Aeg-Electrolux BY9004000M SMART Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

BY9004000
NL
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten
de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al
uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
8 Beschrijving van het product
10 Voor het eerste gebruik
11 Bedieningspaneel
12 Dagelijks gebruik
15 Klokfuncties
16 Automatische programma's
17 Gebruik van de accessoires
19 Extra functies
20 Nuttige aanwijzingen en tips
33 Onderhoud en reiniging
36 Problemen oplossen
37 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Uit respect voor het milieu
Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie
of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het
apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact
op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te
voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen beschadigd
apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de
installatie.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
4 Veiligheidsinformatie
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat vol-
ledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactope-
ning hebben met een minimale breedte van 3mm.
U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie be-
gint.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan-
sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te
gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of be-
schadigd raken achter het apparaat.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker -
indien van toepassing.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet
voor commerciële of industriële doeleinden.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk
letsel of schade aan eigendommen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er kun-
nen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of pan-
nen plaatst of verwijdert.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat.
Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met
aluminiumfolie;
Veiligheidsinformatie
5
plaats heet water niet direct in het apparaat;
haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus
geen defect in de zin van het recht op garantie.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap perma-
nente vlekken maakt.
Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het appa-
raat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bij-
tende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra-
per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinte-
ren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te
vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht ont-
vlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het ap-
paraat.
Pyrolytische reiniging
Laat het apparaat tijdens het Pyrolytisch reinigen niet onbeheerd achter.
Probeer de deur niet te openen en schakel de stroom niet uit tijdens de pyrolytische rei-
niging.
6 Veiligheidsinformatie
Houd kinderen uit de buurt tijdens de pyrolytische reiniging. Het apparaat wordt zeer
heet Er kunnen brandwonden ontstaan.
Tijdens de pyrolytische reiniging kan hardnekkig vuil het email verkleuren. Verkleuring
van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Ovenlampje
De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor ge-
bruik in huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt om een ruimte in het
huis volledig of gedeeltelijk te verlichten.
Als de lamp moet worden vervangen, moet u een lamp gebruiken die hetzelfde vermogen
heeft en uitsluitend is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er
bestaat risico op een elektrische schok.
Service-afdeling
Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het
apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
Veiligheidsinformatie
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1
10
3
2
5
4
6
7
8
9
5
4
3
2
1
1 Elektronische tijdschakelklok
2 Geurfilter
3 Verwarmingselement
4 Ovenlampje
5 Vleesthermometeraansluiting
6 Opening draaispit
7 Verwarmingselement achterwand en ventilator
8 Onderwarmte
9 Telescopische geleiders van ovenrek, uitneembaar
10 Rekstanden
8 Beschrijving van het product
Ovenaccessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet
op te vangen.
Vleesthermometer
Voor het vaststellen van het gaarpunt van
het vlees.
Beschrijving van het product 9
Draaispit
Voor het braden van grotere stukken vlees
en gevogelte.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Eerste aansluiting
Wanneer u het apparaat op het stopcontact aansluit of na een stroomstoring moet u de
taal, het contrast, de helderheid en de tijd instellen. Gebruik shuttle om de waarde in te
stellen. Druk op OK om te bevestigen.
Calibreren
Voor optimale resultaten bij Auto-Cooking dient u het toestel te kalibreren. De kalibratietijd
is 4 uur.
Als u alleen handmatig koken gebruikt, kunt u deze procedure negeren.
Voorwaarden:
De temperatuur in de keuken dient lager te zijn dan 35°C.
Installeer het apparaat op zijn permanente locatie.
Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en sluit het niet meer af.
Als u de locatie van het apparaat of de elektrische verbinding wijzigt,dient u deze stap-
pen opnieuw uit te voeren.
Calibreren:
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer Basis instellingen en druk op OK.
3. Selecteer Calibreren en druk op OK.
10 Voor het eerste gebruik
Als u voor de eerste keer calibeert, kunt u de categorie vanaf het bedieningspaneel instellen
of Auto-Cooking vanaf het hoofdmenu om de procedure te starten.
LET OP!
Zorg ervoor dat het toestel helemaal is afgekoeld voordat u het gebruikt.
BEDIENINGSPANEEL
Bedieningspaneel
Elektronische tijdschakelklok
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
Aan-
tal
Sen-
sor-
veld
Functie Opmerking
1
-
Display Toont de huidige instellingen van het
apparaat.
2
Aan / Uit Het apparaat in- en uitschakelen.
Houd ingedrukt.
3
-
Shuttle Voor keuze.
4
Tijd en aanvullende functies. Om verschillende functies in te stellen
als de ovenfunctie in werking is: Kook-
wekker , TOETSBLOKKERING , Duur /
Eindtijd , Vleesthermometer .
5
BAKKEN Categorie voor automatische program-
ma's.
6
BRADEN Categorie voor automatische program-
ma's.
7
Kant-en-klaar gerecht Categorie voor automatische program-
ma's.
8
Ovengerecht, specialiteit Categorie voor automatische program-
ma's.
9
Pizza Categorie voor automatische program-
ma's.
Bedieningspaneel 11
Aan-
tal
Sen-
sor-
veld
Functie Opmerking
10
Ok Bevestigen.
Display
123
45
1 Ovenfunctie
2 Toont de tijd als de functie wordt be-
eindigd
3 Voorverwarmindicatie
4 Temperatuur
5 Toont de duur van een functie
Andere indicatoren van het scherm
Symbool Functie
Kookwekker De functie is actief.
DAGTIJD Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur Toont de voor de bereidingscyclus benodigde tijdsduur.
Eindtijd Toont wanneer de bereidingscyclus beëindigd is.
Starttijd Geeft de tijd van de start van de verwarmingsfunctie.
