampje STORING (6), dan wordt het bijbehorende
foutmeldingsnummer na kort indrukken van de programmeertoets P(10)
aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig). Het foutmeldingsnummer wordt
berekend door de optelsom van de knipperende cijfers.
Zie ook 9. Foutmeldingsnummers, bladzijde 33.
Programmeren van de basisfuncties van de aandrijving
Toets j (10) langer dan 2 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturing
van de operationele toestand naar de programmeermodus voor de basisfuncties,
indicatie 1 knippert, alle andere indicaties branden.Toets j kan losgelaten worden.
Met de toetsen h (11) of g (12) kunnen wijzigingen in het programmeermenu
aangebracht en met toets j in het geheugen opgeslagen worden. (Wordt toets
j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h en g wordt aange-
bracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven
onveranderd). Na het laatste programmeermenu is de programmering van de
basisfuncties van de aandrijving beeindigd, herkenbaar door het uitgaan van alle
indicaties in de volgorde van 8-1.
Programmeren van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Toets j (10) langer dan 10 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturing
van de operationele toestand naar de programmeermodus voor de uitgebreide
aandrijvingsfuncties, indicatie 8 knippert snel, alle andere indicaties branden.
Door toets j ingedrukt te houden, met de toetsen h (11) of g (12) de
gewenste programmeermodus kiezen (indicatie van de modus knippert snel, alle
andere indicaties branden). Toets j kan losgelaten worden.
Nederlands / Blz. 14
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
Het eerste programmeermenu van de gewenste modus is nu gekozen (indicatie
1 knippert, alle andere aanduidingen branden). Met de toetsen h of g kunnen
in het programmeermenu veranderingen aangebracht en met toets j in het ge-
heugen opslagen worden. (Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging
met de toetsen h of g wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu
overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeer-
menu is de programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties beëindigd,
herkenbaar door het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.
Opmerkingen in verband met de programmering
De voorgeprogrammeerde gegevens kunnen niet gewist, maar alleen overschreven
worden. Als de besturing zich in de programmeermodus bevindt en geen van de
drie programmeertoetsen (h, g, j) wordt binnen de 30 seconden ingedrukt, dan
wordt het programmeren afgebroken. De besturing keert terug naar de operatio-
nele toestand. Het controlelampje STORING (6) knippert, door toets j kort in te
drukken wordt het foutmeldingsnummer 7 (= programmering afgebroken)
aangeduid.
Nederlands / Blz. 15
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
Verklaring van de uitgebreide aandrijvingsfuncties:
Programmeermodus
Modus 8
bedrijfssoorten
Tabel:
zie blz. 19
Modus 3
Automatisch sluiten
Tabel:
zie blz. 20/21
Modus 5
Verlichting /
signaallampen
Tabel:
zie blz. 22/23
Modus 6
Omkeerbewegingen
Tabel:
zie blz. 24
Functies
- Open (zelfhoudend contact)
- Dicht (zelfhoudend contact)
- Impulscommando
- Richtingscommando (druk-
knop OPEN resp. DICHT)
- Impulsfunktion AUF
- Tijdsduur 'deur open'
- Waarschuwingstijd
- Aanrijwaarschuwingstijd
- Voortijdig sluiten na het
passeren van de fotocel
- Verlichtingstijd
- Signaallampen
- Verlichting
- Fotocel OPEN
- Fotocel DICHT
- Veiligheidscontactlijst OPEN
- Veiligheidscontactlijst
DICHT
- Krachtbegrenzing OPEN
- Krachtbegrenzing DICHT
Verklaringen
De aandrijving loopt na de start totdat de
eindpositie 'deur open' bereikt is.
De aandrijving loopt na de start totdat de
eindpositie 'deur dicht' bereikt is.
Een lopende aandrijving kan naar keuze via een
bedieningselement wel of niet gestopt worden.
Een lopende aandrijving kan naar keuze via een
bedieningselement wel of niet gestopt worden.
Omkeren van de richting of een openings-
prioriteit.
De tijd dat de deur open staat voordat de
deur weer automatisch sluit.
De tijd dat de signaallampen knipperen
voordat de deur weer automatisch sluit.
De tijd dat de signaallampen knipperen
voordat de deur zich in beweging zet.
De deur sluit na de ingestelde tijd 'deur open'
of voortijdig na het passeren van de fotocel.
(De aansluiting van een verlichting is niet
mogelijk).
De signaallampen knipperen of branden bij
een elektrische beweging van de deur.
