ProForm PETL99714 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PETL99714.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT;
Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
www.iconeurope.com
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................16
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN ......................................21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw
dit product inbegrepen. Plak de sticker op de aange-
geven plaats over de Engelse waarschuwing heen.
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn
op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg
de laatste pagina van deze handleiding wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag
om een vervangende sticker. Plak de sticker op
de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s)
worden niet op ware grootte weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig oefenprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen van boven de 35
jaar, of voor personen met reeds bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de
loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van
de loopband. Zorg ervoor dat de loopband
geen enkele luchtopening blokkeert. Leg een
matje onder de loopband om uw vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof beheerd
wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen door mensen die 150
kg of minder wegen, gebruikt worden.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd gymschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, met alleen sokken aan
of met sandalen.
12. Steek, wanneer u een stroomsnoer gebruikt,
het stroomsnoer alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 16). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 22 als de loopband niet goed
werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gebruikt
(raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op pagina 18).
17. Start de loopband nooit wanneer u op het
loopvlak staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
18. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
4
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder de
beweging van de gebruiker, kunnen invloed
hebben op de nauwkeurigheid van de metin-
gen. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
het oefenen.
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk
de schakelaar in de uit-stand (zie de tekening
op pagina 5 voor de locatie van de schake-
laar) en haal de stekker van de loopband uit
het stopcontact wanneer deze niet wordt
gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE
op pagina 7 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN
VERPLAATSEN op pagina 21.) U moet in
staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen tillen
om de loopband te verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het
verplaatsen van de loopband de opberg-
vergrendeling het onderstel stevig in de
opbergstand houdt.
23. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
24. Steek geen enkel onderwerp in welke ope-
ning dan ook van de loopband.
25. Controleer regelmatig alle (onder)delen en
draai ze dan goed vast.
26. GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschreven
in deze handleiding. Verwijder de motorkap
nooit tenzij een erkende onderhoudsmon-
teur dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de
procedures in deze handleiding, dient uitslui-
tend door een erkende onderhoudsmonteur
uitgevoerd te worden.
27. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of de
dood leiden. Stop onmiddellijk en begin met
af te koelen als u tijdens het oefenen uitgeput
raakt of pijn voelt.
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM
®
ENDURANCE S9-loopband. De
ENDURANCE S9 loopband kent een indrukwekkende
reeks mogelijkheden die ontwikkeld zijn om uw oefenin-
gen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Handleuning
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Schakelaar
Loopband
Motorkap
Wiel
Voetleuning
Ruststandrol
Bijstelschroeven
Kussens van het loopvlak
Hartslagmonitor
Lengte: 185 cm
Breedte: 91 cm
VOORDAT U BEGINT
6
3/8" x 4" Schroef (7)–6
5/16" Sterring
(11)–8
3/8" Sterring
(13)–6
#8 x 1/2" Schroef
(1)–8
#8 x 1/2" Zilver
Schroef (10)–1
1/4" Sterring
(26)–4
#8 x 3/4" Schroef
(4)–8
5/16" x 2 1/4" Schroef (28)–4
5/16" x 1 3/4" Bout (41)–1
5/16" x 1 1/4" Schroef
(5)–2
5/16" x 3/4"
Schroef (6)–2
5/16" x 2 1/4"
Schouderbout (62)–1
5/16" x 1 3/4" Schroef
(9)–2
5/16" Moer
(63)–2
Tussenstuk van de
Vergrendeling
(100)–2
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Na het verzenden, kan er een vettige substan-
tie op de buitenkant van de loopband zitten. Dit
is normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan weg
met een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right.”
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
Bij het monteren heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
een kruiskopschroevendraaier
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
8
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Druk een Basiskapje (74) in elke kant van het
Basis (94).
Zoek naar de Linker Staander (90). Laat een
tweede persoon de Linker Staander naast de
Basis (94) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de bind-
draad in de Rechter Staander (90) goed rond
het uiteinde van de Draad van de Staander (81)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in
het onderste uiteinde van de Rechter Staander
terwijl u het andere uiteinde van het binddraad
door de Rechter Staander trekt.
