Documenttranscriptie
FR
DE
ES
SE
IT
Appendix
1
NL
1.1 Ultrasnelle MPPT tracking
Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend verandert, verbetert een snel
MPPT algoritme de energieopbrengst tot 30 % in vergelijking met PWM-laadcontrollers
en tot 10 % in vergelijking met tragere MPPT-controllers.
1.2 VE.Direct
Voor een bekabelde verbinding met een Color Control-paneel, pc of andere apparaten
1.3 Belastingsuitgang
Diepe ontlading van de accu kan worden voorkomen door alle belastingen met de
belastingsuitgang te verbinden. De belastingsuitgang koppelt de belasting los als de accu
is ontladen tot een vooringestelde spanning.
Als alternatief kan een intelligent accubeheeralgoritme worden gekozen: zie BatteryLife.
De belastingsuitgang is bestand tegen kortsluiting.
Sommige belastingen (vooral omvormers) kunnen het beste rechtstreeks op de accu
worden aangesloten, en de afstandsbediening van de omvormer op de belastingsuitgang.
Hiervoor kan een speciale interfacekabel nodig zijn, zie paragraaf 3.6.
1.4 BatteryLife: intelligent accubeheer
Als een zonnelaadcontroller de accu niet in één dag weer volledig kan opladen, is het
resultaat vaak dat de accu voortdurend schommelt tussen "gedeeltelijk opgeladen" en
"volledig ontladen". Deze werkwijze (de accu niet regelmatig volledig weer opladen)
maakt een loodzuuraccu binnen enkele weken of maanden helemaal kapot.
Het BatteryLife-algoritme houdt de laadstatus van de accu in de gaten en verhoogt,
indien nodig, dag na dag het niveau voor belastingsontkoppeling (d.w.z. koppelt de
belasting eerder los) tot de energie die van een zonnepaneel verkregen is, voldoende is
om de accu opnieuw op te laden tot bijna de volledige 100 %. Vanaf dat ogenblik wordt
het niveau voor belastingsontkoppeling gemoduleerd, zodat de accu ongeveer één keer
per week tot bijna de volledige 100 % wordt geladen.
1.5 Driestaps laden
De laadcontroller is geconfigureerd voor een driestaps laadproces: Bulklading –
Absorptielading - Druppellading.
Zie paragraaf 3.8 en paragraaf 5 voor de standaardinstellingen.
Zie paragraaf 1.8 voor de gebruikersgedefinieerd instellingen
1.5.1. Bulklading
Tijdens deze fase levert de controller zoveel mogelijk laadstroom om de accu's snel te
laden.
1.5.2. Absorptielading
Tijdens deze fase schakelt de controller over op de constante-spanningsmodus, waarbij de
absorptiespanning wordt toegepast op de accu. Wanneer de laadstroom afneemt tot aan de
instelling van de float-leemtegrensstroom, is de accu volledig geladen en schakelt de
controller over naar de druppellading-fase.
1.5.3. Druppellading
Tijdens deze fase wordt de float-spanning toegepast op de accu om deze volledig geladen
te houden.
1.5.4. Egalisatie
Zie paragraaf 3.9.
EN
1 Algemene beschrijving
1.6 Interne temperatuursensor
Compenseert absorptie- en float-laadspanningen voor temperatuur (bereik 6 °C tot 40 °C).
1.7 Optionele externe spannings- en temperatuursensor (bereik -20 °C tot 50 °C)
De Smart Battery Sense is een draadloze batterij spannings- en temperatuursensor voor
Victron MPPT Zonneladers. De Zonnelader gebruikt deze afmetingen om diens
laadparameters te optimaliseren. De accuraatheid van de gegevens die het doorstuurt zal
de doeltreffendheid van het batterijladen verbeteren en de levensduur van de batterij
(VE.Direct Bluetooth Smart dongle nodig) verlengen.
Als alternatief kan Bluetooth communicatie ingesteld worden tussen een BMV-712
batterijmonitor met batterijtemperatuursensor en de zonnelaadcontroller
(VE.Direct Bluetooth Smart dongle nodig). Voer, voor meer details, smart networking in in
het zoekvakje op onze website.
1.8 Automatische herkenning van de accuspanning
De controller past zich slechts een keer automatisch aan aan een 12 V- of een 24 Vsysteem.
