Agria 3400 de handleiding

Type
de handleiding
3247/4291A
Uitvoering met:
- Differentieel
- Stuurremkoppeling
- Bergveiligheidsrem
- Benzinemotor EH 34 D
- Dieselmotor L100 AE
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr. 998 849-C 04.10
&
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractor
3400; 3400KL3400; 3400KL
3400; 3400KL3400; 3400KL
3400; 3400KL
OriginalOriginal
OriginalOriginal
Original
HandleidingHandleiding
HandleidingHandleiding
Handleiding
2 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.: ........................
Identificatie/machine nr.:
..................................................
Motor type: ................................
Motor nr.: ...................................
Datum aankoop:........................
Typeplaatje:
zie blz. 3/afb. A/17,
blz. 7/afb. C/17,
blz. 11/afb. E/17,
blz. 15/afb. G/17.
Motortype en motornr.
zie blz. 81/afb. J/17
en blz. 85/afb. K/13.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserveon-
derdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veran-
deringen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
eenassige tractor
l
gereedschapsset
l
montagering voor
schakelstangen
è - Serviceç
= Laat dit uitvoeren door een agria-
vakgarage!
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
brandstof
choke
motortoerental
motor-start
motor-stop
accu-laadcontrole
koppeling
voorouit achteruit
snel
langzaam
differentieelslot
aftakas
rem
parkeerrem
gesloten (vergrendeld)
geopend (ontgrendeld)
motorolie
transmissieolie
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding A
Afbeelding B
Uitv. benzinemotor / differentieel
25
4 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Afbeelding A
3 Opbergplaats voor gereedschap
4 Stuur
5 Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
6 Trekhaak
7 Borgklip
8 Stekker
9 Transmissieolievulhals en peilstok
10 Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
11 Oogschroef met dopmoer, boven
12 Aftakas
13 Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
14 Oogschroef met dopmoer, onder
15 Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
16 Stander
17 Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
18 Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
19 Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
20 Transmissieolie-aftapplug
21 Getrapte naaf
22 Bevestigingsschroef
25 Schijfrem (slechts bij uitv. bergveiligheidsrem)
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / differentieel
Afbeelding B
1 Hendel voor aftakas
2 Stang-draaihendel
3 Motor-uit-schakelaar
4 Veiligheidshendel
5 Hendel voor motorkoppeling
(en bergveiligheidsrem ! afhankelijk van het model)
6 Vergrendeling voor motorkoppelingshendel
7 Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
8 Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VA-schakelstang)
9 Toerentalhendel
10 Hendel voor differentieelslot
11 Vergrendeling voor differentieelslot
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5
Inhoudsopgave
3
5
6
2
1
4
Inhoud pakket ................................ 2
Aanbevelingen
Smeermiddelen ............................. 6
Onderhoud en reparatie ................ 6
Brandstof ....................................... 9
Aanduiding van de
onderdelen ........3, 7, 11, 15, 82, 86
Schakelschema.............. 10, 13, 14
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ....................... 17–23
2. Technische gegevens
Afmetingen................................... 24
Machine ....................................... 25
Trillingsniveau .............................. 25
Sporenschema ...................... 26, 27
Benzinemotor............................... 28
Dieselmotor.................................. 29
Geluidsniveau ........................ 28, 29
Gebruik op hellingen.............. 28, 29
3. Machine- en bedienings-
elementen
Motor............................................ 30
Veiligheidsschakeling .................. 32
Koppeling ..................................... 33
Bergveiligheidsrem ...................... 33
Transmissie.................................. 34
Differentieel.................................. 35
Stuurremkoppeling ...................... 36
Aftakas......................................... 37
Achteruitrijrem ............................. 37
Stuurstang ................................... 38
Wielen .......................................... 41
Front- en wielgewichten............... 45
Stander ........................................ 45
Motorkap ...................................... 46
Accu, startschakelaar .................. 47
Aan- en afkoppelen van
werktuigen ................................... 48
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname ........... 49, 51
De benzinemotor starten ............. 50
De dieselmotor starten .......... 52, 53
De benzinemotor afzetten ........... 54
De dieselmotor afzetten............... 55
Werkzaamheden uitvoeren.......... 56
Rijden met aanhanger ................. 58
5. Onderhoud en reparatie
Benzinemotor........................ 62 - 66
– Luchtfilter .................................. 63
– Bougie....................................... 64
Dieselmotor........................... 67 - 70
– Motoroliefilter ............................ 67
– Luchtfilter .................................. 68
Machine ....................................... 71
Afstelling van de hendels ............ 73
Algemeen..................................... 75
De machine stallen ...................... 76
6. Storingen opsporen en
verhelpen ............................. 77 - 79
Lak, slijtageonderdelen ............. 80
Smeerschema ............................ 83
Onderhouds- en
inspectietabel............................. 84
Conformiteitsverklaring ............ 87
Let op uitklappagina’s!
Afb. A en B, uitv. benzine-
motor / differentieel ..................... 3
Afb. C en D, uitv. diesel-
motor / differentieel ..................... 7
Afb. E en F, uitv. benzine-
motor / stuurremkoppeling....... 11
Afb. G en H, uitv. diesel-
motor / stuurremkoppeling....... 15
Afb. J, dieselmotor..................... 82
Afb. K, benzinemotor................. 86
6 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanbevelingen
Smeermiddelen en anti-
corrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de trans-
missie de voorgeschreven smeermid-
delen (zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeer-
nippels adviseren wij het gebruik van
biologisch afbreekbare olie of
smeervet (volgens de aanwijzingen
in de handleiding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biolo-
gisch afbreekbare corrosieweren-
de olie (niet gebruiken op gelakte uit-
wendige bekledingen). Het anticorro-
siemiddel kan met een kwast of met
een spuitbus worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en cor-
rosiewerende olie zijn milieuvriende-
lijk omdat ze biologisch snel afbreek-
baar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende
olie gebruikt, gaat u bewust om met
het milieu en levert u een positieve
bijdrage aan de gezondheid van
mens, fauna en flora.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalifi-
ceerde monteurs die de machine vak-
kundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden alleen zelf uit
wanneer u beschikt over het juiste
gereedschap en de vereiste techni-
sche kennis van machines en ver-
brandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat ver-
wondingen of materiële schade ver-
oorzaakt wordt. Demonteer het vlieg-
wiel uitsluitend met passend gereed-
schap.
8 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. dieselmotor / differentieel
Afbeelding C:
3 Opbergplaats voor gereedschap
4 Stuur
5 Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
6 Trekhaak
7 Borgklip
8 Stekker
9 Transmissieolievulhals en peilstok
10 Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
11 Oogschroef met dopmoer, boven
12 Aftakas
13 Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
14 Oogschroef met dopmoer, onder
15 Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
16 Stander
17 Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
18 Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
19 Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
20 Transmissieolie-aftapplug
21 Getrapte naaf
22 Bevestigingsschroef voor getrapte naaf
25 Startschakelaar (alleen bij E-start-uitvoering)
26 Accu-laadcontrolelampje (alleen bij E-start-uitvoering)
27 Accu (alleen bij E-start-uitvoering)
28 Schijfrem (slechts bij uitv. bergveiligheidsrem)
Afbeelding D:
1 Hendel voor aftakas
2 Stang-draaihendel
4 Veiligheidshendel
5 Hendel voor motorkoppeling
(en bergveiligheidsrem ! afhankelijk van het model)
6 Veiligheidspal voor motorkoppelingshendel
(Vergrendeling voor motorkoppelingshendel <34018361)
7 Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
8 Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VU-schakelstang)
9 Toerentalhendel
10 Hendel voor differentieelslot
11 Vergrendeling voor differentieelslot
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 9
Aanbevelingen brandstof
Benzinemotor
Robin EH 34 D
Deze motor loopt zowel op loodvrije
normale en superbenzine als op ge-
lode superbenzine.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische rede-
nen loodvrije benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die langer dan 30
dagen niet gebruikt worden de brand-
stof af te tappen, om afzetting van
harsresidu’s in de carburateur, het
brandstoffilter en de brandstoftank te
vermijden. U kunt de brandstof ook
vermengen met een brandstofstabili-
sator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Dieselmotor
Yanmar L100 AE
Deze dieselmotor loopt ook op gewo-
ne dieselbrandstof met een cetaan-
getal van minimaal 45.
Gebruik geen vervangende brand-
stoffen, deze kunnen schade aan de
brandstofinstallatie veroorzaken. De
brandstof mag geen water bevatten
en moet schoon zijn.
Gebruik in de winter:
Gebruik in de winter speciale ‘winter-
brandstof’, zodat de bedrijfsveiligheid
van de dieselmotor tijdens de koude
periode gegarandeerd is. Deze brand-
stof is verkrijgbaar bij de tankstations.
Bij buitentemperaturen beneden
-15 °C dienen extra maatregelen ge-
nomen te worden:
normaal verdunningsmiddel toevoe-
gen,
of
door het toevoegen van petroleum
kan het stollingspunt van de diesel-
brandstof eveneens verlaagd worden:
Petroleum: winter- zomer-
diesel: diesel:
stollingspunt:
50% ca. -31°C ca. -25°C
30% ca. -26°C ca. -15°C
10% ca. -20°C ca. -9°C
In geval van nood kan tot 30% nor-
male benzine worden toegevoegd om
paraffineafzetting te vermijden. Deze
maatregel heeft echter invloed op het
verbruik en rijgedrag.
10 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Elektrisch schakelschema
Veiligheidschakeling,
uitv. benzinemotor
1 Motor
2 Magneetontstekingssysteem
3 Motor-uit-schakelaar
4 Schakelaar in de
koppelingshendel
5 Schakelaar in de
veiligheidshendel
Generator,
uitv. benzinemotor
1 Generator 12V 90W (101746)
2 Spanningsregelaar (56698)
3 Stekkerdoos (63554)
Uitv. benzinemotor
I
Wisselspanningsregelaar
moet geïsoleerd (zonder
massaverbinding) aan de
behuizing zijn gemonteerd!
ge/we = geel/wit
ge = geel
ro = rood
br = bruin
bl = blauw
br = bruin
rt = rood
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 11
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling
Afbeelding E
Afbeelding F
12 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling
Afbeelding E
3 Opbergplaats voor gereedschap
4 Stuur
5 Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
6 Trekhaak
7 Borgklip
8 Stekker
9 Transmissieolievulhals en peilstok
10 Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
11 Oogschroef met dopmoer, boven
12 Aftakas
13 Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
14 Oogschroef met dopmoer, onder
15 Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
16 Stander
17 Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
18 Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
19 Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
20 Transmissieolie-aftapplug
23 Zeskantige moer voor wielnaaf
24 Stuurremkoppeling
Afbeelding F
1 Hendel voor aftakas
2 Stang-draaihendel
3 Motor-uit-schakelaar
4 Veiligheidshendel
5 Hendel voor motorkoppeling
6 Vergrendeling voor motorkoppelingshendel
7 Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
8 Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VA-schakelstang)
9 Toerentalhendel
12 Hendel voor stuurremkoppeling links
13 Hendel voor stuurremkoppeling rechts
14 Hendel voor centrale rem
14 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Elektrisch schakelschema
Uitv. dieselmotor / elektrische starter
1 Generator 12V 90W
2 Spanningsregelaar
3 Stekkerdoos
4 Zekering 15A (glazen buis)
5 Elektro-starter 12V
6 Startschakelaar
7 Lampje acculaadcontrole 12V 2W
8 Accu 12V 20Ah
9 Centrale stekker voor regelaar
10 Aansluiting voor arbeidsschijnwerpers
12V 55W (ronde steekhuls Ø 4 mm)
Uitv. dieselmotor
ge = geel
ro = rood
sw = zwart
ws = wit
gnws = groen-wit
16 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. dieselmotor / stuurremkoppeling
Afbeelding G:
3 Opbergplaats voor gereedschap
4 Stuur
5 Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
6 Trekhaak
7 Borgklip
8 Stekker
9 Transmissieolievulhals en peilstok
10 Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
11 Oogschroef met dopmoer, boven
12 Aftakas
13 Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
14 Oogschroef met dopmoer, onder
15 Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
16 Stander
17 Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
18 Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
19 Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
20 Transmissieolie-aftapplug
21 Getrapte naaf
22 Bevestigingsschroef voor getrapte naaf
23 Zeskantige moer voor wielnaaf
24 Stuurremkoppeling
25 Startschakelaar (alleen bij E-start-uitvoering)
26 Accu-laadcontrolelampje (alleen bij E-start-uitvoering)
27 Accu (alleen bij E-start-uitvoering)
Afbeelding H:
1 Hendel voor aftakas
2 Stang-draaihendel
4 Veiligheidshendel
5 Hendel voor motorkoppeling
6 Veiligheidspal voor motorkoppelingshendel
(Vergrendeling voor motorkoppelingshendel <34018361)
7 Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
8 Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VU-schakelstang)
9 Toerental hendel
12 Hendel voor stuurremkoppeling links
13 Hendel voor stuurremkoppeling rechts
14 Hendel voor centrale rem
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 17
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw veilig-
heid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheidsaanwij-
zingen.
Gebruik conform de
bestemming
De eenassige tractor is een zelfrijden-
de, eenassige werkmachine die met de
hand wordt bediend en die verschillen-
de door de fabrikant geautoriseerde
aanbouwwerktuigen kan aandrijven en/
of trekken. Wordt toegepast voor bv.
grondbewerking, maaien van gras of
weiden, winterzaamheden en vegen
(gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de tractor gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor op openbare wegen dienen de
bepalingen van de nationale verkeers-
voorschriften te worden in acht geno-
men, bv. reflectoren, verlichting.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
eenassige tractor altijd eerst de ver-
keers- en bedrijfsveiligheid.
De eenassige tractor mag slechts ge-
bruikt, onderhouden en gerepareerd
worden door personen die over de no-
dige kennis beschikken en van de risi-
co’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoen-
de licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebord-
jes op de machine geven belangrijke
aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg
deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het
belang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
18 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de tractor.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de tractor.
Pas uw werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
eenassige tractor.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de tractor. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscompo-
nenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxide dat zeer giftig is wanneer het in-
geademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de tractor of het aanbouwwerktuig gaan
staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels. Ex-
plosiegevaar!
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 19
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
eenassige tractor die afstand van de
machine in acht, waartoe u door de
stuurstang gedwongen wordt, vooral bij
het nemen van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit,
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de eenassige tractor of het aan-
bouwwerktuig beschadigd is, moet de
machine onmiddellijk worden gestopt en
de motor worden afgezet. Laat de scha-
de direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
eenasssige tractor meteen stoppen en
de motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de een-
assige tractor met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voor-
komen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de werk-
tuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de eenassige tractor nooit onbe-
heerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de tractor ver-
laat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bou-
giekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen er-
van vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, eenassi-
ge tractor en aanbouwwerktuig beveili-
gen tegen wegrollen. Voorkom gebruik
door onbevoegden. Monteer eventueel
de transport- of beschermingsinrichting
en zet deze in de veiligheidsstand.
20 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Hakinrichting
De schutlatten van het hakwerktuig die-
nen zo te worden ingesteld dat alleen
het gedeelte van het werktuig dat in de
bodem komt vrij is.
Let bij het hakken op de juiste instelling
van het hakspoor.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwon-
dingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tij-
dens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden inge-
haakt.
Transporteer de gedemonteerde maai-
balk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutlat-
ten voordat de maaibalk gemonteerd en
gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbe-
weging van de richting van de snijkan-
ten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Aanhangers
Maximaal toelaatbare belasting van de
trekhaak en hitch in acht nemen.
Let bij disselbevestiging op voldoende
beweeglijkheid rond het aanhangpunt.
Maximaal toegestane asbelasting en
totaalgewicht niet overschrijden.
Controleer voor iedere rit de rem en de
verlichting.
Inspecteer het remsysteem regelmatig
en nauwkeurig!
Het instellen en repareren van de rem-
men mag alleen worden uitgevoerd door
vakkundig geschoold technisch perso-
neel bij de garage.
Bij alle ritten met een aanhanger moet
de beremming van de wielen zijn uitge-
schakeld!
Bij uitvoeringen met onafhankelijke wiel-
schakeling mag de wielschakeling niet
aan beide kanten bediend worden, –
onafhankelijke wielschakeling moet uit-
geschakeld zijn!
Bij uitvoeringen met differentieel mag
het differentieelslot in de bochten niet
gebruikt worden.
Alleen wanneer er een speciaal daar-
voor bestemde passagierszitplaats
voorhanden is mag een passagier mee-
rijden.
Ander personenvervoer is niet toege-
staan.
Schakel voor hellingen tijdig terug. Op
hellingen nooit ontkoppelen en schake-
len!
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 21
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en veilig-
heidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dra-
gende, veiligheidstechnische onderde-
len (bijv. aanhanginrichtingen) worden
uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de eenassige tractor en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermings-
inrichtingen weer te worden aange-
bracht en in oorspronkelijke positie te
worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de eenassige tractor
in ruimtes met open kachels is verbo-
den.
Parkeer de eenasssige tractor niet in
gesloten ruimtes wanneer zich nog
brandstof in de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruim-
te lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaatpij-
pen daarom ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof vanwe-
ge het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de eenassige tractor aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ont-
snappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige ver-
wondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
22 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het ina-
demen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften verwer-
ken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de eenassige
tractor veilig geparkeerd is en tegen
wegrollen beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu worden
losgemaakt (indien voorhanden).
Let op de juiste volgorde bij het aanslui-
ten – eerst de pluspool en dan de min-
pool! Het losmaken van de accu ge-
beurd in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig met accugassen – explosie-
gevaar!
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu
zodat concentratie van explosieve gas-
sen vermeden wordt.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zeke-
ringen raakt de elektrische installatie
defect – brandgevaar!
Pluspool altijd voorzien van bescherm-
kapje.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 23
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden motor afzetten en bougiekap eruit trekken.
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden motor afzetten en contactsleutel eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand houden van
het hakwerktuig of de maaier.
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen werken! Voor het
starten voorzieningen in de juiste positie brengen.
Houd bij lopende motor voldoende afstand van de
maaimessen!
Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht
totdat ze tot stilstand gekomen zijn.
Bij lopende motor afstand houden.
Beschrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de machine moeten indivi-
duele gehoorbeschermingen worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen gebruiken.
Draag altijd stevige schoenen.
24 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
2. Technische gegevens Machine
*
2
Eenassige tractor
Afmetingen van de machine:
Banden: (toebehoor-artikelen)
2490 041 ...........4.00-8 akkerprofiel
0190 112 .........5.00-10 akkerprofiel
3290 411 .........5.00-12 akkerprofiel
3490 511 ... 20x8.00-10 grasprofiel
3490 611 ... 21x11.00-8 terraprofiel
Aanbouw van het wiel en doel: zie blz. 41–
44
Bandenspanning bij:
4.00-8; 5.00-10; 5.00-12 ..........1,5 bar
21x11.00-8; 20x8.00-10...........0,8 bar
3221 051 paar wielgewichten .... 52 kg
voor uitv. stuurremkoppeling zijn bo-
vendien wielgewichtsschroeven nood-
zakelijk ............. onderdelenset 760 33
*s = zie sporenplan
a b c d e f g h l
4.00-8 AS 640 635 271 543 270 55 167 900-1200 1780
5.00-10 AS 640 635 303 575 270 55 195 900-1200 1780
20x8.00-10 640 635 303 575 270 55 195 900-1200 1780
5.00-12 AS 640 635 323 595 270 55 215 900-1200 1780
21x11.00-8 640 635 303 575 270 55 195 900-1200 1780
4.00-8 AS 610 635 271 543 270 55 167 900-1200 1750
5.00-10 AS 610 635 303 575 270 55 195 900-1200 1750
20x8.00-10 610 635 303 575 270 55 195 900-1200 1750
5.00-12 AS 610 635 323 595 270 55 215 900-1200 1750
21x11.00-8 610 635 303 575 270 55 195 900-1200 1750
(mm)
L100
EH34D
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 25
2. Technische gegevens Machine
2
Koppeling: .................... enkelvoudige
droge plaatkoppeling
Transmissie: .......... tandwiel-schakel-
transmissie,
4 versnellingen vooruit,
4 versnellingen achteruit,
afhankelijk van de uitvoering:
- differentieel, te vergrendelen
of
- afzonderlijke wielrem-koppeling
- bergveiligheidsrem
Transmissieolie:
reservoir............................. ca. 2,0 liter
transmissieolie SAE 90 - API - GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
Rijsnelheden (km/h):
*6,1 / 7,1 / 8,2 km/h ............................
bij transmissie-uitv. “langzaam”
*14,5 / 16,9 / 19,5 km/h ......................
bij transmissie-uitv. “snel”
Aftakas: ................................825 min
-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min
-1
draairichting: rechtsdraaiend (met de
klok mee) op de aftakas gezien,
bij vooruit en achteruit rijden
gelijkblijvend
Stuurstang:in hoogte verstelbaar zon-
der werktuig zijdelings verstelbaar en
180° zw enkbaar voor het aanbouwen
van frontwerktuigen
Trillingsniveau:
op stuurhendel:
benzinemotor EH34D ....a
hw
< 2,5 m/s
2
dieselmotor L100AE ......a
hw
= 6,2 m/s
2
volgens ISO 5349 bij 85 % van het nominale
motortoerental met ingeschakeld werktuig
Gewicht:
leeg: zonder met wielen
wielen 5.00-10
Uitv. differentieel:
benzine: EH 34 D 103 kg 120,5 kg
diesel: L100AE 122 kg 139,5 kg
(repeteerstarter)
diesel: L100AE 133 kg 150,5 kg
(elektrische starter)
Uitv. stuurremkoppeling:
benzine: EH 34 D 133 kg 150,5 kg
diesel: L100AE 155 kg 172,5 kg
(repeteerstarter)
diesel: L100AE 165 kg 182,5 kg
(elektrische starter)
max. toegelaten
totale gewicht: .......................... 250 kg
max. toegelaten
gewicht op de trekhaak:............. 85 kg
max. toegelaten gewicht van de aan-
hanger, aanhanger met rem: ... 630 kg
Aanhanginrichting:
Typ SK14 testteken M3280
Generator:..................... wisselstroom
bij benzinemotor: (toebehoor-
artikel 3479 021) .................. 12V 90W
bij dieselmotor: .................... 12V 90W
1. 2. 3. 4.
4.00-8 AS 0,85 1,6 2,7 6,1 / 14,5*
5.00-10 AS 1,0 1,9 3,2 7,1 / 16,9*
5.00-12 AS 1,2 2,2 3,6 8,0 / 19,5*
20x8.00-10 R 1,0 1,9 3,2 7,1 / 16,9*
21x11.00-8 T 1,2 2,2 3,6 8,0 / 19,5*
+
26 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
2. Technische gegevens
Uitv. differentieel
2
B
A S i A S i A S i A S i A S i A S i A S i A S i
1
4.00-8 AS 460 360 260 570 470 370 550 450 350 660 560 460 670 570 470 780 680 580 730 630 530 840 740 640
2
16x6.50-8 AS
480 310 140 700 530 360 570 400 230 790 620 450 690 520 350 910 740 570 750 580 410 970 800 630
3
21x11.00-8 Terra
650 375 100 720 445 170 740 465 190 810 535 260 860 585 310 930 655 380 920 645 370 990 715 440
4
4.50-10 AS 460 340 220 610 490 370 550 430 310 700 580 460 670 550 430 820 700 580 730 610 490 880 760 640
5
5.00-10 AS 470 340 210 620 490 360 560 430 300 710 580 450 680 550 420 830 700 570 740 610 480 890 760 630
6
20x8.00-10 R
560 370 180 650 460 270 650 460 270 740 550 360 770 580 390 860 670 480 830 640 450 920 730 540
7
5.00-12 AS 480 325 170 660 505 350 570 415 260 750 595 440 690 535 380 870 715 560 750 595 440 930 775 620
8
23x8.50-12 AS
520 305 90 740 525 310 610 395 180 830 615 400 730 515 300 950 735 520 790 575 360 1010 795 580
60 90 9060
B 220 220
+B1
220
+B7
V V
+B7
A A S i A A i A i A i A i i
1
4.00-8 AS 1110 460 1090 460
2
16x6.50-8 AS 1240 1130 450
3
21x11.00-8 Terra 1260 260 1540 440 1444 440 1444 440
4
4.50-10 AS 1150 460 940 460 1154 460 1154 460
5
5.00-10 AS 1160 450 930 450 1164 450 1610 450
6
20x8.00-10 R 1190 360 1120 360 1120 360
7
5.00-12 AS 1200 440 1060 440 1204 440
8
23x8.50-12 AS 1280 1200 400 1260 1140 400 1284 400
9
23x8,50-12 AS 1200 270 1370 1130 270
G +V G +V +90 V +60 Gf Gf +S +90
Wiel combinatie
en Sporenplan
3400 Diff.
(mm)
(mm)
60 90
90
60
V
220
220A
V
60
Gf
S
Gf
V
G
V
G
90
30 = 2516 011
60 = 5516 021
90 = 5519 031
220 = 5616 511
220A = 5519 011
V = 5916 211
S = 762 32
Gf (10“) = 5817 511
Gf (12“) = 5917 541
G (10“) = 5917 011
G (12“) = 5917 021
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 27
2. Technische gegevens
Uitv. stuurremkoppeling
2
B 220 220
+ B1
220
+B5
A S i A S i A S i A S i A S i A A A i A i " A i "
A
1
4.00-8 AS 630 530 430 640 540 440 750 650 550 700 600 500 810 710 610 1070 430 1090 430 8
2
16x6.50-8 AS 760 590 420 660 490 320 880 710 540 720 550 380 940 770 600 1200 1080 420 1220 420 8
3
21x11.00-8 Terra
780 505 230 830 555 280 900 625 350 890 615 340 960 685 410 1220 230 10 1884 410 10
4
4.50-10 AS 670 550 430 640 520 400 790 670 550 700 580 460 850 730 610 1110 430 1154 430 10
1154
5
5.00-10 AS 680 550 420 650 520 390 800 670 540 710 580 450 860 730 600 1120 420 1164 420 10
1164
6
20x8.00-10 R 710 520 330 740 550 360 830 640 450 800 610 420 890 700 510 1150 330 10
1194
7
5.00-12 AS 720 565 410 660 505 350 840 685 530 720 565 410 900 745 590 1160 410 12
1204
8 23x8.50-12 AS 800 585 370 700 485 270 920 705 490 760 545 330 980 765 550 1240 1170 370 12
1284
Gf Gf +S +9060 90 9060
Wiel combinatie
en Sporenplan
3400 KL
(mm)
G
V
Gf
90
60
60 90
220
220A
S
90
Gf
V
90
G
30 = 2516 011
60 = 5516 021
90 = 5519 031
220 = 5616 511
220A = 5519 011
V = 5916 211
S = 762 32
Gf (10“) = 5817 511
Gf (12“) = 5917 541
G (10“) = 5917 011
G (12“) = 5917 021
28 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
2. Technische gegevens
Uitv. benzinemotor
2
Benzinemotor
Motorenfabrikant: ....................Robin
Type: .......................................EH 34D
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine) OHV
Boring: .................................... 84 mm
Slag: ........................................ 71 mm
Cilinderinhoud: ................... 338 ccm
Vermogen: ......... 8,1 kW (11 DIN-PS)
bij 3600 min
-1
Koppel maximaal: ................24,1 Nm
bij 2500 min
-1
Bougie:.................... BOSCH WR7CC
NGK BR6ES, Champion RN4
elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
Ontsteking: ...................Elektronische
magneetontsteking,
zonder contact,
ontstekingstijdstip vast ingesteld,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep............................... 0,10 mm
uitlaatklep.............................. 0,10 mm
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Brandstof: ..benzine (tankstation), oc-
taangetal minstens 90 RON
(zie brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank:........ca. 8 liter
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof-voorfilter
Carburateur: .....................horizontale
vlottercarburateur
hoofdsproeier:.............................. 97,5
sproeier stationair toerental .............40
Mengreguleerschroef: ......................
basisinstelling ..7/8 omwenteling open
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Max. toerental onbelast:.. 4000 min
-1
Stationair toerental: ......... 1400 min
-1
Motorolie:.......... hoeveelheid ca. 1,2 l
universeelolie
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SC (of hoger)
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SC (of hoger)
Geluidsniveau:
geluidsniveau waargenomen door de
bestuurder............................. 84 dB(A)
(conform EN 709 en EN 1553)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
”max” = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling ....tot 45°
(100 %)
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 29
2. Technische gegevens
Uitv. dieselmotor
2
Dieselmotor
Motorenfabrikant: ................. Yanmar
Type:
uitv. elektr. starter........................ L100
uitv. repeteerstarter ..................... L100
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
viertaktdieselmotor
Boring: .................................... 86 mm
Slag: ........................................ 70 mm
Cilinderinhoud: ................... 406 ccm
Vermogen: .............................. 7,4 kW
bij 3600 min
-1
Koppel maximaal: ...................27 Nm
bij 1700 min
-1
Inspuitdruk: ........................... 200 bar
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep.................... 0,15 ± 0,02 mm
uitlaatklep...................0,15 ± 0,02 mm
Startinrichting: ...... repeteerstarter of
elektrische starter
afhankelijk van de uitvoering
Accu: .................................. 12V 20Ah
Zekering:................. 15A (30x6,5 mm)
Brandstof: .... gewone dieselbrandstof
cetaangetal min. 45
(zie brandstofadvies)
Brandstoffilter:
Groffe filterzeef ............... in de vulbuis
Fijne filterzeef .....................................
