ProForm PETL98716 de handleiding

Type
de handleiding
Modelnr. PETL98716.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
Sticker met
Serienummer
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder)
of neem contact op met de winkel
waar u dit product gekocht heeft
wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2
PROFORM is een gedeponeerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc.
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie.
Deze tekeningen geven de locaties weer van de
waarschuwingslabels. Als een label ontbreekt
of onleesbaar is, raadpleegt u de voorkant van
de omslag van deze handleiding en vraagt u
om een gratis vervangend label. Plak deze op
de aangegeven plek. Let op: De labels worden
mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA .........................................................6
MONTAGE ................................................................................7
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................16
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ................................................24
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
LIJST MET ONDERDELEN ..................................................................30
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE ...........................................................Achterzijde
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Het is niet de bedoeling dat de loopband
wordt gebruikt door mensen met mentale,
sensitieve of fysieke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder
supervisie of instructie staan betreffende het
gebruik van de loopband door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
in deze handleiding.
5. De loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
6. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen enkele luchtopening
blokkeert. Leg een matje onder de loop-
band om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. De loopband kan alleen door mensen die niet
meer dan 150 kg wegen gebruikt worden.
11. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
12. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen.
13. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 16). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
14. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
15. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
16. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLE-
MEN op bladzijde 25 als de loopband niet
goed werkt.)
17. Lees de noodstop procedure grondig door en
test deze voordat u de loopband gaat gebrui-
ken (raadpleeg HET APPARAAT AANZETTEN
op bladzijde 18). Draag altijd de clip tijdens
het gebruik van de loopband.
18. Sta altijd op de voetleuningen wanneer de
loopband wordt gestart of gestopt. Houd bij
gebruik van de loopband de handleuningen
altijd vast.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
4
19. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
20. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende band.
21. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
22. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
23. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (uit)
(zie tekening op bladzijde 5 voor de loca-
tie van de stroomschakelaar), en haal het
stroomsnoer uit het stopcontact als de loop-
band niet wordt gebruikt.
24. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
bladzijde 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op bladzijde 24). U moet
in staat zijn om 20 kg veilig te kunnen optillen
om de loopband te verplaatsen.
25. Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt
tijdens het inklappen of het verplaatsen van
de loopband.
26. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
27. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
28. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
29. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
30. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe PROFORM
®
SPORT 8.5 loopband. De SPORT 8.5 loopband biedt
een aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld
om uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt
doorgelezen. Noteer het product modelnummer en
het serienummer voordat u contact met ons opneemt,
zodat wij u beter van dienst kunnen zijn. De plaats
waar u de sticker van het modelnummer en het serie-
nummer kunt vinden wordt op de kaft van de handlei-
ding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke-
ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Handleuning
Bedieningspaneel
Sleutel/Clip
Stroomschakelaar
Loopband
Motorkap
Wiel
Voetleuning
Afstelschroeven
van de Ruststandrol
Kussens van het Loopvlak
Hartslagmonitor
Lengte: 201 cm
Breedte: 91 cm
VOORDAT U BEGINT
6
1/4" Sterring
(26)–4
#8 x 3/4" Schroef
(4)–8
5/16" x 1 3/4" Schroef (9)–2
5/16" x 1 1/4" Schroef
(5)–2
3/8" Sterring
(13)–8
5/16" Sterring
(11)–8
#8 x 1/2"
Zilveren Schroef
(10)–1
#8 x 1/2"
Schroef
(1)–8
3/8" x 1 3/4" Schroef
(62)–2
3/8" x 1 1/4" Schroef
(63)–2
5/16" x 2 1/2" Schroef (28)–4
3/8" x 2 3/8" Schroef (7)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan na verzending een vettige substantie
op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is
normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant van
de loopband bevinden, veeg dit dan weg met
een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aan-
gegeven en rechter onderdelen worden met “R”
of “Right” aangegeven.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
een Phillips schroevendraaier
een instelbare sleutel
Om schade aan de onderdelen te vermij-
den, dient u nooit elektrisch gereedschap te
gebruiken.
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
94
90
81
90
A
2
81
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Verwijder de draadband die de Draad van de
Staander (81) aan de voorkant van de Basis (94)
bevestigd.