3. Leg de Rechter Staander (90) tegen de Basis
(94). Plaats de Doorvoerhuls (77) in het vier-
kante gat in de Rechter Staander. Zorg ervoor
dat de aardingsdraad niet bekneld raakt.
Bevestig vervolgens de Aardingsdraad aan
de Rechter Staander (90) met een #8 x 1/2"
Zilveren Schroef (10).
94
94
90
90
81
10
90
Draad
Bandje
Binddraad
2
3
81
77
Aarding
Draad
74
74
Vierkant
Gat
9
4. Houd de Rechter Staander (90) tegen de Basis
(94). Zorg dat u de bedrading niet beklemt.
Draai nog eens twee 3/8" x 4" Schroeven (7)
gedeeltelijk met twee 3/8" Sterringen (13) in
de Rechter Staander en de Basis; draai de
Schroeven nog niet volledig vast.
Maak de Linker Handleuning (niet afgebeeld)
op dezelfde manier vast. Aandacht: er zijn
geen draden aan de linkerkant.
90
4
7
13
94
Draden
5. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van de Basis
(82, 83). Schuif de Linker en Rechter Kapjes van
de Basis op de Linker en Rechter Staanders (89,
90) zoals afgebeeld.
83
90
82
89
5
10
6. Zoek de Rechterhandleuning (84).
Bevestig de Rechter Handleuning (84) op de
Rechter Staander (90) met twee 5/16" x 2 1/4"
Schroeven (28) en twee 5/16" Sterringen
(11). Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (81) niet bekneld raakt. Draai beide
Schroeven aan en draai ze vast.
Maak de Linker Handleuning (niet getoond)
op dezelfde manier aan de Linker Staander
(niet getoond) vast. Aandacht: er zijn geen
draden aan de linkerkant.
11
81
84
28
6
90
64
36
2
7
7. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel
(64) naar beneden gericht op een zacht
oppervlak om krassen op de Basis van het
Bedieningspaneel te voorkomen. Til de Basis
van het Bedieningspaneel niet omhoog aan
de sensorgrepen.
Verwijder en bewaar de vier 1/4" x 1/2"
Schroeven (2).
Zoek naar de Linker Houder (36). Maak de
Linker Houder vast met vier #8 x 1/2" Schroeven
(1).
Maak de Rechter Houder (27) op dezelfde
manier vast.
2
1
27
1
Handgrepen
11
8. Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning
(84) en de Linker Handleuning (niet getoond)
vast.
Raadpleeg de inzet-tekening. Verbind de
Draad van de Staander (81) met de draad van
het bedieningspaneel. De connectoren moe-
ten makkelijk samen moeten glijden en op
hun plaats moeten klikken. Draai aan een
van de connectoren en probeer het opnieuw
als dit niet gebeurt. ALS U DE CONNEC-
TOREN NIET GOED AANSLUIT KAN HET
BEDIENINGSPANEEL, ALS DE STROOM
INGESCHAKELD WORDT, BESCHADIGD
RAKEN. Verwijder de binddraad uit de Draad
van de Staander.
8
Bedieningspaneel
81
Bind-
draad
Draad
van het
Bedienings-
paneel
81
84
9. Zet het bedieningspaneel op de Linker en
Rechter Handleuningen (84, 85). Zorg ervoor
dat de draden niet gekneld raken. Steek het
overschot aan Draad van de Staander (81) in de
Rechter Staander (90).
Bevestig het bedieningspaneel op de beugels
op de Handleuningen (84, 85) met de vier 1/4"
x 1/2" Schroeven (2) die u heeft verwijderd in
stap 7 en vier 1/4" Sterringen (26). Maak de
Schroeven nog niet vast.
9
90
Bedieningspaneel
2
2
81
85
84
26
26
Draad
van het
Bedienings-
paneel
12
10. Bevestig het bedieningspaneel met twee 5/16"
x 1 1/4" Schroeven (5), twee 5/16" x 1 3/4"
Schroeven (9) en vier 5/16" Sterringen (11).
