Documenttranscriptie
1
UK
The features described in this manual are published with reservation to
modifications.
The CE symbol indicates that the unit complies with the essential requirements
of the R&TTE directive
NL
De in deze handleiding beschreven mogelijkheden worden gepubliceerd
onder voorbehoud van wijzigingen.
Het toestel voldoet aan de basiseisen van de R&TTE-richtlijn. Dit wordt
bevestigd door de CE-markering.
F
Les possibilités décrites dans ce manuel sont publiées sous réserve de
modifications.
La conformité de l’appareil avec les exigences fondamentales de la directive
européenne R&TTE relative aux terminaux, est confirmée par le label CE.
D
Die in dieser Bedienungsanleitung umschriebenen Möglichkeiten, werden
vorbehaltlich Änderungen publiziert.
Die Übereinstimmung des Gerätes mit den grundlegenden Anforderungen
der R&TTE-Directive ist durch das CE-Kennzeichen bestätigt.
ES
Las características descritas en este manual pueden ser objeto de futuras
modificaciones.
El sello CE corrobora la conformidad del equipo con los requerimientos
básicos de la directiva R&TTE.
2
11
3
10
4
9
5
6
7
8
UK This product works with rechargeable batteries only. If you put nonrechargeable batteries in the handset and place it on the base, the handset
will be damaged and this in NOT covered under the warranty conditions.
NL Dit product werkt alleen op herlaadbare batterijen. Als u niet herlaadbare
batterijen in de handset stopt en deze op de basis plaatst, zal de handset
beschadigd raken. Deze beschadiging wordt NIET gedekt door de garantie.
12
F Ce produit fonctionnement uniquement avec des piles rechargeables. Si
vous mettez des piles non rechargeables dans le combiné et si vous le
placez sur la base, le combiné sera endommagé et ceci ne sera PAS
couvert par la garantie.
D Dieses Gerät darf nur mit Akkus betrieben werden. Wenn Sie das Mobilteil
mit nicht wiederaufladbaren Batterien bestücken und es auf die
Basisstation stellen, wird das Mobilteil beschädigt und fällt nicht unter die
Garantie.
ES Este producto solo funciona con pilas recargables. Si pone pilas no
recargables en el terminal y lo pone en la base, el terminal se dañará, lo
que NO está incluido en la garantía.
Orbit
Nederlands
1
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.8
4.9
4.10
5
5.1
6
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
Orbit
Veiligheidsadvies
Beginnen
Hoe gebruikt u deze gebruiksaanwijzing
Het basisstation installeren
De handset installeren
Bevestiging aan de muur
Toetsen/Led
Symbolen
Displaytoetsen
Navigeren door het menu
Menuoverzicht
De telefoon gebruiken
De handset AAN- en UIT zetten
De menutaal veranderen
Datum en tijd instellen
De tijdnotatie instellen
Een normaal telefoongesprek voeren
Een gesprek aannemen
Handsfree-modus
Oortelefoon/handsfree-volume aanpassen
Functie mic. uit (Mute-functie)
Een handset traceren (Zoekfunctie)
Toetsenbordvergrendeling
Gebruik van het alfanumerieke toetsenbord
Telefoonboek
Om toegang te krijgen tot het telefoonboek en in het telefoonboek te zoeken
Om een contact toe te voegen
Om een contact te bellen
Details weergeven
Een contact wissen
Alle contacten wissen
Contact bewerken
Eén contact of alle contacten uit het telefoonboek naar een andere
handset kopiëren
Geheugenstatus
De belmelodie veranderen
Nummerherkenning
Wisselgesprek
Bellerslijst
Bericht nieuwe gesprekken
Nieuwe gemiste oproepen bekijken
De bellerslijst bekijken en van hieruit bellen
Een nummer uit de bellerslijst naar het telefoonboek kopiëren
Een SMS versturen naar een nummer in de bellerslijst
Een contact wissen
45
46
46
46
47
48
49
50
50
50
51
51
51
51
52
52
52
53
53
54
54
54
54
54
55
55
55
55
56
56
56
56
57
58
58
58
58
58
59
59
59
59
60
60
5
Orbit
6.7
7
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
7.8
7.9
7.10
7.11
7.12
8
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
8.6
8.7
9
10
11
11.1
11.2
11.3
11.4
11.5
11.6
11.7
11.8
11.9
12
12.1
12.2
12.3
12.4
13
14
15
15.1
15.2
15.3
16
17
6
Alle contacten wissen
De handset personaliseren
Belmelodie en volume
Naam handset
Toetstonen
Achtergrond
Menukleur
Het contrast instellen
De lichttime-out instellen
De screensaver instellen
Automatisch beantwoorden
PABX-code
Ontvangstvolume
De wekkerfunctie gebruiken
Basisinstellingen
Belmelodie
Belvolume
Kiesmethode
Flash (Recall)
Pincode
Voorrang belsign.
Eerste oproep Aan/Uit
Fabrieksinstellingen
Agenda
SMS
Het schrijven van een SMS
Een SMS verzenden
De lijst ontvangen oproepen (Inbox) bekijken
Lezen en verzenden van het opgeslagen bericht (map Klad (Draft))
De outbox gebruiken
Sjabloonberichten
Berichten wissen (Delete messages)
SMS-instellingen
Gebruiksgebieden
Extra handsets en basisstations
Een nieuwe handset toevoegen
Een handset afmelden
Een basisstation kiezen
De intercomfunctie gebruiken
Probleemoplossing
Technische gegevens Technische kernmerken
Topcom-garantie
Garantieperiode
Afwikkeling van garantieclaims
Garantiebeperkingen
Afvoeren van het toestel (milieu)
Reinigen
60
60
60
61
61
62
62
62
62
62
63
63
63
64
64
64
64
65
65
65
66
66
66
67
68
68
68
69
70
70
71
71
71
72
74
74
75
75
75
76
77
78
78
78
78
79
79
Orbit
Veiligheidsadvies
Nederlands
Veiligheidsadvies
Onderstaand veiligheidsadvies moet altijd worden opgevolgd vóór u elektrische
apparatuur gebruikt.
Lees onderstaande informatie over veiligheid en juist gebruik zorgvuldig door. Leer alle
functies van de apparatuur kennen. Bewaar deze adviezen zorgvuldig en geef ze indien
nodig door aan derden.
Elektrische veiligheid en bescherming:
• Gebruik de apparatuur niet als de stekker, kabel of de apparatuur zelf beschadigd is.
• Als de apparatuur is gevallen, moet deze vóór gebruik door een elektricien worden
gecontroleerd.
• In de apparatuur zijn gevaarlijke spanningen aanwezig. Open nooit de behuizing en
steek geen voorwerpen door de ventilatieopeningen.
• Laat geen vloeistoffen in de apparatuur lopen. Trek in geval van nood de stekker uit
het stopcontact.
• Trek ook de stekker uit het stopcontact wanneer zich tijdens gebruik een fout voordoet
of vóór u de apparatuur gaat reinigen.
• Raak de oplader en de contactpunten van de stekker niet aan met scherpe of metalen
voorwerpen.
• Pas de apparatuur niet zelf aan en voer hieraan zelf geen reparaties uit. Laat
reparaties van de apparatuur of de elektriciteitskabel uitsluitend uitvoeren door een
gespecialiseerd servicecentrum. Slechte reparaties kunnen leiden tot aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker.
• Kinderen onderschatten vaak de met elektrische apparatuur geassocieerde gevaren.
Laat kinderen daarom nooit zonder toezicht achter in de buurt van elektrische
apparatuur.
• de apparatuur mag niet worden gebruikt in vochtige ruimtes (bijv. badkamers) of
ruimtes waarin zich veel stof bevindt.
• Apparatuur die tijdens een onweersbui is aangesloten op het elektriciteitsnet kan door
bliksem worden beschadigd. Trek daarom tijdens onweer de stekker uit het
stopcontact.
• Om de apparatuur volledig van het elektriciteitsnet los te koppelen, moet de stekker uit
het stopcontact worden getrokken. Trek wanneer u dit doet altijd aan de stekker zelf
en nooit aan de kabel.
• Bescherm de elektriciteitskabel tegen hete oppervlakken en andere schadelijke
bronnen en zorg dat deze niet in de knoop raakt.
• Controleer de elektriciteitskabel regelmatig op beschadigingen.
• Rol de elektriciteitskabel vóór gebruik volledig uit.
• Zorg dat de elektriciteitskabel geen struikelgevaar vormt.
• De werking van sommige medische apparatuur kan worden beïnvloed.
• De handset kan bij gehoorapparaten een onprettig zoemend geluid veroorzaken.
45
Nederlands
1
Beginnen
Brandveiligheid:
• De warmte die in de apparatuur wordt opgebouwd, kan leiden tot het defect raken en/
of in brand raken van de apparatuur. Stel deze apparatuur daarom niet bloot aan
extreme temperaturen, zoals:
1. directe blootstelling aan zonlicht en verwarmingswarmte
2. de ventilatieopeningen mogen niet worden bedekt
Explosiegevaar:
• Gooi batterijen nooit in het vuur.
Vergiftigingsgevaar:
• Houd batterijen uit de buurt van kleine kinderen.
N.B.:
• Gebruik alleen de meegeleverde lader. Gebruik geen andere laders. Deze kunnen de
batterijcellen beschadigen.
• Het stopcontact moet in de buurt en goed toegankelijk zijn.
• Gebruik uitsluitend oplaadbare batterijen van hetzelfde type. Plaats de batterijen met
de polen in de juiste richting in het batterijvak (de poolrichting is aangegeven aan de
binnenzijde van de handset). Gebruik nooit gewone niet-oplaadbare batterijen!
Omdat deze telefoon niet kan worden gebruikt wanneer de stroom uitvalt,
moet u voor noodoproepen een netstroomonafhankelijke telefoon,
bijvoorbeeld een mobiele telefoon, gebruiken.
2
Beginnen
2.1
Hoe gebruikt u deze gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing wordt de volgende methode gebruikt om de instructies te
verduidelijken:
Tekst.......”display”.
Tekst die op de display van de telefoon verschijnt
Druktoets. Dit kan een softtoets zijn. Wanneer de softtoets een symbool is, wordt dit in
de linkerkolom weergegeven. Wanneer de softtoets tekst is, wordt de linker- of
rechtersofttoets weergegeven in de linkerkolom en wordt de tekst tussen
aanhalingstekens weergegeven in de rechterkolom.
2.2
Het basisstation installeren
Doe om te installeren het volgende:
1 Steek het ene uiteinde van de adapter in het stopcontact en het andere einde in het
contact van de adapter aan de onderkant van het basisstation.
2 Steek het ene uiteinde van het telefoonsnoer in de telefoonaansluiting in de muur en
het anderen uiteinde in de onderkant van het basisstation.
46
Beginnen
3 Steek het telefoonsnoer en de elektriciteitskabel in de aansluitpunten van het
basisstation, zoals afgebeeld op afbeelding 2A.
A
Nederlands
C
B
- 2A Achteraanzicht basisstation A. Telefoonaansluiting in de muur
B. Elektriciteitskabel
C. Telefoonsnoer
2.3
De handset installeren
1
2
3
4
Open het batterijvak zoals afgebeeld op afbeelding 2B.
Plaats de batterijen met de polen (+ en -) in de juiste richting.
Sluit het batterijvak.
Laat de handset 20 uur in het basisstation.
A
+
+
B
-2B Achteraanzicht handset A. Deksel
B. Oplaadbare batterijen
Vóór u de telefoon voor de eerste keer gebruikt, moet u zorgen dat de
batterij 20 uur is opgeladen. Als u dit niet doet, werkt de telefoon niet
optimaal.
47
Beginnen
2.4
Bevestiging aan de muur
U kunt het basisstation aan de muur hangen door de haak in het basisstation te draaien
zoals hieronder is aangegeven:
2. 180° rechtsom draaien
1. Haak optillen
Bureaumodus
3. Loslaten op de juiste
positie
- 2C Muurbevestiging -
Muurbevestigingsmodus
Gebruik de mal op de achterzijde van de handleiding om de gaten 5 cm uit elkaar
horizontaal in de muur te boren.
Muurplug
Muur
5 cm
- 2D Muurbevestiging 48
Schroef
Beginnen
2.5
Toetsen/Led
Handset
1. Display
2. Rechter softtoetsmenu
3. Omhoog / Opnieuw bellen /
Pauzetoets
Nederlands
4. Ophangtoets/ AAN-/UITtoets
5. Alfanumerieke toetsen
1
6. Toetsenbordvergrendeling
7. INT-toets
2
11
8. Flashtoets
9. Omlaag- / Adresboektoets
10
10. Beltoets / Handsfreetoets
9
3
4
11. Linker softtoetsmenu
5
6
7
8
- 2E Handset -
Basisstation
12. Oproeptoets
12
- 2F Basisstation 49
Beginnen
2.6
Symbolen
Toetsenbordvergrendeling
Handset binnen bereik basisstation
(Knippert als u buiten bereik bent)
Wekker ingesteld
Handsfree
Belvolume handset staat uit
Batterij vol
U hebt een SMS-bericht ontvangen
Batterij halfvol
U hebt gemiste oproepen
Batterij bijna leeg
U hebt een nieuw voicemailbericht
De batterij is bijna leeg
2.7
Displaytoetsen
Displaytoetsen (softtoetsen) bevinden zich direct onder het scherm. De functie van deze
2 toetsen varieert afhankelijk van de gebruiksmodus. De werkelijke functie wordt direct
boven de 2 displaytoetsen weergegeven als pictogram of tekst.
2.8
Navigeren door het menu
De Orbit heeft een eenvoudig te gebruiken menusysteem. Elk menu leidt naar een
keuzelijst. Het menu wordt getoond in de volgende paragraaf.
1 Druk wanneer de handset aan staat en op standby op de
linkermenusofttoets (Toets 11 - Afbeelding 2E) “Menu“ om het
hoofdmenu te openen.
2 Scroll naar de gewenste menuoptie.
3 Druk op de menusofttoets om verdere opties te bekijken of om de
weergegeven instelling te bevestigen.
Om het menu te verlaten of één niveau omhoog te gaan in het menu
Druk om terug te keren naar het voorgaande menuniveau op de
menusofttoets “Terug”.
Druk om te annuleren en terug te keren naar standby op de beltoets.
50
De telefoon gebruiken
Menuoverzicht
Menu
Submenuonderwerpen
SMS (Text Messaging)
Bellerslijsten (Calls Lists)
3
Schrijven (Write Message)
Inbox
Klad (Drafts)
Outbox
Sjablonen (Templates)
Berichten wissen (Delete messages)
SMS-instellingen (Text Settings)
Gemiste oproepen (Missed Calls)
Ontvangen oproepen (Received
Calls)
Gebelde nummers (Dialled Calls)
Oproepen wissen (Delete Calls)
Agenda
Afspraak maken (zelfs wanneer er
geen afspraken zijn)
Klok instellen (Clock &
Alarm)
Datum & tijd (Date & Time)
Wekker (Alarm)
Tijdnotatie (Time Format)
Instellingen (Settings)
Handset instellen (Set Handset)
Basis instellen (Set Base)
Aanmelden (Registration)
Handset aanmelden (Register
Handset)
Basis kiezen (Select Base)
Afmelden (De-register)
Nederlands
2.9
De telefoon gebruiken
3.1
De handset AAN- en UIT zetten
1 Houd de aan-/uittoets ingedrukt om de handset uit te zetten.
2 Druk op de aan-/uittoets of plaats de handset in het basisstation om
de handset weer aan te zetten.
3.2
De menutaal veranderen
1 Open het menu.
2 Kies “Instellingen” (Settings) en bevestig.
3 Kies “Handset instellen” (Set Handset) en bevestig.
4 Kies “Taal” (Language) en bevestig.
5 Kies een taal en bevestig.
Op het scherm verschijnt het bericht “Opgeslagen” (Saved).
6 Druk op de beltoets om terug te keren naar standby.
De
of
pijlen geven aan dat meer opties in het menu beschikbaar zijn.
51
De telefoon gebruiken
3.3
Datum en tijd instellen
- De datum en tijd worden opgeslagen in het basisstation en naar alle
handsets verzonden, zodat u deze slechts één keer hoeft in te stellen
wanneer u meerdere handsets gebruikt.
- De datum en tijd kunnen worden ingesteld via de
nummerweergaveinformatie (clip) of handmatig, zoals hieronder
weergegeven.
1
2
3
4
Open het menu.
Kies “Klok instellen” (Clock & Alarm) en bevestig.
Kies “Datum & tijd” (Date & Time) en bevestig.
Toets dag, maand, jaar, tijd en minuten in en kies “Opslaan” (Save)
om te bevestigen.
5 Druk op “Terug” (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
3.4
De tijdnotatie instellen
De tijdnotatie kan voor elke handset afzonderlijk worden ingesteld.
1
2
3
4
5
3.5
Open het menu.
Kies “Klok instellen” (Clock & Alarm) en bevestig.
Kies “Tijdnotatie” (Time Format) en bevestig.
Kies “12-uurs” (12 Hour) of “24-uurs” (24 Hour) en bevestig.
Druk op “Terug” (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
Een normaal telefoongesprek voeren
Direct bellen
1 Druk op de beltoets om het gesprek te starten.
2 Toets het telefoonnummer in.
3 Druk op de ophangtoets om op te hangen of plaats de handset weer
in het basisstation.
Voortoetsen
Met de voortoetsfunctie kunt u een nummer intoetsen en aanpassen vóór u belt.
1 Toets een nummer in van maximaal 32 cijfers.
Houd de pauzetoets ingedrukt om een pauze in te lassen. Op het scherm
wordt een “P” weergegeven.
2 Druk op de menusofttoets “Wissen” (Clear) om te corrigeren.
3 Druk op de beltoets om het gesprek te starten of kies "Opties"
(Options).
4 Scroll als u “Opties” (Options) hebt geselecteerd door het menu en
kies:
“Opslaan” (Save): om het nummer in het telefoonboek op te slaan,
“SMS-en” (Send Message): om een bericht te versturen.
52
De telefoon gebruiken
5 Druk op de ophangtoets om op te hangen of plaats de handset weer
in het basisstation.
1 Druk op de terugbeltoets.
2 Kies een nummer. Als het nummer in het telefoonboek staat, wordt
de naam weergegeven.
3 Druk op de beltoets om het gesprek te starten of kies "Opties"
(Options).
4 Scroll als u “Opties” (Options) hebt geselecteerd door het menu en
kies:
“Details tonen” (Show Details): om de details weer te geven,
“Nummer opslaan” (Save Number): om het nummer in het
telefoonboek op te slaan,
“SMS-en” (Send Message): om een bericht te versturen,
“Oproep wissen” (Delete Call): om het nummer uit de lijst met
gesprekken te wissen.
5 Bevestig uw selectie.
6 Druk op de beltoets om terug te keren naar standby.
3.6
Een gesprek aannemen
Als u een externe oproep heeft, wordt op het scherm de boodschap “Externe oproep”
(External Call) weergegeven. Om het gesprek aan te nemen:
1 Druk op de beltoets.
OF
Til de handset uit het basisstation als u "Automatisch beantwoorden"
(Auto Talk) hebt ingeschakeld.
(See ”7.9 Automatisch beantwoorden”)
De gespreksduur wordt na 15 seconden weergegeven.
2 Druk op de ophangtoets om op te hangen of plaats de handset weer
in het basisstation.
U kunt het beltoonvolume bij binnenkomende gesprekken uitschakelen door
“Stil” (Silence) te selecteren.
3.7
Handsfree-modus
Met handsfree kunt u met de beller praten zonder de handset vast te houden. Hierdoor
kunnen andere personen in de kamer meeluisteren naar beide kanten van het gesprek.
1 Druk om gesprekken op handsfree over te schakelen tijdens het
gesprek op de handsfree-toets.
53
Nederlands
Bel opnieuw een nummer uit de lijst met gekozen nummers
U kunt maximaal 20 van de laatst gekozen nummers opnieuw bellen. Als u in het
telefoonboek een naam bij het nummer hebt opgeslagen, wordt in plaats van het nummer
de naam weergegeven.
De telefoon gebruiken
3.8
Oortelefoon/handsfree-volume aanpassen
1 Druk op omhoog of omlaag om een volume tussen 1 en 8 te kiezen
tijdens een normaal of handsfree gesprek.
U kunt het volume van de oortelefoon/handsfree niet afzonderlijk instellen.
3.9
Functie mic. uit (Mute-functie)
Om de microfoon uit te schakelen, zodat de persoon aan de andere kant van de lijn u niet
hoort.
1 Druk tijdens een gesprek op de menusofttoets “Mic. uit” (Secrecy)
om de microfoon uit te schakelen.
Op het scherm verschijnt het bericht “Microfoon uit” (Secrecy On).
2 Selecteer “Uit” (Off) om de microfoon weer te activeren.
3.10 Een handset traceren (Zoekfunctie)
1 Druk op de zoektoets op het basisstation.
Alle aan het basisstation gekoppelde handsets gaan gedurende 30
seconden over.
2 Druk op “Stop” (Stop) of een willekeurige andere toets op de
handset om te stoppen met zoeken.
3.11 Toetsenbordvergrendeling
Om het toetsenbord te vergrendelen om te voorkomen dat u per ongeluk een nummer
belt terwijl u met de handset rondloopt.
3 Houd de toetsenbordvergrendelingstoets (toets 6 - Afbeelding 2E)
ingedrukt tot op het scherm de boodschap “Toetsenbord
geblokkeerd” (Keypad Locked) en een slotje verschijnen.
4 Kies om te ontgrendelen “Vrijgave” (Unlock), gevolgd door de
toetsenbordvergrendelingstoets #.
3.12 Gebruik van het alfanumerieke toetsenbord
U kunt met uw telefoon ook alfanumerieke tekens invoeren. Dit is handig om een naam
in het telefoonboek in te voeren, de handset een naam te geven, ...
Druk om een letter te selecteren zo vaak als nodig is op de bijbehorende toets.
Druk bijvoorbeeld eenmaal op '2' om een ‘A’ te selecteren. Druk tweemaal op '2' om een
‘B’ te selecteren, enzovoort.
Druk om achtereenvolgens een ‘A’ en ‘B’ te selecteren eenmaal op ‘2’, wacht tot de
cursor naar het volgende teken verschuift en druk vervolgens tweemaal op ‘2’.
Wanneer namen worden ingevoerd, is het eerste teken een hoofdletter en zijn de
volgende letters kleine letters. U kunt handmatig overschakelen van grote naar kleine
letters en vice versa, zoals hieronder omschreven.
Druk op ‘0’ om een spatie te kiezen.
54
Telefoonboek
Druk op de #-toets om te schakelen tussen kleine letters, hoofdletters
of numerieke invoer.
Druk op de menusofttoets “Wissen” (Clear) om te corrigeren.
Telefoonboek
In elke handset kunnen maximaal 250 namen en nummers worden opgeslagen. Namen
mogen maximaal 12 tekens lang zijn en nummers mogen bestaan uit maximaal 24 cijfers.
U kunt ook voor elke naam een andere beltoon instellen.
4.1
Om toegang te krijgen tot het telefoonboek en in het telefoonboek
te zoeken
Er zijn twee manieren om toegang te krijgen tot de namenlijst van uw telefoonboek:
1 Druk op de rechter menusofttoets “Boek” (Names) en kies “Zoeken”
(Search).
OF
2 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
3 Scroll naar de naam die u zoekt of toets de eerste letters van de
naam in.
Als het telefoonboek leeg is, wordt spoedig de boodschap ”Telefoonboek
leeg" (Phonebook Empty) weergegeven.
4.2
Om een contact toe te voegen
1 Druk op de rechtermenusofttoets “Boek” (Names).
2 Kies “Toevoegen” (Add Entry).
3 Gebruik het toetsenbord om de naam in te toetsen en selecteer
vervolgens “OK”.
4 Gebruik het toetsenbord om het nummer in te toetsen en selecteer
vervolgens “Opslaan" (Save).
5 Kies de gewenste belmelodie en druk op “OK” (Select).
Kies “Standaardmelodie" (Default melody) als u voor dit contact
geen andere beltoon wilt.
6 Keer terug naar standby.
4.3
Om een contact te bellen
1 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
2 Selecteer de gewenste naam of gebruik het toetsenbord om de
eerste letter van de naam in te toetsen.
3 Druk op de beltoets om het gesprek te starten.
4 Keer terug naar standby.
55
Nederlands
4
Telefoonboek
4.4
Details weergeven
1 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
2 Selecteer de gewenste naam of gebruik het toetsenbord om de
eerste letter van de naam in te toetsen.
3 Kies “Opties" (Options).
4 Kies “Details tonen" (Show Details).
De naam, het nummer en de beltoon die u aan het contact hebt
toegewezen, verschijnen op het scherm.
5 Druk op “Bellen” (Dial) om het nummer te bellen of op “Terug”
(Back) om terug te gaan.
6 Keer terug naar standby.
4.5
Een contact wissen
1 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
2 Selecteer de gewenste naam of gebruik het toetsenbord om de
eerste letter van de naam in te toetsen.
3 Kies “Opties" (Options).
4 Kies “Nr. wissen” (Delete entry) en bevestig.
4.6
Alle contacten wissen
1 Druk op de rechtermenusofttoets “Boek” (Names).
2 Kies “Boek wissen” (Delete Phonebook) en bevestig.
4.7
Contact bewerken
1 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
2 Selecteer de gewenste naam of gebruik het toetsenbord om de
eerste letter van de naam in te toetsen.
3 Kies “Opties" (Options).
4 Kies “Nummer wijzigen" (Edit Entry) en bevestig.
5 Druk op de menusofttoets “Wissen” (Clear) om te wissen en gebruik
het toetsenbord om de naam te veranderen.
6 Kies “OK”.
7 Pas het nummer aan en kies “Opslaan" (Save).
8 Kies de gewenste belmelodie en druk op “OK" (Select).
9 Keer terug naar standby.
56
Telefoonboek
Eén contact of alle contacten uit het telefoonboek naar een andere
handset kopiëren
- Het kopieerproces kan worden onderbroken wanneer u een inkomend
gesprek hebt.
- Wanneer de andere handset niet beschikbaar is (buiten bereik) of het
geheugen vol is, verschijnt op het scherm de boodschap “Kopiëren niet
geslaagd" (Copy unsuccessful).
- Wanneer slechts één handset geregistreerd is, verschijnt gedurende
2 seconden de boodschap "Niet mogelijk" (Not available).
Een contact naar een andere handset kopiëren
1 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
2 Selecteer de gewenste naam of gebruik het toetsenbord om de
eerste letter van de naam in te toetsen.
3 Kies “Opties" (Options).
4 Kies “Nummer kopiëren” (Copy Entry).
5 Kies “Naar handset" (To Handset).
De beschikbare handsets (alle handsets die aan het basisstation zijn
gekoppeld) worden weergegeven.
6 Kies de gewenste handset en bevestig.
Op het scherm verschijnt het bericht “Even wachten..." (Please
wait...).
Op het scherm van de betreffende handset verschijnt het bericht
“Boek kopiëren?" (Copy phonebook?).
7 Druk op de betreffende handset op de linkermenutoets om te
bevestigen of op derechtermenutoets om de overdracht te
annuleren.
8 Keer terug naar standby.
Alle contacten in het telefoonboek naar een andere handset kopiëren
1 Druk op de rechtermenusofttoets “Boek" (Namen).
2 Kies “Boek kopiëren" (Copy Phonebook).
3 Kies “Naar handset" (To Handset).
De beschikbare handsets (alle handsets die aan het basisstation zijn
gekoppeld) worden weergegeven.
4 Kies de gewenste handset en bevestig.
Op het scherm verschijnt het bericht “Even wachten..." (Please wait...).
Op het scherm van de betreffende handset verschijnt het bericht
“Boek kopiëren?" (Copy phonebook?).
5 Druk op de betreffende handset op de linkermenutoets om te
bevestigen of op de rechtermenutoets om de overdracht te
annuleren.
6 Keer terug naar standby.
57
Nederlands
4.8
Nummerherkenning
4.9
Geheugenstatus
1 Druk op de rechtermenusofttoets “Boek" (Names).
2 Kies “Boek kopiëren" (Copy Phonebook).
3 Kies “Geheugenstatus" (Memory Status).
Het aantal contacten in het telefoonboek wordt weergegeven + het
aantal vrije plaatsten.
4 Keer terug naar standby.
4.10 De belmelodie veranderen
1 Druk op de toets Omlaag/Telefoonboek.
2 Selecteer de gewenste naam of gebruik het toetsenbord om de
eerste letter van de naam in te toetsen.
3 Kies “Opties" (Options).
4 Kies “Belmelodie" (Ringtone).
5 Kies de gewenste belmelodie en druk op “OK" (Select).
6 Keer terug naar standby.
5
Nummerherkenning
Deze dienst werkt alleen als u hier een abonnement op hebt. Neem contact
op met uw telefoonbedrijf.
Als op uw vaste lijn een telefoongesprek binnenkomt, verschijnt het nummer van de beller
op de display van de handset. U kunt zijn of haar naam zien als deze door het netwerk
wordt doorgegeven. Als een naam in het telefoonboek staat, wordt de naam uit het
telefoonboek weergegeven!
5.1
Wisselgesprek
Deze dienst werkt alleen als u een abonnement op nummerherkenning
hebt.
Tijdens een gesprek hoort u een piep (klopgeluid) als u een tweede gesprek binnenkrijgt
(via de oortelefoon). Het nummer (of de naam) wordt op de display weergegeven. Als
geen nummer of naam beschikbaar is, verschijnt op de telefoon het bericht “Wachtstand"
(Call Waiting).
6
Bellerslijst
In elke handset kunnen 30 gesprekken worden opgeslagen in de bellerslijst (ontvangen
en gemiste oproepen) die u later kunt bekijken.
De 20 laatst gekozen nummers worden ook in de bellerslijst opgeslagen. Als het
geheugen vol is, worden de oudste gesprekken in het geheugen automatisch door de
nieuwe gesprekken vervangen.
58
Bellerslijst
Bericht nieuwe gesprekken
0123456789
6.2
Gemiste oproepen worden gemeld met de tekst “U hebt xx nwe
gemiste opr” (You have xx new missed call(s)) of met een pictogram
op het inactieve scherm.
Nieuwe onbeantwoorde/gemiste oproepen worden in de lijst
weergegeven met een blauwe stip achter het telefoonnummer of de
naam van de beller.
Nieuwe gemiste oproepen bekijken
1 Druk op de linker menusofttoets “Bekijk” (View). Alleen de gemiste/
onbeantwoorde oproepen worden in de lijst met gemiste oproepen
weergegeven.
OF
2 Druk op de rechter menusofttoets “Terug” (Back) om de gemiste
oproepen op een later tijdstip te bekijken.
6.3
De bellerslijst bekijken en van hieruit bellen
1 Open het menu.
2 Kies “Bellerslijst" (Calls List).
3 Kies “Gemiste oproepen", "Ontvangen opr." of "Gebelde nummers"
(Missed Calls, Received Calls of Dialled Calls).
4 Scroll door de lijst en kies “Opties" (Options).
5 Kies “Details tonen" (Show Details) om het nummer van de beller
en de datum en het tijdstip van de oproep te bekijken.
6 Kies “Bellen" (Dial) om het nummer te bellen.
7 Kies “Terug" (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
6.4
Een nummer uit de bellerslijst naar het telefoonboek kopiëren
1 Open het menu.
2 Kies “Bellerslijst" (Calls List).
3 Kies “Gemiste oproepen", "Ontvangen opr." of "Gebelde nummers"
(Missed Calls, Received Calls of Dialled Calls).
4 Scroll door de lijst en kies “Opties" (Options).
5 Kies “Nummer opslaan" (Save Number).
6 Toets de naam in en druk op “Opslaan" (Save) om te bevestigen.
7 Selecteer de belmelodie en druk op “OK" (Select).
8 Kies “Terug" (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
59
Nederlands
6.1
De handset personaliseren
6.5
Een SMS versturen naar een nummer in de bellerslijst
1 Open het menu.
2 Kies “Bellerslijst" (Calls List).
3 Kies “Gemiste oproepen", "Ontvangen opr." of "Gebelde nummers"
(Missed Calls, Received Calls or Dialled Calls).
4 Scroll door de lijst en kies “Opties" (Options).
5 Kies “SMS-en" (Send Message).
6 Toets het bericht in en druk op “Opties" (Options).
7 Kies “Zenden" (Send) (u kunt opslaan of een symbool, emoticon of
sjabloon invoegen).
8 Het nummer wordt al op het scherm ingevuld. Druk op “Zenden"
(Send) om het bericht te versturen.
9 Kies “Terug" (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
6.6
Een contact wissen
1 Open het menu.
2 Kies “Bellerslijst" (Calls List).
3 Kies “Gemiste oproepen, Ontvangen opr. of Gebelde nummers”
(Missed Calls, Received Calls or Dialled Calls).
4 Scroll door de lijst en kies “Opties" (Options).
5 Kies “Oproep wissen" (Delete Call).
6 Kies “Terug" (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
6.7
Alle contacten wissen
1
2
3
4
Open het menu.
Kies “Bellerslijst" (Calls List).
Kies “Oproepen wissen" (Delete Calls).
Scroll door de lijst en kies “Gemiste oproepen”, “Ontvangen opr.”,
“Gebelde nummers” of “Alle oproepen” (Missed Calls, Received
Calls, Dialled Calls of All Calls).
5 Kies “Ja" (Yes) om te bevestigen of “Nee" (No) om te annuleren.
6 Kies “Terug" (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
7
De handset personaliseren
7.1
Belmelodie en volume
Belmelodie
U kunt kiezen uit 10 verschillende belmelodieën voor interne en externe oproepen.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Handset instell." (Set Handset).
4 Kies “Belmelodie" (Ringtone).
60
De handset personaliseren
5 Kies “Externe oproep" (External Call) voor externe oproepen of
“Interne oproepen" (Internal Calls) voor interne oproepen en
bevestig.
6 Kies de gewenste melodie en bevestig.
Tijdens het scrollen wordt de melodie afgespeeld.
7 Keer terug naar standby.
Nederlands
Belvolume
U kunt kiezen uit 5 belvolumes en "uit".
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Handset instell." (Set Handset).
4 Kies “Belvolume" (Ringer volume).
De huidige instelling wordt weergegeven.
5 Druk op de toets 'omhoog' om het volume harder te zetten.
6 Druk op de toets 'omlaag' om het volume zachter te zetten.
7 Kies “Opslaan" (Save) om te bevestigen.
8 Keer terug naar standby.
Als u het belvolume op “Uit" (Off) zet, wordt op het standbyscherm het
pictogram voor "Belsign. uit"
weergegeven.
7.2
Naam handset
U kunt de naam die in standby-modus op de handset wordt weergegeven (max. 10
leestekens) veranderen.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Handset instell." (Set Handset).
4 Kies “Naam handset" (Handset name).
5 Toets de door u gewenste naam in.
6 Druk op de menusofttoets “Wissen” (Clear) om te corrigeren.
7 Kies “Opslaan" (Save) om te bevestigen.
8 Keer terug naar standby.
7.3
Toetstonen
1
2
3
4
5
6
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Handset instell." (Set Handset).
Kies “Toetstoon” (Key Beep).
Kies “Aan" (On) of “Uit" (Off).
Keer terug naar standby.
61
De handset personaliseren
7.4
Achtergrond
U kunt kiezen uit 3 verschillende achtergronden die in de standby-modus op de
achtergrond verschijnen.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Handset instell." (Set Handset).
4 Kies “Achtergrond" (Wallpaper).
5 Kies de door u gewenste afbeelding en bevestig.
Druk tijdens het scrollen op “Bekijk" (View) om de afbeelding te
bekijken.
6 Keer terug naar standby.
7.5
Menukleur
1
2
3
4
5
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Handset instell." (Set Handset).
Kies “Menukleur" (Menu colour).
Kies “Blauw" (Blue), “Oranje" (Orange) of “Roze" (Pink) en
bevestig.
6 Keer terug naar standby.
7.6
Het contrast instellen
1
2
3
4
5
6
7.7
De lichttime-out instellen
1
2
3
4
5
6
7.8
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Handset instell." (Set Handset).
Select “Time-out licht" (Light Timeout).
Kies de door u gewenste time-out (15, 30 of 45 seconden).
Keer terug naar standby.
De screensaver instellen
1
2
3
4
62
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Handset instell." (Set Handset).
Kies “Schermcontrast" (Display Contrast).
Kies het door u gewenste contrast (laag, gemiddeld of hoog).
Keer terug naar standby.
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Handset instell." (Set Handset).
Kies “Screensaver”.
De handset personaliseren
5 Kies “Klok” (Clock) of "Geen" (No) screensaver en bevestig.
6 Keer terug naar standby.
Automatisch beantwoorden
Wanneer u een inkomend gesprek hebt en de handset in het basisstation is geplaatst,
wordt het gesprek automatische geaccepteerd als het toestel uit het basisstation wordt
genomen. Deze functie kan worden in- of uitgeschakeld.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Handset instell." (Set Handset).
4 Selecteer “Autom. beantw." (Autotalk).
5 Kies “Aan" (On) of “Uit" (Off).
6 Keer terug naar standby.
7.10 PABX-code
Het is mogelijk uw telefoon te gebruiken met een prefixnummer. Als u een nummer uit de
bellerslijst of het telefoonboek belt, wordt dit nummer automatisch voor het
telefoonnummer geplaatst.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Handset instell." (Set Handset).
4 Kies “PABX-code" (PABX Access Code).
5 Kies “Code instellen" (Set code).
6 Toets de prefixcode in, bijv. ‘0’ (slechts 1 cijfer) en kies “Opslaan"
(Save).
OF
7 Kies “Aan" (On) of “Uit" (Off).
8 Keer terug naar standby.
Als u handmatig een nummer belt, wordt dit prefixnummer niet gedraaid,
maar moet dit handmatig worden ingetoetst.
7.11 Ontvangstvolume
Hiermee kan het standaardvolumeniveau voor de oortelefoon van de handset worden
ingesteld.
1
2
3
4
5
6
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Handset instell." (Set Handset).
Kies “Ontvangstvolume" (Receiving volume).
Kies het gewenste volume (1-8) en bevestig.
Keer terug naar standby.
63
Nederlands
7.9
Basisinstellingen
7.12 De wekkerfunctie gebruiken
U kunt op uw basisstation verschillende wekkerinstellingen voor elke handset registreren.
De wekker klinkt alleen op de handset, niet op het basisstations of andere handsets.
Wanneer een wekker wordt gezet, verschijnt het pictogram
bovenaan het scherm.
De wekker instellen
1 Open het menu.
2 Kies “Klok instellen” (Clock & Alarm).
3 Kies “Wekker” (Alarm).
4 Kies “Aan" (On).
5 Kies “Eenmaal" (Once), “Dagelijks" (On daily) of “Ma. t/m Vr." (Mon
to Fri) en bevestig.
Als u “Eenmaal" (Once), “Dagelijks" (On daily) of “Ma. t/m Vr.” hebt
gekozen, staat de volgende boodschap op het scherm:
"Voer tijd in" (Enter Time):
00:00
6 Kies om de wekker uit te zetten “Uit" (Off) en bevestig.
7 Druk op “Terug” (Back) om naar het vorige menu terug te keren.
Als het alarm is ingesteld op "Dagelijks" of "Ma. t/m vr." blijft het
pictorgram zichtbaar op het scherm.
8
Basisinstellingen
8.1
Belmelodie
U kunt kiezen uit 5 verschillende belmelodieën.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Basis instellen" (Set Base).
4 Kies “Belmelodie" (Ringtone).
5 Kies de gewenste melodie en bevestig.
Tijdens het scrollen wordt een voorbeeld afgespeeld.
6 Keer terug naar standby.
8.2
Belvolume
U kunt voor de handset kiezen uit 5 belvolumes.
1 Open het menu.
2 Selecteer “Instellingen" (Settings).
3 Kies “Basis instellen" (Set Base).
4 Kies “Belvolume" (Ringer volume).
De huidige instelling wordt weergegeven.
5 Druk op de toets 'omhoog' om het volume harder te zetten.
6 Druk op de toets 'omlaag' om het volume zachter te zetten.
64
Basisinstellingen
7 Kies “OK" (Select) om te bevestigen.
8 Keer terug naar standby.
8.3
Kiesmethode
1
2
3
4
5
6
8.4
Nederlands
Er zijn 2 kiesmethoden:
• DTMF/Toonkiezen (het meest gebruikt)
• Pulskiezen (voor oudere installaties)
Om de kiesmethode te veranderen:
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Basis instellen" (Set Base).
Kies “Kiesmethode" (Dialling mode).
Kies “Toon" (Tone) of “Puls" (Pulse).
Keer terug naar standby.
Flash (Recall)
Druk op de flashtoets “R” (toets 8 - afbeelding 2E) om gebruik te maken van bepaalde
diensten op uw externe lijn, zoals “wachtstand" (call waiting) (als uw telefoonbedrijf deze
dienst aanbiedt) of om gesprekken door te schakelen als u gebruik maakt van PABX. De
flashtoets “R” is een korte onderbreking van de lijn. U kunt de flashtijd instellen op 100ms
of 250ms.
1
2
3
4
5
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Basis instellen" (Set Base).
Kies “Flashtijd" (Recall Mode).
Kies “100ms" (Recall 1) voor een korte flashtijd of “250ms" (Recall
2) voor een lange flashtijd.
6 Keer terug naar standby.
8.5
Pincode
De pincode wordt gebruikt voor het aan- en afmelden van handsets en enkele andere
optionele instellingen. De standaardpincode is 0000.
1
2
3
4
5
6
7
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Basis instellen" (Set Base).
Kies “Pincode" (System PIN).
Toets de oude pincode in (standaard 0000) en kies “OK”.
Toets de nieuwe pincode in, kies “OK” en herhaal dit.
Keer terug naar standby.
65
Fabrieksinstellingen
8.6
Voorrang belsign.
Als u meer dan één handset hebt aangemeld, kunt u kiezen welke handset het eerst moet
overgaan vóór de andere handsets overgaan. U kunt ook het aantal keren dat de handset
overgaat vóór de andere handsets overgaan instellen (2,4 or 6).
1
2
3
4
5
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Basis instellen" (Set Base).
Kies “Voorrang belsign." (Ring Priority).
Kies “Alle handsets" (All Handset) of “Handset kiezen" (Select
Handset).
Als u “Handset kiezen" (Select Handset) kiest:
6 Kies de handset die het eerst moet overgaan.
7 Stel de handsetprioriteit in op 2, 4 of 6 keer overgaan en bevestig.
8 Keer terug naar standby.
8.7
Eerste oproep Aan/Uit
Als u nummerherkenning hebt, gaat uw telefoon pas over als de gegevens van de beller
zijn ontvangen. U kunt uw handsets laten overgaan zonder te wachten op de ifnormatie
over de beller door "Eerste oproep" Aan te zetten:
1
2
3
4
5
6
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Basis instellen" (Set Base).
Kies “Eerste oproep" (First Ring).
Kies “Aan" (On) of “Uit" (Off) en bevestig.
Keer terug naar standby.
Als u "Eerste oproep" aanzet, hoort u eerst de standaardbelmelodie. Deze
verandert in de gekozen belmelodie zodra de informatie over de beller wordt
weergegeven.
9
Fabrieksinstellingen
U kunt de telefoon weer instellen op de standaard (oorspronkelijke) instellingen. Dit is niet
van invloed op het telefoonboek, de bellerslijst, gebruikersgegevens of aanmeldingen
van handsets.
1
2
3
4
5
6
66
Open het menu.
Selecteer “Instellingen" (Settings).
Kies “Basis instellen" (Set Base).
Kies “Fabrieksinst.” (Master Reset).
Kies “Ja" (Yes) om te bevestigen of “Nee" (No) om te annuleren.
Keer terug naar standby.
Agenda
U kunt 5 gebeurtenissen (afspraken of herinneringen) instellen die u een naam kunt geven
en waarvoor u een wekker kunt instellen op datum en tijd. De afspraak kan worden
weergegeven als een tekstbericht met of zonder wekker. De afspraken worden
opgeslagen in de handset, zodat elke handset zijn eigen afspraken kan bevatten. Als een
herinnering 'Aan' staat, wordt gedurende 1 minuut de naam van de afspraak getoond
samen met het wekkerpictogram
.
1 Open het menu.
2 Kies “Agenda” en bevestig.
3 Kies één van de 5 afspraken en kies “Optie" (Option).
Om een afspraak toe te voegen:
4 Kies “Toevoegen” (Add Entry).
5 Toets een naam in voor de afspraak (max. 24 tekens) en bevestig.
6 Toets de datum en tijd in en bevestig.
7 Kies "Stil" (Silent) als u alleen een visuele indicatie wilt of “Wekker"
(Alarm) als u een visuele en akoestische waarschuwing wilt.
8 Als u "Wekker“ (Alarm) hebt ingesteld, vraagt de telefoon u of u dit
"Eenmalig" (Once) of “Jaarlijks" (Annually) wilt (voor verjaardagen).
9 Als u “Eenmalig" (Once) hebt gekozen, kunt u kiezen tussen “Vlak
voor afsprk." (At event time) of “30 Min. vooraf" (30 min before).
Om de afspraak te bewerken:
10 Kies “Afspraak wijzigen" (Edit Event) en bevestig.
11 Pas de naam van de afspraak aan en kies “Opslaan" (Save).
12 Pas de datum en tijd van de afspraak aan en kies “Opslaan" (Save).
13 Kies “Stil" (Silent) of “Wekker" (Alarm) en bevestig.
Om de afspraak te wissen:
14 Kies “Afspraak wissen” (Delete Event) en bevestig.
15 Kies “Ja" (Yes) om te bevestigen of “Nee" (No) om terug te keren.
16 Keer terug naar standby.
Om alle afspraken te wissen:
17 Kies “Alle afspraken wissen” (Delete All Event) en bevestig.
18 Kies “Ja" (Yes) om te bevestigen of “Nee" (No) om terug te keren.
Om details te tonen:
19 Kies “Details tonen" (Show Details) en bevestig.
20 Kies “Ja" (Yes) om te bevestigen of “Nee" (No) om terug te keren.
Om te verzenden als tekst:
21 Kies “SMS-en” (Send as Text) en bevestig.
22 De afspraak wordt weergegeven als een SMS die u kunt bewerken.
23 Kies “Opties" (Options).
24 Kies “Zenden" (Send).
25 Toets het telefoonnummer in of kies “Zoeken" (Search).
26 Kies “Opslaan" (Save) om een afspraak als SMS te verzenden.
27 Keer terug naar standby.
67
Nederlands
10 Agenda
SMS
De gegevens van de beller worden altijd opgeslagen in de bellerslijst (ongeacht of u wel
of niet hebt opgenomen). Als de lijst vol is en een nieuwe oproep binnenkomt, wordt het
oudste gesprek verwijderd.
11 SMS
Deze dienst werkt alleen als u een abonnement op nummerherkenning/
SMS hebt.
U kunt met uw telefoon SMS-jes verzenden en ontvangen. In dit gedeelte leest u hoe u
de SMS-functie kunt gebruiken.
De telefoon bewaart ontvangen berichten in de inbox. U kunt in totaal 50 SMS-berichten
opslaan, verdeeld over de Outbox, Klad en Inbox van alle handsets.
Berichten die klaar zijn om te worden verzonden naar de SMS-server worden opgeslagen
in de outbox.
Berichten die worden bewaard, worden opgeslagen in "Klad" (Draft).
Vóór u SMS-berichten kunt verzenden en ontvangen, moet u het
telefoonnummer van de SMS-centrale van uw netwerk voor uitgaande en
binnenkomende berichten instellen (zie “ Nummers SMSberichtencentrales” )
11.1 Het schrijven van een SMS
De methode is dezelfde als voor het intoetsen van een naam in het telefoonboek (“4
Telefoonboek” ).
Druk op ‘0’ om een spatie in te voegen en op ‘#’ om over te schakelen van hoofdletters
naar kleine letters of numerieke invoer. Het resterende aantal tekens per bericht wordt
weergegeven in de rechterbovenhoek van het scherm.
11.2 Een SMS verzenden
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Kies “Schrijven" (Write Message).
4 Begin met het schrijven van het bericht.
5 Kies “Opties" (Options).
Om het bericht op te slaan in de map Klad (Draft), zodat u het later
kunt verzenden:
6 Kies “Bericht opslaan" (Save message).
Om een emoticon toe te voegen:
7 Kies “Emoticon invoeg." (Insert Emoticon).
8 Kies één van de emoticons en kies “Invoegen" (Insert).
Om één van de sjabloonteksten in te voegen:
9 Kies “Sjabloon gebruiken" (Use Template).
10 Kies één van de sjabloonteksten en kies “Invoegen" (Insert).
Om een symbool in te voegen:
11 Kies “Symbool invoegen" (Insert Symbol).
68
SMS
In plaats van een nummer in te toetsen met het numerieke toetsenbord kunt
u ook een nummer uit het telefoonboek kiezen door de linkersofttoets
“Zoeken" (Search) in te drukken.
11.3
De lijst ontvangen oproepen (Inbox) bekijken
Op het scherm van uw telefoon wordt weergegeven wanneer u nieuwe berichten hebt
ontvangen. Het pictogram
wordt weergegeven in combinatie met “U heeft X nieuwe
berichten”.
Als er nieuwe berichten zijn:
1 Druk op de linkersofttoets “Lezen" (Read).
De inboxlijst verschijnt op het scherm. Dit is een combinatie van
nieuwe en gelezen berichten. Nieuwe berichten worden aangegeven
met een blauwe stip .
2 Scroll door de lijst en kies "Lezen" (Read) om het bericht te lezen.
3 Kies “Opties" (Options).
Om dit bericht te wissen:
4 Kies “Wissen” (Delete) en bevestig met "Ja" (Yes). Druk om te
annuleren op "Nee" (No).
Om dit bericht te beantwoorden:
5 Kies “Beantwoorden" (Reply).
6 Toets uw bericht in en kies “Opties" (Options). Net als bij het
schrijven van een nieuwe SMS hebt u de mogelijkheid tot
verzenden, opslaan, het gebruiken van een sjabloon, etc ...
7 Kies “Zenden" (Send).
Om dit bericht naar een ander nummer door te sturen:
8 Kies “Doorsturen" (Forward).
9 Wijzig het bericht als dat nodig is en kies “Optie” (Option). Net als
bij het schrijven van een nieuwe SMS hebt u de mogelijkheid tot
verzenden, opslaan, het gebruiken van een sjabloon, etc ...
10 Kies “Zenden" (Send).
Om dit nummer te bellen:
11 Kies “Nr. gebruiken” (Use number) en bevestig. Het nummer wordt
automatisch gebeld.
Om dit nummer in het telefoonboek op te slaan:
12 Kies “Nummer opslaan" (Save Number).
13 Toets de naam in en kies “Opslaan" (Save).
14 Pas het telefoonnummer aan als dat nodig is en kies “Opslaan"
(Save).
69
Nederlands
12 Kies één van de symbolen en kies “Invoegen" (Insert).
Om het bericht te verzenden:
13 Kies “Zenden" (Send).
14 Toets het telefoonnummer in en kies “Zenden" (Send).
SMS
Om de details van het bericht te bekijken:
15 Kies “Berichtgegevens" (Message Details).
16 Het nummer van de afzender wordt weergegeven. Druk op “Bellen"
(Dial) als u het nummer wilt bellen.
De inbox lezen via het menu:
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Kies “Inbox”.
11.4 Lezen en verzenden van het opgeslagen bericht (map Klad (Draft))
Als u een bericht opslaat om het later af te maken of te verzenden, wordt het opgeslagen
in de map Klad (Draft). U kunt een SMS schrijven en deze later verzenden door hem in
de map Klad (Draft) op te slaan. In de map Klad (Draft) van elke gebruiker kan slechts
één SMS worden opgeslagen.
SMS-jes in de map Klad wijzigen of verzenden:
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Kies “Klad" (Drafts).
4 Kies “Wijzig" (Edit) om de inhoud van uw bericht te wijzigen.
5 Kies “Opties" (Options).
U hebt nu dezelfde mogelijkheden als bij het lezen van de inbox.
11.5 De outbox gebruiken
De outbox bevat alle berichten die klaar zijn om verzonden te worden of die niet
verzonden konden worden. In de outbox kunnen maximaal 5 berichten worden
opgeslagen. Wanneer meer dan 5 berichten worden verzonden, wordt het oudste
succesvol verzonden bericht verwijderd.
De outbox lezen:
1 Open het menu.
2 Kies “SMS-bericht" (SMS Message).
3 Kies “Outbox”.
4 Toets uw bericht in en kies “Lezen" (Read).
5 Kies “Opties" (Options).
Om dit bericht naar een ander nummer door te sturen:
6 Kies “Doorsturen" (Forward).
7 Wijzig het bericht als dat nodig is en kies “Opties” (Options). Net als
bij het schrijven van een nieuwe SMS hebt u de mogelijkheid tot
verzenden, opslaan, het gebruiken van een sjabloon, etc ...
8 Kies “Zenden" (Send).
Om dit bericht te wissen:
9 Kies “Wissen” (Delete) en bevestig met "Ja" (Yes). Druk om te
annuleren op "Nee" (No).
70
SMS
U kunt uw eigen sjabloonberichten aanpassen om deze te gebruiken om een bericht te
schrijven. In de telefoon kunnen maximaal 3 sjablonen van maximaal 32 leestekens
worden opgeslagen. De sjablonen zijn standaard leeg:
Om uw eigen berichten te wijzigen:
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Kies “Sjablonen" (Templates).
4 Toets uw sjabloonbericht in en kies “Opties" (Options).
Om het bericht te bewerken:
5 Kies “Wijzig" (Edit) om te wijzigen en “Opslaan" (Save) om op te
slaan.
Om het bericht te wissen:
6 Kies “Wissen” (Delete) en bevestig.
11.7 Berichten wissen (Delete messages)
1
2
3
4
Open het menu.
Kies “SMS" (Text Messaging).
Kies “Berichten wissen" (Delete Messages).
Kies “Inbox", "Klad", "Outbox" of "Alle berichten" (Inbox, Draft,
Outbox of All Messages).
5 Bevestig met "Ja“ (Yes) of druk op “Nee" (No) om te annuleren.
11.8 SMS-instellingen
Nummers SMS-berichtencentrales
Om SMS-berichten te kunnen verzende en ontvangen, hebt u het telefoonnummer van
de berichtencentrale van uw netwerk nodig. Deze nummers zijn in de telefoon
voorgeprogrammeerd. Als u per ongeluk de nummers voor het VERZENDEN of
ONTVANGEN van SMS-jes wist, moet u deze opnieuw intoetsen om te kunnen SMS-en.
In de Orbit kunnen 2 nummers van berichtencentrales worden opgeslagen, één voor
binnenkomende en één voor uitgaande berichten. Het nummer om berichten te versturen
wordt door de telefoon gebruikt wanneer u een SMS verstuurt.
Om de nummers van de berichtencentrales in te stellen
1
2
3
4
5
Open het menu.
Kies “SMS" (Text Messaging).
Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
Kies “SMS-centrales" (Service Centres).
Kies “Ontvangstnr." (Receiving Centres) of “Verzendnr." (Send
Centres).
6 Kies “Nr. 1" (Centre 1).
7 Toets het nummer van de centrale in en druk op “Opslaan" (Save).
71
Nederlands
11.6 Sjabloonberichten
SMS
Als er een binnenkomend gesprek is met een nummer dat overeenkomt met het nummer
van één van deze berichtencentrales, dan weet de telefoon dat het gesprek van de
berichtencentrale afkomstig is en wordt de lijn automatisch aangenomen om de berichten
te ontvangen.
SMS-signaaltoon
Als u een SMS ontvangt, klinkt een het SMS-signaal. Deze piepjes kunnen worden in- of
uitgeschakeld:
1
2
3
4
5
Open het menu.
Kies “SMS" (Text Messaging).
Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
Kies “SMS-signaal" (Message Alert).
Kies “Ja" (Yes) of “Nee" (No).
De grootte van het bericht instellen
Een standaard bericht is 160 tekens lang. U kunt een berichtlengte van maximaal
612 tekens instellen. Het bericht wordt dan verstuurd als 4 berichten van elk 160 tekens
lang:
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
4 Kies “Berichtgrootte" (Message Size).
5 Kies “160 karakters” (160 Characters) of “612 karakters" (612
Characters).
11.9 Gebruiksgebieden
Als u meer dan één SMS-terminal op dezelfde telefoonlijn hebt, moet u verschillende
gebruikersgebieden aanmaken. Elke gebruiker kan zijn of haar eigen inbox en outbox
krijgen die alleen toegankelijk zijn wanneer een pincode wordt ingetoetst. Door elke
gebruiker een ander subadres te geven, kunnen alle gebruikers hun iegen privéberichten
ontvangen.
Om uw persoonlijke SMS-berichten te kunnen ontvangen, moet u uw contacten het
subadresnummer geven dat ze aan uw standaard telefoonnummer moeten toevoegen
(zie hieronder).
Uw contacten moeten uw subadres aan uw telefoonnummer toevoegen
wanneer ze u een persoonlijke SMS willen sturen.
Als uw persoonlijke subadres bijvoorbeeld "1" is en uw telefoonnummer is
123456789, dan moeten uw contacten hun SMS-berichten sturen naar
1234567891! Dit is het nummer dat u moet onthouden en aan uw contacten
moet geven
Als er geen subadres of '0' aan uw telefoonnummer wordt toegevoegd, ontvangen alle
apparaten deze berichten.
U kunt het subadresnummer veranderen, maar alleen in een nummer van 0-9:
72
Een gebruikermailbox toevoegen
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
4 Kies “Gebruikers" (Users).
5 Kies één van de gebruikers en druk op “Opties" (Options).
6 Kies “Wijzig" (Edit).
7 Toets de gebruikersnaam in (max. 8 karakters) en druk op
“Opslaan" (Save).
8 Gebruik het getoonde subadres of toets uw eigen subadres in (0-9).
9 Druk op “Opslaan" (Save).
10 Toets de 4-cijferige pincode voor de mailbox in en druk op
“Opslaan" (Save).
11 Toets de pincode nogmaals in en druk op “Opslaan" (Save).
Het openen en lezen van de inhoud van uw eigen mailbox
Wanneer een mailbox is ingesteld en u het menu “SMS" (Text Messaging) opent, worden
de mailboxen die in gebruik zijn getoond. U kunt de mailbox “Gem. postvak" (General
User) zonder pincode openen, de andere mailboxen zijn beveiligd met een pincode.
Als er nieuwe berichten zijn:
1 Druk op de linkersofttoets “Lezen" (Read).
De mailboxen worden weergegeven. Mailboxen met nieuwe berichten
worden gemarkeerd met een blauwe stip .
2 Scroll door de lijst en kies de gewenste mailbox.
3 Toets de pincode van de mailbox in en druk op “OK".
4 Kies het gewenste bericht en druk op “Lezen" (Read).
Een gebruikersmailbox bewerken
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Scroll naar de mailbox die u wilt wijzigen en druk op “OK" (Select).
4 Toets de 4-cijferige pincode in en druk op “OK".
5 Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
6 Kies “Gebruikers" (Users).
7 Scroll naar de gebruikersmailbox die u wilt wijzigen en druk op
“Opties" (Options).
8 Kies “Wijzig" (Edit).
9 Toets de 4-cijferige pincode in en druk op “OK".
10 Toets de naam in en druk op “Opslaan" (Save).
11 Toets het nieuwe subadres in en druk op “Opslaan" (Save).
12 Toets de 4-cijferige pincode in en druk op “OK".
13 Toets de pincode nogmaals in en druk op “Opslaan" (Save).
73
Nederlands
SMS
Extra handsets en basisstations
Een gebruikersmailbox wissen
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Scroll naar de mailbox die u wilt wijzigen en druk op “OK" (Select).
4 Toets de 4-cijferige pincode in en druk op “OK".
5 Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
6 Kies “Gebruikers" (Users).
7 Scroll naar de gebruikersmailbox die u wilt wijzigen en druk op
“Opties" (Options).
8 Kies “Wissen" (Delete).
9 Bevestig met "Ja“ (Yes) of druk op “Nee" (No) om te annuleren.
10 Toets de 4-cijferige pincode in en druk op “OK".
Het subadres van de gezamenlijke mailbox instellen
1 Open het menu.
2 Kies “SMS" (Text Messaging).
3 Selecteer “SMS-instellingen" (Text Settings).
4 Kies “Mailboxnummer" (Mailbox Number).
5 Toets het nieuwe subadres in en druk op “Opslaan" (Save).
Als u een nummer intoetst dat al in gebruik is, hoort u een fouttoon. Toets
een ander nummer in om dit te voorkomen.
12 Extra handsets en basisstations
U kunt maximaal 5 handsets aansluiten op één basisstation. Elke handset kan maximaal
4 basisstations registreren en de gebruiker kan het basisstation selecteren dat hij wil
gebruiken.
12.1 Een nieuwe handset toevoegen
Alleen nodig wanneer u een handset hebt afgemeld of wanneer u een
nieuwe handset hebt gekocht.
Om het basisstation in de registratiemodus te zetten:
1 Houd de zoektoets op het basisstation 3 seconden ingedrukt.
Gedurende 60 seconden is het basisstation gereed voor registratie.
Op de handset:
1 Als de handset nieuw is, wordt het bericht "Aanmelden aub" (Please
Register) weergegeven. Druk op “Menu” en kies “Aan-/afmelden"
(Registration).
OF
2 Open het menu.
3 Kies “Aan-/afmelden" (Registration).
4 Kies “Handset aanmeld." (Register Handset).
74
Extra handsets en basisstations
5 Kies het nummer van het basisstation waarop de handset moet
worden aangemeld (1-4) en bevestig.
6 Toets de pincode in (standaard 0000) en kies bevestig.
7 Keer terug naar standby.
Deze procedure moet worden uitgevoerd met een andere handset dan de handset die u
wilt afmelden.
1 Open het menu.
2 Kies “Aan-/afmelden" (Registration).
3 Kies “Afmelden" (De-Register).
4 Toets de pincode in (standaard 0000) en kies bevestig.
5 Scroll naar de handset die u wilt afmelden en bevestig.
6 Druk op “Ja" (Yes) om te bevestigen of op “Nee" (No) om te
annuleren.
7 Keer terug naar standby.
12.3 Een basisstation kiezen
U kunt met uw handset wisselen tussen verschillende basisstations. De handset moet
eerst op elke basis afzonderlijk worden aangemeld.
1 Open het menu.
2 Kies “Aan-/afmelden" (Registration).
3 Kies “Basis kiezen" (Select Base).
4 Scroll naar het basisstation dat u wilt gebruiken en bevestig. Het
basisstation dat momenteel in gebruik is, wordt aangegeven met
“Bezet" (In-use).
12.4 De intercomfunctie gebruiken
Een interne handset bellen
1 Druk op de INT-toets.
Op het scherm verschijnt het bericht “Interne oproep” (Internal Call).
2 Toets het interne nummer in van de handset die u wilt bellen (1-5).
3 Druk op “OK” om te bellen.
4 Druk op de ophangtoets om op te hangen of plaats de handset weer
in het basisstation.
Een externe oproep doorschakelen naar een andere handset
Tijdens een externe oproep:
1 Druk op de INT-toets.
Uw externe contact wordt in de wacht gezet.
Op het scherm verschijnt het bericht “Interne oproep” (Internal Call).
2 Toets het interne nummer in van de handset die u wilt bellen (1-5).
3 Druk op “OK” om te bellen.
75
Nederlands
12.2 Een handset afmelden
Probleemoplossing
4 Druk als het interne contact opneemt op de ophangtoets om het
gesprek door te schakelen.
OF
3 Druk als het interne contact niet opneemt op de INT-toets om de
externe beller terug te halen of ga van de één naar de ander.
4 Druk op de ophangtoets om op te hangen of plaats de handset weer
in het basisstation.
Driegesprek
U kunt tegelijkertijd een gesprek voeren met 2 handsets en een externe lijn.
Tijdens een externe oproep:
1 Druk op de INT-toets.
Uw externe contact wordt in de wacht gezet.
Op het scherm verschijnt het bericht “Interne oproep” (Internal Call).
2 Toets het interne nummer in van de handset die u wilt bellen (1-5).
3 Druk op “OK” om te bellen.
4 Kies als het interne contact opneemt “Doe mee" (Join).
Op het scherm wordt het bericht “Driegesprek" (Conference Call)
weergegeven.
5 Druk op de ophangtoets om op te hangen of plaats de handset weer
in het basisstation.
Het opnemen van een externe oproep tijdens het voeren van een intern gesprek
Als u via de intercom met een andere handset communiceert, kunt u nog steeds externe
oproepen aannemen.
Een binnenkomende oproep aannemen:
1 Druk op de ophangtoets. De interne communicatie wordt nu
onderbroken.
2 Druk op de beltoets. U bent nu in gesprek met de externe beller.
13 Probleemoplossing
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Geen weergave
Batterijen niet opgeladen
Controleer de positie van de
batterijen
Laad de batterijen op
Handset staat UIT
Zet de handset AAN
Geen melodie
Het pictogram
76
Telefoonsnoer niet goed
aangesloten
De lijn wordt bezet door een
andere handset
knippert Handset buiten bereik
Controleer de verbinding van het
telefoonsnoer
Wacht tot de andere handset
ophangt
Breng de handset dichterbij het
basisstation
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het basisstation of de
handset gaat niet over
Het basisstation krijgt geen
stroom
De handset is niet op het
basisstation aangemeld
Het belvolume staat uit of
zacht
Controleer de elektriciteitstoevoer
naar het basisstation
Meld de handset aan op het
basisstation
Wijzig het belvolume
Niet mogelijk een gesprek De flashtijd is te kort of te
door te schakelen naar
lang
PABX
De telefoon reageert niet Manipulatiefout
wanneer de toetsen
worden ingedrukt
Wijzig de flashtijd
Verwijder de batterijen en plaats ze
weer terug
14 Technische gegevens Technische kernmerken
Standaard
Frequentiebereik
DECT(Digital Enhanced Cordless Telecommunications)
GAP (Generic Access Profile)
1880 MHz tot 1900 MHz
Aantal kanalen
120 duplex kanalen
Modulatie
GFSK
Spraakcodering
32 kbit/s
Emissiesterkte
10 mW (gemiddelde sterkte per kanaal)
Bereik
300 m in open ruimten /maximaal 50 m binnenshuis
Aantal handsets
Maximaal 5
Stroomvoorziening
basisstation
Batterijen handset:
230V / 50 Hz / 7,5V DC 300mA
2 oplaadbare batterijen AAA, NiMh 1,2V, 750mA
Autonomie handset
110 uur standby
Spreektijd handset
11 uur
Normale
gebruiksomstandigheden
Kiesmethode
+5 °C tot +45 °C
Puls/Toon
Flashtijd
100 of 250 ms
Afmetingen basisstation
ca. 112mm x 112mm x 64mm (L x B x H)
Afmetingen handset
ca. 34 mm x 52,5 mm x 154 mm (L x B x H)
Gewicht basisstation inclusief
adapter
Gewicht basisstation zonder
adapter
Gewicht handset inclusief
batterijen
ca. 319g
ca. 135g
ca. 124 g
77
Nederlands
Technische gegevens Technische kernmerken
Topcom-garantie
15 Topcom-garantie
15.1 Garantieperiode
Op de Topcom-toestellen wordt een garantie van 24 maanden verleend. De
garantieperiode gaat in op de dag waarop het nieuwe toestel wordt gekocht. Er is geen
garantie op standaard of oplaadbare batterijen (type AA/AAA).
Kleine onderdelen of defecten die een verwaarloosbaar effect hebben op de werking of
waarde van het toestel zijn niet gedekt door de garantie.
De garantie moet worden bewezen door voorlegging van het originele aankoopbewijs of
kopie waarop de datum van aankoop en het toesteltype staat.
15.2 Afwikkeling van garantieclaims
Een defect toestel moet, samen met een geldig aankoopbewijs en een ingevulde
onderhoudskaart, worden teruggestuurd naar een Topcom-hersteldienst.
Als het toestel tijdens de garantieperiode een defect vertoont, zal Topcom of diens
officieel erkende hersteldienst eventuele defecten te wijten aan materiaal- of
productiefouten gratis herstellen, door defecte toestellen of onderdelen van defecte
toestellen ofwel te herstellen ofwel te vervangen. In het geval dat het toestel wordt
vervangen, kan de kleur en het model verschillend zijn van het oorspronkelijk gekochte
toestel.
De oorspronkelijke aankoopdatum is bepalend voor het begin van de garantieperiode. De
garantieperiode wordt niet verlengd als het toestel wordt vervangen of hersteld door
Topcom of diens officieel erkende hersteldienst.
15.3 Garantiebeperkingen
Schade of defecten te wijten aan onoordeelkundig gebruik of bediening en schade te
wijten aan het gebruik van niet-originele onderdelen of accessoires worden niet gedekt
door de garantie.
De garantie dekt geen schade te wijten aan externe factoren, zoals bliksem, water en
brand, noch enige transportschade.
Er kan geen garantie worden ingeroepen als het serienummer op het toestel is gewijzigd,
verwijderd of onleesbaar gemaakt.
Garantieclaims zijn ongeldig indien het toestel hersteld, gewijzigd of aangepast werd
door de koper.
Dit toestel mag uitsluitend gebruikt worden met herlaadbare batterijen. Indien U de
meegeleverde batterijen wenst te vervangen moet U nagaan of de gebruikte batterijen
wel geschikt en herlaadbaar zijn. In GEEN enkel geval mogen Alkaline batterijen in de
handsets gebruikt worden.
Indien U Alkaline batterijen gebruikt en de handset op de basis plaatst, dan zullen deze
batterijen opwarmen en mogelijk exploderen. Eventuele schade die hierdoor ontstaat is
niet verhaalbaar op de fabrikant en tevens is de schade aan het toestel niet gedekt door
de garantievoorwaarden. Eventuele herstelkosten zullen U aangerekend worden.
78
Afvoeren van het toestel (milieu)
Na afloop van de levenscyclus van het product mag u het niet met het
normale huishoudelijke afval weggooien, maar moet u het naar een
inzamelpunt brengen voor recycling van elektrische en elektronische
apparatuur. Dit wordt aangeduid door het symbool op het product, in de
handleiding en/of op de verpakking.
Sommige materialen waaruit het product is vervaardigd, kunnen worden hergebruikt als
u ze naar een inzamelpunt brengt. Door onderdelen of grondstoffen van gebruikte
producten te hergebruiken, levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het
milieu. Wend u tot de plaatselijke overheid voor meer informatie over de inzamelpunten
bij u in de buurt.
17 Reinigen
Reinig de telefoon met een vochtige doek of met een antistatische doek. Gebruik nooit
reinigingsmiddelen of agressieve oplosmiddelen.
79
Nederlands
16 Afvoeren van het toestel (milieu)