... ingebouwd in de brandstoftank-uitloop
Inhoud brandstoftank:..........ca. 5,5 l
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof-voorfilter
en cyclon-voorfilter
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Max. toerental onbelast:.. 3800 min
-1
Stationair toerental: ......... 1700 min
-1
Smering: ........................ druksmering
hoofdstroomoliefilter
Motorolie:........ hoeveelheid ca. 1,65 l
universeelolie
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SC (of hoger)
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SC (of hoger)
Geluidsniveau:
geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder ............... 88 dB(A)
(conform EN 709 en EN 1553)
geluidsvermogensniveau: ..... 99 dB(A)
(conform EG 84/538 EEG bij 85% van
het nominale motortoerental)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
‘max’ = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling
tot ....................................... 20° (37 %)
30 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
3
De agria-eenassige tractor 3400
is een basis-motormachine en
wordt steeds met een aanbouw-
werktuig gebruikt. Daarom is hij
geschikt voor een gewoon ge-
bruik en voor werken in de tuin-
bouw, landschapsverzorging,
land- en bosbouw, bodembe-
werking, maaien van gras en
weiden, winterdienst en vegen.
Tijdens het gebruik van de een-
assige tractor/de combiwerktuig
op openbare wegen dienen de
bepalingen van de nationale
verkeersvoorschriften te worden
in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
Als aanbouwwerktuigen zijn be-
schikbaar:
l
aanbouwwerktuigen voor de
achterzijde, bijv.:
hak- en freeswerktuigen
getrokken bodembewer-
kingsmachines
eenassige aanhangers
grind- en zoutstrooiers
l
frontaanbouwwerktuigen
maaimachines
schoonmaakmachines
sneeuwschuivers en -
frezen
grind- en zoutstrooiers
en verschillende werktuigen, zie
ook prijslijst.
Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt aangedre-
ven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook
blz. 9: geadviseerde brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contactloze elek-
tronische ontsteking. Wij adviseren de nood-
zakelijke controles alleen door de vakman te
laten uitvoeren.
l
De viertakt dieselmotor wordt aangedre-
ven met normaal verkrijgbare dieselbrandstof
(zie ook blz. 9: geadviseerde brandstof). Let op
de speciale brandstof voor de winterperiode!
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode)
mag de motor niet tot het maximum worden
belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel niet
meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit geldt
vooral als de motor onbelast draait! Laat de
motor nooit over z’n toeren draaien, daar-
door kan de motor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg
ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koel-
luchtzeef op de repeteerstarter en de koelrib-
ben van de cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor moet juist
zijn afgesteld. Wanneer de toerentalhendel te-
gen de eindaanslag in stationaire positie staat,
moet de motor bij laag toerental zonder pro-
blemen blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht. Een
vervuild luchtfilter kan het motorvermogen on-
gunstig beïnvloeden.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 31
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. benzinemotor
3
Toerentalhendel
Uitv. benzinemotor
Met de toerentalhendel (B/9, F/9) aan
de stuurstang kan het motortoerental
van min. = STATIONAIR tot max. = VOL-
GAS traploos geregeld worden.
Motor-uit-schakelaar
Uitv. benzinemotor
Met de elektrische motor-uit-schakelaar
(B/3, F/3) wordt de ontsteking in- en uit-
geschakeld.
"I" = in bedrijf
"0" = motor uit
I
De motor-uit-schakelaar dient
ook als Nood-uit-schakelaar: in
gevaarlijke situaties in positie "0"
brengen!
Toerentalhendel,
Motor-uit-schakelaar
Uitv. dieselmotor
Met de toerentalhendel (D/9, H/9) aan
de stuurstang kan het motortoerental
van min. = STATIONAIR tot max. = VOL-
GAS traploos geregeld worden. Boven-
dien wordt met deze hendel de motor-
uit-schakelaar bediend.
I
De toerentalhendel dient ook als
Nood-uit-schakelaar: in gevaar-
lijke situaties in positie "STOP" brengen!
B/3;
F/3
max
min
max
min
B/9;
F/9
D/9;
H/9
32 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor
3
Veiligheidschakeling
Uitv. benzinemotor
Uitv. dieselmotor >34018362
STOP-positie: bij het loslaten van de veiligheidsscha-
kelhendel (4) wordt de motor afgezet.
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en voor een
werkpauze koppelingshendel (5) aantrekken en met ver-
grendeling (6) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de
machine de veiligheidshendel (4) naar beneden drukken.
W
Veiligheidshendel niet vastzetten!
I
Veiligheidsschakelhendel in gevaarlijke situaties
loslaten, deze zwenkt dan automatisch in positie
“STOP”!
Veiligheidschakeling
Uitv. dieselmotor <34018361
De eenassige tractor is uitgerust met een mechanische
veiligheidsschakelaar (hendel D/4; H/4).
STOP-positie: bij het loslaten van de hendel (D/4;
H/4) wordt de motor afgezet).
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en voor een
werkpauze veiligheidshendel (D/4; H/4) naar beneden
drukken, de koppelingshendel (D/5; H/5) aantrekken en
met vergrendeling (D/6; H/6) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de
machine de veiligheidshendel (D/4; H/4) naar beneden
drukken.
W
Veiligheidshendel niet vastzetten!
I
De veiligheidshendel dient ook als Nood-uit-
schakelaar, in noodsituaties worden losgelaten,
deze komt dan automatisch in de positie ‘STOP’!
D/4,
H/4
4
D/5,
H/5
D/6,
H/6
6
5
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 33
3. Machine- en bedieningselementen
3
Koppeling
De enkelvoudige droge plaatkoppe-
ling wordt met de koppelingshen-
del (5) bediend.
Bij ingetrokken koppelingshendel
tot stand "0" ontkoppelt is, dat be-
tekent dat de motor de eenassige
tractor niet aandrijft.
l
Let op de koppelingsspeling, zo-
dat tijdens de werkzaamheden de
koppeling niet slipt.
I
Laat de machine met lo-
pende motor niet te lang met
aangetrokken koppeling staan,
hierdoor kan schade ontstaan aan
het koppelingslager.
Bij stilstaande motor machine al-
leen met aangetrokken hendel (ver-
grendeling gearreteerd) wegzetten,
anders kunnen problemen bij het
koppelen ontstaan als gevolg van
corrosievorming.
uitv. benzinemotor
uitv. dieselmotor
>34018362
uitv. dieselmotor
<34018361
5
5
B/6
B/7
Koppeling / bergveiligheidsrem
! afhankelijk van het model
De bergrem wordt gebruikt bij het stoppen en het
schakelen op hellingen.
Koppeling en bergrem worden met de hendel (B/6)
bediend.
l
Bij aangetrokken hendel tot positie '0' is de ma-
chine ontkoppeld, dat houdt in dat de motor de werk-
tuigdrager en de aanbouwwerktuigen niet meer aan-
drijft.
l
De hendel kan in ontkoppelde toestand met de
vergrendeling (B/7) worden vastgezet.
l
De bergveiligheidsrem wordt bediend door de hen-
del verder naar boven te brengen.
34 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
3
Transmissie
De machine heeft een 4-versnellingen-tandwiel-keertransmissie, dat betekent dat
zij in alle 4 versnellingen voor- en achteruit kan rijden.
I
Alleen schakelen als de machine stilstaat (ontkoppeld)!
VA-schakeling
(B/7; D/7; F/7 of H/7)
Schakelstang naar voren te bewegen
= de eenassige tractor gaat vooruit,
Schakelstang naar achteren te bewegen
= de eenassige tractor gaat achteruit.
u Middelste positie (‘0’)
= neutrale positie.
Achterkant (1) van de schakelhendel geeft de
schakelpositie aan de schakelplaat aan.
Versnelling
De versnellingen 1-2-3-4 worden geschakeld met
de schakelstang (B/8; D/8; F/8 of H/8).
Een positie neutraal is hier niet aanwezig.
l
Achterkant (1) van de schakelhendel geeft
steeds de gekozen versnelling aan de schakel-
plaat aan.
I
De eenassige tractor rijdt alleen
wanneer tegelijkertijd met de versnelling
ook de VA-schakeling op vooruit of achteruit staat ingeschakeld.
I
Bij de 180° gedr aaide stuurstang (voor het aanbouwen van frontwerktuigen)
zijn de schakelstangen omgewisseld (zie blz. 39).
l
De eenassige tractor wordt geleverd met de versnelling in positie “4de versnel-
ling geblokkeerd” en een schroef (2) in de schakelplaat.
Dit is om te voorkomen dat de 4de versnelling per ongeluk in achteruitpositie
geschakeld wordt (bij werkzaamheden met aangebouwde werktuigen). Gevaar-
lijke situatie!
Voor ritten met een aanhanger kan deze schroef in positie “4de versnelling vrij”
worden versteld. Hiervoor moet de zeskantige moer iets los worden gedraaid,
blokkeerbout in positie ‘vrij’ verdraaien en zeskantige moer weer vastdraaien.
W
Na de rit schroef weer in positie ‘vergrendeld’ brengen!
versnel-
ling
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 35
differentieelslot vastgeklikt =
differentieelslot UIT
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. differentieel
3
Differentieel
Het ingebouwde differentieel kan des-
gewenst worden uitgeschakeld om de
trekkracht te verhogen bij werkzaamhe-
den onder moeilijke omstandigheden.
De hendel voor het in- en uitschakelen
van het differentieelslot bevindt zich
rechts van het stuur. Voor het vastzet-
ten van het uitgeschakelde differen-
tieelslot bevindt zich aan de hendel een
pal.
I
Tijdens het rijden en het keren
dient het differentieelslot te zijn
uitgeschakeld, zodat de machine be-
ter stuurbaar is (vooral bij het nemen
van bochten).
Het differentieel slechts zo lang als no-
dig is blokkeren.
Inschakelen van het
differentieelslot
(starre wielas)
tijdens de rit:
l
Gas los.
l
Hendel voor differentieelslot (B/10 of
D/10) iets aantrekken.
l
Pal (B/11) of vergrendelingsbeugel
(D/11) los laten springen.
l
Hendel langzaam loslaten en tegelij-
kertijd gas geven.
Differentieelslot uitschakelen:
l
Hendel voor differentieelslot zover
aantrekken tot de pal vastklikt.
B/11;
D/11
B/10;
D/10
36 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. stuurremkoppeling
3
Afzonderlijke wielrem-koppeling
Met de gemakkelijk bedienbare stuurremkoppelingen
kan eenvoudig en zon-der krachtsinspanning worden
gestuurd en gedraaid.
Om te sturen en te draaien naar rechts, hendel (F/13
of H/13) aantrekken. Het rechter wiel wordt geremd
en de machine stuurt bij het rijden naar rechts.
Om te sturen en te draaien naar links, hendel (B/5)
aantrekken.
W
Op hellingen altijd naar de helling toe
wenden.
I
Nadat de stuurstang 180° g edraaid is,
moeten ook de Bowdenkabels voor de stuur-
remkoppeling worden verplaatst, zodat de stuur-
rem weer naar behoren functioneert (zie blz. 40).
Centrale rem
Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen af-
remmen en om hem te kunnen parkeren, wordt een
gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt.
Centrale rem
Excenterhendel (F/14 of H/14) naar achteren en bo-
ven zwenken – beide wielen worden afgeremd.
Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in
de uitgangspositie terug – rem is weer los.
F/12;
H/12
F/13;
H/13
I
Wanneer een aanbouwwerktuig neigt naar overbelasting, kan de centrale
rem zonder koppeling worden bediend; de rijaandrijving wordt dan ontkoppeld
en de aftakas wordt verder aangedreven.
Nadat de overbelasting is opgeheven, wordt de centrale rem weer losgemaakt,
de rijaandrijving wordt weer ingeschakeld.
Blokkeerrem
Excenterhendel (F/14 of H/14) naar achteren en boven over het dode punt heen
zwenken. Excenterhendel blijft automatisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd.
Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangs-
positie worden teruggebracht – rem is weer los.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 37
3. Machine- en bedieningselementen
3
Aftakas
De versnellingsonafhankelijke aftakas (A/12; C/12;
E/12; G/12) kan bij de eenassige tractor niet wor-
den uitgeschakeld (draait altijd bij lopende mo-
tor). De aftakasschakeling bevindt zich aan de af-
takasaangedreven aanbouwwerktuigen. De hen-
del voor de aftakas (B/1; D/1; F/1; H/1) bevindt
zich echter aan de eenassige tractor en wordt bij
het aankoppelen van werktuigen door de scha-
kelverbindingsstang (A/13; C/13; E/13; G/13) met
de hendel aan het werktuig verbonden.
Uitzondering: hak- en freeswerktuigen, hierbij is de
schakelstang aan het freeswerktuig gemonteerd
zodat deze gemakkelijker te bedienen is.
Aftakasbescherming
Wanneer de aftakas niet door aanbouwwerktuigen
(bijv. aanhanger, ploeg, eg enz.) is afgedekt, moet
deze door een aftakasbeschermingskap worden be-
schermd. Dit voorkomt gevaarlijke situaties die kun-
nen ontstaan als kledingstukken in de vrij rond-
draaiende aftakas raken.
Montage:
l
Aftakasbeschermingskap (1) op de flens zetten.
l
Beide oogschroeven over de aftakasbescher-
mingskap in de bevestigingssleuf klappen.
l
Beide dopmoeren gelijkmatig vastdraaien.
De demontage volgt in omgekeerde volgorde.
Achteruitrijrem
De eenassige tractor is voorzien van een achteruitrij-
rem (blokkeerstang) voor hakwerktuigen, die moet voor-
komen dat de aftakas van het hakwerktuig bij achter-
uitversnelling wordt ingeschakeld, of dat de achteruit-
rijversnelling wordt ingeschakeld op het moment dat
de aftakas in functie is.
l
Daarom moet bij het aanbouwen van een hak-
werktuig de VA-schakeling in positie neutraal staan
(blokkeerstang aan het transmissiehuis ca. 5 mm.
vooruitstekend).
blokkeerstang
38 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
3
Stuurstang
W
Verstel de stuurstang nooit tij-
dens de werkzaamheden – on-
gevalsrisico!
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Draai de zeskantmoer (A/5; C/5; E/5;
G/5) zover los totdat de blokkeerpallen
vrij zijn.
l
Breng de stuurstang (A/4; C/4; E/4;
G/4) op de gewenste hoogte en laat
deze in de passende pal ingrijpen.
l
Draai de zeskantmoer weer vast.
Stuurstang zijwaarts
verstellen
De stuurstang kan uit zijn normale po-
sitie (midden positie) ca. 30° naar links
of naar rechts versteld worden.
l
Stuur-draaihendel (B/2; D/2; F/2; H/2)
naar boven draaien en daarbij de stuur-
stang naar links of naar rechts in de ge-
wenste positie brengen.
l
Stuur-draaihendel naar beneden te-
rugdraaien en stuurstang enigszins
heen en weer bewegen totdat deze te-
rugspringt.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 39
3. Machine- en bedieningselementen
rijrichting
3
Stuurstang draaien
W
Stuurstang alleen draaien
wanneer de motor uit staat!
Voor het aankoppelen van frontwerktui-
gen kan de stuurstang 180° gedraaid
worden:
l
Haarspeldveren (5) uit de schakel-
stangen (1+3) trekken. Gebruik hiervoor
als hulpmiddel de ringhaak uit het mee-
geleverde gereedschap.
l
Stuur-draaihendel (B/2 of D/2) naar
boven draaien en tegelijkertijd de stuur-
stang linksom (tegen de klok in, zie afb.
onder) 180° dr aaien.
l
Stuur-draaihendel naar beneden te-
rugdraaien en stuurstang enigszins
heen en weer bewegen totdat deze te-
rugspringt.
l
Beide schakelstangen opnieuw met
de buitenste schakelhendels (2+4) ver-
binden en met de haarspeldveren bor-
gen.
I
Let op: de schakelstang voor
de versnelling bevindt zich nu
links, en de VA-schakelstang rechts aan
het stuur.
De 1ste versnelling moet nu naar voren
en de 4de versnelling naar achteren
geschakeld worden (gezien in rijrich-
ting).
De vooruitversnelling wordt zoals voor-
heen naar voren en de achteruitversnel-
ling naar achteren geschakeld.
De zijwaartse verstelling van de stuur-
stang (ca. 30°) kan ook in gedr aaide po-
sitie uitgevoerd worden.
I
Bij uitv. met stuurremkoppeling
moeten ook de Bowden-kabels
voor de stuurremkoppeling worden ver-
plaatst, zodat de stuurrem weer naar
behoren functioneert – zie volgende blz.
40 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. stuurremkoppeling
1 Bowden-kabel boven
voor stuurremkoppeling
2 Waagbalk
3 Steunclip
4 Borgclip
5 Bowden-kabel onder
voor stuurremkoppeling
3
Bowden-kabels voor
stuurremkoppeling
verplaatsen
Bij de uitvoering met een stuurremkop-
peling moeten ook de Bowden-kabels
worden verplaatst, nadat de stuurstang
180° gedr aaid is, zodat de stuurrem
weer naar behoren functioneert.
l
Bowden-kabels onder voor stuurrem-
koppeling (5) aan beide kanten uithangen:
A Borgclip (4)
verwijderen
B Bowden-ka-
bels (5) uit de
steunclips (3)
naar beneden toe
uittrekken
C Bowden-ka-
bels naar buiten
draaien
D Bowden-ka-
bels uit de waag-
balk (2) uithan-
gen.
l
Bowden-kabels (5) steeds aan de te-
genoverliggende kant van de waagbalk
inhangen en weer in omgekeerde volg-
orde monteren.
l
Niet vergeten: borgclip (4) aanbren-
gen om onbedoeld uithangen te voor-
komen.
De afbeeldingen hiernaast tonen de
inbouwpositie van de Bowden-ka-
bels:
= Eenassige tractor als trekma-
chine of in combinatie met aan-
bouwwerktuigen achter
= Eenassige tractor als werk-
tuigdrager met frontaanbouw-
werktuigen
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 41
3. Machine- en bedieningselementen
3
Wielen
De wielen moeten met de profielpunten in de rijrichting
(van boven af op de wielen gezien) gemonteerd worden,
om de trekkracht zo optimaal mogelijk te benutten. De
veerring met de bolle zijde naar de verdieping in het schijf-
wiel monteren (zie afb. wielbevestigingsschroeven).
Bovendien kunnen de wielen naar binnen of naar buiten gedraaid gemonteerd
worden, om de benodigde spoorbreedte te bereiken (zie spoorbreedtetabel blz. 20).
Loctite
270
A B
Uitv. met differentieel
De wielen worden afhankelijk van het doel waarvoor ze gebruikt worden aan de
binnenste of de buitenste trap van de getrapte naaf gemonteerd.
Wielbevestigingsschroeven
Uitvoering A wielschroef met veerring.
Uitvoering B tapeind met veerring en
wielmoer.
l
Tapeind met de korte schroefdraadkant
in de wielnaaf vastdraaien, indien moge-
lijk met LOCTITE 270 (of iets dergelijks)
verlijmen.
l
Veerring met de bolle kant naar het
schijfwiel monteren!
Bij nieuwe machines en bij het verwisselen
van de wielen moeten de wielschroeven en
de wielmoeren na de eerste 2 bedrijfsuren
met 100 Nm aangehaald worden, verder altijd bij onderhoudswerkzaamheden.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen moeten de aanwijzingen van de fabrikant
worden opgevolgd. Let erop dat de machineonderdelen vrij kunnen bewegen.
42 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
3
Wielen toepassing
maat profiel toepassing artikelnr.
4.00-8 akkerprofiel frezen vanaf 42 cm 2490 041
5.00-10 akkerprofiel frezen vanaf 50 cm, 0190 112
rijden
5.00-12 akkerprofiel ploegen, eggen 3291 051
20x8.00-10 grasprofiel grasverzorging 3490 511
21x11.00-8 terra-profiel maaien – 3490 611
op zachte (drassige)
ondergrond
Wielspoorverbreding
Uitv. stuurremkoppeling
l
Artikel 2416 011 voor de montage
van wielen 5.00-10AS uitwendige breed-
te 66 cm voor freeswerkzaamheden
breedte 70 cm.
l
Artikel 5519 031 voor de montage
van terra-wielen 21x11.00-8 TG.
5519 031
2416 011
100 Nm
100 Nm
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 43
3. Machine- en bedieningselementen
3
I
Voor een grotere stabiliteit tijdens maaiwerkzaamheden op extreme hellingen
is het gebruik van dubbele luchtbanden, sterschijven of grijpwielen aan te raden.
Dubbele luchtbanden
Behalve een 2e set wielen zijn ook naven nodig voor tussen de wielen.
Wielspoorverbreding voor
uitv. wielremkoppeling
art. 5616 011
Montagevolgorde
in acht nemen bij:
Wielbevestigingsschroeven
uitv. B (tapeind) gebruiken
Veerringen tussen wielscho-
tel en wielspoorverbreding (cen-
trering) monteren.
Evenwichtsnaven voor
uitv. differntieel
art. 5519 011
Montagevolgorde
in acht nemen bij:
Wielbevestigingsschroeven
uitv. B (tapeind) gebruiken
Veerringen tussen wielscho-
tel en evenwichtsnaven (centre-
ring) monteren.
Smeren
van de wielflens met een vetspuit
(bio-smeervet) aan de smeernip-
pel, iedere 100 bedrijfsuren of na
het afspuiten met een hogedruk-
reiniger.
Evenwichtsnaaf instellen
De evenwichtsnaven zijn bij le-
vering van de machine ingesteld
op ”differentieel werking” (even-
wichtspositie), montage van “po-
sitie star” zie afb.
Loctite 270
5616 011
5519 011
100 Nm
Evenwichtspositie
Starre positie
Veerring (bol)
Veerring (bol)
100 Nm
Loctite 270
66
66
6 50 h
44 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
3
Grijpwielen
Art. 5417 511 ..........aan wielen 4.00-8
Art. 5517 521 ....... aan wielen 5.00-10
Uitv. differentieel
Montagevolgorde -
in acht nemen bij:
Wielen aan de “trap binnen” mon-
teren
Grijpwielflens aan de “trap buiten“
monteren, 100 Nm
De wielpunten van de grijpwielen
wijzen in de rijrichting ten opzichte van
de machine (zie afb.)
Vleugelschroef borgen door span-
veer in te haken.
Uitv. stuurremkoppeling
Montagevolgorde
in acht nemen bij:
Wielbevestigingsschroeven uitv. B
monteren (tapeind).
Veerringen tussen wiel en flens mon-
teren
De wielpunten van de grijpwielen
wijzen in de rijrichting ten opzichte van
de machine (zie afb.)
Vleugelschroef borgen door span-
veer in te haken.
Uitv. differentieel
Uitv. stuurremkoppeling
100 Nm
100 Nm
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 45
3. Machine- en bedieningselementen
3
Front- en wielverzwaringsgewichten
Voor betere trekprestaties kunnen front- en wielgewichten worden gemonteerd.
Wielgewichten Art.nr. 3221 011
voor montage aan wielen 5.00-10,
5.00-12
Uitv. differentieel
Wielverzwaringsgewichten met de zes-
kantige schroeven, zeskantige moeren
en tandringen op de wielschijven mon-
teren.
Zeskantige moeren goed vastdraaien!
Uitv. stuurremkoppeling
Wielen diagonaal bevestigen met steeds
2 speciale wielbouten (4, set 760 33) in
plaats van met de gewone wielbouten
(aanhaalmoment 100 Nm).
Wielgewichten met de zeskantige
schroeven en de tandringen op de spe-
ciale wielbouten monteren. Zeskantige
schroeven goed vastdraaien!
Frontgewicht Art.nr. 3228 011
De montage van frontgewichten wordt
geadviseerd voor het evenwicht bij zwa-
re aanbouwwerktuigen.
Stander
Voor onder de gewichtsdragers en de
motorbeschermingsvoet bevindt zich de
stander (A/16 of C/16). Deze wordt ge-
bruikt bij het wegzetten van de eenassi-
ge tractor zonder aanbouwwerktuig, en
om het aankoppelen van werktuigen te
vergemakkelijken. Bij het wegzetten de
stander naar voren bewegen. Bij volgend
gebruik de stander weer in de juiste
stand terugklappen.
Frontgewicht
1 Zeskantige schroef
2 Tandring
3 Wielgewicht
4 Speciale wielbout
5 Veerring (bol)
1 Zeskantige schroef
2 Tandring
3 Wielgewicht
6 Zeskantige moer
Wielgewicht voor uitv. diff.
Wielgewicht voor uitv. stuurremkoppeling
46 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor
3
Motorkap
Motorkap verwijderen
l
Motorkap aan de achterzijde omhoog
tillen.
l
motorkap aan de voorzijde omhoog
tillen en in zijn geheel verwijderen.
Motorkap terugplaatsen
l
Motorkap achter en voor met de
klemrubbers op de kogelkoppen plaat-
sen.
l
door lichte druk op de voor- en ach-
terzijde van de motorkap uit te oefenen,
klikken de kogelkoppen in de klemrub-
bers vast.
