Fagor DFS1010B de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding
GEBRUIKSHANDLEIDING NL
Vaatwasmachine
DFS1010W
DFS1010B
DFS1010X
Geachte klant,
U heeft zopas een BRANDT gekocht. We danken u dan ook voor uw vertrouwen in onze
producten.
We hebben dit product ontworpen en geproduceerd met uzelf, uw levenswijze en uw noden in
ons achterhoofd om ervoor te zorgen dat het zo goed mogelijk aan uw verwachtingen voldoet. U
vindt er onze knowhow, onze innoveringsgeest en alle passie in terug die ons al meer dan 60 jaar
drijft.
Aangezien we er voortdurend naar streven zo goed mogelijk te beantwoorden aan uw eisen, staat
onze klantendienst geheel te uwer beschikking en biedt ze u een luisterend oor voor al uw vragen
of suggesties.
Kijk ook op onze site www.brandt.com, daar vindt u al onze producten en nuttige en
aanvullende informatie.
BRANDT is verheugd om u dagelijks te begeleiden en wenst u heel veel plezier met uw aankoop.
Belangrijk: Alvorens uw apparaat aan te zetten, lees eerst aandachtig deze
installatie- en gebruikshandleiding zodat u sneller vertrouwd bent met de werking
ervan
Lees deze handleiding
Geachte klant,
Lees deze handleiding aandachtig vooraleer uw
vaatwasmachine te gebruiken om een correct gebruik
en een goed onderhoud van het product te
garanderen.
Bewaar deze handleiding om deze later te kunnen
raadplegen.
Geef deze mee aan elke andere latere eigenaar van het
toestel.
In deze installatie- en gebruikershandleiding staan
veiligheids-, gebruiks-, installatievoorschriften, tips
om problemen op te lossen, enz.
Vooraleer u een beroep
doet op een technicus
Raadpleeg de rubriek van de Reparatiegids :
deze kan u helpen om zelf de meest frequente
problemen op te lossen.
Indien u er zelf niet in slaagt het probleem op te
lossen, roept u best de hulp in van een professionele
technicus.
LET OP:
In overeenstemming met het vennootschapsbeleid
van constante evolutie en bijwerking van het
product, kan de fabrikant zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen aan het product
aanbrengen.
Indien u deze handleiding verliest of hij niet up-to-
date is, kan u er een nieuwe krijgen bij de fabrikant
of bij de verantwoordelijke leverancier.
1) Veiligheidsvoorschriften
...........................
1-4
2) Korte handleiding
........................................
5
3) Gebruiksvoorschriften
.................................
6
Bedieningsstrook
.............................................
6
Functies van de vaatwasmachine
.......................
7
4) Voor het eerste gebruik
...............................
8
A
Waterverzachter
.........................................
8
B.
Zout toevoegen aan de verzachter
................
9
C.
Vullen van het spoelproductvak
....................
9
D.
Functie van het detergent
...........................
10
5) Voorbereiden en laden van de vaat
...........
13
Aanbevelingen voor het vullen en legen van de
vaatwasmachine
.............................................
13
Standaard vulprocedure
...................................
14
6) Een vaatwasprogramma starten
................
15
Tabel van de vaatwascycli
................................
15
Het toestel inschakelen
....................................
15
Het programma wijzigen tijdens de cyclus
.........
16
Op het einde van de vaatwascyclus
...................
16
7) Reiniging en onderhoud
17
Filtersysteem
..................................................
17
Onderhoud van de vaatwasmachine
..................
18
8) Installatievoorschriften
.............................
19
Plaatsing van het toestel
..................................
19
Elektrische aansluitingen
.................................
19
Aansluitingen op het water
..............................
20
Starten van de vaatwasmachine
.......................
21
9) Reparatiegids
.............................................
22
Vooraleer u een beroep doet op een technicus
...
22
Foutmeldingen
................................................
24
Technische informatie
.....................................
25
Vulprocedure van de manden volgens norm
En50242
1. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFEN
OPGELET !
Wanneer u uw vaatwasmachine
gebruikt, moet u de volgende
voorzorgen naleven.
Dit toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
gebruik
en soortgelijke toepassingen zoals :
- keukens in winkels, kantoren en andere
werkomgevingen ;
- landbouwbedrijven;
- hotels, motels, gastenkamers en andere residentle
omgevingen ;
- inrichtingen met half pension.
Kinderen van minstens 8 jaar en mensen met een
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking of
mensen met een gebrek aan ervaring of kennis mogen dit
toestel enkel gebruiken onder toezicht van een ervaren
persoon of indien ze de nodige instructies hebben
ontvangen voor het veilige gebruik van het toestel en ze de
ermee gepaard gaande risico's begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Schoonmaak en onderhoud
mogen niet door kinderen worden uitgevoerd zonder
toezicht. (EN60335-1)
De verpakkingsmaterialen kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen !
Dit toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
gebruik.
Om elk gevaar voor elektrocutie te vermijden mag u het
toestel, de kabel of de stekker nooit in water of in gelijk
welke andere vloeistof onderdompelen.
Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact voor
elke reinigings- of onderhoudsoperatie van het toestel.
Gebruik een zachte vochtige doek met zachte zeep om het
toestel te reinigen en droog het met een droge doek.
1
RICHTLIJNEN VOOR HET AARDEN
Dit toestel moet geaard worden. Bij slechte werking of
panne zorgt de aarding van het toestel ervoor dat het
gevaar op elektrocutie kleiner wordt door een laag
weerstandsspoor voor elektrische stroom te verzekeren.
Dit toestel is uitgerust met een geleidende stekker voor
het aarden.
De stekker moet aangesloten worden op een aangepaste
bron die geïnstalleerd en geaard is volgens alle plaatselijke
reglementeringen.
Een slechte aansluiting van de aardingsgeleider kan
elektrocutiegevaar met zich meebrengen.
Bij twijfel over het aarden van het toestel, doe een beroep
op een competente technicus of op een vertegenwoordiger
van de herstellingsdienst.
Wijzig de elektriciteitsstekker niet die bij het toestel
geleverd wordt. Indien deze niet aan uw stroomnet is
aangepast, laat u een gepaste stekker door een
competente elektricien installeren.
Draag goed zorg voor, zit niet op en sta niet op de deur
noch op de manden van de vaatwasmachine.
Gebruik uw vaatwasmachine niet indien alle wanden niet
correct geïnstalleerd zijn.
Wees voorzichtig wanneer u de deur van uw
vaatwasmachine opent terwijl deze werkt: er kan water
uitstromen.
Plaats geen zware voorwerpen en sta niet op de deur wanneer
deze open is. Het toestel zou kunnen kantelen.
Wanneer u er vuile vaat instopt :
1) Plaats snijdende voorwerpen op een manier dat ze de
deurafdichting niet kunnen beschadigen;
2
2) Opgelet : messen en ander snijgereedschap kunnen in de
bestekmand met de kop naar beneden of horizontaal geplaatst
worden.
Controleer dat al het poederdetergent verdwenen is na het
einde van de vaatwascyclus.
Vergewis er u van dat al uw plastic voorwerpen de vermelding
"geschikt voor vaatwasmachine" of een andere gelijkwaardige
melding dragen vooraleer deze in het toestel te wassen.
Controleer de aanbevelingen van de fabrikant voor plastic
voorwerpen die geen dergelijke vermelding dragen.
Gebruik enkel detergenten en spoelproducten die aanbevolen
zijn voor automatische vaatwasmachines.
Doe nooit zeep, wasproduct of handwasproduct in uw
vaatwasmachine.
Zorg er altijd voor dat de deur van het toestel goed gesloten is
om elk gevaar voor valpartijen te voorkomen.
Indien de voedingskabel is beschadigd, moet deze door de
fabrikant, een erkende hersteller of een persoon met een
gelijkaardige competentie worden vervangen om elk gevaar te
vermijden.
Bij de installatie van het toestel moet u ervoor zorgen dat het
toevoersysteem niet teveel of op een gevaarlijke manier
geplooid of geplet wordt.
Manipuleer de bedieningen niet.
Het toestel moet met nieuwe leidingen aangesloten worden op de
hoofdtoevoerkraan van het water. Hergebruik uw oude leidingen
niet.
