Rauch AERO ISOBUS Handleiding

Type
Handleiding
AERO ISOBUS
Vóór inbedrijfstelling
zorgvuldig
doorlezen!
Bewaren voor toekomstig
gebruik
Deze gebruiksaanwijzing/
montagehandleiding is een deel van de
machine. Leveranciers van nieuwe en
gebruikte machines zijn verplicht om
schriftelijk te documenteren dat de
gebruiksaanwijzing/ montagehandleiding
met de machine geleverd en aan de klant
overhandigd werd.
Version 2.10.00
5903282-b-nl-0122
Oorspronkelijke
gebruiksaanwijzing
Aanvullende gebruiksaanwijzing
Geachte klant,
Met de aankoop van de machinebesturing AERO ISOBUS voor de meststrooier AERO 32.1 heeft u
vertrouwen in ons product getoond. Hartelijk dank! Dit vertrouwen willen wij rechtvaardigen. U heeft
een krachtige en betrouwbare machinebesturing gekocht.
Mochten er tegen de verwachting in problemen optreden: onze klantenservice staat altijd voor u
klaar.
Wij vragen u om deze gebruiksaanwijzing en de gebruiksaanwijzing van de machine vóór de
inbedrijfstelling zorgvuldig te lezen en de instructies in acht te nemen.
In deze handleiding kunnen ook uitrustingen worden beschreven die niet tot de uitrusting van uw
machinebesturing behoren.
Neem het serienummer van de machinebesturing en de machine in acht.
De machinebesturing AERO ISOBUS is af fabriek afgesteld op de meststrooier
waarbij deze werd geleverd. Deze kan zonder bijkomende herkalibratie niet op
een andere machine worden aangesloten.
Voer hier het serienummer van de machinebesturing en van de machine in. Bij
aansluiting van de machinebesturing op de machine moet u deze nummers
controleren.
Serienummer elektronische machinebesturing:
Serienummer machine:
Bouwjaar machine:
Technische verbeteringen
Wij streven ernaar onze producten voortdurend te verbeteren. Daarom behouden wij ons het recht
voor om zonder voorafgaande aankondiging alle verbeteringen en veranderingen die wij aan onze
apparaten nodig achten, uit te voeren, echter zonder ons daartoe te verplichten deze verbeteringen
of veranderingen op reeds verkochte machines over te brengen.
Mocht u nog vragen hebben, dan beantwoorden wij die graag.
Met vriendelijke groeten,
RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen voor de gebruiker 5
1.1 Over deze gebruiksaanwijzing 5
1.2 Betekenis van de waarschuwingen 5
1.3 Aanwijzingen voor de tekstweergave 6
1.3.1 Handleidingen en instructies 6
1.3.2 Opsommingen 6
1.3.3 Verwijzingen 7
1.3.4 Menuhiërarchie, toetsen en navigatie 7
2 Opbouw en functie 8
2.1 Display 8
2.1.1 Beschrijving van het werkscherm 8
2.1.2 Weergavevelden 10
2.1.3 Weergave van de strooibedrijfstoestanden 11
2.1.4 Weergave van de deelbreedtes 12
2.2 Bibliotheek van de gebruikte symbolen 13
2.2.1 Navigatie 13
2.2.2 Menu's 13
2.2.3 Symbolen werkscherm 14
2.2.4 Overige symbolen 16
2.3 Structureel menuoverzicht 18
3 Aanbouw en installatie 19
3.1 Eisen aan de tractor 19
3.2 Aansluitingen, contactdozen 19
3.2.1 Stroomvoorziening 19
4 Bediening 20
4.1 Machinebesturing inschakelen 20
4.2 Navigatie binnen de menu’s 20
4.3 Hoofdmenu 21
4.4 Meststofinstellingen 22
4.4.1 Strooihoeveelheid 23
4.4.2 Omwentelingen/kg 24
4.4.3 Afdraaiproef 25
4.4.4 Strooitabellen 28
4.5 Machine-instellingen 32
4.5.1 AUTO/MAN-modus 33
4.5.2 +/- hoeveelheid 34
4.6 Arm in-/uitklappen 35
4.6.1 Arm uitklappen 35
4.6.2 Arm inklappen 37
4.7 Handmatige instelling van de arm 37
4.8 Systeem/test 38
Inhoudsopgave
AERO ISOBUS 5903282 3
4.8.1 Totale datateller 39
4.8.2 Test/diagnose 40
4.8.3 Service 44
4.9 Info 44
4.10 Wegen-dagteller 44
4.10.1 Dagteller 45
4.10.2 Rest (kg, ha, m) 46
4.10.3 Weegschaal tarreren 47
4.11 Joystick gebruiken 48
4.11.1 CCI A3 joystick 48
4.11.2 Bedieningsniveaus van de CCI A3 joystick 48
4.11.3 Toetsentoewijzing van de CCI A3 joystick 49
5 Strooibedrijf 52
5.1 Werken met deelbreedtes 52
5.2 Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h 52
5.3 Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h 53
5.4 Automatische naspanning van de arm 54
5.5 DistanceControl 54
5.6 In kopakker rijden 54
6 Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken 55
6.1 Betekenis van de alarmmeldingen 55
6.2 Storing/alarm 56
6.2.1 Alarmmelding bevestigen 56
7 Speciale uitrusting 58
8 Garantie en vrijwaring 59
Inhoudsopgave
45903282 AERO ISOBUS
1 Aanwijzingen voor de gebruiker
1.1 Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de machinebesturing.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, deskundig en economisch
gebruik en onderhoud van de machinebesturing. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden,
reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de ermee
bestuurde machine te verhogen.
De documentatie dient binnen handbereik op de plaats van gebruik van de machinebesturing (bijv. in
de tractor) te worden bewaard.
De gebruiksaanwijzing vervangt niet uw eigen verantwoordelijkheid als exploitant en
bedieningspersoneel van de machinebesturing.
1.2 Betekenis van de waarschuwingen
In deze gebruiksaanwijzing zijn de waarschuwingen systematisch gerangschikt overeenkomstig de
ernst van het gevaar en de waarschijnlijkheid van het optreden.
De gevarentekens maken u opmerkzaam op constructieve, niet te vermijden restgevaren in de
omgang met de machine. De gebruikte waarschuwingen zijn hierbij als volgt opgebouwd:
Symbool + signaalwoord
Uitleg
Gevaarniveaus van de waarschuwingen
Het gevaarniveau wordt aangeduid met het signaalwoord. De gevaarniveaus zijn als volgt ingedeeld:
GEVAAR!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het
leven van personen.
Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
AERO ISOBUS 5903282 5
WAARSCHUWING!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een mogelijk gevaarlijke situatie voor de gezondheid van
personen.
Het niet naleven van deze waarschuwingen leidt tot ernstig letsel.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
VOORZICHTIG!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een mogelijk gevaarlijke situatie voor de gezondheid van
personen.
Het niet naleven van deze waarschuwingen leidt tot letsel.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
LET OP!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot schade aan het product en in de omgeving.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
Dit is een aanwijzing:
Algemene aanwijzingen bevatten gebruikstips en bijzonder nuttige informatie, maar geen
waarschuwingen voor gevaren.
1.3 Aanwijzingen voor de tekstweergave
1.3.1 Handleidingen en instructies
Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn als volgt weergegeven.
uHandelingsinstructie stap 1
uHandelingsinstructie stap 2
1.3.2 Opsommingen
Opsommingen zonder dwingende volgorde zijn als lijst met opsommingspunten weergegeven:
Eigenschap A
Eigenschap B
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
65903282 AERO ISOBUS
1.3.3 Verwijzingen
Verwijzingen naar andere tekstpassages in het document zijn weergegeven met paragraafnummer,
titeltekst resp. paginavermelding:
Voorbeeld: Neem ook in acht 2 Opbouw en functie
Verwijzingen naar andere documenten zijn weergegeven als aanwijzing of instructie zonder
nauwkeurige hoofdstuk- of paginavermeldingen:
Voorbeeld: Neem de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de aftakas in acht.