Oventemperatuur Toont de oventemperatuur.
Berekening Berekent de bereidingstijd.
Voorverwarmindicatie Geeft het temperatuurpeil in de ovenruimte aan. Het dis-
play geeft dit weer wanneer u het apparaat uitschakelt en
de ovenruimte nog warm is.
Controlelampje snel-
warmfunctie
Snel opwarmen is actief. Het verkort de opwarmtijd.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Een overzicht van de menu's
Hoofdmenu
Menuoptie Toepassing
Auto-Cooking
U activeert het kookprogramma als u op een ca-
tegoriesymbool drukt op het bedieningspaneel.
Verwarmingsfuncties
Bestaat uit een lijst met ovenverwarmingsfunc-
ties.
12 Dagelijks gebruik
Menuoptie Toepassing
Reinigen Reinigingsfuncties van het apparaat.
Basis instellingen
U kunt dit gebruiken om andere ovenfuncties in
te stellen.
Speciaal Aanvullende verwarmingsfuncties.
Submenu voor: Verwarmingsfuncties
Verwarmingsfuncties Toepassing
Multi hetelucht Voor het bakken op maximaal drie niveaus tege-
lijk. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40
°C lager in dan bij Boven + onderwarmte .
Boven + onderwarmte Voor het bakken en braden op één niveau.
Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten
die een intensievere bruining en knapperigheid
van de bodem nodig hebben. Stel de tempera-
tuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Boven + onderwarmte .
Circulatiegrill Om grote stukken vlees of gevogelte op één ni-
veau te braden. Deze functie is ook geschikt
voor gratineren en laten bruinen.
Circulatiegrill met draaispit Speciaal voor gevogelte, temperatuurinstelling
190-210°C.
Grill klein Voor het grillen van platte levensmiddelen die in
het midden van het rooster worden geplaatst en
om te roosteren.
Grill klein met draaispit Voor het grillen van kip of een kleine rollade.
Grill groot Voor het grillen van grotere hoeveelheden platte
levensmiddelen en om te roosteren.
Grill groot met draaispit Voor het grillen van twee kippen of een rollade.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperi-
ge bodem.
Lage temperatuur garen Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig
braadvlees
Submenu's voor: Reinigen
Functie Toepassing
Pyrolyse Oven reinigen met gebruik van pyrolytische rei-
nigen.
Reinigingsassistent Herinnert er op verschillende plaatsen aan
waarmee rekening dient te worden gehouden
voor Pyrolyse. Kan worden in- of uitgeschakeld.
Reinigingsherinnering Herkent wanneer een Pyrolyse noodzakelijk is en
wijst hierop. Kan worden in- of uitgeschakeld.
Dagelijks gebruik 13
Submenu's voor: Speciaal
Functie Toepassing
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Drogen Voor het drogen van gesneden fruit zoals appels,
pruimen, perziken en groenten zoals tomaten,
courgette of champignons.
Warmhouden Om voedsel warm te houden.
Inmaken Om groenten zoals bijvoorbeeld gemengde pic-
kles in glas en vloeistof te bewaren.
Borden warmen Om lege borden voor het serveren te verwar-
men.
Submenus voor: Basis instellingen
Opties Toepassing
Instellen dagtijd Stel de dagtijd in.
Contrast Aanpassing van de displayweergave.
Helderheid Aanpassing van de displayweergave.
Taal Wijzigt de taal.
Geluidsvolume Verandert het geluidsvolume.
Toetsvolume Toetstonen in- of uitschakelen.
Alarmtoon Alarm/foutsignalen in- of uitschakelen.
Geurfilter In- en uitschakelen.
Calibreren Aanpassing van de oven aan de keukenomge-
ving, bijv. na verhuizing.
Service Geeft de softwareversie, de configuratie en de
gebruiksduur weer.
Fabrieksinstelling Alle Basis instellingen terugzetten naar de stan-
daardinstellingen.
U kunt het apparaat gebruiken in:
handmatige modus -u stelt de ovenfunctie, de temperatuur en de kooktijd handmatig
in.
automatische programma's -voor het bereiden van een gerecht als u geen kennis of er-
varing met koken hebt.
Navigeren in de menu's
Werking van de menu's:
1. Schakel het apparaat in.
2. Gebruik de shuttle naar rechts of naar links om de menuoptie te selecteren.
3. Druk op OK om naar het submenu te gaan of de instelling te accepteren.
14 Dagelijks gebruik
Een verwarmingsfunctie activeren
1. Schakel het apparaat in.
2. Het menu Verwarmingsfuncties selecteren. Druk op OK om te bevestigen.
3. Selecteer de verwarmingsfunctie. Druk op OK om te bevestigen.
4. Stel de temperatuur in. Druk op OK om te bevestigen.
Nadat u de functie heeft ingesteld: Indien u een verwarmingsfunctie wilt wijzigen, draait
u de shuttle naar links en drukt u op OK. Indien u de temperatuur wilt wijzigen, draait u de
shuttle naar rechts en drukt u op OK.
Controlelampje bij voorverwarmen
Wanneer u een ovenfunctie inschakelt, gaat het balkje op het display branden. De balkjes
geven aan dat de oventemperatuur toeneemt.
Restwarmte-indicatie
Wanneer u het apparaat uitschakelt, geeft het display de restwarmte aan. U kunt de warm-
te gebruiken om het eten warm te houden.
KLOKFUNCTIES
Klokfuncties
Symbool Functie Beschrijving
Kookwekker
Een afteltijd instellen (max. 2 uur en 30 minuten). Deze functie
heeft geen invloed op de werking van het apparaat. U kunt het
ook activeren in de uit-stand. Gebruik de shuttle om de minu-
ten in te stellen en OK om te starten.
