Documenttranscriptie
ML-254x Series
Monolaserprinter
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit
Samsung-product.
Copyright
© 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik
van de informatie in deze gebruikershandleiding.
•
•
•
•
•
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
Microsoft, Internet Explorer, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows 2008 Server R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation.
TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties.
Zie het bestand "LICENSE.txt" op de bijgeleverde cd voor informatie over de open source-licentie.
REV. 1.00
Copyright_ 2
Inhoud
COPYRIGHT
2
INHOUD
3
INLEIDING
20
AAN DE SLAG
24
BASISINSTELLINGEN
29
AFDRUKMEDIA EN LADE
30
6
11
16
18
Veiligheidsinformatie
Informatie over wettelijke voorschriften
Informatie over deze gebruikershandleiding
De functies van uw nieuwe laserproduct
20
20
21
22
23
23
Apparaatoverzicht
Voorkant
Achterkant
Overzicht van het bedieningspaneel
Informatie over de LED
Het apparaat inschakelen
24
24
24
25
25
25
25
26
26
26
27
27
28
28
De hardware installeren
Locatie
Meegeleverde software
Systeemvereisten
Microsoft® Windows®
Macintosh
Linux
Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat
Windows
Macintosh
Linux
Uw printer lokaal delen
Windows
Macintosh
29
29
29
Luchtdrukaanpassing
De standaardlade en het papier instellen
Vanaf uw computer
30
30
30
30
31
31
31
32
33
33
34
34
34
34
34
35
Afdrukmedia selecteren
Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia
Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund
De grootte van de lade aanpassen
Papier in de lade plaatsen
Lade 1
Lade voor handmatige invoer
Afdrukken op speciale media
Envelop
Transparanten
Etiketten
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
Briefhoofd/voorbedrukt papier
Foto
Glanzend
De papieruitvoersteun gebruiken
Inhoud_ 3
Inhoud
AFDRUKKEN
36
BEHEERPROGRAMMA’S
44
ONDERHOUD
49
36
36
36
37
37
37
38
38
38
38
38
39
39
39
39
40
41
41
41
42
42
42
42
42
42
42
43
43
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Printerstuurprogramma
Eenvoudige afdruktaken
Een afdruktaak annuleren
Voorkeurinstellingen openen
Voorkeurinstellingen gebruiken
Help gebruiken
Speciale kopieerfuncties gebruiken
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken
Posters afdrukken
Boekjes afdrukken (handmatig)
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
Het afdrukpercentage van uw document wijzigen
Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen
Watermerken gebruiken
Overlay gebruiken
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
Uw apparaat als standaardapparaat instellen
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Afdrukken in Macintosh
Een document afdrukken
Printerinstellingen wijzigen
Afdrukken meerdere pagina's op één blad
Help gebruiken
Afdrukken in Linux
Afdrukken vanuit een toepassing
Bestanden afdrukken
Printereigenschappen configureren
44
44
44
44
45
45
45
46
46
46
46
46
47
48
Introductie van handige beheerprogramma’s
Samsung AnyWeb Print gebruiken
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Informatie over Easy Capture Manager
Samsung-printerstatus gebruiken
Overzicht Samsung-printerstatus
Smart Panel gebruiken
Overzicht Smart Panel
Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
Werken met Unified Linux Driver Configurator
Unified Driver Configurator openen
Printers configuration
Ports configuration
49
49
49
49
50
50
50
Een configuratierapport afdrukken
Een apparaat reinigen
De buitenkant reinigen
De binnenkant reinigen
De tonercassette bewaren
Instructies voor het hanteren van cassettes
Gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung en
bijgevulde tonercassettes
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
50
50
Inhoud_ 4
Inhoud
PROBLEMEN OPLOSSEN
51
VERBRUIKSARTIKELEN
61
SPECIFICATIES
63
51
51
52
52
52
52
53
53
54
54
54
55
57
60
60
60
Toner herverdelen
Tips om papierkrulling te vermijden
Tips om papierstoringen te voorkomen
Papierstoringen verhelpen
In de papierlade
In de lade voor handmatige invoer
Binnen in het apparaat
In het uitvoergebied
Andere problemen oplossen
Stroomproblemen
Problemen met papierinvoer
Afdrukproblemen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Veelvoorkomende problemen onder Windows
Veelvoorkomende problemen onder Linux
Veelvoorkomende problemen onder Macintosh
61
61
61
62
Aankoopmogelijkheden
Verkrijgbare verbruiksartikelen
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
De tonercassette vervangen
63
63
64
65
Hardwarespecificaties
Omgevingsvoorwaarden
Elektrische specificaties
Specificaties van het afdrukmateriaal
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
66
VERKLARENDE WOORDENLIJST
69
INDEX
75
Inhoud_ 5
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of
anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt.
Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld. Bewaar dit document goed
nadat u het hebt gelezen.
Belangrijk veiligheidssymbolen
In dit deel wordt de betekenis van alle pictogrammen en tekens uit de gebruikershandleiding verklaard. Deze veiligheidssymbolen zijn gerangschikt op de ernst van
het risico.
Verklaring van alle pictogrammen en tekens die in de gebruikershandleiding worden gebruikt.
Waarschuwing
Opgepast
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Volg de instructies nauwgezet op.
Veiligheidsinformatie_ 6
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als
het stopcontact niet geaard is.
►Dit kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
•
Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit,
maakt het vreemde geluiden of verspreidt het
vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de
stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los.
• De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in
geval van nood de stekker uit het stopcontact te
kunnen trekken.
►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen
of zware voorwerpen, kaarsen, brandende
sigaretten, enzovoort).
►Dit kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware
voorwerpen op.
►Op het netsnoer stappen of het door een zwaar
voorwerp pletten kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het
netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met
natte handen.
►Dit kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Opgepast
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of
als u het apparaat niet gebruikt.
►Dit kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij
er moeilijk ingaat.
►U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met
een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
►U kunt brandwonden oplopen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel
of de kabel naar de computer bijten.
►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of
uw huisdier verwonden.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing
beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los
en roept u de hulp in van een gekwalificeerd
technicus.
►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies
hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept
u de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Veiligheidsinformatie_ 7
Bedieningswijze
Opgepast
Trek het papier niet uit de printer tijdens het
afdrukken.
►Dit kan het apparaat beschadigen.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de
onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd
kinderen uit de buurt.
►Zij kunnen brandwonden oplopen.
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de
papierlade.
►U kunt letsel oplopen.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om
vastgelopen papier te verwijderen.
►Dit kan het apparaat beschadigen.
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen
voorwerpen in.
►Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan
er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd
raken.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de
papieruitvoerlade.
►Dit kan het apparaat beschadigen.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of
vastgelopen papier verwijdert.
►Nieuw papier heeft scherpe randen die
snijwonden kunnen veroorzaken.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
►Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit
het stopcontact.
Veiligheidsinformatie_ 8
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt.
►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u
het apparaat verplaatst.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
• Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door
één persoon worden opgetild.
• een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
• een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door
vier of meer personen worden opgetild.
►Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of,
indien nodig, een grotere telefoondraad.
►Het apparaat kan immers beschadigd raken.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin
oppervlak.
►Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht
geventileerde ruimte, zoals een kast.
►Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd,
kan er brand ontstaan.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het
label.
►Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt
controleren, neemt u contact op met de
elektriciteitsmaatschappij.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of
verlengsnoer aan.
►Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met
uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer
gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat
van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn.
►Het apparaat kan immers beschadigd raken en een
elektrische schok of brand veroorzaken.
a. AWG: American Wire Gauge
Veiligheidsinformatie_ 9
Onderhoud/controle
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u
de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw
apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol,
en spuit geen water in het apparaat.
►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
•
Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen
die vastgeschroefd zijn.
• Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld
door een gekwalificeerde servicemedewerker.
Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan
brand of elektrische schokken veroorzaken.
►Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van Samsung.
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de
binnenkant schoonmaakt.
►U kunt letsel oplopen.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
►Kinderen kunnen letsel oplopen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker
stof- en watervrij.
►Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of
weer in elkaar steken.
►Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op
met een professioneel technicus als het apparaat
gerepareerd moet worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het
apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en
te bedienen.
►Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
►Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes)
bewaart.
►Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een
tonercassette of fixeereenheid.
►Dit kan een explosie of onbeheersbare brand
veroorzaken.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
►Bij schade als gevolg van het gebruik van
gerecycleerde verbruiksartikelen zullen er
reparatiekosten worden aangerekend.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
►Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
►Door warm water hecht de toner zich aan de stof.
Gebruik altijd koud water.
Veiligheidsinformatie_ 10
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat werd milieubewust ontworpen en gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten
van IEC 60825-1 : 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
WAARSCHUWING
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. De onzichtbare laserstraal kan
naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en
letsels te beperken:
Veiligheid in verband met ozon
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 11
Energiebesparing
Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
Voor modellen met de certificering van ENERGY STAR staat het etiket van ENERGIE STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat
gecertificeerd is met ENERGY STAR.
Recycleren
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of gooi ze op een milieuvriendelijke wijze weg.
Alleen China
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen
voor batterijen)
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv.
lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van hun gebruiksduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Gelieve
het apparaat van het andere afval te scheiden om eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van onverantwoord
afvalbeheer te voorkomen. Recycleer het op een verantwoorde manier om een duurzaam hergebruik van materialen aan te moedigen.
Particuliere gebruikers kunnen contact opnemen met de winkel waar ze hun apparaat kochten, of met de gemeente-instanties voor meer
informatie over waar en hoe ze dit product op een ecologisch verantwoorde manier kunnen recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit
product mag niet met het andere bedrijfsafval worden weggegooid.
Alleen voor de Verenigde Staten
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze
website:www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799
Informatie over wettelijke voorschriften_ 12
Radiofrequentiestraling
FCC-normen (VS)
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
• Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
• Dit apparaat moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert,
gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt,
schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat bij bepaalde installaties geen
interferentie optreedt. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het
apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen:
• Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg uw printerleverancier of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de
normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming van de gebruiker om het apparaat te gebruiken vervalt.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de
standaard voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science
Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la
norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Alleen Rusland
Alleen voor Turkije
Alleen voor Duitsland
Informatie over wettelijke voorschriften_ 13
De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de
zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap
van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe
afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt.
Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. Als u het apparaat op een ouder stopcontact
wilt aansluiten moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok als u hem in
het stopcontact steekt.
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering:
• Groen-geel: Aarding
• Blauw: Neutraal
• Bruin: Fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de groen-gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "E", het aardesymbool, de kleuren groen-geel of de kleur groen.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of zwart is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn aangebracht.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-254x Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere regelgeving van de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) en de EMC-richtlijn (2004/108/EC).
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com/printer. Daar klikt u op Support > Download center en voert u de printernaam in.
01.01.1995: Richtlijn 2006/95/EC van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
laagspanningsapparatuur.
01.01.1996: Richtlijn 2004/108/EC (92/31/EEC) van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
elektromagnetische compatibiliteit.
09.03.1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse herkenning
van hun conformiteit. Een volledige verklaring waarin de relevante richtlijnen en standaarden waarnaar wordt verwezen zijn opgenomen, kunt
u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd.
EG-certificering
Certificering conform richtlijn 1999/5/EC betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (fax).
Dit product van Samsung werd door Samsung zelf gecertificeerd voor aansluiting met één terminal op het analoge openbaar geschakelde
telefoonnet (PSTN) in heel Europa, in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale
PSTN’s en compatibele PBX’s van de Europese landen.
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie om contact op te nemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Dit product is getest volgens de TBR21-norm. Ter ondersteuning bij het gebruik en de toepassing van randapparatuur die aan deze norm
voldoet, heeft het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) een adviesrapport opgesteld (EG 201 121) met opmerkingen en
aanvullende eisen om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-randapparaten te waarborgen. Het product is ontworpen rekening houdend met
alle relevante adviezen die in dit document zijn beschreven en is daar volledig mee in overeenstemming.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 14
Alleen China
Informatie over wettelijke voorschriften_ 15
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de
verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele
gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor een correcte installatie en een juist gebruik van het apparaat.
•
•
•
•
•
•
•
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. (Zie "Problemen oplossen" op pagina 51.)
De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst. (Zie "Verklarende woordenlijst" op
pagina 69.)
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u
gekochte apparaat.
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/
stuurprogrammaversie
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
Gebruik de Index om informatie te vinden.
Conventie
Sommige termen in deze gebruikershandleiding worden afwisselend gebruikt:
• Document is synoniem met origineel.
• Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
• Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt.
Conventie
Beschrijving
Voorbeeld
Vet
Wordt gebruikt voor teksten op het display of benamingen van knoppen op het
apparaat.
Opmerking
Biedt aanvullende informatie of details over een functie of voorziening van het
apparaat.
De datumnotatie kan verschillen van
land tot land.
Opgepast
Bevat informatie om het apparaat te beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Raak het oppervlak van de drum in de
tonercassette of de beeldeenheid niet
aan.
Voetnoot
Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of zinnen.
a. pagina’s per minuut
("Kruisverwijzing")
Verwijst naar meer gedetailleerde informatie.
(Zie "Meer informatie" op pagina 17.)
Informatie over deze gebruikershandleiding_ 16
Annuleren
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dat kunnen papieren of digitale documenten zijn.
Materiaalnaam
Beschrijving
Beknopte
installatiehandleiding
Deze handleiding bevat informatie over de installatie van uw apparaat. Deze handleiding wordt in de doos met de printer meegeleverd.
Gebruikershandleiding
Deze handleiding bevat stapsgewijze instructies om de functies van uw apparaat optimaal te benutten, voor het onderhoud van uw
apparaat, probleemoplossing en de vervanging van toebehoren.
Help van het
printerstuurprogram
ma
Deze Help biedt ondersteunende informatie over het printerstuurprogramma en instructies voor de instelling van afdrukopties. (Zie
"Help gebruiken" op pagina 38.)
Samsung-website
Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung (www.samsung.com/printer) terecht voor hulp en ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
Te downloaden
software
U kunt handige software downloaden van de website van Samsung.
• Samsung AnyWeb Print: hiermee kunnen persoonlijke gebruikers op een eenvoudige manier schermafbeeldingen van de website
maken in Windows and Macintosh (Internet Explorer, Firefox en Safari). (http://solution.samsungprinter.com/personal/anywebprint)
Informatie over deze gebruikershandleiding_ 17
De functies van uw nieuwe laserproduct
Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren.