Zoek vervolgens naar de Rechterstaander (90).
Laat een tweede persoon de Rechterstaander bij
de Basis (94) houden.
Zie de inzet-tekening. Maak het binddraad
(A) in de Rechterstaander (90) stevig rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (81)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in het
onderste uiteinde van de Rechterstaander terwijl
u het andere uiteinde van het binddraad door de
Rechterstaander trekt.
3
3. Leg de Rechterstaander (90) bij de Basis (94).
Plaats de Doorvoerhuls (77) in het vierkante gat
(B) in de Rechterstaander. Zorg ervoor dat de
aardingsdraad (C) niet bekneld raakt.
Verwijder en gooi de aangegeven schroef (D)
weg.
Bevestig vervolgens de aardingsdraad (C) aan
de Rechterstaander (90) met een #8 x 1/2" Zilve-
ren Schroef (10).
94
90
D
C
B
10
77
A
9
5. Zoek de Linker- en de Rechterbasiskap (82, 83).
Schuif de Linker- en de Rechterbasiskap op de
Linker- en de Rechterstaander (89, 90) zoals
afgebeeld.
83
90
82
89
5
4
63
94
13
90
7
13
81
4. Houd de Rechterstaander (90) tegen de Basis
(94). Zorg ervoor dat de Draad van de Staan-
der (81) niet bekneld raakt.
Bevestig de Rechterstaander (90) en het Wiel
(38) met twee 3/8" x 2 3/8" Schroeven (7), een
3/8" x 1 1/4" Schroef (63), een 3/8" x 1 3/4"
Schroef (62), en vier 3/8" Sterringen (13) zoals
afgebeeld; draai de Schroeven nog niet volle-
dig vast.
Maak de Linkerstaander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Let op: Er zijn geen dra-
den aan de linkerkant.
62
38
13
10
6. Zoek de Rechterhandleuning (84).
Bevestig de Rechterhandleuning (84) op de
Rechterstaander (90) met twee 5/16" x 2 1/2"
Schroeven (28) en twee 5/16" Sterringen (11).
Draai beide Schroeven eerst aan, en draai ze
dan vast. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (81) niet bekneld raakt.
Maak de Linkerhandleuning (niet getoond)
op dezelfde manier aan de Linkerstaander
(89) vast. Let op: Er zijn geen draden aan de
linkerkant.
11
81
84
28
6
90
64
105
2
7
7. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel
(64) naar beneden gericht op een zacht
oppervlak om krassen op de Basis van het
Bedieningspaneel te voorkomen. Til de Basis
van het Bedieningspaneel niet omhoog aan
de sensorgrepen.
Verwijder en bewaar de vier 1/4" x 1/2"
Schroeven (2).
Zoek naar de Linkerhouder (105). Maak de
Linker houder met vier #8 x 1/2" Schroeven (1)
vast.
Maak de Rechterhouder (106) op dezelfde
manier vast.
2
1
106
1
Sensorgrepen
89
11
8. Houd, met hulp van een tweede persoon, de
bedieningspaneelmodule (E) bij de Rechter-
handleuning (84) en de Linkerhandleuning (niet
getoond) vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Verbind de
Draad van de Staander (81) met de draad van
het bedieningspaneel. De connectoren zou-
den makkelijk samen moeten glijden en op
hun plaats moeten klikken. Draai aan een
van de connectoren en probeer het opnieuw als
dit niet gebeurt. ALS U DE CONNECTOREN
NIET GOED AANSLUIT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
HET APPARAAT WORDT AANGEZET. Ver-
wijder het binddraad (A) uit de Draad van de
Staander.
8
E
81
A
Draad van het
Bedienings-
paneel
81
84
9. Zet de bedieningspaneelmodule (E) op de
Rechter- en de Linkerhandleuning (84, 85). Zorg
ervoor dat de draden niet bekneld raken.
Steek het overschot aan Draad van de Staander
(81) in de Rechterstaander (90).
Bevestig de bedieningspaneelmodule (E) aan de
beugels op de Handleuningen (84, 85) met de
vier 1/4" x 1/2" Schroeven (2) die u heeft verwij-
derd in stap 7 en vier 1/4" Sterringen (26); draai
de Schroeven nog niet vast.