Als op een later moment een andere systeemspanning is vereist, moet deze handmatig
worden gewijzigd, bijvoorbeeld met de Bluetooth-app, zie paragraaf 3.8.
1.9 Configuratie en monitoring
Configureer de zonnelaadcontroller met de VictronConnect app. Beschikbaar voor iOS- &
Android-toestellen; evenals voor MacOS- en Windows-computers. Een accessoire kan
vereist zijn; voer victronconnect in in het zoekvakje op onze website en bekijk de
VictronConnect downloadpagina voor details.
Gebruik voor eenvoudig monitoring de MPPT Control; een eenvoudig maar efficiënt op
panel gemonteerd beeldscherm dat alle operationele parameters toont. Monitoring van het
volledige systeem inclusief inloggen op ons online portaal, VRM, wordt uitgevoerd via het
GX Productgamma.
Color Control
MPPT Control
Venus GX
2
EN
2. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen
die installatie en onderhoud in acht moeten worden genomen.
NL
Ontploffingsgevaar wegens vonken
FR
Gevaar van elektrische schokken
ES
SE
IT
Appendix
3
DE
● Aanbevolen wordt deze handleiding zorgvuldig te lezen voordat het product wordt
geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen.
● Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. De
apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde toepassing.
● Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg ervoor dat er zich geen
chemische stoffen, plastic onderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de
onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers toegankelijk gebied.
● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt in de juiste omgevingsvoorwaarden.
Gebruik het product nooit in een vochtige omgeving.
● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of stofexplosies kunnen
voordoen.
● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie.
● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen dat de accu
geschikt is voor gebruik met dit product. Volg steeds de veiligheidsvoorschriften van de
accufabrikant.
● Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval tijdens de installatie,
bv. door ze te bedekken.
● Raak nooit niet-geïsoleerde kabeluiteinden aan.
● Gebruik enkel geïsoleerd gereedschap.
● Maak de verbindingen steeds in de volgorde zoals beschreven in punt 3.5.
● Degene die het product installeert moet zorgen voor een trekontlasting voor de
accukabels, zodat een eventuele spanning niet op de kabels wordt overgedragen.
● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de onderhoudshandleiding een
onderhoudshandleiding voor de accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte
accutypen.
3. Installatie
WAARSCHUWING: DC-(PV) INGANGSSPANNING NIET GEÏSOLEERD VAN
ACCUCIRCUIT
LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE MOETEN DE
OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER EN ACCU BINNEN 5 °C LIGGEN.
3.1. Algemeen
● Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de voedingsklemmen naar omlaag.
Houd rekening met een minimumafstand afstand van 10cm onder en boven het product
voor optimale koeling.
● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de accu (om schade wegens
gasvorming van de accu te voorkomen).
● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv. omgevingsomstandigheden accu en
lader niet binnen 5 °C) kan leiden tot een kortere levensduur van de accu.
We adviseren een rechtstreekse spanningsgevoelbron (BMV, Smart Battery Sense of
GX toestel met gedeeld spanningsgevoel) te gebruiken wanneer grotere
temperatuurverschillen of extreme omgevingstemperatuuromstandigheden te
verwachten zijn.
● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de accu-opslagvoorschriften van de
Canadese Elektrische Code, deel I.
● De accu en PV-aansluitingen moeten worden beschermd tegen onbedoeld contact
(installeer deze bv. in een behuizing of installeer de optionele WireBox S).
3.2 Aarding
● Aarding van de accu: de lader kan in een positief of negatief geaard systeem worden
geïnstalleerd.
Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe (bij voorkeur dicht bij de accu) om
storingen in het systeem te voorkomen.
● Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding is toegestaan, omdat het is
geïsoleerd van de positieve en negatieve aansluiting.
● De USA National Electrical Code (NEC) vereist het gebruik van een externe
aardlekschakelaar. Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne aardlekschakelaar.
De negatieve aansluiting van het systeem dient via een aardlekschakelaar te worden
verbonden met de aarde op (uitsluitend) een enkele locatie.
● De lader mag niet worden aangesloten op geaarde zonnepanelen.
● De plus en min van de PV-configuratie mag niet worden geaard. Aard het frame van de
PV-panelen om de impact van blikseminslag te verminderen.
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT AANGEGEVEN, KAN HET
ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN EN AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN
DUS GEVAARLIJK ZIJN.