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
•
•
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi
effectieve uitvoer.
Uw apparaat kan per minuut tot 24 pagina’s van A4-formaat
en 24 pagina’s van Letter-formaat afdrukken.
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
•
•
De lade voor handmatige invoer kan worden gebruikt voor
normaal papier van diverse afmetingen, briefhoofdpapier,
enveloppen, etiketten, aangepaste afdrukmaterialen,
briefkaarten en zwaar papier.
De lade voor 250 vellen ondersteunt normaal papier.
Professionele documenten maken
•
•
•
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien
van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). (Zie "Watermerken
gebruiken" op pagina 39.)
Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina
van uw document worden vergroot en afgedrukt op
afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een
poster. (Zie "Posters afdrukken" op pagina 38.)
U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en
normaal papier met briefhoofd. (Zie "Overlay gebruiken" op
pagina 40.)
Tijd en geld besparen
•
•
•
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te
besparen. (Zie "Meerdere pagina’s op één vel papier
afdrukken" op pagina 38.)
Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het
stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het
apparaat niet wordt gebruikt.
Als u papier wilt besparen, kunt u beide zijden van het vel
bedrukken (handmatige invoer). (Zie "Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)" op pagina 39.)
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
•
•
U kunt afdrukken onder de besturingssystemen van
Windows, Linux en Macintosh.
Uw apparaat is uitgerust met een USB-interface.
De functies van uw nieuwe laserproduct_ 18
Functies per model
Functies per model omvatten:
FUNCTIES
ML-254x Series
Hi-Speed USB 2.0
●
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
●
Schermafdruk
●
( ●: Meegeleverd)
De functies van uw nieuwe laserproduct_ 19
Inleiding
1.
Dit hoodstuk biedt een overzicht van uw apparaat.
•
•
Apparaatoverzicht
Overzicht van het bedieningspaneel
•
•
Apparaatoverzicht
Voorkant
Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
1
Documentuitvoerlade
6
Voorklep
2
Bedieningspaneel
7
Lade voor handmatige invoer
3
Handgreep op de voorklep
8
Papieruitvoersteun
4
Lade 1
9
Tonercassette
5
Handmatige invoer
Inleiding_ 20
Informatie over de LED
Het apparaat inschakelen
Achterkant
Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
1
Achterklep
2
USB-poort
3
Aansluiting netsnoer
Inleiding_ 21
Overzicht van het bedieningspaneel
Dit bedieningspaneel kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van het model.
3
1
Toner-LED
Toont de status van de toner. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.)
2
Status LED
Toont de status van uw apparaat. (Zie "Informatie over de LED" op pagina 23.)
Schermafdruk
Als u op deze knop drukt, begint de groene LED te knipperen. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, laat u de
knop los wanneer de groene LED stopt met knipperen. Als u het hele scherm wilt afdrukken, laat u de knop los terwijl de
LED nog knippert.
•
•
•
3
•
Schermafdruk kan alleen worden gebruikt bij de besturingssystemen van Windows en Macintosh.
Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een apparaat dat via een USB-aansluiting is aangesloten.
Bij het maken van een afdruk van het actieve venster/het hele scherm met de knop Schermafdruk, gebruikt het
apparaat mogelijk meer toner, afhankelijk van wat wordt afgedrukt.
U kunt deze functie alleen gebruiken als het programma Easy Printer Manager of het programma Smart Panel is
geïnstalleerd.
Annuleren
Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies.
• Annuleert de huidige taak.
• Drukt configuratierapporten af: Houd deze knop ongeveer twee tot 5 seconden ingedrukt tot de status LED begint
te knipperen.
Aan/uit
Met deze knop kunt u de stroom in- en uitschakelen.
4
5
Inleiding_ 22
Informatie over de LED
Samsung raadt het gebruik van niet-originele
Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde
tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele
Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en reparaties
die vereist zijn als gevolg van het gebruik van niet-originele
Samsung-tonercassettes vallen niet onder de garantie van het
apparaat.
De kleur van de LED’s geeft de huidige status van het apparaat aan.
LED
Status
Oranje
(tonerla
mpjes)
(StatusLED)
Knipper
en
Beschrijving
•
De tonercassette bevat nog een kleine
hoeveelheid toner. Geschatte
levensduur van een cassettea van de
cassette is bijna bereikt. Houd een
nieuwe cassette klaar ter vervanging
van de oude cassette. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door
de toner te herverdelen. (Zie "Toner
herverdelen" op pagina 51.)
Aan
•
De tonercassette heeft de geschatte
levensduur a bijna bereikt. Het
verdient aanbeveling de tonercassette
te vervangen. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
Uitgesc
hakeld
•
Alle tonercassettes zijn op normale
capaciteit.
Uitgeschakeld
•
Het apparaat is offline.
Groen
•
Als de LED langzaam knippert,
ontvangt het apparaat gegevens van
de computer.
Als de LED snel knippert, is het
apparaat bezig met afdrukken.
Knipper
en
•
Rood
Aan
•
Het apparaat is online en klaar voor
gebruik.
Knipper
en
•
Er is een kleine storing opgetreden en
het apparaat wacht tot het probleem is
verholpen. Als het probleem is
opgelost, gaat de printer door met
afdrukken.
Aan
•
•
De klep is geopend. Sluit de klep.
De papierlade is leeg. Plaats papier in
de lade. (Zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 31.)
Het apparaat is gestopt als gevolg van
een ersntige fout.
•
Oranje
Aan
•
U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster
Samsung-printerstatus of Smart Panel. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Het apparaat inschakelen
1. Het netsnoer aansluiten.
2. Druk op
Het papier is vastgelopen. (Zie
"Papierstoringen verhelpen" op
pagina 52.)
a. De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte
gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er
gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/
IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de
omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken en het type en
formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de
cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
Inleiding_ 23
(aan/uit-knop) op het bedieningspaneel.
Aan de slag
2.
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het met USB verbonden apparaat en de software instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
De hardware installeren
Meegeleverde software
Systeemvereisten
Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat
Uw printer lokaal delen
De hardware installeren
In deze sectie deel worden de stappen beschreven die u moet volgen om
de hardware te installeren, zoals toegelicht in de Beknopte
installatiehandleiding. Lees eerst de Beknopte installatiehandleiding en volg
de onderstaande stappen.
Locatie
1. Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak en stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor
luchtcirculatie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen
van kleppen en papierladen.
Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar
niet in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een
vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een
bureau of tafel.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde
artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Plaats de tonercassette.
5. Plaats papier. (Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
6. Controleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden.
7. Zet het apparaat aan. (Zie "Het apparaat inschakelen" op pagina 23.)
Dit apparaat werkt niet wanneer het elektriciteitsnet uitvalt.
Meegeleverde software
Installeer de printersoftware nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de
computer hebt aangesloten. Als u onder Windows of Macintosh werkt,
installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u onder Linux
werkt, moet u de software downloaden van de website van Samsung
(www.samsung.com/printer) en installeren.
De apparaatsoftware wordt bij gelegenheid bijgewerkt, bijvoorbeeld bij
de release van een nieuw besturingssysteem. Download indien nodig
de laatste versie van de website van Samsung (www.samsung.com/
printer).
U kunt probleemloos afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m.
Raadpleeg de hoogte-instellingen voor optimaal afdrukken. (Zie
"Luchtdrukaanpassing" op pagina 29.)
Plaats het apparaat op een vlak en stabiel oppervlak zodat het niet meer
dan 2 mm overhelt, anders verslechtert de afdrukkwaliteit.
Besturing
ssysteem
Windows
Inhoud
•
•
•
Aan de slag_ 24
Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma
om de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy
Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en
startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk
toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Samsung-printerstatus: dit programma geeft de status
van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een
fout optreedt tijdens het afdrukken.
Besturing
ssysteem
Macintosh •
Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma
om de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Samsung Easy Printer Manager: Samsung Easy
Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en
startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk
toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
•
Linux
Vereisten (aanbevolen)
Inhoud
•
Besturings
systeem
Windows
Server®
2008 R2
Unified Linux Driver: gebruik dit stuurprogramma om
de functies van het apparaat maximaal te benutten.
Smart Panel: dit programma geeft de status van het
apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout
optreedt tijdens het afdrukken.
Printer Settings Utility: met dit programma kunt u de
andere opties van de printer instellen vanaf het
bureaublad van uw computer.
•
•
Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
512 MB (2 GB)
Vrije
HDD-ruim
te
10 GB
Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle
Windows-besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze
beheerdersrechten hebben.
Dit apparaat is compatibel met Windows Terminal Services.
Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist.
•
•
•
Mac OS X
10.4
Vereisten (aanbevolen)
Processor
RAM
Vereisten (aanbevolen)
Processor
•
•
Intel® Pentium® II
400 MHz (Pentium
III 933 MHz)
64 MB (128 MB)
600 MB
Windows®
XP
Intel® Pentium® III
933 MHz (Pentium
IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)
1,5 GB
Windows
Server®
2003
Intel® Pentium® III
933 MHz (Pentium
IV 1 GHz)
128 MB (512 MB)
1,25 GB tot
2 GB
Windows
Server®
2008
Intel® Pentium® IV 1
GHz (Pentium IV 2
GHz)
512 MB (2 GB)
10 GB
Windows
Vista®
Intel® Pentium® IV 3
GHz
512 MB (1 GB)
15 GB
Windows® 7
Intel® Pentium® IV 1
GHz 32-bit of
64-bit-processor of
hoger
1 GB (2 GB)
16 GB
Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB
geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
DVD-R/W-station
RAM
Intel®-processoren •
PowerPC G4/G5
•
Vrije
HDD-ruim
te
Windows®
2000
•
Intel® Pentium® IV 1
GHz- (x86) of 1,4
GHz- (x64)
processoren (2 GHz
of sneller)
Besturing
ssysteem
Microsoft® Windows®
•
•
RAM
Macintosh
Systeemvereisten
Besturings
systeem
Processor
128 MB voor Mac
met PowerPC
(512 MB)
512 MB voor een
Mac op basis van
Intel (1 GB)
Vrije
HDD-ruimte
1 GB
Mac OS X
10.5
•
•
Intel®-processoren 512 MB (1 GB)
867 MHz of
snellere Power PC
G4/G5
1 GB
Mac OS X
10.6
•
Intel®-processoren 1 GB (2 GB)
1 GB
Linux
Item
Vereisten
Besturingssyst
eem
Fedora 5~13 (32/64 bits)
SuSE Linux 10.1 (32 bits)
OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bits)
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10,
10.04 (32/64 bits)
Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64
bits)
Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits)
Redhat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits)
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits)
Processor
Pentium IV 2,4 GHz (IntelCore2)
RAM
512 MB (1.024 MB)
Vrije
HDD-ruimte
1 GB (2 GB)
Aan de slag_ 25
Het stuurprogramma installeren voor een
USB-apparaat
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
b) Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw
printerstuurprogramma > Deïnstalleren.
c) Volg de instructies in het installatievenster.
d) Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw. (Zie "Het stuurprogramma installeren
voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
Een lokale printer is een printer die via een USB-kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten.
Gebruik een USB-kabel van maximum 3 m.
Windows
U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de
aangepaste methode.
De meeste gebruikers die hun printer rechtstreeks aansluiten op hun
computer gaan door met de volgende stappen. Alle onderdelen die
noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
1. Zorg ervoor dat het apparaat met de computer is verbonden en aan
staat.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware
gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren in om het venster te
sluiten.
2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.
• De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een
installatievenster.
• Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en
vervolgens op Uitvoeren Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt
door de letter van uw cd-rom-station. Klik op OK.
• Als u Windows Vista, Windows 7 of Windows 2008 Server R2
gebruikt, klikt u op Start > Alle programma’s > Toebehoren >
Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw
cd-rom-station, en klik op OK.
• Als in Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het
venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren
Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en
vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster
Gebruikersaccountbeheer.
3. Selecteer Nu installeren.
4. Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik
aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik
vervolgens op Volgende.
5. Volg de instructies in het installatievenster.
Macintosh
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.
3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
4. Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X.
5. Klik op Ga door.
6. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
7. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst.
8. Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle
toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door.
9. Klik op Ga door in het paneel Gebruikersopties.
10. Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u klikt op Aanpassen, kunt u aangeven welke afzonderlijke
onderdelen u wilt installeren.
11. Voer het wachtwoord in en klik op OK.
12. Na het installeren van de software moet u uw computer opnieuw
opstarten. Klik op Ga door met installatie.
13. Nadat de installatie is voltooid klikt u op Start opnieuw.
14. Open de map Programma’s > Hulpprogramma’s >
Printerconfiguratie.
• Voor Mac OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s >
Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen.
15. Klik op Voeg toe in de Printerlijst.
• Voor Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op het pictogram +, waarna een
venster verschijnt.
16. Klik op Standaardkiezer en zoek de USB-verbinding.
• In Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op Standaard en zoekt u de
USB-verbinding.
17. Als automatisch selecteren voor Mac OS X 10.4 niet goed werkt,
selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in
Model.
• Voor Mac OS X 10.5-10.6: als Automatisch selecteren niet goed
werkt, selecteert u Selecteer besturingsbestand… en de naam
van uw apparaat in Druk af via.
Uw apparaat verschijnt in de Printerlijst en wordt ingesteld als
standaardprinter.
18. Klik op Voeg toe.
Aan de slag_ 26
•
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het
opnieuw.
•
Printer Settings Utility installeren
a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
en ingeschakeld is.
b) Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het
cd-romstation.
c) Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw
Macintosh-computer.
d) Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Uninstaller OS X.
e) Voer het wachtwoord in en klik op OK.
f) Nadat de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op OK.
Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via
Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent,
neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Download het pakket Printer Settings Utility vanaf de website van
Samsung.
4. Klik met de rechtermuisknop op het pakket Printer Settings Utility
en decomprimeer het.
5. Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh.
Linux
U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung
om de apparaatsoftware te installeren (http://www.samsung.com/printer).