9
90
E
2
2
81
84
26
26
Draad
van het
Bedienings-
paneel
85
12
10. Bevestig de bedieningspaneelmodule (E) met
twee 5/16" x 1 1/4" Schroeven (5), twee 5/16" x
1 3/4" Schroeven (9) en vier 5/16" Sterringen
(11). Draai alle vier de Schroeven eerst aan,
en draai ze daarna vast.
10
9
E
11
11. Bevestig de Kappen van de Rechter- en de
Linkerhandleuning (31, 87) met zes #8 x 3/4"
Schroeven (4). Draai de Schroeven niet te
vast.
11
87
31
4
11
11
5
4
9
5
13
12. Schuif de Grepen van de Rechter- en de Linker-
handleuning (103, 79) op de Kappen van de
Rechter- en de Linkerhandleuning (niet afge-
beeld). Maak de Grepen van de Handleuning
vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (4). Draai de
Schroeven niet te vast.
12
79
103
4
4
13. Draai de vier 3/8" x 2 3/8" Schroeven (7), de
twee 3/8" x 1 3/4" Schroeven (62), en de twee
3/8" x 1 1/4" Schroeven (63) stevig vast. Zorg
dat de Wielen (38) vrij kunnen draaien.
Plaats vervolgens de Linkerbinnenkap van
de Basis (100) op het onderste uiteinde van
de Linkerstaander (89). Schuif vervolgens de
Linkerbasiskap (82) omlaag en duw deze op het
Linkerbinnenkap van de Basis.
Plaats vervolgens de Rechterbinnenkap van
de Basis (101) op het onderste uiteinde van
de Rechterstaander (90). Schuif vervolgens de
Rechterbasiskap (83) omlaag en duw deze op
het Rechterbinnenkap van de Basis.
100
83
82
62
7
7
63
62
101
63
13
90
38
38
89
14
14. Let op: Indien de loopband is gemonteerd op
een glad oppervlak, kan het tijdens deze stap
naar voren rollen.
Til het Onderstel (56) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 16 voltooid is.
Verwijder de twee 5/16 x 3/4" Schroeven (8)
en de twee 5/16" Sterringen (11) van de Ver-
grendelingsdwarsstang (23).
Draai de Vergrendelingsdwarsstang (23) zoals
afgebeeld. Zorg ervoor dat de sticker “This
side toward belt” (deze kant naar de band)
(F) gericht is naar de loopband. Bevestig de
Vergrendelingsdwarsstang op de beugels (G)
op het Onderstel (56) met de twee 5/16" x 3/4"
Schroeven (8) en de twee 5/16" Sterringen (11)
die u net werwijderd heeft.
15. Verwijder de 5/16" Moer (34) en de 5/16" x 1 3/4"
Bout (6) uit de beugel van de Basis (94).
Draai vervolgens de Opbergvergrendeling (41)
zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de Opbergver-
grendeling (41) aan de beugel op de Basis (94)
vast met de 5/16" x 1 3/4" Bout (6) en de 5/16"
Moer (34).
Til de Opbergvergrendeling (41) vervolgens naar
een verticale stand en verwijder het binddraad
(H).
94
41
6
34
15
H
56
23
F
G
14
G
11
11
8
8
15
17
J
E
L
L
17. Volg deze stap als u de optionele tablethou-
der heeft besteld. Ga verder naar stap 18
als u de optionele tablethouder niet heeft
besteld.
Bevestig de optionele Tablethouder (J) aan de
bedieningspaneelmodule (E) met vier #8 x 1/2"
Machineschroeven (L); draai alle vier Machine-
schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
Draai de Machineschroeven niet te vast aan.
18. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te
beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Berg de
meegeleverde inbussleutel veilig op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband bij te stellen (zie blad-
zijde 26 en 27). Let op: Er kunnen kan extra hardware meegeleverd zijn.
23
I
3
56
34
41
16
16. Verwijder de 5/16" Moer (34) en de 5/16" x 2 1/4"
Bout (3) uit de beugel van de Vergrendelings-
dwarsstang (23).
Breng het bovenste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (41) op gelijke lijn met de beugel
op de Vergrendelingsdwarsstang (23) en steek
de 5/16" x 2 1/4" Bout (3) door de beugel en
door de Opbergvergrendeling. Hierdoor wordt
een tussenstuk (I) uit het andere uiteinde
geduwd; gooi het tussenstuk weg.
Draai vervolgens de 5/16" Moer (34) op de
5/16" x 2 1/4" Bout (3) vast; draai de Moer nog
niet te vast; de Opbergvergrendeling (41)
moet vrij kunnen draaien.
Laat dan het Onderstel (56) zakken (zie DE
LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
op bladzijde 24).
16
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
UK
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
UK
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
Stopcontact
17
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een reeks
functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectie-
ver te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de
snelheid en de hellingstand van de loopband verande-
ren door een druk op een toets. Het bedieningspaneel
zal tijdens het oefenen direct feedback over de oefe-
ning geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door
gebruik te maken van de ingebouwde handgreep met
hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een keuze aan
vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt
automatisch de snelheid en de helling van de loopband
terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
Als u op uw tablet wilt browsen tijdens het gebruik
van de loopband, kunt u de optionele tablethouder
bestellen (zie bladzijde 23).
U kunt zelfs, terwijl u oefent, via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel naar uw favoriete oefening
muziek of audioboek luisteren.
Om het apparaat aan te zetten zie bladzijde 18. Om
de handmatige instelling te gebruiken zie bladzijde
18. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefe-
ning zie bladzijde 20. Voor gebruik van een interval
trainingsoefening zie bladzijde 21. Voor gebruik van
het geluidssysteem zie bladzijde 22. Voor gebruik
van de informatiemodus zie bladzijde 22.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie DE INFORMATIE-
MODUS op bladzijde 22. Gemakshalve, verwijzen alle
instructies in dit hoofdstuk naar kilometers.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone trainingsschoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het loop-
vlak te voorkomen. De eerste keer dat u de loop-
band gebruikt, dient u de uitlijning van de loopband
te bestuderen en indien nodig, het midden van de
loopband aan te passen (zie bladzijde 27).
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
ETPF98716
18
HET APPARAAT AANZETTEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek de stekker van het
stroomsnoer in het stop-
contact (zie bladzijde 16).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het stroomsnoer. Druk de
stroomschakelaar in de reset-stand.
Ga vervolgens op de
voetleuningen van
de loopband staan.
Zoek naar de clip die
aan de sleutel vastzit
en schuif de clip aan
de tailleband van uw
kleding. Plaats de
sleutel in het bedie-
ningspaneel. Kort
daarna zal de display oplichten.
BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de
clip bij.
BELANGRIJK: Volg voordat u de loopband gaat
gebruiken, de volgende stappen om er voor te
zorgen dat het bedieningspaneel het juiste hel-
lingniveau van de loopband aangeeft: Druk eerst
eenmaal op de toenametoets Incline (helling).
Druk vervolgens op de afnametoets Incline of de
onderste toets Quick Incline (snelle helling) om de
loopband in de laagste stand te zetten. Wanneer
het onderstel niet meer beweegt is de loopband
klaar voor gebruik.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AANZETTEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de toets Manual (handmatig) om de hand-
matige instelling te kiezen.
3. Voer uw gewicht in.
Druk op de toenametoets of de afnametoets
Wt (gewicht) om uw gewicht in te voeren. Deze
informatie verbetert de nauwkeurigheid van de
krachtring. Let op: Houd de toenametoets of de
afnametoets Wt ingedrukt om uw gewicht sneller in
te voeren.
4. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets Run
(rennen) of op een van de toetsen Quick Speed
(directe snelheid).
Indien u drukt op de toets Run, dan zal de loop-
band beginnen te bewegen met een snelheid van
2 km/u. U kunt tijdens het oefenen de snelheid van
de band naar wens veranderen door op de toena-
metoets en de afnametoets Speed (snelheid) te
drukken. Telkens als u op een van de toetsen drukt
zal de snelheidsinstelling met 0,1 km/u veranderen;
als u de toets ingedrukt houdt zal de snelheidsin-
stelling met stapjes van 0,5 km/u veranderen. Let
op: Na het drukken op de toets kan het even duren
voordat de loopband de geselecteerde snelheidsin-
stelling bereikt.
