Documenttranscriptie
Original
Handleiding
Eenassige tractor
3400; 3400KL
Uitvoering met:
- Differentieel
- Stuurremkoppeling
- Bergveiligheidsrem
- Benzinemotor EH 34 D
- Dieselmotor L100 AE
3247/4291A
&
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr. 998 849-C 04.10
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Symbolen
Machine art. nr.: ........................
Identificatie/machine nr.:
..................................................
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
Motor type: ................................
belangrijke informatie
Motor nr.: ...................................
brandstof
Datum aankoop: ........................
choke
Typeplaatje:
zie blz. 3/afb. A/17,
blz. 7/afb. C/17,
blz. 11/afb. E/17,
blz. 15/afb. G/17.
Motortype en motornr.
zie blz. 81/afb. J/17
en blz. 85/afb. K/13.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
motortoerental
motor-start
motor-stop
accu-laadcontrole
koppeling
voorouit
achteruit
snel
langzaam
differentieelslot
aftakas
rem
Levering:
l handleiding
parkeerrem
l eenassige tractor
l gereedschapsset
gesloten (vergrendeld)
l montagering voor
schakelstangen
geopend (ontgrendeld)
è
- Serviceç
= Laat dit uitvoeren door een agriavakgarage!
motorolie
2
transmissieolie
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / differentieel
Afbeelding A
25
Afbeelding B
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / differentieel
Afbeelding A
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
25
Opbergplaats voor gereedschap
Stuur
Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
Trekhaak
Borgklip
Stekker
Transmissieolievulhals en peilstok
Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
Oogschroef met dopmoer, boven
Aftakas
Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
Oogschroef met dopmoer, onder
Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
Stander
Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
Transmissieolie-aftapplug
Getrapte naaf
Bevestigingsschroef
Schijfrem (slechts bij uitv. bergveiligheidsrem)
Afbeelding B
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
4
Hendel voor aftakas
Stang-draaihendel
Motor-uit-schakelaar
Veiligheidshendel
Hendel voor motorkoppeling
(en bergveiligheidsrem ! afhankelijk van het model)
Vergrendeling voor motorkoppelingshendel
Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VA-schakelstang)
Toerentalhendel
Hendel voor differentieelslot
Vergrendeling voor differentieelslot
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ................................ 2 De benzinemotor starten ............. 50
De dieselmotor starten .......... 52, 53
Aanbevelingen
De benzinemotor afzetten ........... 54
Smeermiddelen ............................. 6
De dieselmotor afzetten ............... 55
Onderhoud en reparatie ................ 6
Werkzaamheden uitvoeren .......... 56
Brandstof ....................................... 9
Rijden met aanhanger ................. 58
Aanduiding van de
5. Onderhoud en reparatie
onderdelen ........ 3, 7, 11, 15, 82, 86
Benzinemotor ........................ 62 - 66
Schakelschema .............. 10, 13, 14 – Luchtfilter .................................. 63
– Bougie ....................................... 64
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ....................... 17–23 Dieselmotor ........................... 67 - 70
– Motoroliefilter ............................ 67
2. Technische gegevens
– Luchtfilter .................................. 68
Afmetingen ................................... 24 Machine ....................................... 71
Machine ....................................... 25 Afstelling van de hendels ............ 73
Trillingsniveau .............................. 25 Algemeen ..................................... 75
Sporenschema ...................... 26, 27 De machine stallen ...................... 76
Benzinemotor ............................... 28
Dieselmotor .................................. 29 6. Storingen opsporen en
Geluidsniveau ........................ 28, 29 verhelpen ............................. 77 - 79
Gebruik op hellingen .............. 28, 29 Lak, slijtageonderdelen ............. 80
3. Machine- en bedieningselementen
Motor ............................................
Veiligheidsschakeling ..................
Koppeling .....................................
Bergveiligheidsrem ......................
Transmissie ..................................
Differentieel ..................................
Stuurremkoppeling ......................
Aftakas .........................................
Achteruitrijrem .............................
Stuurstang ...................................
Wielen ..........................................
Front- en wielgewichten ...............
Stander ........................................
Motorkap ......................................
Accu, startschakelaar ..................
Aan- en afkoppelen van
werktuigen ...................................
1
2
3
4
Smeerschema ............................ 83
30
32
33
33
34
35
36
37
37
38
41
45
45
46
47
Onderhouds- en
inspectietabel ............................. 84
Conformiteitsverklaring ............ 87
5
Let op uitklappagina’s!
Afb. A en B, uitv. benzinemotor / differentieel ..................... 3
Afb. C en D, uitv. dieselmotor / differentieel ..................... 7
Afb. E en F, uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling ....... 11
Afb. G en H, uitv. diesel48 motor / stuurremkoppeling ....... 15
4. Ingebruikname en bediening
Afb. J, dieselmotor ..................... 82
Eerste ingebruikname ........... 49, 51
Afb. K, benzinemotor ................. 86
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5
6
Aanbevelingen
Smeermiddelen en anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen (zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van
biologisch afbreekbare olie of
smeervet (volgens de aanwijzingen
in de handleiding).
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap.
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch afbreekbare corrosiewerende olie (niet gebruiken op gelakte uitwendige bekledingen). Het anticorrosiemiddel kan met een kwast of met
een spuitbus worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende
olie gebruikt, gaat u bewust om met
het milieu en levert u een positieve
bijdrage aan de gezondheid van
mens, fauna en flora.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit
wanneer u beschikt over het juiste
gereedschap en de vereiste technische kennis van machines en verbrandingsmotoren.
6
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. dieselmotor / differentieel
Afbeelding C:
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
25
26
27
28
Opbergplaats voor gereedschap
Stuur
Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
Trekhaak
Borgklip
Stekker
Transmissieolievulhals en peilstok
Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
Oogschroef met dopmoer, boven
Aftakas
Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
Oogschroef met dopmoer, onder
Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
Stander
Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
Transmissieolie-aftapplug
Getrapte naaf
Bevestigingsschroef voor getrapte naaf
Startschakelaar (alleen bij E-start-uitvoering)
Accu-laadcontrolelampje (alleen bij E-start-uitvoering)
Accu (alleen bij E-start-uitvoering)
Schijfrem (slechts bij uitv. bergveiligheidsrem)
Afbeelding D:
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
8
Hendel voor aftakas
Stang-draaihendel
Veiligheidshendel
Hendel voor motorkoppeling
(en bergveiligheidsrem ! afhankelijk van het model)
Veiligheidspal voor motorkoppelingshendel
(Vergrendeling voor motorkoppelingshendel <34018361)
Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VU-schakelstang)
Toerentalhendel
Hendel voor differentieelslot
Vergrendeling voor differentieelslot
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanbevelingen brandstof
Benzinemotor
Robin EH 34 D
Dieselmotor
Yanmar L100 AE
Deze motor loopt zowel op loodvrije
normale en superbenzine als op gelode superbenzine.
Deze dieselmotor loopt ook op gewone dieselbrandstof met een cetaangetal van minimaal 45.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Gebruik geen vervangende brandstoffen, deze kunnen schade aan de
brandstofinstallatie veroorzaken. De
brandstof mag geen water bevatten
en moet schoon zijn.
Wanneer om milieutechnische redenen loodvrije benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die langer dan 30
dagen niet gebruikt worden de brandstof af te tappen, om afzetting van
harsresidu’s in de carburateur, het
brandstoffilter en de brandstoftank te
vermijden. U kunt de brandstof ook
vermengen met een brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Gebruik in de winter:
Gebruik in de winter speciale ‘winterbrandstof’, zodat de bedrijfsveiligheid
van de dieselmotor tijdens de koude
periode gegarandeerd is. Deze brandstof is verkrijgbaar bij de tankstations.
Bij buitentemperaturen beneden
-15 °C dienen extra maatregelen genomen te worden:
normaal verdunningsmiddel toevoegen,
of
door het toevoegen van petroleum
kan het stollingspunt van de dieselbrandstof eveneens verlaagd worden:
Petroleum:
50%
30%
10%
winterzomerdiesel:
diesel:
stollingspunt:
ca. -31°C ca. -25°C
ca. -26°C ca. -15°C
ca. -20°C ca. -9°C
In geval van nood kan tot 30% normale benzine worden toegevoegd om
paraffineafzetting te vermijden. Deze
maatregel heeft echter invloed op het
verbruik en rijgedrag.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
9
Elektrisch schakelschema
Uitv. benzinemotor
I
Generator,
uitv. benzinemotor
1 Generator 12V 90W (101746)
2 Spanningsregelaar (56698)
3 Stekkerdoos (63554)
Wisselspanningsregelaar
moet geïsoleerd (zonder
massaverbinding) aan de
behuizing zijn gemonteerd!
ge/we
ge
ro
br
=
=
=
=
geel/wit
geel
rood
bruin
Veiligheidschakeling,
uitv. benzinemotor
1
2
3
4
5
10
Motor
Magneetontstekingssysteem
Motor-uit-schakelaar
Schakelaar in de
koppelingshendel
Schakelaar in de
veiligheidshendel
bl = blauw
br = bruin
rt = rood
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling
Afbeelding E
Afbeelding F
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
11
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor / stuurremkoppeling
Afbeelding E
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
23
24
Opbergplaats voor gereedschap
Stuur
Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
Trekhaak
Borgklip
Stekker
Transmissieolievulhals en peilstok
Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
Oogschroef met dopmoer, boven
Aftakas
Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
Oogschroef met dopmoer, onder
Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
Stander
Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
Transmissieolie-aftapplug
Zeskantige moer voor wielnaaf
Stuurremkoppeling
Afbeelding F
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
13
14
12
Hendel voor aftakas
Stang-draaihendel
Motor-uit-schakelaar
Veiligheidshendel
Hendel voor motorkoppeling
Vergrendeling voor motorkoppelingshendel
Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VA-schakelstang)
Toerentalhendel
Hendel voor stuurremkoppeling links
Hendel voor stuurremkoppeling rechts
Hendel voor centrale rem
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Elektrisch schakelschema
Uitv. dieselmotor
Uitv. dieselmotor / elektrische starter
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
14
Generator 12V 90W
Spanningsregelaar
Stekkerdoos
Zekering 15A (glazen buis)
Elektro-starter 12V
Startschakelaar
Lampje acculaadcontrole 12V 2W
Accu 12V 20Ah
Centrale stekker voor regelaar
Aansluiting voor arbeidsschijnwerpers
12V 55W (ronde steekhuls Ø 4 mm)
ge =
ro
=
sw =
ws =
gnws =
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
geel
rood
zwart
wit
groen-wit
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. dieselmotor / stuurremkoppeling
Afbeelding G:
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Opbergplaats voor gereedschap
Stuur
Zeskantige moer voor hoogteverstelling van stuurstang
Trekhaak
Borgklip
Stekker
Transmissieolievulhals en peilstok
Bevestigingsschroeven voor spatborden en pendelaanslag
Oogschroef met dopmoer, boven
Aftakas
Schakelverbindingsstang voor aftakasschakeling
Oogschroef met dopmoer, onder
Ballastdrager en veiligheidsbeugel voor de motor
Stander
Typeplaatje (rechts, in rijrichting)
Contactdoos (bij uitvoeringen met generator)
Voertuig identificatienummer (rechts in het huis ingeslagen)
Transmissieolie-aftapplug
Getrapte naaf
Bevestigingsschroef voor getrapte naaf
Zeskantige moer voor wielnaaf
Stuurremkoppeling
Startschakelaar (alleen bij E-start-uitvoering)
Accu-laadcontrolelampje (alleen bij E-start-uitvoering)
Accu (alleen bij E-start-uitvoering)
Afbeelding H:
1
2
4
5
6
7
8
9
12
13
14
16
Hendel voor aftakas
Stang-draaihendel
Veiligheidshendel
Hendel voor motorkoppeling
Veiligheidspal voor motorkoppelingshendel
(Vergrendeling voor motorkoppelingshendel <34018361)
Vooruit- achteruit- (VA)schakelstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = versnellingsstang)
Versnellingsstang
(bij gedraaide stuurstang [frontwerktuigaanbouw] = VU-schakelstang)
Toerental hendel
Hendel voor stuurremkoppeling links
Hendel voor stuurremkoppeling rechts
Hendel voor centrale rem
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Waarschuwingsteken
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De eenassige tractor is een zelfrijdende, eenassige werkmachine die met de
hand wordt bediend en die verschillende door de fabrikant geautoriseerde
aanbouwwerktuigen kan aandrijven en/
of trekken. Wordt toegepast voor bv.
grondbewerking, maaien van gras of
weiden, winterzaamheden en vegen
(gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de tractor gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor op openbare wegen dienen de
bepalingen van de nationale verkeersvoorschriften te worden in acht genomen, bv. reflectoren, verlichting.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
eenassige tractor altijd eerst de verkeers- en bedrijfsveiligheid.
De eenassige tractor mag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd
worden door personen die over de nodige kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke
aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg
deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het
belang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
17
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
1
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aangedreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwondingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de tractor.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de tractor.
Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
eenassige tractor.
Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de tractor. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de tractor of het aanbouwwerktuig gaan
staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in combinatie met elektrische startkabels. Explosiegevaar!
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
18
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Beëindigen van de
Tijdens de werkzaamheden mag de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
eenassige tractor die afstand van de
machine in acht, waartoe u door de
stuurstang gedwongen wordt, vooral bij
het nemen van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit,
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt.
