ML-254x Series
Monolaserprinter
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit
Samsung-product.
Copyright_ 2
Copyright
© 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik
van de informatie in deze gebruikershandleiding.
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
Microsoft, Internet Explorer, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows 2008 Server R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation.
TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties.
Zie het bestand "LICENSE.txt" op de bijgeleverde cd voor informatie over de open source-licentie.
REV. 1.00
Inhoud_ 3
Inhoud
COPYRIGHT
2
INHOUD
3
6 Veiligheidsinformatie
11 Informatie over wettelijke voorschriften
16 Informatie over deze gebruikershandleiding
18 De functies van uw nieuwe laserproduct
INLEIDING
20
20 Apparaatoverzicht
20 Voorkant
21 Achterkant
22 Overzicht van het bedieningspaneel
23 Informatie over de LED
23 Het apparaat inschakelen
AAN DE SLAG
24
24 De hardware installeren
24 Locatie
24 Meegeleverde software
25 Systeemvereisten
25 Microsoft
®
Windows
®
25 Macintosh
25 Linux
26 Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat
26 Windows
26 Macintosh
27 Linux
27 Uw printer lokaal delen
28 Windows
28 Macintosh
BASISINSTELLINGEN
29
29 Luchtdrukaanpassing
29 De standaardlade en het papier instellen
29 Vanaf uw computer
AFDRUKMEDIA EN LADE
30
30 Afdrukmedia selecteren
30 Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia
30 Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund
30 De grootte van de lade aanpassen
31 Papier in de lade plaatsen
31 Lade 1
31 Lade voor handmatige invoer
32 Afdrukken op speciale media
33 Envelop
33 Transparanten
34 Etiketten
34 Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
34 Briefhoofd/voorbedrukt papier
34 Foto
34 Glanzend
35 De papieruitvoersteun gebruiken
Inhoud
Inhoud_ 4
AFDRUKKEN
36
36 Eigenschappen van het printerstuurprogramma
36 Printerstuurprogramma
36 Eenvoudige afdruktaken
37 Een afdruktaak annuleren
37 Voorkeurinstellingen openen
37 Voorkeurinstellingen gebruiken
38 Help gebruiken
38 Speciale kopieerfuncties gebruiken
38 Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken
38 Posters afdrukken
38 Boekjes afdrukken (handmatig)
39 Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
39 Het afdrukpercentage van uw document wijzigen
39 Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen
39 Watermerken gebruiken
40 Overlay gebruiken
41 De standaardafdrukinstellingen wijzigen
41 Uw apparaat als standaardapparaat instellen
41 Afdrukken naar een bestand (PRN)
42 Afdrukken in Macintosh
42 Een document afdrukken
42 Printerinstellingen wijzigen
42 Afdrukken meerdere pagina's op één blad
42 Help gebruiken
42 Afdrukken in Linux
42 Afdrukken vanuit een toepassing
43 Bestanden afdrukken
43 Printereigenschappen configureren
BEHEERPROGRAMMA’S
44
44 Introductie van handige beheerprogramma’s
44 Samsung AnyWeb Print gebruiken
44 Samsung Easy Printer Manager gebruiken
44 Informatie over Samsung Easy Printer Manager
45 Informatie over Easy Capture Manager
45 Samsung-printerstatus gebruiken
45 Overzicht Samsung-printerstatus
46 Smart Panel gebruiken
46 Overzicht Smart Panel
46 Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
46 Werken met Unified Linux Driver Configurator
46 Unified Driver Configurator openen
47 Printers configuration
48 Ports configuration
ONDERHOUD
49
49 Een configuratierapport afdrukken
49 Een apparaat reinigen
49 De buitenkant reinigen
49 De binnenkant reinigen
50 De tonercassette bewaren
50 Instructies voor het hanteren van cassettes
50 Gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung en
bijgevulde tonercassettes
50 Geschatte gebruiksduur van tonercassette
50 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
Inhoud
Inhoud_ 5
PROBLEMEN OPLOSSEN
51
51 Toner herverdelen
51 Tips om papierkrulling te vermijden
52 Tips om papierstoringen te voorkomen
52 Papierstoringen verhelpen
52 In de papierlade
52 In de lade voor handmatige invoer
53 Binnen in het apparaat
53 In het uitvoergebied
54 Andere problemen oplossen
54 Stroomproblemen
54 Problemen met papierinvoer
55 Afdrukproblemen
57 Problemen met de afdrukkwaliteit
60 Veelvoorkomende problemen onder Windows
60 Veelvoorkomende problemen onder Linux
60 Veelvoorkomende problemen onder Macintosh
VERBRUIKSARTIKELEN
61
61 Aankoopmogelijkheden
61 Verkrijgbare verbruiksartikelen
61 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
62 De tonercassette vervangen
SPECIFICATIES
63
63 Hardwarespecificaties
63 Omgevingsvoorwaarden
64 Elektrische specificaties
65 Specificaties van het afdrukmateriaal
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
66
VERKLARENDE WOORDENLIJST
69
INDEX
75
Veiligheidsinformatie_6
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of
anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt.
Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld. Bewaar dit document goed
nadat u het hebt gelezen.
Belangrijk veiligheidssymbolen
In dit deel wordt de betekenis van alle pictogrammen en tekens uit de gebruikershandleiding verklaard. Deze veiligheidssymbolen zijn gerangschikt op de ernst van
het risico.
Verklaring van alle pictogrammen en tekens die in de gebruikershandleiding worden gebruikt.
Waarschuwing Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Opgepast Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Volg de instructies nauwgezet op.
Veiligheidsinformatie_ 7
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als
het stopcontact niet geaard is.
Dit
kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit,
maakt het vreemde geluiden of verspreidt het
vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de
stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los.
De
gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in
geval van nood de stekker uit het stopcontact te
kunnen trekken.
D
it kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen
of zware voorwerpen, kaarsen, brandende
sigaretten, enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware
voorwerpen op.
Op
het netsnoer stappen of het door een zwaar
voorwerp pletten kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het
netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met
natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Opgepast
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of
als u het apparaat niet gebruikt.
Di
t kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij
er moeilijk ingaat.
U riskeert
een elektrische schok. Neem contact op met
een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
U kunt brandwonden oplopen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel
of de kabel naar de computer bijten.
Dit kan ee
n elektrische schok of brand veroorzaken en/of
uw huisdier verwonden.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing
beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los
en roept u de hulp in van een gekwalificeerd
technicus.
Z
o niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies
hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept
u de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Veiligheidsinformatie_ 8
Bedieningswijze
Opgepast
Trek het papier niet uit de printer tijdens het
afdrukken.
Dit ka
n het apparaat beschadigen.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de
onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd
kinderen uit de buurt.
Zij
kunnen brandwonden oplopen.
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de
papierlade.
U ku
nt letsel oplopen.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om
vastgelopen papier te verwijderen.
Dit ka
n het apparaat beschadigen.
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen
voorwerpen in.
Hierd
oor kunnen onderdelen warm worden en kan
er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd
raken.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de
papieruitvoerlade.
Dit ka
n het apparaat beschadigen.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of
vastgelopen papier verwijdert.
Nieu
w papier heeft scherpe randen die
snijwonden kunnen veroorzaken.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit
het stopcontact.
Veiligheidsinformatie_ 9
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt.
Di
t kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u
het apparaat verplaatst.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Een
apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door
één persoon worden opgetild.
e
en apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
e
en apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door
vier of meer personen worden opgetild.
He
t apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWG
a
a.AWG: American Wire Gauge
of,
indien nodig, een grotere telefoondraad.
Het apparaat kan immers beschadigd raken.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin
oppervlak.
He
t apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht
geventileerde ruimte, zoals een kast.
Als het app
araat niet voldoende wordt geventileerd,
kan er brand ontstaan.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het
label.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt
controleren, neemt u contact op met de
elektriciteitsmaatschappij.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of
verlengsnoer aan.
Di
t kan de prestaties verminderen en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met
uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer
gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat
van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Het apparaat kan immers beschadigd raken en een
elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie_ 10
Onderhoud/controle
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u
de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw
apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol,
en spuit geen water in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen
die vastgeschroefd zijn.
Fixe
ereenheden mogen alleen worden hersteld
door een gekwalificeerde servicemedewerker.
Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan
brand of elektrische schokken veroorzaken.
Dit a
pparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van Samsung.
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de
binnenkant schoonmaakt.
U kunt letsel oplopen.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker
stof- en watervrij.
Zo
niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of
weer in elkaar steken.
Di
t kan het apparaat beschadigen. Neem contact op
met een professioneel technicus als het apparaat
gerepareerd moet worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het
apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en
te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes)
bewaart.
T
onerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een
tonercassette of fixeereenheid.
Dit kan een
explosie of onbeheersbare brand
veroorzaken.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij
schade als gevolg van het gebruik van
gerecycleerde verbruiksartikelen zullen er
reparatiekosten worden aangerekend.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
To
nerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
Do
or warm water hecht de toner zich aan de stof.
Gebruik altijd koud water.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 11
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat werd milieubewust ontworpen en gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten
van IEC 60825-1 : 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het
lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
WAARSCHUWING
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. De onzichtbare laserstraal kan
naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd de
ze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en
letsels te beperken:
Veiligheid in verband met ozon
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 12
Energiebesparing
Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENER
GY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
Voor modellen met de certificering van ENERGY
STAR staat het etiket van ENERGIE STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat
gecertificeerd is met ENERGY STAR.
Recycleren
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of gooi ze op een milieuvriendelijke wijze weg.
Alleen China
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen
voor batterijen)
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv.
lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van hun gebruiksduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Gelieve
het apparaat van het andere afval te scheiden om eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van onverantwoord
afvalbeheer te voorkomen. Recycleer het op een verantwoorde manier om een duurzaam hergebruik van materialen aan te moedigen.
Particuliere gebruikers kunnen contact opnemen met de winkel waar ze hun apparaat kochten, of met de gemeente-instanties voor meer
informatie over waar en hoe ze dit product op een ecologisch verantwoorde manier kunnen recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en
de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit
product mag niet met het andere bedrijfsafval worden weggegooid.
Alleen voor de Verenigde Staten
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze
website:www.samsung.com/recyclingdirec
t Of bel (877) 278 - 0799
Informatie over wettelijke voorschriften_ 13
Radiofrequentiestraling
FCC-normen (VS)
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
Dit
apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
Dit
apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale app
araten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert,
gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt,
schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat bij bepaalde installaties geen
interferentie optreedt. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het
apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen:
Ve
rplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op.
Ve
rgroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sl
uit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
Raad
pleeg uw printerleverancier of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de
normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming van de gebruiker om het apparaat te gebruiken vervalt.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de
standaard voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science
Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectri
ques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la
norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Alleen Rusland
Alleen voor Turkije
Alleen voor Duitsland
Informatie over wettelijke voorschriften_ 14
De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de
zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap
van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe
afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bi
j wie u het apparaat hebt gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Veren
igd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt.
Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. Als u het apparaat op een ouder stopcontact
wilt aansluiten moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok als u hem in
het stopcontact steekt.
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering:
G
roen-geel: Aarding
Bla
uw: Neutraal
Brui
n: Fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de groen-gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd me
t de letter "E", het aardesymbool, de kleuren groen-geel of de kleur groen.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of zwart is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekeri
ng van 13 ampère zijn aangebracht.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-254x Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere regelgeving van de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) en de EMC-richtlijn (2004/108/EC).
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com/printer. Daar klikt u op Support > Download center en voert u de printernaam in.
01.01.1995: Richtlijn 2006/95/EC van de Raad inzake de harmonisatie
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
laagspanningsapparatuur.
01.01.1996: Richtlijn 2004/108/EC (92/31/EEC) van de Raad inzake de harmonisatie
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
elektromagnetische compatibiliteit.
09.03.1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse herkenning
van hun conformiteit. Een volledige verklaring waarin de relevante richtlijnen en standaarden waarnaar wordt verwezen zijn opgenomen, kunt
u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd.
EG-certificering
Certificering conform richtlijn 1999/5/EC betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (fax).
Dit product van Samsung werd door Samsung zelf g
ecertificeerd voor aansluiting met één terminal op het analoge openbaar geschakelde
telefoonnet (PSTN) in heel Europa, in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale
PSTN’s en compatibele PBX’s van de Europese landen.
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie om contact op te nemen
met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Dit product is getest volgens de TBR21-norm. Ter ondersteuning bij he
t gebruik en de toepassing van randapparatuur die aan deze norm
voldoet, heeft het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) een adviesrapport opgesteld (EG 201 121) met opmerkingen en
aanvullende eisen om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-randapparaten te waarborgen. Het product is ontworpen rekening houdend met
alle relevante adviezen die in dit document zijn beschreven en is daar volledig mee in overeenstemming.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 15
Alleen China
Informatie over deze gebruikershandleiding_ 16
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de
verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele
gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor een correcte installatie en een juist gebruik van het apparaat.
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Raad
pleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. (Zie "Problemen oplossen" op pagina 51.)
De termen
die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst. (Zie "Verklarende woordenlijst" op
pagina 69.)
De afbee
ldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u
gekochte apparaat.
De schermafbee
ldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/
stuurprogrammaversie
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
Geb
ruik de Index om informatie te vinden.
Conventie
Sommige termen in deze gebruikershandleiding worden afwisselend gebruikt:
Documen
t is synoniem met origineel.
Papie
r is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
Appara
at verwijst naar printer of multifunctionele printer.
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in
deze handleiding worden gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of benamingen van knoppen op het
apparaat.
Annuleren
Opmerking Biedt aanvullende informatie of details over een functie of voorziening van het
apparaat.
De datumnotatie kan verschillen van
land tot land.
Opgepast Bevat informatie om het apparaat te beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Raak het oppervlak van de drum in de
tonercassette of de beeldeenheid niet
aan.
Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of zinnen. a. pagina’s per minuut
("Kruisverwijzing") Verwijst naar meer gedetailleerde informatie. (Zie "Meer informatie" op pagina 17.)
Informatie over deze gebruikershandleiding_ 17
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dat kunnen papieren of digitale documenten zijn.
Materiaalnaam Beschrijving
Beknopte
installatiehandleiding
Deze handleiding bevat informatie over de installatie van uw apparaat. Deze handleiding wordt in de doos met de printer meegeleverd.
Gebruikershandleiding
Deze handleiding bevat stapsgewijze instructies om de functies van uw apparaat optimaal te benutten, voor het onderhoud van uw
apparaat, probleemoplossing en de vervanging van toebehoren.
Help van het
pr
interstuurprogram
ma
Deze Help biedt ondersteunende informatie over het printerstuurprogramma en instructies voor de instelling van afdrukopties. (Zie
"Help gebruiken" op pagina 38.)
Samsung-website Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung (www.samsung.com/printer) terecht voor hulp en ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
Te downloaden
so
ftware
U kunt handige software downloaden van de website van Samsung.
Sams
ung AnyWeb Print: hiermee kunnen persoonlijke gebruikers op een eenvoudige manier schermafbeeldingen van de website
maken in Windows and Macintosh (Internet Explorer, Firefox en Sa
fari). (http://solution.samsungprinter.com/personal/anywebprint)
De functies van uw nieuwe laserproduct_ 18
De functies van uw nieuwe laserproduct
Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren.
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi
effectieve uitvoer.
Uw ap
paraat kan per minuut tot 24 pagina’s van A4-formaat
en 24 pagina’s van Letter-formaat afdrukken.
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
De lade voor handmatige invoer kan worden gebruikt voor
normaal papier van diverse afmetingen, briefhoofdpapier,
enveloppen, etiketten, aangepaste afdrukmaterialen,
briefkaarten en zwaar papier.
De
lade voor 250 vellen ondersteunt normaal papier.
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien
van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). (Zie "Watermerken
gebruiken" op pagina 39.)
Posters afdrukken. De te
kst en afbeeldingen op elke pagina
van uw document worden vergroot en afgedrukt op
afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een
poster. (Zie "Posters afdrukken" op pagina 38.)
U kunt geb
ruikmaken van voorbedrukte formulieren en
normaal papier met briefhoofd. (Zie "Overlay gebruiken" op
pagina 40.)
Tijd en geld besparen
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te
besparen. (Zie "Meerdere pagina’s op één vel papier
afdrukken" op pagina 38.)
Di
t apparaat bespaart automatisch stroom door het
stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het
apparaat niet wordt gebruikt.
Als u pap
ier wilt besparen, kunt u beide zijden van het vel
bedrukken (handmatige invoer). (Zie "Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)" op pagina 39.)
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken onder de besturingssystemen van
Windows, Linux en Macintosh.
Uw ap
paraat is uitgerust met een USB-interface.
De functies van uw nieuwe laserproduct_ 19
Functies per model
Functies per model omvatten:
FUNCTIES ML-254x Series
Hi-Speed USB 2.0
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
Schermafdruk
( : Meege
leverd)
Inleiding_ 20
1.Inleiding
Dit hoodstuk biedt een overzicht van uw apparaat.
Apparaatoverzicht
Overzicht van het bedieningspaneel
Informatie over de LED
Het apparaat inschakelen
Apparaatoverzicht
Voorkant
Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
1
Documentuitvoerlade
6
Voorklep
2
Bedieningspaneel
7
Lade voor handmatige invoer
3
Handgreep op de voorklep
8
Papieruitvoersteun
4
Lade 1
9
Tonercassette
5
Handmatige invoer
Inleiding_ 21
Achterkant
Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
1
Achterklep
2
USB-poort
3
Aansluiting netsnoer
Inleiding_ 22
Overzicht van het bedieningspaneel
Dit bedieningspaneel kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van het model.
3
1
Toner-LED Toont de status van de toner. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.)
2
Status LED Toont de status van uw apparaat. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.)
3
Schermafdruk Als u op deze knop drukt, begint de groene LED te knipperen. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, laat u de
knop los wanneer de groene LED stopt met knipperen. Als u het hele scherm wilt afdrukken, laat u de knop los terwijl de
LED nog knippert.
Schermafdruk kan alleen worden gebruikt bij de besturingssystemen van Windows en Macintosh.
Deze functie kan all
een worden gebruikt bij een apparaat dat via een USB-aansluiting is aangesloten.
Bij
het maken van een afdruk van het actieve venster/het hele scherm met de knop Schermafdruk, gebruikt het
apparaat mogelijk meer toner, afhankelijk van wat wordt afgedrukt.
U kun
t deze functie alleen gebruiken als het programma Easy Printer Manager of het programma Smart Panel is
geïnstalleerd.
4
Annuleren Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies.
An
nuleert de huidige taak.
Druk
t configuratierapporten af: Houd deze knop ongeveer twee tot 5 seconden ingedrukt tot de status LED begint
te knipperen.
5
Aan/uit Met deze knop kunt u de stroom in- en uitschakelen.
Inleiding_ 23
Informatie over de LED
De kleur van de LED’s geeft de huidige status van het apparaat aan.
LED Status Beschrijving
(tonerla
mpjes)
Oranje Knipper
en
De tonercassette bevat nog een kleine
hoeveelheid toner. Geschatte
levensduur van een cassette
a
a.De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte
gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er
gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/
IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de
omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken en het type en
formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de
cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
van de
cassette is bijna bereikt. Houd een
n
ieuwe cassette klaar ter vervanging
van de oude cassette. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door
de toner te herverdelen. (Zie "Toner
herverdelen" op pagina 51.)
Aan De
tonercassette heeft de geschatte
levensduur
a
bijna bereikt. Het
verdient aanbeveling de tonercassette
te vervang
en. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
Uitgesc
hak
eld
Alle tonercassettes zijn op normale
capaciteit.
(Status-
LED)
Uitgeschakeld Het apparaat is offline.
Groen Knipper
en
Als de LED langzaam knippert,
ontvangt het apparaat gegevens van
de computer.
Als
de LED snel knippert, is het
apparaat bezig met afdrukken.
Aan He
t apparaat is online en klaar voor
gebruik.
Rood Knipper
en
Er
is een kleine storing opgetreden en
het apparaat wacht tot het probleem is
verholpen. Als het probleem is
opgelost, gaat de printer door met
afdrukken.
Aan De klep is geopend. Sluit de klep.
De
papierlade is leeg. Plaats papier in
de lade. (Zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 31.)
He
t apparaat is gestopt als gevolg van
een ersntige fout.
Oranje Aan He
t papier is vastgelopen. (Zie
"Papierstoringen verhelpen" op
pagina 52.)
Samsung raadt het gebruik van niet-originele
Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde
tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele
Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en reparaties
die vereist zijn als gevolg van het gebruik van niet-originele
Samsung-tonercassettes vallen niet onder de garantie van het
apparaat.
U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster
Samsung-printerstatus of Smart Panel. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Het apparaat inschakelen
1. Het netsnoer aansluiten.
2. Dr
uk op (aan/uit-knop) op het bedieningspaneel.
Aan de slag_ 24
2.Aan de slag
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het met USB verbonden apparaat en de software instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De hardware installeren
Meegeleverde software
Systeemvereisten
Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat
Uw printer lokaal delen
De hardware installeren
In deze sectie deel worden de stappen beschreven die u moet volgen om
de hardware te installeren, zoals toegelicht in de Beknopte
installatiehandleiding. Lees eerst de Beknopte installatiehandleiding en volg
de onderstaande stappen.
Locatie
1. Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak en stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor
luchtcircul
atie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen
van kleppen en papierladen.
Plaats het apparaat in een ruimte die
voldoende geventileerd is, maar
niet in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een
vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een
bureau of tafel.
U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m.
Raadpleeg de hoogte-instellingen voor optimaal afdrukken. (Zie
"Luchtdrukaanpassing" op pagina 29.)
Plaats het apparaat op een vlak en stabiel op
pervlak zodat het niet meer
dan 2 mm overhelt, anders verslechtert de afdrukkwaliteit.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde
artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Plaats de
tonercassette.
5. Pl
aats papier. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
6. C
ontroleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden.
7. Z
et het apparaat aan. (Zie "Het apparaat inschakelen" op pagina 23.)
Dit apparaat werkt niet wanneer het elektriciteitsnet uitvalt.
Meegeleverde software
Installeer de printersoftware nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de
computer hebt aangesloten. Als u o
nder Windows of Macintosh werkt,
installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u onder Linux
werkt, moet u de software downloaden van de website van Samsung
(www.samsung.com/printer) en installeren.
De apparaatsoftware wordt bij gelegenheid bijgewerkt, bijvoorbeeld bij
de release van een nieuw besturingssysteem. Download indien nodig
de laatste versie van de website van Samsung (www.samsung.com/
printer).
Besturing
ssysteem
Inhoud
Windows Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma
om de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy
Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en
startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk
toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Samsung-printerstatus: dit programma geeft de status
van
het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een
fout optreedt tijdens het afdrukken.
Aan de slag_ 25
Systeemvereisten
Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Microsoft
®
Windows
®
Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
Besturings
systeem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM
Vrije
HDD-ruim
te
Windows
®
2000
Intel
®
Pentium
®
II
400 MHz (Pentium
III 933 MHz)
64 MB (128 MB) 600 MB
Windows
®
XP
Intel
®
Pentium
®
III
933 MHz (Pentium
IV 1 GHz)
128 MB (256 MB) 1,5 GB
Windows
Server
®
2003
Intel
®
Pentium
®
III
933 MHz (Pentium
IV 1 GHz)
128 MB (512 MB) 1,25 GB tot
2 GB
Windows
Server
®
2008
Intel
®
Pentium
®
IV 1
GHz (Pentium IV 2
GHz)
512 MB (2 GB) 10 GB
Windows
Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3
GHz
512 MB (1 GB) 15 GB
Windows
®
7 Intel
®
Pentium
®
IV 1
GHz 32-bit of
64-bit-processor of
hoger
1 GB (2 GB) 16 GB
Onde
rsteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB
geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
D
VD-R/W-station
Windows
Se
rver
®
2008 R2
Intel
®
Pentium
®
IV 1
GHz- (x86) of 1,4
GHz- (x64)
processoren (2 GHz
of sneller)
512 MB (2 GB) 10 GB
Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle
Windows-besturingssystemen.
Geb
ruikers kunnen de software installeren als ze
beheerdersrechten hebben.
D
it apparaat is compatibel met Windows Terminal Services.
Vo
or Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist.
Macintosh
Besturing
ssysteem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM
Vrije
HDD-ruimte
Mac OS X
10.4
Intel
®
-processoren
PowerPC G4/G5
128 MB voor Mac
met PowerPC
(512 MB)
5
12 MB voor een
Mac op basis van
Intel (1 GB)
1 GB
Mac OS X
10.5
Intel
®
-processoren
8
67 MHz of
snellere Power PC
G4/G5
512 MB (1 GB) 1 GB
Mac OS X
10.6
Intel
®
-processoren
1 GB (2 GB) 1 GB
Linux
Item Vereisten
Besturingssyst
eem
Fedora 5~13 (32/64 bits)
SuSE Linux 10.1 (32 bits)
OpenSuSE
®
10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bits)
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10,
10.04 (32/64 bits)
Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64
bi
ts)
Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits)
Redhat
®
Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits)
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits)
Processor Pentium IV 2,4 GHz (IntelCore2)
RAM 512 MB (1.024 MB)
Vrije
HDD-ruimte
1 GB (2 GB)
Macintosh Pr
interstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma
om de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy
Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en
startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk
toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Linux U
nified Linux Driver: gebruik dit stuurprogramma om
de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Smart Panel: dit programma geeft de status van het
apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout
optreedt tijdens het afdrukken.