Indien u drukt op een van de toetsen Quick Speed,
zal de snelheid van de loopband geleidelijk aange-
past worden tot het de gewenste snelheidsinstel-
ling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band opnieuw te starten, drukt u op de toets Run.
Resetten
ETPF98716
Sleutel
Clip
19
5. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toenametoets en de afnametoets
Incline (helling) of een van de toetsen Quick Incline
(snelle helling). Elke keer als u op een van de
toetsen drukt, zal de helling van de loopband gelei-
delijk veranderen tot de gekozen hellinginstelling
bereikt wordt.
6. Volg uw vorderingen op de display.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
De hellingstand van de loopband
Uw hartslag (zie stap 7)
Uw vermogen in watt
De snelheid van de loopband
De verstreken tijd
Uw tempo
Het geschatte aantal calorieën dat u heeft
verbrand.
De afstand die u hebt gewandeld of hardgelopen
Druk op de Display-pictogrammen om de gewenste
informatie op de display te zien.
Als u oefeningen doet, zal de krachtring het
geschatte intensiteitsniveau van uw oefening aan-
geven. Om het intensiteitsniveau aan te passen,
drukt u op de toets Watts/Kg verhogen of verlagen.
De snelheid en/of hellinginstellingen van de loop-
band zullen automatisch verhogen of verlagen om
het gewenste intensiteitsniveau te bereiken.
Om de display te resetten drukt u herhaaldelijk op
de toets Stop, of haalt u de sleutel eruit en steekt
hem er weer in.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te
maken van de ingebouwde handgreep met
hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep
hartslagmoni-
tor gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten
op de sensor-
stang. Zorg er
ook voor dat
uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen vast—
beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal worden
weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden. Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetleuning staan, druk herhaaldelijk op
de toets Stop, en zet de helling van de loopband
op nul. De helling van de loopband moet op nul
staan wanneer u de loopband opvouwt in de
opbergstand anders kan de loopband bescha-
digd raken. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Contactpunten
ETPF98716
20
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AANZETTEN op bladzijde 18.
2. Voer uw gewicht in.
Zie stap 3 op bladzijde 18.
3. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van een vooraf ingestelde oe-
fening, drukt u herhaaldelijk op de toetsen Tempo
of Interval totdat de gewenste oefening op het
scherm verschijnt.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Run (rennen) om met de oefe-
ning te beginnen. Kort nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpas-
sen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin te lopen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde snel-
heids- en/of hellinginstelling kan/kunnen voor op-
eenvolgende segmenten geprogrammeerd worden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Speed (snelheid) en Incline (helling),
als het volgende segment van de oefening be-
gint, dan zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende segment.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. Druk op de toets Run om de
oefening te hervatten. De loopband zal beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 km/u. Echter, als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid- en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
5. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 6 op bladzijde 19. De display zal de reste-
rende tijd in plaats van de verlopen tijd aangeven.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 aan de linkerkant.
21
HET GEBRUIK VAN EEN INTERVAL TRAININGS-
OEFENING
Tijdens een interval trainingsoefening, zult u herhaal-
delijk afwisselen tussen intervallen van lage intensiteit
“herstel” oefeningen en intervallen van hoge intensiteit
“werk” oefeningen.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AANZETTEN op bladzijde 18.
2. Voer uw gewicht in.
Zie stap 3 op bladzijde 18.
3. Selecteer de instellingen voor de herstel-
intervallen.
Druk op de snelheidstoetsen en de hellingstoet-
sen om de gewenste snelheid en helling voor de
herstelintervallen selecteren. Houd vervolgens de
toets Recovery (herstel) ingedrukt tot het bedie-
ningspaneel twee keer piept.
4. Selecteer de instellingen voor de
werkintervallen.
Druk op de snelheidstoetsen en de hellingstoet-
sen om de gewenste snelheid en helling voor de
werkintervallen te selecteren. Houd vervolgens
de toets Work (werk) ingedrukt tot het bedie-
ningspaneel twee keer piept.
5. Afwisselen tussen herstelintervallen en
werkintervallen.
Druk op de toets Recovery als u oefeningen doet,
om de snelheid en hellinginstellingen te selecteren
die u heeft geselecteerd voor de herstelintervallen.
Druk op de toets Work om de snelheid en helling-
instellingen te selecteren die u heeft geselecteerd
voor de werkintervallen. Wissel zo vaak af tussen
de instellingen als u wilt.
Herhaal stappen 3 en 4 om op elk moment de
instellingen te wijzigen.
6. Volg uw vordering met de displays.
Zie stap 6 op bladzijde 19. De display zal de
resterende tijd in plaats van de verstreken tijd
aangeven.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
22
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek een audiokabel met 3,5 mm mannelijke uitein-
den (niet meegeleverd) in de audioaansluiting op het
bedieningspaneel en in de audioaansluiting op uw
MP3-speler of CD-speler of andere eigen audiospeler
om via de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel
muziek of audioboeken af te spelen; zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is. Let op: Ga
naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een
audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw
eigen audio-speler. Pas het volume
aan met de volume-toenametoets
en -afnametoets op het bedie-
ningspaneel of met de volumeregel-
knop op uw eigen audiospeler.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatiemodus die
de informatie van de loopband bijhoudt en laat u een
meeteenheid voor het bedieningspaneel kiezen.
Om de informatiemodus te kiezen, plaatst u de sleu-
tel in het bedieningspaneel terwijl u de toets Stop
ingedrukt houdt. Laat dan de toets Stop los. Let op:
Indien een oefening is geselecteerd, moet u mogelijk
herhaaldelijk drukken op de toets Stop om de oefening
te verlaten voordat u naar de informatiemodus kunt
gaan. De volgende informatie zal aangegeven worden
wanneer de informatiemodus is gekozen:
De display geeft de softwareversie van het bedie-
ningspaneel weer.
Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of
een “E” voor Engelse mijlen op de display. Druk op de
toenametoets Speed (snelheid) om naar wens de mee-
teenheid te wijzigen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel of druk her-
haaldelijk op de toets Stop om de informatiemodus te
verlaten.
ETPF59515
23
DE OPTIONELE TABLETHOUDER
Met de optionele tablethouder kunt u uw tablet gebrui-
ken om media te gebruiken tijdens uw oefening. Voor
het kopen van een tablethouder, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
Optionele
Tablethouder
24
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Om te vermijden dat u de loopband beschadigd,
dient u eerst de hellingstand in te stellen op nul
voordat u de loopband inklapt. Verwijder dan de
sleutel en haal de stekker van het stroomsnoer uit
het stopcontact. OPGELET: U moet in staat zijn om
20 kg veilig op te kunnen tillen om de loopband in
te klappen, te laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de onderstaande pijl wordt aange-
geven. OPGELET: Houd het onderstel niet bij de
plastic voetleuningen vast. Buig uw knieën en
houd uw rug recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de opbergvergrende-
ling in de opbergstand vastklikt. OPGELET: Zorg
ervoor dat de opbergvergrendeling vastzit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe-
dekking te beschermen. Houd de loopband weg uit
direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur meer dan 30°C is.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: Zorg dat de opbergvergrendeling in de
opbergstand is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
Houd de handleuningen vast met beide handen en duw
voorzichtig tegen de loopband tot de gewenste locatie.
OPGELET: Trek niet aan het onderstel, en verplaats
de loopband niet op een oneffen ondergrond.
DE LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
1. Duw het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk
tegelijkertijd voorzichtig
met uw voet tegen het
bovenste gedeelte van de
opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar u toe terwijl u met
uw voet op de opbergver-
grendeling drukt.
3. Zet een stap terug en laat
het onderstel op de vloer
zakken.
Handleuning
Wiel
Wiel
Onderstel
1
2
Onderstel
Vergrendeling
1
2
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
25
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband en
draai ze goed vast.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de band
schoon en droog. Druk eerst de stroomschakelaar
in de stand Off (uit) en trek de stroomkabel uit.
Veeg de buitenkant van de loopband met een vochtige
doek en een klein beetje zachte zeep af. BELANG-
RIJK: Spuit geen vloeistoffen rechtstreeks op de
loopband. Houd vloeistoffen weg van het bedie-
ningspaneel om schade aan het bedieningspaneel
te voorkomen. Maak de loopband vervolgens met een
zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten op
een geaard stopcontact (zie bladzijde 16). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen
een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de stroomkabel
op het onderstel van de loopband. De schakelaar
is doorgeslagen wanneer de schakelaar uitsteekt
zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk dan
de schakelaar weer in om de stroomschakelaar te
resetten.
