ProForm PETL13015 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met
Serienummer
Modelnr. PETL13015.1
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder) of
neem contact op met de winkel waar
u dit product gekocht heeft wanneer
u nog vragen heeft of wanneer er
onderdelen ontbreken of beschadigd
zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT;
Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
2
Het BLUETOOTH
®
woord-teken en de logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
en worden gebruikt onder licentie. IFIT is een geregistreerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc.
PROFORM is een geregistreerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc.
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie. De
stickers met waarschuwing hier getoond zijn op
de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de voorkant van deze handle-
iding en vraag om een gratis vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Aandacht: de stickers worden mogelijk
niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................18
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschre-
ven is.
4. De loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet in een
commerciële, huur- of instellingsomgeving.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen enkele luchtopening
blokkeert. Leg een matje onder de loop-
band om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen door mensen die niet
meer dan 136 kilo wegen gebruikt worden.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 18). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt.
(Zie ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN op bladzijde 28 als de loopband
niet goed werkt.)
16. Lees de noodstopprocedure grondig door
en test de procedure voordat u de loop-
band gebruikt (raadpleeg HET APPARAAT
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Draag altijd
de clip bij gebruik van de loopband.
17. Sta altijd op de voetleuningen wanneer de
loopband wordt gestart of gestopt. Houd bij
gebruik van de loopband de handleuningen
altijd vast.
18. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
4
19. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende band.
20. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
21. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
22. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel,
zet de schakelaar in de uitstand (zie teke-
ning op bladzijde 5 voor de locatie van de
schakelaar), en haal het stroomsnoer uit
het stopcontact als de loopband niet wordt
gebruikt.
23. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE
op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND
INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op bladzijde
27.) U moet in staat zijn om 20 kilo veilig op
te kunnen tillen om de loopband in te klap-
pen, te laten zakken of te verplaatsen.
24. Bij het vouwen of verschuiven van de
loopband dient u erop te letten dat de
opberg vergrendeling het onderstel stevig in
de opslagstand houdt.
25. Steek geen enkel voorwerp in geen enkele
opening van de loopband.
26. Inspecteer elke keer dat de loopband
gebruikt wordt alle onderdelen en draai ze
goed vast.
27. GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
28. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
PROFORM
®
PERFORMANCE 1500 loopband. De
PERFORMANCE 1500 loopband biedt een aantal
indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw
trainingen thuiseffectiever en leuker te maken. Als u
geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband
opvouwen, waardoor deze minder dan de helft van de
ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees voor uw eigen bestwil deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de loopband gaat
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Noteer het product modelnum-
mer en het serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de
volgende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
Handleuning
Staander
Lade
Sleutel/Clip
Schakelaar
Band
Kussens van het Loopvlak
Voetleuning
Afstelschroeven
van de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Tablethouder
Hartslagmonitor
Lengte: 206 cm
Breedte: 93 cm
VOORDAT U BEGINT
6
#8 x 3/4" Screw
(2)–4
3/8" Sterring
(13)–6
5/16" Sterring
(11)–14
#10 x 3/4"
Schroef
(9)–2
3/8" x 4" Schroef (7)–6
#8 x 1/2"
Zilverschroef
(10)–1
#8 x 1/2"
Schroef
(1)–12
#10 Sterring
(5)–2
5/16" x 2 1/2" Schroef (28)–4
#8 x 1/2"
Kolomschroef
(8)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan zich een vettige substantie op de buiten-
kant van de loopband bevinden na verzending.
Dit is normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan weg
met een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right.”
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutel
één instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
Om schade aan de onderdelen te vermij-
den, dient u nooit elektrisch gereedschap te
gebruiken.
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Druk een Kap van de Basis (74) in elke kant van
de Basis (94).
Verwijder het draad dat de Draad van de
Staander (81) aan de Basis (94) bevestigt.
Zoek naar de Rechter Staander (90). Laat een
tweede persoon de Rechter Staander bij de
Basis (94) houden.
Zie de inzet-tekening. Maak de binddraad in de
Rechter Staander (90) goed rond het uiteinde
van de Draad van de Staander (81) vast. Steek
dan de Draad van de Staander in het onderste
uiteinde van de Rechter Staander terwijl u het
andere uiteinde van het draadband door de
Rechter Staander trekt.
3. Leg de Rechter Staander (90) tegen de Basis
(94). Druk de Borgring (77) in het vierkante gat
in de Rechter Staander. Zorg ervoor dat de
aarddraad niet bekneld raakt.
Mocht er al een schroef (A) op de Rechter
Staander (90) gemonteerd zijn, verwijder die dan
en gooi hem weg.
Maak vervolgens de aarddraad aan de Rechter
Staander (90) vast met een #8 x 1/2" Zilveren
Schroef (10).
94
94
90
90
81
10
90
Bind-
draad
Binddraad
2
81
77
Geaarde
Draad
Vierkant
Gat
74
74
3
A
9
4. Steek een Tussenstuk van het Wiel (63) in een
Voorwiel (62). Houd het Voorwiel in de onder-
kant van de Rechter Staander (90) en steek een
3/8" x 4" Schroef (7) met een 3/8" Sterring (13)
in de Rechter Staander en het Voorwiel.
Herhaal deze stap aan de linkerkant van de
loopband (niet afgebeeld).
5. Leg een stuk van het verpakkingsmateriaal (B)
onder de rechterkant van de Basis (94). Houd
de Rechter Staander (90) tegen de Basis. Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander (81) niet
bekneld raakt.