Pr
inter Settings Utility: met dit programma kunt u de
andere opties van de printer instellen vanaf het
bureaublad van uw computer.
Besturing
ssysteem
Inhoud
Besturings
systeem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM
Vrije
HDD-ruim
te
Aan de slag_ 26
Het stuurprogramma installeren voor een
USB-apparaat
Een lokale printer is een printer die via een USB-kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten.
Gebruik een USB-kabel van maximum 3 m.
Windows
U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de
aangepaste methode.
De meeste gebruikers die hun printer rechtstreeks aansluiten op hun
co
mputer gaan door met de volgende stappen. Alle onderdelen die
noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
1. Zorg
ervoor dat het apparaat met de computer is verbonden en aan
staat.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware
gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren in om het venster te
sluiten.
2. Plaats de meege
leverde cd-rom met software in het cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en
er verschijnt een
installatievenster.
Als het
installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en
vervolgens op Uitvoeren Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt
door de letter van uw cd-rom-station. Klik op OK.
Als u Wind
ows Vista, Windows 7 of Windows 2008 Server R2
gebruikt, klikt u op Start > Alle programma’s > Toebehoren >
Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, w
aarbij u "X" vervangt door de letter van uw
cd-rom-station, en klik op OK.
Als in Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het
venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren
Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en
vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster
Gebruikersaccountbeheer.
3. Selecteer
Nu installeren.
4. Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik
aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik
vervolgens op Volgende.
5. Volg
de instructies in het installatievenster.
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
a) Z
org ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
b) Se
lecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw
printerstuurprogramma > Deïnstalleren.
c) Vo
lg de instructies in het installatievenster.
d) Pl
aats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw. (Zie "Het stuurprogramma installeren
voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
Macintosh
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.
3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
4. Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X.
5. Klik op G
a door.
6. L
ees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
7. Kl
ik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst.
8. Op het computerscherm verschijn
t een waarschuwing dat alle
toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door.
9. Klik op G
a door in het paneel Gebruikersopties.
10. Klik op In
stalleer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aan
passen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
11. Voer het wachtwoord in en klik op OK.
12. N
a het installeren van de software moet u uw computer opnieuw
opstarten. Klik op Ga door met installatie.
13. N
adat de installatie is voltooid klikt u op Start opnieuw.
14. Op
en de map Programma’s > Hulpprogramma’s >
Printerconfiguratie.
Voor Ma
c OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s >
Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen.
15. Klik op Voeg toe in de Printerlijst.
Voor Ma
c OS X 10.5-10.6 klikt u op het pictogram +, waarna een
venster verschijnt.
16. Klik op Sta
ndaardkiezer en zoek de USB-verbinding.
In
Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op Standaard en zoekt u de
USB-verbinding.
17. Al
s automatisch selecteren voor Mac OS X 10.4 niet goed werkt,
selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in
Model.
Voor Ma
c OS X 10.5-10.6: als Automatisch selecteren niet goed
werkt, selecteert u Selecteer besturingsbestand… en de naam
van uw apparaat in Druk af via.
Uw apparaat verschijnt in de Prin
terlijst en wordt ingesteld als
standaardprinter.
18. Klik op Voeg t
oe.
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het
opnieuw.
Aan de slag_ 27
a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
en ingeschakeld is.
b) Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het
cd-romstation.
c) Dub
belklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
d) Dub
belklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Uninstaller OS X.
e) Voer het wachtwoord in en klik op OK.
f) Nad
at de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op OK.
Als
een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via
Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
Linux
U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung
om de apparaatsoftware te installeren
(http://www.samsung.com/printer).
Het Unified Linux-stuurprogramma installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wa
nneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Down
load het Unified Linux Driver-pakket van de website van
Samsung.
4. Klik met de rechtermuiskn
op op het Unified Linux Driver-pakket en
pak het uit.
5. Dub
belklik op cdroot > autorun.
6. Klik op Ne
xt als het welkomstvenster verschijnt.
7. Klik op Fi
nish als de installatie is voltooid.
Het installatieprogramma heeft he
t pictogram Unified Driver
Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified Driver aan
het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen ondervindt, raadpleegt
u de schermhulp die u kunt openen via het systeemmenu of vanuit het
stuurprogrammapakket van Windows-toepassingen, zoals Unified
Driver Configurator of Image Manager.
SmartPanel installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Down
load het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en
plaats het op uw computer.
4. Klik
met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket en pak het
uit.
5. Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh.
Printer Settings Utility installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wan
neer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent,
neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Down
load het pakket Printer Settings Utility vanaf de website van
Samsung.
4. Klik me
t de rechtermuisknop op het pakket Printer Settings Utility
en decomprimeer het.
5. Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh.
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het
opnieuw.
a) Zorg
ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
en ingeschakeld is.
b) Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u
"root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
install
atie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u
geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw
systeembeheerder.
c) Klik op het pictogram ond
eraan op het bureaublad. Wanneer
het venster Terminal verschijnt, typt u het volgende:
[root@localhost root]#cd /opt/Sa
msung/mfp/uninstall/
[root@localhost uninstall]#./uninstall.sh
d) Klik op Uninstall.
e) Klik op Nex
t.
f) Klik op Fi
nish.
Uw printer lokaal delen
Volg onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat de computers uw
apparaat lokaal delen.
Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is
aangesloten en met de lokale netwerkomgeving is verbonden kan de
clientcomputer die met het lokale netwerk is verbonden het gedeelde
apparaat gebruiken om af te drukken via de hostcomputer.
2
1
1
Hostcomputer Een computer die rechtstreeks met het
apparaat is verbonden via een USB-kabel.
2
Clientcomputers Computers die gebruikmaken van het
apparaat dat gedeeld wordt via de
hostcomputer.
Aan de slag_ 28
Windows
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. In W
indows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In Win
dows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In Win
dows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In Win
dows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Win
dows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
5. In W
indows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eig
enschappen van printer in het snelmenu.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
6. Sele
cteer het tabblad Delen.
7. Selecteer Op
ties voor delen wijzigen.
8. Schakel
het selectievakje voor Deze printer delen in.
9. Vul he
t veld Sharenaam in. Klik op OK.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. Selecteer Alle p
rogramma’s > Toebehoren > Windows
Verkenner.
4. Voer het IP-a
dres van de hostcomputer in op de adresbalk en druk
op Enter op uw toetsenbord.
Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en
Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het
wachtwoord van de hostcomputeraccount in.
5. Klik
met uw rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer
Verbinden
6. Klik op OK zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
7. Op
en het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken.
Macintosh
De volgende stappen gelden voor Mac OS X 10.5-10.6. Raadpleeg de
Help van Mac voor andere OS-versies.
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Ope
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Selectee
r de printer die u wilt delen in de Printerlijst.
4. Selecteer
Deel deze printer.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Ope
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Klik op het pictogra
m "+".
Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde
printer.
4. Selectee
r uw apparaat en klik op Voeg toe.
Basisinstellingen_ 29
3.Basisinstellingen
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende
hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat
instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Luchtdrukaanpassing De standaardlade en het papier instellen
Luchtdrukaanpassing
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
0
1 Hoog 3
2 Hoog 2
3 Hoog 1
4 Normaal
Voor Windows en Macintosh: Zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 45.
Voo
r Linux: Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 46.
De standaardlade en het papier instellen
U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor
uw afdruktaken.
Vanaf uw computer
Windows
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In W
indows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In Win
dows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In Win
dows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Win
dows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik
met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. Als u Wind
ows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het
teken staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de
geselecteerde printer selecteren.
5. Klik op het ta
bblad Papier.
6. Selectee
r een lade en de bijhorende opties, zoals het papierformaat
en de papiersoort.
7. Druk op OK.
Als u een speciaal papierformaat (bijv. factuurpapier) wilt
gebruiken, selecteert u Bewerken... op het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
Macintosh
Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten
de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere
instellingen willen afdrukken.
1. Ope
n een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt
afdrukken.
2. Ope
n het menu Bestand en klik op Druk af.
3. Ga na
ar het paneel Papierinvoer.
4. Ste
l de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken.
5. Ga na
ar het paneel Papier.
6. Ste
l het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd
geplaatst van waaruit u wilt afdrukken.
7. Klik op Druk af om het afdrukken te starten.
Afdrukmedia en lade_30
4.Afdrukmedia en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Afdrukmedia selecteren
De grootte van de lade aanpassen
Papier in de lade plaatsen
Afdrukken op speciale media
De papieruitvoersteun gebruiken
Afdrukmedia selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op normaal papier,
enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia die
voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen en plaats
deze in de juiste lade.
Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia
Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding voldoen
kunnen de volgende problemen veroorzaken:
Slechte afdrukkwaliteit.
Meer papierstoringen.
Versnelde slijtage van het apparaat.
Eigenschappen, zoals gewicht, samenstelling, vezel- en vochtgehalte, hebben een
grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de
keuze van afdrukmedia rekening met het volgende:
Het type, formaat en gewicht van de afdrukmedia voor uw apparaat
worden beschreven onder Specificaties van afdrukmedia. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn
voor het doel.
Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren
scherpere en levendigere afbeeldingen op.
Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal
bepaalt hoe scherp de afdrukken er op papier uitzien.
Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen, hoewel ze voldoen
aan alle hier genoemde richtlijnen toch geen bevredigende
resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste
bediening, een ongewenst temperatuur- en vochtigheidsniveau of
andere variabele omstandigheden waarover men geen controle
heeft.
Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia aanschaft,
of deze voldoen aan de vereisten die in deze
gebruikershandleiding worden vermeld en of ze voldoen aan uw
afdrukvereisten.
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties
voldoen kan problemen veroorzaken die een herstelling vereisen.
Dergelijke herstellingen zijn niet gedekt door de garantie- of
serviceovereenkomsten.
Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
Gebruik geschikte afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op speciale
media" op pagina 32.)
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van
vreemde materialen in de printen kan oververhitting veroorzaken en in
zeldzame gevallen brand.
De hoeveelheid papier die in de lade wordt gelegd kan verschillen
afhankelijk van het gebruikte type media. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Formaten van afdrukmedia die in elke modus
worden ondersteund
De grootte van de lade aanpassen
De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk
van het land waar u de printer hebt gekocht. Om het formaat te wijzigen
moet u de papiergeleiders aanpassen.
Modus Formaat Type Invoer
Enkelzijdig
afdrukken
Zie
"Specificaties
van het
afdrukmateriaal"
op pagina 65
voor informatie
over
papierformaten.
Zie
"Specificaties
van het
afdrukmateriaal"
op pagina 65
voor informatie
over
papiersoorten.
lade 1
Lade voor
handmatige
invoer
Dubbelzijdig
afdrukken
(handmatig)
a
a.alleen 75 tot 90 g/m
2
Letter, A4,
Legal, US Folio,
Oficio
Normaal papier,
gekleurd papier,
voorbedrukt
papier,
kringlooppapier,
bankpostpapier,
archiefpapier.
lade 1
1 Ondersteunende
geleider
2 Papierlengtegeleider
3 Vergrendeling van
de geleider
4 Papierbreedtegeleider
3
2
4
1
Afdrukmedia en lade_ 31
1. Houd met een hand de vergrendeling van de geleider ingedrukt en houd
met de andere hand de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider
samen. Verschuif de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider om
ze in de sleuf voor het juiste papierformaat te plaatsen.
2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar
te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst. Plaats het papier in
de papierlade.
3. Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, stelt u de ondersteunende
geleider zodanig in dat deze de stapel lichtjes raakt.
4. Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het gewenste
formaat zoals aangegeven op de bodem van de papierlade.
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van
het papier omdat het papier daardoor kan buigen.
Als u de breed
tegeleider niet aanpast kan het papier
vastlopen.
Gebruik geen papier met een krul van meer dan 6 mm.
Papier in de lade plaatsen
Lade 1
1. Trek de lade uit. Pas het formaat van de lade aan het formaat van de
geplaatste media aan. (Zie "De grootte van de lade aanpassen" op
pagina 30.)
2. Bu
ig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar
te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst.
3. Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder.
4. Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie "De standaardlade
en het papier instellen" op pagina 29).
Controleer als u problemen ondervindt met de papierinvoer of het
papier beantwoordt aan de specificaties van de afdrukmedia. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Lade voor handmatige invoer
In de lade voor handmatige invoer kunnen speciale typen en formaten
afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en
enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier
met briefhoofd of op gekleurd papier.
Tips voor het gebruik van de handmatige invoer
Als u in uw softwaretoepassing Handmatige invoer selecteert voor
Invoer, moet u op
(knop Annuleren) drukken telkens wanneer u
een pagina afdrukt. Plaats slechts é
én type, formaat en gewicht van
afdrukmateriaal tegelijk in de lade voor handmatige invoer.
Voeg tijdens het afdrukken geen papier toe. Dit zou papierstoringen
kunnen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
Plaats afdrukmaterial
en met de te bedrukken zijde naar boven en de
bovenrand eerst in de handmatige invoer en zorg ervoor dat het
materiaal in het midden van de lade ligt.
Afdrukmedia en lade_ 32
Plaats alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit.
(Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Stri
jk alle vervormingen in briefkaarten, enveloppes en etiketten glad
vooraleer u ze in de lade voor manuele invoer plaatst.
1. Plaa
ts het papier in de lade voor handmatige invoer.
De stapel papier moet onder de volgende markering
blijven:
.
Vol
g bij het afdrukken op speciale afdrukmedia de richtlijn
voor het plaatsen van afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op
speciale media" op pagina 32.)
Als vell
en overlappen bij het afdrukken vanuit de lade voor
handmatige invoer, opent u lade 1, verwijdert u de
overlappende vellen en probeert u opnieuw af te drukken.
Als het pap
ier tijdens het afdrukken niet goed wordt
ingevoerd, duwt u het handmatig naar binnen tot het
automatisch wordt ingevoerd.
2. Duw
de papierbreedtegeleiders van de lade voor handmatige invoer
naar elkaar toe en stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet
te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een
papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt.
3. Om vanu
it een toepassing af te drukken opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
4. Op
en Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
5. Selecteer het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer een passend papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken stelt u het
papiertype in op Etiketten.
6. Selecteer Handmatige invoer bij papierbron en druk vervolgens op
OK.
7. Sta
rt het afdrukken vanuit de toepassing.
Als u twee of meer pagina’s wilt afdrukken, plaatst u het volgende
vel nadat de eerste pagina is afgedrukt en drukt u op
(knop
Annuleren). Herhaal deze stap voor elke
pagina die moet worden
afgedrukt.
Afdrukken op speciale media
Onderstaande tabel toont de beschikbare speciale afdrukmedia voor elke
lade.
Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens
een vel per keer in te voeren. Controleer hoeveel vellen u maximaal in
elke lade mag plaatsen. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal"
op pagina 65.)
Types Lade 1
Lade voor
handmatige
invoer
Normaal papier
Dik papier
Dun papier
Bankpost
Kleur
Kartonpapier
Etiketten
Transparanten
Envelop
Voorbedrukt
Katoen
Kringlooppapier
Archiefpapier
( : o
ndersteund, Blanco: niet ondersteund)
De mediatypes worden getoond in de Vo
orkeursinstellingen voor
afdrukken Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat in de
lade moet worden geladen. Deze instelling verschijnt in de vervolgkeuzelijst
zodat u ze kunt selecteren. Op die manier bekomt u de beste
afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit mogelijk niet
bereikt
No
rmaal papier: Normaal papier van 60 tot 90 g/m
2
.
Di
k papier: dik papier van 90 tot 105 g/m
2
.
Du
n papier: dun papier van 60 tot 70 g/m
2
.
B
ankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m
2
.
Kl
eur: papier met gekleurde achtergrond van 75 tot 90 g/m
2
.
Ka
rtonpapier: Kartonpapier van 105 tot 163 g/m
2
.
Etiketten: etiketten van 120 tot 150 g/m
2
.
T
ransparanten: transparant van 138 tot 146 g/m
2
.
En
velop: envelop van 75 tot 90 g/m
2
.
Vo
orbedrukt:
voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/m
2
.
Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m
2
.
Kri
nglooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m
2
.
Als u kringlooppapier gebruikt, kunnen de afdrukken kreukelen.
A
rchiefpapier: 70 tot 90 g/m
2
. Selecteer deze optie als u de afdrukken
lang wilt bewaren (bijv. in uw archief).
Afdrukmedia en lade_ 33
Envelop
Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de
enveloppen.
De hoek voor de postzegel moet zich links bevinden en de kant van de
e
nvelop met de postzegelhoek moet eerst in de printer gaan en moet in het
midden van de handmatige invoer worden geplaatst.
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen
vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en
probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
1 Hendel
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
-
Gewicht.
het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan 90 g/m
2
bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
-
Ontwerp.
voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd. Ze
mogen niet meer dan 6 mm omkrullen en mogen geen lucht bevatten.
-
Probleem.
gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of beschadigd
zijn.
-
Temperatuur.
gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de druk en de
hitte die tijdens het afdrukken in het apparaat ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Ge
bruik geen afgestempelde enveloppen.
Ge
bruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate
binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
Controle
er of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat (ongeveer 170 °C). De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
Vo
or de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
D
ruk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
Transparanten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u uitsluitend
transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Als u transparanten in kleur afdrukt, zal de beeldkwaliteit minder zijn
wanneer de afdrukken op de overheadprojector worden gebruikt, dan
wanneer u ze in zwart-wit afdrukt.
De te gebruiken transparanten moeten bestand zijn tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat
hebt gehaald.
L
aat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan
stof en vuil op afzetten, wat aanleiding geeft tot vlekken bij het
afdrukken.
L
et op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten achterlaat. Dit
veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Be
scherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling
aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen.
Z
org dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken
hebben.
Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde.
Om
te vermijden dat de afgedrukte transparanten aan elkaar blijven
kleven, moet u ervoor zorgen dat ze niet op elkaar worden gestapeld
terwijl ze worden afgedrukt.
Afdrukmedia en lade_ 34
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u best
uitsluitend etiketten voor laserprinters.
Bij de keuze van etiketten moet u rekening houden met de volgende
factoren:
- Kleefsto
ffen: het kleefmiddel moet stabiel blijven bij de
fixeertemperatuur van uw apparaat (ongeveer 170 °C).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen
de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan
ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
- Krul
len: voor het afdrukken moeten de etiketten plat worden gelegd
en mogen ze niet meer dan 13 mm omkrullen.
- Pro
bleem: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
Zorg
ervoor dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal
blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens
het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook
kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
Plaats
geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
U kunt met deze printer afdrukken op briefkaarten, kaarten en andere
materialen met aangepaste formaten.
Druk niet af op materialen die smaller zijn dan 76 mm en korter dan
127 mm.
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
Pro
beer via de achterklep af te drukken (voorkant naar boven) als het
afdrukmateriaal zwaarder is dan 160 g/m
2
.
Briefhoofd/voorbedrukt papier
Eenzijdig Dubbelzijdig
Papierlade 1 Voorzijde naar beneden Voorzijde naar boven
Lade voor
handmatige
invoer
Voorzijde naar boven Voorzijde naar beneden
Briefhoofden/voorbedrukt papier moeten afgedrukt zijn met
hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen
uitstoot als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
fixeertemperatuur (170 °C) van het apparaat.
D
e inkt op het briefhoofd/voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn
en mag de printerrollen niet beschadigen.
Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een vochtbestendige
verpakking worden bewaard om aantasting tijdens de opslagperiode te
voorkomen.
Vo
or u het briefhoofd/voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u
of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces
loskomen van het voorbedrukte papier waardoor de afdrukkwaliteit
vermindert.
Foto
Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan
het apparaat beschadigen.
Glanzend
Plaats één vel tegelijk in de lade voor handmatige invoer met de
glanzende zijde naar boven.
Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (Letter) voor dit apparaat:
HP Brochure Paper (product: uitsluitend Q6611A).
Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (A4) voor dit apparaat:
alleen HP Superior Paper 160 glossy (product: Q6616A).
Afdrukmedia en lade_ 35
De papieruitvoersteun gebruiken
Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt kan het oppervlak van
de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en houd
kinderen uit de buurt.
De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de
p
apieruitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s worden
uitgelijnd. De uitvoer wordt standaard naar de uitvoerlade gestuurd. Als u de
uitvoerlade wilt gebruiken, moet de achterklep gesloten zijn.
Afdrukken_ 36
5.Afdrukken
In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Eenvoudige afdruktaken
Voorkeurinstellingen openen
Help gebruiken
Speciale kopieerfuncties gebruiken
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
Uw apparaat als standaardapparaat instellen
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Afdrukken in Macintosh
Afdrukken in Linux
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op
Windows 7.
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Uw printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
Se
lectie van afdrukstand, formaat, bron en type afdrukmedia.
Aantal exemp
laren.
U kunt bovendien verschillende special
e afdrukfuncties gebruiken. De
onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door
uw printerstuurprogramma’s worden ondersteund:
Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen een of
meerdere functies uit de tabel mogelijk niet.
Printerstuurprogramma
Functie Windows
Optie printerkwaliteit
Poster afdrukken
Meerdere pagina’s per vel
Boekjes afdrukken (handmatig)
Afdruk aan pagina aanpassen
Afdrukken vergroten en
verkleinen
Andere lade voor eerste pagina
Watermerk
Overlay
Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)
( : ondersteund)
Eenvoudige afdruktaken
Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows,
Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de
gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet
omdat het afhankelijk is van het gebruikte apparaat. Het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken bevat echter vrijwel
dezelfde eigenschappen. Controleer welke besturingssystemen
compatibel zijn met uw apparaat. Zie Compatibiliteit met
besturingssystemen onder Printerspecificaties. (Zie
"Systeemvereisten" op pagina 25.)
Al
s u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken,
of
. Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt
selecteren, maar dat dit niet
wordt aanbevolen. Het teken ( ) wil
zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de
i
nstellingen of de omgeving van het apparaat.
Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te
dru
kken vanuit verschillende Windows-toepassingen.
Eenvoudige afdruktaken in Macintosh. (Zie "Afdrukken in Macintosh"
op pagina 42.)
Eenvoudige afdruktaken in Linux. (Zie "Afdrukken in Linux" op
pagina 42.)
Het volgende scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor
Notepad in Windows 7. Uw scherm met Voorkeursinstellingen voor
afdrukken kan hiervan afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem of
van het programma dat u gebruikt.
1. Ope
n het document dat u wilt afdrukken.
2. Se
lecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken
wordt geopend.
Afdrukken_ 37
3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
De basisinstellingen voor het afdrukken, zoals het aantal exemplaren en
het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken
klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster
Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te
wijzigen. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
4. Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te
starten.
Een afdruktaak annuleren
Als de afdruktaak in de wachtrij of afdrukspooler is opgenomen, kunt u de
afdruktaak als volgt annuleren:
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In
Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In
Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In
Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Voor Win
dows 2000, XP, 2003, Vista en 2008 dubbelklikt u op uw
apparaat.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u met de
rechtermuiskno
p op het pictogram van uw printer en selecteert u
Afdruktaken weergeven in het snelmenu.
Als bij het item Afdruktaken weergeven het teken staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
4. Selecteer
Annuleren in het menu Document.
U kunt ook toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op (de knop
annuleren) op het bedieningspaneel.
Voorkeurinstellingen openen
U kunt de instellingen die u hebt geselecteerd bovenaan rechts in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken bekijken.
1. Ope
n het document dat u wilt afdrukken.
2. Kies Af
drukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt
geopend.
3. Se
lecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4. Klik op Eig
enschappen of Voorkeuren.
Voorkeurinstellingen gebruiken
Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad
Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor
toekomstig gebruik.
Volg deze stappen om een Voo
raf ingest.-item op te slaan.
1. Stel
op elk tabblad de gewenste instellingen in.
2. T
yp in het invoervak Vooraf ingest een naam voor deze instellingen.
Afdrukken_ 38
3. Klik op (Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf
ingest, wo
rden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen
worden toegevoegd aan de voorinstell
ingen die u hebt opgegeven.
Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om
afdrukken te maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de
opgeslagen instellingen verwijderen door deze te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te klikken op
(Wissen).
U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook
he
rstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
Speciale kopieerfuncties gebruiken
Speciale afdrukeigenschappen zijn onder meer:
"Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken" op pagina 38.
"Posters afdrukken" op pagina 38.
"Boekjes afdrukken (handmatig)" op pagina 38.
"Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)" op pagina 39.
"Het afdrukpercentage van uw do
cument wijzigen" op pagina 39.
"Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen" op
pagina 39.
"Watermerken gebruiken" op pagina 39.
"Overlay gebruiken" op pagina 40.
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u
meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de
door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s
afdrukken.
1. Als u
de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Basis en selecteer Meerdere pagina’s per vel in de
vervolgkeuzelijst Type.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u
per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16).
4. Selectee
r indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde.
5. Als
u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u
Paginakaders afdrukken.
6. Klik op het ta
bblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
7. Klik op OK of Afdr
ukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Posters afdrukken
Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9
of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt kleven om er zo
een poster van te maken.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Basis en selecteer Poster afdrukken in de
vervolgkeuzelijst Type.
3. Se
lecteer de gewenste paginaopmaak.
Specificatie van de paginaopmaak:
Poste
r 2x2: het document wordt vergroot en wordt over 4 pagina’s
verdeeld.
Poste
r 3x3: het document wordt vergroot en wordt over 9 pagina’s
verdeeld.
Poster 4x4: het document wordt vergroot en wordt over 16 pagina’s
verdeeld.
4. Se
lecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in
millimeters of inches door de radioknop bovenaan rechts in het tabblad
Basis in te schakelen om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen
kleven.
5. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
6. Klik op OK of Afdru
kken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
7. U
kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te kleven.
Boekjes afdrukken (handmatig)
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier
afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte
papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Als u een boekje wilt maken moet u afdrukken op afdrukmateriaal van
het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
8
9
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Basis en selecteer Boekje afdrukken in de
vervolgkeuzelijst Type.
Afdrukken_ 39
3. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle
papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten beschikbaar
zijn voor deze functie selecteert u het beschikbare papierformaat
in de optie Formaat van het tabblad Papier.
Als u een onbeschikbare optie voor pa
pier of boekje selecteert,
wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Het papier
zonder
or -markering is het beschikbare papier.
4. Klik op OK of Afdr
ukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
5. Vervolge
ns kunt u de pagina’s vouwen en nieten.
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt
moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt deze
functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of
Oficio. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Wij raden aan om niet af te drukken op beide zijden van speciale
afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Het kan
een papierstoring veroorzaken of het apparaat beschadigen.
De fu
nctie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) is alleen
beschikbaar als u afdrukt vanuit lade 1.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het ta
bblad Geavanceerd.
3. Selecteer
in de sectie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) de
gewenste bindoptie.
Ge
en
La
nge zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor
boekbinden.
Korte zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor kalenders.
4. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
5. Klik op OK of Afdr
ukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Als uw printer geen eenheid voor dubbelzijdig afdrukken heeft, moet u
de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere
pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw
computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te
voltooien.
Het afdrukpercentage van uw document wijzigen
U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner
wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Papier.
3. Geef in het invoervak Percentage de schaa
lfactor op.
U kunt ook op de pijl-omaag/pijl-omho
og te klikken om de schaalfactor
te selecteren.
4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.
5. Klik op OK of Afdru
kken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Een document aan een bepaald papierformaat
aanpassen
Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst
papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als
u de details van een klein document wilt bekijken.
A
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Kl
ik op het tabblad Papier.
3. Se
lecteer het gewenste papierformaat in Aanpassen aan
papierformaat.
4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.
5. Klik op OK of Afdru
kken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Watermerken gebruiken
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand
document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT"
of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s
afdrukken.
Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat
worden meegeleverd. Ze kunnen worden aangepast of u kunt er nieuwe
aan de lijst toevoegen.
Afdrukken_ 40
Een bestaand watermerk gebruiken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op he
t tabblad Geavanceerd en selecteer het gewenste
watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het geselecteerde
watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld.
3. Klik o
p OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Een watermerk maken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Sele
cteer het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken fin de
keuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt
geopend.
3. Voer tekst in het vak Te
kst watermerk in. U kunt tot 256 tekens
invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Als u het selectievakje A
lleen eerste pagina inschakelt, wordt het
watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.
4. Watermerkopties selecteren.
U kunt de naam, stijl, grootte en
grijswaarde van het lettertype
selecteren in de sectie Tekenstijl en de hoek van het watermerk
instellen in de sectie Hoek watermerk.
5. Klik op T
oevoegen om een nieuw watermerk aan de lijst Huidige
watermerken toe te voegen.
6. Na de bewerking klikt u op OK of Afdrukken tot het venster
Afdrukken wordt afgesloten.
Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u Geen in
de
vervolgkeuzelijst Watermerk.
Een watermerk bewerken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op he
t tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
3. Selecteer in het
vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt
bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
4. Klik op W
ijzigen als u de wijzigingen op wilt slaan.
5. Klik op OK of
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
Een watermerk verwijderen
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op he
t tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
3. Selecteer in het
vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt
verwijderen en klik op de knop Wissen.
4. Klik op OK of
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
Overlay gebruiken
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de
computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een
willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak
gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met een
briefhoofd. In plaats van een voorbedrukt briefhoofd kunt u een overlay
samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het
briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt
briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt gewoon de overlay
met het briefhoofd af op uw document.
Een nieuwe paginaoverlay maken
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken moet u een nieuwe
paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding.
1. Ma
ak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de
overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies
op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.
2. Ga na
ar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het
document als een overlay wilt opslaan. (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
3. Klik op het ta
bblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken wordt
geopend.
4. Klik in het venster Ove
rlay bewerken op Maken.
5. Typ
een naam van maximaal acht tekens in het vak Bestandsnaam
in het venster Opslaan als. Selecteer indien nodig de map waarin u
het overlaybestand wilt opslaan. (De standaardinstelling is
C:\Formover.)
6. Klik op Op
slaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
7. Klik op OK of Afdr
ukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
8. Het bestan
d wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste
schijf van uw computer.
Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat
van het document dat u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay
met een watermerk.
Een paginaoverlay gebruiken
Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden
afgedrukt. Dit doet u als volgt:
1. Ma
ak of open het document dat u wilt afdrukken.
2. Als u
de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Selectee
r de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
5. Als
het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst Tekst
staat, selecteert u Bewerken in de lijst en klikt u op Laden.
Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt
opg
eslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
Openen.
Afdrukken_ 41
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand
verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt.
Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays.
6. Schakel
indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor
afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens
als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster
waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw
document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is
gese
lecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw
document.
7. Klik op OK of
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die
van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Een paginaoverlay verwijderen
Paginaoverlays die u niet meer gebruikt kunt u verwijderen.
1. Klik in he
t venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het
tabblad Geavanceerd.
2. Selecteer Be
werken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
3. Selecteer in het vak
Overzicht overlays de overlay die u wilt
verwijderen.
4. Klik op Wissen.
5. Als er
een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt
gevraagd, klikt u op Ja.
6. Klik op OK of
Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het
printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom
raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te
wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in
het printerstuurprogramma.
1. Klik op het me
nu Start in Windows.
2. In
Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In
Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In
Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik me
t de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. Als u
Windows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voo
rkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de
geselecteerde printer selecteren.
5. Wij
zig de instellingen op elk tabblad.
6. Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
Uw apparaat als standaardapparaat instellen
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Wi
ndows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In
Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In
Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In
Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Selecteer uw apparaat.
4. Kl
ik met de rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2
Als bij het item Als s
tandaardprinter instellen het teken staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in.
2. Klik op Afdrukken
3. Vo
er het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand
automatisch opgeslagen in Mijn documenten.
Afdrukken_ 42
Afdrukken in Macintosh
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u
gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1. Ope
n het af te drukken document.
2. Ope
n het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in een aantal toepassingen).
3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg
ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4. Ope
n het menu Bestand en klik op Druk af.
5. Kies he
t aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.
6. Klik op Druk af.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af i
n het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende.
Afdrukken meerdere pagina's op één blad
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1. Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
2. Selecteer
Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u op één vel
papier wilt afdrukken.
3. Kies de and
ere te gebruiken opties.
4. Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
Dit betekent dat de functie
s niet worden ondersteund.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze
toepassingen afdrukken.
1. Ope
n een toepassing en selecteer Print uit het menu File.
2. Selecteer rechtstreeks Print via
lpr.
3. In he
t venster LPR GUI selecteert u uw model in de lijst met printers en
klikt u op Properties.
4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de
volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen.
General: met deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de
afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig
afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het
einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk
niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief
kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken
voor het afdrukken van even en oneven pagina's.
Afdrukken_ 43
Text: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen,
zoals regelafstand en kolommen.
Graphics: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken
van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte
of positie van de afbeelding.
Ad
vanced: Met deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer
en speciale afdrukfuncties instellen.
Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund.
5. Klik op Apply om
de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Properties.
6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.
7. Het ve
nster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak
kunt controleren.
Klik op Can
cel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de
standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U
werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks
beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1. Typ lp
r <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en
druk op Enter. Het venster LPR GUI verschijnt.
Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster
Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en
klik op Open.
2. In
het venster LPR GUI selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de
eigenschappen van de afdruktaak.
3. Klik op OK om het afdrukken te starten.
Printereigenschappen configureren
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1. Ope
n Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Prin
ters configuration.
2. Selectee
r uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
3. Het ve
nster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
Ge
neral: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De
naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst
in Printers configuration.
Connection: hiermee kunt u een andere poort bekijken of
selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of
omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op
dit tabblad opnieuw configureren.
Driver
: hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken
of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het
apparaat wilt instellen.
Job
s: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel
job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder
opgegeven afdruktaken.
Cla
sses: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op
Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde
klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt
verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4. Klik op OK om de wij
zigingen toe te passen en sluit het venster Printer
Properties.
Beheerprogramma’s_ 44
6.Beheerprogramma’s
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Introductie van handige beheerprogramma’s
Samsung AnyWeb Print gebruiken
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Samsung-printerstatus gebruiken
Smart Panel gebruiken
Werken met Unified Linux Driver Configurator
Introductie van handige beheerprogramma’s
De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een
gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken.
"Samsung AnyWeb Print gebruiken" op pagina 44.
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 44.
"Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 45
"Smart Panel gebruiken" op pagina 46
"Werken met Unified Linux Driver Configurator" op pagina 46
Samsung AnyWeb Print gebruiken
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en
Macintosh-besturingssystemen.
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen een schermopname of
afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier
dan in het gebruikelijke programma.
Openen van het programma:
Voor Windows: Selecteer Start > Alle programma's > Samsung
Printers > Samsung AnyWeb Print > Download de nieuwste versie.
Voor Macintosh: Open de map Programma’s > Samsung >
Samsung AnyWeb Print.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en
Macintosh-besturingssystemen.
Voor Samsung Easy Pri
nter Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
p
rinterinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw
Samsung-printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende
interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een
interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee
interfaces is eenvoudig: klik gewoon op de knop
.
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voo
r Windows: Kies Start > Programma's of Alle Programma's >
Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung
Easy Printer Manager.
Vo
or Macintosh: Open de map Programma's > Samsung >
Samsung Easy Printer Manager
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende
kad
ers die in de onderstaande tabel worden beschreven:
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
1
Printerlijst In de printerlijst worden pictogrammen weergegeven
van de printers die op uw computer zijn
geïnstalleerd.
2
Printerinfor
matie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals
de naam van het printermodel, het IP-adres (of
poortnummer) en de printerstatus.
Knop Handleiding: Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het desbetreffende
deel in de gebruikershandleiding gaan.
Beheerprogramma’s_ 45
Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) in de rechterbovenhoek
van het venster en de optie waa
rover u meer wilt weten.
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder
van de apparaten.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling,
emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen.
Waarschuwingsinstellingen (alleen voor Windows)
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over
fouten en storingen.
Pr
interwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot
wanneer waarschuwingen ontvangen worden.
E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het
ontvangen van waarschuwingen via e-mail.
Ov
erzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met
betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de
toner.
Informatie over Easy Capture Manager
Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de
toets Scherm afdrukken op het toetsenbord te drukken. U kunt nu
gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken.
Samsung-printerstatus gebruiken
Alleen beschikbaar voor gebruikers met
Windows-besturingssystemen.
Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel z
ijn met uw
apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer
controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout
controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Vo
orkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Picto
gram
beteke
nt
Omschrijving
Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn
geen fouten of waarschuwingen.
Waarsch
uwing
Het apparaat is in een toestand waarin er in de
toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld
als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden
tot de toner-leegstatus.
Fout Er is minstens één fout in het apparaat.
1
Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en
het aantal tonercassette(s) in het
bovenstaande venster kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle
apparaten beschikken over deze functie.
2
Waarschuw.inste
lling
Selecteer de gewenste instellingen in het
venster Opties.
3
Artikelen
bestellen
U kunt online reservetonercassette(s)
bestellen.
4
Probleemoplossi
ng
U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
5
Sluiten Sluit het venster.
3
Programma
-informatie
Bevat koppelingen voor overschakelen naar
geavanceerde instellingen, voorkeursinstellingen,
hulp en informatie over het programma.
Met de knop kunt u de interface wijzigen
in de interface voor gevorderde gebruikers.
4
Snelkoppel
ingen
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar
toepassingen in de geavanceerde instellingen.
5
Inhoud Toont informatie over de geselecteerde printer, het
niveau van de toner en het papier. De informatie
wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle
apparaten beschikken over deze functie.
6
Benodigdh
eden
bestellen
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om
verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online
reservetonercassette(s) bestellen.
Beheerprogramma’s_ 46
Smart Panel gebruiken
Alleen beschikbaar voor gebruikers met
Linux-besturingssystemen.
Het ve
nster Smart Panel en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel z
ijn met uw
apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)
Smart Panel is een programma waarmee de status van het apparaat wordt
b
ewaakt. U kunt de status bekijken en de apparaatinstellingen aanpassen.
U kunt Smart Panel downloaden van de website van Samsung. (Zie
"SmartPanel installeren" op pagina 27.)
Overzicht Smart Panel
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout controleren in
Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig starten.
Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram (
) in het berichtenkader.
1
Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het
aantal tonercassette(s) in het bovenstaande
venster kunnen verschillen afhankelijk van de
gebruikte printer. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
2
Buy Now
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
3
User’s Guide U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
Deze knop verandert in Troubleshooting
Guide als er een fout optreedt. U kunt
direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
4
Printer Setting U kunt diverse apparaatinstellingen
configureren in het venster Printer Settings
Utility. Niet alle apparaten beschikken over
deze functie.
Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Smart Panel en selecteer
Smart Panel configureren. Selecteer de gewenste instellingen in het
venster Smart Panel configureren.
Werken met Unified Linux Driver Configurator
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk
bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver
installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken. (Zie "Het
Unified Linux-stuurprogramma installeren" op pagina 27.)
Na de installatie van
het stuurprogramma op uw Linux-systeem wordt
automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw
bureaublad geplaatst.
Unified Driver Configurator openen
1. Dubbelklik op pictogram voor Unified Driver Configurator op het
bureaublad.
U kunt ook op het pictogram Startup kl
ikken en Samsung Unified
Driver > Unified Driver Configurator selecteren.
2. Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het
overeenkomstige configuratievenster.
1 Printers
configuration
2 Ports
Configuration
Klik op Help voor schermhulp.
3. Bre
ng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified
Driver Configurator te sluiten.
Beheerprogramma’s_ 47
Printers configuration
Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes.
Tabblad Printers
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Linux
Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn
geconfigureerd.
1
Schakelt over naar Printers configuration.
2
Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
3
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw
apparaat weergegeven.
De besturingsknoppen van de printer zijn:
Refre
sh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten.
Add Printer
: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
Rem
ove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat.
Set as Default: hiermee stelt u het huidige apparaat in als
sta
ndaardapparaat.
Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
Te
st: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of
de printer goed werkt.
Properties: hiermee kunt u eigenschappen van de printer
weergeven en wijzigen.
Tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen
weergegeven.
1
Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.
2
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten
in de klasse aan.
Refresh: de lijst met klassen vernieuwen.
Add Cla
ss: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen.
Remo
ve Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde
apparaatklasse.
Beheerprogramma’s_ 48
Ports configuration
In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status
van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een
afgebroken taak.
1
Schakelt over naar Ports configuration.
2
Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer.
3
Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer.
Refresh: hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen.
Release port: hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven.
Onderhoud_ 49
7.Onderhoud
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Een configuratierapport afdrukken
Een apparaat reinigen
De tonercassette bewaren
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
Een configuratierapport afdrukken
U kunt een configuratiepagina afdrukken om de huidige printerinstellingen
te bekijken of problemen met de printer op te lossen.
Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren) ongeveer 2 tot 5
seconden ingedrukt.
De configuratiepagina wordt afgedrukt.
Een apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat
in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de
levensduur van uw apparaat te verlengen.
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen
die veel alcohol, oplosmiddel of andere agressieve substanties
bevatten kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Als e
r toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is
terecht gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een
zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger
gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk
voor u zijn.
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije
doek. U kunt de doek bevochtigen met een beetje water, maar let erop dat
er geen water op of in het apparaat terechtkomt.
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en
stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen
kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het
apparaat te reinigen.
1. Sch
akel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
tot het apparaat is afgekoeld.
2. Ope
n de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Plaats de
tonercassette op een schoon, vlak oppervlak.
Om schade aan de tonercassette te voorkomen moet u ervoor
zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt
blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een
stuk papier.
Raak de gro
ene onderkant van de tonercassette niet aan.
Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde
niet hoeft aan te raken.
3. Ve
rwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en
gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat de
transportrol onder de tonercassette of andere onderdelen binnenin
niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of
verdunner, om te reinigen. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief
beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
Onderhoud_ 50
4. Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat (LSU)
in het apparaat om te zien of er vuil aan blijft zitten.
5. Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep.
6. Ste
ek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan de aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt,
i
n het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden
geregeld. Haal de tonercassette pas uit zijn originele, ongeopende
verpakkking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de
originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de
cassette bedekken met papier en moet u de cassette bewaren in een
donkere kast.
Als u de verpakking van de cassette opent voordat u de cassette gebruikt,
n
emen de gebruiksduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk af.
Bewaar de cassette niet op de grond. Als de tonercassette uit de printer
wordt verwijderd, moet de cassette altijd worden bewaard:
In
de beschermhoes van de originele verpakking.
Ligg
end (niet rechtopstaand), met dezelfde kant naar boven als
wanneer de cassette in de printer zit.
Bewaar
verbruiksartikelen niet:
- in tempera
turen boven 40 C,
- Luch
tvochtigheid van minder dan 20% of meer dan 80%,
- in ee
n omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen,
- in direct zon- of kunstlicht,
- op stoffig
e plaatsen,
- in ee
n auto gedurende een lange periode,
- in ee
n omgeving met corrosieve dampen,
- in een omgeving met zilte lucht.
Instructies voor het hanteren van cassettes
Raak het oppervlak van de lichtgevoelige drum in de cassette niet aan.
Ste
l de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
Draai
de drum nooit handmatig, vooral niet in de omgekeerde richting,
want hierdoor kan de cassette binnenin worden beschadigd en gaan
lekken.
Gebruik van tonercassettes van andere merken dan
Samsung en bijgevulde tonercassettes
Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Samsung in uw
printer wordt door Samsung Electronics niet aangeraden noch
goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor generieke, bijgevulde of gereviseerde
tonercassettes, alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die veroorzaakt is door het gebruik van een bijgevulde of gereviseerde
tonercassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte gebruiksduur van een tonercassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die nodig is voor uw afdruktaken. Het eigenlijke aantal
afdrukken kan verschillen afhankelijk van de afdrukdichtheid, de
omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat
van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, ligt
het tonerverbruik hoog en moet u de cassette sneller vervangen.
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn
kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat
waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit
kan verslechteren.
Al
s u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee
mensen het apparaat goed vasthouden.
Problemen oplossen_ 51
8.Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Toner herverdelen
Tips om papierkrulling te vermijden
Tips om papierstoringen te voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Andere problemen oplossen
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
Verschijn
en er witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk.
De
-LED knippert oranje.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit ti
jdelijk verbeteren door de resterende
toner in de tonercassette te herverdelen. Soms blijven die witte strepen of
lichtere gebieden voorkomen, zelfs nadat de toner is herverdeeld.
1. Ope
n de voorklep.
2. Verwijd
er de tonercassette.
3. Rol de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig te
verdelen.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met
een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water
gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem
de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft
aan te raken.
4. Houd
de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette
voorzichtig in de opening van het apparaat.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende
groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze
vastklikt.
5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Tips om papierkrulling te vermijden
1. Open de achterklep.
2. D
uw de hendel aan weerskanten naar beneden.
1 Hendel
Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend.
Doe dit enkel als de afdruk meer dan 20 mm omgekruld is.
Problemen oplossen_ 52
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type
afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een
papierstoring optreedt.
Zorg
ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld. (Zie
"Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
Plaats niet te ve
el papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven
de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Buig he
t papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voor u
het in de lade plaatst.
Geb
ruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
Plaats
geen verschillende soorten papier in een lade.
Geb
ruik alleen aanbevolen afdrukmedia.
Zorg
ervoor dat het papier in de lade ligt met de te bedrukken zijde naar
onder of in de lade voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde
naar boven.
Papierstoringen verhelpen
Als het papier vastloopt, licht de -LED op het bedieningspaneel oranje
op. Zoek en verwijder het vastgelopen papier.
Om door te gaan met afdrukken na het verwijderen van vastgelopen papier,
moet u de voorklep openen en vervolgens weer sluiten.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om
te voorkomen dat het scheurt. Volg de aanwijzingen in de volgende
hoofdstukken om de papierstoring te verhelpen.
In de papierlade
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier wordt automatisch uitgevoerd.
Als het papier niet uit het apparaat komt, gaat u door met de volgende
stap.
2. O
pen de lade.
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn
naar buiten te trekken.
Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te
zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de
tonercassette. (Zie "Binnen in het apparaat" op pagina 53.)
4. Sch
uif de lade terug in het apparaat totdat deze vastklikt. De printer gaat
automatisch door met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
In de lade voor handmatige invoer
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
1. Als het papier niet op de juiste wijze wordt ingevoerd, trekt u het uit het
apparaat.
2. Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Problemen oplossen_ 53
Binnen in het apparaat
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u
papier uit het apparaat verwijdert.
1. Als de uitvoersteunlade geopend is, sluit u deze eerst.
2. Ope
n de klep aan de voorzijde en trek de tonercassette naar buiten door
ze voorzichtig naar beneden te drukken.
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn
naar buiten te trekken.
4. Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde. De
printer gaat automatisch door met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
In het uitvoergebied
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier wordt automatisch uitgevoerd.
Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet.
2. T
rek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand
ondervindt wanneer u eraan trekt, en ga door met de volgende stap.
3. Open de achterklep.
4. D
uw de hendels naar beneden en verwijder het papier.
Zet de hendels terug in de oorspronkelijke positie.
2
1
1 Hendel
Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet.
5. D
uw de hendels van de fixeereenheid naar beneden en verwijder het
papier.
Zet de hendels terug in de oorspronkelijke stand.
1
2
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig
wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
6. Sluit de achterklep.
Problemen oplossen_ 54
7. Open en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door
met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Andere problemen oplossen
In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen met
de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde
tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Stroomproblemen
Klik op deze koppeling om een animatie over stroomproblemen te
bekijken.
Probleem Voorgestelde oplossingen
Het apparaat
krijgt geen
stroom,
of de
ver
bindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is niet
goed
aangesloten.
Ste
ek het netsnoer in en druk op (Aan/Uit)
op het bedieningspaneel.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit
hem opnieuw aan.
Problemen met papierinvoer
Probleem Voorgestelde oplossingen
Papier loopt vast
tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier. (Zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.)
Papier kleeft aan
elkaar.
Controleer de maximale papiercapaciteit van
de lade. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Zo
rg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
(Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Haa
l het papier uit de lade en buig het of
waaier het uit.
In
vochtige omstandigheden kunnen
bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven
kleven.
Invoerprobleem met
een aantal vellen
tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in
de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier
van dezelfde soort en hetzelfde formaat en
gewicht.
Afdrukpapier wordt
ni
et ingevoerd.
Verwijder eventuele vastgelopen papier in het
apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade
geplaatst. Verwijder het papier en plaats het
op de juiste manier in de lade.
Er l
igt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat
aan de specificaties van het apparaat voldoet.
(Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Het papier blijft
vastlop
en.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier. Gebruik de lade voor
handmatige invoer als u op speciaal materiaal
afdrukt.
U geb
ruikt een verkeerde papiersoort.
Gebruik alleen papier dat aan de specificaties
van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties
van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Er
zitten mogelijk materiaalresten in het
apparaat. Open de voorklep en verwijder de
resten.
Transparanten
kle
ven aan elkaar in
de
papieruitvoerlade.
Gebruik alleen transparanten die speciaal voor
laserprinters zijn bedoeld. Verwijder elke
transparant zodra het is uitgevoerd.
Enveloppen trekken
sch
eef of worden
niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten
van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten
de envelop net raken).
Problemen oplossen_ 55
Afdrukproblemen
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Het apparaat
drukt niet af.
Het apparaat krijgt
geen stroom.
Controleer of het netsnoer is
aangesloten.
Het apparaat is niet
als
standaardprinter
geselecteerd.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de
voorklep.
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op
pagina 52.)
De papierlade is leeg. Plaats papier. (Zie "Papier in de
lade plaatsen" op pagina 31.)
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de
tonercassette.
Neem contact op met de serviceafdeling als er een
systeemfout optreedt.
De
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is niet
goed aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en
sluit hem opnieuw aan.
De
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is
mogelijk defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op
een andere computer die naar
behoren werkt en druk een document
af. U kunt ook proberen om een
andere kabel voor uw apparaat te
gebruiken.
De poortinstelling
is verkeerd.
Controleer de printerinstellingen in
Windows om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort wordt
gestuurd. Als uw computer meerdere
poorten heeft controleert u of het
apparaat op de juiste poort is
aangesloten.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de
Voorkeursinstellingen
voor afdrukken
om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
Het
printerstuurprogra
mma is mogelijk
niet goed
geïnstalleerd.
Herstel de apparaatsoftware. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een
USB-apparaat" op pagina 26.)
Het apparaat werkt
niet goed.
Controleer of de LED’s op het
bedieningspaneel een systeemfout
aangeven. Neem contact op met
een medewerker van de
klantenservice.
U kunt een foutbericht ook
controleren vanuit Smart Panel op
uw computer.
Het apparaat
drukt niet af.
Het document is zo
groot dat er
onvoldoende
ruimte is op de
harde schijf van de
computer om
toegang te krijgen
tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte vrij op de harde
schijf en druk het document opnieuw
af.
De uitvoerlade is
vol.
De uitvoerlade kan tot 80 vellen
normaal papier bevatten. Wanneer het
papier uit de uitvoerlade is verwijderd,
gaat het apparaat door met afdrukken.
Het apparaat
haalt papier uit
de verkeerde
invoerbron.
De papieroptie die
in de
Voorkeursinstelli
ngen voor
afdrukken
is
geselecteerd is
mogelijk onjuist.
In veel softwaretoepassingen kan de
lade worden geselecteerd op het
tabblad Papier in de
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken
Selecteer de juiste
papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
Een afdruktaak
wordt uiterst
langzaam
afgedrukt.
De afdruktaak is
mogelijk zeer
complex.
Maak de pagina minder complex of
wijzig de instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
De helft van de
pagina is leeg.
De afdrukstand
werd mogelijk
verkeerd ingesteld.
Wijzig de afdrukstand in het
desbetreffende programma.
Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma.
Het ingestelde
papierformaat
stemt niet overeen
met het formaat
van het papier in
de lade.
Controleer of het papierformaat dat is
ingesteld in het
printerstuurprogramma overeenstemt
met het papier in de papierlade.
Controleer of het papierformaat dat is
ingesteld in het
printerstuurprogramma overeenstemt
met het papier dat is geselecteerd in
het programma dat u gebruikt.
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 56
Het apparaat
drukt wel af,
maar de tekst is
niet correct,
vervormd of
niet compleet.
De kabel van het
apparaat zit los of
is defect.
Maak de kabel van het apparaat los en
sluit hem opnieuw aan. Druk een
document af dat u eerder wel correct
hebt kunnen afdrukken. Sluit kabel en
apparaat indien mogelijk aan op een
andere computer en druk een
document af dat u eerder wel correct
hebt kunnen afdrukken. Als dit alles
niet helpt, probeert u een nieuwe
printerkabel.
Het verkeerde
printerstuurprogra
mma is
geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de
toepassing of u de juiste printer hebt
geselecteerd.
De
softwaretoepassin
g werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken
vanuit een andere toepassing.
Het
besturingssysteem
werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer
opnieuw op. Schakel het apparaat uit
en weer in.
Er worden
blanco pagina’s
"afgedrukt".
De tonercassette is
leeg of
beschadigd.
Herverdeel de toner indien nodig.
Vervang indien nodig de
tonercassette.
Het bestand bevat
mogelijk blanco
pagina’s.
Controleer of het bestand blanco
pagina’s bevat.
Er is mogelijk een
onderdeel van het
apparaat defect
(bijvoorbeeld de
controller of het
moederbord).
Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Het apparaat
drukt het
PDF-bestand
niet juist af.
Sommige delen
van
afbeeldingen,
tekst of
illustraties
ontbreken.
Incompatibiliteit
tussen het
PDF-bestand en
de
Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt
door het PDF-bestand af te drukken
als een afbeelding. Schakel
Afdrukken als afbeelding
uit de
afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als
afbeelding afdrukken neemt
meer tijd in beslag.
De foto’s
worden niet
goed afgedrukt.
De
afbeeldingen
zijn niet
duidelijk.
De resolutie van de
foto is erg laag.
Maak de foto kleiner. Als u de foto in
de softwaretoepassing vergroot,
vermindert de resolutie.
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Er komt voor
het afdrukken
stoom uit het
apparaat ter
hoogte van de
uitvoerlade.
Het gebruik van
geperforeerd
papier kan
aanleiding geven
tot de verspreiding
van dampen
tijdens het
afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door
met afdrukken.
Het apparaat
drukt geen
speciaal papier
zoals
rekeningpapier
af.
Papierformaat en
papierformaatinstel
ling komen niet
overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder
Bewerken...
op het tabblad
Papier
in
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken
(Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 57
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan
leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande
tabel om het probleem te verhelpen.
Probleem Voorgestelde oplossingen
Lichte of vage
afdrukken
Als u een verticale witte strook of vaag
gedeelte op de afdruk ziet is de toner bijna
op. Door de resterende toner over de
cassette te verdelen kunt u er waarschijnlijk
nog een aantal afdrukken mee maken. (Zie
"Toner herverdelen" op pagina 51.) Als de
afdrukkwaliteit hierdoor niet ve
rbetert, moet u
een nieuwe tonercassette plaatsen.
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
papierspecificaties. Het papier kan
bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Als de
hele pagina te licht is, is de
afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het
apparaat in de tonerspaarstand. Wijzig de
afdrukresolutie en schakel de
tonerspaarstand uit. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma.
Ee
n combinatie van vage plekken en vegen
kan erop wijzen dat de tonercassette
gereinigd moet worden. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
He
t oppervlak van het LSU-gedeelte in het
apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
De bovenste helft
van
het papier is
lichter bedrukt dan
de rest van het
papier
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
Wijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw.
Geef Voorkeursinstellingen voor
afdrukken weer, klik op het tabblad Papier
en stel het type in op Kringlooppapier.
Tonervlekken
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te
vochtig of te ruw zijn. (Zie "Specificaties van
het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
De
transportrol is mogelijk vuil. Reinig de
binnenkant van het apparaat. Neem contact
op met een medewerker van de
klantenservice.
He
t papierpad is mogelijk aan een
reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Onregelmatigheden
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbC
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans
ronde, plekken verschijnen:
Er zit
mogelijk een slecht vel tussen het
papier. Druk het document opnieuw af.
Het vochtgehalte van het papier is niet op
alle plaatsen gelijk of het papier bevat
vochtplekken. Probeer papier van een ander
merk. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
D
e hele partij papier is niet in orde.
Problemen tijdens de productie kunnen ertoe
leiden dat sommige delen toner afstoten.
Probeer een ander soort of merk papier.
W
ijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken,
klik op het tabblad Papier en stel het type in
op Dik papier. (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
Al
s het probleem hiermee niet kan worden
opgelost neemt u contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Witte vlekken
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
H
et papier is te ruw en er valt veel vuil vanaf
het papier op de interne onderdelen van het
apparaat waardoor de rol vuil kan zijn.
Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
H
et papierpad is mogelijk aan een
reinigingsbeurt toe. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
Verticale strepen
Als de pagina zwarte verticale strepen vertoont:
Er zitte
n mogelijk krassen op het oppervlak
(drumgedeelte) van de tonercassette.
Verwijder de tonercassette en plaats een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 62.)
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
H
et oppervlak van het LSU-gedeelte in het
apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
Zwarte
achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt
gebruikt (grijze achtergrond):
Geb
ruik papier met een kleiner gewicht. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
C
ontroleer de omgevingsvoorwaarden:
bijzonder droge omstandigheden of een
hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV)
kunnen aanleiding geven tot een grijzere
achtergrond.
Ve
rwijder de oude tonercassette en plaats
een nieuwe. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
Probleem Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 58
Tonervegen Als er tonervlakken op de pagina verschijnen:
Rein
ig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
Controle
er de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Verwijd
er de tonercassette en installeer een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 62.)
Verticaal
teru
gkerende
afwijkingen
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke
intervallen afwijkingen vertoont:
De tonercassette is
mogelijk defect. Als u
nog steeds dezelfde problemen ondervindt,
verwijdert u de tonercassette en plaatst u
een nieuwe. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
Er
zit mogelijk toner op sommige onderdelen
van het apparaat. Als de afwijkingen zich op
de achterkant van de pagina bevinden zal
het probleem waarschijnlijk na enkele
pagina’s vanzelf verdwijnen.
De fixeeree
nheid kan beschadigd zijn. Neem
contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Schaduwvlekken
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door
kleine hoeveelheden toner die willekeurig
verspreid op de afdruk voorkomen.
Misschien is het papier te vochtig. Probeer af
te drukken op papier van een andere partij.
Maak een pak papier pas open op het
moment dat u het gaat gebruiken zodat het
papier niet te veel vocht opneemt.
Wij
zig de afdruklay-out als er
schaduwvlekken verschijnen op een envelop
om te voorkomen dat er wordt afgedrukt op
een gebied met overlappende naden aan de
rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen
veroorzaken.
Als het ge
hele oppervlak van een afgedrukte
pagina wordt bedekt met schaduwvlekken
kiest u een andere afdrukresolutie in het
softwareprogramma of in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken
(Zie "Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37
.)
Probleem Voorgestelde oplossingen
Er blijven
tonerdeeltjes
hangen rond
vetgedrukte tekens
of donkere foto’s
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
W
ijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw.
Geef Vo
orkeursinstellingen voor
afdrukken weer, klik op het tabblad Papier
en stel het type in op Kringlooppapier.
Misvormde tekst
Als tekst er vervormd uitziet ('uitgehold' effect)
is het papier mogelijk te glad. Probeer een
ander soort papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Papier schuin
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbCc
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Co
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Le
t erop dat de geleiders niet te dicht en niet
te ver af staan van de stapel papier.
Gekruld of gegolfd Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Co
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. Papier kan krullen als de
temperatuur of de vochtigheid te hoog is. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Draa
i de stapel papier in de lade om. Probeer
ook eens het papier 180° te draaien in de
lade.
Vouwen of kreuken
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Co
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer
ook eens het papier 180° te draaien in de
lade.
Probleem Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 59
Achterkant van
afdrukken is vuil
Een tonercassette lekt mogelijk. Reinig de
binnenkant van het apparaat. (Zie "De
binnenkant reinigen" op pagina 49.)
Eén vaste kleur of
zwa
rte pagina’s
A
De tonercassette werd mogelijk niet goed
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze
opnieuw.
De
tonercassette is mogelijk defect. Verwijder
de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie
"De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
He
t apparaat moet mogelijk worden
gerepareerd. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Losse toner
Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
Co
ntroleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Ver
wijder de tonercassette en installeer een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 62.)
L
ost dit het probleem niet op, dan moet het
apparaat mogelijk worden hersteld. Neem
contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Openingen in
teke
ns
A
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er
witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart
zouden moeten zijn:
Als d
it probleem optreedt bij transparanten
probeert u een ander soort transparant.
Omwille van de samenstelling van de
transparanten zijn enkele onvolledige tekens
normaal.
Mi
sschien drukt u af op de verkeerde kant
van het papier. Verwijder het papier en draai
het om.
Het
papier voldoet mogelijk niet aan de
papierspecificaties. (Zie "Specificaties van
het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Probleem Voorgestelde oplossingen
Horizontale
strepen
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbC
AaBbC
Controleer bij horizontale zwarte strepen of
vegen het volgende:
D
e tonercassette werd mogelijk onjuist
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze
opnieuw.
D
e tonercassette is mogelijk defect.
Verwijder de tonercassette en plaats een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 62.)
L
ost dit het probleem niet op, dan moet het
apparaat mogelijk worden hersteld. Neem
contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Krullen
Als het afgedrukte papier opkrult of als het
papier niet wordt ingevoerd, doet u het
volgende:
D
raai de stapel papier in de lade om.
Probeer ook eens het papier 180° te draaien
in de lade.
W
ijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken,
klik op het tabblad Papier en stel het type in
op Dun papier. (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
Er verschijnt
v
oortdurend een
onbekende
afbeelding op
enkele vellen, er zit
losse toner op de
afdruk, of de
afdruk is te licht of
vuil.
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een
ho
ogte van 1.000 m of meer. Een dergelijke
hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv.
losse toner of een lichte afdruk). Pas de
luchtdrukaanpassing van uw apparaat aan. (Zie
"Luchtdrukaanpassing" op pagina 29
.)
Probleem Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 60
Veelvoorkomende problemen onder Windows
Probleem Voorgestelde oplossingen
Tijdens de installatie
verschijnt het
bericht "Bestand in
gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle
software uit de opstartgroep en start vervolgens
Windows weer op. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht
"Algem
ene
beschermingsfout",
"OE-uitzondering",
"Spool 32" of
"Ongeldige
bewerking"
verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows
o
pnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
Het bericht "Kan niet
afdrukken" of "Er is
een time-outfout in
de printer
opgetreden"
verschijnt.
Deze berichten kunnen tijdens het afdrukken
verschijnen. Wacht tot het apparaat klaar is met
afdrukken. Als het bericht verschijnt in
gereedmodus of nadat de afdruk is voltooid,
controleert u de aansluiting en gaat u na of er
een fout is opgetreden.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met
uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen
in Windows.
Veelvoorkomende problemen onder Linux
Probleem Voorgestelde oplossingen
Het apparaat drukt
niet af.
Controleer of het printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Open Unified Driver
Configurator en selecteer het tabblad
Printers in het venster Printers
configuration om de lijst met beschikbare
printers weer te geven. Controleer of het
apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is,
opent u Add new printer wizard om uw
apparaat in te stellen.
Co
ntroleer of het apparaat is ingeschakeld.
Open Printers configuration en selecteer
uw apparaat uit de lijst met printers. Bekijk de
omschrijving in het paneel Selected printer.
Druk op de knop Start als de status de
tekenreeks Stopped bevat. Hierna zou het
apparaat weer normaal moeten werken. De
status "stopped" kan geactiveerd zijn
wanneer er zich problemen met het afdrukken
hebben voorgedaan.
Co
ntroleer of er een speciale afdrukoptie is
ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw".
Als de parameter "-oraw" is opgegeven in de
opdrachtregel verwijdert u deze om het
afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp
front-end kiest u "print" -> "Setup printer" en
bewerkt u de opdrachtregelparameter in de
menuoptie.
Het apparaat drukt
gee
n volledige
pagina’s af. Slechts
de helft van de
pagina wordt
afgedrukt.
Dit is een gekend probleem dat zich voordoet bij
gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51
of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits
Linux OS. Dit probleem is aan
bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript
Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL
Ghostscript versie 8.52 of een hogere versie.
Download de meest recente versie van AFPL
Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/
ghostscript/ en installeer deze om dit probleem
op te lossen.
De foutmelding
"Can
not open port
device file"
verschijnt als ik een
document afdruk.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak
(via LPR GU
I bijvoorbeeld) terwijl er een
afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies
van CUPS-server breken de afdruktaak af als de
afdrukopties worden gewijzigd en proberen
vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit
te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de
poort tijdens het afdrukken vergrendelt, blijft
deze vergrendeld door het abrupte afbreken van
de driver zodat de poort niet beschikbaar is voor
volgende afdruktaken. Als deze situatie zich
voordoet, probeert u de poort vrij te geven door
Release port te selecteren in Port
configuration.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die met uw computer
is meegeleverd voor meer informatie over Linux-foutmeldingen.
Veelvoorkomende problemen onder Macintosh
Probleem Voorgestelde oplossingen
Het apparaat drukt
PDF-bestanden niet
juist af. Sommige
delen van
afbeeldingen, tekst
of illustraties
ontbreken.
Het bestand kan worden afgedrukt door het
PDF
-bestand af te drukken als een afbeelding.
Schakel Afdrukken als afbeelding uit de
afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding
afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Bepaalde letters
worden niet normaal
weergegeven tijdens
het afdrukken van
het voorblad.
Mac OS kan het lettertype niet aanmaken tijdens
he
t afdrukken van het voorblad. Het
Nederlandse alfabet en Nederlandse cijfers
worden normaal weergegeven op het voorblad.
Als u op een
Ma
cintosh-computer
een document
afdrukt met Acrobat
Reader 6.0 of hoger
worden de kleuren
niet op de juiste
wijze afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw
printerstuurprogramma overeenkomt met de
resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw
computer is meegeleverd voor meer informatie over
Macintosh-foutmeldingen.
Probleem Voorgestelde oplossingen
Verbruiksartikelen_ 61
9.Verbruiksartikelen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt
aankopen.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Aankoopmogelijkheden
Verkrijgbare verbruiksartikelen
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
De tonercassette vervangen
De beschikbare accessoires kunnen verschillen van land tot land.
Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare
verbruiksartikelen en onderdelen.
Aankoopmogelijkheden
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of
reserveonderdelen wilt bestellen, neem dan contact op met de lokale
Samsung-handelaar of verdeler bij wie u de printer hebt gekocht. U kunt ook
surfen naar www.samsung.com/supplies en uw
land/regio selecteren voor
informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Verkrijgbare verbruiksartikelen
Als de verbruiksartikelen het einde van hun levensduur naderen kunt u de
volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen:
Type
Gemiddeld
aantal
afdrukken
a
a.Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752.
Standaardrend
ement
tonercassette
Ong. 1.500
pagi
na’s
105 (MLT-D105S)
Re
gio A
b
: 1052 (MLT-D1052S)
b.Regio A: Albanië, België, Bosnië, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Du
itsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië,
Macedonië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Roemenië, Servië, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechische Republiek,
Zweden, Zwitserland en het VK.
Tonercassette
met hoge
capaciteit
Ong. 2.500
pagi
na’s
105L (MLT-D105L)
102L (MLT-D102L)
Re
gio A
b
: 1052L (MLT-D1052L)
Re
gio B
c
: 102L (MLT-D102L)
c. Regio B: India.
Re
gio C
d
: 102L (MLT-D102L)
d.Regio C: China.
- ML-2
541: MLT-D102L/XIL
- ML-2
547: MLT-D102L/XSW
Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62 voor het vervangen van de
tonercassette.
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de
opties en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit
best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe
tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet
compatibel met het apparaat omdat de configuratie van
tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen
verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de
kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de
garantie van het apparaat.
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen
te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren moeten
de volgende onderdelen vervangen worden zodra het opgegeven aantal
afdrukken is bereikt of de levensduur van het desbetreffende onderdeel is
verstreken.
Onderdelen
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a.De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte
toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de
afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
Transportrol Ong. 50.000 pagina’s
Fixeereenheid Ong. 50.000 pagina’s
Opneemrol Ong. 50.000 pagina’s
Cassette-eenheid Ong. 50.000 pagina’s
Neem contact op met de winkel waar u het appa
raat hebt gekocht om
reserveonderdelen te kopen.
Laat onderdelen voor onderhoud alleen vervangen door een erkende
service
medewerker of door de leverancier of winkel waar u het apparaat
hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gebruiksduur is
verstreken valt niet onder de garantie.
Naam van het onderdeel
Verbruiksartikelen_ 62
De tonercassette vervangen
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het vervangen
van een tonercassette.
Wanneer de tonercassette de geschatte gebruiksduur heeft bereikt.
Het ven
ster van het programma Samsung-printerstatus (of Smart Panel)
verschijnt op het scherm van uw computer en geeft aan dat u de
tonercassette moet vervangen.
Sto
pt het apparaat met afdrukken.
Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Controleer het
type tonercassette van uw apparaat. (Zie "Verkrijgbare verbruiksartikelen"
op pagina 61.)
1. Ope
n de voorklep.
2. Verwijd
er de tonercassette.
3. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking.
4. Verwijd
er het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen.
5. Trek de afdichtingstape aan het uiteinde van de tonercassette
voorzichtig uit de cassette en gooi de tape weg.
Het afsluittape is als het op de juiste wijze verwijderd is, langer
dan 60 cm.
U moet de tape recht van de inktcassette trekken om deze te
verwijderen. Let op dat de tape niet afscheurt. Als dit gebeurt,
is de tonercassette onbruikbaar.
Zi
e de afbeeldingen met instructies op de verpakking van de
cassette.
6. Schud de cassette voorzichtig vijf tot zes keer heen en weer om de toner
gelijkmatig te verdelen. Zo zorgt u ervoor dat u het maximum aantal
kopieën per cassette kunt maken.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met
een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water
gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem
de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft
aan te raken.
7. H
oud de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette
voorzichtig in de opening van het apparaat.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende
g
roeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze
vastklikt.
8. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Specificaties_ 63
10.Specificaties
In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over de specificaties van het apparaat.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Hardwarespecificaties
Omgevingsvoorwaarden
Elektrische specificaties
Specificaties van h
et afdrukmateriaal
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen.
Hardwarespecificaties
Item Beschrijving
Afmetingen Hoogte 197 mm
Diepte 389 mm
Breedte 358 mm
Gewicht Apparaat met verbruiksartikelen 7.24 Kg
Omgevingsvoorwaarden
Item Beschrijving
Geluidsniveau
a
a.Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: apparaat basisinstallatie, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
Gereedmodus 26 dB (A)
Afdrukmodus 53 dB (A)
Temperatuur Werking 10 tot 32 °C
Opslag (zonder verpakking) 0 tot 40 °C
Relatieve luchtvochtigheid Werking 20 tot 80% RV
Opslag (zonder verpakking) 10 tot 80% RV
Specificaties_ 64
Elektrische specificaties
De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land of de regio waar het apparaat wordt verkocht. De bedrijfsspanning mag niet worden gewijzigd. Doet u dit toch,
dan kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de productgarantie.
Item Beschrijving
Voeding
a
a.Zie het typeplaatje op het apparaat voor de juiste spanning, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat.
Model dat op 110 volt werkt AC 110 - 127 V
Model dat op 220 volt werkt AC 220 - 240 V
Stroomverbruik Gemiddelde bedrijfsmodus minder dan 360 W
Gereedmodus Minder dan 60 W
Energiebesparende modus minder dan 5.0 W
Uitgeschakelde toestand minder dan 0.5 W
Specificaties_ 65
Specificaties van het afdrukmateriaal
Type Formaat Afmetingen
Gewicht afdrukmedia
ba
a.Plaats het papier vel per vel in de lade als het afdrukmateriaal meer weegt dan 120 g/m
2
.
/capaciteit
Normaal papier Letter 216 × 279 mm
60 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
2
50 vellen van 80 g/m
2
60 tot 220 g/m
2
1 vel stapeling
Legal 216 × 356 mm
US Folio 216 × 330 mm
A4 210 × 297 mm
Oficio 216 × 343 mm
JIS B5 182 × 257 mm
60 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
1
50 vellen van 80 g/m
2
ISO B5 176 × 250 mm
Executive 184 × 267 mm
A5 148 × 210 mm
A6 105 × 148 mm
Envelop Monarch-env. 98 × 191 mm Niet beschikbaar in lade 1
75 tot 90 g/m
2
1 vel stapeling
Env. nr.10 105 × 241 mm
Envelop DL 110 × 220 mm
Envelop C5 162 × 229 mm
Envelop C6 114 × 162 mm
Dik papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier
90 g/m
2
90 g/m
2
1 vel stapeling
Dun papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m
2
60 tot 70 g/m
2
1 vel stapeling
Transparanten Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1
138 tot 146 g/m
2
1 vel stapeling
Etiketten
c
c. Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield).
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5, ISO
B5, Executive, A5,
Statement
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1
120 tot 150 g/m
2
1 vel stapeling
Kartonpapier Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5, ISO
B5, Exe
cutive, A5,
Statement, Briefkaart
4x6
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1
105 tot 163 g/m
2
1 vel stapeling
Minimaal formaat (aangepast) 76 × 127 mm
60 tot 163 g/m
2
Maximaal formaat (aangepast) 216 × 356 mm
b.De maximumcapaciteit kan verschillen, afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal.
Papierlade 1 Lade voor handmatige invoer
Contact SAMSUNG worldwide_ 66
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center.
Country/Region Customer Care Center Web Site
ALBANIA 42 27 5755
ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com
ARMENIA 0-800-05-555
AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com
AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com
AZERBAIJAN 088-55-55-555
BAHRAIN 8000-4726 www.samsung.com
BELARUS 810-800-500-55-500
BELGIUM 02-201-24-18 www.samsung.com/be (Dutch)
www.samsung.com/be_fr (French)
BOSNIA 05 133 1999
BRAZIL 0800-124-421
4004-0000
www.samsung.com
BULGARIA 07001 33 11 www.samsung.com
CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
CHILE 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
CHINA 400-810-5858 www.samsung.com
COLOMBIA 01-8000112112 www.samsung.com
COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com
CROATIA 062 SAMSUNG (062 726 7864) www.samsung.com
CZECH REPUBLIC 800-SAMSUNG (800-726786) www.samsung.com
Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8
DENMARK 70 70 19 70 www.samsung.com
DOMINICA 1-800-751-2676 www.samsung.com
ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com
EGYPT 0800-726786 www.samsung.com
EIRE 0818 717100 www.samsung.com
EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com
ESTONIA 800-7267 www.samsung.com
FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com
FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com
GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min) www.samsung.com
GEORGIA 8-800-555-555
Contact SAMSUNG worldwide_ 67
GREECE IT and Mobile : 80111-SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/
from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household
AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100
www.samsung.com
GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com
HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com
HONG KONG (852) 3698-4698 www.samsung.com/hk
www.samsung.com/hk_en/
HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
INDIA 3030 8282
1800 3000 8282
www.samsung.com
INDONESIA 0800-112-8888
021-5699-7777
www.samsung.com
IRAN 021-8255 www.samsung.com
ITALY 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com
JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com
JORDAN 800-22273 www.samsung.com
KAZAKHSTAN 8-10-800-500-55-500 (GSM:7799) www.samsung.com
KOSOVO +381 0113216899
KUWAIT 183-2255 www.samsung.com
KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 www.samsung.com
LATVIA 8000-7267 www.samsung.com
LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com
LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com
MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com
MACEDONIA 023 207 777
MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
MOLDOVA 00-800-500-55-500
MONTENEGRO 020 405 888
MOROCCO 080 100 2255 www.samsung.com
NIGERIA 080-SAMSUNG(726-7864) www.samsung.com
NETHERLANDS 0900-SAMSUNG (0900-7267864) (€ 0,10/min) www.samsung.com
NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) www.samsung.com
NICARAGUA 00-1800-5077267 www.samsung.com
NORWAY 815-56 480 www.samsung.com
OMAN 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
PANAMA 800-7267 www.samsung.com
PERU 0-800-777-08 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
Contact SAMSUNG worldwide_ 68
PHILIPPINES 1800-10-SAMSUNG (726-7864)
1-800-3-SAMSUNG (726-7864)
1-800-8-SAMSUNG (726-7864)
02-5805777
www.samsung.com
POLAND 0 801 1SAMSUNG (172678)
022-607-93-33
www.samsung.com
PORTUGAL 80820-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com
RUMANIA 08010 SAMSUNG (08010 726 7864) only from landline, local network
Romtelecom - local tariff /021 206 01 10 for landline and mobile, normal tariff.
www.samsung.com
RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.com
SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com
SERBIA 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) www.samsung.com
SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com
SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com
SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) www.samsung.com/ch
www.samsung.com/ch_fr/
TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com
TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com
THAILAND 1800-29-3232
02-689-3232
www.samsung.com
TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
TURKEY 444 77 11 www.samsung.com
U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
U.K 0330 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
UKRAINE 0-800-502-000 www.samsung.com/ua
www.samsung.com/ua_ru
UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com
VENEZUELA 0-800-100-5303 www.samsung.com
VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
Verklarende woordenlijst_ 69
Verklarende woordenlijst
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het
product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt
gebruikt en verband houdt met afdrukken.
802.11
802.11 bevat een reeks standaarden voor
draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE
LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802).
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4
GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps,
802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/
n-apparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons,
draadloze telefoons en Bluetooth-apparaten.
Toegangspunt
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een
apparaat dat apparaten voor draadloze communicatie verbindt in een
draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en
ontvanger van WLAN-radiosignalen.
ADF
De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat
automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een
gedeelte van het papier in één keer kan scannen.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc
ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite maakte
deel uit van de oorspronkelijke Macintosh (1984); Apple gebruikt
tegenwoordig echter TCP/IP-netwerken.
Bitdiepte
Een computer graphics-term die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om
de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen.
Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden
kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke
kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans
monochroom of zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische
subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt
als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
BOOTP
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een
netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt
doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop
uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere
client een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen
computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen
voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
CCD
CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk
maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de
CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het
apparaat verplaatst.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere
exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is
ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de
overige kopieën worden gemaakt.
Configuratiescherm
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte
waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven.
Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
Dekkingsgraad
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het
afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld
dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het
papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de
dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling.
CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende
toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt
en is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op
niet-Microsoftplatformen.
DADF
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd
en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan
inscannen.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de
verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt
geïnitialiseerd.
DHCP
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters
naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te
Verklarende woordenlijst_ 70
kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een
mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.
DIMM
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met
geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals
afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee
apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen
via het netwerk.
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie
opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het
internet.
Matrixprinter
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer
loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een
van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een
typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt
voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot
een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een
groter bestandsformaat.
DRPD
Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie is een
dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een
enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan
ontvangen.
Dubbelzijdig
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het
apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een
printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een
vel papier tijdens één printcyclus.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per
maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de
printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per
jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal
binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000
pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het
aantal pagina’s tot 2 400 per dag.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van
Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die
soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch
opgespoord en gecorrigeerd.
Emulatie
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten
worden behaald als met een ander.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander
systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in
tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband met een abstract model van
het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne
staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie
voor LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd
voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal
gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sinds de jaren ’90 van de
afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.
EtherTalk
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite maakte deel uit van de oorspronkelijke
Macintosh (1984); Apple gebruikt tegenwoordig echter TCP/
IP-netwerken.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is
geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een
muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze
apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden
uitgevoerd met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt
protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk
dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Fixeereenheid
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal
fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol
die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de
fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner
aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als
het uit een laserprinter komt.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen
computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt
omdat het computers of netwerken zijn die toegang bieden tot andere
computers of netwerken.
Grijswaarden
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven
worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende
grijstinten weergegeven.
Verklarende woordenlijst_ 71
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten
te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten,
terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan.
Massaopslagapparaat
Een massaopslagapparaat, doorgaans een harde of vaste schijf
genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde
gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch
oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een
internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering
van elektrische technologie.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE
(Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B"
verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de
parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat
(bijvoorbeeld een printer).
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier
bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren.
De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare
dienst, de interne website.
IP-adres of hostnaam
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat
apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te
wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van
een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier
aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel
afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie,
enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers
worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en
codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere
afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet
Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de
besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide
verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het
IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP.
IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken)
en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen
de prestaties die van TCP/IP in een LAN).
ISO
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit
vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De
ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
ITU-T
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale
organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van
internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken zijn
onder meer standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de
organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen
waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt.
De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie.
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het
verzenden van faxdocumenten.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de
compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of
kwaliteit, die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen,
in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt
voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol
voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een
apparaat aangeeft.
LSU
Een LSU is een laserscaneenheid die met elektrisch potentiaal beelden
vormt op de OPC-drum door een laserstraal te richten vanaf de
draaiende polygoonspiegel door de lens.
MAC-adres van het apparaat afdrukken
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een
netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van
48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die
telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e).
Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een
netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een
hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in
grote netwerken.
Verklarende woordenlijst_ 72
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld
een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken
van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden
verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door
ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd
lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een
doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste
faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd
van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht.
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie
te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden
informatie te decoderen.
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen
door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH.
De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt
vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en
verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking
om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de
netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack.
Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
OPC
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele
afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit
een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de
drum op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum
moet dan ook regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het
contact met de ontwikkelborstel van de cassette, het
reinigingsmechanisme en het papier.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat
wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren
te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is
ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization).
OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp
waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in
hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van
boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
PCL
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die
ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot
een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de
eerste inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor
thermische printers, matrix- en laserprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems
ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van
tweedimensionale documenten in een apparaat- en
resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die
voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. -
die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en
gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
Afdrukmedia
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat
in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de
snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een
printer in één minuut kan afdrukken.
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software
kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard
invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het
gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
PS
Zie PostScript.
Verklarende woordenlijst_ 73
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol
voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe
om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met
behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en
accounting) voor het beheer van de netwerktoegang.
Resolution
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe
hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk
wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en
diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt
tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen
onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor
e-mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst
gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht
worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is
een client-serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt
naar de server.
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos
netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk
gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s
zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
Subnet Mask
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres
om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel
het hostadres.
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set
communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop
het internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals
de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s.
Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een
mislukte verzending wordt afgedrukt.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de
afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner.
TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de
kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding.
Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt
voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn
gemaakt.
Tonercassette
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt
en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en
kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en
afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een
combinatie van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich
aan de vezels in het papier gaat hechten.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele
scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan
een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het
vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft
Windows en Apple Macintosh.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om
gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Window NT en andere
Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
URL
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het
adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel
geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich
bevindt.
USB
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum,
Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar
te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen
om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere
randapparaten te verbinden.
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder
oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken
werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door
papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in
postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te
voorkomen.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau
als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze
Verklarende woordenlijst_ 74
via radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het
andere kunnen worden verzonden.
WIA
WIA (Windows Imaging Architecture) is een
beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in
Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze
besturingssystemen worden gestart door middel van een
WIA-compatibele scanner.
WPA
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de
beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld
werd voor een betere beveiliging van WEP.
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus
voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of
een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze
toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten.
WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een
draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere
veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand
brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze
toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding
gemakkelijk configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd
apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op
een nieuw afdrukpad.
Index_ 75
Index
A
aanpassen
ladeformaat 29
achterkant 21
afdrukken
afdrukken naar een bestand 41
de standaardafdrukinstellingen wijzigen
41
dubbelzijdig afdrukken
Windows 39
een document aan een bepaald
papierformaat aanpassen 39
een document afdrukken
Windows 36
Linux 42
Macintosh 42
poster 38
verschillende paginas afdrukken op één
vel papier
Macintosh 42
Windows 38
afdrukmedia
briefhoofdpapier 34
de standaardlade en het papier instellen
op de computer 29
envelop 33
etiketten 34
fotopapier 34
glanzend papier 34
kartonpapier 34
papieruitvoersteun 65
richtlijnen 30
transparanten 33
voorbedrukt papier 34
afdrukresolutie instellen
Linux 43
B
bedieningspaneel 22
boekjes 38
boekjes afdrukken 38
C
conventie 16
D
dubbelzijdig afdrukken handmatig
printerstuurprogramma 39
E
een apparaat reinigen 49
een document afdrukken
Linux 42
Macintosh 42
F
functies 18
eigenschappen van afdrukmedia 65
functies van het apparaat 63
meegeleverde software 24
printerstuurprogramma 36
H
help gebruiken 38, 42
het afdrukpercentage van uw document
wijzigen
39
I
Informatie over wettelijke voorschriften 11
K
kennismaking met het bedieningspaneel
23
L
lade
breedte en lengte instellen 30
de grootte van de lade aanpassen 30
papier in de lade voor handmatige invoer
plaatsen 31
Lade voor handmatige invoer
gebruikstips 31
plaatsen 31
speciaal afdrukmateriaal gebruiken 32
Linux
afdrukken 42
meegeleverde software 25
printereigenschappen 43
stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 27
systeemvereisten 25
unifled driver configurator 46
veelvoorkomende problemen onder Linux
60
M
Macintosh
afdrukken 42
een apparaat lokaal delen 28
meegeleverde software 25
stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 26
systeemvereisten 25
veelvoorkomende problemen onder
Macintosh 60
meerdere paginas op één vel afdrukken
nup
Macintosh 42
Windows 38
O
onderdelen voor onderhoud 61
overlay afdrukken
afdrukken 40
maken 40
verwijderen 41
overlay gebruiken in Windows 40
P
papierstoring
papier verwijderen 52
tips om papierstoringen te voorkomen 52
papieruitvoersteun 35
plaatsen
papier in de lade voor handmatige invoer
31
plaatsen in lade 1 31
speciale media 32
plaatsing van het apparaat 24
afstand 24
de luchtdruk aanpassen 29
poster afdrukken 38
Index_ 76
printereigenschappen
Linux 43
Printerstatus
algemene informatie 45, 46
printerstuurprogramma
functies 36
problemen
problemen met de afdrukkwaliteit 57
problemen met papierinvoer 54
R
reinigen
binnenkant 49
buitenkant 49
S
service contact numbers 66
specificaties
afdrukmedia 65
algemeen 63
T
tonercassette
bewaren 50
de tonercassette vervangen 62
geschatte levensduur 50
instructies voor het hanteren van
cassettes 50
nietoriginele Samsung en hervulde 50
toner herverdelen 51
U
USBkabel
installatie van het stuurprogramma 26
V
veiligheid
info 6
symbolen 6
verbruiksartikelen
bestellen 61
geschatte levensduur van tonercassette
50
tonercassette vervangen 62
verkrijgbare verbruiksartikelen 61
verklarende woordenlijst 69
voorkant 20
W
watermerk
afdrukken 40
bewerken 40
maken 40
verwijderen 40
watermerken gebruiken in Windows 39
Windows
afdrukken 36
een apparaat lokaal delen 28
meegeleverde software 24
stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 26
systeemvereisten 25
veelvoorkomende problemen onder
Windows 60

Documenttranscriptie

ML-254x Series Monolaserprinter Gebruikershandleiding mogelijkheden die tot de verbeelding spreken Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung-product. Copyright © 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik van de informatie in deze gebruikershandleiding. • • • • • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd. PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Microsoft, Internet Explorer, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows 2008 Server R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation. TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties. Zie het bestand "LICENSE.txt" op de bijgeleverde cd voor informatie over de open source-licentie. REV. 1.00 Copyright_ 2 Inhoud COPYRIGHT 2 INHOUD 3 INLEIDING 20 AAN DE SLAG 24 BASISINSTELLINGEN 29 AFDRUKMEDIA EN LADE 30 6 11 16 18 Veiligheidsinformatie Informatie over wettelijke voorschriften Informatie over deze gebruikershandleiding De functies van uw nieuwe laserproduct 20 20 21 22 23 23 Apparaatoverzicht Voorkant Achterkant Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de LED Het apparaat inschakelen 24 24 24 25 25 25 25 26 26 26 27 27 28 28 De hardware installeren Locatie Meegeleverde software Systeemvereisten Microsoft® Windows® Macintosh Linux Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat Windows Macintosh Linux Uw printer lokaal delen Windows Macintosh 29 29 29 Luchtdrukaanpassing De standaardlade en het papier instellen Vanaf uw computer 30 30 30 30 31 31 31 32 33 33 34 34 34 34 34 35 Afdrukmedia selecteren Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund De grootte van de lade aanpassen Papier in de lade plaatsen Lade 1 Lade voor handmatige invoer Afdrukken op speciale media Envelop Transparanten Etiketten Kartonpapier/papier van een aangepast formaat Briefhoofd/voorbedrukt papier Foto Glanzend De papieruitvoersteun gebruiken Inhoud_ 3 Inhoud AFDRUKKEN 36 BEHEERPROGRAMMA’S 44 ONDERHOUD 49 36 36 36 37 37 37 38 38 38 38 38 39 39 39 39 40 41 41 41 42 42 42 42 42 42 42 43 43 Eigenschappen van het printerstuurprogramma Printerstuurprogramma Eenvoudige afdruktaken Een afdruktaak annuleren Voorkeurinstellingen openen Voorkeurinstellingen gebruiken Help gebruiken Speciale kopieerfuncties gebruiken Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken Posters afdrukken Boekjes afdrukken (handmatig) Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) Het afdrukpercentage van uw document wijzigen Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen Watermerken gebruiken Overlay gebruiken De standaardafdrukinstellingen wijzigen Uw apparaat als standaardapparaat instellen Afdrukken naar een bestand (PRN) Afdrukken in Macintosh Een document afdrukken Printerinstellingen wijzigen Afdrukken meerdere pagina's op één blad Help gebruiken Afdrukken in Linux Afdrukken vanuit een toepassing Bestanden afdrukken Printereigenschappen configureren 44 44 44 44 45 45 45 46 46 46 46 46 47 48 Introductie van handige beheerprogramma’s Samsung AnyWeb Print gebruiken Samsung Easy Printer Manager gebruiken Informatie over Samsung Easy Printer Manager Informatie over Easy Capture Manager Samsung-printerstatus gebruiken Overzicht Samsung-printerstatus Smart Panel gebruiken Overzicht Smart Panel Wijzigen van de instellingen van Smart Panel Werken met Unified Linux Driver Configurator Unified Driver Configurator openen Printers configuration Ports configuration 49 49 49 49 50 50 50 Een configuratierapport afdrukken Een apparaat reinigen De buitenkant reinigen De binnenkant reinigen De tonercassette bewaren Instructies voor het hanteren van cassettes Gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung en bijgevulde tonercassettes Geschatte gebruiksduur van tonercassette Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 50 50 Inhoud_ 4 Inhoud PROBLEMEN OPLOSSEN 51 VERBRUIKSARTIKELEN 61 SPECIFICATIES 63 51 51 52 52 52 52 53 53 54 54 54 55 57 60 60 60 Toner herverdelen Tips om papierkrulling te vermijden Tips om papierstoringen te voorkomen Papierstoringen verhelpen In de papierlade In de lade voor handmatige invoer Binnen in het apparaat In het uitvoergebied Andere problemen oplossen Stroomproblemen Problemen met papierinvoer Afdrukproblemen Problemen met de afdrukkwaliteit Veelvoorkomende problemen onder Windows Veelvoorkomende problemen onder Linux Veelvoorkomende problemen onder Macintosh 61 61 61 62 Aankoopmogelijkheden Verkrijgbare verbruiksartikelen Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud De tonercassette vervangen 63 63 64 65 Hardwarespecificaties Omgevingsvoorwaarden Elektrische specificaties Specificaties van het afdrukmateriaal CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE 66 VERKLARENDE WOORDENLIJST 69 INDEX 75 Inhoud_ 5 Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. Belangrijk veiligheidssymbolen In dit deel wordt de betekenis van alle pictogrammen en tekens uit de gebruikershandleiding verklaard. Deze veiligheidssymbolen zijn gerangschikt op de ernst van het risico. Verklaring van alle pictogrammen en tekens die in de gebruikershandleiding worden gebruikt. Waarschuwing Opgepast Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken. Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken. NIET proberen. NIET demonteren. NIET aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen. Bel het servicecentrum voor hulp. Volg de instructies nauwgezet op. Veiligheidsinformatie_ 6 Bedrijfsomgeving Waarschuwing Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact niet geaard is. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. • Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los. • De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort). ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op. ►Op het netsnoer stappen of het door een zwaar voorwerp pletten kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgepast Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. ►U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. ►U kunt brandwonden oplopen. Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw huisdier verwonden. Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus. ►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus. ►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Veiligheidsinformatie_ 7 Bedieningswijze Opgepast Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. ►Dit kan het apparaat beschadigen. Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. ►Zij kunnen brandwonden oplopen. Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade. ►U kunt letsel oplopen. Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. ►Dit kan het apparaat beschadigen. Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in. ►Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken. Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. ►Dit kan het apparaat beschadigen. Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier verwijdert. ►Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen veroorzaken. Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer. ►Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact. Veiligheidsinformatie_ 8 Installatie/verplaatsen Waarschuwing Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgepast Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: • Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild. • een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee personen worden opgetild. • een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door vier of meer personen worden opgetild. ►Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken. Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien nodig, een grotere telefoondraad. ►Het apparaat kan immers beschadigd raken. Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak. ►Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken. Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast. ►Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er brand ontstaan. Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label. ►Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren, neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. ►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. ►Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of brand veroorzaken. Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn. ►Het apparaat kan immers beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken. a. AWG: American Wire Gauge Veiligheidsinformatie_ 9 Onderhoud/controle Opgepast Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water in het apparaat. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. • Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die vastgeschroefd zijn. • Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan brand of elektrische schokken veroorzaken. ►Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een medewerker van de technische dienst van Samsung. Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant schoonmaakt. ►U kunt letsel oplopen. Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen. ►Kinderen kunnen letsel oplopen. Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker stof- en watervrij. ►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer in elkaar steken. ►Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden. Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen. ►Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen. Gebruik van verbruiksartikelen Opgepast Haal de tonercassette niet uit elkaar. ►Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart. ►Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. ►Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken. Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner, kan het apparaat beschadigen. ►Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen zullen er reparatiekosten worden aangerekend. Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier. ►Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm water gebruiken. ►Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik altijd koud water. Veiligheidsinformatie_ 10 Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat werd milieubewust ontworpen en gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1 : 2007. Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I. WAARSCHUWING De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. De onzichtbare laserstraal kan naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen. Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en letsels te beperken: Veiligheid in verband met ozon De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie. Informatie over wettelijke voorschriften_ 11 Energiebesparing Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken. Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov Voor modellen met de certificering van ENERGY STAR staat het etiket van ENERGIE STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat gecertificeerd is met ENERGY STAR. Recycleren Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of gooi ze op een milieuvriendelijke wijze weg. Alleen China Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) (Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor batterijen) Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van hun gebruiksduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Gelieve het apparaat van het andere afval te scheiden om eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van onverantwoord afvalbeheer te voorkomen. Recycleer het op een verantwoorde manier om een duurzaam hergebruik van materialen aan te moedigen. Particuliere gebruikers kunnen contact opnemen met de winkel waar ze hun apparaat kochten, of met de gemeente-instanties voor meer informatie over waar en hoe ze dit product op een ecologisch verantwoorde manier kunnen recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product mag niet met het andere bedrijfsafval worden weggegooid. Alleen voor de Verenigde Staten Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website:www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799 Informatie over wettelijke voorschriften_ 12 Radiofrequentiestraling FCC-normen (VS) Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: • Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken. • Dit apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat bij bepaalde installaties geen interferentie optreedt. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen: • Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op. • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Raadpleeg uw printerleverancier of een ervaren radio-/televisiemonteur. Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming van de gebruiker om het apparaat te gebruiken vervalt. Canadese regelgeving inzake radio-interferentie Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada. Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada. Alleen Rusland Alleen voor Turkije Alleen voor Duitsland Informatie over wettelijke voorschriften_ 13 De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK) Belangrijk Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet. Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer. Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok als u hem in het stopcontact steekt. Belangrijke waarschuwing: Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering: • Groen-geel: Aarding • Blauw: Neutraal • Bruin: Fase Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker. Sluit de groen-gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "E", het aardesymbool, de kleuren groen-geel of de kleur groen. Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of zwart is gekleurd. Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart. In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn aangebracht. Verklaring van overeenstemming (Europese landen) Goedkeuringen en certificeringen Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-254x Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere regelgeving van de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) en de EMC-richtlijn (2004/108/EC). De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com/printer. Daar klikt u op Support > Download center en voert u de printernaam in. 01.01.1995: Richtlijn 2006/95/EC van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende laagspanningsapparatuur. 01.01.1996: Richtlijn 2004/108/EC (92/31/EEC) van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit. 09.03.1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse herkenning van hun conformiteit. Een volledige verklaring waarin de relevante richtlijnen en standaarden waarnaar wordt verwezen zijn opgenomen, kunt u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. EG-certificering Certificering conform richtlijn 1999/5/EC betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (fax). Dit product van Samsung werd door Samsung zelf gecertificeerd voor aansluiting met één terminal op het analoge openbaar geschakelde telefoonnet (PSTN) in heel Europa, in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN’s en compatibele PBX’s van de Europese landen. Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie om contact op te nemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd. Dit product is getest volgens de TBR21-norm. Ter ondersteuning bij het gebruik en de toepassing van randapparatuur die aan deze norm voldoet, heeft het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) een adviesrapport opgesteld (EG 201 121) met opmerkingen en aanvullende eisen om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-randapparaten te waarborgen. Het product is ontworpen rekening houdend met alle relevante adviezen die in dit document zijn beschreven en is daar volledig mee in overeenstemming. Informatie over wettelijke voorschriften_ 14 Alleen China Informatie over wettelijke voorschriften_ 15 Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor een correcte installatie en een juist gebruik van het apparaat. • • • • • • • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. (Zie "Problemen oplossen" op pagina 51.) De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst. (Zie "Verklarende woordenlijst" op pagina 69.) De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u gekochte apparaat. De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/ stuurprogrammaversie De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. Gebruik de Index om informatie te vinden. Conventie Sommige termen in deze gebruikershandleiding worden afwisselend gebruikt: • Document is synoniem met origineel. • Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal. • Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer. De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt. Conventie Beschrijving Voorbeeld Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of benamingen van knoppen op het apparaat. Opmerking Biedt aanvullende informatie of details over een functie of voorziening van het apparaat. De datumnotatie kan verschillen van land tot land. Opgepast Bevat informatie om het apparaat te beschermen tegen mogelijke mechanische schade of defecten. Raak het oppervlak van de drum in de tonercassette of de beeldeenheid niet aan. Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of zinnen. a. pagina’s per minuut ("Kruisverwijzing") Verwijst naar meer gedetailleerde informatie. (Zie "Meer informatie" op pagina 17.) Informatie over deze gebruikershandleiding_ 16 Annuleren Meer informatie Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dat kunnen papieren of digitale documenten zijn. Materiaalnaam Beschrijving Beknopte installatiehandleiding Deze handleiding bevat informatie over de installatie van uw apparaat. Deze handleiding wordt in de doos met de printer meegeleverd. Gebruikershandleiding Deze handleiding bevat stapsgewijze instructies om de functies van uw apparaat optimaal te benutten, voor het onderhoud van uw apparaat, probleemoplossing en de vervanging van toebehoren. Help van het printerstuurprogram ma Deze Help biedt ondersteunende informatie over het printerstuurprogramma en instructies voor de instelling van afdrukopties. (Zie "Help gebruiken" op pagina 38.) Samsung-website Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung (www.samsung.com/printer) terecht voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie. Te downloaden software U kunt handige software downloaden van de website van Samsung. • Samsung AnyWeb Print: hiermee kunnen persoonlijke gebruikers op een eenvoudige manier schermafbeeldingen van de website maken in Windows and Macintosh (Internet Explorer, Firefox en Safari). (http://solution.samsungprinter.com/personal/anywebprint) Informatie over deze gebruikershandleiding_ 17 De functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Speciale functies Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit • • U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi effectieve uitvoer. Uw apparaat kan per minuut tot 24 pagina’s van A4-formaat en 24 pagina’s van Letter-formaat afdrukken. Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken • • De lade voor handmatige invoer kan worden gebruikt voor normaal papier van diverse afmetingen, briefhoofdpapier, enveloppen, etiketten, aangepaste afdrukmaterialen, briefkaarten en zwaar papier. De lade voor 250 vellen ondersteunt normaal papier. Professionele documenten maken • • • Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). (Zie "Watermerken gebruiken" op pagina 39.) Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt op afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster. (Zie "Posters afdrukken" op pagina 38.) U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en normaal papier met briefhoofd. (Zie "Overlay gebruiken" op pagina 40.) Tijd en geld besparen • • • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen. (Zie "Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken" op pagina 38.) Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. Als u papier wilt besparen, kunt u beide zijden van het vel bedrukken (handmatige invoer). (Zie "Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)" op pagina 39.) Afdrukken onder verschillende besturingssystemen • • U kunt afdrukken onder de besturingssystemen van Windows, Linux en Macintosh. Uw apparaat is uitgerust met een USB-interface. De functies van uw nieuwe laserproduct_ 18 Functies per model Functies per model omvatten: FUNCTIES ML-254x Series Hi-Speed USB 2.0 ● Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) ● Schermafdruk ● ( ●: Meegeleverd) De functies van uw nieuwe laserproduct_ 19 Inleiding 1. Dit hoodstuk biedt een overzicht van uw apparaat. • • Apparaatoverzicht Overzicht van het bedieningspaneel • • Apparaatoverzicht Voorkant Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model. 1 Documentuitvoerlade 6 Voorklep 2 Bedieningspaneel 7 Lade voor handmatige invoer 3 Handgreep op de voorklep 8 Papieruitvoersteun 4 Lade 1 9 Tonercassette 5 Handmatige invoer Inleiding_ 20 Informatie over de LED Het apparaat inschakelen Achterkant Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model. 1 Achterklep 2 USB-poort 3 Aansluiting netsnoer Inleiding_ 21 Overzicht van het bedieningspaneel Dit bedieningspaneel kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van het model. 3 1 Toner-LED Toont de status van de toner. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.) 2 Status LED Toont de status van uw apparaat. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.) Schermafdruk Als u op deze knop drukt, begint de groene LED te knipperen. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, laat u de knop los wanneer de groene LED stopt met knipperen. Als u het hele scherm wilt afdrukken, laat u de knop los terwijl de LED nog knippert. • • • 3 • Schermafdruk kan alleen worden gebruikt bij de besturingssystemen van Windows en Macintosh. Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een apparaat dat via een USB-aansluiting is aangesloten. Bij het maken van een afdruk van het actieve venster/het hele scherm met de knop Schermafdruk, gebruikt het apparaat mogelijk meer toner, afhankelijk van wat wordt afgedrukt. U kunt deze functie alleen gebruiken als het programma Easy Printer Manager of het programma Smart Panel is geïnstalleerd. Annuleren Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies. • Annuleert de huidige taak. • Drukt configuratierapporten af: Houd deze knop ongeveer twee tot 5 seconden ingedrukt tot de status LED begint te knipperen. Aan/uit Met deze knop kunt u de stroom in- en uitschakelen. 4 5 Inleiding_ 22 Informatie over de LED Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en reparaties die vereist zijn als gevolg van het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes vallen niet onder de garantie van het apparaat. De kleur van de LED’s geeft de huidige status van het apparaat aan. LED Status Oranje (tonerla mpjes) (StatusLED) Knipper en Beschrijving • De tonercassette bevat nog een kleine hoeveelheid toner. Geschatte levensduur van een cassettea van de cassette is bijna bereikt. Houd een nieuwe cassette klaar ter vervanging van de oude cassette. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen. (Zie "Toner herverdelen" op pagina 51.) Aan • De tonercassette heeft de geschatte levensduur a bijna bereikt. Het verdient aanbeveling de tonercassette te vervangen. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) Uitgesc hakeld • Alle tonercassettes zijn op normale capaciteit. Uitgeschakeld • Het apparaat is offline. Groen • Als de LED langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer. Als de LED snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken. Knipper en • Rood Aan • Het apparaat is online en klaar voor gebruik. Knipper en • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken. Aan • • De klep is geopend. Sluit de klep. De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.) Het apparaat is gestopt als gevolg van een ersntige fout. • Oranje Aan • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Het apparaat inschakelen 1. Het netsnoer aansluiten. 2. Druk op Het papier is vastgelopen. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.) a. De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/ IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken. Inleiding_ 23 (aan/uit-knop) op het bedieningspaneel. Aan de slag 2. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het met USB verbonden apparaat en de software instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • De hardware installeren Meegeleverde software Systeemvereisten Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat Uw printer lokaal delen De hardware installeren In deze sectie deel worden de stappen beschreven die u moet volgen om de hardware te installeren, zoals toegelicht in de Beknopte installatiehandleiding. Lees eerst de Beknopte installatiehandleiding en volg de onderstaande stappen. Locatie 1. Kies een stabiele locatie. Kies een vlak en stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen van kleppen en papierladen. Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel. 2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde artikelen. 3. Verwijder de tape rond het apparaat. 4. Plaats de tonercassette. 5. Plaats papier. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.) 6. Controleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden. 7. Zet het apparaat aan. (Zie "Het apparaat inschakelen" op pagina 23.) Dit apparaat werkt niet wanneer het elektriciteitsnet uitvalt. Meegeleverde software Installeer de printersoftware nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. Als u onder Windows of Macintosh werkt, installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u onder Linux werkt, moet u de software downloaden van de website van Samsung (www.samsung.com/printer) en installeren. De apparaatsoftware wordt bij gelegenheid bijgewerkt, bijvoorbeeld bij de release van een nieuw besturingssysteem. Download indien nodig de laatste versie van de website van Samsung (www.samsung.com/ printer). U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m. Raadpleeg de hoogte-instellingen voor optimaal afdrukken. (Zie "Luchtdrukaanpassing" op pagina 29.) Plaats het apparaat op een vlak en stabiel oppervlak zodat het niet meer dan 2 mm overhelt, anders verslechtert de afdrukkwaliteit. Besturing ssysteem Windows Inhoud • • • Aan de slag_ 24 Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma om de functies van het apparaat maximaal te benutten. Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer. Samsung-printerstatus: dit programma geeft de status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken. Besturing ssysteem Macintosh • Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma om de functies van het apparaat maximaal te benutten. Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer. • Linux Vereisten (aanbevolen) Inhoud • Besturings systeem Windows Server® 2008 R2 Unified Linux Driver: gebruik dit stuurprogramma om de functies van het apparaat maximaal te benutten. Smart Panel: dit programma geeft de status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken. Printer Settings Utility: met dit programma kunt u de andere opties van de printer instellen vanaf het bureaublad van uw computer. • • Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen: Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen. 512 MB (2 GB) Vrije HDD-ruim te 10 GB Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen. Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben. Dit apparaat is compatibel met Windows Terminal Services. Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist. • • • Mac OS X 10.4 Vereisten (aanbevolen) Processor RAM Vereisten (aanbevolen) Processor • • Intel® Pentium® II 400 MHz (Pentium III 933 MHz) 64 MB (128 MB) 600 MB Windows® XP Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (256 MB) 1,5 GB Windows Server® 2003 Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB Windows Server® 2008 Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz) 512 MB (2 GB) 10 GB Windows Vista® Intel® Pentium® IV 3 GHz 512 MB (1 GB) 15 GB Windows® 7 Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger 1 GB (2 GB) 16 GB Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen). DVD-R/W-station RAM Intel®-processoren • PowerPC G4/G5 • Vrije HDD-ruim te Windows® 2000 • Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) Besturing ssysteem Microsoft® Windows® • • RAM Macintosh Systeemvereisten Besturings systeem Processor 128 MB voor Mac met PowerPC (512 MB) 512 MB voor een Mac op basis van Intel (1 GB) Vrije HDD-ruimte 1 GB Mac OS X 10.5 • • Intel®-processoren 512 MB (1 GB) 867 MHz of snellere Power PC G4/G5 1 GB Mac OS X 10.6 • Intel®-processoren 1 GB (2 GB) 1 GB Linux Item Vereisten Besturingssyst eem Fedora 5~13 (32/64 bits) SuSE Linux 10.1 (32 bits) OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bits) Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bits) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bits) Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits) Redhat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits) SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits) Processor Pentium IV 2,4 GHz (IntelCore2) RAM 512 MB (1.024 MB) Vrije HDD-ruimte 1 GB (2 GB) Aan de slag_ 25 Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. b) Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren. c) Volg de instructies in het installatievenster. d) Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het stuurprogramma opnieuw. (Zie "Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.) Een lokale printer is een printer die via een USB-kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Gebruik een USB-kabel van maximum 3 m. Windows U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode. De meeste gebruikers die hun printer rechtstreeks aansluiten op hun computer gaan door met de volgende stappen. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. 1. Zorg ervoor dat het apparaat met de computer is verbonden en aan staat. Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren in om het venster te sluiten. 2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation. • De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een installatievenster. • Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-rom-station. Klik op OK. • Als u Windows Vista, Windows 7 of Windows 2008 Server R2 gebruikt, klikt u op Start > Alle programma’s > Toebehoren > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-rom-station, en klik op OK. • Als in Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer. 3. Selecteer Nu installeren. 4. Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik vervolgens op Volgende. 5. Volg de instructies in het installatievenster. Macintosh 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw Macintosh-computer. 4. Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5. Klik op Ga door. 6. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door. 7. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. 8. Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door. 9. Klik op Ga door in het paneel Gebruikersopties. 10. Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. 11. Voer het wachtwoord in en klik op OK. 12. Na het installeren van de software moet u uw computer opnieuw opstarten. Klik op Ga door met installatie. 13. Nadat de installatie is voltooid klikt u op Start opnieuw. 14. Open de map Programma’s > Hulpprogramma’s > Printerconfiguratie. • Voor Mac OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen. 15. Klik op Voeg toe in de Printerlijst. • Voor Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op het pictogram +, waarna een venster verschijnt. 16. Klik op Standaardkiezer en zoek de USB-verbinding. • In Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op Standaard en zoekt u de USB-verbinding. 17. Als automatisch selecteren voor Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model. • Voor Mac OS X 10.5-10.6: als Automatisch selecteren niet goed werkt, selecteert u Selecteer besturingsbestand… en de naam van uw apparaat in Druk af via. Uw apparaat verschijnt in de Printerlijst en wordt ingesteld als standaardprinter. 18. Klik op Voeg toe. Aan de slag_ 26 • Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. • Printer Settings Utility installeren a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. b) Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation. c) Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw Macintosh-computer. d) Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Uninstaller OS X. e) Voer het wachtwoord in en klik op OK. f) Nadat de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op OK. Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen. 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3. Download het pakket Printer Settings Utility vanaf de website van Samsung. 4. Klik met de rechtermuisknop op het pakket Printer Settings Utility en decomprimeer het. 5. Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh. Linux U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de apparaatsoftware te installeren (http://www.samsung.com/printer). Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. b) Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. c) Klik op het pictogram onderaan op het bureaublad. Wanneer het venster Terminal verschijnt, typt u het volgende: [root@localhost root]#cd /opt/Samsung/mfp/uninstall/ [root@localhost uninstall]#./uninstall.sh d) Klik op Uninstall. e) Klik op Next. f) Klik op Finish. Het Unified Linux-stuurprogramma installeren 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3. Download het Unified Linux Driver-pakket van de website van Samsung. 4. Klik met de rechtermuisknop op het Unified Linux Driver-pakket en pak het uit. 5. Dubbelklik op cdroot > autorun. 6. Klik op Next als het welkomstvenster verschijnt. 7. Klik op Finish als de installatie is voltooid. Het installatieprogramma heeft het pictogram Unified Driver Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified Driver aan het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen ondervindt, raadpleegt u de schermhulp die u kunt openen via het systeemmenu of vanuit het stuurprogrammapakket van Windows-toepassingen, zoals Unified Driver Configurator of Image Manager. SmartPanel installeren 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. Uw printer lokaal delen Volg onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat de computers uw apparaat lokaal delen. Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is aangesloten en met de lokale netwerkomgeving is verbonden kan de clientcomputer die met het lokale netwerk is verbonden het gedeelde apparaat gebruiken om af te drukken via de hostcomputer. 1 2 U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3. Download het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en plaats het op uw computer. 4. Klik met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket en pak het uit. 5. Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh. 1 2 Aan de slag_ 27 Hostcomputer Een computer die rechtstreeks met het apparaat is verbonden via een USB-kabel. Clientcomputers Computers die gebruikmaken van het apparaat dat gedeeld wordt via de hostcomputer. Windows Macintosh De volgende stappen gelden voor Mac OS X 10.5-10.6. Raadpleeg de Help van Mac voor andere OS-versies. Instellen als hostcomputer 1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.) 2. Klik op het menu Start in Windows. 3. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. • In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. 5. In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Eigenschappen van printer in het snelmenu. Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 6. 7. 8. 9. Instellen als hostcomputer 1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op pagina 26.) 2. Open de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op Afdrukken en faxen. 3. Selecteer de printer die u wilt delen in de Printerlijst. 4. Selecteer Deel deze printer. Instellen als clientcomputer 1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op pagina 26.) 2. Open de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op Afdrukken en faxen. 3. Klik op het pictogram "+". Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde printer. 4. Selecteer uw apparaat en klik op Voeg toe. Selecteer het tabblad Delen. Selecteer Opties voor delen wijzigen. Schakel het selectievakje voor Deze printer delen in. Vul het veld Sharenaam in. Klik op OK. Instellen als clientcomputer 1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.) 2. Klik op het menu Start in Windows. 3. Selecteer Alle programma’s > Toebehoren > Windows Verkenner. 4. Voer het IP-adres van de hostcomputer in op de adresbalk en druk op Enter op uw toetsenbord. Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het wachtwoord van de hostcomputeraccount in. 5. Klik met uw rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer Verbinden 6. Klik op OK zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid. 7. Open het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken. Aan de slag_ 28 Basisinstellingen 3. Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Luchtdrukaanpassing • De standaardlade en het papier instellen Luchtdrukaanpassing De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in. Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 5. Klik op het tabblad Papier. 6. Selecteer een lade en de bijhorende opties, zoals het papierformaat en de papiersoort. 7. Druk op OK. Als u een speciaal papierformaat (bijv. factuurpapier) wilt gebruiken, selecteert u Bewerken... op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 0 • • 1 2 3 4 Macintosh Hoog 3 Hoog 2 Hoog 1 Normaal Voor Windows en Macintosh: Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 45. Voor Linux: Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 46. De standaardlade en het papier instellen U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken. Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere instellingen willen afdrukken. 1. Open een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het menu Bestand en klik op Druk af. 3. Ga naar het paneel Papierinvoer. 4. Stel de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken. 5. Ga naar het paneel Papier. 6. Stel het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd geplaatst van waaruit u wilt afdrukken. 7. Klik op Druk af om het afdrukken te starten. Vanaf uw computer Windows 1. Klik op het menu Start in Windows. 2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. • In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. 4. Als u Windows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu. Basisinstellingen_ 29 Afdrukmedia en lade 4. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • Afdrukmedia selecteren De grootte van de lade aanpassen Papier in de lade plaatsen Afdrukmedia selecteren U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen en plaats deze in de juiste lade. Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding voldoen kunnen de volgende problemen veroorzaken: • Slechte afdrukkwaliteit. • Meer papierstoringen. • Versnelde slijtage van het apparaat. Eigenschappen, zoals gewicht, samenstelling, vezel- en vochtgehalte, hebben een grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmedia rekening met het volgende: • Het type, formaat en gewicht van de afdrukmedia voor uw apparaat worden beschreven onder Specificaties van afdrukmedia. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) • Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn voor het doel. • Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren scherpere en levendigere afbeeldingen op. • Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal bepaalt hoe scherp de afdrukken er op papier uitzien. • Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen, hoewel ze voldoen aan alle hier genoemde richtlijnen toch geen bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste bediening, een ongewenst temperatuur- en vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover men geen controle heeft. • Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia aanschaft, of deze voldoen aan de vereisten die in deze gebruikershandleiding worden vermeld en of ze voldoen aan uw afdrukvereisten. • • • Afdrukken op speciale media De papieruitvoersteun gebruiken De hoeveelheid papier die in de lade wordt gelegd kan verschillen afhankelijk van het gebruikte type media. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund Modus Formaat Type Invoer Enkelzijdig afdrukken Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65 voor informatie over papierformaten. Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65 voor informatie over papiersoorten. • • lade 1 Lade voor handmatige invoer Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)a Letter, A4, Legal, US Folio, Oficio Normaal papier, gekleurd papier, voorbedrukt papier, kringlooppapier, bankpostpapier, archiefpapier. • lade 1 a. alleen 75 tot 90 g/m2 De grootte van de lade aanpassen De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht. Om het formaat te wijzigen moet u de papiergeleiders aanpassen. 1 Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties voldoen kan problemen veroorzaken die een herstelling vereisen. Dergelijke herstellingen zijn niet gedekt door de garantie- of serviceovereenkomsten. Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken. Gebruik geschikte afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op speciale media" op pagina 32.) Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van vreemde materialen in de printen kan oververhitting veroorzaken en in zeldzame gevallen brand. Afdrukmedia en lade_ 30 2 3 4 1 Ondersteunende geleider 2 Papierlengtegeleider 3 Vergrendeling van de geleider 4 Papierbreedtegeleider 1. Houd met een hand de vergrendeling van de geleider ingedrukt en houd met de andere hand de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider samen. Verschuif de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider om ze in de sleuf voor het juiste papierformaat te plaatsen. • Gebruik geen papier met een krul van meer dan 6 mm. Papier in de lade plaatsen Lade 1 2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst. Plaats het papier in de papierlade. 3. Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, stelt u de ondersteunende geleider zodanig in dat deze de stapel lichtjes raakt. 1. Trek de lade uit. Pas het formaat van de lade aan het formaat van de geplaatste media aan. (Zie "De grootte van de lade aanpassen" op pagina 30.) 2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst. 3. Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder. 4. Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie "De standaardlade en het papier instellen" op pagina 29). 4. Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het gewenste formaat zoals aangegeven op de bodem van de papierlade. Controleer als u problemen ondervindt met de papierinvoer of het papier beantwoordt aan de specificaties van de afdrukmedia. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Lade voor handmatige invoer In de lade voor handmatige invoer kunnen speciale typen en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier. Tips voor het gebruik van de handmatige invoer • • • Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier omdat het papier daardoor kan buigen. Als u de breedtegeleider niet aanpast kan het papier vastlopen. • • Als u in uw softwaretoepassing Handmatige invoer selecteert voor (knop Annuleren) drukken telkens wanneer u Invoer, moet u op een pagina afdrukt. Plaats slechts één type, formaat en gewicht van afdrukmateriaal tegelijk in de lade voor handmatige invoer. Voeg tijdens het afdrukken geen papier toe. Dit zou papierstoringen kunnen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmateriaal. Plaats afdrukmaterialen met de te bedrukken zijde naar boven en de bovenrand eerst in de handmatige invoer en zorg ervoor dat het materiaal in het midden van de lade ligt. Afdrukmedia en lade_ 31 • Plaats alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties. Zo voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) • Strijk alle vervormingen in briefkaarten, enveloppes en etiketten glad vooraleer u ze in de lade voor manuele invoer plaatst. 1. Plaats het papier in de lade voor handmatige invoer. Afdrukken op speciale media Onderstaande tabel toont de beschikbare speciale afdrukmedia voor elke lade. Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren. Controleer hoeveel vellen u maximaal in elke lade mag plaatsen. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Lade 1 Lade voor handmatige invoer Normaal papier ● ● Dik papier ● ● Dun papier ● ● Types • 2. 3. 4. 5. De stapel papier moet onder de volgende markering blijven: . • Volg bij het afdrukken op speciale afdrukmedia de richtlijn voor het plaatsen van afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op speciale media" op pagina 32.) • Als vellen overlappen bij het afdrukken vanuit de lade voor handmatige invoer, opent u lade 1, verwijdert u de overlappende vellen en probeert u opnieuw af te drukken. • Als het papier tijdens het afdrukken niet goed wordt ingevoerd, duwt u het handmatig naar binnen tot het automatisch wordt ingevoerd. Duw de papierbreedtegeleiders van de lade voor handmatige invoer naar elkaar toe en stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt. Om vanuit een toepassing af te drukken opent u de toepassing en start u het afdrukmenu. Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) Selecteer het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer een passend papiertype. Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken stelt u het papiertype in op Etiketten. 6. Selecteer Handmatige invoer bij papierbron en druk vervolgens op OK. 7. Start het afdrukken vanuit de toepassing. Als u twee of meer pagina’s wilt afdrukken, plaatst u het volgende vel nadat de eerste pagina is afgedrukt en drukt u op (knop Annuleren). Herhaal deze stap voor elke pagina die moet worden afgedrukt. Bankpost ● Kleur ● Kartonpapier ● Etiketten ● Transparanten ● Envelop ● Voorbedrukt ● Katoen ● Kringlooppapier ● ● Archiefpapier ● ● ( ●: ondersteund, Blanco: niet ondersteund) De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat in de lade moet worden geladen. Deze instelling verschijnt in de vervolgkeuzelijst zodat u ze kunt selecteren. Op die manier bekomt u de beste afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit mogelijk niet bereikt • Normaal papier: Normaal papier van 60 tot 90 g/m2. • Dik papier: dik papier van 90 tot 105 g/m2. • Dun papier: dun papier van 60 tot 70 g/m2. • Bankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m2. • Kleur: papier met gekleurde achtergrond van 75 tot 90 g/m2. • Kartonpapier: Kartonpapier van 105 tot 163 g/m2. • Etiketten: etiketten van 120 tot 150 g/m2. • Transparanten: transparant van 138 tot 146 g/m2. • Envelop: envelop van 75 tot 90 g/m2. • Voorbedrukt: voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/m2. • Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m2. • Kringlooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m2. Als u kringlooppapier gebruikt, kunnen de afdrukken kreukelen. • Archiefpapier: 70 tot 90 g/m2. Selecteer deze optie als u de afdrukken lang wilt bewaren (bijv. in uw archief). Afdrukmedia en lade_ 32 Envelop • Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. De hoek voor de postzegel moet zich links bevinden en de kant van de envelop met de postzegelhoek moet eerst in de printer gaan en moet in het midden van de handmatige invoer worden geplaatst. • • Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van het apparaat (ongeveer 170 °C). De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen. Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop. Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen. Transparanten Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u uitsluitend transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Als u transparanten in kleur afdrukt, zal de beeldkwaliteit minder zijn wanneer de afdrukken op de overheadprojector worden gebruikt, dan wanneer u ze in zwart-wit afdrukt. Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. • • • 1 Hendel • • • • • • Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren: - Gewicht. het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan 90 g/m2 bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt. - Ontwerp. voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd. Ze mogen niet meer dan 6 mm omkrullen en mogen geen lucht bevatten. - Probleem. gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of beschadigd zijn. - Temperatuur. gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de druk en de hitte die tijdens het afdrukken in het apparaat ontstaan. Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen. Gebruik geen afgestempelde enveloppen. Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen. Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit. Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek. • • • • • De te gebruiken transparanten moeten bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van het apparaat. Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat hebt gehaald. Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, wat aanleiding geeft tot vlekken bij het afdrukken. Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten achterlaat. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken. Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen. Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben. Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde. Om te vermijden dat de afgedrukte transparanten aan elkaar blijven kleven, moet u ervoor zorgen dat ze niet op elkaar worden gestapeld terwijl ze worden afgedrukt. 1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar Afdrukmedia en lade_ 33 Etiketten Briefhoofd/voorbedrukt papier Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u best uitsluitend etiketten voor laserprinters. • • • • Bij de keuze van etiketten moet u rekening houden met de volgende factoren: - Kleefstoffen: het kleefmiddel moet stabiel blijven bij de fixeertemperatuur van uw apparaat (ongeveer 170 °C). - Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben. - Krullen: voor het afdrukken moeten de etiketten plat worden gelegd en mogen ze niet meer dan 13 mm omkrullen. - Probleem: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel. Zorg ervoor dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken. Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd. Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn. Eenzijdig • • • • Kartonpapier/papier van een aangepast formaat U kunt met deze printer afdrukken op briefkaarten, kaarten en andere materialen met aangepaste formaten. Dubbelzijdig Papierlade 1 Voorzijde naar beneden Voorzijde naar boven Lade voor handmatige invoer Voorzijde naar boven Voorzijde naar beneden Briefhoofden/voorbedrukt papier moeten afgedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur (170 °C) van het apparaat. De inkt op het briefhoofd/voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet beschadigen. Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een vochtbestendige verpakking worden bewaard om aantasting tijdens de opslagperiode te voorkomen. Voor u het briefhoofd/voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukte papier waardoor de afdrukkwaliteit vermindert. Foto • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan het apparaat beschadigen. Glanzend Plaats één vel tegelijk in de lade voor handmatige invoer met de glanzende zijde naar boven. • • • • • Druk niet af op materialen die smaller zijn dan 76 mm en korter dan 127 mm. Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van de afdrukmedia. Probeer via de achterklep af te drukken (voorkant naar boven) als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 160 g/m2. Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (Letter) voor dit apparaat: HP Brochure Paper (product: uitsluitend Q6611A). Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (A4) voor dit apparaat: alleen HP Superior Paper 160 glossy (product: Q6616A). Afdrukmedia en lade_ 34 De papieruitvoersteun gebruiken Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en houd kinderen uit de buurt. De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de papieruitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s worden uitgelijnd. De uitvoer wordt standaard naar de uitvoerlade gestuurd. Als u de uitvoerlade wilt gebruiken, moet de achterklep gesloten zijn. Afdrukmedia en lade_ 35 Afdrukken 5. In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • Eigenschappen van het printerstuurprogramma Eenvoudige afdruktaken Voorkeurinstellingen openen Help gebruiken Speciale kopieerfuncties gebruiken De standaardafdrukinstellingen wijzigen Uw apparaat als standaardapparaat instellen Afdrukken naar een bestand (PRN) Afdrukken in Macintosh Afdrukken in Linux Eenvoudige afdruktaken De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. Eigenschappen van het printerstuurprogramma Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows, Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing. • Uw printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Selectie van afdrukstand, formaat, bron en type afdrukmedia. • Aantal exemplaren. U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door uw printerstuurprogramma’s worden ondersteund: • Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen een of meerdere functies uit de tabel mogelijk niet. Printerstuurprogramma Functie Windows Optie printerkwaliteit ● Poster afdrukken ● Meerdere pagina’s per vel ● Boekjes afdrukken (handmatig) ● Afdruk aan pagina aanpassen ● Afdrukken vergroten en verkleinen ● Andere lade voor eerste pagina ● Watermerk ● Overlay ● Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) ● Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat het afhankelijk is van het gebruikte apparaat. Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken bevat echter vrijwel dezelfde eigenschappen. Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat. Zie Compatibiliteit met besturingssystemen onder Printerspecificaties. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.) Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor afdrukken verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken, of . Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren, maar dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken ( ) wil zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de instellingen of de omgeving van het apparaat. Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen. Eenvoudige afdruktaken in Macintosh. (Zie "Afdrukken in Macintosh" op pagina 42.) Eenvoudige afdruktaken in Linux. (Zie "Afdrukken in Linux" op pagina 42.) Het volgende scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor Notepad in Windows 7. Uw scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken kan hiervan afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem of van het programma dat u gebruikt. 1. Open het document dat u wilt afdrukken. 2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt geopend. ( ●: ondersteund) Afdrukken_ 36 Voorkeurinstellingen openen 3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. U kunt de instellingen die u hebt geselecteerd bovenaan rechts in Voorkeursinstellingen voor afdrukken bekijken. 1. Open het document dat u wilt afdrukken. 2. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt geopend. 3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. 4. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren. De basisinstellingen voor het afdrukken, zoals het aantal exemplaren en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 4. Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te starten. Een afdruktaak annuleren Als de afdruktaak in de wachtrij of afdrukspooler is opgenomen, kunt u de afdruktaak als volgt annuleren: 1. Klik op het menu Start in Windows. 2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. • In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 3. Voor Windows 2000, XP, 2003, Vista en 2008 dubbelklikt u op uw apparaat. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteert u Afdruktaken weergeven in het snelmenu. Voorkeurinstellingen gebruiken Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan. 1. Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in. 2. Typ in het invoervak Vooraf ingest een naam voor deze instellingen. Als bij het item Afdruktaken weergeven het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 4. Selecteer Annuleren in het menu Document. U kunt ook toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van Windows. U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op annuleren) op het bedieningspaneel. (de knop Afdrukken_ 37 3. Klik op (Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf ingest, worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen. Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de opgeslagen instellingen verwijderen door deze te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te klikken op (Wissen). U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook herstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. Help gebruiken Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord. Speciale kopieerfuncties gebruiken Speciale afdrukeigenschappen zijn onder meer: • "Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken" op pagina 38. • "Posters afdrukken" op pagina 38. • "Boekjes afdrukken (handmatig)" op pagina 38. • "Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)" op pagina 39. • "Het afdrukpercentage van uw document wijzigen" op pagina 39. • "Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen" op pagina 39. • "Watermerken gebruiken" op pagina 39. • "Overlay gebruiken" op pagina 40. Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken. 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Meerdere pagina’s per vel in de vervolgkeuzelijst Type. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16). 4. Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde. 5. Als u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u Paginakaders afdrukken. 6. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type. 7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Posters afdrukken Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt kleven om er zo een poster van te maken. 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Poster afdrukken in de vervolgkeuzelijst Type. 3. Selecteer de gewenste paginaopmaak. Specificatie van de paginaopmaak: • Poster 2x2: het document wordt vergroot en wordt over 4 pagina’s verdeeld. • Poster 3x3: het document wordt vergroot en wordt over 9 pagina’s verdeeld. • Poster 4x4: het document wordt vergroot en wordt over 16 pagina’s verdeeld. 4. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door de radioknop bovenaan rechts in het tabblad Basis in te schakelen om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen kleven. 5. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type. 6. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. 7. U kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te kleven. Boekjes afdrukken (handmatig) Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken. Als u een boekje wilt maken moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. 8 9 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Boekje afdrukken in de vervolgkeuzelijst Type. Afdrukken_ 38 3. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type. Het afdrukpercentage van uw document wijzigen De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten beschikbaar zijn voor deze functie selecteert u het beschikbare papierformaat in de optie Formaat van het tabblad Papier. Als u een onbeschikbare optie voor papier of boekje selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Het papier or -markering is het beschikbare papier. zonder 4. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. 5. Vervolgens kunt u de pagina’s vouwen en nieten. U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren. Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) • Wij raden aan om niet af te drukken op beide zijden van speciale afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Het kan een papierstoring veroorzaken of het apparaat beschadigen. • De functie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) is alleen beschikbaar als u afdrukt vanuit lade 1. 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Geavanceerd. 3. Selecteer in de sectie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) de gewenste bindoptie. • Geen • Lange zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor boekbinden. • Korte zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor kalenders. 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Papier. 3. Geef in het invoervak Percentage de schaalfactor op. U kunt ook op de pijl-omaag/pijl-omhoog te klikken om de schaalfactor te selecteren. 4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties. 5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken. A 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Papier. 3. Selecteer het gewenste papierformaat in Aanpassen aan papierformaat. 4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties. 5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Watermerken gebruiken 4. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type. 5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Als uw printer geen eenheid voor dubbelzijdig afdrukken heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te voltooien. Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken. Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat worden meegeleverd. Ze kunnen worden aangepast of u kunt er nieuwe aan de lijst toevoegen. Afdrukken_ 39 Een bestaand watermerk gebruiken Overlay gebruiken 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer het gewenste watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het geselecteerde watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld. 3. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorbedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt gewoon de overlay met het briefhoofd af op uw document. Een watermerk maken 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken fin de keuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. 3. Voer tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt tot 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. Als u het selectievakje Alleen eerste pagina inschakelt, wordt het watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt. 4. Watermerkopties selecteren. U kunt de naam, stijl, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in de sectie Tekenstijl en de hoek van het watermerk instellen in de sectie Hoek watermerk. 5. Klik op Toevoegen om een nieuw watermerk aan de lijst Huidige watermerken toe te voegen. 6. Na de bewerking klikt u op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u Geen in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Een watermerk bewerken 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. 3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties. 4. Klik op Wijzigen als u de wijzigingen op wilt slaan. 5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Een watermerk verwijderen 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. 3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen. 4. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Afdrukken_ 40 Een nieuwe paginaoverlay maken Als u een paginaoverlay wilt gebruiken moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding. 1. Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt. 2. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 3. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken wordt geopend. 4. Klik in het venster Overlay bewerken op Maken. 5. Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Bestandsnaam in het venster Opslaan als. Selecteer indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. (De standaardinstelling is C:\Formover.) 6. Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays. 7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. 8. Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste schijf van uw computer. Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van het document dat u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk. Een paginaoverlay gebruiken Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden afgedrukt. Dit doet u als volgt: 1. Maak of open het document dat u wilt afdrukken. 2. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) 3. Klik op het tabblad Geavanceerd. 4. Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst. 5. Als het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst Tekst staat, selecteert u Bewerken in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken. Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen. Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays. 6. Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw document. 7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt. De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken. Een paginaoverlay verwijderen Paginaoverlays die u niet meer gebruikt kunt u verwijderen. 1. Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd. 2. Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Overlay. 3. Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen. 4. Klik op Wissen. 5. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja. 6. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. De standaardafdrukinstellingen wijzigen 6. Klik op OK. In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. Uw apparaat als standaardapparaat instellen 1. Klik op het menu Start in Windows. 2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. • In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 3. Selecteer uw apparaat. 4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als standaard instellen. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 Als bij het item Als standaardprinter instellen het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. Afdrukken naar een bestand (PRN) Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken: 1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in. De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in het printerstuurprogramma. 1. Klik op het menu Start in Windows. 2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten. • In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. 4. Als u Windows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu. 2. Klik op Afdrukken 3. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK. Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam. Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten. Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 5. Wijzig de instellingen op elk tabblad. Afdrukken_ 41 Afdrukken in Macintosh Afdrukken in Linux Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. Een document afdrukken Afdrukken vanuit een toepassing Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer: 1. Open het af te drukken document. 2. Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling (Documentinstellingen in een aantal toepassingen). 3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK. 4. Open het menu Bestand en klik op Druk af. 5. Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken. 6. Klik op Druk af. Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze toepassingen afdrukken. 1. Open een toepassing en selecteer Print uit het menu File. 2. Selecteer rechtstreeks Print via lpr. 3. In het venster LPR GUI selecteert u uw model in de lijst met printers en klikt u op Properties. Printerinstellingen wijzigen U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende. Afdrukken meerdere pagina's op één blad U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken. 1. Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand. 2. Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken. 3. Kies de andere te gebruiken opties. 4. Klik op Druk af. Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af. 4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen. Help gebruiken Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt. • General: met deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen. Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's. Afdrukken_ 42 • • • Text: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen. Graphics: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte of positie van de afbeelding. Advanced: Met deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer en speciale afdrukfuncties instellen. Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund. 5. Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Properties. 6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen. 7. Het venster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak kunt controleren. Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren. Bestanden afdrukken Connection: hiermee kunt u een andere poort bekijken of selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren. • Driver: hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen. • Jobs: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder opgegeven afdruktaken. • Classes: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse. 4. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer Properties. U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma. Zo drukt u elk bestand af: 1. Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI verschijnt. Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open. 2. In het venster LPR GUI selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak. 3. Klik op OK om het afdrukken te starten. Printereigenschappen configureren In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer wijzigen. 1. Open Unified Driver Configurator. Schakel indien nodig over naar Printers configuration. 2. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op Properties. 3. Het venster Printer Properties wordt geopend. Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen: • General: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst in Printers configuration. Afdrukken_ 43 • Beheerprogramma’s 6. Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • Introductie van handige beheerprogramma’s Samsung AnyWeb Print gebruiken Samsung Easy Printer Manager gebruiken Introductie van handige beheerprogramma’s De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken. • "Samsung AnyWeb Print gebruiken" op pagina 44. • "Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 44. • "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 45 • "Smart Panel gebruiken" op pagina 46 • "Werken met Unified Linux Driver Configurator" op pagina 46 Samsung-printerstatus gebruiken Smart Panel gebruiken Werken met Unified Linux Driver Configurator • Voor Macintosh: Open de map Programma's > Samsung > Samsung Easy Printer Manager De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven: De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. Samsung AnyWeb Print gebruiken Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Macintosh-besturingssystemen. Met dit hulpprogramma kunt u van schermen een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Openen van het programma: • Voor Windows: Selecteer Start > Alle programma's > Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download de nieuwste versie. • Voor Macintosh: Open de map Programma’s > Samsung > Samsung AnyWeb Print. Samsung Easy Printer Manager gebruiken • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Macintosh-besturingssystemen. • Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn. Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is eenvoudig: klik gewoon op de knop Printerlijst In de printerlijst worden pictogrammen weergegeven van de printers die op uw computer zijn geïnstalleerd. Printerinfor matie In dit kader staat algemene informatie over uw apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IP-adres (of poortnummer) en de printerstatus. 1 2 . Informatie over Samsung Easy Printer Manager Openen van het programma: • Voor Windows: Kies Start > Programma's of Alle Programma's > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy Printer Manager. Beheerprogramma’s_ 44 Knop Handleiding: Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het desbetreffende deel in de gebruikershandleiding gaan. Programma -informatie Bevat koppelingen voor overschakelen naar geavanceerde instellingen, voorkeursinstellingen, hulp en informatie over het programma. 3 Met de knop kunt u de interface wijzigen in de interface voor gevorderde gebruikers. 4 Snelkoppel ingen Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar toepassingen in de geavanceerde instellingen. Inhoud Toont informatie over de geselecteerde printer, het niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. 5 Benodigdh eden bestellen 6 Overzicht Samsung-printerstatus Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert. U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de knop Printerstatus. Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk: Picto gram Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) in de rechterbovenhoek van het venster en de optie waarover u meer wilt weten. beteke nt Omschrijving Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen fouten of waarschuwingen. Waarsch uwing Het apparaat is in een toestand waarin er in de toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden tot de toner-leegstatus. Fout Er is minstens één fout in het apparaat. Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van de apparaten. Apparaatinstellingen U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen. Waarschuwingsinstellingen (alleen voor Windows) Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over fouten en storingen. • Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot wanneer waarschuwingen ontvangen worden. • E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het ontvangen van waarschuwingen via e-mail. • Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de toner. Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. 2 Waarschuw.inste lling Selecteer de gewenste instellingen in het venster Opties. 3 Artikelen bestellen U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. 4 Probleemoplossi ng U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 5 Sluiten Sluit het venster. 1 Informatie over Easy Capture Manager Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken op het toetsenbord te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken. Samsung-printerstatus gebruiken • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen. • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.) Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. Beheerprogramma’s_ 45 Smart Panel gebruiken Werken met Unified Linux Driver Configurator • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Linux-besturingssystemen. • Het venster Smart Panel en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.) Smart Panel is een programma waarmee de status van het apparaat wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de apparaatinstellingen aanpassen. U kunt Smart Panel downloaden van de website van Samsung. (Zie "SmartPanel installeren" op pagina 27.) Overzicht Smart Panel Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout controleren in Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig starten. Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram ( 2 Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Buy Now U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. User’s Guide U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. 1. Dubbelklik op pictogram voor Unified Driver Configurator op het bureaublad. U kunt ook op het pictogram Startup klikken en Samsung Unified Driver > Unified Driver Configurator selecteren. 2. Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het overeenkomstige configuratievenster. 1 Printers configuration 2 Ports Configuration Klik op Help voor schermhulp. 3. Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified Driver Configurator te sluiten. Deze knop verandert in Troubleshooting Guide als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 3 Printer Setting 4 Unified Driver Configurator openen ) in het berichtenkader. Tonerniveau 1 Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken. (Zie "Het Unified Linux-stuurprogramma installeren" op pagina 27.) Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem wordt automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw bureaublad geplaatst. U kunt diverse apparaatinstellingen configureren in het venster Printer Settings Utility. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Wijzigen van de instellingen van Smart Panel Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Smart Panel en selecteer Smart Panel configureren. Selecteer de gewenste instellingen in het venster Smart Panel configureren. Beheerprogramma’s_ 46 Printers configuration Tabblad Classes Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes. Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. Tabblad Printers Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Linux Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn geconfigureerd. 1 Schakelt over naar Printers configuration. 2 Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven. 3 Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven. 1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. 2 Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan. • • • Refresh: de lijst met klassen vernieuwen. Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen. Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse. De besturingsknoppen van de printer zijn: • Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten. • Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe. • Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat. • Set as Default: hiermee stelt u het huidige apparaat in als standaardapparaat. • Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten. • Test: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed werkt. • Properties: hiermee kunt u eigenschappen van de printer weergeven en wijzigen. Beheerprogramma’s_ 47 Ports configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. • • 1 Schakelt over naar Ports configuration. 2 Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer. 3 Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer. Refresh: hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen. Release port: hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven. Beheerprogramma’s_ 48 Onderhoud 7. In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Een configuratierapport afdrukken Een apparaat reinigen • • Een configuratierapport afdrukken U kunt een configuratiepagina afdrukken om de huidige printerinstellingen te bekijken of problemen met de printer op te lossen. De tonercassette bewaren Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht tot het apparaat is afgekoeld. 2. Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Plaats de tonercassette op een schoon, vlak oppervlak. (Annuleren) ongeveer 2 tot 5 Houd in de stand-bymodus de knop seconden ingedrukt. De configuratiepagina wordt afgedrukt. Een apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de levensduur van uw apparaat te verlengen. • • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddel of andere agressieve substanties bevatten kan de behuizing verkleuren of vervormen. Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn. De buitenkant reinigen Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek bevochtigen met een beetje water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat terechtkomt. • Om schade aan de tonercassette te voorkomen moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier. • Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken. 3. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen. Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat de transportrol onder de tonercassette of andere onderdelen binnenin niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner, om te reinigen. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen. Onderhoud_ 49 4. Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat (LSU) in het apparaat om te zien of er vuil aan blijft zitten. Gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung en bijgevulde tonercassettes Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Samsung in uw printer wordt door Samsung Electronics niet aangeraden noch goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor generieke, bijgevulde of gereviseerde tonercassettes, alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk. De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat die veroorzaakt is door het gebruik van een bijgevulde of gereviseerde tonercassette of een tonercassette van een ander merk dan Samsung. Geschatte gebruiksduur van tonercassette De geschatte gebruiksduur van een tonercassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die nodig is voor uw afdruktaken. Het eigenlijke aantal afdrukken kan verschillen afhankelijk van de afdrukdichtheid, de omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, ligt het tonerverbruik hoog en moet u de cassette sneller vervangen. 5. Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep. 6. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan. De tonercassette bewaren Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan de aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt, in het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden geregeld. Haal de tonercassette pas uit zijn originele, ongeopende verpakkking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met papier en moet u de cassette bewaren in een donkere kast. Als u de verpakking van de cassette opent voordat u de cassette gebruikt, nemen de gebruiksduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk af. Bewaar de cassette niet op de grond. Als de tonercassette uit de printer wordt verwijderd, moet de cassette altijd worden bewaard: • In de beschermhoes van de originele verpakking. • Liggend (niet rechtopstaand), met dezelfde kant naar boven als wanneer de cassette in de printer zit. • Bewaar verbruiksartikelen niet: - in temperaturen boven 40 C, - Luchtvochtigheid van minder dan 20% of meer dan 80%, - in een omgeving met extreme temperatuur- of vochtigheidsschommelingen, - in direct zon- of kunstlicht, - op stoffige plaatsen, - in een auto gedurende een lange periode, - in een omgeving met corrosieve dampen, - in een omgeving met zilte lucht. Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat • • Instructies voor het hanteren van cassettes • • • Raak het oppervlak van de lichtgevoelige drum in de cassette niet aan. Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken. Draai de drum nooit handmatig, vooral niet in de omgekeerde richting, want hierdoor kan de cassette binnenin worden beschadigd en gaan lekken. Onderhoud_ 50 U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren. Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden. Problemen oplossen 8. In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • Toner herverdelen Tips om papierkrulling te vermijden Tips om papierstoringen te voorkomen Papierstoringen verhelpen Andere problemen oplossen Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Verschijnen er witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk. -LED knippert oranje. • De In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette te herverdelen. Soms blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, zelfs nadat de toner is herverdeeld. 1. Open de voorklep. 2. Verwijder de tonercassette. 5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst. Tips om papierkrulling te vermijden 1. Open de achterklep. 2. Duw de hendel aan weerskanten naar beneden. 3. Rol de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof. Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken. 4. Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze vastklikt. Problemen oplossen_ 51 1 Hendel Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. Doe dit enkel als de afdruk meer dan 20 mm omgekruld is. Tips om papierstoringen te voorkomen 3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een papierstoring optreedt. • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.) • Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. • Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken. • Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voor u het in de lade plaatst. • Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier. • Plaats geen verschillende soorten papier in een lade. • Gebruik alleen aanbevolen afdrukmedia. • Zorg ervoor dat het papier in de lade ligt met de te bedrukken zijde naar onder of in de lade voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven. Papierstoringen verhelpen Als het papier vastloopt, licht de -LED op het bedieningspaneel oranje op. Zoek en verwijder het vastgelopen papier. Om door te gaan met afdrukken na het verwijderen van vastgelopen papier, moet u de voorklep openen en vervolgens weer sluiten. Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Volg de aanwijzingen in de volgende hoofdstukken om de papierstoring te verhelpen. In de papierlade Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette. (Zie "Binnen in het apparaat" op pagina 53.) 4. Schuif de lade terug in het apparaat totdat deze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst. In de lade voor handmatige invoer Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier. 1. Als het papier niet op de juiste wijze wordt ingevoerd, trekt u het uit het apparaat. Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier. 1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. Als het papier niet uit het apparaat komt, gaat u door met de volgende stap. 2. Open de lade. 2. Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan met afdrukken. Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst. Problemen oplossen_ 52 Binnen in het apparaat 2. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 1. Als de uitvoersteunlade geopend is, sluit u deze eerst. 2. Open de klep aan de voorzijde en trek de tonercassette naar buiten door ze voorzichtig naar beneden te drukken. Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand ondervindt wanneer u eraan trekt, en ga door met de volgende stap. 3. Open de achterklep. 4. Duw de hendels naar beneden en verwijder het papier. Zet de hendels terug in de oorspronkelijke positie. 1 3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 2 1 Hendel Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet. 5. Duw de hendels van de fixeereenheid naar beneden en verwijder het papier. Zet de hendels terug in de oorspronkelijke stand. 4. Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken. 1 2 Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst. In het uitvoergebied Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier. 1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 6. Sluit de achterklep. Problemen oplossen_ 53 7. Open en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Problemen met papierinvoer Probleem Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst. Andere problemen oplossen In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen met de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Voorgestelde oplossingen Papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.) Papier kleeft aan elkaar. • • Stroomproblemen Klik op deze koppeling om een animatie over stroomproblemen te bekijken. • • Probleem Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossingen • Steek het netsnoer in en druk op op het bedieningspaneel. (Aan/Uit) Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van dezelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht. Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • • • • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit. In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven. • Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Het papier blijft vastlopen. • • • Verwijder eventuele vastgelopen papier in het apparaat. Het papier werd niet goed in de lade geplaatst. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade. Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u op speciaal materiaal afdrukt. U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Er zitten mogelijk materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten. Transparanten kleven aan elkaar in de papieruitvoerlade. Gebruik alleen transparanten die speciaal voor laserprinters zijn bedoeld. Verwijder elke transparant zodra het is uitgevoerd. Enveloppen trekken scheef of worden niet goed ingevoerd. Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net raken). Problemen oplossen_ 54 Afdrukproblemen Probleem Het apparaat drukt niet af. Probleem Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de voorklep. • Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.) • De papierlade is leeg. Plaats papier. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.) • Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de tonercassette. Neem contact op met de serviceafdeling als er een systeemfout optreedt. De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is mogelijk defect. Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw apparaat te gebruiken. De poortinstelling is verkeerd. Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten. Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd. Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) Het printerstuurprogra mma is mogelijk niet goed geïnstalleerd. Herstel de apparaatsoftware. (Zie "Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.) Het apparaat werkt niet goed. • • Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen Het document is zo groot dat er onvoldoende ruimte is op de harde schijf van de computer om toegang te krijgen tot de afdruktaak. Maak extra ruimte vrij op de harde schijf en druk het document opnieuw af. De uitvoerlade is vol. De uitvoerlade kan tot 80 vellen normaal papier bevatten. Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met afdrukken. Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoerbron. De papieroptie die in de Voorkeursinstelli ngen voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk onjuist. In veel softwaretoepassingen kan de lade worden geselecteerd op het tabblad Papier in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt. De afdruktaak is mogelijk zeer complex. Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit. De helft van de pagina is leeg. De afdrukstand werd mogelijk verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma. Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is geselecteerd in het programma dat u gebruikt. Controleer of de LED’s op het bedieningspaneel een systeemfout aangeven. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. U kunt een foutbericht ook controleren vanuit Smart Panel op uw computer. Problemen oplossen_ 55 Probleem Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet compleet. Mogelijke oorzaak De kabel van het apparaat zit los of is defect. Voorgestelde oplossingen Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit kabel en apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel. Het verkeerde printerstuurprogra mma is geselecteerd. Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt geselecteerd. De softwaretoepassin g werkt niet naar behoren. Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing. Het besturingssysteem werkt niet naar behoren. Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en weer in. De tonercassette is leeg of beschadigd. Herverdeel de toner indien nodig. Vervang indien nodig de tonercassette. Het bestand bevat mogelijk blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat. Er is mogelijk een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord). Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en de Acrobat-producten. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. De foto’s worden niet goed afgedrukt. De afbeeldingen zijn niet duidelijk. De resolutie van de foto is erg laag. Er worden blanco pagina’s "afgedrukt". Probleem Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen Er komt voor het afdrukken stoom uit het apparaat ter hoogte van de uitvoerlade. Het gebruik van geperforeerd papier kan aanleiding geven tot de verspreiding van dampen tijdens het afdrukken. Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken. Het apparaat drukt geen speciaal papier zoals rekeningpapier af. Papierformaat en papierformaatinstel ling komen niet overeen. Stel het juiste papierformaat in onder Bewerken... op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag. Maak de foto kleiner. Als u de foto in de softwaretoepassing vergroot, vermindert de resolutie. Problemen oplossen_ 56 Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Probleem Lichte of vage afdrukken Voorgestelde oplossingen • • • • • De bovenste helft van het papier is lichter bedrukt dan de rest van het papier Tonervlekken A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet is de toner bijna op. Door de resterende toner over de cassette te verdelen kunt u er waarschijnlijk nog een aantal afdrukken mee maken. (Zie "Toner herverdelen" op pagina 51.) Als de afdrukkwaliteit hierdoor niet verbetert, moet u een nieuwe tonercassette plaatsen. Het papier voldoet mogelijk niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het apparaat in de tonerspaarstand. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de tonerspaarstand uit. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma. Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette gereinigd moet worden. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Geef Voorkeursinstellingen voor afdrukken weer, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Kringlooppapier. • • • Het papier voldoet mogelijk niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) De transportrol is mogelijk vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Probleem Onregelmatigheden A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C Voorgestelde oplossingen Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen: • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af. • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) • De hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) • Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina: • Het papier is te ruw en er valt veel vuil vanaf het papier op de interne onderdelen van het apparaat waardoor de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) Verticale strepen Als de pagina zwarte verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) Zwarte achtergrond Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond): • Gebruik papier met een kleiner gewicht. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) • Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond. • Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) Problemen oplossen_ 57 Probleem Voorgestelde oplossingen Probleem Voorgestelde oplossingen Tonervegen Als er tonervlakken op de pagina verschijnen: • Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) • Verwijder de tonercassette en installeer een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Geef Voorkeursinstellingen voor afdrukken weer, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Kringlooppapier. Verticaal terugkerende afwijkingen Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De tonercassette is mogelijk defect. Als u nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u de tonercassette en plaatst u een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen. • De fixeereenheid kan beschadigd zijn. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Misvormde tekst • Als tekst er vervormd uitziet ('uitgehold' effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Papier schuin • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier. Schaduwvlekken A Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen. • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt. • Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat er wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken. • Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) A aBb A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C Cc Gekruld of gegolfd • • • • • Vouwen of kreuken • • • Problemen oplossen_ 58 Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens het papier 180° te draaien in de lade. Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens het papier 180° te draaien in de lade. Probleem Achterkant van afdrukken is vuil Eén vaste kleur of zwarte pagina’s A Losse toner Voorgestelde oplossingen Een tonercassette lekt mogelijk. Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) • • • • • • • Openingen in tekens A Probleem Horizontale strepen A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C De tonercassette werd mogelijk niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw. De tonercassette is mogelijk defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie "De binnenkant reinigen" op pagina 49.) Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Verwijder de tonercassette en installeer een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Voorgestelde oplossingen Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • De tonercassette werd mogelijk onjuist geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw. • De tonercassette is mogelijk defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62.) • Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende: • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens het papier 180° te draaien in de lade. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.) Er verschijnt voortdurend een onbekende afbeelding op enkele vellen, er zit losse toner op de afdruk, of de afdruk is te licht of vuil. Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of meer. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een lichte afdruk). Pas de luchtdrukaanpassing van uw apparaat aan. (Zie "Luchtdrukaanpassing" op pagina 29.) Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn: • Als dit probleem optreedt bij transparanten probeert u een ander soort transparant. Omwille van de samenstelling van de transparanten zijn enkele onvolledige tekens normaal. • Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om. • Het papier voldoet mogelijk niet aan de papierspecificaties. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.) Problemen oplossen_ 59 Veelvoorkomende problemen onder Windows Probleem Probleem Voorgestelde oplossingen Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OE-uitzondering", "Spool 32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt. Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken. Het bericht "Kan niet afdrukken" of "Er is een time-outfout in de printer opgetreden" verschijnt. Deze berichten kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht tot het apparaat klaar is met afdrukken. Als het bericht verschijnt in gereedmodus of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden. Het apparaat drukt geen volledige pagina’s af. Slechts de helft van de pagina wordt afgedrukt. Dit is een gekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is aan bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 of een hogere versie. Download de meest recente versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/ ghostscript/ en installeer deze om dit probleem op te lossen. De foutmelding "Cannot open port device file" verschijnt als ik een document afdruk. Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (via LPR GUI bijvoorbeeld) terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de poort tijdens het afdrukken vergrendelt, blijft deze vergrendeld door het abrupte afbreken van de driver zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken. Als deze situatie zich voordoet, probeert u de poort vrij te geven door Release port te selecteren in Port configuration. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows. Veelvoorkomende problemen onder Linux Probleem Het apparaat drukt niet af. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Linux-foutmeldingen. Voorgestelde oplossingen • • • Voorgestelde oplossingen Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in het venster Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of het apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit de lijst met printers. Bekijk de omschrijving in het paneel Selected printer. Druk op de knop Start als de status de tekenreeks Stopped bevat. Hierna zou het apparaat weer normaal moeten werken. De status "stopped" kan geactiveerd zijn wanneer er zich problemen met het afdrukken hebben voorgedaan. Controleer of er een speciale afdrukoptie is ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter "-oraw" is opgegeven in de opdrachtregel verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp front-end kiest u "print" -> "Setup printer" en bewerkt u de opdrachtregelparameter in de menuoptie. Veelvoorkomende problemen onder Macintosh Probleem Voorgestelde oplossingen Het apparaat drukt PDF-bestanden niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Bepaalde letters worden niet normaal weergegeven tijdens het afdrukken van het voorblad. Mac OS kan het lettertype niet aanmaken tijdens het afdrukken van het voorblad. Het Nederlandse alfabet en Nederlandse cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad. Als u op een Macintosh-computer een document afdrukt met Acrobat Reader 6.0 of hoger worden de kleuren niet op de juiste wijze afgedrukt. Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Macintosh-foutmeldingen. Problemen oplossen_ 60 Verbruiksartikelen 9. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Aankoopmogelijkheden Verkrijgbare verbruiksartikelen • • De beschikbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Aankoopmogelijkheden Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neem dan contact op met de lokale Samsung-handelaar of verdeler bij wie u de printer hebt gekocht. U kunt ook surfen naar www.samsung.com/supplies en uw land/regio selecteren voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Verkrijgbare verbruiksartikelen Als de verbruiksartikelen het einde van hun levensduur naderen kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen: Type Gemiddeld aantal afdrukkena Naam van het onderdeel Standaardrend ement tonercassette Ong. 1.500 pagina’s • • Regio A : 1052 (MLT-D1052S) Tonercassette met hoge capaciteit Ong. 2.500 pagina’s • 105L (MLT-D105L) 102L (MLT-D102L) • Regio Ab: 1052L (MLT-D1052L) • Regio Bc: 102L (MLT-D102L) • Regio Cd: 102L (MLT-D102L) - ML-2541: MLT-D102L/XIL - ML-2547: MLT-D102L/XSW 105 (MLT-D105S) Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud De tonercassette vervangen Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen. Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat. Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren moeten de volgende onderdelen vervangen worden zodra het opgegeven aantal afdrukken is bereikt of de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken. Onderdelen b a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. b. Regio A: Albanië, België, Bosnië, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Macedonië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechische Republiek, Zweden, Zwitserland en het VK. Gemiddeld aantal afdrukkena Transportrol Ong. 50.000 pagina’s Fixeereenheid Ong. 50.000 pagina’s Opneemrol Ong. 50.000 pagina’s Cassette-eenheid Ong. 50.000 pagina’s a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak. Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te kopen. Laat onderdelen voor onderhoud alleen vervangen door een erkende servicemedewerker of door de leverancier of winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gebruiksduur is verstreken valt niet onder de garantie. c. Regio B: India. d. Regio C: China. Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62 voor het vervangen van de tonercassette. De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties en de taakmodus. Verbruiksartikelen_ 61 De tonercassette vervangen Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het vervangen van een tonercassette. 6. Schud de cassette voorzichtig vijf tot zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Zo zorgt u ervoor dat u het maximum aantal kopieën per cassette kunt maken. Wanneer de tonercassette de geschatte gebruiksduur heeft bereikt. • Het venster van het programma Samsung-printerstatus (of Smart Panel) verschijnt op het scherm van uw computer en geeft aan dat u de tonercassette moet vervangen. • Stopt het apparaat met afdrukken. Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Controleer het type tonercassette van uw apparaat. (Zie "Verkrijgbare verbruiksartikelen" op pagina 61.) 1. Open de voorklep. 2. Verwijder de tonercassette. Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof. Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken. 7. Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze vastklikt. 3. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking. 4. Verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen. 8. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 5. Trek de afdichtingstape aan het uiteinde van de tonercassette voorzichtig uit de cassette en gooi de tape weg. • • • Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst. Het afsluittape is als het op de juiste wijze verwijderd is, langer dan 60 cm. U moet de tape recht van de inktcassette trekken om deze te verwijderen. Let op dat de tape niet afscheurt. Als dit gebeurt, is de tonercassette onbruikbaar. Zie de afbeeldingen met instructies op de verpakking van de cassette. Verbruiksartikelen_ 62 Specificaties 10. In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over de specificaties van het apparaat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Hardwarespecificaties Omgevingsvoorwaarden Elektrische specificaties Specificaties van het afdrukmateriaal De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen. Hardwarespecificaties Item Afmetingen Gewicht Beschrijving Hoogte 197 mm Diepte 389 mm Breedte 358 mm Apparaat met verbruiksartikelen 7.24 Kg Omgevingsvoorwaarden Item Geluidsniveaua Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid Beschrijving Gereedmodus 26 dB (A) Afdrukmodus 53 dB (A) Werking 10 tot 32 °C Opslag (zonder verpakking) 0 tot 40 °C Werking 20 tot 80% RV Opslag (zonder verpakking) 10 tot 80% RV a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: apparaat basisinstallatie, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken. Specificaties_ 63 Elektrische specificaties De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land of de regio waar het apparaat wordt verkocht. De bedrijfsspanning mag niet worden gewijzigd. Doet u dit toch, dan kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de productgarantie. Item Voedinga Stroomverbruik Beschrijving Model dat op 110 volt werkt AC 110 - 127 V Model dat op 220 volt werkt AC 220 - 240 V Gemiddelde bedrijfsmodus minder dan 360 W Gereedmodus Minder dan 60 W Energiebesparende modus minder dan 5.0 W Uitgeschakelde toestand minder dan 0.5 W a. Zie het typeplaatje op het apparaat voor de juiste spanning, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat. Specificaties_ 64 Specificaties van het afdrukmateriaal Type Formaat Gewicht afdrukmediaa/capaciteitb Afmetingen Papierlade 1 Normaal papier Letter 216 × 279 mm Lade voor handmatige invoer 60 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) • 2 250 vellen van 80 g/m Legal 216 × 356 mm US Folio 216 × 330 mm A4 210 × 297 mm Oficio 216 × 343 mm JIS B5 182 × 257 mm 60 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) ISO B5 176 × 250 mm • Executive 184 × 267 mm A5 148 × 210 mm A6 105 × 148 mm Monarch-env. 98 × 191 mm Env. nr.10 105 × 241 mm Envelop DL 110 × 220 mm Envelop C5 162 × 229 mm Envelop C6 114 × 162 mm Dik papier Zie Normaal papier Dun papier Envelop 60 tot 220 g/m2 • 1 vel stapeling 150 vellen van 80 g/m2 Niet beschikbaar in lade 1 75 tot 90 g/m2 • 1 vel stapeling Zie Normaal papier 90 g/m2 90 g/m2 • 1 vel stapeling Zie Normaal papier Zie Normaal papier 60 tot 70 g/m2 60 tot 70 g/m2 • 1 vel stapeling Transparanten Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 138 tot 146 g/m2 • 1 vel stapeling Etikettenc Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 120 tot 150 g/m2 • 1 vel stapeling Kartonpapier Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement, Briefkaart 4x6 Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 105 tot 163 g/m2 • 1 vel stapeling Minimaal formaat (aangepast) 76 × 127 mm 60 tot 163 g/m2 Maximaal formaat (aangepast) 216 × 356 mm a. Plaats het papier vel per vel in de lade als het afdrukmateriaal meer weegt dan 120 g/m2. b. De maximumcapaciteit kan verschillen, afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal. c. Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield). Specificaties_ 65 Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region Customer Care Center Web Site ALBANIA 42 27 5755 ARGENTINE 0800-333-3733 ARMENIA 0-800-05-555 AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 BAHRAIN 8000-4726 BELARUS 810-800-500-55-500 BELGIUM 02-201-24-18 BOSNIA 05 133 1999 BRAZIL 0800-124-421 4004-0000 www.samsung.com BULGARIA 07001 33 11 www.samsung.com CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com CHILE 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com CHINA 400-810-5858 www.samsung.com COLOMBIA 01-8000112112 www.samsung.com COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com CROATIA 062 SAMSUNG (062 726 7864) www.samsung.com CZECH REPUBLIC 800-SAMSUNG (800-726786) www.samsung.com www.samsung.com www.samsung.com www.samsung.com/be (Dutch) www.samsung.com/be_fr (French) Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8 DENMARK 70 70 19 70 www.samsung.com DOMINICA 1-800-751-2676 www.samsung.com ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com EGYPT 0800-726786 www.samsung.com EIRE 0818 717100 www.samsung.com EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com ESTONIA 800-7267 www.samsung.com FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min) www.samsung.com GEORGIA 8-800-555-555 Contact SAMSUNG worldwide_ 66 Country/Region Customer Care Center Web Site GREECE IT and Mobile : 80111-SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/ from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100 www.samsung.com GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com HONG KONG (852) 3698-4698 www.samsung.com/hk www.samsung.com/hk_en/ HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com INDIA 3030 8282 1800 3000 8282 www.samsung.com INDONESIA 0800-112-8888 021-5699-7777 www.samsung.com IRAN 021-8255 www.samsung.com ITALY 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com JORDAN 800-22273 www.samsung.com KAZAKHSTAN 8-10-800-500-55-500 (GSM:7799) www.samsung.com KOSOVO +381 0113216899 KUWAIT 183-2255 www.samsung.com KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 www.samsung.com LATVIA 8000-7267 www.samsung.com LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com MACEDONIA 023 207 777 MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) MOLDOVA 00-800-500-55-500 MONTENEGRO 020 405 888 MOROCCO 080 100 2255 www.samsung.com NIGERIA 080-SAMSUNG(726-7864) www.samsung.com NETHERLANDS 0900-SAMSUNG (0900-7267864) (€ 0,10/min) www.samsung.com NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) www.samsung.com NICARAGUA 00-1800-5077267 www.samsung.com NORWAY 815-56 480 www.samsung.com OMAN 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com PANAMA 800-7267 www.samsung.com PERU 0-800-777-08 www.samsung.com Contact SAMSUNG worldwide_ 67 www.samsung.com Country/Region Customer Care Center Web Site PHILIPPINES 1800-10-SAMSUNG (726-7864) 1-800-3-SAMSUNG (726-7864) 1-800-8-SAMSUNG (726-7864) 02-5805777 www.samsung.com POLAND 0 801 1SAMSUNG (172678) 022-607-93-33 www.samsung.com PORTUGAL 80820-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com RUMANIA 08010 SAMSUNG (08010 726 7864) only from landline, local network Romtelecom - local tariff /021 206 01 10 for landline and mobile, normal tariff. www.samsung.com RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.com SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com SERBIA 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) www.samsung.com SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) www.samsung.com/ch www.samsung.com/ch_fr/ TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com THAILAND 1800-29-3232 02-689-3232 www.samsung.com TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com TURKEY 444 77 11 www.samsung.com U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.K 0330 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com UKRAINE 0-800-502-000 www.samsung.com/ua www.samsung.com/ua_ru UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com VENEZUELA 0-800-100-5303 www.samsung.com VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com Contact SAMSUNG worldwide_ 68 Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. client een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen. 802.11 CCD 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst. 802.11b/g/n 802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps, 802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/ n-apparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze telefoons en Bluetooth-apparaten. Sorteren Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt. Toegangspunt Configuratiescherm Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat apparaten voor draadloze communicatie verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen. Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat. Dekkingsgraad ADF De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een gedeelte van het papier in één keer kan scannen. AppleTalk AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite maakte deel uit van de oorspronkelijke Macintosh (1984); Apple gebruikt tegenwoordig echter TCP/IP-netwerken. Bitdiepte Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger. CSV Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op niet-Microsoftplatformen. Een computer graphics-term die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd. DADF BMP Standaard Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform. De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd. BOOTP DHCP Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen. Verklarende woordenlijst_ 69 kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts. soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. DIMM Emulatie De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens. Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat. DLNA DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via het netwerk. Ethernet DNS DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. Matrixprinter Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine. DPI DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat. DRPD Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan ontvangen. Dubbelzijdig Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus. Afdrukvolume Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot 2 400 per dag. Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/ gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sinds de jaren ’90 van de afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-technologie. EtherTalk Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite maakte deel uit van de oorspronkelijke Macintosh (1984); Apple gebruikt tegenwoordig echter TCP/ IP-netwerken. FDI Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat. FTP Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet). Fixeereenheid Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt. Gateway Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken. ECM Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die Grijswaarden Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven. Verklarende woordenlijst_ 70 Halftoon Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan. Massaopslagapparaat Een massaopslagapparaat, doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch oppervlak. IEEE Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van elektrische technologie. IEEE 1284 De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer). en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de prestaties die van TCP/IP in een LAN). ISO De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen. ITU-T De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken zijn onder meer standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie. ITU-T No. 1 chart Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten. JBIG Intranet Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de interne website. IP-adres of hostnaam Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard. IPM IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken. IPP IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen. IPX/SPX IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen. JPEG JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet. LDAP LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP. LED Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een apparaat aangeeft. LSU Een LSU is een laserscaneenheid die met elektrisch potentiaal beelden vormt op de OPC-drum door een laserstraal te richten vanaf de draaiende polygoonspiegel door de lens. MAC-adres van het apparaat afdrukken Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken. Verklarende woordenlijst_ 71 MFP Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner. MH MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht. OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek. PABX PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming. PCL MMR Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische printers, matrix- en laserprinters. MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.6. PDF Modem Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie te decoderen. PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling. PostScript MR MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden. NetWare PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren. Printerstuurprogramma Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer. Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX. Afdrukmedia OPC Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één minuut kan afdrukken. Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig. Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier. Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt. PPM PRN-bestand Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd. Protocol Originelen Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid. Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. PS Zie PostScript. OSI OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). Verklarende woordenlijst_ 72 PSTN TIFF Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt. RADIUS RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor het beheer van de netwerktoegang. Resolution De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie. SMB SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling. SMTP SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een client-serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server. Tonercassette Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels in het papier gaat hechten. TWAIN Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh. UNC-pad UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Window NT en andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is: \\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map> URL SSID SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn. URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt. Subnet Mask USB Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres. USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te verbinden. TCP/IP TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien. TCR Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt. Watermerk Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen. WEP WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze Verklarende woordenlijst_ 73 via radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere kunnen worden verzonden. WIA WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIA-compatibele scanner. WPA WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP. WPA-PSK WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid. WPS WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer. XPS XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een nieuw afdrukpad. Verklarende woordenlijst_ 74 Index A D aanpassen dubbelzijdig afdrukken handmatig ladeformaat 29 achterkant 21 afdrukken afdrukken naar een bestand 41 de standaardafdrukinstellingen wijzigen 41 dubbelzijdig afdrukken Windows 39 een document aan een bepaald papierformaat aanpassen 39 een document afdrukken Windows 36 Linux 42 Macintosh 42 poster 38 verschillende paginas afdrukken op één vel papier Macintosh 42 Windows 38 afdrukmedia briefhoofdpapier 34 de standaardlade en het papier instellen op de computer 29 envelop 33 etiketten 34 fotopapier 34 glanzend papier 34 kartonpapier 34 papieruitvoersteun 65 richtlijnen 30 transparanten 33 voorbedrukt papier 34 afdrukresolutie instellen Linux 43 B bedieningspaneel 22 boekjes 38 boekjes afdrukken 38 C conventie 16 printereigenschappen 43 stuurprogrammainstallatie voor een met een USBkabel verbonden apparaat 27 systeemvereisten 25 unifled driver configurator 46 veelvoorkomende problemen onder Linux 60 printerstuurprogramma 39 E een apparaat reinigen 49 een document afdrukken Linux 42 Macintosh 42 M Macintosh afdrukken 42 een apparaat lokaal delen 28 meegeleverde software 25 stuurprogrammainstallatie voor een met een USBkabel verbonden apparaat 26 systeemvereisten 25 veelvoorkomende problemen onder Macintosh 60 F functies 18 eigenschappen van afdrukmedia 65 functies van het apparaat 63 meegeleverde software 24 printerstuurprogramma 36 meerdere paginas op één vel afdrukken nup H Macintosh 42 Windows 38 help gebruiken 38, 42 het afdrukpercentage van uw document wijzigen 39 O I overlay afdrukken onderdelen voor onderhoud 61 afdrukken 40 maken 40 verwijderen 41 Informatie over wettelijke voorschriften 11 K overlay gebruiken in Windows 40 kennismaking met het bedieningspaneel 23 P papierstoring L papier verwijderen 52 tips om papierstoringen te voorkomen 52 lade breedte en lengte instellen 30 de grootte van de lade aanpassen 30 papier in de lade voor handmatige invoer plaatsen 31 Lade voor handmatige invoer gebruikstips 31 plaatsen 31 speciaal afdrukmateriaal gebruiken 32 Linux afdrukken 42 meegeleverde software 25 Index_ 75 papieruitvoersteun 35 plaatsen papier in de lade voor handmatige invoer 31 plaatsen in lade 1 31 speciale media 32 plaatsing van het apparaat 24 afstand 24 de luchtdruk aanpassen 29 poster afdrukken 38 printereigenschappen Linux 43 Printerstatus algemene informatie 45, 46 printerstuurprogramma functies 36 problemen problemen met de afdrukkwaliteit 57 problemen met papierinvoer 54 R reinigen binnenkant 49 buitenkant 49 W watermerk afdrukken 40 bewerken 40 maken 40 verwijderen 40 watermerken gebruiken in Windows 39 Windows afdrukken 36 een apparaat lokaal delen 28 meegeleverde software 24 stuurprogrammainstallatie voor een met een USBkabel verbonden apparaat 26 systeemvereisten 25 veelvoorkomende problemen onder Windows 60 S service contact numbers 66 specificaties afdrukmedia 65 algemeen 63 T tonercassette bewaren 50 de tonercassette vervangen 62 geschatte levensduur 50 instructies voor het hanteren van cassettes 50 nietoriginele Samsung en hervulde 50 toner herverdelen 51 U USBkabel installatie van het stuurprogramma 26 V veiligheid info 6 symbolen 6 verbruiksartikelen bestellen 61 geschatte levensduur van tonercassette 50 tonercassette vervangen 62 verkrijgbare verbruiksartikelen 61 verklarende woordenlijst 69 voorkant 20 Index_ 76
1 / 1