Begin alle vier de Schroeven aan te draaien
en draai ze daarna vast.
10
9
Bedieningspaneel
Montage
11
11. Bevestig de Linker en Rechter Kapjes van
de Handleuningen (31, 87) met zes 8" x 3/4"
Schroeven (4). Zorg dat u de Schroeven niet
te vast draait.
11
87
31
4
11
11
5
4
9
5
13
12. Schuif de Rechter en Linker Handleunings-
grepen (8, 79) op de Kapjes van de Linker en
Rechter Handleuning (niet afgebeeld). Maak de
Handleuningsgrepen vast met twee #8 x 3/4"
Schroeven (4). Zorg dat u de Schroeven niet
te vast draait.
12
79
8
4
4
13. Draai dan alle zes de 3/8" x 4" Schroeven (7)
vast. Schuif vervolgens de Linker en Rechter
Kapjes van de Basis (82, 83) omlaag.
7
7
82
83
13
14
14 . Aandacht: indien het is gemonteerd op een
glad oppervlak, dan kan de loopband naar
voren rollen tijdens deze stap.
Til het Onderstel (56) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 16 voltooid is.
Draai de Vergrendelingsdwarsstang (98) zoals
afgebeeld. Zorg ervoor dat de sticker “This
side toward belt” (deze kant naar de band)
(A) gericht is naar de loopband. Bevestig de
Vergrendelingdwarsstang aan de beugels op het
Onderstel (56) met twee 5/16" x 3/4" Schroeven
(6).
56
98
A
6
6
Beugels
14
15. Draai de Opbergvergrendeling (99) zodanig dat
de stickers weg van de loopband wijzen zoals
afgebeeld.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (99) in de beugel op de
Basis (94) met een 5/16" x 1 3/4" Bout (41), twee
Vergrendelingstussenstukken (100) en een 5/16"
Moer (63), zoals afgebeeld.
Breng de Opbergvergrendeling (99) naar een
verticale positie. Verwijder het binddraad van de
bovenkant van de Opbergvergrendeling.
94
99
41
Stickers
63
100
Bandje
15
15
17. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedek-
king te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Bewaar
de meegeleverde inbussleutels op een veilige plaats. De inbussleutel is voor het bijstellen van de band (zie
paginas 23 en pagina 24). Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
16. Maak het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (99) vast aan de beugel op
de Vergrendelingsdwarsstang (98) met een 5/16"
x 2 1/4" Schouderbout (62) en een 5/16" Moer
(63).
Breng het Onderstel (56) omlaag (zie HOE
DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK op pagina 21).
98
62
56
63
99
16
16
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
17
ETPE99714
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het
bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
indrukwekkende reeks functies die zijn ontwikkeld om
uw oefeningen effectiever en prettiger te maken. U kunt
de snelheid en de helling van de loopband door de
druk op een toets veranderen wanneer u de handma-
tige instelling gebruikt. Het bedieningspaneel zal tijdens
het oefenen meteen feedback aangeven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door de handgreep met hartslagmo-
nitor te gebruiken.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Iedere oefening
regelt automatisch de snelheid en de helling van de
loopband terwijl u door een effectieve oefensessie
geleid wordt.
U kunt zelfs, terwijl u oefent, via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel naar uw favoriete oefening
muziek of audioboek luisteren.
Om hoe het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina
18. Om de handmatige instelling te gebruiken,
kijkt u op pagina 18. Om een vooraf ingestelde
oefening te gebruiken, zie pagina 19. Voor gebruik
van de informatie-instelling kijkt u op pagina 20. Om
het geluidssysteem te gebruiken, zie pagina 20.
Aandacht: het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie DE INFORMATIE
MODUS op pagina 20. Om het eenvoudig te hou-
den, verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar
kilometers.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voor-
komen. De eerste keer dat u de loopband gebruikt,
dient u de uitlijning van de loopband te bestude-
ren en het midden van de loopband aan te passen
indien dit nodig is (zie pagina 24).