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het
opnieuw.
a) Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
en ingeschakeld is.
b) Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u
"root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u
geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw
systeembeheerder.
c) Klik op het pictogram onderaan op het bureaublad. Wanneer
het venster Terminal verschijnt, typt u het volgende:
[root@localhost root]#cd /opt/Samsung/mfp/uninstall/
[root@localhost uninstall]#./uninstall.sh
d) Klik op Uninstall.
e) Klik op Next.
f) Klik op Finish.
Het Unified Linux-stuurprogramma installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Download het Unified Linux Driver-pakket van de website van
Samsung.
4. Klik met de rechtermuisknop op het Unified Linux Driver-pakket en
pak het uit.
5. Dubbelklik op cdroot > autorun.
6. Klik op Next als het welkomstvenster verschijnt.
7. Klik op Finish als de installatie is voltooid.
Het installatieprogramma heeft het pictogram Unified Driver
Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified Driver aan
het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen ondervindt, raadpleegt
u de schermhulp die u kunt openen via het systeemmenu of vanuit het
stuurprogrammapakket van Windows-toepassingen, zoals Unified
Driver Configurator of Image Manager.
SmartPanel installeren
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in
het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
Uw printer lokaal delen
Volg onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat de computers uw
apparaat lokaal delen.
Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is
aangesloten en met de lokale netwerkomgeving is verbonden kan de
clientcomputer die met het lokale netwerk is verbonden het gedeelde
apparaat gebruiken om af te drukken via de hostcomputer.
1
2
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
apparaatsoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3. Download het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en
plaats het op uw computer.
4. Klik met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket en pak het
uit.
5. Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh.
1
2
Aan de slag_ 27
Hostcomputer
Een computer die rechtstreeks met het
apparaat is verbonden via een USB-kabel.
Clientcomputers
Computers die gebruikmaken van het
apparaat dat gedeeld wordt via de
hostcomputer.
Windows
Macintosh
De volgende stappen gelden voor Mac OS X 10.5-10.6. Raadpleeg de
Help van Mac voor andere OS-versies.
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
• In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
• In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
• In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
• In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
5. In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eigenschappen van printer in het snelmenu.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
6.
7.
8.
9.
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Open de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Selecteer de printer die u wilt delen in de Printerlijst.
4. Selecteer Deel deze printer.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Open de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Klik op het pictogram "+".
Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde
printer.
4. Selecteer uw apparaat en klik op Voeg toe.
Selecteer het tabblad Delen.
Selecteer Opties voor delen wijzigen.
Schakel het selectievakje voor Deze printer delen in.
Vul het veld Sharenaam in. Klik op OK.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. Selecteer Alle programma’s > Toebehoren > Windows
Verkenner.
4. Voer het IP-adres van de hostcomputer in op de adresbalk en druk
op Enter op uw toetsenbord.
Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en
Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het
wachtwoord van de hostcomputeraccount in.
5. Klik met uw rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer
Verbinden
6. Klik op OK zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
7. Open het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken.
Aan de slag_ 28
Basisinstellingen
3.
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende
hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat
instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
Luchtdrukaanpassing
•
De standaardlade en het papier instellen
Luchtdrukaanpassing
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het
teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de
geselecteerde printer selecteren.
5. Klik op het tabblad Papier.
6. Selecteer een lade en de bijhorende opties, zoals het papierformaat
en de papiersoort.
7. Druk op OK.
Als u een speciaal papierformaat (bijv. factuurpapier) wilt
gebruiken, selecteert u Bewerken... op het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
0
•
•
1
2
3
4
Macintosh
Hoog 3
Hoog 2
Hoog 1
Normaal
Voor Windows en Macintosh: Zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 45.
Voor Linux: Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 46.
De standaardlade en het papier instellen
U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor
uw afdruktaken.
Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten
de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere
instellingen willen afdrukken.
1. Open een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt
afdrukken.
2. Open het menu Bestand en klik op Druk af.
3. Ga naar het paneel Papierinvoer.
4. Stel de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken.
5. Ga naar het paneel Papier.
6. Stel het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd
geplaatst van waaruit u wilt afdrukken.
7. Klik op Druk af om het afdrukken te starten.
Vanaf uw computer
Windows
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
• In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
• In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
• In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
• In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. Als u Windows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu.
Basisinstellingen_ 29
Afdrukmedia en lade
4.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
Afdrukmedia selecteren
De grootte van de lade aanpassen
Papier in de lade plaatsen
Afdrukmedia selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op normaal papier,
enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmedia die
voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen en plaats
deze in de juiste lade.
Richtlijnen voor het selecteren van afdrukmedia
Afdrukmedia die niet aan de richtlijnen uit de gebruikershandleiding voldoen
kunnen de volgende problemen veroorzaken:
• Slechte afdrukkwaliteit.
• Meer papierstoringen.
• Versnelde slijtage van het apparaat.
Eigenschappen, zoals gewicht, samenstelling, vezel- en vochtgehalte, hebben een
grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de
keuze van afdrukmedia rekening met het volgende:
• Het type, formaat en gewicht van de afdrukmedia voor uw apparaat
worden beschreven onder Specificaties van afdrukmedia. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
• Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn
voor het doel.
• Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren
scherpere en levendigere afbeeldingen op.
• Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal
bepaalt hoe scherp de afdrukken er op papier uitzien.
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen, hoewel ze voldoen
aan alle hier genoemde richtlijnen toch geen bevredigende
resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste
bediening, een ongewenst temperatuur- en vochtigheidsniveau of
andere variabele omstandigheden waarover men geen controle
heeft.
• Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia aanschaft,
of deze voldoen aan de vereisten die in deze
gebruikershandleiding worden vermeld en of ze voldoen aan uw
afdrukvereisten.
•
•
•
Afdrukken op speciale media
De papieruitvoersteun gebruiken
De hoeveelheid papier die in de lade wordt gelegd kan verschillen
afhankelijk van het gebruikte type media. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Formaten van afdrukmedia die in elke modus
worden ondersteund
Modus
Formaat
Type
Invoer
Enkelzijdig
afdrukken
Zie
"Specificaties
van het
afdrukmateriaal"
op pagina 65
voor informatie
over
papierformaten.
Zie
"Specificaties
van het
afdrukmateriaal"
op pagina 65
voor informatie
over
papiersoorten.
•
•
lade 1
Lade voor
handmatige
invoer
Dubbelzijdig
afdrukken
(handmatig)a
Letter, A4,
Legal, US Folio,
Oficio
Normaal papier,
gekleurd papier,
voorbedrukt
papier,
kringlooppapier,
bankpostpapier,
archiefpapier.
•
lade 1
a. alleen 75 tot 90 g/m2
De grootte van de lade aanpassen
De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk
van het land waar u de printer hebt gekocht. Om het formaat te wijzigen
moet u de papiergeleiders aanpassen.
1
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties
voldoen kan problemen veroorzaken die een herstelling vereisen.
Dergelijke herstellingen zijn niet gedekt door de garantie- of
serviceovereenkomsten.
Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
Gebruik geschikte afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op speciale
media" op pagina 32.)
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van
vreemde materialen in de printen kan oververhitting veroorzaken en in
zeldzame gevallen brand.
Afdrukmedia en lade_ 30
2
3
4
1 Ondersteunende
geleider
2 Papierlengtegeleider
3 Vergrendeling van
de geleider
4 Papierbreedtegeleider
1. Houd met een hand de vergrendeling van de geleider ingedrukt en houd
met de andere hand de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider
samen. Verschuif de lengtegeleider en de ondersteuningsgeleider om
ze in de sleuf voor het juiste papierformaat te plaatsen.
•
Gebruik geen papier met een krul van meer dan 6 mm.
Papier in de lade plaatsen
Lade 1
2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar
te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst. Plaats het papier in
de papierlade.
3. Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, stelt u de ondersteunende
geleider zodanig in dat deze de stapel lichtjes raakt.
1. Trek de lade uit. Pas het formaat van de lade aan het formaat van de
geplaatste media aan. (Zie "De grootte van de lade aanpassen" op
pagina 30.)
2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar
te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst.
3. Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder.
4. Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie "De standaardlade
en het papier instellen" op pagina 29).
4. Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het gewenste
formaat zoals aangegeven op de bodem van de papierlade.
Controleer als u problemen ondervindt met de papierinvoer of het
papier beantwoordt aan de specificaties van de afdrukmedia. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Lade voor handmatige invoer
In de lade voor handmatige invoer kunnen speciale typen en formaten
afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en
enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier
met briefhoofd of op gekleurd papier.
Tips voor het gebruik van de handmatige invoer
•
•
•
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van
het papier omdat het papier daardoor kan buigen.
Als u de breedtegeleider niet aanpast kan het papier
vastlopen.
•
•
Als u in uw softwaretoepassing Handmatige invoer selecteert voor
(knop Annuleren) drukken telkens wanneer u
Invoer, moet u op
een pagina afdrukt. Plaats slechts één type, formaat en gewicht van
afdrukmateriaal tegelijk in de lade voor handmatige invoer.
Voeg tijdens het afdrukken geen papier toe. Dit zou papierstoringen
kunnen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
Plaats afdrukmaterialen met de te bedrukken zijde naar boven en de
bovenrand eerst in de handmatige invoer en zorg ervoor dat het
materiaal in het midden van de lade ligt.
Afdrukmedia en lade_ 31
•
Plaats alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit.
(Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
• Strijk alle vervormingen in briefkaarten, enveloppes en etiketten glad
vooraleer u ze in de lade voor manuele invoer plaatst.
1. Plaats het papier in de lade voor handmatige invoer.
Afdrukken op speciale media
Onderstaande tabel toont de beschikbare speciale afdrukmedia voor elke
lade.
Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens
een vel per keer in te voeren. Controleer hoeveel vellen u maximaal in
elke lade mag plaatsen. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal"
op pagina 65.)
Lade 1
Lade voor
handmatige
invoer
Normaal papier
●
●
Dik papier
●
●
Dun papier
●
●
Types
•
2.
3.
4.
5.
De stapel papier moet onder de volgende markering
blijven: .
• Volg bij het afdrukken op speciale afdrukmedia de richtlijn
voor het plaatsen van afdrukmedia. (Zie "Afdrukken op
speciale media" op pagina 32.)
• Als vellen overlappen bij het afdrukken vanuit de lade voor
handmatige invoer, opent u lade 1, verwijdert u de
overlappende vellen en probeert u opnieuw af te drukken.
• Als het papier tijdens het afdrukken niet goed wordt
ingevoerd, duwt u het handmatig naar binnen tot het
automatisch wordt ingevoerd.
Duw de papierbreedtegeleiders van de lade voor handmatige invoer
naar elkaar toe en stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet
te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een
papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt.
Om vanuit een toepassing af te drukken opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
Selecteer het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer een passend papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken stelt u het
papiertype in op Etiketten.
6. Selecteer Handmatige invoer bij papierbron en druk vervolgens op
OK.
7. Start het afdrukken vanuit de toepassing.
Als u twee of meer pagina’s wilt afdrukken, plaatst u het volgende
vel nadat de eerste pagina is afgedrukt en drukt u op
(knop
Annuleren). Herhaal deze stap voor elke pagina die moet worden
afgedrukt.
Bankpost
●
Kleur
●
Kartonpapier
●
Etiketten
●
Transparanten
●
Envelop
●
Voorbedrukt
●
Katoen
●
Kringlooppapier
●
●
Archiefpapier
●
●
( ●: ondersteund, Blanco: niet ondersteund)
De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor
afdrukken Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat in de
lade moet worden geladen. Deze instelling verschijnt in de vervolgkeuzelijst
zodat u ze kunt selecteren. Op die manier bekomt u de beste
afdrukkwaliteit. Zo niet, wordt de gewenste afdrukkwaliteit mogelijk niet
bereikt
• Normaal papier: Normaal papier van 60 tot 90 g/m2.
• Dik papier: dik papier van 90 tot 105 g/m2.
• Dun papier: dun papier van 60 tot 70 g/m2.
• Bankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m2.
• Kleur: papier met gekleurde achtergrond van 75 tot 90 g/m2.
• Kartonpapier: Kartonpapier van 105 tot 163 g/m2.
• Etiketten: etiketten van 120 tot 150 g/m2.
• Transparanten: transparant van 138 tot 146 g/m2.
• Envelop: envelop van 75 tot 90 g/m2.
• Voorbedrukt: voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/m2.
• Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m2.
• Kringlooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m2.
Als u kringlooppapier gebruikt, kunnen de afdrukken kreukelen.
•
Archiefpapier: 70 tot 90 g/m2. Selecteer deze optie als u de afdrukken
lang wilt bewaren (bijv. in uw archief).
Afdrukmedia en lade_ 32
Envelop
•
Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de
enveloppen.
De hoek voor de postzegel moet zich links bevinden en de kant van de
envelop met de postzegelhoek moet eerst in de printer gaan en moet in het
midden van de handmatige invoer worden geplaatst.
•
•
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat (ongeveer 170 °C). De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
Transparanten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u uitsluitend
transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Als u transparanten in kleur afdrukt, zal de beeldkwaliteit minder zijn
wanneer de afdrukken op de overheadprojector worden gebruikt, dan
wanneer u ze in zwart-wit afdrukt.
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen
vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en
probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
•
•
•
1 Hendel
•
•
•
•
•
•
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
- Gewicht. het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan 90 g/m2
bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
- Ontwerp. voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd. Ze
mogen niet meer dan 6 mm omkrullen en mogen geen lucht bevatten.
- Probleem. gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of beschadigd
zijn.
- Temperatuur. gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de druk en de
hitte die tijdens het afdrukken in het apparaat ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate
binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
•
•
•
•
•
De te gebruiken transparanten moeten bestand zijn tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat
hebt gehaald.
Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan
stof en vuil op afzetten, wat aanleiding geeft tot vlekken bij het
afdrukken.
Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten achterlaat. Dit
veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling
aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen.
Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken
hebben.
Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde.
Om te vermijden dat de afgedrukte transparanten aan elkaar blijven
kleven, moet u ervoor zorgen dat ze niet op elkaar worden gestapeld
terwijl ze worden afgedrukt.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
Afdrukmedia en lade_ 33
Etiketten
Briefhoofd/voorbedrukt papier
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen gebruikt u best
uitsluitend etiketten voor laserprinters.