Indien de eenassige tractor of het aanbouwwerktuig beschadigd is, moet de
machine onmiddellijk worden gestopt en
de motor worden afgezet. Laat de schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
eenasssige tractor meteen stoppen en
de motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de eenassige tractor met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Laat de eenassige tractor nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de tractor verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, eenassige tractor en aanbouwwerktuig beveiligen tegen wegrollen. Voorkom gebruik
door onbevoegden. Monteer eventueel
de transport- of beschermingsinrichting
en zet deze in de veiligheidsstand.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
19
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Hakinrichting
Aanhangers
De schutlatten van het hakwerktuig dienen zo te worden ingesteld dat alleen
het gedeelte van het werktuig dat in de
bodem komt vrij is.
Maximaal toelaatbare belasting van de
trekhaak en hitch in acht nemen.
Let bij het hakken op de juiste instelling
van het hakspoor.
Maximaal toegestane asbelasting en
totaalgewicht niet overschrijden.
Maai-inrichting
Controleer voor iedere rit de rem en de
verlichting.
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwondingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tijdens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden ingehaakt.
Transporteer de gedemonteerde maaibalk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutlatten voordat de maaibalk gemonteerd en
gedemonteerd wordt.
Let bij disselbevestiging op voldoende
beweeglijkheid rond het aanhangpunt.
Inspecteer het remsysteem regelmatig
en nauwkeurig!
Het instellen en repareren van de remmen mag alleen worden uitgevoerd door
vakkundig geschoold technisch personeel bij de garage.
Bij alle ritten met een aanhanger moet
de beremming van de wielen zijn uitgeschakeld!
Bij uitvoeringen met onafhankelijke wielschakeling mag de wielschakeling niet
aan beide kanten bediend worden, –
onafhankelijke wielschakeling moet uitgeschakeld zijn!
Bij uitvoeringen met differentieel mag
het differentieelslot in de bochten niet
gebruikt worden.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbeweging van de richting van de snijkanten af beweegt.
Alleen wanneer er een speciaal daarvoor bestemde passagierszitplaats
voorhanden is mag een passagier meerijden.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Ander personenvervoer is niet toegestaan.
Schakel voor hellingen tijdig terug. Op
hellingen nooit ontkoppelen en schakelen!
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten.
20
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Onderhoud
Na gebruik wegzetten
Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Het parkeren van de eenassige tractor
in ruimtes met open kachels is verboden.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Parkeer de eenasssige tractor niet in
gesloten ruimtes wanneer zich nog
brandstof in de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervangen worden!
Gebruik bij het vervangen van de messen passend gereedschap en veiligheidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dragende, veiligheidstechnische onderdelen (bijv. aanhanginrichtingen) worden
uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de eenassige tractor en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te
worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruimte lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaatpijpen daarom ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de eenassige tractor aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ontsnappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige verwondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
21
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het inademen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu worden
losgemaakt (indien voorhanden).
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes.
Let op de juiste volgorde bij het aansluiten – eerst de pluspool en dan de minpool! Het losmaken van de accu gebeurd in omgekeerde volgorde.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden en volgens de voorschriften verwerken.
Voorzichtig met accugassen – explosiegevaar!
Banden en
bandenspanning
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu
zodat concentratie van explosieve gassen vermeden wordt.
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de eenassige
tractor veilig geparkeerd is en tegen
wegrollen beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie
defect – brandgevaar!
Pluspool altijd voorzien van beschermkapje.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
22
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
1
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken.
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en contactsleutel eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand houden van
het hakwerktuig of de maaier.
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen werken! Voor het
starten voorzieningen in de juiste positie brengen.
Houd bij lopende motor voldoende afstand van de
maaimessen!
Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht
totdat ze tot stilstand gekomen zijn.
Bij lopende motor afstand houden.
Beschrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de machine moeten individuele gehoorbeschermingen worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen gebruiken.
Draag altijd stevige schoenen.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
23
2. Technische gegevens
Machine
Eenassige tractor
Afmetingen van de machine:
2
*
*s = zie sporenplan
(mm)
L100
EH34D
4.00-8 AS
5.00-10 AS
20x8.00-10
5.00-12 AS
21x11.00-8
4.00-8 AS
5.00-10 AS
20x8.00-10
5.00-12 AS
21x11.00-8
a
b
c
d
e
f
g
h
l
640
640
640
640
640
610
610
610
610
610
635
635
635
635
635
635
635
635
635
635
271
303
303
323
303
271
303
303
323
303
543
575
575
595
575
543
575
575
595
575
270
270
270
270
270
270
270
270
270
270
55
55
55
55
55
55
55
55
55
55
167
195
195
215
195
167
195
195
215
195
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
900-1200
1780
1780
1780
1780
1780
1750
1750
1750
1750
1750
Banden: (toebehoor-artikelen)
2490 041 ........... 4.00-8 akkerprofiel
0190 112 ......... 5.00-10 akkerprofiel
3290 411 ......... 5.00-12 akkerprofiel
3490 511 ... 20x8.00-10 grasprofiel
3490 611 ... 21x11.00-8 terraprofiel
Bandenspanning bij:
4.00-8; 5.00-10; 5.00-12 .......... 1,5 bar
21x11.00-8; 20x8.00-10 ........... 0,8 bar
3221 051 paar wielgewichten .... 52 kg
voor uitv. stuurremkoppeling zijn bovendien wielgewichtsschroeven noodAanbouw van het wiel en doel: zie blz. 41– zakelijk ............. onderdelenset 760 33
44
24
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
2. Technische gegevens
Machine
Koppeling: .................... enkelvoudige
droge plaatkoppeling
Trillingsniveau:
op stuurhendel:
benzinemotor EH34D .... ahw < 2,5 m/s2
dieselmotor L100AE ...... ahw = 6,2 m/s2
Transmissie: .......... tandwiel-schakeltransmissie,
4 versnellingen vooruit,
4 versnellingen achteruit,
afhankelijk van de uitvoering:
- differentieel, te vergrendelen
of
- afzonderlijke wielrem-koppeling
- bergveiligheidsrem
Transmissieolie:
reservoir ............................. ca. 2,0 liter
transmissieolie SAE 90 - API - GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
volgens ISO 5349 bij 85 % van het nominale
motortoerental met ingeschakeld werktuig
Gewicht:
leeg:
zonder
wielen
met wielen
5.00-10
benzine: EH 34 D 103 kg
diesel: L100AE
122 kg
(repeteerstarter)
diesel: L100AE
133 kg
(elektrische starter)
120,5 kg
139,5 kg
Uitv. differentieel:
150,5 kg
Uitv. stuurremkoppeling:
+
4.00-8 AS
5.00-10 AS
5.00-12 AS
20x8.00-10 R
21x11.00-8 T
1.
0,85
1,0
1,2
1,0
1,2
2.
1,6
1,9
2,2
1,9
2,2
3.
2,7
3,2
3,6
3,2
3,6
4.
6,1 / 14,5*
7,1 / 16,9*
8,0 / 19,5*
7,1 / 16,9*
8,0 / 19,5*
benzine: EH 34 D 133 kg
diesel: L100AE
155 kg
(repeteerstarter)
diesel: L100AE
165 kg
(elektrische starter)
150,5 kg
172,5 kg
182,5 kg
Rijsnelheden (km/h):
max. toegelaten
totale gewicht: .......................... 250 kg
*6,1 / 7,1 / 8,2 km/h ............................
bij transmissie-uitv. “langzaam”
max. toegelaten
gewicht op de trekhaak: ............. 85 kg
*14,5 / 16,9 / 19,5 km/h ......................
bij transmissie-uitv. “snel”
max. toegelaten gewicht van de aanhanger, aanhanger met rem: ... 630 kg
Aftakas: ................................ 825 min-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min-1
draairichting: rechtsdraaiend (met de
klok mee) op de aftakas gezien,
bij vooruit en achteruit rijden
gelijkblijvend
Stuurstang:in hoogte verstelbaar zonder werktuig zijdelings verstelbaar en
180° zw enkbaar voor het aanbouwen
van frontwerktuigen
Aanhanginrichting:
Typ SK14 testteken
M3280
Generator: ..................... wisselstroom
bij benzinemotor: (toebehoorartikel 3479 021) .................. 12V 90W
bij dieselmotor: .................... 12V 90W
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
25
2
2
90
2. Technische gegevens
26
60
60
Wiel combinatie
en Sporenplan
3400 Diff.
90
(mm)
B
60
60
90
90
A S
i
A
S
i
A S
i
A S
i
A S
i
A
S
i
A
S
i
A
S
i
4.00-8 AS 460 360 260 570 470 370 550 450 350 660 560 460 670 570 470 780 680 580 730 630 530 840 740 640
2
16x6.50-8 AS 480 310 140 700 530 360 570 400 230 790 620 450 690 520 350 910 740 570 750 580 410 970 800 630
3 21x11.00-8 Terra 650 375 100 720 445 170 740 465 190 810 535 260 860 585 310 930 655 380 920 645 370 990 715 440
4.50-10 AS 460 340 220 610 490 370 550 430 310 700 580 460 670 550 430 820 700 580 730 610 490 880 760 640
4
5
5.00-10 AS 470 340 210 620 490 360 560 430 300 710 580 450 680 550 420 830 700 570 740 610 480 890 760 630
6
20x8.00-10 R 560 370 180 650 460 270 650 460 270 740 550 360 770 580 390 860 670 480 830 640 450 920 730 540
7
5.00-12 AS 480 325 170 660 505 350 570 415 260 750 595 440 690 535 380 870 715 560 750 595 440 930 775 620
8
23x8.50-12 AS 520 305 90 740 525 310 610 395 180 830 615 400 730 515 300 950 735 520 790 575 360 1010 795 580
220
(mm)
Gf
V
60
220A
B
220
1
A
4.00-8 AS 1110
2
V
220 220
+B1 +B7
A
S
16x6.50-8 AS 1240 1130
3 21x11.00-8 Terra 1260
4.50-10 AS 1150
4
5
5.00-10 AS 1160
6
20x8.00-10 R 1190
V
i
460
A
V
+B7
A
Gf
A
i
1540
440
G
S
V
G
V
90
V +60
i
Gf
Gf +S +90
A
1090
i
460
460
1154
460
1164
450
G +V
G +V +90
A
i
1154
460
i
450
260
460
940
450
1444
440
1444
930
450
1610
450
360 1120
360
1120
360
440 1060
7
5.00-12 AS 1200
440
1204
440
8
23x8.50-12 AS 1280
1200 400 1260 1140 400
1284
400
9
23x8,50-12 AS
1200 270 1370 1130 270
440
30
60
90
220
220A
V
S
Gf (10“)
Gf (12“)
G (10“)
G (12“)
= 2516 011
= 5516 021
= 5519 031
= 5616 511
= 5519 011
= 5916 211
= 762 32
= 5817 511
= 5917 541
= 5917 011
= 5917 021
Uitv. differentieel
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
1
60
60
90
90 220
1
2
60
60
90
90
220 220 220
Gf
+ B1 +B5
A S i A S i A S i A S i A S i
A
A
A
i
A
i
4.00-8 AS 630 530 430 640 540 440 750 650 550 700 600 500 810 710 610 1070
430 1090 430
16x6.50-8 AS 760 590 420 660 490 320 880 710 540 720 550 380 940 770 600 1200 1080
3 21x11.00-8 Terra 780 505 230 830 555 280 900 625 350 890 615 340 960 685 410 1220
4.50-10 AS 670 550 430 640 520 400 790 670 550 700 580 460 850 730 610 1110
4
G
V
V
90
Gf +S +90
"
8
A
i
"
420 1220 420
8
230
10 1884 410 10
A
430 1154 430 10
1154
420 1164 420 10
1164
5
5.00-10 AS 680 550 420 650 520 390 800 670 540 710 580 450 860 730 600 1120
6
20x8.00-10 R 710 520 330 740 550 360 830 640 450 800 610 420 890 700 510 1150
330
10
1194
7
8
5.00-12 AS 720 565 410 660 505 350 840 685 530 720 565 410 900 745 590 1160
410
12
1204
23x8.50-12 AS 800 585 370 700 485 270 920 705 490 760 545 330 980 765 550 1240
1170 370
12
1284
27
30
60
90
220
220A
V
G
= 2516 011
= 5516 021
= 5519 031
= 5616 511
= 5519 011
= 5916 211
Uitv. stuurremkoppeling
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
220A
(mm)
B
Gf
S
90
Gf
S
Gf (10“)
Gf (12“)
G (10“)
G (12“)
= 762 32
= 5817 511
= 5917 541
= 5917 011
= 5917 021
2. Technische gegevens
Wiel combinatie
en Sporenplan
3400 KL
2
2. Technische gegevens
Uitv. benzinemotor
Benzinemotor
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof-voorfilter
Motorenfabrikant: .................... Robin
Carburateur: ..................... horizontale
vlottercarburateur
hoofdsproeier: .............................. 97,5
sproeier stationair toerental ............. 40
Type: ....................................... EH 34D
2
Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine) OHV
Boring: .................................... 84 mm
Slag: ........................................ 71 mm
Cilinderinhoud: ................... 338 ccm
Mengreguleerschroef: ......................