1.3.4 Menuhiërarchie, toetsen en navigatie
De menu’s zijn de items die in het venster Hoofdmenu vermeld staan.
In de menu’s zijn submenu’s of menu-items vermeld, waarin u instellingen uitvoert (keuzelijsten,
tekst- of cijferinvoer, functie starten).
De verschillende menu’s en velden van de machinebesturing zijn vet weergegeven.
De hiërarchie en het pad naar het gewenste menu-item zijn gemarkeerd met een >(pijl) tussen het
menu, het menu-item of de menu-items:
Systeem/test > Test/diagnose > Spanning betekent dat u het menu-item Spanning via het menu
Systeem/test en het menu-item Test/diagnose bereikt.
De pijl > komt overeen met de bediening van het scrollwiel resp. het veld op het
beeldscherm (aanraakscherm).
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
AERO ISOBUS 5903282 7
2 Opbouw en functie
Vanwege de vele verschillende voor ISOBUS geschikte terminals worden in dit hoofdstuk alleen
de functies van de elektronische machinebesturing beschreven zonder aanduiding van een
bepaalde ISOBUS-terminal.
Neem goed nota van de instructies voor de bediening van uw ISBOBUS-terminal in de
bijbehorende gebruiksaanwijzing.
2.1 Display
Het display toont de actuele statusinformatie, selectie- en invoermogelijkheden van de elektronische
machinebesturing.
De essentiële informatie voor het gebruik van de machine wordt op het werkscherm weergegeven.
2.1.1 Beschrijving van het werkscherm
De precieze weergave van het werkscherm hangt af van de op dat moment gekozen instellingen
en het type machine.
2. Opbouw en functie
85903282 AERO ISOBUS
Afb. 1: Display van de machinebesturing
[1] Weergave info meststof (benaming meststof
en samenstelling)
Veld: Aanpassing in de strooitabel
[2] Weergave van de deelbreedtes en de
afzonderlijke meststofuitlaten
[3] Wijziging van de hoeveelheid voor de
rechter armzijde
[4] Functietoetsen
[5] Vrij definieerbare weergavevelden
[6] Actueel toerental van de doseereenheden
[7] Streeftoerental van de doseereenheden
[8] Wijziging van de hoeveelheid voor de linker
armzijde
[9] Weergave armstrooier voor minerale mest
[10] Actuele strooihoeveelheden (links, rechts)
op basis van de meststofinstellingen of de
taskcontroller
Veld: directe invoer van de
strooihoeveelheid
[11] Geselecteerde bedrijfsmodus
2. Opbouw en functie
AERO ISOBUS 5903282 9
2.1.2 Weergavevelden
U kunt de drie weergavevelden in het werkscherm individueel aanpassen en naar keuze de volgende
waarden aan de velden toewijzen:
• Rijsnelheid
• Omwentelingen/kg
ha dagt.
kg dagtell
m dagtell
kg rest
m rest
ha rest
Toerent. blazer
• Olietemperatuur
Afb. 2: Weergavevelden
[1] Weergaveveld 1
[2] Weergaveveld 2
[3] Weergaveveld 3
2. Opbouw en functie
10 5903282 AERO ISOBUS
Weergave selecteren
uOp het desbetreffende weergaveveld op het aanraakscherm drukken.
Het display geeft een lijst weer van de mogelijke weergaven.
uDe nieuwe waarde markeren waarmee het weergaveveld bezet moet worden.
uOp het veld OK drukken.
Het display toont het werkscherm.
In het desbetreffende weergaveveld vindt u nu de nieuwe waarde.
2.1.3 Weergave van de strooibedrijfstoestanden
Afb. 3: Weergave van de strooibedrijfstoestanden
A Strooibedrijf niet actief (STOP) B Machine in strooibedrijf (START)
2. Opbouw en functie
AERO ISOBUS 5903282 11
2.1.4 Weergave van de deelbreedtes
Afb. 4: Weergave van de deelbreedtetoestanden
[1] Geactiveerde deelbreedtes op totale
werkbreedte
[2] Toets Rechter deelbreedte verkleinen
[3] Rechter deelbreedte is met meerdere
deelbreedtes verkleind
Meer weergave- en instelmogelijkheden vindt u in hoofdstuk 4 Bediening.
2. Opbouw en functie
12 5903282 AERO ISOBUS
2.2 Bibliotheek van de gebruikte symbolen
2.2.1 Navigatie
Symbool Betekenis
Naar links; vorige pagina
Naar rechts; volgende pagina
Terug naar het vorige menu
Vanuit een menuvenster direct naar het hoofdmenu wisselen
Om te wisselen tussen werkscherm en menuvenster
Afbreken, dialoogvenster sluiten
2.2.2 Menu's
Symbool Betekenis
Vanuit een menuvenster direct naar het hoofdmenu wisselen
2. Opbouw en functie
AERO ISOBUS 5903282 13
Symbool Betekenis
Om te wisselen tussen werkscherm en menuvenster
Werklampen SpreadLight
Werkscherm
Meststofinstellingen
Machine-instellingen
Systeem/test
Informatie
Wegen-dagteller
2.2.3 Symbolen werkscherm
Symbool Betekenis
Strooibedrijf en regeling van de strooihoeveelheid starten
Het strooibedrijf is gestart; regeling van de strooihoeveelheid stoppen
Terugzetten van de veranderde hoeveelheid naar de vooraf ingestelde
strooihoeveelheid
2. Opbouw en functie
14 5903282 AERO ISOBUS
Symbool Betekenis
Om te wisselen tussen werkscherm en menuvenster
Selectie van de grotere/kleinere hoeveelheid op de linker, rechter of beide strooizijden
(%)
Wijziging van de hoeveelheid + (plus)
Wijziging van de hoeveelheid - (min)
Wijziging van de hoeveelheid links + (plus)
Wijziging van de hoeveelheid links - (min)
Wijziging van de hoeveelheid rechts + (plus)
Wijziging van de hoeveelheid rechts - (min)
Linker deelbreedte reduceren (min)
2. Opbouw en functie
AERO ISOBUS 5903282 15
Symbool Betekenis
Linker deelbreedte reduceren (min)
Rechter deelbreedte verhogen (plus)
Rechter deelbreedte reduceren (min)
2.2.4 Overige symbolen
Symbool Betekenis
Begin- en middendelen 1 van de arm inklappen
Begin- en middendelen 1 van de arm uitklappen
Middendeel 2 van de arm inklappen
Middendeel 2 van de arm uitklappen
Einddelen van de arm inklappen
2. Opbouw en functie
16 5903282 AERO ISOBUS
Symbool Betekenis
Einddelen van de arm uitklappen
Arm in V-stand heffen
Arm naar werkstand neerlaten
Hellingshoek van de arm, links heffen
Hellingshoek van de arm, rechts heffen
2. Opbouw en functie
AERO ISOBUS 5903282 17
2.3 Structureel menuoverzicht
2. Opbouw en functie
18 5903282 AERO ISOBUS
3 Aanbouw en installatie
3.1 Eisen aan de tractor
Controleer vóór de aanbouw van de machinebesturing of uw tractor aan de volgende eisen voldoet:
Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als er meerdere verbruikers
gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, licht)
Olietoevoer van de doseereenheden: minstens 30 l/min per p = 180 bar, enkelvoudig of dubbel
werkend ventiel (afhankelijk van de uitrusting),
Het toerental van de aftakas kan op 1000 omw/min worden ingesteld en moet worden
aangehouden (basisvoorwaarde voor een correcte doseerhoeveelheid).