Steek twee 3/8" x 4" Schroeven (7) met twee
3/8" Sterringen (13) in de Rechter Staander (90)
en draai de drie schroeven gedeeltelijk in de
Basis (94); draai de Schroeven nog niet volle-
dig vast.
Leg het verpakkingsmateriaal (B) links van de
Basis (94) en maak de Linker Staander (niet
afgebeeld) op dezelfde manier vast. Aandacht:
er zijn geen draden aan de linkerkant.
Verwijder het verpakkingsmateriaal (B) van de
onderkant van de Basis (94).
7
90
13
7
94
81
5
B
4
7
62
63
13
90
10
6. Verwijder en bewaar de vier aangegeven
5/16" x 3/4" Schroeven (4).
Zoek de Linker en Rechter Kapjes van de Basis
(82, 83). Schuif de Linker Basiskap op de Linker
Staander (89) en schuif de Rechter Basiskap op
de Rechter Staander (90). Druk de Kapjes van
de Basis nog niet op hun plaats.
82
90
83
6
89
4
7. Zoek naar de linker handleuning (C). Bevestig
de linker handleuning aan de Linker Staander
(89) met twee 5/16" x 2 1/2" Schroeven (28) en
twee 5/16" Sterringen (11). Draai de Schroeven
niet volledig vast.
Verwijder en gooi de aangegeven schroef (D)
weg.
7
89
C
28
11
D
4
11
8. Plaats de Draad van de Staander (81) in de
onderkant van de rechter handleuning (E) en
weer aan de voorkant eruit zoals afgebeeld.
Bevestig de rechter handleuningsmodule
(E) op de Rechter Staander (90) met twee
5/16" x 2 1/2" Schroeven (28) en twee 5/16"
Sterringen (11). Draai de Schroeven niet vol-
ledig vast. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (81) niet bekneld raakt.
Verwijder en gooi de aangegeven schroef (D)
weg.
28
11
E
90
81
8
64
18
41
93
F
9
9. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (64)
naar beneden gericht op een zacht oppervlak om
krassen op de Basis van het Bedieningspaneel
te voorkomen. Als er zich draden bevinden
die de Hartslagdwarsstang (93) aan de
Bedieningspaneelbasis bevestigen, verwijdert u
de draden.
Verwijder en gooi de vier aangegeven schroeven
(F) weg. Verwijder dan de Hartslagdwarsstang
(93).
Verwijder en bewaar de vier 5/16" x 3/4"
Schroeven (4) en de zes #8 x 3/4" Schroeven
(2). Til dan de twee Klemmen van het
Bedienings paneel (41) omhoog en uit het
Onderstel van het Bedieningspaneel (18).
4
4
2
2
2
2
Bandje
Bandje
D
12
64
27
36
1
1
1
10
10. Zoek naar de Linker en de Rechterhouder (27,
36).
Maak de Houders (27, 36) vast aan de Basis van
het Bedieningspaneel (64) met acht #8 x 1/2"
Schroeven (1). Draai de Schroeven nog niet
vast.
Maak het Onderstel van het Bedieningspaneel
(18) weer vast met de zes #8 x 3/4"
Schroeven (2) en de twee Klemmen van het
Bedieningspaneel (41) die u heeft verwijderd in
stap 9; draai de Schroeven nog niet vast.
1
18
41
41
2
2
2
2
11. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereed-
schap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (9)
niet te vast, om de Hartslagdwarsstang (93)
niet te beschadigen.
Draai de Hartslagdwarsstang (93) zoals afge-
beeld. Maak de Hartslagdwarsstang aan de
Handleuningen (86) vast met twee #10 x 3/4"
Schroeven (9) en twee #10 Sterringen (5). Draai
alle vier de schroeven vast. Zorg ervoor dat
de Draad van de Staander (81) of de draden
van de handleuning (G) niet bekneld raken.
Draai de vier 5/16" x 2 1/2" Schroeven (28)
vervolgens stevig vast.
Verwijder dan de binddraad uit de Draad van de
Staander (81).
11
9
9
5
5
28
28
86
93
86
G
G
81
Binddraad
13
12. Houd het bedieningspaneelmodule (H) bij
de Hartslag dwarsstang (93). Verbind de aar-
dingsdraad van het bedieningspaneel met de
Aardingsdraad van het Bedieningspaneel (58)
op de Hartslagdwarsstang.
Plaats de bedieningspaneelmodule (H) vervol-
gens op de beugels op de Handleuningen (86);
beknel geen draden. Zorg ervoor dat de dra-
den van de handleuning (G) gericht zijn zoals
weergegeven.
Maak het bedieningspaneelmodule (H) met vier
5/16" x 3/4" Schroeven (4) die u heeft verwijderd
in stap 9 en vier 5/16" Sterringen (11) vast. Draai
de Schroeven nog niet vast.
12
93
H
11
86
58
4
13. Bevestig het bedieningspaneelmodule (H)
met vier #8 x 1/2" Schroeven (1) aan de
Hartslagdwarsstang (93) ; draai alle vier
Schroeven aan en zet ze dan vast.
Draai de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) goed
vast.
13
93
H
4
1 1
86
4
11
4
14. Schuif de Dwarsstang van de Staander (31)
tussen de Linker en Rechter Staanders (89, 90).
Maak de Dwarsstang van de Staander vast met
de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) die u heeft
verwijderd in stap 6 en vier 5/16" Sterringen (11);
draai alle vier Schroeven vast.
