GP 400

Metabo GP 400, G 400 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Metabo GP 400 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
www.metabo.com
G 400
GP 400
de Originalbetriebsanleitung 5
en Original instructions 11
fr Notice d'utilisation originale 16
nl Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 22
it Istruzioni per l’uso originali 28
es Manual original 34
pt Manual original 40
sv Bruksanvisning i original 46
fi Alkuperäinen käyttöopas 51
no Originalbruksanvisning 57
da Original brugsanvisning 62
pl Instrukcja oryginalna 68
el Πρωτότυπες οδηγίες λειτουργίας 74
hu Eredeti használati utasítás 81
ru Базовое руководство по
эксплуатации 87
NEDERLANDSnl
22
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoor-
ding: Deze rechte slijpers, geïdentificeerd door type
en serienummer *1), voldoen aan alle relevante
bepalingen van de richtlijnen *2) en normen *3).
Technische documentatie bij *4) - zie pagina 3.
De rechte slijpers zijn bestemd...
- ... voor het fijnslijpen van metaal met slijpstiften.
- ... voor fijne doorslijpwerkzaamheden van metaal
met kleine doorslijpschijven.
- ... voor het frezen met schachtfrezen van non-
ferro metaal, kunststof, hardhout, etc.
- ...voor het werken met penseel- en ronde draad-
borstels
- ...voor het werken met elastische polijstschijven
- ...voor het werken met viltpolijstschijven
- ...voor het werken met lamellen-schuurwielen
Niet bestemd voor het werken met polijsttrommels.
Alleen voor droogbewerking.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING Lees alle veiligheids-
voorschriften en aanwijzingen. Worden de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet in acht
genomen, dan kan dit een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik.
Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke
veiligheidsvoorschriften voor slijpen,
schuren, werken met draadborstels,
polijsten, frezen of doorslijpen:
Toepassing
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als slijp- en schuurmachine,
draadborstel, en polijst-, frees- en
doorslijpmachine. Let op alle
veiligheidsvoorschriften, aanwijzingen,
afbeeldingen en gegevens die u bij het
apparaat ontvangt. Neemt u de volgende
aanwijzingen niet in acht, dan kan dit leiden tot een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel.
b) Gebruik geen accessoires die door de
fabrikant niet speciaal voor dit elektrisch
gereedschap bestemd en aanbevolen zijn.
Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch
gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog
geen veilig gebruik.
c) Het toelaatbare toerental van het
inzetgereedschap dient minstens zo hoog te
zijn als het maximale toerental dat op het
elektrisch gereedschap staat aangegeven.
Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar
kunnen breken en in het rond vliegen.
d) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap dienen overeen te komen
met de maataanduidingen van uw elektrisch
gereedschap. Verkeerd bemeten
inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
e) Slijpschijven, slijpwalsen of andere
accessoires dienen exact op de slijpspindel of
spantang van uw elektrisch gereedschap te
passen. Inzetgereedschap dat niet precies in de
opname van het elektrisch gereedschap past,
draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan
leiden tot verlies van controle.
f) De doorn waarop een schijf, slijpcilinder,
snijwerktuig of ander accessoire gemonteerd
is, moet volledig in de spantang of spankop
worden geplaatst. Het „uitstekende“ resp.
vrijliggende deel van de doorn tussen
slijpmiddel en spantang of spankop dient
minimaal te zijn.
Wanneer de doorn niet
voldoende wordt gespannen of het slijpmiddel te
ver naar voren staat, kan het inzetgereedschap
losraken en met hoge snelheid worden
uitgeworpen.
g) Gebruik geen beschadigd
inzetgereedschap. Controleer
inzetgereedschap, zoals slijpschijven, voor het
gebruik altijd op afsplinteringen en scheuren,
slijpwalsen op scheuren of (sterke) slijtage en
draadborstels op losse of gebroken draden.
Wanneer het het elektrisch gereedschap of het
inzetgereedschap gevallen is, controleer het
dan op beschadigingen of gebruik
onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u
het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele
andere personen in de buurt buiten bereik van
het roterende inzetgereedschap blijven en laat
het apparaat een minuut lang draaien op het
hoogste toerental. In deze testperiode breekt
beschadigd inzetgereedschap meestal.
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS nl
23
h) Draag een persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de
toepassing volledige gezichtsbescherming,
oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo
nodig draagt u een stofmasker,
gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een speciaal
schort, die u bescherming bieden tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende vreemde voorwerpen, die bij
verschillende toepassingen ontstaan, beschermd
te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof
dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u
lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw
gehoor beschadigd raken.
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsbescherming te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of
brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen
en letsel buiten het directe werkgebied
veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Door contact
met een spanningvoerende geleider kunnen ook
metalen apparaatonderdelen onder spanning
worden gezet zetten en een elektrische schok
teweeg worden gebracht.
k) Houd het elektrisch gereedschap bij het
starten steeds goed vast. Tijdens het aanlopen
naar het volledige toerental kan het elektrisch
gereedschap door het reactiemoment van de motor
verdraaien.
l) Gebruik, indien mogelijk, de schroefklemmen
om het werkstuk te bevestigen. Werk nooit met
een klein werkstuk in de ene hand en het
elektrisch gereedschap in de andere. Door het
vastspannen van kleine werkstukken heeft u beide
handen vrij voor een betere controle van het
elektrisch gereedschap. Bij het doorslijpen van
ronde werkstukken, zoals houten deuvels, staven of
buizen, rollen deze gemakkelijk weg, waardoor het
inzetgereedschap beklemd kan raken en naar u toe
kan worden geslingerd.
m) Houd de aansluitkabel uit de buurt van
draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de
controle over het apparaat verliest, kan het
netsnoer worden doorgesneden of gegrepen en
kan uw hand of uw arm in het draaiende
inzetgereedschap komen.
n) Leg het het elektrisch gereedschap nooit
weg voordat het inzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende
inzetgereedschap kan in contact komen met het
steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het
elektrisch gereedschap verliest.
o) Draai na het wisselen van inzetgereedschap
of het wijzigen van instellingen aan het
apparaat de spantangmoer, de spankop of
andere bevestigingselementen goed vast.
Losse bevestigingselementen kunnen onverwacht
van plaats veranderen en tot verlies van controle
leiden; niet-bevestigde, draaiende componenten
worden met geweld naar buiten geslingerd.
p) Laat het elektrisch gereedschap niet draaien
terwijl u het draagt. Door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap kan uw kleding
worden gegrepen en kan het inzetgereedschap
zich in uw lichaam boren.
q)
Reinig regelmatig de ventilatiegleuven van
uw elektrisch gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan elektrische
gevaren veroorzaken.
r) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
s) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
een vloeibaar koelmiddel nodig is. Het gebruik
van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden
tot een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslagen en andere gevaarlijke
situaties
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap - zoals een
slijpschijf, slijpband of draadborstel - dat blijft haken
of blokkeert. Indien het draaiende
inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, komt het
onmiddellijk tot stilstand. Hierdoor wordt
ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap in op de
plaats van de blokkering versneld.
Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft
haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf,
die invalt in het werkstuk, vastraken, met het
uitbreken van de slijpschijf of een terugslag als
mogelijk gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan
naar of vanaf de bediener, afhankelijk van de
draairichting van de schijf bij de plaats van de
blokkering. Hierbij kunnen schuurschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
gebruik van het elektrisch gereedschap. Deze kan
worden verhinderd door passende
veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het het elektrisch gereedschap goed
vast en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. De gebruiker kan door geschikte
veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en
reactiemomenten beheersen.
b) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het
inzetgereedschap niet van het werkstuk
terugspringt en beklemd raakt. Het roterende
inzetgereedschap heeft de neiging om bij hoeken,
scherpe randen of ingeval het terugspringt beklemd
te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een
terugslag.
c) Gebruik geen getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
NEDERLANDSnl
24
verlies van controle over het elektrisch
gereedschap.
d) Geleid het inzetgereedschap altijd in
dezelfde richting in het materiaal als waarin het
snijgereedschap het materiaal verlaat (komt
overeen met dezelfde richting waarin de
spanen worden uitgeworpen). Wordt het
elektrisch gereedschap in de verkeerde richting
geleid, dan kan de snijkant van het
inzetgereedschap uit het werkstuk breken,
waardoor het elektrisch gereedschap in deze
aanzetrichting wordt getrokken.
e) Span het werkstuk altijd goed vast bij
gebruik van draaivijlen, doorslijpschijven,
hogesnelheids- of hardmetalen
freesgereedschappen. Wanneer dit soort
inzetgereedschap maar enigszins schuin in de
groef komt te staan, blijft het haken en kan er een
terugslag plaatsvinden. Wanneer een
doorslijpschijf blijft haken, breekt deze gewoonlijk.
Blijven draaivijlen, hogesnelheids- of hardmetalen
freesgereedschappen haken, dan kan het
inzetgereedschap uit de groef springen, hetgeen tot
verlies van controle over het elektrisch
gereedschap kan leiden.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend slijpmiddelen die voor
uw elektrisch gereedschap zijn goedgekeurd
en gebruik het alleen voor de aanbevolen
toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld:
Slijp nooit met het zijvlak van een
doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd
voor de materiaalafname met de rand van de schijf.
Door zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
b) Gebruik voor conische en rechte slijpstiften
met schroefdraad alleen onbeschadigde
doornen van de juiste grootte en lengte, zonder
achtersnijding aan de kraag. Geschikte doornen
verminderen de mogelijkheid tot breuk.
c) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de slijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij een
overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de
neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en
daarmee de kans op een terugslag of breuk van het
schuurmiddel verhoogd.
d) Mijd met uw hand het gebied voor en achter
de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de
doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan
ingeval van een terugslag het elektrisch
gereedschap met de draaiende schijf direct naar u
toe worden geslingerd.
e) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de
nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
f) Schakel het elektrisch gereedschap nooit
opnieuw in zolang het zich in het werkstuk
bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volle
toerental bereiken voordat u voorzichtig verder
gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven
haken, uit het werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
g) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een
terugslag als gevolg van een ingeklemde
doorslijpschijf te verminderen. Grote
werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen
gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van
de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de
rand, ondersteund te worden.
h) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
invalsnedes in bestaande wanden of andere
gebieden waarvan u niet weet wat zich daarin
bevindt. De invallende doorslijpschijf kan bij het
snijden in gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen of andere objecten een terugslag
veroorzaken.
4.4 Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstels ook tijdens het
gewone gebruik draadstukken verliest.
Overbelast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Laat borstels voor gebruik minstens een
minuut op werksnelheid draaien. Let erop dat
er gedurende deze tijd geen andere persoon
voor of in de lijn van de borstel staat. Tijdens de
inlooptijd kunnen losse draadstukken wegvliegen.
c) Richt de roterende draadborstel van u af. Bij
het werken met deze borstels kunnen kleine
deeltjes en miniscule draadstukken met hoge
snelheid wegvliegen en de huid doordringen.
4.5 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het slijpmateriaal ter beschikking gesteld
en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het gereed-
schap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de
schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Slijpmateriaal dient zorgvuldig, volgens de aanwij-
zingen van de fabrikant, te worden bewaard en
gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het voorslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spanin-
richtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te
worden ondersteund.
Pak de draaiende onderdelen van de machine niet
vast! Verwijder spanen en dergelijke uitsluitend bij
een uitgeschakelde en stilstaande machine.
NEDERLANDS nl
25
Zorg ervoor dat het slijpmiddel voor gebruik correct
aangebracht en bevestigd wordt, en laat het
gereedschap 60 seconden onbelast in een veilige
omgeving lopen en onmiddellijk stoppen, wanneer
aanzienlijke trillingen optreden of wanneer andere
gebreken vastgesteld worden. Wanneer deze
toestand zich voordoet, controleer de machine dan
om de oorzaak vast te stellen.
Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. de
gebruiker of andere personen raken of ontvlambare
substanties laten ontsteken. Gevarenzones dienen
met moeilijk ontvlambare dekens afgedekt te
worden. Houd in zones met brandgevaar een
geschikt blusmiddel bij de hand.
Zorg er bij het werken onder stoffige omstandig-
heden voor dat de ventilatieopeningen vrij zijn.
Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen voor-
werpen) en voorkom beschadiging van inwendige
delen.
Beschadigd, niet-rond resp. vibrerend gereed-
schap mag niet worden gebruikt.
Werk uit veiligheidsoverwegingen altijd met een
gemonteerd rubbermanchet (4).
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, ombouwt, reinigt of er onderhoud
aan pleegt.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
lopende machine zeer regelmatig en grondig door
de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met
perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden
vastgehouden.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een
aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Wanneer
de machine door de FI-veiligheidsschakelaar wordt
uitgeschakeld, dient hij gecontroleerd en gereinigd
te worden. Motorreiniging zie hoofdstuk8.
Reiniging.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten
die kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of andere
voortplantingsproblemen kunnen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van dergelijke stoffen zijn:
Lood (in loodhoudende verf), mineraal stof (uit
bakstenen, beton e.d.), additieven voor de
behandeling van hout (chromaat,
houtverduurzamingsmiddelen), enkele houtsoorten
(zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest.
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag een geschikte veiligheidsbescherming, zoals
bijv. ademmaskers die in staat zijn om de
microscopische kleine stofdeeltjes uit de lucht te
filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bijv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in
de omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte
accessoiores (zie hoofdstuk 10.) Daardoor komen
slechts weinig deeltjes ongecontroleerd in de
omgeving.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
plaatsen,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie bladzijde 2.
1Spantang
2 Spantangmoer
3Spindel
4Rubbermanchet *
5Schakelschuif *
6 Hoofdhandgreep
7 Inschakelblokkering *
8 Drukschakelaar *
*
afhankelijk van de uitvoering
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
7.1 Spantangen
De schachtdiameter van het gereedschap
moet exact overeenkomen met het span-
boorgat van de spantang (1)!
Er bestaan spantangen voor verschillende schacht-
diameters. Zie het hoofdstuk Accessoires.
5. Overzicht
6. Ingebruikneming
7. Gebruik
NEDERLANDSnl
26
7.2 Inzetten van het gereedschap
Haal de stekker uit het stopcontact!
Gebruik alleen gereedschap dat geschikt is
voor het onbelast toerental van uw machine!
Zie de technische gegevens.
De schachtdiameter van het gereedschap
moet exact overeenkomen met het span-
boorgat van de spantang (1)!
Bij slijpstiften of doornen mag de door de fabri-
kant aangegeven maximaal toelaatbare open
schachtlengte l
0
resp. maximaal toelaatbare lengte
niet worden overschreden!
De maximaal toegestane schachtlengte is de som
van l
0
en de maximale insteekdiepte L
max
(zie
hoofdstuk 12.)
Het gereedschap met de gehele lengte van de
schacht in de spantang (1) inbrengen.
De spindel (3) vasthouden met de meegeleverde
13-mm-steeksleutel.
De spantangmoer (2) vasttrekken met de 19-mm-
steeksleutel.
Wanneer er geen gereedschap in de span-
tang is geplaatst, deze niet met de sleutel
aantrekken maar met de hand vastschroeven!
7.3 Het gereedschap eruit halen
De spindel (3) met de meegeleverde 13 mm-
steeksleutel vasthouden.
De spantangmoer (2) met de 19 mm-steeksleutel
los draaien.
Gereedschap verwijderen.
7.4 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden.
Eerst inschakelen, dan het
inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij de continu-inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Houd de machine daarom altijd met
beide handen vast aan de hiervoor bestemde hand-
grepen (4), (6), zorg ervoor dat u stevig staat en
werk geconcentreerd.
Machines mit schakelschuif:
Inschakelen: schakelschuif (5) naar voren
schuiven. Voor de continu-inschakeling deze
vervolgens naar beneden klappen tot hij inklikt.
Uitschakelen: Op het achterste uiteinde van de
schakelschuif (5) drukken en loslaten.
Machines met veiligheidsschakelaar
(met dodemansfunctie):
(Machines met de aanduiding WP...)
Inschakelen: inschakelblokkering (7) in de richting
van de pijl schuiven en de drukschakelaar (8)
indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (8) loslaten.
7.5 Tips voor het werk
Slijpen, schuren, werken met draadborstels,
polijsten: Machine matig aandrukken en heen en
weer bewegen over het oppervlak.
Frezen: De machine matig aandrukken
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in tegenge-
stelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werk met een matige,
aan het materiaal aangepaste voorwaartse bewe-
ging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet
trillen.
8.1 Reiniging van de motor
De machine zeer regelmatig en grondig via de
achterste ventilatiesleuven uitblazen met perslucht.
Hierbij dient de machine stevig te worden vastge-
houden.
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Toebehoren stevig aanbrengen. Wordt de machine
in een houder gebruikt: De machine goed beves-
tigen. Verlies van controle kan tot letsel leiden.
A Spantangen (inclusief moeren)
Ø
3 mm = 6.31947
Ø
1/8“ = 6.31948
Ø
6 mm = 6.31945
l
o
8. Reiniging
9. Toebehoren
0
I
5
0
I
5 656
NEDERLANDS nl
27
Ø
1/4“ = 6.31949
Ø
8 mm = 6.31946
B Spanraam 6.28329 voor het inspannen bij het
werken met flexibele assen, hiervoor:
C Spanbeugels 6.27107 voor een stevige bevesti-
ging op de werktafel (spanschroef aantrekken).
D Slijpstiften voor nauwkeurige
slijpwerkzaamheden aan metaal.
E Kleine doorslijpschijven voor nauwkeurige
slijpwerkzaamheden aan metaal.
Compleet toebehorenprogramma, zie
www.metabo.com of de catalogus.
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd!
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en voor de recycling
van afgedankte machines, verpakkingen en toebe-
horen.
Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens
de Europese richtlijn 2012/19/EU inzake gebruikte
elektrische en elektronische apparaten en de verta-
ling hiervan
in de nationale wetgeving dienen oude elektrische
apparaten gescheiden te worden ingezameld en op
milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Toelichting bij de gegevens op pagina 3. Wijzi-
gingen in verband met technische ontwikkelingen
voorbehouden.
n =onbelast toerental (hoogste toerental)
n
1
=toerental onder belasting
P
1
=nominaal vermogen
P
2
=afgegeven vermogen
D
max
=maximale slijpschijfdiameter
T
max
=maximale dikte van gebonden slijp-
schijven
d =spanboorgat van de spantang
m =gewicht zonder netsnoer
L
max
=maximale insteekdiepte
Meetgegevens volgens de norm EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van de
emissie van het elektrisch gereedschap en een
vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het
gebruik, de toestand van het elektrisch gereed-
schap of het inzetgereedschap kan de daadwerke-
lijke belasting hoger of lager uitvallen. Houd bij de
beoordeling rekening met pauzes en fases met een
lagere belasting. Bepaal op basis van de overeen-
komstig aangepaste taxatiewaarden de maatre-
gelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. orga-
nisatorische maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
a
h, SG
= trillingsemissiewaarde
K
h,SG
= onzekerheid (trilling)
U
M
= onbalans
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Tijdens het werken kan het geluidsniveau de
80 dB(A) overschrijden.
Draag gehoorbescherming!
10. Reparatie
11. Milieubescherming
12. Technische gegevens
1/96