Bij tractoren zonder lastafhankelijke versnellingsbak moet de rijsnelheid door een juiste
versnellingsbakoverbrenging zodanig gekozen worden dat deze overeenkomt met een
aftakastoerental van 1000 omw/min.
9-polige contactdoos (ISO 11783) aan de achterzijde van de tractor voor verbinding van de
machinebesturing met de ISOBUS
9-polige terminalstekker (ISO 11783) voor verbinding van een ISOBUS-terminal met de ISOBUS
De voeding van de machinebesturing vindt plaats via de 9-polige ISOBUS-contactdoos aan de
achterzijde van de trekker.
Indien de tractor geen 9-polige contactdoos aan de achterzijde heeft, kunnen bijkomend een
tractorinbouwset met 9-polige contactdoos voor de tractor (ISO 11783) en een rijsnelheidssensor
als speciale uitrusting aangeschaft worden.
De tractor moet het snelheidssignaal op de ISOBUS ter beschikking stellen.
Vergewis u ervan bij uw handelaar dat uw tractor over de noodzakelijke aansluitingen en
contactdozen beschikt.
Door toedoen van de talrijke configuraties tractor/machine/terminal ondersteunt uw handelaar
u bij de keuze van de juiste aansluiting.
3.2 Aansluitingen, contactdozen
3.2.1 Stroomvoorziening
De voeding van de machinebesturing geschiedt via de 9-polige contactdoos aan de achterzijde van de
tractor.
3. Aanbouw en installatie
AERO ISOBUS 5903282 19
4 Bediening
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door vrijkomende meststof
In geval van een storing kan de doseerschuif tijdens de rit naar de strooilocatie onverwacht
opengaan. Er bestaat gevaar voor uitglijden en verwonding van personen door de vrijkomende
meststof.
Vóór de rit naar de strooilocatie de elektronische machinebesturing absoluut uitschakelen.
4.1 Machinebesturing inschakelen
Voorwaarden:
De machinebesturing is correct op de machine en op de tractor aangesloten.
De minimale spanning van 11 V is gegarandeerd.
uMachinebesturing starten.
Na enkele seconden verschijnt het startscherm van de machinebesturing.
Kort daarop toont de machinebesturing enkele seconden het activeringsmenu.
uEntertoets indrukken.
Vervolgens verschijnt het werkscherm.
4.2 Navigatie binnen de menu’s
U vindt de belangrijke instructies bij de weergave en navigatie tussen de menu’s in het hoofdstuk
1.3.4 Menuhiërarchie, toetsen en navigatie.
Hierna beschrijven we het oproepen van de menu’s resp. de menu-items door aanraken van het
aanraakscherm of indrukken van de functietoetsen.
Neem de gebruiksaanwijzing van de gebruikte terminal in acht.
Hoofdmenu oproepen
uDe functietoets Werkscherm/hoofdmenu indrukken. Zie 2.2.2 Menu's.
Op het display verschijnt het hoofdmenu.
Submenu oproepen via het aanraakscherm
uOp het veld van het gewenste submenu drukken.
4. Bediening
20 5903282 AERO ISOBUS
Er verschijnen vensters die tot verschillende acties oproepen.
• Tekstinvoer
Invoer van waarden
Instellingen via verdere submenu’s
Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de pijl naar
links/rechts naar het aangrenzende venster springen.
Menu verlaten
uInstellingen bevestigen door de toets Terug in te drukken.
U keert terug naar het vorige menu.
uToets Werkscherm/hoofdmenu indrukken
U keert terug naar het werkscherm.
uToets ESC indrukken.
De vorige instellingen blijven bewaard.
U keert terug naar het vorige menu.
4.3 Hoofdmenu
Afb. 5: Hoofdmenu met submenu’s
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 21
Submenu Betekenis Beschrijving
Werk- scherm Wisselt naar het werkscherm
Meststofinstelling Instellingen voor meststof en
strooibedrijf
4.4 Meststofinstellingen
Machine-instelling Instellingen voor tractor en machine. 4.5 Machine-instellingen
Vouwen In-/uitklappen van de arm 4.6 Arm in-/uitklappen
Systeem/test Instellingen en diagnose van de
machinebesturing
4.8 Systeem/test
Info Weergave van de machineconfiguratie 4.9 Info
Wegen-dagteller Waarden bij de verrichte
strooiwerkzaamheden en functies voor
het weegbedrijf.
4.10 Wegen-dagteller
Naast de submenu’s kunt u in het hoofdmenu de functietoetsen Heffen/neerlaten (kopakker) en
Hellingshoek naar links/rechts selecteren.
De functietoetsen zijn alleen zichtbaar wanneer de arm volledig uitgeklapt is.
Zie Hoofdstuk 4.7 - Handmatige instelling van de arm - Pagina 37
Zie Hoofdstuk 5.6 - In kopakker rijden - Pagina 54
4.4 Meststofinstellingen
In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit.
uMenu Hoofdmenu > Meststofinstelling oproepen.
Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de pijl naar
links/rechts naar het aangrenzende venster springen.
4. Bediening
22 5903282 AERO ISOBUS
Afb. 6: Menu Meststofinstelling AXIS-H, tabblad 1 en 2
Submenu Betekenis Beschrijving
Naam meststof Geselecteerde meststof uit de
strooitabel.
4.4.4 Strooitabellen
Strooihvh. (kg/ha) Invoer streefwaarde van de
strooihoeveelheid in kg/ha
4.4.1 Strooihoeveelheid
Fabrikant Invoer van de meststoffabrikant.
Samenstelling Procentueel aandeel van de chemische
samenstelling
Omwentelingen/kg Kalibratiefactor omwentelingen van de
doseerwalsen per kilogram. Wordt door
middel van een afdraaiproef bepaald.
4.4.2 Omwentelingen/kg
Afdraaiproef starten Opvragen submenu voor uitvoeren van
de afdraaiproef
4.4.3 Afdraaiproef
Strooitabel Beheer van strooitabellen 4.4.4 Strooitabellen
4.4.1 Strooihoeveelheid
In dit menu kunt u de gewenste waarde van de strooihoeveelheid invoeren.
Strooihoeveelheid invoeren:
uMenu Meststofinstelling > Strooihvh. (kg/ha) oproepen.
Op het display verschijnt de op dat moment geldige strooihoeveelheid.
uDe nieuwe waarde in het invoerveld invoeren.
uOp OK drukken.
De nieuwe waarde is in de machinebesturing opgeslagen.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 23
U kunt ook de strooihoeveelheid direct via het werkscherm invoeren of aanpassen.
uOp het aanraakscherm op veld Strooihvh. (kg/ha) [1] drukken.
Het invoervenster voor getallen verschijnt.
Afb. 7: Strooihoeveelheid op het aanraakscherm invoeren
[1] Veld Strooihoeveelheid [2] Veld Strooitabel
uDe nieuwe waarde in het invoerveld invoeren.
uOp OK drukken.
De nieuwe waarde is in de machinebesturing opgeslagen.
4.4.2 Omwentelingen/kg
In dit menu kunt u de kalibratiefactor van de gewenste omwentelingen per kilogram voor de
doseerwalsen invoeren.
Indien u de waarde kent op basis van eerdere afdraaiproeven, voert u deze in deze selectie
handmatig in.
uMenu Meststofinstelling > Omwentelingen/kg oproepen.