Duur
Instellen hoe lang het apparaat moet worden gebruikt (max. 23
uur en 59 minuten).
Eindtijd
Hier stelt u de tijd in wanneer de oven moet worden uitgescha-
keld (max. 23 uur en 59 minuten).
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken, als u het apparaat automatisch op een later
tijdstip wilt in- en uitschakelen.
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt, begint het aftellen van de tijd na 5 seconden.
Als u de klokfuncties Duur en Eindtijd gebruikt, schakelt het apparaat de warmte-elementen
na 90 % van de ingestelde tijd uit. Het apparaat gebruikt de restwarmte om het kookproces
voor te zetten totdat de tijd is verstreken (3-20 minuten).
De klokfuncties instellen
1. Een ovenfunctie en temperatuur instellen (nodig voor Duur en Einde ).
2. Druk herhaaldelijk op
totdat het display de benodigde klokfunctie en het bijho-
rende symbool weergeeft.
3. Stel de benodigde tijd in met de shuttle. Druk op OK om te bevestigen.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal. Het apparaat wordt uitge-
schakeld. Op het display verschijnt een melding.
Klokfuncties
15
4. Raak een sensorveld aan of open de deur om het geluidssignaal uit te schakelen.
Met Duur en Eindtijd wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Als u Vleesthermometer gebruikt, werken Duur en Eindtijd niet.
Verlengen tijd
De Verlengen tijd zorgt dat de ovenfunctie blijft werken, nadat de ingestelde tijd is afgelo-
pen.
Van toepassing op alle ovenfuncties met Duur of Automatisch wegen .
Niet van toepassing op ovenfuncties met Vleesthermometer.
Inschakelen van de functie:
1. Wanneer de bereidingstijd is voltooid, klinkt er een geluidssignaal. Raak een sensorveld
aan.
2. Het display toont het bericht voor Verlengen tijd gedurende vijf minuten.
3. Druk op
om in te schakelen.
4. Stel een periode in voor Verlengen tijd . Druk op OK om te bevestigen.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
Auto-cooking
Dit apparaat heeft automatische programma's voor koken. U kiest categorieën op het be-
dieningspaneel. Raadpleeg het aparte boekje (meegeleverd) voor overeenkomsten tussen
kookcategorieën en voorbeeldschotels - gebruik het als een kookhulp. Automatische pro-
gramma's gebruiken vooraf ingestelde temperaturen, ovenfuncties en tijd.
Om automatische programma's te gebruiken, dient u het apparaat te calibreren.
Gebruik de aanbevolen accessoires. Raadpleeg de tabellen en het hoofdstuk met tips.
Auto-Cooking -categorieën
Symbool Categorie
BAKKEN
BRADEN
Kant-en-klaar gerecht
Ovengerecht, specialiteit
Pizza
Auto-cooking:
1. Schakel het apparaat in
16 Automatische programma's
2. Gebruik het aparte boekje om het gerecht en de categorie te vinden.
3. Druk op de categorie op het bedieningspaneel. Gebruik de shuttle om de subcategorie
te kiezen.
4. Volg de informatie op het display.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
Vleesthermometer
De vleesthermometer meet de kerntemperatuur van het voedsel. De oven wordt automa-
tisch uitgeschakeld als het vlees de ingestelde temperatuur heeft bereikt
Gebruik alleen originele onderdelen. Zo zorgt u voor de beste kookresultaten.
WAARSCHUWING!
De vleesthermometer is heet! U kunt zich verbranden! Wees voorzichtig met het verwijde-
ren van de punt en stekker.
Voor gebruik dient het volgende te worden ingesteld:
De temperatuur in het apparaat.
De kerntemperatuur van het voedsel
De braadthermometer gebruiken:
1. Steek de punt van de vleesthermometer in
het midden van het vlees.
2. Schakel het apparaat in.
3. Steek de stekker van de vleesthermometer
in het stopcontact (raadpleeg het over-
zicht van het apparaat).
4. Gebruik de shuttle in minder dan 5 secon-
den om de kerntemperatuur in te stellen.
Het bereik van de thermometerthempera-
tuur begint bij 30°C.
5. Selecteer de ovenfunctie en, indien nodig,
de oventemperatuur.
Het apparaat berekent een geschatte eindtijd. De eindtijd is afhankelijk van de hoeveel-
heid eten, de ingestelde oventemperatuur (minimum 120°C) en de bediening. Het appa-
raat berekent de eindtijd in ongeveer 30 minuten. De kerntemperatuur wordt weerge-
geven vanaf 30°C.
De vleesthermometer moet gedurende het kookproces in het vlees blijven en de stekker
moet in het stopcontact blijven.
6. Als de ingestelde temperatuur voor het vlees is bereikt, klinkt er een geluidssignaal. Het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal uit te schakelen.
Gebruik van de accessoires 17
7. Stekker van de vleesthermometer uit het stopcontact trekken en het gerecht uit de
oven nemen.
Om de kerntemperatuur te wijzigen, drukt u opnieuw op tot de vleesthermometer-
temperatuur verschijnt. Gebruik de shuttle om de temperatuur te wijzigen en OK om te be-
vestigen.
Ovenaccessoires plaatsen
De pan en het draadplateau hebben zijranden. De-
ze randen en de vorm van de geleidestangen bie-
den kantelbeveiliging voor de ovenaccessoires.
Het draadplateau en de pan samen plaatsen
Plaats het draadplateau op de pan. Duw de pan in
de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
Draaispit
Voedsel plaatsen op het draaispit:
Steek een vork op het draaispit.
Plaats dan het voedsel en een tweede vork.
Zorg ervoor dat het voedsel zich in het midden
van het draaispit bevindt.
Gebruik de schroeven om de vorken vast te
draaien.