3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze website)
● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche stroombron losgekoppeld
kunnen worden van alle overige geleiders in een gebouw of andere constructie.
● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijk- of wisselspanning, mag
niet worden geïnstalleerd in een geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde geleider in een niet-geaarde en
spanningsvoerende toestand achterlaat.
● De controller werkt alleen als de PV spanning hoger is dan de accuspanning (Vaccu).
4
EN
● De controller start pas als de PV spanning hoger is dan Vaccu + 5 V. Vanaf dan
bedraagt de minimum PV spanning Vaccu + 1 V
● Maximum PV open klemspanning: 75 V resp. 100 V.
NL
Bijvoorbeeld:
12 V-accu en mono- of polykristallijne panelen aangesloten op een 75 V-controller
● Minimum aantal seriële cellen: 36 (12 V paneel).
● Aanbevolen aantal cellen voor hoogste controllerefficiëntie: 72
(2x 12 V paneel in serie of 1x 24 V paneel).
● Maximum: 108 cellen (3x 12 V paneel in serie).
FR
DE
24 V-accu en mono- of polykristallijne panelen aangesloten op een 100 V-controller
● Minimum aantal seriële cellen: 72
(2x 12 V paneel in serie of 1x 24 V paneel).
● Maximum: 144 cellen (4x 12 V-paneel in serie).
ES
SE
Opmerking: bij lage temperaturen kan de nullastspanning van een uit 108 cellen
bestaand zonnepaneel 75 V overschrijden en de nullastspanning van een uit 144 cellen
bestaand zonnepaneel kan 100 V overschrijden, afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en de celspecificaties. In dat geval moet het aantal cellen
worden verminderd.
IT
3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 3)
Appendix
1. Sluit de kabels aan op de belasting, maar zorg ervoor dat alle belastingen zijn
uitgeschakeld.
2. Sluit de accu aan (hierdoor kan de controller de systeemspanning herkennen).
2. Sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller op, maar
wordt de accu niet opgeladen).
Torsie: 0,75 Nm
Het systeem is nu klaar voor gebruik.
3.5. Configuratie van de controller
De VE.Direct-communicatiepoort (zie par. 1.9) kan worden gebruikt om de controller te
configureren. (dongle vereist bij gebruik van de Bluetooth-app)
3.6 Instelling van de belastingsuitgang (zie afbeelding 1 en 2 aan het einde van de
handleiding)
De VE.Direct-communicatiepoort (zie par. 1.8) kan worden gebruikt om de
belastingsuitgang te configureren. (dongle vereist bij gebruik van de Bluetooth-app)
Er kan tevens een jumper worden gebruikt om de belastingsuitgang als volgt te
configureren:
● Geen brug: BatteryLife algoritme (zie 1.4)
● Brug tussen pin 1 en pin 2: conventioneel
Belasting ontkoppeling bij lage spanning: 11,1 V of 22,2 V
Automatische belastingsherkoppeling: 13,1 V of 26,2 V
● Brug tussen pin 2 en pin 3: conventioneel
Belasting ontkoppeling bij lage spanning: 11,8 V of 23,6 V
5
Automatische belastingsherkoppeling: 14 V of 28 V
Sommige belastingen met hoge inschakelstroom kunnen het beste direct op de accu
worden aangesloten. Indien voorzien van een ingang voor aan/uit op afstand, kunnen deze
belastingen het beste worden geregeld door de belastingsuitgang van de controller te
verbinden met deze ingang voor aan/uit op afstand. Een speciale interfacekabel kan dan
nodig zijn.
Als alternatief kan ook een BatteryProtect worden gebruikt om de belasting te regelen. Zie
onze website voor de specificaties.
Omvormers met een laag stroomverbruik, zoals de Phoenix VE.Direct-omvormers tot 375
VA, kunnen direct worden gevoed door de belastingsuitgang, maar het maximale
uitgangsvermogen zal worden beperkt door de stroomlimiet van de belastingsuitgang.
Phoenix VE.Direct-omvormers kunnen ook worden geregeld door de linker aansluiting
van de afstandsbediening te verbinden met de belastingsuitgang.
De brug van de afstandsbediening tussen links en rechts moet zijn verwijderd.