Op het display verschijnt het momenteel ingestelde aantal omwentelingen per kilogram.
uDe nieuwe waarde in het invoerveld invoeren.
uOp OK drukken.
De nieuwe waarde is in de machinebesturing opgeslagen.
4. Bediening
24 5903282 AERO ISOBUS
Als de kalibratiefactor onbekend is:
uDe waarde 1.5 omwentelingen/kg invoeren.
uEen afdraaiproef moet verplicht worden uitgevoerd.
De kalibratiefactor voor deze meststof wordt nauwkeurig bepaald.
4.4.3 Afdraaiproef
U voert de afdraaiproef voor de kalibratie van de precieze hoeveelheid meststof uit. Het reservoir moet
worden gevuld met meststof. Er kunnen afdraaiproeven voor tot 30 soorten meststof worden
opgeslagen.
Voer de afdraaiproef uit:
vóór de eerste keer strooien
als de kwaliteit van de meststof sterk veranderd is (vocht, hoog stofaandeel, korrelbreuk)
als er een nieuwe soort meststof wordt gebruikt
De afdraaiproef moet bij lopende aftakas bij stilstand of tijdens het rijden op een testtraject worden
uitgevoerd.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 25
uMenu Meststofinstelling > Afdraaiproef starten oproepen.
uGemiddelde werksnelheid invoeren.
Afb. 8: Menu Afdraaiproef, pagina 1
[1] Benaming meststof [2] Selectie van de deelbreedte waarop de
afdraaiproef wordt uitgevoerd
uIn het invoerveld Naam meststof de nieuwe benaming invoeren.
uDe gewenste deelbreedte voor de afdraaiproef selecteren.
wDaarvoor het vinkje onder het deelbreedtenummer plaatsen.
Standaard is de 4e deelbreedte geselecteerd.
uOp het veld OK drukken.
Pagina 2 verschijnt.
4. Bediening
26 5903282 AERO ISOBUS
uGemiddelde werksnelheid invoeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel tijdens de afdraaiproef
Draaiende machineonderdelen en uitstromende meststoffen kunnen tot letsel leiden.
Vóór de start van de afdraaiproef ervoor zorgen dat aan alle voorwaarden is voldaan.
Hoofdstuk Afdraaiproef in de gebruiksaanwijzing van de machine in acht nemen.
uOp het veld OK drukken.
De nieuwe waarde wordt opgeslagen in de machinebesturing.
Het display gaat naar pagina 3.
De doseerwals vult nu de strooibak en blijft na 5 s automatisch stilstaan.
Het display gaat naar pagina 4.
uDe opvangbak voor meststof leegmaken en vervolgens weer onder de doseerinrichting zetten.
uOp het veld OK drukken.
Pagina 5 verschijnt.
Afb. 9: Menu Afdraaiproef, pagina 5
uOp de functietoets Start/Stop drukken.
uDe afdraaiprocedure verloopt nu automatisch, tot de dosering zelfstandig na 80 s uitschakelt.
uHet display gaat naar pagina 6.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 27
uDe opgevangen hoeveelheid meststof wegen.
uDe waarde van de opgevangen hoeveelheid meststof invoeren.
De machinebesturing berekent op basis van de gegevens de waarde omwentelingen/kg.
uOp het veld OK drukken.
De nieuw berekende omwentelingen/kg zijn overgenomen.
U keert terug naar het menu Meststofinstelling.
De afdraaiproef werd uitgevoerd en is dus voltooid.
4.4.4 Strooitabellen
In dit menu kunt u strooitabellen aanmaken en beheren.
De keuze van een strooitabel heeft uitwerkingen op de machine, op de
meststofinstellingen en op de machinebesturing. De ingestelde strooihoeveelheid
wordt overschreven met de opgeslagen waarde uit de strooitabel.
Nieuwe strooitabel aanmaken
U heeft de mogelijkheid maximaal 30 strooitabellen aan te maken in de elektronische
machinebesturing.
4. Bediening
28 5903282 AERO ISOBUS
uMenu Meststofinstelling > Strooitabellen oproepen.
Afb. 10: Menu Strooitabellen
[1] Weergave voor een strooitabel met
ingevulde waarden
[2] Weergave voor een actieve strooitabel
[3] Lege strooitabel
[4] Naamveld van de strooitabel
[5] Tabelnummer
uEen lege strooitabel selecteren.
Het naamveld bestaat uit de naam van de meststof, de werkbreedte en het type strooischijf.
Het display toont het keuzevenster.
uOptie Openen en terug naar meststofinstellingen indrukken.
Het display toont het menu Meststofinstelling en het geselecteerde element wordt als actieve
strooitabel in de meststofinstellingen geladen.
uMenu-item Naam meststof oproepen.
uNaam voor de strooitabel invoeren.
Wij raden aan om de strooitabel de naam van de meststof te geven. Zo kunt u gemakkelijker een
meststof aan de strooitabel koppelen.
uParameters van de strooitabel bewerken. Zie 4.4 Meststofinstellingen.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 29
Een strooitabel selecteren
uMenu Meststofinstelling > Openen en terug naar meststofinstellingen oproepen.
uGewenste strooitabel selecteren.
Het display toont het keuzevenster.
uOptie Openen en terug naar strooimiddelinstellingen selecteren.
Het display toont het menu Meststofinstelling en het geselecteerde element wordt als actieve
strooitabel in de meststofinstellingen geladen.
Bij de selectie van een bestaande strooitabel worden alle waarden in het menu Meststofinstelling
met de opgeslagen waarden uit de geselecteerde strooitabel overschreven, waaronder ook het
afgiftepunt en het basistoerental.
De machinebesturing stuurt het afgiftepunt aan op de waarde die in de strooitabel opgeslagen
is.
Aanwezige strooitabel kopiëren
uGewenste strooitabel selecteren.
Het display toont het keuzevenster.
uOptie Element kopiëren selecteren.
Een kopie van de strooitabel staat nu op de eerste vrije plaats van de lijst.
Aanwezige strooitabel wissen
uGewenste strooitabel selecteren.
Het display toont het keuzevenster.
De actieve strooitabel kan niet gewist worden.
uOptie Element wissen selecteren.
De strooitabel is uit de lijst gewist.
Geselecteerde strooitabel via het werkscherm beheren
U kunt ook de strooitabel direct via het werkscherm beheren
4. Bediening
30 5903282 AERO ISOBUS
uOp het aanraakscherm op het veld Strooitabel [2] drukken.
De actieve strooitabel verschijnt.
Afb. 11: Strooitabel via aanraakscherm beheren
[1] Veld Strooihoeveelheid [2] Veld Strooitabel
uDe nieuwe waarde in het invoerveld invoeren.
uOK drukken.
De nieuwe waarde is in de machinebesturing opgeslagen.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 31
4.5 Machine-instellingen
In dit menu voert u de instellingen voor de tractor en de machine uit.
uMenu Machine-instelling oproepen.
Afb. 12: Menu Machine-instelling, tabblad 1 en 2
Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de pijl naar
links/rechts naar het aangrenzende venster springen.
Submenu Betekenis Beschrijving
AUTO/MAN-modus De bedrijfsmodus Automatisch
of Handmatig vastleggen
4.5.1 AUTO/MAN-modus
MAN km/h Instelling van de handmatige
snelheid. (slechts van invloed op
de desbetreffende
bedrijfsmodus)
Invoer in afzonderlijk
invoervenster.
Snelheids- / signaalbron Selectie/beperking van het
snelheidssignaal
Snelheid AUTO
(automatische selectie van
drijfwerk of radar/GPS 1)
GPS J1939 1
NMEA 2000
1) De fabrikant van de machinebesturing is bij verlies van het GPS-signaal niet aansprakelijk.