•
•
•
•
Bij de keuze van etiketten moet u rekening houden met de volgende
factoren:
- Kleefstoffen: het kleefmiddel moet stabiel blijven bij de
fixeertemperatuur van uw apparaat (ongeveer 170 °C).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen
de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan
ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
- Krullen: voor het afdrukken moeten de etiketten plat worden gelegd
en mogen ze niet meer dan 13 mm omkrullen.
- Probleem: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
Zorg ervoor dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal
blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens
het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook
kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Eenzijdig
•
•
•
•
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
U kunt met deze printer afdrukken op briefkaarten, kaarten en andere
materialen met aangepaste formaten.
Dubbelzijdig
Papierlade 1
Voorzijde naar beneden
Voorzijde naar boven
Lade voor
handmatige
invoer
Voorzijde naar boven
Voorzijde naar beneden
Briefhoofden/voorbedrukt papier moeten afgedrukt zijn met
hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen
uitstoot als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
fixeertemperatuur (170 °C) van het apparaat.
De inkt op het briefhoofd/voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn
en mag de printerrollen niet beschadigen.
Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een vochtbestendige
verpakking worden bewaard om aantasting tijdens de opslagperiode te
voorkomen.
Voor u het briefhoofd/voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u
of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces
loskomen van het voorbedrukte papier waardoor de afdrukkwaliteit
vermindert.
Foto
•
Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan
het apparaat beschadigen.
Glanzend
Plaats één vel tegelijk in de lade voor handmatige invoer met de
glanzende zijde naar boven.
•
•
•
•
•
Druk niet af op materialen die smaller zijn dan 76 mm en korter dan
127 mm.
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
Probeer via de achterklep af te drukken (voorkant naar boven) als het
afdrukmateriaal zwaarder is dan 160 g/m2.
Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (Letter) voor dit apparaat:
HP Brochure Paper (product: uitsluitend Q6611A).
Aanbevolen afdrukmateriaal: glanzend papier (A4) voor dit apparaat:
alleen HP Superior Paper 160 glossy (product: Q6616A).
Afdrukmedia en lade_ 34
De papieruitvoersteun gebruiken
Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt kan het oppervlak van
de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en houd
kinderen uit de buurt.
De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de
papieruitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s worden
uitgelijnd. De uitvoer wordt standaard naar de uitvoerlade gestuurd. Als u de
uitvoerlade wilt gebruiken, moet de achterklep gesloten zijn.
Afdrukmedia en lade_ 35
Afdrukken
5.
In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Eenvoudige afdruktaken
Voorkeurinstellingen openen
Help gebruiken
Speciale kopieerfuncties gebruiken
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
Uw apparaat als standaardapparaat instellen
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Afdrukken in Macintosh
Afdrukken in Linux
Eenvoudige afdruktaken
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op
Windows 7.
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows,
Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.
•
Uw printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
• Selectie van afdrukstand, formaat, bron en type afdrukmedia.
• Aantal exemplaren.
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De
onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door
uw printerstuurprogramma’s worden ondersteund:
•
Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen een of
meerdere functies uit de tabel mogelijk niet.
Printerstuurprogramma
Functie
Windows
Optie printerkwaliteit
●
Poster afdrukken
●
Meerdere pagina’s per vel
●
Boekjes afdrukken (handmatig)
●
Afdruk aan pagina aanpassen
●
Afdrukken vergroten en
verkleinen
●
Andere lade voor eerste pagina
●
Watermerk
●
Overlay
●
Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)
●
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de
gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet
omdat het afhankelijk is van het gebruikte apparaat. Het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken bevat echter vrijwel
dezelfde eigenschappen. Controleer welke besturingssystemen
compatibel zijn met uw apparaat. Zie Compatibiliteit met
besturingssystemen onder Printerspecificaties. (Zie
"Systeemvereisten" op pagina 25.)
Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken,
of
. Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt
selecteren, maar dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken ( ) wil
zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de
instellingen of de omgeving van het apparaat.
Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te
drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen.
Eenvoudige afdruktaken in Macintosh. (Zie "Afdrukken in Macintosh"
op pagina 42.)
Eenvoudige afdruktaken in Linux. (Zie "Afdrukken in Linux" op
pagina 42.)
Het volgende scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor
Notepad in Windows 7. Uw scherm met Voorkeursinstellingen voor
afdrukken kan hiervan afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem of
van het programma dat u gebruikt.
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken
wordt geopend.
( ●: ondersteund)
Afdrukken_ 36
Voorkeurinstellingen openen
3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
U kunt de instellingen die u hebt geselecteerd bovenaan rechts in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken bekijken.
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt
geopend.
3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
De basisinstellingen voor het afdrukken, zoals het aantal exemplaren en
het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken
klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster
Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te
wijzigen. (Zie "Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
4. Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te
starten.
Een afdruktaak annuleren
Als de afdruktaak in de wachtrij of afdrukspooler is opgenomen, kunt u de
afdruktaak als volgt annuleren:
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
• In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
• In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
• In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
• In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Voor Windows 2000, XP, 2003, Vista en 2008 dubbelklikt u op uw
apparaat.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteert u
Afdruktaken weergeven in het snelmenu.
Voorkeurinstellingen gebruiken
Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad
Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor
toekomstig gebruik.
Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan.
1. Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
2. Typ in het invoervak Vooraf ingest een naam voor deze instellingen.
Als bij het item Afdruktaken weergeven het teken ► staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
4. Selecteer Annuleren in het menu Document.
U kunt ook toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat (
) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op
annuleren) op het bedieningspaneel.
(de knop
Afdrukken_ 37
3. Klik op
(Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf
ingest, worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
Selecteer meer opties en klik op
(Wijzigen). De instellingen
worden toegevoegd aan de voorinstellingen die u hebt opgegeven.
Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om
afdrukken te maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de
opgeslagen instellingen verwijderen door deze te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te klikken op
(Wissen).
U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook
herstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
Speciale kopieerfuncties gebruiken
Speciale afdrukeigenschappen zijn onder meer:
• "Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken" op pagina 38.
• "Posters afdrukken" op pagina 38.
• "Boekjes afdrukken (handmatig)" op pagina 38.
• "Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)" op pagina 39.
• "Het afdrukpercentage van uw document wijzigen" op pagina 39.
• "Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen" op
pagina 39.
• "Watermerken gebruiken" op pagina 39.
• "Overlay gebruiken" op pagina 40.
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u
meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de
door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s
afdrukken.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Meerdere pagina’s per vel in de
vervolgkeuzelijst Type.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u
per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16).
4. Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde.
5. Als u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u
Paginakaders afdrukken.
6. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Posters afdrukken
Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9
of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt kleven om er zo
een poster van te maken.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Poster afdrukken in de
vervolgkeuzelijst Type.
3. Selecteer de gewenste paginaopmaak.
Specificatie van de paginaopmaak:
• Poster 2x2: het document wordt vergroot en wordt over 4 pagina’s
verdeeld.
• Poster 3x3: het document wordt vergroot en wordt over 9 pagina’s
verdeeld.
• Poster 4x4: het document wordt vergroot en wordt over 16 pagina’s
verdeeld.
4. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in
millimeters of inches door de radioknop bovenaan rechts in het tabblad
Basis in te schakelen om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen
kleven.
5. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
6. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
7. U kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te kleven.
Boekjes afdrukken (handmatig)
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier
afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte
papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Als u een boekje wilt maken moet u afdrukken op afdrukmateriaal van
het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
8
9
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Boekje afdrukken in de
vervolgkeuzelijst Type.
Afdrukken_ 38
3. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
Het afdrukpercentage van uw document wijzigen
De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle
papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten beschikbaar
zijn voor deze functie selecteert u het beschikbare papierformaat
in de optie Formaat van het tabblad Papier.
Als u een onbeschikbare optie voor papier of boekje selecteert,
wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Het papier
or -markering is het beschikbare papier.
zonder
4. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
5. Vervolgens kunt u de pagina’s vouwen en nieten.
U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner
wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren.
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt
moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt deze
functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of
Oficio. (Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
•
Wij raden aan om niet af te drukken op beide zijden van speciale
afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Het kan
een papierstoring veroorzaken of het apparaat beschadigen.
• De functie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) is alleen
beschikbaar als u afdrukt vanuit lade 1.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Geavanceerd.
3. Selecteer in de sectie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) de
gewenste bindoptie.
• Geen
• Lange zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor
boekbinden.
•
Korte zijde: deze optie is de conventionele lay-out voor kalenders.
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Papier.
3. Geef in het invoervak Percentage de schaalfactor op.
U kunt ook op de pijl-omaag/pijl-omhoog te klikken om de schaalfactor
te selecteren.
4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.
5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Een document aan een bepaald papierformaat
aanpassen
Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst
papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als
u de details van een klein document wilt bekijken.
A
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen,
opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Papier.
3. Selecteer het gewenste papierformaat in Aanpassen aan
papierformaat.
4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.
5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Watermerken gebruiken
4. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Als uw printer geen eenheid voor dubbelzijdig afdrukken heeft, moet u
de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere
pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw
computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te
voltooien.
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand
document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT"
of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s
afdrukken.
Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat
worden meegeleverd. Ze kunnen worden aangepast of u kunt er nieuwe
aan de lijst toevoegen.
Afdrukken_ 39
Een bestaand watermerk gebruiken
Overlay gebruiken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer het gewenste
watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het geselecteerde
watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld.
3. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de
computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een
willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak
gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met een
briefhoofd. In plaats van een voorbedrukt briefhoofd kunt u een overlay
samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het
briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt
briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt gewoon de overlay
met het briefhoofd af op uw document.
Een watermerk maken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken fin de
keuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt
geopend.
3. Voer tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt tot 256 tekens
invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Als u het selectievakje Alleen eerste pagina inschakelt, wordt het
watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.
4. Watermerkopties selecteren.
U kunt de naam, stijl, grootte en grijswaarde van het lettertype
selecteren in de sectie Tekenstijl en de hoek van het watermerk
instellen in de sectie Hoek watermerk.
5. Klik op Toevoegen om een nieuw watermerk aan de lijst Huidige
watermerken toe te voegen.
6. Na de bewerking klikt u op OK of Afdrukken tot het venster
Afdrukken wordt afgesloten.
Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u Geen in de
vervolgkeuzelijst Watermerk.
Een watermerk bewerken
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt
bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
4. Klik op Wijzigen als u de wijzigingen op wilt slaan.
5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
Een watermerk verwijderen
1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt
verwijderen en klik op de knop Wissen.
4. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
Afdrukken_ 40
Een nieuwe paginaoverlay maken
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken moet u een nieuwe
paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding.
1. Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de
overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies
op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.
2. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het
document als een overlay wilt opslaan. (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
3. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de
vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken wordt
geopend.
4. Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
5. Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Bestandsnaam
in het venster Opslaan als. Selecteer indien nodig de map waarin u
het overlaybestand wilt opslaan. (De standaardinstelling is
C:\Formover.)
6. Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
8. Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste
schijf van uw computer.
Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat
van het document dat u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay
met een watermerk.
Een paginaoverlay gebruiken
Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden
afgedrukt. Dit doet u als volgt:
1. Maak of open het document dat u wilt afdrukken.
2. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt
wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 37.)
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
5. Als het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst Tekst
staat, selecteert u Bewerken in de lijst en klikt u op Laden.
Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt
opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand
verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt.
Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays.
6. Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor
afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens
als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster
waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw
document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is
geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw
document.
7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die
van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Een paginaoverlay verwijderen
Paginaoverlays die u niet meer gebruikt kunt u verwijderen.
1. Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het
tabblad Geavanceerd.
2. Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
3. Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt
verwijderen.
4. Klik op Wissen.
5. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt
gevraagd, klikt u op Ja.
6. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt
afgesloten.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
6. Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
Uw apparaat als standaardapparaat instellen
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
• In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
• In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
• In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
• In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Selecteer uw apparaat.
4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2
Als bij het item Als standaardprinter instellen het teken ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in.
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het
printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom
raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te
wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in
het printerstuurprogramma.
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
• In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
• In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
• In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
• In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. Als u Windows XP/2003/2008/Vista gebruikt, selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het snelmenu.
2. Klik op Afdrukken
3. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand
automatisch opgeslagen in Mijn documenten.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken
► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de
geselecteerde printer selecteren.
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad.
Afdrukken_ 41
Afdrukken in Macintosh
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Een document afdrukken
Afdrukken vanuit een toepassing
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u
gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1. Open het af te drukken document.
2. Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in een aantal toepassingen).
3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg
ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4. Open het menu Bestand en klik op Druk af.
5. Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.
6. Klik op Druk af.
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze
toepassingen afdrukken.
1. Open een toepassing en selecteer Print uit het menu File.
2. Selecteer rechtstreeks Print via lpr.
3. In het venster LPR GUI selecteert u uw model in de lijst met printers en
klikt u op Properties.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende.
Afdrukken meerdere pagina's op één blad
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1. Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
2. Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u op één vel
papier wilt afdrukken.
3. Kies de andere te gebruiken opties.
4. Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de
volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen.
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
•
General: met deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de
afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig
afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het
einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk
niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief
kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken
voor het afdrukken van even en oneven pagina's.
Afdrukken_ 42
•
•
•
Text: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen,
zoals regelafstand en kolommen.
Graphics: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken
van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte
of positie van de afbeelding.
Advanced: Met deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer
en speciale afdrukfuncties instellen.
Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund.
5. Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Properties.
6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.
7. Het venster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak
kunt controleren.
Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Bestanden afdrukken
Connection: hiermee kunt u een andere poort bekijken of
selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of
omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op
dit tabblad opnieuw configureren.
• Driver: hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken
of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het
apparaat wilt instellen.
• Jobs: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel
job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder
opgegeven afdruktaken.
• Classes: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op
Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde
klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt
verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer
Properties.
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de
standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U
werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks
beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1. Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en
druk op Enter. Het venster LPR GUI verschijnt.
Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster
Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en
klik op Open.
2. In het venster LPR GUI selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de
eigenschappen van de afdruktaak.
3. Klik op OK om het afdrukken te starten.
Printereigenschappen configureren
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1. Open Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Printers configuration.
2. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
3. Het venster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
• General: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De
naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst
in Printers configuration.
Afdrukken_ 43
•
Beheerprogramma’s
6.
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
Introductie van handige beheerprogramma’s
Samsung AnyWeb Print gebruiken
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Introductie van handige beheerprogramma’s
De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een
gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken.
• "Samsung AnyWeb Print gebruiken" op pagina 44.
• "Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 44.
• "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 45
• "Smart Panel gebruiken" op pagina 46
• "Werken met Unified Linux Driver Configurator" op pagina 46
Samsung-printerstatus gebruiken
Smart Panel gebruiken
Werken met Unified Linux Driver Configurator
•
Voor Macintosh: Open de map Programma's > Samsung >
Samsung Easy Printer Manager
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende
kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven:
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
Samsung AnyWeb Print gebruiken
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en
Macintosh-besturingssystemen.
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen een schermopname of
afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier
dan in het gebruikelijke programma.
Openen van het programma:
• Voor Windows: Selecteer Start > Alle programma's > Samsung
Printers > Samsung AnyWeb Print > Download de nieuwste versie.
• Voor Macintosh: Open de map Programma’s > Samsung >
Samsung AnyWeb Print.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
•
Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en
Macintosh-besturingssystemen.
• Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw
Samsung-printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende
interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een
interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee
interfaces is eenvoudig: klik gewoon op de knop
Printerlijst
In de printerlijst worden pictogrammen weergegeven
van de printers die op uw computer zijn
geïnstalleerd.
Printerinfor
matie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals
de naam van het printermodel, het IP-adres (of
poortnummer) en de printerstatus.
1
2
.
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
• Voor Windows: Kies Start > Programma's of Alle Programma's >
Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung
Easy Printer Manager.
Beheerprogramma’s_ 44
Knop Handleiding: Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het desbetreffende
deel in de gebruikershandleiding gaan.
Programma
-informatie
Bevat koppelingen voor overschakelen naar
geavanceerde instellingen, voorkeursinstellingen,
hulp en informatie over het programma.
3
Met de knop
kunt u de interface wijzigen
in de interface voor gevorderde gebruikers.
4
Snelkoppel
ingen
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar
toepassingen in de geavanceerde instellingen.
Inhoud
Toont informatie over de geselecteerde printer, het
niveau van de toner en het papier. De informatie
wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle
apparaten beschikken over deze functie.
5
Benodigdh
eden
bestellen
6
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout
controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Picto
gram
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om
verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online
reservetonercassette(s) bestellen.
Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) in de rechterbovenhoek
van het venster en de optie waarover u meer wilt weten.
beteke
nt
Omschrijving
Normaal
Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn
geen fouten of waarschuwingen.
Waarsch
uwing
Het apparaat is in een toestand waarin er in de
toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld
als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden
tot de toner-leegstatus.
Fout
Er is minstens één fout in het apparaat.
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder
van de apparaten.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling,
emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen.
Waarschuwingsinstellingen (alleen voor Windows)
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over
fouten en storingen.
• Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot
wanneer waarschuwingen ontvangen worden.
• E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het
ontvangen van waarschuwingen via e-mail.
• Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met
betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de
toner.
Tonerniveau
Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en
het aantal tonercassette(s) in het
bovenstaande venster kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle
apparaten beschikken over deze functie.
2
Waarschuw.inste
lling
Selecteer de gewenste instellingen in het
venster Opties.
3
Artikelen
bestellen
U kunt online reservetonercassette(s)
bestellen.
4
Probleemoplossi
ng
U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
5
Sluiten
Sluit het venster.
1
Informatie over Easy Capture Manager
Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de
toets Scherm afdrukken op het toetsenbord te drukken. U kunt nu
gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken.
Samsung-printerstatus gebruiken
•
Alleen beschikbaar voor gebruikers met
Windows-besturingssystemen.
• Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw
apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer
controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
Beheerprogramma’s_ 45
Smart Panel gebruiken
Werken met Unified Linux Driver Configurator
•
Alleen beschikbaar voor gebruikers met
Linux-besturingssystemen.
• Het venster Smart Panel en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw
apparaat. (Zie "Systeemvereisten" op pagina 25.)
Smart Panel is een programma waarmee de status van het apparaat wordt
bewaakt. U kunt de status bekijken en de apparaatinstellingen aanpassen.
U kunt Smart Panel downloaden van de website van Samsung. (Zie
"SmartPanel installeren" op pagina 27.)
Overzicht Smart Panel
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout controleren in
Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig starten.
Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram (
2
Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het
aantal tonercassette(s) in het bovenstaande
venster kunnen verschillen afhankelijk van de
gebruikte printer. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
Buy Now
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
User’s Guide
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
1. Dubbelklik op pictogram voor Unified Driver Configurator op het
bureaublad.
U kunt ook op het pictogram Startup klikken en Samsung Unified
Driver > Unified Driver Configurator selecteren.
2. Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het
overeenkomstige configuratievenster.
1 Printers
configuration
2 Ports
Configuration
Klik op Help voor schermhulp.
3. Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified
Driver Configurator te sluiten.
Deze knop verandert in Troubleshooting
Guide als er een fout optreedt. U kunt
direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
3
Printer Setting
4
Unified Driver Configurator openen
) in het berichtenkader.
Tonerniveau
1
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk
bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver
installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken. (Zie "Het
Unified Linux-stuurprogramma installeren" op pagina 27.)
Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem wordt
automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw
bureaublad geplaatst.
U kunt diverse apparaatinstellingen
configureren in het venster Printer Settings
Utility. Niet alle apparaten beschikken over
deze functie.
Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Smart Panel en selecteer
Smart Panel configureren. Selecteer de gewenste instellingen in het
venster Smart Panel configureren.
Beheerprogramma’s_ 46
Printers configuration
Tabblad Classes
Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes.
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen
weergegeven.
Tabblad Printers
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Linux
Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn
geconfigureerd.
1
Schakelt over naar Printers configuration.
2
Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
3
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw
apparaat weergegeven.
1
Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.
2
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten
in de klasse aan.
•
•
•
Refresh: de lijst met klassen vernieuwen.
Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen.
Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde
apparaatklasse.
De besturingsknoppen van de printer zijn:
• Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten.
• Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
• Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat.
• Set as Default: hiermee stelt u het huidige apparaat in als
standaardapparaat.
• Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
• Test: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of
de printer goed werkt.
• Properties: hiermee kunt u eigenschappen van de printer
weergeven en wijzigen.
Beheerprogramma’s_ 47
Ports configuration
In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status
van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een
afgebroken taak.
•
•
1
Schakelt over naar Ports configuration.
2
Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer.
3
Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer.
Refresh: hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen.
Release port: hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven.
Beheerprogramma’s_ 48
Onderhoud
7.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
Een configuratierapport afdrukken
Een apparaat reinigen
•
•
Een configuratierapport afdrukken
U kunt een configuratiepagina afdrukken om de huidige printerinstellingen
te bekijken of problemen met de printer op te lossen.
De tonercassette bewaren
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
tot het apparaat is afgekoeld.
2. Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Plaats de
tonercassette op een schoon, vlak oppervlak.
(Annuleren) ongeveer 2 tot 5
Houd in de stand-bymodus de knop
seconden ingedrukt.
De configuratiepagina wordt afgedrukt.
Een apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat
in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de
levensduur van uw apparaat te verlengen.
•
•
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen
die veel alcohol, oplosmiddel of andere agressieve substanties
bevatten kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is
terecht gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een
zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger
gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk
voor u zijn.
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije
doek. U kunt de doek bevochtigen met een beetje water, maar let erop dat
er geen water op of in het apparaat terechtkomt.
•
Om schade aan de tonercassette te voorkomen moet u ervoor
zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt
blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een
stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan.
Neem de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde
niet hoeft aan te raken.
3. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en
gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en
stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen
kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het
apparaat te reinigen.
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat de
transportrol onder de tonercassette of andere onderdelen binnenin
niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of
verdunner, om te reinigen. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief
beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
Onderhoud_ 49
4. Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat (LSU)
in het apparaat om te zien of er vuil aan blijft zitten.
Gebruik van tonercassettes van andere merken dan
Samsung en bijgevulde tonercassettes
Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Samsung in uw
printer wordt door Samsung Electronics niet aangeraden noch
goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor generieke, bijgevulde of gereviseerde
tonercassettes, alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die veroorzaakt is door het gebruik van een bijgevulde of gereviseerde
tonercassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte gebruiksduur van een tonercassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die nodig is voor uw afdruktaken. Het eigenlijke aantal
afdrukken kan verschillen afhankelijk van de afdrukdichtheid, de
omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat
van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, ligt
het tonerverbruik hoog en moet u de cassette sneller vervangen.
5. Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep.
6. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan de aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt,
in het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden
geregeld. Haal de tonercassette pas uit zijn originele, ongeopende
verpakkking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de
originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de
cassette bedekken met papier en moet u de cassette bewaren in een
donkere kast.
Als u de verpakking van de cassette opent voordat u de cassette gebruikt,
nemen de gebruiksduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk af.
Bewaar de cassette niet op de grond. Als de tonercassette uit de printer
wordt verwijderd, moet de cassette altijd worden bewaard:
• In de beschermhoes van de originele verpakking.
• Liggend (niet rechtopstaand), met dezelfde kant naar boven als
wanneer de cassette in de printer zit.
• Bewaar verbruiksartikelen niet:
- in temperaturen boven 40 C,
- Luchtvochtigheid van minder dan 20% of meer dan 80%,
- in een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen,
- in direct zon- of kunstlicht,
- op stoffige plaatsen,
- in een auto gedurende een lange periode,
- in een omgeving met corrosieve dampen,
- in een omgeving met zilte lucht.
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat
•
•
Instructies voor het hanteren van cassettes
•
•
•
Raak het oppervlak van de lichtgevoelige drum in de cassette niet aan.
Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
Draai de drum nooit handmatig, vooral niet in de omgekeerde richting,
want hierdoor kan de cassette binnenin worden beschadigd en gaan
lekken.
Onderhoud_ 50
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn
kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat
waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit
kan verslechteren.
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee
mensen het apparaat goed vasthouden.
Problemen oplossen
8.
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
Toner herverdelen
Tips om papierkrulling te vermijden
Tips om papierstoringen te voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Andere problemen oplossen
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
• Verschijnen er witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk.
-LED knippert oranje.
• De
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende
toner in de tonercassette te herverdelen. Soms blijven die witte strepen of
lichtere gebieden voorkomen, zelfs nadat de toner is herverdeeld.
1. Open de voorklep.
2. Verwijder de tonercassette.
5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Tips om papierkrulling te vermijden
1. Open de achterklep.
2. Duw de hendel aan weerskanten naar beneden.
3. Rol de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig te
verdelen.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met
een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water
gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem
de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft
aan te raken.
4. Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette
voorzichtig in de opening van het apparaat.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende
groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze
vastklikt.
Problemen oplossen_ 51
1 Hendel
Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend.
Doe dit enkel als de afdruk meer dan 20 mm omgekruld is.
Tips om papierstoringen te voorkomen
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn
naar buiten te trekken.
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type
afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een
papierstoring optreedt.
• Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld. (Zie
"Papier in de lade plaatsen" op pagina 31.)
• Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven
de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
• Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
• Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voor u
het in de lade plaatst.
• Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
• Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
• Gebruik alleen aanbevolen afdrukmedia.
• Zorg ervoor dat het papier in de lade ligt met de te bedrukken zijde naar
onder of in de lade voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde
naar boven.
Papierstoringen verhelpen
Als het papier vastloopt, licht de
-LED op het bedieningspaneel oranje
op. Zoek en verwijder het vastgelopen papier.
Om door te gaan met afdrukken na het verwijderen van vastgelopen papier,
moet u de voorklep openen en vervolgens weer sluiten.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om
te voorkomen dat het scheurt. Volg de aanwijzingen in de volgende
hoofdstukken om de papierstoring te verhelpen.
In de papierlade
Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te
zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de
tonercassette. (Zie "Binnen in het apparaat" op pagina 53.)
4. Schuif de lade terug in het apparaat totdat deze vastklikt. De printer gaat
automatisch door met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
In de lade voor handmatige invoer
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
1. Als het papier niet op de juiste wijze wordt ingevoerd, trekt u het uit het
apparaat.
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier wordt automatisch uitgevoerd.
Als het papier niet uit het apparaat komt, gaat u door met de volgende
stap.
2. Open de lade.
2. Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan met afdrukken.
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Problemen oplossen_ 52
Binnen in het apparaat
2. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u
papier uit het apparaat verwijdert.
1. Als de uitvoersteunlade geopend is, sluit u deze eerst.
2. Open de klep aan de voorzijde en trek de tonercassette naar buiten door
ze voorzichtig naar beneden te drukken.
Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand
ondervindt wanneer u eraan trekt, en ga door met de volgende stap.
3. Open de achterklep.
4. Duw de hendels naar beneden en verwijder het papier.
Zet de hendels terug in de oorspronkelijke positie.
1
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn
naar buiten te trekken.
2
1 Hendel
Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet.
5. Duw de hendels van de fixeereenheid naar beneden en verwijder het
papier.
Zet de hendels terug in de oorspronkelijke stand.
4. Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde. De
printer gaat automatisch door met afdrukken.
1
2
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
In het uitvoergebied
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen
van vastgelopen papier.
1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier wordt automatisch uitgevoerd.
Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig
wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
6. Sluit de achterklep.
Problemen oplossen_ 53
7. Open en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door
met afdrukken.
Problemen met papierinvoer
Probleem
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Andere problemen oplossen
In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen met
de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde
tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de klantendienst als het
probleem zich blijft voordoen.
Voorgestelde oplossingen
Papier loopt vast
tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier. (Zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 52.)
Papier kleeft aan
elkaar.
•
•
Stroomproblemen
Klik op deze koppeling om een animatie over stroomproblemen te
bekijken.
•
•
Probleem
Het apparaat
krijgt geen
stroom,
of de
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is niet
goed
aangesloten.
Voorgestelde oplossingen
•
Steek het netsnoer in en druk op
op het bedieningspaneel.
(Aan/Uit)
Invoerprobleem met
een aantal vellen
tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in
de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier
van dezelfde soort en hetzelfde formaat en
gewicht.
Afdrukpapier wordt
niet ingevoerd.
•
•
•
•
Controleer de maximale papiercapaciteit van
de lade. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
(Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Haal het papier uit de lade en buig het of
waaier het uit.