14
11
4
11
90
89
31
4
G
G
Geaarde Draad
14
15. Steek het Draad van de Staander (81) en
het draad van de handleuning (G) door de
twee aangegeven draadlussen op het bedie-
ningspaneelmodule (H).
Raadpleeg de inzet-tekening. Verbind de
Draad van de Staander (81) en de draden van
de handleuning (G) met de draden van het
bedieningspaneel. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Draai aan een van
de connectoren en probeer het opnieuw als
dit niet gebeurt. ALS U DE CONNECTOREN
NIET GOED AANSLUIT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
DE STROOM WORDT AANGEZET.
Steek alle overmatige draad in het bedienings-
paneelmodule (H). Trek vervolgens de twee
binddraden strak tegen de draden en snij de
draaduiteinden af.
16. Steek het draad van de handleuning (G) aan
de linkerkant door de twee aangegeven draad-
lussen op het bedieningspaneelmodule (H) en
verbind de draad van de handleuning met het
draad van het bedieningspaneel.
Steek alle overmatige draad in het bedienings-
paneelmodule (H). Trek vervolgens de twee
binddraden strak tegen de draden en snij de
draaduiteinden af.
15
16
H
H
81
81
Draadbanden
Draad-
banden
G
G
G
Draad
van het
Bedienings-
paneel
Draad van het
Bedieningspaneel
Draden van het
Bedienings paneel
15
17. Draai de zes 3/8" x 4" Schroeven (7) stevig
vast (slechts één kant afgebeeld).
Druk het Linker Kapje van de Basis (82) en het
Rechter Kapje van de Basis (83) op de Basis
(94).
17
83
82
94
7
18. Aandacht: indien de loopband is gemonteerd
op een glad oppervlak, kan het tijdens deze
stap naar voren rollen.
Til het Onderstel (56) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 20 voltooid is.
Verwijder de twee 5/16" x 3/4" Schroeven (4) uit
de Dwarsstang van de Vergrendeling (38).
Draai de Dwarsstang van de Vergrendeling (38)
zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de sticker (I)
“This side toward belt” (deze kant naar de
band) gericht is naar de loopband. Bevestig
de Dwarsstang van de Vergrendeling op de beu-
gels op het Onderstel (56) met twee 5/16" x 3/4"
Schroeven (4) die u net heeft verwijderd en twee
5/16" Sterringen (11).
56
38
I
11
11
4
4
Beugels
18
16
19. Verwijder de 5/16" Moer (12) en de 5/16" x 1 3/4"
Bout (6) uit de beugel van de Basis (94).
Richt vervolgens de Opbergvergrendeling (53)
zoals getoond.
Bevestig het onderste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (53) aan de beugel op het Basis
(94) met de 5/16" x 1 3/4" Bout (6) en een 5/16"
moer (12).
Til de Opbergvergrendeling (53) vervolgens
naar een verticale stand en verwijder het
binddraad (J).
94
53
6
12
J
38
K
3
56
12
53
20
20. Verwijder de 5/16" Moer (12) en de 5/16" x 2 1/4"
Bout (3) uit de beugel van de Dwarsstang van de
Vergrendeling (38).
Lijn het bovenste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (53) uit met de beugel op de
Dwarsstang van de Vergrendeling (38) en steek
de 5/16" x 2 1/4" Bout (3) door de beugel en de
Opbergvergrendeling. Hierdoor wordt een tus-
senstuk (K) uit het andere uiteinde geduwd;
gooi het tussenstuk weg.
Draai vervolgens de 5/16" Moer (12) vast op
de 5/16" x 2 1/4" Bout (3); draai de moer niet
te vast; de Opbergvergrendeling (53) moet
kunnen draaien.
Breng het Onderstel (56) omlaag (zie HOE
DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK op bladzijde 27).
19
17
22. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed vast gedraaid zijn voordat u de loopband gaat gebruiken. Als er
velletjes plastic op de stickers van de loopband zitten, verwijder die dan. Leeg een matje onder de loopband
om de vloer of de vloerbedekking te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan
de loopband te voorkomen. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt
gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie bladzijden 29 en 30). Aandacht: er kunnen extra onderdelen
meegeleverd zijn.
21. Bevestig de Tablethouder (88) aan de achter-
kant van het bedieningspaneelmodule (H) met
vier #8 x 1/2" Machineschroeven (8); draai alle
vier de Machineschroeven vast. Draai de
Machineschroeven niet te vast aan.
21
88
8
8
H
18
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
GR
FR/SP
IT
AUS
AUS
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
GR
FR/SP
IT
AUS
AUS
Stopcontact
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
19
ETPR13015
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een in-
drukwekkende reeks functies die zijn ontwikkeld om uw
oefeningen effectiever en prettiger te maken. U kunt de
snelheid en de helling van de loopband door de druk
op een toets veranderen wanneer u de handmatige
instelling gebruikt. Het bedieningspaneel zal tijdens
het oefenen meteen feedback aangeven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door gebruik te maken van de inge-
bouwde handgreep met hartslagmonitor of door middel
van de optionele borstkas hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een keuze aan
vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt au-
tomatisch de snelheid en de helling van de loopband
terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft een revolutionaire iFit
®
-
modus zodat de loopband op uw draadloze netwerk
aangesloten kan worden door middel van een optio-
nele iFit-module. U kunt, met de iFit-modus, persoon-
lijke oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen
samenstellen, resultaten van uw oefening bijhouden,
tegen andere iFit-hardlopers racen en vele andere keu-
zes raadplegen. Voor aankoop van de iFit module
gaat u naar www.iFit.com of belt u met het tele-
foonnummer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt zelfs, terwijl u oefent, via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel naar uw favoriete oefening
muziek of audioboek luisteren.