4. Bediening
32 5903282 AERO ISOBUS
Submenu Betekenis Beschrijving
Gesimuleerde snelheid Voorinstelling voor het strooien
met gesimuleerde snelheid, om
direct uit de veldrand te strooien
De gesimuleerde snelheid is
actief tot de werkelijke rijsnelheid
bereikt is of na afloop van de
ingevoerde simulatieduur.
Invoer in afzonderlijk
invoervenster
Simulatieduur (s) Invoer van de maximale duur in
seconden van de gesimuleerde
snelheid
Invoer in afzonderlijk
invoervenster
+/- hoeveelheid(%) Voorinstelling van de
hoeveelheidsreductie voor de
verschillende strooiwijzen
Invoer in afzonderlijk
invoervenster
Deelbr. instellen Geen functie
Trekker (km/h) Geen functie
kg leegmelder Invoer van de resthoeveelheid
die via de weegcellen een
alarmmelding genereert
4.5.1 AUTO/MAN-modus
Op basis van het snelheidssignaal regelt de machinebesturing automatisch de doseerhoeveelheid.
Hierbij wordt rekening gehouden met de strooihoeveelheid, de werkbreedte en de stroomfactor.
Standaard werkt u in de automatische modus.
In de handmatige modus werkt u alleen in de volgende gevallen:
als er geen snelheidssignaal beschikbaar is (radar of wielsensor niet aanwezig of defect)
strooien van slakkenkorrels of zaaigoed (fijne zaden)
Voor een gelijkmatige strooiing van het strooimiddel moet u in de handmatige modus absoluut met
een constante rijsnelheid werken.
De strooiwerkzaamheden met de verschillende bedrijfsmodi worden onder 5 Strooibedrijf
beschreven.
Menu Betekenis Beschrijving
AUTO km/h Selectie automatische modus Pagina 52
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 33
Menu Betekenis Beschrijving
MAN km/h Instelling rijsnelheid voor de handmatige modus Pagina 53
Bedrijfsmodus selecteren
uMachinebesturing starten.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uGewenst menu-item in de lijst selecteren.
uOp OK drukken.
uInstructies op het beeldscherm volgen.
Wij adviseren de weergave van de stroomfactor op het werkscherm. Op deze wijze kunt u de
massastroomregeling tijdens de strooiwerkzaamheden observeren. Zie 2.1.2 Weergavevelden.
U vindt belangrijke informatie omtrent het gebruik van de bedrijfsmodi bij het strooibedrijf in de
paragraaf 5 Strooibedrijf.
4.5.2 +/- hoeveelheid
In dit menu kunt u voor de normale strooiwijze de stapbreedte van de procentuele
hoeveelheidswijziging vastleggen.
De basis (100 %) is het vooringestelde toerental van de doseerwalsen.
Tijdens het bedrijf kunt u met de functietoetsen Hoeveelheid +/Hoeveelheid - op elk
moment de strooihoeveelheid met de factor +/- hoeveelheid wijzigen. Met de
C 100 %toets herstelt u de voorinstellingen.
Hoeveelheidsreductie vastleggen:
uMenu Machine-instelling > +/- hoeveelheid(%) oproepen.
uDe procentuele waarde invoeren waarmee u de strooihoeveelheid wenst te wijzigen.
uOp OK drukken.
4. Bediening
34 5903282 AERO ISOBUS
4.6 Arm in-/uitklappen
4.6.1 Arm uitklappen
GEVAAR!
Levensgevaar bij het uit- en inklappen van de armdelen
Bij het uit- en inklappen kunnen de armdelen personen verwonden. Let er met name op dat het
zwenkframe aan de linker en rechter machinezijde vrije ruimte vereist.
Het klappen pas starten, wanneer het zwenkframe links en rechts vergrendeld is.
De arm alleen bedienen, indien er rondom de strooier voldoende vrije ruimte is.
De armen alleen in- of uitklappen wanneer de strooier stilstaat en aangehangen is.
Alle personen uit gevarenzone verwijderen.
De machine is uitgerust met hydraulisch uitklapbare armdelen.
U kunt elektronisch de arm traploos handmatig verstellen in de hellingshoek ten opzichte van de
bodem.
uDe machine zo horizontaal mogelijk opstellen.
De overige werkzaamheden voor het uitklappen van de armen voert u uit op de machinebesturing
of met de joystick in de tractor.
Voorwaarden:
Hydraulisch besturingsapparaat van de tractor starten.
Via het hydraulische besturingsapparaat de vergrendeling van het zwenkframe openen.
Het zwenkframe is in werkstand vergrendeld.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 35
uMenu Hoofdmenu > Vouwen oproepen.
Afb. 13: Menu Vouwen
uFunctietoets Hoofddelen uitklappen minstens 18 seconden lang indrukken.
De begindelen en middendelen 1 worden aan beide zijden volledig uitgeklapt.
Afb. 14: Begin- en middendelen 1 uitklappen
De functietoets Ontgrendelen verschijnt in het menu.
Controleer door te kijken naar de arm of de begindelen en de middendelen 1 volledig zijn
uitgeklapt en vrij horizontaal liggen.
De cilinders van de begindelen moeten volledig worden uitgeschoven.
De cilinders zijn uitgeschoven, de draadkabel staat onder spanning.
4. Bediening
36 5903282 AERO ISOBUS
uFunctietoets Middendelen 2 uitklappen minstens 18 seconden lang indrukken.
De middendelen 2 worden aan beide zijden volledig uitgeklapt.
De timer op het beeldscherm telt af tot 0.
uFunctietoets Einddelen uitklappen ingedrukt houden tot de einddelen van de arm aan beide zijden
volledig uitgeklapt zijn.
De machine is gereed voor het strooien.
De timer op het beeldscherm telt af tot 0.
4.6.2 Arm inklappen
GEVAAR!
Levensgevaar bij het uit- en inklappen van de armdelen
Bij het uit- en inklappen kunnen de armdelen personen verwonden. Let er met name op dat het
zwenkframe aan de linker en rechter machinezijde vrije ruimte vereist.
Het klappen pas starten, wanneer het zwenkframe links en rechts vergrendeld is.
De arm alleen bedienen, indien er rondom de strooier voldoende vrije ruimte is.
De armen alleen in- of uitklappen wanneer de strooier stilstaat en aangehangen is.
Alle personen uit gevarenzone verwijderen.
Het klappen steeds uitvoeren terwijl u naar de arm kijkt.
uFunctietoets Einddelen inklappen ingedrukt houden tot de einddelen van de arm volledig
ingeklapt zijn en de timer op het beeldscherm afgelopen is.
uFunctietoets Middendelen 2 inklappen ingedrukt houden tot de middendelen van de arm 2
volledig ingeklapt zijn en de timer op het beeldscherm afgelopen is.
uFunctietoets Middendelen 1 en begindelen inklappen ingedrukt houden tot de begindelen en
middendelen 2 van de arm aan beide zijden volledig ingeklapt zijn en de timer op het
beeldscherm afgelopen is.
4.7 Handmatige instelling van de arm
De functie DistanceControl (speciale uitrusting) verstelt automatisch de hoogte en hellingshoek.
Handmatige instellingen zijn ook mogelijk wanneer de functie DistanceControl gedeactiveerd of niet
beschikbaar is.
De desbetreffende toetsen zijn beschikbaar in het hoofdmenu.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 37
Hellingshoek van de arm aanpassen
uVan het werkscherm naar het hoofdmenu wisselen.
Afb. 15: Functietoetsen verstelling hellingshoek arm
uHellingshoek voor het hangen van de arm met de functietoetsen [1] aan de linker- of rechterzijde
naar boven zetten.