I
De klemrubbers kunnen even-
tueel met wat bio-smeervet
worden ingesmeerd, zodat ze gemak-
kelijker vastklemmen.
Zekering
Om de spanningsregelaar en de gene-
rator te beschermen tegen kortsluiting,
is een zekering van 15A (J/26) inge-
bouwd tussen de spanningsregelaar en
de E-starter.
Wanneer de zekering defect is, dient
deze te worden vervangen. Hiervoor
moet de ombouw (23) worden verwij-
derd en de zekeringshouder worden ge-
opend. In de zekeringshouder (J/25)
bevindt zich ook een reservezekering.
Zorg ervoor dat er zich altijd een reser-
vezekering in de zekeringshouder be-
vindt.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 47
Bedieningspaneel
18 Contact voor aanhanger
25 Startschakelaar met sleutel
26 Accu-laadcontrolelampje
27 Accu
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor / elektrische starter
3
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe
machine of de nieuwe aanhanger niet droog
is voorgeladen, moet deze na het vullen met
accuzuur vol geladen worden (laadstroom-
sterkte = 1/10 van de accucapaciteit).
Startschakelaar
De startschakelaar (25) voor de elektrische
starter heeft 3 schakelposities:
0 = stroom uitgeschakeld, sleutel kan
uit het contact worden gehaald
I = bedrijfspositie
= startpositie, contactsleutel springt
automatisch in positie „I“ terug
M
Laadcontrolelampje
Het laadcontrolelampje (26) licht
op wanneer de contactsleutel in po-
sitie „I“ gedraaid is, en dooft wan-
neer de motor loopt en de genera-
tor de accu oplaadt.
Het dooft eveneens wanneer de
contactsleutel weer in positie ‘0’
staat of uit het contact is gehaald.
Als het laadcontrolelampje oplicht
op het moment dat de motor loopt,
laadt de generator de accu niet
meer voldoende bij:
è - Serviceç
I
Let op: Draai de startschake-
laar niet in positie ‘0’ als de
motor loopt, dit kan een defect in
de laadregelaar veroorzaken!
Waarschuwingssignaal
Bovendien aan de laadcontrolelampje wordt
een pieper opgenomen.
Het waarschuwingssignaal geluid wanneer
de contactsleutel bij stilstaande motor in po-
sitie ‘I’ gedraaid is, en dooft wanneer de
motor loopt en de generator de accu oplaadt.
Het dooft eveneens wanneer de contactsleu-
tel weer in positie staat of uit het contact
is gehaald.
Als het waarschuwingssignaal geluid op het
moment dat de motor loopt, laadt de genera-
tor de accu niet meer voldoende
è - Serviceç
48 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
3
Aanhangen en afkoppelen van aanbouwwerktuigen
W
Alleen met stilstaande
motor!
Aanhangen:
De aansluitpunten van de een-
assige tractor en het aanbouw-
werktuig moeten schoon zijn;
eventueel reinigen.
Bij aftakasaangedreven werk-
tuig: schakelhendel (4) aan het
aanbouwwerktuig op ‘0’ zetten.
Verbindingsmof moet licht
zijn ingevet met biologisch af-
breekbaar smeervet.
Bij het aankoppelen van het
hak- en freeswerktuig moet de
VA-schakeling in positie ‘0’ ge-
schakeld zijn, zodat de blok-
keerstang niet uitsteekt aan de
aansluitflens van de machine.
Machine met de vangtape-
inden van onder af in de vang-
haken van het aanbouwwerk-
tuig leiden.
Beide oogschroeven (1) over
de aansluitflens klappen.
Let op:
l
is centrering van de flens (5)
correct?
l
liggen de flensvlakken zo vlak
mogelijk tegen elkaar?
l
dopmoeren gelijkmatig vast-
draaien.
Bij aftakasaangedreven aan-
bouwwerktuig schakelstang (6)
op de schakelhendel (4) drukken
totdat deze vastklikt.
Het afkoppelen gebeurd in om-
gekeerde volgorde.
0
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 49
4. Ingebruikname en bediening
3
Ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone
brandstof. Gebruik alleen merkbenzine.
Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de
brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die
in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunst-
stof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal
worden gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder be-
paalde omstandigheden explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand
toe worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder
de rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren
I
Let op: om transportredenen is de motor bij
levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie wor-
den bijgevuld
71
62
Uitv. benzinemotor
50 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. benzinemotor
4
Starten van de
benzinemotor
W
Start de motor nooit in afge-
sloten ruimtes. De uitlaat-
gassen bevatten koolmonoxide dat
zeer giftig is wanneer het wordt
ingeademd!
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de tank?
Bougiekap plaatsen
Beide brandstofkranen (K/3 + K/15)
opendraaien
Choke
l
koude motor: CHOKE-knop (K/5)
uittrekken.
l
warme motor: CHOKE-knop in nor-
male positie laten of half uittrekken.
Motor-uit-schakelaar (B/3; F/3) in
bedrijfspositie (“I”) brengen.
Toerentalhendel (B/9; F/9) op ca.
1/3 gas zetten.
Koppelingshendel (B/5; F/5) in start-
positie (pal (B/6; F/6) vastzetten).
Motor buiten het gevarenbereik star-
ten
Het trekkoord aan de starthandgreep
(K/6) zover uittrekken totdat de startkop-
peling merkbaar gepakt wordt, vervol-
gens trekkoord stevig en met kracht
aantrekken zodat de motor gestart
wordt. Handgreep na het starten voor-
zichtig loslaten.
Als de motor loopt, korte tijd laten
warm draaien. Choke-knop langzaam in
bedrijfspositie terugdraaien (indien ge-
bruikt).
2x
? ok
? ok
? ok
1/3
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 51
4
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor
Ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
I
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor
schone brandstof. Gebruik alleen merkdiesel. Denk tijdig aan de
‘winterdiesel’
De brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans,
die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige
kunststof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden
gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand toe
worden volgetankt, max. tot de rode markering in
de vulzeef bijvullen, zodat de brandstof kan uitzet-
ten.
l
Transmissieoliepeil controleren
I
Let op: om transportredenen is de motor bij
levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie wor-
den bijgevuld
71
67
9
52 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor / repeteerstarter
Starten van de dieselmotor
repeteerstarter
W
Start de motor nooit in afgesloten
ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het
wordt ingeademd!
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de tank?
Brandstofkraan (J/3) openen
bij uitv. differentieel:
differentieelslot (D/10) inschakelen (starre as)
bij uitv. stuurremkoppeling:
centrale rem (H/14) aantrekken
machine staat stabieler.
Toerentalhendel (D/9 , H/9) op ‘max. instel-
len.
Veiligheidshendel (D/4, H/4) en koppelings-
hendel (D/5, H/5) in startpositie brengen en
vastzetten.
Het trekkoord aan de starthandgreep (J/6)
langzaam zover aantrekken totdat een weer-
stand voelbaar is (kolven op compressieposi-
tie).
Decompressiekoord (J/14) naar beneden
trekken.
Motor buiten het gevarenbereik starten
Het trekkoord aan de starthandgreep (J/6) ste-
vig en met kracht aantrekken zodat de mo-
tor gestart wordt. Handgreep na het starten
voorzichtig loslaten. De-
compressie keert na de startprocedure auto-
matisch in de uitgangspositie terug.
Toerentalhendel langzaam in de middelste
positie brengen en motor korte tijd laten warm
draaien.
1/2
max
? ok
? ok
? ok
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 53
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor / elektrische starter
Starten van de dieselmotor
elektrische starter
W
Start de motor nooit in afgesloten
ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer
het wordt ingeademd!
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de tank?
Brandstofkraan (J/3) openen
Toerentalhendel (D/9, H/9) op ‘max’ in-
stellen.
Veiligheidshendel (D/4, H/4) en koppe-
lingshendel (D/5, H/5) in startpositie bren-
gen en vastzetten.
Contactsleutel in het contactslot (C/25 of
G/25) steken en naar rechts in positie I’
draaien - ook wanneer met een repeteer-
starter gestart wordt.
Accu-laadcontrolelampje (C/26, G/26)
licht op en waarschuwingssignal geluid (als
pieper beschikbaar).
Contactsleutel verder naar rechts in po-
sitie ‘START’ draaien.
Zodra de motor start contactsleutel loslaten
– springt automatisch in positie I’ terug.
Is de motor niet aangesprongen en moet
opnieuw gestart worden, dan contactsleu-
tel van tevoren in positie ‘0’ terugdraaien
(startherhalingsvergrendeling).
Toerentalhendel langzaam in de middel-
ste positie brengen en motor korte tijd laten
warm draaien.
4
1/2
? ok
? ok
? ok
max
54 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. benzinemotor
Afzetten van de
benzinemotor
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden sta-
tionair laten draaien.
Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’
brengen.
Beide brandstofkranen sluiten.
Eenassige tractor tegen onbe-
voegd gebruik beveiligen – bougie-
kap verwijderen.
I
De motor-uit-schakelaar (B/3)
dient ook als Nood-uit-schake-
laar. Indien nodig schakelaar in positie
‘0’ brengen, de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor lange-
re tijd wordt afgezet, is het beter
niet de motor-uit-schakelaar te gebrui-
ken, maar de brandstofkranen te slui-
ten en de motor zolang te laten lopen
totdat deze vanzelf afspringt. De carbu-
rateur is dan leeg en er kan geen ver-
harsing optreden.
66
66
6 30 sec.
min
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 55
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor
Afzetten van de
dieselmotor
Laat de motor nog 1 minuut met ver-
hoogd stationair toerental draaien, zo-
dat de motor afkoelt. Deze maatregel
voorkomt dat de inspuitsproeier aan-
koolt en bevordert de bedrijfsveiligheid.
Toerentalhendel (D/9, H/9) op ‘STOP’
draaien.
I
Zet de motor nooit met de de-
compressieinstallatie af, daar-
door kunnen de ventielen bescha-
digd worden.
Bij uitvoering met elektrische star-
ter de contactsleutel in positie ‘0’ terug-
draaien – laadcontrolelampje gaat uit.
Brandstofkraan (J/3) sluiten.
Eenassige tractor tegen onbe-
voegd gebruik beveiligen.
Bij uitvoering elektrische starter:
- Contactsleutel verwijderen
4
6 1 Min.
min
56 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4
4. Ingebruikname en bediening
Werken met de machine
Motor starten zoals beschreven onder ‘motor
starten’.
W
Controleer het functioneren van de veilig-
heidsschakeling - het machine enkel in ge-
bruik nemen wanneer de veiligheidsschakeling
werkt!
Draag gehoorbescherming en altijd stevige
schoenen Afhankelijk van de werkzaamheden –
juiste versnelling inschakelen
Afhankelijk van de werkzaamheden – juiste
versnelling inschakelen
W
Bij het model „4
de
versnelling = 16,9 km/h“
voor de werkzaamheden, vooral bij de
grondbewerking niet de 4
de
versnelling inscha-
kelen! - Gevaar op ongevallen!
Bij werkzaamheden met aftakasaangedreven
werktuigen:
Aftakas-schakelhendel (B/1, D/1, F/1, H/1) naar vo-
ren (in rijrichting) brengen – werktuigaandrijving is
ingeschakeld
Rijaandrijving in positie vooruit of achteruit
schakelen
Rem losmaken
Koppeling langzaam laten opkomen en tegelij-
kertijd gas geven
Wisselen van rijrichting van vooruit in
achteruit:
Motor in positie neutraal
Koppeling ontkoppelen en vasthouden
in “R” schakelen
Koppeling langzaam laten opkomen en tegelij-
kertijd gas geven
Bij het veranderen van rijrichting achteruit naar voor-
uit moeten de handelingen in omgekeerde volgor-
de worden uitgevoerd.
W
Laat de eenassige tractor nooit onbeheerd
achter zolang de motor loopt.
è I
1.
2.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 57
4. Ingebruikname en bediening
Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de
werkzaamheden mogen
zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
Werkzaamheden op
hellingen
W
Wanneer op hellend ter-
rein wordt gewerkt ver-
dient het aanbeveling, dat een
tweede persoon de machine
met een trekkabel of een
trekstang vasthoudt, om te
voorkomen dat de machine
wegschuift. De begeleider moet
zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient
voldoende afstand te houden
tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op
de helling!
Motor starten op de helling
Aftakas en rijaandrijving in de
geschakelde positie laten staan
(geschakelde versnellingen wer-
ken als een rem)
Bij uitv. stuurremkoppeling:
centrale rem aantrekken
Koppelingshendel en veilig-
heidsschakeling in ‘startpositie’
brengen
Bij uitv. benzinemotor: motor-
uit-schakelaar (B/3, F/3) in be-
drijfspositie (‘I’) brengen
Motor opnieuw starten
Maaien op
vlak terrein
Maaien op
hellingen
Gevarenzone
4
4334
1.
2.
è I
benzine-
motor:
max. 45°
(100 %)
diesel-
motor:
max. 20°
(37 %)
58 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Aanwijzing bij het maaien
Na het beëindigen van de maaiwerk-
zaamheden of als de maaimachine ver-
stopt is:
ll
ll
l
VA-schakelstang in neutraal zetten.
De maaimachine blijft staan maar het
mes blijft in beweging; daardoor wordt
de maaibalk vrijgemaakt.
ll
ll
l
Aftakasschakelhendel in positie ‘0’
brengen.
Antiwikkelbuis
(alleen bij uitvoering differentieel)
Voor maaiwerkzaamheden in hogere
gewassen is het raadzaam aan beide
zijden een antiwikkelbuis aan de getrap-
te naven te monteren.
Bouwset antiwikkelbuis:
................................... agria nr. 719 65
W
Als tijdens de werkzaamheden
de machine moet worden
schoongemaakt, moet de motor om
veiligheidstechnische redenen wor-
den afgezet en dient de bougiekap of
de contactsleutel te worden verwij-
derd.
Rijden met aanhanger
Wanneer de eenassige tractor op de
openbare weg wordt gebruikt (ook zon-
der aanhanger) dienen de plaatselijke
bepalingen in acht te worden genomen.
I
Het gebruik van de machine
met aanhanger op de open-
bare weg is alleen toegestaan met de
uitvoering differentieel en wielen 5,0-
10.
De eenassige tractor moet zijn voor-
zien van een generator en de aanhan-
ger moet zijn uitgerust met goedge-
keurde verlichting en richtingaanwij-
zers.
Bovendien moet de bestuurder in het
bezit zijn van een vergunning voor de
eenassige tractor en de aanhanger,
en moet hij deze op verzoek kunnen
tonen.
Vereiste extra toebehoor:
1 paar wielen 5.00-10
art. nr. 0190 112
1 paar spatborden
art. nr. 3424 011
1 eenassige aanhanger
– 650 kg toegelaten totaal gewicht
art. nr. 3481 121
(geadviseerde transmissie-uitvoering:
4de versnelling = 16,9 km/h)
W
Het is niet toegestaan om
een aanhanger te combine-
ren met een eenassige tractor uitv.
stuurremkoppeling. Ongevalrisico!
Voorbereiding
l
Wielen monteren (zie blz. 41).
l
Spatborden aan de bevestigings-
schroeven (A/10; C/10; E/10; G/10) van
het transmissiehuis achter monteren.
4
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 59
Aankoppelen
l
Aanhangerdissel (1) in de aanhan-
gerkoppeling (A/6; C/6; E/6; G/6) leiden.
l
Steekbouten (A/8; C/8; E/8; G/8) in-
steken en met de borgklip (A/7; C/7; E/7;
G/7) borgen.
l
Verbindingskabel met stekker in het
stopcontact (A/18; C/18; E/18; G/18) van
de eenassige tractor steken.
4
4. Ingebruikname en bediening
1 Dissel
2 Elektro-stekker
3 Fabrieksplaatje
4 Elektro-schakelkast
5 Handremhendel
6 Rempedaal
7 Spie
11 Schakelkastslot
12 Claxon, drukknop
13 Alarmverlichting
14 Richtingaanwijzer
15 Hoofdschakelaar
16 Lichtschakelaar
17 Accu 12V
18 Claxon
Rem omzetten
De eenassige aanhanger is voorzien
van een gecombineerde bedrijfs- en par-
keerrem, deze moet op de juiste manier
en op het juiste moment worden inge-
steld.
Bedrijfsrem =
l
Spie (7) aanbrengen
Parkeerrem =
l
Spie (7) verwijderen
60 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Rijden
l
De hoofdschakelaar (14) op het scha-
kelpaneel van de aanhanger aan het
begin van de rit inschakelen (controle-
lampje in de schakelaar licht op), na de
rit beslist weer uitschakelen (accu loopt
anders leeg).
l
Controle van de richtingaanwijzers en
de verlichting.
l
Controleer of de voet- en de hand-
rem van de aanhanger goed functione-
ren.
l
Voor het rijden rem in positie bedrijfs-
rem brengen. Remfuncties controle-
ren.
l
Luchtdruk in de banden controleren:
(regelmatig controleren)
eenassige tractor ..................... 1,5 bar
eenassige aanhanger .............. 2,5 bar
Let erop dat de bandenspanning per
bandenpaar gelijk is, zodat optimaal rij-
gedrag gegarandeerd kan worden.
l
Let op het toegelaten totale gewicht
van de aanhanger: vermijd overbela-
ding!
l
De hak- en freesinstallatie mag niet
aangebouwd zijn.
l
Helling afwaarts met ingeschakelde
versnelling rijden!
Bij het nemen van steile hellingen dient
de 2de versnelling te zijn ingeschakeld!
I
Vanwege een optimale bestuur-
baarheid van de tractor moet
het differentieelslot tijdens het rijden met
een aanhanger uitgeschakeld zijn (voor-
al bij het nemen van bochten).
Differentieelslot slechts zolang als nood-
zakelijk is benutten!
Gevaarsaanwijzing
Rijden met de aanhanger vereist de
W
Algemeen, en vooral tijdens het
achteruitrijden, dient men op het
volgende te letten:
1. Hindernissen, vooral bodemhin-
dernissen!
2. Slechts zo snel rijden, dat men
steeds op tijd kan stoppen voor een
eventueel gevaar.
3. Enkel in 1ste of 2de versnelling
achteruitrijden!
4. In bochten en bergop/bergaf de
snelheid aanpassen.
5. Alleen afremmen met de
aanhangerrem.
4
4. Ingebruikname en bediening
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 61
Bodemverhogingen, -verlagingen, ste-
nen enz. veroorzaken een onverwachte
schok en leiden de tractor eenzijdig en
in verticale richting af.
Grote stuurhoeken, versterkt door sto-
ten van één kant, kunnen de tractor
volledig afleiden en achteraan enigs-
zins naar onderen kantelen.
In bochten, of wanneer dwars op de
helling gereden wordt, treden daarbij
nog zijdelingse krachten op, die de
bestuurder uit de stoel willen duwen.
Bij hoge snelheden, bij het transporte-
ren van ladingen, in bochten en/of berg-
opwaarts/bergafwaarts, worden deze ef-
fecten en hun gevolgen nog versterkt.
Het gevaar bestaat dat de bediener de
controle over het voertuig verliest en
door de handgreep gekwetst of uit de
stoel geslingerd wordt. Er kan materiële
schade ontstaan en personen in de
buurt of de bediener zelf, kunnen door
het voertuig verwond geraken.
W
Het is noodzakelijk te letten op
bodemhindernissen. Deze
dienen indien mogelijk eerst uit de
weg te worden geruimd of langzaam
en onder controle te worden
voorbijgereden. Mogelijke gevaren
dienen voortdurend in het oog te
worden gehouden. Hindernissen,
bochten, hellingen en hellende
weggedeelten langzaam passeren.
De snelheid aanpassen aan het terrein
en aan de weersomstandigheden.
Een geparkeerd voertuig op een hel-
ling beveiligen tegen wegrollen.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat
hij in geval van gevaar niet door het stuur
meegesleurd wordt of verwond geraakt,
dat hij in bochten niet van de stoel ge-
slingerd wordt en dat hij de stuurkrach-
ten constant kan controleren.
Rekening houdend met de gebruiks-
omstandigheden, de stuurhoek zoda-
nig kiezen, dat de zijkrachten voort-
durend door de bediener kunnen
worden gecontroleerd.
Niet met hoge snelheid op hindernis-
sen rijden!
In geval van gevaar onmiddelijk stop-
pen (Koppelen en over de aanhanger
remmen, of indien nodig de motor
afzetten)!
4. Ingebruikname en bediening
4
62 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onder-
houd en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermings-
handschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Oliepeilschroefdop (K/3) en omgeving
aan de buitenkant reinigen.
l
Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen, te-
rugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievul-
hals bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 25 bedrijfs-
uren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ver-
vers de olie zolang de motor nog warm
is, let op dat deze niet te heet is – kans
op brandwonden!
l
Olievuldop, olieaftapplug en omge-
ving reinigen.
l
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
I
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervan
gen. Aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'techni-
sche gegevens’).
5
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 25 h (50 h)
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 63
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
Luchtfilter
Voor iedere ingebruikname lucht-
filter (K/4) controleren op vervui-
ling en eventueel schoonmaken.
Reiningen het luchtfilter en laates-
te om de 25 bedrijfsuren of in elk
geval iedere 3 maanden, of in
geval van zeer stoffige omstandig-
heden na een paar uur.
Luchtfilter en omgeving rei-
nigen.
Vleugelmoer losmaken en
luchtfilterdeksel afnemen.
Schuimstofvoorfilter voor-
zichtig losmaken.
Schuimstofvoorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstofvoorfilter als een
spons uitknijpen en goed laten
drogen.
Filterelement uitnemen.
Filterelement op een gladde on-
dergrond voorzichtig uitkloppen.
Schuimstofvoorfilter en filter-
element niet met perslucht
schoonblazen en niet met olie
doordrenken!
Filterelement en schuimstof-
voorfilter inzetten.
Luchtfilterdeksel terugzetten
en vleugelmoer vastdraaien.
l
Filterelement a iedere 5 rei-
nigingsbeurten of ca. 200 be-
drijfsuren vervangen.
I
Beschadigde filterelemen-
ten direct vervangen.
5
schuimstof-
voorfilter
luchtfilterdeksel
2
filterelement
66
66
6 A (25 h)
64 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Bougie van de bougie en
instellen van de
elektrodenafstand
Bougie (3) bevindt zich onder de brand-
stoftank:
Brandstoftank (1) naar boven klap-
pen.
Wanneer de brandstoftank niet automa-
tisch in de opgeklapte toestand blijft
staan, dienen de scharnierschroeven (2)
te worden aangedraaid, zover totdat de
brandstoftank weer blijft staan en toch
nog opklapbaar is.
Terugplaatsen:
brandstoftank weer in oorspronkelijke
positie brengen en in de kogelknop (4)
duwen.
Steeds na 100 bedrijfsuren of bij storin-
gen in de ontsteking:
l
Roetafzettingen met een staalborstel
van de elektroden van de bougie ver-
wijderen.
l
Elektrodenafstand controleren en op
0,6 tot 0,7 mm instellen.
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervan-
gen.
5
66
66
6
100 h
0,6 - 0,7 mm
Uitv. benzinemotor
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 65
5
Reiniging van het koelsysteem
Het koelsysteem kan door plantenres-
ten en stof verstopt raken. Wanneer
meteen verstopt koelsysteem wordt
doorgereden, wordt de motor te heet en
kan deze defect raken.
l
Koelluchtzeef (K/7) regelmatig con-
troleren en ontdoen van stof en plan-
tenresten.
l
Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfs-
uren of minstens eens per jaar, het
beste voor het seizoen begint, reinigen.
Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan
de cilinder en de cilinderkop, voor de
luchtcirculatie noodzakelijke geleide-
plaat en de koelluchtzeef reinigen.
è - Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (K/9) regelmatig controleren op
maai- en plantenresten, en eventueel
reinigen. Brandgevaar!
Voor iedere ingebruikname controleren.
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstof-
slangen direct vervangen.
Reiniging van de brandstofzeef
De brandstofzeef die aan de brandstof-
kraan (K/3) is aangebracht, moet min-
stens eens per jaar op water en ver-
ontreinigingen gecontroleerd worden.
l
Sluit hiertoe de brandstofkraan.
l
Verwijder de brandstofzeef en haal
de verontreinigingen weg, indien nodig
vervangen.
l
Was de filterzeefhouder in brandstof uit.
l
Brandstofzeef weer op de juiste ma-
nier monteren om het lekken van brand-
stof te voorkomen.
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
6 100 h; J
6 A
6 A; 4 h
66
66
6
J
66 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan ci-
linder, cilinderkop, zuigerbodem en ven-
tielen met een staalborstel verwijderen.
Vervolgens met een zacht penseeltje
schoonvegen. Koppakking vervangen
en op de cilinderkop monteren. Cilinder-
kopschroeven afwisselend met 26 Nm
vastdraaien.
è - Serviceç
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de
klepspeling worden ingesteld. Uitlaat-
klep en inlaatklep 0,1 mm bij koude
motor. è - Serviceç
Carburateur reinigen
Steeds na 400 bedrijfsuren moet de
carburateur worden gereinigd en aan-
sluitend moet het stationaire toerental
worden ingesteld.
è - Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor
juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als
de toerentalhendel in positie neutraal
aan de aanslag staat.
Instellen van het stationair toerental: de
schroef voor begrenzing stationair toe-
rental (2) en de mengsel-regelschroef
voor stationair toerental (1) moeten on-
derling worden afgesteld. Daarna moet
het startkoord aan de klemschroef of de
stelschroef zonder speling worden inge-
steld. Alleen instellen bij warmgedraai-
de motor. (Stationaire toerentallen zie
‘technische gegevens’).
è - Serviceç
Toerentalregelaar
Voor het juist functioneren van de toe-
rentalregelaar aan de motor en voor de
instelling van het hoogste stationaire
toerental moet de regelveer zoals op de
afbeelding zijn gepositioneerd.
W
Wijzigingen vergroten de kans
op ongevallen. Bovendien ver
valt de aanspraak op garanties!
De regelveer, -hendel en -stang moe-
ten altijd vrij zijn van vuil, maai- en plan-
tenresten.
Regelveer in
gat 3 en B
1 mengsel-regelschroef voor stationair toerental
2 schroef voor begrenzing stationair toerental
3 stationair sproeier
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
5
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 67
Uitv. dieselmotor
5. Onderhoud en reparatie
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onder-
houd en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermings-
handschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Oliepeilschroefdop en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l
Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen, te-
rugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievul-
hals bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 50 bedrijfsuren, dan om de 200
bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het
eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentempe-
raturen moet de olie al na 100 uur worden ververst. Ververs
de olie zolang de motor nog warm is, let op dat deze niet te
heet is – kans op brandwonden!
l
Olievuldop, olieaftapplug en omgeving reinigen.
l
Aftapplug losdraaien. Olie opvangen en op voorgeschreven
wijze verwerken.
l
Bij elke motorolieverversing, ook de motoroliefilter in diesel-
olie reinigen, beschadigde filter vervangen.
l
Schone motorolie bijvullen door de olievulopening.
I
Let op de conditie van de afdichtring, eventueel
vervangen. Aftapplug vastdraaien!
Hoeveelheid en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. Vul de olie
bij met een trechter of iets dergelijks.
66
66
6
A; 8 h
66
66
6 (50 h) 200 h
5
68 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
5
Luchtfilter
Voor iedere ingebruikname lucht-
filter (J/4) controleren op vervuiling
en eventueel schoonmaken.