basisinstelling .. 7/8 omwenteling open
Nominaal toerental: ......... 3600 min-1
Max. toerental onbelast: .. 4000 min-1
Stationair toerental: ......... 1400 min-1
Vermogen: ......... 8,1 kW (11 DIN-PS)
bij 3600 min-1
Koppel maximaal: ................ 24,1 Nm
bij 2500 min-1
Motorolie: .......... hoeveelheid ca. 1,2 l
universeelolie
Bougie: .................... BOSCH WR7CC
NGK BR6ES, Champion RN4
elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SC (of hoger)
Ontsteking: ................... Elektronische
magneetontsteking,
zonder contact,
ontstekingstijdstip vast ingesteld,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SC (of hoger)
Geluidsniveau:
geluidsniveau waargenomen door de
bestuurder ............................. 84 dB(A)
(conform EN 709 en EN 1553)
Gebruik op hellingen:
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep ............................... 0,10 mm
uitlaatklep .............................. 0,10 mm
De motor is geschikt voor werkzaamheden op hellingen (bij motoroliepeil
”max” = bovenste vulmarkering):
Startinrichting: .......... repeteerstarter
langdurig gebruik op helling .... tot 45°
(100 %)
Brandstof: .. benzine (tankstation), octaangetal minstens 90 RON
(zie brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank: ........ ca. 8 liter
28
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
2. Technische gegevens
Uitv. dieselmotor
Dieselmotor
Inhoud brandstoftank: .......... ca. 5,5 l
Motorenfabrikant: ................. Yanmar
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof-voorfilter
en cyclon-voorfilter
Type:
uitv. elektr. starter ........................ L100
uitv. repeteerstarter ..................... L100
Nominaal toerental: ......... 3600 min-1
Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder
viertaktdieselmotor
Boring: .................................... 86 mm
Slag: ........................................ 70 mm
Cilinderinhoud: ................... 406 ccm
Vermogen: .............................. 7,4 kW
bij 3600 min-1
Koppel maximaal: ................... 27 Nm
bij 1700 min-1
Inspuitdruk: ........................... 200 bar
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep .................... 0,15 ± 0,02 mm
uitlaatklep ................... 0,15 ± 0,02 mm
Startinrichting: ...... repeteerstarter of
elektrische starter
afhankelijk van de uitvoering
Accu: .................................. 12V 20Ah
Zekering: ................. 15A (30x6,5 mm)
Brandstof: .... gewone dieselbrandstof
cetaangetal min. 45
(zie brandstofadvies)
Max. toerental onbelast: .. 3800 min-1
Stationair toerental: ......... 1700 min-1
Smering: ........................ druksmering
hoofdstroomoliefilter
Motorolie: ........ hoeveelheid ca. 1,65 l
universeelolie
bij temperaturen -15° tot +45°C:
SAE 10W-40 API-SC (of hoger)
bij temperaturen -25° tot +15°C:
SAE 5W-20 API-SC (of hoger)
Geluidsniveau:
geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder ............... 88 dB(A)
(conform EN 709 en EN 1553)
geluidsvermogensniveau: ..... 99 dB(A)
(conform EG 84/538 EEG bij 85% van
het nominale motortoerental)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaamheden op hellingen (bij motoroliepeil
‘max’ = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling
tot ....................................... 20° (37 %)
Brandstoffilter:
Groffe filterzeef ............... in de vulbuis
Fijne filterzeef .....................................
... ingebouwd in de brandstoftank-uitloop
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
29
2
3. Machine- en bedieningselementen
De agria-eenassige tractor 3400
is een basis-motormachine en
wordt steeds met een aanbouwwerktuig gebruikt. Daarom is hij
geschikt voor een gewoon gebruik en voor werken in de tuinbouw, landschapsverzorging,
land- en bosbouw, bodembewerking, maaien van gras en
weiden, winterdienst en vegen.
3
Tijdens het gebruik van de eenassige tractor/de combiwerktuig
op openbare wegen dienen de
bepalingen van de nationale
verkeersvoorschriften te worden
in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
Als aanbouwwerktuigen zijn beschikbaar:
l aanbouwwerktuigen voor de
achterzijde, bijv.:
– hak- en freeswerktuigen
– getrokken bodembewerkingsmachines
– eenassige aanhangers
– grind- en zoutstrooiers
Motor
l De viertakt benzinemotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook
blz. 9: geadviseerde brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contactloze elektronische ontsteking. Wij adviseren de noodzakelijke controles alleen door de vakman te
laten uitvoeren.
l De viertakt dieselmotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare dieselbrandstof
(zie ook blz. 9: geadviseerde brandstof). Let op
de speciale brandstof voor de winterperiode!
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode)
mag de motor niet tot het maximum worden
belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel niet
meer gas geven dan nodig is.
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit geldt
vooral als de motor onbelast draait! Laat de
motor nooit over z’n toeren draaien, daardoor kan de motor direct defect raken.
I
l frontaanbouwwerktuigen
– maaimachines
– schoonmaakmachines
– sneeuwschuivers en frezen
– grind- en zoutstrooiers
Koeling
en verschillende werktuigen, zie
ook prijslijst.
Stationaire toerental
De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg
ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de repeteerstarter en de koelribben van de cilinder worden aangezogen.
Het stationaire toerental van de motor moet juist
zijn afgesteld. Wanneer de toerentalhendel tegen de eindaanslag in stationaire positie staat,
moet de motor bij laag toerental zonder problemen blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht. Een
vervuild luchtfilter kan het motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
30
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. benzinemotor
Toerentalhendel
max
Uitv. benzinemotor
B/9;
F/9
min
Met de toerentalhendel (B/9, F/9) aan
de stuurstang kan het motortoerental
van min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS traploos geregeld worden.
Motor-uit-schakelaar
Uitv. benzinemotor
Met de elektrische motor-uit-schakelaar
(B/3, F/3) wordt de ontsteking in- en uitgeschakeld.
B/3;
F/3
"I" = in bedrijf
"0" = motor uit
I
De motor-uit-schakelaar dient
ook als Nood-uit-schakelaar: in
gevaarlijke situaties in positie "0"
brengen!
Toerentalhendel,
Motor-uit-schakelaar
max
Uitv. dieselmotor
D/9;
H/9
min
Met de toerentalhendel (D/9, H/9) aan
de stuurstang kan het motortoerental
van min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS traploos geregeld worden. Bovendien wordt met deze hendel de motoruit-schakelaar bediend.
De toerentalhendel dient ook als
Nood-uit-schakelaar: in gevaarlijke situaties in positie "STOP" brengen!
I
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
31
3
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor
Veiligheidschakeling
4
Uitv. benzinemotor
Uitv. dieselmotor >34018362
STOP-positie: bij het loslaten van de veiligheidsschakelhendel (4) wordt de motor afgezet.
– Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en voor een
werkpauze koppelingshendel (5) aantrekken en met vergrendeling (6) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de
machine de veiligheidshendel (4) naar beneden drukken.
3
6
5
W
I
Veiligheidshendel niet vastzetten!
Veiligheidsschakelhendel in gevaarlijke situaties
loslaten, deze zwenkt dan automatisch in positie
“STOP”!
Veiligheidschakeling
Uitv. dieselmotor <34018361
D/4,
H/4
De eenassige tractor is uitgerust met een mechanische
veiligheidsschakelaar (hendel D/4; H/4).
STOP-positie: bij het loslaten van de hendel (D/4;
H/4) wordt de motor afgezet).
– Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en voor een
werkpauze veiligheidshendel (D/4; H/4) naar beneden
drukken, de koppelingshendel (D/5; H/5) aantrekken en
met vergrendeling (D/6; H/6) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de
D/6, D/5,
H/6 H/5
32
machine de veiligheidshendel (D/4; H/4) naar beneden
drukken.
W
I
Veiligheidshendel niet vastzetten!
De veiligheidshendel dient ook als Nood-uitschakelaar, in noodsituaties worden losgelaten,
deze komt dan automatisch in de positie ‘STOP’!
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. benzinemotor
uitv. dieselmotor
>34018362
uitv. dieselmotor
<34018361
Koppeling
De enkelvoudige droge plaatkoppeling wordt met de koppelingshendel (5) bediend.
Bij ingetrokken koppelingshendel
tot stand "0" ontkoppelt is, dat betekent dat de motor de eenassige
tractor niet aandrijft.
5
5
lLet op de koppelingsspeling, zodat tijdens de werkzaamheden de
koppeling niet slipt.
Laat de machine met lopende motor niet te lang met
aangetrokken koppeling staan,
hierdoor kan schade ontstaan aan
het koppelingslager.
I
Bij stilstaande motor machine alleen met aangetrokken hendel (vergrendeling gearreteerd) wegzetten,
anders kunnen problemen bij het
koppelen ontstaan als gevolg van
corrosievorming.
Koppeling / bergveiligheidsrem
B/6
! afhankelijk van het model
De bergrem wordt gebruikt bij het stoppen en het
schakelen op hellingen.
Koppeling en bergrem worden met de hendel (B/6)
bediend.
B/7
l Bij aangetrokken hendel tot positie '0' is de machine ontkoppeld, dat houdt in dat de motor de werktuigdrager en de aanbouwwerktuigen niet meer aandrijft.
l De hendel kan in ontkoppelde toestand met de
vergrendeling (B/7) worden vastgezet.
l De bergveiligheidsrem wordt bediend door de hendel verder naar boven te brengen.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
33
3
3. Machine- en bedieningselementen
Transmissie
De machine heeft een 4-versnellingen-tandwiel-keertransmissie, dat betekent dat
zij in alle 4 versnellingen voor- en achteruit kan rijden.
I
Alleen schakelen als de machine stilstaat (ontkoppeld)!
VA-schakeling
(B/7; D/7; F/7 of H/7)
Schakelstang naar voren te bewegen
= de eenassige tractor gaat vooruit,
Schakelstang naar achteren te bewegen
= de eenassige tractor gaat achteruit.
3
u Middelste positie (‘0’)
= neutrale positie.
Achterkant (1) van de schakelhendel geeft de
schakelpositie aan de schakelplaat aan.
Versnelling
versnelling
De versnellingen 1-2-3-4 worden geschakeld met
de schakelstang (B/8; D/8; F/8 of H/8).
Een positie neutraal is hier niet aanwezig.
l Achterkant (1) van de schakelhendel geeft
steeds de gekozen versnelling aan de schakelplaat aan.
De eenassige tractor rijdt alleen
wanneer tegelijkertijd met de versnelling
ook de VA-schakeling op vooruit of achteruit staat ingeschakeld.
I
I
Bij de 180° gedr aaide stuurstang (voor het aanbouwen van frontwerktuigen)
zijn de schakelstangen omgewisseld (zie blz. 39).
lDe eenassige tractor wordt geleverd met de versnelling in positie “4de versnelling geblokkeerd” en een schroef (2) in de schakelplaat.
Dit is om te voorkomen dat de 4de versnelling per ongeluk in achteruitpositie
geschakeld wordt (bij werkzaamheden met aangebouwde werktuigen). Gevaarlijke situatie!
Voor ritten met een aanhanger kan deze schroef in positie “4de versnelling vrij”
worden versteld. Hiervoor moet de zeskantige moer iets los worden gedraaid,
blokkeerbout in positie ‘vrij’ verdraaien en zeskantige moer weer vastdraaien.
W
34
Na de rit schroef weer in positie ‘vergrendeld’ brengen!
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. differentieel
Differentieel
B/11;
D/11
B/10;
D/10
differentieelslot vastgeklikt =
differentieelslot UIT
Het ingebouwde differentieel kan desgewenst worden uitgeschakeld om de
trekkracht te verhogen bij werkzaamheden onder moeilijke omstandigheden.
De hendel voor het in- en uitschakelen
van het differentieelslot bevindt zich
rechts van het stuur. Voor het vastzetten van het uitgeschakelde differentieelslot bevindt zich aan de hendel een
pal.
Tijdens het rijden en het keren
dient het differentieelslot te zijn
uitgeschakeld, zodat de machine beter stuurbaar is (vooral bij het nemen
van bochten).
I
Het differentieel slechts zo lang als nodig is blokkeren.
Inschakelen van het
differentieelslot
(starre wielas)
tijdens de rit:
l Gas los.
l Hendel voor differentieelslot (B/10 of
D/10) iets aantrekken.
l Pal (B/11) of vergrendelingsbeugel
(D/11) los laten springen.
l Hendel langzaam loslaten en tegelijkertijd gas geven.
Differentieelslot uitschakelen:
l Hendel voor differentieelslot zover
aantrekken tot de pal vastklikt.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
35
3
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. stuurremkoppeling
Afzonderlijke wielrem-koppeling
F/13;
H/13
Met de gemakkelijk bedienbare stuurremkoppelingen
kan eenvoudig en zon-der krachtsinspanning worden
gestuurd en gedraaid.
Om te sturen en te draaien naar rechts, hendel (F/13
of H/13) aantrekken. Het rechter wiel wordt geremd
en de machine stuurt bij het rijden naar rechts.
Om te sturen en te draaien naar links, hendel (B/5)
aantrekken.
3
W
I
Op hellingen altijd naar de helling toe
wenden.
Nadat de stuurstang 180° g edraaid is,
moeten ook de Bowdenkabels voor de stuurremkoppeling worden verplaatst, zodat de stuurrem weer naar behoren functioneert (zie blz. 40).
F/12;
H/12
Centrale rem
Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen afremmen en om hem te kunnen parkeren, wordt een
gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt.
Centrale rem
Excenterhendel (F/14 of H/14) naar achteren en boven zwenken – beide wielen worden afgeremd.
Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in
de uitgangspositie terug – rem is weer los.
Wanneer een aanbouwwerktuig neigt naar overbelasting, kan de centrale
rem zonder koppeling worden bediend; de rijaandrijving wordt dan ontkoppeld
en de aftakas wordt verder aangedreven.
I
Nadat de overbelasting is opgeheven, wordt de centrale rem weer losgemaakt,
de rijaandrijving wordt weer ingeschakeld.