4.8 Systeem/test
In dit menu voert u de systeem- en testinstellingen voor de machinebesturing uit.
uMenu Hoofdmenu > Systeem/test oproepen.
Afb. 16: Menü Systeem/test
4. Bediening
38 5903282 AERO ISOBUS
Submenu Betekenis Beschrijving
Totaaldata-teller Weergavelijst
Gestrooide hoeveelheid in
kg
Gestrooid oppervlak in ha
Strooitijd in h
Afgelegde afstand in km
4.8.1 Totale datateller
Test/diagnose Controle van stelmotoren en
sensoren
4.8.2 Test/diagnose
Service Service-instellingen Met een wachtwoord beveiligd;
alleen toegankelijk voor
servicepersoneel
4.8.1 Totale datateller
In dit menu worden alle tellerstanden van de strooier weergegeven.
Gestrooide hoeveelheid in kg
Gestrooid oppervlak in ha
Strooitijd in h
Afgelegde afstand in km
Dit menu dient louter ter informatie.
Afb. 17: Menü Totaaldata-teller
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 39
4.8.2 Test/diagnose
In het menu Test/diagnose kunt u de functie van alle stelmotoren en sensoren controleren.
Dit menu dient louter ter informatie.
De lijst van de sensoren hangt af van de uitrusting van de machine.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door bewegende machineonderdelen
Tijdens de tests kunnen machineonderdelen automatisch bewegen.
Vergewis u er vóór de tests van, dat er zich geen personen in de omgeving van de machine
bevinden.
Submenu Betekenis Beschrijving
Spanning Controle van de bedrijfsspanning
Toerental dosering Pagina 42
Leegmeldsensor Controle van de leegmeldsensoren
Wielsnelheid
Blazer
Vouwen
Ultrasoonsensoren Geen functie
MR-adresstatus Multirate
4. Bediening
40 5903282 AERO ISOBUS
Voorbeeld leegmelder
uMenu Test/diagnose > Leegmeldsensor oproepen.
Het display toont de status van de stelmotoren/sensoren.
Afb. 18: Test/diagnose; voorbeeld: Leegmeldsensor
[1] Weergave statusinformatie van de
leegmeldsensor in het rechter reservoir
[2] Balk status vulpeil reservoir: reservoir is vol
(waarden in procent)
[3] Status leegmeldsensor
[4] Status spanningspiek aan de signaalingang
[5] Statusinformatie van de leegmeldsensor in
het linker reservoir
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 41
Voorbeeld Toerental dosering
uMenu Test/diagnose > Toerental dosering oproepen.
Het display toont de status van de doseereenheden.
Het aantal deelbreedtes is afhankelijk van het machinetype.
Als uw machine slechts 4 deelbreedtes/doseereenheden heeft, zijn deelbreedtes 5 en 6 niet
relevant.
Afb. 19: Test/diagnose; voorbeeld: Toerental dosering
[1] Nummer van de deelbreedtes/
doseereenheden
[2] Weergave van het ingevoerde
streeftoerental
[3] Weergave van het actuele toerental
[4] Teller omwentelingen
[5] Teller omwentelingen resetten
[6] Doseermodule-versie
[7] Foutindicatie door statusbits
uDe doseermodule-versie [6] moet minstens 20308 weergeven. Dit komt overeen met versie
2.03.08.
Neem contact op met uw verkooppunt of gespecialiseerde werkplaats indien de versie niet correct
is.
Voor elke doseereenheid worden telkens op de regel Err [6] de fout-/status-bits weergegeven. Als er
geen fout is en niet wordt gekalibreerd, is de regel leeg. Er kunnen meerdere fouten tegelijkertijd
worden weergegeven. De verschillende statussen worden in de onderstaande tabel beschreven.
4. Bediening
42 5903282 AERO ISOBUS
Status-bit Beschrijving Mogelijke oorzaak
1 Geen toerentalsignaal Hydraulica uit
Motor draait niet.
Toerentalsensor niet aangesloten of defect
Kabelbreuk of kortsluiting
2 Defect aan proportioneel ventiel Proportionele magneetspoel niet
aangesloten
• Kabelbreuk
Spoel defect
3 Toerental niet regelbaar Probleem aan het hydraulisch systeem
Constante stroom/PowerBeyond verwisseld
Verkeerde instelling aan het LS-
drukregelingsschakelventiel
Olie te koud
Te weinig pompvermogen van de pomp, ...
4 Doseerwals draait zonder
aansturing. Probleem aan hydraulisch/elektrisch
systeem
Drukopstuwing in het systeem
• Kortsluiting
5 Maximaal toerental bij het
kalibreren niet bereikt
Doseerwals heeft 100 omw/min niet bereikt.
meestal in combinatie met bit 3
6 gereserveerd Neem contact op met de klantenservice of met uw
gespecialiseerde werkplaats.
7 Doseereenheid niet gekalibreerd Neem contact op met de klantenservice of met uw
gespecialiseerde werkplaats om de kalibratie uit
te voeren.
8 Kalibratie is bezig Het systeem wordt momenteel gekalibreerd.
Controleer of alle kabels en andere leidingen (sensoren enz.) correct zijn aangesloten en in
onberispelijke toestand zijn. Voor elke andere foutoorzaak neemt u contact op met de
klantenservice en geeft u de error-code op.
Omwentelingen resetten:
uOp het veld Resetten drukken.
Het toerental van de doseerwalsen is nu ingesteld op 0 omw/min.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 43
4.8.3 Service
Voor de instellingen in het menu Service is een invoercode vereist. Deze instellingen kunnen enkel
door geautoriseerd servicepersoneel gewijzigd worden.
4.9 Info
In het menu Info kunt u informatie over de machinebesturing vinden.
Dit menu dient ter informatie over de configuratie van de machine.
De lijst met gegevens hangt af van de uitrusting van de machine.
4.10 Wegen-dagteller
In dit menu vindt u waarden bij de verrichte strooiwerkzaamheden en functies voor het weegbedrijf.
uMenu Hoofdmenu > Wegen-dagteller oproepen.
Het menu Wegen-dagteller verschijnt.
Afb. 20: Menü Wegen-dagteller
4. Bediening
44 5903282 AERO ISOBUS
Submenu Betekenis Beschrijving
Dagteller Weergave van de uitgevoerde
strooihoeveelheid, het gestrooide
oppervlak en het gestrooide traject.
4.10.1 Dagteller
Rest (kg, ha, m ) Alleen weegstrooiers: Weergave van
de resthoeveelheid in het
machinereservoir.
4.10.2 Rest (kg, ha, m)
Meterteller Weergave van het gereden traject
sinds het laatste resetten van de
meterteller.
Resetten (op nul zetten) met de
C 100%-toets
Weegschaal tareren Alleen weegstrooiers: Weegwaarde bij
lege weegschaal wordt op „0 kg” gezet.
4.10.3 Weegschaal tarreren
4.10.1 Dagteller
In dit menu kunt u waarden van de verrichte strooiwerkzaamheden opvragen, de resterende
strooihoeveelheid observeren en de dagteller resetten door hem te wissen.
uMenu Wegen- dagteller > Dagteller oproepen.
Het menu Dagteller verschijnt.
Tijdens het strooien, dus met geopende doseerschuiven, kunt u naar het menu Dagteller gaan en zo
de actuele waarden aflezen.
Als u de informatie tijdens het strooien permanent wilt aflezen, kunt u ook aan de vrij te kiezen
weergavevelden in het bedrijfsscherm kg dagtell, ha dagt. of m dagtell toewijzen, zie 2.1.2
Weergavevelden.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 45
Afb. 21: Menü Dagteller
[1] Weergavevelden gestrooide hoeveelheid,
oppervlak en afstand
[2] Dagteller wissen
Dagteller wissen
uSubmenu Wegen-dagteller > Dagteller oproepen.
Op het display verschijnen de sinds het laatste wissen berekende waarden voor de
strooihoeveelheid, het gestrooide oppervlak en het gestrooide traject.
uOp het veld Dagteller wissen drukken.
Alle waarden van de dagteller worden op 0 gezet.
4.10.2 Rest (kg, ha, m)
In het menu kg rest kunt u de resterende hoeveelheid in het reservoir opvragen. Het menu geeft het
mogelijke oppervlak (ha) en traject (m) aan, dat met de resterende hoeveelheid meststof kan worden
gestrooid.
uMenu Wegen-dagteller > Rest (kg, ha, m ) oproepen.
Het menu Rest (kg, ha, m ) verschijnt.
Alleen bij de weegstrooier kan het actuele vulgewicht worden bepaald door wegen. Bij alle
overige strooiers wordt de resterende hoeveelheid meststof berekend aan de hand van de
meststof- en machine-instellingen en het rijsignaal. De vulhoeveelheid moet handmatig worden
ingevoerd (zie onder). De waarden voor strooihoeveelheid en werkbreedte kunnen in dit menu niet
worden gewijzigd. Deze dienen hier louter ter informatie.
4. Bediening
46 5903282 AERO ISOBUS
Afb. 22: Menü Rest (kg, ha, m )
[1] Invoerveld rest (kg) [2] Weergavevelden Strooihoeveelheid,
Werkbreedte en het mogelijke te strooien
oppervlak en traject
Voor machines zonder weegcellen
uHet reservoir vullen.
uIn het gedeelte Rest (kg) het totale gewicht van de resterende meststof in het reservoir invoeren.
Het apparaat berekent de waarden voor het mogelijke te strooien oppervlak en traject.
4.10.3 Weegschaal tarreren
Alleen weegstrooiers
In dit menu zet u de weegwaarde bij leeg reservoir op 0 kg.
Bij het tarreren van de weegschaal moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:
het reservoir is leeg,
de machine staat stil,
de aftakas is uitgeschakeld,
de machine staat horizontaal en vrij van de grond,
de trekker staat stil.
Weegschaal tarreren:
uMenu Wegen-dagteller > Weegschaal tareren oproepen.
uOp het veld Weegschaal tareren drukken.
De weegwaarde bij lege weegschaal is nu op 0 kg gezet.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 47
Tarreer de weegschaal vóór elk gebruik om een feilloze berekening van de resthoeveelheid te
waarborgen.
4.11 Joystick gebruiken
Als alternatief voor de instellingen op het werkscherm van de ISOBUS-terminal kunt u een joystick
gebruiken.
Neem als u een andere joystick wilt gebruiken, contact op met uw dealer.
Neem de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de ISOBUS-terminal in acht.
4.11.1 CCI A3 joystick
Afb. 23: CCI A3 joystick, voor- en achterzijde
[1] Lichtsensor
[2] Display/touchpaneel
[3] Kunststof grid (vervangbaar)
[4] Niveautoets
4.11.2 Bedieningsniveaus van de CCI A3 joystick
Met de niveautoets kunt u wisselen tussen drie bedieningsniveaus. Het actieve niveau wordt door de
positie van een lichtstrook aan de onderste rand van het display weergegeven.
4. Bediening
48 5903282 AERO ISOBUS
Afb. 24: CCI A3 joystick, weergave bedieningsniveau
[1] Niveau 1 actief
[2] Niveau 2 actief
[3] Niveau 3 actief
4.11.3 Toetsentoewijzing van de CCI A3 joystick
De aangeboden joystick is af fabriek voorgeprogrammeerd met bepaalde functies.
De betekenis en functie van de symbolen vindt u in hoofdstuk 2.2 Bibliotheek van de gebruikte
symbolen.
Houd er rekening mee dat de toewijzing van de toetsen in functie van het machinetype
verschillend is.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 49
Afb. 25: Toetsentoewijzing niveau 1
Afb. 26: Toetsentoewijzing niveau 2
4. Bediening
50 5903282 AERO ISOBUS
Afb. 27: Toetsentoewijzing niveau 3
Als u de toetsentoewijzing op de drie niveaus wilt aanpassen, neemt u de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de joystick in acht.
4. Bediening
AERO ISOBUS 5903282 51
5 Strooibedrijf
De machinebesturing ondersteunt u bij de instelling van de machine vóór de werkzaamheden. Tijdens
de strooiwerkzaamheden zijn eveneens functies van de machinebesturing op de achtergrond actief.
Hiermee kunt u de kwaliteit van de meststofverdeling controleren.
5.1 Werken met deelbreedtes
U kunt de werkbreedte bij het activeren resp. deactiveren van de deelbreedtes aanpassen. Deze
instellingen zijn direct in het werkscherm mogelijk. U kunt zich zo tijdens het strooien optimaal aan de
vereisten op het veld aanpassen.
Veld Strooiwijze
Deelbreedte van links tot het midden uitschakelen
Deelbreedte van het midden naar links activeren
Deelbreedte van rechts tot het midden uitschakelen
Deelbreedte van het midden naar rechts activeren
uDe functietoets meerdere malen indrukken tot het display de gewenste werkbreedte weergeeft.
5.2 Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h
U werkt standaard in deze bedrijfsmodus bij machines zonder weegtechniek.
Voorwaarde voor strooiwerkzaamheden:
De bedrijfsmodus AUTO km/h is actief (zie 4.5.1 AUTO/MAN-modus).
De meststofinstellingen zijn vastgelegd:
Strooihoeveelheid (kg/ha),
○ Omwentelingen/kg
5. Strooibedrijf
52 5903282 AERO ISOBUS
uHet reservoir met meststof vullen.
Voor een optimaal strooiresultaat in de bedrijfsmodus AUTO km/h voert u vóór aanvang van de
strooiwerkzaamheden een afdraaiproef uit.
uEen afdraaiproef voor het bepalen van de omwentelingen/kg van de doseerwalsen uitvoeren of de
waarde handmatig invoeren.
uOp Start/Stop drukken.
Het strooien start.
5.3 Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h
U werkt in de bedrijfsmodus MAN km/h als er geen snelheidssignaal beschikbaar is.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uMenu-item MAN km/h selecteren.
Het display toont het invoervenster Snelheid.
uWaarde voor de rijsnelheid tijdens het strooien invoeren.
uOK drukken.
uMeststofinstellingen uitvoeren:
wStrooihoeveelheid (kg/ha)
wOmwentelingen/kg
uHet reservoir met meststof vullen.
Voor een optimaal strooiresultaat in de bedrijfsmodus MAN km/h voert u vóór aanvang van de
strooiwerkzaamheden een afdraaiproef uit.
uEen afdraaiproef voor het bepalen van de omwentelingen/kg van de doseerwalsen uitvoeren of de
waarde handmatig invoeren.
uOp Start/Stop drukken
Het strooien start.
Houd absoluut de ingevoerde snelheid aan tijdens het strooien.
5. Strooibedrijf
AERO ISOBUS 5903282 53
5.4 Automatische naspanning van de arm
Tijdens het strooien neemt de spanning van de armcilinders af door de trillingen. Daarom is regelmatig
naspannen noodzakelijk. Dit vindt automatisch plaats via de functie Naspannen AUTO.
Voorwaarde:
De arm is uitgeklapt. Zie Hoofdstuk 4.6.1 - Arm uitklappen - Pagina 35
uFunctietoets Naspannen AUTO in het hoofdmenu indrukken.
De naspanning is actief.
Alle cilinders van de arm worden om de 120 seconden 5 seconden lang nagespannen.
5.5 DistanceControl
Speciale uitrusting
Neem contact op met uw verkooppunt om de functie te activeren.
5.6 In kopakker rijden
Als u aan het einde van het veld in de kopakker rijdt, kunt u de arm in wendakkerstand zetten. Zo
voorkomt u schade door eventuele hindernissen aan de veldgrens resp. oneffenheden in de bodem.
uIn de kopakkerstrook rijden.
uHet strooien stoppen met de machinebesturing.
uDe tractor stoppen.
uVia de machinebesturing de toets Arm heffen indrukken.
De arm wordt in V-stand geplaatst.
uIn de kopakker in de volgende strook rijden.
uVia de machinebesturing de toets Arm neerlaten indrukken.
De arm is in werkstand.
uHet strooien opnieuw starten.
5. Strooibedrijf
54 5903282 AERO ISOBUS
6 Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
6.1 Betekenis van de alarmmeldingen
Op het display van de ISOBUS-terminal kunnen diverse alarmmeldingen verschijnen.
Nr. Melding in het display Betekenis en mogelijke oorzaak
4 Reservoir links leeg! De linker peilsensor meldt “leeg”.
Het linker reservoir is leeg.
5 Reservoir rechts leeg! De rechter peilsensor meldt “leeg”.
Het rechter reservoir is leeg.
21 Strooier overbeladen! Alleen voor weegstrooiers: De schotelstrooier
voor minerale mest is overbeladen.
Te veel meststof in het reservoir
32 Extern bediende delen kunnen bewegen.
Gevaar van snijden en beknelling. - Alle
personen uit gevarenzone verwijderen. -
Handboek naleven. Bevestig met ENTER.
Als de machinebesturing ingeschakeld wordt,
kunnen delen onverwacht bewegen.
Alleen als alle mogelijke gevaren
weggenomen zijn, instructies op het
scherm volgen.
51 Reservoir leeg! De kg-leegmeldsensor meldt “Leeg”. De
ingevoerde waarde is onderschreden.
81 Oliepeil laag! Het oliepeil in het hydraulische circuit is te
laag.
Machine stoppen en olie bijvullen.
83 Olietemp.tehoog! De olietemperatuur van de ventilatie-
aandrijving heeft de ingestelde alarmgrens
bereikt en de koeler start niet.
Is de voeding van de koeler in orde?
Voeding en stekkerverbindingen
controleren en indien nodig wisselen.
97 Doeltoerental doseereenheid X kon niet
worden bereikt • Blokkade
Streeftoerental te hoog. Waarde lager dan
120 omw/min invoeren.
Te weinig olie in de olietank
Olie te koud
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
AERO ISOBUS 5903282 55
Nr. Melding in het display Betekenis en mogelijke oorzaak
109 Snelheid of strooihoeveel. te laag! Ingesteld alarm voor minimale
strooihoeveelheid werd bereikt.
of
Ingesteld minimaal toerental werd bereikt.
115 Snelheid of doseerhoev. te hoog Ingesteld alarm voor maximale
strooihoeveelheid werd bereikt.
of
Ingesteld maximaal toerental werd bereikt.
6.2 Storing/alarm
Op het display wordt een alarmmelding met een rood kader en een waarschuwingssymbool
weergegeven.
Afb. 28: Alarmmelding (voorbeeld)
6.2.1 Alarmmelding bevestigen
Alarmmelding bevestigen:
uVerhelp de oorzaak van de alarmmelding.
Zie daarvoor ook de bedrijfshandleiding van de schotelstrooier voor minerale meststof. Zie ook
6.1 Betekenis van de alarmmeldingen.
uOp ACK drukken.
Het bevestigen van de alarmmeldingen kan verschillend zijn bij verschillende ISOBUS-terminals.
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
56 5903282 AERO ISOBUS
U bevestigt de overige meldingen met gele rand via diverse toetsen:
• Enter
• Start/stop
Volg hiervoor de instructies op het beeldscherm.
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
AERO ISOBUS 5903282 57
7 Speciale uitrusting
Weergave Benaming
Leegmeldsensor
CCI A3 joystick
DistanceControl
7. Speciale uitrusting
58 5903282 AERO ISOBUS
8 Garantie en vrijwaring
RAUCH-apparaten worden vervaardigd op basis van moderne fabricagemethoden en met uiterste
zorgvuldigheid en worden vele malen gecontroleerd.
Daarom biedt RAUCH 12 maanden garantie als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
De garantie gaat in op de datum van de aankoop.
De garantie omvat materiaal- of fabricagefouten. Voor producten van derden (hydraulisch
systeem, elektronica) zijn wij uitsluitend aansprakelijk in het kader van de vrijwaring van de
betreffende fabrikant. Tijdens de garantieperiode worden fabricage- en materiaalfouten kosteloos
verholpen door vervanging of verbetering van de betreffende onderdelen. Overige, ook
verdergaande rechten als aanspraak op koopvernietiging, korting op de aanschafprijs of
vergoeding van schade die niet aan het geleverde object ontstaan is, zijn uitdrukkelijk uitgesloten.
De garantieprestatie wordt geleverd door erkende werkplaatsen, door RAUCH-
fabrieksvertegenwoordiging of door de fabriek zelf.
Van de garantie uitgesloten zijn gevolgen van natuurlijke slijtage, vervuiling, corrosie en alle
fouten die zijn ontstaan door onvakkundig hanteren alsmede inwerkingen van buitenaf. Bij
eigenmachtig uitvoeren van reparaties of wijzigingen van de originele toestand vervalt de
garantie. De aanspraak op vervanging vervalt, als er geen originele RAUCH-
vervangingsonderdelen gebruikt zijn. Neem daarom de gebruiksaanwijzing in acht. Neem bij
twijfel contact op met onze fabrieksvertegenwoordiging of direct met onze fabriek. Garantieclaims
moeten uiterlijk binnen 30 dagen na optreden van de schade bij de fabriek zijn ingediend.
Vermeld koopdatum en machinenummer. Reparaties waarvoor garantie moet worden verleend,
mogen door de erkende werkplaats pas na overleg met RAUCH of diens officiële
vertegenwoordiging worden uitgevoerd. De garantieperiode wordt niet verlengd door
garantiewerkzaamheden. Transportfouten zijn geen fabricagefouten en vallen daarom niet onder
de vrijwaringsplicht van de fabrikant.
Aanspraak op vergoeding van schade die niet aan de RAUCH-apparaten zelf is ontstaan, is
uitgesloten. Hieronder valt ook uitsluiting van aansprakelijkheid voor vervolgschade als gevolg
van strooifouten. Eigenmachtige wijzigingen aan RAUCH-apparaten kunnen vervolgschade
veroorzaken. Hiervoor is de leverancier niet aansprakelijk. Bij opzet of grove nalatigheid van de
eigenaar of een leidinggevende geldt de uitsluiting van aansprakelijkheid van de leverancier niet.
Dit geldt ook voor die gevallen waarbij de productaansprakelijkheidswetgeving aangeeft, dat de
leverancier aansprakelijk is voor persoonlijk letsel of materiële schade aan privé gebruikte
voorwerpen door gebreken van het geleverde object. Tevens geldt dit voor het ontbreken van
eigenschappen die uitdrukkelijk toegezegd zijn, als de toezegging tot doel had om de besteller te
beschermen tegen schade die niet aan het geleverde object zelf ontstaan is.
8. Garantie en vrijwaring
AERO ISOBUS 5903282 59
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Rauch AERO ISOBUS Handleiding

Type
Handleiding