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar doorgeslagen is,
wacht dan vijf minuten en druk de schakelaar
weer in.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit,
wacht vijf minuten en steek hem dan weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK DE STROOMKABEL UIT. Verwijder de
vijf #8 x 3/4" Schroeven (4). Draai voorzichtig de
Motorkap (65) eraf.
Resetten
Doorgeslagen
c
65
4
a
4
4
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
26
Zoek de Snelheidssensor (109) en de Magneet
(108) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai de
Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snel-
heidssensor. Zorg dat het gat tussen de Magneet
en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm is. Draai
indien nodig de #8 x 3/4" Trusskopschroef (14) los,
beweeg de Snelheidssensor iets, en maak de the
Trusskopschroef weer vast. Maak de Motorkap
(niet afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4" Schroe-
ven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar
minuten draaien om te controleren of de snelheids-
meting juist is.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Houd de toets Stop en de toenametoets Speed
(snelheid) ingedrukt, steek de sleutel in het
bedieningspaneel en laat de toets Stop en de toe-
nametoets Speed dan weer los. Druk vervolgens
op de toets Stop en druk dan op de toenametoets
of de afnametoets Incline (helling). De loopband
zal automatisch naar het maximum hellingniveau
stijgen en dan naar het minimumniveau terugke-
ren. Hierdoor zal het hellingsysteem opnieuw geijkt
worden. Als het hellingsysteem niet kalibreert, druk
dan opnieuw op de toets Stop en druk opnieuw op
de toenametoets of de afnametoets Incline. Wan-
neer het hellingsysteem is gekalibreerd verwijdert u
de sleutel uit het bedieningspaneel.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14
(1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STEK-
KER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de ruststandrol met de inbussleutel
een kwartslag tegen de klok in. Als de loopband
goed vastligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Haal
dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleu-
tel en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
Schroeven van de
Ruststandrol
5–7 cm
b
108
14
109
3 mm
49
Bovenaanzicht
27
SYMPTOOM: De band ligt niet in het midden
BELANGRIJK: De loopband moet in het midden
tussen de voetleuningen liggen. Als de band langs
de voetleuningen schuurt kan de band beschadigd
raken.
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linkerschroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet
te strak draait. Haal dan de stekker uit het stop-
contact. Plaats de sleutel en laat de loopband een
paar minuten lopen. Herhaal deze procedure tot de
band goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide schroeven van de rust-
standrol een kwartslag met de klok mee. Als de
loopband goed vastligt moet u elke rand van de
loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de band in het midden
blijft liggen. Steek dan de stekker in het stopcon-
tact, plaats de sleutel en loop voorzichtig een paar
minuten op de loopband. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
a
a
Voetleuningen
28
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensit-
eitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: Voor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp-
middel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
29
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken—spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Achil-
lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strek-
ken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Her-
haal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
30
1 8 #8 x 1/2" Schroef
2 4 1/4" x 1/2" Schroef
3 1 5/16" x 2 1/4" Bout
4 38 #8 x 3/4" Schroef
5 2 5/16" x 1 1/4" Schroef
6 5 5/16" x 1 3/4" Bout
7 4 3/8" x 2 3/8" Schroef