Blokkeerrem
Excenterhendel (F/14 of H/14) naar achteren en boven over het dode punt heen
zwenken. Excenterhendel blijft automatisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd.
Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangspositie worden teruggebracht – rem is weer los.
36
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Aftakas
De versnellingsonafhankelijke aftakas (A/12; C/12;
E/12; G/12) kan bij de eenassige tractor niet worden uitgeschakeld (draait altijd bij lopende motor). De aftakasschakeling bevindt zich aan de aftakasaangedreven aanbouwwerktuigen. De hendel voor de aftakas (B/1; D/1; F/1; H/1) bevindt
zich echter aan de eenassige tractor en wordt bij
het aankoppelen van werktuigen door de schakelverbindingsstang (A/13; C/13; E/13; G/13) met
de hendel aan het werktuig verbonden.
Uitzondering: hak- en freeswerktuigen, hierbij is de
schakelstang aan het freeswerktuig gemonteerd
zodat deze gemakkelijker te bedienen is.
Aftakasbescherming
Wanneer de aftakas niet door aanbouwwerktuigen
(bijv. aanhanger, ploeg, eg enz.) is afgedekt, moet
deze door een aftakasbeschermingskap worden beschermd. Dit voorkomt gevaarlijke situaties die kunnen ontstaan als kledingstukken in de vrij ronddraaiende aftakas raken.
Montage:
l Aftakasbeschermingskap (1) op de flens zetten.
l Beide oogschroeven over de aftakasbeschermingskap in de bevestigingssleuf klappen.
l Beide dopmoeren gelijkmatig vastdraaien.
De demontage volgt in omgekeerde volgorde.
Achteruitrijrem
De eenassige tractor is voorzien van een achteruitrijrem (blokkeerstang) voor hakwerktuigen, die moet voorkomen dat de aftakas van het hakwerktuig bij achteruitversnelling wordt ingeschakeld, of dat de achteruitrijversnelling wordt ingeschakeld op het moment dat
de aftakas in functie is.
l Daarom moet bij het aanbouwen van een hakwerktuig de VA-schakeling in positie neutraal staan
(blokkeerstang aan het transmissiehuis ca. 5 mm.
vooruitstekend).
blokkeerstang
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
37
3
3. Machine- en bedieningselementen
Stuurstang
W
Verstel de stuurstang nooit tijdens de werkzaamheden – ongevalsrisico!
Stuurstang in hoogte verstellen
l Draai de zeskantmoer (A/5; C/5; E/5;
G/5) zover los totdat de blokkeerpallen
vrij zijn.
l Breng de stuurstang (A/4; C/4; E/4;
G/4) op de gewenste hoogte en laat
deze in de passende pal ingrijpen.
l Draai de zeskantmoer weer vast.
3
Stuurstang zijwaarts
verstellen
De stuurstang kan uit zijn normale positie (midden positie) ca. 30° naar links
of naar rechts versteld worden.
l Stuur-draaihendel (B/2; D/2; F/2; H/2)
naar boven draaien en daarbij de stuurstang naar links of naar rechts in de gewenste positie brengen.
l Stuur-draaihendel naar beneden terugdraaien en stuurstang enigszins
heen en weer bewegen totdat deze terugspringt.
38
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Stuurstang draaien
W
Stuurstang alleen draaien
wanneer de motor uit staat!
Voor het aankoppelen van frontwerktuigen kan de stuurstang 180° gedr aaid
worden:
l Haarspeldveren (5) uit de schakelstangen (1+3) trekken. Gebruik hiervoor
als hulpmiddel de ringhaak uit het meegeleverde gereedschap.
l Stuur-draaihendel (B/2 of D/2) naar
boven draaien en tegelijkertijd de stuurstang linksom (tegen de klok in, zie afb.
onder) 180° dr aaien.
l Stuur-draaihendel naar beneden terugdraaien en stuurstang enigszins
heen en weer bewegen totdat deze terugspringt.
l Beide schakelstangen opnieuw met
de buitenste schakelhendels (2+4) verbinden en met de haarspeldveren borgen.
Let op: de schakelstang voor
de versnelling bevindt zich nu
links, en de VA-schakelstang rechts aan
het stuur.
I
De 1ste versnelling moet nu naar voren
en de 4de versnelling naar achteren
geschakeld worden (gezien in rijrichting).
De vooruitversnelling wordt zoals voorheen naar voren en de achteruitversnelling naar achteren geschakeld.
rijrichting
De zijwaartse verstelling van de stuurstang (ca. 30°) kan ook in gedr aaide positie uitgevoerd worden.
Bij uitv. met stuurremkoppeling
moeten ook de Bowden-kabels
voor de stuurremkoppeling worden verplaatst, zodat de stuurrem weer naar
behoren functioneert – zie volgende blz.
I
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
39
3
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. stuurremkoppeling
Bowden-kabels voor
stuurremkoppeling
verplaatsen
Bij de uitvoering met een stuurremkoppeling moeten ook de Bowden-kabels
worden verplaatst, nadat de stuurstang
180° gedr aaid is, zodat de stuurrem
weer naar behoren functioneert.
l Bowden-kabels onder voor stuurremkoppeling (5) aan beide kanten uithangen:
A Borgclip (4)
verwijderen
3
B Bowden-kabels (5) uit de
steunclips (3)
naar beneden toe
uittrekken
C Bowden-kabels naar buiten
draaien
D Bowden-kabels uit de waagbalk (2) uithangen.
l Bowden-kabels (5) steeds aan de tegenoverliggende kant van de waagbalk
inhangen en weer in omgekeerde volgorde monteren.
l Niet vergeten: borgclip (4) aanbrengen om onbedoeld uithangen te voorkomen.
De afbeeldingen hiernaast tonen de
inbouwpositie van de Bowden-kabels:
1 Bowden-kabel boven
voor stuurremkoppeling
2 Waagbalk
3 Steunclip
4 Borgclip
5 Bowden-kabel onder
voor stuurremkoppeling
40
= Eenassige tractor als trekmachine of in combinatie met aanbouwwerktuigen achter
= Eenassige tractor als werktuigdrager met frontaanbouwwerktuigen
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Wielen
De wielen moeten met de profielpunten in de rijrichting
(van boven af op de wielen gezien) gemonteerd worden,
om de trekkracht zo optimaal mogelijk te benutten. De
veerring met de bolle zijde naar de verdieping in het schijfwiel monteren (zie afb. wielbevestigingsschroeven).
Bovendien kunnen de wielen naar binnen of naar buiten gedraaid gemonteerd
worden, om de benodigde spoorbreedte te bereiken (zie spoorbreedtetabel blz. 20).
Uitv. met differentieel
3
De wielen worden afhankelijk van het doel waarvoor ze gebruikt worden aan de
binnenste of de buitenste trap van de getrapte naaf gemonteerd.
Wielbevestigingsschroeven
Uitvoering A wielschroef met veerring.
A
B
Loctite
270
Uitvoering B tapeind met veerring en
wielmoer.
l Tapeind met de korte schroefdraadkant
in de wielnaaf vastdraaien, indien mogelijk met LOCTITE 270 (of iets dergelijks)
verlijmen.
l Veerring met de bolle kant naar het
schijfwiel monteren!
Bij nieuwe machines en bij het verwisselen
van de wielen moeten de wielschroeven en
de wielmoeren na de eerste 2 bedrijfsuren
met 100 Nm aangehaald worden, verder altijd bij onderhoudswerkzaamheden.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen moeten de aanwijzingen van de fabrikant
worden opgevolgd. Let erop dat de machineonderdelen vrij kunnen bewegen.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
41
3. Machine- en bedieningselementen
Wielen toepassing
3
maat
profiel
toepassing
4.00-8
5.00-10
akkerprofiel
akkerprofiel
frezen vanaf 42 cm
frezen vanaf 50 cm,
rijden
2490 041
0190 112
5.00-12
akkerprofiel
ploegen, eggen
3291 051
20x8.00-10
grasprofiel
grasverzorging
3490 511
21x11.00-8
terra-profiel
maaien –
op zachte (drassige)
ondergrond
3490 611
2416 011
100 Nm
artikelnr.
Wielspoorverbreding
Uitv. stuurremkoppeling
l Artikel 2416 011 voor de montage
van wielen 5.00-10AS uitwendige breedte 66 cm voor freeswerkzaamheden
breedte 70 cm.
5519 031
42
100 Nm
l Artikel 5519 031 voor de montage
van terra-wielen 21x11.00-8 TG.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
I
Voor een grotere stabiliteit tijdens maaiwerkzaamheden op extreme hellingen
is het gebruik van dubbele luchtbanden, sterschijven of grijpwielen aan te raden.
Dubbele luchtbanden
Behalve een 2e set wielen zijn ook naven nodig voor tussen de wielen.
Loctite 270
5616 011 Wielspoorverbreding voor
100 Nm
uitv. wielremkoppeling
art. 5616 011
Montagevolgorde –
in acht nemen bij:
Wielbevestigingsschroeven
uitv. B (tapeind) gebruiken
Veerringen tussen wielscho- 3
Veerring (bol)
tel en wielspoorverbreding (centrering) monteren.
5519 011
Loctite 270
100 Nm
6 50 h
art. 5519 011
Montagevolgorde –
in acht nemen bij:
Wielbevestigingsschroeven
Veerring (bol)
Evenwichtsnaven voor
uitv. differntieel
uitv. B (tapeind) gebruiken
Veerringen tussen wielschotel en evenwichtsnaven (centrering) monteren.
Smeren
Evenwichtspositie
van de wielflens met een vetspuit
(bio-smeervet) aan de smeernippel, iedere 100 bedrijfsuren of na
het afspuiten met een hogedrukreiniger.
Evenwichtsnaaf instellen
Starre positie
De evenwichtsnaven zijn bij levering van de machine ingesteld
op ”differentieel werking” (evenwichtspositie), montage van “positie star” zie afb.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
43
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. differentieel
Grijpwielen
Art. 5417 511 .......... aan wielen 4.00-8
Art. 5517 521 ....... aan wielen 5.00-10
Uitv. differentieel
Montagevolgorde -
in acht nemen bij:
Wielen aan de “trap binnen”
mon-
teren
Grijpwielflens aan de “trap buiten“
100 Nm
monteren,
3
100 Nm
De wielpunten van de grijpwielen
wijzen in de rijrichting ten opzichte van
de machine (zie afb.)
Vleugelschroef borgen door spanveer in te haken.
Uitv. stuurremkoppeling
100 Nm
Uitv. stuurremkoppeling
Montagevolgorde –
in acht nemen bij:
Wielbevestigingsschroeven
uitv. B
monteren (tapeind).
Veerringen tussen wiel en flens monteren
De wielpunten van de grijpwielen
wijzen in de rijrichting ten opzichte van
de machine (zie afb.)
44
Vleugelschroef borgen door spanveer in te haken.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Front- en wielverzwaringsgewichten
Voor betere trekprestaties kunnen front- en wielgewichten worden gemonteerd.
Wielgewicht voor uitv. diff.
1
2
3
6
Zeskantige schroef
Tandring
Wielgewicht
Zeskantige moer
Wielgewichten Art.nr. 3221 011
voor montage aan wielen 5.00-10,
5.00-12
Uitv. differentieel
Wielverzwaringsgewichten met de zeskantige schroeven, zeskantige moeren
en tandringen op de wielschijven monteren.
Zeskantige moeren goed vastdraaien!
Wielgewicht voor uitv. stuurremkoppeling
1
2
3
4
5
Zeskantige schroef
Tandring
Wielgewicht
Speciale wielbout
Veerring (bol)
3
Uitv. stuurremkoppeling
Wielen diagonaal bevestigen met steeds
2 speciale wielbouten (4, set 760 33) in
plaats van met de gewone wielbouten
(aanhaalmoment 100 Nm).
Wielgewichten met de zeskantige
schroeven en de tandringen op de speciale wielbouten monteren. Zeskantige
schroeven goed vastdraaien!
Frontgewicht
Frontgewicht Art.nr. 3228 011
De montage van frontgewichten wordt
geadviseerd voor het evenwicht bij zware aanbouwwerktuigen.
Stander
Voor onder de gewichtsdragers en de
motorbeschermingsvoet bevindt zich de
stander (A/16 of C/16). Deze wordt gebruikt bij het wegzetten van de eenassige tractor zonder aanbouwwerktuig, en
om het aankoppelen van werktuigen te
vergemakkelijken. Bij het wegzetten de
stander naar voren bewegen. Bij volgend
gebruik de stander weer in de juiste
stand terugklappen.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
45
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor
Motorkap
Motorkap verwijderen
l Motorkap aan de achterzijde omhoog
tillen.
l motorkap aan de voorzijde omhoog
tillen en in zijn geheel verwijderen.
Motorkap terugplaatsen
l Motorkap achter en voor met de
klemrubbers op de kogelkoppen plaatsen.
l door lichte druk op de voor- en achterzijde van de motorkap uit te oefenen,
klikken de kogelkoppen in de klemrubbers vast.
3
De klemrubbers kunnen eventueel met wat bio-smeervet
worden ingesmeerd, zodat ze gemakkelijker vastklemmen.
I
Zekering
Om de spanningsregelaar en de generator te beschermen tegen kortsluiting,
is een zekering van 15A (J/26) ingebouwd tussen de spanningsregelaar en
de E-starter.