De omvormermodellen Phoenix 12/800, 24/800, 12/1200 en 24/1200 van Victron kunnen
worden geregeld door de rechter aansluiting van de afstandsbediening van de omvormer
rechtstreeks op de belastingsuitgang aan te sluiten (zie afbeelding 4 aan het einde van
deze handleiding).
Voor de Victron-omvormermodellen Phoenix 12/180, 24/180, 12/350, 24/350, de Phoenixomvormermodellen Compact en de MultiPlus Compact is een interfacekabel vereist: de
omvormkabel voor aan-uit op afstand, artikelnummer ASS030550100, zie afbeelding 5 aan
het einde van deze handleiding.
3.7 LEDs
Groene LED: geeft aan welk besturingsalgoritme voor belastingsuitgang is gekozen.
Aan: een van de twee conventionele besturingsalgoritmen voor belastingsuitgang (zie figuur
2)
Knipperend: BatteryLife-besturingsalgoritme voor belastingsuitvoer (zie Afb. 2)
Gele LED: signaleert laadvolgorde
Uit: geen stroom van PV-array (of PV-array aangesloten met omgekeerde polariteit)
Knippert snel: bulklading (batterij in gedeeltelijk opgeladen toestand)
Knippert langzaam: absorptielaad (batterij is geladen tot 80 % of meer)
Aan: float lading (batterij volledig opgeladen)
Voor de nieuwste en meest bijgewerkte
informatie over de blink-codes raadpleeg de
Victron Toolkit-app. Klik op of scan de QR-code
om naar de Victron Ondersteuning- en
Downloads/Software-pagina te gaan.
6
EN
3.8 Accu-oplaadinformatie
De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te schijnen, een nieuwe
laadcyclus.
NL
Loodzuurbatterijen: standaardmethode om de lengte en het einde van de absorptie
te bepalen
Het laadalgoritmegedrag van MPPT’s verschilt van AC verbonden batterijladers. Lees dit
hoofdstuk van de handleiding zorgvuldig om MPPT-gedrag te verstaan en volg steeds de
aanbevelingen van uw batterijproducent.
FR
Batterijspanning Vb (@start-up) Vermenigvuldiger
DE
Standaard wordt de absorptietijd bepaald op stilstaande batterijspanning bij de start van
elke dag, gebaseerd op de volgende tabel:
Maximale absorptietijd
x1
6u
11,9 V < Vb < 12,2 V
x 2/3
4u
x 1/3
2u
Vb > 12,6 V
x 1/6
1u
SE
12,2 V < Vb < 12,6 V
ES
Vb < 11,9 V
IT
(12 V waarden, aanpassen voor 24 V)
Standaard absorptiespanning: 14,4 V
Standaard druppelladerspanning: 13,8 V
Appendix
De absorptietijdteller start eens overgeschakeld van bulk naar absorptie.
De MPPT-zonneladers zullen ook absorptive beëindigen en overschakelen naar
druppellader wanneer de batterijstroom onder een lage stroomdrempellimiet, de
‘staartstroom’, valt.
De standaard staartstroomwaarde bedraagt 1 A.
Voor modellen met een laadoutput wordt de stroom op de batterijterminals gebruikt; en
voor de grotere modellen; de stroom op de outputterminals wordt gebruikt.
De standaard instellingen (spanningen, absorptietijdvermenigvuldiger en staartstroom)
kunnen aangepast worden met de Victronconnect app via Bluetooth (VE.Direct Bluetooth
Smart dongle nodig) of via VE.Direct.
Er zijn twee uitzonderingen op normale werking:
1. Wanneer gebruikt in een ESS-systeem; het zonneladeralgoritme wordt uitgeschakeld;
en in plaats hiervan volgt het de curve zoals opgelegd door de omvormer/acculader.
2. Voor CAN-bus Lithium-batterijen, zoals BYD, vertelt de batterij het systeem, inclusief de
zonnelader, welke laadspanning te gebruiken. Deze Laadspanningslimiet (CVL) is voor
bepaalde batterijen zelfs dynamisch; wijzigt mettertijd; gebaseerd op bijvoorbeeld
maximale celspanning in het pakket en andere parameters.
Variaties op verwacht gedrag
1. Pauzeren van de absorptietijdteller
De absorptietijdteller start wanneer de geconfigureerde absorptiespanning bereikt werd en
pauzeert wanneer de outputspanning onder de geconfigureerde absorptiespanning ligt.
