11
3. Wijzig de weerstand van de pedalen naar wens.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand van
de pedalen wijzigen door op de toetsen voor
weerstandsverhoging en -verlaging te drukken.
Er zijn 8 weerstandsniveaus. Opmerking: Na het
drukken op de toetsen duurt het even voordat de
pedalen het gekozen weerstandsniveau bereiken.
4. Volg uw vorderingen aan de hand van
het display.
De console geeft de verstreken tijd en de afgelegde
afstand weer. Opmerking: Wanneer een slim
programma is gekozen, geeft het display de
resterende tijd van het programma weer in plaats
van de verstreken tijd. Het geeft ook uw trapsnelheid
(in omwentelingen per minuut (RPM) of km/h),
het aantal verbrande calorieën en uw hartslag weer
als u de hartslagsensor in de handgreep gebruikt.
5. Meet uw hartslag indien gewenst.
Zie HOE UW HARTSLAG TE METEN op pagina 9.
6. Wanneer u klaar bent met oefenen, gaat de
console automatisch in de slaapstand.
Als de pedalen gedurende enkele seconden niet
bewegen, gaat de console in de slaapstand.
HOE DE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA'S
TE GEBRUIKEN:
1. Schakel de console in.
De console inschakelen gebeurt door op een toets
te drukken of door te beginnen met trappen.
Het volledige display licht kortstondig op en u hoort
een lange pieptoon; de console is dan klaar
voor gebruik.
2. Selecteer een programma.
Na het inschakelen van de console is de eerste
training de handmatige modus. Selecteer uw
training met de toetsen UP en DOWN.
Let wel dat de graek van de programma's tijdens
het selecteren op het display verschijnen.
Opmerking: Programma's 5, 6, 7 en 9 zijn
Prestatieprogrammas's en programma's 2, 3, 4, 8
en 10 zijn Uithoudingsprogramma's.
Raadpleeg een coach voor meer bijzonderheden
over de selectie en het gebruik van
een programma.
Druk op ENTER om te bevestigen.
TIME knippert en 20 min. knippert. Stel de waarde
in met de toetsen UP en DOWN.
Druk dan op ENTER en u ziet het
programma knipperen.
U kunt beginnen te trappen om uw training
te beginnen.
3. Wijzig de weerstand van de pedalen naar wens.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand van
de pedalen wijzigen door op de toetsen voor
weerstandsverhoging en -verlaging te drukken. Er zijn
8 weerstandsniveaus. Opmerking: Na het drukken
op de toetsen duurt het even voordat de pedalen het
gekozen weerstandsniveau bereiken.
4. Volg uw vorderingen aan de hand van het display.
De console geeft de verstreken tijd en de afgelegde
afstand weer. Opmerking: Wanneer een slim
programma is gekozen, geeft het display de
resterende tijd van het programma weer in plaats van
de verstreken tijd. Het geeft ook uw trapsnelheid (in
omwentelingen per minuut (RPM) of km/h), het aantal
verbrande calorieën en vetcalorieën en uw hartslag
weer als u de hartslagsensor in de handgreep gebruikt.
HARTSLAGCONTROLEPROGRAMMA'S:
1. Schakel de console in.
De console inschakelen gebeurt door op een toets
te drukken of door te beginnen met trappen.
Het volledige display licht kortstondig op en u hoort een
lange pieptoon; de console is dan klaar voor gebruik.
2. Selecteer een programma.
Na het inschakelen van de console is de eerste
training de handmatige modus. Selecteer de training
11 met de toetsen UP en DOWN.
Druk op ENTER om te bevestigen.
TIME knippert en 20 min. knippert. Stel de waarde
in met de toetsen UP en DOWN. Druk op ENTER
om te bevestigen.
PULSE knippert en de waarde 70 verschijnt op
het scherm. Stel de waarde in met de toetsen UP
en DOWN.
Druk dan op ENTER en u ziet het
programma knipperen.
U kunt beginnen te trappen om uw training te beginnen.
3. Wijzig de weerstand van de pedalen naar wens.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand van
de pedalen wijzigen door op de toetsen voor
weerstandsverhoging en -verlaging te drukken. Er zijn
8 weerstandsniveaus. Opmerking: Na het drukken
op de toetsen duurt het even voordat de pedalen het
gekozen weerstandsniveau bereiken.
4. Volg uw vorderingen aan de hand van het display.
De console geeft de verstreken tijd en de afgelegde
afstand weer. Opmerking: Wanneer een slim
programma is gekozen, geeft het display de
resterende tijd van het programma weer in plaats van
de verstreken tijd. Het geeft ook uw trapsnelheid (in
omwentelingen per minuut (RPM) of km/h), het aantal
verbrande calorieën en vetcalorieën en uw hartslag
weer als u de hartslagsensor in de handgreep gebruikt.