(De aansluiting van een verlichting is niet
mogelijk).
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Nederlands / Blz. 16
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving
2
1
3
4
5
6
7
8
P
LED uit
LED brandt
LED knippert
P
P
P
1
2
3
4
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
P
P
P
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
5
6
7
8
4
4
1
2
3
5
6
7
8
4
1
2
3
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Programmering externe fotocel
Programmeertoets j ± 2 seconden
indrukken. LED 1 knippert en alle
andere branden. Door de toets h in
te drukken wordt de aansluiting van
een 'externe fotocel' mogelijk.
-> LED 1 brandt.
Door de toets g in te drukken kan
de aandrijving zonder 'externe
fotocel' uitgevoerd worden.
-> LED 1 knippert.
Voor het aansluiten en activeren
van een externe fotocel zie blz. 30,
punt 8.3.
Met toets j in het geheugen opslaan.
2. Programmering van de
'eindpositie open'
LED 2 knippert en alle andere branden.
Met de toetsen h of g de deur in
de eindpositie 'deur open' laten
lopen (aandrijving loopt zonder zelf-
houdend contact). Met de toets j de
eindpositie in het geheugen opslaan.
3. Programmering van de
'eindpositie dicht'
LED 4 knippert en alle andere branden.
Met de toetsen h of g de deur in
de eindpositie 'deur dicht' laten
lopen (aandrijving loopt zonder
zelfhoudend contact). Met de toets
j de eindpositie in het geheugen
opslaan.
Nederlands / Blz. 17
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
4. Programmering van de
'krachtbegrenzing open'
LED’s 2 en 6 knipperen en alle
andere branden.
Door toetsen h of g in te drukken
is de krachtbegrenzing instelbaar in
fasen van 1 (gevoeligste waarde) tot
16.
Met toets j in het geheugen opslaan.
5. Programmering van de
'krachtbegrenzing dicht'
LED’s 4 en 6 knipperen en alle
andere branden.
Door toetsen h of g in te drukken
is de krachtbegrenzing instelbaar in
verschillende niveaus van 1
(gevoeligste waarde) tot 16.
Met toets j in het geheugen opslaan.
6. Programmering van de
afstandsbediening
LED 7 knippert en alle andere branden.
Voor het aansluiten van de elektro-
nische antenne, zie blz. 27, punt 8.1.
De overeenkomstige toets van de
gecodeerde handzender indrukken,
tot de LED 7 snel knippert. Door de
toets j in te drukken is de codering
in het geheugen opgeslagen.
De programmering van de basis-
functiesis beëindigd, duidelijk
zichtbaar door het uitgaan van alle
LED’s in de volgorde 8 - 1.
P
P
P
1
2
3
4
5
7
8
6
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
P
P
1
2
3
4
6
7
8
5
1
2
3
4
5
6
7
8
P
6
2
4
1
3
5
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
t
n
aM
a
r
e
c
Nederlands / Blz. 18
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
* Indicatie van de niveaus:
LED 1 knippert = stap 1
LED 1 brandt = stap 2
LED 1 brandt, LED 2 knippert = stap 3
...
LED 1 tot 8 branden = stap 16
Opgelet!
De krachtbegrenzing zo gevoelig mogelijk instellen!
De werking van de krachtbegrenzing regelmatig testen.