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
18
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat de loopband, wanneer deze aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit
inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u de displays
van het bedieningspaneel of andere elektrische
componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer
weer in het stopcontact (zie
pagina 16). Zoek vervol-
gens naar de schakelaar op
het onderstel van de loop-
band bij het stroomsnoer.
Druk de schakelaar in de
reset-stand.
Ga vervolgens op
de voetleuning van
de loopband staan.
Zoek naar de clip die
aan de sleutel vastzit
en schuif de clip aan
de tailleband van
uw kleding. Steek
dan de sleutel in het
bedieningspaneel.
Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK:
Bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van
het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband
vertraagt en tot stilstand komt. Test de klip door
voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten.
Stel de lengte van de klip bij als de sleutel niet uit
het bedieningspaneel komt.
HET GEBRUIKEN VAN DE HANDMATIGE MODUS
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige
modus geselecteerd. Indien een vooraf ingestelde
oefening is geselecteerd, drukt u op de toets
Manual (Handmatig) om de handmatige instelling
opnieuw te selecteren.
3. Start de loopband.
Druk, om de loopband te starten, op de Starttoets,
de Speed (Snelheidstoename) toets, of op een van
de Quick Speed (Snelheidtoetsen), genummerd
van 2 t/m 20.
Als de toets Start of Speed (Snelheid verhogen)
wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 Km/u. U kunt
tijdens de oefening de snelheid van de loopband
naar wens veranderen door te drukken op de
toetsen Speed (Snelheid Verhogen en Verlagen).
Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de
snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als
u een toets ingedrukt houdt verandert de snel-
heid met stapjes van 0,5 Km/u. Aandacht: na het
drukken op de toets kan het even duren voordat
de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling
bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde toetsen
Quick Speed, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk worden aangepast tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op de
toets Start of op de toets Speed (snelheid verho-
gen) om de loopband opnieuw te starten.
4. Verander desgewenst de helling van de
loopband
Om de helling van de loopband aan te passen,
drukt u op de toetsen Incline (helling verhogen of
verlagen), of op een van de toetsen Quick incline
(Snelle helling) genummerd van 0 tot 10. Elke keer
als u op een van de toetsen drukt, zal de helling
geleidelijk veranderen tot de geselecteerde helling-
instelling is bereikt.
Reset
ETPE99714
Sleutel
Clip
19
5. Volg uw voortgang op de displays.
Incline/Calories (Helling/Calorieënweergave)
Deze weergave toont de hellingsinstelling gedu-
rende enkele seconde, iedere keer wanneer u de
helling wijzig. Dit scherm zal bij benadering het
aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
Time/Distance (Tijd/Afstandweergave)—In de
handmatige instelling toont deze weergave de ver-
lopen tijd. De display zal wanneer u een oefening
kiest, de resterende tijd in de oefening weergeven
in plaats van de verlopen tijd. Deze weergave geeft
ook de afstand weer die u heeft gelopen of gerend.
Heart Rate/Speed (Hartslag/
Snelheidsweergave)—Deze weergave toont uw
hartslag als u de handgreep van de hartslagmonitor
gebruikt. Deze weergave toont ook de snelheid van
de loopband.
Om de display te resetten drukt u op de toets Stop,
haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er
weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep
hartslagmoni-
tor gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten
op de sensor-
stang. Zorg er
ook voor dat
uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
contactpunten op uw handpalmen vast – beweeg
uw handen niet. Wanneer uw hartslag wordt gede-
tecteerd, verschijnen er streepjes op de display
en daarna wordt uw hartslag getoond. Voor de
meest nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de
contactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
verschillende
snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband af op nul. De
helling van de loopband moet op nul procent
staan wanneer u de loopband opvouwt in de
opbergstand anders kan de loopband bescha-
digd worden. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk de stroomschakelaar in de uit-stand en trek
het snoer uit als u klaar bent met de loopband.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Kies een ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de toets Calorie, Intensity
(Intensiteit) of Speed (Snelheid) om een oefening te
kiezen of herhaaldelijk op de toets Incline (Helling)
totdat de gewenste oefening op het scherm
verschijnt.
As u een vooraf ingestelde oefening selecteert,
zal de display de duur, de maximale helling en de
maximale snelheid van de oefening weergeven.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of Speed
(Snelheidstoename) om met de oefening te begin-
nen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefe-
ning. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Contactpunten
20
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
snelheids- en één hellinginstelling voor elk segment
geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde snelheids-
en/of hellinginstelling kan voor opeenvolgende
segmenten geprogrammeerd worden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Speed (Snelheid) en Incline (Helling),
als het volgende segment van de oefening
begint, dan zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de snelheid en hellinginstellin-
gen voor het volgende segment.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. De tijd zal op de display
knipperen. Druk op de toets Start of Speed
(Snelheidstoename) om de oefening te hervatten.
De loopband zal met een snelheid van 2 km/u
beginnen te draaien. Echter, als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid- en
hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 19.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 19.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 19.
DE INFORMATIE MODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de totale afstand die de loopband heeft afgelegd
en het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt,
bijhoudt. Met de informatie-instelling kunt u ook kilome-
ters of mijlen instellen als meeteenheid.
Houd de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt en laat dan de toets Stop los
om de informatie instelling te kiezen. De volgende in-
formatie zal weergegeven worden wanneer de informa-
tie instelling gekozen is:
De Incline/Calories (Helling/
Calorie) weergave toont het
aantal uren dat de loopband
is gebruikt.
De Time/Distance (Tijd/
Afstand) weergave zal het
totaal aantal kilometers of
mijlen dat de loopband ge-
draaid heeft, aangeven.
Een “E” voor Engelse mijlen
of een “M” voor metrische
kilometers zal in de Heart
Rate/Speed (Hartslag/
Snelheid) weergave verschij-
nen. Druk op de toets Speed
(Snelheidstoename) om naar wens de meeteenheid te
wijzigen.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor-
matie instelling te verlaten.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Steek een 3,5 mm mannelijk tot 3,5 mm mannelijk
audiokabel (niet meegeleverd) in het contact op zowel
het bedieningspaneel als in uw MP3-speler, CD-speler
of andere eigen audio-speler om via het geluidssys-
teem van het bedieningspaneel muziek of audioboeken
af te spelen; zorg ervoor dat de audiokabel volledig
ingestoken is. Aandacht: ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw
eigen audio-speler. Pas het volume
aan met de toetsen Volume
(Volume verhogen en verlagen) op
het bedieningspaneel of de volu-
meregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
21
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u
moet in staat zijn om veilig 20 kg te kunnen optil-
len, om de loopband op te tillen, neer te laten of te
verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet bij de plastic
voetleuningen vast. Buig uw benen en houd uw
rug recht als u het onderstel omhoog houdt,
halverwege tot de verticale stand.
2. Til het onderstel omhoog op tot de vergrendelings-
knop in de opbergstand vastklikt. OPGELET: zorg
ervoor dat de vergrendelingsknop vastklikt.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur meer dan
30° C is.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
op te klappen zoals aan de linkerkant staat beschre-
ven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achteren totdat de
loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband
voorzichtig naar de gewenste plaats. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te laten leunen, trek niet aan het onder-
stel en verplaats de loopband niet over een
oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK
1. Druk op het
bovenste uiteinde
van het onderstel
van de loopband
met uw han-
den, druk op de
opbergvergrende-
ling met uw voet
in de aangegeven
locatie en laat het
onderstel zakken
op de vloer.
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN
Onderstel
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
1
Vergrendeling
2
Onderstel
Vergren-
delings-
knop
1
22
ONDERHOUD
Reinig de loopband regelmatig en houd het loopop-
pervlak schoon en droog. Druk eerst de schakelaar
op de stand uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact. Gebruik een vochtige doek en een paar druppels
milde zeep om de buitenste delen van de loopband te
reinigen. BELANGRIJK: sproei geen vloeistoffen
direct op de loopband. Om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen dient u vloeistoffen uit de
buurt te houden van het bedieningspaneel. Droog de
loopband vervolgens met een zachte doek.