Om het apparaat aan te zetten, zie bladzijde 20. Zie
bladzijde 20 om de handmatige instelling te ge-
bruiken. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 22. Voor gebruik van een oe-
fening met een vooraf ingesteld doel, zie bladzijde
23. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie bladzijde
24. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie blad-
zijde 25. Voor gebruik van de instellingenmodus, zie
bladzijde 25.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie DE INSTELLINGEN
MODUS op bladzijde 25. Gemakshalve, verwijzen alle
instructies in dit hoofdstuk naar kilometers.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone trainingsschoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het loop-
platform te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
band en leg, indien nodig, de band in het midden
(zie bladzijde 30).
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
20
HET APPARAAT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt
u de displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische onderdelen beschadigen.
Steek de stekker van het
stroomsnoer in het stop-
contact (zie bladzijde 18).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar bij de
stroomkabel op het onder-
stel van de loopband. Druk
de stroomschakelaar in de reset
stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont
een displaydemostand, die ontwikkeld is voor
gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in
een winkel. De demo instelling staat aan als de
displays gaan branden zodra u de stroomka-
bel insteekt en de schakelaar in de reset-stand
drukt. Om de demostand uit te schakelen, houdt
u de toets Stop enkele seconden ingedrukt.
Indien de schermen verlicht blijven, kijkt u bij DE
INSTELLINGENMODUS op bladzijde 25 om de
demostand uit te zetten.
Ga vervolgens op de
voetleuningen van de
loopband staan. Zoek
naar de clip die aan de
sleutel vastzit en schuif
de clip aan de tailleband
van uw kleding. Steek
dan de sleutel in het
bedieningspaneel. Kort
daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt
u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken,
zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt.
Test de clip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedie-
ningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit
het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van
de clip bij.
BELANGRIJK: volg voordat u de loopband
gebruikt, de volgende stappen om er voor te
zorgen dat het bedieningspaneel het juiste hel-
lingniveau van de loopband aangeeft: druk eerst
eenmaal op de toenametoets Incline (helling).
Druk vervolgens op de afnametoets Incline of de
onderste toets Quick Incline (snelle helling) om de
loopband in de laagste stand te zetten. Wanneer
het onderstel niet meer beweegt is de loopband
klaar voor gebruik.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de knop Home of Manual (handmatig) om
dehandmatige modus te selecteren.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, drukt u op de toets Run
(uitvoeren), de toenametoets Speed (snelheid) of
een van de toetsen Quick Speed (directe snelheid).
Als de toets Run of de toenametoets Speed wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 km/u. U kunt tijdens
de oefening de snelheid van de loopband naar
wens veranderen door te drukken op de toena-
metoets en afnametoets Speed. Telkens als u op
een van de toetsen drukt zal de snelheidsinstelling
met 0,1 km/u veranderen; als u de toets ingedrukt
houdt zal de snelheidsinstelling met stapjes van 0,5
km/u veranderen. Aandacht: na het drukken op de
toets kan het even duren voordat de loopband de
geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op de toets Quick Speed, zal de
snelheid van de loopband geleidelijk aangepast
worden tot het de gewenste snelheidsinstelling
bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band opnieuw te starten, drukt u op de toets Run of
de toenametoets Speed.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toenametoets en afnametoets Incline
(helling) of een van de toetsen Quick Incline (snelle
helling). Elke keer als u op een van de toetsen
drukt, zal de helling geleidelijk veranderen tot de
geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
Reset
ETPR13015
Sleutel
Clip
21
5. Volg uw voortgang op de schermen.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
De verstreken tijd
De afstand die u hebt gewandeld of hardgelopen
De intensiteitsbalk van de oefening
Het geschatte aantal calorieën dat u heeft
verbrand.
De hellingstand van de loopband
Het aantal verticale meters dat u geklommen
heeft
De snelheid van de band
Uw hartslag (zie stap 6)
De matrix
De matrix biedt verschillende weergavetabbladen.
Druk op de toets verhogen en verlagen s naast de
toets Enter of druk op de toets Display (weergave)
tot het gewenste tabblad wordt weergegeven.
HettabbladIncline(helling)zaleenproelvande
hellingsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen. Het tabblad Speed (snelheid) zal een
proelvandesnelheidsinstellingenvandeoefe-
ning aangeven.
Het tabblad My Trail (mijn route) toont een route
van 400 m (1/4 mijl). De knipperende rechthoek
geeft uw vordering aan tijdens uw oefening. Het
tabblad My Trail zal ook het aantal rondjes dat u
voltooit aangeven.
Het tabblad Calorie (calorieën) zal het geschatte
aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
De hoogte van ieder segment geeft het aantal
verbrande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is. Wanneer het tabblad Calorie gekozen
wordt zal de calorie display het geschatte aantal
calorieën dat u per uur verbrandt aangeven.
De intensiteitsbalk van de oefening zal tijdens het
oefenen het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
Druk op de toets Home op het standaardmenu (zie
DE INSTELLINGENMODUS op bladzijde 25 voor
het instellingen van het standaardmenu). Druk, in-
dien nodig, nogmaals op de toets Home.
Om de display te resetten drukt u op de toets Stop,
haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er
weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
handgreep van de hartslagmonitor of de optionele
borstkas hartslagmonitor (zie bladzijde 26 voor
informatie over de optionele borstkas hart-
slagmonitor). Aandacht: het bedieningspaneel
is compatibel met BLUETOOTH
®
Smart
hartslagmonitoren.
Aandacht: wanneer u beide hartslagmoni-
toren tegelijkertijd gebruikt dan zal het be-
dieningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig
aangeven.
Voordat u de
handgreep
hartslag monitor
gebruikt, verwij-
dert u het plastic
laagje van de
metalen contact-
punten op de sen-
sorstang. Zorg er
ook voor dat uw
handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de me-
talen contactpunten op uw handpalmen ongeveer
tien seconden vast—beweeg uw handen niet. Als
uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hartslag
worden getoond. Voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedu-
rende 15 seconden vast te houden.
ETNT99212
Contactpunten
22
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
verschillende snel-
heidsinstellingen. Druk
herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om
een ventilatorsnelheid te
kiezen of om de ventilator uit te zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de toets Stop en
stel de helling van de loopband in op nul. De
helling van de loopband moet op nul staan wan-
neer u de loopband in de opbergstand inklapt
anders kunt u de loopband beschadigen. Trek
vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en
berg deze veilig op.
Druk de schakelaar in de stand Off (uit) en trek de
stroomkabel uit wanneer u met de loopband klaar
bent. BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de loopband
voortijdig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op
bladzijde 20.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toetsen Calorie, Speed
(snelheid), Incline (helling), Performance (prestatie)
of Random (willekeurig) totdat de gewenste oefe-
ning op het scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest, de
tijdsduur van de oefening en de naam van de oe-
feningaangeven.Bovendienzalereenproelvan
de snelheidsinstellingen van de oefening op het
scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorie-
enoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal
calorieën dat u zult verbranden in de naam van de
oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Run (uitvoeren) of de toename-
toets Speed om de oefening te starten. Kort nadat
u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en
hellingsinstelling van de oefening. Houd de hand-
leuningen vast en begin met lopen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is
één snelheids- en één hellinginstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde
snelheid en/of hellingsinstelling kan worden gepro-
grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de oe-
fening wordt
uwproelop
de snelheid
en de helling
keuze aange-
geven zodat u
uw vordering
kunt volgen. Het knipperend segment van het pro-
elstelthethuidigesegmentvandeoefeningvoor.
De hoogte van het knipperende segment geeft de
weerstandsinstellingen van het huidige segment
aan. De loopband zal, als er een andere snelheids-
en/of hellingsinstelling voor het volgende segment
geprogrammeerd is, automatisch de nieuwe snel-
heids- en/of hellingsinstelling instellen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segmentvanhetproelknippertindedisplayen
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Aandacht: het calorieëndoel is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de oefe-
ning zult verbranden. Het feitelijke aantal calo-
rieën dat u verbrandt zal van verschillende fac-
toren, zoals uw gewicht, afhangen. Daarnaast,
heeft een handmatige wijziging van de snelheid
of de helling van de loopband tijdens de oefe-
ning invloed op het aantal calorieën dat u zult
verbranden.
ETPR13015
Huidig Segment
23
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Speed (snelheid) en Incline (helling),
als het volgende segment van de oefening be-
gint, dan zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende segment.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. De tijd zal op de display
knipperen. Druk op de toets Run (uitvoeren) of de
toenametoets Speed om de oefening te hervatten.
De loopband zal beginnen te bewegen met een
snelheid van 2 km/u. Echter, als het volgende on-
derdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid- en
hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de schermen.
Zie stap 5 op bladzijde 21. De display zal, wanneer
u een vooraf ingestelde oefening kiest, de reste-
rende tijd in plaats van de verlopen tijd aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
EEN OEFENING MET EEN VOORAF INGESTELD
DOEL GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op
bladzijde 20.
2. Stel een calorieën-, een afstands- of een
tijdsdoel in.
Druk eerst of the toets Set A Goal (stel een doel in).
Druk vervolgens op de toename- en afnametoet-
sen naast de toets Enter om door de workouts met
doel te scrollen. Druk op de toets Enter om het
gewenste type workout met doel te kiezen.
Druk op de toename- en afnametoetsen naast de
toets Enter om het doel aan te passen. Druk op de
toets Enter om het doel in te stellen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Run (uitvoeren) om het pro-
gramma te laten beginnen. Kort nadat u op de
toets heeft gedrukt, begint de loopband te bewe-
gen. Houd de handleuningen vast en begin te
lopen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 20 tot 22).
De oefening duurt zolang tot u uw instelde doel
bereikt. De band zal dan langzaam tot stilstand
komen.
Aandacht: het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt zal van verschillende
factoren, zoals uw gewicht, afhangen.
4. Volg uw voortgang op de schermen.
Zie stap 5 op bladzijde 21.
24
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT OEFENING
Aandacht: voor gebruik van een iFit-oefening heeft u
een optionele iFit-module nodig. Voor aankoop van
de iFit Live module gaat u naar www.iFit.com of
belt u met het telefoonnummer op de voorkant
van deze handleiding. U dient toegang te hebben
tot een computer met een internetverbinding en een
USB-poort. Daarnaast dient u ook toegang te hebben
tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b/g/n
router met geactiveerde SSID verzending (verborgen
netwerken worden niet ondersteund). Een iFit.com-lid-
maatschap is ook vereist.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op
bladzijde 20.
