RP1801F

Makita RP1801F Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Makita RP1801F Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GB Router Instruction manual
F Défonceuse Manuel d’instructions
D Oberfräse Betriebsanleitung
I Fresatrice verticale Istruzioni per l’uso
NL Bovenfrees Gebruiksaanwijzing
E Fresadora Manual de instrucciones
P Fresadora Manual de instruções
DK Overfræser Brugsanvisning
GR Ρούτερ Οδηγίες χρήσης
RP1800
RP1800F
RP1801
RP1801F
RP2300FC
RP2301FC
37
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
TECHNISCHE GEGEVENS
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
ENE010-1
Het gereedschap is bedoeld voor het afkanttrimmen en
profileren van hout, kunststof en soortgelijke materialen.
Voeding
ENF002-1
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op
een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op
het identificatieplaatje en werkt alleen op enkele-fase
wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd
volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een
niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
GEA010-1
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
SPECIFIEK VOOR EEN
BOVENFREES
GEB018-3
1. Houd het elektrisch gereedschap vast bij het
geïsoleerde oppervlak omdat de messenbladen
met hun eigen snoer in aanraking kunnen komen.
Als onder spanning staande draden worden geraakt,
kunnen de niet-geïsoleerde metalen delen van het
elektrisch gereedschap onder stroom komen te staan
zodat de gebruiker een elektrische schok krijgt.
2. Gebruik klemmen of een andere praktische
methode om het werkstuk op een stabiele
ondergrond te bevestigen en ondersteunen. Als u
het werkstuk in uw hand of tegen uw lichaam geklemd
houdt, is het onvoldoende stabiel en kunt u de
controle erover verliezen.
1. Instelwiel
2. Vergrendelknop
3. Instelmoer van aanslagstang
4. Sneltoevoerknop
5. Stelbout
6. Aanslagblok
7. Diepteaanwijzer
8. Aanslagstang
9. Nylonmoer
10. Stelbout
11. Vastzetknop
12. Aan/uit-schakelaar
13. Snelheidsregelaar
14. Lamp
15. Asvergrendeling
16. Steeksleutel
17. Werkstuk
18. Draairichting van het bit
19. Aanzicht vanaf de bovenkant van
het gereedschap
20. Voortgangsrichting
21. Langsgeleider
22. Fijnregelschroef
23. Klembout (B)
24. Klembout (A)
25. Geleiderhouder
26. Meer dan 15 mm
27. Hout
28. Schroeven
29. Verschuifbaar
30. Ingesteld op minimale breedte
van opening
31. Ingesteld op maximale breedte
van opening
32. Malgeleider
33. Borgplaat
34. Bit
35. Voet
36. Mal
37. Afstand (X)
38. Buitendiameter van de
malgeleider
39. Geleiderhouder
40. Klembout (C)
41. Trimgeleider
42. Geleiderwiel
43. Stofafzuigaansluitmond
44. Klembout
45. Platte ring 6
46. Bout M6 x 135
47. Opening
48. Draadgat in de motorsteun
49. Binnenin het boutgat in de voet
van het gereedschap
50. Draadgat in de motorsteun
51. Schroevendraaier
52. Slijtgrensmarkering
53. Koolborsteldop
Model
RP1800/
RP1800F
RP1801/
RP1801F
RP2300FC RP2301FC
Capaciteit van spankop 12 mm of 1/2”
Capaciteit blindfrezen 0 - 70 mm
Nullasttoerental (min
-1
) 22.000 9.000 - 22.000
Totale lengte 312 mm
Netto gewicht 6,0 kg 6,1 kg
Veiligheidsklasse /II
38
3. Draag gehoorbescherming tijdens langdurig
gebruik.
4. Behandel de bits voorzichtig.
5. Controleer vóór het gebruik het bit zorgvuldig op
barsten of beschadiging. Vervang een gebarsten
of beschadigd bit meteen.
6. Voorkom dat u in spijkers freest. Inspecteer het
werkstuk op spijkers en verwijder deze zonodig
voordat u ermee begint te werken.
7. Houd het gereedschap met beide handen stevig
vast.
8. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen.
9. Zorg ervoor dat het bit het werkstuk niet raakt
voordat u het gereedschap hebt ingeschakeld.
10. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u
het werkstuk gaat frezen. Let goed op trillingen en
schommelen die kunnen duiden op een onjuist
aangebrachte bit.
11. Let goed op de draairichting van het bit en de
doorvoerrichting van het werkstuk.
12. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
13. Schakel het gereedschap uit en wacht altijd tot het
bit volledig tot stilstand is gekomen voordat u het
gereedschap uit het werkstuk verwijdert.
14. Raak het bit niet onmiddellijk na gebruik aan. Het
kan bijzonder heet zijn en brandwonden op uw
huid veroorzaken.
15. Smeer niet achteloos thinner, benzine, olie en
dergelijke op de voet van het gereedschap. Deze
middelen kunnen scheuren in de voet van het
gereedschap veroorzaken.
16. Let er goed op dat u bits met de juiste asdiameter
gebruikt en die geschikt zijn voor het toerental van
het gereedschap.
17. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem
voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van
stof en contact met de huid. Volg de
veiligheidsinstructies van de leverancier van het
materiaal op.
18. Gebruik altijd het juiste stofmasker/
ademhalingsapparaat voor het materiaal en de
toepassing waarmee u werkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Instellen van de freesdiepte (zie afb. 1)
Leg het gereedschap op een vlakke ondergrond. Draai de
vergrendelknop los en beweeg het gereedschap omlaag
totdat het bit net de ondergrond raakt. Zet de
vergrendelknop vast om het gereedschap te
vergrendelen.
Draai de instelmoer van de aanslagstang linksom. Breng
de aanslagstang omlaag tot deze de stelbout raakt. Lijn
de diepteaanwijzer uit met de 0 op de schaalverdeling. De
freesdiepte wordt door de diepteaanwijzer aangegeven
op de schaalverdeling.
Houd de sneltoevoerknop ingedrukt en breng de
aanslagstang omhoog tot de gewenste freesdiepte is
verkregen. Een uiterst nauwkeurige instelling is mogelijk
door het instelwiel (1 mm per slag) te draaien.
Draaide instelmoer van de aanslagstang rechtsom om de
aanslagstang stevig vast te zetten.
Nu kan uw vooraf bepaalde freesdiepte worden verkregen
door de vergrendelknop los te zetten en daarna het
gereedschap omlaag te brengen totdat de aanslagstang
de zeskantstelbout van het aanslagblok raakt.
Nylonmoer (zie afb.2)
De bovenste begrenzing van het gereedschap kan
worden afgesteld met behulp van de nylonmoer.
LET OP:
Stel de nylonmoer niet te laag af. Het bit zal daardoor
gevaarlijk uitsteken.
Aanslagblok (zie afb. 3)
Het aanslagblok heeft drie verstelbare zeskantbouten die
per slag 0,8 mm hoger of lager worden. U kunt met behulp
van deze verstelbare zeskantbouten eenvoudig drie
verschillende freesdiepten instellen zonder de
aanslagstang te hoeven verstellen.
Stel de laagste zeskantbout in op de grootste freesdiepte
volgens de procedure beschreven onder De freesdiepte
instellen.
Stel de twee resterende zeskantbouten in op minder grote
freesdiepten. De verschillen in de hoogte van deze
zeskantbouten zijn gelijk aan de verschillen in
freesdiepte-instelling.
Draai de zeskantbouten met een schroevendraaier of
steeksleutel om deze te verstellen. Het aanslagblok is
tevens handig voor het uitvoeren van drie werkgangen
met een steeds grotere freesdiepte-instelling voor het
frezen van diepe groeven.
LET OP:
Aangezien door buitensporig frezen de motor
overbelast kan worden of het gereedschap moeilijk te
besturen kan zijn, mag bij het frezen van groeven de
freesdiepte niet meer dan 15 mm per werkgang
bedragen bij het frezen met een bit van 8 mm diameter.
39
Bij het frezen van groeven met een bit van 20 mm
diameter mag de freesdiepte niet meer bedragen dan
5 mm per werkgang.
Om dieper te frezen, freest u in twee of drie
werkgangen met een steeds lager ingesteld bit.
In- en uitschakelen (zie afb. 4)
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-
stand nadat deze is losgelaten.
Zorg ervoor dat de asvergrendeling is ontgrendeld
voordat u het gereedschap inschakelt.
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u de
vergrendelknop in en knijpt u de aan/uit-schakelaar in.
Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te
stoppen
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt u de
aan/uit-schakelaar in en drukt u vervolgens de
vergrendelknop nog verder in. Om het gereedschap te
stoppen, knijpt u de aan/uit-schakelaar in zodat de
vergrendelknop automatisch ontgrendelt. Laat daarna de
aan/uit-schakelaar los.
Nadat de aan/uit-schakelaar is losgelaten, treedt de
vergrendeling weer in werking om te voorkomen dat de
aan/uit-schakelaar wordt ingeknepen.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast wanneer u het
uitschakelt om de reactiekracht op te vangen.
Elektronische aansturing
Alleen voor de modellen RP2300FC en RP2301FC
Constante-snelheidsregeling
Maakt een onberispelijke afwerking mogelijk omdat de
draaisnelheid zelfs onder belasting constant blijft.
Bovendien, wanneer de belasting van het gereedschap
het toelaatbare niveau overschrijdt, wordt de voeding
naar de motor beperkt om te voorkomen dat deze
oververhit raakt. Wanneer de belasting weer op een
toelaatbaar niveau komt, zal het gereedschap weer
normaal werken.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking
van de startschok.
Snelheidsregelaar
Alleen voor de modellen RP2300FC en RP2301FC (zie
afb. 5)
U kunt de snelheid van het gereedschap veranderen door
de snelheidsregelaar te draaien en in te stellen op een
cijfer van 1 tot 6.
De snelheid wordt hoger wanneer de snelheidsregelaar in
de richting van 6 wordt gedraaid. De snelheid wordt lager
wanneer de snelheidsregelaar in de richting van 1 wordt
gedraaid.
Op deze manier kunt u de ideale snelheid selecteren voor
een optimale bewerking van het materiaal, d.w.z. de
snelheid kan worden aangepast overeenkomstig het
materiaal en de diameter van het bit.
Raadpleeg de tabel voor de snelheid van het
gereedschap in iedere stand van de snelheidsregelaar.
LET OP:
Als het gereedschap gedurende een lange tijd op een
lage snelheid gebruikt, raakt de motor overbelast, wat
leidt tot een defect van het gereedschap.
U kunt de snelheidsregelaar alleen tot aan het cijfer 6
draaien en terug naar 1. Forceer de schijf niet voorbij
de 6 of de 1 omdat de snelheidsregeling daardoor
onklaar raakt.
Het verlichten van de lampen
Alleen voor de modellen RP1800F, RP1801F,
RP2300FC en RP2301FC (zie afb. 6)
LET OP:
Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om de lamp op de voorkant
in te schakelen. De lamp blijft branden zolang u de aan/
uit-schakelaar ingeknepen houdt.
De lamp gaat 10 tot 15 seconden nadat u de aan/uit-
schakelaar hebt losgelaten uit.
OPMERKING:
Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
De bit aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 7)
LET OP:
Breng het bit stevig aan. Gebruik altijd de steeksleutel
die bij het gereedschap werd geleverd. Een loszittend
of te strak vastgezet bit kan gevaarlijk zijn.
Gebruik altijd een spankegel die geschikt is voor de
diameter van het bit.
Draai de spankegelmoer niet vast zonder dat een bit is
geplaatst, en plaats geen bits met een dunne schacht
zonder een spankegelbus te gebruiken. Dit kan leiden
tot het afbreken van de spankegel.
Cijfer min
-1
1 9.000
211.000
314.000
417.000
520.000
622.000
40
Gebruik uitsluitend bovenfreesbits waarvan de
maximumsnelheid, zoals aangegeven op het bit, niet
hoger is dan de maximumsnelheid van de bovenfrees.
Steek het bit zo ver mogelijk in de spankegel. Druk op de
asvergrendeling zodat het bit niet meedraait en zet de
spankegelmoer stevig vast met de steeksleutel. Als u
bovenfreesbits met een kleinere diameter gebruikt, steekt
u eerst een passende spankegelbus in de spankegel, en
breng daarna het bit aan zoals hierboven beschreven.
Om de bit te verwijderen de installatieprocedure volgen in
de omgekeerde volgorde.
BEDIENING
LET OP:
Controleer voordat u het gereedschap bedient of het
gereedschap automatisch omhoog komt tot aan de
bovenste begrenzing, en het bit niet uitsteekt tot onder
de voet van het gereedschap nadat de vergrendelknop
is losgezet.
Controleer voordat u het gereedschap bedient of de
krullenvanger goed is aangebracht (zie afb. 8).
Gebruik altijd beide handgrepen en houd het
gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan beide
handgrepen.
Plaats eerst de voet van het gereedschap op het werkstuk
dat u wilt frezen, zonder dat het bit het werkstuk raakt.
Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht totdat
het bit op volle snelheid draait. Breng het gereedschap
omlaag en beweeg het gereedschap voorwaarts over het
oppervlak van het werkstuk. Houd daarbij de voet van het
gereedschap vlak op het oppervlak van het werkstuk en
beweegt het gereedschap gelijkmatig totdat het frezen
klaar is.
Bij het frezen van de rand van het werkstuk moet het
oppervlak van het werkstuk zich aan de linkerkant van het
bit bevinden, gezien in de voortgangsrichting (zie afb. 9).
OPMERKING:
Als u het gereedschap te snel voorwaarts beweegt,
kan de snede van slechte kwaliteit zijn, of het bit of de
motor worden beschadigd. Als u het gereedschap te
langzaam voorwaarts beweegt, kan hierdoor de snede
verbranden en lelijk worden. De juiste
voortgangssnelheid is afhankelijk van de bitgrootte, het
soort werkstuk en de freesdiepte. Alvorens in het
eigenlijke werkstuk te werken, is het raadzaam eerst
een proefsnede te maken in een stuk afvalhout.
Zodoende kunt u precies zien hoe de snede eruit komt
te zien en kunt u tevens de afmetingen controleren.
Als u de langsgeleider of de trimgeleider gebruikt, zorgt
u ervoor dat u deze langs de rechterkant aanbrengt,
gezien in de voortgangsrichting. Hierdoor blijft deze
gelijklopen met de zijkant van het werkstuk (zie
afb. 10).
Langsgeleider (zie afb. 11)
De langsgeleider wordt gebruikt bij het rechtuit frezen van
een schuine kant of groef.
Monteer de langsgeleider op de geleiderhouder met
behulp van de klembout (B). Steek de geleiderhouder in
de gaten in de voet van het gereedschap en draai de
klembout (A) vast.
Om de afstand tussen het bit en de langsgeleider in te
stellen, draait u de klembout (B) los en draait u de
fijnregelschroef (1,5 mm per slag). Op de gewenste
afstand, draai de klembout (B) vast om de langsgeleider
op zijn plaats vast te zetten (zie afb. 12).
U kunt de werkbreedte van de langsgeleider naar wens
vergroten door een extra stuk hout te bevestigen met
behulp van de handige gaten in de langsgeleider (zie
afb. 13).
Bij gebruik van een bit met een grote diameter, bevestigt
u stukjes hout aan de langsgeleider met een dikte van
meer dan 15 mm, om te voorkomen dat het bit de
langsgeleider raakt.
Beweeg tijdens het frezen het gereedschap met de
langsgeleider strak langs de zijkant van het werkstuk.
Als de afstand tussen de zijkant van het werkstuk en de
freespositie te groot is voor de langsgeleider, of als de
zijkant van het werkstuk niet recht is, kan de langsgeleider
niet worden gebruikt. In dat geval klemt u een rechte lat
op het werkstuk en gebruikt u deze als een trimmervoet
om de voet van de bovenfrees langs te bewegen. Beweeg
het gereedschap in de richting van de pijl (zie afb. 14).
Langsgeleider met fijnregeling
(accessoire) (zie afb. 15)
Wanneer de bovenfrees is bevestigd
Steek de twee stangen (diameter 10 mm) in de buitenste
bevestigingsgaten van de geleiderhouder en zet deze
vast met behulp van de twee klemschroeven (M15 x
14 mm). Controleer en verzeker u ervan dat de
vingermoer (M6 x 50 mm) stevig vastgedraaid is, en
schuif daarna de voet van de bovenfrees over de twee
stangen (diameter 10 mm) en draai tenslotte de twee
klemschroeven op de voet van de bovenfrees aan.
Fijnregelfunctie om het bit nauwkeurig te
plaatsen ten opzichte van de
langsgeleider (zie afb. 16)
1. Draai de vingermoer (M6 x 50 mm) los.
2. Vingermoer (M10 x 52 mm) kan worden gedraaid om
de plaats van het bit te veranderen (1 slag komt
overeen met 1 mm verplaatsing).
3. Nadat de plaats van het bit nauwkeurig ingesteld is,
draait u vingermoer (M6 x 50 mm) stevig vast.
De ring met de schaalverdeling erop kan los worden
verdraaid, zodat de schaalverdeling op nul (0) kan worden
gezet.
Breedte van de geleideschoenen
veranderen
Draai de schroeven, die door de cirkels in de afbeelding
worden aangegeven, los om de breedte van de
geleideschoenen naar links en rechts in te stellen.
Nadat de breedte is ingesteld, draait u de schroeven weer
stevig vast. De breedte (d) van de geleideschoenen kan
worden veranderd van 280 naar 350 mm (zie afb. 17 t/m
19).
Malgeleider (los verkrijgbaar) (zie afb. 20)
In de malgeleider zit een gat waar het bit doorheen steekt,
waardoor het mogelijk wordt de bovenfrees met een mal
te gebruiken.
41
Om de malgeleider aan te brengen, trekt u aan de
borgplaathendel en steekt u de malgeleider erin (zie
afb. 21).
Bevestig de mal op het werkstuk. Plaats het gereedschap
op de mal en beweeg het gereedschap terwijl de
malgeleider langs de zijkant van de mal glijdt (zie
afb. 22).
OPMERKING:
Het werkstuk wordt gefreesd op een iets andere
grootte dan de mal. Zorg voor de afstand (X) tussen
het bit en de buitenrand van de malgeleider. De
afstand (X) kan worden berekend met behulp van de
volgende vergelijking:
Afstand (X) = (buitendiameter van de malgeleider -
diameter van het bit) / 2
Trimgeleider (los verkrijgbaar) (zie
afb. 23)
Trimmen, gebogen lijnen frezen in fineerhout voor
meubels en dergelijke kunnen gemakkelijk worden
gedaan met de trimgeleider. Het geleiderwiel rolt langs de
gebogen zijkant van het werkstuk en zorgt zo voor een
nauwkeurige freeslijn.
Breng de trimgeleider aan op de geleiderhouder met
behulp van de klembout (B). Steek de geleiderhouder in
de gaten in de voet van het gereedschap en draai de
klembout (A) vast.
Om de afstand tussen het bit en de trimgeleider in te
stellen, draait u de klembout (B) los en draait u de
fijnregelschroef (1,5 mm per slag). Draai de klembout (C)
los om het geleiderwiel omhoog of omlaag te verstellen.
Na het verstellen, draait u de klembout stevig vast (zie
afb. 24).
Beweeg tijdens het frezen het gereedschap met het
geleiderwiel strak langs de zijkant van het werkstuk (zie
afb. 25).
Stofafzuigaansluitmond (accessoire) (zie
afb. 26)
Om stof af te zuigen gebruikt u de
stofafzuigaansluitmond. Breng de stofafzuigaansluitmond
aan op de zool van het gereedschap door het uitsteeksel
op de stofafzuigaansluitmond te passen in de inkeping in
de zool van het gereedschap, en draai de
vingerschroeven vast.
Sluit vervolgens de slang van een stofzuiger aan op de
stofafzuigaansluitmond (zie afb. 27).
De bout M6 x 135 gebruiken om de
freesdiepte in te stellen
Bij gebruik van het gereedschap op een speciale
freestafel (verkrijgbaar in de winkel), kan de gebruiker
deze bout gebruiken om een geringe mate van instelling
van de freesdiepte te verkrijgen vanaf de bovenkant van
de tafel (zie afb. 28).
1. De bout en ring aanbrengen op he gereedschap
Plaats de platte ring op de bout.
Steek de bout door het boutgat in de voet van het
gereedschap en draai deze in het draadgat van de
motorsteun op het gereedschap (zie afb. 29 t/m 31).
Breng op dat moment een beetje vet of smeerolie aan
binnenin het boutgat in de voet van het gereedschap en in
het draadgat in de motorsteun (zie afb. 32 en 33).
2. De freesdiepte instellen
Een geringe mate van instelling van de freesdiepte kan
worden verkregen door deze bout vanaf de bovenkant
van de tafel met behulp van een schroevendraaier te
draaien.
Draai de bout rechtsom om de freesdiepte te
vergroten, en draai de bout linksom om de freesdiepte
te verlagen (zie afb. 34).
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud
uitvoert.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
De koolborstels vervangen (zie afb. 35)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders.
Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen.
Haal de versleten koolborstels eruit, plaats de nieuwe
erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast (zie afb. 36).
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Diverse groefbits
Diverse afkantbits
Diverse laminaattrimbits
Langsgeleider
Trimgeleider
Geleiderhouder
Malgeleiders
Malgeleideradapter
Borgmoer
Spankegel, 12 mm, 1/2”
Spankegelbus, 6 mm, 8 mm, 10 mm
Spankegelbus, 3/8”, 1/4”
Steeksleutel 24
42
Stofafzuigaansluitmond
Bovenfreesbits
Vlakgroefbit (zie afb. 37)
mm
U-groefbit (zie afb. 38)
mm
V-groefbit (zie afb. 39)
mm
Afkanttrimbit met boorpunt (zie afb. 40)
mm
Dubbele afkanttrimbit met boorpunt (zie afb. 41)
mm
Plankverbindingsbit (zie afb. 42)
mm
Papegaaienbekbit (zie afb. 43)
mm
Afschuinbit (zie afb. 44)
mm
Kwartholprofielbit (zie afb. 45)
mm
Afkanttrimbit met kogellager (zie afb. 46)
mm
Papegaaienbekbit met kogellager (zie afb. 47)
mm
Afschuinbit met kogellager (zie afb. 48)
mm
Kwartrondbit met kogellager (zie afb. 49)
mm
Kwartholprofielbit met kogellager (zie afb. 50)
mm
Ojiefbit met kogellager (zie afb. 51)
mm
D A L 1 L 2
6
20 50 15
1/4”
12
12 60 30
1/2”
12
10 60 25
1/2”
886025
6
85018
1/4”
6
65018
1/4”
D A L 1 L 2 R
6 6 50 18 3
D A L 1 L 2 θ
1/4” 20 50 15 90°
D A L 1 L 2 L 3
12 12 60 20 35
8 8 60 20 35
6 6 60 18 28
D A L 1 L 2 L 3 L 4
6 6 70 40 12 14
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3
12 38 27 61 4 20
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3 R
6 25 9 48 13 5 8
6 20 8 45 10 4 4
D A L 1 L 2 L 3 θ
6 23 46 11 6 30°
6 20 50 13 5 45°
6 20 49 14 2 60°
D A L 1 L 2 R
6 20 43 8 4
6 25 48 13 8
D A L 1 L 2
6
10 50 20
1/4”
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3 R
6 15 8 37 7 3,5 3
6 21 8 40 10 3,5 6
1/4” 21 8 40 10 3,5 6
D A 1 A 2 L 1 L 2 θ
6
26 8 42 12 45°
1/4”
6208411160°
D A 1 A 2 A 3 L 1 L 2 L 3 R
6 20 12 8 40 10 5,5 4
6 26 12 8 42 12 4,5 7
D A 1 A 2 A 3 A 4 L 1 L 2 L 3 R
6 20 18 12 8 40 10 5,5 3
6 26 22 12 8 42 12 5 5
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3 R1 R2
6 20 8 40 10 4,5 2,5 4,5
6 26 8 42 12 4,5 3 6
43
OPMERKING:
Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Voor model RP1800
ENF100-1
Voor het openbare laagspanningsnet van 220 V t/m
250 V.
Het in- en uitschakelen van elektrische apparatuur
veroorzaakt spanningsfluctuaties. Het gebruik van dit
gereedschap terwijl het elektriciteitsnet in een slechte
toestand verkeert, kan de werking van andere apparatuur
nadelig beïnvloeden. Als de netweerstand lager is dan
0,40 ohm, mag u ervan uitgaan dat geen nadelige
effecten optreden. Het stopcontact waarop dit
gereedschap is aangesloten moet zijn beveiligd met een
zekering of veiligheidsstroomonderbreker met trage
uitschakeling.
Voor model RP1800F
ENF100-1
Voor het openbare laagspanningsnet van 220 V t/m
250 V.
Het in- en uitschakelen van elektrische apparatuur
veroorzaakt spanningsfluctuaties. Het gebruik van dit
gereedschap terwijl het elektriciteitsnet in een slechte
toestand verkeert, kan de werking van andere apparatuur
nadelig beïnvloeden. Als de netweerstand lager is dan
0,39 ohm, mag u ervan uitgaan dat geen nadelige
effecten optreden. Het stopcontact waarop dit
gereedschap is aangesloten moet zijn beveiligd met een
zekering of veiligheidsstroomonderbreker met trage
uitschakeling.
Voor de modellen RP1801 en RP1801F
ENF100-1
Voor het openbare laagspanningsnet van 220 V t/m
250 V.
Het in- en uitschakelen van elektrische apparatuur
veroorzaakt spanningsfluctuaties. Het gebruik van dit
gereedschap terwijl het elektriciteitsnet in een slechte
toestand verkeert, kan de werking van andere apparatuur
nadelig beïnvloeden. Als de netweerstand lager is dan
0,38 ohm, mag u ervan uitgaan dat geen nadelige
effecten optreden. Het stopcontact waarop dit
gereedschap is aangesloten moet zijn beveiligd met een
zekering of veiligheidsstroomonderbreker met trage
uitschakeling.
Voor de modellen RP1800, RP1800F, RP1801 en
RP1801F
Geluid
ENG102-3
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 86 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
wA
): 97 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Trilling
ENG223-2
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Gebruikstoepassing: Groeven frezen in MDF
Trillingsemissie (a
h
): 4,0 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Voor de modellen RP2300FC en RP2301FC
Geluid
ENG102-3
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 87 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
wA
): 98 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Trilling
ENG223-2
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Gebruikstoepassing: Groeven frezen in MDF
Trillingsemissie (a
h
): 4,5 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENH101-15
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine:
Bovenfrees
Modelnr./Type:
RP1800, RP1800F, RP1801, RP1801F, RP2300FC,
RP2301FC
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
26. 10. 2010
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN
/