Draaispit plaatsen:
Zet de bakplaat op het eerste inzetniveau
vanaf de bodem.
18 Gebruik van de accessoires
Plaats de draaispitsteun aan de voorkant op de rechterkant in inzetpositie vijf vanaf de
bodem.
Opdat de greep stevig vastzit op het draaispit, moet de beugel ingedrukt worden gehouden.
Druk het uiteinde van het spit in de opening van de draaispit aan de linkerzijde van de
achterwand van de oven tot deze hoorbaar vastklikt op zijn plaats.
Plaats de groef voor de greep op de aanwezige inkeping in de steun voor het draaispit.
De handgreep verwijderen.
Kies de ovenfunctie voor het draaispit.
1
3
5
EXTRA FUNCTIES
TOETSBLOKKERING
De TOETSBLOKKERING voorkomt dat de oveninstellingen per ongeluk worden gewijzigd.
TOETSBLOKKERING inschakelen
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel de ovenfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op
tot het display TOETSBLOKKERING toont.
4. Druk op OK om te bevestigen.
De TOETSBLOKKERING is nu ingeschakeld.
TOETSBLOKKERING uitschakelen
1. Druk op
.
2. Druk op OK om te bevestigen.
De TOETSBLOKKERING is niet ingeschakeld.
Als u het apparaat uit zet, wordt de TOETSBLOKKERING uitgeschakeld.
KINDERSLOT
Het KINDERSLOT voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld.
Het KINDERSLOT activeren
1. Schakel het apparaat in. Stel geen ovenfunctie of instelling in.
Extra functies
19
2. Raak en tegelijkertijd aan totdat er een bericht op het display wordt weergege-
ven.
Het KINDERSLOT uitschakelen
1. Voer de bovenstaande stappen nogmaals uit.
Geurfilter
U kunt het Geurfilter activeren in het menu Basis instellingen . Het werkt tijdens bakken en
braden.
Het Geurfilter gebruikt voor de werking extra energie.
Geurfilter: Het reinigt automatisch elke 100 uur. Zelfs als u het menu uitschakelt.
Het is altijd actief tijdens pyrolytisch reinigen.
Automatische uitschakeling
Als de oven niet na een bepaalde tijd wordt uitgeschakeld, of als de hitte-instelling niet ge-
wijzigd wordt, wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
De oven gaat uit bij een oventemperatuur van:
30 - 120°C na 12,5 uur
120 - 200°C na 8,5 uur
200 - 250°C na 5,5 uur
250 - max ° C na 3 uur
Weer aanzetten na veiligheidsuitschakeling
Druk op OK.
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de opper-
vlakken van het apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt, blijft de koelventi-
lator werken tot de oven is afgekoeld.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Auto-Cooking
BAKKEN
Te bereiden voedsel Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Cake, zacht Springvorm Rooster Boter met weinig of
geen vet
Cake, zacht : Platte
zachte taart, opgerolde
cake met jam
- - Boven + onderwarmte
Vlechtbrood - Bakplaat 1 stuk
20 Nuttige aanwijzingen en tips
Te bereiden voedsel Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Cake bakplaat - Bakplaat Bakplaat compleet ge-
vuld, geen braadslede
Cake bakblik Cake bakblik Rooster Diverse soorten gebak
die in een vorm wor-
den gebakken
Cake bakblik : Bodems
van zandtaartdeeg
- - Boven + onderwarmte
Taart Tart tin
Springvorm
Rooster Taart met weinig vul-
ling, bijv. jam
Taart/Quiche Quiche-vorm
Springvorm
Tart tin
Rooster -
Strudel - Bakplaat 1 stuk
Vruchtencake Rechthoekig blik
Springvorm
Rooster Met gedroogd fruit
Vruchtentaartje
Zoet / Pikant
- Bakplaat meerdere stuks
Brood : Bakblik Broodvorm Rooster 1 blik
Brood : Bakplaat - Bakplaat 1 blik
Pita - Bakplaat 1 of 2 stuks
(b.v. stokbroden)
Broodjes : Lux broodjes - Bakplaat meerdere kleine stuk-
jes
Broodjes : Zoet - Bakplaat meerdere kleine stuks,
bijv. zoete broodjes
Cake specialiteit : Vic-
toria Sponge Cake
- - Engelse specialiteit
Bak koekjes op de traditionele manier!
Nuttige aanwijzingen en tips
21
BRADEN
Rundvlees/Wild/Lamsvlees
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Biefstuk Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
Selecteer de gewenste
bereiding (rood, medi-
um of doorbakken)
Scandinavisch rund-
vlees
Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
Selecteer de gewenste
bereiding (rood, medi-
um of doorbakken)
Rosbief Braadslede Braadpan Stel het gewicht in en
doe een deksel op de
pan
Lamsrug, medium Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
-
Geroosterd lamsvlees Braadslede Braadpan Stel het gewicht in
Wild Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
-
Geroosterd wild Braadslede Braadpan Stel het gewicht in en
doe een deksel op de
pan
Gevogelte/Vis
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Gevogelte, uitgebeend Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
-
Hele kip Braadslede Braadpan Stel het gewicht in
Hele kalkoen Braadslede Braadpan Stel het gewicht in
Hele eend Braadslede Braadpan Stel het gewicht in
Hele gans Braadslede Braadpan Stel het gewicht in
Hele vis Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
-
Varkensvlees/Kalfsvlees
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Varkensrug Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
-
Geroosterd varkens-
vlees
Braadslede Braadpan Stel het gewicht in
Kalfsrug Braadslede Vleesthermometer,
diepe braadpan
-
22 Nuttige aanwijzingen en tips
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Geroosterd kalfsvlees Braadslede Braadpan Stel het gewicht in en
doe een deksel op de
pan
Kant-en-klaar gerecht
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Patat, bevroren - Bakplaat Verschillende kant-en-
klaar gerecht aardap-
pelproducten; friet,
aardappelkroketjes...
Gebak, bevroren Zoet /
Pikant
- Bakplaat meerdere kleine stuk-
jes
Gebak, vers Zoet / Pi-
kant
- Bakplaat meerdere kleine stuk-
jes
Broodjes/Stokbrood
Bevroren
- Bakplaat meerdere kleine stuk-
jes
Broodjes/Stokbrood
Ongebakken
- Bakplaat -
Vis/Vlees, bevroren :
Gegratineerde vis
Hittebestendige schaal Rooster -
Vis/Vlees, bevroren :
Vis/Vlees, gepaneerd
- Bakplaat meerdere kleine stuk-
jes, bijv. vissticks, cor-
don bleu
Taart/Quiche, bevroren - Bakplaat -
Aardappel gerecht Be-
vroren / Vers
Hittebestendige schaal Rooster -
Pasta gerecht Bevro-
ren / Vers
Hittebestendige schaal Rooster -
Rijst gerecht Bevro-
ren / Vers
Hittebestendige schaal Rooster Voorgekookte rijst
Vegetarisch gerecht
Bevroren / Vers
Hittebestendige schaal Rooster -
Strudel, bevroren - Bakplaat 1 of 2 stuks
Snack - Bakplaat meerdere kleine stuk-
jes
Ovengerecht, specialiteit , zelfgemaakt
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Visstoofschotel :
Stoofschotel, hoog
Hittebestendige schaal Rooster > 4 cm
Nuttige aanwijzingen en tips 23
Type Ovengerei Accessoires Opmerkingen
Visstoofschotel Stoof-
schotel, laag
Hittebestendige schaal Rooster < 4 cm
Aardappel gerecht Hittebestendige schaal Rooster -
Pasta gerecht Hittebestendige schaal Rooster Aan het einde van de
bereidingstijd be-
strooien met Parme-
zaanse kaas
Vegetarisch gerecht Hittebestendige schaal Rooster -
Rijst gerecht Hittebestendige schaal Rooster Voorgekookte rijst
Zoet gerecht Hittebestendige schaal Rooster -
Soufflé : Groot bakblik Hittebestendige schaal Rooster -
Soufflé : Klein bakblik In kleine vormpjes Rooster meerdere vormpjes
Gratineren Hittebestendige schaal Rooster Aan het einde van de
bereidingstijd be-
strooien met Parme-
zaanse kaas
Pizza
Type Accessoires Opmerkingen
Pizza, vers Dik Bakplaat Dikke korst, veel garnering
(Amerikaanse stijl)
Pizza, vers Dun Bakplaat Dunne bodem, weinig garne-
ring (Italiaanse stijl)
Pizza, vers Calzone Bakplaat -
Pizza, bevroren Voorgebakken Bakplaat Pizzabasis, gedeeltelijk gebak-
ken, zonder extra garnering
Pizza, bevroren Ongebakken Bakplaat zonder extra garnering
Pizza, bevroren Calzone Bakplaat -
Pizza vers, voorgebakken Bakplaat -
Pizza snack Bakplaat -
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn af-
hankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat u
tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de
ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
24 Nuttige aanwijzingen en tips
Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer
zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen
verminderen tijdens het bakproces.
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is te licht van
kleur.
Onjuist ovenniveau. Plaats de cake op een lager ovenniveau.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, strepe-
rig).
Te hoge oventemperatuur Stel de temperatuur lager in
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, strepe-
rig).
Te korte baktijd. Baktijd verlengen.
Stel geen hogere temperaturen in voor
kortere baktijden
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, strepe-
rig).
Te veel vocht in het deeg. Minder vocht gebruiken. Houd de mixtij-
den aan, met name als u mixers gebruikt
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Stel een hogere oventemperatuur in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
De cake wordt niet ge-
lijkmatig bruin.
Te hoge oventemperatuur en
te korte baktijd
De oventemperatuur lager instellen en de
baktijd verlengen
De cake wordt niet ge-
lijkmatig bruin.
Geen gelijkmatig mengsel. Het deeg gelijkmatig over de bakplaat ver-
delen.
De cake wordt niet
gaar binnen de aange-
geven baktijd.
Te lage temperatuur. Stel de oventemperatuur iets hoger in
Bakken
Ovenniveaus
Bakken met Boven + onderwarmte is slechts op één niveau mogelijk.
Bij het bakken met Multi hetelucht , kunt u tot op 3 nivo's tegelijk bakken in de oven.
Nuttige aanwijzingen en tips
25
Baktabellen
Bakken in bakblikken (op één niveau)
Type van bakken Ovenfunctie Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Tulband of brioche Multi hetelucht 1 150 - 160 0:50 - 1:10
Moskovisch gebak/vruchten-
cake
Multi hetelucht 1 140 - 160 1:10 - 1:30
Cake, zacht Multi hetelucht 1 140 0:25 - 0:40
Cake, zacht Boven + onder-
warmte
1 160 0:25 - 0:40
Taartbodem van zandtaart-
deeg
1)
Multi hetelucht 3 170 - 180 0:10 - 0:25
Taartbodem - roerdeeg Multi hetelucht 3 150 - 170 0:20 - 0:25
Dichte appeltaart Boven + onder-
warmte
1 170 - 190 0:50 - 1:00
Appeltaart (2 vormen Ø 20
cm, diagonaal geplaatst)
Multi hetelucht 1 160 1:10 - 1:30
Appeltaart (2 vormen Ø 20
cm, diagonaal geplaatst)
Boven + onder-
warmte
1 180 1:10 - 1:30
Hartige taarten (b.v. quiche) Multi hetelucht 1 160 - 180 0:30 - 1:10
Kwarktaart Boven + onder-
warmte
1 170 - 190 1:00 - 1:30
1) Oven voorverwarmen
Cakes/pastei/broden op bakblik (één niveau)
Type van bakken Ovenfunctie Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Vlechtbrood/gistkrans Boven + onder-
warmte
3 170 - 190 0:30 - 0:40
Kerststol
1)
Boven + onder-
warmte
3 160 - 180 0:40 -1:00
Brood (roggebrood)
1)
- Eerst
- Vervolgens
Boven + onder-
warmte
1 -
230
160 - 180
-
0:25
0:30 - 1:00
Roomsoezen/tompoezen
1)
Boven + onder-
warmte
3 160 - 170 0:15 - 0:30
Opgerolde cake met jam
1)
Boven + onder-
warmte
3 180 - 200 0:10 - 0:20
Kruimeltaart, droog Multi hetelucht 3 150 - 160 0:20 - 0:40
Boter-/Amandelcake/Suiker-
koek
1)
Boven + onder-
warmte
3 190 - 210 0:15 - 0:30
Vruchtentaart bereid met
gistdeeg/roerdeeg
2)
Multi hetelucht 3 150 0:35 - 0:50
26 Nuttige aanwijzingen en tips
Type van bakken Ovenfunctie Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Vruchtentaart bereid met
gistdeeg/roerdeeg
2)
Boven + onder-
warmte
3 170 0:35 - 0:50
Fruittaart met zandtaartdeeg Multi hetelucht 3 160 - 170 0:40 - 1:20
Plaatkoek met kwetsbare gar-
nering (bijvoorbeeld kwark,
room, puddingvulling)
1)
Boven + onder-
warmte
3 160 - 180 0:40 - 1:20
Pizza (met veel garnering)
1)2)
Multi hetelucht 1 180 - 200 0:30 - 1:00
Pizza (dun)
1)
Multi hetelucht 1 200 - 220 0:10 - 0:25
Ongedesemd brood Multi hetelucht 1 200 - 220 0:08 - 0:15
Muffins Multi hetelucht 1 180 - 200 0:35 - 0:50
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik diepe braadpan
Koekjes (één niveau)
Type van bakken Ovenfunctie Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Koekjes Multi hetelucht 3 150 - 160 0:06 - 0:20
Spritsgebak Multi hetelucht 3 140 0:20 - 0:30
Spritsgebak
1)
Boven + onder-
warmte
3 160 0:20 - 0:30
Roerdeegkoekjes Multi hetelucht 3 150 - 160 0:15 - 0:20
Eiwitgebak, schuimgebak Multi hetelucht 3 80 - 100 2:00 - 2:30
Bitterkoekjes Multi hetelucht 3 100 - 120 0:30 - 0:60
Klein gerezen gebak Multi hetelucht 3 150 - 160 0:20 - 0:40
Klein bladerdeeggebak
1)
Multi hetelucht 3 170 -180 0:20 - 0:30
Broodjes
1)
Multi hetelucht 3 160 0:20 - 0:35
Broodjes
1)
Boven + onder-
warmte
3 180 0:20 - 0:35
Kleine cakes (20 stuks/bak-
plaat)
1)
Multi hetelucht 3 140 0:20 - 0:30
Kleine cakes (20 stuks/bak-
plaat)
1)
Boven + onder-
warmte
3 170 0:20 - 0:30
1) Oven voorverwarmen
Baking op meerdere ovenniveaus met Multi hetelucht (Cakes/gebak/brood)
Type van bakken 2 niveaus 3 niveaus Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Roomsoezen/tompoezen
1)
1 / 4 --- 160 - 180 0:35 - 0:60
Kruimeltaart, droog 1 / 3 --- 140 - 160 0:30 - 0:60
Zandkoekjes 1 / 3 1 / 3 / 5 150 - 160 0:15 - 0:35
Nuttige aanwijzingen en tips 27
Type van bakken 2 niveaus 3 niveaus Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Spritsgebak 1 / 3 1 / 3 / 5 140 0:20 - 0:60
Roerdeegkoekjes 1 / 3 --- 160 - 170 0:25 - 0:40
Eiwitgebak, schuimgebak 1 / 3 --- 80 - 100 2:10 - 2:50
Bitterkoekjes 1 / 3 --- 100 - 120 0:40 - 1:20
Klein gerezen gebak 1 / 3 --- 160 - 170 0:30 - 0:60
Bladerdeeg 1 / 3 --- 170 - 180 0:30 - 0:50
Broodjes 1 / 4 --- 160 0:30 - 0:45
Kleine cakes (20 stuks/bak-
plaat)
1)
1 / 4 --- 140 0:25 - 0:40
1) Oven voorverwarmen
Braden
Braadservies
Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden of op een rooster met bo-
ven een braadpan. (Indien aanwezig)
Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel
braden.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel.
Braden van vlees en vis met een gewicht van meer dan 1 kg.
Giet een beetje water op de roosterplaat om het inbranden van vrijkomende vleessappen
of vet te voorkomen.
Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de bereidingstijd) omkeren.
Voor een optimaal resultaat grote braadstukken en gevogelte tijdens de bereiding meer-
maals met braadvocht begieten.
Zet de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit, om te profiteren van de
restwarmte.