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen opgelost
worden. Zoek het symptoom dat van toepassing is
en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van deze
handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: de stroom gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten
op een geaard stopcontact (zie pagina 16 ). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen
een 3-conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van 1,5
m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar bij het stroomsnoer op
het onderstel van de loopband. De schakelaar is
doorgeslagen als de schakelaar uitsteekt zoals
afgebeeld. Om de schakelaar opnieuw in te stellen,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer
in.
SYMPTOOM: de stroom gaat tijdens gebruik uit
a. Controleer de schakelaar (zie tekening c aan de lin-
kerkant). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht
u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact. Als het is aangesloten op het stopcontact, haal
het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het
weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(4), en draai nauwkeurig de Motorkap (65) eraf.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Reset
Doorgeslagen
c
65
4
4
4
4
a
23
Zoek vervolgens de Bladveerschakelaar (52) en de
Magneet (50) aan de linkerkant van de Katrol (49).
Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Bladveerschakelaar. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3
mm is. Draai de #8 x 3/4" Truss Kopschroef (14)
indien nodig los, verplaats de Bladveerschakelaar
lichtjes en maak de Schroef weer vast. Laat de
loopband een paar minuten draaien om te controle-
ren of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig
de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
SYMPTOOM: de helling van de loopband verandert
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid verho-
gen) in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel
en laat de toetsen Stop en Speed (Snelheid ver-
hogen) dan los. Druk op de toets Stop en druk dan
op de toets Incline (Helling verhogen of verlagen).
De loopband zal automatisch naar het maximum
hellingniveau stijgen en dan naar het minimumni-
veau terugkeren. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw geijkt. Als de helling niet kalibreert, druk
dan op de toets Stop en druk opnieuw op de toets
Incline (Helling vergroten of verkleinen). Als de
helling is gekalibreerd, dient u de sleutel uit het
bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Draai beide bijstelschroe-
ven van de ruststandrol met de inbussleutel een
kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed
vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor
dat de loopband in het midden blijft liggen. Steek
dan het stroomsnoer in, steek de sleutel in en laat
de loopband een paar minuten draaien. Herhaal
deze procedure tot de loopband goed vastligt.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behan-
deld. BELANGRIJK: behandel de band of het
loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot over-
matige slijtage leiden. Als u vermoedt dat de
loopband aanvullende smering nodig heeft, raad-
pleegt u de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
50
14
52
3 mm
49
Boven
Weergave
24
SYMPTOOM: de loopband bevindt zich niet in het
midden tussen de voetleuningen.
BELANGRIJK: als de loopband tegen de
voetleuningen schuurt, kan de loopband
beschadigd raken.
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT. Gebruik de inbussleutel
om de linker schroef van de ruststandrol een halve
slag met de klok mee te draaien als de loopband
naar links verschoven is. Draai de linker schroef
van de ruststandrol een halve slag tegen de klok
in als de loopband naar rechts verschoven is. Zorg
dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat
de loopband een paar minuten lopen. Herhaal deze
procedure tot de loopband goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT. Draai met de inbussleutel
beide bijstelschroeven van de ruststandrol een
kwartslag met de klok mee. Als de loopband goed
vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor
dat de loopband in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in, steek de sleutel in en laat de
loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze
procedure tot de loopband goed vastligt.
a
a
Voetleuningen
25
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
26
1 8 #8 x 1/2" Schroef
2 4 1/4" x 1/2" Schroef
3 2 Kussen van de Basis
4 33 #8 x 3/4" Schroef
5 2 5/16" x 1 1/4" Schroef
6 2 5/16" x 3/4" Schroef
7 6 3/8" x 4" Schroef
8 1 Greep van de Rechter Handleuning
9 2 5/16" x 1 3/4" Schroef
10 9 #8 x 1/2" Zilver Schroef
11 8 5/16" Sterring
12 4 #8 x 1" Tekschroef
13 6 3/8" Sterring
14 11 #8 x 3/4" Truss Kopschroef
15 2 1/4" x 2 1/2" Schroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 1/2" Wielbout
18 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1" Bout
23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
24 2 #8 Sterring
25 4 #8 x 1" Schroef
26 4 1/4" Sterring
27 1 Rechterhouder
28 4 5/16" x 2 1/4" Schroef
29 1 3/8" x 1 3/4" Bout met Inbuskop
30 4 5/16" Platte Tussenring
31 1 Kap van de Rechter Handleuning
32 2 Inzetstuk van de Hellingmotor
33 6 3/8" Klemmoer
34 4 5/16" Moer
35 4 Klein Kussen
36 1 Linkerhouder
37 6 #8 x 5/8" Schroef
38 2 Wiel
39 4 Isolator
40 2 Achtervoet
41 1 5/16" x 1 3/4" Bout
42 1 Linker Voetrail
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopvlak
45 1 Loopband
46 2 Bandgeleider
47 1 Rechter Achterste Poot
48 4 Kabelband
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 1 Magneet
51 1 Clip van de Snelheidsensor
52 1 Bladveerschakelaar
53 2 1/4" x 1 1/4" Schroef
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Motorriem
56 1 Onderstel
57 1 Linker Achterste Poot
58 1 Geaarde Draad van het
Bedieningspaneel
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechter Voetrail
61 1 Ruststandrol
62 1 5/16" x 2 1/4" Schouderbout
63 2 5/16" Moer
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 4 Onderkant van het Kussen
67 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
68 5 Klem van de Kap
69 1 Hellingmotor
70 1 Hellingonderstel
71 2 Tussenring van het Onderstel
72 1 Regulateur
73 1 Plaat van de Regulateur
74 2 Kap van de Basis
75 1 Schakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 1 Doorvoerhuls
78 1 Onderste Kap
79 1 Greep van de Linker Handleuning
80 1 Bedieningspaneel
81 1 Draad van de Staander
82 1 Kap van de Linkerbasis
83 1 Kap van de Rechterbasis
84 1 Rechter Handleuning
85 1 Linker Handleuning
86 2 Kabelband
87 1 Kap van de Linker Handleuning
88 1 Sleutel/klem
89 1 Linker Staander
90 1 Rechter Staander
91 2 Waarschuwingssticker
92 2 Klem van het Bedieningspaneel
93 1 Linker Sensorstang
94 1 Basis
95 1 Linker Sensorkap
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL99714.0 R1213A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
27
96 1 Rechter Sensorstang
97 1 Rechter Sensorkap
98 1 Dwarsstang van de Vergrendeling
99 1 Opbergvergrendeling
100 2 Tussenstuk van de Vergrendeling
101 2 Motorbus
102 1 Filter
103 1 Contactpunt
104 2 Inzetstuk van het Basiskussen
105 1 Ferrietdoos
106 1 Motor-isolator
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
28
54
60
55
23
15
15
42
23
100
10
49
56
34
30
59
23
52
14
51
21
45
48
61
30
34
59
23
43
44
21
53
53
46
19
19
46
37
34
30
59
34
30
59
20
37
10
73
14
57
14
40
40
47
14
14
10
37
37
37
37
50
24
10
14
66
39
35
14
66
39
35
14
66
39
35
14
66
39
35
14
10
10
102
101
6
63
62
6
98
99
63
41
106
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL99714.0 R1213A
29
76
68
75
103
65
72
78
67
67
33
29
69
33
70
16
71
33
33
71
32
4
4
4
68
68
68
68
4
4
4
4
4
4
4
4
4
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL99714.0 R1213A
30
17
17
33
77
81
33
94
22
22
10
105
82
91
7
38
83
89
26
85
11
28
90
84
79
38
91
13
74
7
13
74
12
81
87
26
2
3
3
104
12
2
11
28
8
31
4
4
4
4
5
11
95
93
96
5
11
97
4
4
4
4
9
11
9
11
104
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL99714.0 R1213A
31
25
36
80
18
86
92
92
4
25
27
58
10
64
1
4
4
4
4
4
1
1
1
1
1
1
1
88
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL99714.0 R1213A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr 355110 R1213A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PETL99714 de handleiding

Type
de handleiding