Nederlands / Blz. 19
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 8: soorten operationele functies
UIT AAN
UIT AAN
NEE JA
NEE JA
omkeren de richting
van richting open
NORM OPEN
TOETS P
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
1234567
TOETS
g
TOETS
h
Menu 5 Impulsfuncties
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Menu 4 Open/Dicht - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving
Menu 3 Impuls - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving
Menu 1 'deur open' met zelfhoudend contact
Menu 2 'deur dicht' met zelfhoudend contact
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voorgeprogrammeerd
Niet mogelijk
Nederlands / Blz. 20
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 3: automatisch sluiten
Sluiten 5 10 15 20 25 30
niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden
Sluiten 2 5 10 15 20 25
niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden
0123456
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
NEE JA
TOETS P
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
1234567
TOETS
g
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Menu 1 Tijdsduur 'deur open'
Menu 2 Waarschuwingstijd
Menu 3 Aanrijwaarschuwing
Menu 4 Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel
2
1
3
4
5
6
7
8
Nederlands / Blz. 21
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
35 40 50 80 100 120 150 180 255
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
30 35 40 45 50 55 60 65 70
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
7
seconden
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
8 9 10 11 12 13 14 15 16
TOETS
h
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voorgeprogrammeerd
Niet mogelijk
Nederlands / Blz. 22
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 5: verlichting / signaallampen
externe externe
signaallampen signaallampen
branden knipperen
TOETS P
1234567
TOETS
g
Menu 1 Verlichtingstijd (aansluiting van een verlichting is niet mogelijk)
Menu 2 Signaallampen
Menu 3 Verlichting (aansluiting van een verlichting is niet mogelijk)
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Nederlands / Blz. 23
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
8 9 10 11 12 13 14 15 16
TOETS
h
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voorgeprogrammeerd
Niet mogelijk
Nederlands / Blz. 24
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
TOETS P
1234567
TOETS
g
TOETS
h
2
1
3
4
5
6
7
8
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
2
1
3
4
5
6
7
8
Menu 1 Krachtbegrenzing voor richting 'deur 'open
Menu 6 Veiligheidscontactl. voor richting 'deur dicht'
Menu 2 Krachtbegrenzing voor richting 'deur dicht'
Menu 3 Fotocel voor richting 'deur open'
Menu 4 Fotocel voor richting 'deur dicht'
Menu 5 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur open'
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 6: Soorten omkeerbeweging
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voorgeprogrammeerd
Niet mogelijk
Nederlands / Blz. 25
Legende:
Schakelaar (systeemstekker):
S5 loopdeur schakelaar
S6 schakelaar voor slappe kabel
S7 nachtvergrendeling
Schakelaars (klemschroeven):
S5a * loopdeur schakelaar
S6a * schakelaar voor slappe kabel
S6b z trekkabelbeveiliging
Steekverbindingen:
X31 ongevalbeveiliging
(in de besturing)
X71A contact voor de loopdeur
X71B schakelaar voor slappe kabel
X71C nachtvergrendeling
X71D schakelaar voor slappe kabel
X72 optische sensor ontvanger
X73 verbindingskabel
X74 optische sensor zender
Aansluitklemmen:
X2c ruststroomcircuit
(in de besturing)
X7C wendelsnoer
X7H ruststroomcircuit
X7L schakelaar voor slappe kabel
X7V z Verbindingsklem
Optosensoren:
V5 zender
V6 ontvanger
* Bij aansluiting moet de kortsluitbrug
verwijderd worden.
z Indien voorhanden
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst
Functie:
De veiligheidscontactlijst bewaakt het rubber bodemprofiel. Raakt de deur tijdens
het sluiten een hindernis, dan zorgt de veiligheidscontactlijst ervoor dat de deur
stopt en aansluitend weer open gaat zodat de hindernis vrij komt.
Afb. 8: Schakelschema veiligheidscontactlijst
Aansluiting van de veiligheids-
contactlijst:
Steek de optosensoren (fotocellen)
in het rubberprofiel en sluit deze
elektrisch aan (zie afb. 8).
Nederlands / Blz. 26
Controle:
• De lichtweg in het rubber bodemprofiel onderbreken; dit kan door het profiel
te vervormen of door het verwijderen van de optosensorzender resp. ontvanger.
• Een eventueel sluiten van de deur op dit moment mag alleen met dodemans-
bediening!
De lichtweg in het rubber bodemprofiel weer vrijgeven.
De deur moet vanaf nu weer sluitewegingen met zelfhoudend contact maken.
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst
Indicaties op de optosensorprintplaat:
Led groen: Bedrijfsspanning
Led geel: Ruststroomcircuit gesloten
(moet bij het aanspreken van de slappekabel- resp.
loopdeurbeveiliging uitgaan)
Led rood: Functie-indicatie optosensor
(moet bij onderbreking van de lichtstraal uitgaan)
Functiecontrole veiligheidscontactlijst:
De netspanning inschakelen.
Laat de deur naar eindpositie 'deur open' lopen.
druk op de toets 'deur dicht' (12)
- De deur moet met zelfhoudend contact sluiten.
-> zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding)
Knijp tijdens het sluiten in het rubber bodemprofiel.
- De deur moet stoppen en aansluitend weer kort tiijd opengaan.
-> zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding)
Schakel de netspanning uit.
Testcontrole van de optosensoren:
Opgelet!
Ten minste een keer per jaar moet de functie van de
optosensoren getest worden, om de bedrijfsveiligheid van de
deurinstallatie te verzekeren.
Nederlands / Blz. 27
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.1 Afstandsbesturing
Aansluiting van de elektronische antenne
De elektronische antenne op aansluitbus X20 van de besturing aansluiten.
Aanpassen van de besturing aan het gebruik van een handzender
Zie ook 6.2, punt 6. Programmering van de afstandsbediening, blz. 17.
Na een stroomonderbreking blijft de codering behouden.
Functiecontrole:
Bedien de handzender vanop een afstand van ca. 15 m.
- De deur moet nu in beweging komen.
-> zo niet, zie dan de storingshandleiding onder 'afstandsbediening'.
Tip:
Bij de montage opletten dat de antenne goed uitgericht is,
om een optimale ontvangst te waarborgen (Let op: metalen
delen hebben een afschermende werking!).
Nederlands / Blz. 28
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Voorbeelden voor externe bedieningselementen met systeemstekkers:
Drukknopkast van de Command serie
Codeschakelaar Command 201
Sleutelschakelaar Command 311 en 411
Aansluiting van de bedieningselementen:
Opmerking:
Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp.
codeschakelaars heeft u tweevoudige verdelers (art.nr. 151 228)
voor serieschakeling nodig.
Voor inlichtingen over het aansluiten van meerdere bedieningselementen met
verdelers kunt u het aansluitschema voor verdelers raadplegen.
Attentie!
Voor het aansluiten van externe bedieningselementen moet de
kortsluitstekker uit de aansluitbus X10 (27) van de besturing
met de folietoetsen Command 612 verwijderd worden.
8.2 Externe bedieningselementen
Externe bedieningselementen kunnen verschillende functies hebben
(voorgeprogrammeerd):
STOP: De aandrijving kan niet meer in beweging worden gezet, een bewe-
gende deur wordt gestopt.
IMPULS: De deur wordt geopend (Uitzondering: wanneer deze in de eindpositie
OPEN staat gaat de deur dicht). Een bewegende deur kan niet gestopt
worden.
OPEN: De deur wordt geopend. Een bewegende deur wordt gestopt.
Bij ingeschakelde functie automatisch sluiten wordt de ingestelde
wachttijd langer.
DICHT: De deur wordt gesloten. Een bewegende deur wordt gestopt.
Bij ingeschakelde functie automatisch sluiten wordt de tijd dat de
deur open blijft korter.
Nederlands / Blz. 29
Afb. 9: Aansluiting bedieningselementen
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Het bedieningselement met systeem-
stekker met de aansluitbus verbinden.
Functiecontrole:
Bedien het externe bedieningselement.
-> De gewenste functie moet
uitgevoerd worden.
Nederlands / Blz. 30
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.3 Aansluiting externe fotocel
Functie:
De externe fotocel bewaakt het doorgangstraject van de deur. Als er zich tijdens
het sluiten een hindernis in het doorgangstraject bevindt, dan wordt de deur
weer helemaal geopend.
Bij een ingeschakelde ‘automatisch sluiten’ functie wordt de tijd dat de deur
open blijft door het activeren van de fotocel weer verlengd.
Attentie!
Bij gesloten deur worden de fotocellen uitgeschakeld. Voor het
afstellen van de fotocel de deur geheel of gedeeltelijk openen.
Aansluiting van de fotocel Special 613 , Art.nr. 153 550
Special 614 , Art.nr. 152 675
Special 615 , Art.nr. 152 703
Voor het programmeren van de besturing met een externe fotocel zie blz. 16,
punt 1.
De fotocel met de aansluitbus X20 in de besturing verbinden. De bekabeling
van de fotocel uitvoeren zoals in afb. 10 afgebeeld.
Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen wij naar de montagehandleiding
van de betreffende fotocel.
Nederlands / Blz. 31
Afb. 10: Aansluiting fotocel
Aansluitschema fotocel:
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Bevindt zich reeds een antenne-eenheid in deze aansluitbus, dan kunt u een
adapter (drievoudige verdeler voor systeemstekker, art.nr. 562 856) en een
vlakke kabel (art.nr. 562 759) volgens het bovenstaande schakelschema
aansluiten.
Functiecontrole:
Laat de deur in de richting 'DEUR DICHT' lopen
Onderbreek de lichtstraal van de fotocel
- De deur moet stoppen en aansluitend weer helemaal open gaan.
-> zo niet, dan de programmering van de fotocel controleren.
Nederlands / Blz. 32
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.4 Eindpositiemelding (relais) en aansluiting
voor signaallampen
Functie:
Bij het bereiken van de eindposities 'DEUR OPEN' / 'DEUR DICHT' schakelt het
betreffende relais.
en aansluiting van signaallamp
Functie:
De signaallampen knipperen wanneer de deur elektrisch in beweging is.
Wanneer de functie ‘automatisch sluiten’ ingeschakeld is, knipperen de signaal-
lampen tevens gedurende de waarschuwingstijd.
Aansluiting van het accessoire OPEN-DICHT-licht (art.nr. 152 137)
De aansluitbus X10 van de besturing via een systeemkabel met de aansluitbus
X10 van het accessoire verbinden (zie afb. 11).
•De bedieningselementen, bv. de 'Command 612', verbinden met de aansluitbus
X10A van het accessoire.
Afb.11: Schakelschema eindpositiemelding
en signaallamp
Legende:
H1 signaallamp DEUR DICHT
H2 signaallamp DEUR OPEN
H41 signaallamp UITRIT (oranje)
H43 signaallamp INRIT (oranje)
K1 relais DEUR DICHT
K2 relais DEUR OPEN
K3 relais SIGNAALLAMPEN
Stekerverbinding:
X8A eindpositierelais
X8b signaallampenrelais
X10 besturing
X10A externe bedieningselementen
- - - - - bekabeling aan de bouwkant
Nederlands / Blz. 33
Knippert het controlelampje STORING (6), dan wordt na kort indrukken van
toets j (10) het bijbehorende foutmeldingsnummer aangeduid
(indicaties knipperen onregelmatig).
Het foutmeldingsnummer wordt berekend door de optelsom van de
knipperende cijfers.
Storingsindicatie
Fotocel aangesproken
Programmering
afgebroken
Toerentalsensor defect
Krachtbegrenzing
Looptijdbegrenzing
Test veiligheidscontactlijst
niet o.k
Test fotocel niet o.k.
Ruststroomcircuit
onderbroken
Foutnummer
6
7
9
10
11
13
15
36
Indicatie knippert onregelmatig
Indicatie 6
Indicatie 7
Indicatie 8 + 1
Indicatie 8 + 2
Indicatie 8 + 3
Indicatie 8 + 5
Indicatie 8 + 7
Indicatie 1 - 8
9. Foutmeldingsnummers
Nederlands / Blz. 34
10.1 Schakelschema Control 24
10. Aanhangsel
Opgelet!
Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net- en stuurspanningsleidingen
absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 24V DC.
Afb.12: Control 24
Nederlands / Blz. 35
10. Aanhangsel
Opgelet laagspanning!
Verkeerde spanning aan de klemmen X10 tot en met X41 leidt tot beschadiging van alle
elektronica!
Legende:
K1 omkeerbeveiliging OPEN
K2 omkeerbeveiliging DICHT
M1 motor met thermische beveiliging
R1 kortsluit-beveiliging
S
z hoofdschakelaar
S2P testknop OPEN
S3P druktoets PROGRAMMEREN
S4P testknop DICHT
S10 schakelaar NOODHANDBEDIENING
S10a schakelaar ONTKOPPELING
S21 toerentalsensor
S22 referentiepuntsensor
T1 transformator
X0 + wandcontactdoos
X1 netvoedingskabel met stekker
Aansluitklemmen:
X2 netvoedingskabel
X3 aandrijving
X3a motor
Stekerverbindingen:
X10 externe bedieningselementen
X20 externe fotocel / elektronische
antenne
X31 veiligheidscontactlijst
X40 toerentalsensor aandrijving
X41 toerentalsensor motor
Aansluitschema's toebehoren
(detail):
SKS1 veiligheidscontactlijst
V20 externe fotocel
W20 elektronische antenne
XS10 externe
bedieningselementen
+ reeds aanwezig
z indien voorhanden
Nederlands / Blz. 36
10. Aanhangsel
10.2 Schakelschema Control 25
Opgelet!
Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net- en stuurspanningsleidingen
absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 24V DC.
Afb. 13: Control 25
Nederlands / Blz. 37
10. Aanhangsel
Opgelet laagspanning!
Verkeerde spanning aan de klemmen X10 tot en met X41 leidt tot beschadiging van alle
elektronica!
Legende:
K1 omkeerbeveiliging OPEN
K2 omkeerbeveiliging DICHT
M1 motor met thermische beveiliging
R1 kortsluit-beveiliging
S
z hoofdschakelaar
S2P testknop OPEN
S3P druktoets PROGRAMMEREN
S4P testknop DICHT
S10 schakelaar NOODHANDBEDIENING
S10a schakelaar ONTKOPPELING
S21 toerentalsensor
S22 referentiepuntsensor
T1 transformator
X0 + wandcontactdoos
X1 netvoedingskabel met stekker
Aansluitklemmen:
X2 netvoedingskabel
X3 aandrijving
X3a motor
Stekerverbindingen:
X10 externe bedieningselementen
X20 externe fotocel / elektronische
antenne
X31 veiligheidscontactlijst
X40 toerentalsensor aandrijving
X41 toerentalsensor motor
Anschlusspläne Zubehör (Detail):
SKS1 Schließkantensicherung
V20 externe Lichtschranke
W20 elektronische Antenne
XS10 externe Bedienelemente
+ reeds aanwezig
z indien voorhanden
Nederlands / Blz. 38
10.3 Storingshandleiding
10. Aanhangsel
Storing
Geen spanning.
Geen reactie na het
geven van impuls.
Afstandsbesturing
Storingsmelding
Controlelampje
BEDRIJFSSPANNING
brandt niet.
Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 36).
Controlelampje
IMPULS knippert niet
na impulscommando
van de handzender.
Storingsmelding
Spanning valt weg.
Noodhandketting niet in
ruststand.
Aandrijving ontkoppeld.
Thermische beveiliging is
aangesproken.
Besturing is afgesloten
(rode markering).
Ruststroomcircuit
(bedieningselementen)
onderbroken.
Ruststroomcircuit
(deurblad) onderbroken.
Elektronische antenne niet
aangesloten.
Verkeerde handzender-
codering geprogrammeerd.
Batterij leeg.
Nederlands / Blz. 39
10. Aanhangsel
Werkwijze
Spanning controleren.
De hoofdzekeringen in het elektrisch circuit en de netstekkerverbinding
controleren.
Noodhandketting in ruststand brengen (zie montagehandleiding van de
aandrijving).
Onderhoudsontkoppeling resp. snelontkoppeling inkoppelen.
Motor laten afkoelen.
Besturing inschakelen (blauwe markering).
Kortsluitstekker of bedieningselementstekker in aansluitbus X10 steken.
Slappekabel-, loopdeur- en vanginrichtingsschakelaar controleren.
Antenne aansluiten (zie blz. 27).
Codering opnieuw programmeren (zie blz. 17).
Nieuwe batterij (9V, IEC 6F22 of 12V, A 23) plaatsen.
Nederlands / Blz. 40
* indien de veiligheidscontactijst aangesloten is.
10. Aanhangsel
Storing
Krachtbegrenzing
Deur laat zich alleen
maar openen.
Deur laat zich alleen
maar sluiten met
dodemans-
bediening.*
Aandrijving loopt
kortstondig.
Geen functie.
Storingsmelding
Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 10).
Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 15).
Controlelampje
REFERENTIEPUNT
brandt niet tijdens
het passeren van het
referentiepunt.
Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 13).
Rode controlelampje
op de optosensor-
printplaat brandt
niet.
Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 9).
Controlelampjes
1- 7 knipperen.
Storingsmelding
Krachtbegrenzing te
gevoelig ingesteld.
Deur loopt te zwaar.
Fotocel is weliswaar
geprogrammeerd, maar er
is geen fotocel aangesloten.
Referentiepuntschakelaar
fout ingesteld.
Optosensor niet
aangesloten.
Spiraalsnoer defect.
Optosensoren niet in
rubber profiel of defect.
Rubber bodemprofiel is
vervormd.
Toerentalsensor defect.
Fout in de besturingsunit.
Nederlands / Blz. 41
10. Aanhangsel
Werkwijze
Krachtbegrenzing minder gevoelig instellen (zie blz. 17).
De deur een onderhoudsbeurt geven (doorsmeren etc.).
Programmering van de fotocel controleren.
Referentiepunt instellen (zie blz. 12).
Optosensor aansluiten (zie blz. 25).
Spiraalsnoer en de aansluitingen controleren.
Montage van de optosensoren kontroleren resp. defecte delen vervangen.
Rubber bodemprofiel richten resp. vernieuwen.
Aandrijving laten controleren.
Besturing laten controleren.
Nederlands / Blz. 42
Notities
Nederlands / Blz. 43
Notities
EN 55011
EN 50081
EN 50082
ETS 300220
Uitgave: 10.2004
#8 053 703
1 - NL 360182 - M - 0.5 - 1000
NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere
wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Technische wijzigingen voorbehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Marantec Control 24 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor