24
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
BELANGRIJK: Een aantal van de instellingen en de
beschreven functies is mogelijk niet ingeschakeld.
Soms kan een rmware-update ertoe leiden dat uw
bedieningspaneel iets anders gaat functioneren.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Schakel de stroom eerst in en steek de sleu-
tel in het bedieningspaneel (zie DE STROOM
INSCHAKELEN op bladzijde 18). Let op: Het kan
even duren voordat het bedieningspaneel klaar is
voor gebruik.
Selecteer vervolgens het hoofdmenu. Wanneer u
het bedieningspaneel aan zet, zal het hoofdmenu op
het scherm verschijnen nadat het bedieningspaneel
is opgestart. Als u in een training bent, raakt u het
scherm aan en drukt u op Pause (pauze), dan op
End (einde) en vervolgens op Finish (voltooien) om
terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk vervolgens op uw naam of Hello (hallo) op het
scherm en tik dan op Settings (instellingen). Het
instellingenmenu zal op het scherm verschijnen.
2. Navigeerdoordeinstellingenmenu’senwijzig
desgewenst de instellingen.
Schuif of tik op het scherm om indien gewenst
omhoog of omlaag te scrollen. Druk eenvoudig-
weg op de menunaam om een instellingenmenu te
bekijken. Druk op de terug-toets (pijlsymbool) om
een menu te verlaten. U kunt instellingen inzien en
wijzigen in de volgende instellingenmenu’s:
Account
• My Prole (mijn proel)
• In Workout (in training)
• Manage Accounts (accounts beheren)
Equipment (apparatuur)
• Equipment Info (apparatuur-informatie)
• Equipment Settings (apparatuur-instellingen)
• Maintenance (onderhoud)
• Wi-Fi
About (over)
• Legal (juridisch)
3. Pas de meeteenheid en andere instellingen aan.
Om de meeteenheid, tijdzone of andere instellin-
gen aan te passen, drukt u op Equipment Settings
(apparatuur-instellingen) en vervolgens op de
gewenste instellingen.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand
weergeven in of standaard of metrische
meeteenheden.
4. Bekijk de apparaat-informatie.
Druk op Equipment Info (apparatuur-informatie) en
vervolgens op Machine Info (apparaat-informatie)
om informatie over uw loopband te zien.
5. Werkdermwarevanhetbedieningspaneelbij.
Controleer voor de beste resultaten regelma-
tigoprmware-updates.Druk op Maintenance
(onderhoud), en vervolgens op Update om te
zien of er rmware-updates zijn via uw draad-
loze netwerk. De update zal automatisch begin-
nen. BELANGRIJK: Zet de loopband niet uit
ofkoppelhemnietlosalsdermwarewordt
bijgewerkt om te voorkomen dat het bedie-
ningspaneel beschadigd raakt.
Het scherm zal de voortgang van de update
weergeven. Als de update voltooid is, zal de loop-
band uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet
gebeurt, gebruik dan de stroomschakelaar (zie DE
STROOM INSCHAKELEN op bladzijde 18) om de
loopband uit te zetten, wacht eventjes en zet hem
dan weer aan. Let op: Het kan een paar minuten
duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor
gebruik.
Let op: Soms kan een rmware-update ertoe leiden
dat het bedieningspaneel iets anders gaat functio-
neren. Deze updates worden altijd ontwikkeld om
uw trainingservaring te verbeteren.
6. Kalibreer het hellingssysteem van de loopband.
Druk op Calibrate Incline (helling kalibreren), en
druk vervolgens op Begin om het hellingssysteem
te kalibreren. De loopband zal automatisch naar
het maximum hellingsniveau stijgen en dan naar
de startpositie terugkeren. Zo wordt het hellings-
systeem gekalibreerd. Druk op Cancel (annuleren)
om terug te keren naar het gedeelte Maintenance
(onderhoud). Als het hellingssysteem is gekali-
breerd, drukt u op Finish (voltooien).
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de loop-
band als u het hellingssysteem kalibreert.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om
de kalibratie van de helling te stoppen in een
noodgeval.