Een voorbeeld van wanneer deze spanningsverlaging kan voorvallen is wanneer PVvermogen (vanwege wolken, bomen, bruggen) onvoldoende is om de batterij te laden en
vermogen te geven aan de ladingen.
Wanneer de absorptietimer gepauzeerd wordt, zal de absorptie-led zeer traag flitsen.
7
2. Herstarten van het laadproces
Het laadalgoritme zal resetten wanneer laden gedurende een uur gestopt werd. Dit kan
voorvallen wanneer de PV-spanning zakt onder de batterijspanning vanwege slecht
weer, schaduw of iets gelijkaardigs.
3. Batterij wordt opgeladen of ontladen voordat zonneladen begint
De automatische absorptietijd is gebaseerd op de opstart-batterijspanning (zie tabel).
Deze absorptietijdschatting kan incorrect zijn wanneer er een bijkomende laadbron (bv.
alternator) of lading op de batterijen is.
Dit is een inherente kwestie in het standaard algoritme. In de meeste gevallen is het
echter nog steeds beter dan een vaste absorptietijd ongeacht andere laadbronnen of
batterijstatus.
Het is mogelijk het standaard absorptietijdalgoritme terzijde te schuiven door een vaste
absorptietijd in te stellen bij het programmeren van de zonnelaadcontroller. Denk eraan
dat dit kan resulteren in het overladen van uw batterijen. Raadpleeg uw
batterijproducent voor aanbevolen instellingen.
4. Absorptietijd bepaald door staartstroom
Bij bepaalde toepassingen kan het te prefereren zijn om absorptietijd die enkel
gebaseerd is op staartstroom te beëindigen. Dit kan bereikt worden door de standaard
absorptietijdvermenigvuldiger te verhogen.
(waarschuwing: de staartstroom van lood-zuur batterijen zakt niet naar nul wanneer de
batterijen volledig opgeladen zijn, en deze “resterende” staartstroom kan substantieel
verhogen wanneer de batterijen ouder worden).
Standaard instelling, LiFePO4-batterijen
LiFePO4-batterijen moeten niet volledig geladen worden om vroegtijdig defect te beletten.
De standaard instelling van absorptiespanning bedraagt 14,2 V (28,4 V).
En de standaard instelling van absorptietijd bedraagt 2 uur.
Standaard instelling druppellader: 13,2 V (26,4 V).
Deze instellingen zijn aanpasbaar.
Resetten van het laadalgoritme:
De standaard instelling voor herstarten van de laadcyclus is Vbatt < (Vfloat – 0,4 V) voor
lood-zuur en Vbatt < (Vfloat – 0,1 V) voor LiFePO4-batterijen, gedurende 1 minuut.
(waarden voor 12 V-batterijen, vermenigvuldigen met twee voor 24 V)
3.9 Automatische egalisatie
Automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘UIT’. Met de Victron Connect-app (zie
par. 1.9) kan deze instelling worden geconfigureerd met een cijfer tussen 1 (elke dag) en
250 (eens om de 250 dagen).
Wanneer automatische egalisatie actief is, zal de absorptielading gevolgd worden door een
periode van constante stroom met beperkte spanning. De stroom wordt beperkt tot 8 % of
25 % van de bulkstroom. De bulkstroom is de nominale laderstroom tenzij een lagere
maximale stroominstelling werd gekozen.
Bij het gebruik van een instelling met 8 % stroomlimiet eindigt automatische egalisatie
wanneer de spanningslimiet bereikt werd, of na 1 uur, wat er ook eerst komt.
Andere instellingen: automatische egalisatie eindigt na 4 uur.
Wanneer automatische egalisatie niet binnen één dag volledig voltooid werd, zal het de
volgende dag niet hervatten, de volgende egalisatiesessie zal plaatsvinden zoals bepaald
door de daginterval.
3.10 VE.Direct-communicatiepoort
Zie paragraaf 1.9 en 3.5.
8
Oplossing
Lader werkt niet
Omgepoolde PV aansluiting
Sluit PV juist aan
Geen zekering geplaatst
Plaats een 20 A zekering
Zekering doorgebrand
Omgepoolde accuaansluiting
1.
Sluit accu juist aan
2.