Wanneer de zekering defect is, dient
deze te worden vervangen. Hiervoor
moet de ombouw (23) worden verwijderd en de zekeringshouder worden geopend. In de zekeringshouder (J/25)
bevindt zich ook een reservezekering.
Zorg ervoor dat er zich altijd een reservezekering in de zekeringshouder bevindt.
46
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. dieselmotor / elektrische starter
Bedieningspaneel
M
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe
machine of de nieuwe aanhanger niet droog
is voorgeladen, moet deze na het vullen met
accuzuur vol geladen worden (laadstroomsterkte = 1/10 van de accucapaciteit).
Startschakelaar
De startschakelaar (25) voor de elektrische
starter heeft 3 schakelposities:
0 = stroom uitgeschakeld, sleutel kan
uit het contact worden gehaald
3
I = bedrijfspositie
18
25
26
27
Contact voor aanhanger
Startschakelaar met sleutel
Accu-laadcontrolelampje
Accu
= startpositie, contactsleutel springt
automatisch in positie „I“ terug
Laadcontrolelampje
Waarschuwingssignaal
Het laadcontrolelampje (26) licht
op wanneer de contactsleutel in positie „I“ gedraaid is, en dooft wanneer de motor loopt en de generator de accu oplaadt.
Bovendien aan de laadcontrolelampje wordt
een pieper opgenomen.
Het dooft eveneens wanneer de
contactsleutel weer in positie ‘0’
staat of uit het contact is gehaald.
Als het laadcontrolelampje oplicht
op het moment dat de motor loopt,
laadt de generator de accu niet
meer voldoende bij:
è
- Serviceç
Het waarschuwingssignaal geluid wanneer
de contactsleutel bij stilstaande motor in positie ‘I’ gedraaid is, en dooft wanneer de
motor loopt en de generator de accu oplaadt.
Het dooft eveneens wanneer de contactsleutel weer in positie
is gehaald.
staat of uit het contact
Als het waarschuwingssignaal geluid op het
moment dat de motor loopt, laadt de generator de accu niet meer voldoende
è
- Serviceç
Let op: Draai de startschakelaar niet in positie ‘0’ als de
motor loopt, dit kan een defect in
de laadregelaar veroorzaken!
I
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
47
3. Machine- en bedieningselementen
Aanhangen en afkoppelen van aanbouwwerktuigen
W
Alleen met stilstaande
motor!
Aanhangen:
De aansluitpunten van de eenassige tractor en het aanbouwwerktuig moeten schoon zijn;
eventueel reinigen.
Bij aftakasaangedreven werk
3
0
tuig: schakelhendel (4) aan het
aanbouwwerktuig op ‘0’ zetten.
Verbindingsmof
moet licht
zijn ingevet met biologisch afbreekbaar smeervet.
Bij het aankoppelen van het
hak- en freeswerktuig moet de
VA-schakeling in positie ‘0’ geschakeld zijn, zodat de blokkeerstang niet uitsteekt aan de
aansluitflens van de machine.
Machine met de vangtapeinden van onder af in de vanghaken van het aanbouwwerktuig leiden.
Beide oogschroeven (1) over
de aansluitflens klappen.
Let op:
l is centrering van de flens (5)
correct?
l liggen de flensvlakken zo vlak
mogelijk tegen elkaar?
l dopmoeren gelijkmatig vastdraaien.
Bij aftakasaangedreven aanbouwwerktuig schakelstang (6)
op de schakelhendel (4) drukken
totdat deze vastklikt.
Het afkoppelen gebeurd in omgekeerde volgorde.
48
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. benzinemotor
Ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor schone
brandstof. Gebruik alleen merkbenzine.
Gebruik uitsluitend verse en schone brandstof (niet ouder dan 3 maanden), de
brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans, die
in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige kunststof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal
worden gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief!
l Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l Niet roken tijdens het tanken!
l Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand
toe worden volgetankt. Laat altijd ca. 5 mm onder
de rand vrij, zodat de brandstof kan uitzetten.
l Transmissieoliepeil controleren
I
71
Let op: om transportredenen is de motor bij
levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden bijgevuld
62
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
49
3
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. benzinemotor
? ok
? ok
? ok
2x
Starten van de
benzinemotor
Start de motor nooit in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat
zeer giftig is wanneer het wordt
ingeademd!
W
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de tank?
Bougiekap plaatsen
Beide brandstofkranen (K/3 + K/15)
opendraaien
Choke
4
l koude motor: CHOKE-knop (K/5)
uittrekken.
l warme motor: CHOKE-knop in normale positie laten of half uittrekken.
Motor-uit-schakelaar (B/3; F/3) in
bedrijfspositie (“I”) brengen.
1/3
Toerentalhendel (B/9; F/9) op ca.
1/3 gas zetten.
Koppelingshendel (B/5; F/5) in startpositie (pal (B/6; F/6) vastzetten).
Motor buiten het gevarenbereik starten
Het trekkoord aan de starthandgreep
(K/6) zover uittrekken totdat de startkoppeling merkbaar gepakt wordt, vervolgens trekkoord stevig en met kracht
aantrekken zodat de motor gestart
wordt. Handgreep na het starten voorzichtig loslaten.
Als de motor loopt, korte tijd laten
warm draaien. Choke-knop langzaam in
bedrijfspositie terugdraaien (indien gebruikt).
50
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor
Ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
I
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor
schone brandstof. Gebruik alleen merkdiesel. Denk tijdig aan de
9
‘winterdiesel’
De brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans,
die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige
kunststof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden
gevuld.
Wees voorzichtig met brandstof.
l Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
l Niet roken tijdens het tanken!
l Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand toe
worden volgetankt, max. tot de rode markering in
de vulzeef bijvullen, zodat de brandstof kan uitzetten.
l Transmissieoliepeil controleren
I
71
Let op: om transportredenen is de motor bij
levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie worden bijgevuld
67
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
51
4
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor / repeteerstarter
? ok
? ok
? ok
Starten van de dieselmotor
repeteerstarter
Start de motor nooit in afgesloten
ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het
wordt ingeademd!
W
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de tank?
Brandstofkraan (J/3) openen
bij uitv. differentieel:
differentieelslot (D/10) inschakelen (starre as)
bij uitv. stuurremkoppeling:
centrale rem (H/14) aantrekken
– machine staat stabieler.
max
Toerentalhendel (D/9 , H/9) op ‘max.’ instel-
4
len.
Veiligheidshendel (D/4, H/4) en koppelingshendel (D/5, H/5) in startpositie brengen en
vastzetten.
Het trekkoord aan de starthandgreep (J/6)
langzaam zover aantrekken totdat een weerstand voelbaar is (kolven op compressiepositie).
Decompressiekoord (J/14) naar beneden
trekken.
Motor buiten het gevarenbereik starten
1/2
52
Het trekkoord aan de starthandgreep (J/6) stevig en met kracht aantrekken zodat de motor gestart wordt. Handgreep na het starten
voorzichtig loslaten.
Decompressie keert na de startprocedure automatisch in de uitgangspositie terug.
Toerentalhendel langzaam in de middelste
positie brengen en motor korte tijd laten warm
draaien.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor / elektrische starter
Starten van de dieselmotor
elektrische starter
? ok
? ok
? ok
Start de motor nooit in afgesloten
ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer
het wordt ingeademd!
W
Motoroliepeil controleren
Luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de tank?
Brandstofkraan (J/3) openen
Toerentalhendel (D/9, H/9) op ‘max’ instellen.
Veiligheidshendel (D/4, H/4) en koppe-
max
lingshendel (D/5, H/5) in startpositie brengen en vastzetten.
Contactsleutel in het contactslot (C/25 of
G/25) steken en naar rechts in positie ‘I’
draaien - ook wanneer met een repeteerstarter gestart wordt.
Accu-laadcontrolelampje (C/26, G/26)
licht op en waarschuwingssignal geluid (als
pieper beschikbaar).
Contactsleutel verder naar rechts in positie ‘START’ draaien.
Zodra de motor start contactsleutel loslaten
– springt automatisch in positie ‘I’ terug.
Is de motor niet aangesprongen en moet
opnieuw gestart worden, dan contactsleutel van tevoren in positie ‘0’ terugdraaien
(startherhalingsvergrendeling).
Toerentalhendel langzaam in de middel1/2
ste positie brengen en motor korte tijd laten
warm draaien.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
53
4
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. benzinemotor
Afzetten van de
benzinemotor
6 30 sec.
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.
min
Motor-uit-schakelaar
in positie ‘0’
brengen.
Beide brandstofkranen sluiten.
4
Eenassige tractor tegen onbevoegd gebruik beveiligen – bougiekap verwijderen.
De motor-uit-schakelaar (B/3)
dient ook als Nood-uit-schakelaar. Indien nodig schakelaar in positie
‘0’ brengen, de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor langere tijd wordt afgezet, is het beter
niet de motor-uit-schakelaar te gebruiken, maar de brandstofkranen te sluiten en de motor zolang te laten lopen
totdat deze vanzelf afspringt. De carburateur is dan leeg en er kan geen verharsing optreden.
I
54
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Uitv. dieselmotor
Afzetten van de
dieselmotor
Laat de motor nog 1 minuut met ver6 1 Min.
min
hoogd stationair toerental draaien, zodat de motor afkoelt. Deze maatregel
voorkomt dat de inspuitsproeier aankoolt en bevordert de bedrijfsveiligheid.
Toerentalhendel (D/9, H/9) op ‘STOP’
draaien.
Zet de motor nooit met de decompressieinstallatie af, daardoor kunnen de ventielen beschadigd worden.
I
Bij uitvoering met elektrische star- 4
ter de contactsleutel in positie ‘0’ terugdraaien – laadcontrolelampje gaat uit.
Brandstofkraan (J/3) sluiten.
Eenassige tractor tegen onbevoegd gebruik beveiligen.
Bij uitvoering elektrische starter:
- Contactsleutel verwijderen
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
55
4. Ingebruikname en bediening
Werken met de machine
Motor starten zoals beschreven onder ‘motor
starten’.
Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling - het machine enkel in gebruik nemen wanneer de veiligheidsschakeling
werkt!
W
Draag
gehoorbescherming en altijd stevige
schoenen Afhankelijk van de werkzaamheden –
juiste versnelling inschakelen
2. 1.
è
I
Afhankelijk van de werkzaamheden – juiste
versnelling inschakelen
Bij het model „4de versnelling = 16,9 km/h“
voor de werkzaamheden, vooral bij de
grondbewerking niet de 4de versnelling inschakelen! - Gevaar op ongevallen!
Bij werkzaamheden met aftakasaangedreven
W
werktuigen:
4
Aftakas-schakelhendel (B/1, D/1, F/1, H/1) naar voren (in rijrichting) brengen – werktuigaandrijving is
ingeschakeld
Rijaandrijving
in positie vooruit of achteruit
schakelen
Rem losmaken
Koppeling langzaam laten opkomen en tegelijkertijd gas geven
Wisselen van rijrichting van vooruit in
achteruit:
Motor in positie neutraal
Koppeling ontkoppelen en vasthouden
in “R” schakelen
Koppeling langzaam laten opkomen en tegelijkertijd gas geven
Bij het veranderen van rijrichting achteruit naar vooruit moeten de handelingen in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd.
W
56
Laat de eenassige tractor nooit onbeheerd
achter zolang de motor loopt.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
Gevarenzone
Tijdens het starten en de
werkzaamheden mogen
zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
4334
W
Gevarenzone
Werkzaamheden op
hellingen
benzinemotor:
max. 45°
(100 %)
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, dat een
tweede persoon de machine
met een trekkabel of een
trekstang vasthoudt, om te
voorkomen dat de machine
wegschuift. De begeleider moet
zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient
voldoende afstand te houden
tot de werktuigen!
W
dieselmotor:
max. 20°
(37 %)
Maaien op
vlak terrein
Maaien op
hellingen
Werk indien mogelijk dwars op
de helling!
Motor starten op de helling
Aftakas en rijaandrijving in de
geschakelde positie laten staan
(geschakelde versnellingen werken als een rem)
è
I
2. 1.
Bij uitv. stuurremkoppeling:
centrale rem aantrekken
Koppelingshendel
en veiligheidsschakeling in ‘startpositie’
brengen
Bij uitv. benzinemotor: motor
uit-schakelaar (B/3, F/3) in bedrijfspositie (‘I’) brengen
Motor opnieuw starten
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
57
4
4. Ingebruikname en bediening
Aanwijzing bij het maaien
Rijden met aanhanger
Na het beëindigen van de maaiwerkzaamheden of als de maaimachine verstopt is:
Wanneer de eenassige tractor op de
openbare weg wordt gebruikt (ook zonder aanhanger) dienen de plaatselijke
bepalingen in acht te worden genomen.
l VA-schakelstang in neutraal zetten.
De maaimachine blijft staan maar het
mes blijft in beweging; daardoor wordt
de maaibalk vrijgemaakt.
l Aftakasschakelhendel in positie ‘0’
brengen.
Antiwikkelbuis
(alleen bij uitvoering differentieel)
Voor maaiwerkzaamheden in hogere
gewassen is het raadzaam aan beide
zijden een antiwikkelbuis aan de getrapte naven te monteren.
4
Bouwset antiwikkelbuis:
................................... agria nr. 719 65
Het gebruik van de machine
met aanhanger op de openbare weg is alleen toegestaan met de
uitvoering differentieel en wielen 5,010.
I
De eenassige tractor moet zijn voorzien van een generator en de aanhanger moet zijn uitgerust met goedgekeurde verlichting en richtingaanwijzers.