Het maximumaantal bestek dat gewassen mag worden is 10.
De waterdruk bij toevoer moet gelijk zijn aan of kleiner zijn dan
1MPa.
De waterdruk bij toevoer moet gelijk zijn aan of kleiner zijn dan
0,04MPa.
3
Verwijdering
Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is recyclebaar.
Werp de verpakkingen weg in de daartoe voorziene container in
een afvalverzamelpunt om deze te recycleren.
Dit symbool geeft aan dat dit product niet mag worden behandeld
als huishoudelijk afval.
Verwijdering van het toestel: dit symbool op het product of op zijn
verpakking betekent dat het niet als huishoudelijk afval
behandeld mag worden. Het moet dus naar een daartoe
voorzien verzamelpunt gebracht worden (verzameling en
recyclage van elektrische en elektronische toestellen). Door
het toestel volgens de regels van de kunst te verwijderen,
beschermen we het milieu en onze veiligheid door er zo voor te
zorgen dat het afval in optimale omstandigheden verwerkt wordt.
Voor meer informatie over het recyclen van dit product, kan u uw
gemeentehuis, de plaatselijke afvalverwerkingsdienst of de winkel
waar u uw aankoop gedaan heeft, contacteren.
OPGELET !
Afspraak in een recyclecentrum om het toestel en zijn verpakking
te verwijderen. Om dit te doen, moet u de toevoerkabel
doorknippen en het sluitsysteem van de deur onklaar maken.
De kartonnen verpakking is gemaakt van gerecycled papier en
moet bij het papierafval geworpen worden om gerecycled te
worden.
Door het toestel volgens de regels van de kunst te verwijderen,
beschermen we het milieu en onze veiligheid door er zo voor te
zorgen dat het afval in optimale omstandigheden verwerkt wordt.
Voor meer informatie over het recyclen van dit product, kan u uw
gemeentehuis en uw de plaatselijke verwerkingsdienst van
huishoudelijk afval contacteren.
VERWIJDERING: Werp dit toestel niet bij het niet gesorteerde
stedelijk afval. Dit toestel moet afzonderlijk verwijderd worden
zodat het op een aangepaste manier verwerkt wordt.
4
2. Korte handleiding
Voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van het toestel, lees de overeenkomstige rubriek van de
handleiding.
Het toestel aanzetten
Druk de Aan/Uit-knop in om het toestel aan te zetten en open de deur.
Vul het detergentbakje
Vak A :
Bij elke vaatwascyclus.
Vak B:
Enkel voor de voorwasprogramma's
(leef de gebruiksvoorschriften na!)
spoelproduct
Mechanische indicator C.
Elektrische indicator van de bedieningsstrook.
Het peil van het regenererende
zout
controleren
Op de modellen met enkel een waterverzachtersysteem.
Elektrische indicator van de bedieningsstrook (indien beschikbaar)
Op sommige modellen is er geen alarmlampje voor het
zoutniveau, u kan het moment waarop de verzachter bijgevuld moet worden inschatten door
het aantal gebruikscycli van uw vaatwasmachine
Plaatsing van de manden
Om de manden te plaatsen, lees de rubriek "Plaatsing van de manden van de vaatwasmachine".
Een programma selecteren
Sluit de deur en druk op de Programma-knoppen totdat het gewenste programma brandt. (Lees de
rubriek "Gebruiksrichtlijnen")
Zet de vaatwasmachine aan.
Open de watertoevoer en druk de Start/pauze-knop in. Het toestel start na
ongeveer 10 seconden.
Het programma wijzigen
1. Een aan de gang zijnde cyclus kan enkel maar gewijzigd worden indien hij pas loopt. Anders is het
mogelijk dat het detergent reeds vrijgegeven werd en dat het water reeds geleegd werd. Indien dit het
geval is, moet het detergentbakje opnieuw gevuld worden.
2 Druk op de Start/pauze-knop om de vaatwascyclus te stoppen. Druk
dan na 3 seconden op de programmeerknop en het programma wordt
geannuleerd.
3. Druk op de Programmaknoppen om een nieuw programma te
selecteren.
4. Druk op "Start/pauze": de vaatwasmachine start na 10 seconden.
Voeg de vaat toe aan de
vaatwasmachine.
1. Druk op de Start/pauze-knop om de vaatwascyclus te stoppen.
2. Wacht 5 seconden, open dan de deur.
3. Plaats uw voorwerpen in het toestel.
4. Sluit de deur opnieuw.
5. Druk op "Start/pauze": de vaatwasmachine start na 10 seconden.
Als het toestel stopt tijdens
een vaatwascyclus.
Als het toestel tijdens een vaatwascyclus stopt, zet u het opnieuw aan en selecteert u de vaatwascyclus
opnieuw.
Het toestel uitschakelen.
Op het einde van de vaatwascyclus, geeft het toestel 8 maal een alarmsignaal, daarna stopt het.
Druk op Start/stop om het toestel uit te schakelen.
Aangezien het toestel in waakstand staat, zal het na 30 minuten automatisch uitgeschakeld worden
Sluit de watertoevoer af,
leeg de vaatwasmachine
Opgelet: wacht enkele minuten (ongeveer 15 minuten) vooraleer de vaatwasmachine te legen zodat u
geen warme voorwerpen moet hanteren die dan sneller kunnen breken.
Zo droogt uw vaat ook beter. Begin met de onderste mand te legen.
OPGELET !
Wees voorzichtig wanneer u
de deur opent.
Pas op voor de warme
stoom die uit het toestel
ontsnapt!
5
3. Gebruiksvoorschriften
BELANGRIJK
Om een optimale prestatie van uw vaatwasmachine te garanderen, leest u best alle
gebruiksrichtlijnen vooraleer u deze voor het eerst gebruikt
.
Bedieningsstrook
1. Start/Stop-knop: Stroomtoevoer
inschakelen/uitschakelen
2. Programmeerknop: Druk op de knop om
een programma te kiezen
3. Uitgestelde startknop: Druk op de knop om de starttijd
te wijzigen
4. Knop voor halve vulling: nadat u het programma
gekozen heeft, drukt u op deze knop indien de
vaatwasmachine half gevuld is
5. Bijkomende droging: Druk op deze knop voor
bijkomende droging. De keuze-indicator knippert.
6. Start/Pauze-knop: start het gekozen programma of
onderbreekt het wanneer de machine werkt.
7. Kinderbeveiligingsknop: druk tegelijkertijd de knoppen
3 en 4 in om de machine te vergrendelen en te
voorkomen dat kinderen de vaatwascyclus wijzigen of
starten.
8. Weergavescherm: geeft de tijd en de evolutie van
het vaatwasprogramma weer (operationele
toestand, uitsteltijd, enz.)
Uitgestelde tijd, overblijvende tijd of
foutmelding:
Spoelproductmelding:
Geeft aan wanneer de verdeler gevuld
moet worden
Zouttoevoegmelding:
Geeft aan wanneer de verdeler gevuld
moet worden
6
Functies van de vaatwasmachine
Vooraanzicht
Bovenaanzicht
9
10
1
Bovenste mand
4
Zoutvak
7
Vaatwasarm
10
Legingsleiding
2
Interne leiding
5
Bak
8
Filterinstallatie
3
Onderste mand
6
Kopjesklep
9
Aansluiting leiding watertoevoer
7
4. Voor het eerste gebruik
Vooraleer uw vaatwasmachine voor de eerste maal te gebruiken:
A.
Stel de waterverzachter af
B.
Voeg 1,5 kg zout voor vaatwasmachines toe, voeg daarna het water toe
C.
Vul het spoelproductvak met spoelproduct
D.
Voeg detergent toe
A. Waterverzachter
De waterverzachter moet manueel afgesteld worden met de waterhardheidskiezer. De waterverzachter is ontworpen om de
mineralen en het zout van het water te verwijderen, die de goede werking van het toestel kunnen belemmeren.
Hoe meer mineralen er zijn, hoe harder het water is.
De verzachter moet afgesteld worden volgens de waterhardheid van uw streek. Neem contact op met uw plaatselijke
Waterleidingsdienst
voor informatie over de waterhardheid van uw streek.