Vervang zekering
Controleer accuverbinding
Gebrekkige accuverbinding
Stel de controller handmatig in
op de vereiste
systeemspanning (zie paragraaf
1.8)
Er is een accucel defect
Vervang accu
Groot
omgevingstemperatuurverschil
tussen lader en accu (Tomg_lader <
Tomg_accu)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden
gelijk zijn voor de lader en de
accu
Maximum stroomlimiet
overschreden
Zorg ervoor dat de
uitgangsstroom niet hoger is
dan 15 A
DC belasting in combinatie met
capacitieve belasting (bv.
omvormer) toegepast
Koppel de DC belasting los
tijdens het opstarten van de
capacitieve belasting. Koppel
de AC-belasting los van de
omvormer, of sluit de omvormer
aan zoals beschreven in punt
3.6.
Kortsluiting
Controleer of de
belastingsaansluiting
kortgesloten is
Appendix
Enkel voor een 24 V systeem: foute
systeemspanning gekozen (12 V
i.p.v. 24 V) door de laadcontroller
IT
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden
gelijk zijn voor de lader en de
accu
SE
Belastingsuitgang
wordt niet geactiveerd
Groot
omgevingstemperatuurverschil
tussen lader en accu (Tomg_lader >
Tomg_accu)
ES
De accu wordt
overladen
Gebruik kabels met een grotere
diameter
DE
De accu wordt niet
volledig geladen
Te hoge kabelverliezen
FR
Mogelijke oorzaak
NL
Probleem
EN
4. Probleemoplossing
9
5 Specificaties, 75 V modellen
BlueSolar laadcontroller
MPPT 75/10
Accuspanning
Maximum accustroom
Nominaal PV-vermogen, 12 V 1a, b)
Nominaal PV-vermogen, 24 V 1a, b)
Max. PV kortsluitstroom 2)
Automatische belastingsontkoppeling
Maximum PV open spanning
Piekefficiëntie
12 V: 20 mA
Laadspanning 'absorptie'
13,8 V / 27,6 V (regelbaar)
3)'
Belastingsontkoppeling bij lage
spanning
Belastingsherkoppeling bij lage
spanning
Bedrijfstemperatuur
Vocht
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
Verontreinigingsgraad
Datacommunicatiepoort
Kleur
Vermogensklemmen
Beschermingsklasse
Gewicht
Afmetingen (h x b x d)
Veiligheid
24 V: 10 mA
14,4 V / 28,8 V (regelbaar)
Laadspanning 'float'
Beveiliging
15 A
10 A
145W
220W
290W
440W
13 A
15 A
Ja, maximum belasting 15 A
75 V
98 %
Eigen verbruik
Laadspanning 'egalisatie
Laadalgoritme
Temperatuurcompensatie
Continue belastingstroom
MPPT 75/15
12/24 V Auto Select
16,2 V / 32,4 V (regelbaar)
meertraps adaptief of gebruikersgedefinieerd algoritme
-16 mV / °C resp. -32 mV / °C
15 A
11,1 V / 22,2 V of 11,8 V / 23,6 V
of BatteryLife algoritme
13,1 V / 26,2 V of 14 V / 28 V
of BatteryLife algoritme
Kortsluiting uitgang
Overtemperatuur
-30 tot +60 °C (volledig nominaal vermogen tot 40
°C)
100 %, niet condenserend
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Binnen type 1, natuurlijk
PD3
VE.Direct
Zie het whitepaper over datacommunicatie op onze
website
BEHUIZING
Blauw (RAL 5012)
6mm² / AWG10
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
0,5kg
100 x 113 x 40mm
NORMEN
NEN-EN/IEC 62109-1 / UL 1741 / CSA C22.2 NO.107.1-16
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5 V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1 V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller in geval van een omgekeerde polariteitsaansluiting van de
zonnepanelen
beschadigen.
3) Fabrieksinstelling: UIT
10
BlueSolar laadcontroller
98%
12V: 20 mA
24V: 10 mA
14,4V / 28,8V (regelbaar)
Laadspanning 'float'
16,2V / 32,4V (regelbaar)
Temperatuurcompensatie
Continue belastingstroom
Bedrijfstemperatuur
Vocht
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
Verontreinigingsgraad
Datacommunicatiepoort
Kleur
Vermogensklemmen
Beschermingsklasse
Gewicht
Afmetingen (h x b x d)
Veiligheid
15A
11,1V / 22,2V of 11,8V / 23,6V
of BatteryLife algoritme
13,1V / 26,2V of 14V / 28V
of BatteryLife algoritme
Kortsluiting uitgang
Overtemperatuur
-30 tot +60°C (volledig nominaal vermogen tot
40°C)
100%, niet condenserend
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Binnen type 1, natuurlijk
PD3
VE.Direct
Zie het whitepaper over datacommunicatie op
onze website
BEHUIZING
Blauw (RAL 5012)
6mm² / AWG10
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
0,6 kg
100 x 113 x 50 mm
NORMEN
NEN-EN-IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
Appendix
Beveiliging
-16mV / °C resp. -32mV / °C
IT
Belastingsontkoppeling bij lage
spanning
Belastingsherkoppeling bij lage
spanning
13,8V / 27,6V (regelbaar)
meertraps adaptief of gebruikersgedefinieerd
algoritme
SE
Laadalgoritme
ES
Laadspanning 'absorptie'
Laadspanning 'egalisatie'
DE
Eigen verbruik
FR
Piekefficiëntie
MPPT 100/15
12/24V Auto Select
15A
220W
440W
15A
Ja, maximum belasting 15A
100V
NL
Accuspanning
Maximum accustroom
Nominaal PV-vermogen, 12 V 1a, b)
Nominaal PV-vermogen, 24 V 1a, b)
Max. PV kortsluitstroom 2)
Automatische belastingsontkoppeling
Maximum PV open spanning
EN
Specificaties, 100 V modellen
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5 V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1 V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller in geval van een omgekeerde polariteitsaansluiting van de
zonnepanelen beschadigen
11
BlueSolar laadcontroller
MPPT 100/20-48 V
Accuspanning
12 / 24 / 48 V Auto Select
Maximale accustroom
20 A
Nominale PV-stroom, 48 V 1a,b)
1160W (290W / 580W / 870W)
Max. PV-kortsluitstroom 2)
Automatische
belastingsontkoppeling
Maximale PV-nullastspanning
20 A
Ja, maximum belasting
20 A(12/24 V) & 0,1 A(36/48 V)
100 V
Piekefficiëntie
98 %
Eigen verbruik
25 / 15 / 15 mA
Laadspanning 'absorptielading'
14,4 V / 28,8 V / 43,2 V / 57,6 V (regelbaar)
Laadspanning 'egalisatie'
16,2 V / 32,4 V / 48,6 V / 64,8 V (regelbaar)
Laadspanning 'druppellading'
Laadalgoritme
Temperatuurcompensatie
Continue belastingsstroom (12/24)
Continue belastingsstroom (48)
Belastingsontkoppeling bij lage
spanning
Belastingsherkoppeling bij lage
spanning
Beveiliging
Bedrijfstemperatuur
Luchtvochtigheid
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
13,8 V / 27,6 V / 41,4 V / 55,2 V (regelbaar)
meertraps adaptief of gebruikersgedefinieerd algoritme
-16 mV/ °C / -32 mV/ °C / -48 mV/ °C / -64 mV/ °C
20 A
1A
11,1 / 22,2 / 33,3 / 44,4 V of 11,8 / 23,6 / 35,4 / 47,2 V
of BatteryLife-algoritme
13,1 / 26,2 / 39,3 / 52,4 V of 14 / 28 / 42 / 56 V
of BatteryLife-algoritme
Kortsluiting uitgang / overtemperatuur
-30 tot +60℃ (volledig nominaal vermogen tot 40℃)
100 %, niet condenserend
5000 m (volledig nominale uitgangsspanning tot 2000
m)
Binnen type 1, natuurlijk
Verontreinigingsgraad
Datacommunicatiepoort
PD3
VE.Direct
Zie het witboek over datacommunicatie op onze website
BEHUIZING
Kleur
Vermogensklemmen
Beschermingsklasse
Gewicht
Blauw (RAL 5012)
6 mm² / AWG10
IP43 (elektronische componenten)
IP22 (aansluitgebied)
0,65 kg
Afmetingen (h x b x d)
100 x 113 x 60 mm
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN-IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5 V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1 V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller in geval van een omgekeerde polariteitsaansluiting van de
zonnepanelen beschadigen
.
12