2. Plaats de iFit-module in het bedieningspaneel.
Zie de instructies van de iFit-module om de iFit-mo-
dule in te steken.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender
in de iFit-module minstens 20 cm afstand te
hebben van alle personen en mogen ze niet
vlakbij of aangesloten zijn op een andere an-
tenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, vanuit het iFit-hoofdscherm van gebruiker
wisselen. Druk op de toenametoets en afnametoets
naast de toets Enter om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in
uw schema, drukt u lichtjes op de toets Map
(kaart), Train of Lose Weight (afvallen) om de
volgende oefening van dat type in uw schema te
downloaden.
Druk op de toets Compete (competitie) om aan een
race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw uit te voeren, drukt u eerst op de toets
Track (route). Druk vervolgens op de toename-
toets en afnametoets om de gewenste oefening te
selecteren. Druk op de toets Enter om de oefening
te laten beginnen.
Zie www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-oefeningen.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont de
display de naam, duur, maximale snelheid en
afstand van de oefening. Het display toont ook
het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zal verbranden en een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefening.
De display zal, als u een competitie-oefening kiest,
aftellen totdat de race begint.
Aandacht: elke iFit -toets kan ook een demo-oe-
fening uitvoeren. Om de demo-oefeningen te
gebruiken, haalt u de iFit-module van het be-
dieningspaneel af en drukt u op een van de
iFit-toetsen.
25
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op bladzijde 22.
Tijdens sommige oefeningen kan een audio
coach u door uw oefening leiden. U kunt een
instelling voor uw audio trainer kiezen (zie DE
INSTELLINGENMODUS op bladzijde 25).
Druk op de toets Stop om de oefening op enig mo-
ment te stoppen. De tijd zal op de display knippe-
ren. Druk op de toets Run (uitvoeren) of de toena-
metoets Speed (snelheid) om de oefening te her-
vatten. De loopband zal met de snelheidsinstelling
van het eerste segment van de oefening beginnen
te draaien. Echter, als het volgende onderdeel van
de oefening begint, zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheid- en hellinginstel-
lingen voor het volgende onderdeel.
6. Volg uw voortgang op de schermen.
Zie stap 5 op bladzijde 21.
Het bedieningspaneel zal een kaart van het pad
waarop u loopt of rent weergeven, of het toont een
route met het aantal rondes dat u voltooit.
Tijdens een competitie-oefening zal het bedie-
ningspaneel uw voortgang van de race weergeven.
De bovenste lijn in de matrix zal laten zien hoeveel
u van de race voltooid heeft tijdens de race. De
andere lijnen zullen uw top vier concurrenten aan-
geven. Het einde van de matrix geeft het einde van
de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
9. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw MP3-speler of CD-speler of andere persoonlijke
audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel goed
aangesloten is. Aandacht: ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk vervolgens op de toets
afspelen op uw persoonlijke
audiospeler. Pas het volume
aan met de toetsen volume
verhogen en verlagen op het
bedieningspaneel of de volu-
meregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
DE INSTELLINGENMODUS
Het bedieningspaneel heeft instellingen die de infor-
matie van de loopband bijhouden en u uw eigen
instellingen voor het bedieningspaneel laat invoeren.
1. Kies de instellingen.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingen te kiezen. Wanneer de instellingen
gekozen worden zal de volgende informatie aange-
geven worden:
De tijdweergave zal het totaal aantal uren dat de
loopband gebruikt is aangeven.
De afstand display zal het totaal aantal kilome-
ters (of mijlen) dat de loopband gedraaid heeft
aangeven.
De display zal de status van een iFit-module
aangeven. Als een iFit module wordt aangesloten,
toont de display de woorden WIFI MODULE.
ETPR13015
26
2. Selecteer de optionele schermen.
De display zal verschillende optionele schermen
aangeven terwijl de instellingen gekozen wordt.
Druk op de toets verlagen naast de toets Enter
(invoeren) om elk van de volgende schermen te
selecteren:
UNITS (eenheden)—Druk op de toets Enter om
van meeteenheid te veranderen. Om de afstand
in mijlen te bekijken, selecteert u ENGLISH. Om
de afstand in kilometers te bekijken, selecteert u
METRIC.
DEMO—Het bedieningspaneel heeft een demo
instelling voor de display, die ontwikkeld is voor
als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt.
Terwijl de demostand is aangezet, kunt u het
bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u
het snoer in het stopcontact steekt, de stroomon-
derbreker in de resetpositie geplaatst wordt, en de
sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt.
Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays
verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het woord
ON (aan) zal op het scherm verschijnen wanneer
de demostand aan is. Om de demostand aan of uit
te zetten, kunt u op de toets Enter drukken.
Als een iFit module aangesloten is, kunt u ook
volgende schermen kiezen:
TRAINER VOICE (trainerstem)—Druk op de toets
Enter om de audio coach aan of uit te zetten.
DEFAULT MENU (standaard menu)—Het stan-
daardmenu zal verschijnen wanneer u de sleutel
in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u de
Home toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de toets
Enter om het handmatige hoofdscherm of het iFit
scherm als het standaard menu.
CHECK WIFI STATUS (wi status controle-
ren)—Druk op de toets Enter om de status van
uw iFit-module te controleren. Het onderste
scherm toont het softwareversienummer, de
netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de
verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA (gegevens versturen/
ontvangen)—Druk om oefeningen, de oefe-
ninglogboeken en de updates te verzenden en te
ontvangen op de toets Enter. Wanneer het proces
voltooid is, zullen de woorden TRANSFERS DONE
(transfers uitgevoerd) op het scherm verschijnen.
3. Verlaat de stand instellingen.
Om de instellingenmodus te kiezen, drukt u op de
toets Settings (instellingen).
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of het nu uw
doel is om vet te
verbranden om
om uw bloed-
vatenstelsel te
versterken, het
belangrijkste
bij het bereiken
van de beste
resultaten is om
de juist hart-
slag tijdens de oefeningen te behouden. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas hartslagmoni-
tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Aandacht: het bedieningspaneel is compatibel met
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
U kunt uw tablet gebruiken om te bladeren in media
tijdens uw oefening. Plaats uw tablet in de tablethou-
der en laat de tablethouder uw tablet op zijn plaats
houden.
Tablethouder
27
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
digd raakt. Verwijder dan de sleutel en haal de
stekker van het stroomsnoer uit het stopcontact.
OPGELET: u moet in staat zijn om 20 kilo veilig op
te kunnen tillen om de loopband in te klappen, te
laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet bij de plastic
voetleuningen vast. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de opbergvergrende-
ling in de opbergstand vastklikt. OPGELET: zorg
dat de opbergvergrendeling vastzit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe-
dekking te beschermen. Houd de loopband weg uit
direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: zorg dat de opbergvergrendeling in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
Houd de handleuningen vast met beide handen en duw
voorzichtig tegen de loopband tot de gewenste locatie.
OPGELET: trek niet aan het onderstel, en verplaats
de loopband niet op een oneffen ondergrond.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK
1. Druk het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk tege-
lijkertijd voorzichtig het
bovenste gedeelte van
de opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste
uiteinde van het onder-
stel naar u toe terwijl u
met uw voet drukt op de
opbergvergrendeling.
3. Doe een stap terug en
laat het onderstel op de
vloer zakken.
Handleuning
Wiel
Wiel
Onderstel
1
2
Onderstel
Vergrendelings-
knop
1
2
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
28
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
prestatie en om slijtage te verminderen. Inspecteer
elke keer dat de loopband gebruikt wordt alle onderde-
len en draai ze goed vast.
Reinig de loopband regelmatig en houd het
loopoppervlak schoon en droog. Druk eerst de
stroomschakelaar in de stand Off (uit) en trek de
stroomkabel uit. Veeg aan de buitenkant van de
loopband met een vochtige doek en een klein beetje
zachte zeep af. BELANGRIJK: sproei geen vloei-
stoffen direct op de loopband. Houd vloeistoffen
weg van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen. Maak de loopband
vervolgens met een zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek naar het symptoom dat van toepas-
sing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in
een geaard stopcontact (zie bladzijde 18). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen
een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de schakelaar opnieuw in te stel-
len, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar
weer in.
SYMPTOOM: de stroom valt uit tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie tekening c aan de
linkerkant). Wacht vijf minuten als de schakelaar
doorgeslagen is en druk de schakelaar dan weer
in.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit,
wacht vijf minuten en steek hem dan weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
plaats hem weer terug.
d. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als de
loopband nog steeds niet wil werken.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het bedie-
ningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo
instelling voor de display die ontwikkeld is voor als
de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als
het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert,
is de demostand ingeschakeld. Om de demostand
uit te schakelen, houdt u de toets Stop enkele
seconden ingedrukt. Indien de displays nog steeds
zijn verlicht, kijkt u bij DE INSTELLINGENMODUS
op bladzijde 25 om de demostand uit te zetten.
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toets Stop en de toenametoets
Speed (snelheid) in, plaats de sleutel in het
bedieningspaneel en laat de toets Stop en de toe-
nametoets Speed weer los. Druk vervolgens op de
toets Stop en druk dan op de toename- of afname-
toets Incline (helling). De loopband zal automatisch
naar het maximum hellingniveau stijgen om dan
naar het minimumniveau terug te keren. Hierdoor
wordt het hellingsysteem opnieuw geijkt. Druk
weer op de toets Stop en daarna opnieuw op de
toename- of -afnametoets Incline als het hellingsys-
teem niet met ijken begint. Verwijder de sleutel uit
het bedieningspaneel wanneer het hellingsysteem
geijkt is.
Reset
Doorgeslagen
c
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
29
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(2). Draai voorzichtig de Motorkap (65) eraf.
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3
mm is. Maak, indien nodig de #8 x 3/4" Tekschroef
(14), beweeg de Snelheidssensor lichtjes, en maak
de Tekschroef weer vast. Maak de Motorkap (niet
afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4" Schroeven
(niet afgebeeld) en laat de loopband een paar
minuten draaien om te controleren of de snelheids-
meting juist is.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha-
digd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de spanrol met de inbussleutel een
kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed
vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek
dan het stroomsnoer in, steek de sleutel in en laat
de loopband een paar minuten draaien. Herhaal tot
de loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de loopband of het
loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en tot overmatige
slijtage leiden. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
50
14
52
3 mm
49
Boven-
aanzicht
65
2
2
a
2
2
30
SYMPTOOM: de loopband bevindt zich niet in het
midden tussen de voetleuningen. BELANGRIJK:
als de loopband tegen de voetleuningen schuurt,
kan de loopband beschadigd raken.