Reinig het luchtfilter (J/4) om de 50
bedrijfsuren of in elk geval iedere
3 maanden, of eerder in geval van
zeer stoffige omstandigheden.
Luchtfilter en omgeving rei-
nigen.
Vleugelschroef losmaken,
luchtfilterdeksel met cyclon-
voorfilter verwijderen.
Luchtfilterdeksel zo draaien,
dat evt. vuil in het cyclon-voorfil-
ter terechtkomt.
Schuimstof-voorfilter voor-
zichtig losmaken.
Schuimstof-voorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstof-voorfilter uitknij-
pen en goed laten drogen.
Papierfilterelement eruit nemen
Papierfilterelement op een
gladde ondergrond voorzichtig
uitkloppen.
Schuimstof-voorfilter en Pa-
pierfilterelement niet met pers-
lucht schoonblazen of inoliën!
Papierfilterelement en schuim-
stof-voorfilter terugplaatsen.
Luchtfilterdeksel terugzetten en
vleugelschroef vastdraaien.
Het papierfilterelement moet na
400 bedrijfsuren of minimaal eens
per jaar worden vervangen.
I
Beschadigde filterelemen-
ten direct vervangen.
Vleugelschroef
Papier-filterelement
Schuimstof-voorfilter
Luchtfilterdeksel
Cyclon-voorfilter
66
66
6
A, 50 h
(400 h)
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 69
X
2 Brandstoftank
3 Brandstofkraan
4 Filterpatroon
5 Afdichting
6 Afdichtring
(O-ring)
7 Zeskantige moer
16 Aftapplug
Brandstof aftappen
l
Passende opvangbak met trechter of
iets dergelijks klaarzetten.
l
Aftapplug (16) uitschroeven en
brandstof in de bak laten lopen.
l
Aftapplug (16) met afdichtring weer
terugplaatsen en vastdraaien (vooraf af-
dichtring controleren en evt. vervangen).
Brandstoffilter
Brandstoffilterpatroon na ongeveer 200
bedrijfsuren reinigen. Wanneer de pres-
taties van de motor duidelijk afnemen,
moet het filterpatroon eerder worden ge-
reinigd.
In- en uitbouwen van filterpatronen:
l
Brandstof aftappen.
l
Zeskantige moeren (X/7) uitschroe-
ven.
l
Filterpatroon (X/4) door de vulope-
ning uit de brandstoftank halen.
l
Brandstoffilter met dieselolie reini-
gen, beschadigd filterpatroon vervan-
gen.
l
Brandstoffilter in omgekeerde volgor-
de terugplaatsen, afdichting (X/5) en af-
dichtring (X/6) van tevoren controleren
en eventueel vervangen.
l
Zeskantige moeren weer vast-
draaien.
l
Brandstof bijvullen en brandstofin-
stallatie op lekkage controleren.
l
Brandstofinstallatie ontluchten.
l
Brandstoffilter na 400 bedrijfsuren
vervangen.
Brandstofslangen
Iedere 2 jaar vervangen, lekke brand-
stofslangen direct vervangen.
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
5
Brandstofinstallatie ontluchten
Nadat de brandstoftank helemaal is leeg
gereden en na reiniging of vervanging
van het brandstoffilter of de brandstof-
leidingen, moet de brandstofinstallatie
ontlucht worden.
De motor is voorzien van een automati-
sche ontluchtingsinstallatie. Ga als volgt
te werk:
l
Brandstoftank met dieselbrandstof
vullen.
l
Motor met de repeteerstarter of de
elektrische starter meerdere malen door
laten draaien en de motor starten.
l
Motor ca. 1 minuut laten draaien.
66
66
6
200 h (400 h)
70 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
Reiniging van het koelsysteem
Nadat de tractor langere tijd in bedrijf is ge-
weest, kan het koelsysteem door planten-
resten en stof verstopt raken. Wanneer lang-
durig met een verstopt koelsysteem wordt
gewerkt, kan de motor te heet worden en
defect raken.
l
Koelluchtzeef (J/10) regelmatig controle-
ren en ontdoen van stof en plantenresten.
l
Ventilatorhuis na iedere 100 bedrijfsuren
of tenminste eens per jaar, het beste voor
het seizoen begint, reinigen. Ventilatorhuis
afnemen, koelribben aan de cilinder en de
cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodza-
kelijke geleideplaat en de koelluchtzeef rei-
nigen.
è - Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (J/9) regelmatig controleren op maai-
en plantenresten, en eventueel reinigen.
Brandgevaar!
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en
inlaatklep 0,15 ± 0,02 mm bij koude motor.
è - Serviceç
Inspuitsproeier
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de inspuitsproeier gereinigd en gecontroleerd worden.
è - Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als de toerentalhendel in positie neutraal aan
de aanslag staat.
è - Serviceç
5
66
66
6 A
66
66
6 100 h; J
66
66
6 A; 4 h
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 71
5. Onderhoud en reparatie
5
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere in-
gebruikname en steeds na 50 bedrijfsuren
gecontroleerd worden (oliepeilstok en olie-
vulhals (A/9; C/9; E/9; G/9). Het oliepeil moet
bij horizontaal staande machine tussen de
streepjes max. en min. staan.
l
Oliepeilstok uittrekken, met een schone
doek afnemen en weer terugsteken.
l
Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het
oliepeil te meten, eventueel olie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50
bedrijfsuren en vervolgens na iedere 200 be-
drijfsuren, met warme motor.
Olievulhals (A/9; C/9; E/9; G/9), aftapplug (A/
20; C/20; E/20; G/20) en hun omgeving reinigen.
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven wij-
ze verwerken.
I
Let op de conditie van de af
dichtr
ing, eventueel vervangen. Olie-
vulhals en aftapplug vastdraaien
!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'technische ge-
gevens’).
Wielen
Bij de eerste ingebruikname en bij iede-
re wisseling van de wielen moeten de wiel-
schroeven en -moeren na de eerste 2 bedrijfs-
uren met 100 Nm worden nagetrokken. Ver-
der bij alle servicewerkzaamheden.
De zeskantige moeren (A/22; C/22) voor
de getrapte naven met 100 Nm of (E/23;
G/23) voor de wielnaven met 160 Nm na de
eerste 2 bedrijfsuren en vervolgens na iede-
re 50 bedrijfsuren aanhalen.
De bandenspanning van de banden moe-
ten regelmatig gecontroleerd worden. Let erop
dat de spanning in beide banden gelijk is zo-
dat probleemloos rijden gewaarborgd is.
5
66
66
6 A; 50 h
66
66
6 (50 h) 200 h
100 Nm
66
66
6 (2 h) 25 h
100/160 Nm
66
66
6 (2 h) 50 h
72 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Veiligheidschakeling
Controleer het functioneren voor iedere
ingebruikmane en bij iedere onder-
houds- en reparatiebeurt.
l
Bij het loslaten van de hendel (B/4
of D/4) moet de motor vanzelf tot stil-
stand komen.
l
Benzinemo-
tor: conditie van
de elektrische lei-
dingen en verbin-
dingen controle-
ren, eventueel ver-
vangen.
è -
Serviceç
l
Dieselmotor:
eventueel de instel-
ling van de stop-
Bowden-kabel aan
de Bowdenkabel-
stel-schroef aan de motor corrigeren.
è - Serviceç
Motor-uit-schakeling
Controleer het functioneren bij iedere
onderhouds- en reparatiebeurt.
l
Benzinemotor: wanneer de schake-
laar in positie ’0’ staat
moet de motor tot stil-
stand komen. Conditie
van de elektrische lei-
dingen en verbindin-
gen controleren, even-
tueel vervangen.
è - Serviceç
l
Dieselmotor: wanneer de toerentalhen-
del aan de aanslag in posi-
tie ‘STOP’ staat, moet de
motor tot stilstand komen.
Eventueel de instelling van
de toerental- of stop-Bow-
denkabel aan de Bowden-
kabelstelschroeven aan de motor corrige-
ren. è - Serviceç
Stuurstang
l
De smeernippels van de stuurstang
en de aanhang-
installatie moe-
ten eens per
jaar en na iede-
re reinigings-
beurt met een
hogedrukreini-
ger met biolo-
gisch afbreek-
baar vet ge-
smeerd worden.
Op de betreffende plaatsen moet een
vetkraag aanwezig zijn, deze beschermt
de onderdelen tegen het binnendringen
van water en vuil.
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de nieu-
we machine of de nieuwe aanhanger
niet droog is voorgeladen, moet deze
na het vullen met accuzuur volgeladen
worden (laadstroomsterkte = 1/10 van
de accucapaciteit).
Wanneer de machine of de aanhanger
gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt moet de accu steeds met een
laadstroom van 0,06 Ampère volgela-
den worden of iedere maand gecontro-
leerd worden, indien nodig opladen.
Eerst minpool-kabel losmaken.
W
Accu nooit in ontladen toestand
laten staan! Volg de aanwijzin-
gen van de fabrikant op! Vermijd von-
ken en open vuur in de omgeving van
de accu. Voorzichtig met accuzuur –
agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zeke-
ringen raakt de elektrische installatie
defect
brandgevaar!
5
66
66
6 A
66
66
6 A
66
66
6 A
66
66
6 A
Benzine
Diesel
66
66
6 B
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 73
5. Onderhoud en reparatie
5
Instellingen van de hendels
Speling of instellingen voor iedere ingebruikname controleren en eventueel corri-
geren (vooral tijdens de inrijperiode na de eerste ingebruikname of na het verwis-
selen van de koppelings- of remvoering).
5
1 hendel
2 vormveer
3 kabel-tapuiteinde
4 verstelbout
66
66
6 A
66
66
6 A
Uitvoering benzinemotor
Uitvoering dieselmotor >34018362
Koppeling:
X = 3 – 5 mm
(koppelingsspe-
ling)
! = Bowdenkabel
in hendellager in
positie onder in-
gevoerd.
Differentieel-
schakeling,
centrale rem
en stuurrem:
X = 3 – 5 mm
! = Bowdenkabel
in hendellager in
positie onder in-
gevoerd.
Instelling:
1. Borgveer (2)
verwijderen
2. kabeluiteinde
(3) met de verstel-
bout (4) uit de
houder in de hen-
del nemen.
Verstelbout (4)
draaien (+ -), tot
de afstand ”X” be-
schikbaar is.
1. Kabeluit-
einde met de ver-
stelbout weer in
de houder terug-
hangen
2. borgveer (2)
monteren.
Uitvoering dieselmotor <34018361
l
Verstelschroef (1) in- of uitdraaien, tot afstand ‘A’ bereikt
is (door verder in te draaien wordt de afstand groter, door
uit te draaien wordt de afstand kleiner).
l
Verstelschroef vervolgens met contra-moer (2) vast-
schroeven.
Speling voor koppeling of differentieelslot: A = 5–6 mm.
Hendel voor de stuurremkoppeling, instelling zie uitv. benzinemotor.
+
-
2
4
2
74 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1 zeskantige moer
2 haakse bevestigingsplaat voor bergrem
3 remschijf
4 remvoering voor
5 remvoering achter
6 A
6 100 h
3 mm
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. Bergveiligheidsrem
Bergveiligheidsrem
l
Controleer de remwerking van de
bergveiligheidsrem voor iedere inge-
bruikname.
Instelling
Koppeling instellen.
Hendel voor koppeling in positie ‘0’
brengen (vergrendeling vastgeklikt).
Zeskantige moeren (1) aan beide
kanten losmaken.
Oefen een lichte druk uit op de rem-
behuizing zodat het remblok (4) niet te
strak tegen de remschijf (3) aan ligt.
Zeskantige moeren (1) aan beide
kanten vastdraaien.
Remwerking controleren, evt. instel-
lingsprocedure herhalen.
Remvrijloop controleren:
ll
ll
l
V/A-schakeling in ”neutraal”.
ll
ll
l
Koppeling op ”0”.
ll
ll
l
Remschijf moet met de hand kunnen
worden gedraaid, evt. instelling herha-
len.
Remvoering controleren
l
Controleer steeds na 100 bedrijfs-
uren de remvoeringen (4+5) op slijtage
(optische controle). De voering moet een
dikte hebben van ten minste 3 mm, evt.
voeringen vervangen.
Remvoeringen vervangen
l
Zeskantige moer (1) aan beide kan-
ten losmaken.
l
Haakse bevestigingsplaat (2) met rin-
gen en rembehuizing verwijderen.
l
Rembekledingen (4+5) vervangen.
l
Bergveiligheidsrem in omgekeerde
volgorde weer monteren.
l
Instellingsprocedure uitvoeren.
73
5
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 75
5. Onderhoud en reparatie
Algemeen
Voor iedere ingebruikname letten op het
verliezen van brandstof en olie, eventueel
opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig con-
troleren, eventueel natrekken.
Ten minste eens per jaar en na reini-
ging: Alle glijdende of beweeglijke onderde-
len (bijv. toerentalhendel, hendellager) met
biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden.
Reiniging
Motor
Reinig de motor alleen met een doekje. Ver-
mijd het spuiten met een sterke waterstraal;
er zou water in het ontstekingsmechanisme
of in het brandstofsysteem kunnen komen,
dit kan leiden tot mankementen.
Machine
Na iedere werkzaamheden moet de frees-
werktuig en beschermkap grondig met wa-
ter worden schoongemaakt. Daarvoor dient
het beschermkap te worden gedemonteerd.
Alle glijdende delen moeten vervolgens met
biologisch afbreekbare smeerolie geolied
worden, of met biologisch afbreekbaar
smeervet worden insgesmeerd.
Na iedere reiniging met de hogedrukreiniger
alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd,
nasmeren en inoliën, en de motorhak kort
laten draaien zodat het water eruit loopt. De
lagers moeten voorzien van een vetkraag.
Deze beschermt de lagerstegen het binnen-
dringen van plantensappen, water en vuil.
èI
5
76 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
6
d) Aandrijfwiel
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Lucht-
banden gaan snel
in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belas-
ting staan.
e) Koppeling
Eenassige tractor altijd met aangetrok-
ken koppelingshen-
del (vergrendeling
ingeklikt) parkeren,
er kunnen anders
problemen met de
koppeling ontstaan
als gevolg van cor-
rosievorming.
f) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorko-
men:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
vochtige ruimtes
ruimtes waar
kunstmest ligt op-
geslagen
stallen of daar-
naast gelegen
ruimtes.
g) Afdekken
Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
Stallen
Wanneer de machine gedurende lan-
gere tijd niet gebruikt wordt:
a) Reinigingsbeurt
Schoonmaken, laklaag bijwerken
b) alle onbeschermde onderdelen en
het hakwerktuig met biologisch-afbreek-
bare corrosiewerende olie inoliën.
c) Motor in conditie houden
Benzinemotor:
l
Brandstof aftappen of brandstoftank
voltanken, met brandstofstabilisator
(agria-nr. 799 09) mengen - Kijk in de
gebruiksaanwijzing.
Motor ca. 1 minuut laten lopen.
ll
ll
l
Motorolie verversen.
ll
ll
l
In de bougieopening een theelepel vol
(ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor lang-
zaam doordraaien.
ll
ll
l
Bougie weer inbouwen. Zuiger met re-
peteerstarter op compressie zetten
(starthandgreep langzaam aantrekken
totdat weerstand voelbaar is), hiermee
zijn de kleppen gesloten.
ll
ll
l
Motor om de 2–3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie
zetten.
Dieselmotor:
Motorolie verversen.
Wanneer de tractor langere tijd niet
gebruikt wordt, uitlaat en luchtinlaatope-
ning aan het luchtfilter met crêpeband
of iets dergelijks afsluiten.
Benzine
Diesel
5
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 77
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd
oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor:
Motor - Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet - Choke niet uitgetrokken Chokehendel in positie
CHOKE brengen 50
- Motor-uit-schakelaar op ‘0’ Motor-uit-schakelaar in positie ‘1’ schakelen 50
- Veiligheidsschakelaar niet Veiligheidsschakelaar in
in startpositie startpositie brengen 31, 50
- Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof
- Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen 65
- Bougie defect Bougie schoonmaken,
instellen of vervangen 64
- Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas 64
- Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren
¬
- Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Motor - Motor loopt op CHOKE Chokehendel in positie
hapert BEDRIJF brengen 50
af en toe - Bougiekabel is los Bougiekap op de bougiekabel vastklemmen,
bougiekabelbevestiging vastklemmen,
bougiekap op de bougie vastklemmen
- Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
¬
of slechte brandstof schone brandstof tanken
- Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het Brandstof aftappen en schoonmaken,
brandstofsysteem schone brandstof tanken
- Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 63
- Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
66
Motor - Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 62
wordt - Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 65
- Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 63
- Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
66
Motor - Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 64
haperingen - Stationair toerentalmengsel Carburateur afstellen
¬
66
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Motor - Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 64
slaat bij Bougie defect
stationair - Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
66
toerental - Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 63
vaak af
6
78 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
6
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor - Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 66
loopt klemmen
onregelmatig
Motor - Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren,
springt in massa ontbreekt massa controleren
stoppositie
niet af
Motor - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 63
levert te - Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen - Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Dieselmotor:
Motor - Toerentalhendel op ‘STOP’ Toerentalhendel in positie max. schakelen 52, 53
start niet - Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen met
slechte brandstof schone brandstof
- Brandstofleiding of Brandstofleiding of
brandstoffilter verstopt brandstoffilter reinigen 69
- Inspuitsproeier of Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen
¬
70
inspuitleiding verontreinigd
- Inspuitdruk niet correct Inspuitdruk controleren
¬
Motor - Brandstofleiding verstopt of Brandstofleiding schoonmaken,
hapert slechte brandstof schone brandstof tanken
af en toe - Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
- Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken 68
- Inspuitsproeier of Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen
¬
70
inspuitleiding verontreinigd
Motor - Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 67
wordt - Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 70
Motor - Inspuitsproeier verontreinigd Inspuitsproeier reinigen
¬
70
haperingen - Inspuitdruk niet correct Inspuitdruk afstellen
bij hoge afgesteld
toerentallen
Motor - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 68
slaat bij
stationair toerental
vaak af
Motor - Motor-stop-leiding niet Leiding correct afstellen 72
springt in correct afgesteld
stoppositie
niet af
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 79
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor - Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen
- Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
levert te afdichting beschadigd afdichting vervangen
weinig - Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
vermogen
E-start uitvoering:
E-starter - Accu leeg Accu laden, evt. vervangen 47, 72
functioneert - Zekering defect Zekering vervangen 47
niet - Defect aan kabelbundel, E-starter Kabelbundel en E-starter controleren
¬
Accucontrole- - Startschakelaar niet ingeschakeld Startschakelaar op ‘I’ zetten
lampje licht - Controlelampje defect Controlelampje vervangen
niet op bij - Zekering defect Zekering vervangen 47
stilstaande -Kabelbundel defect Kabelbundel controleren
¬
motor - Spanningsregelaar defect Spanningsregelaar controleren
¬
Accucontrole- - Zekering defect Zekering vervangen 47
lampje brandt - Kabelbundel defect Kabelbundel controleren
¬
tijdens bedrijf - Spanningsregelaar defect Spanningsregelaar controleren
¬
- Generator defect Generator controleren
¬
Machine algemeen:
Koppeling - Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 73
komt niet los correct afgesteld
Koppeling - Koppelingshendel is niet Koppelingsspeling afstellen 73
glijdt correct afgesteld
- Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen
¬
Teveel - Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 74
vibratie
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
6
80 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestelnr.
Brandstofstabilisator benzinemotor:
799 09 Brandstofstabilisator zak 5 g
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Kleefmiddelen (schroefbevestiging), afdichting:
559 94 Kleefmiddel (middel) LOCTITE 242 fles 50 ml
559 95 Kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270 fles 50 ml
559 96 Kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638 fles 50 ml
509 68 Afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573 tube 250 ml
Slijtageonderdelen:
707 91 Luchtfilterset, Robinmotor
707 92 Bougie, Bosch WR7CC
684 16 Afdichtring, oliepeilstok, Robinmotor
009 05 Afdichtring 14x20x1,5, olieaftapplug, Robinmotor
415 008 Luchtfilterelement, Yanmarmotor
415 010 Brandstoffilter, Yanmarmotor
415 011 Afdichting, brandstoffilter, Yanmarmotor
021 43 Afdichtring 14x1,6 (O-ring), brandstofkraan, Yanmarmotor
009 16 Afdichtring 16x22x1,5, olieaftapplug, Yanmarmotor
768 99 Zekering 15A (glazen buis) (30x6,5mm)
009 16 Afdichtring 16x22x1,5; oliepeilstok en olieaftapplug; transmissie
Reserveonderdelenlijst:
997 012 Basismachine 3400
997 083 Aanbouwwerktuigen voor 3400
997 077 Robinmotor
997 147 Yanmarmotor
997 062 Maaibalk
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 81
Afbeelding J
Motor L100
1 Brandstoftankdeksel
2 Brandstoftank
3 Brandstofkraan
4 Luchtfilter
5 Luchtfilter-voorfilter
6 Starter-handgreep
7 Koelluchtzeef
8 Decompressiehendel
9 Uitlaat
10 Elektrostarter (bij uitv. E-start)
11 Motorolie-vulopening, oliepeilstok
12 Motorolie-aftapplug
13 Motoroliefilter
14 Decompressie-trekkoord
15 Inspuitpomp
16 Brandstof-aftapplug
17 Motor-typeplaatje; motor-nr.
18 Kogelkop voor motorkap
21 Zeskantige schroef (bij uitv. E-start)
22 Tandring (bij uitv. E-start)
23 Ombouw (bij uitv. E-start)
24 Afstandshouder (bij uitv. E-start)
25 Zekeringshouder (bij uitv. E-start)
26 Zekering 15A (bij uitv. E-start)
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. dieselmotor
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 83
Smeerschema
Uitv. benzinemotor
Uitv. dieselmotor
6 (50 h) 200 h
6 25 h
6 8 h
6 (25 h) 50 h
6 (50 h) 200 h
6 25 h
B
B
B
B
6 8 h
6 (50 h) 200 h
(400 h)
B =
eens per jaar en na iedere reini-
gingsbeurt met een hogedrukreiniger
B =
eens per jaar en na iedere reini-
gingsbeurt met een hogedrukreiniger
84 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Onderhouds- en inspectietabel