In vochtige omstandigheden kunnen
bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven
kleven.
•
Maak de kabel van het apparaat los en sluit
hem opnieuw aan.
Het papier blijft
vastlopen.
•
•
•
Verwijder eventuele vastgelopen papier in het
apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade
geplaatst. Verwijder het papier en plaats het
op de juiste manier in de lade.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat
aan de specificaties van het apparaat voldoet.
(Zie "Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier. Gebruik de lade voor
handmatige invoer als u op speciaal materiaal
afdrukt.
U gebruikt een verkeerde papiersoort.
Gebruik alleen papier dat aan de specificaties
van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties
van het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Er zitten mogelijk materiaalresten in het
apparaat. Open de voorklep en verwijder de
resten.
Transparanten
kleven aan elkaar in
de
papieruitvoerlade.
Gebruik alleen transparanten die speciaal voor
laserprinters zijn bedoeld. Verwijder elke
transparant zodra het is uitgevoerd.
Enveloppen trekken
scheef of worden
niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten
van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten
de envelop net raken).
Problemen oplossen_ 54
Afdrukproblemen
Probleem
Het apparaat
drukt niet af.
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Het apparaat krijgt
geen stroom.
Controleer of het netsnoer is
aangesloten.
Het apparaat is niet
als
standaardprinter
geselecteerd.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
• De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de
voorklep.
• Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen verhelpen" op
pagina 52.)
• De papierlade is leeg. Plaats papier. (Zie "Papier in de
lade plaatsen" op pagina 31.)
• Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de
tonercassette.
Neem contact op met de serviceafdeling als er een
systeemfout optreedt.
De
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is niet
goed aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en
sluit hem opnieuw aan.
De
verbindingskabel
tussen de
computer en het
apparaat is
mogelijk defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op
een andere computer die naar
behoren werkt en druk een document
af. U kunt ook proberen om een
andere kabel voor uw apparaat te
gebruiken.
De poortinstelling
is verkeerd.
Controleer de printerinstellingen in
Windows om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort wordt
gestuurd. Als uw computer meerdere
poorten heeft controleert u of het
apparaat op de juiste poort is
aangesloten.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen
voor afdrukken om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
Het
printerstuurprogra
mma is mogelijk
niet goed
geïnstalleerd.
Herstel de apparaatsoftware. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een
USB-apparaat" op pagina 26.)
Het apparaat werkt
niet goed.
•
•
Het apparaat
drukt niet af.
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Het document is zo
groot dat er
onvoldoende
ruimte is op de
harde schijf van de
computer om
toegang te krijgen
tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte vrij op de harde
schijf en druk het document opnieuw
af.
De uitvoerlade is
vol.
De uitvoerlade kan tot 80 vellen
normaal papier bevatten. Wanneer het
papier uit de uitvoerlade is verwijderd,
gaat het apparaat door met afdrukken.
Het apparaat
haalt papier uit
de verkeerde
invoerbron.
De papieroptie die
in de
Voorkeursinstelli
ngen voor
afdrukken is
geselecteerd is
mogelijk onjuist.
In veel softwaretoepassingen kan de
lade worden geselecteerd op het
tabblad Papier in de
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken Selecteer de juiste
papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
Een afdruktaak
wordt uiterst
langzaam
afgedrukt.
De afdruktaak is
mogelijk zeer
complex.
Maak de pagina minder complex of
wijzig de instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
De helft van de
pagina is leeg.
De afdrukstand
werd mogelijk
verkeerd ingesteld.
Wijzig de afdrukstand in het
desbetreffende programma.
Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma.
Het ingestelde
papierformaat
stemt niet overeen
met het formaat
van het papier in
de lade.
Controleer of het papierformaat dat is
ingesteld in het
printerstuurprogramma overeenstemt
met het papier in de papierlade.
Controleer of het papierformaat dat is
ingesteld in het
printerstuurprogramma overeenstemt
met het papier dat is geselecteerd in
het programma dat u gebruikt.
Controleer of de LED’s op het
bedieningspaneel een systeemfout
aangeven. Neem contact op met
een medewerker van de
klantenservice.
U kunt een foutbericht ook
controleren vanuit Smart Panel op
uw computer.
Problemen oplossen_ 55
Probleem
Het apparaat
drukt wel af,
maar de tekst is
niet correct,
vervormd of
niet compleet.
Mogelijke
oorzaak
De kabel van het
apparaat zit los of
is defect.
Voorgestelde oplossingen
Maak de kabel van het apparaat los en
sluit hem opnieuw aan. Druk een
document af dat u eerder wel correct
hebt kunnen afdrukken. Sluit kabel en
apparaat indien mogelijk aan op een
andere computer en druk een
document af dat u eerder wel correct
hebt kunnen afdrukken. Als dit alles
niet helpt, probeert u een nieuwe
printerkabel.
Het verkeerde
printerstuurprogra
mma is
geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de
toepassing of u de juiste printer hebt
geselecteerd.
De
softwaretoepassin
g werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken
vanuit een andere toepassing.
Het
besturingssysteem
werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer
opnieuw op. Schakel het apparaat uit
en weer in.
De tonercassette is
leeg of
beschadigd.
Herverdeel de toner indien nodig.
Vervang indien nodig de
tonercassette.
Het bestand bevat
mogelijk blanco
pagina’s.
Controleer of het bestand blanco
pagina’s bevat.
Er is mogelijk een
onderdeel van het
apparaat defect
(bijvoorbeeld de
controller of het
moederbord).
Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Het apparaat
drukt het
PDF-bestand
niet juist af.
Sommige delen
van
afbeeldingen,
tekst of
illustraties
ontbreken.
Incompatibiliteit
tussen het
PDF-bestand en
de
Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt
door het PDF-bestand af te drukken
als een afbeelding. Schakel
Afdrukken als afbeelding uit de
afdrukopties van Acrobat in.
De foto’s
worden niet
goed afgedrukt.
De
afbeeldingen
zijn niet
duidelijk.
De resolutie van de
foto is erg laag.
Er worden
blanco pagina’s
"afgedrukt".
Probleem
Mogelijke
oorzaak
Voorgestelde oplossingen
Er komt voor
het afdrukken
stoom uit het
apparaat ter
hoogte van de
uitvoerlade.
Het gebruik van
geperforeerd
papier kan
aanleiding geven
tot de verspreiding
van dampen
tijdens het
afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door
met afdrukken.
Het apparaat
drukt geen
speciaal papier
zoals
rekeningpapier
af.
Papierformaat en
papierformaatinstel
ling komen niet
overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder
Bewerken... op het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
Een PDF-bestand als
afbeelding afdrukken neemt
meer tijd in beslag.
Maak de foto kleiner. Als u de foto in
de softwaretoepassing vergroot,
vermindert de resolutie.
Problemen oplossen_ 56
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan
leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande
tabel om het probleem te verhelpen.
Probleem
Lichte of vage
afdrukken
Voorgestelde oplossingen
•
•
•
•
•
De bovenste helft
van het papier is
lichter bedrukt dan
de rest van het
papier
Tonervlekken
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
Als u een verticale witte strook of vaag
gedeelte op de afdruk ziet is de toner bijna
op. Door de resterende toner over de
cassette te verdelen kunt u er waarschijnlijk
nog een aantal afdrukken mee maken. (Zie
"Toner herverdelen" op pagina 51.) Als de
afdrukkwaliteit hierdoor niet verbetert, moet u
een nieuwe tonercassette plaatsen.
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
papierspecificaties. Het papier kan
bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Als de hele pagina te licht is, is de
afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het
apparaat in de tonerspaarstand. Wijzig de
afdrukresolutie en schakel de
tonerspaarstand uit. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma.
Een combinatie van vage plekken en vegen
kan erop wijzen dat de tonercassette
gereinigd moet worden. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het
apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw.
Geef Voorkeursinstellingen voor
afdrukken weer, klik op het tabblad Papier
en stel het type in op Kringlooppapier.
•
•
•
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te
vochtig of te ruw zijn. (Zie "Specificaties van
het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
De transportrol is mogelijk vuil. Reinig de
binnenkant van het apparaat. Neem contact
op met een medewerker van de
klantenservice.
Het papierpad is mogelijk aan een
reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Probleem
Onregelmatigheden
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
Voorgestelde oplossingen
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans
ronde, plekken verschijnen:
• Er zit mogelijk een slecht vel tussen het
papier. Druk het document opnieuw af.
• Het vochtgehalte van het papier is niet op
alle plaatsen gelijk of het papier bevat
vochtplekken. Probeer papier van een ander
merk. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
• De hele partij papier is niet in orde.
Problemen tijdens de productie kunnen ertoe
leiden dat sommige delen toner afstoten.
Probeer een ander soort of merk papier.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken,
klik op het tabblad Papier en stel het type in
op Dik papier. (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
• Als het probleem hiermee niet kan worden
opgelost neemt u contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Witte vlekken
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
• Het papier is te ruw en er valt veel vuil vanaf
het papier op de interne onderdelen van het
apparaat waardoor de rol vuil kan zijn.
Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
• Het papierpad is mogelijk aan een
reinigingsbeurt toe. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
Verticale strepen
Als de pagina zwarte verticale strepen vertoont:
• Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak
(drumgedeelte) van de tonercassette.
Verwijder de tonercassette en plaats een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 62.)
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het
apparaat kan vuil zijn. (Zie "De binnenkant
reinigen" op pagina 49.)
Zwarte
achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt
gebruikt (grijze achtergrond):
• Gebruik papier met een kleiner gewicht. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
• Controleer de omgevingsvoorwaarden:
bijzonder droge omstandigheden of een
hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV)
kunnen aanleiding geven tot een grijzere
achtergrond.
• Verwijder de oude tonercassette en plaats
een nieuwe. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
Problemen oplossen_ 57
Probleem
Voorgestelde oplossingen
Probleem
Voorgestelde oplossingen
Tonervegen
Als er tonervlakken op de pagina verschijnen:
• Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
• Verwijder de tonercassette en installeer een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 62.)
Er blijven
tonerdeeltjes
hangen rond
vetgedrukte tekens
of donkere foto’s
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw.
Geef Voorkeursinstellingen voor
afdrukken weer, klik op het tabblad Papier
en stel het type in op Kringlooppapier.
Verticaal
terugkerende
afwijkingen
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke
intervallen afwijkingen vertoont:
• De tonercassette is mogelijk defect. Als u
nog steeds dezelfde problemen ondervindt,
verwijdert u de tonercassette en plaatst u
een nieuwe. (Zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 62.)
• Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen
van het apparaat. Als de afwijkingen zich op
de achterkant van de pagina bevinden zal
het probleem waarschijnlijk na enkele
pagina’s vanzelf verdwijnen.
• De fixeereenheid kan beschadigd zijn. Neem
contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Misvormde tekst
•
Als tekst er vervormd uitziet ('uitgehold' effect)
is het papier mogelijk te glad. Probeer een
ander soort papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Papier schuin
•
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet
te ver af staan van de stapel papier.
Schaduwvlekken
A
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door
kleine hoeveelheden toner die willekeurig
verspreid op de afdruk voorkomen.
• Misschien is het papier te vochtig. Probeer af
te drukken op papier van een andere partij.
Maak een pak papier pas open op het
moment dat u het gaat gebruiken zodat het
papier niet te veel vocht opneemt.
• Wijzig de afdruklay-out als er
schaduwvlekken verschijnen op een envelop
om te voorkomen dat er wordt afgedrukt op
een gebied met overlappende naden aan de
rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen
veroorzaken.
• Als het gehele oppervlak van een afgedrukte
pagina wordt bedekt met schaduwvlekken
kiest u een andere afdrukresolutie in het
softwareprogramma of in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken
(Zie "Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 37.)
A aBb
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
Cc
Gekruld of gegolfd
•
•
•
•
•
Vouwen of kreuken •
•
•
Problemen oplossen_ 58
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. Papier kan krullen als de
temperatuur of de vochtigheid te hoog is. (Zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op
pagina 65.)
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer
ook eens het papier 180° te draaien in de
lade.
Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer
ook eens het papier 180° te draaien in de
lade.
Probleem
Achterkant van
afdrukken is vuil
Eén vaste kleur of
zwarte pagina’s
A
Losse toner
Voorgestelde oplossingen
Een tonercassette lekt mogelijk. Reinig de
binnenkant van het apparaat. (Zie "De
binnenkant reinigen" op pagina 49.)
•
•
•
•
•
•
•
Openingen in
tekens
A
Probleem
Horizontale
strepen
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
De tonercassette werd mogelijk niet goed
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze
opnieuw.
De tonercassette is mogelijk defect. Verwijder
de tonercassette en plaats een nieuwe. (Zie
"De tonercassette vervangen" op pagina 62.)
Het apparaat moet mogelijk worden
gerepareerd. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Reinig de binnenkant van het apparaat. (Zie
"De binnenkant reinigen" op pagina 49.)
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. (Zie "Specificaties van het
afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Verwijder de tonercassette en installeer een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 62.)
Lost dit het probleem niet op, dan moet het
apparaat mogelijk worden hersteld. Neem
contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Voorgestelde oplossingen
Controleer bij horizontale zwarte strepen of
vegen het volgende:
• De tonercassette werd mogelijk onjuist
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze
opnieuw.
• De tonercassette is mogelijk defect.
Verwijder de tonercassette en plaats een
nieuwe. (Zie "De tonercassette vervangen"
op pagina 62.)
• Lost dit het probleem niet op, dan moet het
apparaat mogelijk worden hersteld. Neem
contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Krullen
Als het afgedrukte papier opkrult of als het
papier niet wordt ingevoerd, doet u het
volgende:
• Draai de stapel papier in de lade om.
Probeer ook eens het papier 180° te draaien
in de lade.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer
het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken,
klik op het tabblad Papier en stel het type in
op Dun papier. (Zie "Voorkeurinstellingen
openen" op pagina 37.)
Er verschijnt
voortdurend een
onbekende
afbeelding op
enkele vellen, er zit
losse toner op de
afdruk, of de
afdruk is te licht of
vuil.