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven,
kunt u de linkerschroef van de ruststandrol een
halve slag naar links draaien. Wees voorzichtig
dat de band niet te strak komt te staan. Steek dan
de stroomkabel in, steek de sleutel in en laat de
loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze
procedure tot de band goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide bijstelschroeven van de
ruststandrol een kwartslag met de klok mee. Als
de loopband goed vastligt moet u elke rand van
de loopband 5 a 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de band in het midden
blijft liggen. Steek dan de stroomkabel in. Steek de
sleutel in en loop een paar minuten voorzichtig op
de loopband. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
a
Voetleuningen
31
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
32
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil-
lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
33
AANTEKENINGEN
34
1 16 #8 x 1/2" Schroef
2 43 #8 x 3/4" Schroef
3 1 5/16" x 2 1/4" Bout
4 10 5/16" x 3/4" Schroef
5 2 #10 Sterring
6 1 5/16" x 1 3/4" Bout
7 6 3/8" x 4" Schroef
8 4 #8 x 1/2" Machineschroef
9 2 #10 x 3/4" Schroef
10 11 #8 x 1/2" Zilverschroef
11 14 5/16" Sterring
12 2 5/16" Moer
13 6 3/8" Sterring
14 9 #8 x 3/4" Tekschroef
15 3 1/4" x 2 1/2" Schroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 1/2" Wielbout
18 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1" Bout
23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
24 12 #8 x 3/4" Pankop Tek Schroef
25 2 Wiel
26 2 Bovenkant van het Achterste
Kussen
27 1 Rechterhouder
28 4 5/16" x 2 1/2" Schroef
29 1 3/8" x 1 3/4" Inbusbout
30 4 5/16" Platte Tussenring
31 1 Dwarsstang van de Staander
32 2 Inzetstuk van de Hellingmotor
33 6 3/8" Klemmoer
34 4 5/16" Moer
35 4 Onderkant van het Kussen
36 1 Linkerhouder
37 1 Linker Voetkussen
38 1 Dwarsstang van de Vergrendeling
39 4 Kussen
40 2 Kapstang
41 2 Klem van het Bedieningspaneel
42 1 Linker Voetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopvlak
45 1 Loopband
46 2 Bandgeleider
47 1 Rechter Achtervoet
48 4 Kabelband
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 1 Magneet
51 1 Clip van de Snelheidsensor
52 1 Snelheidsensor
53 1 Opbergvergrendeling
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Motorriem
56 1 Onderstel
57 1 Linker Achtervoet
58 1 Aarddraad van het
Bedieningspaneel
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechter Voetleuning
61 1 Ruststandrol
62 2 Voorwiel
63 2 Tussenstuk van het Wiel
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 1 Kapaccent
67 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
68 5 Kapklem
69 1 Hellingmotor
70 1 Hellingonderstel
71 2 Tussenstuk van het Onderstel
72 1 Regulator
73 1 Beugel van de Elektronica
74 2 Kap van de Basis
75 1 Schakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 1 Borgring
78 1 Onderste Kap
79 1 Kapje van de Linkerhandleuning
80 1 Bedieningspaneel
81 1 Draad van de Staander
82 1 Linker Kapje van de Basis
83 1 Rechter Kapje van de Basis
84 1 Kap van de Rechter Onderste
Handleuning
85 1 Kapje van de Rechterhandleuning
86 2 Handleuning
87 1 Kap van de Linker Onderste
Handleuning
88 1 Tablethouder
89 1 Linker Staander
90 1 Rechter Staander
91 2 Waarschuwingssticker
92 4 1/4" x 2 1/4" Schroef
93 1 Hartslagdwarsstang
94 1 Basis
95 1 Bovenkant van het
Rechtervoorkussen
96 1 Bovenkant van het
Linkervoorkussen
97 1 Rechter Kussen van de Poot
98 1 Sleutel/Klem
99 3 Draadband
100 2 1/4" x 1 1/2" Schroef
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL13015.1 R0415A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
35
101 6 #8 x 3/4" Kopschroef van de
Tussenring
102 5 #8 x 3/4" Truss Kopschroef
103 1 Linker Achterkap
104 1 Rechter Achterkap
105 1 1/4" Moer
106 1 Controllerklem
107 2 #8 x 1 3/4" Schroef
108 4 #8 Sterring
109 1 Aardingsbeugel
110 1 Contactdoos
111 2 Motorbus
112 1 #8 x 3/4" Kolomschroef
113 1 #8 Moer
114 1 Beugel van de Elektronica
115 1 Filter
116 1 Motorisolator
* Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
36
4
11
12
3
53
6
12
38
23
49
56
107
107
54
60
47
34
30
59
23
52
55
46
19
50
14
51
21
45
102
48
23
15
34
30
59
61
15
30
34
59
23
19
46
43
42
44
21
34
30
59
24
24
57
100
102
24
2 2
103
104
2
24
101
4
11
101
101
101
101
101
37
97
35
39
95
35
39
26
2
2
14
14
14
92
2
2
14
14
39
26
35
35
39
96
92
100
105
15
116
10
10
114
112
113
10
20
111
111
108
115
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL13015.1 R0415A
37
68
66
65
102
102
102
68
40
40
2
68
75
99
2
2
73
72
2
2
2
2
78
24
24
24
68
68
2
67
67
33
29
69
33
70
16
71
33
33
71
32
2
106
76
10
109
10
108
110
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL13015.1 R0415A
38
17
17
33
77
81
33
94
10
82
91
7
25
83
89
4
11
86
79
87
11
28
90
86
85
84
4
11
28
11
25
91
13
63
62
74
7
13
74
11
4
31
4
11
4
11
11
4
62
63
81
58
10
93
9
1
1
1
1
1
5
9
5
1
22
22
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL13015.1 R0415A
39
2
2
41
41
2
99
64
1
1
36
1
1
1
2
2
2
27
18
80
98
2
2
2
2
8
88
8
8
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL13015.1 R0415A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 370761 R0415A Gedrukt in China © 2015 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

ProForm PETL13015 de handleiding

Type
de handleiding