Tabel braadstukken
Rundsvlees
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Stoofvlees 1 – 1,5
kg
Boven + onder-
warmte
1 200 - 250 2:00 - 2:30
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
28 Nuttige aanwijzingen en tips
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
- van binnen rood
1)
per cm
dikte
Circulatiegrill 1 190 - 200 0:05 - 0:06
- van binnen roze (medi-
um)
per cm
dikte
Circulatiegrill 1 180 - 190 0:06 - 0:08
- doorbakken (well done) per cm
dikte
Circulatiegrill 1 170 - 180 0:08 - 0:10
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Schouderstuk, nekstuk,
ham
1 – 1,5
kg
Circulatiegrill 1 160 - 180 1:30 - 2:00
Varkenskarbonades 1 – 1,5
kg
Circulatiegrill 1 170 - 180 1:00 - 1:30
Gehaktbrood 750 g -
1 kg
Circulatiegrill 1 160 - 170 0:45 - 1:00
Varkenshaas (voorgekookt) 750 g -
1 kg
Circulatiegrill 1 150 - 170 1:30 - 2:00
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Kalfsbraadstuk 1 kg Circulatiegrill 1 160 - 180 1:30 - 2:00
Kalfsbout 1,5 – 2
kg
Circulatiegrill 1 160 - 180 2:00 - 2:30
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Lamsbout, lamsbraadstuk 1 – 1,5
kg
Circulatiegrill 1 150 - 170 1:15 - 2:00
Lamsrug 1 – 1,5
kg
Circulatiegrill 1 160 - 180 1:00 - 1:30
Wild
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Hazenrug, hazenbout
1)
tot 1 kg Boven + onder-
warmte
3 220 - 250 0:25 - 0:40
Wildlendestuk 1,5-2 kg Boven + onder-
warmte
1 210 - 220 1:15 - 1:45
Nuttige aanwijzingen en tips 29
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Wildpoot 1,5 – 2
kg
Boven + onder-
warmte
1 200 - 210 1:30 - 2:15
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Stukken gevogelte per
200-250
g
Circulatiegrill 1 200 - 220 0:35 - 0:50
Halve kip per
400-500
g
Circulatiegrill 1 190 - 210 0:35 - 0:50
Gevogelte 1 – 1,5
kg
Circulatiegrill 1 190 - 210 0:45 - 1:15
Eend 1,5 – 2
kg
Circulatiegrill 1 180 - 200 1:15 - 1:45
Gans 3,5 – 5
kg
Circulatiegrill 1 160 - 180 2:30 - 3:30
Kalkoen 2,5 – 3,5
kg
Circulatiegrill 1 160 - 180 1:45 - 2:30
Kalkoen 4 – 6 kg Circulatiegrill 1 140 - 160 2:30 - 4:00
Vis - gestoomd
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Ni-
veau
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Vis, heel 1 – 1,5
kg
Boven + onder-
warmte
1 210 - 220 0:45 - 1:15
Tabellen voor vleesthermometer
Rundsvlees
Gerecht Kerntemperatuur
Biefstuk
- van binnen rood (rare) 45 – 50 °C
- van binnen roze (medium) 60 – 65 °C
- doorbakken (well done) 75 – 80 °C
Varkensvlees
Gerecht Kerntemperatuur
Fricandeau, hamlap 80 – 82 °C
Kotelet (rug) 75 – 80 °C
30 Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht Kerntemperatuur
Gehaktbrood 75 – 80 °C
Kalfsvlees
Gerecht Kerntemperatuur
Kalfsbraadstuk 75 – 80 °C
Kalfsbout 85 – 90 °C
Schapenvlees/Lamsvlees
Gerecht Kerntemperatuur
Schapenbout 80 – 85 °C
Schapenrug 80 – 85 °C
Lamsbout, lamsbraadstuk 75 – 80 °C
Wild
Gerecht Kerntemperatuur
Hazerug 70 – 75 °C
Hazenpoot, hazenbout 70 – 75 °C
Gehele haas 70 – 75 °C
Reerug, hertenrug 70 – 75 °C
Reebout, hertenbout 70 – 75 °C
Grillen
Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
Bakplaat op inzetniveau plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op het eerste inzetniveau.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Grilltabel
Gerecht Niveau
Grilltijd
1e kant 2e kant
Gehaktballen 4 8 - 10 min. 6 - 8 min.
Varkenshaas 4 10 - 12 min. 6 - 10 min.
Worstjes 4 8 - 10 min. 6 - 8 min.
Runderfilet, kalfsbiefstukken 4 6 - 7 min. 5 - 6 min.
Ossenhaas, rosbief (ca. 1 kg) 3 10 - 12 min. 10 - 12 min.
Nuttige aanwijzingen en tips 31
Gerecht Niveau
Grilltijd
1e kant 2e kant
Geroosterd brood
1)
3 4 - 6 min. 3 - 5 min.
Sandwiches 3 6 - 8 min. ---
1) zonder voorverwarmen
Draaispit
Schotel
Hoeveelheid
kg
Functie
Temperatuur
°C
Grilltijd
u:min
1 kip ong. 1 kg Grill klein met
draaispit
240 1:00 - 1:10
2 kip per 1 kg Grill groot met
draaispit
240 1:15 - 1:20
1 eend 1,5 – 2 kg Grill klein met
draaispit
240 1:20 - 1:40
Varkensvleesrolla-
de
1 Grill klein met
draaispit
240 1:45 - 2:15
Varkensschenkel
(30 min. voorge-
kookt)
1 – 1,3 kg Grill klein met
draaispit
240 2:00 - 2:30
Lage Temp.
Gebruik deze functie voor het bereiden van zachte, magere stukken vlees en vis.
De oven bereikt de ingestelde temperatuur en er klinkt een signaal. Daarna wordt de oven
automatisch omgeschakeld naar een lagere temperatuur.
Altijd zonder deksel garen als u gebruikmaakt van de functie Lage Temp. .
1. Het braadstuk in de pan heel heet aanbraden.
2. Plaats het vlees in een braadschaal of direct op het rooster. Zet de plaat onder het roos-
ter om vet op te vangen.
3. Stel de ovenfunctie Lage Temp. in, wijzig de temperatuur indien nodig en laat gaar wor-
den (zie tabel).
U kunt niet Lage Temp. in combinatie met de klokfuncties gebruiken: Bereidingsduur en
Einde.
Tabel Lage temperatuur garen .
Gerecht Hoeveelheid
(g)
Instelling Niveau Totale tijdsduur
(minuten)
Biefstuk 1000 - 1500 150 °C 1 90 - 110
Ossenhaas, lamsvlees 1000 - 1500 150 °C 3 90 - 110
Kalfsbraadstuk 1000 - 1500 150 °C 1 100 - 120
32 Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht Hoeveelheid
(g)
Instelling Niveau Totale tijdsduur
(minuten)
Steaks 200 - 300 120 °C 3 20 - 30
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te
bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreinigingen laten zich dan het
makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm sop-
je en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Hierdoor kan de
antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd!
Pyrolytische reiniging
Verwijder alle onderdelen van de oven.
De pyrolytische reinigingsprocedure kan niet worden gestart:
Als u de inschuifrails of de telescopische geleiders (indien aanwezig) niet verwijdert.
Als u de ovendeur niet juist sluit.
Als u de de stekker van de kerntemperatuursensor niet uit het stopcontact haalt.
Als de pyrolytische reiniging start, wordt de deur van het apparaat vergrendeld. Als de func-
tie klaar is, wordt de deur vergrendeld voor de afkoelfase. Sommige apparaatfuncties zijn
tijdens de afkoelfase niet beschikbaar.
WAARSCHUWING!
Als de pyrolytische reiniging eindigt, is het apparaat erg heet. Laat het apparaat afkoelen.
Gevaar voor brandwonden!
Pyrolytische reiniging:
1. Grof vuil dient handmatig verwijderd te worden.
Onderhoud en reiniging
33
2. Activeer de Pyrolyse -functie in het hoofdmenu.
3. De lengte van de procedure instellen:
Kort - 1uur voor een lage vuilgraad,
Normaal - 1uur en 30 minuten voor een normale vuilgraad,
Intensief - 2 uur en 30 minuten voor een hoge vuilgraad.
4. Druk op OK om te bevestigen.
Reinigingsassistent
Geeft nuttige informatie en richtlijnen voor het reinigen start. Raadpleeg het menuover-
zicht.
Reinigingsherinnering
Herinnert u eraan dat u de oven moet schoonmaken. Toont het bericht op het display nadat
het apparaat enige uren in gebruik is.
Ovendeur en glasplaten
Verwijder de ovendeur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Uitnemen van de ovendeur
1. Zet de ovendeur helemaal open.
2. Til de hendels (A) op de twee scharnieren
volledig omhoog.
3. Sluit de ovendeur in de eerste openings-
stand (ca. 45°).
4. Pak de ovendeur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder een
opwaartse hoek van de oven weg.
5. U kunt de binnenste ruiten nu verwijderen
om schoon te maken.
Om de deur te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde.
Het aantal glazen ruitjes is afhankelijk van het model.
LET OP!
Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om kras-
sen te voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de ruitjes
1. Verwijder de deur.
A
A
34 Onderhoud en reiniging
2. Deur t (B) aan de bovenkant van de deur
aan beide kanten vastpakken en naar bin-
nen drukken om de klemsluiting te ont-
grendelen.
3. Trek de deur t naar voor om deze te ver-
wijderen.
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant vast
en trek deze een voor een omhoog uit de
geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde. Plaats de klein-
ste glasplaat eerst en vervolgens de grotere
glasplaten.
Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit de
zijwand.
2. Trek de inschuifrails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de inschuifrails te installeren volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen!
B
2
1
Onderhoud en reiniging 35
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel de oven uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast of schakel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van de oven om het ovenlampje en het afdekglaasje te bescher-
men.
Het ovenlampje vervangen
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de ovenlamp met de relevante tegen 300°C warmte bestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
Het ovenlampje vervangen:
1. U kunt de afdekking van het lampglas aan de linkerkant van de binnenruimte vinden.
Verwijder de inschuifrails aan de linkerkant.
2. Gebruik een smal, stomp voorwerp (bij-
voorbeeld een theelepel) om het afdek-
glas te verwijderen. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de ovenlamp zo nodig met de
relevante tegen 300°C warmte bestendi-
ge ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
5. Installeer de inschuifrails aan de linker-
kant.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
36 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet
warm
De oven staat uit. Schakel de oven in.
De oven wordt niet
warm
De benodigde kookstanden zijn
niet ingesteld
Controleer de instellingen.
De oven wordt niet
warm
De zekering in de zekeringkast is
doorgebrand.
Controleer de zekering.
Als de zekering meer dan een keer
doorslaat, raadpleegt u een be-
voegde elektricien.
Op het display verschijnt
F11
De stekker van de vleesthermome-
ter is niet goed in de aansluiting
gestoken.
Steek de stekker van de vleesther-
mometer zover mogelijk naar bin-
nen.
Het ovenlampje brandt
niet
Het ovenlampje is kapot. Zie "Het ovenlampje vervangen".
Het draaispit draait niet Het draaispit is niet juist in de
draaispitopening geplaatst
Zie "Draaispit"
Het display toont een
foutcode die niet in deze
lijst voorkomt
Er is een elektronicafout Schakel het apparaat uit via de
huiszekering of de veiligheids-
schakelaar in de zekeringkast
en schakel deze weer in
Neem contact op met de klan-
tenservice, wanneer de foutco-
de opnieuw wordt weergege-
ven
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje be-
vindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Milieubescherming
37
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder-
delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpak-
kingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
38
39
www.aeg-electrolux.com/shop 892945005-C-402010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Aeg-Electrolux BY9004000M SMART Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor