Rev. 002
TIG 3000 B
zekeringhouder (fig. 28 ref. 1) op de
besturingsprint verwijderen.
6 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING
6.1 Veiligheid van de apparaten
De generator is ondergebracht in een gesloten
kast en het gevaar bestaat dus niet dat men in
aanraking kan komen met bewegende delen,
delen met hoge temperatuur (met uitzondering
van de uitwendige demper) of
spanningsvoerende geleiders.
Het deurtje is voorzien van een slot met sleutel.
De sleutel mag niet binnen het bereik van
kinderen of personen die er geen verstand van
hebben gehouden worden.
De generator is gemaakt volgens de
veiligheidsvoorschriften die in de verklaring van
overeenstemming vermeld zijn.
6.2 Brandstof
Er moet loodvrije benzine met een hoger
octaangetal dan 85 gebruikt worden.
Gebruik geen oude benzine, d.w.z. benzine die
meer dan drie maanden in de tank gezeten heeft.
6.3 Nuttige tips
Om storingen aan de verbruikers te
voorkomen die door de generator van stroom
voorzien worden, moet het volgende gedaan
worden:
- Alvorens te starten moet u de verbruikers
afkoppelen (bijvoorbeeld met de thermische
magneetschakelaar die tussen de generator
en de installatie geplaatst is zoals
beschreven op een ander punt in dit
document) totdat de generator weer start en
zich gestabiliseerd heeft.
- Alvorens de generator uit te schakelen
moeten de verbruikers afgekoppeld of ten
minste uitgeschakeld worden.
- Sluit geen verbruikers aan met een hogere
capaciteit dan de maximaal aangegeven
capaciteit en indien mogelijk niet hoger dan
80% zodat er een deel overblijft voor
eventuele verbruikspieken.
- Tijdens de eerste 50 werkingsuren
(inloopperiode) mag de generator niet aan
een grotere belasting dan 75% van de
aangegeven belasting worden onderworpen.
- Indien de generator lange tijd niet gebruikt
wordt en de generator permanent op een
accu aangesloten is wordt geadviseerd om
de generator regelmatig minimaal een half
uur in werking te stellen om te garanderen
dat de accu opgeladen wordt.
- Als er verwacht wordt dat de generator langer
dan drie weken niet gebruikt zal worden is
het, om te voorkomen dat er als de benzine
verdampt, bezinksels in de carburateur
achterblijven, waardoor de motor ernstig
beschadigd kan worden, VERPLICHT om de
carburateur helemaal te legen door
bijvoorbeeld de brandstofkraan op de tank
dicht te draaien en de generator te laten
functioneren totdat er geen brandstof meer in
de carburateur zit.
7 BEDIENINGSPANEEL
De generator is uitgerust met een origineel
afstandsbedieningspaneel waarmee de werking
ervan bediend kan worden (fig. 30).
Het paneel is voorzien heeft een
verbindingspoort voor aansluiting op een
domotica besturingseenheid en een USB-poort
voor aansluiting op een PC.
Bedieningsorganen en signaleringen op het
paneel (fig. 30):
1 AAN/UIT schakelaar: hiermee kan het
bedieningspaneel ingeschakeld worden.
Display 2 en led 11 gaat aan.
2 Display: hiermee kan de werking van de
generator onder controle gehouden worden.
Toont de werkingsstatus en eventuele
meldingen die gekoppeld zijn aan de
inwendige diagnose.
3 MENU / BOOST knop, knop met een dubbele
functie: drukt u hem normaal in dan kunt u
door de verschillende MENU'S scrollen of de
geselecteerde opties bevestigen; houdt u
hem 3 seconden ingedrukt is het mogelijk om
de BOOST functie in of uit te schakelen.
Deze functie moet ingeschakeld worden als
er naar verwachting in één keer een belasting
van meer dan 60% van het nominale
vermogen op de generator toegepast wordt.
4 AUTO knop, knop met een dubbele functie:
met deze knop scrollt u in de MENU'S
achteruit door de beschikbare opties; als het
paneel ingeschakeld is kunt u hiermee de