Bovendien moet de bestuurder in het
bezit zijn van een vergunning voor de
eenassige tractor en de aanhanger,
en moet hij deze op verzoek kunnen
tonen.
Vereiste extra toebehoor:
Als tijdens de werkzaamheden
de machine moet worden
schoongemaakt, moet de motor om
veiligheidstechnische redenen worden afgezet en dient de bougiekap of
de contactsleutel te worden verwijderd.
W
1 paar wielen 5.00-10
art. nr. 0190 112
1 paar spatborden
art. nr. 3424 011
1 eenassige aanhanger
– 650 kg toegelaten totaal gewicht
art. nr. 3481 121
(geadviseerde transmissie-uitvoering:
4de versnelling = 16,9 km/h)
Het is niet toegestaan om
een aanhanger te combineren met een eenassige tractor uitv.
stuurremkoppeling. Ongevalrisico!
W
Voorbereiding
l Wielen monteren (zie blz. 41).
l Spatborden aan de bevestigingsschroeven (A/10; C/10; E/10; G/10) van
het transmissiehuis achter monteren.
58
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
4. Ingebruikname en bediening
1
2
3
4
5
6
7
11
12
13
14
15
16
17
18
Dissel
Elektro-stekker
Fabrieksplaatje
Elektro-schakelkast
Handremhendel
Rempedaal
Spie
Schakelkastslot
Claxon, drukknop
Alarmverlichting
Richtingaanwijzer
Hoofdschakelaar
Lichtschakelaar
Accu 12V
Claxon
4
Aankoppelen
Rem omzetten
l Aanhangerdissel (1) in de aanhangerkoppeling (A/6; C/6; E/6; G/6) leiden.
De eenassige aanhanger is voorzien
van een gecombineerde bedrijfs- en parkeerrem, deze moet op de juiste manier
en op het juiste moment worden ingesteld.
l Steekbouten (A/8; C/8; E/8; G/8) insteken en met de borgklip (A/7; C/7; E/7;
G/7) borgen.
l Verbindingskabel met stekker in het
stopcontact (A/18; C/18; E/18; G/18) van
de eenassige tractor steken.
Bedrijfsrem =
l Spie (7) aanbrengen
Parkeerrem =
l Spie (7) verwijderen
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
59
4. Ingebruikname en bediening
4
Rijden
Gevaarsaanwijzing
l De hoofdschakelaar (14) op het schakelpaneel van de aanhanger aan het
begin van de rit inschakelen (controlelampje in de schakelaar licht op), na de
rit beslist weer uitschakelen (accu loopt
anders leeg).
l Controle van de richtingaanwijzers en
de verlichting.
l Controleer of de voet- en de handrem van de aanhanger goed functioneren.
l Voor het rijden rem in positie bedrijfsrem brengen. Remfuncties controleren.
l Luchtdruk in de banden controleren:
(regelmatig controleren)
eenassige tractor ..................... 1,5 bar
eenassige aanhanger .............. 2,5 bar
Rijden met de aanhanger vereist de
Let erop dat de bandenspanning per
bandenpaar gelijk is, zodat optimaal rijgedrag gegarandeerd kan worden.
l Let op het toegelaten totale gewicht
van de aanhanger: vermijd overbelading!
l De hak- en freesinstallatie mag niet
aangebouwd zijn.
l Helling afwaarts met ingeschakelde
versnelling rijden!
Bij het nemen van steile hellingen dient
de 2de versnelling te zijn ingeschakeld!
Algemeen, en vooral tijdens het
achteruitrijden, dient men op het
volgende te letten:
W
1. Hindernissen, vooral bodemhindernissen!
2. Slechts zo snel rijden, dat men
steeds op tijd kan stoppen voor een
eventueel gevaar.
3. Enkel in 1ste of 2de versnelling
achteruitrijden!
4. In bochten en bergop/bergaf de
snelheid aanpassen.
5. Alleen afremmen
aanhangerrem.
Vanwege een optimale bestuurbaarheid van de tractor moet
het differentieelslot tijdens het rijden met
een aanhanger uitgeschakeld zijn (vooral bij het nemen van bochten).
Differentieelslot slechts zolang als noodzakelijk is benutten!
I
60
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
met
de
4. Ingebruikname en bediening
Bodemverhogingen, -verlagingen, stenen enz. veroorzaken een onverwachte
schok en leiden de tractor eenzijdig en
in verticale richting af.
Grote stuurhoeken, versterkt door stoten van één kant, kunnen de tractor
volledig afleiden en achteraan enigszins naar onderen kantelen.
In bochten, of wanneer dwars op de
helling gereden wordt, treden daarbij
nog zijdelingse krachten op, die de
bestuurder uit de stoel willen duwen.
Bij hoge snelheden, bij het transporteren van ladingen, in bochten en/of bergopwaarts/bergafwaarts, worden deze effecten en hun gevolgen nog versterkt.
Het gevaar bestaat dat de bediener de
controle over het voertuig verliest en
door de handgreep gekwetst of uit de
stoel geslingerd wordt. Er kan materiële
schade ontstaan en personen in de
buurt of de bediener zelf, kunnen door
het voertuig verwond geraken.
Het is noodzakelijk te letten op
bodemhindernissen. Deze
dienen indien mogelijk eerst uit de
weg te worden geruimd of langzaam
en onder controle te worden
voorbijgereden. Mogelijke gevaren
dienen voortdurend in het oog te
worden gehouden. Hindernissen,
bochten, hellingen en hellende
weggedeelten langzaam passeren.
De snelheid aanpassen aan het terrein
en aan de weersomstandigheden.
Een geparkeerd voertuig op een helling beveiligen tegen wegrollen.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat
hij in geval van gevaar niet door het stuur
meegesleurd wordt of verwond geraakt,
dat hij in bochten niet van de stoel geslingerd wordt en dat hij de stuurkrachten constant kan controleren.
Rekening houdend met de gebruiksomstandigheden, de stuurhoek zodanig kiezen, dat de zijkrachten voortdurend door de bediener kunnen
worden gecontroleerd.
Niet met hoge snelheid op hindernissen rijden!
In geval van gevaar onmiddelijk stoppen (Koppelen en over de aanhanger
remmen, of indien nodig de motor
afzetten)!
W
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
61
4
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermingshandschoenen!
Motor
6 A; 8 h
Motoroliepeil controleren
l Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l Oliepeilschroefdop (K/3) en omgeving
aan de buitenkant reinigen.
l Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeilstok met een schone doek afnemen, terugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l Is het oliepeil tot beneden de markering gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievulhals bijvullen.
5
Motorolie verversen
6 25 h (50 h)
Voor de eerste keer na 25 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ververs de olie zolang de motor nog warm
is, let op dat deze niet te heet is – kans
op brandwonden!
l Olievuldop, olieaftapplug en omgeving reinigen.
l Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervan
gen. Aftapplug vastdraaien!
I
- Voor kwaliteit van de olie zie 'technische gegevens’).
62
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
schuimstofvoorfilter
filterelement
luchtfilterdeksel
6 A (25 h)
2
Luchtfilter
Voor iedere ingebruikname luchtfilter (K/4) controleren op vervuiling en eventueel schoonmaken.
Reiningen het luchtfilter en laateste om de 25 bedrijfsuren of in elk
geval iedere 3 maanden, of in
geval van zeer stoffige omstandigheden na een paar uur.
Luchtfilter en omgeving reinigen.
Vleugelmoer losmaken en
luchtfilterdeksel afnemen.
Schuimstofvoorfilter voorzichtig losmaken.
Schuimstofvoorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwassen (geen benzine gebruiken).
Schuimstofvoorfilter als een
spons uitknijpen en goed laten
drogen.
Filterelement uitnemen.
5
Filterelement op een gladde ondergrond voorzichtig uitkloppen.
Schuimstofvoorfilter en filter
element niet met perslucht
schoonblazen en niet met olie
doordrenken!
Filterelement en schuimstofvoorfilter inzetten.
Luchtfilterdeksel terugzetten
en vleugelmoer vastdraaien.
l Filterelement a iedere 5 reinigingsbeurten of ca. 200 bedrijfsuren vervangen.
I
Beschadigde filterelementen direct vervangen.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
63
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
Bougie van de bougie en
instellen van de
elektrodenafstand
Bougie (3) bevindt zich onder de brandstoftank:
Brandstoftank (1) naar boven klappen.
Wanneer de brandstoftank niet automatisch in de opgeklapte toestand blijft
staan, dienen de scharnierschroeven (2)
te worden aangedraaid, zover totdat de
brandstoftank weer blijft staan en toch
nog opklapbaar is.
Terugplaatsen:
brandstoftank weer in oorspronkelijke
positie brengen en in de kogelknop (4)
duwen.
6 100 h
0,6 - 0,7 mm
Steeds na 100 bedrijfsuren of bij storingen in de ontsteking:
l Roetafzettingen met een staalborstel
van de elektroden van de bougie verwijderen.
5
l Elektrodenafstand controleren en op
0,6 tot 0,7 mm instellen.
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervangen.
64
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
Reiniging van het koelsysteem
6A
6 100 h; J
Het koelsysteem kan door plantenresten en stof verstopt raken. Wanneer
meteen verstopt koelsysteem wordt
doorgereden, wordt de motor te heet en
kan deze defect raken.
l Koelluchtzeef (K/7) regelmatig controleren en ontdoen van stof en plantenresten.
l Ventilatorhuis steeds na 100 bedrijfsuren of minstens eens per jaar, het
beste voor het seizoen begint, reinigen.
Ventilatorhuis afnemen, koelribben aan
de cilinder en de cilinderkop, voor de
luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef reinigen.
- Serviceç
è
6 A; 4 h
Uitlaat
Uitlaat (K/9) regelmatig controleren op
maai- en plantenresten, en eventueel
reinigen. Brandgevaar!
Voor iedere ingebruikname controleren.
5
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen.
Reiniging van de brandstofzeef
6J
De brandstofzeef die aan de brandstofkraan (K/3) is aangebracht, moet minstens eens per jaar op water en verontreinigingen gecontroleerd worden.
l Sluit hiertoe de brandstofkraan.
l Verwijder de brandstofzeef en haal
de verontreinigingen weg, indien nodig
vervangen.
l Was de filterzeefhouder in brandstof uit.
l Brandstofzeef weer op de juiste manier monteren om het lekken van brandstof te voorkomen.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
65
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. benzinemotor
Cilinderkop reinigen
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan cilinder, cilinderkop, zuigerbodem en ventielen met een staalborstel verwijderen.
Vervolgens met een zacht penseeltje
schoonvegen. Koppakking vervangen
en op de cilinderkop monteren. Cilinderkopschroeven afwisselend met 26 Nm
vastdraaien.
è
- Serviceç
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de
klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en inlaatklep 0,1 mm bij koude
motor. è
- Serviceç
Carburateur reinigen
Steeds na 400 bedrijfsuren moet de
carburateur worden gereinigd en aansluitend moet het stationaire toerental
worden ingesteld.
è
- Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor
juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als
de toerentalhendel in positie neutraal
aan de aanslag staat.
5
1 mengsel-regelschroef voor stationair toerental
2 schroef voor begrenzing stationair toerental
3 stationair sproeier
Regelveer in
gat 3 en B
Instellen van het stationair toerental: de
schroef voor begrenzing stationair toerental (2) en de mengsel-regelschroef
voor stationair toerental (1) moeten onderling worden afgesteld. Daarna moet
het startkoord aan de klemschroef of de
stelschroef zonder speling worden ingesteld. Alleen instellen bij warmgedraaide motor. (Stationaire toerentallen zie
‘technische gegevens’).
è
- Serviceç
Toerentalregelaar
Voor het juist functioneren van de toerentalregelaar aan de motor en voor de
instelling van het hoogste stationaire
toerental moet de regelveer zoals op de
afbeelding zijn gepositioneerd.
W
Wijzigingen vergroten de kans
op ongevallen. Bovendien ver
valt de aanspraak op garanties!
De regelveer, -hendel en -stang moeten altijd vrij zijn van vuil, maai- en plantenresten.
66
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermingshandschoenen!
Motor
6 A; 8 h
Motoroliepeil controleren
l Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l Oliepeilschroefdop en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeilstok met een schone doek afnemen, terugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l Is het oliepeil tot beneden de markering gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievulhals bijvullen.
6 (50 h) 200 h
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 50 bedrijfsuren, dan om de 200
bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het
eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentemperaturen moet de olie al na 100 uur worden ververst. Ververs
de olie zolang de motor nog warm is, let op dat deze niet te
heet is – kans op brandwonden!
lOlievuldop, olieaftapplug en omgeving reinigen.
lAftapplug losdraaien. Olie opvangen en op voorgeschreven
wijze verwerken.
lBij elke motorolieverversing, ook de motoroliefilter in dieselolie reinigen, beschadigde filter vervangen.
lSchone motorolie bijvullen door de olievulopening.
Let op de conditie van de afdichtring, eventueel
vervangen. Aftapplug vastdraaien!
Hoeveelheid en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. Vul de olie
bij met een trechter of iets dergelijks.
I
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
67
5
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
6 A, 50 h
Vleugelschroef
(400 h)
Papier-filterelement
Schuimstof-voorfilter
Luchtfilterdeksel
Cyclon-voorfilter
Luchtfilter
Voor iedere ingebruikname luchtfilter (J/4) controleren op vervuiling
en eventueel schoonmaken.
Reinig het luchtfilter (J/4) om de 50
bedrijfsuren of in elk geval iedere
3 maanden, of eerder in geval van
zeer stoffige omstandigheden.