Het zoutverbruik afstellen
Deze vaatwasmachine is ontworpen om de zouthoeveelheid te kunnen afstellen volgens de hardheid van het gebruikte water.
Deze functie heeft als bedoeling het verbruiksniveau van het zout te optimaliseren en te personaliseren.
Om het zoutverbruikniveau af te stellen, volgt u de onderstaande procedure:
1. Zet het toestel aan;
2. Druk langer dan 5 seconden op Start/pauze om de afstelmodus van de waterverzachter te starten (binnen
de 60 seconden na de start van het toestel);
3. Druk op Start/pauze om de afstelling te selecteren die met de waterhardheid van uw streek overeenkomt, de
parameters wijzigen en volgen het volgende sequentiemodel: H1->H2->H3->H4->H5->H6 ;
4. Om de afstelmodus te verlaten kan u op de Start/Stop-knop drukken of 5 seconden wachten.
WATERHARDHEID
Afstelling van de verzachter
Zoutverbruik
(gram/cyclus)
°dH °fH °Clark Mmol/l
0~5 0~9 0~6 0~0,94 H1 0
6-11 10-20 7-14 1,0-2,0 H2 9
12-17 21-30 15-21 2,1-3,0 H3 12
18-22 31-40 22-28 3,1-4,0 H4 20
23-34 41-60 29-42 4,1-6,0 H5 30
35-55 61-98 43-69 6,1-9,8 H6 60
Let op: 1
1 dH=1,25°Clark=1,78°fH=0,178mmol/l
dH : Duitse graden
fH : Franse graden
Clark : Engelse graden
Let op: 2
Fabrieksinstelling: H3 (EN 50242)
LET OP:
Als uw model niet met een waterverzachter is uitgerust kan u deze rubriek
overslaan.
WATERVERZACHTER
De waterhardheid varieert volgens de streek. Als de vaatwasmachine met hard water gebruikt wordt, vormt er zich een aanslag
op uw vaat en glazen.
Het toestel is uitgerust met een bijzondere verzachter die op een speciaal ontworpen zoutvak rust om het kalk
en de mineralen
die in het water aanwezig zijn te verwijderen.
8
B.
Zout toevoegen aan de verzachter
Zorg ervoor dat u altijd speciaal zout voor de vaatwasmachine gebruikt. Het zoutvak bevindt zich onder de onderste
mand en moet volgens de volgende procedure gevuld worden:
Opgelet !
Zorg ervoor dat u altijd speciaal zout voor de vaatwasmachine gebruikt! Andere types zout die niet speciaal voor de
vaatwasmachine ontworpen zijn, en met name tafelzout, beschadigen de waterverzachter. Bij beschadiging van het
toestel die door het gebruik van onaangepast zout veroorzaakt wordt, geeft de fabrikant geen enkele garantie en
zal hij niet aansprakelijk geacht worden voor gelijk welke toegebrachte schade.
Zorg ervoor dat er enkel zout wordt toegevoegd voor er een vaatwascyclus begint.
Zo voorkomt u dat er voor een bepaalde tijd eventueel zoutkorrels of zoutwater achteraan in het toestel
achterblijven wat aanleiding kan geven tot een corrosie van het oppervlak.
1
2
A.
Nadat u de onderste mand heeft weggehaald, schroeft u het deksel van het zoutvak los en verwijdert u het.
1
B.
Plaats het uiteinde van de (geleverde) trechter in het gat en giet er ongeveer 1,5 kg zout voor vaatwasmachine
in.
C.
Vul het zoutvak met water tot aan het maximum. Het is normaal dat er een beetje water uit het zoutvak stroomt.
2
D.
Wanneer het vak gevuld is, schroeft u er het deksel stevig op.
E
Het alarmlampje van het zout gaat uit wanneer het vak gevuld is.
F.
Onmiddellijk na het vullen van het zoutvak moet u een
vaatwasprogramma starten (we bevelen een kort programma aan)
om te vermijden dat het filtersysteem, de pomp of elk ander belangrijk onderdeel van het toestel door het zoute water
beschadigd wordt. De beschadiging door het zoute water wordt niet door de garantie gedekt.
LET OP:
1.
Het zoutvak mag enkel gevuld worden wanneer het alarmlampje op de bedieningsstrook gaat branden. Volgens de
oplossnelheid van het zout is het mogelijk dat het alarmlampje van het zout blijft branden zelfs nadat het vak gevuld is. Indien
er geen enkel lampje brandt op de controlestrook die het zoutniveau aangeeft (op sommige modellen) kan u het
moment inschatten waarop de zoutverzachter gevuld moet worden op basis van het aantal cycli dat de
vaatwasmachine heeft uitgevoerd.
2.
Als er zout werd gemorst, start u een weekprogramma of een snel programma om dit te verwijderen.
C. Vullen van het spoelproductvak
Het spoelproductvak
Het spoelproduct wordt vrijgegeven tijdens de eindspoelfase om te vermijden dat het water druppeltjes op uw vaat vormt en
sporen achterlaat. Het verbetert eveneens de droging doordat het water beter van uw vaat druppelt. Uw vaatwasmachine is
ontworpen om met vloeibaar spoelproduct te werken.
Om het vak te vullen opent u het deksel en giet u het spoelproduct in het vak totdat de niveau-indicator volledig zwart wordt.
Het spoelproductvak heeft een volume van ongeveer 110 ml.
Functie van het spoelproduct
Het spoelproduct wordt automatisch vrijgegeven tijdens de laatste spoelfase om voor een nauwkeurige spoeling te vormen die
geen sporen nalaat en voor een goede droging zorgt.
Opgelet !
Zorg ervoor dat u altijd speciaal spoelproduct voor de vaatwasmachine gebruikt! Giet nooit andere substanties in het
spoelproductvak (bv.: reinigingsproduct voor vaatwasmachines, vloeibaar detergent). Dit zou uw toestel kunnen beschadigen.
9
Wanneer spoelproduct bijvullen?
Behalve wanneer het alarmlampje van het spoelproduct van de bedieningsstrook brandt, kan u de resterende hoeveelheid altijd
ramen volgens het kleur van de niveau-indicator "C" die zich in de buurt van het deksel bevindt. Wanneer het spoelproductvak
vol is, is de indicator volledig zwart. Naarmate het spoelproductpeil vermindert, wordt het zwarte punt kleiner. Laat het
spoelproduct nooit een niveau bereiken dat lager dan 1/4 van het vak is.
C (Niveau-indicator van
het spoelproduct)
Zoals onderstaande afbeelding aangeeft, wijzigt de grootte van
het zwarte punt dat zich op de niveau-indicator van het
spoelproduct bevindt naarmate het niveau van het spoelproduct
vermindert.
Vol
3/4
1/2
1/4 – hervullen noodzakelijk om de vorming van sporen te vermijden
Leeg
1
Om het vak te openen, draai het deksel in de richting van de pijl en open het.
2.
Let erop dat u geen spoelproduct morst wanneer u het in het vak giet.
3.
Plaats het deksel terug door het in lijn met de pijl te zetten en door het naar de gesloten stand te draaien.
LET OP:
Reinig elk overtollig gemorst spoelproduct met een absorberende doek om de overtollige vorming van
schuim tijdens de volgende cyclus te vermijden. Denk eraan om het deksel op zijn plaats te zetten
vooraleer de deur van de vaatwasmachine te sluiten.
Het spoelproductvak afstellen
Het spoelproductvak heeft vier of zes modi. Begin altijd met modus 4 om het toestel
te gebruiken. Indien uw vaat sporen vertoont of slecht gedroogd is, verhoogt u de
hoeveelheid vrijgegeven spoelproduct door het deksel van het vak weg te nemen en
het wieltje op 5 te draaien. Indien uw vaat nog altijd slecht gedroogd is of sporen
vertoont, verhoogt u het afstelniveau opnieuw totdat uw vaat geen enkel spoor
meer vertoont. De aanbevolen modus is modus 4. (Fabrieksinstelling: 4)
LET OP:
Verhoog de productdosis indien uw vaat sporen van water of kalk vertoont na het
wassen. Verminder de dosis indien uw vaat witte kleefsporen vertoont of indien uw
glazen of messen een blauwachtig laagje hebben.
D. Functie van het detergent
De chemische ingrediënten die het detergent samenstellen, zijn noodzakelijk om het vuil van de vaatwasmachine te verwijderen,
te ontbinden en af te voeren. De meeste detergenten van handelskwaliteit dienen hiervoor.
Opgelet !
Gebruik van het detergent
Gebruik enkel detergenten die specifiek ontworpen zijn voor vaatwasmachines. Uw detergent moet altijd vers en droog zijn.
Doe enkel poederdetergent in het vak wanneer u een vaatwascyclus start.
Draai aan het
wieltje
(spoeling)
10
Detergent
Er bestaan 3 soorten detergent
1. Detergent met fosfaat en chloor
2. Detergent met fosfaat en zonder chloor
3. Detergent zonder fosfaat en zonder chloor
In het algemeen bevatten de nieuwe te verstuiven detergenten geen fosfaten. In dit geval is de verzachtende functie van het
fosfaatwater niet verzekerd. Indien u dit type detergent gebruikt, raden we u aan het zoutvak te vullen zelfs wanneer de hardheid
van uw water slechts 6 dH bedraagt.
Indien u een detergent zonder fosfaat gebruikt en uw water hard is, zal u regelmatig witte
vlekken zien verschijnen op uw glazen en uw vaat.
Indien dit het geval is, voeg meer detergent toe om betere resultaten te
verkrijgen.
De detergenten zonder chloor maken de vaat een beetje wit.
Weerbarstige en gekleurde vlekken zullen niet volledig
verwijderd worden.
Als dit het geval is selecteert u een programma dat op een hogere temperatuur werkt.
Geconcentreerde detergenten
Volgens uw chemische samenstelling kunnen er twee fundamentele types detergent onderscheiden worden:
conventionele alkalische detergenten met bijtende bestanddelen
geconcentreerde weinig alkalische detergenten met natuurlijke enzymen
Detergenten in tabletvorm
Detergenten in tabletvorm van verschillende merken lossen aan verschillende snelheden op.
Dit verklaart waarom sommige
detergenten in tabletvorm niet kunnen oplossen en hun volledige reinigingskracht niet kunnen ontwikkelen tijdens korte
vaatwasprogramma's.
Bijgevolg is het beter dat u lange programma's selecteert wanneer u detergenten in tabletvorm gebruikt
om de volledige verwijdering van detergentresten te verzekeren.
Het detergentbakje
Het bakje moet gevuld worden voor het begin van elke vaatwascyclus volgens de instructies die gegeven worden in de tabel van
de vaatwascycli.
Uw vaatwasmachine verbruikt minder detergent en spoelproduct dan een conventionele vaatwasmachine.
In het
algemeen volstaat een soeplepel detergent om gewoon te wassen.
Vaat met hardnekkigere vlekken vraagt om meer detergent.
Zorg ervoor dat u uw detergent in het toestel giet net vooraleer u het aanzet om te vermijden dat het vochtig wordt en niet
correct kan oplossen.
Vereiste detergenthoeveelheid
LET OP:
Als het deksel gesloten is, drukt u op de openingsknop om het deksel te openen.
Giet het detergent altijd in het toestel juist voor de vaatwascyclus.
Gebruik enkel merkdetergenten voor vaatwasmachines.
OPGELET !
Detergent voor vaatwasmachine is corrosief!
Zorg ervoor dat ze buiten het bereik van kinderen
gehouden worden.
Druk op de klink om te openen
Detergent in poedervorm
Detergent in tabletvorm
1
2
11
Het detergentbakje vullen
Vul het detergentbakje.
De streepjes tonen de doseringsniveaus, zie rechterillustratie
:
A
Vak voor het detergent van de hoofdvaatwascyclus.
B
Vak voor het detergent van de voorvaatwascyclus.
Leef de aanbevelingen van de fabrikant na voor de dosering en de opslag die op de
verpakking van uw detergent staan.
Sluit het deksel opnieuw en druk erop totdat het vergrendeld wordt.
Als uw vaat heel vuil is, voegt u een bijkomende dosis detergent toe in het vak voor het voorwasdetergent. Dit
detergent zal tijdens de voorwasfase werkzaam zijn.
LET OP:
De informatie over de hoeveelheid detergent die noodzakelijk is voor elk vaatwasprogramma staat op pagina 15.
Denk eraan dat de afstellingen kunnen verschillen volgens de vuilheid van het water.
Leef de aanbevelingen van de fabrikant na die op de verpakking van uw detergent staan.
12
5. Voorbereiden en laden van de vaat
Aanbevelingen
Probeer de voorkeur te geven aan de aankoop van vaat met de vermelding "vaatwasbestendig".
Gebruik een zacht detergent voor alle types borden. indien noodzakelijk, vraag bijkomende informatie aan de
detergentfabrikant.
Voor breekbare borden of vaat, selecteer een programma dat aan de laagst mogelijke temperatuur werkt.
Haal uw glazen en bestek niet onmiddellijk na het einde van het programma uit de vaatwasmachine om elk risico op
beschadiging te vermijden.
Wassen van de volgende types bestek/borden
Zijn niet geschikt
Zijn in beperkte mate
geschikt
Bestek met een houten, porseleinen of paarlemoeren
greep
Plastic voorwerpen die niet tegen warmte bestand
zijn
Oud bestek met gekleefde onderdelen die niet
bestand zijn tegen hoge temperaturen
Bestek of borden met lijm
Elementen uit tin of koper
Kristallen glazen
Stalen voorwerpen die kunnen roesten
Houten schalen
Voorwerpen uit synthetische vezels
Sommige soorten glazen kunnen na een aantal
vaatwasbeurten dof worden
Onderdelen uit zilver en aluminium hebben de
neiging om te ontkleuren bij het wassen
Glasmotieven kunnen vervagen indien ze vaak in
de vaatwasmachine gewassen worden
Aanbevelingen voor het vullen en legen van de
vaatwasmachine
(Om de optimale prestaties van de vaatwasmachine te verzekeren, volgt u best de volgende voorschriften.
De functies en het uitzicht van de manden kunnen verschillen volgens de modellen.)
Schraap de borden en het bestek af waarop er nog heel wat etensresten zitten. Laat de resten van aangebrande voedingswaren in
uw potten en pannen weken.
Het is niet noodzakelijk om uw borden en schalen met stromend water te spoelen.
De verschillende te wassen onderdelen moeten als volgt in het toestel geplaatst worden:
1. Voorwerpen als kopjes, glazen, potten/pannen, enz. moeten omgedraaid worden.
2. Gebogen voorwerpen of voorwerpen met verstevigingen moeten schuin geplaatst worden zodat het water eruit kan wegvloeien.
3.Alle vaat moet zo geplaatst worden dat deze goed op zijn plaats staat en niet omvalt.
4.Alle vaat moet zo geplaatst worden dat er genoeg plaats overblijft om de vaatwasarmen vrij te laten draaien tijdens de
wasbeurten.
LET OP:
Vermijd om heel kleine voorwerpen in de vaatwasmachine te wassen : deze kunnen gemakkelijk uit de
manden vallen.
Holle voorwerpen zoals kopjes, glazen, potten, enz. moeten met de opening naar beneden geplaatst worden om te
vermijden dat er water in het recipiënt blijft staan.
Borden en bestek mogen niet op elkaar worden gestapeld en mogen elkaar niet bedekken.
Vermijd dat glazen elkaar aanraken om elke schade te vermijden.
Grote voorwerpen en moeilijk te reinigen voorwerpen moeten in de onderste mand geplaatst worden.
De bovenste mand is bestemd voor de delicatere en lichtere vaat zoals glazen en kopjes.
Messen met een lang lemmet betekenen een gevaar als hun punt naar boven gericht is!
Lang en/of scherp bestek zoals snijmessen moet horizontaal in de bovenste mand geplaatst worden.
Zorg ervoor dat de vaatwasmachine niet overvol raakt. Dit is belangrijk om goede resultaten te verkrijgen en het
energieverbruik te optimaliseren.
Uw vaat verwijderen
Om te vermijden dat het water van de bovenste mand niet op de onderste mand druppelt, raden we u aan eerst de onderste
mand te legen.
13
Standaard vulprocedure
A. Bovenste mand
B. Onderste mand
De bovenste mand is bestemd voor delicatere en lichtere
voorwerpen, zoals glazen, kopjes, schoteltjes, borden,
kommetjes en lage potten en pannen (op voorwaarde dat
er niet te vuil zijn). Plaats uw schotels en bestek op zo'n
manier dat ze niet bewegen onder de sproeidruk.
We bevelen u aan om de grootste voorwerpen en deze die het
moeilijkst te reinigen zijn in de onderste mand te plaatsen
(potten, pannen, deksels, dienbladen en schalen) zoals hi
eronder
wordt weergegeven. Het is beter dat u uw dienbladen en deksels
aan de kant van de vakken plaatst om te vermijden dat de rotatie
van de vaatwasarm geblokkeerd wordt.
De aangeraden maximumdiameter voor de borden voor het
productenvak is 19 cm om de opening ervan niet te hindere
n
Denk eraan dat:
potten, schalen, enz. altijd naar beneden gericht moeten zijn.
diepe potten schuin geplaatst moeten worden om het water weg te laten lopen.
de onderste mand voorzien is van neerklapbare spillen waardoor er bijkomende of grotere potten en borden geplaatst kunnen
worden.
C. De bovenste mand afstellen
D. De glazenvakken neerklappen
De hoogte van de bovenste mand kan gemakkelijk
bijgeregeld worden om grote borden in de bovenste of de
onderste mand te plaatsen. De bovenste mand kan ook
bijgeregeld worden door de wielen op verschillende
railhoogtes te plaatsen.
Om de kopjes en glazen
beter te stapelen kunnen de
rekjes neergeklapt worden, zoals onderstaande tekening
aangeeft.
Lage stand Hoge stand
E. De spillen van de onderste mand neerklappen
Om de potten en pannen beter te stapelen kunnen de
spillen neergeklapt worden, zoals onderstaande tekening
aangeeft.
F. Vullen van de bestekmand
Het bestek moet afzonderlijk in de bestekmand geplaatst worden in de juiste positie. Vergewis er u van dat het bestek niet te dicht
op elkaar zit omdat dit de waskracht kan verminderen.
Om uw veiligheid en een optimale reiniging te verzekeren plaatst u uw tafelzilver in de
mand waarbij u ervoor zorgt dat:
het bestek niet in elkaar verstrengeld raakt.
de greep van het bestek zich op de bodem van de mand bevindt.
de messen en andere gevaarlijke voorwerpen met de punt naar beneden geplaatst worden
OPGELET !
Laat geen enkel bestek onderaan de mand uitsteken.
Plaats scherpe voorwerpen altijd met de punt naar beneden!
BINNENKANT
BINNENKANT
14
6. Een vaatwasprogramma starten
Tabel van de vaatwascycli
LET OP:
(
)
betekent dat het spoelproductvak bijgevuld moet worden.
Programma
Informatie over de
cycluskeuze
Beschrijving van
de cyclus
Detergent
hoofcyclus/
voorwas
Duur
(min)
Energie
(Kwh)
Water
(l)
Spoelpr
oduct
Intensief
Voor heel vuile vaat en
potten, pannen en borden,
enz. die normaal vuil zijn
maar gedroogde resten
bevatten.
Voorwassen
(50 °C)
Wassen (65 °C)
Spoelen
Spoelen
Spoelen (70 °C)
Drogen
3/22 g
165 1,4 16,5
Normaal
Voor vaat die normaal vuil is
zoals lichtjes vuile potten,
borden, glazen en pannen.
Voorwassen (45
°C) Wassen (55
°C)
Spoelen
Spoelen (65 °C)
Drogen
3/22g
175 1,1 13
ECO
(* EN 50242)
Dit genormaliseerd
programma
is aangepast voor de vaat die
normaal vuil is en is het
efficiëntste programma in
termen van energie- en
waterverbruik voor dit type
vaat.
Voorwassen
Wassen (45 °C)
Spoelen (65 °C)
Drogen
3/22 g
192 0,75 9
Glas
Voor licht vuile vaat en
glazen.
Voorwassen
Wassen (40 °C)
Spoelen
Spoelen (60 °C)
Drogen
3/22g
125 0,75 13,5
Voor licht vuile ladingen die
geen uitstekende
droogefficiëntie nodig hebben
Wassen (65 °C)
Spoelen
Spoelen (65 °C)
Drogen
25g
90 1,15 11,5
Rapid
Snel wassen, korter
voor weinig vuile ladingen
Wassen (45 °C)
Spoelen (50 °C)
Spoelen (55 °C)
20g
30 0,7 10
Weken
Om de vaat te
spoelen die u
voorziet later op de dag te
wassen
Voorwassen
15 0,02 3,5
LET OP:
* EN 50242 :
dit programma is de testcyclus. Nuttige informatie voor de vergelijkingstest
volgens de norm EN 50242 :
Capaciteit : 10 stuks bestek
Bovenste mand: wielen op rails
Aantal distributiemodi van het spoelproduct : 6
PI : 0,49w ; Po : 0,45w
Waakmodus: Eens de cyclus voltooid is, schakelt het toestel automatisch uit na 30 minuten.
Het toestel inschakelen
Een vaatwasprogramma starten
1
Trek de onderste mand uit, plaats er uw vaat in en duw de mand terug in het toestel.
Het wordt aanbevolen om de onderste mand eerst te vullen voor de bovenste mand (zie rubriek met de titel "De
vaatwasmachine vullen").
2
Giet het detergent erin (zie
rubriek met de titel "Zout, detergent en spoelproduct").
3
Stop de stekker in. De elektrische voeding is 220
-
240 VAC /50 HZ, en het contact
10A 250VAC. Vergewis er u van dat de watertoevoer goed is afgesteld op de modus totale druk.
4
Sluit de deur,
druk op de Start/Stop
-
knop, het Start/stop
-
lampje gaat aan.
5
Druk op de Programmaknoppen om het gewenste programma te selecteren.
Wanneer er een programma geselecteerd wordt, gaat het overeenkomstige lampje branden. Druk op de
Start/pauze-knop: het toestel start zijn vaatwascyclus.
15
LET OP:
Wanneer u op de Start/pauze-knop drukt om de vaatwasmachine te pauzeren tijdens een vaatwascyclus, stopt
het werkingslampje met knipperen totdat u opnieuw de Start/pauze-knop indrukt.
Het programma wijzigen tijdens de cyclus
Opmerkingen vooraf:
Een aan de gang zijnde cyclus kan enkel maar gewijzigd worden indien hij pas loopt. Anders is het
mogelijk dat het detergent reeds vrijgegeven werd en dat het water reeds geleegd werd. Indien dit het
geval is, moet het detergentbakje opnieuw gevuld worden (zie rubriek "Bijvullen van detergent").
Druk op Start/pauze om het wassen te stoppen, druk daarna langer dan 3 seconden op de Programmaknoppen: het lopende
programma wordt geannuleerd. Druk de Programmaknoppen opnieuw in om het gewenste programma te kiezen, druk daarna
op Start/pauze. (zie rubriek "Een vaatwascyclus starten").
LET OP:
Indien u de deur opent terwijl er een vaatwascyclus bezig is, wordt het toestel in pauze gezet. Het
lampje dat met het programma overeenkomt knippert totdat u de deur opnieuw sluit. Na het
sluiten van de deur start het toestel opnieuw na 10 seconden.
Vaat toevoegen
U kan vaat toevoegen op elk ogenblik vooraleer het detergentbakje opengaat.
1
Druk op de Start/pauze-knop om de vaatwascyclus te
stoppen.
4
Plaats uw voorwerpen in het toestel.
2
Open de deur een beetje
5
Sluit de deur opnieuw.
3
Eens de wieken gestopt zijn met draaien opent u de deur
volledig
5
Druk op Start/pauze. De vaatwasmachine start na 10
seconden.
Op het einde van de vaatwascyclus
Wanneer de vaatwascyclus voltooid is, geeft het toestel gedurende 8 seconden een alarmsignaal, daarna stopt het. Schakel het
toestel uit door op Start/stop te drukken, sluit de watertoevoer af, open daarna de deur van de vaatwasmachine.
Opgelet: wacht enkele minuten vooraleer de vaatwasmachine te legen zodat u geen warme voorwerpen moet hanteren die dan
sneller kunnen breken. Zo droogt uw vaat ook beter.
De vaatwasmachine uitschakelen
Wanneer het Programma-lichtje brandt maar niet knippert, betekent dit dat het programma voltooid is.
1. Schakel de vaatwasmachine uit door op Start/stop te drukken.
2. Sluit de watertoevoer af!
Wees voorzichtig wanneer u de deur opent.
Wanneer de vaat warm is, is deze gevoeliger voor schokken. Laat uw vaat gedurende ongeveer 15 minuten afkoelen
vooraleer deze uit het toestel te halen.
Open de deur van de vaatwasmachine, laat deze open staan en wacht enkele minuten vooraleer uw vaat uit te halen. Zo
koelt uw vaat af en droogt deze beter.
De vaatwasmachine legen
Het is normaal dat de binnenkant van de vaatwasmachine vochtig is.
Leeg de onderste mand eerst, leeg daarna de bovenste mand. Zo vermijdt u dat het water niet meer vanuit de bovenste
mand op de vaat in de onderste mand stroomt.
OPGELET !
De deur openen tijdens een cyclus is gevaarlijk:
de warme stoom die eruit ontsnapt kan u verbranden.
16
7. Reiniging en onderhoud
Filtersysteem
De filter vermijdt dat etensresten en andere grotere voorwerpen de kuip binnendringen.
De resten kunnen de filter blokkeren, in dat geval moeten ze verwijderd worden.
Het filtersysteem bestaat uit een primaire filter, een platte filter
(hoofdfilter) en een microfilter (fijne filter).
Hoofdfilter
1
De voedingswaren en andere deeltjes die door de filter
opgevangen worden, worden verpulverd door een speciale
straal die uit de onderste vaatwasarm komt en afgevoerd in de
afvoerbuis.
Primaire filter
2
Grotere etensresten zoals stukjes bot of glas die de afvoer
zouden kunnen blokkeren, worden door de primaire filter
opgevangen. Om de voorwerpen die door de filter worden
opgevangen, te verwijderen, knijpt u lichtjes de filterkop en heft
u deze op.
Fijne filter
3
Deze filter verhindert dat resten en andere deeltjes uit het
opvangbekken ontsnappen en tijdens de vaatwascyclus zich opnieuw
op de vaat vastzetten.
Filterinstallatie
De filter verwijdert efficiënt de voedseldeeltjes van het waswater en recycleert dit tijdens de cyclus.
Voor optimale prestaties en resultaten moet de filter regelmatig gereinigd worden. Daarom is het aanbevolen de grootste
voedseldeeltjes die door de filter worden opgevangen na elke vaatwascyclus te verwijderen door de filter en het halfcirkelvormige
recipiënt met stromend water te reinigen. Om de filterinstallatie te verwijderen, trek de hendel van het recipiënt omhoog.
OPGELET !
De vaatwasmachine mag nooit zonder de filters werken.
Een slecht teruggeplaatste filter kan het prestatieniveau van het toestel verminderen en uw
vaat beschadigen.
1
Stap 1: draai de filter in tegenwijzerzin.
2
2
Stap 2: hef de filterinstallatie op
1
2
3
17
LET OP:
Volg deze procedure in de aangegeven volgorde om het filtersysteem uit te halen en
doe
het omgekeerde om het systeem terug te plaatsen.
Opmerkingen:
- Controleer na elke cyclus of er geen afval in de filter is terechtgekomen om elk verder blokkeringsgevaar te vermijden.
- U kan het filtersysteem uithalen door de primaire filter los te schroeven. Verwijder alle voedseldeeltjes en reinig de filters met
stromend water.
LET OP:
U reinigt het best het filtersysteem eenmaal per week.
De filter reinigen
Gebruik een borsteltje om de primaire filter en de fijne filter te reinigen. Monteer de filterelementen opnieuw (zie pag. 17) en stop
deze in de vaatwasmachine terug op de daartoe voorziene plaats, daarna duwt u erop.
OPGELET !
Let erop dat u de filters niet indeukt wanneer u deze reinigt. Dit zou de filters
kunnen verbuigen en de prestaties van de vaatwasmachine kunnen verminderen
.
Onderhoud van de vaatwasmachine
De bedieningsstrook kan gereinigd worden met een licht vochtige doek.
Droog deze goed na de reiniging.
Gebruik voor de buitenkant een speciale boenwas voor huishoudtoestellen.
Gebruik nooit scherpe voorwerpen, schuursponzen of agressieve reinigingsmiddelen om de vaatwasmachine te reinigen.
Reiniging van de deur
Gebruik een zachte, lauwe en vochtige vod om de deurranden te reinigen.
Gebruik geen reinigingsproducten in sprayvorm om elke doordringing van water in het
sluitmechanisme van de deur en de elektronische onderdelen te vermijden.
OPGELET !
Gebruik nooit reinigingsproduct in sprayvorm om de deur te reinigen: dit zou het
sluitmechanisme en de elektronische onderdelen kunnen beschadigen.
Schuurmiddelen en bepaalde types keukenrollen zijn verboden omdat ze krassen
kunnen maken op het oppervlak uit roestvrij staal of er sporen kunnen op achterlaten.
Uw vaatwasmachine voorbereiden op de
winter
Denk eraan beschermingsmaatregelen te nemen tegen de vorst voor uw vaatwasmachine in de winter. Volg de volgende
procedure na elke vaatwascyclus:
1. Koppel de vaatwasmachine af ter hoogte van de voedingsbron.
2. Koppel de watertoevoer af en koppel de watertoevoerleiding af van de toevoerkraan.
3. Leeg het water van de watertoevoerleiding en van de waterkraan. (gebruik een pot om het water te recupereren)
4. Koppel de watertoevoer aan de toevoerkraan aan.
5. Neem de filter op de kuip uit en verwijder het aanwezige water met een spons.
LET OP:
Indien uw vaatwasmachine niet werkt omwille van de vorst,
neemt u best contact op met een professionele hersteller.
De vaatwasarmen reinigen
De vaatwasarmen moeten regelmatig gereinigd worden om te vermijden dat chemische
deeltjes hard water de sproeiers en de lagers van de vaatwasarmen verstoppen.
Om de bovenste vaatwasarm te verwijderen houdt u de moer vast en doet u
de arm in wijzerzin draaien.
Om de onderste vaatwasarm te verwijderen trekt u deze naar boven.
opening
18
Was de armen met lauw zeepwater en reinig de sproeiers met een zachte
borstel. Spoel deze volledig af en plaats deze terug.
Uw vaatwasmachine in goede staat houden
Na elke vaatwasbeurt
Schakel de
watertoevoer uit na elke vaatwasbeurt en laat
de deur wat open zodat vocht en geurtjes ontsnappen.
Trek de stekker uit
Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact voor
elke reinigings- of onderhoudsoperatie van het toestel.
Reiniging zonder oplosmiddelen of
schuurproducten
Om de buitenkant en de rubberen onderdelen van uw
vaatwasmachine te reinigen mag u geen oplosmiddelen
noch reinigende schuurproducten gebruiken. Gebruik een
doek die gedrenkt is in lauw zeepwater.
Om aanwezige vlekken te verwijderen op
binnenoppervlakken, gebruik een vochtige doek met
een beetje azijn of reinigingsproduct dat speciaal voor
vaatwasmachines ontworpen is.
Uw vaatwasmachine wordt voor lange tijd
niet gebruikt
Het is aanbevolen een lege vaatwascyclus te starten en
de stekker uit te trekken, de watertoevoer af te sluiten
en de deur op een kier te laten. Zo wordt de
levensduur van de deurafdichting geoptimaliseerd en
wordt de vorming van geurtjes in het toestel
voorkomen.
Het toestel verplaatsen
Indien u het toestel moet verplaatsen, probeer het
verticaal te houden. Als het echt noodzakelijk is kan u het
op de achterkant plaatsen.
Afdichtingen
Eén van de factoren die de geurvorming in de
vaatwasmachine bevorderen is de aanwezigheid van
voedselresten in de afdichtingen. Een regelmatige
reiniging van de afdichtingen met een vochtige spons
vermijdt dit verschijnsel.
8. Installatievoorschriften
Plaatsing van het toestel
Plaats het toestel op de gewenste plaats. De achterkant van het toestel moet tegen de muur geplaatst worden en de zijwanden
tegen de aanpalende wanden of muren. De vaatwasmachine is uitgerust met watertoevoerleidingen en afvoeren die zowel links
als rechts van het toestel geplaatst kunnen worden om zijn installatie te vergemakkelijken.
Niveau
-
afstelling van het toestel
Eens het toestel op zijn plaats geïnstalleerd is kan u de hoogte van de
vaatwasmachine afstellen door het niveau van de voetjes te regelen. In elk
geval mag het toestel niet meer dan 2" overhellen.
Elektrische aansluitingen
OPGELET !
Voor uw veiligheid:
Gebruik geen verlengkabel of adapter met dit toestel.
Ongeacht de omstandigheden mogen de
aardingsaansluitingen nooit afgesloten of weggehaald
worden.
Elektrische voeding
Lees het identificatieplaatje van het toestel om de vereiste spanning te kennen om uw vaatwasmachine op een
aangepaste voedingsbron aan te sluiten.
Gebruik zekeringen van 10amp, de aanbevolen smeltveiligheid met vertraging of de hoofdschakelaar en zorg voor
een apart circuit dat enkel voor dit toestel dient.
19
Vergewis er u van dat
er een
aardingsaansluiting is
vooraleer uw
vaatwasmachine te
gebruiken
Elektrische aansluitingen
Controleer de eigenschappen van de elektrische voedingsbron. De eigenschappen van de
spanning, frequentie en fases moeten overeenstemmen met deze die op de
identificatieplaat staan. Sluit de stekker enkel op het net aan nadat de aarding verzekerd
is. Als het stopcontact waarop het toestel aangesloten moet worden, niet aangepast is,
vervang dit eerder dan een adapter of een andere installatie te gebruiken die
oververhitting en brandwonden met zich mee kunnen brengen.
Aansluitingen op het water
Aansluitingen voor koud water
Sluit de koude watertoevoer aan op een schroefverbinding 3/4 en vergewis er u van dat deze
goed vastgeschroefd is.
Indien uw waterleidingen nieuw zijn of lang niet gebruikt werden, laat u eerst water lopen om er
zeker van te zijn dat het helder is. Deze voorzorgsmaatregel is noodzakelijk om het risico te
vermijden dat de watertoevoer geblokkeerd wordt en het toestel beschadigt.
OPGELET !
Sluit de wateraansluiting na gebruik.
Aansluiting van de afvoerleiding
Stop de afvoerbuis in een afvoerleiding met een diameter van minstens 40 mm of laat deze in de kuip uitkomen die
met de gootsteen overeenkomt waarbij u er zorg voor draagt deze niet te plooien of te knijpen. De hoogte van de
afvoerleiding moet kleiner zijn dan 1.000 mm.
SLUIT DE AFVOERBUIS OP EEN VAN DE TWEE VOLGENDE
MANIEREN AAN
Vooraan Achteraan
LET OP
De bovenkant van de
buis mag niet meer
dan 1 000 mm
uitsteken
Afvoerbuis
Ø 40 mm
MAX 1
000mm
A
B
20
Hoe het overtollige water van de buizen legen
Als de gootsteen zich op meer dan 1.000 mm van de grond bevindt, kan het overtollige water in de buizen niet rechtstreeks
in de gootsteen geleegd worden. Het overtollige water moet in een kom of een ander aangepast recipiënt geleegd worden
dat buiten wordt vastgehouden en op een niveau dat lager is dan de gootsteen.
Waterafvoer
Sluit de afvoerbuis aan. De afvoerbuis moet correct geïnstalleerd zijn om elk waterlek te vermijden.
Verzeker er u van dat de afvoerbuis niet geplooid of geplet is.
Verlengbuis
Indien u een verlengbuis nodig heeft voor de leging, moet u een gelijkaardige buis gebruiken.
Deze mag niet langer zijn dan 4 meter, anders kunnen de prestaties van de vaatwasmachine beperkter zijn.
Aansluiting van de sifon
De afstand tussen de afvoeraansluiting en de bodem van het toestel mag niet groter zijn dan 1.000 mm.
De afvoerbuis moet vastgemaakt worden.
Starten van de vaatwasmachine
De volgende controles moeten uitgevoerd worden vooraleer uw vaatwasmachine te
starten.
1
De vaatwasmachine is waterpas en correct geïnstalleerd
2
De watertoevoerklep is geopend
3
Om elk waterlek te voorkomen controleert u dat de watertoevoerklep goed op de
vaatwasmachine is aangesloten
4
De kabels zijn stevig aangesloten
5
Het toestel staat onder stroom
6
De watertoevoer- en legingsleidingen vertonen geen enkele knoop
7
Alle verpakkingsmaterialen en alle documenten werden uit de vaatwasmachine gehaald.
LET OP:
Bewaar deze handleiding na installatie
:
hij zal u zeker nog van pas komen.
21
9. Reparatiegids
Vooraleer u een beroep doet op een technicus
Raadpleeg de volgende tabellen om te vermijden dat u een beroep moet doen op een
technicus.
Technische
problemen
Probleem
Mogelijke
oorzaken
Oplossingen:
De vaatwasmachine
start niet
De zekering of
hoofdschakelaar slaat
uit
Vervang de zekering of schakel de hoofdschakelaar weer in.
Koppel alle andere elektrische toestellen af die op hetzelfde
circuit als uw vaatwasmachine gekoppeld zijn
Het toestel staat niet
onder stroom
Controleer dat de
vaatwasmachine onder stroom staat en dat
de deur goed gesloten is.
Controleer dat de stroomkabel goed op het contact van het
netwerk is aangesloten.
Lage waterdruk Controleer dat de watertoevoer goed aangesloten is en dat
de kraan geopend is.
De deur van de
vaatwasmachine is niet
goed dicht.
Vergewis er u van dat de deur en de klink goed gesloten zijn.
De vaatwasmachine
pompt geen water op
Knoop in de afvoerbuis Controleer de staat van de afvoerbuis.
Verstopte filter Controleer de staat van de primaire filter (zie rubriek "De
filter reinigen")
Verstopte gootsteen Controleer de staat van de gootsteen van uw keuken om u
ervan te verzekeren dat hij niet verstopt is.
Als het water van uw gootsteen niet correct wordt afgevoerd is
het mogelijk dat u eerder op een loodgieter een beroep moet
doen dan op een technicus die gespecialiseerd is in het beheer
van vaatwasmachines.
Algemene
problemen
Schuim in de
kuip
Onaangepast detergent Gebruik enkel detergent speciaal voor vaatwasmachines om
schuimvorming te vermijden. Indien dit gebeurt, open de
vaatwasmachine en laat het schuim verdampen. Giet 3 of 4
liter koud water in de kuip. Sluit de vaatwasmachine door de
klink te sluiten en kies daarna een cyclus. De vaatwasmachine
begint het water te legen.
Open de deur nadat de leging
voltooid is en controleer dat het schuim verdwenen is.
Herhaal de operatie indien noodzakelijk.
Spoelproduct gemorst Reinig altijd onmiddellijk elk gemorst spoelproduct.
Vlekken op de
binnenkant van de kuip
Er werd detergent
gebruikt dat kleurstof
bevat
Controleer dat het gebruikte detergent geen kleurstof bevat.
Witte film op de
binnenoppervlakken
Mineralen in hard water Gebruik een vochtige spons met detergent voor
vaatwasmachines om de binnenwanden te reinigen en draag
rubberen handschoenen.
Gebruik nooit andere producten dan deze die voor
vaatwasmachines bestemd zijn om elk risico op
schuimvorming te vermijden.
Roestvlekken op het
bestek
Bestek met vlekken zijn
niet tegen corrosie
bestand.
Er werd geen enkel
programma gestart
nadat er zout voor de
vaatwasmachine werd
toegevoegd.
Er werden zoutsporen
gemengd in de
vaatwascyclus.
Start altijd het snelle vaatwasprogramma
zonder bestek in de vaatwasmachine te plaatsen en zonder
Turbofunctie (indien beschikbaar) nadat u zout voor
vaatwasmachines heeft toegevoegd.
22
Het deksel van de
verzachter is niet goed
gesloten.
Controleer het deksel en vergewis er u van dat het goed
gesloten is.
Probleem
Mogelijke
oorzaken
Oplossingen:
Lawaai
Lawaai van schokken in
de vaatwasmachine
Eén van de
vaatwasarmen stoot
tegen een voorwerp in
de bovenste of
onderste mand.
Pauzeer het programma en herschik de voorwerpen die de
vaatwasarm blokkeren.
Getik in de
vaatwasmachine
Er viel bestek omver in
de vaatwasmachine.
Pauzeer het programma en herschik uw bestek.
Lawaai van schokken in
de waterleidingen
Dit kan te wijten zijn
aan de installatie ter
plaatse of aan de
diameter van de
leidingen.
Dit heeft geen enkel gevolg voor de prestaties van de
vaatwasmachine.
Indien u twijfelt, bel een gekwalificeerde loodgieter.
De vaat
is niet schoon
De vaat werd niet
correct in de
vaatwasmachine
geplaatst.
Zie rubriek "De manden van de vaatwasmachine vullen"
Het gekozen
programma was
niet krachtig
genoeg.
Kies een intensiever programma.
Zie "Tabel van de vaatwascycli".
Onvoldoende
hoeveelheid
detergent.
Voeg meer detergent toe of verander van detergent.
Voorwerpen
blokkeren de baan
van de
vaatwasarmen.
Herschik de voorwerpen zodat de vaatwasarmen vrij
kunnen draaien.
De filterinstallatie die
zich onderaan het
toestel bevindt is niet
schoon of is niet goed
geïnstalleerd. Dit kan
de sproeiers van de
vaatwasarmen
blokkeren.
Reinig en/of plaats de filterinstallatie op een correcte
manier.
Reinig de vaatwasarmen. Zie "De vaatwasarmen reinigen".
Onzuivere glazen
Combinatie van
zacht water met
teveel detergent.
Gebruik minder detergent als u zacht water heeft en kies
een kortere cyclus om de glazen te wassen en hun netheid
te optimaliseren.
Zwarte of grijze sporen
op de vaat
Er kwamen aluminium
voorwerpen met uw
vaat in contact.
Reinig de vaat met een zacht schuurproduct om de sporen
te verwijderen.
Detergentrest in de
bakken
Er blokkeren
voorwerpen de
detergentbakken.
Herschik uw vaat.
Drogen
laat
te
wensen
over
De vaat
is niet droog
Slechte schikking van
de voorwerpen
Volg de vulvoorschriften van de vaatwasmachine.
Onvoldoende
hoeveelheid
spoelproduct
Verhoog de hoeveelheid spoelproduct/vul het
spoelproductvak.
De vaat werd te
vroeg uitgehaald
Leeg uw vaat nooit onmiddellijk na de vaatwascyclus. Laat
de deur wat open zodat de stoom kan ontsnappen. Wacht
tot uw vaat lauw aanvoelt om uw vaatwasmachine te legen.
Om te vermijden dat het water van de bovenste mand niet
op de onderste mand druppelt, raden we u aan eerst de
onderste mand te legen.
23
Het gekozen
programma was niet
aangepast
Met een kort programma is de wastemperatuur lager, wat
de wasprestatie vermindert. Kies een lang programma.
Het bestek heeft
een bekleding van
slechte kwaliteit
De waterafvoer is moeilijker op bekledingen van slechte
kwaliteit. Bestek of borden van dit type zijn niet geschikt
voor vaatwasmachines.
24
Foutmeldingen
Bij slechte werking geeft het toestel foutmeldingen weer om u te waarschuwen:
Code
Betekenis Mogelijke oorzaken
E1 Langere watertoevoertijd
De kraan is gesloten, de watertoevoer is
geblokkeerd of de waterdruk is te laag
E4 Overstroming Een onderdeel van de vaatwasmachine lekt
OPGELET !
Bij overstroming, sluit de watertoevoer af vooraleer een technicus te bellen
.
Als de basiskuip overstroomt :
- Sluit de watertoevoer af vooraleer een technicus te bellen
- Verwijder het overtollige water vooraleer de vaatwasmachine opnieuw te
starten.
25
Technische informatie
Hoogte:
845 mm
Breedte:
448 mm
Diepte:
600
mm (gesloten deur)
Hydraulische druk:
0,04
-
1,0MPa
Elektrische voeding:
zie identificatieplaat
Capaciteit
:
10 stuks bestek
26
Productfiche
Fiche over huishoudelijke vaatwasmachine die voldoet aan de EU-richtlijnen 1016/2010 & 1059/2010:
Fabrikant BRANDT
Type/beschrijving DFS1010W,DFS1010B,DFS1010X
Aantal standaardstuks bestek 10
Energierendementsklasse A++
Jaarlijks energieverbruik 211 KWh
Energieverbruik van de standaardvaatwascyclus 0,74 KWh
Energieverbruik in UIT-stand 0,45 W
Energieverbruik in AAN-stand 0,49 W
Jaarlijks waterverbruik 2520liter
Drogingsefficiëntieklasse A
Standaardvaatwascyclus ECO 45°C
Duur van de standaardvaatwascyclus 190 min
Geluidsniveau 47dB(A) re 1 pW
Type installatie Vrije plaatsing
Integratie mogelijk Nee
Hoogte 84,5 cm
Breedte 44,8 cm
Diepte (met connectoren) 60 cm
Energieverbruik 1930 W
Spanning / frequentie 230 V- 50 Hz
Hydraulische druk (debietdruk) 0,4-10 bar = 0,04-1 MPa
LET OP:
A + + + (hoogste rendement) tot D (laagste rendement)
Het energieverbruik wordt geraamd op 211 kWh per jaar op basis van 280 standaardcycli met koud water
en volgens het verbruik van weinig intensieve modi. Het werkelijke energieverbruik zal afhangen van het
gebruik van het toestel.
Het waterverbruik wordt geraamd op 2520 liter per jaar op basis van 280 standaardvaatwascycli. Het
werkelijke waterverbruik zal afhangen van het gebruik van het toestel.
A (hoogste rendement) tot G (laagste rendement)
Dit programma
is geschikt voor de vaat die normaal vuil is en is het efficiëntste programma in termen van energie- en
waterverbruik voor dit type vaat.
Dit toestel stemt overeen met de Europese normen en richtlijnen in hun meest recente versie op het
ogenblik van de levering:
- DBT 2006/95/EG
- CEM 2004/108/EG
- ErP 2009/125/EG
De bovenvermelde waarden werden gemeten volgend de normen in specifieke gebruiksomstandigheden.
De resultaten kunnen sterk verschillen volgens de hoeveelheid en de graad van vervuiling van de vaat, de
waterhardheid, de hoeveelheid detergent, enz.
Deze handleiding is gebaseerd op de normen en reglementen van de Europese Unie.
27
Vulprocedure van de manden volgens norm
En50242:
1. Bovenste mand:
Kopjes
Schoteltjes
Glazen
Kleine opdienkommen
Middelgrote
opdienkommen
2. Onderste mand:
Grote opdienschalen
Dessertborden
BINNEN
Platte borden
Diepe borden
Ovalen schalen
Klep
Let op: plaats platte en lichte voorwerpen op de klep. Het
totale gewicht moet minder dan 1,5 kg bedragen.
3. Bestekmand:
BINNENKANT
1
Eetlepels
5
Dessertlepels
2
Vorken
6
Opdienlepels
3
Messen
7
Opdienvorken
4
Koffielepels
8
Pollepels
Informatie bestemd voor vergelijkingstesten volgens de
norm 50242:
Capaciteit : 10 stuks bestek
Stand van de bovenste mand: laag
Programma: ECO
Aantal distributiemodi van het spoelproduct : 6
Afstelling van de verzachter: H3
Dienst na verkoop:
Elk onderhoud aan de apparatuur moet worden uitgevoerd door:
- Of de verkoper,
- Of een andere gekwalificeerde monteur die een erkende agent is voor de apparaten van het merk.
Vermeld de volledige referentie van uw apparaat (model, type en serienummer) als u een afspraak maakt.
Deze informatie staat op het etiket bevestigd op uw apparaat.
28
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Fagor DFS1010B de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding

Gerelateerde papieren