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 85
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor
n = alleen benzinemotor
u = alleen dieselmotor
¢¢
¢¢
¢ = slechts bij uitv.met bergveiligheidsrem
P = positie in smeerschema
A = voor iedere ingebruikname
B = eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
* = na 2 jaarAfbeelding K
Motor EH 34 D
1 Dop brandstoftank
2 Brandstoftank
3 Brandstofkraan, rechts
4 Luchtfilter
5 Choke
6 Starthendel
7 Repeteerstarter / koelluchtzeef
8 Bougie
9 Uitlaat
10 Motorolievuldop met oliepeilstok
11 Motortype
12 Motorolieaftapplug
13 Motor-nr.
14 Regelhendel en -stangen
15 Brandstofkraan, links
86 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor
Afbeelding K
Motor EH 34 D
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:

Documenttranscriptie

Original Handleiding Eenassige tractor 3400; 3400KL Uitvoering met: - Differentieel - Stuurremkoppeling - Bergveiligheidsrem - Benzinemotor EH 34 D - Dieselmotor L100 AE 3247/4291A & Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Handleiding nr. 998 849-C 04.10 Symbolen, typeplaatje Hier invullen: Symbolen Machine art. nr.: ........................ Identificatie/machine nr.: .................................................. waarschuwingsteken. Vindt u bij passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Motor type: ................................ belangrijke informatie Motor nr.: ................................... brandstof Datum aankoop: ........................ choke Typeplaatje: zie blz. 3/afb. A/17, blz. 7/afb. C/17, blz. 11/afb. E/17, blz. 15/afb. G/17. Motortype en motornr. zie blz. 81/afb. J/17 en blz. 85/afb. K/13. Bij bestelling van reserveonderdelen deze gegevens vermelden om fouten bij levering te vermijden. Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken! De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen. motortoerental motor-start motor-stop accu-laadcontrole koppeling voorouit achteruit snel langzaam differentieelslot aftakas rem Levering: l handleiding parkeerrem l eenassige tractor l gereedschapsset gesloten (vergrendeld) l montagering voor schakelstangen geopend (ontgrendeld) è - Serviceç = Laat dit uitvoeren door een agriavakgarage! motorolie 2 transmissieolie agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Aanduiding van de onderdelen Uitv. benzinemotor / differentieel Afbeelding A 25 Afbeelding B agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3 Aanduiding van de onderdelen Uitv. benzinemotor / differentieel Afbeelding A 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 25 Opbergplaats voor gereedschap Stuur Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang Trekhaak Borgklip Stekker Transmissieolievulhals en peilstok Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag Oogschroef met dopmoer, boven Aftakas Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling Oogschroef met dopmoer, onder Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor Stander Typeplaatje (rechts, in rijrichting) Contactdoos (bij uitvoeringen met generator) Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen) Transmissieolie-aftapplug Getrapte naaf Bevestigingsschroef Schijfrem (slechts bij uitv. bergveiligheidsrem) Afbeelding B 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 4 Hendel voor aftakas Stang-draaihendel Motor-uit-schakelaar Veiligheidshendel Hendel voor motorkoppeling (en bergveiligheidsrem ! afhankelijk van het model) Vergrendeling voor motorkoppelingshendel Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang) Versnellingsstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VA-schakelstang) Toerentalhendel Hendel voor differentieelslot Vergrendeling voor differentieelslot agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Inhoudsopgave Inhoud pakket ................................ 2 De benzinemotor starten ............. 50 De dieselmotor starten .......... 52, 53 Aanbevelingen De benzinemotor afzetten ........... 54 Smeermiddelen ............................. 6 De dieselmotor afzetten ............... 55 Onderhoud en reparatie ................ 6 Werkzaamheden uitvoeren .......... 56 Brandstof ....................................... 9 Rijden met aanhanger ................. 58 Aanduiding van de 5. Onderhoud en reparatie onderdelen ........ 3, 7, 11, 15, 82, 86 Benzinemotor ........................ 62 - 66 Schakelschema .............. 10, 13, 14 – Luchtfilter .................................. 63 – Bougie ....................................... 64 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen ....................... 17–23 Dieselmotor ........................... 67 - 70 – Motoroliefilter ............................ 67 2. Technische gegevens – Luchtfilter .................................. 68 Afmetingen ................................... 24 Machine ....................................... 71 Machine ....................................... 25 Afstelling van de hendels ............ 73 Trillingsniveau .............................. 25 Algemeen ..................................... 75 Sporenschema ...................... 26, 27 De machine stallen ...................... 76 Benzinemotor ............................... 28 Dieselmotor .................................. 29 6. Storingen opsporen en Geluidsniveau ........................ 28, 29 verhelpen ............................. 77 - 79 Gebruik op hellingen .............. 28, 29 Lak, slijtageonderdelen ............. 80 3. Machine- en bedieningselementen Motor ............................................ Veiligheidsschakeling .................. Koppeling ..................................... Bergveiligheidsrem ...................... Transmissie .................................. Differentieel .................................. Stuurremkoppeling ...................... Aftakas ......................................... Achteruitrijrem ............................. Stuurstang ................................... Wielen .......................................... Front- en wielgewichten ............... Stander ........................................ Motorkap ...................................... Accu, startschakelaar .................. Aan- en afkoppelen van werktuigen ................................... 1 2 3 4 Smeerschema ............................ 83 30 32 33 33 34 35 36 37 37 38 41 45 45 46 47 Onderhouds- en inspectietabel ............................. 84 Conformiteitsverklaring ............ 87 5 Let op uitklappagina’s! Afb. A en B, uitv. benzinemotor / differentieel ..................... 3 Afb. C en D, uitv. dieselmotor / differentieel ..................... 7 Afb. E en F, uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling ....... 11 Afb. G en H, uitv. diesel48 motor / stuurremkoppeling ....... 15 4. Ingebruikname en bediening Afb. J, dieselmotor ..................... 82 Eerste ingebruikname ........... 49, 51 Afb. K, benzinemotor ................. 86 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5 6 Aanbevelingen Smeermiddelen en anticorrosiemiddelen: Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen (zie ‘Technische gegevens’). Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van biologisch afbreekbare olie of smeervet (volgens de aanwijzingen in de handleiding). Klop nooit met harde voorwerpen of metalen gereedschappen tegen het vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap. Voor het onderhoud van de machines en werktuigen adviseren wij biologisch afbreekbare corrosiewerende olie (niet gebruiken op gelakte uitwendige bekledingen). Het anticorrosiemiddel kan met een kwast of met een spuitbus worden aangebracht. Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch snel afbreekbaar zijn. Wanneer u biologisch afbreekbare smeermiddelen en corrosiewerende olie gebruikt, gaat u bewust om met het milieu en levert u een positieve bijdrage aan de gezondheid van mens, fauna en flora. Onderhoud en reparatie: Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig onderhouden en repareren. Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer u beschikt over het juiste gereedschap en de vereiste technische kennis van machines en verbrandingsmotoren. 6 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Aanduiding van de onderdelen Uitv. dieselmotor / differentieel Afbeelding C: 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 25 26 27 28 Opbergplaats voor gereedschap Stuur Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang Trekhaak Borgklip Stekker Transmissieolievulhals en peilstok Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag Oogschroef met dopmoer, boven Aftakas Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling Oogschroef met dopmoer, onder Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor Stander Typeplaatje (rechts, in rijrichting) Contactdoos (bij uitvoeringen met generator) Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen) Transmissieolie-aftapplug Getrapte naaf Bevestigingsschroef voor getrapte naaf Startschakelaar (alleen bij E-start-uitvoering) Accu-laadcontrolelampje (alleen bij E-start-uitvoering) Accu (alleen bij E-start-uitvoering) Schijfrem (slechts bij uitv. bergveiligheidsrem) Afbeelding D: 1 2 4 5 6 7 8 9 10 11 8 Hendel voor aftakas Stang-draaihendel Veiligheidshendel Hendel voor motorkoppeling (en bergveiligheidsrem ! afhankelijk van het model) Veiligheidspal voor motorkoppelingshendel (Vergrendeling voor motorkoppelingshendel <34018361) Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang) Versnellingsstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VU-schakelstang) Toerentalhendel Hendel voor differentieelslot Vergrendeling voor differentieelslot agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Aanbevelingen brandstof Benzinemotor Robin EH 34 D Dieselmotor Yanmar L100 AE Deze motor loopt zowel op loodvrije normale en superbenzine als op gelode superbenzine. Deze dieselmotor loopt ook op gewone dieselbrandstof met een cetaangetal van minimaal 45. Voeg aan de benzine geen olie toe. Gebruik geen vervangende brandstoffen, deze kunnen schade aan de brandstofinstallatie veroorzaken. De brandstof mag geen water bevatten en moet schoon zijn. Wanneer om milieutechnische redenen loodvrije benzine gebruikt wordt, dient u bij motoren die langer dan 30 dagen niet gebruikt worden de brandstof af te tappen, om afzetting van harsresidu’s in de carburateur, het brandstoffilter en de brandstoftank te vermijden. U kunt de brandstof ook vermengen met een brandstofstabilisator. Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie houden’. Gebruik in de winter: Gebruik in de winter speciale ‘winterbrandstof’, zodat de bedrijfsveiligheid van de dieselmotor tijdens de koude periode gegarandeerd is. Deze brandstof is verkrijgbaar bij de tankstations. Bij buitentemperaturen beneden -15 °C dienen extra maatregelen genomen te worden: normaal verdunningsmiddel toevoegen, of door het toevoegen van petroleum kan het stollingspunt van de dieselbrandstof eveneens verlaagd worden: Petroleum: 50% 30% 10% winterzomerdiesel: diesel: stollingspunt: ca. -31°C ca. -25°C ca. -26°C ca. -15°C ca. -20°C ca. -9°C In geval van nood kan tot 30% normale benzine worden toegevoegd om paraffineafzetting te vermijden. Deze maatregel heeft echter invloed op het verbruik en rijgedrag. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 9 Elektrisch schakelschema Uitv. benzinemotor I Generator, uitv. benzinemotor 1 Generator 12V 90W (101746) 2 Spanningsregelaar (56698) 3 Stekkerdoos (63554) Wisselspanningsregelaar moet geïsoleerd (zonder massaverbinding) aan de behuizing zijn gemonteerd! ge/we ge ro br = = = = geel/wit geel rood bruin Veiligheidschakeling, uitv. benzinemotor 1 2 3 4 5 10 Motor Magneetontstekingssysteem Motor-uit-schakelaar Schakelaar in de koppelingshendel Schakelaar in de veiligheidshendel bl = blauw br = bruin rt = rood agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Aanduiding van de onderdelen Uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling Afbeelding E Afbeelding F agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 11 Aanduiding van de onderdelen Uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling Afbeelding E 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 23 24 Opbergplaats voor gereedschap Stuur Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang Trekhaak Borgklip Stekker Transmissieolievulhals en peilstok Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag Oogschroef met dopmoer, boven Aftakas Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling Oogschroef met dopmoer, onder Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor Stander Typeplaatje (rechts, in rijrichting) Contactdoos (bij uitvoeringen met generator) Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen) Transmissieolie-aftapplug Zeskantige moer voor wielnaaf Stuurremkoppeling Afbeelding F 1 2 3 4 5 6 7 8 9 12 13 14 12 Hendel voor aftakas Stang-draaihendel Motor-uit-schakelaar Veiligheidshendel Hendel voor motorkoppeling Vergrendeling voor motorkoppelingshendel Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang) Versnellingsstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VA-schakelstang) Toerentalhendel Hendel voor stuurremkoppeling links Hendel voor stuurremkoppeling rechts Hendel voor centrale rem agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Elektrisch schakelschema Uitv. dieselmotor Uitv. dieselmotor / elektrische starter 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 14 Generator 12V 90W Spanningsregelaar Stekkerdoos Zekering 15A (glazen buis) Elektro-starter 12V Startschakelaar Lampje acculaadcontrole 12V 2W Accu 12V 20Ah Centrale stekker voor regelaar Aansluiting voor arbeidsschijnwerpers 12V 55W (ronde steekhuls Ø 4 mm) ge = ro = sw = ws = gnws = agria Eenassige tractor 3400; 3400KL geel rood zwart wit groen-wit Aanduiding van de onderdelen Uitv. dieselmotor / stuurremkoppeling Afbeelding G: 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 Opbergplaats voor gereedschap Stuur Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang Trekhaak Borgklip Stekker Transmissieolievulhals en peilstok Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag Oogschroef met dopmoer, boven Aftakas Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling Oogschroef met dopmoer, onder Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor Stander Typeplaatje (rechts, in rijrichting) Contactdoos (bij uitvoeringen met generator) Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen) Transmissieolie-aftapplug Getrapte naaf Bevestigingsschroef voor getrapte naaf Zeskantige moer voor wielnaaf Stuurremkoppeling Startschakelaar (alleen bij E-start-uitvoering) Accu-laadcontrolelampje (alleen bij E-start-uitvoering) Accu (alleen bij E-start-uitvoering) Afbeelding H: 1 2 4 5 6 7 8 9 12 13 14 16 Hendel voor aftakas Stang-draaihendel Veiligheidshendel Hendel voor motorkoppeling Veiligheidspal voor motorkoppelingshendel (Vergrendeling voor motorkoppelingshendel <34018361) Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang) Versnellingsstang (bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VU-schakelstang) Toerental hendel Hendel voor stuurremkoppeling links Hendel voor stuurremkoppeling rechts Hendel voor centrale rem agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies nauwkeurig op. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door eigenhandige wijzigingen aan de machine. Waarschuwingsteken Algemene veiligheidsvoorschriften Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen. Gebruik conform de bestemming De eenassige tractor is een zelfrijdende, eenassige werkmachine die met de hand wordt bediend en die verschillende door de fabrikant geautoriseerde aanbouwwerktuigen kan aandrijven en/ of trekken. Wordt toegepast voor bv. grondbewerking, maaien van gras of weiden, winterzaamheden en vegen (gebruik conform de bestemming). Iedere andere toepassing geldt als niet in overeenstemming zijnde met het doel waarvoor de tractor gebouwd is. Voor schade die door ondoelmatig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de gebruiker. Tijdens het gebruik van de eenassige tractor op openbare wegen dienen de bepalingen van de nationale verkeersvoorschriften te worden in acht genomen, bv. reflectoren, verlichting. De door de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle, onderhoud en reparatie dienen in acht te worden genomen. Basisprincipe: De gebruiker dient zich te houden aan alle voorschriften ter voorkoming van ongevallen, alsmede aan de algemeen geldende regels wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer. Bij gebruik van openbare wegen dienen de geldende verkeersbepalingen in acht te worden genomen. Controleer voor ingebruikname van de eenassige tractor altijd eerst de verkeers- en bedrijfsveiligheid. De eenassige tractor mag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden door personen die over de nodige kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn. Personen beneden de 16 jaar mogen de machine niet bedienen! Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag altijd stevige schoenen! De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid! Zet de motor af wanneer u de machine transporteert van en naar de werkplek. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 17 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Blijf altijd op een veilige afstand van draaiende werktuigen! 1 Voorzichtig met nalopende werktuigen. Wachten tot het werktuig helemaal stil staat! Bij werkzaamheden met extern aangedreven machineonderdelen bestaat de kans op beknellingen en andere verwondingen! Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de tractor. Aangebouwde werktuigen en ladingen hebben invloed op het rijdrag en het stuur- en remvermogen van de tractor. Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden. Instelling van het motortoerental niet veranderen. Een verhoogd toerental vergroot de kans op ongelukken. Arbeids- en gevarenbereik De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk. Blijf buiten het gevarenbereik van de eenassige tractor. Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de tractor. Let vooral op kinderen en dieren! Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg te worden geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden op obstakels en haal ze tijdig weg. Bediening en veiligheidsmaatregelen Voor de werkzaamheden Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te weten hoe u de motor in geval van nood snel en veilig afzet. Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht. Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt, dient deze met een beschermingskap te zijn afgedekt. Starten Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt. Voor het starten van de motor dienen alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet. Voor het starten van de motor niet vóór de tractor of het aanbouwwerktuig gaan staan. Gebruik geen starthulpvloeistof in combinatie met elektrische startkabels. Explosiegevaar! Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de omheining in acht genomen te worden, zodat de machine niet beschadigd wordt. 18 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Beëindigen van de Tijdens de werkzaamheden mag de werkzaamheden Tijdens de werkzaamheden stuurstang nooit worden losgelaten. Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico! Neem bij alle werkzaamheden met de eenassige tractor die afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het nemen van bochten! Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden. Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit, moet de motor worden afgezet en dient het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt. Indien de eenassige tractor of het aanbouwwerktuig beschadigd is, moet de machine onmiddellijk worden gestopt en de motor worden afgezet. Laat de schade direct herstellen! Bij een defect aan de stuurinrchting de eenasssige tractor meteen stoppen en de motor afzetten. Laat het defect direct repareren! Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de eenassige tractor met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! Werk indien mogelijk dwars op de helling! Laat de eenassige tractor nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt. Zet de motor af voordat u de tractor verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het contact (indien aanwezig) of trek de bougiekap eruit. Aanbouwwerktuigen Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving. Gebruik passend gereedschap en draag altijd veiligheidshandschoenen als u aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt. Breng de steunen bij het monteren en demonteren in de juiste positie en zorg ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen. Bij het aankoppelen van de werktuigen is grote voorzichtigheid geboden. Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens de voorschriften. Indien u de werkplek verlaat, eenassige tractor en aanbouwwerktuig beveiligen tegen wegrollen. Voorkom gebruik door onbevoegden. Monteer eventueel de transport- of beschermingsinrichting en zet deze in de veiligheidsstand. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 19 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 1 Hakinrichting Aanhangers De schutlatten van het hakwerktuig dienen zo te worden ingesteld dat alleen het gedeelte van het werktuig dat in de bodem komt vrij is. Maximaal toelaatbare belasting van de trekhaak en hitch in acht nemen. Let bij het hakken op de juiste instelling van het hakspoor. Maximaal toegestane asbelasting en totaalgewicht niet overschrijden. Maai-inrichting Controleer voor iedere rit de rem en de verlichting. De scherpe kant van de maaibalk kan bij onoplettendheid aanzienlijke verwondingen veroorzaken. Verwijder daarom de schutlatten van de messen alleen tijdens het maaien en plaats ze na het maaien direct weer op de juiste manier terug. Tijdens transport en opslag dienen de schutlatten altijd op de messen te zijn gemonteerd; op de vingerbalk moeten bovendien de spanveren worden ingehaakt. Transporteer de gedemonteerde maaibalk niet zonder schutlat. Bescherm de messen met de schutlatten voordat de maaibalk gemonteerd en gedemonteerd wordt. Let bij disselbevestiging op voldoende beweeglijkheid rond het aanhangpunt. Inspecteer het remsysteem regelmatig en nauwkeurig! Het instellen en repareren van de remmen mag alleen worden uitgevoerd door vakkundig geschoold technisch personeel bij de garage. Bij alle ritten met een aanhanger moet de beremming van de wielen zijn uitgeschakeld! Bij uitvoeringen met onafhankelijke wielschakeling mag de wielschakeling niet aan beide kanten bediend worden, – onafhankelijke wielschakeling moet uitgeschakeld zijn! Bij uitvoeringen met differentieel mag het differentieelslot in de bochten niet gebruikt worden. Let er bij het vervangen van de messen en het losmaken en vastdraaien van de mesmeenemers op dat de schroefbeweging van de richting van de snijkanten af beweegt. Alleen wanneer er een speciaal daarvoor bestemde passagierszitplaats voorhanden is mag een passagier meerijden. Draag bij het slijpen van de messen een veiligheidsbril en handschoenen. Ander personenvervoer is niet toegestaan. Schakel voor hellingen tijdig terug. Op hellingen nooit ontkoppelen en schakelen! Gewichten Breng de gewichten altijd aan volgens de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten. 20 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Onderhoud Na gebruik wegzetten Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met lopende motor. Het parkeren van de eenassige tractor in ruimtes met open kachels is verboden. Bij werkzaamheden aan de motor dient de bougiekap altijd te worden verwijderd (alleen bij benzinemotoren). Parkeer de eenasssige tractor niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk. Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden! Beschadigde messen moeten vervangen worden! Gebruik bij het vervangen van de messen passend gereedschap en veiligheidshandschoenen. Reparatiewerkzaamheden zoals lassen, slijpen, boren enz. mogen niet aan dragende, veiligheidstechnische onderdelen (bijv. aanhanginrichtingen) worden uitgevoerd! Zorg ervoor dat de eenassige tractor en de aanbouwwerktuigen schoon blijven, om brandgevaar te vermijden. Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel aandraaien. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te worden teruggebracht. Altijd originele agria-reserveonderdelen gebruiken. Andere reserveonderdelen moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de door de firma agria vastgelegde technische eisen. Motor, brandstof en olie Laat de motor niet in een gesloten ruimte lopen vanwege verhoogde kans op vergiftiging! Vervang defecte uitlaatpijpen daarom ook altijd direct. Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open vuur, vonken en hete motoronderdelen tijdens het bijvullen van brandstof. Vul geen brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet roken tijdens het tanken! Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor. Zorg ervoor dat u geen brandstof morst, gebruik een passende trechter. Mocht er toch brandstof zijn gemorst, schuif dan de eenassige tractor aan de kant voordat u de motor start. Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit. Bewaar de brandstof alleen in daarvoor bestemde blikken. Vloeistoffen die onder hoge druk ontsnappen zoals bijv. brandstof, kunnen de huid binnendringen en ernstige verwondingen veroorzaken. Waarschuw direct een arts! agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 21 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 1 Houd anticorrosiemiddelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen direct een arts waarschuwen. In geval van contact met de ogen meteen met veel water uitspoelen. Vermijd het inademen van de dampen. Lees de aanwijzingen op de verpakking! Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze weggooit, eventueel als klein chemisch afval behandelen. Voorzichtig bij het aftappen van hete olie, er bestaat verbrandingsgevaar. Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat explosiegevaar. Let op de juiste bandenspanning bij werkzaamheden met extra gewichten. Schroeven en moeren van de wielen dienen bij servicewerkzaamheden te worden aangedraaid. Elektrische installatie Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie moet altijd de accu worden losgemaakt (indien voorhanden). Gebruik altijd olie van voorgeschreven kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes. Let op de juiste volgorde bij het aansluiten – eerst de pluspool en dan de minpool! Het losmaken van de accu gebeurd in omgekeerde volgorde. Olie, brandstof, vet en filters gescheiden en volgens de voorschriften verwerken. Voorzichtig met accugassen – explosiegevaar! Banden en bandenspanning Verwijder de kunststof bekleding (indien voorhanden) voor het laden van de accu zodat concentratie van explosieve gassen vermeden wordt. Bij werkzaamheden aan de wielen dient u ervoor te zorgen dat de eenassige tractor veilig geparkeerd is en tegen wegrollen beveiligd is. Reparaties aan de wielen mogen alleen door vakkundig personeel met passend gereedschap worden uitgevoerd. Vermijd vonken en open vuur in de buurt van de accu. Voorzichtig met accuzuur – agressief! Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie defect – brandgevaar! Pluspool altijd voorzien van beschermkapje. Dragers van een pacemaker mogen de stroomvoerende onderdelen van het ontstekingssysteem niet aanraken bij lopende motor! 22 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Beschrijving van de waarschuwingssymbolen 1 Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken. Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en contactsleutel eruit trekken. Bij lopende motor voldoende afstand houden van het hakwerktuig of de maaier. Niet zonder veiligheidsvoorzieningen werken! Voor het starten voorzieningen in de juiste positie brengen. Houd bij lopende motor voldoende afstand van de maaimessen! Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht totdat ze tot stilstand gekomen zijn. Bij lopende motor afstand houden. Beschrijving van de gebodssymbolen Bij werkzaamheden met de machine moeten individuele gehoorbeschermingen worden gedragen. Veiligheidshandschoenen gebruiken. Draag altijd stevige schoenen. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 23 2. Technische gegevens Machine Eenassige tractor Afmetingen van de machine: 2 * *s = zie sporenplan (mm) L100 EH34D 4.00-8 AS 5.00-10 AS 20x8.00-10 5.00-12 AS 21x11.00-8 4.00-8 AS 5.00-10 AS 20x8.00-10 5.00-12 AS 21x11.00-8 a b c d e f g h l 640 640 640 640 640 610 610 610 610 610 635 635 635 635 635 635 635 635 635 635 271 303 303 323 303 271 303 303 323 303 543 575 575 595 575 543 575 575 595 575 270 270 270 270 270 270 270 270 270 270 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55 167 195 195 215 195 167 195 195 215 195 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 900-1200 1780 1780 1780 1780 1780 1750 1750 1750 1750 1750 Banden: (toebehoor-artikelen) 2490 041 ........... 4.00-8 akkerprofiel 0190 112 ......... 5.00-10 akkerprofiel 3290 411 ......... 5.00-12 akkerprofiel 3490 511 ... 20x8.00-10 grasprofiel 3490 611 ... 21x11.00-8 terraprofiel Bandenspanning bij: 4.00-8; 5.00-10; 5.00-12 .......... 1,5 bar 21x11.00-8; 20x8.00-10 ........... 0,8 bar 3221 051 paar wielgewichten .... 52 kg voor uitv. stuurremkoppeling zijn bovendien wielgewichtsschroeven noodAanbouw van het wiel en doel: zie blz. 41– zakelijk ............. onderdelenset 760 33 44 24 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 2. Technische gegevens Machine Koppeling: .................... enkelvoudige droge plaatkoppeling Trillingsniveau: op stuurhendel: benzinemotor EH34D .... ahw < 2,5 m/s2 dieselmotor L100AE ...... ahw = 6,2 m/s2 Transmissie: .......... tandwiel-schakeltransmissie, 4 versnellingen vooruit, 4 versnellingen achteruit, afhankelijk van de uitvoering: - differentieel, te vergrendelen of - afzonderlijke wielrem-koppeling - bergveiligheidsrem Transmissieolie: reservoir ............................. ca. 2,0 liter transmissieolie SAE 90 - API - GL5 (bijv. BP Energear Hypo) volgens ISO 5349 bij 85 % van het nominale motortoerental met ingeschakeld werktuig Gewicht: leeg: zonder wielen met wielen 5.00-10 benzine: EH 34 D 103 kg diesel: L100AE 122 kg (repeteerstarter) diesel: L100AE 133 kg (elektrische starter) 120,5 kg 139,5 kg Uitv. differentieel: 150,5 kg Uitv. stuurremkoppeling: + 4.00-8 AS 5.00-10 AS 5.00-12 AS 20x8.00-10 R 21x11.00-8 T 1. 0,85 1,0 1,2 1,0 1,2 2. 1,6 1,9 2,2 1,9 2,2 3. 2,7 3,2 3,6 3,2 3,6 4. 6,1 / 14,5* 7,1 / 16,9* 8,0 / 19,5* 7,1 / 16,9* 8,0 / 19,5* benzine: EH 34 D 133 kg diesel: L100AE 155 kg (repeteerstarter) diesel: L100AE 165 kg (elektrische starter) 150,5 kg 172,5 kg 182,5 kg Rijsnelheden (km/h): max. toegelaten totale gewicht: .......................... 250 kg *6,1 / 7,1 / 8,2 km/h ............................ bij transmissie-uitv. “langzaam” max. toegelaten gewicht op de trekhaak: ............. 85 kg *14,5 / 16,9 / 19,5 km/h ...................... bij transmissie-uitv. “snel” max. toegelaten gewicht van de aanhanger, aanhanger met rem: ... 630 kg Aftakas: ................................ 825 min-1 versnellingsonafhankelijk bij motortoerental 3600 min-1 draairichting: rechtsdraaiend (met de klok mee) op de aftakas gezien, bij vooruit en achteruit rijden gelijkblijvend Stuurstang:in hoogte verstelbaar zonder werktuig zijdelings verstelbaar en 180° zw enkbaar voor het aanbouwen van frontwerktuigen Aanhanginrichting: Typ SK14 testteken M3280 Generator: ..................... wisselstroom bij benzinemotor: (toebehoorartikel 3479 021) .................. 12V 90W bij dieselmotor: .................... 12V 90W agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 25 2 2 90 2. Technische gegevens 26 60 60 Wiel combinatie en Sporenplan 3400 Diff. 90 (mm) B 60 60 90 90 A S i A S i A S i A S i A S i A S i A S i A S i 4.00-8 AS 460 360 260 570 470 370 550 450 350 660 560 460 670 570 470 780 680 580 730 630 530 840 740 640 2 16x6.50-8 AS 480 310 140 700 530 360 570 400 230 790 620 450 690 520 350 910 740 570 750 580 410 970 800 630 3 21x11.00-8 Terra 650 375 100 720 445 170 740 465 190 810 535 260 860 585 310 930 655 380 920 645 370 990 715 440 4.50-10 AS 460 340 220 610 490 370 550 430 310 700 580 460 670 550 430 820 700 580 730 610 490 880 760 640 4 5 5.00-10 AS 470 340 210 620 490 360 560 430 300 710 580 450 680 550 420 830 700 570 740 610 480 890 760 630 6 20x8.00-10 R 560 370 180 650 460 270 650 460 270 740 550 360 770 580 390 860 670 480 830 640 450 920 730 540 7 5.00-12 AS 480 325 170 660 505 350 570 415 260 750 595 440 690 535 380 870 715 560 750 595 440 930 775 620 8 23x8.50-12 AS 520 305 90 740 525 310 610 395 180 830 615 400 730 515 300 950 735 520 790 575 360 1010 795 580 220 (mm) Gf V 60 220A B 220 1 A 4.00-8 AS 1110 2 V 220 220 +B1 +B7 A S 16x6.50-8 AS 1240 1130 3 21x11.00-8 Terra 1260 4.50-10 AS 1150 4 5 5.00-10 AS 1160 6 20x8.00-10 R 1190 V i 460 A V +B7 A Gf A i 1540 440 G S V G V 90 V +60 i Gf Gf +S +90 A 1090 i 460 460 1154 460 1164 450 G +V G +V +90 A i 1154 460 i 450 260 460 940 450 1444 440 1444 930 450 1610 450 360 1120 360 1120 360 440 1060 7 5.00-12 AS 1200 440 1204 440 8 23x8.50-12 AS 1280 1200 400 1260 1140 400 1284 400 9 23x8,50-12 AS 1200 270 1370 1130 270 440 30 60 90 220 220A V S Gf (10“) Gf (12“) G (10“) G (12“) = 2516 011 = 5516 021 = 5519 031 = 5616 511 = 5519 011 = 5916 211 = 762 32 = 5817 511 = 5917 541 = 5917 011 = 5917 021 Uitv. differentieel agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 1 60 60 90 90 220 1 2 60 60 90 90 220 220 220 Gf + B1 +B5 A S i A S i A S i A S i A S i A A A i A i 4.00-8 AS 630 530 430 640 540 440 750 650 550 700 600 500 810 710 610 1070 430 1090 430 16x6.50-8 AS 760 590 420 660 490 320 880 710 540 720 550 380 940 770 600 1200 1080 3 21x11.00-8 Terra 780 505 230 830 555 280 900 625 350 890 615 340 960 685 410 1220 4.50-10 AS 670 550 430 640 520 400 790 670 550 700 580 460 850 730 610 1110 4 G V V 90 Gf +S +90 " 8 A i " 420 1220 420 8 230 10 1884 410 10 A 430 1154 430 10 1154 420 1164 420 10 1164 5 5.00-10 AS 680 550 420 650 520 390 800 670 540 710 580 450 860 730 600 1120 6 20x8.00-10 R 710 520 330 740 550 360 830 640 450 800 610 420 890 700 510 1150 330 10 1194 7 8 5.00-12 AS 720 565 410 660 505 350 840 685 530 720 565 410 900 745 590 1160 410 12 1204 23x8.50-12 AS 800 585 370 700 485 270 920 705 490 760 545 330 980 765 550 1240 1170 370 12 1284 27 30 60 90 220 220A V G = 2516 011 = 5516 021 = 5519 031 = 5616 511 = 5519 011 = 5916 211 Uitv. stuurremkoppeling agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 220A (mm) B Gf S 90 Gf S Gf (10“) Gf (12“) G (10“) G (12“) = 762 32 = 5817 511 = 5917 541 = 5917 011 = 5917 021 2. Technische gegevens Wiel combinatie en Sporenplan 3400 KL 2 2. Technische gegevens Uitv. benzinemotor Benzinemotor Luchtfilter: ........... droog filterelement met schuimstof-voorfilter Motorenfabrikant: .................... Robin Carburateur: ..................... horizontale vlottercarburateur hoofdsproeier: .............................. 97,5 sproeier stationair toerental ............. 40 Type: ....................................... EH 34D 2 Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder viertaktmotor (benzine) OHV Boring: .................................... 84 mm Slag: ........................................ 71 mm Cilinderinhoud: ................... 338 ccm Mengreguleerschroef: ...................... basisinstelling .. 7/8 omwenteling open Nominaal toerental: ......... 3600 min-1 Max. toerental onbelast: .. 4000 min-1 Stationair toerental: ......... 1400 min-1 Vermogen: ......... 8,1 kW (11 DIN-PS) bij 3600 min-1 Koppel maximaal: ................ 24,1 Nm bij 2500 min-1 Motorolie: .......... hoeveelheid ca. 1,2 l universeelolie Bougie: .................... BOSCH WR7CC NGK BR6ES, Champion RN4 elektrodenafstand 0,6–0,7 mm bij temperaturen -25° tot +15°C: SAE 5W-20 API-SC (of hoger) Ontsteking: ................... Elektronische magneetontsteking, zonder contact, ontstekingstijdstip vast ingesteld, radio-ontstoord volgens VDE 0879 bij temperaturen -15° tot +45°C: SAE 10W-40 API-SC (of hoger) Geluidsniveau: geluidsniveau waargenomen door de bestuurder ............................. 84 dB(A) (conform EN 709 en EN 1553) Gebruik op hellingen: Klepspeling (bij koude motor) inlaatklep ............................... 0,10 mm uitlaatklep .............................. 0,10 mm De motor is geschikt voor werkzaamheden op hellingen (bij motoroliepeil ”max” = bovenste vulmarkering): Startinrichting: .......... repeteerstarter langdurig gebruik op helling .... tot 45° (100 %) Brandstof: .. benzine (tankstation), octaangetal minstens 90 RON (zie brandstofadvies) Inhoud brandstoftank: ........ ca. 8 liter 28 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 2. Technische gegevens Uitv. dieselmotor Dieselmotor Inhoud brandstoftank: .......... ca. 5,5 l Motorenfabrikant: ................. Yanmar Luchtfilter: ........... droog filterelement met schuimstof-voorfilter en cyclon-voorfilter Type: uitv. elektr. starter ........................ L100 uitv. repeteerstarter ..................... L100 Nominaal toerental: ......... 3600 min-1 Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder viertaktdieselmotor Boring: .................................... 86 mm Slag: ........................................ 70 mm Cilinderinhoud: ................... 406 ccm Vermogen: .............................. 7,4 kW bij 3600 min-1 Koppel maximaal: ................... 27 Nm bij 1700 min-1 Inspuitdruk: ........................... 200 bar Klepspeling (bij koude motor) inlaatklep .................... 0,15 ± 0,02 mm uitlaatklep ................... 0,15 ± 0,02 mm Startinrichting: ...... repeteerstarter of elektrische starter afhankelijk van de uitvoering Accu: .................................. 12V 20Ah Zekering: ................. 15A (30x6,5 mm) Brandstof: .... gewone dieselbrandstof cetaangetal min. 45 (zie brandstofadvies) Max. toerental onbelast: .. 3800 min-1 Stationair toerental: ......... 1700 min-1 Smering: ........................ druksmering hoofdstroomoliefilter Motorolie: ........ hoeveelheid ca. 1,65 l universeelolie bij temperaturen -15° tot +45°C: SAE 10W-40 API-SC (of hoger) bij temperaturen -25° tot +15°C: SAE 5W-20 API-SC (of hoger) Geluidsniveau: geluidsniveau waargenomen door de bestuurder ............... 88 dB(A) (conform EN 709 en EN 1553) geluidsvermogensniveau: ..... 99 dB(A) (conform EG 84/538 EEG bij 85% van het nominale motortoerental) Gebruik op hellingen: De motor is geschikt voor werkzaamheden op hellingen (bij motoroliepeil ‘max’ = bovenste vulmarkering): langdurig gebruik op helling tot ....................................... 20° (37 %) Brandstoffilter: Groffe filterzeef ............... in de vulbuis Fijne filterzeef ..................................... ... ingebouwd in de brandstoftank-uitloop agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 29 2 3. Machine- en bedieningselementen De agria-eenassige tractor 3400 is een basis-motormachine en wordt steeds met een aanbouwwerktuig gebruikt. Daarom is hij geschikt voor een gewoon gebruik en voor werken in de tuinbouw, landschapsverzorging, land- en bosbouw, bodembewerking, maaien van gras en weiden, winterdienst en vegen. 3 Tijdens het gebruik van de eenassige tractor/de combiwerktuig op openbare wegen dienen de bepalingen van de nationale verkeersvoorschriften te worden in acht genomen, bv. reflectoren, verlichting. Als aanbouwwerktuigen zijn beschikbaar: l aanbouwwerktuigen voor de achterzijde, bijv.: – hak- en freeswerktuigen – getrokken bodembewerkingsmachines – eenassige aanhangers – grind- en zoutstrooiers Motor l De viertakt benzinemotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook blz. 9: geadviseerde brandstof). Ontsteking De motor is uitgerust met een contactloze elektronische ontsteking. Wij adviseren de noodzakelijke controles alleen door de vakman te laten uitvoeren. l De viertakt dieselmotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare dieselbrandstof (zie ook blz. 9: geadviseerde brandstof). Let op de speciale brandstof voor de winterperiode! Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet tot het maximum worden belast. Ook na de inrijperiode mag u als regel niet meer gas geven dan nodig is. Hoge toerentallen kunnen de motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit geldt vooral als de motor onbelast draait! Laat de motor nooit over z’n toeren draaien, daardoor kan de motor direct defect raken. I l frontaanbouwwerktuigen – maaimachines – schoonmaakmachines – sneeuwschuivers en frezen – grind- en zoutstrooiers Koeling en verschillende werktuigen, zie ook prijslijst. Stationaire toerental De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de repeteerstarter en de koelribben van de cilinder worden aangezogen. Het stationaire toerental van de motor moet juist zijn afgesteld. Wanneer de toerentalhendel tegen de eindaanslag in stationaire positie staat, moet de motor bij laag toerental zonder problemen blijven lopen. Luchtfilter Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht. Een vervuild luchtfilter kan het motorvermogen ongunstig beïnvloeden. 30 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. benzinemotor Toerentalhendel max Uitv. benzinemotor B/9; F/9 min Met de toerentalhendel (B/9, F/9) aan de stuurstang kan het motortoerental van min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS traploos geregeld worden. Motor-uit-schakelaar Uitv. benzinemotor Met de elektrische motor-uit-schakelaar (B/3, F/3) wordt de ontsteking in- en uitgeschakeld. B/3; F/3 "I" = in bedrijf "0" = motor uit I De motor-uit-schakelaar dient ook als Nood-uit-schakelaar: in gevaarlijke situaties in positie "0" brengen! Toerentalhendel, Motor-uit-schakelaar max Uitv. dieselmotor D/9; H/9 min Met de toerentalhendel (D/9, H/9) aan de stuurstang kan het motortoerental van min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS traploos geregeld worden. Bovendien wordt met deze hendel de motoruit-schakelaar bediend. De toerentalhendel dient ook als Nood-uit-schakelaar: in gevaarlijke situaties in positie "STOP" brengen! I agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 31 3 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. dieselmotor Veiligheidschakeling Œ4 Uitv. benzinemotor Uitv. dieselmotor >34018362 Œ STOP-positie: bij het loslaten van de veiligheidsschakelhendel (4) wordt de motor afgezet. – Voorzichtig! motor loopt nog even door!   Startpositie: om de motor te starten en voor een werkpauze koppelingshendel (5) aantrekken en met vergrendeling (6) vastzetten. Ž Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de machine de veiligheidshendel (4) naar beneden drukken. 3 6 5 Ž W I Veiligheidshendel niet vastzetten! Veiligheidsschakelhendel in gevaarlijke situaties loslaten, deze zwenkt dan automatisch in positie “STOP”! Veiligheidschakeling Uitv. dieselmotor <34018361 Œ D/4, H/4 De eenassige tractor is uitgerust met een mechanische veiligheidsschakelaar (hendel D/4; H/4). Œ STOP-positie: bij het loslaten van de hendel (D/4; H/4) wordt de motor afgezet). – Voorzichtig! motor loopt nog even door!  Startpositie: om de motor te starten en voor een werkpauze veiligheidshendel (D/4; H/4) naar beneden drukken, de koppelingshendel (D/5; H/5) aantrekken en met vergrendeling (D/6; H/6) vastzetten.  ŽBedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de D/6, D/5, H/6 H/5 32 machine de veiligheidshendel (D/4; H/4) naar beneden drukken. W I Veiligheidshendel niet vastzetten! De veiligheidshendel dient ook als Nood-uitschakelaar, in noodsituaties worden losgelaten, deze komt dan automatisch in de positie ‘STOP’! agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen uitv. benzinemotor uitv. dieselmotor >34018362 uitv. dieselmotor <34018361 Koppeling De enkelvoudige droge plaatkoppeling wordt met de koppelingshendel (5) bediend. Bij ingetrokken koppelingshendel tot stand "0" ontkoppelt is, dat betekent dat de motor de eenassige tractor niet aandrijft. 5 5 lLet op de koppelingsspeling, zodat tijdens de werkzaamheden de koppeling niet slipt. Laat de machine met lopende motor niet te lang met aangetrokken koppeling staan, hierdoor kan schade ontstaan aan het koppelingslager. I Bij stilstaande motor machine alleen met aangetrokken hendel (vergrendeling gearreteerd) wegzetten, anders kunnen problemen bij het koppelen ontstaan als gevolg van corrosievorming. Koppeling / bergveiligheidsrem B/6 ! afhankelijk van het model De bergrem wordt gebruikt bij het stoppen en het schakelen op hellingen. Koppeling en bergrem worden met de hendel (B/6) bediend. B/7 l Bij aangetrokken hendel tot positie '0' is de machine ontkoppeld, dat houdt in dat de motor de werktuigdrager en de aanbouwwerktuigen niet meer aandrijft. l De hendel kan in ontkoppelde toestand met de vergrendeling (B/7) worden vastgezet. l De bergveiligheidsrem wordt bediend door de hendel verder naar boven te brengen. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 33 3 3. Machine- en bedieningselementen Transmissie De machine heeft een 4-versnellingen-tandwiel-keertransmissie, dat betekent dat zij in alle 4 versnellingen voor- en achteruit kan rijden. I Alleen schakelen als de machine stilstaat (ontkoppeld)! VA-schakeling (B/7; D/7; F/7 of H/7) Schakelstang naar voren te bewegen = de eenassige tractor gaat vooruit, Schakelstang naar achteren te bewegen = de eenassige tractor gaat achteruit. 3 u Middelste positie (‘0’) = neutrale positie. Achterkant (1) van de schakelhendel geeft de schakelpositie aan de schakelplaat aan. Versnelling versnelling De versnellingen 1-2-3-4 worden geschakeld met de schakelstang (B/8; D/8; F/8 of H/8). Een positie neutraal is hier niet aanwezig. l Achterkant (1) van de schakelhendel geeft steeds de gekozen versnelling aan de schakelplaat aan. De eenassige tractor rijdt alleen wanneer tegelijkertijd met de versnelling ook de VA-schakeling op vooruit of achteruit staat ingeschakeld. I I Bij de 180° gedr aaide stuurstang (voor het aanbouwen van frontwerktuigen) zijn de schakelstangen omgewisseld (zie blz. 39). lDe eenassige tractor wordt geleverd met de versnelling in positie “4de versnelling geblokkeerd” en een schroef (2) in de schakelplaat. Dit is om te voorkomen dat de 4de versnelling per ongeluk in achteruitpositie geschakeld wordt (bij werkzaamheden met aangebouwde werktuigen). Gevaarlijke situatie! Voor ritten met een aanhanger kan deze schroef in positie “4de versnelling vrij” worden versteld. Hiervoor moet de zeskantige moer iets los worden gedraaid, blokkeerbout in positie ‘vrij’ verdraaien en zeskantige moer weer vastdraaien. W 34 Na de rit schroef weer in positie ‘vergrendeld’ brengen! agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. differentieel Differentieel B/11; D/11 B/10; D/10 differentieelslot vastgeklikt = differentieelslot UIT Het ingebouwde differentieel kan desgewenst worden uitgeschakeld om de trekkracht te verhogen bij werkzaamheden onder moeilijke omstandigheden. De hendel voor het in- en uitschakelen van het differentieelslot bevindt zich rechts van het stuur. Voor het vastzetten van het uitgeschakelde differentieelslot bevindt zich aan de hendel een pal. Tijdens het rijden en het keren dient het differentieelslot te zijn uitgeschakeld, zodat de machine beter stuurbaar is (vooral bij het nemen van bochten). I Het differentieel slechts zo lang als nodig is blokkeren. Inschakelen van het differentieelslot (starre wielas) tijdens de rit: l Gas los. l Hendel voor differentieelslot (B/10 of D/10) iets aantrekken. l Pal (B/11) of vergrendelingsbeugel (D/11) los laten springen. l Hendel langzaam loslaten en tegelijkertijd gas geven. Differentieelslot uitschakelen: l Hendel voor differentieelslot zover aantrekken tot de pal vastklikt. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 35 3 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. stuurremkoppeling Afzonderlijke wielrem-koppeling F/13; H/13 Met de gemakkelijk bedienbare stuurremkoppelingen kan eenvoudig en zon-der krachtsinspanning worden gestuurd en gedraaid. Om te sturen en te draaien naar rechts, hendel (F/13 of H/13) aantrekken. Het rechter wiel wordt geremd en de machine stuurt bij het rijden naar rechts. Om te sturen en te draaien naar links, hendel (B/5) aantrekken. 3 W I Op hellingen altijd naar de helling toe wenden. Nadat de stuurstang 180° g edraaid is, moeten ook de Bowdenkabels voor de stuurremkoppeling worden verplaatst, zodat de stuurrem weer naar behoren functioneert (zie blz. 40). F/12; H/12 Centrale rem Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen afremmen en om hem te kunnen parkeren, wordt een gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt. Centrale rem Excenterhendel (F/14 of H/14) naar achteren en boven zwenken – beide wielen worden afgeremd. Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in de uitgangspositie terug – rem is weer los. Wanneer een aanbouwwerktuig neigt naar overbelasting, kan de centrale rem zonder koppeling worden bediend; de rijaandrijving wordt dan ontkoppeld en de aftakas wordt verder aangedreven. I Nadat de overbelasting is opgeheven, wordt de centrale rem weer losgemaakt, de rijaandrijving wordt weer ingeschakeld. Blokkeerrem Excenterhendel (F/14 of H/14) naar achteren en boven over het dode punt heen zwenken. Excenterhendel blijft automatisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd. Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangspositie worden teruggebracht – rem is weer los. 36 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Aftakas De versnellingsonafhankelijke aftakas (A/12; C/12; E/12; G/12) kan bij de eenassige tractor niet worden uitgeschakeld (draait altijd bij lopende motor). De aftakasschakeling bevindt zich aan de aftakasaangedreven aanbouwwerktuigen. De hendel voor de aftakas (B/1; D/1; F/1; H/1) bevindt zich echter aan de eenassige tractor en wordt bij het aankoppelen van werktuigen door de schakelverbindingsstang (A/13; C/13; E/13; G/13) met de hendel aan het werktuig verbonden. Uitzondering: hak- en freeswerktuigen, hierbij is de schakelstang aan het freeswerktuig gemonteerd zodat deze gemakkelijker te bedienen is. Aftakasbescherming Wanneer de aftakas niet door aanbouwwerktuigen (bijv. aanhanger, ploeg, eg enz.) is afgedekt, moet deze door een aftakasbeschermingskap worden beschermd. Dit voorkomt gevaarlijke situaties die kunnen ontstaan als kledingstukken in de vrij ronddraaiende aftakas raken. Montage: l Aftakasbeschermingskap (1) op de flens zetten. l Beide oogschroeven over de aftakasbeschermingskap in de bevestigingssleuf klappen. l Beide dopmoeren gelijkmatig vastdraaien. De demontage volgt in omgekeerde volgorde. Achteruitrijrem De eenassige tractor is voorzien van een achteruitrijrem (blokkeerstang) voor hakwerktuigen, die moet voorkomen dat de aftakas van het hakwerktuig bij achteruitversnelling wordt ingeschakeld, of dat de achteruitrijversnelling wordt ingeschakeld op het moment dat de aftakas in functie is. l Daarom moet bij het aanbouwen van een hakwerktuig de VA-schakeling in positie neutraal staan (blokkeerstang aan het transmissiehuis ca. 5 mm. vooruitstekend). blokkeerstang agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 37 3 3. Machine- en bedieningselementen Stuurstang W Verstel de stuurstang nooit tijdens de werkzaamheden – ongevalsrisico! Stuurstang in hoogte verstellen l Draai de zeskantmoer (A/5; C/5; E/5; G/5) zover los totdat de blokkeerpallen vrij zijn. l Breng de stuurstang (A/4; C/4; E/4; G/4) op de gewenste hoogte en laat deze in de passende pal ingrijpen. l Draai de zeskantmoer weer vast. 3 Stuurstang zijwaarts verstellen De stuurstang kan uit zijn normale positie (midden positie) ca. 30° naar links of naar rechts versteld worden. l Stuur-draaihendel (B/2; D/2; F/2; H/2) naar boven draaien en daarbij de stuurstang naar links of naar rechts in de gewenste positie brengen. l Stuur-draaihendel naar beneden terugdraaien en stuurstang enigszins heen en weer bewegen totdat deze terugspringt. 38 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Stuurstang draaien W Stuurstang alleen draaien wanneer de motor uit staat! Voor het aankoppelen van frontwerktuigen kan de stuurstang 180° gedr aaid worden: l Haarspeldveren (5) uit de schakelstangen (1+3) trekken. Gebruik hiervoor als hulpmiddel de ringhaak uit het meegeleverde gereedschap. l Stuur-draaihendel (B/2 of D/2) naar boven draaien en tegelijkertijd de stuurstang linksom (tegen de klok in, zie afb. onder) 180° dr aaien. l Stuur-draaihendel naar beneden terugdraaien en stuurstang enigszins heen en weer bewegen totdat deze terugspringt. l Beide schakelstangen opnieuw met de buitenste schakelhendels (2+4) verbinden en met de haarspeldveren borgen. Let op: de schakelstang voor de versnelling bevindt zich nu links, en de VA-schakelstang rechts aan het stuur. I De 1ste versnelling moet nu naar voren en de 4de versnelling naar achteren geschakeld worden (gezien in rijrichting). De vooruitversnelling wordt zoals voorheen naar voren en de achteruitversnelling naar achteren geschakeld. rijrichting De zijwaartse verstelling van de stuurstang (ca. 30°) kan ook in gedr aaide positie uitgevoerd worden. Bij uitv. met stuurremkoppeling moeten ook de Bowden-kabels voor de stuurremkoppeling worden verplaatst, zodat de stuurrem weer naar behoren functioneert – zie volgende blz. I agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 39 3 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. stuurremkoppeling Bowden-kabels voor stuurremkoppeling verplaatsen Bij de uitvoering met een stuurremkoppeling moeten ook de Bowden-kabels worden verplaatst, nadat de stuurstang 180° gedr aaid is, zodat de stuurrem weer naar behoren functioneert. l Bowden-kabels onder voor stuurremkoppeling (5) aan beide kanten uithangen: A Borgclip (4) verwijderen 3 B Bowden-kabels (5) uit de steunclips (3) naar beneden toe uittrekken C Bowden-kabels naar buiten draaien D Bowden-kabels uit de waagbalk (2) uithangen. l Bowden-kabels (5) steeds aan de tegenoverliggende kant van de waagbalk inhangen en weer in omgekeerde volgorde monteren. l Niet vergeten: borgclip (4) aanbrengen om onbedoeld uithangen te voorkomen. De afbeeldingen hiernaast tonen de inbouwpositie van de Bowden-kabels: 1 Bowden-kabel boven voor stuurremkoppeling 2 Waagbalk 3 Steunclip 4 Borgclip 5 Bowden-kabel onder voor stuurremkoppeling 40 = Eenassige tractor als trekmachine of in combinatie met aanbouwwerktuigen achter = Eenassige tractor als werktuigdrager met frontaanbouwwerktuigen agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Wielen De wielen moeten met de profielpunten in de rijrichting (van boven af op de wielen gezien) gemonteerd worden, om de trekkracht zo optimaal mogelijk te benutten. De veerring met de bolle zijde naar de verdieping in het schijfwiel monteren (zie afb. wielbevestigingsschroeven). Bovendien kunnen de wielen naar binnen of naar buiten gedraaid gemonteerd worden, om de benodigde spoorbreedte te bereiken (zie spoorbreedtetabel blz. 20). Uitv. met differentieel 3 De wielen worden afhankelijk van het doel waarvoor ze gebruikt worden aan de binnenste of de buitenste trap van de getrapte naaf gemonteerd. Wielbevestigingsschroeven Uitvoering A wielschroef met veerring. A B Loctite 270 Uitvoering B tapeind met veerring en wielmoer. l Tapeind met de korte schroefdraadkant in de wielnaaf vastdraaien, indien mogelijk met LOCTITE 270 (of iets dergelijks) verlijmen. l Veerring met de bolle kant naar het schijfwiel monteren! Bij nieuwe machines en bij het verwisselen van de wielen moeten de wielschroeven en de wielmoeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm aangehaald worden, verder altijd bij onderhoudswerkzaamheden. Sneeuwkettingen Bij het gebruik van sneeuwkettingen moeten de aanwijzingen van de fabrikant worden opgevolgd. Let erop dat de machineonderdelen vrij kunnen bewegen. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 41 3. Machine- en bedieningselementen Wielen toepassing 3 maat profiel toepassing 4.00-8 5.00-10 akkerprofiel akkerprofiel frezen vanaf 42 cm frezen vanaf 50 cm, rijden 2490 041 0190 112 5.00-12 akkerprofiel ploegen, eggen 3291 051 20x8.00-10 grasprofiel grasverzorging 3490 511 21x11.00-8 terra-profiel maaien – op zachte (drassige) ondergrond 3490 611 2416 011 100 Nm artikelnr. Wielspoorverbreding Uitv. stuurremkoppeling l Artikel 2416 011 voor de montage van wielen 5.00-10AS uitwendige breedte 66 cm voor freeswerkzaamheden breedte 70 cm. 5519 031 42 100 Nm l Artikel 5519 031 voor de montage van terra-wielen 21x11.00-8 TG. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen I Voor een grotere stabiliteit tijdens maaiwerkzaamheden op extreme hellingen is het gebruik van dubbele luchtbanden, sterschijven of grijpwielen aan te raden. Dubbele luchtbanden Behalve een 2e set wielen zijn ook naven nodig voor tussen de wielen. Loctite 270 5616 011 Wielspoorverbreding voor 100 Nm Ž uitv. wielremkoppeling art. 5616 011 Montagevolgorde Œ –  Œ in acht nemen bij:  Œ Wielbevestigingsschroeven  uitv. B (tapeind) gebruiken Ž Veerringen tussen wielscho- 3  Veerring (bol) tel en wielspoorverbreding (centrering) monteren. 5519 011 Loctite 270 100 Nm Ž 6 50 h Œ art. 5519 011 Montagevolgorde Œ –  in acht nemen bij:  Œ Wielbevestigingsschroeven  Veerring (bol) Evenwichtsnaven voor uitv. differntieel uitv. B (tapeind) gebruiken  ŽVeerringen tussen wielschotel en evenwichtsnaven (centrering) monteren. Smeren Evenwichtspositie van de wielflens met een vetspuit (bio-smeervet) aan de smeernippel, iedere 100 bedrijfsuren of na het afspuiten met een hogedrukreiniger. Evenwichtsnaaf instellen Starre positie De evenwichtsnaven zijn bij levering van de machine ingesteld op ”differentieel werking” (evenwichtspositie), montage van “positie star” zie afb. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 43 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. differentieel Œ Grijpwielen Art. 5417 511 .......... aan wielen 4.00-8 Art. 5517 521 ....... aan wielen 5.00-10 Ž  Uitv. differentieel Montagevolgorde Œ -  in acht nemen bij: Œ Wielen aan de “trap binnen” mon- teren Grijpwielflens aan de “trap buiten“ 100 Nm monteren,  3 100 Nm Ž De wielpunten van de grijpwielen wijzen in de rijrichting ten opzichte van de machine (zie afb.)  Vleugelschroef borgen door spanveer in te haken. Uitv. stuurremkoppeling 100 Nm Ž Œ  Uitv. stuurremkoppeling Montagevolgorde Œ –  in acht nemen bij: Œ Wielbevestigingsschroeven uitv. B monteren (tapeind). ŽVeerringen tussen wiel en flens monteren   De wielpunten van de grijpwielen wijzen in de rijrichting ten opzichte van de machine (zie afb.)  44  Vleugelschroef borgen door spanveer in te haken. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Front- en wielverzwaringsgewichten Voor betere trekprestaties kunnen front- en wielgewichten worden gemonteerd. Wielgewicht voor uitv. diff. 1 2 3 6 Zeskantige schroef Tandring Wielgewicht Zeskantige moer Wielgewichten Art.nr. 3221 011 voor montage aan wielen 5.00-10, 5.00-12 Uitv. differentieel Wielverzwaringsgewichten met de zeskantige schroeven, zeskantige moeren en tandringen op de wielschijven monteren. Zeskantige moeren goed vastdraaien! Wielgewicht voor uitv. stuurremkoppeling 1 2 3 4 5 Zeskantige schroef Tandring Wielgewicht Speciale wielbout Veerring (bol) 3 Uitv. stuurremkoppeling Wielen diagonaal bevestigen met steeds 2 speciale wielbouten (4, set 760 33) in plaats van met de gewone wielbouten (aanhaalmoment 100 Nm). Wielgewichten met de zeskantige schroeven en de tandringen op de speciale wielbouten monteren. Zeskantige schroeven goed vastdraaien! Frontgewicht Frontgewicht Art.nr. 3228 011 De montage van frontgewichten wordt geadviseerd voor het evenwicht bij zware aanbouwwerktuigen. Stander Voor onder de gewichtsdragers en de motorbeschermingsvoet bevindt zich de stander (A/16 of C/16). Deze wordt gebruikt bij het wegzetten van de eenassige tractor zonder aanbouwwerktuig, en om het aankoppelen van werktuigen te vergemakkelijken. Bij het wegzetten de stander naar voren bewegen. Bij volgend gebruik de stander weer in de juiste stand terugklappen. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 45 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. dieselmotor Motorkap Motorkap verwijderen l Motorkap aan de achterzijde omhoog tillen. l motorkap aan de voorzijde omhoog tillen en in zijn geheel verwijderen. Motorkap terugplaatsen l Motorkap achter en voor met de klemrubbers op de kogelkoppen plaatsen. l door lichte druk op de voor- en achterzijde van de motorkap uit te oefenen, klikken de kogelkoppen in de klemrubbers vast. 3 De klemrubbers kunnen eventueel met wat bio-smeervet worden ingesmeerd, zodat ze gemakkelijker vastklemmen. I Zekering Om de spanningsregelaar en de generator te beschermen tegen kortsluiting, is een zekering van 15A (J/26) ingebouwd tussen de spanningsregelaar en de E-starter. Wanneer de zekering defect is, dient deze te worden vervangen. Hiervoor moet de ombouw (23) worden verwijderd en de zekeringshouder worden geopend. In de zekeringshouder (J/25) bevindt zich ook een reservezekering. Zorg ervoor dat er zich altijd een reservezekering in de zekeringshouder bevindt. 46 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 3. Machine- en bedieningselementen Uitv. dieselmotor / elektrische starter Bedieningspaneel M Accu Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet droog is voorgeladen, moet deze na het vullen met accuzuur vol geladen worden (laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit). Startschakelaar De startschakelaar (25) voor de elektrische starter heeft 3 schakelposities: 0 = stroom uitgeschakeld, sleutel kan uit het contact worden gehaald 3 I = bedrijfspositie 18 25 26 27 Contact voor aanhanger Startschakelaar met sleutel Accu-laadcontrolelampje Accu = startpositie, contactsleutel springt automatisch in positie „I“ terug Laadcontrolelampje Waarschuwingssignaal Het laadcontrolelampje (26) licht op wanneer de contactsleutel in positie „I“ gedraaid is, en dooft wanneer de motor loopt en de generator de accu oplaadt. Bovendien aan de laadcontrolelampje wordt een pieper opgenomen. Het dooft eveneens wanneer de contactsleutel weer in positie ‘0’ staat of uit het contact is gehaald. Als het laadcontrolelampje oplicht op het moment dat de motor loopt, laadt de generator de accu niet meer voldoende bij: è - Serviceç Het waarschuwingssignaal geluid wanneer de contactsleutel bij stilstaande motor in positie ‘I’ gedraaid is, en dooft wanneer de motor loopt en de generator de accu oplaadt. Het dooft eveneens wanneer de contactsleutel weer in positie is gehaald. staat of uit het contact Als het waarschuwingssignaal geluid op het moment dat de motor loopt, laadt de generator de accu niet meer voldoende è - Serviceç Let op: Draai de startschakelaar niet in positie ‘0’ als de motor loopt, dit kan een defect in de laadregelaar veroorzaken! I agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 47 3. Machine- en bedieningselementen Aanhangen en afkoppelen van aanbouwwerktuigen Œ  W Alleen met stilstaande motor! Aanhangen: De aansluitpunten van de eenassige tractor en het aanbouwwerktuig moeten schoon zijn; eventueel reinigen. ŒBij aftakasaangedreven werkŽ 3  0 tuig: schakelhendel (4) aan het aanbouwwerktuig op ‘0’ zetten.  Verbindingsmof moet licht zijn ingevet met biologisch afbreekbaar smeervet. Ž Bij het aankoppelen van het hak- en freeswerktuig moet de VA-schakeling in positie ‘0’ geschakeld zijn, zodat de blokkeerstang niet uitsteekt aan de aansluitflens van de machine.  Machine met de vangtapeinden van onder af in de vanghaken van het aanbouwwerktuig leiden.  Beide oogschroeven (1) over  de aansluitflens klappen. Let op: l is centrering van de flens (5) correct? l liggen de flensvlakken zo vlak mogelijk tegen elkaar? l dopmoeren gelijkmatig vastdraaien. ‘ ‘ Bij aftakasaangedreven aanbouwwerktuig schakelstang (6) op de schakelhendel (4) drukken totdat deze vastklikt. Het afkoppelen gebeurd in omgekeerde volgorde. 48 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 4. Ingebruikname en bediening Uitv. benzinemotor Ingebruikname De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum. Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren draaien. Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen merkbenzine. Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunststof jerrycans zijn niet toegestaan. Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden gevuld. Wees voorzichtig met brandstof. Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief! l Tank nooit in afgesloten ruimtes. l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde motor. l Tank nooit in de omgeving van open vuur, vonken of hete motoronderdelen. l Niet roken tijdens het tanken! l Mors geen brandstof, gebruik een passende trechter. De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand toe worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder de rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten. l Transmissieoliepeil controleren I 71 Let op: om transportredenen is de motor bij levering niet helemaal met motorolie gevuld! Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden bijgevuld 62 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 49 3 4. Ingebruikname en bediening Uitv. benzinemotor Œ  Ž  ? ok ? ok ? ok  2x Starten van de benzinemotor Start de motor nooit in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het wordt ingeademd! W Œ Motoroliepeil controleren  Luchtfilter schoon? Ž voldoende brandstof in de tank?  Bougiekap plaatsen  Beide brandstofkranen (K/3 + K/15) ‘ opendraaien ‘ Choke 4 l koude motor: CHOKE-knop (K/5) uittrekken. l warme motor: CHOKE-knop in normale positie laten of half uittrekken. ’ “ ’ Motor-uit-schakelaar (B/3; F/3) in bedrijfspositie (“I”) brengen. 1/3 ” “ Toerentalhendel (B/9; F/9) op ca. 1/3 gas zetten. ” Koppelingshendel (B/5; F/5) in startpositie (pal (B/6; F/6) vastzetten). • • Motor buiten het gevarenbereik starten Het trekkoord aan de starthandgreep (K/6) zover uittrekken totdat de startkoppeling merkbaar gepakt wordt, vervolgens trekkoord stevig en met kracht aantrekken zodat de motor gestart wordt. Handgreep na het starten voorzichtig loslaten. Als de motor loopt, korte tijd laten warm draaien. Choke-knop langzaam in bedrijfspositie terugdraaien (indien gebruikt). 50 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 4. Ingebruikname en bediening Uitv. dieselmotor Ingebruikname De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum. Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren draaien. I Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen merkdiesel. Denk tijdig aan de 9 ‘winterdiesel’ De brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunststof jerrycans zijn niet toegestaan. Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden gevuld. Wees voorzichtig met brandstof. l Tank nooit in afgesloten ruimtes. l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde motor. l Tank nooit in de omgeving van open vuur, vonken of hete motoronderdelen. l Niet roken tijdens het tanken! l Mors geen brandstof, gebruik een passende trechter. De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand toe worden volgetankt, max. tot de rode markering in de vulzeef bijvullen, zodat de brandstof kan uitzetten. l Transmissieoliepeil controleren I 71 Let op: om transportredenen is de motor bij levering niet helemaal met motorolie gevuld! Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden bijgevuld 67 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 51 4 4. Ingebruikname en bediening Uitv. dieselmotor / repeteerstarter Œ ? ok  ? ok Ž ? ok Starten van de dieselmotor repeteerstarter Start de motor nooit in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het wordt ingeademd! W Œ Motoroliepeil controleren  Luchtfilter schoon? Ž voldoende brandstof in de tank?  Brandstofkraan (J/3) openen  bij uitv. differentieel:   differentieelslot (D/10) inschakelen (starre as) ‘ bij uitv. stuurremkoppeling: centrale rem (H/14) aantrekken – machine staat stabieler. max ‘Toerentalhendel (D/9 , H/9) op ‘max.’ instel- 4 ’ len. ’Veiligheidshendel (D/4, H/4) en koppelingshendel (D/5, H/5) in startpositie brengen en vastzetten. “ “ Het trekkoord aan de starthandgreep (J/6) langzaam zover aantrekken totdat een weerstand voelbaar is (kolven op compressiepositie). ” ” Decompressiekoord (J/14) naar beneden trekken. • Motor buiten het gevarenbereik starten • 1/2 52 Het trekkoord aan de starthandgreep (J/6) stevig en met kracht aantrekken zodat de motor gestart wordt. Handgreep na het starten voorzichtig loslaten. Decompressie keert na de startprocedure automatisch in de uitgangspositie terug. Toerentalhendel langzaam in de middelste positie brengen en motor korte tijd laten warm draaien. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 4. Ingebruikname en bediening Uitv. dieselmotor / elektrische starter Starten van de dieselmotor elektrische starter Œ ? ok  ? ok Ž ? ok   Start de motor nooit in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het wordt ingeademd! W Œ Motoroliepeil controleren  Luchtfilter schoon? Ž voldoende brandstof in de tank?  Brandstofkraan (J/3) openen  Toerentalhendel (D/9, H/9) op ‘max’ instellen. ‘ Veiligheidshendel (D/4, H/4) en koppe- max lingshendel (D/5, H/5) in startpositie brengen en vastzetten. ‘ ’Contactsleutel in het contactslot (C/25 of G/25) steken en naar rechts in positie ‘I’ draaien - ook wanneer met een repeteerstarter gestart wordt. ’ “ Accu-laadcontrolelampje (C/26, G/26) licht op en waarschuwingssignal geluid (als pieper beschikbaar). “ ” Contactsleutel verder naar rechts in positie ‘START’ draaien. ” Zodra de motor start contactsleutel loslaten – springt automatisch in positie ‘I’ terug. Is de motor niet aangesprongen en moet opnieuw gestart worden, dan contactsleutel van tevoren in positie ‘0’ terugdraaien (startherhalingsvergrendeling). • • Toerentalhendel langzaam in de middel1/2 ste positie brengen en motor korte tijd laten warm draaien. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 53 4 4. Ingebruikname en bediening Uitv. benzinemotor Afzetten van de benzinemotor Œ 6 30 sec. Œ Toerentalhendel in positie neutraal zetten en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien. min   Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’ brengen. Ž Ž Beide brandstofkranen sluiten.   4 Eenassige tractor tegen onbevoegd gebruik beveiligen – bougiekap verwijderen. De motor-uit-schakelaar (B/3) dient ook als Nood-uit-schakelaar. Indien nodig schakelaar in positie ‘0’ brengen, de motor springt af. I Wanneer de motor voor langere tijd wordt afgezet, is het beter niet de motor-uit-schakelaar te gebruiken, maar de brandstofkranen te sluiten en de motor zolang te laten lopen totdat deze vanzelf afspringt. De carburateur is dan leeg en er kan geen verharsing optreden. I 54 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 4. Ingebruikname en bediening Uitv. dieselmotor Afzetten van de dieselmotor Œ Œ Laat de motor nog 1 minuut met ver6 1 Min. min  hoogd stationair toerental draaien, zodat de motor afkoelt. Deze maatregel voorkomt dat de inspuitsproeier aankoolt en bevordert de bedrijfsveiligheid. Toerentalhendel (D/9, H/9) op ‘STOP’ draaien. Zet de motor nooit met de decompressieinstallatie af, daardoor kunnen de ventielen beschadigd worden. I Ž Ž Bij uitvoering met elektrische star- 4 ter de contactsleutel in positie ‘0’ terugdraaien – laadcontrolelampje gaat uit.    Brandstofkraan (J/3) sluiten.  Eenassige tractor tegen onbevoegd gebruik beveiligen. Bij uitvoering elektrische starter: - Contactsleutel verwijderen agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 55 4. Ingebruikname en bediening Werken met de machine Œ Œ Motor starten zoals beschreven onder ‘motor starten’. Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling - het machine enkel in gebruik nemen wanneer de veiligheidsschakeling werkt! W  Ž  Draag gehoorbescherming en altijd stevige schoenen Afhankelijk van de werkzaamheden – juiste versnelling inschakelen 2. 1.  è I Ž Afhankelijk van de werkzaamheden – juiste versnelling inschakelen  Bij het model „4de versnelling = 16,9 km/h“ voor de werkzaamheden, vooral bij de grondbewerking niet de 4de versnelling inschakelen! - Gevaar op ongevallen! ‘  Bij werkzaamheden met aftakasaangedreven W werktuigen: 4 ’ Aftakas-schakelhendel (B/1, D/1, F/1, H/1) naar voren (in rijrichting) brengen – werktuigaandrijving is ingeschakeld  Rijaandrijving in positie vooruit of achteruit schakelen Œ ‘ Rem losmaken ’ Koppeling langzaam laten opkomen en tegelijkertijd gas geven  Ž  Wisselen van rijrichting van vooruit in achteruit: Œ Motor in positie neutraal  Koppeling ontkoppelen en vasthouden Ž in “R” schakelen  Koppeling langzaam laten opkomen en tegelijkertijd gas geven Bij het veranderen van rijrichting achteruit naar vooruit moeten de handelingen in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd. W 56 Laat de eenassige tractor nooit onbeheerd achter zolang de motor loopt. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 4. Ingebruikname en bediening Gevarenzone Tijdens het starten en de werkzaamheden mogen zich geen personen binnen de gevarenzone bevinden. 4334 W Gevarenzone Werkzaamheden op hellingen benzinemotor: max. 45° (100 %) Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, dat een tweede persoon de machine met een trekkabel of een trekstang vasthoudt, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De begeleider moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! W dieselmotor: max. 20° (37 %) Maaien op vlak terrein Maaien op hellingen Werk indien mogelijk dwars op de helling! Motor starten op de helling ŒAftakas en rijaandrijving in de geschakelde positie laten staan (geschakelde versnellingen werken als een rem) Œ è  I 2. 1. Ž  Bij uitv. stuurremkoppeling: centrale rem aantrekken Ž Koppelingshendel en veiligheidsschakeling in ‘startpositie’ brengen  Bij uitv. benzinemotor: motor  uit-schakelaar (B/3, F/3) in bedrijfspositie (‘I’) brengen  Motor opnieuw starten agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 57 4 4. Ingebruikname en bediening Aanwijzing bij het maaien Rijden met aanhanger Na het beëindigen van de maaiwerkzaamheden of als de maaimachine verstopt is: Wanneer de eenassige tractor op de openbare weg wordt gebruikt (ook zonder aanhanger) dienen de plaatselijke bepalingen in acht te worden genomen. l VA-schakelstang in neutraal zetten. De maaimachine blijft staan maar het mes blijft in beweging; daardoor wordt de maaibalk vrijgemaakt. l Aftakasschakelhendel in positie ‘0’ brengen. Antiwikkelbuis (alleen bij uitvoering differentieel) Voor maaiwerkzaamheden in hogere gewassen is het raadzaam aan beide zijden een antiwikkelbuis aan de getrapte naven te monteren. 4 Bouwset antiwikkelbuis: ................................... agria nr. 719 65 Het gebruik van de machine met aanhanger op de openbare weg is alleen toegestaan met de uitvoering differentieel en wielen 5,010. I De eenassige tractor moet zijn voorzien van een generator en de aanhanger moet zijn uitgerust met goedgekeurde verlichting en richtingaanwijzers. Bovendien moet de bestuurder in het bezit zijn van een vergunning voor de eenassige tractor en de aanhanger, en moet hij deze op verzoek kunnen tonen. Vereiste extra toebehoor: Als tijdens de werkzaamheden de machine moet worden schoongemaakt, moet de motor om veiligheidstechnische redenen worden afgezet en dient de bougiekap of de contactsleutel te worden verwijderd. W 1 paar wielen 5.00-10 art. nr. 0190 112 1 paar spatborden art. nr. 3424 011 1 eenassige aanhanger – 650 kg toegelaten totaal gewicht art. nr. 3481 121 (geadviseerde transmissie-uitvoering: 4de versnelling = 16,9 km/h) Het is niet toegestaan om een aanhanger te combineren met een eenassige tractor uitv. stuurremkoppeling. Ongevalrisico! W Voorbereiding l Wielen monteren (zie blz. 41). l Spatborden aan de bevestigingsschroeven (A/10; C/10; E/10; G/10) van het transmissiehuis achter monteren. 58 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 4. Ingebruikname en bediening 1 2 3 4 5 6 7 11 12 13 14 15 16 17 18 Dissel Elektro-stekker Fabrieksplaatje Elektro-schakelkast Handremhendel Rempedaal Spie Schakelkastslot Claxon, drukknop Alarmverlichting Richtingaanwijzer Hoofdschakelaar Lichtschakelaar Accu 12V Claxon 4 Aankoppelen Rem omzetten l Aanhangerdissel (1) in de aanhangerkoppeling (A/6; C/6; E/6; G/6) leiden. De eenassige aanhanger is voorzien van een gecombineerde bedrijfs- en parkeerrem, deze moet op de juiste manier en op het juiste moment worden ingesteld. l Steekbouten (A/8; C/8; E/8; G/8) insteken en met de borgklip (A/7; C/7; E/7; G/7) borgen. l Verbindingskabel met stekker in het stopcontact (A/18; C/18; E/18; G/18) van de eenassige tractor steken. Bedrijfsrem = l Spie (7) aanbrengen Parkeerrem = l Spie (7) verwijderen agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 59 4. Ingebruikname en bediening 4 Rijden Gevaarsaanwijzing l De hoofdschakelaar (14) op het schakelpaneel van de aanhanger aan het begin van de rit inschakelen (controlelampje in de schakelaar licht op), na de rit beslist weer uitschakelen (accu loopt anders leeg). l Controle van de richtingaanwijzers en de verlichting. l Controleer of de voet- en de handrem van de aanhanger goed functioneren. l Voor het rijden rem in positie bedrijfsrem brengen. Remfuncties controleren. l Luchtdruk in de banden controleren: (regelmatig controleren) eenassige tractor ..................... 1,5 bar eenassige aanhanger .............. 2,5 bar Rijden met de aanhanger vereist de Let erop dat de bandenspanning per bandenpaar gelijk is, zodat optimaal rijgedrag gegarandeerd kan worden. l Let op het toegelaten totale gewicht van de aanhanger: vermijd overbelading! l De hak- en freesinstallatie mag niet aangebouwd zijn. l Helling afwaarts met ingeschakelde versnelling rijden! Bij het nemen van steile hellingen dient de 2de versnelling te zijn ingeschakeld! Algemeen, en vooral tijdens het achteruitrijden, dient men op het volgende te letten: W 1. Hindernissen, vooral bodemhindernissen! 2. Slechts zo snel rijden, dat men steeds op tijd kan stoppen voor een eventueel gevaar. 3. Enkel in 1ste of 2de versnelling achteruitrijden! 4. In bochten en bergop/bergaf de snelheid aanpassen. 5. Alleen afremmen aanhangerrem. Vanwege een optimale bestuurbaarheid van de tractor moet het differentieelslot tijdens het rijden met een aanhanger uitgeschakeld zijn (vooral bij het nemen van bochten). Differentieelslot slechts zolang als noodzakelijk is benutten! I 60 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL met de 4. Ingebruikname en bediening Bodemverhogingen, -verlagingen, stenen enz. veroorzaken een onverwachte schok en leiden de tractor eenzijdig en in verticale richting af. Grote stuurhoeken, versterkt door stoten van één kant, kunnen de tractor volledig afleiden en achteraan enigszins naar onderen kantelen. In bochten, of wanneer dwars op de helling gereden wordt, treden daarbij nog zijdelingse krachten op, die de bestuurder uit de stoel willen duwen. Bij hoge snelheden, bij het transporteren van ladingen, in bochten en/of bergopwaarts/bergafwaarts, worden deze effecten en hun gevolgen nog versterkt. Het gevaar bestaat dat de bediener de controle over het voertuig verliest en door de handgreep gekwetst of uit de stoel geslingerd wordt. Er kan materiële schade ontstaan en personen in de buurt of de bediener zelf, kunnen door het voertuig verwond geraken. Het is noodzakelijk te letten op bodemhindernissen. Deze dienen indien mogelijk eerst uit de weg te worden geruimd of langzaam en onder controle te worden voorbijgereden. Mogelijke gevaren dienen voortdurend in het oog te worden gehouden. Hindernissen, bochten, hellingen en hellende weggedeelten langzaam passeren. De snelheid aanpassen aan het terrein en aan de weersomstandigheden. Een geparkeerd voertuig op een helling beveiligen tegen wegrollen. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat hij in geval van gevaar niet door het stuur meegesleurd wordt of verwond geraakt, dat hij in bochten niet van de stoel geslingerd wordt en dat hij de stuurkrachten constant kan controleren. Rekening houdend met de gebruiksomstandigheden, de stuurhoek zodanig kiezen, dat de zijkrachten voortdurend door de bediener kunnen worden gecontroleerd. Niet met hoge snelheid op hindernissen rijden! In geval van gevaar onmiddelijk stoppen (Koppelen en over de aanhanger remmen, of indien nodig de motor afzetten)! W agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 61 4 5. Onderhoud en reparatie Uitv. benzinemotor Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en reparatie. Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is! Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermingshandschoenen! Motor 6 A; 8 h Motoroliepeil controleren l Voor iedere ingebruikname en steeds na 8 bedrijfsuren. l Alleen bij afgezette en horizontaal staande motor. l Oliepeilschroefdop (K/3) en omgeving aan de buitenkant reinigen. l Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeilstok met een schone doek afnemen, terugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw uittrekken om het oliepeil te meten. l Is het oliepeil tot beneden de markering gedaald, motorolie (zie ‘technische gegevens’) tot de rand van de olievulhals bijvullen. 5 Motorolie verversen 6 25 h (50 h) Voor de eerste keer na 25 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat deze niet te heet is – kans op brandwonden! l Olievuldop, olieaftapplug en omgeving reinigen. l Olie bijvullen, olie op voorgeschreven wijze verwerken. Let op de conditie van de af dichtring, eventueel vervan gen. Aftapplug vastdraaien! I - Voor kwaliteit van de olie zie 'technische gegevens’). 62 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Uitv. benzinemotor schuimstofvoorfilter filterelement luchtfilterdeksel Œ 6 A (25 h)  2 Ž  Luchtfilter Voor iedere ingebruikname luchtfilter (K/4) controleren op vervuiling en eventueel schoonmaken. Reiningen het luchtfilter en laateste om de 25 bedrijfsuren of in elk geval iedere 3 maanden, of in geval van zeer stoffige omstandigheden na een paar uur. Œ Luchtfilter en omgeving reinigen.  Vleugelmoer losmaken en luchtfilterdeksel afnemen. Ž Schuimstofvoorfilter voorzichtig losmaken.  Schuimstofvoorfilter in water  met schoonmaakmiddel uitwassen (geen benzine gebruiken). ‘ “ ’  Schuimstofvoorfilter als een spons uitknijpen en goed laten drogen. ‘ Filterelement uitnemen. 5 ’Filterelement op een gladde ondergrond voorzichtig uitkloppen. “Schuimstofvoorfilter en filter” element niet met perslucht schoonblazen en niet met olie doordrenken! ” Filterelement en schuimstofvoorfilter inzetten. •Luchtfilterdeksel terugzetten • en vleugelmoer vastdraaien. l Filterelement a iedere 5 reinigingsbeurten of ca. 200 bedrijfsuren vervangen. I Beschadigde filterelementen direct vervangen. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 63 5. Onderhoud en reparatie Uitv. benzinemotor Bougie van de bougie en instellen van de elektrodenafstand Bougie (3) bevindt zich onder de brandstoftank: Œ Brandstoftank (1) naar boven klappen. Wanneer de brandstoftank niet automatisch in de opgeklapte toestand blijft staan, dienen de scharnierschroeven (2) te worden aangedraaid, zover totdat de brandstoftank weer blijft staan en toch nog opklapbaar is.  Terugplaatsen: brandstoftank weer in oorspronkelijke positie brengen en in de kogelknop (4) duwen. 6 100 h 0,6 - 0,7 mm Steeds na 100 bedrijfsuren of bij storingen in de ontsteking: l Roetafzettingen met een staalborstel van de elektroden van de bougie verwijderen. 5 l Elektrodenafstand controleren en op 0,6 tot 0,7 mm instellen. Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervangen. 64 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Uitv. benzinemotor Reiniging van het koelsysteem 6A 6 100 h; J Het koelsysteem kan door plantenresten en stof verstopt raken. Wanneer meteen verstopt koelsysteem wordt doorgereden, wordt de motor te heet en kan deze defect raken. l Koelluchtzeef (K/7) regelmatig controleren en ontdoen van stof en plantenresten. l Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfsuren of minstens eens per jaar, het beste voor het seizoen begint, reinigen. Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan de cilinder en de cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef reinigen. - Serviceç è 6 A; 4 h Uitlaat Uitlaat (K/9) regelmatig controleren op maai- en plantenresten, en eventueel reinigen. Brandgevaar! Voor iedere ingebruikname controleren. 5 Brandstofslangen Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen. Reiniging van de brandstofzeef 6J De brandstofzeef die aan de brandstofkraan (K/3) is aangebracht, moet minstens eens per jaar op water en verontreinigingen gecontroleerd worden. l Sluit hiertoe de brandstofkraan. l Verwijder de brandstofzeef en haal de verontreinigingen weg, indien nodig vervangen. l Was de filterzeefhouder in brandstof uit. l Brandstofzeef weer op de juiste manier monteren om het lekken van brandstof te voorkomen. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 65 5. Onderhoud en reparatie Uitv. benzinemotor Cilinderkop reinigen Klepspeling instellen Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop afnemen en de koolafzettingen aan cilinder, cilinderkop, zuigerbodem en ventielen met een staalborstel verwijderen. Vervolgens met een zacht penseeltje schoonvegen. Koppakking vervangen en op de cilinderkop monteren. Cilinderkopschroeven afwisselend met 26 Nm vastdraaien. è - Serviceç Na iedere 400 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en inlaatklep 0,1 mm bij koude motor. è - Serviceç Carburateur reinigen Steeds na 400 bedrijfsuren moet de carburateur worden gereinigd en aansluitend moet het stationaire toerental worden ingesteld. è - Serviceç Stationair toerental Let erop dat het toerental van de motor juist is ingesteld. De motor moet bij laag toerental zonder problemen draaien als de toerentalhendel in positie neutraal aan de aanslag staat. 5 1 mengsel-regelschroef voor stationair toerental 2 schroef voor begrenzing stationair toerental 3 stationair sproeier Regelveer in gat 3 en B Instellen van het stationair toerental: de schroef voor begrenzing stationair toerental (2) en de mengsel-regelschroef voor stationair toerental (1) moeten onderling worden afgesteld. Daarna moet het startkoord aan de klemschroef of de stelschroef zonder speling worden ingesteld. Alleen instellen bij warmgedraaide motor. (Stationaire toerentallen zie ‘technische gegevens’). è - Serviceç Toerentalregelaar Voor het juist functioneren van de toerentalregelaar aan de motor en voor de instelling van het hoogste stationaire toerental moet de regelveer zoals op de afbeelding zijn gepositioneerd. W Wijzigingen vergroten de kans op ongevallen. Bovendien ver valt de aanspraak op garanties! De regelveer, -hendel en -stang moeten altijd vrij zijn van vuil, maai- en plantenresten. 66 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Uitv. dieselmotor Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en reparatie. Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is! Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermingshandschoenen! Motor 6 A; 8 h Motoroliepeil controleren l Voor iedere ingebruikname en steeds na 8 bedrijfsuren. l Alleen bij afgezette en horizontaal staande motor. l Oliepeilschroefdop en omgeving aan de buitenkant reinigen. l Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeilstok met een schone doek afnemen, terugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw uittrekken om het oliepeil te meten. l Is het oliepeil tot beneden de markering gedaald, motorolie (zie ‘technische gegevens’) tot de rand van de olievulhals bijvullen. 6 (50 h) 200 h Motorolie verversen Voor de eerste keer na 50 bedrijfsuren, dan om de 200 bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentemperaturen moet de olie al na 100 uur worden ververst. Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat deze niet te heet is – kans op brandwonden! lOlievuldop, olieaftapplug en omgeving reinigen. lAftapplug losdraaien. Olie opvangen en op voorgeschreven wijze verwerken. lBij elke motorolieverversing, ook de motoroliefilter in dieselolie reinigen, beschadigde filter vervangen. lSchone motorolie bijvullen door de olievulopening. Let op de conditie van de afdichtring, eventueel vervangen. Aftapplug vastdraaien! Hoeveelheid en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. Vul de olie bij met een trechter of iets dergelijks. I agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 67 5 5. Onderhoud en reparatie Uitv. dieselmotor 6 A, 50 h Vleugelschroef (400 h) Papier-filterelement Schuimstof-voorfilter Luchtfilterdeksel Cyclon-voorfilter Œ  Ž Luchtfilter Voor iedere ingebruikname luchtfilter (J/4) controleren op vervuiling en eventueel schoonmaken. Reinig het luchtfilter (J/4) om de 50 bedrijfsuren of in elk geval iedere 3 maanden, of eerder in geval van zeer stoffige omstandigheden. Œ Luchtfilter en omgeving reinigen.  Vleugelschroef losmaken, luchtfilterdeksel met cyclonvoorfilter verwijderen.   Ž Luchtfilterdeksel zo draaien, dat evt. vuil in het cyclon-voorfilter terechtkomt.  Schuimstof-voorfilter zichtig losmaken. ‘ ’ voor-  Schuimstof-voorfilter in water “ met schoonmaakmiddel uitwassen (geen benzine gebruiken). ‘ Schuimstof-voorfilter uitknijpen en goed laten drogen. 5 ’ Papierfilterelement eruit nemen “ Papierfilterelement op een ” gladde ondergrond voorzichtig uitkloppen. ” Schuimstof-voorfilter en Pa• pierfilterelement niet met perslucht schoonblazen of inoliën! •Papierfilterelement en schuimstof-voorfilter terugplaatsen. Luchtfilterdeksel terugzetten en vleugelschroef vastdraaien. Het papierfilterelement moet na 400 bedrijfsuren of minimaal eens per jaar worden vervangen. Beschadigde filterelementen direct vervangen. 68 I agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Uitv. dieselmotor Brandstof aftappen l Passende opvangbak met trechter of iets dergelijks klaarzetten. 2 3 4 5 6 Brandstoftank Brandstofkraan Filterpatroon Afdichting Afdichtring (O-ring) 7 Zeskantige moer 16 Aftapplug l Aftapplug (16) uitschroeven en brandstof in de bak laten lopen. l Aftapplug (16) met afdichtring weer terugplaatsen en vastdraaien (vooraf afdichtring controleren en evt. vervangen). X Brandstoffilter Brandstoffilterpatroon na ongeveer 200 bedrijfsuren reinigen. Wanneer de prestaties van de motor duidelijk afnemen, moet het filterpatroon eerder worden gereinigd. In- en uitbouwen van filterpatronen: l Brandstof aftappen. l Zeskantige moeren (X/7) uitschroeven. l Filterpatroon (X/4) door de vulopening uit de brandstoftank halen. 6 200 h (400 h) l Brandstoffilter met dieselolie reinigen, beschadigd filterpatroon vervangen. Brandstofinstallatie ontluchten l Brandstoffilter in omgekeerde volgorde terugplaatsen, afdichting (X/5) en afdichtring (X/6) van tevoren controleren en eventueel vervangen. l Zeskantige moeren weer vastdraaien. l Brandstof bijvullen en brandstofinstallatie op lekkage controleren. l Brandstofinstallatie ontluchten. l Brandstoffilter na 400 bedrijfsuren vervangen. Brandstofslangen Iedere 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen. Nadat de brandstoftank helemaal is leeg gereden en na reiniging of vervanging van het brandstoffilter of de brandstofleidingen, moet de brandstofinstallatie ontlucht worden. De motor is voorzien van een automatische ontluchtingsinstallatie. Ga als volgt te werk: l Brandstoftank met dieselbrandstof vullen. l Motor met de repeteerstarter of de elektrische starter meerdere malen door laten draaien en de motor starten. l Motor ca. 1 minuut laten draaien. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 69 5 5. Onderhoud en reparatie Uitv. dieselmotor Reiniging van het koelsysteem 6A Nadat de tractor langere tijd in bedrijf is geweest, kan het koelsysteem door plantenresten en stof verstopt raken. Wanneer langdurig met een verstopt koelsysteem wordt gewerkt, kan de motor te heet worden en defect raken. l Koelluchtzeef (J/10) regelmatig controleren en ontdoen van stof en plantenresten. l Ventilatorhuis na iedere 100 bedrijfsuren of tenminste eens per jaar, het beste voor het seizoen begint, reinigen. Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan de cilinder en de cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef reinigen. - Serviceç è 6 100 h; J Uitlaat 6 A; 4 h Uitlaat (J/9) regelmatig controleren op maaien plantenresten, en eventueel reinigen. Brandgevaar! 5 Klepspeling instellen Na iedere 400 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en inlaatklep 0,15 ± 0,02 mm bij koude motor. è - Serviceç Inspuitsproeier Na iedere 400 bedrijfsuren moet de inspuitsproeier gereinigd en gecontroleerd worden. è - Serviceç Stationair toerental Let erop dat het toerental van de motor juist is ingesteld. De motor moet bij laag toerental zonder problemen draaien als de toerentalhendel in positie neutraal aan de aanslag staat. è - Serviceç 70 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Machine Transmissie Het transmissieoliepeil moet voor iedere ingebruikname en steeds na 50 bedrijfsuren gecontroleerd worden (oliepeilstok en olievulhals (A/9; C/9; E/9; G/9). Het oliepeil moet bij horizontaal staande machine tussen de streepjes max. en min. staan. l Oliepeilstok uittrekken, met een schone doek afnemen en weer terugsteken. l Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het oliepeil te meten, eventueel olie bijvullen. Transmissieolie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens na iedere 200 bedrijfsuren, met warme motor. 6 A; 50 h 6 (50 h) 200 h Œ Olievulhals (A/9; C/9; E/9; G/9), aftapplug (A/ 20; C/20; E/20; G/20) en hun omgeving reinigen.  Olie bijvullen, olie op voorgeschreven wijze verwerken. Let op de conditie van de af dichtring, eventueel vervangen. Olievulhals en aftapplug vastdraaien! I - Voor kwaliteit van de olie zie 'technische gegevens’). Œ 6 (2 h) 25 h Œ 100 Nm 6 (2 h) 50 h  100/160 Nm 5 Wielen Œ Bij de eerste ingebruikname en bij iedere wisseling van de wielen moeten de wielschroeven en -moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm worden nagetrokken. Verder bij alle servicewerkzaamheden.  De zeskantige moeren (A/22; C/22) voor de getrapte naven met 100 Nm of (E/23; G/23) voor de wielnaven met 160 Nm na de eerste 2 bedrijfsuren en vervolgens na iedere 50 bedrijfsuren aanhalen. Ž De bandenspanning van de banden moe- Ž ten regelmatig gecontroleerd worden. Let erop dat de spanning in beide banden gelijk is zodat probleemloos rijden gewaarborgd is. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 71 5 5. Onderhoud en reparatie Veiligheidschakeling Stuurstang Controleer het functioneren voor iedere ingebruikmane en bij iedere onderhouds- en reparatiebeurt. l Bij het loslaten van de hendel (B/4 of D/4) moet de motor vanzelf tot stilstand komen. l BenzinemoBenzine tor: conditie van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen. 6A è Serviceç Diesel l Dieselmotor: eventueel de instelling van de stopBowden-kabel aan 6A de Bowdenkabelstel-schroef aan de motor corrigeren. è - Serviceç l De smeernippels van de stuurstang en de aanhang6B installatie moeten eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger met biologisch afbreekbaar vet gesmeerd worden. Op de betreffende plaatsen moet een vetkraag aanwezig zijn, deze beschermt de onderdelen tegen het binnendringen van water en vuil. Motor-uit-schakeling 5 Controleer het functioneren bij iedere onderhouds- en reparatiebeurt. lBenzinemotor: wanneer de schakelaar in positie ’0’ staat 6 A moet de motor tot stilstand komen. Conditie van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen. è - Serviceç l Dieselmotor: wanneer de toerentalhendel aan de aanslag in positie ‘STOP’ staat, moet de motor tot stilstand komen. 6 A Eventueel de instelling van de toerental- of stop-Bowdenkabel aan de Bowdenkabelstelschroeven aan de motor corrigeren. è - Serviceç 72 Accu Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger niet droog is voorgeladen, moet deze na het vullen met accuzuur volgeladen worden (laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit). Wanneer de machine of de aanhanger gedurende langere tijd niet gebruikt wordt moet de accu steeds met een laadstroom van 0,06 Ampère volgeladen worden of iedere maand gecontroleerd worden, indien nodig opladen. Eerst minpool-kabel losmaken. Accu nooit in ontladen toestand laten staan! Volg de aanwijzingen van de fabrikant op! Vermijd vonken en open vuur in de omgeving van de accu. Voorzichtig met accuzuur – agressief! W Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie defect brandgevaar! agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Instellingen van de hendels Speling of instellingen voor iedere ingebruikname controleren en eventueel corrigeren (vooral tijdens de inrijperiode na de eerste ingebruikname of na het verwisselen van de koppelings- of remvoering). Uitvoering benzinemotor Uitvoering dieselmotor >34018362 Koppeling: 6A X = 3 – 5 mm (koppelingsspeling) Instelling: Œ 2  Differentieelschakeling, centrale rem en stuurrem: 4 + X = 3 – 5 mm 5 verwijderen 2. kabeluiteinde (3) met de verstelbout (4) uit de houder in de hendel nemen. ! = Bowdenkabel in hendellager in positie onder ingevoerd. ! = Bowdenkabel in hendellager in positie onder ingevoerd. Œ 1. Borgveer (2) Ž Verstelbout (4) draaien (+ -), tot de afstand ”X” beschikbaar is. Ž 2 1 hendel 2 vormveer 3 kabel-tapuiteinde 1. Kabeluiteinde met de verstelbout weer in de houder terughangen 2. borgveer (2) monteren. 4 verstelbout Uitvoering dieselmotor <34018361 l Verstelschroef (1) in- of uitdraaien, tot afstand ‘A’ bereikt is (door verder in te draaien wordt de afstand groter, door uit te draaien wordt de afstand kleiner). 6A l Verstelschroef vervolgens met contra-moer (2) vastschroeven. Speling voor koppeling of differentieelslot: A = 5–6 mm. Hendel voor de stuurremkoppeling, instelling zie uitv. benzinemotor. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 73 5 5. Onderhoud en reparatie Uitv. Bergveiligheidsrem Bergveiligheidsrem Œ l Controleer de remwerking van de bergveiligheidsrem voor iedere ingebruikname. Instelling  73 Œ Koppeling instellen.  Hendel voor koppeling in positie ‘0’ brengen (vergrendeling vastgeklikt). Ž Zeskantige moeren (1) aan beide kanten losmaken. Ž   Oefen een lichte druk uit op de rembehuizing zodat het remblok (4) niet te strak tegen de remschijf (3) aan ligt.  Zeskantige moeren (1) aan beide kanten vastdraaien. ‘ Remwerking controleren, evt. instel1 2 3 4 5 lingsprocedure herhalen.  zeskantige moer haakse bevestigingsplaat voor bergrem remschijf remvoering voor remvoering achter 6A ‘ 5 ’ Remvrijloop controleren: l V/A-schakeling in ”neutraal”. l Koppeling op ”0”. l Remschijf moet met de hand kunnen worden gedraaid, evt. instelling herhalen. Remvoering controleren 6 100 h 3 mm l Controleer steeds na 100 bedrijfsuren de remvoeringen (4+5) op slijtage (optische controle). De voering moet een dikte hebben van ten minste 3 mm, evt. voeringen vervangen. Remvoeringen vervangen l Zeskantige moer (1) aan beide kanten losmaken. l Haakse bevestigingsplaat (2) met ringen en rembehuizing verwijderen. l Rembekledingen (4+5) vervangen. l Bergveiligheidsrem in omgekeerde volgorde weer monteren. l Instellingsprocedure uitvoeren. 74 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 5. Onderhoud en reparatie Algemeen Œ Œ Voor iedere ingebruikname letten op het verliezen van brandstof en olie, eventueel opruimen.  Schroeven en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken.  Ž Ten minste eens per jaar en na reiniging: Alle glijdende of beweeglijke onderdelen (bijv. toerentalhendel, hendellager) met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden. Ž Reiniging Motor Reinig de motor alleen met een doekje. Vermijd het spuiten met een sterke waterstraal; er zou water in het ontstekingsmechanisme of in het brandstofsysteem kunnen komen, dit kan leiden tot mankementen. 5 Machine èI Na iedere werkzaamheden moet de freeswerktuig en beschermkap grondig met water worden schoongemaakt. Daarvoor dient het beschermkap te worden gedemonteerd. Alle glijdende delen moeten vervolgens met biologisch afbreekbare smeerolie geolied worden, of met biologisch afbreekbaar smeervet worden insgesmeerd. Na iedere reiniging met de hogedrukreiniger alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd, nasmeren en inoliën, en de motorhak kort laten draaien zodat het water eruit loopt. De lagers moeten voorzien van een vetkraag. Deze beschermt de lagerstegen het binnendringen van plantensappen, water en vuil. agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 75 5. Onderhoud en reparatie d) Aandrijfwiel Stallen Wanneer de machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: a) Reinigingsbeurt Schoonmaken, laklaag bijwerken b) alle onbeschermde onderdelen en het hakwerktuig met biologisch-afbreekbare corrosiewerende olie inoliën. c) Motor in conditie houden Benzinemotor: l Brandstof aftappen of brandstoftank voltanken, met brandstofstabilisator (agria-nr. 799 09) mengen - Kijk in de gebruiksaanwijzing. Motor ca. 1 minuut laten lopen. l Motorolie verversen. l In de bougieopening een theelepel vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor langzaam doordraaien. 5 l Bougie weer inbouwen. Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten (starthandgreep langzaam aantrekken totdat weerstand voelbaar is), hiermee zijn de kleppen gesloten. l Motor om de 2–3 weken langzaam doordraaien (bougiekap verwijderen!) en aansluitend zuiger weer op compressie zetten. 6 Plaats deze op steunblokken zodat de banden niet op de vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in kwaliteit achteruit wanneer ze zonder lucht onder belasting staan. e) Koppeling Eenassige tractor altijd met aangetrokken koppelingshenBenzine del (vergrendeling ingeklikt) parkeren, er kunnen anders problemen met de koppeling ontstaan als gevolg van corrosievorming. Diesel f) Machine stallen om sterke corrosievorming te voorkomen: – beschermen tegen weersinvloeden niet stallen in: – vochtige ruimtes Dieselmotor: – Motorolie verversen. – Wanneer de tractor langere tijd niet gebruikt wordt, uitlaat en luchtinlaatopening aan het luchtfilter met crêpeband of iets dergelijks afsluiten. – ruimtes waar kunstmest ligt opgeslagen – stallen of daarnaast gelegen ruimtes. g) Afdekken Dek de machine af met een dekzeil of iets dergelijks. 76 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 6. Storingen opsporen en verhelpen W Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp kan grote schade veroorzaken. storing mogelijke oorzaak oplossing pagina - Bougiekap is niet aangesloten - Choke niet uitgetrokken Bougiekap aansluiten Chokehendel in positie CHOKE brengen 50 Motor-uit-schakelaar in positie ‘1’ schakelen 50 Veiligheidsschakelaar in startpositie brengen 31, 50 Brandstoftank vullen met schone brandstof Brandstofleiding reinigen 65 Bougie schoonmaken, instellen of vervangen 64 Bougie drogen, schoonmaken en starten met volgas 64 Leiding en verbindingen controleren ¬ Bevestigingsschroeven natrekken Benzinemotor: Motor start niet - Motor-uit-schakelaar op ‘0’ - Veiligheidsschakelaar niet in startpositie - Brandstoftank leeg of slechte brandstof - Brandstofleiding verstopt - Bougie defect - Motor teveel brandstof (verzopen) - Motor-uit-leiding defect - Valse lucht door losgelaten carburateur en aanzuigleiding Motor hapert af en toe - Motor loopt op CHOKE - Bougiekabel is los - Brandstofleiding verstopt of slechte brandstof - Luchttoevoer in de brandstoftankdop verstopt - Water of vuil in het brandstofsysteem - Luchtfilter verontreinigd - Carburateur verkeerd afgesteld Motor wordt te heet - Te weinig motorolie - Ventilatiesysteem functioneert niet - Luchtfilter is verontreinigd - Carburateur is verkeerd afgesteld Chokehendel in positie BEDRIJF brengen Bougiekap op de bougiekabel vastklemmen, bougiekabelbevestiging vastklemmen, bougiekap op de bougie vastklemmen Brandstofleiding schoonmaken, ¬ schone brandstof tanken Brandstoftankdop vervangen Brandstof aftappen en schoonmaken, schone brandstof tanken Luchtfilter schoonmaken of vervangen Carburateur afstellen ¬ 50 63 66 Meteen motorolie bijvullen Luchtrooster schoonmaken, koelribben schoonmaken Luchtfilter reinigen Carburateur afstellen ¬ 65 63 66 ¬ 64 66 Motor haperingen bij hoge toerentallen - Ontsteking te krap afgesteld - Stationair toerentalmengsel niet correct afgesteld Bougie afstellen Carburateur afstellen Motor slaat bij stationair toerental vaak af - Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie defect - Carburateur niet correct afgesteld - Luchtfilter verontreinigd Bougie afstellen of vervangen Carburateur afstellen Luchtfilter reinigen agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 62 64 ¬ 77 66 63 6 6. Storingen opsporen en verhelpen storing mogelijke oorzaak oplossing pagina Motor loopt onregelmatig - Regelstangen zijn verontreinigd, klemmen Regelstangen schoonmaken Motor springt in stoppositie niet af - Motor-stop-leiding defect, massa ontbreekt Leiding en verbinding controleren, massa controleren Motor levert te weinig vermogen - Luchtfilter is verontreinigd - Cilinderkop los of afdichting beschadigd - Te weinig compressie Luchtfilter reinigen Cilinderkop aandraaien, afdichting vervangen Motor laten controleren - Toerentalhendel op ‘STOP’ - Brandstoftank leeg of slechte brandstof - Brandstofleiding of brandstoffilter verstopt - Inspuitsproeier of inspuitleiding verontreinigd - Inspuitdruk niet correct Toerentalhendel in positie max. schakelen Brandstoftank vullen met schone brandstof Brandstofleiding of brandstoffilter reinigen Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen ¬ Inspuitdruk controleren ¬ - Brandstofleiding verstopt of slechte brandstof - Luchttoevoer in de brandstoftankdop verstopt - Water of vuil in het brandstofsysteem - Luchtfilter verontreinigd - Inspuitsproeier of inspuitleiding verontreinigd Brandstofleiding schoonmaken, schone brandstof tanken Brandstoftankdop vervangen Motor wordt te heet - Te weinig motorolie - Ventilatiesysteem functioneert niet Meteen motorolie bijvullen Luchtrooster schoonmaken, koelribben schoonmaken Motor haperingen bij hoge toerentallen - Inspuitsproeier verontreinigd - Inspuitdruk niet correct afgesteld 66 63 ¬ ¬ Dieselmotor: Motor start niet Motor hapert af en toe 6 Brandstof aftappen en schone brandstof tanken Luchtfilter schoonmaken Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen Inspuitsproeier reinigen Inspuitdruk afstellen 52, 53 ¬ 69 70 68 70 67 70 ¬ 70 Motor - Luchtfilter is verontreinigd slaat bij stationair toerental vaak af Luchtfilter reinigen 68 Motor springt in stoppositie niet af Leiding correct afstellen 72 78 - Motor-stop-leiding niet correct afgesteld agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 6. Storingen opsporen en verhelpen storing mogelijke oorzaak oplossing Motor - Luchtfilter is verontreinigd - Cilinderkop los of afdichting beschadigd - Te weinig compressie Luchtfilter reinigen Cilinderkop aandraaien, afdichting vervangen Motor laten controleren levert te weinig vermogen pagina ¬ ¬ E-start uitvoering: E-starter functioneert niet - Accu leeg - Zekering defect - Defect aan kabelbundel, E-starter Accu laden, evt. vervangen Zekering vervangen Kabelbundel en E-starter controleren 47, 72 47 ¬ Accucontrolelampje licht niet op bij stilstaande motor - Startschakelaar niet ingeschakeld - Controlelampje defect - Zekering defect - Kabelbundel defect - Spanningsregelaar defect Startschakelaar op ‘I’ zetten Controlelampje vervangen Zekering vervangen Kabelbundel controleren Spanningsregelaar controleren ¬ ¬ Accucontrolelampje brandt tijdens bedrijf - Zekering defect - Kabelbundel defect - Spanningsregelaar defect - Generator defect Zekering vervangen Kabelbundel controleren Spanningsregelaar controleren Generator controleren ¬ ¬ ¬ 47 47 Machine algemeen: Koppeling komt niet los - Koppelingshendel niet correct afgesteld Koppelingsspeling afstellen 73 Koppeling glijdt - Koppelingshendel is niet correct afgesteld - Koppelingsplaat versleten Koppelingsspeling afstellen 73 - Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken Teveel vibratie Koppelingsplaat vervangen ¬ 74 ¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage! 6 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 79 Lak, slijtageonderdelen agria-bestelnr. Brandstofstabilisator benzinemotor: 799 09 Brandstofstabilisator zak Lak: 181 03 712 98 509 68 spuitbus spuitbus spuitbus 400 ml 400 ml 400 ml fles fles fles tube 50 ml 50 ml 50 ml 250 ml Spuitlak berkengroen Spuitlak rood, RAL 2002 Spuitlak zwart Kleefmiddelen (schroefbevestiging), afdichting: 559 94 Kleefmiddel (middel) LOCTITE 242 559 95 Kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270 559 96 Kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638 509 68 Afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573 5g Slijtageonderdelen: 707 91 Luchtfilterset, Robinmotor 707 92 Bougie, Bosch WR7CC 684 16 Afdichtring, oliepeilstok, Robinmotor 009 05 Afdichtring 14x20x1,5, olieaftapplug, Robinmotor 415 008 Luchtfilterelement, Yanmarmotor 415 010 Brandstoffilter, Yanmarmotor 415 011 Afdichting, brandstoffilter, Yanmarmotor 021 43 Afdichtring 14x1,6 (O-ring), brandstofkraan, Yanmarmotor 009 16 Afdichtring 16x22x1,5, olieaftapplug, Yanmarmotor 768 99 Zekering 15A (glazen buis) (30x6,5mm) 009 16 Afdichtring 16x22x1,5; oliepeilstok en olieaftapplug; transmissie Reserveonderdelenlijst: 997 012 Basismachine 3400 997 083 Aanbouwwerktuigen voor 3400 997 077 Robinmotor 997 147 Yanmarmotor 997 062 Maaibalk 80 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL Aanduiding van de onderdelen Uitv. dieselmotor Afbeelding J Motor L100 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 21 22 23 24 25 26 Brandstoftankdeksel Brandstoftank Brandstofkraan Luchtfilter Luchtfilter-voorfilter Starter-handgreep Koelluchtzeef Decompressiehendel Uitlaat Elektrostarter (bij uitv. E-start) Motorolie-vulopening, oliepeilstok Motorolie-aftapplug Motoroliefilter Decompressie-trekkoord Inspuitpomp Brandstof-aftapplug Motor-typeplaatje; motor-nr. Kogelkop voor motorkap Zeskantige schroef (bij uitv. E-start) Tandring (bij uitv. E-start) Ombouw (bij uitv. E-start) Afstandshouder (bij uitv. E-start) Zekeringshouder (bij uitv. E-start) Zekering 15A (bij uitv. E-start) agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 81 Smeerschema Uitv. benzinemotor B B 6 (50 h) 200 h 6 25 h 6 (25 h) 50 h 68h B = eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger Uitv. dieselmotor B B 6 25 h 68h 6 (50 h) 200 h (400 h) 6 (50 h) 200 h B = eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 83 Onderhouds- en inspectietabel Steeds na bedrijfsuren P A 2 4 min. 8 25 50 100 200 400 3mndl. min. jaarl. B blz. Functie veiligheidsschakelaar controleren K 72 Functie motor-uit-schakelaar controleren Hendel speling controleren K K 72 73 Functie bergveiligheidsrem controleren K 74 Koelluchtzeef reinigen K 65; 70 Luchtfilter controleren K 63; 68 Omgeving van de uitlaat reinigen K  Motoroliepeil controleren, eventueel bijvullen Transmissieoliepeil controleren 1 K 5 K K K Zeskantige moeren voor getrapte naven of zeskantige schroeven voor wielnaven aanhalen K Wielschroeven en -moeren natrekken K Regelstangen controleren of schoonmaken 65; 70 62; 67 K 71 K 71 K 71 K  66 Reinigen K 75 Schroeven en moeren controleren K 75 Luchtfilterinzet reinigen K  K Luchtfilterinzet reinigen  Motorolie verversen, eerste keer,  2 verdere keren  2 W Motorolie verversen, eerste keer,     2 W verdere keren Motoroliefilter reinigen, eerste keer, verdere keren K 63 K 68 W 62 62 67 2 W 67 W 67 W 71 W Transmissieolie verversen, eerste keer, 6 verdere keren 6 67 W 71 Bougie reinigen, Elektrodenafstand afstellen  K 64 Remvoering bergveiligheidsrem controleren  K 74 Naafverlenging voor dubbele luchtbanden smeren K Koelluchtgrilgeleidingsplaten, koelribben reinigen – indien nodig eerder! F K 43 65; 70 Bougie vervangen Luchtfilterinzet vervangen, indien nodig eerder! Brandstoffilter reinigen Luchtfilterinzet vervangen, indien nodig eerder! Brandstoffilter vernieuwen  K 64  K 63    W Carburateur reinigen en afstellen  Cilinderkop reinigen  F 66 Inspuitsproeier reinigen en controleren  F 70 Klepspeling afstellen W 69 K 68 W 69 F 66 F 66; 70 Stuurstang/aanhanginstallatie smeren 3 K K Alle glijdende onderdelen smeren 4 K K Brandstofslangen vernieuwen 84 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL W* 72 75 65; 69 Aanduiding van de onderdelen Uitv. benzinemotor Motor EH 34 D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 n u ¢ P A B K W F * Dop brandstoftank Brandstoftank Brandstofkraan, rechts Luchtfilter Choke Starthendel Repeteerstarter / koelluchtzeef Bougie Uitlaat Motorolievuldop met oliepeilstok Motortype Motorolieaftapplug Motor-nr. Regelhendel en -stangen Brandstofkraan, links = alleen benzinemotor = alleen dieselmotor = slechts bij uitv.met bergveiligheidsrem = positie in smeerschema = voor iedere ingebruikname = eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage = na 2 jaarAfbeelding K agria Eenassige tractor 3400; 3400KL 85 Aanduiding van de onderdelen Uitv. benzinemotor Afbeelding K Motor EH 34 D 86 agria Eenassige tractor 3400; 3400KL agria-Werke GmbH Bittelbronner Straße 42 D-74219 Möckmühl Tel. +49/ (0)6298 /39-0 Fax +49/ (0)6298/39-111 e-mail: [email protected] Internet: www.agria.de Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Agria 3400 de handleiding

Type
de handleiding