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een
hoogte van 1.000 m of meer. Een dergelijke
hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv.
losse toner of een lichte afdruk). Pas de
luchtdrukaanpassing van uw apparaat aan. (Zie
"Luchtdrukaanpassing" op pagina 29.)
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er
witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart
zouden moeten zijn:
• Als dit probleem optreedt bij transparanten
probeert u een ander soort transparant.
Omwille van de samenstelling van de
transparanten zijn enkele onvolledige tekens
normaal.
• Misschien drukt u af op de verkeerde kant
van het papier. Verwijder het papier en draai
het om.
• Het papier voldoet mogelijk niet aan de
papierspecificaties. (Zie "Specificaties van
het afdrukmateriaal" op pagina 65.)
Problemen oplossen_ 59
Veelvoorkomende problemen onder Windows
Probleem
Probleem
Voorgestelde oplossingen
Tijdens de installatie
verschijnt het
bericht "Bestand in
gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle
software uit de opstartgroep en start vervolgens
Windows weer op. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht
"Algemene
beschermingsfout",
"OE-uitzondering",
"Spool 32" of
"Ongeldige
bewerking"
verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows
opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
Het bericht "Kan niet
afdrukken" of "Er is
een time-outfout in
de printer
opgetreden"
verschijnt.
Deze berichten kunnen tijdens het afdrukken
verschijnen. Wacht tot het apparaat klaar is met
afdrukken. Als het bericht verschijnt in
gereedmodus of nadat de afdruk is voltooid,
controleert u de aansluiting en gaat u na of er
een fout is opgetreden.
Het apparaat drukt
geen volledige
pagina’s af. Slechts
de helft van de
pagina wordt
afgedrukt.
Dit is een gekend probleem dat zich voordoet bij
gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51
of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits
Linux OS. Dit probleem is aan
bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript
Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL
Ghostscript versie 8.52 of een hogere versie.
Download de meest recente versie van AFPL
Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/
ghostscript/ en installeer deze om dit probleem
op te lossen.
De foutmelding
"Cannot open port
device file"
verschijnt als ik een
document afdruk.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak
(via LPR GUI bijvoorbeeld) terwijl er een
afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies
van CUPS-server breken de afdruktaak af als de
afdrukopties worden gewijzigd en proberen
vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit
te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de
poort tijdens het afdrukken vergrendelt, blijft
deze vergrendeld door het abrupte afbreken van
de driver zodat de poort niet beschikbaar is voor
volgende afdruktaken. Als deze situatie zich
voordoet, probeert u de poort vrij te geven door
Release port te selecteren in Port
configuration.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die met
uw computer is meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen
in Windows.
Veelvoorkomende problemen onder Linux
Probleem
Het apparaat drukt
niet af.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die met uw computer
is meegeleverd voor meer informatie over Linux-foutmeldingen.
Voorgestelde oplossingen
•
•
•
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Open Unified Driver
Configurator en selecteer het tabblad
Printers in het venster Printers
configuration om de lijst met beschikbare
printers weer te geven. Controleer of het
apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is,
opent u Add new printer wizard om uw
apparaat in te stellen.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Open Printers configuration en selecteer
uw apparaat uit de lijst met printers. Bekijk de
omschrijving in het paneel Selected printer.
Druk op de knop Start als de status de
tekenreeks Stopped bevat. Hierna zou het
apparaat weer normaal moeten werken. De
status "stopped" kan geactiveerd zijn
wanneer er zich problemen met het afdrukken
hebben voorgedaan.
Controleer of er een speciale afdrukoptie is
ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw".
Als de parameter "-oraw" is opgegeven in de
opdrachtregel verwijdert u deze om het
afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp
front-end kiest u "print" -> "Setup printer" en
bewerkt u de opdrachtregelparameter in de
menuoptie.
Veelvoorkomende problemen onder Macintosh
Probleem
Voorgestelde oplossingen
Het apparaat drukt
PDF-bestanden niet
juist af. Sommige
delen van
afbeeldingen, tekst
of illustraties
ontbreken.
Het bestand kan worden afgedrukt door het
PDF-bestand af te drukken als een afbeelding.
Schakel Afdrukken als afbeelding uit de
afdrukopties van Acrobat in.
Bepaalde letters
worden niet normaal
weergegeven tijdens
het afdrukken van
het voorblad.
Mac OS kan het lettertype niet aanmaken tijdens
het afdrukken van het voorblad. Het
Nederlandse alfabet en Nederlandse cijfers
worden normaal weergegeven op het voorblad.
Als u op een
Macintosh-computer
een document
afdrukt met Acrobat
Reader 6.0 of hoger
worden de kleuren
niet op de juiste
wijze afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw
printerstuurprogramma overeenkomt met de
resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Een PDF-bestand als afbeelding
afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw
computer is meegeleverd voor meer informatie over
Macintosh-foutmeldingen.
Problemen oplossen_ 60
Verbruiksartikelen
9.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt
aankopen.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
Aankoopmogelijkheden
Verkrijgbare verbruiksartikelen
•
•
De beschikbare accessoires kunnen verschillen van land tot land.
Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare
verbruiksartikelen en onderdelen.
Aankoopmogelijkheden
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of
reserveonderdelen wilt bestellen, neem dan contact op met de lokale
Samsung-handelaar of verdeler bij wie u de printer hebt gekocht. U kunt ook
surfen naar www.samsung.com/supplies en uw land/regio selecteren voor
informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Verkrijgbare verbruiksartikelen
Als de verbruiksartikelen het einde van hun levensduur naderen kunt u de
volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen:
Type
Gemiddeld
aantal
afdrukkena
Naam van het onderdeel
Standaardrend
ement
tonercassette
Ong. 1.500
pagina’s
•
•
Regio A : 1052 (MLT-D1052S)
Tonercassette
met hoge
capaciteit
Ong. 2.500
pagina’s
•
105L (MLT-D105L)
102L (MLT-D102L)
•
Regio Ab: 1052L (MLT-D1052L)
•
Regio Bc: 102L (MLT-D102L)
•
Regio Cd: 102L (MLT-D102L)
- ML-2541: MLT-D102L/XIL
- ML-2547: MLT-D102L/XSW
105 (MLT-D105S)
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
De tonercassette vervangen
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit
best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe
tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet
compatibel met het apparaat omdat de configuratie van
tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen
verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de
kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de
garantie van het apparaat.
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen
te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren moeten
de volgende onderdelen vervangen worden zodra het opgegeven aantal
afdrukken is bereikt of de levensduur van het desbetreffende onderdeel is
verstreken.
Onderdelen
b
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752.
b. Regio A: Albanië, België, Bosnië, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië,
Macedonië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Roemenië, Servië, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechische Republiek,
Zweden, Zwitserland en het VK.
Gemiddeld aantal afdrukkena
Transportrol
Ong. 50.000 pagina’s
Fixeereenheid
Ong. 50.000 pagina’s
Opneemrol
Ong. 50.000 pagina’s
Cassette-eenheid
Ong. 50.000 pagina’s
a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte
toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de
afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om
reserveonderdelen te kopen.
Laat onderdelen voor onderhoud alleen vervangen door een erkende
servicemedewerker of door de leverancier of winkel waar u het apparaat
hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gebruiksduur is
verstreken valt niet onder de garantie.
c. Regio B: India.
d. Regio C: China.
Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 62 voor het vervangen van de
tonercassette.
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de
opties en de taakmodus.
Verbruiksartikelen_ 61
De tonercassette vervangen
Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het vervangen
van een tonercassette.
6. Schud de cassette voorzichtig vijf tot zes keer heen en weer om de toner
gelijkmatig te verdelen. Zo zorgt u ervoor dat u het maximum aantal
kopieën per cassette kunt maken.
Wanneer de tonercassette de geschatte gebruiksduur heeft bereikt.
• Het venster van het programma Samsung-printerstatus (of Smart Panel)
verschijnt op het scherm van uw computer en geeft aan dat u de
tonercassette moet vervangen.
• Stopt het apparaat met afdrukken.
Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Controleer het
type tonercassette van uw apparaat. (Zie "Verkrijgbare verbruiksartikelen"
op pagina 61.)
1. Open de voorklep.
2. Verwijder de tonercassette.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met
een droge doek en was de kleding in koud water. Als u warm water
gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem
de cassette vast bij de handgreep zodat u de onderzijde niet hoeft
aan te raken.
7. Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette
voorzichtig in de opening van het apparaat.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende
groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze
vastklikt.
3. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking.
4. Verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen.
8. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
5. Trek de afdichtingstape aan het uiteinde van de tonercassette
voorzichtig uit de cassette en gooi de tape weg.
•
•
•
Als de uitvoerlade gesloten is, opent u deze eerst.
Het afsluittape is als het op de juiste wijze verwijderd is, langer
dan 60 cm.
U moet de tape recht van de inktcassette trekken om deze te
verwijderen. Let op dat de tape niet afscheurt. Als dit gebeurt,
is de tonercassette onbruikbaar.
Zie de afbeeldingen met instructies op de verpakking van de
cassette.
Verbruiksartikelen_ 62
Specificaties
10.
In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over de specificaties van het apparaat.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
Hardwarespecificaties
Omgevingsvoorwaarden
Elektrische specificaties
Specificaties van het afdrukmateriaal
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen.
Hardwarespecificaties
Item
Afmetingen
Gewicht
Beschrijving
Hoogte
197 mm
Diepte
389 mm
Breedte
358 mm
Apparaat met verbruiksartikelen
7.24 Kg
Omgevingsvoorwaarden
Item
Geluidsniveaua
Temperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
Beschrijving
Gereedmodus
26 dB (A)
Afdrukmodus
53 dB (A)
Werking
10 tot 32 °C
Opslag (zonder verpakking)
0 tot 40 °C
Werking
20 tot 80% RV
Opslag (zonder verpakking)
10 tot 80% RV
a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: apparaat basisinstallatie, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
Specificaties_ 63
Elektrische specificaties
De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land of de regio waar het apparaat wordt verkocht. De bedrijfsspanning mag niet worden gewijzigd. Doet u dit toch,
dan kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de productgarantie.
Item
Voedinga
Stroomverbruik
Beschrijving
Model dat op 110 volt werkt
AC 110 - 127 V
Model dat op 220 volt werkt
AC 220 - 240 V
Gemiddelde bedrijfsmodus
minder dan 360 W
Gereedmodus
Minder dan 60 W
Energiebesparende modus
minder dan 5.0 W
Uitgeschakelde toestand
minder dan 0.5 W
a. Zie het typeplaatje op het apparaat voor de juiste spanning, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat.
Specificaties_ 64
Specificaties van het afdrukmateriaal
Type
Formaat
Gewicht afdrukmediaa/capaciteitb
Afmetingen
Papierlade 1
Normaal papier
Letter
216 × 279 mm
Lade voor handmatige invoer
60 tot 90 g/m2 (bankpostpapier)
•
2
250 vellen van 80 g/m
Legal
216 × 356 mm
US Folio
216 × 330 mm
A4
210 × 297 mm
Oficio
216 × 343 mm
JIS B5
182 × 257 mm
60 tot 90 g/m2 (bankpostpapier)
ISO B5
176 × 250 mm
•
Executive
184 × 267 mm
A5
148 × 210 mm
A6
105 × 148 mm
Monarch-env.
98 × 191 mm
Env. nr.10
105 × 241 mm
Envelop DL
110 × 220 mm
Envelop C5
162 × 229 mm
Envelop C6
114 × 162 mm
Dik papier
Zie Normaal papier
Dun papier
Envelop
60 tot 220 g/m2
• 1 vel stapeling
150 vellen van 80 g/m2
Niet beschikbaar in lade 1
75 tot 90 g/m2
• 1 vel stapeling
Zie Normaal papier
90 g/m2
90 g/m2
• 1 vel stapeling
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m2
60 tot 70 g/m2
• 1 vel stapeling
Transparanten
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
Niet beschikbaar in lade 1
138 tot 146 g/m2
• 1 vel stapeling
Etikettenc
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5, ISO
B5, Executive, A5,
Statement
Zie Normaal papier
Niet beschikbaar in lade 1
120 tot 150 g/m2
• 1 vel stapeling
Kartonpapier
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5, ISO
B5, Executive, A5,
Statement, Briefkaart
4x6
Zie Normaal papier
Niet beschikbaar in lade 1
105 tot 163 g/m2
• 1 vel stapeling
Minimaal formaat (aangepast)
76 × 127 mm
60 tot 163 g/m2
Maximaal formaat (aangepast)
216 × 356 mm
a. Plaats het papier vel per vel in de lade als het afdrukmateriaal meer weegt dan 120 g/m2.
b. De maximumcapaciteit kan verschillen, afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal.
c. Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield).
Specificaties_ 65
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center.
Country/Region
Customer Care Center
Web Site
ALBANIA
42 27 5755
ARGENTINE
0800-333-3733
ARMENIA
0-800-05-555
AUSTRALIA
1300 362 603
www.samsung.com
AUSTRIA
0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min)
www.samsung.com
AZERBAIJAN
088-55-55-555
BAHRAIN
8000-4726
BELARUS
810-800-500-55-500
BELGIUM
02-201-24-18
BOSNIA
05 133 1999
BRAZIL
0800-124-421
4004-0000
www.samsung.com
BULGARIA
07001 33 11
www.samsung.com
CANADA
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
CHILE
800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
CHINA
400-810-5858
www.samsung.com
COLOMBIA
01-8000112112
www.samsung.com
COSTA RICA
0-800-507-7267
www.samsung.com
CROATIA
062 SAMSUNG (062 726 7864)
www.samsung.com
CZECH REPUBLIC
800-SAMSUNG (800-726786)
www.samsung.com
www.samsung.com
www.samsung.com
www.samsung.com/be (Dutch)
www.samsung.com/be_fr (French)
Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8
DENMARK
70 70 19 70
www.samsung.com
DOMINICA
1-800-751-2676
www.samsung.com
ECUADOR
1-800-10-7267
www.samsung.com
EGYPT
0800-726786
www.samsung.com
EIRE
0818 717100
www.samsung.com
EL SALVADOR
800-6225
www.samsung.com
ESTONIA
800-7267
www.samsung.com
FINLAND
030-6227 515
www.samsung.com
FRANCE
01 48 63 00 00
www.samsung.com
GERMANY
01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min)
www.samsung.com
GEORGIA
8-800-555-555
Contact SAMSUNG worldwide_ 66
Country/Region
Customer Care Center
Web Site
GREECE
IT and Mobile : 80111-SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/
from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household
AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100
www.samsung.com
GUATEMALA
1-800-299-0013
www.samsung.com
HONDURAS
800-27919267
www.samsung.com
HONG KONG
(852) 3698-4698
www.samsung.com/hk
www.samsung.com/hk_en/
HUNGARY
06-80-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
INDIA
3030 8282
1800 3000 8282
www.samsung.com
INDONESIA
0800-112-8888
021-5699-7777
www.samsung.com
IRAN
021-8255
www.samsung.com
ITALY
800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
JAMAICA
1-800-234-7267
www.samsung.com
JAPAN
0120-327-527
www.samsung.com
JORDAN
800-22273
www.samsung.com
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500 (GSM:7799)
www.samsung.com
KOSOVO
+381 0113216899
KUWAIT
183-2255
www.samsung.com
KYRGYZSTAN
00-800-500-55-500
www.samsung.com
LATVIA
8000-7267
www.samsung.com
LITHUANIA
8-800-77777
www.samsung.com
LUXEMBURG
261 03 710
www.samsung.com
MALAYSIA
1800-88-9999
www.samsung.com
MACEDONIA
023 207 777
MEXICO
01-800-SAMSUNG (726-7864)
MOLDOVA
00-800-500-55-500
MONTENEGRO
020 405 888
MOROCCO
080 100 2255
www.samsung.com
NIGERIA
080-SAMSUNG(726-7864)
www.samsung.com
NETHERLANDS
0900-SAMSUNG (0900-7267864) (€ 0,10/min)
www.samsung.com
NEW ZEALAND
0800 SAMSUNG (0800 726 786)
www.samsung.com
NICARAGUA
00-1800-5077267
www.samsung.com
NORWAY
815-56 480
www.samsung.com
OMAN
800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
PANAMA
800-7267
www.samsung.com
PERU
0-800-777-08
www.samsung.com
Contact SAMSUNG worldwide_ 67
www.samsung.com
Country/Region
Customer Care Center
Web Site
PHILIPPINES
1800-10-SAMSUNG (726-7864)
1-800-3-SAMSUNG (726-7864)
1-800-8-SAMSUNG (726-7864)
02-5805777
www.samsung.com
POLAND
0 801 1SAMSUNG (172678)
022-607-93-33
www.samsung.com
PORTUGAL
80820-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
PUERTO RICO
1-800-682-3180
www.samsung.com
RUMANIA
08010 SAMSUNG (08010 726 7864) only from landline, local network
Romtelecom - local tariff /021 206 01 10 for landline and mobile, normal tariff.
www.samsung.com
RUSSIA
8-800-555-55-55
www.samsung.com
SAUDI ARABIA
9200-21230
www.samsung.com
SERBIA
0700 SAMSUNG (0700 726 7864)
www.samsung.com
SINGAPORE
1800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
SLOVAKIA
0800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
SOUTH AFRICA
0860 SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
SPAIN
902-1-SAMSUNG(902 172 678)
www.samsung.com
SWEDEN
0771 726 7864 (SAMSUNG)
www.samsung.com
SWITZERLAND
0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min)
www.samsung.com/ch
www.samsung.com/ch_fr/
TADJIKISTAN
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com
TAIWAN
0800-329-999
www.samsung.com
THAILAND
1800-29-3232
02-689-3232
www.samsung.com
TRINIDAD & TOBAGO
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
TURKEY
444 77 11
www.samsung.com
U.A.E
800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
U.K
0330 SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
U.S.A
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com
UKRAINE
0-800-502-000
www.samsung.com/ua
www.samsung.com/ua_ru
UZBEKISTAN
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com
VENEZUELA
0-800-100-5303
www.samsung.com
VIETNAM
1 800 588 889
www.samsung.com
Contact SAMSUNG worldwide_ 68
Verklarende woordenlijst
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het
product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt
gebruikt en verband houdt met afdrukken.
client een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen
computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen
voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
802.11
CCD
802.11 bevat een reeks standaarden voor
draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE
LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802).
CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk
maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de
CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het
apparaat verplaatst.
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4
GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps,
802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/
n-apparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons,
draadloze telefoons en Bluetooth-apparaten.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere
exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is
ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de
overige kopieën worden gemaakt.
Toegangspunt
Configuratiescherm
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een
apparaat dat apparaten voor draadloze communicatie verbindt in een
draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en
ontvanger van WLAN-radiosignalen.
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte
waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven.
Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
Dekkingsgraad
ADF
De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat
automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een
gedeelte van het papier in één keer kan scannen.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc
ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite maakte
deel uit van de oorspronkelijke Macintosh (1984); Apple gebruikt
tegenwoordig echter TCP/IP-netwerken.
Bitdiepte
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het
afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld
dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het
papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de
dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling.
CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende
toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt
en is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op
niet-Microsoftplatformen.
Een computer graphics-term die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om
de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen.
Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden
kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke
kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans
monochroom of zwart-wit genoemd.
DADF
BMP
Standaard
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische
subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt
als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de
verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt
geïnitialiseerd.
BOOTP
DHCP
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een
netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt
doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop
uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters
naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd
en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan
inscannen.
Verklarende woordenlijst_ 69
kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een
mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.
soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch
opgespoord en gecorrigeerd.
DIMM
Emulatie
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met
geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals
afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten
worden behaald als met een ander.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander
systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in
tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband met een abstract model van
het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne
staat.
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee
apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen
via het netwerk.
Ethernet
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie
opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het
internet.
Matrixprinter
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer
loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een
van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een
typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt
voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot
een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een
groter bestandsformaat.
DRPD
Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie is een
dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een
enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan
ontvangen.
Dubbelzijdig
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het
apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een
printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een
vel papier tijdens één printcyclus.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per
maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de
printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per
jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal
binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000
pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het
aantal pagina’s tot 2 400 per dag.
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie
voor LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd
voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal
gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sinds de jaren ’90 van de
afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.
EtherTalk
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite maakte deel uit van de oorspronkelijke
Macintosh (1984); Apple gebruikt tegenwoordig echter TCP/
IP-netwerken.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is
geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een
muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze
apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden
uitgevoerd met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt
protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk
dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Fixeereenheid
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal
fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol
die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de
fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner
aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als
het uit een laserprinter komt.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen
computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt
omdat het computers of netwerken zijn die toegang bieden tot andere
computers of netwerken.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van
Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die
Grijswaarden
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven
worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende
grijstinten weergegeven.
Verklarende woordenlijst_ 70
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten
te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten,
terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan.
Massaopslagapparaat
Een massaopslagapparaat, doorgaans een harde of vaste schijf
genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde
gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch
oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een
internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering
van elektrische technologie.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE
(Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B"
verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de
parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat
(bijvoorbeeld een printer).
en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen
de prestaties die van TCP/IP in een LAN).
ISO
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit
vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De
ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
ITU-T
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale
organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van
internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken zijn
onder meer standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de
organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen
waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt.
De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie.
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het
verzenden van faxdocumenten.
JBIG
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier
bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren.
De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare
dienst, de interne website.
IP-adres of hostnaam
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat
apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te
wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van
een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier
aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel
afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie,
enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers
worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en
codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere
afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet
Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de
besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide
verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het
IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP.
IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken)
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de
compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of
kwaliteit, die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen,
in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt
voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol
voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een
apparaat aangeeft.
LSU
Een LSU is een laserscaneenheid die met elektrisch potentiaal beelden
vormt op de OPC-drum door een laserstraal te richten vanaf de
draaiende polygoonspiegel door de lens.
MAC-adres van het apparaat afdrukken
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een
netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van
48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die
telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e).
Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een
netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een
hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in
grote netwerken.
Verklarende woordenlijst_ 71
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld
een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken
van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden
verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door
ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd
lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een
doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste
faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd
van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht.
OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp
waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in
hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van
boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
PCL
MMR
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die
ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot
een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de
eerste inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor
thermische printers, matrix- en laserprinters.
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.6.
PDF
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie
te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden
informatie te decoderen.
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems
ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van
tweedimensionale documenten in een apparaat- en
resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen
door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH.
De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt
vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en
verzonden.
NetWare
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die
voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en
gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking
om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de
netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack.
Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
Afdrukmedia
OPC
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de
snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een
printer in één minuut kan afdrukken.
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele
afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit
een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de
drum op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum
moet dan ook regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het
contact met de ontwikkelborstel van de cassette, het
reinigingsmechanisme en het papier.
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat
in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software
kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard
invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.
Protocol
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat
wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren
te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het
gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
PS
Zie PostScript.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is
ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization).
Verklarende woordenlijst_ 72
PSTN
TIFF
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de
afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner.
TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de
kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding.
Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt
voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn
gemaakt.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol
voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe
om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met
behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en
accounting) voor het beheer van de netwerktoegang.
Resolution
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe
hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk
wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en
diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt
tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen
onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor
e-mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst
gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht
worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is
een client-serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt
naar de server.
Tonercassette
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt
en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en
kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en
afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een
combinatie van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich
aan de vezels in het papier gaat hechten.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele
scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan
een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het
vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft
Windows en Apple Macintosh.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om
gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Window NT en andere
Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
URL
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos
netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk
gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s
zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het
adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel
geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich
bevindt.
Subnet Mask
USB
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres
om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel
het hostadres.
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum,
Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar
te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen
om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere
randapparaten te verbinden.
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set
communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop
het internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals
de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s.
Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een
mislukte verzending wordt afgedrukt.
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder
oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken
werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door
papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in
postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te
voorkomen.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau
als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze
Verklarende woordenlijst_ 73
via radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het
andere kunnen worden verzonden.
WIA
WIA (Windows Imaging Architecture) is een
beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in
Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze
besturingssystemen worden gestart door middel van een
WIA-compatibele scanner.
WPA
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de
beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld
werd voor een betere beveiliging van WEP.
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus
voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of
een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze
toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten.
WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een
draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere
veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand
brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze
toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding
gemakkelijk configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd
apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op
een nieuw afdrukpad.
Verklarende woordenlijst_ 74
Index
A
D
aanpassen
dubbelzijdig afdrukken handmatig
ladeformaat 29
achterkant 21
afdrukken
afdrukken naar een bestand 41
de standaardafdrukinstellingen wijzigen
41
dubbelzijdig afdrukken
Windows 39
een document aan een bepaald
papierformaat aanpassen 39
een document afdrukken
Windows 36
Linux 42
Macintosh 42
poster 38
verschillende paginas afdrukken op één
vel papier
Macintosh 42
Windows 38
afdrukmedia
briefhoofdpapier 34
de standaardlade en het papier instellen
op de computer 29
envelop 33
etiketten 34
fotopapier 34
glanzend papier 34
kartonpapier 34
papieruitvoersteun 65
richtlijnen 30
transparanten 33
voorbedrukt papier 34
afdrukresolutie instellen
Linux 43
B
bedieningspaneel 22
boekjes 38
boekjes afdrukken 38
C
conventie 16
printereigenschappen 43
stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 27
systeemvereisten 25
unifled driver configurator 46
veelvoorkomende problemen onder Linux
60
printerstuurprogramma 39
E
een apparaat reinigen 49
een document afdrukken
Linux 42
Macintosh 42
M
Macintosh
afdrukken 42
een apparaat lokaal delen 28
meegeleverde software 25
stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 26
systeemvereisten 25
veelvoorkomende problemen onder
Macintosh 60
F
functies 18
eigenschappen van afdrukmedia 65
functies van het apparaat 63
meegeleverde software 24
printerstuurprogramma 36
meerdere paginas op één vel afdrukken
nup
H
Macintosh 42
Windows 38
help gebruiken 38, 42
het afdrukpercentage van uw document
wijzigen 39
O
I
overlay afdrukken
onderdelen voor onderhoud 61
afdrukken 40
maken 40
verwijderen 41
Informatie over wettelijke voorschriften 11
K
overlay gebruiken in Windows 40
kennismaking met het bedieningspaneel
23
P
papierstoring
L
papier verwijderen 52
tips om papierstoringen te voorkomen 52
lade
breedte en lengte instellen 30
de grootte van de lade aanpassen 30
papier in de lade voor handmatige invoer
plaatsen 31
Lade voor handmatige invoer
gebruikstips 31
plaatsen 31
speciaal afdrukmateriaal gebruiken 32
Linux
afdrukken 42
meegeleverde software 25
Index_ 75
papieruitvoersteun 35
plaatsen
papier in de lade voor handmatige invoer
31
plaatsen in lade 1 31
speciale media 32
plaatsing van het apparaat 24
afstand 24
de luchtdruk aanpassen 29
poster afdrukken 38
printereigenschappen
Linux 43
Printerstatus
algemene informatie 45, 46
printerstuurprogramma
functies 36
problemen
problemen met de afdrukkwaliteit 57
problemen met papierinvoer 54
R
reinigen
binnenkant 49
buitenkant 49
W
watermerk
afdrukken 40
bewerken 40
maken 40
verwijderen 40
watermerken gebruiken in Windows 39
Windows
afdrukken 36
een apparaat lokaal delen 28
meegeleverde software 24
stuurprogrammainstallatie voor een met
een USBkabel verbonden apparaat 26
systeemvereisten 25
veelvoorkomende problemen onder
Windows 60
S
service contact numbers 66
specificaties
afdrukmedia 65
algemeen 63
T
tonercassette
bewaren 50
de tonercassette vervangen 62
geschatte levensduur 50
instructies voor het hanteren van
cassettes 50
nietoriginele Samsung en hervulde 50
toner herverdelen 51
U
USBkabel
installatie van het stuurprogramma 26
V
veiligheid
info 6
symbolen 6
verbruiksartikelen
bestellen 61
geschatte levensduur van tonercassette
50
tonercassette vervangen 62
verkrijgbare verbruiksartikelen 61
verklarende woordenlijst 69
voorkant 20
Index_ 76