Luchtfilter en omgeving reinigen.
Vleugelschroef
losmaken,
luchtfilterdeksel met cyclonvoorfilter verwijderen.
Luchtfilterdeksel zo draaien,
dat evt. vuil in het cyclon-voorfilter terechtkomt.
Schuimstof-voorfilter
zichtig losmaken.
voor-
Schuimstof-voorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwassen (geen benzine gebruiken).
Schuimstof-voorfilter uitknijpen en goed laten drogen.
5
Papierfilterelement eruit nemen
Papierfilterelement op een
gladde ondergrond voorzichtig
uitkloppen.
Schuimstof-voorfilter en Pa
pierfilterelement niet met perslucht schoonblazen of inoliën!
Papierfilterelement en schuimstof-voorfilter terugplaatsen.
Luchtfilterdeksel terugzetten en
vleugelschroef vastdraaien.
Het papierfilterelement moet na
400 bedrijfsuren of minimaal eens
per jaar worden vervangen.
Beschadigde filterelementen direct vervangen.
68
I
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
Brandstof aftappen
l Passende opvangbak met trechter of
iets dergelijks klaarzetten.
2
3
4
5
6
Brandstoftank
Brandstofkraan
Filterpatroon
Afdichting
Afdichtring
(O-ring)
7 Zeskantige moer
16 Aftapplug
l Aftapplug (16) uitschroeven en
brandstof in de bak laten lopen.
l Aftapplug (16) met afdichtring weer
terugplaatsen en vastdraaien (vooraf afdichtring controleren en evt. vervangen).
X
Brandstoffilter
Brandstoffilterpatroon na ongeveer 200
bedrijfsuren reinigen. Wanneer de prestaties van de motor duidelijk afnemen,
moet het filterpatroon eerder worden gereinigd.
In- en uitbouwen van filterpatronen:
l Brandstof aftappen.
l Zeskantige moeren (X/7) uitschroeven.
l Filterpatroon (X/4) door de vulopening uit de brandstoftank halen.
6 200 h (400 h)
l Brandstoffilter met dieselolie reinigen, beschadigd filterpatroon vervangen.
Brandstofinstallatie ontluchten
l Brandstoffilter in omgekeerde volgorde terugplaatsen, afdichting (X/5) en afdichtring (X/6) van tevoren controleren
en eventueel vervangen.
l Zeskantige moeren weer vastdraaien.
l Brandstof bijvullen en brandstofinstallatie op lekkage controleren.
l Brandstofinstallatie ontluchten.
l Brandstoffilter na 400 bedrijfsuren
vervangen.
Brandstofslangen
Iedere 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen.
Nadat de brandstoftank helemaal is leeg
gereden en na reiniging of vervanging
van het brandstoffilter of de brandstofleidingen, moet de brandstofinstallatie
ontlucht worden.
De motor is voorzien van een automatische ontluchtingsinstallatie. Ga als volgt
te werk:
l Brandstoftank met dieselbrandstof
vullen.
l Motor met de repeteerstarter of de
elektrische starter meerdere malen door
laten draaien en de motor starten.
l Motor ca. 1 minuut laten draaien.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
69
5
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. dieselmotor
Reiniging van het koelsysteem
6A
Nadat de tractor langere tijd in bedrijf is geweest, kan het koelsysteem door plantenresten en stof verstopt raken. Wanneer langdurig met een verstopt koelsysteem wordt
gewerkt, kan de motor te heet worden en
defect raken.
l Koelluchtzeef (J/10) regelmatig controleren en ontdoen van stof en plantenresten.
l Ventilatorhuis na iedere 100 bedrijfsuren
of tenminste eens per jaar, het beste voor
het seizoen begint, reinigen. Ventilatorhuis
afnemen, koelribben aan de cilinder en de
cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef reinigen.
- Serviceç
è
6 100 h; J
Uitlaat
6 A; 4 h
Uitlaat (J/9) regelmatig controleren op maaien plantenresten, en eventueel reinigen.
Brandgevaar!
5
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de klepspeling worden ingesteld. Uitlaatklep en
inlaatklep 0,15 ± 0,02 mm bij koude motor.
è
- Serviceç
Inspuitsproeier
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de inspuitsproeier gereinigd en gecontroleerd worden.
è
- Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor juist is ingesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als de toerentalhendel in positie neutraal aan
de aanslag staat.
è
- Serviceç
70
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere ingebruikname en steeds na 50 bedrijfsuren
gecontroleerd worden (oliepeilstok en olievulhals (A/9; C/9; E/9; G/9). Het oliepeil moet
bij horizontaal staande machine tussen de
streepjes max. en min. staan.
l Oliepeilstok uittrekken, met een schone
doek afnemen en weer terugsteken.
l Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het
oliepeil te meten, eventueel olie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50
bedrijfsuren en vervolgens na iedere 200 bedrijfsuren, met warme motor.
6 A; 50 h
6 (50 h) 200 h
Olievulhals (A/9; C/9; E/9; G/9), aftapplug (A/
20; C/20; E/20; G/20) en hun omgeving reinigen.
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven wijze verwerken.
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervangen. Olievulhals en aftapplug vastdraaien!
I
- Voor kwaliteit van de olie zie 'technische gegevens’).
6 (2 h) 25 h
100 Nm
6 (2 h) 50 h
100/160 Nm
5
Wielen
Bij de eerste ingebruikname en bij iedere wisseling van de wielen moeten de wielschroeven en -moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm worden nagetrokken. Verder bij alle servicewerkzaamheden.
De zeskantige moeren (A/22; C/22) voor
de getrapte naven met 100 Nm of (E/23;
G/23) voor de wielnaven met 160 Nm na de
eerste 2 bedrijfsuren en vervolgens na iedere 50 bedrijfsuren aanhalen.
De bandenspanning van de banden moe-
ten regelmatig gecontroleerd worden. Let erop
dat de spanning in beide banden gelijk is zodat probleemloos rijden gewaarborgd is.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
71
5
5. Onderhoud en reparatie
Veiligheidschakeling
Stuurstang
Controleer het functioneren voor iedere
ingebruikmane en bij iedere onderhouds- en reparatiebeurt.
l Bij het loslaten van de hendel (B/4
of D/4) moet de motor vanzelf tot stilstand komen.
l BenzinemoBenzine
tor: conditie van
de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen.
6A
è
Serviceç
Diesel
l Dieselmotor:
eventueel de instelling van de stopBowden-kabel aan
6A
de Bowdenkabelstel-schroef aan de motor corrigeren.
è
- Serviceç
l De smeernippels van de stuurstang
en de aanhang6B
installatie moeten eens per
jaar en na iedere reinigingsbeurt met een
hogedrukreiniger met biologisch afbreekbaar vet gesmeerd worden.
Op de betreffende plaatsen moet een
vetkraag aanwezig zijn, deze beschermt
de onderdelen tegen het binnendringen
van water en vuil.
Motor-uit-schakeling
5
Controleer het functioneren bij iedere
onderhouds- en reparatiebeurt.
lBenzinemotor: wanneer de schakelaar in positie ’0’ staat
6 A moet de motor tot stilstand komen. Conditie
van de elektrische leidingen en verbindingen controleren, eventueel vervangen.
è
- Serviceç
l Dieselmotor: wanneer de toerentalhendel aan de aanslag in positie ‘STOP’ staat, moet de
motor tot stilstand komen.
6 A Eventueel de instelling van
de toerental- of stop-Bowdenkabel aan de Bowdenkabelstelschroeven aan de motor corrigeren. è
- Serviceç
72
Accu
Vanwege het feit dat de accu in de nieuwe machine of de nieuwe aanhanger
niet droog is voorgeladen, moet deze
na het vullen met accuzuur volgeladen
worden (laadstroomsterkte = 1/10 van
de accucapaciteit).
Wanneer de machine of de aanhanger
gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt moet de accu steeds met een
laadstroom van 0,06 Ampère volgeladen worden of iedere maand gecontroleerd worden, indien nodig opladen.
Eerst minpool-kabel losmaken.
Accu nooit in ontladen toestand
laten staan! Volg de aanwijzingen van de fabrikant op! Vermijd vonken en open vuur in de omgeving van
de accu. Voorzichtig met accuzuur –
agressief!
W
Gebruik alleen voorgeschreven zekeringen. Bij het gebruik van te zware zekeringen raakt de elektrische installatie
defect
brandgevaar!
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Instellingen van de hendels
Speling of instellingen voor iedere ingebruikname controleren en eventueel corrigeren (vooral tijdens de inrijperiode na de eerste ingebruikname of na het verwisselen van de koppelings- of remvoering).
Uitvoering benzinemotor
Uitvoering dieselmotor >34018362
Koppeling:
6A
X = 3 – 5 mm
(koppelingsspeling)
Instelling:
2
Differentieelschakeling,
centrale rem
en stuurrem:
4
+
X = 3 – 5 mm
5
verwijderen
2. kabeluiteinde
(3) met de verstelbout (4) uit de
houder in de hendel nemen.
! = Bowdenkabel
in hendellager in
positie onder ingevoerd.
! = Bowdenkabel
in hendellager in
positie onder ingevoerd.
1. Borgveer (2)
Verstelbout (4)
draaien (+ -), tot
de afstand ”X” beschikbaar is.
2
1 hendel
2 vormveer
3 kabel-tapuiteinde
1. Kabeluiteinde met de verstelbout weer in
de houder terughangen
2. borgveer (2)
monteren.
4 verstelbout
Uitvoering dieselmotor <34018361
l Verstelschroef (1) in- of uitdraaien, tot afstand ‘A’ bereikt
is (door verder in te draaien wordt de afstand groter, door
uit te draaien wordt de afstand kleiner).
6A
l Verstelschroef vervolgens met contra-moer (2) vastschroeven.
Speling voor koppeling of differentieelslot: A = 5–6 mm.
Hendel voor de stuurremkoppeling, instelling zie uitv. benzinemotor.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
73
5
5. Onderhoud en reparatie
Uitv. Bergveiligheidsrem
Bergveiligheidsrem
l Controleer de remwerking van de
bergveiligheidsrem voor iedere ingebruikname.
Instelling
73
Koppeling instellen.
Hendel voor koppeling in positie ‘0’
brengen (vergrendeling vastgeklikt).
Zeskantige moeren (1) aan beide
kanten losmaken.
Oefen een lichte druk uit op de rembehuizing zodat het remblok (4) niet te
strak tegen de remschijf (3) aan ligt.
Zeskantige moeren (1) aan beide
kanten vastdraaien.
Remwerking controleren, evt. instel1
2
3
4
5
lingsprocedure herhalen.
zeskantige moer
haakse bevestigingsplaat voor bergrem
remschijf
remvoering voor
remvoering achter
6A
5
Remvrijloop controleren:
l V/A-schakeling in ”neutraal”.
l Koppeling op ”0”.
l Remschijf moet met de hand kunnen
worden gedraaid, evt. instelling herhalen.
Remvoering controleren
6 100 h
3 mm
l Controleer steeds na 100 bedrijfsuren de remvoeringen (4+5) op slijtage
(optische controle). De voering moet een
dikte hebben van ten minste 3 mm, evt.
voeringen vervangen.
Remvoeringen vervangen
l Zeskantige moer (1) aan beide kanten losmaken.
l Haakse bevestigingsplaat (2) met ringen en rembehuizing verwijderen.
l Rembekledingen (4+5) vervangen.
l Bergveiligheidsrem in omgekeerde
volgorde weer monteren.
l Instellingsprocedure uitvoeren.
74
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
5. Onderhoud en reparatie
Algemeen
Voor iedere ingebruikname letten op het
verliezen van brandstof en olie, eventueel
opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken.
Ten minste eens per jaar en na reiniging: Alle glijdende of beweeglijke onderdelen (bijv. toerentalhendel, hendellager) met
biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden.
Reiniging
Motor
Reinig de motor alleen met een doekje. Vermijd het spuiten met een sterke waterstraal;
er zou water in het ontstekingsmechanisme
of in het brandstofsysteem kunnen komen,
dit kan leiden tot mankementen.
5
Machine
èI
Na iedere werkzaamheden moet de freeswerktuig en beschermkap grondig met water worden schoongemaakt. Daarvoor dient
het beschermkap te worden gedemonteerd.
Alle glijdende delen moeten vervolgens met
biologisch afbreekbare smeerolie geolied
worden, of met biologisch afbreekbaar
smeervet worden insgesmeerd.
Na iedere reiniging met de hogedrukreiniger
alle plaatsen die met vet zijn ingesmeerd,
nasmeren en inoliën, en de motorhak kort
laten draaien zodat het water eruit loopt. De
lagers moeten voorzien van een vetkraag.
Deze beschermt de lagerstegen het binnendringen van plantensappen, water en vuil.
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
75
5. Onderhoud en reparatie
d) Aandrijfwiel
Stallen
Wanneer de machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
a) Reinigingsbeurt
Schoonmaken, laklaag bijwerken
b) alle onbeschermde onderdelen en
het hakwerktuig met biologisch-afbreekbare corrosiewerende olie inoliën.
c) Motor in conditie houden
Benzinemotor:
l Brandstof aftappen of brandstoftank
voltanken, met brandstofstabilisator
(agria-nr. 799 09) mengen - Kijk in de
gebruiksaanwijzing.
Motor ca. 1 minuut laten lopen.
l Motorolie verversen.
l In de bougieopening een theelepel vol
(ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor langzaam doordraaien.