8 2 5/16" x 3/4" Schroef
9 2 5/16" x 1 3/4" Schroef
10 1 #8 x 1/2" Zilveren Schroef
11 10 5/16" Sterring
12 4 #8 x 1" Tekschroef
13 8 3/8" Sterring
14 19 #8" x 3/4" Trusskopschroef
15 3 1/4" x 2 1/2" Schroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 1/2" Wielbout
18 6 1/4" x 1 1/4" Schroef
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1 1/4" Bout
23 1 Vergrendelingsdwarsstang
24 2 #8 Sterring
25 1 Contactdoos
26 4 1/4" Sterring
27 8 #8 x 1/2" Machineschroef
28 4 5/16" x 2 1/2" Schroef
29 1 3/8" x 1 3/4" Bout met Inbuskop
30 4 5/16" Tussenring
31 1 Kap van de Rechterhandleuning
32 2 Tussenstuk van de Hellingsmotor
33 6 3/8" Klemmoer
34 6 5/16" Moer
35 2 9/32" Plastic Bus
36 2 #8 Moer
37 6 #8 x 5/8" Schroef
38 4 Wiel
39 6 Isolator
40 2 Achterpoot
41 1 Opbergvergrendeling
42 1 Linkervoetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopvlak
45 1 Loopband
46 2 Riemgeleider
47 1 Rechterachtervoet
48 4 Draadband
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 12 M5 Sterring
51 6 Onderkant van het Kussen
52 2 3/8" Tussenring
53 2 1/4" x 1 1/4" Hellingpenschroef
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Riem van de Motor
56 1 Onderstel
57 1 Linkerachterpoot
58 1 Aarddraad van het
Bedieningspaneel
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechtervoetleuning
61 1 Ruststandrol
62 2 3/8" x 1 3/4" Schroef
63 2 3/8" x 1 1/4" Schroef
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 2 Kussen van de Basis
67 2 Tussenstuk van het Onderstel van
de Helling
68 5 Kapklem
69 1 Hellingmotor
70 1 Onderstel van de Helling
71 2 Tussenstuk van het Onderstel
72 1 Controller
73 1 Plaat van de Regulator
74 2 Tussenstuk van de Roller
75 1 Stroomschakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 1 Doorvoerhuls
78 1 Onderpan
79 1 Greep van de Linkerhandleuning
80 1 Bedieningspaneel
81 1 Draad van de Staander
82 1 Linkerbasiskap
83 1 Rechterbasiskap
84 1 Rechterhandleuning
85 1 Linkerhandleuning
86 3 Draadband
87 1 Kap van de Linkerhandleuning
88 1 Sleutel/Klem
89 1 Linkerstaander
90 1 Rechterstaander
91 2 Waarschuwingssticker
92 2 Klem van het Bedieningspaneel
93 1 Linkersensorstang
94 1 Basis
95 1 Linkersensorkap
96 1 Rechtersensorstang
97 1 Rechtersensorkap
98 1 1/4" Moer
99 1 Klem van de Regulateur
100 1 Linkerbinnenkap van de Basis
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL98716.0 R0416A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
31
101 1 Rechterbinnenkap van de Basis
102 4 3/8" Plastic Bus
103 1 Greep van de Rechterhandleuning
104 1 Clip
105 1 Linkerhouder
106 1 Rechterhouder
107 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
108 1 Magneet
109 1 Snelheidssensor
110 2 Huls van de Motor
111 1 Filter
112 1 Motorisolator
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
74
37
37
37
37
37
37
18
18
18
18
18
18
50
51
14
50
51
14
50
51
14
50
51
14
50
51
14
50
51
14
3
34
41
34
6
54
112
60
55
6
15
15
42
6
27
49
56
34
30
59
6
21
45
48
34
30
59
61
30
34
59
6
43
44
21
53
35
46
19
19
46
8
11
8
11
34
30
59
14
57
14
40
40
47
14
14
27
23
109
14
104
108
27
14
98
15
39
39
39
39
39
39
110
20
99
111
27
27
36
27
73
24
35
53
74
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL98716.0 R0416A
33
68
75
65
72
78
4
4
4
68
68
68
68
4
4
4
4
4
4
4
4
4
70
71
71
67
67
102
102
52
52
33
33
33
29
69
16
33
32
76
25
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL98716.0 R0416A
34
26
85
11
28
84
79
81
87
26
2
2
11
28
103
31
4
4
4
4
5
11
95
93
96
5
11
97
4
4
4
4
9
11
9
11
17
17
33
77
81
33
94
13
22
22
62
13
62
10
63
82
91
38
83
90
38
91
101
100
102
102
13
7
13
63
7
13
13
7
13
12
12
66
66
89
38
38
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL98716.0 R0416A
35
88
4
105
107
80
86
92
92
4
4
106
58
27
64
1
4
4
4
4
4
1
1
1
1
1
1
1
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL98716.0 R0416A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 380716 R0416A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PETL98716 de handleiding

Type
de handleiding