5
l Bougie weer inbouwen. Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten
(starthandgreep langzaam aantrekken
totdat weerstand voelbaar is), hiermee
zijn de kleppen gesloten.
l Motor om de 2–3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie
zetten.
6
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Luchtbanden gaan snel
in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belasting staan.
e) Koppeling
Eenassige tractor altijd met aangetrokken koppelingshenBenzine
del (vergrendeling
ingeklikt) parkeren,
er kunnen anders
problemen met de
koppeling ontstaan
als gevolg van corrosievorming.
Diesel
f) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorkomen:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
– vochtige ruimtes
Dieselmotor:
– Motorolie verversen.
– Wanneer de tractor langere tijd niet
gebruikt wordt, uitlaat en luchtinlaatopening aan het luchtfilter met crêpeband
of iets dergelijks afsluiten.
– ruimtes waar
kunstmest ligt opgeslagen
– stallen of daarnaast
gelegen
ruimtes.
g) Afdekken
Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
76
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd
oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
pagina
- Bougiekap is niet aangesloten
- Choke niet uitgetrokken
Bougiekap aansluiten
Chokehendel in positie
CHOKE brengen
50
Motor-uit-schakelaar in positie ‘1’ schakelen
50
Veiligheidsschakelaar in
startpositie brengen
31, 50
Brandstoftank vullen
met schone brandstof
Brandstofleiding reinigen
65
Bougie schoonmaken,
instellen of vervangen
64
Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas
64
Leiding en verbindingen controleren
¬
Bevestigingsschroeven natrekken
Benzinemotor:
Motor
start niet
- Motor-uit-schakelaar op ‘0’
- Veiligheidsschakelaar niet
in startpositie
- Brandstoftank leeg of
slechte brandstof
- Brandstofleiding verstopt
- Bougie defect
- Motor teveel brandstof (verzopen)
- Motor-uit-leiding defect
- Valse lucht door losgelaten carburateur
en aanzuigleiding
Motor
hapert
af en toe
- Motor loopt op CHOKE
- Bougiekabel is los
- Brandstofleiding verstopt
of slechte brandstof
- Luchttoevoer in de
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het
brandstofsysteem
- Luchtfilter verontreinigd
- Carburateur verkeerd afgesteld
Motor
wordt
te heet
- Te weinig motorolie
- Ventilatiesysteem functioneert niet
- Luchtfilter is verontreinigd
- Carburateur is verkeerd afgesteld
Chokehendel in positie
BEDRIJF brengen
Bougiekap op de bougiekabel vastklemmen,
bougiekabelbevestiging vastklemmen,
bougiekap op de bougie vastklemmen
Brandstofleiding schoonmaken,
¬
schone brandstof tanken
Brandstoftankdop vervangen
Brandstof aftappen en schoonmaken,
schone brandstof tanken
Luchtfilter schoonmaken of vervangen
Carburateur afstellen
¬
50
63
66
Meteen motorolie bijvullen
Luchtrooster schoonmaken,
koelribben schoonmaken
Luchtfilter reinigen
Carburateur afstellen
¬
65
63
66
¬
64
66
Motor
haperingen
bij hoge
toerentallen
- Ontsteking te krap afgesteld
- Stationair toerentalmengsel
niet correct afgesteld
Bougie afstellen
Carburateur afstellen
Motor
slaat bij
stationair
toerental
vaak af
- Ontsteking te ruim afgesteld,
Bougie defect
- Carburateur niet correct afgesteld
- Luchtfilter verontreinigd
Bougie afstellen of vervangen
Carburateur afstellen
Luchtfilter reinigen
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
62
64
¬
77
66
63
6
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
pagina
Motor
loopt
onregelmatig
- Regelstangen zijn verontreinigd,
klemmen
Regelstangen schoonmaken
Motor
springt in
stoppositie
niet af
- Motor-stop-leiding defect,
massa ontbreekt
Leiding en verbinding controleren,
massa controleren
Motor
levert te
weinig
vermogen
- Luchtfilter is verontreinigd
- Cilinderkop los of
afdichting beschadigd
- Te weinig compressie
Luchtfilter reinigen
Cilinderkop aandraaien,
afdichting vervangen
Motor laten controleren
- Toerentalhendel op ‘STOP’
- Brandstoftank leeg of
slechte brandstof
- Brandstofleiding of
brandstoffilter verstopt
- Inspuitsproeier of
inspuitleiding verontreinigd
- Inspuitdruk niet correct
Toerentalhendel in positie max. schakelen
Brandstoftank vullen met
schone brandstof
Brandstofleiding of
brandstoffilter reinigen
Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen
¬
Inspuitdruk controleren
¬
- Brandstofleiding verstopt of
slechte brandstof
- Luchttoevoer in de
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het
brandstofsysteem
- Luchtfilter verontreinigd
- Inspuitsproeier of
inspuitleiding verontreinigd
Brandstofleiding schoonmaken,
schone brandstof tanken
Brandstoftankdop vervangen
Motor
wordt
te heet
- Te weinig motorolie
- Ventilatiesysteem functioneert niet
Meteen motorolie bijvullen
Luchtrooster schoonmaken,
koelribben schoonmaken
Motor
haperingen
bij hoge
toerentallen
- Inspuitsproeier verontreinigd
- Inspuitdruk niet correct
afgesteld
66
63
¬
¬
Dieselmotor:
Motor
start niet
Motor
hapert
af en toe
6
Brandstof aftappen en
schone brandstof tanken
Luchtfilter schoonmaken
Inspuitsproeier of inspuitleiding reinigen
Inspuitsproeier reinigen
Inspuitdruk afstellen
52, 53
¬
69
70
68
70
67
70
¬
70
Motor
- Luchtfilter is verontreinigd
slaat bij
stationair toerental
vaak af
Luchtfilter reinigen
68
Motor
springt in
stoppositie
niet af
Leiding correct afstellen
72
78
- Motor-stop-leiding niet
correct afgesteld
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
Motor
- Luchtfilter is verontreinigd
- Cilinderkop los of
afdichting beschadigd
- Te weinig compressie
Luchtfilter reinigen
Cilinderkop aandraaien,
afdichting vervangen
Motor laten controleren
levert te
weinig
vermogen
pagina
¬
¬
E-start uitvoering:
E-starter
functioneert
niet
- Accu leeg
- Zekering defect
- Defect aan kabelbundel, E-starter
Accu laden, evt. vervangen
Zekering vervangen
Kabelbundel en E-starter controleren
47, 72
47
¬
Accucontrolelampje licht
niet op bij
stilstaande
motor
- Startschakelaar niet ingeschakeld
- Controlelampje defect
- Zekering defect
- Kabelbundel defect
- Spanningsregelaar defect
Startschakelaar op ‘I’ zetten
Controlelampje vervangen
Zekering vervangen
Kabelbundel controleren
Spanningsregelaar controleren
¬
¬
Accucontrolelampje brandt
tijdens bedrijf
- Zekering defect
- Kabelbundel defect
- Spanningsregelaar defect
- Generator defect
Zekering vervangen
Kabelbundel controleren
Spanningsregelaar controleren
Generator controleren
¬
¬
¬
47
47
Machine algemeen:
Koppeling
komt niet los
- Koppelingshendel niet
correct afgesteld
Koppelingsspeling afstellen
73
Koppeling
glijdt
- Koppelingshendel is niet
correct afgesteld
- Koppelingsplaat versleten
Koppelingsspeling afstellen
73
- Bevestigingsbouten zijn los
Bevestigingsbouten natrekken
Teveel
vibratie
Koppelingsplaat vervangen
¬
74
¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
6
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
79
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestelnr.
Brandstofstabilisator benzinemotor:
799 09 Brandstofstabilisator
zak
Lak:
181 03
712 98
509 68
spuitbus
spuitbus
spuitbus
400 ml
400 ml
400 ml
fles
fles
fles
tube
50 ml
50 ml
50 ml
250 ml
Spuitlak berkengroen
Spuitlak rood, RAL 2002
Spuitlak zwart
Kleefmiddelen (schroefbevestiging), afdichting:
559 94 Kleefmiddel (middel) LOCTITE 242
559 95 Kleefmiddel (sterk) LOCTITE 270
559 96 Kleefmiddel (extra sterk) LOCTITE 638
509 68 Afdichting (vloeibaar) LOCTITE 573
5g
Slijtageonderdelen:
707 91 Luchtfilterset, Robinmotor
707 92 Bougie, Bosch WR7CC
684 16 Afdichtring, oliepeilstok, Robinmotor
009 05 Afdichtring 14x20x1,5, olieaftapplug, Robinmotor
415 008 Luchtfilterelement, Yanmarmotor
415 010 Brandstoffilter, Yanmarmotor
415 011 Afdichting, brandstoffilter, Yanmarmotor
021 43 Afdichtring 14x1,6 (O-ring), brandstofkraan, Yanmarmotor
009 16 Afdichtring 16x22x1,5, olieaftapplug, Yanmarmotor
768 99 Zekering 15A (glazen buis) (30x6,5mm)
009 16 Afdichtring 16x22x1,5; oliepeilstok en olieaftapplug; transmissie
Reserveonderdelenlijst:
997 012 Basismachine 3400
997 083 Aanbouwwerktuigen voor 3400
997 077 Robinmotor
997 147 Yanmarmotor
997 062 Maaibalk
80
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. dieselmotor
Afbeelding J
Motor L100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
21
22
23
24
25
26
Brandstoftankdeksel
Brandstoftank
Brandstofkraan
Luchtfilter
Luchtfilter-voorfilter
Starter-handgreep
Koelluchtzeef
Decompressiehendel
Uitlaat
Elektrostarter (bij uitv. E-start)
Motorolie-vulopening, oliepeilstok
Motorolie-aftapplug
Motoroliefilter
Decompressie-trekkoord
Inspuitpomp
Brandstof-aftapplug
Motor-typeplaatje; motor-nr.
Kogelkop voor motorkap
Zeskantige schroef (bij uitv. E-start)
Tandring (bij uitv. E-start)
Ombouw (bij uitv. E-start)
Afstandshouder (bij uitv. E-start)
Zekeringshouder (bij uitv. E-start)
Zekering 15A (bij uitv. E-start)
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
81
Smeerschema
Uitv. benzinemotor
B
B
6 (50 h) 200 h
6 25 h
6 (25 h) 50 h
68h
B = eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
Uitv. dieselmotor
B
B
6 25 h
68h
6 (50 h) 200 h
(400 h)
6 (50 h) 200 h
B = eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
83
Onderhouds- en inspectietabel
Steeds na bedrijfsuren
P A
2
4
min.
8 25 50 100 200 400 3mndl.
min.
jaarl.
B
blz.
Functie veiligheidsschakelaar controleren
K
72
Functie motor-uit-schakelaar controleren
Hendel speling controleren
K
K
72
73
Functie bergveiligheidsrem controleren
K
74
Koelluchtzeef reinigen
K
65; 70
Luchtfilter controleren
K
63; 68
Omgeving van de uitlaat reinigen
K
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
Transmissieoliepeil controleren
1
K
5
K
K
K
Zeskantige moeren voor getrapte naven
of zeskantige schroeven voor wielnaven
aanhalen
K
Wielschroeven en -moeren natrekken
K
Regelstangen controleren of
schoonmaken
65; 70
62; 67
K
71
K
71
K
71
K
66
Reinigen
K
75
Schroeven en moeren controleren
K
75
Luchtfilterinzet reinigen
K
K
Luchtfilterinzet reinigen
Motorolie verversen, eerste keer,
2
verdere keren
2
W
Motorolie verversen, eerste keer,
2
W
verdere keren
Motoroliefilter reinigen, eerste keer,
verdere keren
K
63
K
68
W
62
62
67
2
W
67
W
67
W
71
W
Transmissieolie verversen, eerste keer,
6
verdere keren
6
67
W
71
Bougie reinigen,
Elektrodenafstand afstellen
K
64
Remvoering bergveiligheidsrem
controleren
K
74
Naafverlenging voor dubbele luchtbanden
smeren
K
Koelluchtgrilgeleidingsplaten,
koelribben reinigen –
indien nodig eerder!
F
K
43
65; 70
Bougie vervangen
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
Brandstoffilter reinigen
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
Brandstoffilter vernieuwen
K
64
K
63
W
Carburateur reinigen en afstellen
Cilinderkop reinigen
F
66
Inspuitsproeier reinigen en controleren
F
70
Klepspeling afstellen
W
69
K
68
W
69
F
66
F
66; 70
Stuurstang/aanhanginstallatie smeren
3
K
K
Alle glijdende onderdelen smeren
4
K
K
Brandstofslangen vernieuwen
84
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
W*
72
75
65; 69
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor
Motor EH 34 D
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
n
u
¢
P
A
B
K
W
F
*
Dop brandstoftank
Brandstoftank
Brandstofkraan, rechts
Luchtfilter
Choke
Starthendel
Repeteerstarter / koelluchtzeef
Bougie
Uitlaat
Motorolievuldop met oliepeilstok
Motortype
Motorolieaftapplug
Motor-nr.
Regelhendel en -stangen
Brandstofkraan, links
= alleen benzinemotor
= alleen dieselmotor
= slechts bij uitv.met bergveiligheidsrem
= positie in smeerschema
= voor iedere ingebruikname
= eens per jaar en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
= controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
= servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
= servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
= na 2 jaarAfbeelding K
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
85
Aanduiding van de onderdelen
Uitv. benzinemotor
Afbeelding K
Motor EH 34 D
86
agria Eenassige tractor 3400; 3400KL
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
e-mail:
[email protected]
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving: